EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001PC0409

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar

/* COM/2001/0409 def. - CNS 2001/0161 */

PB C 270E van 25/09/2001, p. 251–258 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001PC0409

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar /* COM/2001/0409 def. - CNS 2001/0161 */

Publicatieblad Nr. 270 E van 25/09/2001 blz. 0251 - 0258


Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De geldigheidsduur van het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en Madagaskar gehechte protocol loopt op 20.05.2001 af. Op 12.3.2001 hebben de twee partijen een nieuw protocol geparafeerd tot vaststelling van de technische en financiële voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van de EG de visserij mogen uitoefenen in de wateren van Madagaskar in de periode van 21.05.2001 tot en met 20.05.2004.

De Commissie stelt bijgevolg voor dat de Raad een verordening aanneemt betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de tussen de EG en Madagaskar voor de periode van 21.05.2001 tot en met 20.05.2004 overeengekomen vangstmogelijkheden en de technische en financiële voorwaarden voor de uitoefening van de visserij.

Een voorstel voor een besluit van de Raad inzake de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol in afwachting dat het definitief in werking treedt, is het voorwerp van een afzonderlijke procedure.

2001/0161 (CNS)

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement [1],

[1] PB

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar [2], hebben de Gemeenschap en de Republiek Madagaskar onderhandeld om te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen in voornoemde overeenkomst dienen te worden aangebracht aan het einde van de periode van toepassing van het aan de overeenkomst gehechte protocol.

[2] PB L 73 van 18.3.1986, blz. 26.

(2) Ter afronding van deze onderhandelingen is op 12 maart 2001 een nieuw protocol geparafeerd tot vaststelling, voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004, van de vangstmogelijkheden en de financiële bijdrage als bedoeld in vorengenoemde overeenkomst.

(3) Het is in het belang van de Gemeenschap dit protocol goed te keuren.

(4) De vangstmogelijkheden moeten over de lidstaten worden verdeeld uitgaande van de traditionele verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de visserijovereenkomst,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling van tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

a) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: Spanje: 18 vaartuigen

Frankrijk: 20 vaartuigen

Italië: 2 vaartuigen

b) vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: Spanje: 23 vaartuigen

Frankrijk: 10 vaartuigen

Portugal 7 vaartuigen

Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van dit protocol vissen, dienen de hoeveelheden van elk bestand die in de visserijzone van Madagaskar worden gevangen aan de Commissie te melden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 [3].

[3] PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om het protocol te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

PROTOCOL

tot vaststelling van de voor de periode van 21 mei 2001 tot en met 20 mei 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële bijdrage, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar

Artikel 1

Op grond van artikel 2 van de Overeenkomst en voor een periode van drie jaar ingaande op 21 mei 2001 worden vergunningen voor uitoefening van de visserij in de visserijzone van Madagaskar verleend voor 40 vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 40 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

Bovendien kunnen op verzoek van de Gemeenschap vergunningen worden verleend voor andere categorieën vissersvaartuigen, onder bepaalde voorwaarden die in de bij artikel 9 van de Overeenkomst bedoelde gemengde commissie zullen worden vastgesteld.

Artikel 2

1. De in artikel 7 van de Overeenkomst bedoelde bijdrage wordt vastgesteld op 825 000 euro per jaar (waarvan 308 000 euro financiële compensatie voor vangstmogelijkheden, te betalen uiterlijk 30 november van elk jaar, en 517 000 euro voor de in artikel 3 van het protocol bedoelde acties).

2. De financiële compensatie geldt voor een hoeveelheid van 11 000 ton in de visserijzone van Madagaskar gevangen tonijnachtigen per jaar; als de vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Madagaskar meer tonijn vangen, wordt bovengenoemd bedrag evenredig verhoogd.

3. De bijdrage van de Gemeenschap wordt gestort op een bij de Schatkist geopende rekening die door de autoriteiten van Madagaskar wordt aangewezen.

Artikel 3

1. Van de in artikel 2, lid 1, genoemde financiële tegenprestatie gaat jaarlijks een bedrag van 517 000 euro naar de financiering van de volgende acties, volgens de onderstaande verdeling:

a) wetenschappelijke programma's van Madagaskar ter verbetering van de kennis van de visbestanden met het oog op een duurzaam beheer: 80 000 euro;

b) Deze bijdrage kan, op verzoek van de Regering van Madagaskar, bestaan in een bijdrage in de kosten van internationale vergaderingen om die kennis te vergroten en het beheer van de visbestanden te verbeteren.

c) steun voor een systeem van toezicht, controle en bewaking van de visserij: 267 000 euro;

d) studiebeurzen en opleidingsstages, steun voor de opleiding van eelieden 100 000 euro;

e) bijstand voor de ontwikkeling van de traditionele visserij: 70 000 euro.

2. De onder a), b) en d) bedoelde bedragen staan uiterlijk 30 november van elk jaar ter beschikking van het voor visserij bevoegde ministerie en worden gestort op de bankrekeningen van de autoriteiten van Madagaskar.

3. De onder c) bedoelde bijdragen worden ter beschikking gesteld van het voor visserij bevoegde ministerie en op de door dit ministerie aangewezen bankrekeningen gestort naarmate er uitgaven worden gedaan.

4. De bevoegde autoriteiten van Madagaskar doen de Commissie jaarlijks, uiterlijk 3 maanden na de datum waarop het protocol verjaart, een verslag toekomen over de aanwending van de financiële middelen die voor de in lid 1 genoemde acties worden verleend, over de uitvoering van die acties en over de bereikte resultaten. De Commissie van de Europese Gemeenschappen behoudt zich het recht voor het voor visserij bevoegde ministerie te verzoeken alle aanvullende inlichtingen die zij nodig acht te verstrekken. In het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de acties en na overleg met de bevoegde autoriteiten van Madagaskar in een gemengde commissie kan de Commissie van de Europese Gemeenschappen de betrokken bedragen herzien.

Artikel 4

Indien de Gemeenschap zou verzuimen de in de artikelen 2 en 3 van dit protocol bedoelde betalingen te verrichten, kan de visserijovereenkomst worden geschorst.

Artikel 5

Indien de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar als gevolg van ernstige omstandigheden, natuurverschijnselen daaronder niet begrepen, onmogelijk is, kan de Europese Economische Gemeenschap na overleg met de andere partij de betaling van de financiële tegenprestatie opschorten.

De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de toestand opnieuw normaal is en na overleg tussen de twee partijen, die bevestigen dat de toestand zodanig is dat visserijactiviteit opnieuw mogelijk is.

Artikel 6

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol.

Artikel 7

Dit protocol treedt in werking op de datum van ondertekening.

Het is van toepassing met ingang van 21 mei 2001.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN MADAGASKAR

1. PROCEDURE VOOR HET AANVRAGEN EN DE AFGIFTE VAN VERGUNNINGEN

Het aanvragen en de afgifte van vergunningen op grond waarvan vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Madagaskar mogen vissen, geschieden als volgt:

a) Via haar vertegenwoordiger in Madagaskar dient de Europese Commissie tegelijk bij de autoriteiten van Madagaskar in:

- voor elk vaartuig een vergunningaanvraag, opgesteld door de reder die op grond van de Overeenkomst de visserij wil uitoefenen, en dit uiterlijk 20 dagen vóór de gewenste aanvangsdatum van de geldigheidstermijn;

- een jaarlijks verzoek om voorafgaandelijke toestemming om de territoriale wateren van Madagaskar binnen te varen; de geldigheidstermijn van deze toestemming valt samen met die van de vergunning.

De aanvraag moet worden ingediend op het daartoe door Madagaskar vastgestelde formulier, waarvan het model is opgenomen in aanhangsel 1, en vergezeld gaan van het bewijs van betaling van het voorschot door de reder.

b) De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

Op verzoek van de Commissie van de Europese Gemeenschappen kan de vergunning van een bepaald vaartuig in geval van overmacht evenwel worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken als het te vervangen vaartuig. De reder van het te vervangen vaartuig zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen naar het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar.

Op de nieuwe vergunning worden vermeld:

- de datum van afgifte;

- dat de vergunning in de plaats komt van de vergunning voor een ander vaartuig en dat de vergunning van het vorige vaartuig wordt geannuleerd.

Voor de nog resterende looptijd van de vergunning die wordt vervangen, is geen visrecht zoals bedoeld in artikel 5 van de Overeenkomst verschuldigd.

c) De vergunning wordt door de autoriteiten van Madagaskar afgegeven aan de vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar.

d) De vergunning moet permanent aan boord worden bewaard; vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de autoriteiten van Madagaskar dat het voorschot is betaald, wordt het vaartuig evenwel opgenomen op een lijst van visgerechtigde vaartuigen die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten van Madagaskar wordt medegedeeld. Een afschrift van de betreffende vergunning, verzonden per telefax, kan worden verkregen in afwachting van de ontvangst van de eigenlijke vergunning; dit afschrift wordt aan boord bewaard.

e) De tonijnreders zijn verplicht zich in Madagaskar door een gemachtigde te laten vertegenwoordigen.

f) De autoriteiten van Madagaskar delen vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst alle gegevens mede over de voor de betaling van de rechten te gebruiken bankrekeningen.

2. GELDIGHEIDSDUUR EN BETALING VAN DE VERGUNNINGEN

a) In afwijking van het bepaalde in artikel 4, lid 4, van de Overeenkomst, bedraagt de geldigheidsduur van de vergunningen één jaar. Zij kunnen worden verlengd.

b) Het visrecht wordt vastgesteld op 25 euro per ton die in de wateren onder jurisdictie van Madagaskar wordt gevangen. De vergunningen worden afgegeven nadat aan de Schatkist van Madagaskar een voorschot is betaald van 2500 euro per jaar voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, van 1500 euro per jaar voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 150 brt en van 1100 euro per jaar voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van 150 brt of minder. Deze voorschotten komen overeen met de rechten voor respectievelijk 100 ton, 60 ton en 44 ton op jaarbasis in de visserijzone van Madagaskar gevangen vis.

3. VANGSTAANGIFTE EN EINDAFREKENING VAN DE VERSCHULDIGDE RECHTEN

a) De vaartuigen waaraan vergunning is verleend om op grond van de Overeenkomst in de visserijzone van Madagaskar te vissen, moeten hun vangstgegevens via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar aan het Centrum voor visserijtoezicht ("Centre de Surveillance des Pêches") van Madagaskar meedelen; zij gaan hierbij als volgt te werk:

de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug vullen een vangstaangifte volgens het model van aanhangsel 2 in voor elke periode waarin zij in de visserijzone van Madagaskar hebben gevist. De vangstaangiften worden tegen uiterlijk 30 september van elk jaar aan de vorengenoemde bevoegde autoriteiten toegezonden.

De aangiften moeten leesbaar zijn en door de kapitein van het vaartuig zijn ondertekend. Bovendien moeten zij worden ingevuld door alle vaartuigen die een vergunning hebben verkregen, ook als zij niet hebben gevist.

b) De autoriteiten van Madagaskar behouden zich het recht voor om, wanneer deze bepalingen niet worden nageleefd, de vergunning van het in overtreding zijnde vaartuig te schorsen totdat de formaliteiten zijn vervuld. De delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagascar wordt hiervan onverwijld in kennis gesteld.

c) De afrekening van de voor een jaar verschuldigde visrechten wordt door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op het einde van elk kalenderjaar vastgesteld, rekening houdende met de betaalde voorschotten en met de in punt 2, onder b), hierboven bepaalde bedragen. De afrekening van de verschuldigde rechten wordt gemaakt aan de hand van de afrekening van de vangsten, die wordt gebaseerd op de vangstaangiften van de reders. De afrekening van de vangsten moet worden bevestigd door de wetenschappelijke instituten die bevoegd zijn om de vangstgegevens te verifiëren, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Spaans Oceanografisch Instituut (IEO) en de Unité Statistique Thonière d'Antsiranana (USTA).

De door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde afrekening van de verschuldigde rechten wordt voor bevestiging toegezonden aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar. Deze instantie beschikt over een termijn van 30 dagen om haar eventuele opmerkingen kenbaar te maken.

Na afloop van deze termijn wordt de afrekening van de verschuldigde rechten aan de reders toegezonden.

Bij betwistingen overleggen de partijen met elkaar om de afrekening definitief vast te stellen, waarna deze aan de reders wordt toegezonden.

Eventuele aanvullende bedragen moeten door de reders aan de visserijdiensten van Madagaskar worden betaald binnen 30 dagen na de kennisgeving van de afrekening.

Wanneer het bedrag van de afrekening kleiner is dan het in punt 2, onder b), hierboven bedoelde voorschot, kan het verschil niet door de reder worden teruggevorderd.

4. COMMUNICATIE

De kapitein meldt het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar per radio (duplexfrequentie 8755 Tx 8231 Rx USB) of telefax (nr. 261 - 20 - 22 49014), ten minste 24 uur van tevoren dat hij voornemens is met zijn vaartuig de visserijzone van Madagaskar binnen te varen dan wel te verlaten.

Tegelijk met het voornemen om de visserijzone van Madagaskar te verlaten, meldt hij de geschatte hoeveelheden die tijdens het verblijf in de betrokken zone zijn gevangen.

De radiomeldingen moeten plaatsvinden op werkdagen en tijdens kantooruren van Madagaskar.

5. WAARNEMERS

Op verzoek van het voor visserij bevoegde ministerie wordt op de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug een waarnemer aan boord genomen, die behandeld wordt als een officier. Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door het voor visserij bevoegde ministerie, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak. De werkzaamheden van de waarnemers worden nader omschreven in aanhangsel 3.

De voorwaarden van het verblijf aan boord worden vastgesteld door het voor visserij bevoegde ministerie, vertegenwoordigd door het Centrum voor visserijtoezicht.

De reder of zijn gemachtigde stelt het Centrum voor visserijtoezicht ten minste twee (2) dagen van tevoren in kennis van de aankomst van het vaartuig in een haven van Madagaskar.

De reder betaalt via zijn gemachtigde aan de Regering van Madagaskar (Centrum voor visserijtoezicht) 17 euro voor iedere dag die een waarnemer aan boord van een vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen of de drijvende beug doorbrengt.

De loodskosten in de haven van aanlanding in Madagaskar zijn voor rekening van de autoriteiten van Madagaskar. De kosten van inscheping en ontscheping van de waarnemer buiten het grondgebied van Madagaskar zijn ten laste van de reder.

Het aantal aan boord genomen waarnemers bedraagt tot 30% van het aantal vaartuigen van de Gemeenschap dat op een gegeven tijdstip in de visserijzone van Madagaskar actief is. De verblijfsduur van de waarnemer aan boord van een vaartuig is afhankelijk van de duur van de visreis van het vaartuig in de betrokken zone.

Indien de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen. Indien de afvaart van het vaartuig wordt vertraagd, zijn de verblijf- en maaltijdkosten van de waarnemer tot de effectieve inscheping ten laste van de reder.

6. AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN

Voor de hele vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug en voor de hele duur van de campagne in de visserijzone van Madagaskar worden 40 zeelieden uit Madagaskar in dienst genomen. Het loon van deze zeelieden wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de gemachtigden van de reders en de betrokkenen. Het omvat een socialezekerheidsregeling.

De aanmonsteringsovereenkomsten worden gesloten tussen de gemachtigden en de betrokken zeelieden.

Indien dit aantal van 40 zeelieden voor de hele vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug niet wordt bereikt, dienen de reders een compensatie te betalen die door de bij artikel 9 van de Overeenkomst ingestelde gemengde commissie wordt vastgesteld en in verhouding staat tot de duur van de viscampagne; dit bedrag - over te maken naar een rekening waarvan het nummer aan de gemachtigden wordt medegedeeld - zal worden gebruikt voor de opleiding van vissers uit Madagaskar.

7. VISSERIJZONES

De vaartuigen uit de Gemeenschap mogen vissen in alle wateren van Madagaskar buiten 12 zeemijl vanaf de basislijn.

Als de autoriteiten van Madagaskar besluiten experimentele visconcentratie-installaties te plaatsen, stellen zij de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de gemachtigden van de betrokken reders daarvan in kennis, met vermelding van de coördinaten van deze installaties.

Vanaf de 30e dag na deze kennisgeving mogen vaartuigen zich niet ophouden op minder dan 1,5 zeemijl van deze installaties. Alle afbraak van deze installaties dient onverwijld aan dezelfde partijen te worden gemeld.

8. GEBRUIK VAN DE HAVENINSTALLATIES

De autoriteiten van Madagaskar bepalen samen met de reders die gebruik maken van de Overeenkomst onder welke voorwaarden de haveninstallaties worden gebruikt.

9. INSPECTIE VAN EN TOEZICHT OP DE VISSERIJACTIVITEITEN

De vaartuigen met een vergunning laten de ambtenaren van Madagaskar aan wie de inspectie en de controle op de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord komen; zij helpen hen bij het aan boord komen en vergemakkelijken hun de uitoefening van hun taak.

De vaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van de Overeenkomst vissen, worden via satelliet gevolgd, onder door de partijen overeen te komen voorwaarden.

10. OVERLADEN

In geval van overlading dragen vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen de vis die zij zelf niet houden over aan een bedrijf of instantie dat/die is aangewezen door de voor visserij bevoegde autoriteiten van Madagaskar.

11. DIENSTPRESTATIES

De reders uit de Gemeenschap die in de visserijzone van Madagaskar actief zijn, doen voor de diensten die zij nodig hebben (herstel en onderhoud, goederenbehandeling, bunkeren, ontvangst) bij voorkeur een beroep op verstrekkers uit Madagaskar.

12. PROCEDURE BIJ AANHOUDING

a) Kennisgeving

Het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar stelt de Delegatie en de vlaggenstaat binnen ten hoogste 48 uur ervan in kennis wanneer een vaartuig uit de Gemeenschap dat in het kader van de visserijovereenkomst opereert, in de visserijzone van Madagaskar is aangehouden, en verstrekt een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. De Delegatie en de vlaggenstaat worden tevens op de hoogte gehouden van het verloop van de ingeleide procedures en van de getroffen sancties.

b) Afwikkeling van de aanhouding

Overeenkomstig de visserijwetgeving kan de overtreding worden geregeld:

- ofwel via een schikking; het bedrag van de toegepaste geldboete wordt in dat geval bepaald met inachtneming van de in de wetgeving van Madagaskar vastgestelde minimum- en maximumwaarden;

- ofwel langs gerechtelijke weg, indien de zaak niet via een schikking kan worden geregeld, overeenkomstig de wetgeving van Madagaskar.

c) Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning gemachtigd om de haven te verlaten zodra:

- bij een schikking, aan de desbetreffende verplichtingen is voldaan, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van betaling;

- ofwel bij een gerechtelijke procedure, in afwachting van de voltooiing ervan een bankwaarborg is verstrekt, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van borgstelling.

-

Aanhangsel 1

FORMULIER VOOR AANVRAAG VAN EEN VISSERIJVERGUNNING

1. Nieuwe aanvraag of verlenging: .......................................................

2. Naam van het vaartuig en vlag waaronder het vaart: .................................................

3. Geldigheidsduur : van.............................. tot en met...............................

4. Naam van de reder: .........................................................................................

5. Adres van de reder: ..................................................................................... ..................................................................................................................

6. Naam en adres van de bevrachter, indien verschillend van punten 4 et 5:...........................................................................................................................................................................................................................................................................

7. Naam en adres van de officiële vertegenwoordiger op Madagaskar: ..................... ..................................................................................................................

8. Naam van de kapitein van het vaartuig : ...............................................................

9. Vaartuigtype: ..............................................................................................

10. Registratienummer: ...............................................................................

11. Externe identificatieletters en -cijfers: ..................................................................

12. Haven en land van registratie: ............................................................................

13. Lengte en breedte over alles van het vaartuig: .........................................................

14. Bruto- en nettotonnage van het vaartuig:...............................................................

15. Merk en vermogen van de hoofdmotor:...............................................................

16. Vriescapaciteit (t/d) : ............................................................................

17. Inhoud van de ruimen (m³) :..............................................................................

18. Radioroepnaam en frequentie: ......................................................................

19. Andere communicatie-apparatuur (telex, fax) : ...................................................

20. Visserijhulpmiddelen: ...........................................................................

..................................................................................................................

21. Aantal bemanningsleden, volgens nationaliteit:.........................................................

..................................................................................................................

22. Nummer van de visserijvergunning (bij verlenging, vergunning bijvoegen):............................ ..................................................................................................................

Ondergetekende,................................................, verklaart bovenvermelde gegevens geheel naar waarheid te hebben ingevuld.

...................................................... ..................................

(Stempel en handtekening van de reder) (Datum)

Aanhangsel 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel 3

WAARNEMERSREGELING

Op vaartuigen voor de visserij op tonijn en met de drijvende beug die over een vergunning beschikken, wordt een waarnemer van het Centrum voor visserijtoezicht, in het bezit van een legitimatiebewijs en een zeevaartboekje, aan boord genomen. Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door het Centrum voor visserijtoezicht, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak.

Tijdens zijn verblijf aan boord:

1. observeert en registreert de waarnemer de visserijactiviteiten van de vaartuigen en stelt hij hierover verslag op;

2. controleert hij de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

3. verricht hij bemonsteringswerkzaamheden voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's;

4. noteert hij gegevens over het gebruikte vistuig;

5. verzamelt hij vangstgegevens voor de betrokken visserijzone;

6. zorgt de waarnemer ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen;

7. gaat hij zorgvuldig om met de inventaris en de installaties van het vaartuig, en bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten;

8. stelt hij over de visreis een verslag op, dat wordt overgelegd aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar en waarvan een afschrift wordt bezorgd aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

De reder of de kapitein van het vaartuig:

1. staat toe dat de waarnemers aan boord komt om zijn werkzaamheden te verrichten en zo lang als in de aanvraag is vermeld aan boord blijft;

2. zorgt voor een adequate werkruimte met onder andere een voldoende verlichte tafel;

3. verstrekt alle gegevens waarover hij beschikt met betrekking tot de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar;

4. verstrekt de positie van het vaartuig (lengte en breedte);

5. verzendt en ontvangt berichten, of staat toe dat deze worden verzonden of ontvangen, met gebruikmaking van de communicatie-apparatuur van het vaartuig;

6. geeft toegang tot alle delen van het vaartuig waar visserijactiviteiten plaatsvinden en waar vis wordt verwerkt of opgeslagen;

7. staat toe dat monsters worden genomen;

8. stelt adequate opslagvoorzieningen voor deze monsters ter beschikking, zonder dat dit ten koste gaat van de opslagcapaciteit van het vaartuig;

9. verleent medewerking voor het onderzoeken en meten van het vistuig;

10. staat toe dat monsters en documenten die tijdens het verblijf van de waarnemer aan boord zijn verkregen, worden meegenomen;

11. zorgt, wanneer de waarnemer langer dan vier uur ononderbroken aan boord blijft, voor verblijf en maaltijden, en behandelt hem als een officier.

1. FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT

Beleidsgebied: Externe aspecten van bepaalde communautaire beleidssectoren

Activiteiten: Internationale visserijovereenkomsten

Benaming van de actie: Nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële bijdrage bedoeld in de visserijovereenkomst Eg/Madagaskar

1. BEGROTINGSPLAATSEN + OMSCHRIJVINGEN:

B78000 : « Internationale visserijovereenkomsten »

2. ALGEMENE CIJFERS

2.1 Totale toewijzing voor de actie (deel B): 2,475 miljoen EUR aan VK

2.2 Duur: 2001 -2004

(beginjaar - eindjaar)

2.3 Meerjarenraming van de totale uitgaven: 2,475 miljoen EUR

a) Verdeling vastleggingskredieten/betalingskredieten (financiële vergoeding) (cf. punt 6.1.1)

in miljoenen EUR (tot 3 cijfers na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Technische en administratieve bijstand en ondersteuningsuitgaven (cf. punt 6.1.2)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Financiële gevolgen in verband met de personele middelen en andere huishoudelijke uitgaven(cf. punten 7.2 en 7.3)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.4 Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

X Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering

( Dit voorstel vereist een herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten,

( inclusief, in voorkomend geval, een beroep op de bepalingen van het interinstitutioneel akkoord.

2.5 Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Geen enkele financiële implicatie (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel)

OF

( Financiële gevolgen - Het effect op de ontvangsten is als volgt:

- NB: alle opmerkingen en toelichtingen met betrekking tot de methode waarmee de gevolgen voor de ontvangsten worden berekend, moeten op een afzonderlijk blad worden toegevoegd aan dit financieel memorandum.

in miljoenen EUR (1 cijfer na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(Elke betrokken begrotingsplaats beschrijven en het passende aantal regels aan de tabel toevoegen indien het effect betrekking heeft op meerdere begrotingsplaatsen)

3. 3. BEGROTINGSKENMERKEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. JURIDISCHE GRONDSLAG:

- Artikel 37 van het Verdrag, juncto art. 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea;

- Overeenkomst EG/Madagaskar (Verordening van de Raad 780/86/EG van 24.02.86)

5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

5.1 Noodzaak van het communautaire optreden

5.1.1 Nagestreefde doelstellingen

De geldigheidsduur van het aan de Visserijovereenkomst tussen de EG en de Democratische Republiek Madagaskar gehechte Protocol is op 20 mei 2001 afgelopen.

De verlenging moet de reders uit de Gemeenschap in staat stellen de visserijactiviteiten (in het bijzonder op tonijn) in de exclusieve economische zone (EEZ) van Madagaskar voort te zetten onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in het protocol dat ter afronding van de van 8 tot 10 maart 2001 te Antananarivo gehouden onderhandelingen tussen de Commissie, namens de Gemeenschap, en de delegatie van Madagaskar is geparafeerd.

5.1.2 Genomen maatregelen die onder de evaluatie ex ante vallen

De bevoegde eenheden van het DG Visserij van de Commissie hebben het aflopende protocol (1998/2001) geëvalueerd. Er is vastgesteld dat de gemiddelde benuttingsgraad inzake aantal vergunningsaanvragen meer dan bevredigend is geweest, zowel in de categorie vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen (80%) als in de categorie vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug (86%). (De totale in het protocol 1998/2001 vastgelegde vangstmogelijkheden waren: 45 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en 30 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug).

Wat de verrichte vangsten betreft, bedroeg het gemiddelde over de laatste drie jaar (1998/2000) 7360 ton per jaar (de geraamde referentiehoeveelheid was 9500 ton/jaar).

5.2 Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting

Het op 12 maart 2001 geparafeerde protocol biedt vangstmogelijkheden voor 40 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en 40 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, wat globaal genomen neerkomt op 5 vaartuigen meer (+ 6%) dan onder het vorige protocol.

De referentiehoeveelheid is van 9500 ton toegenomen tot 11000 ton per jaar. Deze toename is gerechtvaardigd in het licht van de geregistreerde vangsten en grotere vangstmogelijkheden qua aantal vaartuigen.

De eenheidskosten per gevangen ton tonijn bedragen 75 EUR voor de Gemeenschap op basis van de referentiehoeveelheid en 25 EUR voor de reders (in het kader van het protocol 1998/2001 was dat respectievelijk 80 EUR en 20 EUR) [4].

[4] De handelswaarde van tonijn bedraagt tussen 500 en 1000 EUR de ton, afhankelijk van de soort.

De totale financiële tegenprestatie van de EG voor het nieuwe protocol (2001/2004) bedraagt bijgevolg 2 475 000 EUR (voor 3 jaar), tegenover 2 280 000 EUR voor het protocol 1998/2001 (d.i. een toename met 8,5%). Van dit bedrag wordt 62,6% (1 551 000 EUR) besteed voor de financiering van doelgerichte acties voor de ontwikkeling van de visserijsector in Madagaskar (financiering van wetenschappelijke programma's; ondersteuning van een systeem voor visserijtoezicht, -controle en -bewaking; financiering van studiebeurzen en opleidingsstages; steun voor de traditionele visserij). De betrokken bedragen worden door middel van jaarlijkse tranches ter beschikking gesteld van de autoriteiten van Madagaskar.

De financiële compensatie (308 000 EUR per jaar) wordt vóór 30 november van elk jaar gestort op een door de autoriteiten van Madagaskar aangewezen rekening bij de Schatkist.

Een van de kenmerken van de tonijnvisserij, direct samenhangend met het feit dat de soort over grote afstanden trekt, is dat de vangsten in een bepaald gebied van het ene seizoen tot het andere zeer sterke schommelingen kunnen vertonen.

Omdat men van tevoren niet precies kan zeggen hoeveel er door de communautaire vloot zal worden gevangen, betaalt de Gemeenschap in het kader van alle tonijnovereenkomsten met derde landen een forfait dat overeenkomt met de verwachte vangsten in ton (de "referentiehoeveelheid"). Deze hoeveelheid wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde van de in de voorgaande jaren geregistreerde vangsten, eventueel aangepast volgens het aantal vaartuigen waarvoor vergunningen worden afgegeven. Bij overschrijding van het verwachte niveau wordt een toeslag betaald, in het andere geval behoudt het derde land het forfait.

Er zij op gewezen dat in de door de Raad vastgestelde richtsnoeren voor de onderhandelingen over visserijovereenkomsten met de ACS-landen is bepaald dat rekening moet worden gehouden met het belang dat de Gemeenschap erbij heeft om met de betrokken derde landen betrekkingen op visserijgebied aan te knopen of in stand te houden.

5.3 Uitvoering

De uitvoering van het betrokken protocol is een exclusieve bevoegdheid van de Commissie, die daarvoor gebruik zal maken van haar statutair personeel te Brussel en bij de Delegatie in Madagaskar.

6. FINANCIËLE CONSEQUENTIES

6.1 Totale financiële gevolgen voor deel B (voor de gehele programmeringsperiode)

6.1.1 Financiële steunverlening VK in miljoen EUR (tot 3 cijfers na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6.2. Berekening van de kosten per overwogen maatregel in deel B (voor de gehele programmeringsperiode

VK in miljoen EUR (tot 3 cijfers na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Totale kosten voor de driejarige looptijd van het protocol.

7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

7.1. Gevolgen voor de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.2 Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

7.3 Andere uit de maatregel voortvloeiende huishoudelijke uitgaven

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

(1) Geef aan om welke type comité het gaat, en tot welke groep het behoort.

I. Jaartotaal (7.2 + 7.3)

II. Duur van de maatregel

III. Totale kosten van de maatregel (I x II) // EUR 1 151 986

3 jaar

EUR 3 455 958

Het is niet mogelijk de impact van een bepaald protocol op de werkbelasting van de verantwoordelijke eenheid van het DG Visserij afzonderlijk te kwantificeren.

De verlenging van in het kader van bestaande visserijovereenkomsten gesloten protocollen behoort weliswaar tot de taken van de betrokken eenheid, maar heeft niet per se consequenties voor de administratieve uitgaven.

Als het protocol niet was gesloten (geparafeerd), dan zou dit immers ook heel wat werk en uitgaven in de vorm van dienstreizen en vergaderingen hebben meegebracht.

8. TOEZICHT EN EVALUATIE

8.1 Follow-upsysteem

De financiële compensatie (308 000 EUR per jaar) wordt vóór 30 november van elk jaar gestort op een door de autoriteiten van Madagaskar aangewezen rekening bij de Schatkist. Madagaskar beslist autonoom waarvoor deze compensatie wordt gebruikt.

De bijdragen in de financiering van doelgerichte acties (517 000 EUR op jaarbasis) worden in jaarlijkse tranches ter beschikking van het voor visserij bevoegde ministerie gesteld, volgens de verdeling zoals vastgesteld in artikel 3.1 van het protocol. De bijdragen in de financiering van studiebeurzen en opleidingsstages worden gestort naarmate er uitgaven worden gedaan.

Binnen drie maanden na de datum waarop het protocol verjaart dient telkens een verslag over de besteding van de middelen voor de doelgerichte acties aan de Commissie te worden bezorgd. De Commissie heeft het recht aanvullende inlichtingen te vragen en de betalingen te herzien in het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de voorgenomen acties.

8.2 Evaluatiewerkwijze en -timing

De EG en Madagaskar kunnen te allen tijde bijeenkomen in het kader van een gemengde commissie die op de goede toepassing van het protocol toeziet, om alle aangelegenheden betreffende de uitvoering van het protocol te bespreken.

De benutting van de vangstmogelijkheden wordt doorlopend geëvalueerd, vanuit het oogpunt van de vergunningsaanvragen en vanuit dat van de vangsten.

Met betrekking tot de doelgerichte acties zij verwezen naar hetgeen eerder is gezegd.

9. MAATREGELEN OM FRAUDE TEGEN TE GAAN

Het betreft hier financiële vergoedingen als rechtstreekse compensatie voor toegekende vangstmogelijkheden; het begunstigde derde land gebruikt deze bedragen naar goeddunken. Over de besteding van bepaalde middelen moet evenwel bij de Commissie verslag worden uitgebracht, op de wijze die in het protocol is vastgesteld. Een jaarverslag over de uitvoering en de bereikte resultaten moet worden overgelegd voor alle in artikel 3 van het protocol genoemde acties. De Commissie behoudt zicht het recht voor aanvullende inlichtingen omtrent de behaalde resultaten te vragen en de betalingen te herzien in het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de acties.

Bovendien moeten de lidstaten met vaartuigen die in het kader van de overeenkomst actief zijn, aan de Commissie de juistheid garanderen van de gegevens die in de meetbrieven van de vaartuigen vermeld zijn, zodat de vergunningsrechten op een zekere grondslag kunnen worden berekend.

Daarnaast moeten de communautaire vaartuigen overeenkomstig het protocol ook vangstaangiften invullen (en deze aan de Commissie en aan de autoriteiten van Madagaskar doen toekomen), die de grondslag vormen voor de definitieve afrekening van de in het kader van het protocol gerealiseerde vangsten en de overeenkomstige vergoedingen.

Top