This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023L2226
Council Directive (EU) 2023/2226 of 17 October 2023 amending Directive 2011/16/EU on administrative cooperation in the field of taxation
Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen
Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen
ST/10215/2023/INIT
PB L, 2023/2226, 24.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2023/2226/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32011L0016 | Schrapping | bijlage V afdeling II lid B alinea 3 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | Schrapping | artikel 27 lid 2 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling I lid A alinea A punt 6a | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling I lid F | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling IX lid | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VII lid Aa | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 10 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 11 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 12 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 13 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 14 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 9 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid C alinea 17 punt (e) punt (v) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid C alinea 17 punt (ea) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling VIII lid E alinea 7 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage I afdeling XI | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage V afdeling I lid C alinea 10 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage V afdeling III lid B alinea 4 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | bijlage VI | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 16 lid 2 alinea | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 18 lid | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 21 lid 8 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 22 lid 3 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 22 lid 4 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 27c | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 3 punt 28 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 3 punt 29 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 3 punt 30 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 3 punt 31 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 8 lid 2 alinea | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 8ac lid 2 alinea 1 punt (m) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | toevoeging | artikel 8ad | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling I lid A alinea A punt 1 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling I lid A alinea A punt 2 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling I lid A alinea A punt 6 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling I lid A tekst | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling I lid C | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VI punt 2 punt (b) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 5 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 6 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid A alinea 7 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid B alinea 1 punt (a) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid C alinea 10 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid C alinea 2 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid C alinea 9 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage I afdeling VIII lid D alinea 2 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | bijlage V afdeling IV lid F alinea 5 tekst | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 16 lid 1 alinea 1 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 16 lid 3 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 20 lid 5 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 21 lid 5 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 23 lid 3 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 25 lid 3 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 25 lid 4 alinea 1 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 25a | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 3 punt 14 alinea 1 punt (d) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 3 punt 9 alinea 1 punt (a) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 3 punt 9 alinea 1 punt (c) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 3 punt 9 alinea 2 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8 lid 1 alinea 1 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8 lid 7a | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8a lid 4 | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8a lid 6 punt (a) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8a lid 6 punt (k) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8ab lid 14 punt (a) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8ab lid 14 punt (c) | 13/11/2023 | |
Modifies | 32011L0016 | vervanging | artikel 8ab lid 5 alinea 1 | 13/11/2023 |
Publicatieblad |
NL Serie L |
2023/2226 |
24.10.2023 |
RICHTLIJN (EU) 2023/2226 VAN DE RAAD
van 17 oktober 2023
tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 113 en 115,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking zijn een grote uitdaging voor de Unie en op mondiaal niveau. Informatie-uitwisseling is van cruciaal belang in de strijd tegen dergelijke praktijken. |
(2) |
Het Europees Parlement heeft gewezen op het politieke belang van billijke belastingheffing en van de bestrijding van belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking, onder meer door middel van nauwere administratieve samenwerking en meer informatie-uitwisseling tussen de lidstaten. |
(3) |
Op 7 december 2021 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een verslag van de Ecofin aan de Europese Raad over belastingaangelegenheden waarin de Commissie werd verzocht in 2022 met een wetgevingsvoorstel te komen voor verdere herzieningen van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad (3) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, met betrekking tot de uitwisseling van informatie over cryptoactiva en fiscale rulings voor rijken. |
(4) |
Op 26 januari 2021 heeft de Rekenkamer een verslag gepubliceerd waarin het wettelijk kader en de uitvoering van Richtlijn 2011/16/EU worden onderzocht. In dat verslag wordt geconcludeerd dat het algemene wettelijk kader van Richtlijn 2011/16/EU solide is, maar dat sommige bepalingen moeten worden aangescherpt om ervoor te zorgen dat het volledige potentieel van de inlichtingenuitwisseling wordt benut en de doeltreffendheid van de automatische uitwisseling van inlichtingen wordt gemeten. In het verslag wordt eveneens geconcludeerd dat het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/16/EU moet worden uitgebreid tot aanvullende inkomsten- en vermogenscategorieën, zoals cryptoactiva. |
(5) |
Het belang van de markt voor cryptoactiva is gegroeid en zijn kapitalisatie is de afgelopen tien jaar aanzienlijk en snel toegenomen. Een cryptoactivum is een digitale weergave van een waarde of een recht die elektronisch kan worden overgedragen en opgeslagen, met gebruikmaking van distributed-ledger-technologie of vergelijkbare technologie. |
(6) |
De lidstaten beschikken over regels en richtsnoeren, die verschillen van lidstaat tot lidstaat, om inkomsten uit transacties in cryptoactiva te belasten. Het gedecentraliseerde karakter van cryptoactiva maakt het voor belastingdiensten van lidstaten echter moeilijk om de naleving van de belastingwetgeving te waarborgen. |
(7) |
Bij Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (4) is de reikwijdte van het regelgevingskader van de Unie uitgebreid tot kwesties met betrekking tot cryptoactiva die tot dusver niet door handelingen van de Unie inzake financiële diensten waren gereguleerd, alsook tot aanbieders van diensten in samenhang met dergelijke cryptoactiva (“aanbieders van cryptoactivadiensten”). Verordening (EU) 2023/1114 bevat definities die voor de toepassing van deze richtlijn worden gebruikt. Om de administratieve lasten voor aanbieders van cryptoactivadiensten tot een minimum te beperken, houdt deze richtlijn ook rekening met het vergunningsvereiste voor aanbieders van cryptoactivadiensten krachtens Verordening (EU) 2023/1114. Het inherente grensoverschrijdende karakter van cryptoactiva vereist een sterke internationale administratieve samenwerking om doeltreffende regelgeving te waarborgen. |
(8) |
In het Uniekader voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (AML/CFT) is het toepassingsgebied van meldingsplichtige entiteiten die onderworpen zijn aan AML/CFT-regels, uitgebreid tot aanbieders van cryptoactivadiensten die onder Verordening (EU) 2023/1114 vallen. Daarnaast is de verplichting van betalingsdienstaanbieders om geldovermakingen vergezeld te doen gaan van inlichtingen over de betaler en de begunstigde bij Verordening (EU) 2023/1113 van het Europees Parlement en de Raad (5) uitgebreid tot aanbieders van cryptoactivadiensten om de traceerbaarheid van overmakingen van cryptoactiva te waarborgen met het oog op de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. |
(9) |
Op internationaal niveau heeft het rapportagekader voor cryptoactiva van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), dat is opgenomen in deel I van het document “Crypto-Asset Reporting Framework and Amendments to the Common Reporting Standard” (het rapportagekader voor cryptoactiva en de gewijzigde gemeenschappelijke rapportagestandaard), dat op 26 augustus 2022 door de OESO is goedgekeurd (het “OESO-rapportagekader voor cryptoactiva”) tot doel voor meer fiscale transparantie te zorgen met betrekking tot cryptoactiva en de rapportage ervan. De regels van de Unie moeten rekening houden met het door de OESO ontwikkelde kader om de doeltreffendheid van de uitwisseling van inlichtingen te vergroten en de administratieve lasten te verminderen. Teneinde te garanderen dat deze richtlijn in de hele Unie op samenhangende wijze wordt toegepast, moeten de lidstaten bij de toepassing ervan ter illustratie of interpretatie gebruikmaken van het commentaar op het “Model Competent Authority Agreement” (model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten), dat is opgenomen in het door de OESO op 8 juni 2023 uitgebrachte document “International Standards for Automatic Exchange of Information in Tax Matters: Crypto-Asset Reporting Framework and 2023 update to the Common Reporting Standard” (internationale normen voor de automatische uitwisseling van informatie in belastingaangelegenheden: rapportagekader voor cryptoactiva en een actualisering voor 2023 van de gemeenschappelijke rapportagestandaard) (het “commentaar bij het model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten”), en het OESO-rapportagekader voor cryptoactiva. |
(10) |
Bij Richtlijn 2011/16/EU zijn verplichtingen vastgesteld voor financiële instellingen om inlichtingen over financiële rekeningen te rapporteren aan belastingdiensten, die deze inlichtingen vervolgens moeten uitwisselen met andere betrokken lidstaten. De meeste cryptoactiva hoeven echter niet uit hoofde van die richtlijn te worden gerapporteerd omdat zij geen geld vormen dat op depositorekeningen of in financiële activa wordt aangehouden. Bovendien vallen zowel aanbieders van cryptoactivadiensten als exploitanten van cryptoactiva in de meeste gevallen niet onder de huidige definitie van financiële instelling in Richtlijn 2011/16/EU. |
(11) |
Om het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen die voortvloeien uit het toenemende gebruik van alternatieve betaal- en beleggingsmiddelen, die nieuwe risico’s op belastingontduiking inhouden en nog niet onder Richtlijn 2011/16/EU vallen, moeten de regels inzake rapportage en uitwisseling van inlichtingen ook betrekking hebben op cryptoactiva en hun gebruikers. |
(12) |
Om de goede werking van de interne markt te waarborgen, moet de rapportage doeltreffend, eenvoudig en duidelijk omschreven zijn. Het is moeilijk belastbare feiten op te sporen die zich voordoen bij het beleggen in cryptoactiva. Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten zijn het best in staat om de nodige inlichtingen over hun gebruikers te verzamelen en te verifiëren. De administratieve lasten voor de sector moeten tot een minimum worden beperkt om de sector in staat te stellen zijn volledige potentieel binnen de Unie te ontwikkelen. |
(13) |
De automatische uitwisseling van inlichtingen tussen belastingautoriteiten is essentieel om hun de nodige informatie te verschaffen om de verschuldigde bedragen aan inkomstenbelasting correct te kunnen vaststellen. De rapportageverplichting moet betrekking hebben op zowel grensoverschrijdende als binnenlandse transacties, teneinde de doeltreffendheid van de rapportageregels, de goede werking van de interne markt, een gelijk speelveld en de naleving van het non-discriminatiebeginsel te waarborgen. |
(14) |
Deze richtlijn is van toepassing op zowel aanbieders van cryptoactivadiensten die onder Verordening (EU) 2023/1114 vallen en krachtens deze verordening een vergunning hebben gekregen, als exploitanten van cryptoactiva voor wie dat niet geldt. Naar beide wordt verwezen als rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten aangezien zij krachtens deze richtlijn verplicht zijn te rapporteren. Het algemene begrip van wat onder “cryptoactiva” wordt verstaan, is zeer breed en omvat ook cryptoactiva die decentraal zijn uitgegeven, evenals stablecoins, met inbegrip van e-money tokens zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2023/1114 en bepaalde niet-verwisselbare tokens (NFT’s). Cryptoactiva die voor betalings- of beleggingsdoeleinden kunnen worden gebruikt, moeten op grond van deze richtlijn worden gerapporteerd. Daarom moeten rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten per geval nagaan of cryptoactiva voor betalings- en beleggingsdoeleinden kunnen worden gebruikt, rekening houdend met de vrijstellingen waarin Verordening (EU) 2023/1114 voorziet, met name met betrekking tot een beperkt netwerk en bepaalde gebruikstokens. |
(15) |
Om belastingdiensten in staat te stellen de inlichtingen die zij ontvangen, te analyseren en te gebruiken in overeenstemming met het nationale recht, bijvoorbeeld voor het matchen van inlichtingen en de waardering van activa en vermogenswinsten, moet worden voorzien in de rapportage en uitwisseling van inlichtingen per afzonderlijk cryptoactivum waarop transacties van een gebruiker betrekking hebben. |
(16) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van bepalingen inzake automatische uitwisseling van inlichtingen tussen bevoegde autoriteiten, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de nodige praktische regelingen vast te stellen voor de uitvoering van de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen die worden gerapporteerd door rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten, met inbegrip van een standaardformulier voor de uitwisseling van die inlichtingen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6). |
(17) |
Aanbieders van cryptoactivadiensten die onder Verordening (EU) 2023/1114 vallen, kunnen hun activiteiten in de Unie uitoefenen op basis van de paspoortregeling zodra zij hun vergunning in een lidstaat hebben ontvangen. Daartoe houdt de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) een register bij met vergunninghoudende aanbieders van cryptoactivadiensten. Daarnaast houdt de ESMA ook een zwarte lijst bij van partijen die cryptoactivadiensten verrichten waarvoor een vergunning vereist is uit hoofde van Verordening (EU) 2023/1114. |
(18) |
Exploitanten van cryptoactiva die niet onder het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2023/1114 vallen, maar die op grond van deze richtlijn verplicht zijn inlichtingen te rapporteren over de in de Unie woonachtige gebruikers van cryptoactiva, moeten worden verplicht zich in één enkele lidstaat te registreren met het oog op de naleving van hun rapportageverplichtingen. |
(19) |
Om de administratieve samenwerking met niet-Unierechtsgebieden te bevorderen, moet exploitanten van cryptoactiva die aan bepaalde voorwaarden voldoen, worden toegestaan uitsluitend inlichtingen over in de Unie woonachtige gebruikers van cryptoactiva te rapporteren aan de belastingautoriteiten van een niet-Unierechtsgebied voor zover de gerapporteerde inlichtingen overeenstemmen met de in deze richtlijn genoemde inlichtingen en voor zover er een van kracht zijnde adequate gekwalificeerde overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten is met een dergelijk niet-Unierechtsgebied. Het gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied geeft die inlichtingen vervolgens op zijn beurt door aan de belastingdiensten van die lidstaten waarvan de gebruikers van cryptoactiva ingezetenen zijn. Waar passend moet dat mechanisme kunnen worden gebruikt om te voorkomen dat overeenkomstige inlichtingen meermaals worden gerapporteerd en doorgegeven. |
(20) |
Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om te bepalen of inlichtingen die moeten worden uitgewisseld op grond van een overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat en een niet-Unierechtsgebied overeenkomen met de in deze richtlijn gespecificeerde inlichtingen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011. Aangezien het sluiten van overeenkomsten met niet-Unierechtsgebieden inzake administratieve samenwerking op het gebied van directe belastingen onder de bevoegdheid van de lidstaten blijft vallen, kan de Commissie ook optreden naar aanleiding van een verzoek van een lidstaat. Daartoe is het noodzakelijk dat de Commissie, op verzoek van een lidstaat, ook de overeenstemming kan vaststellen voordat een dergelijke overeenkomst wordt gesloten. Wanneer de inlichtingen worden uitgewisseld op grond van een multilaterale overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten, moet de Commissie het besluit over de overeenstemming nemen met betrekking tot het gehele relevante kader dat onder die overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten valt. Niettemin moet het mogelijk blijven voor de Commissie om, in voorkomend geval, een besluit te nemen over de overeenstemming met betrekking tot een bilaterale overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten. |
(21) |
Voor zover de internationale norm voor de rapportage en automatische uitwisseling van inlichtingen over cryptoactiva, te weten het rapportagekader voor cryptoactiva van de OESO, een minimumnorm of gelijkwaardige norm is, waarin een minimale reikwijdte en inhoud voor de uitvoering ervan door rechtsgebieden wordt vastgesteld, moet de Commissie niet worden verplicht door middel van een uitvoeringshandeling de overeenstemming van deze richtlijn met het rapportagekader voor cryptoactiva van de OESO te bepalen, voor zover er een van kracht zijnde adequate overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van de niet-Unierechtsgebieden en alle lidstaten is. |
(22) |
Hoewel de G20 het rapportagekader voor cryptoactiva van de OESO heeft bekrachtigd en de uitvoering ervan heeft aanbevolen, is er nog geen besluit genomen over de vraag of het als een minimumnorm of gelijkwaardig zou worden beschouwd. In afwachting van dat besluit bevat deze richtlijn twee verschillende benaderingen voor het bepalen van de overeenstemming. |
(23) |
Deze richtlijn komt niet in de plaats van bredere verplichtingen die voortvloeien uit Verordening (EU) 2023/1114. |
(24) |
Om convergentie en consistent toezicht met betrekking tot deze richtlijn en Verordening (EU) 2023/1114 te bevorderen, moeten de bevoegde autoriteiten samenwerken met andere nationale autoriteiten of instellingen en relevante inlichtingen delen. |
(25) |
De vrijstelling van de rapportageverplichtingen waarin deze richtlijn voorziet, die afhankelijk is van de vaststelling van overeenstemming van rapportage- en uitwisselingsmechanismen met betrekking tot niet-Unierechtsgebieden en lidstaten, mag alleen van toepassing zijn op het gebied van belastingen, en in het bijzonder voor de toepassing van deze richtlijn, en mag niet worden beschouwd als basis voor de erkenning van overeenstemming op andere gebieden van het Unierecht. |
(26) |
Het is van essentieel belang dat de bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de te rapporteren of uit te wisselen inlichtingen worden aangescherpt om ze aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen op de verschillende markten en vastgestelde gedragingen op het gebied van belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking aldus doeltreffend aan te pakken. Die bepalingen moeten de op de interne markt en op internationaal niveau waargenomen ontwikkelingen weerspiegelen om tot een doeltreffende rapportage en uitwisseling van inlichtingen te komen. Derhalve wordt deze richtlijn onder meer aangevuld met de recentste wijzigingen van de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO, met inbegrip van de bepalingen inzake elektronisch geld en digitale centralebankmunten, opgenomen in deel II van het OESO-rapportagekader voor cryptoactiva en de gewijzigde gemeenschappelijke rapportagestandaard, door de OESO goedgekeurd op 26 augustus 2022, en voorziet zij in de uitbreiding van het toepassingsgebied van de automatische uitwisseling van inlichtingen betreffende voorafgaande grensoverschrijdende rulings tot bepaalde rulings in verband met natuurlijke personen. Bij de uitvoering van de recentste wijzigingen van de gemeenschappelijke rapportagestandaard, zoals opgenomen in deze richtlijn en zoals reeds vermeld in de overwegingen van Richtlijn 2014/107/EU van de Raad (7) met betrekking tot de oorspronkelijke versie van de gemeenschappelijke rapportagestandaard, moeten de lidstaten, ter illustratie of interpretatie en om een consistente toepassing in de lidstaten te waarborgen, gebruikmaken van het commentaar bij het model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de gemeenschappelijke rapportagestandaard (CRS), waarin nu de recentste wijzigingen van de CRS zijn opgenomen. |
(27) |
Elektronisch geld, zoals gedefinieerd in Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad (8), wordt in de Unie vaak gebruikt en het volume van de transacties en de gecombineerde waarde ervan nemen gestaag toe. Elektronisch geld valt echter niet expliciet onder Richtlijn 2011/16/EU. De lidstaten hanteren uiteenlopende benaderingen van elektronisch geld. Als gevolg daarvan vallen aanverwante producten niet altijd onder de bestaande inkomsten- en vermogenscategorieën van Richtlijn 2011/16/EU. Daarom moeten er regels worden ingevoerd in Richtlijn 2011/16/EU om ervoor te zorgen dat de rapportageverplichtingen ook van toepassing zijn op elektronisch geld. |
(28) |
Om mazen in de wetgeving te dichten die belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking mogelijk maken, moeten de lidstaten worden verplicht inlichtingen uit te wisselen met betrekking tot inkomsten uit dividenden zonder bewaarneming. Inkomsten uit dividenden zonder bewaarneming moeten daarom worden opgenomen in de inkomstencategorieën waarvoor de automatische uitwisseling van inlichtingen geldt. |
(29) |
Het fiscaal identificatienummer is van essentieel belang voor de lidstaten om de ontvangen inlichtingen te matchen met gegevens in de nationale databanken. Het vergroot het vermogen van de lidstaten om de betrokken belastingplichtigen te identificeren en de met hen in verband staande belastingen correct vast te stellen. Daarom is het belangrijk dat de lidstaten het fiscaal identificatienummer van gerapporteerde personen en entiteiten opnemen in de rapportage en verstrekking van inlichtingen in het kader van uitwisselingen met betrekking tot inkomsten- en vermogenscategorieën die onderworpen zijn aan de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen, financiële rekeningen, voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande verrekenprijsafspraken, landenrapporten, meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies, inlichtingen over verkopers op digitale platforms en cryptoactiva. |
(30) |
Om de beschikbaarheid van het fiscaal identificatienummer voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te vergroten, moet elke lidstaat de nodige maatregelen nemen om te eisen dat het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer van personen en entiteiten wordt gerapporteerd met betrekking tot inkomsten uit arbeid, tantièmes en presentiegelden en pensioenen, en met betrekking tot voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande verrekenprijsafspraken, landenrapporten en meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies. Dergelijke maatregelen kunnen bestaan uit, maar zijn niet beperkt tot, de invoering, uiterlijk binnen de in deze richtlijn vastgelegde omzettingstermijn, van nationale wettelijke vereisten om het fiscaal identificatienummer te rapporteren. Bovendien is het van belang om in het kader van de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen over landenrapporten overeenkomstig Richtlijn 2011/16/EU een goede afstemming te garanderen, na de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad (9), en in het licht van de in die richtlijn vastgelegde regels inzake veilige havens. De lidstaten erkennen echter ook dat er zich zeldzame situaties kunnen voordoen waarin het voor de rapporterende entiteit of de rapporterende persoon eenvoudigweg niet mogelijk is het fiscaal identificatienummer te verzamelen en te rapporteren. Het kan onder meer gaan om gevallen waarin de rapporterende entiteit of de rapporterende persoon ondanks alle inspanningen het fiscaal identificatienummer niet heeft kunnen verzamelen, of er geen fiscaal identificatienummer is afgegeven aan de belastingplichtige. |
(31) |
Elke lidstaat moet, indien het door de bevoegde autoriteit van de lidstaat is verkregen, het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer van personen en entiteiten opnemen in de uitwisselingen in verband met voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande verrekenprijsafspraken, landenrapporten en meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies. |
(32) |
Wanneer er geen inlichtingen over rulings met betrekking tot natuurlijke personen worden uitgewisseld, betekent dat dat de belastingdiensten van de betrokken lidstaten mogelijk niet op de hoogte zijn van dergelijke rulings. Daardoor bestaat het risico dat er mogelijkheden voor belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking tot stand worden gebracht. Om dat risico te beperken en om de administratieve lasten te verminderen, moet derhalve de automatische uitwisseling van voorafgaande grensoverschrijdende rulings tot dergelijke rulings worden uitgebreid indien het bedrag van de transactie of reeks transacties waarnaar in de voorafgaande grensoverschrijdende ruling wordt verwezen, een specifieke drempel overschrijdt. |
(33) |
Voorafgaande grensoverschrijdende rulings die bepalen of een persoon al dan niet fiscaal ingezetene is van de lidstaat die de ruling afgeeft, moeten ook automatisch worden uitgewisseld. In het belang van de evenredigheid en om de administratieve lasten te verminderen, mogen inlichtingen over bepaalde gangbare voorafgaande grensoverschrijdende rulings die een element kunnen bevatten op basis waarvan kan worden bepaald of een natuurlijke persoon al dan niet fiscaal ingezetene is van een lidstaat, echter niet louter om die reden worden uitgewisseld. Inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings inzake bronbelasting van niet-ingezetenen met betrekking tot inkomsten uit arbeid, tantièmes en presentiegelden en pensioenen mogen niet worden uitgewisseld, tenzij het bedrag van de transactie of reeks transacties van de voorafgaande grensoverschrijdende ruling de drempel overschrijdt. |
(34) |
Een aantal lidstaten zal naar verwachting identificatiediensten invoeren als een vereenvoudigd en gestandaardiseerd identificatiemiddel voor dienstenaanbieders en belastingplichtigen. De lidstaten die dat middel voor identificatie wensen te gebruiken, moeten dit kunnen doen op voorwaarde dat dit geen afbreuk doet aan de stroom en de kwaliteit van de inlichtingen van andere lidstaten die niet gebruikmaken van dergelijke identificatiediensten. Daarom mag het gebruik van identificatiediensten geen afbreuk doen aan de due diligence-procedures of de vereisten voor het verzamelen van inlichtingen. Indien die benadering in bepaalde opzichten afwijkt van de overeenkomstige OESO-normen inzake de automatische uitwisseling van inlichtingen, mogen de bepalingen van deze richtlijn met betrekking tot het gebruik van identificatiediensten bovendien geen invloed hebben op de vaststelling of inlichtingen die worden gerapporteerd en uitgewisseld op grond van een overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat en een niet-Unierechtsgebied gelijkwaardig zijn aan of overeenstemmen met die welke in deze richtlijn zijn gespecificeerd. |
(35) |
Het is van belang dat de inlichtingen die worden verstrekt uit hoofde van Richtlijn 2011/16/EU, in beginsel worden gebruikt voor de vaststelling, de uitvoering en de handhaving van belastingen die onder het materiële toepassingsgebied van die richtlijn vallen. Als gevolg van een onduidelijk kader is er echter onzekerheid ontstaan over het gebruik van inlichtingen. Gezien het verband tussen belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking en het witwassen van geld, ook op het gebied van handhaving, is het passend te verduidelijken dat de tussen de lidstaten verstrekte inlichtingen ook moeten kunnen worden gebruikt voor de vaststelling, de toepassing en de handhaving van douanerechten en voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. |
(36) |
De inlichtingen die worden verzameld en uitgewisseld op basis van Richtlijn 2011/16/EU kunnen gezien hun omvang en aard nuttig zijn op bepaalde andere gebieden. Hoewel het gebruik van die inlichtingen op andere gebieden in de regel beperkt moet blijven tot gebieden die door de inlichtingenverstrekkende lidstaat overeenkomstig deze richtlijn zijn goedgekeurd, moet een ruimer gebruik van de inlichtingen mogelijk worden gemaakt in situaties met bijzondere en ernstige kenmerken en wanneer op Unieniveau is overeengekomen om maatregelen te nemen. Het gaat dan met name over situaties waarin besluiten zijn genomen op grond van artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot beperkende maatregelen. De in het kader van Richtlijn 2011/16/EU uitgewisselde inlichtingen kunnen immers zeer relevant zijn voor het identificeren van schendingen of omzeiling van beperkende maatregelen. Mogelijke inbreuken op de beperkende maatregelen kunnen omgekeerd ook relevant zijn voor belastingdoeleinden, aangezien het ontwijken van beperkende maatregelen in de meeste gevallen ook zal neerkomen op belastingontwijking met betrekking tot de betrokken activa. Gezien de te verwachten synergieën en het nauwe verband tussen het identificeren van de omzeiling van beperkende maatregelen en het identificeren van belastingontwijking, is het derhalve passend een ruimer gebruik van de inlichtingen toe te staan. |
(37) |
Het is van essentieel belang dat de uit hoofde van Richtlijn 2011/16/EU verstrekte inlichtingen worden gebruikt door de bevoegde autoriteit van elke lidstaat die die inlichtingen ontvangt. Daarom is het passend de bevoegde autoriteit van elke lidstaat te verplichten een doeltreffend mechanisme in te voeren ter waarborging van het gebruik van inlichtingen die zijn verkregen via rapportage of uitwisseling van inlichtingen uit hoofde van Richtlijn 2011/16/EU. Dergelijke inlichtingen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor programma’s voor vrijwillige naleving, kennisgevingen ter verkrijging van openbaarmaking, bewustmakingscampagnes, het vooraf invullen van belastingaangiften, risicobeoordelingen, beperkte controles, algemene controles, belastingcodering, belastingraming, assimilatie met binnenlandse systemen en andere belastinggerelateerde maatregelen. |
(38) |
Teneinde middelen efficiënter in te zetten, de inlichtingenuitwisseling te vergemakkelijken en te voorkomen dat elke lidstaat soortgelijke veranderingen moet doorvoeren in zijn systemen om de inlichtingen op te slaan, moet een centraal gegevensbestand worden opgezet voor het verstrekken van inlichtingen over cryptoactiva dat toegankelijk is voor alle lidstaten en — alleen voor statistische doeleinden — voor de Commissie, en waar de lidstaten gerapporteerde inlichtingen zullen uploaden en opslaan in plaats van deze per beveiligde e-mail uit te wisselen. De lidstaten mogen alleen toegang krijgen tot gegevens in dat centrale gegevensbestand die betrekking hebben op hun eigen ingezetenen. Alle toegang tot en beperkingen van de toegang tot het centrale gegevensbestand moeten in overeenstemming zijn met de vereisten van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (10). Teneinde eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend voor de vaststelling van de praktische regelingen die nodig zijn voor het inrichten van een dergelijk centraal gegevensbestand. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011. |
(39) |
Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegheden worden verleend om een instrument te ontwikkelen waarmee het door de belastingplichtige of de rapporterende entiteit of de rapporterende persoon verstrekte fiscaal identificatienummer elektronisch en automatisch kan worden geverifieerd. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011. Dat aan de lidstaten aan te bieden IT-instrument is bedoeld om te helpen de matchingpercentages voor belastingdiensten te verhogen en de kwaliteit van de uitgewisselde inlichtingen in het algemeen te verbeteren. |
(40) |
De minimale bewaartermijn van gegevens die zijn verkregen door de uitwisseling van inlichtingen tussen de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2011/16/EU, mag niet langer zijn dan noodzakelijk, maar in geen geval korter dan vijf jaar. Lidstaten mogen de inlichtingen niet langer bewaren dan nodig is om de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken. |
(41) |
Rapporterende financiële instellingen, intermediairs, rapporterende platformexploitanten, rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten of de bevoegde autoriteiten van lidstaten zijn verwerkingsverantwoordelijken in de zin van Verordening (EU) 2016/679. Wanneer twee of meer verwerkingsverantwoordelijken gezamenlijk de doelen en middelen van de verwerking van persoonsgegevens bepalen, worden zij beschouwd als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden bijvoorbeeld beschouwd als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken van het centrale gegevensbestand, aangezien zij gezamenlijk overeenstemming hebben bereikt over de te verwerken persoonsgegevens en de wijze van verwerking. |
(42) |
Om een correcte handhaving van de regels uit hoofde van deze richtlijn te waarborgen, moeten de lidstaten regels vaststellen inzake sancties voor inbreuken op nationale bepalingen die zijn vastgesteld ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn inzake verplichte automatische uitwisseling van door rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten gerapporteerde inlichtingen, en moeten zij alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. De keuze van de sancties berust bij de lidstaten, maar de sancties moeten in elk geval doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. |
(43) |
Om het tijdschema voor de evaluatie van de toepassing van Richtlijn 2011/16/EU en de tweejaarlijkse evaluatie van de relevantie van wezenskenmerken in bijlage IV bij deze richtlijn te harmoniseren, moeten de tijdschema’s van die evaluatieprocessen op elkaar worden afgestemd. |
(44) |
Rekening houdend met het arrest van het Hof van Justitie van 8 december 2022 in zaak C-694/20, Orde van Vlaamse Balies e.a. (11), moet Richtlijn 2011/16/EU zodanig worden gewijzigd dat de bepalingen ervan niet tot gevolg hebben dat advocaten die als intermediair optreden en op grond van het juridisch beroepsgeheim waartoe zij zijn gehouden, van de meldingsplicht zijn vrijgesteld, ertoe verplicht worden elke andere intermediair die niet hun cliënt is, in kennis te stellen van diens meldingsverplichtingen. Elke intermediair die op grond van het juridisch beroepsgeheim waartoe hij is gehouden, van de meldingsplicht is vrijgesteld, moet echter verplicht blijven zijn cliënt onverwijld in kennis te stellen van de meldingsverplichtingen van die cliënt. |
(45) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (12) en heeft op 3 april 2023 (13) een advies uitgebracht. |
(46) |
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en de beginselen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) zijn erkend. Met name waarborgt deze richtlijn volledige inachtneming van het in artikel 8 van het Handvest vastgelegde recht op bescherming van persoonsgegevens. In dat verband zij eraan herinnerd dat op verwerking van persoonsgegevens op grond van Richtlijn 2011/16/EU Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 van toepassing zijn. Voorts beoogt deze richtlijn te waarborgen dat de vrijheid van ondernemerschap onverkort wordt geëerbiedigd. |
(47) |
Daar de doelstelling van Richtlijn 2011/16/EU, namelijk een doeltreffende administratieve samenwerking tussen de lidstaten onder voorwaarden die verenigbaar zijn met het goed functioneren van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar wegens de vereiste uniformiteit en doeltreffendheid beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(48) |
Richtlijn 2011/16/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2011/16/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 8 bis wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 8 bis ter wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Aan artikel 8 bis quater, lid 2, eerste alinea, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
6) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 8 bis quinquies Reikwijdte en voorwaarden van de verplichte automatische uitwisseling van door rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten gerapporteerde inlichtingen 1. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten te verplichten aan de rapportageverplichtingen te voldoen en de due diligence-procedures uit te voeren die zijn vastgesteld in bijlage VI, deel II respectievelijk deel III. Elke lidstaat waarborgt tevens de doeltreffende uitvoering en naleving van dergelijke maatregelen overeenkomstig bijlage VI, deel V. 2. Overeenkomstig de toepasselijke rapportageverplichtingen en due diligence-procedures in bijlage VI, respectievelijk delen II en III, verstrekt de bevoegde autoriteit van een lidstaat waar de in lid 1 van dit artikel bedoelde rapportage plaatsvindt, de in lid 3 van dit artikel gespecificeerde inlichtingen automatisch en binnen de in lid 6 van dit artikel vastgestelde termijn aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten overeenkomstig de krachtens artikel 21 vastgestelde praktische regelingen. 3. De bevoegde autoriteit van een lidstaat verstrekt de volgende inlichtingen met betrekking tot elke Te rapporteren persoon:
Voor de toepassing van punt c), ii) en iii), wordt het betaalde of ontvangen bedrag meegedeeld in de Fiduciaire valuta waarin het is betaald of ontvangen. Indien de bedragen in meerdere Fiduciaire valuta’s zijn betaald of ontvangen, worden de bedragen meegedeeld in één Fiduciaire valuta, die op het tijdstip van elke Te rapporteren transactie wordt omgerekend op een wijze die door de Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten consequent wordt toegepast. Voor de toepassing van punt c), iv) tot en met ix), wordt de reële marktwaarde bepaald en meegedeeld in één Fiduciaire valuta, die op het tijdstip van elke Te rapporteren transactie wordt gewaardeerd op een wijze die door de Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten consequent wordt toegepast. In de verstrekte inlichtingen wordt gespecificeerd in welke Fiduciaire valuta elk bedrag wordt gerapporteerd. 4. Om de in lid 3 van dit artikel bedoelde uitwisseling van inlichtingen te vergemakkelijken, stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen de noodzakelijke praktische regelingen vast, waaronder maatregelen om de verstrekking van de in dat lid bedoelde inlichtingen te standaardiseren, in het kader van de in artikel 20, lid 5, bedoelde procedure voor de vaststelling van het geautomatiseerde standaardformulier. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld. 5. De Commissie heeft geen toegang tot de in lid 3, punten a) en b), bedoelde inlichtingen. 6. De verstrekking op grond van lid 3 van dit artikel geschiedt met gebruikmaking van het geautomatiseerde standaardformulier bedoeld in artikel 20, lid 5, binnen negen maanden na het einde van het kalenderjaar waarop de op de Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten toepasselijke rapportageverplichtingen betrekking hebben. De eerste inlichtingen worden verstrekt voor het betrokken kalenderjaar of een andere relevante rapportageperiode met ingang van 1 januari 2026. 7. Met het oog op de naleving van de in lid 1 bedoelde rapportageverplichtingen stelt elke lidstaat de nodige regels vast om een Exploitant van cryptoactiva te verplichten zich in de Unie te laten registreren. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie kent een dergelijke Exploitant van cryptoactiva een individueel identificatienummer toe. De lidstaten stellen de voorschriften vast volgens welke een Exploitant van cryptoactiva zich moet laten registreren bij de bevoegde autoriteit van een enkele lidstaat overeenkomstig de regels in deel V, onderdeel F, van bijlage VI. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een Exploitant van cryptoactiva wiens registratie is ingetrokken overeenkomstig bijlage VI, deel V, onderdeel F, punt 7, zich alleen opnieuw kan laten registreren indien hij aan de autoriteiten van een betrokken lidstaat passende waarborgen verstrekt inzake zijn verbintenis om te voldoen aan de rapportageverplichtingen binnen de Unie, inclusief de rapportageverplichtingen die hij alsnog moet nakomen. 8. Lid 7 van dit artikel is niet van toepassing op Aanbieders van cryptoactivadiensten in de zin van bijlage VI, deel IV, onderdeel B, punt 1. 9. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de praktische en technische regelingen vast die nodig zijn voor de registratie en identificatie van Exploitanten van cryptoactiva. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld. 10. De Commissie zet uiterlijk op 31 december 2025 een register van Exploitanten van cryptoactiva op waarin de overeenkomstig bijlage VI, deel V, onderdeel F, punt 2, mee te delen inlichtingen worden geregistreerd. Dat register van Exploitanten van cryptoactiva is beschikbaar voor de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten. 11. De Commissie bepaalt door middel van uitvoeringshandelingen, naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, of de inlichtingen die automatisch moeten worden uitgewisseld op grond van een overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat en een niet-Unierechtsgebied, overeenstemmen met de inlichtingen die zijn gespecificeerd in bijlage VI, deel II, onderdeel B, in de zin van bijlage VI, deel IV, onderdeel F, punt 5. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld. Een lidstaat die om de in de eerste alinea bedoelde maatregel verzoekt, dient een met redenen omkleed verzoek in bij de Commissie. Indien de Commissie van oordeel is dat zij niet over alle gegevens beschikt die nodig zijn voor de beoordeling van het verzoek, neemt zij binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek contact op met de betrokken lidstaat en specificeert zij welke bijkomende gegevens vereist zijn. Zodra de Commissie over alle gegevens beschikt die zij nodig acht, stelt zij de verzoekende lidstaat binnen een maand daarvan in kennis en dient zij de relevante gegevens in bij het in artikel 26, lid 1, bedoelde comité. Wanneer de Commissie op eigen initiatief handelt, stelt zij een uitvoeringshandeling als bedoeld in de eerste alinea vast die uitsluitend betrekking heeft op een door een lidstaat gesloten overeenkomst tussen een bevoegde autoriteit en een niet-Unierechtsgebied die de automatische uitwisseling vereist van inlichtingen over een natuurlijke persoon of entiteit die cliënt is van een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten met het oog op het uitvoeren van Te rapporteren transacties. Bij het bepalen of inlichtingen overeenstemmen met inlichtingen in de zin van de eerste alinea met betrekking tot Te rapporteren transacties, houdt de Commissie terdege rekening met de mate waarin de regeling waarop die inlichtingen zijn gebaseerd, overeenstemt met die van bijlage VI, met name wat betreft:
De in dit lid beschreven procedure is ook van toepassing om te bepalen dat de inlichtingen niet langer overeenstemmen in de zin van bijlage VI, deel IV, onderdeel F, punt 5. 12. Niettegenstaande lid 11 hoeft de Commissie, wanneer een internationale norm voor de rapportage en automatische uitwisseling van inlichtingen over cryptoactiva als een minimumnorm of gelijkwaardig wordt aangemerkt, niet langer door middel van uitvoeringshandelingen de overeenstemming na te gaan van de inlichtingen die op grond van de uitvoering van deze norm en de overeenkomst tussen de betrokken lidstaat of lidstaten en een niet-Unierechtsgebied automatisch moeten worden uitgewisseld. Die inlichtingen worden geacht overeen te stemmen met de inlichtingen die op grond van deze richtlijn vereist zijn, mits er een overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van alle betrokken lidstaten en het niet-Unierechtsgebied bestaat die de automatische uitwisseling vereist van inlichtingen over een natuurlijke persoon of entiteit die cliënt is van een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten met het oog op het uitvoeren van Te rapporteren transacties. De overeenkomstige bepalingen van dit artikel en van bijlage VI zijn niet langer van toepassing voor deze doeleinden.” |
7) |
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Aan artikel 18 wordt het volgende lid toegevoegd: “4. De bevoegde autoriteit van elke lidstaat voert een doeltreffend mechanisme in om het gebruik van inlichtingen die zijn verkregen door rapportage of uitwisseling van inlichtingen uit hoofde van de artikelen 8 tot en met 8 bis quinquies, te waarborgen.” |
9) |
In artikel 20 wordt lid 5 vervangen door: “5. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met geautomatiseerde standaardformulieren, inclusief de talenregeling in de volgende gevallen:
Deze geautomatiseerde standaardformulieren bevatten niet meer rubrieken waarover inlichtingen worden uitgewisseld dan de in artikel 8 bis, lid 6, artikel 8 bis ter, lid 14, en artikel 8 bis quinquies, lid 3, genoemde, en andere daaraan gerelateerde velden die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen van respectievelijk de artikelen 8 bis, 8 bis ter en 8 bis quinquies. De in de eerste alinea van dit lid vermelde talenregeling belet de lidstaten niet om de artikelen 8 bis en 8 bis ter bedoelde inlichtingen in een van de officiële talen van de Unie te verstrekken. Niettemin kan in die talenregeling worden bepaald dat de belangrijkste elementen van deze inlichtingen ook in een andere officiële taal van de Unie worden verstrekt. De in dit lid bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure.” |
10) |
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
|
11) |
Aan artikel 22 worden de volgende leden toegevoegd: “3. De lidstaten bewaren de gegevens die zij via automatische uitwisseling van inlichtingen overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 8 bis quinquies hebben ontvangen, niet langer dan nodig is, maar in geen geval korter dan vijf jaar na de datum van ontvangst ervan om de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken. 4. De lidstaten spannen zich in om ervoor te zorgen dat een rapporterende entiteit langs elektronische weg bevestiging mag verkrijgen van de geldigheid van de inlichtingen met betrekking tot het fiscaal identificatienummer van elke belastingplichtige die op grond van de artikelen 8 tot en met 8 bis quinquies onder uitwisseling van inlichtingen vallen. De bevestiging van inlichtingen met betrekking tot het fiscaal identificatienummer kan alleen worden gevraagd met het oog op de validering van de juistheid van de gegevens bedoeld in artikel 8, leden 1 en 3 bis, artikel 8 bis, lid 6, artikel 8 bis bis, lid 3, artikel 8 bis ter, lid 14, artikel 8 bis quater, lid 2, en artikel 8 bis quinquies, lid 3.” |
12) |
In artikel 23 wordt lid 3 vervangen door: “3. Elke lidstaat monitort en beoordeelt, ten aanzien van zijn rechtsgebied, de doeltreffendheid van de administratieve samenwerking uit hoofde van deze richtlijn, onder meer voor de bestrijding van belastingontduiking en belastingontwijking, en deelt de resultaten van zijn beoordeling eenmaal per jaar aan de Commissie mee. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de vorm en wijze van mededeling van deze jaarlijkse beoordeling vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.” |
13) |
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
|
14) |
Artikel 25 bis wordt vervangen door: “Artikel 25 bis Sancties De lidstaten stellen regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen ter uitvoering van de artikelen 8 bis bis tot en met 8 bis quinquies, en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat ze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.” |
15) |
In artikel 27 wordt lid 2 geschrapt. |
16) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 27 quater Rapportage en verstrekking van het fiscaal identificatienummer 1. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om te verplichten dat het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer van gerapporteerde natuurlijke personen of entiteiten door de rapporterende entiteit of rapporterende persoon wordt gerapporteerd en door elke lidstaat wordt verstrekt wanneer dat uitdrukkelijk vereist is op grond van en krachtens de artikelen van en de bijlagen bij deze richtlijn. 2. Voor belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2030 neemt elke lidstaat de nodige maatregelen om te verplichten dat het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer van ingezetenen wordt gerapporteerd, indien mogelijk, met betrekking tot de in artikel 8, lid 1, eerste alinea, punten a), b) en d), bedoelde inlichtingen, voor zover het gaat om inkomsten- en vermogenscategorieën waarover zelfs bij gebreke van een fiscaal identificatienummer inlichtingen zouden zijn verstrekt. 3. Voor belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2028 neemt elke lidstaat de nodige maatregelen om te verplichten dat het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer van personen en entiteiten wordt gerapporteerd, indien mogelijk, met betrekking tot de in artikel 8 bis, lid 6, punten a) en k), bedoelde inlichtingen, alsook dat van gerapporteerde personen en entiteiten ten aanzien van de in artikel 8 bis bis, lid 3, punt b), en artikel 8 bis ter, lid 14, punt h), bedoelde inlichtingen. 4. Voor belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2028 vermeldt elke lidstaat, indien dat van de bevoegde autoriteit van de lidstaat is verkregen, het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer van personen en entiteiten, bij de verstrekking van de in artikel 8 bis, lid 6, punten a) en k), bedoelde inlichtingen, alsook dat van de gerapporteerde personen en entiteiten bij de verstrekking van de in artikel 8 bis bis, lid 3, punt b), en artikel 8 bis ter, lid 14, punt h), bedoelde inlichtingen.” |
17) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn. |
18) |
Bijlage V wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn. |
19) |
De tekst in bijlage III bij deze richtlijn wordt toegevoegd als bijlage VI. |
Artikel 2
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2025 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 januari 2026.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. In afwijking van lid 1 van dit artikel dienen de lidstaten uiterlijk op 31 december 2027 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan artikel 1, punt 11), van deze richtlijn en artikel 1, punt 16), van deze richtlijn wat betreft artikel 27 quater, leden 3 en 4, van Richtlijn 2011/16/EU te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 januari 2028.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
3. In afwijking van lid 1 van dit artikel dienen de lidstaten uiterlijk op 31 december 2029 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan artikel 1, punt 16), van deze richtlijn wat betreft artikel 27 quater, lid 2, van Richtlijn 2011/16/EU te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 januari 2030.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
4. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Luxemburg, 17 oktober 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
N. CALVIÑO SANTAMARÍA
(1) Advies van 13 september 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Advies van 23 maart 2023 (PB C 184 van 25.5.2023, blz. 55).
(3) Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1).
(4) Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40).
(5) Verordening (EU) 2023/1113 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 1).
(6) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(7) Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 1).
(8) Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).
(9) Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 15 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie (PB L 328 van 22.12.2022, blz. 1).
(10) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(11) Arrest van de Hof van Justitie van 8 december 2022, Orde van Vlaamse Balies e.a., C-694/20, ECLI:EU:C:2022:963.
(12) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Richtlijn 2011/16/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Deel I wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In deel VI wordt punt 2, b), vervangen door:
|
3) |
In deel VII wordt het volgende onderdeel ingevoegd:
|
4) |
Deel VIII wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Aan deel IX wordt de volgende alinea toegevoegd: “Teneinde de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken, blijven de in punt 2 van de vorige alinea bedoelde registers niet langer beschikbaar dan nodig is, maar in geen geval korter dan vijf jaar.”. |
6) |
Het volgende deel wordt toegevoegd: “DEEL XI OVERGANGSMAATREGELEN Niettegenstaande deel I, onderdeel A, punt 1, b), en onderdeel A, punt 6, a), hoeven met betrekking tot elke Te rapporteren rekening die per 31 december 2025 door een Rapporterende financiële instelling wordt aangehouden en voor rapportageperioden die eindigen op het tweede kalenderjaar volgend op die datum, inlichtingen met betrekking tot de rol(len) krachtens welke elke Te rapporteren persoon een Uiteindelijk belanghebbende of houder van een Aandelenbelang van de Entiteit is, uitsluitend te worden gerapporteerd indien die inlichtingen beschikbaar zijn in de elektronisch doorzoekbare gegevens die door de Rapporterende financiële instelling worden beheerd.”. |
(*1) Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad van 17 oktober 2023 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PB L, 2023/2226, 24.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2023/2226/oj).”;”
BIJLAGE II
Bijlage V bij Verordening 2011/16/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan deel I, onderdeel C, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
2) |
Deel II, onderdeel B, punt 3, wordt geschrapt. |
3) |
Aan deel III, onderdeel B, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
4) |
In deel IV, onderdeel F, punt 5, wordt de aanhef vervangen door:
|
BIJLAGE III
“BIJLAGE VI
RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN, DUE DILIGENCE-PROCEDURES EN ANDERE REGELS DIE VAN TOEPASSING ZIJN VOOR RAPPORTERENDE AANBIEDERS VAN CRYPTOACTIVADIENSTEN
Deze bijlage bevat de rapportageverplichtingen, de due diligence-procedures en andere regels die Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten moeten toepassen teneinde de lidstaten in staat te stellen de in artikel 8 bis quinquies bedoelde inlichtingen via automatische uitwisseling te verstrekken.
Voorts bevat deze bijlage de regels en administratieve procedures die de lidstaten met het oog op de doeltreffende uitvoering en naleving van de rapportageverplichtingen en de due diligence-procedures van deze bijlage moeten invoeren.
DEEL I
VERPLICHTINGEN VOOR RAPPORTERENDE AANBIEDERS VAN CRYPTOACTIVADIENSTEN
A. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten als gedefinieerd in deel IV, onderdeel B, punt 3, is in een lidstaat onderworpen aan de rapportage- en due diligence-verplichtingen van respectievelijk de delen II en III, indien hij:
|
B. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten is in een lidstaat onderworpen aan de rapportage- en due diligence-verplichtingen in respectievelijk de delen II en III met betrekking tot de Te rapporteren transacties die zijn uitgevoerd via een Bijkantoor dat in een lidstaat is gevestigd. |
C. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die een Entiteit is, is niet verplicht in een lidstaat de rapportage- en due diligence-verplichtingen van respectievelijk de delen II en III te vervullen waaraan hij krachtens onderdeel A, punt 2, b), c) of d), is onderworpen, indien die Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die verplichtingen in een andere lidstaat of in een ander Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied vervult omdat hij in die lidstaat of dat Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied zijn fiscale woon- of vestigingsplaats heeft. |
D. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die een Entiteit is, is niet verplicht in een lidstaat de rapportage- en due diligence-verplichtingen van respectievelijk de delen II en III te vervullen waaraan hij krachtens onderdeel A, punt 2, c) of d), is onderworpen, indien die Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die verplichtingen in een andere lidstaat of in een Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied vervult omdat het een Entiteit betreft die a) naar het recht van die lidstaat of dat Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied is opgericht of georganiseerd, en b) in die andere lidstaat of in dat Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied rechtspersoonlijkheid heeft, dan wel verplicht is belastingaangiften te doen of aangiften met fiscale inlichtingen in te dienen bij de belastingautoriteiten van die andere lidstaat of dat Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied met betrekking tot de inkomsten van de Entiteit. |
E. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die een Entiteit is, is niet verplicht in een lidstaat de rapportage- en due diligence-verplichtingen van respectievelijk de delen II en III te vervullen waaraan hij krachtens onderdeel A, punt 2, d), is onderworpen, indien die Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die verplichtingen vervult in een andere lidstaat of een Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied omdat de feitelijke leiding vanuit die lidstaat of dat Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied wordt uitgeoefend. |
F. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die een natuurlijke persoon is, is niet verplicht in een lidstaat de rapportage- en due diligence-verplichtingen van respectievelijk de delen II en III te vervullen waaraan hij krachtens onderdeel A, punt 2, d), is onderworpen, indien die Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die verplichtingen in een andere lidstaat of in een ander Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied vervult omdat hij in die lidstaat of dat Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied zijn fiscale woonplaats heeft. |
G. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten is niet verplicht in een lidstaat de rapportage- en due diligence-verplichtingen van respectievelijk de delen II en III te vervullen waaraan hij krachtens onderdeel A punt 2, a), b), c) of d), is onderworpen, indien hij bij een lidstaat een kennisgeving in een door die lidstaat gespecificeerd formaat heeft ingediend waarin hij bevestigt dat de Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die verplichtingen vervult volgens de regels van een andere lidstaat of Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied op grond van criteria die in wezen vergelijkbaar zijn met onderdeel A, punt 2, a), b), c), of d). |
H. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten is niet verplicht in een lidstaat de rapportage- en due diligence-verplichtingen van respectievelijk de delen II en III te vervullen met betrekking tot Te rapporteren transacties die hij via een Bijkantoor in een andere lidstaat of Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied uitvoert, indien dat Bijkantoor die verplichtingen vervult in die lidstaat of dat Gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied. |
DEEL II
RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN
A. |
Een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten in de zin van deel I, onderdelen A en B, rapporteert de in onderdeel B van dit deel bedoelde inlichtingen aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan hij overeenkomstig deel I aan rapportageverplichtingen is onderworpen. |
B. |
Voor elk betrokken kalenderjaar of elke andere relevante rapportageperiode, en met inachtneming van de verplichtingen van de Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten in deel I en de due diligence-procedures in deel III, rapporteert een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten de volgende inlichtingen met betrekking tot zijn gebruikers van Cryptoactiva die hetzij Te rapporteren gebruikers zijn, hetzij Te rapporteren personen als Uiteindelijk belanghebbenden hebben:
|
C. |
Niettegenstaande punt 1 van onderdeel B hoeft de geboorteplaats niet te worden gerapporteerd, tenzij de Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten op grond van het nationale recht anderszins verplicht is dat gegeven te verkrijgen en te rapporteren. |
D. |
De in onderdeel B genoemde inlichtingen worden jaarlijks gerapporteerd in het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de inlichtingen betrekking hebben. De eerste inlichtingen worden gerapporteerd voor het betrokken kalenderjaar of een andere relevante rapportageperiode met ingang van 1 januari 2026. |
E. |
Niettegenstaande de onderdelen A en D van dit deel mag een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten in de zin van deel I, onderdeel A, punt 2, a), b), c) of d), niet worden verplicht de in onderdeel B van dit deel bedoelde informatie te verstrekken met betrekking tot een Te rapporteren gebruiker of Uiteindelijk belanghebbende voor wie de Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten de rapportage voltooit van dergelijke inlichtingen in een niet-Unierechtsgebied dat onder een van kracht zijnde Adequate overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten met de lidstaat van verblijf van die Te rapporteren gebruiker of Uiteindelijk belanghebbende valt. |
DEEL III
DUE DILIGENCE-PROCEDURES
Een Gebruiker van cryptoactiva wordt behandeld als een Te rapporteren gebruiker vanaf de datum waarop hij als zodanig is geïdentificeerd op grond van de in dit deel beschreven due diligence-procedures.
A. |
Due diligence-procedures voor Gebruikers van cryptoactiva die een natuurlijke persoon zijn De volgende procedures zijn van toepassing om te bepalen of een Gebruiker van cryptoactiva die een natuurlijke persoon is, een Te rapporteren gebruiker is.
|
B. |
Due diligence-procedures voor Gebruikers van cryptoactiva die een entiteit zijn De volgende procedures zijn van toepassing om te bepalen of een Gebruiker van cryptoactiva die een Entiteit is, een Te rapporteren gebruiker is of een Entiteit die geen Uitgesloten persoon of een Actieve entiteit is, met een of meer Uiteindelijk belanghebbenden die een Te rapporteren persoon zijn.
|
C. |
Eisen inzake de geldigheid van eigen verklaringen
|
D. |
Algemene due diligence-voorschriften
|
DEEL IV
DEFINITIES
De volgende termen hebben de hieronder vermelde betekenis:
A. |
Te rapporteren cryptoactivum
|
B. |
Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
|
C. |
Te rapporteren transactie
|
D. |
Te rapporteren gebruiker
|
E. |
Uitgesloten persoon
|
F. |
Diversen
|
DEEL V
DOELTREFFENDE UITVOERING
A. |
Voorschriften om de verzamelings- en verificatievereisten van deel III te handhaven
|
B. |
Regels die de Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten verplichten om de stappen die zijn gezet en eventuele inlichtingen die zijn gebruikt voor de uitvoering van de rapportageverplichtingen en due diligence-procedures, in documenten vast te leggen en adequate maatregelen om die documentaties te verkrijgen.
|
C. |
Administratieve procedures om na te gaan of de Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten de rapportageverplichtingen en due diligence-procedures naleven De lidstaten stellen administratieve procedures vast om te verifiëren of de Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten de in respectievelijk de delen II en III beschreven rapportageverplichtingen en due diligence-procedures naleven. |
D. |
Administratieve procedures voor de vervolgcontrole van een Rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die onvolledige of onnauwkeurige inlichtingen rapporteert De lidstaten stellen procedures vast voor de vervolgcontrole van Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten die onvolledige of onnauwkeurige inlichtingen rapporteren. |
E. |
Administratieve procedure voor het verlenen van een vergunning aan een Aanbieder van cryptoactivadiensten De bevoegde autoriteit van een lidstaat die overeenkomstig Verordening (EU) 2023/1114 een vergunning verleent aan Aanbieders van cryptoactivadiensten zendt de op grond van deze richtlijn bevoegde autoriteit, als dat een andere autoriteit is, regelmatig en uiterlijk vóór 31 december van het betrokken kalenderjaar of een andere relevante rapportageperiode een lijst van alle vergunninghoudende Aanbieders van cryptoactivadiensten toe. |
F. |
Administratieve procedure voor de unieke registratie van een Exploitant van cryptoactiva
|
ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2023/2226/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)