Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0506

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Estland aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (LIFE)

    /* COM/2000/0506 def. - ACC 2000/0216 */

    52000PC0506

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Estland aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (LIFE) /* COM/2000/0506 def. - ACC 2000/0216 */


    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Estland aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (Life)

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    De Europese Raad van Helsinki van december 1999 heeft het uitbreidingsproces, dat in december 1997 in Luxemburg op gang is gebracht, bekrachtigd. Voorts heeft hij de versterkte pretroetredingsstrategie, die in 1997 is vastgelegd, bevestigd. Een belangrijke component van deze strategie is de deelname van de 13 kandidaat-lidstaten aan de programma's van de Gemeenschap.

    Voor de tien kandidaat-lidstaten uit Midden- en Oost-Europa (LMOE) is de deelname aan de programma's van de Gemeenschap in hun respectieve Europa-Overeenkomsten vastgelegd. Overeenkomstig deze Europa-Overeenkomsten worden de deelnemingsvoorwaarden voor deze landen door de onderscheiden Associatieraden vastgesteld.

    Estland heeft, wat het milieu betreft, verzocht om aan de derde fase van Life deel te kunnen nemen.

    De tweede fase van Life (1996-1999) wordt namelijk eerlang gevolgd door een derde fase (2000-2004).

    De verordening tot instelling van de derde fase van Life bepaalt dat Life open dient te staan voor deelname door de LMOE met ingang van 2000 (artikel 6). Door de vertraging die bij de vaststelling door het Parlement en de Raad werd opgelopen, zal zulks evenwel pas vanaf 2001 mogelijk zijn.

    Estland heeft reeds aangegeven dat het bereid is om vanaf 2001 aan de derde fase van Life deel te nemen - het ziet hierin immers een belangrijk element van het pretoetredingsproces - en zijn financiële bijdrage gedeeltelijk uit de eigen nationale begroting en gedeeltelijk uit de jaarlijks toegewezen Phare-kredieten te betalen.

    De belangrijkste kwesties die in het voorgestelde besluit van de Associatieraad worden geregeld, zijn de volgende:

    * voor projecten en acties die door Estlandse deelnemers worden voorgesteld, gelden in het kader van Life dezelfde voorwaarden, regels en procedures als voor voorstellen uit de lidstaten, met name op het stuk van de indiening, beoordeling en selectie van de aanvragen, de verantwoordelijkheid van de nationale instanties ten aanzien van de uitvoering en de activiteiten met betrekking tot het toezicht op de gefinancierde projecten;

    * Estland betaalt elk jaar een bijdrage, waarvan de omvang bij het besluit van de Associatieraad wordt vastgesteld. Deze bijdrage wordt niet aan Estland terugbetaald indien de resultaten aan het einde van het jaar lager uitkomen dan het betaalde bedrag;

    * overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Luxemburg worden Estlandse deskundigen uitgenodigd om de vergaderingen van de Life-comités als waarnemers bij te wonen wanneer punten worden behandeld die voor Estland relevant zijn;

    * het besluit blijft van toepassing gedurende de hele looptijd van de derde fase van Life, en treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Een snelle goedkeuring van het besluit van de Associatieraad zou Estland in staat stellen, als onderdeel van de versterkte pretoetredingsstrategie actief betrokken te worden bij dit intracommunautaire instrument. Dat is vanzelfsprekend van aanzienlijk politiek belang.

    De Raad wordt derhalve verzocht zijn goedkeuring te hechten aan het bijgaande voorstel voor een besluit betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de betrokken Associatieraad.

    2000/0216 (ACC)

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Estland aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (Life)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, is op 1 februari 1998 in werking getreden.

    (2) Overeenkomstig artikel 108 en bijlage X van de Europa-Overeenkomst mag Estland deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van het milieu; over de voorwaarden voor de deelname van Estland aan deze activiteiten wordt besloten door de Associatieraad.

    (3) Verordening (EG) nr. .../2000 van het Europees Parlement en de Raad van ... 2000 inzake de oprichting van een financieringsinstrument voor het milieu (Life) [1], inzonderheid in artikel 6, bepaalt dat Life wordt opengesteld voor deelname van de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa overeenkomstig de voorwaarden die zijn omschreven in de Associatieovereenkomsten en op basis van het bepaalde in de besluiten van de betrokken Associatieraden,

    [1] PB L ... van ....2000, blz..

    BESLUIT:

    Het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, betreffende de deelname van Estland aan het financierings instrument van de Gemeenschap voor het milieu (Life), stemt overeen met bijgaand ontwerp-besluit van de Associatieraad.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    Ontwerp BESLUIT Nr. .../2000 VAN DE ASSOCIATIERAAD, Associatie tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Estland aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (Life)

    DE ASSOCIATIERAAD,

    Gelet op de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds [2], inzonderheid op artikel 108,

    [2] PB L 51 van 26.2.1999, blz. 3.

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Estland mag, overeenkomstig artikel 108 en bijlage X van de Europa-Overeenkomst, deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van het milieu.

    (2) Overeenkomstig hetzelfde artikel wordt over de voorwaarden voor de deelname van Estland aan deze activiteiten besloten door de Associatieraad,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Estland neemt met ingang van 1 januari 2001 deel aan het financierings instrument voor het milieu (hierna Life genoemd) overeenkomstig de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlagen I en II, die een integrerend deel vormen van dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit is van toepassing gedurende de hele looptijd van de derde fase van Life, welke ingaat op 1 januari 2001.

    Artikel 3

    Voorstellen die door Estland bij de Commissie worden ingediend vóór 31 oktober 2000 voor Life - Natuur en vóór 30 november 2000 voor Life - Milieu, komen voor beoordeling in aanmerking.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het door de Associatieraad wordt aangenomen.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Associatieraad

    De Voorzitter

    BIJLAGE I Voorwaarden voor de deelname van de Republiek Estland aan het financieringsinstrument voor het milieu (Life)

    1. Estland neemt deel aan alle activiteiten in het kader van Life, overeenkomstig de doelstellingen, criteria, procedures en termijnen die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. .../2000 van het Europees Parlement en de Raad van ... 2000 inzake de oprichting van dit financieringsinstrument.

    2. Met het oog op deelname aan het programma betaalt Estland jaarlijks een bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie, overeenkomstig de in bijlage II opgenomen voorwaarden.

    Teneinde rekening te houden met ontwikkelingen in Life en wijzigingen in het absorptievermogen van Estland, kan het Associatiecomité, indien het dit wenselijk acht, deze bijdrage aanpassen om een verstoring van het begrotingsevenwicht bij de uitvoering van het programma te vermijden.

    3. Voor instellingen, organisaties en personen uit Estland gelden met betrekking tot de indiening, evaluatie en selectie van inschrijvingen dezelfde voorwaarden als voor instellingen, organisaties en personen uit de Gemeenschap.

    Bij de benoeming van onafhankelijke deskundigen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in het besluit tot vaststelling van het programma kan de Commissie ook deskundigen uit Estland aanwijzen om haar bij de evaluatie van projecten te helpen.

    4. Teneinde de communautaire dimensie van Life te waarborgen, dienen bij transnationale projecten en activiteiten waarvoor Estland voorstellen indient, waar van toepassing ten minste één partner uit een lidstaat van de Gemeenschap te worden betrokken.

    5. In het kader van de bestaande voorschriften stellen de lidstaten van de Gemeenschap en Estland alles in het werk om het vrije verkeer tussen en verblijf in Estland en de lidstaten van de Gemeenschap te vergemakkelijken voor alle deskundigen en andere betrokken personen die zich tussen Estland en de lidstaten van de Gemeenschap verplaatsen met het oog op deelname aan de onder dit besluit vallende activiteiten.

    6. De onder dit besluit vallende activiteiten zijn, wat betreft de goederen en diensten die bestemd zijn om in dat verband te worden gebruikt, vrijgesteld van Estlandse indirecte belastingen en douanerechten, alsook van in- en uitvoerverboden en -beperkingen.

    7. Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen in verband met het toezicht op en de beoordeling van het programma overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. .../2000 (Life), wordt op de deelname van Estland aan het programma voortdurend toezicht uitgeoefend, zulks op basis van partnerschap tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en Estland. Estland neemt deel aan alle andere in dit verband door de Gemeenschap ondernomen specifieke activiteiten.

    8. Conform het Financieel Reglement van de Gemeenschap dienen de contractuele regelingen die met Estlandse partijen worden getroffen, te voorzien in controles en audits welke door of op gezag van de Commissie en de Rekenkamer worden uitgevoerd. Met name kunnen financiële audits worden uitgevoerd teneinde de inkomsten en uitgaven van bedoelde partijen in het licht van hun contractuele verplichtingen ten overstaan van de Gemeenschap te controleren. Met het oog op de samenwerking en de wederzijdse belangen verstrekken de betrokken Estlandse autoriteiten alle redelijkerwijs mogelijke assistentie die in de gegeven omstandigheden nodig of nuttig kan zijn voor de uitvoering van die controles en audits.

    9. Onverminderd de procedures van artikel 3, lid 7, en artikel 11 van Verordening (EG) nr. .../2000 nemen vertegenwoordigers van Estland, voor de punten die hen betreffen, als waarnemers deel aan de desbetreffende comitévergaderingen. De vertegenwoordigers van Estland zijn niet aanwezig wanneer in het comité wordt gestemd.

    10. Voor alle contacten met de Commissie wordt bij het inschrijven, het opstellen van contracten en verslagen en andere administratieve aangelegenheden in verband met de programma's gebruik gemaakt van een van de officiële talen van de Gemeenschap.

    11. De Gemeenschap en Estland kunnen de onder dit besluit vallende activiteiten te allen tijde door middel van een schriftelijke kennisgeving en met inachtneming van een opzegtermijn van twaalf maanden beëindigen. De op het moment van de stopzetting nog lopende projecten en activiteiten worden voltooid onder de in de desbetreffende overeenkomsten vastgelegde voorwaarden.

    BIJLAGE II Financiële bijdrage van de Republiek Estland aan Life

    1. De financiële bijdrage van Estland aan de begroting van de Europese Unie voor deelname aan Life bedraagt 600.000 euro voor elk van de eerste twee begrotingsjaren. In genoemd bedrag zijn de extra administratiekosten begrepen.

    De bijdrage van Estland voor de volgende periode wordt door de Associatieraad vastgesteld in de loop van 2002.

    2. Estland betaalt de bovengenoemde bijdrage deels uit zijn nationale begroting en deels uit zijn nationale Phare-programma. De vereiste Phare-middelen, waarvoor een aparte Phare-programmeringsprocedure geldt, worden Estland ter beschikking gesteld door middel van een apart financieringsmemorandum. Samen met de middelen uit de Estlandse nationale begroting vormen zij de eigen bijdrage van Estland, waaruit het land zal putten om te voldoen aan het jaarlijkse verzoek tot storting van de Commissie.

    3. Onderstaand schema geeft de benodigde Phare-middelen weer:

    - 285.000 euro voor de bijdrage aan Life voor het eerste jaar (2001);

    - 285.000 euro voor het tweede jaar.

    Het resterende gedeelte van de bijdrage van Estland wordt met middelen uit de Estlandse nationale begroting gedekt.

    4. Het Financieel Reglement dat op de algemene begroting van de Europese Unie van toepassing is, geldt ook voor het beheer van de bijdrage van Estland.

    Reis- en verblijfkosten van Estlandse vertegenwoordigers en deskundigen in verband met hun deelname, als waarnemers, aan de werkzaamheden van het in bijlage I, punt 9, genoemde comité en aan andere vergaderingen in samenhang met de uitvoering van Life worden door de Commissie vergoed op dezelfde grondslag en volgens de procedures die gelden voor niet-gouvernementele deskundigen van de lidstaten van de Europese Unie.

    5. Bij de inwerkingtreding van dit besluit en het begin van ieder nieuw jaar doet de Commissie Estland een verzoek tot storting toekomen ter hoogte van de bijdrage van dat land aan Life overeenkomstig dit besluit.

    Deze bijdrage wordt uitgedrukt in euro's en dient te worden overgemaakt op een in euro's gestelde bankrekening van de Commissie.

    De bijdrage van Estland stemt overeen met het verzoek tot storting en dient te worden voldaan:

    - niet later dan 1 april voor het gedeelte gefinancierd uit de Estlandse nationale begroting, op voorwaarde dat het verzoek tot storting van de Commissie vóór 1 maart is verzonden, of, indien dit na deze datum is gebeurd, uiterlijk één maand na de verzending van het verzoek tot storting;

    - niet later dan 1 april voor het gedeelte gefinancierd uit Phare-middelen, op voorwaarde dat de desbetreffende bedragen vóór die datum aan Estland zijn overgemaakt, of uiterlijk binnen 30 dagen nadat deze middelen aan Estland zijn overgemaakt.

    Bij vertraging in de betaling van de bijdrage betaalt Estland rente over het op de vervaldag nog openstaande bedrag. De rentevoet is die welke door de Europese Centrale Bank op de datum waarop de betalingstermijn verstrijkt, voor haar transacties in euro's wordt toegepast, vermeerderd met anderhalf procentpunt.

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1. BENAMING VAN DE MAATREGEL

    Deelname van Estland aan het financieringsinstrument voor het milieu (Life).

    2. BEGROTINGSPLAATS(EN)

    B4-3200A, B4-3201A en B7-030 (Economische hulp voor de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa) en 6091 (Ontvangsten voortvloeiende uit de deelneming van kandidaatlanden die bij de communautaire programma's zijn betrokken).

    3. RECHTSGRONDSLAG

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2;

    Europa-Overeenkomst met Estland, die voorziet (artikel 108) in deelname aan de communautaire programma's;

    Verordening (EG) nr. .../2000 van het Europees Parlement en de Raad van ... 2000 inzake de oprichting van een financieringsinstrument voor het milieu (Life), inzonderheid artikel 6.

    4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL

    4.1 Algemene doelstelling

    Europa-Overeenkomst. Overeenkomstig artikel 108 van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, die op 1 februari 1998 in werking is getreden, alsmede bijlage X van die overeenkomst, mag Estland deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van het milieu, en wordt over de voorwaarden voor de deelname van Estland aan deze activiteiten besloten door de Associatieraad.

    Overeenkomstig de mededeling "Agenda 2000" van de Commissie van 16 juli 1997 en de conclusies van de Europese Raad van Luxemburg is de deelname van Estland aan Life een onderdeel van de versterkte pretoetredingsstrategie, die het land ondersteunt bij zijn voorbereiding op de toetreding tot de Unie.

    De deelname aan Life is niet alleen van belang ter voorbereiding van de toekomstige toetreding van Estland tot de Unie en voor de tenuitvoerlegging van de in de Europa-Overeenkomst opgenomen bepalingen betreffende samenwerking op economisch en milieugebied, maar biedt Estland tevens de gelegenheid zich vertrouwd te maken met de procedures en methoden die in communautaire programma's worden toegepast.

    Met dit nieuwe besluit van de Associatieraad wordt beoogd de Estlandse deelname aan de derde fase van Life zo doeltreffend mogelijk te maken. Het besluit omvat voorwaarden, met name wat de financiële bijdrage van Estland betreft, en praktische regelingen voor de deelname aan Life.

    4.2 Looptijd en verlenging

    Tot de afloop van het desbetreffende communautaire programma, d.w.z. 31 december 2004.

    5. INDELING VAN DE UITGAVEN/ONTVANGSTEN

    5.1 Niet verplichte uitgaven

    5.2 Gesplitste kredieten

    5.3 Aard van de ontvangsten

    Artikel 108 van de Europa-Overeenkomst bepaalt dat Estland zelf de kosten voor zijn deelname dient te dragen. Het zal derhalve om een bijdrage voor zijn deelname aan het programma worden verzocht. Aangezien artikel 3 eveneens bepaalt dat de Gemeenschap de bijdrage van Estland kan aanvullen, dient Estland zijn bijdrage slechts ten dele uit zijn nationale begroting te financieren. Het resterende gedeelte zal met middelen uit het Estlandse nationale Phare-programma worden gedekt. De daartoe vereiste Phare-middelen komen ten laste van artikel B7-030 en worden Estland ter beschikking gesteld door middel van een apart financierings memorandum. Samen met de middelen uit de Estlandse nationale begroting vormen zij de eigen bijdrage van Estland, waaruit het land zal putten om te voldoen aan het jaarlijkse verzoek tot storting van de Commissie. De totale bijdrage van Estland wordt, zodra zij is betaald, ingeschreven onder post 6091 bij de ontvangsten op de begroting van de Europese Unie.

    6. AARD VAN DE UITGAVEN/ONTVANGSTEN

    - Gesubsidieerd voor 100 %

    - Subsidie voor cofinanciering met andere bronnen uit de overheids- en/of particuliere sector

    - In volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de communautaire bijdrage wordt niet voorzien

    - Wat de ontvangsten betreft, wordt onder post 6091 voorzien in een Estlandse bijdrage om de kosten van deelname te dekken. De ontvangsten worden toegewezen aan de uitgavenposten voor het programma in kwestie en, in voorkomend geval, aan de desbetreffende posten van de operationele uitgaven. Het totaal van de verwachte ontvangsten wordt aangegeven onder 7.4.

    7. FINANCIËLE GEVOLGEN

    7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (verhouding individuele/totale kosten)

    Hieronder volgen de op grond van de Europa-Overeenkomst met Estland vastgelegde financiële en budgettaire regelingen voor het programma in kwestie. In de bijdrage van Estland is met twee elementen rekening gehouden:

    - de te verwachten operationele kosten, die zijn geraamd op basis van het BBP per hoofd van de bevolking, gewogen met de koopkracht, en in het licht van het Life-budget (voorontwerp van begroting voor Life 2000), het geraamde absorptie vermogen van Estland en de ervaringen die zijn opgedaan met de deelname van dat land aan Life;

    - de te verwachten administratieve kosten, zijnde de kosten voor vergaderingen en dienstreizen.

    Deze administratieve kosten worden geraamd op 12.000 euro per jaar voor dienstreizen en deelname aan vergaderingen (hoofdstuk A) en 18.000 euro per jaar voor toezicht op projecten (hoofdstuk B).

    (Voor de financiering van zijn bijdrage in de operationele kosten zal Estland ter aanvulling van de middelen uit zijn nationale begroting, een deel van zijn nationale Phare-jaarprogramma gebruiken.)

    7.2 Uitsplitsing van de kosten

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.3 Operationele uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, enz., die zijn opgenomen in deel B van de begroting

    Tot een maximumbedrag in verhouding tot de overeenkomstige middelen welke door de EU voor dit programma worden uitgetrokken (ten hoogste 5%), doch binnen de grenzen die voortvloeien uit de bijdrage die ieder land uit zijn eigen begroting levert.

    7.4 Tijdschema voor de vastleggingskredieten/betalingskredieten

    Bedragen ten laste van begrotingspost B7-030:

    285.000 euro voor 2001 en hetzelfde bedrag voor 2002, in vastleggingskredieten en betalingskredieten.

    De te verwachten jaarlijkse inkomsten bedragen voor 2001 en 2002:

    600.000 euro, waarvan 570.000 euro voor operationele uitgaven en 30.000 euro voor administratieve uitgaven.

    8. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN FRAUDE

    Alle contracten, overeenkomsten en juridische verbintenissen van de Commissie voorzien in controle ter plaatse door de Commissie en de Rekenkamer. De begunstigden van de maatregel zijn onder meer verplicht verslagen en financiële staten in te dienen, die zowel qua inhoud als qua financierbaarheid van de uitgaven worden geanalyseerd overeenkomstig het doel van de communautaire financiering.

    De in de basisartikelen van de begroting opgenomen anti-fraudebepalingen zijn ook op deze rubriek van toepassing, mits zij voor de landen van Midden-Europa worden aangepast.

    9. GEGEVENS KOSTEN-BATENANALYSE

    9.1 Specifieke en kwantificeerbare doelstellingen; doelgroep

    De openstelling van Life voor Estland heeft ten doel, voor dat land soortgelijke voordelen als voor de lidstaten van de Gemeenschap tot stand te brengen.

    Wat Life - Natuur betreft bestaat het specifieke doel erin, in eerste instantie werk te maken van maatregelen die nodig zijn voor de inventarisatie, het behoud en de restauratie van natuurlijke habitats en de instandhouding van wilde dier- en plantensoorten die van communautair en/of Europees belang zijn.

    Andere maatregelen dan die welke natuurbehoud betreffen, beogen onder meer:

    - het identificeren van de meest geëigende investeringen in infrastructuur die nodig is om de communautaire milieuwetgeving ten uitvoer te leggen, en het uitvoeren van demonstratieacties ter vergroting van de doeltreffendheid van de communautaire hulp op milieugebied;

    - een bijdrage tot de duurzame ontwikkeling van de industrie door het bevorderen van demonstratieprojecten waarbij gebruik wordt gemaakt van innovatieve schone technieken en methoden;

    - de bevordering van een beter bodemgebruik door integratie van de zorg voor het milieu (ecologische aspecten, duurzame ontwikkeling) met het oog op minder vervuilende sociaal-economische activiteiten, met name in stedelijke gebieden.

    De begeleidende maatregelen, tenslotte, moeten de kosten-batenverhouding voor de via dit instrument gefinancierde hulp helpen optimaliseren en fraude voorkomen.

    Op basis van de eerder met Life opgedane ervaring kunnen als doelgroepen worden genoemd:

    - de particuliere sector (MKB, partnerschappen van bedrijven), bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe technologieën en afvalrecycling;

    - de openbare sector (centrale en plaatselijke overheden);

    - partnerschappen tussen de particuliere en de openbare sector;

    - NGO's en verenigingen, met name op regionaal/plaatselijk niveau;

    - universiteiten (vooral i.v.m. natuurbehoud).

    9.2 Motivering van de maatregel

    - Reden waarom financiële steun van de Gemeenschap noodzakelijk is

    Gezien de hoge kosten voor deelname aan het programma en de precaire begrotingssituatie van Estland is bijstand uit PHARE van essentieel belang.

    - Wijze van steunverlening

    Met een bijdrage uit de nationale begroting, aangevuld met een bijdrage van Phare, zal de deelname van Estland aan Life de belanghebbende partijen in dat land de mogelijkheid geven samen te werken om zich vertrouwd te maken met het EU-acquis op milieugebied. Zo helpt Life een tweevoudig doel realiseren: in Estland een solide basis op dit gebied tot stand brengen, en de Estlandse instellingen integreren in communautaire netwerken om aldus een doorslaggevende bijdrage te leveren tot de voorbereiding van Estland op het toekomstige lidmaatschap van de EU.

    - Voornaamste onzekere factoren die gevolgen kunnen hebben voor de specifieke resultaten van de maatregel

    Aangezien de projecten worden geselecteerd op basis van kwalitatieve criteria, kan de reële impact slechts worden gemeten aan de hand van de capaciteit van de Estlandse bedrijven, organisaties en NGO's om te reageren op de door de Commissie in het kader van Life te publiceren uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

    9.3 Follow-up en evaluatie van de maatregel

    De controle- en toezichtprocedures voor Life (als omschreven in de Life-verordening) zijn eveneens van toepassing op de Estlandse begunstigden.

    10. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN (DEEL A VAN AFDELING III VAN DE ALGEMENE BEGROTING)

    De feitelijke terbeschikkingstelling van de benodigde administratieve middelen geschiedt op grond van het jaarlijks besluit van de Commissie betreffende de toewijzing van de middelen, waarbij met name rekening wordt gehouden met het personeel en de extra bedragen die door de begrotingsautoriteit werden goedgekeurd.

    10.1 Gevolgen voor het aantal posten

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    10.2 Algemene financiële gevolgen van de vereiste personele middelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (*) Door gebruik te maken van de bestaande middelen die vereist zijn voor het beheer van de maatregel (berekening gebaseerd op A1, A2, A4, A5 en A6)

    10.3 Stijging van andere administratieve uitgaven i.v.m. de maatregel

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Bovenstaande uitgaven worden gefinancierd uit de ontvangsten (artikel 4, lid 2, derde streepje, van het Financieel Reglement), overgemaakt door Estland (zie de punten 5.3 en 7.4 van het financieel memorandum).

    Top