EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D2079

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2079 van de Raad van 25 oktober 2022 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Kroatië om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

ST/12701/2022/INIT

PB L 280 van 28/10/2022, p. 15–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/2079/oj

28.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 280/15


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2079 VAN DE RAAD

van 25 oktober 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Kroatië om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Naar aanleiding van een verzoek van Kroatië van 6 augustus 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 (2) financiële bijstand aan Kroatië toegekend in de vorm van een lening van maximaal 1 020 600 000 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar en een beschikbaarheidsperiode van 18 maanden, als aanvulling op de nationale inspanningen van Kroatië om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

(2)

De lening moest door Kroatië worden gebruikt ter financiering van werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348.

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Kroatië inactief geworden. Dat heeft geleid tot herhaalde plotse en sterke stijgingen van de overheidsuitgaven van Kroatië in verband met de in artikel 3, punten a) en b), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 bedoelde maatregelen.

(4)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Kroatië in 2020, 2021 en 2022 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hebben een dramatisch effect gehad op de overheidsfinanciën. Kroatië had in 2020 een overheidstekort van 7,3 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een overheidsschuld van 87,3 % van het bbp, die eind 2021 waren afgenomen tot respectievelijk 2,9 % en 79,8 %. Volgens de voorjaarsprognose 2022 van de Commissie zou Kroatië tegen het einde van 2022 een overheidstekort van 1,8 % van het bbp en een overheidsschuld van 73,1 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2022 van de Commissie zou het bbp van Kroatië in 2022 met 3,4 % toenemen.

(5)

Op 25 juli 2022 heeft Kroatië de Unie om 550 000 000 EUR aan verdere financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn in 2020, 2021 en 2022 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers. Kroatië heeft met name de in de overwegingen 6) en 7) beschreven werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen verder uitgebreid en gewijzigd.

(6)

Op basis van de “Arbeidsmarktwet” (3) heeft Kroatië een maatregel ingevoerd die voorziet in medefinanciering van de salarissen van werknemers voor bedrijven die hun inkomsten ten opzichte van 2019 zien terugvallen. De inkomstensdalingscriteria zijn: een daling van 20 % in de periode van maart tot en met mei 2020, van 50 % in de periode van juni tot en met december 2020, en vanaf januari 2021 is de enige vereiste een inkomstendaling ten opzichte van dezelfde maand in 2019, op voorwaarde dat het dienstverband niet wordt beëindigd. Voor maart 2020 was het steunbedrag bepaald op 3 250 HRK per voltijdse werknemer, terwijl het maandelijkse steunbedrag vanaf april 2020 op 4 000 HRK per voltijdse werknemer was bepaald. Het steunbedrag per werknemer blijft ongewijzigd gedurende de periode waarin de maatregel actief blijft, maar welke sectoren voor steun in aanmerking komen, verandert in de loop van de tijd, afhankelijk van de economische omstandigheden. Voor de periode van november 2020 tot en met juni 2021 ontvingen bedrijven die op grond van een besluit van de nationale autoriteiten in lockdown zijn, steun per voltijdse werknemer afhankelijk van het aantal lockdowndagen, maar niet meer dan 4 000 HRK voor een volledige lockdownmaand. De maatregel is een verlenging van de in artikel 3, punt a), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 beschreven maatregel, waarin wordt voorzien door het Besluit van de raad van bestuur van de Kroatische dienst voor arbeidsbemiddeling, dat is goedgekeurd op 20 maart 2020 en is gewijzigd op 25 maart, 7 april, 9 april, 6 mei, 28 mei, 18 juni, 25 juni, 10 juli en 29 juli, 7 september, 22 oktober, 4 november en 4 december 2020. Latere wijzigingen door de Kroatische dienst voor arbeidsbemiddeling zijn in 2021 ook vastgesteld bij besluiten van 8 januari, 21 januari, 3 maart, 15 april, 30 april, 31 mei, 23 juli, 25 augustus, 29 september, 15 oktober en 4 november, en in 2022 bij besluiten van 27 januari en 31 mei. De maatregel werd eind juni 2022 beëindigd.

(7)

Voorts heeft Kroatië op basis van de “Arbeidsmarktwet” een maatregel ingevoerd die voorziet in steun voor tijdelijke werktijdverkorting in de periode van juni 2020 tot en met december 2022 voor bedrijven, ongeacht de sector waarin die actief zijn, die tien of meer werknemers in dienst hebben. Om voor die maatregel in aanmerking te komen, moet er in de maand waarvoor de steun wordt aangevraagd, sprake zijn van een verwachte daling van de totale maandelijkse arbeidstijd van alle voltijdse werknemers met ten minste 10 % op het niveau van de werkgever, of met ten minste 20 % op het niveau van een bedrijfsonderdeel. Bovendien moeten de werkgevers die de steun aanvragen, een verband aantonen tussen de gevolgen van de COVID-19-uitbraak op hun bedrijf en die verwachte daling, waarbij vooral het bewijs moet worden geleverd van een inkomstendaling in de maand waarvoor de steun wordt aangevraagd van ten minste 20 % in vergelijking met dezelfde maand in 2019, of, wat betreft januari en februari 2022, in vergelijking met dezelfde maand in 2020. De aanvraag voor de maatregel wordt ingediend in de maand voorafgaand aan die waarvoor de steun wordt gevraagd. Met de maatregel kan er tot 2 000 HRK per maand per werknemer worden gefinancierd. De maatregel is een verlenging van de in artikel 3, punt b), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 beschreven maatregel, waarin wordt voorzien door het Besluit van de raad van bestuur van de Kroatische dienst voor arbeidsbemiddeling, dat is goedgekeurd op 29 juni 2020 en is gewijzigd op 10 juli en 22 oktober 2020, alsook op 8 januari 2021 en 27 januari 2022. Gepland is dat de maatregel tot eind december 2022 loopt.

(8)

Kroatië voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Kroatië heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke overheidsuitgaven van 1 februari 2020 tot eind april 2022 met 2 220 567 523 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dat is een plotse en sterke stijging omdat zij ook verband houdt met een verlenging of wijziging van bestaande nationale maatregelen die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregeling en soortgelijke maatregelen die een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Kroatië bestrijken. Kroatië is voornemens om 631 536 540 EUR van de stijging van het uitgavenbedrag via Uniemiddelen te financieren en 18 430 983 EUR via eigen financiering.

(9)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Kroatië geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, waarvan sprake is in het verzoek van 25 juli 2022.

(10)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Kroatië te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

(11)

Aangezien de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 vermelde beschikbaarheidsperiode is verstreken, is een nieuwe beschikbaarheidsperiode voor de aanvullende financiële bijstand nodig. De bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 verleende beschikbaarheidsperiode van 18 maanden voor financiële bijstand moet met 21 maanden worden verlengd en bijgevolg moet de totale beschikbaarheidsperiode 39 maanden bedragen vanaf de eerste dag nadat Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 van kracht geworden is.

(12)

Kroatië en de Commissie moeten in de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst met dit besluit rekening houden.

(13)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

(14)

Kroatië moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Kroatië die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

(15)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Kroatië en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de leden 1 en 2 worden vervangen door:

“1.   De Unie stelt Kroatië een lening van maximaal 1 570 600 000 EUR ter beschikking. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.

2.   De periode waarin de bij dit besluit verleende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 39 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht geworden is.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst. Eventuele verdere tranches worden vrijgegeven overeenkomstig de voorwaarden van die leningsovereenkomst of zijn, indien relevant, onderworpen aan de inwerkingtreding van een addendum bij die overeenkomst of van een gewijzigde leningsovereenkomst tussen Kroatië en de Commissie die de oorspronkelijke leningsovereenkomst vervangt.”.

2)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Kroatië mag de volgende maatregelen financieren:

a)

de subsidies voor baanbehoud in door COVID-19 getroffen sectoren op grond van de artikelen 35 en 36 van de “Arbeidsmarktwet”, waarin wordt voorzien door het “Besluit van de Kroatische dienst voor arbeidsbemiddeling van 20 maart 2020” laatstelijk gewijzigd bij een besluit van 31 mei 2022, en

b)

de steun voor werktijdverkorting op grond van de artikelen 35 en 36 van de “Arbeidsmarktwet”, waarin wordt voorzien door het “Besluit van de Kroatische dienst voor arbeidsbemiddeling van 29 juni 2020” laatstelijk gewijzigd bij een besluit van 27 januari 2022.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Kroatië.

Het wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan wie het gericht is.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 25 oktober 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J. SÍKELA


(1)  PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1348 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Kroatië om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 28).

(3)  OG 118/18, 32/20, 18/22.


Top