52012PC0377

TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Bijgaande ontwerpverordening betreft de aspecten van de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie op 1 juli 2013 die met aanwerving verband houden.

Bij eerdere uitbreidingen zijn specifieke maatregelen vastgesteld voor de aanwerving van onderdanen van de toetredende landen. Daartoe was een verordening van de Raad nodig waarbij tijdelijk werd afgeweken van de in het ambtenarenstatuut[1] opgenomen bepalingen inzake aanwerving.

De belangrijkste kenmerken van het voorstel zijn:

1.           de afwijking van het ambtenarenstatuut zal duren tot en met 30 juni 2018;

2.           de verordening voorziet in de organisatie van vergelijkende onderzoeken voor de selectie op nationale basis van ambtenaren uit Kroatië;

3.           nog voordat dit land daadwerkelijk tot de Unie is toegetreden, kunnen dergelijke vergelijkende onderzoeken worden gehouden en op basis daarvan lijsten van geschikte kandidaten worden opgesteld. Pas nadat een nieuwe lidstaat tot de Unie is toegetreden, kunnen zijn onderdanen als ambtenaar bij de Europese instellingen worden aangesteld;

4.           de instellingen kunnen afwijken van de verplichting vacatures binnen de instellingen te publiceren. Desgewenst kunnen zij evenwel toch overgaan tot publicatie.

Elke instelling bepaalt hoeveel ambtenaren en tijdelijke functionarissen uit de kandidaat‑lidstaat zij op grond van de afwijkende bepalingen van deze verordening in dienst zal nemen.

2.           UITKOMSTEN VAN HET OVERLEG MET DE BELANGHEBBENDEN EN DE EFFECTBEOORDELINGEN

Niet van toepassing.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Er wordt voorgesteld af te wijken van artikel 4, tweede en derde alinea, van artikel 7, lid 1, van artikel 27 en van artikel 29, lid 1, onder a) en b), van het ambtenarenstatuut, en van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, in de mate waarin die regeling voorziet in de toepassing van de genoemde bepalingen van het ambtenarenstatuut op de aanwerving van tijdelijke functionarissen.

2012/0224 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Europese Unie naar aanleiding van de toetreding van Kroatië

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 336,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie, dat na overleg met het Comité voor het statuut is ingediend,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Hof van Justitie[2],

Gezien het advies van de Rekenkamer[3],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Naar aanleiding van de toetreding van Kroatië op 1 juli 2013 moeten tijdelijke bijzondere maatregelen worden genomen waarbij wordt afgeweken van het ambtenarenstatuut van de Europese Unie (hierna „het statuut” genoemd) en van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (hierna „de regeling” genoemd).

(2)       Gezien de relatieve omvang van het toetredende land en het aantal personen waarom het kan gaan, moeten deze maatregelen, hoewel zij tijdelijk zijn, worden toegepast gedurende een voldoende lange periode. Een periode die op 30 juni 2018 verstrijkt, lijkt daartoe het meest gepast.

(3)       Aangezien de voorgenomen aanwervingen zo spoedig mogelijk na de toetreding moeten kunnen plaatsvinden, moet deze verordening worden vastgesteld vóór de datum waarop Kroatië daadwerkelijk toetreedt,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.           Vanaf de datum waarop Kroatië daadwerkelijk toetreedt en tot en met 30 juni 2018 kunnen, in afwijking van artikel 4, tweede en derde alinea, artikel 7, lid 1, artikel 27, en artikel 29, lid 1, onder a) en b), van het statuut, vacatures worden vervuld door de aanstelling, binnen het daartoe aangewezen aantal ambten, van Kroatische onderdanen, in voorkomend geval met inachtneming van budgettaire overwegingen.

2.           Behalve voor hogere ambtenaren (directeuren-generaal of een equivalente functie in rang AD 16 of AD 15 en directeuren of een equivalente functie in rang AD 15 of AD 14), vinden de benoemingen plaats vanaf de datum van daadwerkelijke toetreding na vergelijkende onderzoeken aan de hand van schriftelijke bewijsstukken en/of tests die worden georganiseerd overeenkomstig bijlage III bij het statuut.

Artikel 2

1.           De in artikel 1, lid 1, van deze verordening opgenomen afwijking is van overeenkomstige toepassing op de aanwerving van Kroatische onderdanen als tijdelijk functionaris.

2.           De aanwervingen vinden plaats vanaf de datum van daadwerkelijke toetreding.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                       Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter

[1]               Voor de uitbreiding van 2004, zie PB L 67 van 5.3.2004, blz. 1.

                Voor de uitbreiding van 2007, zie PB L 335 van 1.12.2006, blz. 5.

[2]               PB C van , blz. .

[3]               PB C van , blz. .