EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0197

Voorstel voor een verordening van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

/* COM/2008/0197 def. - CNS 2008/0078 */

52008PC0197

Voorstel voor een verordening van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) /* COM/2008/0197 def. - CNS 2008/0078 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 16.4.2008

COM(2008) 197 definitief

2008/0078 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Achtergrond van het voorstel

● Motivering en doel van het voorstel

Doel van dit voorstel en van het voorstel voor een Besluit van de Raad over hetzelfde onderwerp, is het rechtskader te scheppen voor de migratie van het Schengeninformatiesysteem in zijn huidige vorm, SIS 1+, naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II).

● Algemene context

Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (hierna “Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd), en de verder uitgewerkte versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie.

De Commissie is belast met de ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad en Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). SIS II komt in de plaats van SIS 1+. Bij de ontwikkeling van SIS II wordt rekening gehouden met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en kunnen extra functies worden ingevoerd.

De instelling, de werking en het gebruik van SIS II zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad[1] van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad[2] van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). Daarin is bepaald dat deze instrumenten voor de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten van toepassing zijn vanaf een door de Raad met eenparigheid van de stemmen van de leden die de regeringen van de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, vast te stellen datum. Vanaf dat moment zullen deze instrumenten in de plaats treden van de bepalingen van het Schengenacquis betreffende SIS 1+, en met name van de desbetreffende bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Voordat dit kan gebeuren, moeten de gebruikers van SIS 1+ migreren naar de SIS II-omgeving. Daarom moet er een rechtskader worden gedefinieerd voor de migratie van SIS 1+ naar de SIS II-omgeving. Om het risico van systeemuitval bij de migratie te voorkomen, komt er een tijdelijke technische architectuur voor de verrichtingen van SIS 1+ zodat SIS 1+ en bepaalde technische onderdelen van de architectuur van SIS II gedurende een overgangsperiode tegelijkertijd kunnen worden gebruikt. De migratieperiode dient uiterst kort te zijn.

● Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

- Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Schengenakkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen[3] (Schengenuitvoeringsovereenkomst);

- Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[4], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1988/2006 van 21 december 2006[5];

- Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001[6] betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), gewijzigd bij Besluit 2006/1007/JBZ van de Raad van 21 december 2006[7];

- Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

- Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

- Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen[8];

- Beschikking 2007/170/EG en Besluit 2007/171/EG van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het Schengeninformatiesysteem[9]. - Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad van 18 februari 2008 betreffende het testen van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[10]; - Besluit 2008/173/EG van de Raad van 18 februari 2008 inzake de tests betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[11]; |

● Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

Niet van toepassing.

2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling

● Raadpleging van belanghebbende partijen

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Deskundigen van de lidstaten zijn nauw bij de ontwikkeling van SIS II betrokken, met name in het kader van het SIS II-comité. Op 13 september 2007 heeft het SIS II-comité een adviesgroep opgericht (de werkgroep Migratie) om specifieke vraagstukken in verband met de SIS II-migratie te behandelen. Alle betrokken partijen hadden een inbreng in de verschillende migratiescenario's die werden besproken. De daaruit voortvloeiende evaluatie bevat dan ook een uitvoerige beschrijving van de strategie, de planning en de taakverdeling voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II.

Tevens heeft de Raad in zijn vergadering van 28 februari 2008 de Commissie verzocht om onverwijld wetgevingsvoorstellen in te dienen om de opname in 2009 van alle activiteiten voor SIS II in de begroting van de Europese Unie mogelijk te maken, zo nodig met inbegrip van alle verdere ontwikkelingsactiviteiten, en het beheer uit te oefenen over de SIS II-activiteiten die zijn gepland voorafgaand aan de ingebruikneming. Daarnaast werd de Commissie verzocht om, voor een zeer beperkte periode, te zorgen voor een converter tussen SIS 1+ en SIS II om te waarborgen dat SIS in elk scenario kan blijven functioneren.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden

In dit voorstel is rekening gehouden met de resultaten van de uitvoerige discussies met de lidstaten, met name in het kader van het SIS II-comité.

● Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Bij het uitwerken van dit voorstel is geen beroep gedaan op externe deskundigen.

● Effectbeoordeling

Er is geen effectbeoordeling nodig voor dit voorstel, dat geen deel uitmaakt van het jaarlijkse wetgevings- en werkprogramma van de Commissie.

3. Juridische elementen van het voorstel

● Samenvatting van de voorgestelde maatregel

Doel van dit voorstel is het rechtskader te scheppen voor de migratie van het SIS 1+ naar SIS II, waarbij onder andere een integrale test wordt uitgevoerd die met name moet aantonen dat het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van SIS 1+. Daarnaast beoogt het voorstel de test betreffende de uitwisseling van aanvullende informatie te regelen.

Het voorstel behelst ook een wijziging van de Schengenuitvoeringsovereenkomst in die zin dat een tijdelijke migratiearchitectuur wordt opgezet, zodat SIS 1+ gedurende een overgangsperiode in gebruik kan blijven, tot de migratie is voltooid.

Daartoe voert het voorstel een tijdelijke structuur voor het Schengeninformatiesysteem in, bepaalt het wie verantwoordelijk is voor welke taken in verband met de ontwikkeling ervan, en hoe de taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld tijdens de migratie.

De tijdelijke architectuur maakt het mogelijk dat het huidige centrale systeem van SIS 1+ (C.SIS), als bedoeld in artikel 92 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, gedurende een overgangsperiode blijft functioneren.

Behalve dat SIS 1+ en het centrale SIS II beschikbaar zijn, komt er tijdens de overgangsperiode ook een technisch instrument (een "converter") waarmee gegevens tussen SIS1+ en SIS II kunnen worden uitgewisseld; deze converter dient slechts gedurende een zeer korte periode te worden gebruikt.

Sommige onderdelen van de tijdelijke architectuur worden beschikbaar gesteld door de lidstaten, sommige door Frankrijk, namens de lidstaten, en andere door de Commissie. De Commissie kan bepaalde taken uitbesteden aan bijvoorbeeld nationale overheidsdiensten. De Commissie en de lidstaten moeten nauw samenwerken bij de ontwikkeling en de toepassing van de technische elementen van de tijdelijke SIS-architectuur.

Ten slotte regelt dit voorstel alle onderhouds- en verdere ontwikkelingsactiviteiten betreffende het centrale SIS II, de communicatie-infrastructuur en de nationale systemen (N.SIS II) die nodig zijn tijdens de toepassing ervan.

● Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor deze verordening is artikel 66 van het EG-Verdrag, omdat de verordening betrekking heeft op maatregelen om samenwerking tussen de bevoegde overheidsdiensten van de lidstaten, en tussen deze diensten en de Commissie, op het gebied van het beleid dat verband houdt met het vrij verkeer van personen te waarborgen.

● Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel beantwoordt aan het subsidiariteitsbeginsel dat is vastgelegd in artikel 5 van het EG-Verdrag, omdat het belangrijkste doel van de voorgenomen maatregel, namelijk de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet door de lidstaten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt.

● Evenredigheidsbeginsel

Dit voorstel gaat niet verder dan nodig is om het doel ervan te verwezenlijken. Het beantwoordt aan het evenredigheidsbeginsel omdat de activiteiten van de Commissie zich beperken tot het Centrale CIS II-systeem, coördinatiewerkzaamheden en de verstrekking van een technisch instrument waarmee SIS 1+-gegevens kunnen worden uitgewisseld tussen SIS 1+ en SIS II ("converter"); de lidstaten blijven bevoegd voor de migratie van de gegevens zelf en behouden de verantwoordelijkheid voor de nationale systemen.

● Keuze van instrumenten

Een verordening van de Raad op basis van artikel 66 van het EG-Verdrag is het meest geschikte instrument omdat bij de migratie volledig geharmoniseerde regels moeten worden toegepast. Deze verordening moet een aantal nauwkeurige en onvoorwaardelijke bepalingen bevatten die rechtstreeks en uniform toepasselijk en verbindend van aard zijn, en die niet door de lidstaten hoeven te worden omgezet in nationaal recht.

Omdat SIS II onder twee pijlers valt, wordt de hier voorgestelde verordening aangevuld met een Besluit van de Raad op basis van de artikel 30, lid 1, onder a) en b), en artikel 34, lid 2, onder c) van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

4. Gevolgen voor de begroting

In Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad en Besluit 2001/886/JBZ van de Raad betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie is bepaald dat de uitgaven die verband houden met de ontwikkeling van SIS II ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Unie.

Ook volgens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 en artikel 5 van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 komen de kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie. De kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van elk N.SIS II komen ten laste van de betrokken lidstaat.

Overeenkomstig dit rechtskader bepaalt dit voorstel dat de kosten die voortvloeien uit de migratie, de integrale test, de ontwikkelings- en onderhoudsmaatregelen op centraal niveau (centrale SIS II en communicatie-infrastructuur) ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Unie. Test-, migratie-, onderhouds- en ontwikkelingskosten voor de nationale systemen, zoals N.SIS II, komen ten laste van de betrokken lidstaat.

De kosten van activiteiten op SIS 1+-niveau, zoals extra activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten (van SIS 1+), worden verdeeld overeenkomstig artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst. Dit artikel bepaalt dat de kosten van de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie als bedoeld in artikel 92, lid 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie, gemeenschappelijk door de lidstaten worden gedragen, terwijl de kosten van de inrichting en werking van het nationale deel van het Schengeninformatiesysteem door elk van de lidstaten afzonderlijk worden gedragen.

De Commissie heeft een financieel memorandum aan dit voorstel gehecht.

5. Aanvullende informatie

● Wijziging van bestaande wetgeving

Goedkeuring van dit voorstel leidt tot wijziging van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

● Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

Het voorstel bevat een vervalbepaling. De voorgestelde verordening vervalt op de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006.

● Tijdschema

Deze verordening dient uiterlijk in oktober 2008 te worden vastgesteld zodat de voorbereidingen kunnen worden voortgezet en de activiteiten waarop de verordening betrekking heeft, tijdig kunnen worden uitgevoerd.

2008/0078 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 66,

Gezien het voorstel van de Commissie[12],

Gezien het advies van het Europees Parlement[13],

Overwegende hetgeen volgt:

1. Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen[14] (hierna “Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd), en de verder uitgewerkte versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie.

2. De ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) is toevertrouwd aan de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2424/2001[15] van de Raad betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) en Besluit 2001/886/JBZ[16] van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). Beide rechtsinstrumenten vervallen op 31 december 2008. Deze verordening vormt een aanvulling op de genoemde instrumenten en dient te vervallen op de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[17].

3. SIS II is opgezet bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007[18].

4. Deze verordening dient Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ onverlet te laten, met name de taken en verantwoordelijkheden van het regelgevend comité dat is ingesteld bij artikel 51, lid 2, respectievelijk artikel 67. Dit regelgevend comité is onder andere bevoegd voor het vaststellen van protocollen en technische procedures die ervoor moeten zorgen dat de nationale systemen compatibel zijn met de technisch ondersteunende functie van SIS II.

5. Er dient te worden vastgesteld volgens welke voorwaarden en procedures de migratie van SIS 1+ naar SIS II dient te verlopen en hoe de verantwoordelijkheden daarbij zijn verdeeld.

6. De lidstaten en de Commissie dienen gezamenlijk een integrale test van SIS II uit te voeren. De lidstaten dienen de uitwisseling van aanvullende informatie te testen.

7. De deelname van lidstaten die niet zijn aangesloten op SIS 1+ aan de integrale SIS II-test en de test van de uitwisseling van aanvullende informatie, mag geen effect hebben op de succesvolle uitvoering van deze testen.

8. De Commissie en de lidstaten dienen in alle fasen van de migratie nauw samen te werken om het proces tot een goed einde te brengen.

9. Artikel 92 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst bepaalt dat SIS 1+ een technisch ondersteunende functie omvat (C.SIS). Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ bepalen dat het centrale SIS II bestaat uit een technisch ondersteunende functie en een uniforme nationale interface (NI-SIS). De technisch ondersteunende functie van het centrale SIS II wordt gevestigd in Straatsburg (Frankrijk), met een back-up in St. Johann im Pongau (Oostenrijk).

10. Om de migratie van SIS 1+ naar SIS II te vergemakkelijken, dient een tijdelijke migratiearchitectuur voor het Schengeninformatiesysteem te worden opgezet en getest. De tijdelijke migratiearchitectuur mag de operationele beschikbaarheid van SIS 1+ niet beperken. De technische instrumenten waarmee de tijdelijke architectuur kan worden opgezet, dienen te worden geleverd door de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ en door de Commissie.

11. De signalerende lidstaat dient verantwoordelijk te zijn voor de juistheid en de actualiteit van de gegevens, alsmede voor de rechtmatige opneming van de gegevens in het Schenginformatiesysteem.

12. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ dienen te migreren van SIS 1+ naar SIS II met behulp van de tijdelijke migratiearchitectuur en met ondersteuning van Frankrijk, dat namens de lidstaten optreedt, en van de Commissie.

13. De Commissie is verantwoordelijk voor het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur en dient dat ook te blijven. Het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur dienen te worden onderhouden en waar nodig verder te worden ontwikkeld. Bij de verdere ontwikkeling van het centrale SIS II dienen fouten altijd te worden gecorrigeerd. De Commissie dient voor coördinatie en ondersteuning van de gezamenlijke activiteiten te zorgen.

14. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor hun nationale systemen (N.SIS II) en dienen dat te blijven. N.SIS II dient te worden onderhouden en waar nodig verder te worden ontwikkeld.

15. Frankrijk is verantwoordelijk voor C.SIS en dient dat te blijven.

16. De Commissie kan taken die haar bij deze verordening worden opgedragen en taken die verband houden met de uitvoering van de begroting uitbesteden aan derden, zoals nationale overheidsdiensten, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom), nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[19].

17. Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[20], is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie.

18. De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, die is benoemd op grond van Besluit 2004/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 houdende benoeming van de in artikel 286 van het EG-Verdrag voorziene onafhankelijke controleautoriteit[21], is bevoegd toe te zien op de activiteiten van de instellingen en organen van de Gemeenschap die verband houden met de verwerking van persoonsgegevens. De artikelen 126 tot en met 130 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst bevatten specifieke bepalingen over de bescherming van persoonsgegevens. Artikel 118 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst bevat specifieke bepalingen over de beveiliging van persoonsgegevens.

19. Aangezien de doelstellingen van de geplande maatregel, namelijk het opzetten van de tijdelijke migratiearchitectuur en de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van de geplande maatregel beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

20. Deze verordening neemt de grondrechten in acht en gaat uit van de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgelegd.

21. De Schengenuitvoeringsovereenkomst dient te worden gewijzigd om de integratie van SIS 1 + in de tijdelijke migratiearchitectuur mogelijk te maken.

22. Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis overeenkomstig de bepalingen van titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden na de aanneming van deze verordening te beslissen of het dit instrument in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

23. Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis[22]. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

24. Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis[23]. Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

25. Deze verordening heeft geen gevolgen voor de regelingen voor de gedeeltelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan het Schengenacquis, als bepaald in respectievelijk Besluit 2000/365/EG en Besluit 2002/192/EG.

26. Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis,[24] die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[25].

27. Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis,[26] die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3, van Besluit 2008/146/EG[27] van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van die Overeenkomst.

28. Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999, juncto artikel 3 van Besluit 2008/261/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[28].

29. Voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland moet deze verordening van toepassing zijn op een datum die wordt vastgesteld volgens de procedures die zijn vastgelegd in de instrumenten betreffende de toepassing van het Schengenacquis op die staten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze verordening verdeelt de taken en verantwoordelijkheden voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II, met inbegrip van de definitieve SIS II-testen.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a) "centrale SIS II": de technisch ondersteunende functie van SIS II, die een databank, de SIS II-databank, bevat, en een uniforme nationale interface (NI-SIS);

b) "C.SIS": de technisch ondersteunende functie van SIS 1+;

c) "N-SIS": het nationale SIS 1+-systeem, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met C.SIS;

d) "N.SIS II": het nationale SIS II-systeem, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met het centrale SIS II;

e) "converter": een technisch instrument dat de verbinding tussen C.SIS en het centrale SIS II mogelijk maakt.

Artikel 3

Integrale test

30. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ voeren samen met de Commissie een integrale test uit.

31. De integrale test maakt het de lidstaten gemakkelijker in technisch opzicht alles in gereedheid te brengen voor de verwerking van SIS II-gegevens en moet aantonen dat het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van SIS 1+.

32. De integrale test verloopt volgens een schema en op basis van de technische specificaties die door de lidstaten, in het kader van de Raad, in samenwerking met de Commissie zijn opgesteld.

33. De testresultaten worden door de lidstaten, in het kader van de Raad, en de Commissie geanalyseerd.

34. De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+ mogen wel deelnemen aan de integrale test.

Artikel 4

Test betreffende aanvullende informatie

35. De lidstaten die deelnemen aan SIS I+ testen de uitwisseling van aanvullende informatie.

36. De test betreffende de aanvullende informatie verloopt volgens een schema en op basis van de technische specificaties die door de lidstaten, in het kader van de Raad, in samenwerking met de Commissie zijn opgesteld.

37. De testresultaten worden door de lidstaten, in het kader van de Raad, geanalyseerd.

38. De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+ mogen wel deelnemen aan de test betreffende de aanvullende informatie.

Artikel 5

Tijdelijke migratiearchitectuur

39. Er wordt een tijdelijke migratiearchitectuur opgezet, die het centrale SIS II, C.SIS, N.SIS II en N-SIS gedurende een overgangsperiode met elkaar verbindt.

40. De Commissie zorgt voor een converter als onderdeel van het centrale SIS II. In samenwerking met de Commissie verbindt Frankrijk, namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+, C.SIS met het centrale SIS II. Frankrijk stelt namens de lidstaten zo nodig gegevens beschikbaar om de tijdelijke migratiearchitectuur te testen.

41. Samen met de lidstaten en de Commissie test Frankrijk namens de lidstaten de tijdelijke migratiearchitectuur.

Artikel 6

Migratie naar SIS II

42. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ migreren van SIS 1+ naar SIS II met behulp van de tijdelijke migratiearchitectuur en met ondersteuning van Frankrijk, namens de lidstaten, en van de Commissie.

43. De migratie verloopt volgens een schema dat door de lidstaten, in het kader van de Raad, is opgesteld.

44. Frankrijk stelt namens de lidstaten de SIS 1+-databank beschikbaar.

45. De Commissie voert de SIS 1+-databank in in het centrale SIS II.

Artikel 7

Onderhoud en ontwikkeling

46. De Commissie zorgt voor het onderhoud en de eventuele verdere ontwikkeling van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur, waarbij fouten worden gecorrigeerd.

47. De lidstaten zorgen voor het onderhoud en de eventuele verdere ontwikkeling van hun N.SIS II.

Artikel 8

Samenwerking

De Commissie en de lidstaten werken in alle fasen van de migratie nauw samen om het proces tot een goed einde te brengen.

Artikel 9

Registratie van verrichtingen in het centrale SIS II

48. Onverminderd de desbetreffende bepalingen van titel IV en titel VI van de Schengenuitvoeringsovereenkomst zorgt de Commissie ervoor dat elke toegang tot en uitwisseling van persoonsgegevens in het centrale SIS II wordt geregistreerd, zodat kan worden nagegaan of de opzoeking rechtmatig is en toezicht kan worden gehouden op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, op de goede werking van het centrale SIS II en de nationale systemen, en op de integriteit en de beveiliging van de gegevens.

49. De registers bevatten met name de datum en het tijdstip van de gegevenstransmissie, de voor bevraging gebruikte criteria, de verwijzing naar de toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit die met de verwerking van de gegevens is belast.

50. De registers mogen alleen worden gebruikt voor de in lid 1 genoemde doeleinden en worden drie jaar nadat zij gecreëerd zijn, gewist.

51. Registers kunnen langer worden bewaard indien zij nodig zijn in het kader van lopende controleprocedures.

52. De nationale autoriteiten die moeten nagaan of de bevraging rechtmatig is en toezicht moeten houden op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, op de goede werking van het centrale SIS II en de nationale systemen, en op de integriteit en de beveiliging van de gegevens, hebben binnen de grenzen van hun bevoegdheid en op verzoek toegang tot deze registers om ervoor te zorgen dat zij hun taken kunnen vervullen.

Artikel 10

Kosten

53. De kosten die voortvloeien uit de migratie, de integrale test, de test betreffende de aanvullende informatie, onderhouds- en ontwikkelingsmaatregelen op het niveau van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.

54. De kosten die voortvloeien uit de migratie, het testen, het onderhoud en de ontwikkeling van de nationale systemen komen ten laste van de betrokken lidstaat.

55. De kosten van de activiteiten op SIS 1+-niveau, zoals extra activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+, worden verdeeld overeenkomstig artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Artikel 11

Wijziging van de Schengenuitvoeringsovereenkomst

De Schengenuitvoeringsovereenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 92 bis

56. Vanaf de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. …/2008 van de Raad en van Besluit nr. …/2008/JBZ kan de technische architectuur van het Schengeninformatiesysteem worden aangevuld met:

a) een centraal SIS II met een converter;

b) een technische verbinding tussen de technisch ondersteunende functie en het centrale SIS II;

c) een nationaal systeem van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (N.SIS II);

d) een infrastructuur voor de verbinding tussen het centrale SIS II en de nationale systemen.

57. N.SIS II kan in de plaats komen van het in deze overeenkomst bedoelde nationale deel; in dat geval hoeven de lidstaten geen nationaal gegevensbestand aan te houden.

58. Voor lidstaten die hun nationale deel vervangen door een N.SIS II gaan de verplichtingen betreffende de technisch ondersteunende functie ten opzichte van de nationale delen zoals bedoeld in artikel 92, leden 2 en 3, over in verplichtingen ten opzichte van het centrale SIS II. Het centrale SIS II levert de diensten die nodig zijn voor het invoeren en verwerken van SIS-gegevens.

59. Frankrijk, dat optreedt namens de lidstaten, de lidstaten en de Commissie werken samen om ervoor te zorgen dat een opzoeking in de gegevensbestanden van N.SIS II of in de SIS II-databank, een resultaat oplevert dat gelijkwaardig is aan het resultaat van een opzoeking in het in artikel 92, lid 2 bedoelde gegevensbestand van de nationale delen. "

2. Artikel 119, lid 1, eerste zin, komt als volgt te luiden:

"De kosten verbonden aan de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie als bedoeld in artikel 92, lid 3, met inbegrip van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie en de kosten voor activiteiten die verband houden met taken die Frankrijk, namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+, verricht overeenkomstig Besluit nr. .../2008/JBZ van de Raad, Verordening (EG) nr. .../2008 van de Raad en Besluit nr. .../2008/JBZ , worden door de lidstaten gemeenschappelijk gedragen."

3. Artikel 119, tweede alinea, komt als volgt te luiden:

"Elke lidstaat draagt de kosten verbonden aan de inrichting en werking van zijn nationale deel van het Schengeninformatiesysteem en aan de taken die aan de nationale systemen zijn opgedragen bij Verordening (EG) nr. …/2008 van de Raad en Besluit nr. …/2008/JBZ."

Artikel 12

Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . De verordening vervalt op de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De voorzitter […]

FINANCIEEL MEMORANDUM

60. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Dit financieel memorandum is aan twee wetgevingsvoorstellen gehecht:

- voorstel voor een verordening van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

- voorstel voor een besluit van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

61. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

Titel 18: Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

Hoofdstuk 18 02: Solidariteit — Buitengrenzen, visumbeleid en vrij verkeer van personen

62. BEGROTINGSONDERDELEN

63. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

18.02.04 01 – Schengeninformatiesysteem (SIS II)

64. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

De vastleggingskredieten zijn voor 2009 geprogrammeerd in de kredieten voor de financiering van grootschalige IT-systemen. De ontwikkelingsactiviteiten in verband met de migratie van SIS 1+ naar SIS II zullen grotendeels in 2008 plaatsvinden. De uitvoerende activiteiten in het kader van deze verordening zijn grotendeels gepland voor 2009. De betalingen worden naar verwachting in 2009 verricht.

65. Begrotingskenmerken ( voeg zo nodig extra rijen toe) :

Begro-tings-onderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruit-zichten |

18 02 04 01 | Niet-verplicht | Ge-splitst[29]/[30] | NEE | NEE | NEE | 3a |

66. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

67. Financiële middelen

68. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort uitgave | Punt nr. | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal |

Beleidsuitgaven |

Vastleggingskredieten (VK) | 8.1 | a | 9,350 | 9,350 |

Betalingskredieten (BK) | b | 9,350 | 9,350 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag |

Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

Vastleggingskredieten | a+c | 9,350 | 9,350 |

Betalingskredieten | b+c | 9,350 | 9,350 |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | 4,245 | 4,245 |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e | 0,321 | 0,321 |

Totale indicatieve kosten van de maatregel

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | 13,916 | 13,916 |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | 13,916 | 13,916 |

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is): N.v.t.

69. Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[31] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

70. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

- bijdrage van Noorwegen (2,219512%) en van IJsland (0,107994%) (cijfers 2006) voor operationele kosten, op basis van art. 12, lid 1, tweede alinea, van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36).

- bijdrage van Zwitserland (2,57 %; cijfers 2006), voor operationele kosten, op basis van art. 11, lid 3, tweede alinea, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis ( PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52 ).

in miljoen euro (tot op een decimaal)

Vóór de actie [Jaar n-1] | Situatie na de actie |

Totale personele middelen in VTE | 45 |

Momenteel zijn 41 personeelsleden betrokken bij de ontwikkelingsactiviteiten die de Commissie bij Verordening (EG) nr. 2424/2001 zijn toevertrouwd. Deze 41 personeelsleden plus 4 extra personeelsleden zullen zich met deze activiteiten blijven bezighouden in het kader van deze verordening. De daaruit voortvloeiende kosten zullen worden gedekt vanaf 2009.

71. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

De details betreffende de achtergrond van het voorstel zijn te vinden in de toelichting. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het voorstel moet het rechtskader scheppen voor de geleidelijke en soepele migratie van SIS I+ naar SIS II, zodat de lidstaten zich hierop kunnen voorbereiden, en voor het verrichten van integrale (algemene) eindtesten. In 2008 en 2009 zal de Commissie met behulp van externe contractanten een integrale test van SIS II uitvoeren. In verband met de migratie is ook een tijdelijke technische systeemarchitectuur nodig zodat op het centrale niveau SIS I+ en SIS II tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.

72. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

Dit voorstel zorgt voor een aanvulling op en bespoediging van de ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie en voor synergie tussen SIS 1+ en SIS II.

73. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Hoofddoelstelling van het voorstel is ervoor te zorgen dat SIS II met succes in gebruik kan worden genomen. Naar verwachting zal dit voorstel de migratie van gegevens van SIS 1+ naar SIS II en de volledige overschakeling op SIS II vlot doen verlopen. Indicator is de geslaagde migratie van de gegevens en systemen van alle lidstaten.

74. Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n).

X Gecentraliseerd beheer

X rechtstreeks door de Commissie

gedelegeerd aan:

uitvoerende agentschappen

door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

met lidstaten

met derde landen

Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

75. TOEZICHT EN EVALUATIE

76. Toezicht

De vorderingen zullen met regelmatige tussenpozen worden beoordeeld. De prestaties zullen worden afgemeten aan de vereiste normen en vooraf vastgestelde criteria. Daarmee kan worden aangetoond dat de investering de verlangde resultaten oplevert.

Het toezicht wordt uitbesteed aan een externe ondersteuningscontractant die voor de kwaliteitsborging zorgt.

77. Evaluatie

78. Evaluatie vooraf

Conclusies van het SIS II-comité van 19 december 2007, opgesteld op basis van het verslag van de effectbeoordeling van de werkgroep Migratie.

79. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

N.v.t.

80. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Toekomstige evaluaties vinden plaats na de integrale test (eerste evaluatie) en nadat de migratie is voltooid (tweede evaluatie). Bij elke evaluatie wordt de doeltreffendheid van de maatregelen gemeten en wordt nagegaan of de test en de migratie correct zijn verlopen.

81. Fraudebestrijdingsmaatregelen

De procedures van de Commissie voor de gunning van opdrachten zijn van toepassing. Daarmee wordt de naleving van de communautaire wetgeving inzake overheidsopdrachten gegarandeerd.

82. MIDDELEN

83. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

(Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) | Soort output | Gem. kosten | 2009 | TOTAAL |

Aantal outputs | Totale kosten | Aantal outputs | Totale kosten |

Output 2 | Kwaliteitsborging | 1,250 | 1,250 |

Output 3 | Studies | 1,500 | 1,500 |

Output 4 | Wijzigingsverzoeken | 2,000 | 2,000 |

Output 5 | Coaching | 0,500 | 0,500 |

Output 6 | Onderhoud en analyse die verband houden met testen | 1,000 | 1,000 |

Output 7 | Extra ondersteuning bij de ingebruikneming | 2,100 | 2,100 |

Output 8 | sTESTA-voorzieningen | 0,500 | 0,500 |

84. Administratieve uitgaven

85. Aantal en soort personeelsleden

Soort post | Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE) |

2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |

Uit artikel 18 01 01 01 01 gefinancierde ambtenaren of tijdelijk personeel[34] | A*/AD | 21 |

B*, C*/AST | 8 |

Uit artikel 18 01 02 01 en 18 01 02 01 03 gefinancierd personeel[35] | 16 |

Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel[36] |

TOTAAL | 45 |

Het personeel dat, zoals aangegeven in de tabel, nodig is voor de maatregel, wordt uitsluitend via interne herschikking beschikbaar gesteld.

86. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

Projectbeheer;

Technisch beheer;

Evaluatie en rapportage;

Opdracht-, contract- en financieel beheer

87. Herkomst van het (statutaire) personeel

X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

88. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

N.v.t.

89. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel | 2008 | 2009 | 2010 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (artikel 18 01 01 01 01) | 3,393 |

Uit artikel 18 01 02 01 en 18 01 02 01 03 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, nationale deskundigen, arbeidscontractanten, enz.) | 0,852 |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 4,245 |

Berekening – Uit art. 18 01 01 01 gefinancierde ambtenaren en tijdelijk personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

AD/AST – 117 000 EUR per jaar * 29 personen = 3,393 miljoen EUR

Berekening – Uit artikel 18 01 02 01 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

Arbeidscontractanten (art 18 01 02 01 01) – gemiddeld 55 874 EUR per jaar * 8 personen = 0,447 miljoen EUR

Nationale deskundigen (art 18 01 02 01 03) – 50 578 EUR per jaar * 8 personen = 0,405 miljoen EUR

Bron : Europese Commissie, PMO-notitie, 19.1.2007, ramingen voor 2007

8.2.6 Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in miljoen euro (tot op 3 decimalen) |

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL |

18 01 02 11 01 – Dienstreizen | 0,131 | 0,131 |

18 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | 0,190 | 0,190 |

2 Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) |

3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) |

Totale andere administratieve uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | 0,321 | 0,321 |

De uit te voeren dienstreizen omvatten bezoeken voor twee personen aan alle 27 lidstaten die SIS 1+ gebruiken (0,131 miljoen euro).

Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

[1] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

[2] PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

[3] PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 (PB L 205 van 7.7.2007, blz. 63).

[4] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4.

[5] PB L 411 van 30.12.2006, blz. 1.

[6] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1.

[7] PB L 411 van 30.12.2006, blz. 78.

[8] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1.

[9] PB L 79 van 20.3.2007, blz. 20 en PB L 79 van 20.3.2007, blz. 29.

[10] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 1.

[11] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14.

[12] PB C […] van […] , blz. […].

[13] PB C […] van […] , blz. […].

[14] PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 (PB L 205 van 7.7.2007, blz. 63).

[15] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1988/2006 van de Raad (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 1).

[16] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/1007/JBZ (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 78).

[17] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

[18] PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

[19] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/2007 van de Raad (PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9).

[20] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

[21] PB L 12 van 17.1.2004, blz. 47.

[22] PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

[23] PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

[24] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

[25] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

[26] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

[27] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1.

[28] PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3.

[29] Gesplitste kredieten

[30] Niet-gesplitste kredieten wordt hierna afgekort als NGK.

[31] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[32] Voeg zo nodig extra kolommen toe, bv. als de actie langer dan zes jaar duurt.

[33] Zoals beschreven in punt 5.3

[34] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[35] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[36] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

Top