Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D0664

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/664 van de Raad van 21 maart 2023 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647

ST/6720/2023/INIT

PB L 83 van 22/03/2023, p. 68–69 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/664/oj

22.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 83/68


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/664 VAN DE RAAD

van 21 maart 2023

waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647 (2) van de Raad is Italië gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 65 000 EUR tot en met 31 december 2024 van de btw vrij te stellen.

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 29 november 2022, heeft Italië verzocht om van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 een maatregel te mogen toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 85 000 EUR van de btw te mogen vrijstellen (de “bijzondere maatregel”).

(3)

Bij brief van 8 december 2022 heeft de Commissie de overige lidstaten overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het verzoek van Italië in kennis gesteld. Bij brief van 9 december 2022 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(4)

De bijzondere maatregel is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2020/285 (3) van de Raad, die tot doel heeft de nalevingskosten voor kleine ondernemingen te beperken en concurrentieverstoringen op de interne markt te vermijden.

(5)

De bijzondere maatregel zal facultatief blijven voor belastingplichtigen. Belastingplichtigen kunnen nog steeds voor de normale btw-regeling kiezen overeenkomstig artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG.

(6)

Volgens de door Italië verstrekte gegevens zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengsten in het stadium van het eindverbruik in Italië.

(7)

Met de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad (4) hoeft Italië vanaf het begrotingsjaar 2021 geen compensatieberekening meer te verrichten met betrekking tot het overzicht van de eigen btw-middelen.

(8)

Gezien de bijzondere maatregel een positief effect heeft gehad op de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen door de administratieve lasten en de nalevingskosten te verminderen voor zowel kleine ondernemingen als voor de belastingautoriteiten, en Italië in staat heeft gesteld om meer middelen uit te trekken voor de bestrijding van btw-fraude door zijn controleactiviteiten te richten op grotere belastingplichtigen, en gezien de verwaarloosbare impact van de bijzondere maatregel op de totale btw-inkomsten, moet Italië worden gemachtigd de bijzondere maatregel toe te passen.

(9)

Om de integriteit van het Italiaanse belastingtijdvak van één jaar, dat ingaat op 1 januari, te waarborgen, en om te voorkomen dat belastingplichtigen en belastingautoriteiten buitensporige administratieve lasten worden opgelegd, is het wenselijk Italië te machtigen om de bijzondere maatregel vanaf 1 januari 2023 toe te passen. Door de bijzondere maatregel toe te passen vanaf een datum die voorafgaat aan die van de inwerkingtreding, worden de gewettigde verwachtingen van de in aanmerking komende belastingplichtigen geëerbiedigd, aangezien de bijzondere maatregel geen inbreuk maakt op hun rechten en verplichtingen.

(10)

De toepassing van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn om de Commissie in staat te stellen de doeltreffendheid en de geschiktheid van de huidige drempel te evalueren. Bovendien moeten de lidstaten krachtens artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/285 uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om te voldoen aan artikel 1, lid 12, van die richtlijn, en moeten zij deze bepalingen met ingang van 1 januari 2025 toepassen. Het is derhalve passend Italië te machtigen de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 31 december 2024.

(11)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647 moet daarom worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Italië gemachtigd om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 85 000 EUR van de btw vrij te stellen.

Artikel 2

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Het is van toepassing van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ROSWALL


(1)   PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/647 van de Raad van 11 mei 2020 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 151 van 14.5.2020, blz. 7).

(3)  Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PB L 62 van 2.3.2020, blz. 13).

(4)  Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad van 30 april 2021 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 9).


Top