(1)

Overeenkomstig artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belasting over de toegevoegde waarde (btw) in de regel verschuldigd door de belastingplichtige die de goederen levert of de dienst verricht.

(2)

Bij de Uitvoeringsbesluiten 2010/583/EU (2) en 2013/676/EU (3) van de Raad is Roemenië gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG, waarbij de belastingplichtige ontvanger van houtproducten die door belastingplichtigen worden geleverd, wordt aangewezen als de tot voldoening van de btw gehouden persoon met betrekking tot die leveringen (de “bijzondere maatregel”). De toepassing van de bijzondere maatregel werd tot en met 31 december 2022 verlengd.

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 11 april 2022, heeft Roemenië om verdere machtiging verzocht om de bijzondere maatregel na 31 december 2022 te mogen blijven toepassen. Bij brief van 28 juni 2022 heeft de Commissie om aanvullende informatie verzocht. Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 22 augustus 2022, heeft Roemenië die informatie verstrekt.

(4)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie het verzoek van Roemenië bij brief van 1 september 2022 aan de overige lidstaten, behalve Spanje, toegezonden. Bij brief van 2 september 2022 heeft de Commissie dit verzoek aan Spanje toegezonden. Bij brief van 5 september 2022 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(5)

Volgens de informatie die Roemenië heeft verstrekt, zijn de feitelijke omstandigheden die de rechtvaardiging voor de bijzondere maatregel vormden, ongewijzigd. Uit de analyse die de Roemeense autoriteiten hebben verstrekt, blijkt ook dat de bijzondere maatregel de belastingontduiking met succes heeft teruggedrongen. Daarnaast heeft de bijzondere maatregel geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(6)

De bijzondere maatregel staat in verhouding tot de beoogde doelstellingen omdat hij slechts geldt voor zeer specifieke handelingen in een sector waar belastingontduiking en -ontwijking voor aanzienlijke problemen zorgen. Bovendien zal een verlenging van de bijzondere maatregel niet negatief uitwerken ten aanzien van de fraudepreventie op het niveau van de detailhandel, in andere sectoren of in andere lidstaten.

(7)

Bijzondere maatregelen worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, zodat kan worden nagegaan of die maatregelen passend en doeltreffend zijn. Bijzondere maatregelen geven lidstaten de tijd om op nationaal niveau andere klassieke maatregelen in te voeren om goederenbewegingen, de betaling van btw en de naleving door belastingplichtigen te monitoren. Bijzondere maatregelen moeten specifieke problemen aanpakken totdat zij verstrijken, zodat de machtiging daartoe niet hoeft te worden verlengd. Machtigingen voor bijzondere maatregelen op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, worden slechts bij uitzondering verleend voor specifieke gebieden waar fraude voorkomt en dergelijke bijzondere maatregelen moeten als laatste redmiddel worden gezien. Roemenië dient derhalve, tegen de volgende keer dat de bijzondere maatregel verstrijkt, andere klassieke maatregelen ten uitvoer te leggen om btw-fraude op de houtmarkt te bestrijden en te voorkomen, zodat de bijzondere maatregel niet nog eens hoeft te worden verlengd.

(8)

Het is daarom passend de bijzondere maatregel te verlengen. De verlenging van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt zodat de Commissie kan nagaan of zij passend en doeltreffend is.

(9)

Teneinde ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de bijzondere maatregel worden verwezenlijkt en deze ononderbroken wordt toegepast, en teneinde rechtszekerheid over het belastingtijdvak te bieden, is het passend machtiging te verlenen voor de verlenging van de bijzondere maatregel met ingang van 1 januari 2023. Aangezien Roemenië op 11 april 2022 om machtiging heeft verzocht om de bijzondere maatregel te mogen blijven toepassen en vanaf 1 januari 2023 de uit hoofde van zijn nationale recht op basis van Uitvoeringsbesluit 2013/676/EU vastgestelde wettelijke regeling is blijven toepassen, worden de gewettigde verwachtingen van de betrokken personen naar behoren geëerbiedigd.

(10)

Uitvoeringsbesluit 2013/676/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,