Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R0850

    Verordening (EU) 2023/850 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1806 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (Kosovo (Deze verwijzing laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.))

    PE/13/2023/INIT

    PB L 110 van 25/04/2023, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/850/oj

    25.4.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 110/1


    VERORDENING (EU) 2023/850 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 19 april 2023

    tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1806 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (Kosovo (*1))

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punt a),

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad (2) is de lijst vastgesteld van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit moeten zijn van een visum, alsook de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld. De samenstelling van de lijsten van derde landen in de bijlagen I en II bij die verordening moet consistent zijn en blijven met de criteria die zijn vastgelegd in die verordening. Verwijzingen naar derde landen waarvan de situatie in verband met die criteria is gewijzigd, moeten indien nodig van de ene naar de andere bijlage worden overgebracht.

    (2)

    De criteria die op basis van een toetsing per geval in aanmerking moeten worden genomen bij de vaststelling van de derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn onderworpen of van die plicht zijn vrijgesteld, zijn vastgelegd in artikel 1 van Verordening (EU) 2018/1806. Die criteria omvatten onder meer illegale immigratie, openbare orde en veiligheid, economische voordelen, in het bijzonder op het gebied van toerisme en buitenlandse handel, en de externe betrekkingen van de Unie met de betrokken derde landen, waarbij in het bijzonder wordt gekeken naar mensenrechten en fundamentele vrijheden alsmede naar de implicaties voor de regionale samenhang en de wederkerigheid.

    (3)

    Kosovo voldoet aan de verplichtingen van zijn routekaart naar een visumvrije regeling. Op basis van een beoordeling van een verscheidenheid aan criteria zoals vermeld in artikel 1 van Verordening (EU) 2018/1806, is het passend houders van een door Kosovo afgegeven paspoort vrij te stellen van de visumplicht voor reizen naar het grondgebied van de lidstaten. Door die vrijstelling zal de hele Westelijke Balkan onder dezelfde visumregeling vallen.

    (4)

    Kosovo moet derhalve van deel 2 van bijlage I naar deel 4 van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/1806 worden overgebracht. De vrijstelling van de visumplicht mag enkel gelden voor houders van een biometrisch paspoort dat is afgegeven door Kosovo overeenkomstig de normen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Organisation — ICAO). Die vrijstelling mag pas van toepassing zijn vanaf de datum waarop het bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (3) ingestelde Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) operationeel wordt of vanaf 1 januari 2024, indien die datum eerder valt.

    (5)

    Onverminderd het standpunt van de lidstaten over de status van Kosovo, is het in de periode voorafgaand aan de datum waarop de vrijstelling van de visumplicht daadwerkelijk van toepassing wordt, belangrijk dat overnameovereenkomsten of -regelingen, naargelang het geval, worden gesloten met de lidstaten die nog niet over een dergelijke overeenkomst of regeling beschikken. Zodra die zijn gesloten, dient Kosovo die overeenkomsten of regelingen volledig ten uitvoer te leggen, met inachtneming van het beginsel van non-refoulement dat is vastgelegd in het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967.

    (6)

    Kosovo heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt met alle blokken van hoofdstuk II van zijn routekaart naar een visumvrije regeling. Om ervoor te zorgen dat migratie goed beheerd wordt en om een veilige omgeving te waarborgen, moet Kosovo ernaar streven zijn visumbeleid verder af te stemmen op dat van de Unie.

    (7)

    De vrijstelling van de visumplicht is alleen geldig als de verplichtingen van de routekaart naar een visumvrije regeling met Kosovo blijvend uitgevoerd worden. De Commissie dient actief toezicht te houden op de uitvoering van die verplichtingen en de afstemming van het visumbeleid door middel van het opschortingsmechanisme uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1806. De Unie kan de vrijstelling van de visumplicht overeenkomstig dat mechanisme opschorten, indien aan de daarin vastgelegde voorwaarden is voldaan.

    (8)

    Deze verordening bouwt voort op de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die dan ook niet bindend is voor, noch van toepassing is op Ierland.

    (9)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, bouwt deze verordening voort op de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die betrekking hebben op het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6).

    (10)

    Wat Zwitserland betreft, bouwt deze verordening voort op de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die betrekking hebben op het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (8).

    (11)

    Wat Liechtenstein betreft, bouwt deze verordening voort op de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die betrekking hebben op het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10).

    (12)

    Wat Cyprus, en Bulgarije en Roemenië betreft, vormt deze verordening een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt, of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) 2018/1806 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In deel 2 van bijlage I wordt de volgende tekst geschrapt:

    “—

    Kosovo als gedefinieerd bij Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999”.

    2)

    Aan deel 4 van bijlage II wordt volgende tekst toegevoegd:

    “Kosovo (*2)  (*3)  (*4)

    (*2)  Deze verwijzing laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo."

    (*3)  De vrijstelling van de visumplicht geldt enkel voor houders van een biometrisch paspoort dat is afgegeven door Kosovo overeenkomstig de normen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO)."

    (*4)  De vrijstelling van de visumplicht is van toepassing vanaf de datum waarop het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias), ingesteld bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot instelling van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1), operationeel wordt of vanaf 1 januari 2024, indien die datum eerder valt.”."

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

    Gedaan te Straatsburg, 19 april 2023.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    R. METSOLA

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. ROSWALL


    (*1)  Deze verwijzing laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

    (1)  Standpunt van het Europees Parlement van 28 maart 2019 (PB C 108 van 26.3.2021, blz. 877) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 9 maart 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 18 april 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 39).

    (3)  Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

    (4)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

    (5)   PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (6)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    (7)   PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (8)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    (9)   PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

    (10)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


    Top