This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52007PC0516
Communication from the Commission to the European Parliament pursuant to the second subparagraph of Article 251 (2) of the EC Treaty concerning the common position of the Council on the adoption of a Proposal for a Decision of the European Parliament and of the Council on a paperless environment for customs and trade
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de aanneming van een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de aanneming van een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven
/* COM/2007/0516 def. - COD 2005/0247 */
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de aanneming van een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven /* COM/2007/0516 def. - COD 2005/0247 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 5.9.2007 COM(2007) 516 definitief 2005/0247 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de aanneming van een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven 2005/0247 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de aanneming van een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Toezending van het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2005) 609 def. - 2005/247COD): | 2.12.2005 | Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: | 13.9.2006. | Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: | 12.12.2006. | Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: | 23.7.2007. | 2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE De voorgestelde beschikking voorziet erin dat de lidstaten en de Commissie zich ertoe verbinden om interoperabele elektronische douanesystemen te ontwikkelen binnen overeengekomen termijnen. Behalve het tijdschema worden in de beschikking ook de doelstellingen, de strategie en het coördinatiemechanisme voor de elektronische douanesystemen vastgelegd en worden de communautaire en nationale componenten van deze systemen en de daarmee samenhangende taken en verantwoordelijkheden omschreven. Tot slot wordt een kader voor het toezicht op en rapportage over het e-douane-initiatief opgezet. 3. OPMERKINGEN BIJ HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT Behalve in technische wijzigingen en een specifieke verwijzing naar de bescherming van persoonsgegevens voorziet het gemeenschappelijk standpunt in wijzigingen van de termijnen voor het opzetten van de afzonderlijke systemen. Voor bepaalde systemen wordt nu een onderscheid gemaakt tussen termijnen voor het opzetten van functionele specificaties enerzijds en het functioneren van het systeem anderzijds. Voorts wordt in de mogelijkheid voorzien om de termijnen te verlengen in het kader van de comitologieprocedure (regelgevingsprocedure met toetsing) en om bepaalde projecten stop te zetten na een negatieve beoordeling van de functionele specificaties. De Commissie kan met het gemeenschappelijk standpunt instemmen, aangezien gegarandeerd blijft dat het voorstel termijnen bevat die van de lidstaten en de Commissie verbintenissen vereisen. Het belangrijkste knelpunt bij de vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt waren de termijnen voor de verschillende systemen, omdat sommige lidstaten weigerachtig stonden tegenover verbintenissen voor langetermijnprojecten waarvan de haalbaarheid volgens hen nog altijd moet worden bewezen. 4. CONCLUSIE De Commissie gaat akkoord met het gemeenschappelijk standpunt.