Ce document est extrait du site web EUR-Lex
Document 52011PC0445
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL Creating a European Account Preservation Order to facilitate cross-border debt recovery in civil and commercial matters
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL tot vaststelling van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL tot vaststelling van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken
/* COM/2011/0445 final - 2011/0204 (COD) */
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL tot vaststelling van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken /* COM/2011/0445 final - 2011/0204 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL 1.1 Algemene context In het programma van Stockholm van 2009 dat
als doel heeft de burgers vrijheid, veiligheid en recht te garanderen[1], wordt benadrukt dat de
Europese justitiële ruimte de economische activiteit in de interne markt moet
ondersteunen en wordt de Commissie verzocht om met passende maatregelen te
komen, onder meer voor een efficiëntere tenuitvoerlegging van rechterlijke
beslissingen in de Europese Unie wat bankrekeningen en het vermogen van de schuldenaar
betreft. Het actieplan van de Commissie ter uitvoering van het Programma van
Stockholm[2]
bevestigt dit politieke mandaat door te voorzien in een verordening over een
efficiëntere tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in de Europese
Unie: beslag op bankrekeningen. De Commissie wees reeds in haar in 1998
aangenomen mededeling "Naar meer doelmatigheid bij het verkrijgen en
uitvoeren van rechterlijke beslissingen binnen de Europese Unie"[3], op de moeilijkheden bij de
grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen en beklemtoonde de behoefte
aan een betere tenuitvoerlegging van beslissingen en aan bewarende maatregelen
ten aanzien van het vermogen van de schuldenaar op EU-niveau. Deze aanpak is
door de Raad bevestigd in zijn programma betreffende wederzijdse erkenning van
2000[4]. Hoewel er sindsdien veel
vooruitgang is geboekt in de totstandbrenging van een ware Europese civiele
rechtsruimte, zijn deze kwesties nog niet door de Europese wetgever aangepakt.
De bestaande instrumenten op het gebied van civiel recht, zoals Verordening
(EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de
rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen
in burgerlijke en handelszaken (hierna "verordening Brussel I"
genoemd)[5],
zorgen er alleen voor dat een in een lidstaat gegeven rechterlijke beslissing
in een andere lidstaat wordt erkend en ten uitvoer kan worden gelegd maar
stellen niet vast hoe een rechterlijke beslissing daadwerkelijk ten uitvoer
wordt gelegd. Thans worden de procedureregels voor de tenuitvoerlegging van een
rechterlijke beslissing of een andere uitvoerbare titel uitsluitend door het
nationale recht beheerst. Deze aanpak wordt niet gewijzigd in de voorgestelde
herziening van de verordening Brussel I[6].
De behoefte aan een betere
grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen werd recentelijk onder de
aandacht gebracht door het Europees Parlement, dat in mei 2011 een
initiatiefverslag goedkeurde waarin de Commissie werd verzocht een voorstel in
te dienen inzake voorlopige maatregelen voor het bevriezen en openbaar maken
van het vermogen van schuldenaren in grensoverschrijdende zaken[7]. 1.2 Motivering en doel van het
voorstel Thans ondervindt een
schuldeiser die in een andere lidstaat zijn schuldvordering wil innen, grote
moeilijkheden. Met name is het voor hem omslachtiger en duurder en duurt het
voor hem langer om ten aanzien van het vermogen van zijn schuldenaar in het
buitenland bewarende maatregelen te verkrijgen. Dat is een probleem omdat
snelle en gemakkelijke toegang tot dergelijke bewarende maatregelen dikwijls
cruciaal is om ervoor te zorgen dat de schuldenaar zijn vermogen niet wegbrengt
of doet verdwijnen voordat de schuldeiser een rechterlijke beslissing over het
bodemgeschil heeft verkregen en ten uitvoer gelegd. Dit is vooral van belang in
verband met tegoeden op bankrekeningen. Thans kunnen schuldenaren gemakkelijk
aan tenuitvoerlegging ontsnappen door hun geld snel van een bankrekening in een
lidstaat naar een bankrekening in een andere lidstaat over te maken. Een
schuldeiser heeft echter weinig kans om de bankrekeningen van de schuldenaar in
het buitenland te blokkeren om de betaling van zijn vordering te garanderen.
Bijgevolg kunnen veel schuldeisers hun schuldvorderingen in het buitenland niet
innen of vinden zij het niet de moeite waard om dat te doen en schrijven zij
hun schuldvorderingen af. In wezen kent de huidige situatie vier
belangrijke tekortkomingen: ·
De voorwaarden voor bevelen tot conservatoir
beslag op bankrekeningen krachtens het nationale recht lopen in de EU sterk
uiteen. Dat maakt het verkrijgen van een bevel tot conservatoir beslag op een
bankrekening (of er een te krijgen zonder dat de schuldenaar wordt gehoord)
voor schuldeisers in sommige lidstaten moeilijker dan in andere en moedigt
"forum-shopping" aan. Bij de huidige stand van het Europees recht is
ook problematisch dat, volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de
Europese Unie[8],
voorlopige maatregelen die worden genomen zonder dat de schuldenaar vooraf is
gehoord, op grond van verordening Brussel I in een andere lidstaat niet worden
erkend en ten uitvoer gelegd. Dit probleem werd echter reeds aangepakt in het
voorstel van de Commissie voor herziening van de verordening Brussel I. ·
Een tweede probleem heeft betrekking op het feit
dat het voor een schuldeiser in veel lidstaten moeilijk, zo niet onmogelijk, is
te weten te komen waar zijn schuldenaar zijn bankrekening heeft zonder een
beroep te doen op de diensten van privédetectivekantoren. Dit gebrek aan
transparantie zal er dikwijls toe leiden dat een schuldeiser geen toegang heeft
tot dit soort voorlopige maatregel. ·
Ten derde zijn de kosten van het verkrijgen en
van de tenuitvoerlegging van een bevel tot conservatoir beslag op een
bankrekening in een grensoverschrijdende zaak in het algemeen hoger dan in
binnenlandse zaken, hetgeen schuldeisers afschrikt om in het buitenland via
gerechtelijke weg hun schuldvorderingen te innen. ·
Ten slotte vormen de verschillen tussen de
nationale tenuitvoerleggingssystemen en de duur van de tenuitvoerlegging een
ernstig probleem voor schuldeisers die een rechterlijke beslissing ten uitvoer
willen leggen. Dit tast de doeltreffendheid aan van voorlopige maatregelen,
zoals conservatoir beslag op bankrekeningen, die per definitie afhankelijk zijn
van een snelle tenuitvoerlegging. In de effectbeoordeling die aan dit
voorstel is gehecht, worden de problemen van het huidige systeem en de gevolgen
van de verschillende bestudeerde opties voor de oplossing ervan uitvoerig
geanalyseerd. De algemene doelstelling van dit voorstel
is bij te dragen aan de ontwikkeling van de interne markt van de EU, zoals
uiteengezet in de Europa 2020-strategie voor groei[9] en aan de totstandbrenging van
een ware civiele rechtsruimte op het gebied van tenuitvoerlegging. Voorts heeft
dit voorstel als algemene doelstellingen de inning van grensoverschrijdende
vorderingen te vergemakkelijken voor burgers en ondernemingen, in het bijzonder
voor kmo’s, en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in burgerlijke
en handelszaken over grensoverschrijdende geschillen efficiënter te maken,
waardoor de met grensoverschrijdende handel verbonden risico’s verkleinen, het
vertrouwen van de handelaars groter wordt, de betalingsmoraal van schuldenaren
in grensoverschrijdende situaties beter wordt en tot meer grensoverschrijdende
ondernemingsactiviteiten wordt aangezet. Meer in het bijzonder heeft dit voorstel
als doel ·
schuldeisers de mogelijkheid te bieden om onder
dezelfde voorwaarden een bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen te
verkrijgen ongeacht het land waar het bevoegde gerecht is gelegen; ·
schuldeisers in staat te stellen om informatie
te verkrijgen waarmee zij te weten kunnen komen waar hun schuldenaren
bankrekeningen hebben; en ·
de kosten te verlagen en termijnen te verkorten
voor schuldeisers die in grensoverschrijdende situaties een bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen wensen te verkrijgen en ten uitvoer te
leggen. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Dit voorstel werd voorafgegaan door een
uitgebreide raadpleging van belanghebbenden, lidstaten, andere instellingen en
deskundigen over de problemen van het huidige systeem en de mogelijke
oplossingen daarvoor. Op 24 oktober 2006 heeft de Europese Commissie een
groenboek aangenomen over een efficiëntere tenuitvoerlegging van rechterlijke
beslissingen in de Europese Unie: beslag op bankrekeningen[10], waarin werd voorgesteld een
Europese voorlopige maatregel voor conservatoir beslag op bankrekeningen in te
stellen en waarop in totaal 68 antwoorden werden ontvangen. Bij het opstellen
van deze voorstellen heeft de Commissie rekening gehouden met de resultaten van
een vergelijkend juridisch onderzoek dat professor Burkhard Hess van de
universiteit van Heidelberg in februari 2004 heeft afgerond (en dat betrekking
heeft op de 15 toenmalige lidstaten)[11].
Empirische gegevens over de gevolgen van de verschillende opties voor dit
voorstel zijn opgenomen in een andere externe studie die in januari 2011 werd
afgerond[12]
en in een enquête die onder Europese ondernemingen werd uitgevoerd via het
Europees toetsingspanel van het bedrijfsleven (EBTP), waarvan de resultaten in
augustus 2010 werden bekendgemaakt[13].
In juni 2010 vond een openbare hoorzitting plaats. Om de Commissie bij het
opstellen van dit voorstel bij te staan, werd een particuliere deskundigengroep
opgericht die tussen februari en april 2011 vier maal is bijeengekomen. In
maart 2011 werden deskundigen van de lidstaten geraadpleegd over een
voorontwerp van een voorstel. Uit de raadpleging blijkt dat zowel de
belanghebbenden als de lidstaten het instellen van een zelfstandige Europese
procedure voor conservatoir beslag op bankrekeningen brede steun verlenen. De
weinige belanghebbenden die de noodzaak van het initiatief betwistten, vonden
in het algemeen dat hun eigen nationale procedures goed werkten. Anderen
erkennen echter dat, hoewel een nieuwe Europese procedure niet nodig is om de
procedures in hun eigen lidstaat te verbeteren, deze toch een toegevoegde
waarde zou hebben voor "uitgaande" verzoeken die worden afgehandeld
in andere landen, waarvan sommige zeer inefficiënte procedures voor bevelen tot
conservatoir beslag op bankrekeningen zouden hebben. Wat de belangrijkste
kenmerken van het ingediende voorstel betreft, waren een grote meerderheid van
de belanghebbenden en het Europees Parlement er voorstander van dat het
geplande Europees bevel voor conservatoir beslag op bankrekeningen alleen van
voorlopige aard is. Er is ook overweldigende steun voor het feit dat het bevel
kan worden gegeven zonder dat de schuldenaar vooraf wordt gehoord, teneinde het
"verrassingseffect" te behouden. De meest controversiële aspecten van
het initiatief hebben betrekking op kwesties als de bescherming van de
schuldenaar, met name de vraag welke rechterlijke instantie bevoegd moet zijn
voor de betwisting van het bevel, en de nadere regels voor de tenuitvoerlegging
van het grensoverschrijdende bevel. De Commissie onderzocht de kosten en baten
van de belangrijkste aspecten van de voorgestelde wijziging in haar
effectbeoordeling, die aan dit voorstel is gehecht. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL 3.1. Samenvatting van de
voorgestelde maatregel De voorgestelde verordening zal een nieuwe
en zelfstandige Europese procedure voor het conservatoir beslag op
bankrekeningen instellen, waardoor een schuldeiser kan vermijden dat het geld
van de schuldenaar op een bankrekening in de Europese Unie wordt overgemaakt of
afgehaald. De Europese procedure zal als een alternatief voor de
bestaande procedures uit het nationale recht ter beschikking staan van burgers
en ondernemingen. De voorgestelde verordening zal de procedure voor het
uitvaardigen van het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
regelen alsook de tenuitvoerlegging ervan door de bank waar de betrokken
rekening wordt aangehouden. Het Europees bevel tot conservatoir beslag zou
alleen bewarend van aard zijn; dat wil zeggen dat met dat bevel de rekening van
de schuldenaar alleen wordt geblokkeerd en dat daarmee geen geld aan de
schuldeiser kan worden betaald. In overeenstemming met de rechtstradities van
de meeste lidstaten zal het Europees bevel uitwerking hebben "in
rem", hetgeen wil zeggen dat het op specifieke bankrekeningen gericht is
en niet op de schuldenaar persoonlijk. De voornaamste kenmerken van het voorstel
kunnen als volgt worden samengevat: 3.1.1. Toepassingsgebied
(artikelen 2 en 3) De voorgestelde verordening geldt in
burgerlijke en handelszaken. De uitsluitingen van het toepassingsgebied stemmen
grotendeels overeen met die van de verordening Brussel I. Zoals in de
verordening Brussel I worden het faillissement en de sociale zekerheid van het
toepassingsgebied uitgesloten. Ook arbitrage valt niet binnen het
toepassingsgebied. Ook al valt er iets voor te zeggen om de partijen bij een
arbitrage de Europese procedure te laten gebruiken, toch zou het opnemen van
arbitrage complexe problemen met zich brengen die nog niet door het EU-recht
zijn geregeld, bv. onder welke voorwaarden arbitrale uitspraken kunnen worden gelijkgesteld
met rechterlijke beslissingen, en het leek niet aangewezen om deze problemen in
dit instrument voor het eerst aan te pakken. In tegenstelling tot de verordening Brussel
I is de voorgestelde verordening wel van toepassing op zaken die verband houden
met huwelijksvermogensrecht, de gevolgen van geregistreerde partnerschappen en
nalatenschappen, zodra de door de Commissie op deze twee gebieden voorgestelde
rechtsinstrumenten zijn aangenomen en in werking zijn getreden. Het instrument is beperkt tot situaties met
grensoverschrijdende gevolgen. De aanpak om deze situaties op een
"negatieve" manier te definiëren is geïnspireerd door artikel 1
van het Haags Verdrag inzake bedingen van forumkeuze. 3.1.2. Voorwaarden
en procedure voor het uitvaardigen van het bevel ·
Beschikbaarheid (artikel 5) Doel van het voorstel is dat de Europese
procedure in twee verschillende soorten gevallen beschikbaar is: vóór en na het
verkrijgen van een uitvoerbare titel in de lidstaat waar de rekening wordt
aangehouden. Praktisch gezien betekent dit dat een schuldeiser om een bevel zou
kunnen verzoeken (1) vóór of tijdens de gerechtelijke bodemprocedure of na het
verkrijgen van een uitvoerbare titel in de lidstaat van herkomst die nog niet
uitvoerbaar is in de lidstaat van tenuitvoerlegging en (2) na het verkrijgen
van een uitvoerbare titel in de lidstaat van tenuitvoerlegging. De Commissie
verwacht weliswaar dat het instrument het meest relevant zal zijn in de eerste
soort situaties, maar het kan ook toegevoegde waarde hebben voor de tweede
soort door de doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging te optimaliseren.
Gegeven het feit dat de schuldeiser in dit soort situaties al een uitvoerbare
titel heeft, zijn de voorwaarden voor het uitvaardigen van een bevel minder
streng dan voor de eerste soort situaties. ·
Bevoegdheid voor het uitvaardigen van het bevel
(artikelen 6 en 14) In het algemeen zijn de gerechten van de
lidstaten die krachtens Europese instrumenten of nationaal recht voor het
bodemgeschil bevoegd zijn, ook bevoegd voor het geven van een Europees bevel
tot conservatoir beslag op bankrekeningen. Het bevel kan ook worden gegeven
door de gerechten van de lidstaten waar de rekening wordt aangehouden. Om
“forum-shopping” te vermijden, is in dat geval de werking van het bevel echter
beperkt tot de lidstaat waar het wordt uitgevaardigd en wordt het niet erkend
en ten uitvoer gelegd in andere lidstaten op grond van de voorgestelde
verordening. In gevallen waarin de schuldeiser reeds een uitvoerbare titel
heeft verkregen, kan hij een Europees bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen verkrijgen, hetzij van het gerecht dat de uitvoerbare titel
heeft afgegeven, hetzij van de tenuitvoerleggingsautoriteit van de lidstaat
waar de bankrekening wordt aangehouden. Krachtens artikel 31 van de verordening
Brussel I beletten de bepalingen over de rechterlijke bevoegdheid van deze
verordening de eiser niet om op grond van het nationale recht om bewarende
maatregelen te verzoeken. ·
Voorwaarden voor het uitvaardigen van een bevel
(artikelen 7 en 12) Overeenkomstig de in de meeste lidstaten
gevolgde algemene benadering vereist de voorgestelde verordening dat de
schuldeiser aantoont dat hij goede vooruitzichten heeft om in het bodemgeschil
zijn gelijk te halen; dat wil zeggen dat zijn vordering op het eerste gezicht
gegrond is en dat het risico bestaat dat de tenuitvoerlegging van een latere
rechterlijke beslissing onmogelijk wordt wanneer de maatregel niet wordt
opgelegd, omdat de kans bestaat dat de schuldenaar zijn vermogen zal wegnemen of
doen verdwijnen. Bovendien mag het gerecht de schuldeiser vragen om een
zekerheid te stellen om te waarborgen dat de schade wordt vergoed die de
schuldenaar zou lijden mocht het bevel later ongerechtvaardigd blijken en
teniet worden gedaan, bv. omdat de schuldeiser in het bodemgeschil geen geldige
vordering had. ·
Kenmerken van de procedure (artikelen 10, 11 en
44) Het Europees
bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen wordt uitgevaardigd in een ex
parte procedure, hetgeen wil zeggen dat de schuldenaar niet vooraf wordt
gehoord. Op die manier wordt het “verrassingseffect” van de maatregelen
behouden. In situaties waarin het "verrassingseffect" niet
noodzakelijk is, bv. omdat een andere schuldeiser de rekening in pand heeft,
kan de eiser echter vragen dat de procedure inter partes wordt gevoerd.
Aangezien snelheid van cruciaal belang is in procedures betreffende voorlopige
maatregelen, staat de verordening getuigenbewijs slechts in uitzonderlijke
omstandigheden toe. De gerechten kunnen schriftelijke verklaringen van getuigen
of deskundigen als bewijs aanvaarden. De verordening bevat ook specifieke
termijnen om het Europees bevel uit te vaardigen en ten uitvoer te leggen.
Wanneer de rechterlijke instantie of de tenuitvoerleggingsautoriteit in
uitzonderlijke omstandigheden niet in staat is om deze termijnen na te leven,
moet zij rechtvaardigen waarom zij meer tijd nodig heeft. ·
Informatie verkrijgen over de rekening(en) van
de schuldenaar (artikel 17) Gelet op de moeilijkheden die de
schuldeiser zou kunnen ondervinden om informatie over de rekening(en) van de
schuldenaar te verkrijgen, verplicht de voorgestelde verordening de lidstaten
om een mechanisme vast te stellen dat dat vergemakkelijkt. De verordening laat
de lidstaten de keuze tussen twee verschillende mechanismen. Enerzijds kunnen
de lidstaten voorzien in een bevel tot bekendmaking op grond waarvan alle
banken op hun grondgebied verplicht worden te melden of de schuldenaar bij hen
een rekening aanhoudt. Anderzijds kunnen zij hun tenuitvoerleggingsautoriteiten
toegang verlenen tot informatie waarover de overheid, onder meer in registers,
beschikt. Ook artikel 61 van de verordening betreffende
onderhoudsverplichtingen bevat dit mechanisme. Omwille van de
gegevensbescherming moeten de in het kader van deze bepaling uitgewisselde
gegevens beperkt blijven tot de informatie die noodzakelijk is om het bevel ten
uitvoer te leggen. 3.1.3. Uitvoerbaarheid en
tenuitvoerlegging van het bevel ·
Afschaffing van het exequatur (artikel 23) Overeenkomstig de bestaande Europese
procedures[14]
zullen de in het kader van de voorgestelde verordening in een lidstaat
uitgevaardigde bevelen tot conservatoir beslag op bankrekeningen automatisch in
een andere lidstaat worden erkend en ten uitvoer gelegd zonder dat daarvoor een
bijzondere procedure is vereist. ·
Betekening of kennisgeving van het bevel aan de
bank en aan de verweerder (artikelen 24 en 25). De bepalingen over de daadwerkelijke
tenuitvoerlegging van het krachtens de nieuwe procedure uit te vaardigen
Europees bevel vormen de belangrijkste nieuwigheid van de voorgestelde
verordening. Een bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen met werking in
rem wordt ten uitvoer gelegd door betekening of kennisgeving ervan aan de
bank of banken waarbij de betrokken rekeningen worden aangehouden en waarop de
verplichting rust het bevel uit te voeren. In de bepalingen van de verordening
in verband met de betekening of kennisgeving aan de bank wordt een onderscheid
gemaakt tussen twee situaties. Als het gerecht gelegen is in dezelfde lidstaat
als die van de bank, wordt de betekening of kennisgeving beheerst door het
nationale recht. Als het om een grensoverschrijdende betekening of kennisgeving
gaat, dient dit te gebeuren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1393/2007
met een belangrijke wijziging wat de methode van betekening of kennisgeving
betreft: de stukken die moeten worden betekend of waarvan kennis moet worden
gegeven, worden door het gerecht van oorsprong of door de eiser rechtstreeks
naar de bevoegde autoriteit in de lidstaat van tenuitvoerlegging verzonden, die
op haar beurt zorgt voor de betekening of kennisgeving ervan aan de bank of de
verweerder. Ten opzichte van andere methoden van betekening of kennisgeving of
een vrije keuze tussen verschillende methoden, heeft deze methode van
betekening of kennisgeving het belangrijke voordeel dat de bevoegde
autoriteiten van de lidstaat van tenuitvoerlegging erbij worden betrokken. Dat
zal er niet alleen voor zorgen dat de banken het bevel zullen ontvangen via de
hun vertrouwde kanalen maar ook dat de bevoegde autoriteit ambtshalve rekening
kan houden met bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn, wanneer dat
krachtens het nationale recht mogelijk is. De schuldenaar moet onmiddellijk nadat de
maatregel in werking is getreden, op de hoogte worden gebracht zodat hij zijn
verdediging kan voorbereiden. De voorgestelde verordening zorgt ervoor dat de
betekening of kennisgeving zo snel mogelijk plaatsvindt nadat het bevel ten
uitvoer werd gelegd. ·
Tenuitvoerlegging door de bank en verklaring van
de bank (artikelen 26 en 27) De bank is verplicht om het bevel
onmiddellijk uit te voeren door een rekening te blokkeren ter hoogte van het
bedrag van het bevel. Er zijn bijzondere bepalingen die rekening houden met de
situatie waarin rekeningen financiële instrumenten bevatten en met rekeningen
in een andere munteenheid dan die van het uitgevaardigde bevel. Binnen acht
dagen moet de bank een verklaring afgeven waaruit blijkt of met het bevel
voldoende tegoeden konden worden geblokkeerd. Om een afdoende bescherming van
de persoonsgegevens van de schuldenaar te garanderen, mag het rekeningsaldo
niet worden vrijgegeven wanneer dat volstaat om volledig aan het bevel te
voldoen. ·
Conservatoir beslag op meerdere rekeningen, op
gezamenlijke rekeningen en op derdenrekeningen (artikelen 28 en 29) Ingeval conservatoir beslag wordt bevolen
op meerdere rekeningen, beperkt de voorgestelde verordening de mogelijkheid van
de schuldeiser om te veel beslag te leggen, door hem te verplichten het bedrag
van het beslag dat zijn schuldvordering overstijgt, te deblokkeren zodra hij
daarvan op de hoogte is. Aangezien de nationale rechtsstelsels op het gebied
van de voorwaarden waaronder conservatoir beslag kan worden gelegd op
gezamenlijke rekeningen en derdenrekeningen (trustrekeningen) zeer uiteenlopen,
laat de voorgestelde verordening deze kwestie over aan het toepasselijke
nationale recht. ·
Niet voor beslag vatbare bedragen
(artikel 32) Op het gebied van de niet voor beslag
vatbare bedragen om het levensonderhoud van de schuldenaar en zijn gezin te
garanderen of om een onderneming haar normale bedrijfsvoering te laten
voortzetten, loopt het nationale recht in de EU aanzienlijk uiteen. Daarbij
gaat het vooral om de vraag of bedragen ambtshalve worden vrijgesteld dan wel
uitsluitend op verzoek van de schuldenaar. Krachtens de voorgestelde
verordening kunnen de lidstaten hun nationale regeling behouden. ·
Rangorde tussen schuldeisers (artikel 33) De nationale rechtsstelsels in de EU lopen
ook sterk uiteen wat betreft de gevolgen van een voorlopige maatregel op de
rangorde tussen schuldeisers. Deze kwestie is zeer complex en intrinsiek
verbonden met het nationale tenuitvoerleggings- en insolventierecht. Gelet op
deze verschillen is in de voorgestelde verordening vastgesteld dat het Europees
bevel in de rangorde dezelfde plaats krijgt als een gelijkwaardige maatregel in
het nationale recht. 3.1.4. Rechtsmiddelen tegen het
Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (artikelen 34, 35 en
36) Op grond van de voorgestelde verordening
heeft de schuldenaar het recht om het bevel tot conservatoir beslag aan te
vechten, zowel ten gronde als om procedureredenen. Met betrekking tot de vraag
welke gerechten bevoegd zijn voor het rechtsmiddel van de schuldenaar volgt de
voorgestelde verordening de benadering van de herziening van de verordening
Brussel I. In beginsel moet de verweerder zijn bezwaren tegen het bevel
opwerpen voor het gerecht dat het bevel heeft uitgevaardigd (het gerecht van
oorsprong). Deze benadering zorgt ervoor dat in beginsel hetzelfde gerecht
bevoegd is voor het bevel en voor het rechtsmiddel daartegen. Bij wijze van
uitzondering moeten bezwaren betreffende bepaalde aspecten van de
tenuitvoerlegginsprocedure, met name de niet voor beslag vatbare bedragen,
worden opgeworpen voor de gerechten van de lidstaat van tenuitvoerlegging omdat
die lidstaat bevoegd is voor de procedure. Om het de schuldenaar gemakkelijker
te maken om tegen het bevel een rechtsmiddel in te stellen voor de gerechten
van een andere lidstaat, voorziet de verordening in standaardformulieren in
alle EU-talen, waardoor de kosten voor vertaling worden beperkt. Op bepaalde
categorieën schuldenaren, die in het algemeen als “zwakkere partij” in een
geschil worden beschouwd -consumenten, werknemers en verzekerden-, is een
andere bevoegdheidsregeling van toepassing. Dit soort schuldenaren kan alle
bezwaren tegen het bevel opwerpen voor de gerechten van de lidstaat waar zij
wonen. Deze regel zorgt ervoor dat zwakkere partijen een Europees bevel te
allen tijde kunnen aanvechten in hun eigen rechtsstelsels zodat de in de
verordening Brussel I voor dergelijke zaken vastgestelde beschermende
bevoegdheidsregels een extra niveau van bescherming krijgen. 3.1.5. Overige bepalingen ·
Vertegenwoordiging in rechte (artikel 41) Overeenkomstig de juridische situatie in de
meeste lidstaten en om de proceskosten te beperken, bepaalt de voorgestelde
verordening dat vertegenwoordiging in rechte niet verplicht is in een procedure
om een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen te verkrijgen.
Daardoor kan een schuldeiser om een Europees bevel verzoeken zonder zich tot
een advocaat te moeten wenden of zonder een beroep te moeten doen op een
advocaat die bevoegd is om op te treden in de lidstaat waar het gerecht is gelegen.
Het is echter mogelijk dat het nationaal recht vereist dat de partijen door
advocaten worden vertegenwoordigd wanneer de schuldenaar het bevel betwist. Om
het aanvragen van een Europees bevel door de schuldeiser te vergemakkelijken,
bevat de voorgestelde verordening een standaard-verzoekformulier met relevante
richtsnoeren om het in te vullen. Het formulier zal in alle talen van de Unie
beschikbaar zijn zodat nog slechts enkele delen vrije tekst vertaling zullen
behoeven. ·
Kosten (artikelen 30, 31 en 43) Verscheidene bepalingen van de voorgestelde
verordening hebben betrekking op kosten: banken kunnen alleen een vergoeding
voor de tenuitvoerlegging van een Europees bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen vragen wanneer zij krachtens het nationale recht het recht
hebben om dat te doen bij de tenuitvoerlegging van gelijkwaardige maatregelen.
Met het oog op meer transparantie moeten de betrokken lidstaten een enkele
forfaitaire vergoeding vaststellen die op hun grondgebied van toepassing is.
Ook voor de kosten voor het optreden van een bevoegde instantie, zoals een
gerechtsdeurwaarder, moet een enkele forfaitaire vergoeding worden vastgesteld.
Krachtens artikel 43 dient de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van
de Europese procedure te worden verwezen. De lidstaten behouden weliswaar de
vrijheid om voor de Europese procedure gerechtskosten op te leggen, maar deze
mogen niet hoger zijn dan de kosten voor het verkrijgen van een gelijkwaardige
maatregel op grond van het nationale recht, niet buiten verhouding staan tot de
waarde van de vordering en niet zo buitensporig hoog zijn dat zij het gebruik
van de procedure kunnen ontmoedigen. 3.2. Rechtsgrondslag Dit voorstel heeft als rechtsgrondslag
artikel 81, lid 2, VWEU op grond waarvan het Europees Parlement en de
Raad, met name wanneer dat nodig is voor de goede werking van de interne markt,
maatregelen kunnen vaststellen die onder meer het volgende beogen: de
wederzijdse erkenning tussen de lidstaten van rechterlijke beslissingen en de
tenuitvoerlegging daarvan (onder a)), daadwerkelijke toegang tot de rechter
(onder e)) en het wegnemen van de hindernissen voor de goede werking van
burgerrechtelijke procedures, zo nodig door bevordering van de verenigbaarheid
van de in de lidstaten geldende bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering
(onder f)). Titel V van het derde deel van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie is niet van toepassing op
Denemarken conform het aan de Verdragen gehechte Protocol betreffende de
positie van Denemarken. Titel V is evenmin van toepassing op het Verenigd
Koninkrijk en Ierland, tenzij deze beide lidstaten anders beslissen
overeenkomstig de betrokken regels van het Protocol betreffende hun positie ten
aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. 3.3. Subsidiariteit en
evenredigheid Dit voorstel voldoet aan de beginselen van
subsidiariteit en evenredigheid. De bovengenoemde problemen hebben, wat de
subsidiariteit betreft, een duidelijk grensoverschrijdende dimensie en kunnen
niet door de lidstaten afzonderlijk naar behoren worden opgelost. Ook al is het
theoretisch mogelijk, het is zeer onwaarschijnlijk dat de lidstaten via een
gecoördineerd optreden hun wetgeving betreffende conservatoir beslag op
bankrekeningen zouden aanpassen waardoor EU-optreden overbodig zou worden. De
kwestie van de tenuitvoerlegging is nog nooit het voorwerp geweest van
internationale overeenkomsten of van door internationale organisaties
voorgestelde modelwetgeving en er is geen aanwijzing dat een internationaal initiatief
in de nabije toekomst werkelijkheid zou worden. Bovendien zou het, zelfs als
dat wel het geval was, door de verschillen tussen de huidige
tenuitvoerleggingsregelingen zeer onwaarschijnlijk zijn dat de lidstaten binnen
een redelijke termijn een overeenkomst over een gemeenschappelijke aanpak
bereiken, vooral gelet op het feit dat voor elke overeenkomst buiten de
Europese wetgevingsprocedure eenparigheid van stemmen is vereist. Uit de effectbeoordeling bij dit voorstel
blijkt dat de voordelen van de belangrijkste aspecten van dit voorstel groter
zijn dan de kosten ervan en dat de voorgestelde maatregelen derhalve evenredig
zijn. 3.4. Gevolgen voor de
grondrechten Zoals in de aan dit voorstel gehechte
effectbeoordeling is aangegeven en conform de strategie van de Unie voor een
doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten van de
Europese Unie[15],
zijn alle elementen van het voorstel in overeenstemming met de in het Handvest
vastgestelde rechten. Door een snelle en goedkope Europese procedure voor
conservatoir beslag op bankrekeningen vast te stellen, verbetert het voorstel
het recht van de schuldeiser op een doeltreffende tenuitvoerlegging van zijn
vorderingen, dat een onderdeel vormt van het in artikel 47, lid 1, van het
Handvest vastgestelde recht op een doeltreffende voorziening in rechte.
Tegelijkertijd zorgt het voorstel ervoor dat de rechten van de schuldenaar
worden gewaarborgd in volledige overeenstemming met de vereisten van het recht
op een eerlijk proces (artikel 47, lid 2, van het Handvest) en het recht op
eerbiediging van de menselijke waardigheid en het familie-leven
(respectievelijk artikel 1 en artikel 7 van het Handvest). De bescherming van
de rechten van de schuldenaar wordt met name door de volgende elementen van het
voorstel gewaarborgd: ·
het vereiste om de schuldenaar onmiddellijk na
de tenuitvoerlegging van het bevel alle stukken te geven die de schuldeiser bij
het gerecht heeft neergelegd; ·
de mogelijkheid voor de schuldenaar om het bevel
aan te vechten door een verzoek om heroverweging in te dienen bij het gerecht
van oorsprong, het tenuitvoerleggingsgerecht of – wanneer de schuldenaar een
consument, werknemer of verzekerde is – het gerecht van zijn woonplaats; ·
het feit dat de bedragen die noodzakelijk zijn
voor het levensonderhoud van de schuldenaar en zijn gezin, niet voor beslag
vatbaar zijn. 2011/0204 (COD) Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT
AND OF THE COUNCIL tot vaststelling van een Europees bevel
tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van
schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2, onder a),
e) en f), Gezien het voorstel van de Europese
Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees
Economisch en Sociaal Comité[16],
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure, Na raadpleging van de Europese
Toezichthouder voor gegevensbescherming, Overwegende hetgeen volgt: (1)
De Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte
van vrijheid, veiligheid en recht te handhaven en te ontwikkelen, waarin het
vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Met het oog op de geleidelijke
totstandbrenging van die ruimte dient de Unie onder meer maatregelen te nemen
op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met
grensoverschrijdende gevolgen, met name wanneer dit nodig is voor de goede
werking van de interne markt. (2)
Krachtens artikel 81, lid 2, van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moeten deze
maatregelen onder meer de wederzijdse erkenning tussen de lidstaten van
rechterlijke beslissingen en de tenuitvoerlegging daarvan, de daadwerkelijke
toegang tot de rechter en het wegnemen van de hindernissen voor de goede
werking van burgerrechtelijke procedures, door bevordering van de
verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende bepalingen inzake burgerlijke
rechtsvordering beogen. De Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999
heeft het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen als
de hoeksteen voor justitiële samenwerking onderschreven in burgerlijke zaken en
gespecificeerd dat het onder meer moet worden toegepast op conservatoire
bevelen op basis waarvan bevoegde autoriteiten beslag kunnen leggen op
gemakkelijk verplaatsbare vermogensbestanddelen. (3)
Het door de Commissie en de Raad op 30 november
2000 gezamenlijk aangenomen programma van maatregelen voor de uitvoering van
het beginsel van wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en
handelszaken[17]
voorziet in het vaststellen van bewarende maatregelen op Europees niveau alsook
in het verbeteren van maatregelen inzake beslag op banktegoeden, door bv. een
Europees systeem voor het beslag op bankrekeningen vast te stellen. (4)
De Europese Commissie heeft op 24 oktober 2006
een groenboek aangenomen over een efficiëntere tenuitvoerlegging van
rechterlijke beslissingen in de Europese Unie: beslag op bankrekeningen[18]. Het groenboek heeft een
raadpleging op gang gebracht over de behoefte aan en eventuele kenmerken van
een uniforme Europese procedure voor conservatoir beslag op bankrekeningen. (5)
In het programma van Stockholm van december 2009[19], waarin de prioriteiten op het
gebied van justitie, vrijheid en veiligheid voor de jaren 2010 tot 2014 zijn
vastgesteld, werd de Commissie verzocht om passende voorstellen in te dienen om
de doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging van beslissingen betreffende
bankrekeningen en vermogen van schuldenaren in de Unie te verbeteren. (6)
Een schuldeiser moet een conservatoir bevel
kunnen verkrijgen om te beletten dat geld van zijn schuldenaar van
bankrekeningen in de Unie wordt afgehaald of overgemaakt, wanneer hij het
risico loopt dat de schuldenaar zijn vermogen doet verdwijnen en de latere
tenuitvoerlegging van zijn beslissing over het hoofdgeschil onmogelijk zou
maken of aanzienlijk zou bemoeilijken. (7)
Alle lidstaten beschikken over nationale
procedures om bewarende maatregelen te verkrijgen, zoals conservatoir beslag op
bankrekeningen, maar de voorwaarden waaronder de maatregelen worden opgelegd en
de doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging ervan verschillen aanzienlijk.
Bovendien is het aanvragen van nationale bewarende maatregelen in zaken met
grensoverschrijdende gevolgen omslachtiger, duurder en langduriger, in het
bijzonder wanneer de schuldeiser conservatoir beslag wenst te leggen op
meerdere rekeningen in verschillende lidstaten. Een Europese procedure waarmee
een schuldeiser eenvoudig, snel en goedkoop conservatoir beslag kan leggen op
de bankrekeningen van zijn schuldenaar in zaken met grensoverschrijdende
gevolgen, moet de tekortkomingen van de bestaande situatie verhelpen. (8)
De procedure waarin deze verordening voorziet,
moet voor de eiser een facultatief middel vormen om zijn rechten te doen
gelden, dat beschikbaar is als een alternatief voor bestaande procedures voor
het verkrijgen van bewarende maatregelen krachtens het nationale recht. (9)
Het is van belang dat alle burgerlijke en
handelszaken onder de werkingssfeer van deze verordening worden gebracht, met
uitzondering van bepaalde duidelijk omschreven onderwerpen. Deze verordening is
met name niet van toepassing in de context van arbitrage of
insolventieprocedures. (10)
De procedure moet beschikbaar zijn voor een
eiser die vóór het begin van de bodemprocedure of tijdens de procedure de
tenuitvoerlegging van een latere rechterlijke beslissing over het bodemgeschil
wil verzekeren. Ook een eiser die reeds een rechterlijke beslissing of een
andere uitvoerbare titel over het bodemgeschil heeft verkregen, moet van deze
procedure gebruik kunnen maken. In deze laatste situatie kan de procedure een
meerwaarde bieden wanneer de tenuitvoerlegging van de titel traag verloopt of
wanneer de schuldeiser wil nagaan in welke lidstaat de schuldenaar over
voldoende middelen beschikt om het inleiden van een tenuitvoerleggingsprocedure
te rechtvaardigen. (11)
Om ervoor te zorgen dat er een nauwe band
bestaat tussen het gerecht en de bewarende maatregel, moeten de gerechten die
voor het bodemgeschil bevoegd zijn, ook bevoegd zijn om het bevel uit te
vaardigen. Bovendien moet de eiser om een bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen kunnen verzoeken op de plaats waar de betrokken rekening wordt
aangehouden. In dat geval moeten de gevolgen van het bevel echter beperkt
blijven tot het grondgebied van de lidstaat waar het werd uitgevaardigd. (12)
In de voorwaarden voor het uitvaardigen van het
bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen moet het juiste evenwicht
worden bereikt tussen de belangen van de schuldeiser om indien nodig een bevel
te verkrijgen en de belangen van de schuldenaar om misbruik van het bevel te
voorkomen. Bijgevolg moet het gerecht, voordat een rechterlijke beslissing
wordt verkregen die uitvoerbaar is in de lidstaat waar de rekening wordt
aangehouden, ervan overtuigd zijn dat de vordering van de schuldeiser tegen de
schuldenaar gegrond lijkt en dat zonder het bevel de latere tenuitvoerlegging van
zijn toekomstige rechterlijke beslissing waarschijnlijk onmogelijk zou worden
of aanzienlijk zou worden bemoeilijkt. (13)
Om het verrassingseffect van het bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen te verzekeren, mag de schuldenaar niet
over het verzoek worden ingelicht, voor het uitvaardigen ervan worden gehoord
of kennis krijgen van het bevel voordat het door de bank ten uitvoer wordt
gelegd. De schuldenaar moet echter wel onmiddellijk na de tenuitvoerlegging
ervan het bevel kunnen aanvechten. (14)
Geen enkele partij kan worden verplicht om zich
door een advocaat of een beoefenaar van een juridisch beroep te laten
vertegenwoordigen in procedures krachtens deze verordening. (15)
Deze verordening moet voldoende waarborgen
bevatten tegen misbruik van het bevel. Tenzij de schuldeiser al een in de
lidstaat van tenuitvoerlegging uitvoerbare rechterlijke beslissing heeft
verkregen, moet het gerecht met name van de schuldeiser een zekerheid kunnen
eisen voor de vergoeding van eventuele schade die de schuldenaar zou lijden als
gevolg van een ongerechtvaardigd bevel. De voorwaarden waaronder de schuldeiser
aansprakelijk is om de schuldenaar te vergoeden voor dergelijke schade moeten
door het nationale recht worden beheerst. Wanneer het recht van een lidstaat
niet voorziet in een wettelijke aansprakelijkheid van de eiser, mag deze
verordening het gebruik van maatregelen met gelijkwaardige werking niet
uitsluiten, zoals de verplichting voor de eiser om zich te verbinden in verband
met schade. (16)
Gelet op het feit dat schuldeisers thans in een
grensoverschrijdende context met praktische moeilijkheden worden geconfronteerd
wat betreft de toegang tot informatie over schuldenaren in private of publieke
bronnen, moet de verordening voorzien in een mechanisme waarmee de bevoegde autoriteit
in de lidstaat van tenuitvoerlegging informatie kan verkrijgen over de
bankrekeningen van de schuldenaar, hetzij door de banken te verplichten bekend
te maken waar de schuldenaar in die lidstaat rekeningen aanhoudt of door
toegang te verlenen tot informatie in registers of andere informatie van
overheidsinstanties. (17)
Met het oog op een snelle tenuitvoerlegging van
het bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen moet de verordening bepalen
dat de verzending van het bevel door het uitvaardigende gerecht aan de bank via
een rechtstreekse betekening of kennisgeving gebeurt, zoals vastgesteld in
Verordening (EG) nr. 1393/2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de
lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken[20]. Deze verordening moet ook
passende regels bevatten voor de tenuitvoerlegging van het bevel door de bank
en de bank verplichten om te verklaren of het bevel al dan niet tegoeden van de
schuldenaar heeft ‘gevat’. (18)
Het recht op een eerlijk proces van de
schuldenaar moet worden gewaarborgd in de procedure voor het bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen. Dit vereist met name dat het bevel en
alle door de eiser neergelegde stukken snel na de tenuitvoerlegging ervan aan
de verweerder worden betekend of hem daarvan kennis wordt gegeven en dat de
verweerder een verzoek tot heroverweging van het bevel kan indienen. Het
gerecht dat het bevel heeft uitgevaardigd, moet bevoegd zijn voor de
heroverweging, tenzij wanneer aspecten van de tenuitvoerlegging worden
aangevochten. Wanneer echter de verweerder consument, werknemer of verzekerde
is, moet hij in de lidstaat van zijn woonplaats een verzoek tot heroverweging
van het bevel kunnen indienen. De schuldenaar moet ook recht hebben op
deblokkering van de tegoeden op zijn rekening wanneer hij een alternatieve
zekerheid stelt. (19)
Om ervoor te zorgen dat het bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen snel en onverwijld wordt uitgevaardigd en
ten uitvoer gelegd, moet de verordening de uiterste termijnen bevatten
waarbinnen de verschillende stappen in de procedure moeten worden gezet.
Bovendien moet de verordening de lidstaten verplichten de Europese procedure
even snel te behandelen als de procedure voor het verkrijgen van een gelijkwaardige
maatregel op grond van het nationale recht. Dit betekent in het bijzonder dat
wanneer het nationale recht in kortere termijnen voorziet dan die welke in deze
verordening zijn vastgesteld voor het uitvaardigen van nationale maatregelen,
de kortere termijnen ook van toepassing moeten zijn op de Europese procedure.
Voor de berekening van de in deze verordening voorziene termijnen dient
Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van
3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing
zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden[21] te worden toegepast. (20)
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en
neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende
beginselen in acht. Deze verordening is er met name op gericht de algehele
eerbiediging van de menselijke waardigheid te verzekeren en de toepassing van
de artikelen 7, 8, 17 en 47 van het Handvest, betreffende respectievelijk de
eerbiediging van het privé-leven en van het familie- en gezinsleven, de
bescherming van persoonsgegevens, het eigendomsrecht en het recht op een
doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht te
bevorderen. (21)
Richtlijn 95/46/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming
van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en
betreffende het vrije verkeer van die gegevens[22]
is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze
verordening. (22)
Teneinde rekening te houden met de technische
vooruitgang dient de bevoegdheid om handelingen in de zin van artikel 290
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan
de Commissie te worden gedelegeerd wat betreft wijzigingen van de bijlagen bij
deze verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende
werkzaamheden het nodige overleg pleegt, ook op deskundigenniveau. Bij het
voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie erop
toe te zien dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op
passende wijze bij het Europees Parlement en de Raad worden ingediend. (23)
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van
het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland met
betrekking tot de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het
Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, [hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland laten weten dat
zij wensen deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze
verordening]/[nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland, onverminderd
artikel 4 van dat protocol, niet deel aan de aanneming van deze
verordening; deze is dan ook niet bindend voor noch van toepassing in deze
landen]. (24)
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan
het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken
neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening en is deze
derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Hoofdstuk
1
Onderwerp, toepassingsgebied en definities Artikel 1
Onderwerp 1. Deze verordening stelt een
Europese procedure voor een bewarende maatregel in waarmee een schuldeiser een
Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen kan verkrijgen (hierna
"EAPO" genoemd) om te beletten dat tegoeden van zijn schuldenaar van
bankrekeningen in de Unie worden afgehaald of overgemaakt. 2. Het EAPO staat ter
beschikking van de schuldeiser als een alternatief voor bestaande bewarende
maatregelen in de lidstaten. Artikel 2
Toepassingsgebied 1. Deze verordening is van
toepassing op geldelijke vorderingen in burgerlijke en handelszaken met
grensoverschrijdende gevolgen, zoals gedefinieerd in artikel 3, ongeacht de
aard van de rechterlijke instantie. Zij heeft met name geen betrekking op
fiscale zaken, douanezaken of administratiefrechtelijke zaken. 2. Deze verordening is niet
van toepassing op (a) faillissement, surséance van betaling,
procedures ter ontbinding van insolvente vennootschappen of andere
rechtspersonen, gerechtelijke en faillissementsakkoorden en andere soortgelijke
procedures; (b) sociale zekerheid; (c) arbitrage. 3. Deze verordening is niet
van toepassing op bankrekeningen die krachtens de wetgeving inzake immuniteit
van tenuitvoerlegging van de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden, niet
vatbaar zijn voor beslag, noch op systemen voor de afwikkeling van
effectentransacties die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig
artikel 10 van Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad[23]. 4. Deze verordening is van
toepassing op zaken betreffende huwelijksvermogensrecht, de
vermogensrechtelijke gevolgen van de geregistreerde partnerschappen of
nalatenschappen wanneer de EU-wetgeving betreffende de rechterlijke
bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en de tenuitvoerlegging
van beslissingen op deze zaken wordt toegepast. Artikel 3
Zaken met grensoverschrijdende gevolgen Voor de toepassing van deze verordening
wordt een zaak geacht grensoverschrijdende gevolgen te hebben, tenzij het
gerecht waarbij het verzoek om een EAPO is ingediend, alle bankrekeningen
waarop het bevel tot conservatoir beslag is gericht en de partijen in dezelfde
lidstaat zijn gelegen of wonen. Artikel 4
Definities Voor de toepassing van deze verordening
wordt verstaan onder: 1. "bankrekening":
elke rekening met contanten of financiële instrumenten die op naam van de
verweerder of op naam van een derde partij namens de verweerder bij een bank wordt
aangehouden; 2. "bank": een
onderneming waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek in
ontvangst nemen van deposito's of andere terugbetaalbare tegoeden en het
verlenen van kredieten voor eigen rekening; 3. "financieel
instrument": een financieel instrument in de zin van artikel 4, lid 1,
punt 17, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad[24]; 4. "contanten": op
een rekening in ongeacht welke munteenheid gecrediteerde gelden of soortgelijke
vorderingen tot restitutie van geld, zoals geldmarktdeposito's; 5. "tegoeden":
contanten of financiële instrumenten; 6. "lidstaat waar de
bankrekening wordt aangehouden": (a) voor een bankrekening met contanten:
de lidstaat vermeld in het IBAN van de rekening; (b) voor een bankrekening met financiële
instrumenten: de lidstaat waar de bank waarbij de rekening wordt aangehouden,
haar gewone verblijfplaats heeft in de zin van artikel 19 van Verordening
(EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad[25]; 7. "vordering": een
bestaande vordering tot betaling van een specifieke of bepaalbare geldsom; 8. "beslissing":
elke door een gerecht van een lidstaat gegeven beslissing, ongeacht de daaraan
gegeven benaming, met inbegrip van de vaststelling door de griffier van het
bedrag van de proceskosten; 9. "gerecht": alle
rechterlijke instanties of autoriteiten die door een lidstaat zijn aangewezen
als zijnde bevoegd voor zaken die onder het toepassingsgebied van deze
verordening vallen; 10. "gerechtelijke
schikking": een schikking die door een gerecht is goedgekeurd of tijdens
een procedure voor een gerecht is getroffen; 11. "authentieke
akte": een akte die als authentieke akte is verleden of geregistreerd in
een lidstaat en waarvan de authenticiteit: (a) betrekking heeft op de ondertekening
en de inhoud van de akte, en (b) is vastgesteld door een openbare
instantie of door een andere daartoe gemachtigde instantie; 12. "lidstaat van
herkomst": de lidstaat waar het EAPO is uitgevaardigd; 13. "lidstaat van
tenuitvoerlegging": de lidstaat waar de rekening waarop conservatoir
beslag moet worden gelegd, wordt aangehouden; 14. "bevoegde
autoriteit": de autoriteit die door de lidstaat van tenuitvoerlegging is
aangewezen als de instantie die bevoegd is voor het verkrijgen van de
noodzakelijke informatie over de rekening van de verweerder overeenkomstig
artikel 17, de betekening of kennisgeving van het EAPO overeenkomstig de
artikelen 24 tot en met 28 en het vaststellen van de niet voor beslag vatbare
bedragen overeenkomstig artikel 32; 15. “woonplaats”: de woonplaats
zoals bepaald overeenkomstig de artikelen 59 en 60 van Verordening (EG) nr.
44/2001 van de Raad[26]. Hoofdstuk
2
Procedure voor het verkrijgen van een EAPO Artikel 5
Beschikbaarheid 1. Afdeling 1 is van
toepassing wanneer (a) de eiser om een EAPO verzoekt vóór het
begin van de gerechtelijke bodemprocedure tegen de verweerder of tijdens deze
procedure; (b) de eiser een beslissing, gerechtelijke
schikking of authentieke akte tegen de verweerder heeft verkregen die
uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst maar nog niet uitvoerbaar is
verklaard in de lidstaat van tenuitvoerlegging wanneer een dergelijke
verklaring is vereist. 2. Afdeling 2 is van
toepassing op situaties waarin de eiser om een EAPO verzoekt nadat hij een
beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte tegen de verweerder
heeft verkregen, die van rechtswege uitvoerbaar is in de lidstaat van
tenuitvoerlegging of daar uitvoerbaar is verklaard. Afdeling
1
Uitvaardiging van het EAPO vóór het verkrijgen van een uitvoerbare titel Artikel 6
Rechterlijke bevoegdheid 1. Het EAPO wordt
uitgevaardigd door een gerecht. 2. De gerechten van de
lidstaten die overeenkomstig de toepasselijke bevoegdheidsregels bevoegd zijn
voor het bodemgeschil, zijn ook bevoegd voor het uitvaardigen van het EAPO.
Wanneer voor het bodemgeschil meer dan een gerecht bevoegd is, is het gerecht
van de lidstaat waar de eiser het bodemgeschil aanhangig heeft gemaakt of
voornemens is dat te doen, bevoegd. 3. Onverminderd lid 2 zijn de
gerechten van de lidstaat waar de bankrekening wordt aangehouden, bevoegd om
een EAPO uit te vaardigen dat in die lidstaat ten uitvoer moet worden gelegd. Artikel 7
Voorwaarden voor het uitvaardigen van een EAPO 1. Een EAPO wordt
uitgevaardigd voor het bedrag waarvoor het wordt gevraagd of een gedeelte
daarvan, wanneer de eiser relevante feiten, redelijk gestaafd door bewijs,
overlegt waardoor het gerecht ervan overtuigd wordt: (a) dat de vordering tegen de verweerder
gegrond lijkt, en (b) dat zonder het uitvaardigen van het
bevel de latere tenuitvoerlegging van een bestaande of toekomstige titel jegens
de verweerder waarschijnlijk zal worden belemmerd of wezenlijk moeilijker
worden gemaakt, met name vanwege het reële gevaar dat de verweerder tegoeden op
een of meer bankrekeningen waarop conservatoir beslag moet worden gelegd,
wegneemt, verbergt dan wel daarover beschikt. 2. Wanneer de eiser reeds een
beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte voor de betaling van
een geldsom jegens de verweerder heeft verkregen die uitvoerbaar is in de
lidstaat van herkomst en in de lidstaat van tenuitvoerlegging kan worden erkend
krachtens de toepasselijke instrumenten van EU-recht, wordt de voorwaarde van
lid 1, onder a), geacht te zijn vervuld. Artikel 8
Verzoek om een EAPO 1. Verzoeken om een EAPO
worden ingediend met behulp van het formulier in bijlage I. 2. Het verzoekformulier bevat
de volgende gegevens: (a) naam en adres van de eiser en, in
voorkomend geval, van zijn vertegenwoordigers en naam en adres van het gerecht
waarbij het verzoek wordt ingediend; (b) naam en adres van de verweerder en, in
voorkomend geval, van zijn vertegenwoordiger; (c) informatie over de rekening(en) in de
zin van artikel 16, tenzij overeenkomstig artikel 17 een verzoek om
rekeninginformatie wordt ingediend; (d) het bedrag van de vordering en het
bedrag van de rente en de kosten, voor zover voor dergelijke kosten een
zekerheid kan worden gesteld in de zin van artikel 18; (e) een beschrijving van alle relevante
omstandigheden die aan de vordering en, in voorkomend geval, de gevorderde
rente ten grondslag liggen; (f) een beschrijving van alle relevante
omstandigheden die het uitvaardigen van het bevel rechtvaardigen, zoals vereist
door artikel 7, lid 1, onder b); (g) een beschrijving van alle relevante
elementen die de bevoegdheid van het aangezochte gerecht staven; (h) een lijst van bewijsmateriaal dat door
de eiser is overgelegd of waarvan hij heeft aangeboden het over te leggen; (i) wanneer artikel 7, lid 2, van
toepassing is, een afschrift van de beslissing, gerechtelijke schikking of
authentieke akte dat voldoet aan de voorwaarden om de echtheid ervan te kunnen
vaststellen; (j) een verklaring of de eiser bij andere
gerechten een verzoek om een EAPO of om een bevel met gelijkwaardige gevolgen
op grond van het nationale recht aanhangig heeft gemaakt in de zin van
artikel 19. 3. Het verzoek gaat vergezeld
van alle nuttige bewijsstukken. 4. Het verzoek kan worden
ingediend via elk communicatiemiddel, inclusief langs elektronische weg. Artikel 9
Onderzoek van het verzoek 1. Het gerecht waarbij een
verzoek om een EAPO is ingediend, onderzoekt of aan de in de artikelen 2, 6, 7
en 8 vastgestelde vereisten is voldaan. 2. Indien niet is voldaan aan
de in artikel 8 vastgestelde vereisten, biedt het gerecht de eiser de gelegenheid
het verzoek aan te vullen of te corrigeren, tenzij de vordering kennelijk
ongegrond of het verzoek niet-ontvankelijk is. Artikel 10
Ex parte procedure De verweerder wordt niet in kennis gesteld
van het verzoek en wordt evenmin gehoord voordat het EAPO is uitgevaardigd,
tenzij de eiser anders verzoekt. Artikel 11
Bewijs 1. Wanneer het bevoegde
gerecht van oordeel is dat het geen EAPO kan uitvaardigen zonder aanvullend
bewijs, kan het aanvullend bewijs toestaan in de vorm van schriftelijke
verklaringen van getuigen of deskundigen. 2. Het gerecht aanvaardt
alleen mondelinge getuigenissen wanneer het dat noodzakelijk acht. Wanneer de
eiser, een getuige of een deskundige zijn woonplaats niet heeft op dezelfde
plaats als het bevoegde gerecht, aanvaardt het gerecht bewijsverkrijging met
behulp van een videoconferentie of andere vormen van communicatietechnologie
wanneer die technologie beschikbaar is. Artikel 12
Door de eiser te stellen zekerheid Voordat het gerecht een EAPO uitvaardigt,
mag het van de eiser een zekerheidstelling of een soortgelijke waarborg eisen
om de vergoeding van eventuele door de verweerder geleden schade te waarborgen,
voor zover de eiser krachtens het nationale recht gehouden is om dergelijke
schade te vergoeden. Artikel 13
Inleiding van de procedure over het bodemgeschil Wanneer een verzoek om een EAPO wordt
ingediend voordat de procedure over het bodemgeschil is ingeleid, leidt de
eiser deze procedure in binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het bevel is
uitgevaardigd of binnen een kortere termijn die wordt opgelegd door het gerecht
dat het bevel heeft uitgevaardigd, bij gebreke waarvan het bevel kan worden
ingetrokken overeenkomstig artikel 34, lid 1, onder b), of
artikel 35, lid 2. Afdeling
2
Uitvaardiging van een EAPO na het verkrijgen van een uitvoerbare titel Artikel 14
Bevoegdheid voor het uitvaardigen van het EAPO 1. In de in artikel 5, lid 2,
bedoelde situaties kan de eiser, wanneer hij een beslissing of gerechterlijke
schikking heeft verkregen, het gerecht dat de beslissing of rechterlijke
schikking heeft gegeven, verzoeken ook een EAPO uit te vaardigen. 2. Wanneer de eiser een
authentieke akte heeft verkregen, kan hij de bevoegde autoriteit in de lidstaat
waar de authentieke akte is opgesteld, die daarvoor door elke lidstaat wordt
aangewezen, verzoeken om ook een EAPO uit te vaardigen. 3. De eiser kan het verzoek
om een EAPO rechtstreeks richten tot de autoriteit in de lidstaat van
tenuitvoerlegging die deze lidstaat heeft aangewezen als instantie die bevoegd
is voor het uitvaardigen van het bevel en waarvan aan de Commissie kennis werd
gegeven overeenkomstig artikel 48 (hierna "de uitvaardigende
autoriteit" genoemd). 4. Op de procedure voor het
uitvaardigen van een EAPO in de zin van deze afdeling is artikel 10 van
toepassing. Artikel 15
Verzoek om een EAPO 1. Verzoeken om een EAPO
worden ingediend met behulp van het formulier in bijlage I. 2. Het verzoekformulier bevat
de volgende gegevens: (a) naam en adres van de eiser en, in
voorkomend geval, van zijn vertegenwoordigers en naam en adres van het gerecht
waarbij het verzoek wordt ingediend; (b) naam en adres van de verweerder en, in
voorkomend geval, van zijn vertegenwoordiger; (c) het in de beslissing, gerechtelijke
schikking of authentieke akte gespecificeerde bedrag alsook het bedrag van de
rentes en kosten voor zover daarvoor overeenkomstig artikel 18 een zekerheid
kan worden gesteld; (d) informatie over de rekening(en) in de
zin van artikel 16, tenzij overeenkomstig artikel 17 een verzoek om
rekeninginformatie wordt ingediend; (e) een afschrift van de beslissing,
gerechtelijke schikking of authentieke akte dat voldoet aan de voorwaarden om
de echtheid ervan te kunnen vaststellen; (f) een verklaring dat de beslissing nog
niet is uitgevoerd; (g) wanneer de beslissing, de
gerechtelijke schikking of authentieke akte in een andere lidstaat is gegeven
of opgesteld (i) in het geval van een beslissing,
gerechtelijke schikking of authentieke akte waarvoor geen verklaring van
uitvoerbaarheid is vereist, het relevante certificaat waarin het toepasselijke
instrument voor tenuitvoerlegging in een andere lidstaat voorziet, dat, in
voorkomend geval, vergezeld gaat van een transliteratie of een vertaling
overeenkomstig artikel 47; of (ii) in het
geval van een beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte waarvoor
een verklaring van uitvoerbaarheid is vereist, de verklaring van
uitvoerbaarheid. (h) een verklaring of de eiser bij andere
gerechten een verzoek om een EAPO of om een bevel met gelijkwaardige gevolgen
op grond van het nationale recht aanhangig heeft gemaakt, in de zin van
artikel 19. 3. Het verzoek kan worden
ingediend via elk communicatiemiddel, inclusief langs elektronische weg. Afdeling
3
Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 16
Rekeninginformatie Tenzij de eiser de bevoegde autoriteit
overeenkomstig artikel 17 verzoekt om rekeninginformatie te verkrijgen,
verstrekt hij alle informatie over de verweerder en over de bankrekening(en)
van de verweerder die de bank(en) nodig heeft (hebben) om de verweerder en zijn
rekening(en) te kunnen identificeren, met inbegrip van de volgende gegevens: (a) de volledige naam van de verweerder, (b) de naam van de bank waar de verweerder
een of meerdere rekeningen aanhoudt waarop beslag moet worden gelegd en het
adres van de hoofdvestiging van de bank in de lidstaat waar de rekening wordt
aangehouden, en (c) ofwel (i) het rekeningnummer of de
rekeningnummers, (ii) het volledige adres van de
verweerder, (iii) wanneer de verweerder een
natuurlijke persoon is, zijn geboortedatum of nationaal identiteitsnummer of
paspoortnummer, of (iv) wanneer de verweerder een
rechtspersoon is, het nummer van die rechtspersoon in het
ondernemingenregister. Artikel 17
Verzoek om rekeninginformatie te verkrijgen 1. Wanneer de eiser niet over
alle rekeninginformatie beschikt in de zin van artikel 16 kan hij de bevoegde
autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging verzoeken om de nodige
informatie te verkrijgen. Een dergelijk verzoek wordt gedaan in het verzoek om
een EAPO. 2. Het verzoek bevat alle informatie
over de verweerder en de bankrekeningen van de verweerder waarover de eiser
beschikt. 3. Het gerecht of de
uitvaardigende autoriteit vaardigt het EAPO uit overeenkomstig artikel 21
en zendt het naar de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 24. 4. De bevoegde autoriteit
gebruikt alle geschikte en redelijke middelen die in de lidstaat van
tenuitvoerlegging beschikbaar zijn om de in lid 1 bedoelde informatie te
verkrijgen. Zodra deze informatie is verkregen, zorgt de bevoegde autoriteit
voor de betekening of kennisgeving van het EAPO aan de bank overeenkomstig
artikel 24. 5. De informatie die
overeenkomstig artikel 48 aan de Commissie moet worden meegedeeld, wordt
krachtens het nationale recht via een van de volgende methoden verkregen: (a) de mogelijkheid om alle banken op hun
grondgebied te verplichten bekend te maken of de verweerder bij hen een
rekening aanhoudt. (b) het verlenen ven toegang aan de
bevoegde autoriteit tot de in lid 1 bedoelde informatie wanneer die informatie
in handen is van overheidsinstanties, onder meer in registers. 6. De in lid 4 bedoelde
informatie moet geschikt zijn om de rekening(en) van de verweerder te kunnen
identificeren, moet relevant zijn, mag niet excessief zijn en moet beperkt
blijven tot (a) het adres van de verweerder, (b) de bank of banken waarbij de
verweerder een of meer rekeningen aanhoudt, (c) het rekeningnummer of de
rekeningnummers van de verweerder. Artikel 18
Bedrag van het EAPO 1. Wanneer het EAPO werd
uitgevaardigd op grond van een beslissing, gerechtelijke schikking of
authentieke akte die in de lidstaat van herkomst uitvoerbaar is, moet de eiser
een zekerheid kunnen stellen voor het bedrag van het EAPO en van de daarin
eventueel gespecificeerde rentes en kosten. 2. In alle andere gevallen
moet de eiser in staat zijn een zekerheid te stellen voor het bedrag van de
vordering en voor eventuele rente die op de vordering is verkregen. Artikel 19
Informatie over bij andere gerechten in behandeling zijnde verzoeken 1. Bij een verzoek om een
EAPO deelt de eiser mee of hij bij een ander gerecht een verzoek om een EAPO of
om een gelijkwaardige bewarende maatregel op grond van het nationale recht
heeft aanhangig gemaakt tegen dezelfde verweerder en gericht op het waarborgen
van dezelfde vordering. 2. De eiser informeert het
gerecht waarbij het verzoek om een EAPO is ingediend over andere EAPO's of
bewarende maatregelen krachtens het nationale recht die zijn uitgevaardigd
overeenkomstig het in lid 1 bedoelde verzoek. In dat geval mag het gerecht of
de uitvaardigende autoriteit ervan afzien om nog een bevel uit te vaardigen
wanneer het van oordeel is dat de reeds toegekende maatregelen de belangen van
de eiser voldoende beschermen. Artikel 20
Communicatie en samenwerking tussen gerechten 1. Wanneer bij de gerechten
van een lidstaat een verzoek om een EAPO wordt aanhangig gemaakt en bij de
gerechten van een andere lidstaat een procedure over het bodemgeschil wordt
aanhangig gemaakt, kunnen de betrokken gerechten samenwerken om te zorgen voor
een gedegen coördinatie tussen de procedure over het bodemgeschil en de
procedure betreffende het EAPO. 2. Het gerecht waarbij het
verzoek om een EAPO aanhangig is gemaakt, kan van het in lid 1 bedoelde andere
gerecht informatie vragen over alle relevante omstandigheden van de zaak of van
de eiser verlangen dat hij die informatie overlegt, zoals het gevaar dat de
verweerder zijn tegoeden doet verdwijnen of een weigering van een
gelijkwaardige maatregel door het gerecht waarvoor de bodemprocedure is
ingeleid. Om deze informatie kan rechtstreeks worden verzocht of via de
contactpunten van het Europese justitiële netwerk in burgerlijke en
handelszaken dat is opgericht bij Beschikking 2001/470/EG[27]. Artikel 21
Uitvaardiging, gevolgen en duur van het EAPO 1. Wanneer aan de in dit hoofdstuk
vastgestelde vereisten is voldaan, vaardigt het gerecht of de uitvaardigende
autoriteit een EAPO uit. 2. Wanneer het bevel in een
andere lidstaat ten uitvoer moet worden gelegd, wordt het uitgevaardigd met
gebruikmaking van het formulier in bijlage II. 3. In de in artikel 5, lid 1,
bedoelde situaties vaardigt het gerecht het EAPO uit binnen 7 kalenderdagen na
het indienen van het verzoek. 4. Wanneer vanwege
uitzonderlijke omstandigheden een mondelinge behandeling noodzakelijk wordt
geacht, belegt het gerecht binnen een aanvullende termijn van zeven
kalenderdagen een hoorzitting en geeft het het bevel binnen 7 kalenderdagen na
de hoorzitting. 5. In de in artikel 5, lid 2,
bedoelde situaties vaardigt de uitvaardigende autoriteit het EAPO uit binnen 3
kalenderdagen na het indienen van het verzoek. 6. Onverminderd artikel 32
voorkomt het EAPO dat het daarin gespecificeerde bedrag van de aangewezen
rekening(en) wordt overgemaakt, afgehaald of daarover wordt beschikt door de
verweerder of door de schuldeisers van de verweerder. 7. Het EAPO blijft geldig (a) totdat het door een gerecht wordt
ingetrokken overeenkomstig de artikelen 34, 35, 36 of 40, of (b) wanneer de eiser over het bodemgeschil
een beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte verkrijgt die
uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst of, in de situaties bedoeld in
artikel 5, lid 2, totdat de gevolgen van het EAPO worden vervangen door
gelijkwaardige gevolgen van een tenuitvoerleggingsmaatregel op grond van het
nationaal recht, mits de eiser in het eerstgenoemde geval de
tenuitvoerleggingsprocedure heeft ingeleid binnen 30 dagen na de betekening of
kennisgeving van de beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte of
na het uitvoerbaar worden ervan, afhankelijk van wat zich het laatst voordoet. Artikel 22
Beroep tegen de weigering het EAPO uit te vaardigen 1. De eiser kan bij het
gerecht dat aan de Commissie ter kennis wordt gebracht overeenkomstig artikel
48, beroep instellen tegen de beslissing van het gerecht of van de uitvaardigende
autoriteit om een verzoek om een EAPO te weigeren. 2. Het beroep moet worden
ingesteld binnen 30 dagen na de kennisgeving van de in lid 1 bedoelde
beslissing. Hoofdstuk
3
Uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van het EAPO Artikel 23
Afschaffing van het exequatur Een EAPO dat overeenkomstig artikel 6, lid
2, en artikel 14, lid 1, in een lidstaat is uitgevaardigd, wordt in andere
lidstaten erkend en ten uitvoer gelegd zonder dat een uitvoerbaarverklaring is
vereist en zonder de mogelijkheid van verzet tegen de erkenning. Artikel 24
Betekening of kennisgeving van het EAPO aan de bank 1. Het EAPO wordt aan de
daarin gespecificeerde bank(en) betekend of ter kennis gebracht overeenkomstig
dit artikel. 2. Wanneer het EAPO werd
uitgevaardigd door een gerecht of de uitvaardigende autoriteit in de lidstaat
van tenuitvoerlegging, vindt de betekening of kennisgeving aan de bank plaats
volgens het recht van die lidstaat. 3. Wanneer het gerecht dat
het EAPO uitvaardigt, in een andere lidstaat is gelegen dan de lidstaat van
tenuitvoerlegging, vindt de betekening of kennisgeving plaats overeenkomstig
Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad[28]. Met betrekking tot de verzending van het EAPO
geldt het volgende: (a) De in de lidstaat van herkomst voor
betekening of kennisgeving bevoegde persoon of autoriteit zendt het EAPO
rechtstreeks naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging.
(b) De volgende stukken worden verzonden: (i) een afschrift van het EAPO dat
voldoet aan de voorwaarden om de echtheid ervan te kunnen vaststellen, met
gebruikmaking van het in bijlage II bedoelde formulier; (ii) zo nodig, een transliteratie of
vertaling van het formulier overeenkomstig artikel 47; (iii) het in bijlage I bij Verordening (EG)
nr. 1393/2007 opgenomen formulier voor verzending, dat zo nodig vergezeld gaat
van een transliteratie of vertaling van het formulier overeenkomstig artikel
48. (c) Het EAPO wordt door de bevoegde
autoriteit aan de daarin gespecificeerde bank(en) betekend of ter kennis
gebracht. De bevoegde autoriteit neemt alle nodige maatregelen om het bevel te
betekenen of ter kennis te brengen binnen drie werkdagen na ontvangst ervan. (d) Zodra het bevel is betekend of ter
kennis gebracht aan de bank, stelt de bevoegde autoriteit een certificaat van
betekening of kennisgeving op overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG)
nr. 1393/2007 en verzendt zij dit naar de persoon of autoriteit die om
betekening of kennisgeving had verzocht. Artikel 25
Betekening of kennisgeving van het EAPO aan de verweerder 1. Het EAPO en alle stukken
die met het oog op het verkrijgen van het bevel bij het gerecht of de bevoegde
autoriteit zijn neergelegd, worden onverwijld aan de verweerder betekend of ter
kennis gebracht nadat de betekening of kennisgeving aan de bank heeft
plaatsgevonden overeenkomstig artikel 24 en nadat de bank de in artikel 27
bedoelde verklaring heeft afgegeven. 2. Wanneer de verweerder in
de lidstaat van herkomst woont, vindt de betekening of kennisgeving plaats volgens
het nationale recht van die lidstaat. 3. Wanneer de verweerder in
de lidstaat van tenuitvoerlegging woont, worden het EAPO en de bijbehorende
stukken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1393/2007 aan de verweerder
betekend of ter kennis gebracht door de bevoegde autoriteit van die lidstaat
waaraan het bevel overeenkomstig artikel 24, lid 3, is verzonden. 4. Wanneer de verweerder in
een andere lidstaat woont dan de lidstaat van herkomst of de lidstaat van
tenuitvoerlegging, verzendt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van
tenuitvoerlegging waaraan het EAPO is verzonden overeenkomstig artikel 24,
lid 3, het bevel rechtstreeks door naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat
van de woonplaats van de verweerder. Deze autoriteit voert de betekening of kennisgeving
aan de verweerder uit overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1393/2007. Artikel 26
Tenuitvoerlegging van het EAPO 1. Een bank waaraan een EAPO
is betekend of ter kennis gebracht, voert dat bevel onmiddellijk na ontvangst
uit door te waarborgen dat het daarin gespecificeerde bedrag niet wordt
overgemaakt of afgehaald van, of daarover wordt beschikt op rekeningen die in
het bevel zijn aangewezen of waarvan de bank heeft vastgesteld dat deze door de
verweerder worden aangehouden. Alle tegoeden die het in het EAPO
gespecificeerde bedrag overschrijden, blijven ter beschikking van de verweerder
staan. 2. Wanneer de betekening of
kennisgeving van het bevel buiten de kantooruren plaatsvindt, wordt het bij
aanvang van de eerstvolgende kantooruren onmiddellijk ten uitvoer gelegd. 3. Wanneer de tegoeden op de
in het EAPO aangewezen rekening uit financiële instrumenten bestaan, wordt voor
de toepassing van lid 1 de waarde ervan bepaald op grond van de relevante
marktkoers op de dag van de tenuitvoerlegging. 4. Wanneer de munteenheid van
de tegoeden op de rekening verschilt van die in het EAPO, zet de bank het
bedrag om op basis van de officiële wisselkoers op de dag van de
tenuitvoerlegging. 5. De aansprakelijkheid van
de bank voor niet-nakoming van de in dit artikel vastgestelde verplichtingen
wordt beheerst door het nationale recht. Artikel 27
Verklaring van de bank 1. Binnen drie werkdagen na
ontvangst van het EAPO deelt de bank de bevoegde autoriteit en de eiser met
gebruikmaking van het formulier in bijlage III mee of, en in welke mate,
conservatoir beslag is gelegd op tegoeden op rekeningen van de verweerder. De
bevoegde autoriteit verzendt de verklaring binnen één werkdag naar de persoon
of de autoriteit die overeenkomstig artikel 24, lid 3, onder a), om betekening
of kennisgeving heeft verzocht. 2. Wanneer het rekeningsaldo
volstaat om het in het EAPO gespecificeerde bedrag te dekken, geeft de bank het
saldo van de rekening van de verweerder niet vrij. 3. De bank kan haar
verklaring via beveiligde elektronische communicatiemiddelen verzenden. 4. De aansprakelijkheid van
de bank voor niet-nakoming van de deze verplichting wordt beheerst door het
nationale recht. Artikel 28
Conservatoir beslag op meerdere rekeningen 1. Wanneer een EAPO
betrekking heeft op meerdere rekeningen van de verweerder bij dezelfde bank,
voert de bank het bevel slechts uit voor het bedrag dat daarin is vermeld. 2. Wanneer een of meer EAPO's
of gelijkwaardige bewarende maatregelen op grond van het nationale recht zijn
uitgevaardigd die betrekking hebben op meerdere rekeningen van de verweerder
bij verschillende banken, hetzij in dezelfde lidstaat, hetzij in verschillende
lidstaten, moet de eiser de daarin gespecificeerde bedragen deblokkeren ter
hoogte van het bedrag dat dat van het EAPO overschrijdt. Deze deblokkering moet
plaatsvinden binnen 48 uur na de ontvangst van de eerste verklaring van een
bank in de zin van artikel 27 waaruit een dergelijke overschrijding
blijkt. De deblokkering wordt uitgevoerd via de bevoegde autoriteit van de
respectieve lidstaat van tenuitvoerlegging. Artikel 29
Conservatoir beslag op gezamenlijke rekeningen en derdenrekeningen Op rekeningen die blijkens de bankgegevens
niet exclusief door de verweerder worden aangehouden, die namens de verweerder
door een derde partij worden aangehouden of die namens een derde partij door de
verweerder worden aangehouden, kan alleen conservatoir beslag worden gelegd
wanneer daarop ook conservatoir beslag kan worden gelegd krachtens het
nationale recht dat de rekening beheerst en dat overeenkomstig artikel 48
aan de Commissie moet worden meegedeeld. Artikel 30
Kosten die met de banken verband houden 1. Een bank mag alleen
betaling of terugbetaling van de kosten van de tenuitvoerlegging van het EAPO
of van een bevel in de zin van artikel 17, lid 4, onder a), eisen wanneer de
bank ook recht heeft op een dergelijke betaling of terugbetaling in het kader
van bevelen met gelijkwaardige gevolgen die op grond van het nationale recht
zijn uitgevaardigd. 2. Vergoedingen voor de tenuitvoerlegging
van het EAPO of van een bevel in de zin van artikel 17, lid 4, onder a),
stemmen overeen met forfaitaire vergoedingen die vooraf worden vastgesteld door
de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden met eerbiediging van de
beginselen van evenredigheid en non-discriminatie. 3. De lidstaten delen de
Commissie overeenkomstig artikel 48 mee of banken het recht hebben om hun
kosten terug te vorderen en, zo ja, ook het bedrag van de vergoeding in de zin
van lid 2. Artikel 31
Kosten die met de bevoegde autoriteit verband houden Alle vergoedingen die een bevoegde
autoriteit vraagt bij de tenuitvoerlegging van het EAPO of de behandeling van
een verzoek voor het verkrijgen van rekeninginformatie in de zin van
artikel 17, lid 4, stemmen overeen met forfaitaire vergoedingen die vooraf
door de betrokken lidstaat zijn vastgesteld met eerbiediging van de beginselen
van evenredigheid en non-discriminatie en die ter kennis zijn gebracht van de
Commissie overeenkomstig artikel 48. Artikel 32
Niet voor beslag vatbare bedragen 1. Wanneer het recht van de
lidstaat van tenuitvoerlegging daarin voorziet, zijn de bedragen die
noodzakelijk zijn om in het levensonderhoud van de verweerder en zijn gezin te
voorzien, wanneer de verweerder een natuurlijke persoon is, of om de normale
bedrijfsvoering voort te zetten, wanneer de verweerder een rechtspersoon is,
niet vatbaar voor beslag. 2. De lidstaten delen de
Commissie mee welke regels volgens hun nationaal recht op deze situaties van
toepassing zijn, met inbegrip van de op rekeningen aangehouden vrijgestelde
bedragen of soorten vorderingen. 3. Voor zover het in lid 1
bedoelde bedrag kan worden bepaald zonder aanvullende informatie van de
verweerder, bepaalt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van
tenuitvoerlegging na ontvangst van het EAPO dat bedrag en informeert zij de
bank dat dat bedrag na de tenuitvoerlegging van het bevel ter beschikking moet
blijven van de verweerder. 4. Bij het bepalen van het in
lid 1 bedoelde bedrag past de bevoegde autoriteit het recht toe van de lidstaat
waardoor zij is aangewezen, ook al woont de verweerder in een andere lidstaat. Artikel 33
Rangorde tussen schuldeisers Het EAPO geeft de vordering in de rangorde
van schuldeisers dezelfde plaats als een maatregel met gelijkwaardige gevolgen
op grond van het nationale recht van de lidstaat waar de rekening wordt
aangehouden. Overeenkomstig artikel 48 stellen de lidstaten de Commissie in
kennis van de gelijkwaardige instrumenten en van de plaats in de rangorde die
die instrumenten de vordering geven. Hoofdstuk 4
Rechtsmiddelen tegen het EAPO Artikel 34
Rechtsmiddelen van de verweerder in de lidstaat van herkomst 1. Indien het EAPO werd
uitgevaardigd op grond van hoofdstuk 2, afdeling 1, kan de verweerder een
verzoek indienen tot (a) een heroverweging van het EAPO op grond
dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor de uitvaardiging daarvan als
uiteengezet in de artikelen 2, 6 en 7; (b) een heroverweging van het EAPO op grond
dat de eiser niet binnen de in artikel 13 genoemde termijn het bodemgeschil
aanhangig heeft gemaakt. 2. Tenzij het om een
heroverweging op grond van lid 1, onder b), gaat, wordt het verzoek om
heroverweging onmiddellijk ingediend en in ieder geval binnen een termijn van
45 dagen na de dag waarop de verweerder daadwerkelijk kennis heeft gekregen van
de inhoud van het bevel en in staat was om daarop te reageren. 3. Het verzoek om een
heroverweging wordt ingediend bij het gerecht dat het bevel heeft
uitgevaardigd. Het verzoek wordt ingediend met gebruikmaking van het in bijlage
IV opgenomen formulier en via elk communicatiemiddel, inclusief langs
elektronische weg. 4. De betekening of kennisgeving
aan de eiser van het verzoek vindt plaats overeenkomstig de toepasselijke
regels inzake de betekening of kennisgeving van stukken. 5. Indien de heroverweging
gerechtvaardigd is op een van de in lid 1 genoemde gronden geeft het gerecht dienovereenkomstig
binnen 30 kalenderdagen nadat het verzoek aan de eiser is betekend of ter
kennis is gebracht een beslissing tot intrekking of wijziging van het EAPO. 6. De beslissing tot intrekking
of wijziging van het bevel is onmiddellijk uitvoerbaar, ongeacht een eventueel
beroep op grond van artikel 37, tenzij het gerecht ter bescherming van de
belangen van de eiser bepaalt dat de beslissing pas uitvoerbaar zal zijn
wanneer zij onherroepelijk is geworden. 7. De beslissing zal
onmiddellijk worden betekend of ter kennis worden gebracht aan de betrokken
banken, die de beslissing na ontvangst onmiddellijk uitvoeren door het bedrag
waarop conservatoir beslag is gelegd geheel of gedeeltelijk te deblokkeren. Zij
wordt ook onmiddellijk betekend of ter kennis gebracht aan de eiser
overeenkomstig de toepasselijke regels inzake de betekening of kennisgeving van
stukken. Artikel 35
Rechtsmiddelen van de verweerder in de lidstaat van tenuitvoerlegging 1. Indien het EAPO werd
uitgevaardigd op grond van hoofdstuk 2, afdeling 1 of 2, kan de verweerder
verzoeken om (a) de tenuitvoerlegging van het bevel te
beperken op grond dat bepaalde bedragen op de rekening volgens de wetgeving van
de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden niet vatbaar zijn voor beslag en
door de bevoegde autoriteit niet of niet naar behoren met deze bedragen
rekening is gehouden overeenkomstig artikel 32; (b) de tenuitvoerlegging van het bevel te
beëindigen op grond dat (i) in de lidstaat van tenuitvoerlegging een
beslissing is gegeven waarbij de vordering waarvan de eiser door middel van het
bevel de tenuitvoerlegging wil verzekeren, is afgewezen; dan wel (ii) de bankrekening waarop een conservatoir
beslag is gelegd, niet voor beslag vatbaar is op grond van de wetgeving inzake
immuniteit van tenuitvoerlegging van de lidstaat waar de rekening wordt
aangehouden. 2. Indien het bevel werd
uitgevaardigd op grond van hoofdstuk 2, afdeling 1, heeft de verweerder het
recht om de intrekking van het bevel te verzoeken op grond dat de eiser
verzuimd heeft ter zake een bodemprocedure aanhangig te maken binnen de in
artikel 13 bedoelde termijn. 3. Indien het bevel werd
uitgevaardigd op grond van hoofdstuk 2, afdeling 2, kan de verweerder een
verzoek indienen tot (i) intrekking van het bevel op grond dat de
beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte in de lidstaat van
herkomst nietig is verklaard; (ii) opschorting van de tenuitvoerlegging van
het bevel op grond dat de afdwingbaarheid van de beslissing, gerechtelijke
schikking of authentieke akte in de lidstaat van herkomst is opgeschort. 4. Tenzij het om een
heroverweging op grond van lid 2 gaat, wordt het verzoek om heroverweging
onmiddellijk ingediend en in ieder geval binnen een termijn van 45 dagen na de
dag waarop de verweerder daadwerkelijk kennis heeft gekregen van de inhoud van
het bevel en in staat was om daarop te reageren. 5. Het verzoek moet worden
ingediend bij de bevoegde gerechten van de lidstaat van tenuitvoerlegging die
door de lidstaten overeenkomstig artikel 48 zijn aangegeven. Het verzoek moet
schriftelijk of via eender welk communicatiemiddel, inclusief langs elektronische
weg, worden ingediend met gebruikmaking van het in bijlage IV opgenomen
formulier. 6. De betekening of kennisgeving
van het verzoek aan de eiser vindt plaats overeenkomstig de toepasselijke
regels inzake de betekening of kennisgeving van stukken. 7. Indien het verzoek is
gerechtvaardigd geeft het gerecht dienovereenkomstig uiterlijk binnen 30
kalenderdagen na de betekening of kennisgeving van het verzoek aan de eiser een
beslissing tot intrekking of wijziging van het EAPO. 8. De beslissing tot intrekking
of wijziging van het bevel is onmiddellijk uitvoerbaar, ongeacht een eventueel
beroep op grond van artikel 37, tenzij het gerecht ter bescherming van de
belangen van de eiser bepaalt dat de beslissing pas uitvoerbaar is wanneer zij
onherroepelijk is geworden. Artikel 36
Rechtsmiddelen van de verweerder in de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft Indien de verweerder een consument, werknemer
of verzekerde is, kan hij het verzoek tot heroverweging op grond van de
artikelen 34 en 35 ook indienen bij het overeenkomstig artikel 48 bij de
Commissie aan te geven bevoegde gerecht in de lidstaat waar hij zijn woonplaats
heeft. Artikel 37
Recht van beroep Op het recht van beroep tegen een op grond van
de artikelen 34, 35 of 36 gegeven beslissing is nationaal recht van toepassing. Artikel 38
Recht om alternatieve zekerheid te stellen 1. De bevoegde autoriteit van de
lidstaat van tenuitvoerlegging beëindigt de tenuitvoerlegging van het EAPO
wanneer de verweerder deze bevoegde autoriteit een zekerheid verstrekt ter
hoogte van het overeenkomstig lid 2 gespecificeerde bedrag, of een
gelijkwaardige garantie, met inbegrip van een bankgarantie, als een alternatief
voor het waarborgen van de rechten van de eiser. 2. In het EAPO wordt het bedrag
van de zekerheid gespecificeerd dat is vereist om de tenuitvoerlegging van het
bevel te beëindigen. Artikel 39
Rechten van derden Een derde heeft het recht om bij het gerecht
van de lidstaat van herkomst of tenuitvoerlegging bezwaar te maken tegen het
EAPO voor zover door het bevel of de tenuitvoerlegging daarvan inbreuk op zijn
rechten wordt gemaakt. Artikel 40
Wijziging of herroeping van het EAPO Onverminderd de rechten van de verweerder uit
hoofde van de artikelen 34, 35 en 36 kan elk van beide partijen op elk moment
het gerecht van oorsprong verzoeken het EAPO te wijzigen of in te trekken op
grond dat de omstandigheden waaronder het bevel werd uitgevaardigd ondertussen
zijn veranderd, bijvoorbeeld omdat een beslissing over het bodemgeschil werd
gegeven waarbij de vordering waarvan met het bevel werd beoogd de
tenuitvoerlegging te verzekeren, is afgewezen of omdat de verweerder de
vordering heeft voldaan. Hoofdstuk 5
Algemene bepalingen Artikel 41
Vertegenwoordiging van partijen Bij de procedure voor het uitvaardigen van een
EAPO op grond van deze verordening is vertegenwoordiging door een advocaat of
een andere beoefenaar van een juridisch beroep niet verplicht. Artikel 42
Door de in het ongelijk gestelde partij te dragen kosten 1. De in het ongelijk gestelde
partij wordt in de proceskosten verwezen. Het gerecht wijst de in het gelijk
gestelde partij echter geen vergoeding toe voor kosten die onnodig zijn gemaakt
of die niet in verhouding staan tot de vordering. 2. Indien het EAPO werd
uitgevaardigd op grond van hoofdstuk 2, afdeling 1, worden de proceskosten
vastgesteld door het gerecht waarbij het bodemgeschil aanhangig is gemaakt of
door het gerecht dat het bevel op grond van artikel 34, lid 1, onder b), of
artikel 35, lid 2, heeft ingetrokken. 3. Indien het bevel werd
uitgevaardigd op grond van hoofdstuk 2, afdeling 2, worden de kosten
vastgesteld door de bevoegde autoriteit die de beslissing, authentieke akte of
gerechtelijke schikking op grond waarvan het bevel is uitgevaardigd, ten
uitvoer legt. Artikel 43
Gerechtskosten 1. De gerechtskosten voor het
verkrijgen van een EAPO mogen niet hoger zijn dan de kosten voor het verkrijgen
van een gelijkwaardige maatregel op grond van het nationale recht, niet
onevenredig zijn ten opzichte van het bedrag van de vordering en de eiser niet
ontmoedigen om van de procedure gebruik te maken. 2. De lidstaten stellen de
Commissie overeenkomstig artikel 48 in kennis van de toepasselijke
gerechtskosten. Artikel 44
Termijnen Indien, in uitzonderlijke omstandigheden, het
gerecht of de uitvaardigende of bevoegde autoriteit de in de artikelen 21,
leden 3 en 4, onder c), artikel 24, lid 3, artikel 27, lid 1, artikel 34, leden
5 en 7, en artikel 35, lid 8, bepaalde termijnen niet in acht kan nemen, neemt
het gerecht of de autoriteit de door deze bepalingen voorgeschreven stappen zo
spoedig mogelijk. Op verzoek van een der partijen motiveert het gerecht of de
autoriteit de uitzonderlijke omstandigheden. Artikel 45
Verhouding tot het nationale procesrecht Niet uitdrukkelijk in deze verordening
geregelde procedurekwesties worden beheerst door het nationale recht. Artikel 46
Verhouding tot andere instrumenten 1. Onverminderd de artikelen 24,
25, en 27 laat deze verordening de toepassing van Verordening (EG) nr.
1393/2007 onverlet. 2. Deze verordening laat
Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad onverlet[29]. 3. Deze verordening laat de
toepassing van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad
onverlet. Artikel 47
Vereisten inzake vertaling en transliteratie 1. Indien op grond van deze
verordening een transliteratie of vertaling is vereist, wordt deze
transliteratie of vertaling gesteld in de officiële taal van de betrokken
lidstaat, of, indien er in die lidstaat verscheidene officiële talen bestaan,
in de officiële taal of een der officiële talen van het gerecht van de plaats
van tenuitvoerlegging, overeenkomstig het recht van die lidstaat. 2. Wat betreft de in artikel 8,
lid 1, artikel 15, lid 1, artikel 21, lid 2, onder b), punten ii) en iii), en
onder d), artikel 24, lid 3, artikel 27, lid 1 en artikel 34, lid 3, bedoelde
formulieren of andere stukken die op grond van artikel 8, lid 2, artikel 34, artikel
35 of artikel 36 moeten worden overgelegd, kunnen transliteraties of
vertalingen ook worden gesteld in een of meer andere officiële talen van de
instellingen van de Unie die de betrokken lidstaat heeft aangegeven te kunnen
aanvaarden. 3. Elke vertaling in de zin van
deze verordening moet worden gemaakt door een persoon die in een van de
lidstaten daartoe gemachtigd is. Artikel 48
Door de lidstaten te verschaffen informatie 1. Uiterlijk __________ [12
maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] delen de lidstaten de
Commissie de volgende informatie mee: (a) de autoriteit die op grond van artikel
14, lid 2, bevoegd is om een EAPO uit te vaardigen; (b) de wijze waarop op grond van artikel 17,
lid 4, overeenkomstig hun nationale recht informatie kan worden verkregen; (c) het gerecht waar beroep moet worden
ingesteld tegen de beslissing geen EAPO uit te vaardigen als bedoeld in artikel
22; (d) de autoriteit die bevoegd is om het EAPO
ten uitvoer te leggen overeenkomstig hoofdstuk 3; (e) tot welke hoogte op grond van het
nationale recht conservatoir beslag kan worden gelegd op gezamenlijke
rekeningen en derdenrekeningen als bedoeld in artikel 29; (f) de regels die van toepassing zijn op
bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn als bedoeld in artikel 32; (g) de forfaitaire vergoeding voor de banken
en de bevoegde autoriteit als bedoeld in de artikelen 30 en 31; (h) de plaats in de rangorde die is toegekend
aan bewarende maatregelen op grond van het nationale recht die gelijkwaardig
aan een EAPO zijn, als bedoeld in artikel 33. (i) bij welke bevoegde gerechten in de
lidstaat van tenuitvoerlegging een verzoek om heroverweging overeenkomstig de
artikel 34, lid 3, of artikel 36 kan worden ingediend; (j) de gerechtskosten voor het uitvaardigen
van een EAPO als bedoeld in artikel 43; (k) welke talen worden aanvaard voor de
vertaling van de in artikel 47 bedoelde stukken. 2. De lidstaten delen de
Commissie elke wijziging in de in lid 1 genoemde informatie onverwijld mee. 3. De Commissie maakt de haar
ingevolge dit artikel meegedeelde informatie met alle passende middelen
openbaar, met name via het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en
handelszaken, dat is opgericht bij Beschikking 2001/470/EG. Artikel 49
Wijziging van de bijlagen De Commissie krijgt overeenkomstig
artikel 50 de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen
betreffende de wijziging van de bijlagen. Artikel 50
Gedelegeerde handelingen 1. De bevoegdheid tot
vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend
volgens de in dit artikel vastgestelde voorwaarden. 2. De in artikel 49 bedoelde
bevoegdheidsdelegatie wordt de Commissie met ingang van de inwerkingtreding van
deze verordening voor onbepaalde tijd verleend. 3. De in
artikel 49 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees
Parlement of de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking maakt een
einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het
besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het
Publicatieblad van de Europese Unie of op een latere datum die in het besluit
wordt vermeld. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde
gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een
gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad
daarvan gelijktijdig in kennis. 5. Een krachtens artikel 49
vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als noch het Europees
Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van
kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar
heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of indien zowel het Europees
Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van deze termijn heeft
meegedeeld voornemens te zijn om geen bezwaar te maken. Op initiatief van het
Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd. Artikel 51
Toezicht en beoordeling 1. Uiterlijk [vijf jaar na de
datum waarop deze verordening van toepassing wordt] dient de Commissie bij het
Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een
verslag in over de toepassing van deze verordening. Dat verslag bevat een
beoordeling van de werking van de procedure en de tenuitvoerlegging van EAPO's
in de lidstaten. 2. Dit verslag gaat eventueel
vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze verordening. 3. Na
deze te hebben verzameld stellen de lidstaten de Commissie informatie ter
beschikking over: (a) het aantal verzoeken om een EAPO, het
aantal gevallen waarin het bevel werd uitgevaardigd en het bedrag waarop elk
bevel betrekking had; en (b) het aantal verzoeken om heroverweging op
grond van de artikelen 34, 35 en 36 en het resultaat van deze procedures. Hoofdstuk 6
Slotbepalingen Artikel 52
Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van
de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig de
Verdragen. Zij is van toepassing met ingang van
[24 maanden na de inwerkingtreding], met uitzondering van artikel 48,
dat van toepassing is met ingang van [12 maanden na de inwerkingtreding]. Gedaan te […] Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De
voorzitter De voorzitter HOOFDSTUK I EUROPEES BEVEL TOT
CONSERVATOIR BESLAG OP BANKREKENINGEN VERZOEKFORMULIER (artikel 8, lid 1, en
artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. XXX van het Europees Parlement en
de Raad tot vaststelling van een Europees bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in
burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken In te vullen door het gerecht Zaaknummer: Door het gerecht ontvangen op: ___/___/_____ BELANGRIJKE INFORMATIE
GELIEVE DE RICHTSNOEREN AAN HET BEGIN VAN ELK ONDERDEEL TE RAADPLEGEN – DIT ZAL
HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER VERGEMAKKELIJKEN Taal Vul het formulier in de taal van het gerecht waaraan u het verzoek
richt in. U wordt erop attent gemaakt dat het formulier beschikbaar is in alle
officiële talen van de instellingen van de Europese Unie op de website van de
Europese justitiële atlas: http://ec.europa.eu/justice_home/judicialatlascivil/html/index_nl.htm;
dit kan u behulpzaam zijn bij het invullen van het formulier in de vereiste
taal. Relevante
stukken Bij het
verzoek dient u alle relevante (bewijs)stukken te voegen, zoals overeenkomsten,
rekeningen, correspondentie tussen partijen etc. Nadat het Europees bevel tot conservatoir
beslag op bankrekeningen door de bank ten uitvoer is gelegd, wordt aan de
verweerder een afschrift van het vorderingsformulier en, waar nodig, van de
relevante (bewijs)stukken betekend of ter kennis gebracht. De verweerder zal
een verzoek tot heroverweging van het Europees bevel kunnen indienen. 1.
Gerecht
Gelieve hier het gerecht te vermelden waarbij u de
vordering aanhangig maakt. In vak 5 is een niet-limitatieve lijst van
mogelijke gronden voor bevoegdheid opgenomen. 1.1. Naam:
1.2. Straat en nummer/postbus:
1.3. Plaats en postcode:
1.4. Lidstaat: België (BE) □, Bulgarije (BU) □, Cyprus (CY) □,
Duitsland (DE) □, Estland (EE) □, Finland (FI) □, Frankrijk
(FR) □, Griekenland (EL) □, Hongarije (HU) □, Ierland (IE)
□, Italië (IT) □, Letland (LV) □, Litouwen (LT) □,
Luxemburg (LU) □, Malta (MT) □, Nederland (NL) □, Oostenrijk
(AT) □, Polen (PL) □, Portugal (PT) □, Roemenië (RO) □,
Slovenië (SI) □, Slowakije (SK) □, Spanje (ES) □,
Tsjechische Republiek (CZ) □, Verenigd Koninkrijk (UK) □, Zweden
(S) □ 2. Eiser In dit vak moet u als eiser uw gegevens en de gegevens van uw eventuele
vertegenwoordiger vermelden. U wordt erop attent gemaakt dat u niet verplicht
bent zich door een advocaat of een andere beoefenaar van een juridisch beroep
te laten vertegenwoordigen. In sommige landen volstaat het wellicht niet indien
u als adres alleen een postbus opgeeft en daarom dient u ook straatnaam, nummer
en postcode in te vullen. Indien u dit niet doet, kan dit ertoe leiden dat het
document niet wordt betekend of ter kennis wordt gebracht. Bij "Andere bijzonderheden" kan
informatie worden verstrekt die kan bijdragen tot de vaststelling van uw
identiteit, bijvoorbeeld uw geboortedatum, uw persoonlijke identiteitsnummer of
het registratienummer van uw bedrijf. 2.1. Naam, voornaam/bedrijfsnaam of naam van organisatie:
2.2. Straat en nummer/postbus:
2.3. Plaats en postcode:
2.4. Land (wanneer het om een lidstaat gaat, wordt u verzocht de in vak 1
aangegeven landencode te vermelden):
2.5. Telefoonnummer[30]:
2.6. E-mail[31]
2.7. De vertegenwoordiger van de eiser, indien van toepassing, en
contactgegevens*:
2.8. Andere bijzonderheden*: 3.
Verweerder
In dit vak moet u de gegevens van de verweerder en,
indien u die kent, de gegevens van zijn vertegenwoordiger vermelden. U wordt
erop attent gemaakt dat de verweerder niet verplicht is zich door een advocaat
of een andere beoefenaar van een juridisch beroep te laten vertegenwoordigen. In sommige landen volstaat het wellicht niet
indien u als adres alleen een postbus opgeeft en daarom dient u ook straatnaam,
nummer en postcode in te vullen. Indien u dit niet doet kan dit ertoe leiden
dat het document niet wordt betekend of ter kennis wordt gebracht. Indien u niet alle informatie kunt verstrekken
die niet als facultatief (*) is aangegeven, wordt u verzocht aanvullende
informatie te verstrekken in vak 4. 3.1. Naam, voornaam, (volgende voorna(a)m(en)*)/bedrijfsnaam of naam
van organisatie:
3.2. Straat en nummer/postbus:
3.3. Plaats en postcode:
3.4. Land (wanneer het om een lidstaat gaat, wordt u verzocht de in vak 1
aangegeven landencode te vermelden):
3.5. Telefoonnummer*:
3.6. E-mail*:
3.7. De vertegenwoordiger van de verweerder, indien u die kent, en
contactgegevens*: 4.
Nadere gegevens over de bankrekening van de verweerder Het is van
belang om zo veel mogelijk informatie over de bankrekening van de verweerder te
verstrekken om tijd en kosten te besparen. Indien u niet meer informatie kunt
verstrekken dan de in vak 4 onder punt 4.1 bedoelde informatie, kan de bevoegde
autoriteit in de lidsta(a)t(en) waar de rekening wordt aangehouden, proberen
aanvullende informatie te verkrijgen van de banken of uit de bestaande openbare
registers. Deze procedure zal echter enige tijd vergen en voor deze informatie
kunnen u eventueel kosten in rekening worden gebracht. Indien u conservatoir beslag op meer dan één
rekening wenst te laten leggen, wordt u verzocht gebruik te maken van extra
bladen. 4.1. Lidstaat waar de rekening wordt aangehouden (gelieve de in vak 1
aangegeven landencode te vermelden).
4.2. Naam van de bank: 4.3. Adres van de hoofdvestiging van de bank: straat en nummer/postbus,
plaats en postcode/land
4.4. Rekeningnummer: 4.5. Telefoonnummer/faxnummer van de bank*:
4.6. Andere bijzonderheden betreffende het soort rekening*:
Indien u geen andere informatie over de bankrekening kunt verstrekken
dan het land waar deze wordt aangehouden (4.1.) en ook niet bekend bent met het
volledige adres van de verweerder (punten 3.2.en 3.3. hierboven), is een van de
volgende aanvullende gegevens vereist: 4.7. Indien de verweerder een natuurlijk persoon is: 4.7.1. Geboortedatum van verweerder:
4.7.2. Nationale identiteitsnummer van verweerder:
4.7.3. Paspoortnummer van verweerder: 4.8. Indien de verweerder een rechtspersoon is, het nummer van die
rechtspersoon in het ondernemingenregister: 5. Rechtsbevoegdheid Heeft u reeds een beslissing, authentieke akte
of gerechtelijke schikking jegens de verweerder verkregen? Ja || ¨ Nee || ¨ Zo ja, ga verder met onderdeel 6. Zo nee, verstrek de volgende informatie in dit
vak en ga dan verder met onderdeel 7.
Uw verzoek moet worden ingediend bij het gerecht dat voor de behandeling van
het verzoek bevoegd is. Bevoegd tot het uitvaardigen van het Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen is het gerecht dat overeenkomstig de
respectieve instrumenten van Europees recht bevoegd is om met betrekking tot
het bodemgeschil. Informatie over de voorschriften inzake rechterlijke
bevoegdheid vindt u op de website van de Europese justitiële atlas: http://ec.europa.eu/justice_home/judicialatlascivil/html/index_nl.htm.
U kunt ook rechtstreeks een verzoek om een Europees bevel tot conservatoir
beslag op bankrekeningen indienen in de lidstaat waar de rekening wordt
aangehouden. Dit onderdeel
omvat een niet-limitatieve lijst van mogelijke gronden voor rechtsbevoegdheid
overeenkomstig de hiervoor genoemde verordening. Ook kunt u op de
webpagina http://ec.europa.eu/civiljustice/glossary/glossary_nl.htm
uitleg vinden over een aantal van de gehanteerde juridische termen. 5. Op welke grond acht u het gerecht bevoegd? || 5.1. Woonplaats van de verweerder || ¨ 5.2. Plaats van uitvoering van de opdracht || ¨ 5.3. Plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan || ¨ 5.4. Door de partijen overeengekomen keuze van het gerecht || ¨ 5.5. Plaats waar de bankrekening waarop conservatoir beslag moet worden gelegd, wordt aangehouden || ¨ 5.6. Andere (gelieve te specificeren) 6.
Bestaande beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte
6.1. Naam van het gerecht/andere autoriteit: 6.2. Datum uitspraak: 6.3. Munteenheid: □ Euro (EUR) □ Bulgaarse lev (BGN) □ Tsjechische kroon (CZK) □ Hongaarse forint (HUF) □ Litouwse litas (LTL) □ Letse lats (LVL) □ Poolse zloty (PLN) □ pond sterling (GBP) □ Roemeense leu (RON) □ Zweedse kroon (SEK) □ Andere (gelieve de ISO te vermelden): 6.4. Bedrag dat de verweerder volgens de gerechtelijke beslissing aan de eiser moet betalen 6.4.1. Hoofdsom: 6.4.2. □ Rente toegekend in de beslissing: – Bedrag:_____ dan wel – percentage … %. Rente te betalen vanaf … (dd/mm/jjjj) tot … (dd/mm/jjjj). □ Rente vanaf de datum van de beslissing: – percentage … %. 6.4.3. Door de verweerder te betalen kosten □ Nee □ Ja. Gelieve te specificeren welke kosten en het bedrag ervan te vermelden (gevorderd bedrag of reeds gemaakte kosten). □ Gerechtskosten: … □ Honoraria van advocaten: .… □ Kosten van betekening of kennisgeving van stukken: … □ Andere: … 6.5. Ik bevestig dat aan de beslissing, authentieke akte of gerechtelijke schikking nog niet is voldaan □ Ja 6.6. Is de beslissing, authentieke akte of gerechtelijke schikking in rechte uitvoerbaar in de lidstaat van tenuitvoerlegging of is dit/deze daar uitvoerbaar verklaard? □ Nee – gelieve verder te gaan met onderdeel 8. □ Ja – gelieve bij te voegen □ het ten behoeve van de tenuitvoerlegging door het gerecht of de bevoegde autoriteit krachtens het toepasselijke instrument van de Unie verstrekte certificaat, dan wel □ de uitvoerbaarverklaring en verder te gaan met onderdeel 9. || 7.
Bedrag van de vordering en de gronden voor de vordering (niet in te vullen indien u vak 6 heeft ingevuld)
Een Europees bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen kan worden uitgevaardigd wanneer u relevante feiten aanvoert die
redelijkerwijze met bewijzen worden gestaafd, zodat het gerecht uw vordering
jegens de verweerder gegrond kan achten voor wat betreft het bedrag waarvoor
een bevel wordt gevraagd. 7.1. Bedrag van de hoofdvordering:
7.2. Bedrag van de rente:
7.2.1. Rente berekend tot de dag van ingang:
7.2.2. Percentage … %.
7.3. Gronden waarop de vordering jegens de verweerder is gebaseerd:
7.4. Lijst van bewijsstukken (bijgevoegde schriftelijke
bewijsstukken): 8. Redenen waarom het Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen nodig is (niet
in te vullen indien u in vak 6, bij punt 6.5 met "ja" heeft
geantwoord): Het Europees bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen kan alleen worden uitgevaardigd indien u relevante feiten
aanvoert die aantonen dat de tenuitvoerlegging van een bestaande of toekomstige
titel jegens de verweerder waarschijnlijk zal worden belemmerd of wezenlijk
moeilijker zal worden gemaakt, met name vanwege het gevaar dat de verweerder
tegoeden op de bankrekening of -rekeningen waarop conservatoir beslag moet
worden gelegd, wegneemt, verbergt dan wel daarover beschikt. 8.1. Bestaat het gevaar dat de verweerder tegoeden op een
bankrekening wegneemt, verbergt of daarover beschikt; zo ja, gelieve nadere
informatie over de situatie te verstrekken:
8.2. Bestaat er anderszins een gevaar als bij het vorige punt
genoemd; zo ja, gelieve nadere informatie te verstrekken:
8.3. Lijst van bewijsstukken (bijgevoegde schriftelijke
bewijsstukken): 9. Andere gerechten waar een verzoek om
bewarende maatregelen aanhangig is gemaakt
U dient mee te delen of u bij een ander gerecht een
verzoek tot een bewarende maatregel heeft ingediend jegens dezelfde verweerder
en gericht op het waarborgen van dezelfde rechten en u dient het gerecht waar u
het verzoek om een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
heeft ingediend op de hoogte te houden van ieder ander Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen of iedere andere bewarende maatregel die
krachtens nationaal recht is uitgevaardigd.
9.1. Verzoeken om een ander Europees bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen
9.1.1. Naam van het gerecht:
9.1.2. Adres van het gerecht:
9.1.3. Referentienummer van het verzoek:
9.1.4. Wordt hetzelfde bedrag gevorderd als nu? □ Ja. □ Nee Indien dit niet het geval is, gelieve het
bedrag te vermelden van de andere vordering en de munteenheid: 9.2. Verzoeken om een nationale bewarende maatregel
9.2.1. Naam van het gerecht:
9.2.2. Adres van het gerecht:
9.2.3. Referentienummer van het verzoek:
9.1.4. Wordt hetzelfde bedrag gevorderd als nu? □ Ja. □ Nee Indien dit niet het geval is, gelieve het
bedrag te vermelden van de andere vordering en de munteenheid: 10.
Datum en handtekening
Vergeet u
niet om onderaan op de laatste bladzijde duidelijk uw naam te schrijven en het
verzoek te dateren en te ondertekenen. Hierbij
verzoek ik het gerecht om op basis van mijn vordering een Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen jegens de verweerder uit te vaardigen. Hierbij
verklaar ik de informatie in eer en geweten en naar waarheid te hebben
verstrekt. Gedaan te: Datum: ___/___/_____ Naam en
handtekening: Lijst
van bij dit verzoek gevoegde stukken:
BIJLAGE II EUROPEES BEVEL TOT
CONSERVATOIR BESLAG OP BANKREKENINGEN (artikel 21 van Verordening nr. (EG) XXX van het
Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van
schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken 1. Gerecht
van oorsprong 1.1 Naam: 1.2 Adres: 1.3 Straat en nummer/postbus: 1.4 Plaats en postcode: 1.5 Lidstaat AT □ BE □ BU □ CY □ CZ
□ DE □ EE □ EL □ ES □ FI □ FR □ HU
□ IE □ IT □ LT □ LU □ LV □ MT □ NL
□ PL □ PT □ RO □ SE □ SI □ SK □ UK
□ 1.6 Tel./fax/e-mail: 2. Eiser
2.1. Naam en voorna(a)m(en)/bedrijfsnaam
of naam van organisatie: 2.2. Adres: 2.2.1. Straat en nummer/postbus: 2.2.2. Plaats en postcode: 2.2.3. Land (wanneer het om een lidstaat
gaat, wordt u verzocht de in vak 1 aangegeven landencode te vermelden): 3. Verweerder 3.1. Naam en voorna(a)m(en)/bedrijfsnaam
of naam van organisatie: 3.2. Adres: 3.2.1. Straat en nummer/postbus: 3.2.2. Plaats en postcode: 3.2.3. Land (wanneer het om een lidstaat
gaat, wordt u verzocht de in vak 1 aangegeven landencode te vermelden): 4. Datum en referentienummer van
het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen 4.1. Datum 4.2. Referentienummer van het bevel 5. Bankrekeningen waarop
conservatoir beslag moet worden gelegd Het gerecht heeft bevolen dat op de volgende
bankrekening van de verweerder conservatoir beslag moet worden gelegd ter
hoogte van het bij punt 6.5 vermelde bedrag: 5.1. Informatie over de eerste
bankrekening waarop conservatoir beslag moet worden gelegd 5.1.1. Lidstaat waar de bankrekening wordt
aangehouden (gelieve de in vak 1 aangegeven landencode te vermelden): 5.1.2. Naam en adres van de bank: 5.1.3. Bankrekeningnummer: 5.2. Informatie over de tweede
bankrekening waarop conservatoir beslag moet worden gelegd: 5.2.1. Lidstaat waar de bankrekening wordt
aangehouden: 5.2.2. Naam en adres van de bank: 5.2.3. Bankrekeningnummer: (gelieve een afzonderlijk blad te gebruiken voor
extra rekeningen) Wanneer er conservatoir beslag op meer dan één
bankrekening is gelegd, is de eiser verplicht ervoor te zorgen dat elk bedrag
waarmee het bij punt 6.5 vermelde bedrag wordt overstegen, wordt gedeblokkeerd
(Artikel 28, lid 2). NOOT: Indien de eiser niet in staat was andere
informatie te verstrekken dan de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden,
kan dit bevel alleen maar worden ten uitvoer worden gelegd indien de
noodzakelijke informatie is verkregen door de bevoegde autoriteit in de
lidstaat van tenuitvoerlegging. 6. Bedrag waarop conservatoir
beslag wordt gelegd 6.1. Munteenheid □ Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) □
Tsjechische kroon (CZK) □ Hongaarse forint (HUF) □ Litouwse litas
(LTL) □ Letse lats (LVL) □ Poolse zloty (PLN) □
pond sterling (GBP) □ Roemeense leu (RON) □ Zweedse kroon (SEK) (PLN) □ Andere (gelieve de ISO-code te vermelden): 6.2. Hoofdsom: 6.3. Rente: 6.4. Kosten (waarin in de beslissing is
verwezen): 6.5. Totale bedrag waarop conservatoir
beslag wordt gelegd: 7. Zekerheid 7.1. Moet de eiser zekerheid stellen? □ Nee □ Ja, ten bedrage van Munteenheid □ Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) □
Tsjechische kroon (CZK) □ Hongaarse forint (HUF) □ Litouwse litas
(LTL) □ Letse lats (LVL) □ Poolse zloty (PLN) □
pond sterling (GBP) □ Roemeense leu (RON) □ Zweedse kroon (SEK) (PLN) □ Andere (gelieve de ISO-code te vermelden) 7.2 De tenuitvoerlegging zal worden
gestaakt indien de verweerder zekerheid stelt ten bedrage van: 8. Kosten 8.1. Munteenheid □ Euro (EUR) Bulgaarse lev (BGN) □
Tsjechische kroon (CZK) □ Hongaarse forint (HUF) □ Litouwse litas
(LTL) □ Letse lats (LVL) □ Poolse zloty (PLN) □ pond sterling
(GBP) □ Roemeense leu (RON) □ Zweedse kroon (SEK) (PLN) □ Andere (gelieve de ISO-code te vermelden) 8.2. Moet de verweerder de proceskosten
geheel of gedeeltelijk betalen? □ Nee □ Ja. Gelieve te specificeren welke
kosten en het bedrag ervan te vermelden (gevorderd bedrag of reeds gemaakte
kosten). □ Gerechtskosten: … □ Honoraria van advocaten: …. □ Kosten van betekening of kennisgeving
van stukken: … □ Andere: … 9. Duur van het
bevel Tenzij de eiser een bodemgeschil aanhangig maakt,
zal het bevel herroepbaar worden tot………………(datum) [30 dagen na de datum van
uitvaardiging van het bevel][32]
Gedaan te […]. Datum:
… ……………………………..
Handtekening en/of stempel BIJLAGE III Verklaring van de bank Informatie voor de bevoegde
autoriteit en de eiser over de tegoeden waarop ingevolge een Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen conservatoir beslag is gelegd (artikel 27, lid 1, van Verordening nr. (EG) XXX van
het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van
schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken Deze informatie moet naar de bevoegde
autoriteit en de eiser worden gestuurd op een beveiligde elektronische wijze of
per post.
1.
gerecht van oorsprong
1.1.
Naam:
1.2.
Adres:
1.2.1.
Straat en nummer/postbus:
1.2.2.
Plaats en postcode:
1.2.3.
Lidstaat
AT □ BE □ BU □ CY □ CZ
□ DE □ EE □ EL □ ES □ FI □ FR □ HU
□ IE □ IT □ LT □ LU □ LV □ MT □ NL
□ PL □ PT □ RO □ SE □ SI □ SK □ UK
□ 2. Door gerecht van oorsprong
uitgevaardigd Europees bevel 2.1. Referentienummer van het Europees
bevel: 2.2. Totaal bedrag waarop conservatoir
beslag moet worden gelegd: 3. Eiser 3.1. Naam en voorna(a)m(en)/bedrijfsnaam
of naam van organisatie: 3.2. Adres: 3.2.1. Straat en nummer/postbus: 3.2.2. Plaats en postcode: 3.2.3. Land (wanneer het om een lidstaat
gaat, wordt u verzocht de in vak 1 aangegeven landencode te vermelden): 3.3. E-mail: 4. Verweerder 4.1. Naam en voorna(a)m(en)/bedrijfsnaam
of naam van organisatie: 4.2. Adres: 4.2.1. Straat en nummer/postbus: 4.2.2. Plaats en postcode: 4.2.3. Land (wanneer het om een lidstaat
gaat, wordt u verzocht de in vak 1 aangegeven landencode te vermelden): 5. Tegoeden waarop conservatoir beslag
is gelegd 5.1. Naam van de bank: 5.2. Adres van de bank: 5.3. Lidstaat
(gelieve de in vak 1 aangegeven landencode te vermelden): 5.4 Tel./fax/e-mail
van de bank: 5.5. Bedrag waarop conservatoir beslag is gelegd: Gedaan te […]. Datum:
… ……………………………..
Handtekening en/of stempel BIJLAGE
IV VERZOEK OM HEROVERWEGING (Artikelen 34, 35 en 36 van Verordening nr. (EG) XXX
van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees bevel
tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van
schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken BELANGRIJKE INFORMATIE Taal
Vult u dit formulier in de taal van het gerecht
waaraan u het verzoek richt in. U wordt erop attent gemaakt dat het formulier
beschikbaar is in alle officiële talen van de instellingen van de Europese Unie
op de website van de Europese justitiële atlas: http://ec.europa.eu/justice_home/judicialatlascivil/html/index_nl.htm;
dit kan u behulpzaam zijn bij het invullen van het formulier in de vereiste
taal.
1.
Verzoeker
1.1.
Naam en
voorna(a)m(en)/bedrijfsnaam of naam van organisatie:
1.2.
Adres:
1.2.1.
Straat en nummer/postbus:
1.2.2.
Plaats en postcode:
1.2.3.
Land (wanneer het om een lidstaat gaat, wordt u
verzocht de in vak 2 aangegeven landencode te vermelden):
2.
gerecht van oorsprong (het gerecht dat het Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen heeft uitgevaardigd)
2.1.
Naam:
2.2.
Adres:
2.2.1.
Straat en nummer/postbus:
2.2.2.
Plaats en postcode:
2.2.3.
Lidstaat
AT □ BE □ BU □ CY □ CZ
□ DE □ EE □ EL □ ES □ FI □ FR □ HU
□ IE □ IT □ LT □ LU □ LV □ MT □ NL
□ PL □ PT □ RO □ SE □ SI □ SK □ UK
□
3.
Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen:
3.1.
Datum en
referentienummer:
3.2.
Totaal bedrag waarop
conservatoir beslag moet worden gelegd:
4.
Lidstaat van tenuitvoerlegging
Lidstaat waar het bevel ten uitvoer is gelegd
(gelieve de in vak 2 aangegeven landencode te vermelden):
5.
Eiser
5.1.
Naam en
voorna(a)m(en)/bedrijfsnaam of naam van organisatie:
5.2.
Adres:
5.2.1.
Straat en nummer/postbus:
5.2.2.
Plaats en postcode:
5.2.3.
Land (wanneer het om een lidstaat gaat, wordt u
verzocht de in vak 2 aangegeven landencode te vermelden):
Verzoek om
een heroverweging In de meeste
gevallen moet een verzoek tot heroverweging van een Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen worden ingediend bij het gerecht van
oorsprong. Dit is het geval wanneer u een van de in vak 6 hieronder
genoemde bezwaren wil aanvoeren, met name bezwaren tegen het bestaan of het
bedrag van de vordering of tegen het gevaar van onttrekking van tegoeden. Indien u tegen
de tenuitvoerleggingsprocedure een van de in vak 7 hieronder genoemde
bezwaren wil aanvoeren, met name inzake de niet voor beslag vatbare bedragen,
dient u uw verzoek te richten tot het gerecht in de lidstaat van
tenuitvoerlegging. Indien u
bent gedagvaard in uw hoedanigheid van consument, werknemer of verzekerde, kunt
u uw verzoek voor heroverweging indienen bij het bevoegde gerecht in de
lidstaat waar u uw gewone verblijfplaats heeft. Indien dit het geval is,
gelieve in vak 6 en/of vak 7 de bezwaren aan te kruisen die u wilt opwerpen en
het hokje aan te kruisen in vak 8.
6.
verzoek om heroverweging bij het gerecht van oorsprong
N.B. Indien het Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen werd uitgevaardigd op grond van een
jegens u bestaande beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte,
heeft u alleen het recht om de bij de punten 6.1.1, 6.1.2 en 6.2 genoemde
bezwaren aan te voeren. Hierbij dien ik een verzoek in tot
heroverweging van het Europees bevel op grond dat (gelieve het toepasselijke
hokje aan te kruisen) 6.1. niet aan de voorwaarden voor
uitvaardiging van het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
is voldaan; omdat: 6.1.1. □ de verordening niet van
toepassing is op eisers vordering/beslissing (artikel 2) 6.1.2. □ het gerecht van oorsprong niet
bevoegd is (artikel 6 of artikel 14, lid 1) 6.1.3. □ de vordering van eiser
ongegrond is (artikel 7, lid 1); gelieve te motiveren: 6.1.4. □ er geen gevaar bestaat dat
tegoeden op de bankrekening worden weggenomen of verborgen dan wel dat daarover
wordt beschikt (artikel 7, lid 2); gelieve te motiveren: 6.2. □ 6.3. □ de eiser ertoe had
moeten worden verplicht zekerheid te stellen dan wel een hogere zekerheid dan
die waartoe het gerecht heeft bevolen (gelieve te motiveren): 6.4 □ de eiser het bodemgeschil niet
aanhangig heeft gemaakt binnen 30 dagen na de datum van uitvaardiging van het
bevel of binnen de kortere termijn die het uitvaardigende gerecht heeft
vastgesteld.
7.
verzoek om heroverweging in de lidstaat van tenuitvoerlegging
N.B. Indien het Europees bevel tot
conservatoir beslag op bankrekeningen werd uitgevaardigd op grond van een
jegens u bestaande beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte,
heeft u geen recht om de bij punt 7.4 genoemde bezwaren aan te voeren. Ik dien hierbij een verzoek in tot
heroverweging van de tenuitvoerlegging van het Europees bevel op grond dat (gelieve
het toepasselijke hokje aan te kruisen) 7.1. het Europees bevel in strijd met de
wetgeving van de lidstaat van tenuitvoerlegging ten uitvoer is gelegd omdat: 7.1.1. □ ondanks het feit dat de
verweerder er recht op heeft dat een bepaald bedrag niet vatbaar is voor
beslag, nu ook op dat bedrag geheel of gedeeltelijk conservatoir beslag is
gelegd. 7.1.2. □ de rekening van de verweerder
is vrijgesteld van tenuitvoerlegging op grond van de wetgeving inzake de
vrijstelling van tenuitvoerlegging. 7.2. □ het Europees bevel moet worden
ingetrokken omdat in de lidstaat van tenuitvoerlegging een beslissing is
gegeven waarbij de vordering van de eiser is afgewezen. 7.3. □ het Europees bevel nietig moet
worden verklaard op grond dat de gerechtelijke schikking of authentieke akte in
de lidstaat van herkomst nietig is verklaard. 7.4. □ de eiser het bodemgeschil niet
aanhangig heeft gemaakt binnen 30 dagen na de datum van uitvaardiging van het
bevel of binnen de kortere termijn die het uitvaardigende gerecht heeft
vastgesteld. 7.5. □ het Europees bevel moet worden
opgeschort op grond dat de afdwingbaarheid van de beslissing, gerechtelijke
schikking of authentieke akte in de lidstaat van herkomst is opgeschort.
8.
verzoek om heroverweging in de lidstaat waar de verweerder zijn
woonplaats heeft
Het Europees bevel tot conservatoir beslag op
bankrekeningen is jegens mij uitgevaardigd in mijn hoedanigheid van □ consument □ werknemer □ verzekerde Gedaan te:
… Datum
(dd/mm/jjjj): Naam van de
verzoeker of de gemachtigde vertegenwoordiger Hierbij verklaar ik de informatie in eer en
geweten en naar waarheid te hebben verstrekt. Handtekening: [1] Aangenomen op de vergadering van de Europese Raad van
10 en 11 december 2009. [2] COM(2010) 171, 20.4.2010. [3] PB C 33 van 31.1.1998, blz. 3. [4] PB C 12 van 15.1.2001, blz. 1. [5] PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. [6] Voorstel voor een Verordening van het Europees
Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en
de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
(Herschikking), COM(2010) 748, van 14.12.2010. [7] Plenaire EP-zitting van 10 mei 2011. JURI-document
2009/2169(INI) van 16.2.2011, rapporteur Arlene McCarthy (S-D/UK). [8] Arrest van 21 mei 1980 in zaak 125/79, Denilauler. [9] Tijdens
de bijeenkomst van de Europese Raad op 26 maart 2010 hebben de leiders van de
Europese Unie hun plannen uiteengezet voor "Europa 2020", een
strategie om het concurrentievermogen te versterken en meer groei en banen te
creëren, [10] COM(2006) 618. [11] "Improving the enforcement of judicial decisions
in the European Union: transparency of the debtor's assets, attachment of bank
accounts; provisional enforcement and protective measures",
http://ec.europa.eu/civiljustice/publications/docs/enforcement_judicial_decisions_180204_en.pdf [12] "Study for an Impact Assessment on a draft
legislative proposal on the attachment of bank accounts", CSES London,
verschijnt binnenkort. [13] Handelsgeschillen en grensoverschrijdende invordering
van schuldvorderingen http://ec.europa.eu/yourvoice/ebtp/consultations/2010/cross-border-debt-recovery/index_nl.htm
[14] De bij Verordening (EG) nr. 861/2007 vastgestelde
Europese procedure voor geringe vorderingen en de bij Verordening (EG) nr.
1896/2006 vastgestelde Europese betalingsbevelprocedure. [15] Mededeling van de Commissie, COM(2010) 573 van
19.10.2010. [16] PB C , , blz. . [17] PB C 12 van 15.1.2001, blz. 1. [18] COM(2006) 618. [19] PB C 115 van 4.5.2010, blz. 1. [20] PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79. [21] PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1. [22] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 319. [23] PB L 166 van 11.6.1998, blz. 47. [24] PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1. [25] PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6. [26] PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. [27] PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25. [28] PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79. [29] PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. [30] Facultatief [31] Facultatief [32] Dit is alleen van toepassing
indien het bevel is gegeven vóór het bodemgeschil aanhangig is gemaakt.