EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011DC0682
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEEAND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Social Business InitiativeCreating a favourable climate for social enterprises, key stakeholders in the social economy and innovation
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S Initiatief voor sociaal ondernemerschapBouwen aan een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale economie en innovatie
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S Initiatief voor sociaal ondernemerschapBouwen aan een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale economie en innovatie
/* COM/2011/0682 definitief */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S Initiatief voor sociaal ondernemerschapBouwen aan een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale economie en innovatie /* COM/2011/0682 definitief */
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave. 1 1..... Waarom dit initiatief van de Commissie?. 2 2..... Sociale ondernemingen profiteren onvoldoende van de interne markt 5 3..... Actieplan voor steun aan sociaal ondernemerschap in Europa.. 6 3.1. Verbeteren
van de toegang tot financiering. 7 3.1.1. Bevorderen van de toegang tot particuliere financiering. 7 3.1.2. Inzetten van Europese fondsen. 8 3.2. Verbeteren
van de zichtbaarheid van sociaal ondernemerschap. 9 3.2.1. Ontwikkelen van instrumenten om de sector meer bekendheid te geven en
sociaal ondernemerschap zichtbaarder te maken. 9 3.2.2. Verbeteren van managerscapaciteiten, professionalisering en ontwikkelen
van netwerken van sociale ondernemers. 9 3.3. Verbeteren
van wetgeving. 10 3.3.1. Ontwikkelen van aangepaste Europese rechtsvormen die door het Europees
sociaal ondernemerschap zouden kunnen worden gebruikt 10 3.3.2. Overheidsopdrachten. 11 3.3.3. Staatssteun. 11 4..... Naast het actieplan: bespreken van andere ideeën.. 12 5..... Conclusie. 13
1.
Waarom dit initiatief van de Commissie?
De interne markt heeft nood aan een nieuwe en
inclusieve groei, gericht op werkgelegenheid voor allen. Nu de Europese burger
steeds vaker wil dat zijn werk, consumptie, spaargeld en beleggingen grotere
"ethische" en "sociale" effecten en betekenis krijgen, moet
deze ontwikkeling daar bij aansluiten. Om de "sociale markteconomie met groot
concurrentievermogen" te steunen, heeft de Commissie de sociale economie
en sociale innovatie - zowel waar het gaat om territoriale
samenhang als om het zoeken naar originele oplossingen voor maatschappelijke
problemen, waaronder met name de bestrijding van armoede
en uitsluiting - een centrale plaats gegeven in haar Europa
2020-strategie[1], in het kerninitiatief "Innovatie-Unie"[2], in het Europees platform
tegen armoede en sociale uitsluiting[3] en in de "Akte voor de interne markt"[4] (AIM). Bij de publieke raadpleging voor de AIM[5] bleek er grote belangstelling te bestaan voor het vermogen van sociale
ondernemingen en de sociale economie in het algemeen om met innovatieve
oplossingen te komen voor de huidige economische en sociale problemen en in
sommige gevallen de huidige problemen op milieugebied, in de vorm van blijvende
en niet makkelijk te verplaatsen werkgelegenheid, sociale integratie,
verbetering van lokale sociale diensten, territoriale samenhang enz.. Een sociale onderneming, deelnemer in de
sociale economie, is een onderneming die vooral een sociaal effect beoogt, en
niet zozeer een zo groot mogelijke winst voor de eigenaren of de
aandeelhouders. Zij is actief op de markt en levert goederen en diensten op
een ondernemers- en innovatieve wijze, waarbij zij de winsten in hoofdzaak voor
het realiseren van sociale doelstellingen aanwenden. Zij wordt op een
verantwoorde en transparante wijze bestuurd, waarbij met name de werknemers,
consumenten en de door haar commerciële activiteiten beïnvloede partijen worden
betrokken[6]. Onder "sociale
ondernemingen" verstaat de Commissie dan ook ondernemingen[7]: ·
die hun commerciële activiteiten baseren op een
sociale of maatschappelijke doelstelling van algemeen belang, hetgeen zich vaak
vertaalt in een hoge mate van sociale innovatie, ·
die het grootste deel van de winst weer in de
verwezenlijking van dit sociale doel investeren, ·
die in hun organisatie of eigendomsstructuur een afspiegeling
zijn van hun missie en daarin stoelen op democratische of
participatiebeginselen, of zijn gericht op sociale rechtvaardigheid[8]. Het kan dan gaan om: · ondernemingen die sociale diensten verrichten en/of goederen en
diensten leveren aan een kwetsbaar publiek (toegang tot huisvesting, zorg, hulp
voor bejaarden of gehandicapten, integratie van kwetsbare groepen,
kinderopvang, toegang tot werkgelegenheid en scholing, verslavingszorg, enz.);
en/of ·
ondernemingen die met de wijze waarop zij goederen
of diensten produceren een sociaal doel nastreven (sociale en arbeidsintegratie
door toegang tot werk voor mensen die met name achterstanden hebben vanwege hun
lage opleiding of sociale of beroepsmatige problemen met uitsluiting en
marginalisatie tot gevolg) maar waarvan de activiteiten andere dan sociale
goederen of diensten kunnen omvatten. De sociale economie biedt
in de EU werk aan meer dan 11 miljoen mensen, oftewel 6% van de totale
werkgelegenheid[9]. Zij omvat entiteiten met een specifieke rechtsvorm (coöperaties,
stichtingen, verenigingen, onderlinge maatschappijen) en waarvan vele ook
sociale ondernemingen zijn gezien de hierboven vermelde kenmerken, alsook
sociale ondernemingen in de vorm van particuliere
ondernemingen of gewone naamloze vennootschappen. De specifieke rechtsvormen
van de sociale economie zijn bijzonder geschikt voor sociale ondernemingen
omdat hun bestuursvorm participatie en openheid bevordert. In
een onderzoek uit 2009[10] wordt het deel van de actieve bevolking dat betrokken is bij sociaal
ondernemerschap[11] in België op 4,1% geschat, in Finland op 7,5%, in Frankrijk op 3,1%,
in Italië op 3,3%, in Slovenië op 5,4% en in het Verenigd Koninkrijk op 5,7%.
Zo zou ongeveer één op de vier ondernemingen die in Europa worden opgericht een
sociale onderneming zijn. In België, Finland en Frankrijk is dit een op de drie[12]. Deze ondernemingen zijn vaak productiever en concurrerender dan men
zou denken. Dat heeft te maken met de zeer sterke persoonlijke betrokkenheid
van hun werknemers en met de betere arbeidsomstandigheden die zij bieden[13]. Omdat zij met sociale innovatie inspelen op
behoeften waaraan nog niet is voldaan, dragen sociale ondernemingen zo bij aan
intelligente groei. Door de aandacht voor hun milieueffecten en hun
langetermijnvisie geven zij vorm aan duurzame groei. Door hun accent op het
menselijke aspect en de sociale samenhang vormen zij het hart van een
inclusieve groei. Anders gezegd: zij ontlenen hun bestaansrecht aan het feit
dat zij sociale en economische veranderingen teweegbrengen die een bijdrage
leveren aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Deze mededeling
past in het kader van stimulering en waardering van sociale innovatie waartoe
Commissievoorzitter Barroso in 2009 de aanzet gaf[14]. Sociale ondernemingen
hebben zeer uiteenlopende kenmerken en vertolken vaak een bijzonder groot
gevoel van verantwoordelijkheid voor de samenleving en het milieu. Het
initiatief voor sociaal ondernemerschap is een aanvulling op de mededeling van
de Commissie over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), die eveneens
vandaag is aangenomen[15] en deze ondernemingen ook meer mogelijkheden zal bieden om hun
toegevoegde maatschappelijke waarde beter te doen gelden. Enkele voorbeelden van sociale ondernemingen in Europa In Italië biedt een medisch centrum hoogwaardige gespecialiseerde hulp,
met onder meer culturele bemiddeling, vooral in gebieden die slecht worden
bediend door de overheidsdiensten, met bijzondere nadruk op mensen in
sociaaleconomisch kwetsbare situaties (bijvoorbeeld immigranten). In Roemenië biedt een onderneming met vijf werknemers en vijf
vrijwilligers sinds 1996 voor blinden culturele diensten in de Roemeense taal
aan. Daarbij wordt het materiaal (vooral luisterboeken en bewerkte films)
afgestemd op een doelgroep van naar schatting 90 000 mensen. In Frankrijk introduceerde een onderneming in 2004 een innovatief
concept voor het "waterloos" wassen van auto's, met biologisch
afbreekbare middelen. Het bedrijf werkt met mensen zonder opleiding of uit
achterstandssituaties om ze te re-integreren op de arbeidsmarkt. In Hongarije opende een stichting een restaurant waar gehandicapten
werken (40 mensen). Zij krijgen een opleiding en er wordt voor
kinderopvang gezorgd. Het doel is om deze mensen te laten instromen naar vast
werk. In Nederland leert een onderneming mensen spelenderwijs lezen met
behulp van innovatieve digitale leermiddelen. De methode is bijzonder geschikt
voor hyperactieve of autistische kinderen, maar ook voor analfabeten en
immigranten. In Polen heeft een sociale coöperatie van twee verenigingen langdurig
werklozen en gehandicapten in dienst en biedt zij op de markt een uiteenlopend
pakket van diensten aan: maaltijd- en cateringverzorging, klussendiensten en
combinaties van werk en re‑integratietrajecten voor mensen uit achterstandssituaties. In haar benadering van deze gediversifieerde
sector wil de Commissie geen normatieve definitie geven die aan iedereen zou
worden opgelegd en op een reglementair keurslijf zou neerkomen. Zij stelt een
beschrijving voor die gebaseerd is op beginselen die de meeste lidstaten gemeen
hebben en waarmee zij de diversiteit aan politieke, economische en sociale
keuzes alsook het innovatievermogen van sociale ondernemers wil eerbiedigen. Dit is de reden waarom de Commissie alleen in
voorkomend geval en in nauw overleg met de vertegenwoordigers van de sector een
preciezere definitie zal aannemen indien regelgevende of stimulerende
maatregelen vereisen dat het toepassingsgebied nauwkeurig wordt omschreven. De Commissie wil de ontwikkeling van sociale
ondernemingen ondersteunen, van hun ervaringen leren en deze aan de economie
als geheel ten goede te laten komen. Met deze mededeling streeft de Commissie
twee doelen na: ·
Presenteren van een actieplan voor de korte
termijn, om de ontwikkeling te stimuleren van sociale ondernemingen, die een
vitale rol spelen in de sociale economie en bij sociale innovatie. ·
Openen van de discussie over ideeën voor de
middellange/lange termijn.
2.
Sociale ondernemingen profiteren onvoldoende van de
interne markt
De mogelijkheden voor
groei en verdere verspreiding van het model van sociale ondernemingen op de
interne markt worden nog onvoldoende benut. Ze stuiten echter op belemmeringen
die in meerdere rapporten werden vastgesteld[16],
waaronder het meest recente rapport van midden 2010 van het BEPA[17]. Meestal hebben zij te
maken met dezelfde problemen als willekeurige andere mkb‑bedrijven, en kunnen
zij dus gebruikmaken van de initiatieven van de Small Business Act
voor Europa[18]. Maar ze hebben ook te kampen met specifieke problemen. Sociale ondernemingen
moeten echter, evenzeer als andere ondernemingen, kunnen profiteren van de
voordelen van de interne markt. Dit slaat uiteraard op de grootste structuren,
die zich op continentaal niveau of zelfs alleen over de grenzen heen kunnen ontwikkelen.
Maar de kleine sociale ondernemingen, die a priori alleen in de plaatselijke
actie verankerd zijn, worden eveneens rechtstreeks door de regels van de
interne markt beïnvloed, op het vlak van de regelgeving voor het bankwezen, de
toegang tot de Structuurfondsen, of de uitvoering van de regels voor de
overheidsopdrachten. Sociale ondernemingen
ondervinden op de eerste plaats problemen bij het aantrekken van
financiering. De behoefte aan financiering verschilt per
ontwikkelingsniveau (steun voor het idee, ontwikkeling van een proefproject of
prototype, grootschalige ontwikkeling). De voorwaarden voor het uitkeren van
winst of het in dienst nemen van werknemers uit achterstandsgroepen geven
schuldeisers of potentiële investeerders vaak het gevoel dat die ondernemingen
meer risico lopen en minder rendabel zijn dan andere. Nog meer dan andere
ondernemingen hebben sociale ondernemingen te maken met de tekortkomingen van
de financiële markten (versnippering, ontbreken van pan-Europese platforms voor
lenen enz.). Zo hebben de investeerders geen duidelijkheid over de werkelijke
sociale impact van bepaalde fondsen voor solidaire beleggingen. De toegang tot
overheidsfondsen wordt nog vaak belemmerd door te starre of te bureaucratische
regelingen. Zo kunnen sociale ondernemingen bijvoorbeeld moeilijkheden
ondervinden bij de toegang tot de Structuurfondsen terwijl de
beheersautoriteiten slechts projecten financieren die betrekking hebben op
korte perioden. Zowel op nationaal als Europees niveau zijn de programma's door
hun grote aantal moeilijk toegankelijk voor kleine organisaties. Dit verschijnsel wordt nog
versterkt door de geringe erkenning voor het sociaal ondernemerschap.
Het gebrek aan contact tussen spelers uit verschillende regio's of landen
belemmert de verspreiding van goede werkwijzen, de totstandkoming van
partnerschappen en het ontdekken van nieuwe afzetmogelijkheden. In de Europese
onderwijssystemen wordt het sociaal ondernemerschap nog ondergewaardeerd. Wil
het echter geloofwaardiger worden, dan zal het onderdeel moeten worden van
basis- en voortgezette opleidingen. Een toenemend aantal jonge afgestudeerden
kiezen ervoor zich voor het sociaal ondernemerschap in te zetten, maar door de
geringe bekendheid ervan wordt deze ervaring door de traditionele ondernemingen
niet voldoende naar waarde geschat. Dit fenomeen wordt nog versterkt door de
diversiteit aan definities in Europa, hetgeen ook verklaart waarom de
beschikbare gegevens zo heterogeen zijn. Het concept wordt niet altijd
gedefinieerd en als dit wel gebeurt, dekt de definitie niet de realiteit in elk
land. Vaak zijn deze gegevens oud, gefragmenteerd en niet geharmoniseerd, waardoor aanpassing en coördinatie van
overheidsbeleid moeizaam verlopen. Hierdoor wekt het geen
verbazing dat er in de regelgeving op Europees en nationaal niveau niet
altijd voldoende rekening wordt gehouden met de specifieke eigenschappen van
sociale ondernemingen, met name wat regels voor overheidsopdrachten of
bestaande statuten betreft. Daardoor zijn de investeerders moeilijker te
interesseren, hebben die ondernemingen minder goed toegang tot subsidies of
overheidsopdrachten en moeten zij soms ingewikkelde juridische constructies
gebruiken. Zo komt het voor dat sociale ondernemingen die niet de vorm van een
vereniging hebben, niet van door de overheidslichamen aan verenigingen
aangeboden faciliteiten kunnen profiteren.
3.
Actieplan voor steun aan sociaal ondernemerschap in
Europa
Om iets aan deze problemen
te doen, ontwikkelen de Europese Unie en de internationale organisaties al
grensoverschrijdend beleid in het kader van de sociale economie, naast gerichte
programma's waarmee sociale ondernemingen en sociale innovatie kunnen worden
ondersteund. In een werkdocument van de diensten van de Commissie, dat
gelijktijdig met deze mededeling wordt gepubliceerd, wordt een overzicht
gegeven van alle bestaande maatregelen en van een aantal ervaringen uit het
buitenland die de Europese Unie mogelijk tot inspiratie kunnen dienen. Om sociale ondernemingen de kans te bieden om
hun potentieel volledig te benutten, doet de Commissie daarnaast een voorstel
voor een actieplan dat past binnen de algemene steun voor sociale innovatie en
dat de opbouw van een aangepaste “leefomgeving” voor sociale ondernemingen
bevordert, in nauwe samenwerking met de betrokken partijen uit de sector en de
lidstaten. De Commissie stelt daarom voor om elf
kernmaatregelen te nemen, waarmee zij voor eind 2012 een begin zal maken.
3.1.
Verbeteren van de toegang tot financiering
3.1.1.
Bevorderen van de toegang tot particuliere
financiering
De Commissie is van mening dat het stelsel
voor de financiering van sociale ondernemingen onvoldoende ontwikkeld is in
vergelijking met het stelsel waarvan andere ondernemingen gebruik kunnen maken. Er komen echter steeds
meer investeerders die sociale of milieuresultaten willen koppelen aan hun
legitieme streven naar een financieel rendement op hun investeringen en steun
geven aan de verwezenlijking van doelstellingen van algemeen belang voor de
lange termijn. Naast het maatschappelijk
verantwoord investeren, waarover voorstellen worden gedaan in de mededeling
over MVO[19], zou een Europees instrument voor steun aan de financiering van
sociale ondernemingen publieke en private partijen stimuleren om meer in deze
ondernemingen te investeren met deelnemingen in het kapitaal of leningen. Het zou wenselijk zijn de
regelgeving zodanig aan te passen dat de oprichting van dergelijke
investeringsvehikels op Europees niveau mogelijk wordt. Overigens verheugt het de Commissie dat het
Europees Investeringsfonds[20] de mogelijkheid onderzoekt om begin 2012 een speciaal loket voor
"eigen vermogen" te openen (ESIEF[21]) voor
investeringen in fondsen met sociale doelstellingen. Deze pilootactie zou het
nieuwe Europese financieel instrument kunnen voorbereiden dat door de Commissie
op 6 oktober 2011 werd voorgesteld (kernactie 3). De toegang tot krediet is
voor veel sociale ondernemingen een voorwaarde voor hun oprichting en
ontwikkeling. Omdat zij echter onbekend zijn of verondersteld worden meer
risico te lopen, hebben zij nog meer dan het mkb problemen bij het aantrekken
van de benodigde middelen. De Commissie stelt ook
vast dat de twee pijlers van de regelgeving uit de mededeling van 2007 over de
bevordering van microkredieten[22] (verbetering van de juridische en institutionele omgeving en
totstandbrenging van een gunstig klimaat voor ondernemersgeest) op nationaal
niveau onvoldoende ontwikkeld zijn. Kernactie 1.
· Zoals aangekondigd in de AIM voor eind 2011 een voorstel doen voor
een Europees wettelijk kader voor ethische beleggingsfondsen, om de toegang van
sociale ondernemingen tot de financiële markten te bevorderen, rekening
houdend met de uitgevoerde publieke raadpleging en de effectbeoordeling. Het
doel is om de oprichting van speciale fondsen te stimuleren, die dan op de hele
interne markt actief kunnen zijn. Kernactie 2. · Naast het blijven bevorderen van de toegang tot microkredieten door het
Europees instrument voor microfinanciering Progress en het ontwikkelen
van dit instrument door de versterking van institutionele capaciteiten in het
kader van het Programma van de Europese Unie voor sociale verandering en innovatie
voor de periode 2014‑2020[23], de ontwikkeling van het juridisch en institutioneel kader van de
microkredieten beter analyseren, stimuleren en bevorderen.
3.1.2.
Inzetten van Europese fondsen
De ervaringen met de
werking van de Structuurfondsen moeten met de nationale beheersautoriteiten
worden samengevat, beoordeeld en besproken, om de lidstaten te stimuleren
sociale ondernemingen in de volgende programmeringsperiode ruimer en
doelmatiger te ondersteunen. Ter aanvulling zal de Commissie een specifieke
financieringsmaatregel voor sociale ondernemingen uitwerken. Kernactie 3. · In het kader van het programma van de Europese Unie voor sociale
verandering en innovatie heeft de Commissie de instelling van een
Europees financieel instrument van 90 miljoen euro ter bevordering van de
toegang van sociale ondernemingen tot financiering voorgesteld voor het
oprichten van dergelijke ondernemingen, hun ontwikkeling en hun groei, door
investeringen in fondsen voor solidaire beleggingen, die
eigen-vermogensinstrumenten en schuldinstrumenten ter beschikking stellen. Kernactie 4.
· De Commissie heeft de expliciete invoering van een
investeringsprioriteit "sociale ondernemingen" in de ESF‑ en
EFRO-verordeningen met ingang van 2014[24] voorgesteld, om een rechtsgrondslag te
verstrekken en om de lidstaten en regio's toe te staan gerichte acties in hun
ESF- en EFRO‑programma's 2014-2020 op te nemen.
3.2.
Verbeteren van de zichtbaarheid van sociaal
ondernemerschap
3.2.1.
Ontwikkelen van instrumenten om de sector meer
bekendheid te geven en sociaal ondernemerschap zichtbaarder te maken
Alle betrokkenen gaven aan
dat zij vooral willen kunnen beschikken over snelle en eenvoudige toegang tot
de aanwezige informatie over sociale ondernemingen, zodat ervaringen kunnen worden
uitgewisseld en goede werkwijzen kunnen worden verspreid. Hierbij gaat het er
vooral om dat men moet kunnen beschikken over middelen waarmee de effecten en
de sociale prestaties van deze activiteiten kunnen worden beoordeeld en benut
(bijvoorbeeld op basis van de ervaringen van bepaalde lidstaten die
satellietrekeningen hebben ontwikkeld waarmee statistieken kunnen worden
verzameld over sociale ondernemingen, waaronder met name coöperaties en
onderlinge maatschappijen). Om deze problemen op te lossen kan mogelijk met
keurmerken of certificeringen worden gewerkt. Verder is het van belang om
sociaal ondernemerschap met name onder jongere generaties te bevorderen. Kernactie 5.
· Inventariseren van goede werkwijzen en reproduceerbare modellen, door samen met de betrokken partijen alle sociale ondernemingen in
Europa in kaart te brengen. Hierbij zou moeten worden gekeken naar hun
eigenschappen, economische modellen, economische gewicht, grensoverschrijdend
ontwikkelingspotentieel, de inhoud van en criteria voor rechtsvormen en fiscale
regelingen en bestaande keurmerken. Kernactie 6.
· Inrichten van een openbare databank met keurmerken en certificeringen voor sociale ondernemingen in Europa, om hun zichtbaarheid en
vergelijkbaarheid te verbeteren. Kernactie 7.
· Het wederzijds leren en de versterking van de bevoegdheden van de
nationale en regionale overheden bevorderen voor het
instellen van strategieën van totale bijstand, bevordering en financiering van
sociale ondernemingen, met name in het kader van de Structuurfondsen, dankzij
de analyse, de uitwisseling van goede werkwijzen, de sensibilisering, de
netwerk- en verspreidingsactiviteiten.
3.2.2.
Verbeteren van managerscapaciteiten,
professionalisering en ontwikkelen van netwerken van sociale ondernemers
Jonge of reeds gevestigde
sociale ondernemers willen de vaardigheden verwerven die ze nodig hebben voor
goed management en voor groei van hun onderneming. Daartoe wil de Commissie
kruisbestuiving met andere innoverende ondernemers en met de wereld van
onderzoek en wetenschap bevorderen. Dit kan met name gebeuren in zogenoemde
broedplaatsen voor ondernemingen (kweekvijvers voor jonge sociale
ondernemingen). De enkele ervaringen die er op dit gebied zijn, verdienen steun
en uitbreiding. Sociale ondernemers zouden ook gebruik moeten kunnen maken van
adviezen en ondersteuning van andere ondernemers of bankiers. Kernactie 8.
· Tot stand brengen van een centraal veeltalig digitaal platform voor
informatie en uitwisseling voor sociale ondernemers,
broedplaatsen en trossen, sociale investeerders en hun samenwerkingspartners.
Dit platform kan eventueel worden gekoppeld aan het "Social Innovation
Europe"-platform[25] en het "Enterprise Europe Network". · Meer bekendheid geven aan de communautaire programma’s voor steun aan
sociale ondernemers en deze programma's toegankelijker maken. Hierbij gaat het om ERASMUS, ERASMUS voor jonge ondernemers, TEMPO,
"Jeugd in actie" 2007‑2013 (met name de activiteiten
"initiatieven van jongeren") en HORIZON 2020.
3.3.
Verbeteren van wetgeving
3.3.1.
Ontwikkelen van aangepaste Europese rechtsvormen
die door het Europees sociaal ondernemerschap zouden kunnen worden gebruikt
Uit het onderzoek naar de
invoering van een Europese coöperatie als rechtsvorm[26] blijkt
duidelijk hoe gecompliceerd de materie is. Het onderzoek deed aanbevelingen
voor een aantal manieren om deze rechtsvorm eenvoudiger en aantrekkelijker te
maken, zodat beter kan worden ingespeeld op de behoeften van sociale
ondernemers. De stichtingen vinden het vaak moeilijk om in het raamwerk van de
interne markt te opereren omdat vanwege de verschillen in regelgeving eisen en
procedures (met name op fiscaal gebied) soms gecompliceerd zijn. Ten slotte
geven onderlinge maatschappijen regelmatig aan dat zij van een Europese
rechtsvorm gebruik zouden willen maken, maar menen sommige daarentegen dat die
behoefte niet bestaat. Kernactie 9.
· Afhankelijk van de uitkomsten van de raadpleging van de betrokken
partijen een voorstel doen voor vereenvoudiging van de verordening over het
statuut van de Europese coöperatie, om de onafhankelijkheid van deze
rechtsvorm ten opzichte van het nationale recht te versterken en het gebruik
ervan bij de oprichting van sociale coöperaties te bevorderen. · Een voorstel doen voor een verordening over het statuut van een
Europese stichting, om de uitoefening van
grensoverschrijdende activiteiten van stichtingen te bevorderen. Deze
rechtsvorm zou naast de nationale rechtsvormen moeten bestaan en het gebruik
ervan zou facultatief moeten zijn. · Onderzoek doen naar de situatie van onderlinge maatschappijen in alle
lidstaten, en met name naar hun grensoverschrijdende
activiteiten.
3.3.2.
Overheidsopdrachten
Ondanks de verschillende
mogelijkheden waarin de regelgeving op dit gebied voorziet, menen sociale
ondernemingen vaak dat de toegang tot overheidsopdrachten voor hun nog
onevenredig gecompliceerd is. Deze situatie zou voortkomen uit zowel de
Europese als de nationale regelgeving op dit gebied, die per lidstaat sterk
verschilt. Sommige lidstaten hebben oneigenlijk gebruik gemaakt van de
omzetting van Europese regelgeving (het zogenoemde goldplating), zodat
daar niet altijd optimaal van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten kon
worden geprofiteerd. Anderzijds benutten sommige overheden niet altijd het
bestaande innovatiepotentieel voor sociale diensten. Uit de meeste antwoorden
die de Commissie ontving naar aanleiding van haar Groenboek over de toekomst
van overheidsopdrachten blijkt dat de mogelijkheid om bij overheidsopdrachten
sociale of milieucriteria te hanteren beter uit de richtlijnen naar voren zou
moeten komen. Kernactie 10. · In het kader van de hervorming van de overheidsopdrachten bij het
plaatsen van opdrachten meer waarde toekennen aan het kwaliteitsaspect, vooral
bij sociale en gezondheidsdiensten, en onderzoeken hoe de arbeidsomstandigheden
van mensen die betrokken zijn bij de productie van de goederen en diensten
waarop de aanbesteding betrekking heeft in rekening
zouden kunnen worden genomen, voor zover de beginselen van het Verdrag over
non-discriminatie, gelijke behandeling en transparantie volledig worden
geëerbiedigd.
3.3.3.
Staatssteun
Op 23 maart 2011 heeft de
Commissie een mededeling aangenomen over de hervorming van de EU‑staatssteunregels
voor diensten van algemeen economisch belang[27]. Dit kan
van belang zijn voor sociale ondernemingen die een DAEB leveren. De Commissie
merkt op dat zij regels wil vaststellen waarin meer wordt gekeken naar de
effecten van steunmaatregelen in de vorm van compensatie van overheidsdiensten
op de intracommunautaire markt. Ook erkent zij dat bepaalde soorten sociale
diensten kenmerken hebben die verband houden met hun financiële structuur en hun
doelstellingen. Kernactie 11. · Vereenvoudigen van de toepassing van staatssteunregels voor sociale en
lokale diensten. Een dergelijke vereenvoudiging zou
ook aan sociale ondernemingen ten goede kunnen komen wanneer zij sociale
diensten verrichten, of diensten die niet van invloed zijn op het
handelsverkeer tussen lidstaten. In de voorstellen voor de hervorming van de
regels inzake de diensten van algemeen economisch belang (DAEB) die in
september 2011 werden bekendgemaakt, beoogt de Commissie tegemoet te komen aan
deze doelstelling van vereenvoudiging voor sociale en lokale diensten, met name
door het voorstellen van een verordening de minimis voor de lokale DAEB en een
nieuw besluit dat de sociale diensten onder bepaalde voorwaarden vrijstelt van
de verplichting van voorafgaandelijke kennisgeving. De goedkeuring van deze
nieuwe regels door de Commissie is voor eind 2011 gepland.
4.
Naast het actieplan: bespreken van andere ideeën
Naast bovenstaande maatregelen, die nu eerst
moeten worden genomen, brengt de Commissie een aantal voorstellen in discussie
die nog nader moeten worden uitgewerkt, waaronder: ·
samenbrengen in een netwerk en bevorderen van
herhaling van ervaringen van (veelal overheids- of semi-overheids-) banken die
zich geheel of gedeeltelijk speciaal met de financiering van sociaal
ondernemerschap bezighouden[28]. En, in dit kader, slapende fondsen weer in het economische verkeer
brengen (bijvoorbeeld niet opgeheven bankrekeningen van overleden personen); ·
ontwikkelen van de toegang tot risicodragend
kapitaal voor sociale ondernemingen, in het kader van haar voorstel over het
Europees kader voor durfkapitaalfondsen; ·
bevorderen van de ontwikkeling van sociaal
ondernemerschap onder senioren in het kader van het Europese jaar van het
actief ouder worden (2012) (carrièreswitch of ontwikkeling van
vrijwilligerswerk bij gepensioneerden); ·
aanmoedigen van het onderzoek naar de kenmerken en
het socio-economische effect van het sociaal ondernemerschap, en in het
bijzonder meefinancieren van nationale projecten voor het oprichten van
satellietrekeningen[29], zodat sociale ondernemingen in de nationale boekhoudsystemen worden
meegenomen; ·
onderzoeken van de mogelijkheid om nieuwe
categorieën steun toe te voegen bij de herziening van de algemene
groepsvrijstellingsverordening die tot 31 december 2013 van kracht is; ·
ontwikkelen van de uitwisseling door lidstaten van
goede werkwijzen op het gebied van de aanpassing van nationale fiscale
regelingen ten gunste van sociale ondernemingen en ethisch beleggen; ·
ontwikkelen van de uitwisseling door de lidstaten
van goede werkwijzen op het gebied van de behandeling van het opgebouwde
kapitaal in de sociale ondernemingen en met name de vergrendeling ("asset
locks") opdat dit kapitaal hetzij in de onderneming kan blijven, hetzij
kan worden vrijgemaakt om in andere sociale ondernemingen te worden belegd. De
Commissie stelt daarnaast voor om de discussie over de volgende onderwerpen
voort te zetten: ·
Nieuwe strategieën voor betere toegang tot
financiering, door stimulering van de dialoog tussen sociale ondernemingen en
financiële instellingen, bijvoorbeeld in het kader van het SME Finance Forum. ·
Naar aanleiding van het aannemen van de
Innovatie-Unie en het verzoek van de Europese Raad van 4 februari 2011 om een
instrument te ontwikkelen voor benutting van intellectuele eigendom op Europees
niveau, zegt de Commissie toe te zullen onderzoeken in welke mate sociale
ondernemingen voor hun ontwikkeling toegang zouden kunnen krijgen tot slapende
octrooien. ·
De ontwikkeling en vorming van netwerken van
speciale uitwisselingsplatforms (beurzen[30]) voor
sociale ondernemingen. ·
De mogelijkheden voor winstgevende sociale
ondernemingen om vrijwilligers in te zetten en zonder negatieve fiscale
gevolgen schenkingen te kunnen krijgen. ·
De nood aan een eventueel Europees statuut voor de
andere vormen van sociale ondernemingen zoals de verenigingen zonder
winstoogmerk en/of eventueel een gemeenschappelijk Europees statuut voor de
sociale ondernemingen. Om dit te doen, zal de Commissie, eens het voorstel over
het statuut voor de Europese stichting is aangenomen, een vergadering op hoog
niveau met de belanghebbenden van alle bij het sociaal ondernemerschap
betrokken sectoren organiseren, het Europees Parlement en de Raad, om na te
denken over de te nemen initiatieven om het regelgevingskader van sociale
ondernemingen op Europees niveau te verbeteren.
5.
Conclusie
De Commissie: -
legt aan alle betrokken partijen de analyses en
voorstellen voor maatregelen uit deze mededeling voor, om de dialoog voort te
zetten waarmee met de Europese partijen in de sector al uitgebreid is begonnen,
en nodigt alle geïnteresseerden uit om deel te nemen aan de conferentie over
sociaal ondernemerschap en de ethische economie die op 18 november 2011 in
Brussel zal plaatsvinden. Bij deze conferentie kan eenieder zijn mening over
deze mededeling tot uitdrukking brengen; -
roept de lidstaten en lokale en regionale overheden
op om de ontwikkeling van sociale ondernemingen binnen hun eigen bevoegdheden
te ondersteunen en te bevorderen, met name via structuren voor economische
ontwikkeling en kamers van koophandel, rekening houdend met de
grensoverschrijdende dimensie van hun partnerschappen en de initiatieven die
zij ondersteunen; -
roept hen ook op om een totaalstrategie te
ontwikkelen om versterking van capaciteit, de totstandkoming van netwerken en
de inzet van particuliere en overheidsfondsen te stimuleren en sociale
ondernemingen te betrekken bij werkgelegenheidspacten en initiatieven op het
gebied van sociale insluiting. De Commissie: –
zal haar initiatieven in samenwerking met de
lidstaten uitvoeren, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel en
rekening houdend met de uitdagingen op het gebied van economische en sociale
samenhang op lokaal en regionaal en nationaal niveau; –
zal een brede adviesgroep over sociaal ondernemerschap
instellen, die de voortgang zal onderzoeken van de maatregelen die in deze
mededeling worden voorgesteld. Op basis van de ervaringen van de adviesgroep
voor de SBA[31] zou deze groep kunnen bestaan uit vertegenwoordigers van de lidstaten,
lokale overheden, organisaties van sociale ondernemers, de banken- en
financiële sector en de academische en universitaire wereld. [1] Europa 2020 - Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve
groei, COM(2010) 2020. [2] Mededeling "Innovatie-Unie", COM(2010) 546 definitief
van 6 oktober 2010. [3] Mededeling "Europees platform tegen
armoede en sociale uitsluiting: een Europees kader voor sociale en territoriale
samenhang", COM(2010) 758 definitief van 16 december 2010. [4] AIM: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het
versterken van het vertrouwen, COM(2011) 206 definitief van 13 april 2011. [5] http://ec.europa.eu/internal_market/smact/consultations/2011/debate/index_en.htm. [6] In de zin van deze mededeling wordt onder de Engelse termen
"Social Business" en "Social enterprise", sociale
onderneming verstaan. [7] In de zin van de bepalingen van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie en van de jurisprudentie van het Hof van Justitie
van de Europese Unie. [8] Door bijvoorbeeld verminderde inkomensverschillen binnen de
salarisstructuur. [9] CIRIEC
"L'économie sociale dans l'Union européenne" (De sociale economie in
de Europese Unie), blz. 48. [10] Terjesen, S., Lepoutre, J. , Justo, R. en Bosma, N. 2011. Global
Entrepreneurship Monitor Report on Social Entrepreneurship.
http://www.gemconsortium.org/about.aspx?page=pub_gem_special_topic_reports. [11] Hier gedefinieerd als "een activiteit met een sociale
doelstelling of een doelstelling op het gebied van milieu of het algemeen
belang. Daarbij kan het gaan om het verrichten van diensten of het verzorgen
van scholing voor mensen met sociale achterstanden of gehandicapten, het
gebruik van de winsten voor sociale doelen, het opzetten van zelfhulpgroepen
voor activiteiten in het algemeen belang" enz., ibid. blz. 44. [12] Terjesen, S., Lepoutre, J. , Justo, R. en Bosma, N. 2011. Global
Entrepreneurship Monitor Report on Social Entrepreneurship.
http://www.gemconsortium.org/about.aspx?page=pub_gem_special_topic_reports. [13] In
Frankrijk is bijvoorbeeld het ziekteverzuim veel lager dan bij alle
ondernemingen in totaal: 5,5% tegen 22%, "Absence au
travail pour des raisons de santé dans l’économie sociale"
(Ziekteverzuim in de sociale economie), Chorum, april 2011,
http://www.cides.chorum.fr. [14] Empowering people, driving change: Social innovation in the
European Union (Mondig maken van mensen, aansturen op verandering: sociale
innovatie in de Europese Unie), Bureau van Europese Beleidsadviseurs (BEPA),
Europese Commissie, juli 2010, blz. 11 en 109. [15] COM(2011) 681 definitief. [16] Study on Practices and Policies in the Social Enterprise Sector
in Europe - Final Report, Austrian Institute for SME Research and TSE
Entre, Turku School of Economics, Finland Wenen, juni 2007, verslag opgesteld
in opdracht van het DG Ondernemingen. [17] Empowering people, driving change: Social innovation in the
European Union, Bureau van Europese beleidsadviseurs (BEPA), Europese
Commissie, juli 2010. [18] Evaluatie van de "Small Business Act" voor Europa, COM(2011)
78 definitief. [19] COM(2011) 681 definitief. [20] Onderdeel van de Europese Investeringsbank. [21] European Social Investment and Entrepreneurship Fund (ESIEF), dat
zou investeren in 10 tot 15 fondsen in de lidstaten. [22] Europees initiatief voor de ontwikkeling van microkrediet ter
ondersteuning van groei en werkgelegenheid, COM(2007) 708. [23] COM(2011) 609 definitief van 6 oktober 2011. [24] http://ec.europa.eu/regional_policy/what/future/proposals_2014_2020_en.cfm#. [25] http://www.socialinnovationeurope.eu/. [26] Study on the implementation of the Regulation 1435/2003 on the
Statute for European Cooperative Society (SCE), 5 oktober 2010,
http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/files/sce_final_study_part_i.pdf. [27] COM(2011) 146 definitief. [28] Goede voorbeelden hiervan zijn de Caisse des dépôts et
consignations (Frankrijk), de KfW Entwicklungsbank (Duitsland) of het project
van de Big Society Bank (Verenigd Koninkrijk), maar ook de Triodos Bank
(België, Nederland). [29] http://www.socialeconomy.eu.org/spip.php?article705&lang=en. [30] In navolging van Brazilië (Bovespa - 2004) en
Zuid-Afrika (SASIX - 2006) werd de eerste sociale beurs in Europa in 2008 in
Portugal opgericht (Bolsa de Valores Sociais) bij Euronext Lissabon. Binnen
enkele maanden zou ook een speciaal project van de London Social Stock Exchange
het licht kunnen zien. [31] Evaluatie van de "Small Business Act" voor Europa, COM(2011)
78 definitief, blz. 20.