This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014PC0031
Proposal for a COUNCIL REGULATION amending Regulation (EU) No 1370/2013 determining measures on fixing certain aids and refunds related to the common organisation of the markets in agricultural products
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1370/2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1370/2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
/* COM/2014/031 final - 2014/0013 (NLE) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1370/2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten /* COM/2014/031 final - 2014/0013 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Algemene context Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het
Europees Parlement en de Raad bevat een juridisch en financieel kader op basis
waarvan bepaalde landbouwproducten via de schoolmelkregeling (SMR) en de schoolfruitregeling
(SFR) kunnen worden verstrekt aan kinderen in schoolinstellingen. Bij Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad
(met als rechtsgrondslag artikel 43, lid 3, VWEU) wordt het in Verordening (EU)
nr. 1308/2013 bedoelde bedrag aan EU-steun voor de SFR en de SMR vastgesteld,
alsmede de maatregelen inzake de steun die voor de SFR aan de lidstaten moet
worden toegewezen en de maximumhoeveelheid producten die in aanmerking komt
voor steun aan de SMR. Dit voorstel wordt voorgelegd in samenhang met
het voorstel van de Commissie om Verordening (EU) nr. 1308/2013 te wijzigen wat
de bepalingen inzake de schoolregelingen betreft. Het voorstel behelst een
nieuw kader voor de steunverlening met het oog op de verstrekking van groenten
en fruit, bananen en melk aan kinderen in onderwijsinstellingen, onder meer in
de vorm van bepalingen over het bedrag aan EU-steun en de wijze waarop deze
steun in de lidstaten moet worden verdeeld. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING n.v.t. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Omwille van de rechtszekerheid wordt
voorgesteld de artikelen 5 en 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 te schrappen
aangezien deze achterhaald zijn als gevolg van de voorgestelde wijziging van Verordening
(EU) nr. 1308/2013. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Zie het financieel memorandum bij dit voorstel
en een voorstel [COM(2014) 32 final] tot wijzing van Verordening (EU) nr. 1308/2013. 2014/0013 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1370/2013
houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van
de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) In de artikelen 5 en 6 van
Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad[1]
wordt het in Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de
Raad[2] bedoelde bedrag aan
EU-steun voor de schoolfruit- en -groentenregeling (SFR) en de
schoolmelkregeling SMR vastgesteld, alsmede de maatregelen inzake de steun die
voor de SFR aan de lidstaten moet worden toegewezen en de maximumhoeveelheid
producten die in aanmerking komt voor steun aan de SMR. (2) Deel II, titel I, hoofdstuk
II, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, als gewijzigd bij
Verordening (EU) nr. xxx/xx van het Europees Parlement en de Raad [nieuwe
schoolregeling], behelst een nieuw kader voor de steunverlening met het oog
op de verstrekking van groenten en fruit, inclusief bananen, en melk aan
kinderen in onderwijsinstellingen, onder meer in de vorm van bepalingen over
het bedrag aan EU-steun en de wijze waarop deze steun in de lidstaten moet
worden verdeeld. Bijgevolg zijn de artikelen 5 en 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013
achterhaald met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EU) nr.
xxx/xx [nieuwe schoolregeling]. Omwille van de rechtszekerheid moeten
deze artikelen worden geschrapt. (3) Verordening (EU) nr. 1370/2013
moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Wijziging
van Verordening (EU) nr. 1370/2013 De artikelen 5 en 6 van Verordening (E)
nr. 1370/2013 worden geschrapt. Artikel 2 Inwerkingtreding
en toepassing Deze verordening treedt in werking op de
zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus
xx [dezelfde datum als voor de verordening van Raad/EP tot wijziging van Verordening
(EU) nr. 1803/2013]. Deze verordening is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
Voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard van het voorstel/initiatief 1.4. Doelstelling(en) 1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.6. Duur en financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en) 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake monitoring en verslaglegging 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en
onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Betrokken rubriek(en) van het meerjarig financieel
kader en begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de
geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen
voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen
voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met
het huidig meerjarig financieel kader 3.2.5. Bijdrage van derden
aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief Verordening
van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1308/2013
en Verordening (EU) nr. 1306/2013 wat betreft de steunregeling voor de
verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk aan kinderen in
onderwijsinstellingen Verordening
van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1370/2013 houdende
maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de
gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten 1.2. Betrokken beleidsterrein(en)
in de ABM/ABB-structuur[3]
1.3. Aard van het
voorstel/initiatief ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een
proefproject/een voorbereidende actie[4] ¨ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande
actie X Het
voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe
actie 1.4. Doelstelling(en) 1.4.1. De met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie Het
voorstel heeft tot doel kinderen ertoe aan te zetten blijvend meer groenten en
fruit (G&F) en zuivelproducten te consumeren en zo bij te dragen tot de doelstellingen
van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), namelijk het stabiliseren van
de markten en het zekerstellen van de vraag op de lange termijn. Voorts moet
het voorstel de volksgezondheid in meer algemene zin ten goede komen, door
duurzame gezonde eetgewoonten te bevorderen en zo de gevallen van overgewicht,
obesitas en voedingsgerelateerde ziekten te verminderen. 1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke
doelstelling: De toegang van kwetsbare sociale groepen tot levensmiddelen
verbeteren Betrokken
ABM/ABB-activiteit(en) 05 02 "Interventies op landbouwmarkten" 1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en) Verwacht wordt dat het voorstel de kennis, houding en
voorkeur van jonge burgers ten aanzien van wat zij eten en waar hun eten
vandaag komt zal verbeteren en hen anders zal doen aankijken tegen de
landbouwsector en de producten die deze voortbrengt. Daarnaast moet het voorstel de verstrekking van producten
kostenefficiënter maken dankzij een beter gerichte verlening van de EU-steun. Het deel van de begroting dat aan begeleidende maatregelen
wordt gespendeerd, wordt bovendien opgetrokken. Daardoor zullen deze
maatregelen enerzijds een groter effect op de consumptie van de doelgroep
sorteren en anderzijds de kloof tussen de educatieve dimensie van de
schoolfruitregeling (SFR) en die van de schoolmelkregeling (SMR) overbruggen. Tot slot zal het voorstel een gemeenschappelijk kader per
lidstaat opleveren en de EU-interventie zichtbaarder maken. 1.4.4. Resultaat- en
effectindicatoren Het halen van de doelstellingen wordt getoetst aan drie
soorten indicatoren, elk op een afzonderlijk niveau: Effectindicatoren: - Verandering in de directe en indirecte consumptie
van verse G&F door kinderen, na 5 jaar interventie - Verandering in de directe en indirecte consumptie
van drinkmelk door kinderen, na 5 jaar interventie - Globale verbetering van het voedingspatroon Indicatoren voor de voornaamste resultaten: - % van de beschikbare begroting dat is uitgegeven
voor begeleidende maatregelen - % van de uitgevoerde ondersteunende maatregelen
met betrekking tot landbouw en landbouwproducten - doeltreffendheid van de uitgaven voor het
bevorderen van de consumptie van landbouwproducten in scholen Indicatoren voor de voornaamste outputs: - Aantal in de lidstaten (LS) uitgevoerde
begeleidende maatregelen - Aantal bij de begeleidende maatregelen betrokken
kinderen en aandeel van die kinderen in het totale aantal deelnemende kinderen - Aantal landbouwgerelateerde begeleidende maatregelen
in de LS - Kosten per portie - Aantal deelnemende LS, scholen en kinderen - Hoeveelheid van de op school verstrekte producten
(aantal porties G&F en melk) 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien Een
duurzame toename van de consumptie van groenten en fruit en melk bij kinderen
en het bevorderen van gezonde eetgewoonten bij kinderen. Zwakke
punten in ontwerp en werking kortwieken de capaciteit van de huidige
GLB-schoolregelingen om de consumptie van landbouwproducten (marktgerelateerde
doelstelling) en gezonde eetgewoonten (gezondheidsgerelateerde doelstelling)
bij schoolkinderen te bevorderen. De
problemen hebben meer bepaald te maken met de kloof tussen het ontwerp van de
regelingen en de doelstellingen ervan (verschillende educatieve instrumenten
voor de twee regelingen), het gebrek aan coördinatie en coherentie tussen de
twee regelingen en tekortkomingen die het onmiddellijke effect van de uitgaven
beperken (hoge administratieve en organisatorische belasting voor beide
regelingen, 30 % onderbesteding van de begrotingsmiddelen voor de SFR, mogelijk
buitenkanseffect en slechte kostenbatenverhouding voor de SMR). De
oorzaken zijn voornamelijk terug te voeren op tekortkomingen op het gebied van
regelgeving, verschillen in het financieel kader en de uitvoering in de
lidstaten en een aantal externe factoren. 1.5.2. Toegevoegde waarde van de
deelname van de EU Interventie
op EU-niveau zorgt voor de financiering die vereist is voor EU-wijde
initiatieven en voor extra financiële middelen die de lidstaten de mogelijkheid
geven om de werkingssfeer van hun maatregelen uit te breiden en de
doeltreffendheid ervan te vergroten. Indien de lidstaten uitsluitend op hun
eigen financiële middelen zouden zijn aangewezen, zouden de meeste niet in
staat zijn ambitieuze initiatieven te ontplooien. Het voorstel zet ook de
geloofwaardigheid van de regelingen in de lidstaten kracht bij en leidt tot een
beter en zichtbaarder imago van de EU. Een EU-kader zorgt bovendien voor een
meerwaarde door de continuïteit van kennis, transparantie, ervaringsoverdracht
en ervaringsuitwisseling te stimuleren. 1.5.3. Nuttige ervaring die bij
soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan Momenteel
financiert de EU in het kader van haar gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)
twee specifiek op schoolkinderen in schoolinstellingen gerichte programma's
voor de verstrekking van bepaalde producten, meer bepaald de schoolmelkregeling
(SMR) en de schoolfruitregeling (SFR). Beide regelingen hebben tot doel het
aandeel van deze producten in de voeding van kinderen in een vroege fase van
hun leven, wanneer hun eetgewoonten worden aangekweekt, duurzaam te vergroten
en zo bij te dragen tot de doelstellingen van het GLB, meer bepaald het
stabiliseren van de markten en het zekerstellen van de vraag op lange termijn.
Bovendien stemmen de regelingen overeen met de gezondheidsdoelstellingen voor
het bredere publiek, namelijk bijdragen tot het aanleren van duurzame gezonde
eetgewoonten. Hoewel
deze regelingen een vaste plaats in scholen hebben verworven en de
mogelijkheden ervan worden erkend, wijzen zowel verschillende verslagen (met
name de door de Commissie geïnitieerde externe evaluaties van de SFR en de SMR
en speciaal verslag nr. 10/2011 van de Europese Rekenkamer) als de jarenlange
ervaring met de tenuitvoerlegging erop dat de regelingen aan verdere
verbetering toe zijn, wil men het beheer ervan doelmatiger en doeltreffender
aanpakken. Een aantal geconstateerde problemen wordt overigens ook in het
recente akkoord over de GB-hervorming aan de orde gesteld. 1.5.4. Samenhang en eventuele
synergie met andere relevante instrumenten Rekening
houdend met sectorgebonden specifieke kenmerken is het voorstel in
overeenstemming met de bevordering van de afzet van landbouwproducten. Ook
spoort het met de doelstellingen op het gebied van volksgezondheid
(gewichtscontrole, gezondheidsgerelateerde ongelijkheden) en vereenvoudiging,
en met de beginselen en doelen van de Europa 2020-strategie. 1.6. Duur en financiële gevolgen ¨ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur –
¨ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met
[DD/MM]JJJJ –
¨ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ X Voorstel/initiatief
met een onbeperkte geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en
met JJJJ, –
gevolgd door een volledige uitvoering. 1.7. Beheersvorm(en)[5] ¨ Direct beheer door de Commissie –
¨ via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties
van de Unie –
¨ via de uitvoerende agentschappen X Gedeeld beheer met
de lidstaten ¨ Indirect beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan: –
¨ derde landen of de door hen aangewezen organen; –
¨ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke) –
¨ de EIB en het Europees Investeringsfonds; –
¨ in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement genoemde
organen; –
¨ publiekrechtelijke organen; –
¨ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor
zover zij voldoende financiële garanties bieden; –
¨ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van
een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële
garanties bieden; –
¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het
gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die
worden genoemd in de betrokken basishandeling. 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake monitoring en
verslaglegging In
de nieuwe regeling zijn monitoring en verslaglegging verrekend in de voor
EU-steun in aanmerking komende kosten omdat deze activiteiten belangrijk zijn
om de steun degelijk te beheren en te beoordelen of deze doelmatig/doeltreffend
genoeg is om de vastgestelde doelstellingen te halen. Bovendien is gezorgd voor
een verband tussen de regeling en een meerjarige nationale/regionale strategie
(6 jaar). Basis
voor de monitoring zijn de jaarverslagen van de lidstaten met informatie over
benutte begroting; aantal deelnemende scholen/kinderen en het aandeel daarvan
in het totale aantal scholen/kinderen van de doelgroep; frequentie, duur,
tijdstip en systeem van de verstrekking; gemiddeld gewicht en gemiddelde prijs
per portie; gemiddelde consumptie per kind; en totale verstrekte hoeveelheden.
Voorts zullen de begeleidende maatregelen worden gemonitord op het gebied van
gebruikte methoden, kosten, frequentie, deelnemende scholen/kinderen,
betrokkenheid van belanghebbenden, verstrekte producten. Her
evaluatieproces zal bestaan uit evaluatieverslagen van de LS na 5
uitvoeringsjaren (voor het meten van de middellangetermijneffecten), gevolgd
door een externe EU-wijde evaluatie één jaar na de evaluaties van de LS (voor
het beoordelen van de uitvoering van de regeling op LS- en EU-niveau en voor
het toetsen van de globale doelmatigheid, doeltreffendheid, relevantie en
coherentie aan de evaluatienormen en -richtsnoeren van de Commissie). Ook kan
worden overwogen opdracht te geven voor een externe studie inzake de
indicatoren voor langetermijneffecten. Bij
het ontwerpen van de monitoring- en evaluatieprocessen voor de nieuwe regeling
is rekening gehouden met de externe evaluaties van de SFR en de SMR en met
speciaal verslag nr. 10/2011 van de Rekenkamer over deze regelingen. 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijk(e) risico('s) Een
mogelijk algemeen risico houdt verband met de doelmatigheid van de regeling, of
meer bepaald de vraag of de EU-steun de eindbegunstigden van de regeling
bereikt en doelmatig bijdraagt tot het halen van de doelstellingen van de
regeling. Tegen
de achtergrond van de huidige ervaring met de SFR moet bijzondere aandacht
worden besteed aan de selectie van de steunaanvragers en aan
aanbestedingsprocedures voor de gunning van contracten voor verstrekking,
publiciteit, monitoring en evaluatie. In de controlebepalingen moet ook de
uitvoering van die contracten een plaats krijgen. Het plaatsen van
overheidsopdrachten kan een thema zijn voor de schoolregeling. Voor
andere risico's, zoals het mogelijke buitenkanseffect en de buitensporige
kosten van verstrekte producten of de marge voor leveranciers, kunnen tevens
bepalingen worden vastgesteld (bijvoorbeeld op het niveau van de EU-steun per
portie). Met
betrekking tot de begeleidende maatregelen behoort overlapping met educatieve
maatregelen in scholen en met de bevordering van de afzet van landbouwproducten
tot de risico's. Om dat te voorkomen zal een wetenschappelijkedeskundigengroep
van de EU bij de vaststelling van deze maatregelen worden betrokken en zal het
verband tussen de maatregelen en de doelstellingen van de nieuwe regeling
duidelijk worden aangegeven. De controlebepalingen voor de
begeleidende maatregelen moeten betrekking hebben op de waarheidsgetrouwheid
van de uitgaven in het algemeen, waarbij ook de nodige zekerheid moet worden
verschaft wanneer deze maatregelen worden uitbesteed. 2.2.2. Informatie over de opzet van
het interne controlesysteem Het
controlesysteem bestaat uit op lidstaatniveau actieve betaalorganen en
instanties waaraan controles zijn gedelegeerd. Voorts
zullen gegevens over het administratieve beheer en de controles ter plaatse
moeten worden geëxcerpeerd uit de jaarverslagen van de LS over controles die
zijn gebaseerd op die voor de huidige SFR en SMR. Ook
zal in het kader van het interne beheers- en controlesysteem gebruik worden
gemaakt van de monitoring- en evaluatieverslagen van de LS en van de EU-wijde
evaluatie. Tot slot zal een wetenschappelijkedeskundigengroep van de EU de LS
en de Commissie van advies over uitvoering, monitoring en evaluatie dienen. 2.2.3. Raming van de kosten en baten
van controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico De
schoolregeling valt onder het bestaande systeem voor beheer en controle van
ELGF-uitgaven. Er
wordt van uitgegaan dat het voorstel niet tot een verhoging van het
foutenpercentage voor het ELGF zal leiden. 2.3. Maatregelen ter voorkoming
van fraude en onregelmatigheden De
horizontale verordening inzake financiering, beheer en monitoring van het GLB
is van toepassing. De
controleregelingen voorzien doorgaans in alomvattende administratieve controles
van 100 % van de steunaanvragen, kruiscontroles met andere databanken voor
zover dit passend wordt geacht, en aan de betaling voorafgaande controles ter
plaatse van een minimumaantal transacties naargelang van het aan de betrokken
regeling verbonden risico. Als bij deze controles een groot aantal
onregelmatigheden wordt geconstateerd, moeten aanvullende controles worden
verricht. In
het wetgevingspakket voor de GLB-hervorming is bovendien bepaald dat de
lidstaten onregelmatigheden en fraude moeten voorkomen, opsporen en corrigeren,
doeltreffende, proportionele en ontradende sancties moeten opleggen
overeenkomstig de EU- of de nationale wetgeving, en onregelmatige betalingen
met rente moeten terugvorderen. Het pakket bevat ook een automatisch vereffeningsmechanisme
voor onregelmatigheden, waarin is bepaald dat, wanneer de terugvordering niet
heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van het terugbetalingsverzoek
of binnen acht jaar ingeval van een rechtsprocedure, de niet-geïnde bedragen ten
laste van de betrokken lidstaat vallen. Dit mechanisme zal voor de lidstaten
een sterke stimulans zijn om onregelmatige betalingen zo snel mogelijk terug te
vorderen. In
de beginfase van de nieuwe regeling (en hoewel voor de LS-strategieën geen
officiële goedkeuring van de EU vereist is) zullen bepalingen over de inhoud
van de strategie van de LS (en mogelijk een template) het mogelijk maken
frauderisico's vroegtijdig te identificeren en fraude vroegtijdig te voorkomen. Gedurende
de uitvoering zullen de LS de Commissie en/of de
wetenschappelijkedeskundigengroep van de EU om juridische interpretatie of
advies kunnen verzoeken teneinde fraude te voorkomen. Bovendien
zullen beschuldigingen over frauduleus misbruik van de regeling achteraf worden
gecontroleerd en krachtdadig worden opgevolgd. 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Betrokken rubriek(en) van het
meerjarig financieel kader en begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen In volgorde van de rubrieken
van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage || GK/ NGK ([6]) || van EVA-landen[7] || van kandidaat-lidstaten[8] || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement 2 || 05 02 08 12 – Schoolfruitregeling || NGK || NEE || NEE || NEE || NEE 2 || 05 02 12 08 – Schoolmelk || NGK || NEE || NEE || NEE || NEE · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen In volgorde van de
rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage || GK/ NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement || n.v.t. || || NEE || NEE || NEE || NEE 3.2. Geraamde gevolgen voor de
uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde
gevolgen voor de uitgaven Rubriek van het meerjarig financieel kader || 2 || Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen: || DG: AGRI || || || || 2014[9] || || 2016[10] || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL || || Beleidskredieten || || || || || || || || || || || 05 02 08 12- Schoolfruitregeling || Vastleggingen || (1) || || 122 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || Betalingen || (2) || || 122 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || 05 02 12 08 – Schoolmelk[11] || Vastleggingen || (1a) || || 75 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || Betalingen || (2 a) || || 75 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || TOTAAL kredieten || Vastleggingen || =1+1 a || || 197 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || Betalingen || =2+2a || || 197 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || 197 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || Betalingen || (5) || || 197 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || 0 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 2 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || =4+ 6 || || 197 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || Betalingen || =5+ 6 || || 197 || || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Rubriek van het meerjarig financieel kader || 5 || "Administratieve uitgaven" || (miljoen euro) || || || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL DG: AGRI || || || Personele middelen || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Andere administratieve uitgaven || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 TOTAAL DG AGRI || Kredieten || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 (miljoen euro) || || || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Betalingen || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten –
X Voor het voorstel/initiatief zijn geen
beleidskredieten nodig –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals
hieronder nader wordt beschreven: Vastleggingskredieten in miljoenen euro’s Vermeld doelstellingen en outputs || || || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL RESULTATEN (outputs) || Soort[12] || Gemiddelde kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten SPECIFIEKE DOELSTELLING || De toegang van kwetsbare sociale groepen tot levensmiddelen verbeteren || Output || Aantal begeleidende maatregelen || || || || || || || || || || || || || Output || Aantal kinderen in het kader van begeleidende maatregelen || || || || || || || || || || || || || Output || Aantal landbouwgerelateerde begeleidende maatregelen || || || || || || || || || || || || || TOTALE KOSTEN || || || || || || || || || || || || 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
–
X Voor het voorstel/initiatief
zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: (miljoen euro) || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL voor RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || Personele middelen || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Andere administratieve uitgaven || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Subtotaal voor RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 TOTAAL || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Voor de kredieten voor
personele middelen zal een beroep worden gedaan op de kredieten van het DG die
reeds voor het beheer van de actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn
herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de
jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen
aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. 3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
X Voor het
voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt
beschreven: Raming in voltijdequivalenten || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 4 || 4 || 4 || 4 || 4 XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || XX 01 02 01 (CA, SNE, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || XX 01 02 02 (CA, LA,SNE, INT en JED in de delegaties) || || || || || XX 01 04 yy || - zetel || || || || || - delegaties || || || || || XX 01 05 02 (CA,SNE, INT – onderzoek door derden) || || || || || 10 01 05 02 (CA,SNE, INT – eigen onderzoek) || || || || || Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || TOTAAL (*) || 4 || 4 || 4 || 4 || 4 XX is het
beleidsterrein of de begrotingstitel. De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Beschrijving van de
uit te voeren taken Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Wetgevingsbeheer, beleidsvorming, economische analyse en economisch advies, coördinatie en overleg tussen diensten, interne communicatie en voorlichting aan het publiek, vertegenwoordigen van en onderhandelen namens de instelling, verwerking van statistische gegevens Extern personeel || 3.2.4. Verenigbaarheid met het huidig
meerjarig financieel kader –
X Het
voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader –
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken
rubriek van het meerjarig financieel kader –
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het
flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader 3.2.5. Bijdrage van derden aan de
financiering –
Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden. –
X Het
voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt
geraamd: De
financiële bijdrage van de Unie voor deze regeling staat in artikel 1, punt 3,
van de ontwerpverordening. Daarnaast zal middels gedelegeerde handelingen een
besluit worden genomen over het niveau van de EU-steun (forfait) voor de kosten
per portie groenten/fruit en melk. Het
niveau van de EU-bijdrage in de kosten van de producten zal worden gekoppeld
aan een maximale EU-steun per portie groenten/fruit en melk. De lidstaten
krijgen de optie deze bedragen zelf aan te vullen of particuliere financiering
te zoeken om hun bijdragen aan de schoolregelingen een ruimere werkingssfeer
en/of intensiteit te geven. In dit stadium kan nog geen cijfer worden geplakt op
de totale bijdrage van derde partijen, vanwege hun diversiteit (publiek en/of
privaat) en het gebrek aan relevante informatie. 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten –
X Het
voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten –
¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële
gevolgen: ¨ voor de eigen middelen ¨ voor de diverse ontvangsten [1] Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december
2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het
kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
(PB L 346 van 20.12.2013, blz. 12). [2] Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees
Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een
gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot
intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001
en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671). [3] ABM: activiteitsgestuurd management – ABB: activiteitsgestuurde
begroting. [4] In de zin van artikel 54, lid 2, onder a)
of b), van het Financieel Reglement. [5] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen
naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html [6] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste
kredieten. [7] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [8] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële
kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [9] De bedragen uit de begroting 2014 worden louter ter
informatie opgegeven. [10] Voor vergelijkingsdoeleinden wordt ervan uitgegaan dat in 2016
met de uitvoering zal worden gestart. De toename van de begrotingsmiddelen voor
de SFR, waarover een akkoord is bereikt in het kader van de GLB-hervorming
(Verordening (EU) nr. 1370/2013 houdende maatregelen tot vaststelling van
steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de
markten voor landbouwproducten), zal met ingang van schooljaar 2014/2015 ten
uitvoer worden gelegd. Verwacht wordt dat het betrokken bedrag volledig zal
worden benut. [11] Voor de melkregeling voorziet het voorstel in de
vaststelling van een enveloppe van EUR 80 miljoen per schooljaar. Dit stemt
overeen met de verwachte begrotingsuitvoering en is in overeenstemming met de
totale bedragen voor marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse steun zoals in
aanmerking genomen in het meerjarig financieel kader 2014-2020. [12] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.
aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,
enz.).