EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015B0339

Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2015/339 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015

PB L 69 van 13/03/2015, p. 1–2239 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015

ELI: http://data.europa.eu/eli/budget/2015/1/oj

13.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 69/1


DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2015/339

van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (1),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (2),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),

Gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, goedgekeurd door de Commissie op 24 juni 2014,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, vastgesteld door de Raad op 2 september 2014 en aan het Europees Parlement toegezonden op 12 september 2014,

Gezien de nota van wijzigingen nr. 1/2015 van 15 oktober 2014 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015,

Gezien de resolutie van het Europees Parlement van 22 oktober 2014 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015,

Gezien de door het Europees Parlement op 22 oktober 2014 aangenomen amendementen op het ontwerp van algemene begroting,

Gezien de brief van de voorzitter van de Raad van 22 oktober 2014 waarin deze meedeelt dat de Raad niet alle door het Parlement aangenomen amendementen kan aanvaarden,

Gezien de brief van 27 oktober 2014 aan de voorzitter van de Raad waarmee het bemiddelingscomité bijeen wordt geroepen,

Gezien de vergaderingen van het bemiddelingscomité op 6, 14 en 17 november 2014,

Gezien het feit dat het bemiddelingscomité geen overeenstemming heeft bereikt over een gemeenschappelijk ontwerp binnen de termijn van 21 dagen als bedoeld in artikel 314, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het nieuwe ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, door de Commissie ingediend op 28 november 2014 overeenkomstig artikel 314, lid 8, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, vastgesteld door de Raad op 12 december 2014 en op dezelfde dag toegezonden aan het Europees Parlement,

Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 17 december 2014,

Gezien de artikelen 88 en 91 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgesloten en de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 17 december 2014.

De voorzitter

M. SCHULZ


(1)  PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.

(2)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(3)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(4)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.


INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

A. Inleiding en financiering van de algemene begroting 12
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel 21
C. Personeel volgens de lijst van het aantal ambten 149
D. Onroerendgoedbezit 150

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Afdeling I: Parlement 156
— Staat van ontvangsten 157
— Staat van uitgaven 172
— Personeel 226
Afdeling II: Europese Raad en Raad 228
— Staat van ontvangsten 229
— Staat van uitgaven 246
— Personeel 290
Afdeling III: Commissie 292
— Staat van ontvangsten 293
— Staat van uitgaven 365
— Personeel 1861
Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie 1911
— Staat van ontvangsten 1912
— Staat van uitgaven 1924
— Personeel 1957
Afdeling V: Rekenkamer 1958
— Staat van ontvangsten 1959
— Staat van uitgaven 1971
— Personeel 2001
Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité 2003
— Staat van ontvangsten 2004
— Staat van uitgaven 2016
— Personeel 2053
Afdeling VII: Comité van de Regio’s 2054
— Staat van ontvangsten 2055
— Staat van uitgaven 2068
— Personeel 2101
Afdeling VIII: Europese Ombudsman 2102
— Staat van ontvangsten 2103
— Staat van uitgaven 2111
— Personeel 2138
Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming 2139
— Staat van ontvangsten 2140
— Staat van uitgaven 2146
— Personeel 2176
Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden 2178
— Staat van ontvangsten 2179
— Staat van uitgaven 2197
— Personeel 2239

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

A. Inleiding en financiering van de algemene begroting 12
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel 21

— Titel 1:

Eigen middelen 22

— Titel 3:

Overschotten, saldi en aanpassingen 46

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie 60

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instellingen 74

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie 88

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand 130

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen 136

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 147
C. Personeel volgens de lijst van het aantal ambten 149
D. Onroerendgoedbezit 150

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Afdeling I: Parlement 156
— Staat van ontvangsten 157

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie 158

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 161

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie 168

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 170
— Staat van uitgaven 172

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen 173

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven 193

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling 206

— Titel 4:

Uitgaven voortvloeiend uit speciale taken van de instelling 219

— Titel 10:

Overige uitgaven 223
— Personeel 226
Afdeling II: Europese Raad en Raad 228
— Staat van ontvangsten 229

— Titel 4:

Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen 230

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 233

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie 239

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand 242

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 244
— Staat van uitgaven 246

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen 247

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven 270

— Titel 10:

Overige uitgaven 288
— Personeel 290
Afdeling III: Commissie 292
— Ontvangsten 293

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie 294

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 299

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de Unie 308

— Titel 7:

Interest voor betalingsachterstand en boeten 350

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen 356

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 363
ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2015 EN 2014) EN VAN DE UITVOERING (2013) 365

— Titel XX:

Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen 368

— Titel 01:

Economische en financiële zaken 386

— Titel 02:

Ondernemingen en industrie 416

— Titel 03:

Concurrentie 486

— Titel 04:

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie 492

— Titel 05:

Landbouw en plattelandsontwikkeling 570

— Titel 06:

Mobiliteit en vervoer 662

— Titel 07:

Milieu 707

— Titel 08:

Onderzoek en innovatie 739

— Titel 09:

Communicatienetwerken, inhoud en technologie 801

— Titel 10:

Eigen onderzoek 844

— Titel 11:

Maritieme zaken en visserij 872

— Titel 12:

Interne markt en diensten 919

— Titel 13:

Regionaal beleid en stadsontwikkeling 939

— Titel 14:

Belastingen en Douane-unie 1012

— Titel 15:

Onderwijs en cultuur 1025

— Titel 16:

Communicatie 1081

— Titel 17:

Gezondheid en consumentenbescherming 1113

— Titel 18:

Binnenlandse zaken 1176

— Titel 19:

Instrumenten voor het buitenlands beleid 1216

— Titel 20:

Handel 1249

— Titel 21:

Ontwikkeling en samenwerking 1261

— Titel 22:

Uitbreiding 1375

— Titel 23:

Humanitaire hulp en civiele bescherming 1398

— Titel 24:

Fraudebestrijding 1424

— Titel 25:

Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie 1434

— Titel 26:

Administratie van de Commissie 1447

— Titel 27:

Begroting 1502

— Titel 28:

Audit 1512

— Titel 29:

Statistiek 1517

— Titel 30:

Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven 1527

— Titel 31:

Talendiensten 1540

— Titel 32:

Energie 1551

— Titel 33:

Justitie 1590

— Titel 34:

Klimaatactie 1621

— Titel 40:

Reserves 1635

Bijlagen

— Europese Economische Ruimte 1643
— Lijst van voor kandidaat-lidstaten opengestelde begrotingsonderdelen en in voorkomend geval van potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan 1657
— Opgenomen en verstrekte leningen — Door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen (ter indicatie) 1661
— Informatie over de financiële instrumenten overeenkomstig artikel 49, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement 1695
— Publicatiebureau 1754
— Ontvangsten 1755
— Uitgaven 1760
— Europees Bureau voor fraudebestrijding 1773
— Ontvangsten 1774
— Uitgaven 1779
— Europees Bureau voor personeelsselectie 1792
— Ontvangsten 1793
— Uitgaven 1798
— Bureau voor beheer en afwikkeling van de individuele rechten 1813
— Ontvangsten 1814
— Uitgaven 1819
— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Brussel 1829
— Ontvangsten 1830
— Uitgaven 1835
— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Luxemburg 1845
— Ontvangsten 1846
— Uitgaven 1851
— Personeel 1861
Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie 1911
— Staat van ontvangsten 1912

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de Unie 1913

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 1916

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 1922
— Staat van uitgaven 1924

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen 1925

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven 1940

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling 1953

— Titel 10:

Overige uitgaven 1955
— Personeel 1957
Afdeling V: Rekenkamer 1958
— Staat van ontvangsten 1959

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van aan de instelling verbonden personen 1960

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 1963

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 1969
— Staat van uitgaven 1971

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen 1972

— Titel 2:

Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven 1986

— Titel 10:

Overige uitgaven 1999
— Personeel 2001
Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité 2003
— Staat van ontvangsten 2004

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie 2005

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 2008

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 2014
— Staat van uitgaven 2016

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen 2017

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven 2035

— Titel 10:

Overige uitgaven 2051
— Personeel 2053
Afdeling VII: Comité van de Regio’s 2054
— Staat van ontvangsten 2055

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie 2056

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 2059

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 2066
— Staat van uitgaven 2068

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen 2069

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven 2085

— Titel 10:

Overige uitgaven 2099
— Personeel 2101
Afdeling VIII: Europese Ombudsman 2102
— Staat van ontvangsten 2103

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie 2104

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie 2107

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 2109
— Staat van uitgaven 2111

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen 2112

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, uitrusting en diverse huishoudelijke uitgaven 2123

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling 2130

— Titel 10:

Overige uitgaven 2136
— Personeel 2138
Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming 2139
— Staat van ontvangsten 2140

— Titel 4:

Diverse belastingen, heffingen en bijdragen van de Unie 2141

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 2144
— Staat van uitgaven 2146

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen 2147

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling 2159

— Titel 3:

Europees Comité voor gegevensbescherming 2163

— Titel 10:

Overige uitgaven 2174
— Personeel 2176
Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden 2178
— Staat van ontvangsten 2179

— Titel 4:

Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen 2180

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 2183

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie 2190

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand 2193

— Titel 9:

Diverse ontvangsten 2195
— Staat van uitgaven 2197

— Titel 1:

Personeel op de hoofdzetel 2198

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven op de hoofdzetel 2212

— Titel 3:

Delegaties 2229

— Titel 10:

Overige uitgaven 2237
— Personeel 2239

A.   INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

INLEIDING

De algemene begroting van de Unie is het besluit waarbij voor elk begrotingsjaar alle noodzakelijk geachte ontvangsten en uitgaven van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden geraamd en goedgekeurd.

Bij de opstelling en de uitvoering van de begroting moeten het eenheids-, het begrotingswaarachtigheids-, het jaarperiodiciteits-, het evenwichts-, het rekeneenheids-, het universaliteits- en het specialiteitsbeginsel, het beginsel van goed financieel beheer en het transparantiebeginsel in acht worden genomen.

Het eenheidsbeginsel en het begrotingswaarachtigheidsbeginsel houden in dat alle ontvangsten en uitgaven van de Unie, voor zover die ten laste van de begroting komen, in een enkel document moeten worden opgenomen.

Het jaarperiodiciteitsbeginsel impliceert dat de begroting per begrotingsjaar wordt vastgesteld en dat zowel de vastleggings- als de betalingskredieten van een bepaald begrotingsjaar in beginsel in datzelfde begrotingsjaar moeten worden besteed.

Volgens het evenwichtsbeginsel moeten de ontvangsten gelijk zijn aan de betalingskredieten. Een lening aangaan om een eventueel begrotingstekort te dekken, strookt niet met het stelsel van eigen middelen en is dus niet toegestaan.

Volgens het rekeneenheidsbeginsel wordt de begroting in euro opgesteld, uitgevoerd en onderworpen aan rekening en verantwoording.

Het universaliteitsbeginsel houdt in dat de gezamenlijke ontvangsten ter dekking van de gezamenlijke betalingskredieten dienen, behoudens bepaalde ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van bepaalde specifieke uitgaven. De ontvangsten en de uitgaven moeten in hun geheel in de begroting worden opgenomen en mogen niet met elkaar worden gecompenseerd.

Het specialiteitsbeginsel houdt in dat ieder krediet een bepaalde bestemming heeft en voor een bepaald doel wordt gebruikt, zodat geen verwarring met andere kredieten mogelijk is.

De definitie van het beginsel van goed financieel beheer is gebaseerd op de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

De begroting wordt opgesteld met inachtneming van het transparantiebeginsel, waarbij goede informatie over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding wordt gegeven.

Om tot meer transparantie te komen en de doelstellingen van een goed financieel beheer te verwezenlijken, met name wat efficiëntie en doeltreffendheid betreft, zijn de kredieten en middelen in de begroting opgenomen naar bestemming, d.w.z. op basis van de activiteiten (activiteitenbegroting of ABB (activity based budgeting)).

Het in de begroting goedgekeurde krediet komt in totaal op 145 321 531 152 EUR in vastleggingskredieten en 141 214 040 563 EUR in betalingskredieten, welke een variatie weergeven van respectievelijk + 1,84 % en van + 1,57 % in vergelijking met de begroting van 2014.

Het totaal van begrotingsontvangsten bedraagt 141 214 040 563 EUR. Het uniforme percentage voor het btw-middel is 0,30 %, terwijl deze voor het bni-middel 0,7481 % is. De traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) zijn goed voor 11,92 % van de financiering van de begroting voor 2015. Het btw-middel is goed voor 12,93 % en het bni-middel voor 74,04 %. Andere ontvangsten voor dit begrotingsjaar worden geschat op 1 575 497 557 EUR.

De eigen middelen moesten de begroting 2015 voor 1,00 % van het totale bni financieren, en daarmee onder het plafond van 1,23 % van het bni zou vallen, berekend op basis van de methode overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).

Aan de hand van de hiernavolgende tabellen kan de financiering van de begroting 2015 stap voor stap worden gevolgd.

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2015 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

Omschrijving

Begroting 2015

Budget 2014 (1)

Verschil (in %)

1.

Slimme en inclusieve groei

66 922 960 910

65 300 076 773

+2,49

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

55 998 594 804

56 443 752 595

–0,79

3.

Veiligheid en burgerschap

1 859 513 795

1 665 510 850

+11,65

4.

Europa als wereldspeler

7 422 489 907

6 840 903 616

+8,50

5.

Administratie

8 658 756 179

8 405 389 881

+3,01

6.

Compensatie

p.m.

28 600 000

Speciale instrumenten

351 724 968

350 000 000

+0,49

Totaal uitgaven  (2)

141 214 040 563

139 034 233 715

+1,57


ONTVANGSTEN

Omschrijving

Begroting 2015

Budget 2014 (3)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 575 497 557

5 545 428 277

–71,59

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

p.m.

1 005 406 925

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

p.m.

4 095 463 000

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

1 575 497 577

10 646 298 202

–85,20

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

16 825 900 000

16 084 600 000

+4,61

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

18 264 479 250

17 689 735 350

+3,25

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

104 548 163 756

94 613 600 163

+10,50

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (4)

139 638 543 006

128 387 935 513

+8,76

Totaal ontvangsten  (5)

141 214 040 563

139 034 233 715

+1,57


TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (6)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 720 407 000

4 052 264 000

50

2 026 132 000

1 720 407 000

 

Bulgarije

201 270 000

414 927 000

50

207 463 500

201 270 000

 

Tsjechië

618 215 000

1 405 091 000

50

702 545 500

618 215 000

 

Denemarken

1 045 978 000

2 742 029 000

50

1 371 014 500

1 045 978 000

 

Duitsland

12 873 205 000

30 055 584 000

50

15 027 792 000

12 873 205 000

 

Estland

92 227 000

198 736 000

50

99 368 000

92 227 000

 

Ierland

660 326 000

1 491 005 000

50

745 502 500

660 326 000

 

Griekenland

717 672 000

1 845 174 000

50

922 587 000

717 672 000

 

Spanje

4 867 873 000

10 536 508 000

50

5 268 254 000

4 867 873 000

 

Frankrijk

9 943 171 000

22 043 072 000

50

11 021 536 000

9 943 171 000

 

Kroatië

268 216 000

430 366 000

50

215 183 000

215 183 000

Kroatië

Italië

6 158 442 000

16 160 696 000

50

8 080 348 000

6 158 442 000

 

Cyprus

107 472 000

158 300 000

50

79 150 000

79 150 000

Cyprus

Letland

94 889 000

262 878 000

50

131 439 000

94 889 000

 

Litouwen

146 760 000

372 032 000

50

186 016 000

146 760 000

 

Luxemburg

267 324 000

333 256 000

50

166 628 000

166 628 000

Luxemburg

Hongarije

403 363 000

993 883 000

50

496 941 500

403 363 000

 

Malta

53 058 000

73 886 000

50

36 943 000

36 943 000

Malta

Nederland

2 797 149 000

6 403 499 000

50

3 201 749 500

2 797 149 000

 

Oostenrijk

1 543 536 000

3 334 038 000

50

1 667 019 000

1 543 536 000

 

Polen

1 818 157 000

4 097 085 000

50

2 048 542 500

1 818 157 000

 

Portugal

775 256 000

1 690 835 000

50

845 417 500

775 256 000

 

Roemenië

563 787 000

1 537 681 000

50

768 840 500

563 787 000

 

Slovenië

179 922 000

357 193 000

50

178 596 500

178 596 500

Slovenië

Slowakije

238 229 000

756 777 000

50

378 388 500

238 229 000

 

Finland

946 116 000

2 037 361 000

50

1 018 680 500

946 116 000

 

Zweden

1 940 367 000

4 508 252 000

50

2 254 126 000

1 940 367 000

 

Verenigd Koninkrijk

10 038 702 000

21 460 858 000

50

10 730 429 000

10 038 702 000

 

Totaal

61 081 089 000

139 753 266 000

 

69 876 633 000

60 881 597 500

 


TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3) = (1) × (2)

België

1 720 407 000

0,300

516 122 100

Bulgarije

201 270 000

0,300

60 381 000

Tsjechië

618 215 000

0,300

185 464 500

Denemarken

1 045 978 000

0,300

313 793 400

Duitsland

12 873 205 000

0,300

3 861 961 500

Estland

92 227 000

0,300

27 668 100

Ierland

660 326 000

0,300

198 097 800

Griekenland

717 672 000

0,300

215 301 600

Spanje

4 867 873 000

0,300

1 460 361 900

Frankrijk

9 943 171 000

0,300

2 982 951 300

Kroatië

215 183 000

0,300

64 554 900

Italië

6 158 442 000

0,300

1 847 532 600

Cyprus

79 150 000

0,300

23 745 000

Letland

94 889 000

0,300

28 466 700

Litouwen

146 760 000

0,300

44 028 000

Luxemburg

166 628 000

0,300

49 988 400

Hongarije

403 363 000

0,300

121 008 900

Malta

36 943 000

0,300

11 082 900

Nederland

2 797 149 000

0,300

839 144 700

Oostenrijk

1 543 536 000

0,300

463 060 800

Polen

1 818 157 000

0,300

545 447 100

Portugal

775 256 000

0,300

232 576 800

Roemenië

563 787 000

0,300

169 136 100

Slovenië

178 596 500

0,300

53 578 950

Slowakije

238 229 000

0,300

71 468 700

Finland

946 116 000

0,300

283 834 800

Zweden

1 940 367 000

0,300

582 110 100

Verenigd Koninkrijk

10 038 702 000

0,300

3 011 610 600

Totaal

60 881 597 500

 

18 264 479 250


TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3) = (1) × (2)

België

4 052 264 000

 

3 031 462 322

Bulgarije

414 927 000

 

310 403 164

Tsjechië

1 405 091 000

 

1 051 135 964

Denemarken

2 742 029 000

 

2 051 287 280

Duitsland

30 055 584 000

 

22 484 312 586

Estland

198 736 000

 

148 672 618

Ierland

1 491 005 000

 

1 115 407 456

Griekenland

1 845 174 000

 

1 380 358 106

Spanje

10 536 508 000

 

7 882 267 051

Frankrijk

22 043 072 000

 

16 490 224 287

Kroatië

430 366 000

 

321 952 941

Italië

16 160 696 000

 

12 089 671 606

Cyprus

158 300 000

 

118 422 809

Letland

262 878 000

0,7480910 (7)

196 656 672

Litouwen

372 032 000

 

278 313 800

Luxemburg

333 256 000

 

249 305 822

Hongarije

993 883 000

 

743 514 950

Malta

73 886 000

 

55 273 453

Nederland

6 403 499 000

 

4 790 400 119

Oostenrijk

3 334 038 000

 

2 494 163 899

Polen

4 097 085 000

 

3 064 992 510

Portugal

1 690 835 000

 

1 264 898 485

Roemenië

1 537 681 000

 

1 150 325 353

Slovenië

357 193 000

 

267 212 877

Slowakije

756 777 000

 

566 138 080

Finland

2 037 361 000

 

1 524 131 475

Zweden

4 508 252 000

 

3 372 582 851

Verenigd Koninkrijk

21 460 858 000

 

16 054 675 220

Totaal

139 753 266 000

 

104 548 163 756


TABEL 4

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2014 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

Omschrijving

Coëfficiënt (8) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

16,2167

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

5,9238

 

3.

(1) – (2)

10,2929

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

126 118 882 798

5.

Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (9)

 

29 283 982 122

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

96 834 900 676

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

6 578 286 401

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (10)

 

1 119 838 248

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

5 458 448 153

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (11)

 

25 084 566

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

5 433 363 587


TABEL 5

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –5 433 363 587 EUR (hoofdstuk 1 5)

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6) = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,90

3,43

5,48

 

1,54

4,96

269 708 378

Bulgarije

0,30

0,35

0,56

 

0,16

0,51

27 616 485

Tsjechië

1,01

1,19

1,90

 

0,53

1,72

93 519 281

Denemarken

1,96

2,32

3,71

 

1,04

3,36

182 502 472

Duitsland

21,51

25,41

0,00

–19,06

0,00

6,35

345 125 522

Estland

0,14

0,17

0,27

 

0,08

0,24

13 227 362

Ierland

1,07

1,26

2,02

 

0,57

1,83

99 237 498

Griekenland

1,32

1,56

2,49

 

0,70

2,26

122 810 085

Spanje

7,54

8,91

14,24

 

4,00

12,91

701 283 156

Frankrijk

15,77

18,63

29,79

 

8,37

27,00

1 467 130 770

Kroatië

0,31

0,36

0,58

 

0,16

0,53

28 644 066

Italië

11,56

13,66

21,84

 

6,13

19,80

1 075 614 795

Cyprus

0,11

0,13

0,21

 

0,06

0,19

10 536 045

Letland

0,19

0,22

0,36

 

0,10

0,32

17 496 491

Litouwen

0,27

0,31

0,50

 

0,14

0,46

24 761 503

Luxemburg

0,24

0,28

0,45

 

0,13

0,41

22 180 671

Hongarije

0,71

0,84

1,34

 

0,38

1,22

66 150 323

Malta

0,05

0,06

0,10

 

0,03

0,09

4 917 664

Nederland

4,58

5,41

0,00

–4,06

0,00

1,35

73 530 793

Oostenrijk

2,39

2,82

0,00

–2,11

0,00

0,70

38 284 453

Polen

2,93

3,46

5,54

 

1,56

5,02

272 691 550

Portugal

1,21

1,43

2,29

 

0,64

2,07

112 537 674

Roemenië

1,10

1,30

2,08

 

0,58

1,88

102 344 134

Slovenië

0,26

0,30

0,48

 

0,14

0,44

23 773 857

Slowakije

0,54

0,64

1,02

 

0,29

0,93

50 369 151

Finland

1,46

1,72

2,75

 

0,77

2,50

135 601 563

Zweden

3,23

3,81

0,00

–2,86

0,00

0,95

51 767 845

Verenigd Koninkrijk

15,36

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–28,09

28,09

100,00

5 433 363 587

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 6

Overzicht van de financiering (12) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totaal eigen middelen (13)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Netto douanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

(3)= (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8) = (5) + (6) + (7)

(9)

(10) = (3) + (8)

België

6 600 000

1 502 800 000

1 509 400 000

503 133 333

516 122 100

3 031 462 322

269 708 378

3 817 292 800

3,11

5 326 692 800

Bulgarije

400 000

62 900 000

63 300 000

21 100 000

60 381 000

310 403 164

27 616 485

398 400 649

0,32

461 700 649

Tsjechië

3 400 000

176 200 000

179 600 000

59 866 667

185 464 500

1 051 135 964

93 519 281

1 330 119 745

1,08

1 509 719 745

Denemarken

3 400 000

325 000 000

328 400 000

109 466 667

313 793 400

2 051 287 280

182 502 472

2 547 583 152

2,07

2 875 983 152

Duitsland

26 300 000

3 525 500 000

3 551 800 000

1 183 933 329

3 861 961 500

22 484 312 586

345 125 522

26 691 399 608

21,73

30 243 199 608

Estland

0

24 500 000

24 500 000

8 166 667

27 668 100

148 672 618

13 227 362

189 568 080

0,15

214 068 080

Ierland

0

237 400 000

237 400 000

79 133 333

198 097 800

1 115 407 456

99 237 498

1 412 742 754

1,15

1 650 142 754

Griekenland

1 400 000

111 800 000

113 200 000

37 733 334

215 301 600

1 380 358 106

122 810 085

1 718 469 791

1,40

1 831 669 791

Spanje

4 700 000

1 099 500 000

1 104 200 000

368 066 667

1 460 361 900

7 882 267 051

701 283 156

10 043 912 107

8,18

11 148 112 107

Frankrijk

30 900 000

1 488 500 000

1 519 400 000

506 466 667

2 982 951 300

16 490 224 287

1 467 130 770

20 940 306 357

17,05

22 459 706 357

Kroatië

1 700 000

36 100 000

37 800 000

12 600 000

64 554 900

321 952 941

28 644 066

415 151 907

0,34

452 951 907

Italië

4 700 000

1 481 900 000

1 486 600 000

495 533 334

1 847 532 600

12 089 671 606

1 075 614 795

15 012 819 001

12,22

16 499 419 001

Cyprus

0

15 100 000

15 100 000

5 033 333

23 745 000

118 422 809

10 536 045

152 703 854

0,12

167 803 854

Letland

0

23 500 000

23 500 000

7 833 333

28 466 700

196 656 672

17 496 491

242 619 863

0,20

266 119 863

Litouwen

800 000

57 600 000

58 400 000

19 466 667

44 028 000

278 313 800

24 761 503

347 103 303

0,28

405 503 303

Luxemburg

0

12 300 000

12 300 000

4 100 000

49 988 400

249 305 822

22 180 671

321 474 893

0,26

333 774 893

Hongarije

2 100 000

89 300 000

91 400 000

30 466 667

121 008 900

743 514 950

66 150 323

930 674 173

0,76

1 022 074 173

Malta

0

9 200 000

9 200 000

3 066 667

11 082 900

55 273 453

4 917 664

71 274 017

0,06

80 474 017

Nederland

7 200 000

2 054 200 000

2 061 400 000

687 133 333

839 144 700

4 790 400 119

73 530 793

5 703 075 612

4,64

7 764 475 612

Oostenrijk

3 200 000

180 600 000

183 800 000

61 266 667

463 060 800

2 494 163 899

38 284 453

2 995 509 152

2,44

3 179 309 152

Polen

12 800 000

398 300 000

411 100 000

137 033 334

545 447 100

3 064 992 510

272 691 550

3 883 131 160

3,16

4 294 231 160

Portugal

100 000

131 700 000

131 800 000

43 933 333

232 576 800

1 264 898 485

112 537 674

1 610 012 959

1,31

1 741 812 959

Roemenië

900 000

111 100 000

112 000 000

37 333 333

169 136 100

1 150 325 353

102 344 134

1 421 805 587

1,16

1 533 805 587

Slovenië

0

62 600 000

62 600 000

20 866 667

53 578 950

267 212 877

23 773 857

344 565 684

0,28

407 165 684

Slowakije

1 300 000

96 900 000

98 200 000

32 733 333

71 468 700

566 138 080

50 369 151

687 975 931

0,56

786 175 931

Finland

700 000

124 300 000

125 000 000

41 666 667

283 834 800

1 524 131 475

135 601 563

1 943 567 838

1,58

2 068 567 838

Zweden

2 600 000

478 700 000

481 300 000

160 433 334

582 110 100

3 372 582 851

51 767 845

4 006 460 796

3,26

4 487 760 796

Verenigd Koninkrijk

9 500 000

2 783 700 000

2 793 200 000

931 066 667

3 011 610 600

16 054 675 220

–5 433 363 587

13 632 922 233

11,10

16 426 122 233

Totaal

124 700 000

16 701 200 000

16 825 900 000

5 608 633 333

18 264 479 250

104 548 163 756

0

122 812 643 006

100,00

139 638 543 006

B.   ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

Titel

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

1

EIGEN MIDDELEN

139 638 543 006

128 387 935 513

140 099 576 848,56

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

5 100 869 925

697 682 743,61

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 300 952 883

1 274 999 230

1 199 275 874,85

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

54 453 674

53 752 047

610 755 511,67

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

60 000 000

60 000 000

3 897 761 733,08

7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

123 000 000

3 973 000 000

2 972 783 038,59

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

6 890 000

153 477 000

1 839 600,—

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

30 201 000

30 200 000

23 983 643,20

 

TOTAAL-GENERAAL

141 214 040 563

139 034 233 715

149 503 658 993,56

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

p.m.

– 214 000 000

–6 770 330,36

 

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 7

Productieheffing

124 700 000

124 500 000

124 203 303,03

99,60

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

p.m.

84 166 097,02

 

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

124 700 000

–89 500 000

201 599 069,69

161,67

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

16 701 200 000

16 174 100 000

15 163 722 761,63

90,79

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

16 701 200 000

16 174 100 000

15 163 722 761,63

90,79

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

18 264 479 250

17 689 735 350

14 542 019 378,60

79,62

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

18 264 479 250

17 689 735 350

14 542 019 378,60

79,62

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

104 548 163 756

94 613 600 163

110 032 395 624,40

105,25

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

104 548 163 756

94 613 600 163

110 032 395 624,40

105,25

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

0,—

0,—

165 645 823,06

 

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0,—

0,—

165 645 823,06

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

p.m.

p.m.

–5 805 808,82

 

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

–5 805 808,82

 

 

Titel 1 — Totaal

139 638 543 006

128 387 935 513

140 099 576 848,56

100,33

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 1 —   BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

1 1 0
Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

– 214 000 000

–6 770 330,36

Toelichting

In het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker betaalden de producenten van suiker, isoglucose en inulinestroop heffingen op de productie van basis- en B-suiker. Deze heffingen waren bedoeld om de uitgaven voor marktondersteuning te dekken. De bedragen die thans onder dit artikel zijn opgevoerd, zijn een gevolg van de herziening van in het verleden vastgestelde heffingen. De heffingen voor het verkoopseizoen 2007/2008 en volgende worden opgevoerd op artikel 1 1 7 van dit hoofdstuk als „productieheffing”.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

–13 608 187

0,—

Bulgarije

0,—

Tsjechië

p.m.

– 680 683

0,—

Denemarken

p.m.

–8 437 845

0,—

Duitsland

p.m.

–71 022 930

0,—

Estland

0,—

Ierland

p.m.

–1 628 671

0,—

Griekenland

p.m.

– 907 524

0,—

Spanje

p.m.

–3 951 238

0,—

Frankrijk

p.m.

–66 471 563

0,—

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

–5 433 959

0,—

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

–37 322

0,—

Litouwen

p.m.

–52 455

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

– 343 310

0,—

Malta

0,—

Nederland

p.m.

–16 005 676

0,—

Oostenrijk

p.m.

–6 487 560

0,—

Polen

p.m.

–3 906 994

0,—

Portugal

p.m.

– 551 346

0,—

Roemenië

0,—

Slovenië

p.m.

–4 160

0,—

Slowakije

p.m.

– 767 751

0,—

Finland

p.m.

–1 207 994

0,—

Zweden

p.m.

–3 009 989

–6 770 330,36

Verenigd Koninkrijk

p.m.

–9 482 843

0,—

Totaal van artikel 1 1 0

p.m.

– 214 000 000

–6 770 330,36

1 1 1
Bijdragen in verband met de opslag van suiker

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die aan de nieuwe lidstaten in rekening worden gebracht in geval van niet-wegwerking van overtollige voorraden suiker in de zin van Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 9 van 15.1.2004, blz. 8).

Onder dit artikel worden tevens de ontvangsten geboekt uit de restanten van de bijdrage voor de opslag van suiker, die bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1) is afgeschaft.

Voorts worden hier de resterende bedragen opgenomen die krachtens artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 65/82 van de Commissie van 13 januari 1982 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het overbrengen van suiker naar het volgende verkoopseizoen voor suiker (PB L 9 van 14.1.1982, blz. 14) verschuldigd zijn wanneer de verplichting tot opslag van de overgebrachte suiker niet is nagekomen en de bedragen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1789/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker verschuldigd zijn (PB L 177 van 1.7.1981, blz. 39), wanneer de algemene regels betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker niet zijn nagekomen.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

p.m.

0,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0,—

Estland

p.m.

p.m.

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

p.m.

p.m.

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

0,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 1 1

p.m.

p.m.

0,—

1 1 3
Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Bedragen van de heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop. Hierin zijn ook de heffingen op vervangende C-suiker en C-isoglucose opgenomen.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2670/81 van de Commissie van 14 september 1981 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de productie buiten de quota in de sector suiker (PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

p.m.

0,—

Bulgarije

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0,—

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0,—

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

0,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 1 3

p.m.

p.m.

0,—

1 1 7
Productieheffing

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

124 700 000

124 500 000

124 203 303,03

Toelichting

In het kader van de huidige gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, wordt een productieheffing opgelegd aan ondernemingen die suiker, isoglucose of inulinestroop produceren.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 16.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 51.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671), en met name artikel 128.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

6 600 000

6 600 000

6 601 725,90

Bulgarije

400 000

400 000

401 391,00

Tsjechië

3 400 000

3 400 000

3 287 279,02

Denemarken

3 400 000

3 400 000

3 350 952,60

Duitsland

26 300 000

26 300 000

26 339 173,20

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

1 400 000

1 400 000

1 428 318,00

Spanje

4 700 000

4 700 000

4 728 467,63

Frankrijk

30 900 000

30 900 000

30 933 280,80

Kroatië

1 700 000

1 700 000

0,—

Italië

4 700 000

4 700 000

6 788 003,64

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

800 000

800 000

812 268,00

Luxemburg

0,—

Hongarije

2 100 000

1 900 000

1 870 004,23

Malta

0,—

Nederland

7 200 000

7 200 000

7 243 992,00

Oostenrijk

3 200 000

3 200 000

3 159 246,60

Polen

12 800 000

12 800 000

12 655 238,28

Portugal

100 000

100 000

56 250,00

Roemenië

900 000

900 000

1 076 197,04

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

1 300 000

1 300 000

1 317 300,75

Finland

700 000

700 000

728 991,00

Zweden

2 600 000

2 600 000

2 643 241,19

Verenigd Koninkrijk

9 500 000

9 500 000

8 781 982,15

Totaal van artikel 1 1 7

124 700 000

124 500 000

124 203 303,03

1 1 8
Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Een eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota die aan ondernemingen zijn toegewezen overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 8 en artikel 9, leden 2 en 3.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

p.m.

0,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0,—

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

0,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0,—

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

p.m.

0,—

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0,—

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0,—

Malta

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

0,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0,—

Polen

p.m.

p.m.

0,—

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0,—

Finland

p.m.

p.m.

0,—

Zweden

p.m.

p.m.

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0,—

Totaal van artikel 1 1 8

p.m.

p.m.

0,—

1 1 9
Overschotheffing

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

84 166 097,02

Toelichting

Er wordt een door de lidstaten aan te rekenen heffing opgelegd aan op hun grondgebied gevestigde ondernemingen overeenkomstig artikel 142 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 15.

Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 64.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

p.m.

2 295 181,67

Bulgarije

p.m.

p.m.

0,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

4 265 113,29

Denemarken

p.m.

p.m.

1 769 323,22

Duitsland

p.m.

p.m.

21 736 798,74

Estland

0,—

Ierland

p.m.

p.m.

0,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0,—

Spanje

p.m.

p.m.

831 594,75

Frankrijk

p.m.

p.m.

9 922 263,00

Kroatië

p.m.

p.m.

0,—

Italië

p.m.

p.m.

843 617,72

Cyprus

0,—

Letland

p.m.

p.m.

0,—

Litouwen

p.m.

p.m.

4 254 302,66

Luxemburg

0,—

Hongarije

p.m.

p.m.

366 790,17

Malta

0,—

Nederland

p.m.

p.m.

6 168 762,72

Oostenrijk

p.m.

p.m.

11 611,13

Polen

p.m.

p.m.

18 357 999,48

Portugal

p.m.

p.m.

0,—

Roemenië

p.m.

p.m.

4 028 324,41

Slovenië

p.m.

p.m.

0,—

Slowakije

p.m.

p.m.

2 238 923,36

Finland

p.m.

p.m.

2 238 923,36

Zweden

p.m.

p.m.

3 174 662,79

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

1 661 904,55

Totaal van artikel 1 1 9

p.m.

p.m.

84 166 097,02

HOOFDSTUK 1 2 —   DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 2 0
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

16 701 200 000

16 174 100 000

15 163 722 761,63

Toelichting

De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

1 502 800 000

1 437 939 613

1 350 606 110,33

Bulgarije

62 900 000

59 648 930

54 328 885,01

Tsjechië

176 200 000

167 448 201

164 102 327,25

Denemarken

325 000 000

310 359 235

288 227 620,29

Duitsland

3 525 500 000

3 401 939 670

3 203 001 836,17

Estland

24 500 000

23 305 176

21 676 016,42

Ierland

237 400 000

235 618 407

210 583 219,37

Griekenland

111 800 000

111 905 910

110 849 783,99

Spanje

1 099 500 000

1 044 215 608

987 521 152,51

Frankrijk

1 488 500 000

1 455 392 829

1 376 311 972,42

Kroatië

36 100 000

35 727 758

11 475 926,50

Italië

1 481 900 000

1 435 270 298

1 412 146 293,09

Cyprus

15 100 000

15 605 228

14 810 016,61

Letland

23 500 000

22 175 850

20 716 634,94

Litouwen

57 600 000

54 720 963

50 272 974,92

Luxemburg

12 300 000

12 114 585

11 302 448,63

Hongarije

89 300 000

89 730 060

88 623 015,27

Malta

9 200 000

9 342 604

8 878 706,93

Nederland

2 054 200 000

1 970 981 343

1 794 176 409,57

Oostenrijk

180 600 000

173 300 162

160 705 160,97

Polen

398 300 000

382 020 084

352 780 715,19

Portugal

131 700 000

125 149 821

113 956 093,58

Roemenië

111 100 000

106 464 614

100 239 317,88

Slovenië

62 600 000

60 264 926

57 511 930,36

Slowakije

96 900 000

89 627 394

82 383 606,82

Finland

124 300 000

121 556 512

124 613 419,83

Zweden

478 700 000

459 635 560

443 540 584,50

Verenigd Koninkrijk

2 783 700 000

2 762 638 659

2 548 380 582,28

Totaal van artikel 1 2 0

16 701 200 000

16 174 100 000

15 163 722 761,63

HOOFDSTUK 1 3 —   EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 3 0
Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

18 264 479 250

17 689 735 350

14 542 019 378,60

Toelichting

Het toegepaste, voor alle lidstaten geldende uniforme percentage op de btw-grondslag die op uniforme wijze is vastgesteld volgens de voorschriften van de Unie, bedraagt 0,30 %. De hiertoe in aanmerking te nemen grondslag mag niet meer bedragen dan 50 % van het bni van elke lidstaat.

Het btw-afroepingspercentage wordt — uitsluitend voor de periode 2007-2013 — voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder b) en lid 4.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

516 122 100

499 622 100

489 384 900,00

Bulgarije

60 381 000

57 927 300

58 248 300,02

Tsjechië

185 464 500

178 991 400

189 687 885,01

Denemarken

313 793 400

285 388 800

297 569 416,65

Duitsland

3 861 961 500

3 725 690 100

1 797 675 750,00

Estland

27 668 100

26 144 100

25 017 000,00

Ierland

198 097 800

196 628 400

194 340 000,00

Griekenland

215 301 600

212 793 600

199 643 100,00

Spanje

1 460 361 900

1 427 048 700

1 354 325 100,00

Frankrijk

2 982 951 300

2 919 401 100

2 836 607 100,00

Kroatië

64 554 900

63 347 850

32 137 898,87

Italië

1 847 532 600

1 812 851 100

1 929 954 300,00

Cyprus

23 745 000

23 013 300

23 936 850,00

Letland

28 466 700

26 570 100

23 337 734,58

Litouwen

44 028 000

41 524 800

39 907 500,03

Luxemburg

49 988 400

48 755 700

49 310 850,00

Hongarije

121 008 900

120 509 400

116 400 060,05

Malta

11 082 900

10 564 650

9 823 050,00

Nederland

839 144 700

823 095 900

259 068 800,00

Oostenrijk

463 060 800

449 919 300

325 186 200,00

Polen

545 447 100

525 251 100

550 918 399,89

Portugal

232 576 800

230 141 400

230 820 900,00

Roemenië

169 136 100

158 521 800

152 213 616,54

Slovenië

53 578 950

52 845 450

51 960 900,00

Slowakije

71 468 700

69 001 800

75 870 000,00

Finland

283 834 800

278 532 000

283 354 200,00

Zweden

582 110 100

566 793 000

189 574 719,61

Verenigd Koninkrijk

3 011 610 600

2 858 861 100

2 755 744 847,35

Totaal van artikel 1 3 0

18 264 479 250

17 689 735 350

14 542 019 378,60

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

104 548 163 756

94 613 600 163

110 032 395 624,40

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7481 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

3 031 462 322

2 752 569 449

3 269 456 218,00

Bulgarije

310 403 164

280 112 820

335 554 542,07

Tsjechië

1 051 135 964

952 134 378

1 172 523 487,29

Denemarken

2 051 287 280

1 861 020 966

2 160 348 389,96

Duitsland

22 484 312 586

20 336 920 973

23 193 444 042,00

Estland

148 672 618

130 457 204

145 129 074,00

Ierland

1 115 407 456

1 005 662 600

1 129 478 837,00

Griekenland

1 380 358 106

1 261 209 951

1 536 393 391,00

Spanje

7 882 267 051

7 210 679 301

8 713 469 013,00

Frankrijk

16 490 224 287

15 014 013 074

17 697 582 270,00

Kroatië

321 952 941

296 134 052

180 489 088,74

Italië

12 089 671 606

11 053 651 104

13 151 631 037,00

Cyprus

118 422 809

107 580 948

134 558 595,00

Letland

196 656 672

172 605 499

197 354 560,69

Litouwen

278 313 800

244 897 383

279 846 193,30

Luxemburg

249 305 822

227 919 701

277 195 984,00

Hongarije

743 514 950

686 854 241

788 800 676,33

Malta

55 273 453

49 386 879

55 219 288,00

Nederland

4 790 400 119

4 382 027 230

5 151 354 871,00

Oostenrijk

2 494 163 899

2 256 035 360

2 684 283 716,00

Polen

3 064 992 510

2 757 003 897

3 156 196 753,97

Portugal

1 264 898 485

1 160 869 691

1 344 995 702,00

Roemenië

1 150 325 353

1 013 065 268

1 179 354 596,35

Slovenië

267 212 877

247 038 175

292 092 973,00

Slowakije

566 138 080

508 952 508

611 070 009,00

Finland

1 524 131 475

1 390 603 421

1 683 693 730,00

Zweden

3 372 582 851

3 071 321 011

3 646 524 705,97

Verenigd Koninkrijk

16 054 675 220

14 182 873 079

15 864 353 879,73

Totaal van artikel 1 4 0

104 548 163 756

94 613 600 163

110 032 395 624,40

HOOFDSTUK 1 5 —   CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

1 5 0
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

0,—

0,—

165 645 823,06

Toelichting

Het mechanisme ter correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de „Britse correctie”) is ingesteld door de Europese Raad van Fontainebleau (juni 1984) en het daaruit voortvloeiende eigenmiddelenbesluit van 7 mei 1985. Het doel van dit mechanisme was de begrotingsonevenwichtigheid ten nadele van het Verenigd Koninkrijk te compenseren door een vermindering van de door dit land aan de Unie af te dragen middelen.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

269 708 378

274 500 044

230 617 663,00

Bulgarije

27 616 485

27 934 257

23 669 014,00

Tsjechië

93 519 281

94 951 620

82 406 912,84

Denemarken

182 502 472

185 590 353

152 383 079,65

Duitsland

345 125 522

350 335 402

284 710 504,00

Estland

13 227 362

13 009 847

10 236 971,00

Ierland

99 237 498

100 289 723

79 670 059,00

Griekenland

122 810 085

125 774 188

108 372 594,00

Spanje

701 283 156

719 085 138

614 622 042,00

Frankrijk

1 467 130 770

1 497 272 756

1 248 334 520,00

Kroatië

28 644 066

29 531 974

12 729 377,24

Italië

1 075 614 795

1 102 325 579

927 676 717,00

Cyprus

10 536 045

10 728 512

9 491 361,00

Letland

17 496 491

17 213 087

13 920 358,73

Litouwen

24 761 503

24 422 396

19 739 513,01

Luxemburg

22 180 671

22 729 297

19 552 576,00

Hongarije

66 150 323

68 496 553

55 613 545,54

Malta

4 917 664

4 925 108

3 895 003,00

Nederland

73 530 793

75 487 301

63 235 319,00

Oostenrijk

38 284 453

38 863 752

32 950 853,00

Polen

272 691 550

274 942 269

222 605 107,31

Portugal

112 537 674

115 767 753

94 871 974,00

Roemenië

102 344 134

101 027 954

83 240 635,43

Slovenië

23 773 857

24 635 887

20 603 365,00

Slowakije

50 369 151

50 755 299

43 103 051,00

Finland

135 601 563

138 677 954

118 762 720,00

Zweden

51 767 845

52 908 328

44 700 654,55

Verenigd Koninkrijk

–5 433 363 587

–5 542 182 331

–4 456 069 667,24

Totaal van artikel 1 5 0

0

0

165 645 823,06

HOOFDSTUK 1 6 —   AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

1 6 0
Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

–5 805 808,82

Toelichting

Uitsluitend voor de periode 2007-2013 komen Nederland en Zweden in aanmerking voor een brutovermindering van hun jaarlijkse bni-bijdrage ten belope van respectievelijk 605 000 000 EUR en 150 000 000 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2004. Deze bedragen worden in actuele prijzen omgerekend.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), en met name artikel 10, lid 9.

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 5.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

p.m.

25 535 591,00

Bulgarije

p.m.

p.m.

2 620 798,00

Tsjechië

p.m.

p.m.

9 194 556,59

Denemarken

p.m.

p.m.

16 873 421,44

Duitsland

p.m.

p.m.

181 148 872,00

Estland

p.m.

p.m.

1 133 509,00

Ierland

p.m.

p.m.

8 821 623,00

Griekenland

p.m.

p.m.

11 999 767,00

Spanje

p.m.

p.m.

68 055 226,00

Frankrijk

p.m.

p.m.

138 224 279,00

Kroatië

p.m.

p.m.

1 410 810,26

Italië

p.m.

p.m.

102 718 817,00

Cyprus

p.m.

p.m.

1 050 949,00

Letland

p.m.

p.m.

1 541 904,61

Litouwen

p.m.

p.m.

2 185 696,00

Luxemburg

p.m.

p.m.

2 164 997,00

Hongarije

p.m.

p.m.

6 165 547,35

Malta

p.m.

p.m.

431 282,00

Nederland

p.m.

p.m.

– 653 364 512,00

Oostenrijk

p.m.

p.m.

20 965 190,00

Polen

p.m.

p.m.

24 644 758,22

Portugal

p.m.

p.m.

10 504 885,00

Roemenië

p.m.

p.m.

9 227 071,88

Slovenië

p.m.

p.m.

2 281 348,00

Slowakije

p.m.

p.m.

4 772 669,00

Finland

p.m.

p.m.

13 150 234,00

Zweden

p.m.

p.m.

– 142 913 714,45

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

123 648 615,28

Totaal van artikel 1 6 0

p.m.

p.m.

–5 805 808,82

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

1 005 406 925

1 023 276 525,93

 

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

p.m.

p.m.

30 335 185,93

 

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

p.m.

1 005 406 925

1 053 611 711,86

 

HOOFDSTUK 3 1

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

–80 683 434

– 522 295 950,96

 

 

Artikel 3 1 0 — Totaal

p.m.

–80 683 434

– 522 295 950,96

 

 

HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

p.m.

–80 683 434

– 522 295 950,96

 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

4 176 146 434

162 212 525,29

 

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

p.m.

4 176 146 434

162 212 525,29

 

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

p.m.

4 176 146 434

162 212 525,29

 

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

p.m.

p.m.

–83 117,97

 

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

–83 117,97

 

HOOFDSTUK 3 5

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

0,—

4 237 575,39

 

 

Artikel 3 5 0 — Totaal

p.m.

0,—

4 237 575,39

 

 

HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

p.m.

0,—

4 237 575,39

 

HOOFDSTUK 3 6

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 3 6 0 — Totaal

p.m.

0,—

0,—

 

 

HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

p.m.

0,—

0,—

 

 

Titel 3 — Totaal

p.m.

5 100 869 925

697 682 743,61

 

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

HOOFDSTUK 3 1 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

HOOFDSTUK 3 2 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

HOOFDSTUK 3 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

HOOFDSTUK 3 5 —

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

HOOFDSTUK 3 6 —

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

HOOFDSTUK 3 0 —   OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0
Overschot van het vorige begrotingsjaar

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

1 005 406 925

1 023 276 525,93

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 18.

3 0 2
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

30 335 185,93

Toelichting

Dit artikel dient ter opname, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009, van de eventuele overschotten in het Garantiefonds voor extern optreden die uitgaan boven het streefbedrag van het fonds, wanneer eenmaal dit streefbedrag is bereikt.

De inkomsten onder 2013 houden verband met de toetreding van Kroatië tot de Unie, niet met overschotten in het Garantiefonds.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 7, lid 2.

HOOFDSTUK 3 1 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 1 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

–80 683 434

– 522 295 950,96

Toelichting

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.

Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

9 024 000

–12 458 243,04

Bulgarije

p.m.

0

1 722 213,04

Tsjechië

p.m.

5 266 000

10 144 574,21

Denemarken

p.m.

–7 945 000

–7 169 324,83

Duitsland

p.m.

–27 014 000

6 417 040,13

Estland

p.m.

– 459 000

–89 109,48

Ierland

p.m.

6 536 000

7 881 932,84

Griekenland

p.m.

73 206 000

4 577 285,49

Spanje

p.m.

–45 030 000

–62 257 349,78

Frankrijk

p.m.

36 978 000

503 512,66

Kroatië

p.m.

– 214 000

0,—

Italië

p.m.

–52 778 434

– 197 786 674,07

Cyprus

p.m.

0

234 750,00

Letland

p.m.

5 480 000

3 161 297,61

Litouwen

p.m.

–1 225 000

3 481 503,19

Luxemburg

p.m.

–10 259 000

–6 403 200,00

Hongarije

p.m.

1 932 000

–7 202 006,86

Malta

p.m.

0

1 379 550,00

Nederland

p.m.

–4 505 000

1 088 789,16

Oostenrijk

p.m.

3 073 000

8 645 702,52

Polen

p.m.

–75 926 000

–49 476 495,63

Portugal

p.m.

12 195 000

–5 193 463,49

Roemenië

p.m.

2 163 000

1 621 647,83

Slovenië

p.m.

0

256 584,23

Slowakije

p.m.

34 000

–7 979 411,93

Finland

p.m.

–8 009 000

1 987 311,47

Zweden

p.m.

–3 206 000

9 060 425,23

Verenigd Koninkrijk

p.m.

0

– 228 444 791,46

Totaal van post 3 1 0 3

p.m.

–80 683 434

– 522 295 950,96

HOOFDSTUK 3 2 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 2 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

4 176 146 434

162 212 525,29

Toelichting

Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kan boeken.

Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

109 853 000

–71 448 672,81

Bulgarije

p.m.

0

487 404,28

Tsjechië

p.m.

73 255 000

–20 167 772,06

Denemarken

p.m.

– 117 740 000

–7 319 713,70

Duitsland

p.m.

1 386 017 000

655 046 813,96

Estland

p.m.

7 770 000

8 869 725,49

Ierland

p.m.

105 640 000

104 719 680,37

Griekenland

p.m.

148 776 000

–55 743 196,80

Spanje

p.m.

634 182 000

– 297 786 532,46

Frankrijk

p.m.

0

–12 170 248,48

Kroatië

p.m.

–1 205 000

0,—

Italië

p.m.

381 068 434

– 147 862 799,63

Cyprus

p.m.

0

1 009 407,31

Letland

p.m.

19 093 000

8 790 229,73

Litouwen

p.m.

8 741 000

4 337 553,12

Luxemburg

p.m.

–56 671 000

–30 764 327,53

Hongarije

p.m.

37 850 000

–37 647 611,19

Malta

p.m.

0

6 758 604,45

Nederland

p.m.

1 107 927 000

–76 851 515,33

Oostenrijk

p.m.

–60 167 000

–45 181 114,99

Polen

p.m.

49 123 000

–73 016 227,92

Portugal

p.m.

109 407 000

2 448 897,61

Roemenië

p.m.

72 917 000

–57 334 051,33

Slovenië

p.m.

0

1 240 415,8

Slowakije

p.m.

–6 697 000

–12 408 432,93

Finland

p.m.

–26 310 000

–69 206 795,82

Zweden

p.m.

193 317 000

17 792 350,12

Verenigd Koninkrijk

p.m.

0

365 620 456,02

Totaal van post 3 2 0 3

p.m.

4 176 146 434

162 212 525,29

HOOFDSTUK 3 4 —   AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

3 4 0
Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

–83 117,97

Toelichting

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken en artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dragen deze lidstaten geen andere financiële gevolgen van sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht dan de ermee gepaard gaande administratieve kosten. Zij kunnen bijgevolg een aanpassing verkrijgen van de betaalde eigen middelen voor elk jaar waarin zij niet deelnemen.

Hoeveel elke lidstaat aan het aanpassingsmechanisme bijdraagt, wordt berekend door op de begrotingsuitgaven waartoe de maatregelen aanleiding geven de verdeelsleutel toe te passen van het bni-aggregaat en zijn componenten van het voorgaande jaar, meegedeeld door de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar overeenkomstig artikel 10 bis van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1150/2000 op de in artikel 9, lid 1, van die verordening bedoelde rekening kan boeken.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10 bis.

Protocol betreffende de positie van Denemarken gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 3, en Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 5.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

p.m.

1 734 464,81

Bulgarije

p.m.

p.m.

178 324,39

Tsjechië

p.m.

p.m.

599 168,23

Denemarken

p.m.

p.m.

–3 915 012,19

Duitsland

p.m.

p.m.

12 563 438,84

Estland

p.m.

p.m.

76 317,48

Ierland

p.m.

p.m.

–2 994 073,71

Griekenland

p.m.

p.m.

896 007,92

Spanje

p.m.

p.m.

4 680 207,35

Frankrijk

p.m.

p.m.

9 512 879,41

Kroatië

p.m.

p.m.

0,—

Italië

p.m.

p.m.

7 164 110,40

Cyprus

p.m.

p.m.

78 830,11

Letland

p.m.

p.m.

101 478,23

Litouwen

p.m.

p.m.

146 723,39

Luxemburg

p.m.

p.m.

134 572,61

Hongarije

p.m.

p.m.

407 869,73

Malta

p.m.

p.m.

29 516,42

Nederland

p.m.

p.m.

2 781 128,9

Oostenrijk

p.m.

p.m.

1 404 073,25

Polen

p.m.

p.m.

1 670 745,22

Portugal

p.m.

p.m.

741 582,83

Roemenië

p.m.

p.m.

604 254,17

Slovenië

p.m.

p.m.

160 748,07

Slowakije

p.m.

p.m.

319 452,91

Finland

p.m.

p.m.

884 954,22

Zweden

p.m.

p.m.

1 869 673,16

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

–41 914 554,12

Totaal van artikel 3 4 0

p.m.

p.m.

–83 117,97

HOOFDSTUK 3 5 —   RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 5 0
Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4
Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

0,—

4 237 575,39

Toelichting

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk.

De cijfers voor 2013 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2009.

De cijfers voor 2014 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2010.

Rechtsgronden

Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), met name de artikelen 4 en 5.

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

4 520 547

–1 560 520,00

Bulgarije

p.m.

562 835

347 361,00

Tsjechië

p.m.

2 556 272

590 509,44

Denemarken

p.m.

3 345 263

–2 767 464,85

Duitsland

p.m.

10 941 079

–5 926 083,00

Estland

p.m.

334 638

– 102 455,00

Ierland

p.m.

5 207 662

–1 276 162,00

Griekenland

p.m.

452 777

–11 973 529,00

Spanje

p.m.

5 161 577

–19 472 383,00

Frankrijk

p.m.

36 713 295

–44 165 819,00

Kroatië

0,—

Italië

p.m.

25 185 874

–25 357 823,00

Cyprus

p.m.

919 896

– 337 011,00

Letland

p.m.

377 190

85 890,94

Litouwen

p.m.

527 852

– 214 388,00

Luxemburg

p.m.

– 467 949

– 694 287,00

Hongarije

p.m.

925 341

–2 305 660,71

Malta

p.m.

320 963

7 989,00

Nederland

p.m.

1 088 457

–2 758 821,00

Oostenrijk

p.m.

439 387

– 712 461,00

Polen

p.m.

4 287 709

–2 893 204,95

Portugal

p.m.

2 496 000

– 244 526,00

Roemenië

p.m.

– 392 307

22 554,13

Slovenië

p.m.

896 466

– 485 496,00

Slowakije

p.m.

913 354

–1 338 212,00

Finland

p.m.

822 308

–1 122 623,00

Zweden

p.m.

867 048

2 282 300,53

Verenigd Koninkrijk

p.m.

– 109 003 534

126 609 899,86

Totaal van post 3 5 0 4

p.m.

0

4 237 575,39

HOOFDSTUK 3 6 —   RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 6 0
Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4
Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd om het verschil tussen de vorige in de begroting opgenomen en de meest recente tussentijdse bijstelling van de Britse correctie te boeken voordat de definitieve berekeningen plaatsvinden.

De cijfers voor 2014 zijn het resultaat van de tussentijdse berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2011.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

Lidstaat

Begroting 2015

Begroting 2014

Uitvoering 2013

België

p.m.

8 101 453

0,—

Bulgarije

p.m.

1 375 381

0,—

Tsjechië

p.m.

5 056 538

0,—

Denemarken

p.m.

7 280 734

0,—

Duitsland

p.m.

18 309 269

0,—

Estland

p.m.

885 630

0,—

Ierland

p.m.

8 409 370

0,—

Griekenland

p.m.

3 438 553

0,—

Spanje

p.m.

21 543 140

0,—

Frankrijk

p.m.

58 179 865

0,—

Kroatië

p.m.

0,—

Italië

p.m.

37 543 615

0,—

Cyprus

p.m.

479 335

0,—

Letland

p.m.

1 333 866

0,—

Litouwen

p.m.

1 324 873

0,—

Luxemburg

p.m.

–29 470

0,—

Hongarije

p.m.

4 872 613

0,—

Malta

p.m.

438 532

0,—

Nederland

p.m.

2 529 744

0,—

Oostenrijk

p.m.

1 155 028

0,—

Polen

p.m.

17 881 528

0,—

Portugal

p.m.

5 178 017

0,—

Roemenië

p.m.

305 779

0,—

Slovenië

p.m.

1 156 634

0,—

Slowakije

p.m.

1 786 552

0,—

Finland

p.m.

1 891 154

0,—

Zweden

p.m.

2 983 045

0,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

– 213 410 778

0,—

Totaal van post 3 6 0 4

p.m.

0

0,—

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

677 271 687

654 290 626

620 108 853,76

91,56

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

22 850,10

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

76 200 621

68 333 233

409 187,70

0,54

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

753 472 308

722 623 859

620 540 891,56

82,36

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

421 735 470

435 628 040

445 524 833,32

105,64

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

103 896 621

92 862 947

104 883 767,68

100,95

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

110 000

110 000

76 835,82

69,85

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

525 742 091

528 600 987

550 485 436,82

104,71

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

21 738 484

23 774 384

28 239 167,47

129,90

4 2 1

Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

10 379,—

 

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

21 738 484

23 774 384

28 249 546,47

129,95

 

Titel 4 — Totaal

1 300 952 883

1 274 999 230

1 199 275 874,85

92,18

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

677 271 687

654 290 626

620 108 853,76

Toelichting

Deze ontvangsten omvatten alle belastingen op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van eender welke aard, met uitzondering van gezins- en kinderbijslagen, betaald aan de leden van de Commissie, de ambtenaren, de andere personeelsleden, de personen die de ontslagvergoeding ontvangen vermeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven, en de gepensioneerden.

Europees Parlement

 

69 674 060

Raad

 

22 576 000

Commissie:

 

448 080 407

— Administratie

(364 483 000)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(15 098 064)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(16 799 500)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 091 000)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(610 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(2 417 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(843 000)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(1 116 000)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(3 245 000)

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(275 694)

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(695 555)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(57 401)

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(68 051)

 

— GO Clean Gemeenschappelijke Onderneming (CSJU)

(169 949)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(256 138)

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC)

(128 480)

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

(1 159 729)

 

— GO ECSEL (Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap, ex-Artemis & Eniac)

(165 561)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(255 981)

 

— (Frontex)

(834 804)

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(240 378)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(1 980 354)

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(932 674)

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust)

(731 692)

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 223 078)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(604 191)

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(3 260 979)

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(1 130 686)

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(277 186)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(1 340 945)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(616 327)

 

— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (Galileo)

(836 992)

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(141 555)

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(142 755)

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(546 511)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy

(2 119 898)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(949 944)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

(4 302 569)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(546 070)

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(241 746)

 

— Europese Politieacademie (Cepol)

(176 864)

 

— Europese Politiedienst (Europol)

(2 392 721)

 

— Europese GO (SHIFT2RAIL)

(38 268)

 

— Europees Spoorwegbureau (ESB)

(796 815)

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(1 001 865)

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(820 428)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(870 655)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(472 634)

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI)

(408 781)

 

— GO brandstofcellen en waterstof Gemeenschappelijke Onderneming (FCH)

(114 803)

 

— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(272 197)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen Gemeenschappelijke Onderneming (IMI)

(260 995)

 

— GO voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem Gemeenschappelijke Onderneming (Sesar)

(214 697)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM)

(4 176 047)

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(1 088 171)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 038 029)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

23 694 000

Rekenkamer

 

10 838 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

4 633 256

Comité van de Regio's

 

3 345 273

Europese Ombudsman

 

633 691

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

497 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

22 070 000

Europese Investeringsbank

 

43 730 000

Europese Centrale Bank

 

24 000 000

Europees Investeringsfonds

 

3 500 000

 

Totaal

677 271 687

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

22 850,10

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Op dit begrotingsonderdeel zullen daarom ontvangsten worden opgevoerd die voortkomen uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage op de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie:

 

p.m.

— Administratie

(p.m.)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(p.m.)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(p.m.)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(p.m.)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(p.m.)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(p.m.)

 

— Eurojust

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(p.m.)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(p.m.)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(p.m.)

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(p.m.)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(p.m.)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(p.m.)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(p.m.)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM)

(p.m.)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(p.m.)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

76 200 621

68 333 233

409 187,70

Toelichting

Onder dit artikel zal de opbrengst worden opgevoerd van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

Europees Parlement

 

9 412 163

Raad

 

3 170 000

Commissie:

 

53 683 717

— Administratie

(32 782 000)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(5 253 613)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(4 860 947)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(632 000)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(125 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(440 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(153 000)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(245 000)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(677 000)

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(64 326)

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(61 453)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(15 761)

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(17 253)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(38 366)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(56 274)

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC)

(24 603)

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

(194 848)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel, ex-Artemis & Eniac)

(34 389)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(54 155)

 

— Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

(246 491)

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(49 782)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(1 020 629)

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(146 448)

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust)

(115 137)

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(31 541)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(130 730)

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(625 929)

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(187 698)

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(72 017)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(296 586)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(125 743)

 

— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (Galileo)

(191 249)

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(37 271)

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(39 526)

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(134 012)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy

(377 522)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(263 360)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

(656 495)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

(140 047)

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(53 996)

 

— Europese Politieacademie (Cepol)

(28 458)

 

— Europese Politiedienst (Europol)

(596 628)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese Spoorwegen (SHIFT2RAIL)

(10 507)

 

— Europees Spoorwegbureau (ESB)

(170 416)

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(201 052)

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(159 226)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(171 430)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(106 570)

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI)

(67 655)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(31 521)

 

— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(55 377)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(54 893)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar)

(49 852)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM)

(882 862)

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(192 966)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(232 107)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

4 513 000

Rekenkamer

 

1 750 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

851 410

Comité van de Regio's

 

596 477

Europese Ombudsman

 

51 854

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

81 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

2 091 000

 

Totaal

76 200 621

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

421 735 470

435 628 040

445 524 833,32

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

Europees Parlement

 

60 237 843

Raad

 

31 357 000

Commissie:

 

282 537 089

— Administratie

(176 307 000)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(15 073 762)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(14 876 941)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 192 000)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(868 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(4 694 000)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(1 446 000)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(2 389 000)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(4 276 000)

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(419 542)

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(836 541)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(79 157)

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(118 379)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(190 932)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(332 948)

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC)

(253 345)

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

(2 226 086)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming ECSEL (Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap, ex-Artemis & Eniac)

(200 496)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(198 096)

 

— Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

(972 274)

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(240 378)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(5 733 937)

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(813 407)

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust)

(1 201 280)

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 923 166)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(827 539)

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(3 856 178)

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(1 226 824)

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(402 846)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(2 056 527)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(744 641)

 

— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (Galileo)

(1 174 732)

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(259 810)

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(270 924)

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(863 932)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy

(2 736 437)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(1 585 823)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

(4 426 688)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(756 794)

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(365 594)

 

— Europese Politieacademie (Cepol)

(216 370)

 

— Europese Politiedienst (Europol)

(3 569 878)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese Spoorwegen (SHIFT2RAIL)

(52 771)

 

— Europees Spoorwegbureau (ESB)

(1 017 949)

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(1 918 261)

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(967 598)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(990 832)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(670 090)

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI)

(812 007)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(158 314)

 

— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(515 670)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(290 183)

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar)

(273 703)

 

— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM)

(5 506 480)

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(3 649 644)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 509 383)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

16 649 000

Rekenkamer

 

7 404 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

5 239 542

Comité van de Regio's

 

3 755 729

Europese Ombudsman

 

539 267

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

381 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

13 635 000

 

Totaal

421 735 470

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

103 896 621

92 862 947

104 883 767,68

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de aan de Unie betaalde actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van de pensioenrechten die ambtenaren in een vorige werkkring hebben verworven.

Europees Parlement

 

9 100 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

94 796 621

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

103 896 621

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

110 000

110 000

76 835,82

Toelichting

Ambentaren en andere personeelsleden die verlof om persoonlijke redenen nemen, kunnen pensioenrechten blijven opbouwen mits zij ook de werkgeversbijdrage voor hun rekening nemen.

Europees Parlement

 

10 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

100 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

110 000

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 2 0
Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

21 738 484

23 774 384

28 239 167,47

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

Commissie

 

21 738 484

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 2 1
Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

10 379,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdrage van de leden van het Europees Parlement in de financiering van de pensioenregeling.

Europees Parlement

 

p.m.

Rechtsgronden

Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

60 765,06

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

291 120,45

 

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 443 250,32

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 795 135,83

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

835 048,45

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 630 184,28

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

14 721 446,22

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 306 241,99

 

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

17 027 688,21

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

17 027 688,21

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

453 674

1 752 047

3 157 996,35

696,09

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

10 000 000

10 000 000

6 026 158,93

60,26

5 2 2

Rente op betaalde voorfinanciering

40 000 000

40 000 000

36 260 716,99

90,65

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

16 820 928,89

 

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 453 674

51 752 047

62 265 801,16

123,41

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

37 136 427,16

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 748 710,17

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

42 885 137,33

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

42 678 676,30

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

167 276 700,82

 

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

269 246 720,19

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

479 202 097,31

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

151 318,84

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

979 446,92

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 130 765,76

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

4 000 000

2 000 000

5 613 837,62

140,35

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

4 000 000

2 000 000

5 613 837,62

140,35

 

Titel 5 — Totaal

54 453 674

53 752 047

610 755 511,67

1 121,61

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

60 765,06

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instellingen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van voertuigen die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

291 120,45

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instellingen dan voertuigen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van materieel, installaties, materialen en wetenschappelijke en technische apparaten die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 2
Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 443 250,32

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 1
Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instellingen.

5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

835 048,45

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

14 721 446,22

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

2 306 241,99

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

453 674

1 752 047

3 157 996,35

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere intresten, geïnd op de rekeningen van de instellingen.

Europees Parlement

 

410 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

40 000

Comité van de Regio's

 

3 674

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

453 674

5 2 1
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

10 000 000

10 000 000

6 026 158,93

Toelichting

Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.

Commissie

 

10 000 000

5 2 2
Rente op betaalde voorfinanciering

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

40 000 000

40 000 000

36 260 716,99

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien wordt de rente ofwel hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement ofwel teruggevorderd.

In de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.

Commissie

 

40 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 3, onder d).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

5 2 3
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

16 820 928,89

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma's beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor uniale programma's aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

37 136 427,16

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

5 748 710,17

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

5 7 0
Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

42 678 676,30

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

167 276 700,82

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 4
Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

269 246 720,19

Toelichting

Deze ontvangsten vloeien voort uit een bijdrage van de Commissie aan de EDEO om de ter plaatse beheerde uitgaven te dekken van de personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn, inclusief personeelsleden van de Commissie die met middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden betaald.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder begrotingspost 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in afdeling X „Europese Dienst voor extern optreden”.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

151 318,84

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

979 446,92

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Onder dit artikel wordt tevens de bezoldigingsvergoeding geboekt die de verzekering uitkeert bij ongevallen van ambtenaren.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

4 000 000

2 000 000

5 613 837,62

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

4 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

4 000 000

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 2

European Fusion Development Agreements (EFDAs) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 060 314,18

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

527 209 566,75

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

544 269 880,93

 

6 0 2

Andere programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 988 984,03

 

 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

17 988 984,03

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

260 787 394,39

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

190 949,38

 

6 0 3 3

Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

31 735 855,53

 

 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

292 714 199,30

 

 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

854 973 064,26

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

52 762 018,07

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

52 762 018,07

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

12 256,60

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

424 926 415,45

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

800,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 504 528,88

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

729 933,78

 

 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

433 161 678,11

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

676 018,51

 

 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

676 018,51

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

108 962,67

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

25 362,22

 

 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

134 324,89

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

182 689,33

 

 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

182 689,33

 

 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

486 928 985,51

 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 706 828,74

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 269 646,52

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

225 762,99

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

64 201 319,79

 

 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

81 403 558,04

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

81 403 558,04

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

293 208 636,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1

Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 812 111,20

 

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 322 386,95

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

37 093 666,75

 

 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

43 228 164,90

 

6 3 2

Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

87 861 046,04

 

6 3 3

Bijdragen aan sommige externe steunprogramma's

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 528 537,46

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 3 2

Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

9 528 537,46

 

6 3 4

Bijdragen van trustfonds en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van trustfonds voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

 

 

 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

433 826 384,40

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 0

Financiële correcties voor 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

p.m.

436 120 128,23

 

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

p.m.

 

 

 

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

 

 

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

 

 

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

436 120 128,23

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

520 758 025,39

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

60 000 000

60 000 000

42 606 139,40

71,01

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

60 000 000

60 000 000

563 364 164,79

938,94

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

60 000 000

60 000 000

563 364 164,79

938,94

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

593 564 006,54

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

155 144 099,11

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

80 246 086,87

 

 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

828 954 192,52

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

212 191 255,33

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

212 191 255,33

 

 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 041 145 447,85

 

 

Titel 6 — Totaal

60 000 000

60 000 000

3 897 761 733,08

6 496,27

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

6 0 1
Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1
Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 08 03 50 en 08 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 0 1 2
European Fusion Development Agreements (EFDAs) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

17 060 314,18

Toelichting

Ontvangsten, voortvloeiende uit de multilaterale EFDA tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 0 1 3
Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

527 209 566,75

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (COST), met het doel hen bij onderzoeksprogramma's van de Unie te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50 (werkzaamheden onder contract), 10 02 50 en 10 03 50 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER- activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit 2015/…/EU van de Raad van …, betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L …van…, blz. …).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit … van de Raad van 10 november 2014 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).

Besluit … van de Raad van … 2015 inzake de sluiting van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).

6 0 1 5
Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

6 0 1 6
Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

Referentiebesluiten

Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).

6 0 2
Andere programma's

6 0 2 1
Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

17 988 984,03

Toelichting

Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 0 3
Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

260 787 394,39

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van de Republiek Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen van de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 1).

Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma’s (COM(2013) 218 final), zal naar verwachting worden ondertekend; in dat geval kunnen de onderhandelingen over een Memorandum van overeenstemming teneinde Kosovo te associëren met Horizon 2020 van start gaan.

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij wordt bepaald dat de communautaire programma's zullen worden opengesteld voor de geassocieerde kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

190 949,38

Toelichting

Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 02, 14 02 51, 14 03 02 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

6 0 3 3
Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

31 735 855,53

Toelichting

Deze post is bedoeld om eventuele bijdragen van derden aan activiteiten van de Unie te ontvangen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1
Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3
Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

52 762 018,07

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2013 zullen in 2015 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2015 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 47 700 000 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4
Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

12 256,60

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Commissie

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 1 4
Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3
Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke deelneming in de winst die voortkomt uit subsidies die in het kader van de Europese activiteiten op het gebied van risicodragend kapitaal uit de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital zijn verleend ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4
Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5
Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

424 926 415,45

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn.

6 1 5 1
Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2
Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3
Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

800,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7
Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

7 504 528,88

Toelichting

Op deze post worden voorschotten geboekt die in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) waren betaald en die worden terugbetaald.

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, indien zij nodig zijn om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8
Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

729 933,78

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6
Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, de leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7
Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0
Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

676 018,51

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de posten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8
Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

108 962,67

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of in de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1
Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

25 362,22

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9
Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1
Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

182 689,33

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.03.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0
Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

6 2 2
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1
Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

8 706 828,74

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Voltooiing van vroegere programma's

De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3
Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

8 269 646,52

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.

6 2 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

225 762,99

Toelichting

Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

6 2 2 5
Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten, afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 2 2 6
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

64 201 319,79

Toelichting

Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere diensten van de Commissie.

6 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen hebben het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0
Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

293 208 636,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

De totale geraamde bijdrage is te vinden in de samenvatting die ter informatie wordt gegeven in een bijlage bij de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1
Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 812 111,20

Toelichting

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), met name artikel 12 van die overeenkomst.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Raad

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

6 3 1 2
Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

4 322 386,95

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden geboekt bij de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van die overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).

Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

6 3 1 3
Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

37 093 666,75

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 18 02 51 en 18 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/305/EU van de Raad van 21 maart 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 137 van 25.5.2011, blz. 1).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

6 3 2
Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

87 861 046,04

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008/2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837 final).

6 3 3
Bijdragen aan sommige externe steunprogramma's

6 3 3 0
Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

9 528 537,46

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1
Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2
Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4
Bijdragen van trustfonds en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0
Bijdragen van trustfonds voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie tot maximaal 5 % van de in het trustfonds samengebrachte bedragen mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 187, lid 7.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 259.

6 3 4 1
Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de begroting uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor dezelfde financieringsinstrumenten, onverminderd lid 9 van artikel 140 van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 0
Financiële correcties voor 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

436 120 128,23

Toelichting

Oude post 6 5 0 0

Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden de voorheen vanwege financiële correcties op post 6 5 0 0 geboekte bedragen per programmeringsperiode uitgesplitst onder de artikelen 6 5 1 tot en met 6 5 4.

Post 6 5 0 0 was bestemd voor de boeking van financiële correcties in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (SAPARD) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

De op deze post opgenomen bedragen gaven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 5 1
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds (CF) in verband met de programmeringsperiode voor het jaar 2000.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/1977 van de Raad van 21 december 1977 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 193 van 31.07.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (SAPARD) in verband met de programmeringsperiode 2000-2006.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.08.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.08.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Visserijfonds (EVF) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) in verband met de programmeringsperiode 2007-2013.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) in verband met de programmeringsperiode 2014-2020.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.03.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

520 758 025,39

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 6 0 1
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

60 000 000

60 000 000

42 606 139,40

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

Europees Parlement

 

p.m.

Commissie

 

60 000 000

 

Totaal

60 000 000

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

6 7 0
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

593 564 006,54

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van deze verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1,lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De ontvangsten voor deze post zijn geraamd op 1 198 600 000 EUR, inclusief 330 000 000 EUR overgedragen van 2014 naar 2015 overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met een bedrag van 469 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08, met een bedrag van 54 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 12 en met het resterende bedrag van 675 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

155 144 099,11

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgeschaft.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 165 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 3
Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

80 246 086,87

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk III, deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 405 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

212 191 255,33

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

TITEL 7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

5 000 000

5 000 000

21 269 225,04

425,38

7 0 0 1

Overige intrest voor betalingsachterstand

3 000 000

3 000 000

739 442,82

24,65

 

Artikel 7 0 0 — Totaal

8 000 000

8 000 000

22 008 667,86

275,11

7 0 1

Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

15 000 000

329 000 000

248 687 696,88

1 657,92

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

23 000 000

337 000 000

270 696 364,74

1 176,94

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

100 000 000

3 636 000 000

2 674 688 673,85

2 674,69

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

p.m.

p.m.

0,—

 

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

p.m.

p.m.

27 398 000,—

 

 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

3 636 000 000

2 702 086 673,85

2 702,09

HOOFDSTUK 7 2

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 7 2 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 7 — Totaal

123 000 000

3 973 000 000

2 972 783 038,59

2 416,90

HOOFDSTUK 7 0 —

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

HOOFDSTUK 7 2 —

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0
Intrest voor betalingsachterstand

7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

5 000 000

5 000 000

21 269 225,04

Toelichting

Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

5 000 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

5 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 0 1
Overige intrest voor betalingsachterstand

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 000 000

3 000 000

739 442,82

Toelichting

Op deze post wordt ontvangen intrest voor betalingsachterstand op andere bedragen dan eigen middelen geboekt.

Commissie

 

3 000 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Total

3 000 000

Rechtsgronden

Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

7 0 1
Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

15 000 000

329 000 000

248 687 696,88

Toelichting

Op deze post worden de uitstaande rente op bijzondere rekeningen voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

100 000 000

3 636 000 000

2 674 688 673,85

Toelichting

De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 1
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.

Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde uniale benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.

Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie echter een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), en met name artikel 9.

Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).

7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

27 398 000,—

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.

HOOFDSTUK 7 2 —   RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

7 2 0
Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0
Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

151 000 000

0,—

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

151 000 000

0,—

 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

6 890 000

2 477 000

1 839 600,—

26,70

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

6 890 000

2 477 000

1 839 600,—

26,70

 

Titel 8 — Totaal

6 890 000

153 477 000

1 839 600,—

26,70

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen opgenomen leningen. Het bedrag dat in hoofdsom aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

Besluit van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).

8 0 1
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

8 0 2
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen die opgenomen zijn op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan de lidstaten worden verstrekt, moet binnen de marges vallen waarin de rechtsgrondslag voorziet.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (BP L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0
Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

151 000 000

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal geboekt die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Op deze post kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de bestemmingsontvangsten worden geboekt die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

8 1 3
Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het registreren van de kapitaalaflossingen en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal uit de kredieten in artikels 21 02 51 en 21 03 51 van de staat van ontvangsten van afdeling III „Commissie” onder de concrete actie EU-investeringspartners.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 21 03 51 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7
Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

Besluit 97/472/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 61).

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/731/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 27).

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macro-financiële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.05.2014, blz. 9).

8 2 8
Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Voor de rechtsgrond van de Euratom-leningen aan lidstaten, zie de toelichting bij artikel 8 0 1.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0
Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

6 890 000

2 477 000

1 839 600,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze bijdrage uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

30 201 000

30 200 000

23 983 643,20

79,41

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

30 201 000

30 200 000

23 983 643,20

79,41

 

Titel 9 — Totaal

30 201 000

30 200 000

23 983 643,20

79,41

 

TOTAAL-GENERAAL

141 214 040 563

139 034 233 715

149 503 658 993,56

105,87

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

30 201 000

30 200 000

23 983 643,20

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

Europees Parlement

 

1 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

30 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Rekenkamer

 

200 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

30 201 000

C.   PERSONEEL VOLGENS DE LIJST VAN HET AANTAL AMBTEN

Toegestane ambten

Instellingen

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Europees Parlement

5 591

1 148

5 636

1 150

Europese Raad en Raad

3 036

36

3 065

36

Commissie:

23 970

458

24 343

438

Administratie

18 645

394

18 857

364

Onderzoek en technologische ontwikkeling

3 570

 

3 677

 

Bureau voor publicaties van de Europese Unie

633

 

655

 

Europees Bureau voor fraudebestrijding

315

62

310

71

Europees Bureau voor personeelsselectie

110

2

121

3

Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

179

 

180

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

378

 

400

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

140

 

143

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

1 547

451

1 555

436

Rekenkamer

733

139

743

139

Europees Economisch en Sociaal Comité

678

35

685

35

Comité van de Regio's

478

49

483

49

Europese Ombudsman

47

19

45

22

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

46

 

45

 

Europese Dienst voor extern optreden

1 644

1

1 660

1

Totaal

37 770

2 336

38 260

2 306


Toegestane ambten

Door de Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Gedecentraliseerde organen

120

5 103

128

5 004

Europese gemeenschappelijke ondernemingen

56

245

62

239

Europees Instituut voor innovatie en technologie

 

39

 

39

Uitvoerende agentschappen

 

544

 

491

Totaal

176

5 931

190

5 773

D.   ONROERENDGOEDBEZIT

Instelling

Huurpanden

Onroerendgoedbezit (14)

Kredieten 2015 (15)

Kredieten 2014 (15)

Afdeling I

Europees Parlement

35 372 000

36 072 000

1 095 089 890

Afdeling II

Europese Raad en Raad

2 806 000

1 692 000

325 729 823

Afdeling III

Commissie:

 

 

1 621 367 023,48

 

— Zetels (Brussel en Luxemburg)

247 602 000

248 212 000

1 418 899 875,52

 

— Bureaus in de Unie

12 792 000

12 873 000

34 499 800,42

 

— Voedsel- en Veterinair Bureau

2 385 000

2 385 000

18 975 767,99

 

— delegaties van de Unie (16)

20 838 000

30 915 000

 

— Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (17)

1 325 000

1 293 938

148 991 579,55

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie

7 271 000

7 600 000

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

4 902 000

4 830 000

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

2 825 000

2 765 000

 

— Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

3 583 000

3 542 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

5 602 000

5 520 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

1 458 000

2 450 000

Afdeling IV

Hof van Justitie van de Europese Unie

42 321 500

42 932 000

394 606 958,16

Afdeling V

Rekenkamer

160 000

181 000

86 335 055,11

Afdeling VI

Europees Economisch en Sociaal Comité

13 886 537

13 682 195

117 230 577

Afdeling VII

Comité van de Regio's

10 254 617

10 094 194

75 182 146

Afdeling VIII

Europese Ombudsman

749 000

715 000

Afdeling IX

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

885 000

885 000

Afdeling X

Europese Dienst voor extern optreden

 

 

108 962 217,80 (18)

 

— hoofdzetel (Brussel)

18 372 000

18 182 000

 

 

— delegaties van de Unie

84 055 736 (19)

56 425 000

 

 

Totaal

519 445 390

503 246 327

3 824 503 690,55


Instelling

Plaats

Jaar van verwerving

Nettoboekwaarde (20)

Subtotalen

Totalen

Europees Parlement

Brussel

 

 

687 035 164

 

Grond

 

125 647 743

 

 

Paul-Henri Spaak

1998

46 815 390

 

 

Altiero Spinelli

1998

233 606 359

 

 

Willy Brandt

2007

75 762 157

 

 

József Antall

2008

108 720 670

 

 

Atrium

1999

18 823 395

 

 

Atrium II

2004

6 539 709

 

 

Montoyer 75

2006

18 404 457

 

 

Trier I

2011

11 160 000

 

 

Eastman

2008

14 738 333

 

 

Cathedrale

2005

1 668 078

 

 

Wayenberg (Marie Haps)

2003

5 130 707

 

 

Remard

2010

11 528 167

 

 

Montoyer 70

2012

8 490 000

 

 

Straatsburg (Louise Weiss)

1998

 

199 199 651

 

Straatsburg (Churchill, de Madariaga, Pflimlin)

2006

 

101 618 752

 

Straatsburg (Václav Havel)

2012

 

6 690 000

 

Luxemburg (Konrad Adenauer)

2003

 

36 038 668

 

Luxemburg (KAD Z)

2010

 

1 542 687

 

Jean Monnet House (Bazoches)

1982

 

1 115 044

 

Lissabon

1986

 

361 899

 

Athene

1991

 

3 192 255

 

Kopenhagen

2005

 

3 421 324

 

's-Gravenhage

2006

 

4 358 754

 

Valletta

2006

 

2 038 790

 

Nicosia

2006

 

2 570 113

 

Wenen

2008

 

22 527 320

 

Londen

2008

 

11 307 859

 

Boedapest

2010

 

3 224 910

 

Sofia

2013

 

8 846 700

Europese Raad en Raad

Brussel

 

 

325 729 823

 

Grond

 

67 525 000

 

 

Justus Lipsius

1995

105 420 994

 

 

Crèche

2006

9 956 429

 

 

Lex

2007

142 827 400

 

Commissie

Brussel

 

 

1 335 226 478,85

 

Overijse

1997

1 347 406,47

 

 

Loi 130

1987

51 649 644,00

 

 

Breydel

1989

9 144 188,06

 

 

Haren

1993

5 964 315,03

 

 

Clovis

1995

8 686 354,92

 

 

Sint-Michielswarande 1

1997

16 056 061,08

 

 

Belliard 232 (21)

1997

17 747 454,31

 

 

Demot 24 (21)

1997

28 127 844,61

 

 

Breydel II

1997

33 162 003,12

 

 

Beaulieu 29/31/33

1998

31 515 319,83

 

 

Charlemagne

1997

100 301 165,01

 

 

Demot 28 (21)

1999

22 436 381,31

 

 

Jozef II 99 (21)

1998

15 941 850,85

 

 

Loi 86

1998

29 475 179,99

 

 

Luxemburg 46 (22)

1999

33 319 860,29

 

 

Montoyer 59 (21)

1998

16 446 776,61

 

 

Froissart 101 (21)

2000

17 571 297,77

 

 

VM 18 (21)

2000

15 876 641,32

 

 

Jozef II 70 (21)

2000

36 157 175,77

 

 

Loi 41 (21)

2000

58 773 890,51

 

 

SC 11 (21)

2000

18 745 254,22

 

 

Jozef II 30 (23)

2000

30 968 253,23

 

 

Jozef II 54 (21)

2001

37 706 551,28

 

 

Jozef II 79 (21)

2002

36 114 099,17

 

 

VM 2 (21)

2001

35 750 430,96

 

 

Palmerston

2002

6 388 321,37

 

 

SPA 3 (21)

2003

25 734 685,00

 

 

Berlaymont (21)

2004

365 104 390,35

 

 

CCAB (21)

2005

41 793 842,70

 

 

BU-25

2006

47 052 211,78

 

 

Cornet-Leman

2006

19 554 008,89

 

 

Madou

2006

106 390 775,74

 

 

WALI

2009

14 222 843,30

 

 

Luxemburg

 

 

83 673 396,67

 

Euroforum (21)

2004

76 631 730,00

 

 

Foyer européen

2009

7 041 666,67

 

 

Bureaus in de Unie

 

 

34 499 800,42

 

Lissabon

1986

 

 

 

1993

252 948,42

 

 

Marseille

1991

39 312,30

 

 

 

1993

13 132,50

 

 

Milaan

1986

 

 

Kopenhagen

2005

3 410 162,74

 

 

Valletta

2007

2 112 152,12

 

 

Nicosia (Byron)

2006

2 570 113,33

 

 

's-Gravenhage

2006

4 299 753,22

 

 

Londen

2010

16 961 952,09

 

 

Boedapest

2010

4 840 273,70

 

 

Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

 

 

148 991 579,55

 

Ispra

 

89 458 835,96

 

 

Geel

 

25 091 084,39

 

 

Karlsruhe

 

24 182 259,34

 

 

Petten

 

10 259 399,86

 

 

Voedsel- en Veterinair Bureau

 

 

18 975 767,99

 

Grange (Ierland) (24)

2002

18 975 767,99

 

 

Totaal Commissie

 

 

1 621 367 023,48

Hof van Justitie van de Europese Unie

Luxemburg

 

 

394 606 958,16

 

(Annexe „A” — Erasmus, Annexe „B” — Thomas More en Annexe „C”

1994

19 969 582,81

 

 

Complex van het nieuwe Paleis (het gerenoveerde oude Paleis, de Anneau, de twee Torens en de Galerij)

2008

374 637 375,85

 

Rekenkamer

Luxemburg

 

 

86 335 055,11

 

Grond

1990

776 631,00

 

 

Luxemburg (K1)

1990

7 579 122,27

 

 

Luxemburg (K2)

2004

16 200 108,82

 

 

Luxemburg (K3)

2009

61 779 193,02

 

Europees Economisch en Sociaal Comité (21)

Brussel

 

 

117 230 577

 

Montoyer 92-102

2001

28 419 632

 

 

Belliard 99-101

2001

69 021 931

 

 

Belliard 68-72

2004

8 220 164

 

 

Trier 74

2005

7 312 416

 

 

Belliard 93

2005

4 256 435

 

Comité van de Regio's (21)

Brussel

 

 

75 182 146

 

Montoyer

2001

13 961 443

 

 

Belliard 101-103

2001

33 893 257

 

 

Belliard 68

2004

12 192 398

 

 

Trier 74

2004

10 905 425

 

 

Belliard 93

2005

4 229 623

 

Europese Dienst voor extern optreden

Delegaties van de Unie

 

 

108 962 217,80 (25)

 

Buenos Aires (Argentinië)

1992

408 040,28

 

 

Canberra (Australië)

1983

0

 

 

 

1990

101 858,32

 

 

Cotonou (Benin)

1992

147 395,85

 

 

Gaborone (Botswana)

1982

50 866,95

 

 

 

1985

14 594,35

 

 

 

1986

5 912,85

 

 

 

1987

12 572,25

 

 

Brasilia (Brazilië)

1994

281 592,03

 

 

Ouagadougou (Burkina Faso)

1984

19 248,47

 

 

 

1997

848 150,44

 

 

Bujumbura (Burundi)

1982

36 584,40

 

 

 

1986

111 426,72

 

 

Phnom Pen (Cambodja)

2005

517 917,28

 

 

Ottawa (Canada)

1977

64 132,79

 

 

Praia (Kaapverdië)

1981

14 091,34

 

 

Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek)

1983

65 707,89

 

 

Ndjamena (Tsjaad)

1991

16 260,13

 

 

 

2009

361 840,50

 

 

Peking (China)

1995

2 351 074,80

 

 

Moroni (Comoren)

1988

18 232,81

 

 

Brazzaville (Congo)

1994

114 202,81

 

 

San José (Costa Rica)

1995

180 192,15

 

 

Abidjan (Ivoorkust)

1993

136 777,83

 

 

 

1994

178 054,31

 

 

Malabo (Equatoriaal-Guinea)

1986

0

 

 

Parijs (Frankrijk)

1990

1 541 851,40

 

 

 

1991

25 561,89

 

 

Libreville (Gabon)

1996

235 528,17

 

 

Banjul (Gambia)

1989

22 778,48

 

 

Bissau (Guinee-Bissau)

1995

236 195,20

 

 

Tokio (Japan)

2006

80 599 919

 

 

Nairobi (Kenia)

2005

573 001,65

 

 

Maseru (Lesotho)

1985

30 467,06

 

 

 

1990

51 676,89

 

 

 

1991

200 756,79

 

 

 

2006

192 015,79

 

 

Lilongwe (Malawi)

1982

42 053,03

 

 

 

1988

12 969,50

 

 

Mexico-stad (Mexico)

1995

1 271 172,90

 

 

Rabat (Marokko)

1987

62 541,23

 

 

Maputo (Mozambique)

2008

3 617 491,38

 

 

Windhoek (Namibië)

1992

144 452,37

 

 

 

1993

76 788,34

 

 

 

2009

1 281 700

 

 

Niamey (Niger)

1997

84 009,62

 

 

Abuja (Nigeria)

1992

289 315,14

 

 

 

2005

3 347 841,36

 

 

 

2012

3 571 779,16

 

 

Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea)

1982

48 274,53

 

 

Kigali (Rwanda)

1980

112 548,18

 

 

 

1982

71 627,45

 

 

Dakar (Senegal)

1984

0

 

 

Honiara (Salomonseilanden)

1990

19 761,68

 

 

Pretoria (Zuid-Afrika)

1994

436 600,70

 

 

 

1996

470 159,85

 

 

Mbabane (Swaziland)

1987

26 994,00

 

 

 

1988

13 497,00

 

 

Dar es Salaam (Tanzania)

2002

2 540 679,65

 

 

Kampala (Uganda)

1986

58 646,36

 

 

Montevideo (Uruguay)

1990

0

 

 

New York (Verenigde Staten van Amerika)

1987

253 001,13

 

 

Washington (Verenigde Staten van Amerika)

1997

1 033 394,42

 

 

Lusaka (Zambia)

1982

43 366,60

 

 

Harare (Zimbabwe)

1990

96 180,80

 

 

 

1994

168 891,55

 

Totaal generaal

 

 

 

3 824 503 690,55

AFDELING I

EUROPEES PARLEMENT

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

1 794 929 112

Eigen inkomsten

– 148 845 066

Te ontvangen bijdrage

1 646 084 046

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

69 674 060

72 232 824

65 164 976,94

93,53

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

4 878,84

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

9 412 163

8 967 490

109 730,76

1,17

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

79 086 223

81 200 314

65 279 586,54

82,54

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

60 237 843

64 473 150

55 259 808,68

91,74

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

9 100 000

9 100 000

9 709 754,81

106,70

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

10 000

10 000

6 267,48

62,67

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

69 347 843

73 583 150

64 975 830,97

93,70

HOOFDSTUK 4 2

4 2 1

Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

p.m.

p.m.

10 379,—

 

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

10 379,—

 

 

Titel 4 — Totaal

148 434 066

154 783 464

130 265 796,51

87,76

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

69 674 060

72 232 824

65 164 976,94

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

4 878,84

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie van kracht tot 15 december 2003.

4 0 4
Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

9 412 163

8 967 490

109 730,76

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

60 237 843

64 473 150

55 259 808,68

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

9 100 000

9 100 000

9 709 754,81

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4 en artikel 11, leden 2 en 3, alsmede bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

10 000

10 000

6 267,48

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 2 1
Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

10 379,—

Toelichting

Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

100,—

 

5 0 0 2

Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

342,22

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

442,22

 

5 0 1

Verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

119 951,04

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

120 393,26

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 722 587,38

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

30 522,33

 

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

2 753 109,71

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 753 109,71

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

410 000

1 000 000

447 915,68

109,25

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

410 000

1 000 000

447 915,68

109,25

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 327 642,73

 

5 5 1

Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 727 845,37

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

9 055 488,10

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 783 427,16

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 351 397,23

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

6 134 824,39

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

158 441,42

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

158 441,42

 

 

Titel 5 — Totaal

410 000

1 000 000

18 670 172,56

4 553,70

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

VERHUUROPBRENGST

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

100,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2
Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

342,22

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

5 0 1
Verkoop van onroerende goederen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.

5 0 2
Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

119 951,04

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

HOOFDSTUK 5 1 —   VERHUUROPBRENGST

5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

2 722 587,38

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

30 522,33

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

410 000

1 000 000

447 915,68

Toelichting

Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

3 327 642,73

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

5 727 845,37

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

2 783 427,16

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

3 351 397,23

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

158 441,42

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 769 157,72

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

7 769 157,72

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

7 769 157,72

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

7 769 157,72

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

7 769 157,72

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die worden aangewend voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

1 000

500

1 412 243,94

141 224,39

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

1 000

500

1 412 243,94

141 224,39

 

Titel 9 — Totaal

1 000

500

1 412 243,94

141 224,39

 

TOTAAL-GENERAAL

148 845 066

155 783 964

158 117 370,73

106,23

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

1 000

500

1 412 243,94

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

220 252 000

224 292 069

205 414 449,41

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

608 733 635

595 102 338

574 999 348,39

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

121 114 400

97 798 439

105 556 913,83

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

18 314 480

18 839 000

17 829 236,06

 

Titel 1 — Totaal

968 414 515

936 031 846

903 799 947,69

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

210 241 500

201 643 000

250 336 610,87

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

149 330 149

143 422 877

138 624 704,28

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

6 049 000

6 232 500

4 877 511,19

 

Titel 2 — Totaal

365 620 649

351 298 377

393 838 826,34

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

36 175 971

35 554 960

32 816 473,32

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

115 686 393

122 135 929

124 148 929,46

 

Titel 3 — Totaal

151 862 364

157 690 889

156 965 402,78

4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

4 0

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

104 818 084

100 994 200

92 683 288,40

4 2

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

192 113 500

196 216 430

188 301 020,35

4 4

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

400 000

400 000

375 000,—

 

Titel 4 — Totaal

297 331 584

297 610 630

281 359 308,75

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

11 700 000

13 000 000

0,—

10 3

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

p.m.

p.m.

0,—

10 4

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

p.m.

p.m.

0,—

10 5

VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0,—

10 6

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

p.m.

p.m.

0,—

10 8

RESERVE VOOR EMAS

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

11 700 000

13 000 000

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

1 794 929 112

1 755 631 742

1 735 963 485,56

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0

Bezoldigingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

71 530 000

73 643 709

69 543 043,78

97,22

1 0 0 4

Normale reiskosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

72 800 000

65 400 000

72 343 140,—

99,37

1 0 0 5

Overige reiskosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 850 000

6 800 000

6 154 639,—

105,21

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

39 715 000

43 418 000

39 090 705,22

98,43

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

179 000

180 000

173 610,—

96,99

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

190 074 000

189 441 709

187 305 138,—

98,54

1 0 1

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 358 000

3 368 000

2 215 738,80

65,98

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

301 000

301 000

209 016,87

69,44

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

3 659 000

3 669 000

2 424 755,67

66,27

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

11 810 000

15 784 819

183 008,01

1,55

1 0 3

Pensioenen

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen (KVL)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

11 010 000

11 744 000

11 941 557,55

108,46

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen (KVL)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

285 000

310 000

278 102,18

97,58

1 0 3 2

Overlevingspensioenen (KVL)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 782 000

2 810 541

2 692 560,74

96,79

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

32 000

32 000

29 327,26

91,65

 

Artikel 1 0 3 — Totaal

14 109 000

14 896 541

14 941 547,73

105,90

1 0 5

Talen‐ en informaticacursussen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

600 000

500 000

560 000,—

93,33

1 0 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

220 252 000

224 292 069

205 414 449,41

93,26

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

604 340 535

589 687 598

570 669 887,67

94,43

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

296 500

436 740

200 000,—

67,45

1 2 0 4

Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 760 000

4 400 000

3 160 000,—

84,04

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

608 397 035

594 524 338

574 029 887,67

94,35

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

335 600

396 000

462 018,69

137,67

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 000

182 000

507 442,03

50 744,20

 

Artikel 1 2 2 — Totaal

336 600

578 000

969 460,72

288,02

1 2 4

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

608 733 635

595 102 338

574 999 348,39

94,46

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

54 199 000

43 796 448

37 296 238,78

68,81

1 4 0 2

Uitgaven voor tolkendiensten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

49 524 900

39 428 991

49 599 376,91

100,15

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

7 390 500

7 573 000

6 444 637,29

87,20

1 4 0 6

Waarnemers

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

312 000,—

 

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

111 114 400

90 798 439

93 652 252,98

84,28

1 4 2

Externe vertalingsdiensten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 000 000

7 000 000

11 904 660,85

119,05

1 4 4

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

121 114 400

97 798 439

105 556 913,83

87,15

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

328 980

446 000

303 850,—

92,36

1 6 1 2

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 200 000

4 990 000

4 682 179,92

90,04

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

5 528 980

5 436 000

4 986 029,92

90,18

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

764 000

719 500

607 906,96

79,57

1 6 3 1

Mobiliteit

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

754 000

800 000

727 371,55

96,47

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

255 000

271 000

298 817,13

117,18

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

1 773 000

1 790 500

1 634 095,64

92,17

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 100 000

1 285 000

1 106 110,50

100,56

1 6 5 2

Exploitatie van restaurants en kantines

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 500 000

4 050 000

4 260 000,—

121,71

1 6 5 4

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 212 500

6 277 500

5 843 000,—

94,05

1 6 5 5

Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

200 000

 

 

 

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

11 012 500

11 612 500

11 209 110,50

101,79

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

18 314 480

18 839 000

17 829 236,06

97,35

 

Titel 1 — Totaal

968 414 515

936 031 846

903 799 947,69

93,33

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0
Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0
Bezoldigingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

71 530 000

73 643 709

69 543 043,78

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 9 en 10.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 1 en 2.

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de in het statuut van de leden voorziene vergoeding.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 0 0 4
Normale reiskosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

72 800 000

65 400 000

72 343 140,—

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 10 tot en met 21 en artikel 24.

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met reizen van en naar de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht en andere dienstreizen.

Een deel van deze kredieten is bedoeld om rekening te houden met reiskostenverlagingen die gerealiseerd zijn in het verlengde van de resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2011 (PB L 250 van 27.9.2011, blz. 3) betreffende het gebruik van via werkgelerateerde reizen vergaarde gecumuleerde airmiles voor de aankoop van vliegtickets.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

1 0 0 5
Overige reiskosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 850 000

6 800 000

6 154 639,—

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 22 en 23.

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van bijkomende reiskosten, de kosten van reizen in het land van verkiezing.

1 0 0 6
Algemene kostenvergoeding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

39 715 000

43 418 000

39 090 705,22

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 25 tot en met 28.

Deze vergoeding dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire activiteiten van de leden, overeenkomstig bovengenoemde artikelen van de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

1 0 0 7
Ambtsvergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

179 000

180 000

173 610,—

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Besluit van het Bureau van 16-17 juni 2009.

Dit krediet dient ter dekking van de vaste verblijfs- en representatievergoedingen in verband met het uitoefenen van de functie van voorzitter van het Europees Parlement.

1 0 1
Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0
Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 358 000

3 368 000

2 215 738,80

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 18 en 19.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 29.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ongevallen en beroepsziekten.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ziekten.

Besluit van de Commissie houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.

Dit krediet dient ter dekking van de ongevallenverzekering, de vergoeding van medische kosten en de verzekering tegen verlies en diefstal van persoonlijke bezittingen van de leden.

Het dient tevens ter dekking van verzekering en bijstand in geval van repatriëring van de leden bij een officiële reis, als gevolg van ernstige ziekte, ongeval of onvoorziene omstandigheden waardoor voortzetting van de reis onmogelijk is. De bijstand omvat het organiseren van de repatriëring en het voor rekening nemen van de aan de repatriëring verbonden kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 140 000 EUR.

1 0 1 2
Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

301 000

301 000

209 016,87

Toelichting

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 30.

Dit krediet dient ter dekking van bepaalde uitgaven die nodig zijn om bijstand te verlenen aan ernstig gehandicapte leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 0 2
Overbruggingstoelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 810 000

15 784 819

183 008,01

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 13.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 45 tot en met 48 en artikel 77.

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de overbruggingstoelage bij ambtsbeëindiging van leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 0 3
Pensioenen

1 0 3 0
Ouderdomspensioenen (KVL)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 010 000

11 744 000

11 941 557,55

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 14 en 28.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75. Bijlage III bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een ouderdomspensioen na beëindiging van het mandaat van een lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

1 0 3 1
Invaliditeitspensioenen (KVL)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

285 000

310 000

278 102,18

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 15 en 28.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75. Bijlage II bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een pensioen bij invaliditeit van een lid die tijdens het mandaat is ontstaan.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 0 3 2
Overlevingspensioenen (KVL)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 782 000

2 810 541

2 692 560,74

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 17.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75. Bijlage I bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een overlevings- en/of wezenpensioen bij overlijden van een lid of van een voormalig lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.

1 0 3 3
Vrijwillige pensioenregeling van de leden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

32 000

32 000

29 327,26

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 27.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 76. Bijlage VII bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling voor leden van het Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 0 5
Talen‐ en informaticacursussen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

600 000

500 000

560 000,—

Toelichting

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 44.

Besluit van het Bureau van 4 mei 2009 betreffende talen- en computercursussen voor de leden.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen en informaticacursussen voor de leden.

1 0 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van de eventuele aanpassingen van de vergoedingen van de leden van het Parlement.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement naar andere begrotingslijnen is overgeschreven.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0
Salaris en andere rechten

1 2 0 0
Salaris en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

604 340 535

589 687 598

570 669 887,67

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

de overige toelagen en vergoedingen;

de betaling van de jaarlijkse reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Het dient tevens ter dekking van de premies voor de verzekering van ongelukken in verband met sportactiviteiten voor gebruikers van het sportcentrum van het Europees Parlement in Brussel en Straatsburg.

Een deel van het krediet is bestemd voor de aanwerving van tijdelijke ambtenaren met een handicap en van tijdelijke ambtenaren die gespecialiseerd zijn op het gebied van de rechten van personen met een handicap en van strategieën tegen discriminatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR.

1 2 0 2
Betaalde overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

296 500

436 740

200 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

1 2 0 4
Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 760 000

4 400 000

3 160 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

het verschil tussen de bijdragen van de contractuele functionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het communautaire stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.

1 2 2
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

335 600

396 000

462 018,69

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 42 quater en 50, alsmede bijlage IV, en artikel 48 bis van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen:

aan ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

aan ambtenaren die op verlof geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instelling;

aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen van fracties, die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop (met uitzondering van de personen die vallen onder artikel 42 quater, die geen recht hebben op de aanpassingscoëfficiënt).

1 2 2 2
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000

182 000

507 442,03

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die verschuldigd zijn uit hoofde van het Statuut of van de Verordeningen (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 en (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad;

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 4).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst bij het Europees Parlement zijn aangesteld, en tijdelijke functionarissen van de politieke fracties van het Europees Parlement (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 9).

1 2 4
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0
Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0
Andere personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

54 199 000

43 796 448

37 296 238,78

Toelichting

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

de bezoldiging, met inbegrip van toewijzingen en vergoedingen, van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

het inschakelen van tijdelijke krachten.

Een deel van het krediet is bestemd voor de aanwerving van contractuele medewerkers met een handicap die deskundig zijn op het gebied van de rechten van gehandicapten en antidiscriminatiebeleid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 500 EUR.

1 4 0 2
Uitgaven voor tolkendiensten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

49 524 900

39 428 991

49 599 376,91

Toelichting

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Overeenkomst betreffende conferentietolken-hulpfunctionarissen.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

de vergoedingen en hiermee gelijkgestelde toelagen, sociale bijdragen en andere kosten van de contractuele conferentietolken die door het Europees Parlement worden aangeworven voor vergaderingen die het Europees Parlement voor zichzelf of andere instellingen of organen organiseert, waarvoor de benodigde diensten niet door de tolken die als ambtenaar of tijdelijk functionaris werkzaam zijn, kunnen worden geleverd;

de uitgaven voor technisch en ander personeel voor conferenties voor de hierboven genoemde vergaderingen, wanneer de benodigde diensten niet door ambtenaren, tijdelijke functionarissen of andere personeelsleden van het Europees Parlement kunnen worden geleverd;

de kosten in verband met de voor het Parlement verrichte diensten van tolken die werkzaam zijn bij andere regionale, nationale of internationale instellingen;

de kosten in verband met vertolkingsactiviteiten, in het bijzonder de voorbereiding op vergaderingen en de opleiding en selectie van tolken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

1 4 0 4
Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 390 500

7 573 000

6 444 637,29

Toelichting

Regeling inzake de terbeschikkingstelling van ambtenaren van het Europees Parlement en tijdelijke functionarissen van fracties bij nationale administraties, hiermee gelijkgestelde organen of internationale organisaties (besluit van het Bureau van 7 maart 2005).

Regeling inzake de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement (besluit van het Bureau van 4 mei 2009).

Interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1 februari 2013).

Dit krediet dient ter dekking van:

emolumenten voor stagiairs (beurzen), met inbegrip van eventuele kostwinnerstoelagen en aan stagiairs uitbetaalde vergoedingen;

reiskosten voor stagiairs;

de bijkomende kosten voor stagiairs in het kader van het proefprogramma voor stages voor personen met een handicap, die rechtstreeks voortvloeien uit hun handicap, overeenkomstig artikel 24, lid 9 (oud artikel 20, lid 8), van de interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement. Dit omvat ook de kosten van een bijkomende arbeidsongeschiktheidsuitkering (tot 50 % van de beurs);

de kosten van ziektekosten- en ongevallenverzekeringen voor stagiairs;

de kosten van het houden van informatiebijeenkomsten en trainingen voor stagiairs (met inbegrip van de kosten van de ontvangst van stagiairs);

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Parlement en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

de kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement, met inbegrip van vergoedingen en reiskosten;

de kosten van ongevallenverzekeringen voor gedetacheerde deskundigen;

de vergoeding van studiebezoeken;

de organisatie van opleidingen voor conferentietolken en vertalers, met name in samenwerking met tolkenscholen en universiteiten die een vertalersopleiding aanbieden, alsmede de kosten voor de toekenning van beurzen voor de opleiding en bijscholing van tolken en vertalers, de aankoop van didactisch materiaal alsmede bijkomende kosten;

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 4 0 6
Waarnemers

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

312 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de waarnemers, overeenkomstig artikel 13 (oud artikel 11) van het Reglement van orde van het Europees Parlement.

1 4 2
Externe vertalingsdiensten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 000 000

7 000 000

11 904 660,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden verrichte diensten op het gebied van vertaling, codering, typewerkzaamheden en technische assistentie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

1 4 4
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1
Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0
Uitgaven in verband met aanwerving

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

328 980

446 000

303 850,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en artikel 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

1 6 1 2
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 200 000

4 990 000

4 682 179,92

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren, bijvoorbeeld door de organisatie van talencursussen in de officiële werktalen.

1 6 3
Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0
Sociale dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

764 000

719 500

607 906,96

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

Dit krediet dient ter financiering van:

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité en kleinere uitgaven van sociale aard. De door het Personeelscomité gefinancierde bijdragen of overname van kosten ten behoeve van deelnemers aan een sociale activiteit zijn bestemd voor activiteiten met een sociale, culturele of taaldimensie, maar er wordt geen subsidie verleend aan individuele personeelsleden of gezinsleden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 125 000 EUR.

1 6 3 1
Mobiliteit

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

754 000

800 000

727 371,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het mobiliteitsplan in de verschillende werklocaties.

1 6 3 2
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

255 000

271 000

298 817,13

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele verenigingen van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een ontmoetingscentrum (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant) voor vrijetijdsbesteding.

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.

1 6 5
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 100 000

1 285 000

1 106 110,50

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de medische dienst in de drie vergaderplaatsen, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht, samen met uitgaven voor medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten of werkend met een vervangopdracht van korte duur.

1 6 5 2
Exploitatie van restaurants en kantines

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 500 000

4 050 000

4 260 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beheers- en exploitatiekosten van restaurants en kantines.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 000 EUR.

1 6 5 4
Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 212 500

6 277 500

5 843 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan het totaal van de kosten voor het kinderdagverblijf en voor de externe crèches waarmee een contract is afgesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 312 000 EUR.

1 6 5 5
Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

 

 

Toelichting

Nieuwe Post

Tenuitvoerlegging van Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen of de terugbetaling van de door de Commissie namens het Europees Parlement betaalde bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen, op basis van de met de Commissie gesloten dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor in een type II-Europese school ingeschreven kinderen van personeelsleden van het Europees Parlement die vallen onder het Personeelsstatuut.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

28 782 000

30 653 000

31 684 764,07

110,09

2 0 0 1

Erfpacht

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 590 000

5 419 000

69 236 000,—

1 050,62

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

18 560 000

25 465 000

8 065 316,41

43,46

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

45 471 000

25 471 000

36 326 337,83

79,89

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 561 000

5 278 000

3 434 255,30

61,76

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

104 964 000

92 286 000

148 746 673,61

141,71

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

62 400 000

60 095 000

51 891 984,—

83,16

2 0 2 4

Energieverbruik

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

21 690 000

20 937 000

17 786 996,60

82,01

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

20 211 500

27 305 000

31 097 982,58

153,86

2 0 2 8

Verzekeringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

976 000

1 020 000

812 974,08

83,30

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

105 277 500

109 357 000

101 589 937,26

96,50

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

210 241 500

201 643 000

250 336 610,87

119,07

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

28 560 000

31 362 503

23 704 452,89

83,00

2 1 0 1

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

18 404 000

21 978 949

26 719 702,—

145,18

2 1 0 2

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

13 202 500

13 315 983

8 197 303,75

62,09

2 1 0 3

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

18 380 809

15 666 000

12 680 065,57

68,99

2 1 0 4

Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

21 173 000

15 743 215

25 154 071,29

118,80

2 1 0 5

Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 454 750

11 977 727

14 139 425,29

91,49

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

115 175 059

110 044 377

110 595 020,79

96,02

2 1 2

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 007 000

3 180 000

3 090 732,10

102,78

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

24 159 090

22 933 500

19 109 020,73

79,10

2 1 6

Vervoer van leden, andere personen en goederen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 989 000

7 265 000

5 829 930,66

83,42

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

149 330 149

143 422 877

138 624 704,28

92,83

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 263 000

2 021 000

2 292 796,60

101,32

2 3 1

Financiële kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

40 000

65 000

16 500,—

41,25

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 035 000

1 035 000

956 159,63

92,38

2 3 6

Porto en verzendkosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

355 000

510 000

236 630,94

66,66

2 3 7

Verhuizingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 160 000

1 620 000

731 303,40

63,04

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

946 000

731 500

626 297,62

66,20

2 3 9

Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

250 000

250 000

17 823,—

7,13

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

6 049 000

6 232 500

4 877 511,19

80,63

 

Titel 2 — Totaal

365 620 649

351 298 377

393 838 826,34

107,72

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van het Europees Parlement zijn blootgesteld door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, dienen deze risico's door de algemene begroting van de Europese Unie te worden gedekt.

Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0
Gebouwen

2 0 0 0
Huur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

28 782 000

30 653 000

31 684 764,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen betreffende de onroerende goederen of gedeelten daarvan die door het Europees Parlement worden gebruikt.

Tevens dient het ter dekking van de onroerende voorheffing. De huren zijn berekend over twaalf maanden en op basis van bestaande of in voorbereiding zijnde contracten, die normaliter voorzien in een indexering op basis van de kosten van het levensonderhoud of van de bouwkosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 500 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 1
Erfpacht

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 590 000

5 419 000

69 236 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 3
Aankoop van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 5
Oprichting van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 560 000

25 465 000

8 065 316,41

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen (werkzaamheden, honoraria voor studies en alle hieraan gerelateerde kosten).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 7
Inrichting van dienstruimten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

45 471 000

25 471 000

36 326 337,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van werkzaamheden in verband met de inrichting van dienstruimten, alsmede van andere hiermee samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria, enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 543 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 8
Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 561 000

5 278 000

3 434 255,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer van onroerend goed waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, en met name:

het beheer en de behandeling van afval;

verplichte controles, kwaliteitscontroles, expertises, audits, toezicht op de naleving van de regelgeving, enz.;

de technische bibliotheek;

assistentie bij het beheer (building helpdesk);

het beheer van de plannen van de gebouwen en het informatiemateriaal;

de overige uitgaven.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 0 2
Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2
Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

62 400 000

60 095 000

51 891 984,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen (ruimten en technische installaties) die eigendom zijn van of gehuurd worden door het Europees Parlement, overeenkomstig de lopende contracten.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 75 000 EUR.

2 0 2 4
Energieverbruik

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 690 000

20 937 000

17 786 996,60

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 82 000 EUR.

2 0 2 6
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 211 500

27 305 000

31 097 982,58

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Europees Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen en de voorlichtingskantoren in gebruik heeft, de ruimten van het Europees Parlement in de Europahuizen in de Unie en de buitenkantoren in derde landen.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

2 0 2 8
Verzekeringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

976 000

1 020 000

812 974,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0
Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

28 560 000

31 362 503

23 704 452,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten die nodig zijn voor de goede werking van de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen in het bijzonder de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, het materiaal voor de afdelingen en het beheer van het netwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 140 000 EUR.

2 1 0 1
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 404 000

21 978 949

26 719 702,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer en het onderhoud van de infrastructuur in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de infrastructuur in verband met de netwerken, de bekabeling, de telecommunicatie, de individuele uitrustingen en de stemsystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 90 000 EUR.

2 1 0 2
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

13 202 500

13 315 983

8 197 303,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot de bijstand en algemene ondersteuning van gebruikers in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de ondersteunende diensten voor de leden, alsook de administratieve en wetgevingsapplicaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 65 000 EUR.

2 1 0 3
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 380 809

15 666 000

12 680 065,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software en de daarmee verband houdende werkzaamheden, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer van de ict-applicaties van de instelling. Deze uitgaven betreffen met name de applicaties voor de leden, de communicatieapplicaties, alsook de administratieve en de wetgevingsapplicaties.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor de ICT-apparatuur die gezamenlijk gefinancierd wordt in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied, als gevolg van de besluiten van het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.

2 1 0 4
Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 173 000

15 743 215

25 154 071,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot de informatica- en telecommunicatie-infrastructuur van het Europees Parlement. De investeringen betreffen met name de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, de netwerken, de bekabeling, alsook de videoconferentiesystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 111 000 EUR.

2 1 0 5
Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 454 750

11 977 727

14 139 425,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot bestaande of nieuwe ICT-projecten. De investeringen betreffen met name toepassingen voor de leden, toepassingen op wetgevings-, administratief en financieel gebied, alsook toepassingen met betrekking tot het beheer van de informatie- en communicatietechnologieën.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 69 000 EUR.

2 1 2
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 007 000

3 180 000

3 090 732,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines. Het dient tevens ter dekking van de diverse beheersuitgaven in verband met het meubilair van het Europees Parlement.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor expertise, het conserveren, inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 4
Technisch materieel en technische installaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

24 159 090

22 933 500

19 109 020,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties, met name:

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, beveiliging (inclusief software), kantines, gebouwen, enz.;

apparatuur, met name voor printshop, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector, enz.;

speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur), met inbegrip van de eraan verbonden externe prestaties;

installatie van twee extra telefoonlijnen in kantoren van leden die daarom verzoeken.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten voor het bekendmaken van de verkoop en de verwijdering van afgeschreven goederen, alsmede de kosten van technische assistentie (consulting) voor dossiers waarvoor externe expertise nodig is.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 205 000 EUR.

2 1 6
Vervoer van leden, andere personen en goederen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 989 000

7 265 000

5 829 930,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen, alsook de overige beheerskosten. Bij de vervanging van het wagenpark of de aankoop of de huur van voertuigen moet de voorkeur worden gegeven aan de minst vervuilende typen, zoals hybride auto's.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 175 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 263 000

2 021 000

2 292 796,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbehoeften, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen, enz., alsook de beheerskosten in verband daarmee.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.

2 3 1
Financiële kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

40 000

65 000

16 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

2 3 2
Juridische kosten en schadevergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 035 000

1 035 000

956 159,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

het te betalen bedrag in geval van een veroordeling van het Europees Parlement tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook de nationale rechtbanken vastgestelde proceskosten;

de kosten voor het inschakelen van externe advocaten die het Europees Parlement vertegenwoordigen voor rechtbanken van de Unie of nationale rechtbanken, en het inschakelen van juridische adviseurs of deskundigen ter assistentie van de juridische dienst;

de vergoeding van de kosten van advocaten in het kader van tuchtprocedures en daarmee vergelijkbare procedures;

de uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen;

het bedrag van bij minnelijke regelingen toegekende vergoedingen, in toepassing van de artikelen 91 en 92 (oude artikelen 69 en 70) van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 6
Porto en verzendkosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

355 000

510 000

236 630,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door nationale postdiensten en koeriersdiensten.

Het dient tevens ter financiering van postdiensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 7
Verhuizingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 160 000

1 620 000

731 303,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verhuizing en opslag door verhuisbedrijven of door inschakeling van tijdelijke arbeidskrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.

2 3 8
Overige huishoudelijke uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

946 000

731 500

626 297,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs, receptionisten, magazijnbedienden, verhuizers, alsmede voor het personeel van de diensten bezoekers en studiebijeenkomsten, van het Parlamentarium, de medische dienst, de veiligheidsdienst, de dienst onderhoud gebouwen en diverse technische diensten,

diverse huishoudelijke en beheersuitgaven, aankoop van goederen en diensten waar niet specifiek in wordt voorzien door een andere post,

diverse aankopen in verband met Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) (voorlichtingscampagnes, enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 3 9
Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

250 000

250 000

17 823,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

28 748 281

27 600 000

25 725 512,47

89,49

3 0 2

Onthaal en representatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 392 690

1 333 260

885 621,10

63,59

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0

Interne vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 400 000

2 250 000

2 715 000,—

193,93

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen en conferenties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 435 000

1 232 500

816 576,98

56,90

3 0 4 3

Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 200 000

1 039 200

605 102,77

50,43

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 000 000

2 100 000

2 068 660,—

103,43

 

Artikel 3 0 4 — Totaal

6 035 000

6 621 700

6 205 339,75

102,82

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

36 175 971

35 554 960

32 816 473,32

90,71

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van expertise

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 957 000

6 701 000

6 020 954,76

67,22

3 2 1

Expertise voor de EPRS, de bibliotheek en de archieven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

9 107 200

8 851 676

8 081 554,37

88,74

3 2 2

Documentatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 308 000

2 866 000

1 178 739,84

51,07

3 2 3

Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 340 000

1 262 500

993 533,26

74,14

3 2 4

Productie en verspreiding

3 2 4 0

Publicatieblad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 244 000

4 586 000

3 999 500,—

94,24

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 705 000

3 588 318

3 683 127,72

99,41

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

16 501 034

21 036 912

25 453 635,41

154,25

3 2 4 3

Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 150 000

4 978 023

3 844 123,14

92,63

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

31 739 039

30 120 500

31 667 742,60

99,78

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 077 120

6 300 000

6 358 918,76

125,25

3 2 4 6

Televisiekanaal van het Parlement (Web TV)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 000 000

5 000 000

7 999 400,—

159,99

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 000 000

9 850 000

3 402 394,95

34,02

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

12 608 000

15 620 000

20 533 306,06

162,86

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

250 000

275 000

101 097,09

40,44

 

Artikel 3 2 4 — Totaal

93 274 193

101 354 753

107 043 245,73

114,76

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

700 000

1 100 000

830 901,50

118,70

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

115 686 393

122 135 929

124 148 929,46

107,32

 

Titel 3 — Totaal

151 862 364

157 690 889

156 965 402,78

103,36

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0
Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

28 748 281

27 600 000

25 725 512,47

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten van het personeel van de instelling, gedetacheerde nationale deskundigen, stagiairs en personeel van andere Europese of internationale instellingen dat door de instelling is uitgenodigd, tussen de standplaats en een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Luxemburg en Straatsburg), alsook voor dienstreizen naar elke andere plaats buiten de drie vergaderplaatsen. De gedekte uitgaven betreffen de reiskosten, dagvergoedingen en verblijfskosten, en compensatie voor ongebruikelijke arbeidstijden. Bijkomende kosten (met inbegrip van kosten van de annulering van plaatsbewijzen en hotelreserveringen, kosten in verband met elektronische facturering, kosten in verband met verzekeringen) zijn eveneens gedekt.

Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies als gevolg van dienstreizen en verplaatsingen van het personeel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

3 0 2
Onthaal en representatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 392 690

1 333 260

885 621,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst, met inbegrip van ontvangst in het kader van de werkzaamheden van de afdeling Scientific and Technological Options Assessment (STOA), en representatie van de leden van de instelling;

de representatiekosten van de voorzitter bij reizen buiten de vergaderplaatsen;

de representatiekosten en de bijdrage in de secretariaatskosten van het kabinet van de voorzitter;

de kosten van ontvangst en representatie van het secretariaat-generaal, inclusief de aankoop van artikelen en medailles voor ambtenaren met 15 en/of 25 dienstjaren;

diverse kosten van het protocol, zoals vlaggen, drukwerk, uitnodigingen, menukaarten, enz.;

reis- en verblijfkosten van VIP-bezoekers van de instelling;

kosten van visa van leden en personeelsleden van het Europees Parlement bij officiële reizen;

kosten van ontvangst en representatie en andere specifieke kosten voor leden die een officiële functie bij het Europees Parlement bekleden.

3 0 4
Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0
Interne vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 400 000

2 250 000

2 715 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verfrissingen en andere dranken en voor lichte maaltijden die soms tijdens vergaderingen van de instelling worden verstrekt, met inbegrip van het beheer van die diensten.

3 0 4 2
Vergaderingen, congressen en conferenties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 435 000

1 232 500

816 576,98

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van:

de kosten van het organiseren van vergaderingen buiten de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht (commissies en commissiedelegaties, fracties), met inbegrip, waar passend van representatiekosten;

de bijdragen aan internationale organisaties waarvan het Europees Parlement of één van zijn organen lid is (Interparlementaire Unie, Vereniging van de secretarissen-generaal van parlementen, Groep 12+ bij de Interparlementaire Unie);

de terugbetaling aan de Commissie, op basis van een dienstenovereenkomst tussen het Europees Parlement, van het aandeel van het Parlement in de kosten van het produceren van de laissez-passer van de EU (apparatuur, personeel en voorraden), overeenkomstig het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (artikel 6), artikel 23 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, artikelen 11 en 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie en Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez-passer (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

3 0 4 3
Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 200 000

1 039 200

605 102,77

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de kosten, behalve die welke reeds worden gedekt door hoofdstuk 10 en artikel 3 0 0, voor de organisatie van de vergaderingen van:

delegaties naar de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Parlementaire Vergadering van EuroLat, de Parlementaire Vergadering Euronest en hun organen;

de Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), de commissies en het bureau hiervan; deze uitgave omvat de bijdrage van het Europees Parlement aan de begroting van het autonome secretariaat van de UMZ of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten van het aandeel van het Europees Parlement in de begroting van de UMZ;

de interparlementaire delegaties, ad-hocdelegaties, de gemengde parlementaire commissies, de parlementaire samenwerkingscommissies, parlementaire delegaties naar de WTO, alsmede de Parlementaire Conferentie van de WTO en haar Stuurcomité.

3 0 4 9
Werkingskosten van het reisbureau

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 000 000

2 100 000

2 068 660,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de werking van het reisbureau waarmee het Europees Parlement een contract heeft gesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0
Verwerving van expertise

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 957 000

6 701 000

6 020 954,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels of hoorzittingen met deskundigen, conferenties) ten behoeve van de organen van het Europees Parlement en de administratie,

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen — met inbegrip van personen die een verzoekschrift aan het Europees Parlement hebben gericht — die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies, delegaties en studie- en werkgroepen;

de uitgaven voor een beroep op externen voor deelname aan de werkzaamheden van organen als de tuchtraad en het speciaal panel voor financiële onregelmatigheden.

3 2 1
Expertise voor de EPRS, de bibliotheek en de archieven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 107 200

8 851 676

8 081 554,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de activiteiten van het directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS), met name:

de verwerving van gespecialiseerde expertise en ondersteuning voor de onderzoeksactiviteiten van het Europees Parlement (met inbegrip van artikelen, studies, workshops, seminars, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties), indien nodig in het kader van een partnerschap met andere instellingen, internationale organisaties, onderzoeksafdelingen en bibliotheken van nationale parlementen, thinktanks, onderzoeksinstanties en ander gekwalificeerde deskundigen;

de verwerving van gespecialiseerde expertise op het gebied van impactbeoordeling/evaluatie ex-ante en ex-post, van de Europese meerwaarde en van de evaluatie van wetenschappelijke en technische opties (Scientific and Technological Options Assessment, STOA);

de verwerving of huur van boeken, tijdschriften, kranten, databanken, producten van persagentschappen en elke andere informatiedrager voor de bibliotheek, in diverse vormen, inclusief kosten als gevolg van de auteursrechten, kwaliteitsbeheerssysteem, materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren en andere relevante diensten;

de kosten van de externe archiveringsdiensten (organisatie, selectie, beschrijving, omzetting op verschillende informatiedragers en in papierloze vorm, verwerving van primaire archiefbronnen);

de verwerving, de installatie, de exploitatie en het onderhoud van speciale bibliotheek- en archiveringsdocumentatie en speciaal mediatheekmateriaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of -systemen, alsmede materiaal in verband met het inbinden en conserveren;

de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en auteurs die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de presentaties, seminars, workshops of andere, soortgelijke activiteiten die door DG EPRS worden georganiseerd;

de deelname van de STOA aan wetenschappelijke organen;

de verplichtingen van het Europees Parlement op grond van internationale en/of interinstitutionele samenwerkingsovereenkomsten, inclusief de bijdrage van het Parlement aan de dekking van de kosten als gevolg van het beheer van de historische archieven van de Unie (Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de wijzigingen daarin).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), en Besluit goedgekeurd door het Bureau van 28 november 2001 over de regeling inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, laatstelijk gewijzigd op 22 juni 2011 (PB C 216 van 22.7.2011, blz. 19).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 16 december 2002 over verbetering van de informatie en de transparantie: de archieven van het Europees Parlement.

Besluit van het Bureau van 10 maart 2014 over de regeling inzake de verwerking van persoonlijke archieven van leden en voormalige leden van het Europees Parlement.

3 2 2
Documentatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 308 000

2 866 000

1 178 739,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

de aanschaf van nieuwe of vervangende woordenboeken, lexicons, ongeacht het medium, ook voor de nieuwe taalsecties, alsmede andere werken voor de taaldiensten en voor de Afdelingen kwaliteit van de wetgeving.

3 2 3
Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 340 000

1 262 500

993 533,26

Toelichting

Besluit van het Bureau van 12 december 2012 tot oprichting van het Directoraat democratieondersteuning binnen DG EXPO.

Dit krediet dient ter financiering van:

de kosten als gevolg van de programma's inzake informatie-uitwisseling en samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen van de pretoetredingslanden, met name de westelijke Balkan en Turkije;

de uitgaven voor het bevorderen van de (niet onder het vorige streepje bedoelde) betrekkingen tussen het Europees Parlement en democratisch verkozen nationale parlementen van derde landen alsook met regionale parlementaire organisaties. De activiteiten in kwestie hebben als doel de parlementaire capaciteit te versterken in nieuwe en ontluikende democratieën, met name in de (zuidelijke en oostelijke) Europese buurlanden;

de uitgaven voor de bevordering van activiteiten ter ondersteuning van bemiddeling en van programma's ten gunste van jonge politieke leiders uit de Europese Unie en de Europese buurlanden;

de kosten van de organisatie van de Sacharov-prijs (met name het geldbedrag van de prijs, de kosten in verband met de verplaatsing en het onthaal van de laureaat of laureaten, de werkingskosten van het Sacharov-netwerk en de dienstreizen van de leden van dit netwerk) en van de activiteiten ter bevordering van de mensenrechten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. De kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen.

3 2 4
Productie en verspreiding

3 2 4 0
Publicatieblad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 244 000

4 586 000

3 999 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de instelling in de kosten van publicatie, verspreiding en andere bijkomende kosten van het Publicatiebureau voor de teksten die gepubliceerd moeten worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3 2 4 1
Digitale en traditionele publicaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 705 000

3 588 318

3 683 127,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van digitale (intranet) en traditionele (diverse documenten en drukwerk in onderaanneming) uitgaven, met inbegrip van distributie;

de actualisering en het updaten en corrigeren van de systemen voor publicatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 000 EUR.

3 2 4 2
Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

16 501 034

21 036 912

25 453 635,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en in de landen waar het Europees Parlement een verbindingskantoor heeft, alsmede voor de actualisering van het Legislative Observatory (OEIL) en de ontwikkeling van instrumenten of middelen om de toegang ertoe voor het publiek door middel van mobiele apparatuur te verruimen of te vergemakkelijken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 2 4 3
Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 150 000

4 978 023

3 844 123,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het Parlamentarium — het bezoekerscentrum van het Europees Parlement in Brussel, – alsmede van installaties, tentoonstellingen en materiaal dat is aangepast of gekopieerd voor afzonderlijk gebruik buiten Brussel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 300 EUR.

3 2 4 4
Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

31 739 039

30 120 500

31 667 742,60

Toelichting

Besluit van het Bureau van 16 december 2002, als laatstelijk gewijzigd op 26 februari 2013.

Dit krediet dient ter dekking van subsidies voor bezoekersgroepen, alsmede de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen (EUVP) en de kosten van het functioneren van het Euroscola-, het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma. Het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma vinden ieder jaar beurtelings plaats in de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg of Brussel, behalve tijdens verkiezingsjaren.

Dit krediet wordt jaarlijks verhoogd door toepassing van een deflator waarbij rekening wordt gehouden met de wijzigingen van het bni en het prijspeil.

Elk lid van het Europees Parlement heeft het recht om per kalenderjaar ten hoogste vijf bezoekersgroepen uit te nodigen met in totaal honderdentien bezoekers. Het aantal deelnemers per bezoek kan variëren tussen ten minste 10 en ten hoogste 110.

Er wordt ook voorzien in een adequaat bedrag voor bezoekers met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

3 2 4 5
Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 077 120

6 300 000

6 358 918,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten of subsidies in verband met de organisatie van colloquia en studiedagen van nationale of internationale aard voor opiniemakers uit de lidstaten, de toetredingslanden en de landen waar het EP over een kantoor beschikt, alsmede de kosten voor het organiseren van parlementaire colloquia en symposia en de financiering van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film;

de uitvoering van „vergaderzaalactiviteiten” in Straatsburg en Brussel, overeenkomstig het door het Bureau vastgestelde jaarlijkse programma;

ondersteunende maatregelen en instrumenten voor meertaligheid, zoals studiedagen en conferenties, vergaderingen met aanbieders van opleidingen voor tolken of vertalers, maatregelen en acties gericht op de bewustmaking voor meertaligheid en de bevordering van het beroep van tolk of vertaler, met inbegrip van een subsidieprogramma voor universiteiten, scholen en andere instellingen die zich met tolken- en vertaalstudies bezighouden waarbij gebruik wordt gemaakt van virtuele communicatie, evenals deelneming aan soortgelijke acties en maatregelen georganiseerd tezamen met andere diensten in het kader van de interinstitutionele en internationale samenwerking.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met de organisatie van deze activiteiten, met inbegrip van cateringdiensten en -kosten, en de kosten voor de uitnodiging van journalisten bij deze werkzaamheden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 2 4 6
Televisiekanaal van het Parlement (Web TV)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 000 000

5 000 000

7 999 400,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de productie en de huisvesting door het Europees Parlement (Europarl TV), clips voor het web en audiovisueel materiaal dat „uitzendrijp” is, in overeenstemming met de communicatiestrategie van de instelling.

3 2 4 7
Huis van de Europese geschiedenis

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 000 000

9 850 000

3 402 394,95

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, zoals de specifieke interieurinrichting, de aankoop van collecties, de organisatie van tentoonstellingen en de exploitatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de aanschaf van boeken, tijdschriften en andere publicaties die verband houden met de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis.

Het dient ook ter dekking van de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties) ten behoeve van het Huis van de Europese geschiedenis.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

3 2 4 8
Audiovisuele voorlichting

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 608 000

15 620 000

20 533 306,06

Toelichting

Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2002 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2003 (PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 72).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2002 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2003 (PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 150).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2003 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2004 (PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 179).

Dit krediet dient ter financiering van:

de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand), zoals technische werkzaamheden bij radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma's, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma's, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector;

de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Parlement;

het opzetten van een passend archief om de media en burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

3 2 4 9
Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

250 000

275 000

101 097,09

Toelichting

Conferenties van de voorzitters van de Europese parlementaire vergaderingen (juni 1977) en van de parlementen van de Europese Unie (september 2000, maart 2001). Bestreken geografisch gebied: landen van de Europese Unie en kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor de bevordering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. De uitgaven hebben betrekking op de parlementaire betrekkingen, andere dan die genoemd onder de hoofdstukken 1 0 en 3 0, de uitwisseling van informatie en documentatie en bijstand bij de analyse en het beheer van deze informatie, met inbegrip van uitwisseling met het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD);

de financiering van samenwerkingsprogramma's en opleidingsactiviteiten voor ambtenaren van de bovengenoemde parlementen en, in het algemeen, activiteiten ter versterking van hun parlementaire capaciteiten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. de kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen;

samenwerkingsacties, met name in verband met de wetgevingsactiviteiten, alsmede de acties in verband met documentatie, analyse, voorlichting en beveiliging van het domein, met inbegrip van de acties die worden uitgevoerd door het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD).

Dit krediet dient ter voorbereiding op de versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen op het gebied van de parlementaire controle op het GBVB/GVDB, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 9 en 10 van Protocol nr. 1 over de rol van nationale parlementen in de Europese Unie.

3 2 5
Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

700 000

1 100 000

830 901,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven (kantoorbenodigdheden, telecommunicatie, portokosten, behandeling, vervoer, diverse kleine uitgaven) voor de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement.

TITEL 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

59 800 000

59 800 000

58 697 494,—

98,16

4 0 2

Financiering van de Europese politieke partijen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

28 350 084

27 794 200

21 585 794,40

76,14

4 0 3

Financiering van Europese politieke stichtingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

16 668 000

13 400 000

12 400 000,—

74,39

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

104 818 084

100 994 200

92 683 288,40

88,42

HOOFDSTUK 4 2

4 2 2

Assistentie aan de leden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

192 113 500

196 216 430

188 301 020,35

98,02

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

192 113 500

196 216 430

188 301 020,35

98,02

HOOFDSTUK 4 4

4 4 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

200 000,—

100,00

4 4 2

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

175 000,—

87,50

 

HOOFDSTUK 4 4 — TOTAAL

400 000

400 000

375 000,—

93,75

 

Titel 4 — Totaal

297 331 584

297 610 630

281 359 308,75

94,63

HOOFDSTUK 4 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

HOOFDSTUK 4 2 —

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

HOOFDSTUK 4 4 —

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

HOOFDSTUK 4 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

4 0 0
Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

59 800 000

59 800 000

58 697 494,—

Toelichting

Regeling vastgesteld bij besluit van het Bureau van 30 juni 2003, als laatstelijk gewijzigd op 14 april 2014.

Dit krediet dient, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:

secretariaatskosten en administratieve en huishoudelijke uitgaven;

de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

4 0 2
Financiering van de Europese politieke partijen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

28 350 084

27 794 200

21 585 794,40

Toelichting

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).

Dit krediet dient ter financiering van de politieke partijen op Europees niveau.

4 0 3
Financiering van Europese politieke stichtingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

16 668 000

13 400 000

12 400 000,—

Toelichting

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).

Dit krediet dient ter financiering van de politieke stichtingen op Europees niveau.

HOOFDSTUK 4 2 —   ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

4 2 2
Assistentie aan de leden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

192 113 500

196 216 430

188 301 020,35

Toelichting

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 33 tot en met 44.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 5 bis en de artikelen 125 tot en met 139.

Bepalingen ter uitvoering van titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, goedgekeurd door het Bureau.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van parlementaire medewerkers.

Dit krediet dient ter dekking van de koersverschillen ten laste van de begroting van het Europees Parlement, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de terugbetaling van de kosten voor parlementaire bijstand.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 400 000 EUR.

HOOFDSTUK 4 4 —   VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

4 4 0
Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

200 000

200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergaderingen van de Vereniging van voormalige leden van het Europees Parlement, alsmede van eventuele andere kosten.

4 4 2
Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

200 000

175 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vergaderingen van de Europese Parlementaire Vereniging, alsmede van eventuele bijkomende kosten.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1

11 700 000

13 000 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

11 700 000

13 000 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 3

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 4

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 5

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 6

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 8

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

11 700 000

13 000 000

0,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

1 794 929 112

1 755 631 742

1 735 963 485,56

96,71

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 3 —

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

HOOFDSTUK 10 4 —

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

HOOFDSTUK 10 5 —

VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 6 —

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

HOOFDSTUK 10 8 —

RESERVE VOOR EMAS

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 700 000

13 000 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

HOOFDSTUK 10 3 —   RESERVE VOOR DE UITBREIDING

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die worden gemaakt om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding.

HOOFDSTUK 10 4 —   RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het voorlichtings- en communicatiebeleid.

HOOFDSTUK 10 5 —   VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor investeringen in onroerend goed en inrichtingswerken door de instelling. Het Bureau van het Europees Parlement wordt verzocht een coherente en verantwoordelijke strategie voor de lange termijn op het gebied van onroerend goed en gebouwen vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke probleem van stijgende onderhoudskosten, de noodzaak van renovatie en beveiligingskosten, en waarbij de duurzaamheid van de begroting van het Europees Parlement wordt gewaarborgd.

HOOFDSTUK 10 6 —   RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de instelling voor prioritaire projecten in ontwikkeling.

HOOFDSTUK 10 8 —   RESERVE VOOR EMAS

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Aansluitend op de besluiten die het Bureau moet nemen inzake de tenuitvoerlegging van het EMAS-actieplan, met name na de koolstofaudit van het Europees Parlement, dient dit krediet ter financiering van de relevante huishoudelijke lijnen.

PERSONEEL

Afdeling I — Europees Parlement

Functiegroep en rang

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Overige

Fracties

Niet-ingedeeld

1

0

0

0

AD 16

11

0

1

7

AD 15

35

0

1

4

AD 14

227

2

6

26

AD 13

478

8

2

41

AD 12

167

0

12

63

AD 11

170

0

5

32

AD 10

200

0

11

27

AD 9

190

0

2

21

AD 8

335

0

6

28

AD 7

418

0

7

47

AD 6

213

0

2

56

AD 5

211

0

11

63

Totaal AD

2 655

10

66

415

AST 11

149

10

0

33

AST 10

96

0

18

28

AST 9

290

0

5

41

AST 8

450

0

7

43

AST 7

498

0

1

45

AST 6

353

0

6

66

AST 5

285

0

10

65

AST 4

295

0

15

70

AST 3

319

0

6

74

AST 2

159

0

0

65

AST 1

56

0

0

71

Totaal AST

2 950

10

68

601

SC 6

0

0

0

0

SC 5

0

0

0

0

SC 4

0

0

0

0

SC 3

0

0

0

0

SC 2

25

0

0

0

SC 1

5

0

0

0

Totaal SC

30

0

0

0

Totaal

5 636  (26)

20  (27)

134

1 016

Algemeen totaal

6 786  (28)


Functiegroep en rang

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Overige

Fracties

Niet-ingedeeld

1

0

0

0

AD 16

13

0

1

7

AD 15

40

0

1

4

AD 14

234

2

7

26

AD 13

456

8

2

43

AD 12

204

0

12

64

AD 11

189

0

6

29

AD 10

180

0

9

27

AD 9

178

0

5

24

AD 8

420

0

3

33

AD 7

328

0

7

47

AD 6

198

0

7

53

AD 5

209

0

6

58

Totaal AD

2 649

10

66

415

AST 11

147

10

0

34

AST 10

95

0

20

30

AST 9

364

0

4

44

AST 8

421

0

6

41

AST 7

443

0

1

44

AST 6

311

0

7

71

AST 5

295

0

17

62

AST 4

320

0

6

76

AST 3

270

0

5

71

AST 2

168

0

0

60

AST 1

37

0

0

68

Totaal AST

2 871

10

66

601

AST/SC 6

0

0

0

0

AST/SC 5

0

0

0

0

AST/SC 4

0

0

0

0

AST/SC 3

0

0

0

0

AST/SC 2

50

0

0

0

AST/SC 1

20

0

0

0

Totaal AST/SC

70

0

0

0

Totaal

5 591  (29)

20  (30)

132

1 016

Algemeen totaal

6 739  (31)

AFDELING II

EUROPESE RAAD EN RAAD

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Raad en de Raad voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

541 791 500

Eigen inkomsten

–57 103 000

Te ontvangen bijdrage

484 688 500

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

DIVERSE UNIALE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden

22 576 000

22 524 000

20 940 449,—

92,76

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

3 170 000

2 793 000

6 922,—

0,22

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

25 746 000

25 317 000

20 947 371,—

81,36

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

31 357 000

30 581 000

25 686 521,—

81,92

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

5 465 752,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

31 357 000

30 581 000

31 152 273,—

99,35

 

Titel 4 — Totaal

57 103 000

55 898 000

52 099 644,—

91,24

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

22 576 000

22 524 000

20 940 449,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis, in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 170 000

2 793 000

6 922,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

31 357 000

30 581 000

25 686 521,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

5 465 752,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4 en artikel 11, lid 2.

4 1 2
Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 11, lid 2, en artikel 48.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 200,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

32 287,—

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

36 487,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

36 487,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

p.m.

p.m.

680 786,—

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

680 786,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

38 340,—

 

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

38 340,—

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 151 947,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

22 433,—

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 174 380,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

20 056 910,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 599 133,—

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

21 656 043,—

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

26 340,—

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

26 340,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

2 073,—

 

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 073,—

 

 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

23 614 449,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0
Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

4 200,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

32 287,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2
Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

680 786,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0
Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

38 340,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 151 947,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

22 433,—

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

20 056 910,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 599 133,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

26 340,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

2 073,—

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 168 850,—

 

 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

1 168 850,—

 

 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 168 850,—

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

1 168 850,—

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 1
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1
Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 168 850,—

Toelichting

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis — Slotakte (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van deze overeenkomst.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement dient deze post voor ontvangsten die niet voorzien zijn in enig ander onderdeel van titel 6 en gebruikt worden om te voorzien in extra kredieten ter financiering van uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 7 0 —

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

HOOFDSTUK 7 0 —   INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0
Intrest voor betalingsachterstand

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

57 103 000

55 898 000

76 882 943,—

134,64

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

1 392 000

1 230 000

781 514,—

1 1

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

297 827 000

292 989 059

276 611 240,—

1 2

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

13 144 000

13 039 000

11 776 783,—

1 3

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

9 405 000

8 949 480

7 948 440,—

 

Titel 1 — Totaal

321 768 000

316 207 539

297 117 977,—

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

52 207 500

45 537 800

41 793 174,—

Reserves (10 0)

 

700 000

 

 

52 207 500

46 237 800

41 793 174,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

46 421 000

42 921 887

39 869 492,—

2 2

OPERATIONELE UITGAVEN

120 395 000

126 835 074

85 354 412,—

 

Titel 2 — Totaal

219 023 500

215 294 761

167 017 078,—

Reserves (10 0)

 

700 000

 

 

219 023 500

215 994 761

167 017 078,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

700 000

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

1 000 000

2 000 000

0,—

 

Titel 10 — Totaal

1 000 000

2 700 000

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

541 791 500

534 202 300

464 135 055,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salaris en andere rechten

1 0 0 0

Basissalaris

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

319 000

316 000

304 221,—

95,37

1 0 0 1

Aan het ambt verbonden rechten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

66 000

65 000

62 650,—

94,92

1 0 0 2

Rechten in verband met de persoonlijke situatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

21 000

20 000

8 131,—

38,72

1 0 0 3

Sociale zekerheid

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

14 000

13 000

11 877,—

84,84

1 0 0 4

Andere beheersuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

675 000

675 000

394 635,—

58,46

1 0 0 6

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

77 000

77 000

0,—

0

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

1 172 000

1 166 000

781 514,—

66,68

1 0 1

Beëindiging van de dienst

1 0 1 0

Pensioenen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

170 000

15 000

0,—

0

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

170 000

15 000

0,—

0

1 0 2

Voorziening

1 0 2 0

Voorziening voor gewijzigde rechten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

49 000

0,—

0

 

Artikel 1 0 2 — Totaal

50 000

49 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

1 392 000

1 230 000

781 514,—

56,14

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten

1 1 0 0

Basissalarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

222 569 000

219 581 059

207 850 887,—

93,39

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 047 000

2 054 000

1 732 593,—

84,64

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

56 860 000

56 747 000

54 290 525,—

95,48

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 983 000

9 178 000

8 689 220,—

96,73

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

36 934,—

73,87

1 1 0 5

Overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 450 000

1 587 000

1 328 774,—

91,64

1 1 0 6

Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 720 000

2 991 000

1 615 065,—

59,38

 

Artikel 1 1 0 — Totaal

294 679 000

292 188 059

275 543 998,—

93,51

1 1 1

Beëindiging van de dienst

1 1 1 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

166 000

200 000

401 280,—

241,73

1 1 1 1

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

74 000

159 661,—

 

1 1 1 2

Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

500 000

527 000

506 301,—

101,26

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

666 000

801 000

1 067 242,—

160,25

1 1 2

Voorziening

1 1 2 0

Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 476 000

p.m.

0,—

0

1 1 2 1

Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 000

p.m.

0,—

0

 

Artikel 1 1 2 — Totaal

2 482 000

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

297 827 000

292 989 059

276 611 240,—

92,88

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0

Andere personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

9 259 000

9 022 000

8 301 364,—

89,66

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

953 000

953 000

805 426,—

84,51

1 2 0 2

Stages

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

607 000

583 000

449 448,—

74,04

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 075 000

2 306 000

2 088 571,—

100,65

1 2 0 4

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

250 000

175 000

131 974,—

52,79

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

13 144 000

13 039 000

11 776 783,—

89,60

1 2 2

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

13 144 000

13 039 000

11 776 783,—

89,60

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Diverse uitgaven voor aanwerving

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

167 000

166 000

165 250,—

98,95

1 3 0 1

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 950 000

1 930 000

1 909 085,—

97,90

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 117 000

2 096 000

2 074 335,—

97,98

1 3 1

Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0

Buitengewone bijstand

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

690,—

2,30

1 3 1 1

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

117 000

117 000

125 361,—

107,15

1 3 1 2

Aanvullende steun voor gehandicapten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

200 000

139 000

140 000,—

70,00

1 3 1 3

Overige sociale uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

66 000

66 000

51 600,—

78,18

 

Artikel 1 3 1 — Totaal

413 000

352 000

317 651,—

76,91

1 3 2

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

517 000

460 480

430 769,—

83,32

1 3 2 1

Restaurants en kantines

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 3 2 2

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 593 000

2 250 000

2 014 000,—

77,67

 

Artikel 1 3 2 — Totaal

3 110 000

2 710 480

2 444 769,—

78,61

1 3 3

Dienstreizen

1 3 3 1

Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 165 000

3 191 000

2 645 754,—

83,59

1 3 3 2

Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

600 000

600 000

465 931,—

77,66

 

Artikel 1 3 3 — Totaal

3 765 000

3 791 000

3 111 685,—

82,65

1 3 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

9 405 000

8 949 480

7 948 440,—

84,51

 

Titel 1 — Totaal

321 768 000

316 207 539

297 117 977,—

92,34

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 1 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

HOOFDSTUK 1 2 —

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0
Salaris en andere rechten

1 0 0 0
Basissalaris

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

319 000

316 000

304 221,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van de leden van de instelling „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 1
Aan het ambt verbonden rechten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

66 000

65 000

62 650,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten die verbonden zijn aan het ambt van de leden van de instelling „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 2
Rechten in verband met de persoonlijke situatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 000

20 000

8 131,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van rechten in verband met de persoonlijke situatie van de leden van de instelling „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 3
Sociale zekerheid

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 000

13 000

11 877,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdragen voor de leden van de instelling „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 0 4
Andere beheersuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

675 000

675 000

394 635,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

reiskosten en daarmee samenhangende dagvergoedingen, alsmede bijkomende of bijzondere kosten in het kader van dienstreizen van de voorzitter van de Europese Raad;

representatiekosten van de voorzitter van de Europese Raad in de uitoefening van zijn/haar functie en in het kader van de werkzaamheden van de instelling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 6
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

77 000

77 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten van de leden van de instelling „Europese Raad” in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst.

1 0 1
Beëindiging van de dienst

1 0 1 0
Pensioenen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

170 000

15 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

het ouderdomspensioen van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”;

de overlevingspensioenen (overlevende echtgenoten en wezen) van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”;

de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

1 0 2
Voorziening

1 0 2 0
Voorziening voor gewijzigde rechten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

49 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de rechten van de leden van de instelling „Europese Raad”.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

HOOFDSTUK 1 1 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad voor dit begrotingsjaar.

Op de salarissen, vergoedingen en toelagen is een forfaitaire verlaging van 6 % toegepast om rekening te houden met onvolledige invulling van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad.

1 1 0
Salaris en andere rechten

1 1 0 0
Basissalarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

222 569 000

219 581 059

207 850 887,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris, niet opgenomen jaarlijks verlof en managementtoelagen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1
Aan het ambt verbonden statutaire rechten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 047 000

2 054 000

1 732 593,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

secretariaatstoelagen;

huisvestings- en vervoervergoedingen;

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

overige toelagen en vergoedingen;

overuren (chauffeurs, beveiligingspersoneel, secretariaatspersoneel voor de secretaris-generaal/de voorzitter van de Europese Raad).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2
Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

56 860 000

56 747 000

54 290 525,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

de vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3
Sociale zekerheid

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 983 000

9 178 000

8 689 220,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede de door de instelling te verrichten betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten van tijdelijke functionarissen in hun land van herkomst.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4
Aanpassingscoëfficiënten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

50 000

36 934,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 5
Overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 450 000

1 587 000

1 328 774,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de onderstaande bepalingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 6
Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 720 000

2 991 000

1 615 065,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

de vergoeding bij opzegging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 1
Beëindiging van de dienst

1 1 1 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

166 000

200 000

401 280,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

1 1 1 1
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

74 000

159 661,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die in toepassing van het Statuut of van Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 moeten worden betaald;

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Raad van de Europese Unie (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 5).

1 1 1 2
Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

500 000

527 000

506 301,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten of de wezen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

de bedragen die voortvloeien uit de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

1 1 2
Voorziening

1 1 2 0
Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 476 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

1 1 2 1
Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 2 —   ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 2 0
Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0
Andere personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 259 000

9 022 000

8 301 364,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1
Gedetacheerde nationale deskundigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

953 000

953 000

805 426,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met gedetacheerde nationale deskundigen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2003/479/EG (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

1 2 0 2
Stages

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

607 000

583 000

449 448,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een beurs en de kosten voor studiereizen en dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3
Externe dienstverlening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 075 000

2 306 000

2 088 571,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

extra personeel voor de vergaderingen in Luxemburg en Straatsburg;

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4
Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

250 000

175 000

131 974,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor, enerzijds, het vertaalwerk van externe vertaalbureaus bij tijdelijke werkoverlast in de talendienst van de Raad en, anderzijds, de werkzaamheden bij de verificatie van de versies van overeenkomsten, verdragen en andere regelingen met derde landen in niet-EU-talen.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 2
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende rubrieken van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 3 0
Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0
Diverse uitgaven voor aanwerving

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

167 000

166 000

165 250,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen;

de kosten in verband met de werkzaamheden van jury's, en met name de kosten van gespecialiseerde toetsen ter evaluatie van de bekwaamheid van de kandidaten; in gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken;

de kosten voor het organiseren van outplacementactiviteiten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 950 000

1 930 000

1 909 085,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de organisatiekosten van voortgezette beroepsopleiding en bijscholingscursussen, alsmede van talencursussen, op interinstitutionele basis en binnen de instelling zelf, en competentietests;

de inschrijvingskosten voor de deelname van ambtenaren aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 3 1
Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0
Buitengewone bijstand

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

30 000

30 000

690,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 3 1 1
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

117 000

117 000

125 361,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 1 2
Aanvullende steun voor gehandicapten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

139 000

140 000,—

Toelichting

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

1 3 1 3
Overige sociale uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

66 000

66 000

51 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige sociale uitgaven ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

517 000

460 480

430 769,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

uitgaven voor medische zorgen in verband met de Europese Raad;

operationele uitgaven voor de dispensaria, uitgaven voor verbruiksgoederen, zorg en medische apparatuur;

uitgaven in verband met medische onderzoeken (bij aanwerving en jaarlijks onderzoek);

uitgaven die onder de titel van de invaliditeitscomités en specifieke expertise moeten worden geplaatst;

uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Interne richtlijn nr. 2/2010 van de secretaris-generaal betreffende de terugbetaling van uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

1 3 2 1
Restaurants en kantines

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2 2
Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 593 000

2 250 000

2 014 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

het aan de Commissie te betalen aandeel van de Raad in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen;

de beheerskosten in verband met de exploitatie van het kinderdagverblijf van de Raad.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 957 000 EUR.

1 3 3
Dienstreizen

1 3 3 1
Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 165 000

3 191 000

2 645 754,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van de ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 3 2
Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

600 000

600 000

465 931,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad voor specifieke activiteiten van de Europese Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 4
Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

 

 

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 806 000

1 692 000

1 570 071,—

55,95

Reserves (10 0)

 

700 000

 

 

 

2 806 000

2 392 000

1 570 071,—

 

2 0 0 1

Erfpacht

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 2

Verkrijging van onroerende goederen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 000 000

5 000 000

5 000 000,—

500,00

2 0 0 3

Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 236 000

7 462 000

6 658 723,—

80,85

2 0 0 4

Beveiligingswerkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 740 000

410 000

1 254 572,—

72,10

2 0 0 5

Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

552 000

440 000

546 950,—

99,09

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

14 334 000

15 004 000

15 030 316,—

104,86

Reserves (10 0)

 

700 000

 

 

 

14 334 000

15 704 000

15 030 316,—

 

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

17 647 500

14 324 000

12 702 881,—

71,98

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 316 000

4 163 000

3 606 601,—

67,84

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

13 890 000

11 309 800

9 835 722,—

70,81

2 0 1 3

Verzekeringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

300 000

250 000

221 731,—

73,91

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

720 000

487 000

395 923,—

54,99

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

37 873 500

30 533 800

26 762 858,—

70,66

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

52 207 500

45 537 800

41 793 174,—

80,05

Reserves (10 0)

 

700 000

 

 

 

52 207 500

46 237 800

41 793 174,—

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aanschaf van hardware en software

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

9 248 000

8 890 430

7 854 660,—

84,93

2 1 0 1

Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

20 010 000

20 135 000

20 768 059,—

103,79

2 1 0 2

Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 005 000

5 214 000

4 331 929,—

72,14

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 225 000

3 143 000

2 987 501,—

92,64

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

38 488 000

37 382 430

35 942 149,—

93,39

2 1 1

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 664 000

806 850

508 193,—

19,08

2 1 2

Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0

Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 650 000

1 686 740

2 080 391,—

78,51

2 1 2 1

Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

100 000

66 700

48 133,—

48,13

2 1 2 2

Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

651 000

832 950

659 120,—

101,25

 

Artikel 2 1 2 — Totaal

3 401 000

2 586 390

2 787 644,—

81,97

2 1 3

Vervoer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 868 000

2 146 217

631 506,—

33,81

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

46 421 000

42 921 887

39 869 492,—

85,89

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0

Reiskosten van de delegaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

17 802 000

20 302 000

2 738 275,—

15,38

2 2 0 1

Diverse reiskosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

404 000

456 000

389 668,—

96,45

2 2 0 2

Kosten van vertolking

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

83 900 000

86 991 444

66 722 808,—

79,53

2 2 0 3

Representatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 265 000

2 997 560

1 437 822,—

44,04

2 2 0 4

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 458 000

3 679 000

3 255 324,—

94,14

2 2 0 5

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

511 000

1 588 010

310 798,—

60,82

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

109 340 000

116 014 014

74 854 695,—

68,46

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 461 000

1 261 000

1 145 051,—

78,37

2 2 1 1

Publicatieblad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 816 000

4 967 000

5 358 413,—

111,26

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

380 000

455 000

327 887,—

86,29

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 190 000

2 207 660

1 611 208,—

73,57

 

Artikel 2 2 1 — Totaal

8 847 000

8 890 660

8 442 559,—

95,43

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

536 000

533 700

279 565,—

52,16

2 2 3 1

Porto

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

80 000

90 000

73 621,—

92,03

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

45 000

45 000

42 236,—

93,86

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 2 3 4

Verhuizing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

0,—

0

2 2 3 5

Financiële kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

5 572,—

55,72

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 000 000

1 500 000,—

120,00

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

267 000

231 700

156 164,—

58,49

 

Artikel 2 2 3 — Totaal

2 208 000

1 930 400

2 057 158,—

93,17

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

120 395 000

126 835 074

85 354 412,—

70,90

 

Titel 2 — Totaal

219 023 500

215 294 761

167 017 078,—

76,26

Reserves (10 0)

 

700 000

 

 

 

219 023 500

215 994 761

167 017 078,—

 

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

HOOFDSTUK 2 2 —

OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0
Gebouwen

2 0 0 0
Huur

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 0 0 0

2 806 000

1 692 000

1 570 071,—

Reserves (10 0)

 

700 000

 

Totaal

2 806 000

2 392 000

1 570 071,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen, namelijk:

te Brussel in gebruik zijnde dienstruimten;

te Luxemburg in gebruik zijnde dienstruimten (Kirchberg).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 147 000 EUR.

De kredietaanvragen zijn verlaagd met inachtneming van de geraamde bestemmingsontvangsten.

2 0 0 1
Erfpacht

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2
Verkrijging van onroerende goederen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000 000

5 000 000

5 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3
Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 236 000

7 462 000

6 658 723,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de volgende uitgaven:

inrichting en verbouwing van dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

aanpassing van ruimten en technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 4
Beveiligingswerkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 740 000

410 000

1 254 572,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden in de gebouwen met betrekking tot de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 5
Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

552 000

440 000

546 950,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van, onder meer, de bijstand van deskundigen in het kader van de studies voor aanpassing en verruiming van de gebouwen van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1
Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0
Schoonmaak en onderhoud

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

17 647 500

14 324 000

12 702 881,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

schoonmaken van kantoorruimten;

diverse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden;

technische benodigdheden;

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, elektrische installaties en beveiligingsinstallaties);

onderhoud van tuinen en planten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1
Water, gas, elektriciteit en verwarming

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 316 000

4 163 000

3 606 601,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2
Beveiliging en bewaking van de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

13 890 000

11 309 800

9 835 722,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die de Europese Raad en de Raad in gebruik hebben.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3
Verzekeringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

300 000

250 000

221 731,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4
Overige uitgaven voor de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

720 000

487 000

395 923,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzerings- en informatieborden, controles door gespecialiseerde instanties enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0
Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0
Aanschaf van hardware en software

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 248 000

8 890 430

7 854 660,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1
Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 010 000

20 135 000

20 768 059,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning en opleiding door dienstverlenende en consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het gebruiken en opzetten van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2
Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 005 000

5 214 000

4 331 929,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen, en werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3
Telecommunicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 225 000

3 143 000

2 987 501,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de abonnementen en de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Deze ramingen zijn gemaakt met inachtneming van de bedragen die opnieuw kunnen worden aangewend door de terugvordering van kosten van telefoongesprekken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 664 000

806 850

508 193,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aanschaf van meubilair en van speciaal meubilair;

de vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is of niet meer kan worden gerepareerd;

de huur van meubilair;

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2
Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0
Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 650 000

1 686 740

2 080 391,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf en de vervanging van divers, vast of mobiel, technisch materieel en technische installaties voornamelijk in verband met het archief, de aankoopdienst, de veiligheid, de technische dienst voor conferenties, kantines en gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 1
Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

66 700

48 133,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 2
Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

651 000

832 950

659 120,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het onderhoud en de reparatie daarvan, alsmede werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 3
Vervoer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 868 000

2 146 217

631 506,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

de aanschaf, leasing en vervanging van het wagenpark;

de huur van auto's;

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.);

de kosten verbonden aan het mobiliteitsbeleid van het Secretariaat-Generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0
Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0
Reiskosten van de delegaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

17 802 000

20 302 000

2 738 275,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de terugbetaling van de reiskosten die door het voorzitterschap en de delegaties worden gemaakt bij gelegenheid van:

zittingen van de Raad;

vergaderingen die in het kader van de Raad worden gehouden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 32/2011 van de secretaris-generaal van de Raad betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de lidstaten.

2 2 0 1
Diverse reiskosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

404 000

456 000

389 668,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de secretaris-generaal van de Raad of door de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 21/2009 van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie inzake de vergoeding van de kosten van dienstreizen van andere personen dan personeelsleden van de Raad van de Europese Unie.

2 2 0 2
Kosten van vertolking

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

83 900 000

86 991 444

66 722 808,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de diensten die het DG Tolken van de Commissie (SCIC) voor het secretariaat-generaal van de Raad verricht ten behoeve van vergaderingen van de Europese Raad, de Raad en de voorbereidende instanties, overeenkomstig Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

2 2 0 3
Representatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 265 000

2 997 560

1 437 822,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de Raad op het gebied van representatie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 4
Diverse kosten voor interne vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 458 000

3 679 000

3 255 324,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van catering en maaltijden die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 5
Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

511 000

1 588 010

310 798,—

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1
Informatie

2 2 1 0
Documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 461 000

1 261 000

1 145 051,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analysen van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties (met uitzondering van persbureaus); het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken;

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 1
Publicatieblad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 816 000

4 967 000

5 358 413,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voorbereiding, de uitgave en de verspreiding van de teksten die de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet maken uit hoofde van artikel 297 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met het oog op de inwerkingtreding van rechtshandelingen van de Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2
Algemene publicaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

380 000

455 000

327 887,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of film) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten van de Europese Unie, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de Europese Raad en de Raad die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3
Voorlichting en openbare evenementen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 190 000

2 207 660

1 611 208,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van met name de openbare zittingen van de Raad en van bijstand aan de audiovisuele media die zich bezighouden met de werkzaamheden van de instelling (huur van materieel, dienstverleningscontracten met radio en televisie, aanschaf, onderhoud en reparatie van het benodigde materieel voor radio- en televisie-uitzendingen, externe fotografiediensten enz.);

de kosten van diverse voorlichtings- en publicrelationsactiviteiten;

de uitgaven betreffende publiciteit en promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de Raad, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3
Diverse uitgaven

2 2 3 0
Kantoorbenodigdheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

536 000

533 700

279 565,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aanschaf van papier;

fotokopieën en vaste rechten;

specifiek papier en kantoorbenodigdheden (gebruikelijke benodigdheden);

drukwerk;

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine, stempels, frames);

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1
Porto

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

80 000

90 000

73 621,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2
Studies, enquêtes en adviezen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

45 000

45 000

42 236,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3
Interinstitutionele samenwerking

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de interinstitutionele activiteiten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4
Verhuizing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 000

20 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5
Financiële kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 000

10 000

5 572,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6
Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 250 000

1 000 000

1 500 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten in geval van een veroordeling van de Raad tot betaling van de proceskosten die door een van drie rechterlijke instanties waaruit het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat (zijnde het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken), worden vastgesteld;

door externe advocaten in rekening gebrachte honoraria om de Raad voor de rechtbank te vertegenwoordigen of om hem te adviseren in administratiefrechtelijke en contractuele aangelegenheden;

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de Raad kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7
Overige operationele uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

267 000

231 700

156 164,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor andere verzekeringen dan die met betrekking tot de gebouwen, welke zijn opgenomen onder post 2 0 1 3;

de aankoop van werkkleding voor het personeel overeenkomstig de door DGA vastgestelde regels, van werkmaterieel voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en van het herstel en onderhoud van de werkkleding;

de deelneming van de Raad in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

de overige operationele uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd (vlaggen, diverse diensten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

700 000

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

700 000

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1

1 000 000

2 000 000

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

1 000 000

2 000 000

0,—

0

 

Titel 10 — Totaal

1 000 000

2 700 000

0,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

541 791 500

534 202 300

464 135 055,—

85,67

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

700 000

0,—

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000 000

2 000 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Europese Raad en Raad

Functiegroep en rang

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Niet ingedeeld

1

AD 16

8

1

AD 15

33 (32)

1

AD 14

125 (33)

2

1

AD 13

193

3

AD 12

158

2

2

AD 11

108

AD 10

80

3

AD 9

106

1

AD 8

122

AD 7

188

1

AD 6

133

3

AD 5

140

Totaal AD

1 394

17

3

AST 11

43

2

AST 10

36

1

AST 9

83

AST 8

155

1

AST 7

241

2

AST 6

196

2

AST 5

198

3

AST 4

222

1

AST 3

242

3

AST 2

181

1

AST 1

58

Totaal AST

1 655

16

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

15

Totaal AST/SC

15

Totaal

3 065

33

3

Totaal-generaal

3 101


Functiegroep en rang

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Niet ingedeeld

1

AD 16

8

1

AD 15

33 (34)

1

AD 14

165 (35)

2

1

AD 13

151

3

AD 12

139

2

2

AD 11

89

AD 10

90

3

AD 9

128

1

AD 8

176

AD 7

166

1

AD 6

125

3

AD 5

130

Totaal AD

1 400

17

3

AST 11

30

AST 10

23

1

AST 9

96

AST 8

191

3

AST 7

170

AST 6

167

3

AST 5

205

4

AST 4

238

1

AST 3

257

3

AST 2

136

1

AST 1

67

Totaal AST

1 580

16

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

55

Totaal AST/SC

55

Totaal

3 036

33

3

Totaal-generaal

3 072

AFDELING III

COMMISSIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

519 310 407

494 991 921

474 110 583,79

91,30

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

17 940,10

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

53 683 717

46 994 080

192 054,66

0,36

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

572 994 124

541 986 001

474 320 578,55

82,78

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

282 537 089

289 546 122

315 669 972,25

111,73

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

94 796 621

83 762 947

86 471 454,13

91,22

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

100 000

100 000

70 568,82

70,57

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

377 433 710

373 409 069

402 211 995,20

106,56

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

21 738 484

23 774 384

28 239 167,47

129,90

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

21 738 484

23 774 384

28 239 167,47

129,90

 

Titel 4 — Totaal

972 166 318

939 169 454

904 771 741,22

93,07

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

519 310 407

494 991 921

474 110 583,79

Toelichting

Deze ontvangsten zijn de opbrengst van de belastingen op de salarissen, lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uitkeringen en kinderbijslagen, die worden betaald aan leden van de Commissie, ambtenaren, andere personeelsleden en personen aan wie een vergoeding wordt uitgekeerd bij de beëindiging van een dienstverband bedoeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven en aan gepensioneerden.

De geraamde ontvangsten omvatten ook de bedragen voor de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

17 940,10

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Derhalve heeft dit onderdeel betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

53 683 717

46 994 080

192 054,66

Toelichting

Onder dit artikel wordt de opbrengst geboekt van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

282 537 089

289 546 122

315 669 972,25

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

94 796 621

83 762 947

86 471 454,13

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de betaling aan de Unie van de actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van pensioenrechten die ambtenaren uit hoofde van hun vorige beroepsactiviteiten hebben verworven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

100 000

100 000

70 568,82

Toelichting

Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen, kunnen pensioenrechten blijven verwerven op voorwaarde dat zij ook de kosten van de werkgeversbijdrage op zich nemen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 2 0
Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

21 738 484

23 774 384

28 239 167,47

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

56 275,06

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

133 920,41

 

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 442 908,32

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 633 103,79

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

706 189,02

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 339 292,81

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 529 848,56

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 275 719,99

 

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

10 805 568,55

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

10 805 568,55

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

450 000

1 804 774,81

 

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

10 000 000

10 000 000

6 026 158,93

60,26

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

40 000 000

40 000 000

36 260 716,99

90,65

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

16 820 928,89

 

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 000 000

50 450 000

60 912 579,62

121,83

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

29 585 663,74

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

751,80

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

29 586 415,54

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 257 829,99

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

161 358 669,39

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

169 616 499,38

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

465 786,42

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

465 786,42

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

4 000 000

2 000 000

5 611 764,97

140,29

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

4 000 000

2 000 000

5 611 764,97

140,29

 

Titel 5 — Totaal

54 000 000

52 450 000

279 337 907,29

517,29

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

56 275,06

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

133 920,41

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2
Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 442 908,32

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1
Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2
Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

706 189,02

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten op elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

8 529 848,56

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

2 275 719,99

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

450 000

1 804 774,81

Toelichting

Deze ontvangsten hebben uitsluitend betrekking op bankrenten over de rekeningen-courant van de Commissie.

5 2 1
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

10 000 000

10 000 000

6 026 158,93

Toelichting

Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

5 2 2
Rente op voorfinancieringen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

40 000 000

40 000 000

36 260 716,99

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien, wordt de rente ofwel hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement ofwel teruggevorderd.

In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 8, lid 4, en artikel 21, lid 3, onder d).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

5 2 3
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

16 820 928,89

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die programma's van de Unie beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredende landen beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor programma's van de Unie aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

29 585 663,74

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

751,80

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

8 257 829,99

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

161 358 669,39

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

465 786,42

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

4 000 000

2 000 000

5 611 764,97

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 2

European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 060 314,18

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

527 209 566,75

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

544 269 880,93

 

6 0 2

Overige programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 988 984,03

 

 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

17 988 984,03

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

260 787 394,39

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

190 949,38

 

6 0 3 3

Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

31 735 855,53

 

 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

292 714 199,30

 

 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

854 973 064,26

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

52 762 018,07

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

52 762 018,07

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

12 256,60

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

424 926 415,45

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

800,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 504 528,88

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

729 933,78

 

 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

433 161 678,11

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

676 018,51

 

 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

676 018,51

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

108 962,67

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

25 362,22

 

 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

134 324,89

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

182 689,33

 

 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

182 689,33

 

 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

486 928 985,51

 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 706 828,74

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 269 646,52

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

225 762,99

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

64 201 319,79

 

 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

81 403 558,04

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

81 403 558,04

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

293 208 636,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 322 386,95

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

37 093 666,75

 

 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

41 416 053,70

 

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

87 861 046,04

 

6 3 3

Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 528 537,46

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

9 528 537,46

 

6 3 4

Bijdragen van trustfondsen en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

6 3 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

 

 

 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

432 014 273,20

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 0

Financiële correcties vóór 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, het Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

p.m.

436 120 128,23

 

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

p.m.

 

 

 

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

 

 

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

 

 

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

436 120 128,23

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

512 989 937,39

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

60 000 000

60 000 000

42 606 139,40

71,01

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

60 000 000

60 000 000

555 596 076,79

925,99

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

60 000 000

60 000 000

555 596 076,79

925,99

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

593 564 006,54

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

155 144 099,11

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

80 246 086,87

 

 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

828 954 192,52

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

212 191 255,33

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

212 191 255,33

 

 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 041 145 447,85

 

 

Titel 6 — Totaal

60 000 000

60 000 000

3 888 181 533,88

6 480,30

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

6 0 1
Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1
Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 en 08 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 2
European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

17 060 314,18

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de multilaterale EFDA-overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 3
Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

527 209 566,75

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost), met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma's te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50 (werkzaamheden onder contract), en de artikelen 10 02 50 en 10 03 50 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER- activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit (EU) 2015/... van de Raad van ... betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L …van…, blz. ...).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit … van de Raad van 10 november 2014 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).

Besluit 2015/... van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).

6 0 1 5
Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 6
Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Referentiebesluiten

Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).

6 0 2
Overige programma's

6 0 2 1
Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

17 988 984,03

Toelichting

Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 0 3
Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

260 787 394,39

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz.1).

Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma’s (COM(2013) 218 final), wordt naar verwachting binnenkort ondertekend, en na de ondertekening, kunnen de onderhandelingen over een internationale overeenkomst teneinde Kosovo te associëren met Horizon 2020 van start gaan.

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij de Unieprogramma's opengesteld worden voor de kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

190 949,38

Toelichting

Op deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en het project betreffende de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 02, 14 02 51, 14 03 02 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

6 0 3 3
Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

31 735 855,53

Toelichting

Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten van de Unie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1
Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3
Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

52 762 018,07

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2013 zullen in 2015 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2015 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op EUR 47 700 000.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4
Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

12 256,60

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4
Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3
Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke winstdeelname als gevolg van de subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het kader van de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4
Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5
Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

424 926 415,45

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 1
Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2
Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3
Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

800,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7
Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

7 504 528,88

Toelichting

Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van voorschotten in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF)), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.94, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8
Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

729 933,78

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6
Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7
Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0
Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

676 018,51

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de begrotingsposten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8
Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

108 962,67

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1
Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

25 362,22

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9
Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1
Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

182 689,33

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0
Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

6 2 2
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1
Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

8 706 828,74

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Voltooiing van vroegere programma's

De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3
Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

8 269 646,52

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren en/of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.

6 2 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

225 762,99

Toelichting

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

6 2 2 5
Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en bij de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 2 2 6
Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

64 201 319,79

Toelichting

Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere diensten van de Commissie.

6 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0
Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

293 208 636,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en in Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Het totaal van de geraamde bijdrage blijkt uit de ter informatie in een bijlage bij de staat van uitgaven van deze afdeling weergegeven samenvatting.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2
Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

4 322 386,95

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).

Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

6 3 1 3
Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

37 093 666,75

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 18 02 51 en 18 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/305/EU van de Raad van 21 maart 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 137 van 25.5.2011, blz. 1).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

6 3 2
Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

87 861 046,04

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837 final).

6 3 3
Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp

6 3 3 0
Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

9 528 537,46

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1
Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2
Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4
Bijdragen van trustfondsen en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0
Bijdragen van trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen voor elk trusfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 187, lid 7.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 259.

6 3 4 1
Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de begroting uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor hetzelfde financieringsinstrument, onverminderd artikel 140, lid 9, van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 0
Financiële correcties vóór 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, het Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

436 120 128,23

Toelichting

Oude post 6 5 0 0

Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden de bedragen van de financiële correcties die voordien werden geboekt onder post 6 5 0 0 per programmeringsperiode opgesplitst over de artikelen 6 5 1 tot en met 6 5 4.

Op post 6 5 0 0 werden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL-afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement gaven de op deze post opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 5 1
Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL-afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds voor de programmeringsperioden vóór 2000.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/1977 van de Raad van 21 december 1977 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL-afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds en het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) voor de programmeringsperiode 2000-2006.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) voor de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

512 989 937,39

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

60 000 000

60 000 000

42 606 139,40

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

6 7 0
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

593 564 006,54

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van die verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002). Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De op deze post geboekte ontvangsten werden geraamd op 1 198 600 000 EUR, inclusief 330 000 000 EUR die van 2014 naar 2015 werd overgedragen, overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met een bedrag van 469 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 12, met een bedrag van 54 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 12 en met het resterende bedrag van 675 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

155 144 099,11

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgelopen.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55, van Verordening (EG) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post zijn geraamd op 165 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met dit bedrag voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 3
Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

80 246 086,87

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig titel 1, deel II, hoofdstuk III, deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007, met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post zijn geraamd op 405 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met dit bedrag voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

212 191 255,33

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 uitgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 uitgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

TITEL 7

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

5 000 000

5 000 000

21 269 225,04

425,38

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

3 000 000

3 000 000

739 442,82

24,65

 

Artikel 7 0 0 — Totaal

8 000 000

8 000 000

22 008 667,86

275,11

7 0 1

Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

15 000 000

329 000 000

248 687 696,88

1 657,92

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

23 000 000

337 000 000

270 696 364,74

1 176,94

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

100 000 000

3 636 000 000

2 674 688 673,85

2 674,69

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

p.m.

p.m.

0,—

 

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

p.m.

27 398 000,—

 

 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

3 636 000 000

2 702 086 673,85

2 702,09

HOOFDSTUK 7 2

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 7 2 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 7 — Totaal

123 000 000

3 973 000 000

2 972 783 038,59

2 416,90

HOOFDSTUK 7 0 —

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

HOOFDSTUK 7 2 —

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0
Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

5 000 000

5 000 000

21 269 225,04

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 0 1
Overige interest voor betalingsachterstand

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 000 000

3 000 000

739 442,82

Toelichting

Deze post heeft betrekking op interest voor betalingsachterstand voor vorderingen met uitzondering van de eigen middelen.

Rechtsgronden

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5, van Protocol nr. 32.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

7 0 1
Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

15 000 000

329 000 000

248 687 696,88

Toelichting

Onder dit artikel worden de uitstaande rente op bijzondere bankrekeningen voor boeten en de interest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

100 000 000

3 636 000 000

2 674 688 673,85

Toelichting

De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 1
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.

Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde communautaire benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.

Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), met name artikel 9.

Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).

7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

27 398 000,—

Rechtsgronden

Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 7 2 —   RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

7 2 0
Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0
Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

151 000 000

0,—

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

151 000 000

0,—

 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0,—

 

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

6 890 000

2 477 000

1 839 600,—

26,70

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

6 890 000

2 477 000

1 839 600,—

26,70

 

Titel 8 — Totaal

6 890 000

153 477 000

1 839 600,—

26,70

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 02, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 1
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 04 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 2
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan lidstaten worden verstrekt, wordt beperkt tot hetgeen in de rechtsgrond is bepaald.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0
Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

151 000 000

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Dit artikel is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 1 3
Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van de aflossingen op en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de artikelen 21 02 51 en 21 03 51 in het kader van European Community Investment Partners (ECIP) zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot invoering van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 21 03 51 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7
Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 2 8
Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 04, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 05van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0
Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

6 890 000

2 477 000

1 839 600,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze participatie uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelname van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

30 000 000

30 000 000

22 017 690,62

73,39

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

30 000 000

30 000 000

22 017 690,62

73,39

 

Titel 9 — Totaal

30 000 000

30 000 000

22 017 690,62

73,39

 

TOTAAL-GENERAAL

1 246 056 318

5 208 096 454

8 068 931 511,60

647,56

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

30 000 000

30 000 000

22 017 690,62

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2015 EN 2014) EN VAN DE UITVOERING (2013)

Titel

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

371 022 341

459 000 044

253 013 066

320 994 951

516 692 397,59

400 139 387,76

Reserves (40 02 41)

 

 

2 000 000

2 000 000

 

 

 

371 022 341

459 000 044

255 013 066

322 994 951

516 692 397,59

400 139 387,76

02

ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE

2 535 531 735

2 266 389 455

2 515 114 410

2 158 422 405

1 238 085 555,90

1 452 589 303,52

03

CONCURRENTIE

97 651 538

97 651 538

94 449 737

94 449 737

94 089 015,64

94 089 015,64

04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

13 096 287 655

10 929 478 715

13 839 015 158

11 290 667 447

12 131 114 422,88

14 111 172 824,20

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

57 603 499 558

54 942 151 061

58 046 833 802

55 607 081 983

60 166 941 143,18

58 339 418 873,96

06

MOBILITEIT EN VERVOER

3 281 291 171

2 056 297 929

2 867 184 572

1 003 421 856

1 803 988 848,25

1 058 026 656,55

07

MILIEU

431 362 730

397 271 217

407 273 961

345 906 574

455 719 750,54

365 801 587,64

08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

6 699 218 471

5 987 288 220

6 198 702 491

4 090 645 420

7 954 956 855,58

5 815 310 568,23

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

1 727 107 636

1 726 822 969

1 637 393 330

1 065 238 820

2 086 129 428,41

1 828 162 250,31

10

EIGEN ONDERZOEK

403 970 215

402 052 368

419 601 970

414 982 955

517 956 140,63

500 456 078,24

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

994 277 718

918 939 442

945 484 523

735 433 493

996 754 844,96

820 959 947,94

Reserves (40 02 41)

87 802 756

87 802 756

44 342 000

42 775 000

 

 

 

1 082 080 474

1 006 742 198

989 826 523

778 208 493

996 754 844,96

820 959 947,94

12

INTERNE MARKT EN DIENSTEN

119 361 070

115 369 982

116 892 170

115 128 367

116 997 837,89

116 632 086,03

13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

35 346 780 636

40 720 763 984

33 199 974 062

43 017 623 117

44 170 117 421,67

43 496 250 495,04

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

161 232 912

137 132 884

157 040 580

132 361 974

147 057 581,66

129 288 097,20

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

2 917 681 891

2 661 096 749

2 820 016 221

2 420 679 427

3 302 510 118,96

3 055 079 198,09

16

COMMUNICATIE

244 938 742

239 530 719

246 345 359

250 385 333

268 748 977,69

253 298 743,70

17

GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING

615 740 887

567 183 072

618 152 949

555 734 531

634 716 546,40

601 060 585,90

18

BINNENLANDSE ZAKEN

1 171 568 742

972 070 083

1 201 387 424

765 344 466

1 419 742 790,59

1 035 876 839,77

19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

759 243 944

577 841 739

732 731 450

517 534 455

697 493 985,91

566 030 428,57

20

HANDEL

115 119 115

123 790 917

121 099 618

117 577 301

107 532 675,62

104 022 945,—

21

ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

5 022 821 461

4 307 721 853

5 083 838 180

3 994 827 425

5 989 250 791,15

4 084 383 078,08

22

UITBREIDING

1 524 362 721

975 768 540

1 519 904 352

948 883 056

1 149 715 812,38

925 863 249,28

23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

1 018 951 102

998 541 483

1 006 460 596

1 106 780 137

1 338 641 506,93

1 250 752 783,43

24

FRAUDEBESTRIJDING

79 759 600

76 054 787

78 220 900

76 524 355

79 235 877,01

75 056 925,13

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

191 983 721

191 983 721

194 089 509

194 812 309

194 320 249,—

194 918 694,35

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

997 048 573

991 791 094

1 001 412 220

1 000 789 177

1 118 913 370,76

1 118 022 538,43

27

BEGROTING

70 488 939

70 488 939

95 779 570

95 779 570

133 659 106,36

133 659 106,36

28

AUDIT

11 936 916

11 936 916

11 632 266

11 632 266

11 782 637,50

11 782 637,50

29

STATISTIEK

134 393 726

116 198 129

131 883 729

130 895 146

133 893 157,29

127 498 343,18

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

1 567 119 435

1 567 119 435

1 449 531 000

1 449 531 000

1 397 244 625,91

1 397 244 625,91

31

TALENDIENSTEN

389 488 765

389 488 765

387 604 805

387 604 805

434 543 315,10

434 543 315,10

32

ENERGIE

1 063 846 790

1 035 180 268

933 444 642

653 022 040

745 596 490,49

730 765 647,25

33

JUSTITIE

209 146 382

194 915 117

203 409 105

185 843 405

224 681 031,10

194 968 858,74

34

KLIMAATACTIE

127 447 895

84 247 010

121 468 679

51 536 974

50 258 586,36

45 067 847,44

40

RESERVES

553 167 756

237 802 756

502 523 000

194 775 000

0,—

0,—

 

Totaal

141 654 852 489

137 547 361 900

139 158 909 406

135 502 851 277

151 829 082 897,29

144 868 193 563,47

Waarvan reserves (40 02 41)

87 802 756

87 802 756

46 342 000

44 775 000

 

 

TITEL XX

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

1 847 039 000

1 815 674 000

1 842 838 293,28

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

12 180 000

14 398 000

11 550 291,62

XX 01 01 01 03

Kredieten ter dekking van actualisering van de salarissen

5,2

15 760 000

p.m.

0,—

 

Subtotaal

 

1 874 979 000

1 830 072 000

1 854 388 584,90

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

105 435 000

107 033 000

105 399 027,76

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

5 676 000

7 506 000

7 532 000,—

XX 01 01 02 03

Actualisering van de salarissen

5,2

860 000

p.m.

0,—

 

Subtotaal

 

111 971 000

114 539 000

112 931 027,76

 

Artikel XX 01 01 — Subtotaal

 

1 986 950 000

1 944 611 000

1 967 319 612,66

XX 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

62 714 000

62 598 343

61 085 074,42

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

23 700 000

23 545 000

29 963 232,49

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

37 183 000

38 076 000

42 185 686,88

 

Subtotaal

 

123 597 000

124 219 343

133 233 993,79

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

8 869 000

8 794 000

7 916 497,—

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

1 810 000

1 792 000

2 300 000,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

340 000

337 000

501 000,—

 

Subtotaal

 

11 019 000

10 923 000

10 717 497,—

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

56 654 500

56 654 546

58 541 463,52

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

25 842 500

26 017 658

24 547 212,72

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

12 215 000

12 215 651

11 841 526,16

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

6 394 000

6 394 145

5 224 015,31

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5,2

28 650 000

26 974 674

32 415 607,54

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

12 400 000

12 981 983

14 579 678,90

 

Subtotaal

 

142 156 000

141 238 657

147 149 504,15

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 657 000

5 797 000

6 306 043,50

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

274 000

350 000

500 996,42

 

Subtotaal

 

5 931 000

6 147 000

6 807 039,92

 

Artikel XX 01 02 — Subtotaal

 

282 703 000

282 528 000

297 908 034,86

XX 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

56 169 000

54 612 000

64 248 697,92

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

62 866 000

63 867 000

75 251 111,05

 

Subtotaal

 

119 035 000

118 479 000

139 499 808,97

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

26 872 000

45 057 000

46 908 000,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

906 000

8 741 000

9 638 000,—

 

Subtotaal

 

27 778 000

53 798 000

56 546 000,—

 

Artikel XX 01 03 — Subtotaal

 

146 813 000

172 277 000

196 045 808,97

 

HOOFDSTUK XX 01 — TOTAAL

 

2 416 466 000

2 399 416 000

2 461 273 456,49

HOOFDSTUK XX 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

1 847 039 000

1 815 674 000

1 842 838 293,28

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

12 180 000

14 398 000

11 550 291,62

XX 01 01 01 03

Kredieten ter dekking van actualisering van de salarissen

5,2

15 760 000

p.m.

0,—

 

Post XX 01 01 01 — Totaal

 

1 874 979 000

1 830 072 000

1 854 388 584,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

de overige toelagen en vergoedingen;

de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis;

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen;

de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie;

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie;

de kosten van een eventuele actualisering van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 49 600 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

XX 01 01 02
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

105 435 000

107 033 000

105 399 027,76

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

5 676 000

7 506 000

7 532 000,—

XX 01 01 02 03

Actualisering van de salarissen

5,2

860 000

p.m.

0,—

 

Post XX 01 01 02 — Totaal

 

111 971 000

114 539 000

112 931 027,76

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 01 02, 20 01 01 02, 21 01 01 02 en 22 01 01 02, betreffende de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten van de Commissie voorkomt, ter dekking van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

de overige toelagen en vergoedingen;

de overuren;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

de kosten van een eventuele actualisering van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij vertrek of bij overplaatsing met verandering van standplaats;

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

XX 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01
Aan de instelling verbonden extern personeel

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

62 714 000

62 598 343

61 085 074,42

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

23 700 000

23 545 000

29 963 232,49

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

37 183 000

38 076 000

42 185 686,88

 

Post XX 01 02 01 — Totaal

 

123 597 000

124 219 343

133 233 993,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden;

uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten;

personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel;

uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen;

de kosten van een eventuele actualisering van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de EVA in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 200 412 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 1 566 914 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

XX 01 02 02
Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

8 869 000

8 794 000

7 916 497,—

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

1 810 000

1 792 000

2 300 000,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

340 000

337 000

501 000,—

 

Post XX 01 02 02 — Totaal

 

11 019 000

10 923 000

10 717 497,—

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 02, 20 01 02 02, 21 01 02 02 en 22 01 02 02, betreffende extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Voor jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen in opleiding in de delegaties van de Unie dient dit krediet ter dekking van:

de financiering of cofinanciering van de uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (academici) bij delegaties van de Unie;

de kosten van studiebijeenkomsten die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij delegaties van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02 11
Overige beheersuitgaven van de instelling

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

56 654 500

56 654 546

58 541 463,52

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

25 842 500

26 017 658

24 547 212,72

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

12 215 000

12 215 651

11 841 526,16

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

6 394 000

6 394 145

5 224 015,31

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5,2

28 650 000

26 974 674

32 415 607,54

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

12 400 000

12 981 983

14 579 678,90

 

Post XX 01 02 11 — Totaal

 

142 156 000

141 238 657

147 149 504,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende gedecentraliseerde huishoudelijke uitgaven:

Dienstreizen:

vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd (terug te ontvangen bedragen van kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten).

Representatiekosten:

kosten in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst, die voor vergoeding in aanmerking komen (er bestaat geen representatieverplichting jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie).

Vergaderingen van deskundigen:

vergoeding van de kosten voor de werking van door de Commissie ingestelde of bijeengeroepen deskundigengroepen: reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe vertegenwoordigingen (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Conferenties:

uitgaven voor door de Commissie georganiseerde conferenties, congressen en vergaderingen met het oog op de uitvoering van het beleid op de verschillende gebieden, evenals uitgaven voor een netwerk voor organen en instellingen op het gebied van financiële controle, inclusief een jaarlijkse bijeenkomst tussen deze organisaties en leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, zoals gevraagd in paragraaf 88 van de resolutie van het Europees Parlement van 27 april 2006 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2004, afdeling III — Commissie (PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5);

uitgaven met betrekking tot de organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten, opleidingscursussen en stages voor de ambtenaren van de lidstaten die de door de uniale fondsen gefinancierde acties of de inning van eigen middelen van de Unie beheren of controleren of meewerken aan het systeem van uniale statistieken, alsmede uitgaven voor de ambtenaren van de staten van Midden- en Oost-Europa die de in het kader van de uniale programma's gefinancierde acties beheren of controleren;

uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren uit derde landen, wanneer de uitoefening van hun beheers- of controlefunctie rechtstreeks verband houdt met de bescherming van de financiële belangen van de Unie;

uitgaven voor de deelneming door de Commissie aan conferenties, congressen en vergaderingen;

inschrijvingskosten voor conferenties, met uitsluiting van uitgaven voor vorming;

de kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

Vergaderingen van comités:

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die zijn opgeroepen in het kader van de krachtens het Verdrag en krachtens verordeningen van het Europees Parlement en de Raad of verordeningen van de Raad opgerichte comités, en overige kosten van de vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Studies en raadplegingen:

uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de Commissie niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

uitgaven voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van twee studies over:

1.

De haalbaarheid en levensvatbaarheid op lange termijn van een pan-Europees verklikkernetwerk voor vroegtijdige opsporing van nieuwe risico's op het gebied van allergieën

Doel van deze studie is de levensvatbaarheid op lange termijn van een pan-Europees verklikkernetwerk voor vroegtijdige opsporing van nieuwe risico's op het gebied van allergieën te bewijzen. Het verklikkernetwerk dient de hierna volgende langetermijndoelstellingen te hebben:

het invoeren van een centrale databank, het inzamelen van gegevens (per lidstaat en voor de gehele Unie), het analyseren en regelmatig publiceren van gegevens;

het inventariseren van nieuwe trends in allergische aandoeningen vooraleer zij een ernstig volksgezondheidsprobleem worden, dat de Europese zorgstelsels extra onder druk zet;

het rapporteren aan beleidsmakers en het tijdig waarschuwen ervan voor nieuwe allergenen die actie vereisen;

het opzetten van een duurzaam systeem van bewustmaking, te beginnen bij de scholen, met als doel de last van allergieën op de samenleving te doen afnemen.

Acties:

beoordelen van bestaande nationale stelsels van toezicht op allergieën die aan het verklikkernetwerk kunnen worden gekoppeld;

de bestaande infrastructuur van meer dan 100 allergiecentra bij het project betrekken, zodat het gehele grondgebied van de Unie afgedekt wordt. Dit netwerk bestaat al een paar jaar en groeit nog steeds, wat de levensvatbaarheid van het project bevestigt;

genormaliseerde series gebruiken voor luchtweg- en voedselallergieën (rekening houdend met regionale verschillen) in 100 centra voor alle patiënten en deze acties uitbreiden in de gehele Unie. Dit maakt het mogelijk op een gestandaardiseerde manier trends op het gebied van allergieën in patiënten te volgen;

in een proefstudie gebruikmaken van een patiëntensteekproef met zogenaamde „reporters” voor permanent toezicht op allergieën in bepaalde centra, waarbij gebruik wordt gemaakt van internet- en smartphonetechnologie („aeroallergen sentinel network”);

gevallen van onbekende allergieën op het gebied van luchtweg-, voedsel-, geneesmiddelen- of contactallergieën in een centrale databank invoeren, met als doel nieuwe allergenen in de Unie vroegtijdig op te sporen;

de bevindingen van de studie verspreiden onder beleidsmakers, beroepsbeoefenaren uit de zorgsector en het publiek.

2.

Inzicht in en bepaling van het belang van de culturele en creatieve sectoren voor groei en territoriale ontwikkeling

De culturele en creatieve sectoren (CCI) dragen aanzienlijk bij aan het vormgeven van de identiteit, de economie en het leven van de burgers van de Europese Unie. Cultureel erfgoed, muziek, film, entertainment, uitgeverij, mode, design, architectuur en ambachten zijn culturele verschijningsvormen op het raakvlak van kunst, technologie en commercie. In haar mededeling van 26 september 2012 over de „Steun aan culturele en creatieve sectoren ten behoeve van groei en banen in de EU” (COM(2012) 537 final) meldt de Commissie dat deze sectoren een economische bijdrage leveren van 3,3 % van het bbp van de Unie en werk bieden aan 6,7 miljoen mensen. Naast hun intrinsieke culturele waarde en hun economisch belang hebben deze sectoren bredere gevolgen voor de economische en sociale ontwikkeling, vanwege hun invloed op andere sectoren, op de regionale aantrekkelijkheid of door het stimuleren van creativiteit en innovatie.

Maar de bijdrage die de culturele en creatieve sectoren kunnen leveren aan de sociale en economische ontwikkeling in de Unie, wordt nog niet volledig erkend.

In zijn resolutie van 12 mei 2011 over de ontsluiting van het potentieel van de cultuurindustrie en de creatieve bedrijfstakken wees het Europees Parlement erop dat het nodig is de impact van de CCI op de Europese economie te analyseren „door middel van een vaststelling, definitie en beschrijving per type activiteit, teneinde de aandacht te vestigen op de verschillende specifieke eigenschappen, een beter begrip te krijgen van de doelstellingen en problemen en efficiëntere maatregelen ten uitvoer te leggen”. In dezelfde resolutie vroeg het Parlement de Commissie „door te gaan met haar streven naar een betere omschrijving van de CCI ten behoeve van een diepgaande analyse van hun effect op de langetermijngroei en het internationale concurrentievermogen, en de waardering van de kenmerkende eigenschappen van deze sector te stimuleren”.

De Unie beschikt niet over informatie of indicatoren om de bijdrage van culturele sectoren aan de economische ontwikkeling te meten, waardoor initiatieven en investeringen in deze sectoren worden gefragmenteerd, belemmerd en ontmoedigd. Zo fungeert bijvoorbeeld het label Europese culturele hoofdsteden als katalysator voor stadsvernieuwing en territoriale aantrekkelijkheid. Er zijn echter geen omvattende gegevens beschikbaar over de impact van investeringen tijdens het labelproject. Daarnaast is er weinig inzicht in de wijze waarop economische en sociale innovatie wordt gestimuleerd door culturele hulpbronnen en actoren die de kern vormen van creatieve ecosystemen.

Informatie- en beheerssystemen:

ontwikkeling en onderhoud onder contract van informatie- en beheerssystemen;

aanschaf en onderhoud van volledige (bedrijfsklare) administratieve informatie- en beheerssystemen (personeelsbeheer, begroting, financiën, boekhouding enz.);

studies, documentatie en opleiding in verband met deze systemen, alsmede het beheer van de werkzaamheden;

verwerving van kennis en deskundigheid op het gebied van de gegevensverwerking in alle diensten: kwaliteit, veiligheid, technologie, ontwikkelingsmethodologie, beheer van computersystemen enz.;

technische ondersteuning van deze systemen en uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de goede functionering ervan.

Bijscholing en managementopleidingen:

uitgaven voor algemene opleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en uitgaven voor leslokalen, vervoer, maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de EVA in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 833 500 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 6 265 900 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

XX 01 02 12
Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 657 000

5 797 000

6 306 043,50

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

274 000

350 000

500 996,42

 

Post XX 01 02 12 — Totaal

 

5 931 000

6 147 000

6 807 039,92

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 12, 20 01 02 12, 21 01 02 12 en 22 01 02 12 betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten;

de medische kosten van plaatselijke functionarissen met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Commissie/Unie hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken;

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie of de EDEO georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als verfrissingen en maaltijden;

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 18 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

56 169 000

54 612 000

64 248 697,92

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

62 866 000

63 867 000

75 251 111,05

 

Post XX 01 03 01 — Totaal

 

119 035 000

118 479 000

139 499 808,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

uitrusting op het gebied van telecommunicatie binnen de gebouwen van de Commissie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons;

informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing van apparatuur (waaronder inktpatronen) voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten en scanners;

aankoop, huur of leasing van in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken, en voor de verwerving van elektronische informatiedragers, uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en van de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

kosten van technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, opleiding op het gebied van de informatica van algemeen belang, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur;

uitgaven in verband met het Data Centre:

aankoop, huur of leasing van computers, randapparatuur en programmatuur van het Data Centre, alsmede helpdesks;

onderhoud, ondersteuning, studies, documentatie, opleiding en benodigdheden voor deze apparatuur, alsmede extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden;

het onder contract ontwikkelen en onderhouden van de voor de werking van het Data Centre benodigde programmatuur.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 487 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

XX 01 03 02
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

26 872 000

45 057 000

46 908 000,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

906 000

8 741 000

9 638 000,—

 

Post XX 01 03 02 — Totaal

 

27 778 000

53 798 000

56 546 000,—

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 03 02, 20 01 03 02, 21 01 03 02 en 22 01 03 02, betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen;

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen voor ambtenaren die buiten de Unie zijn tewerkgesteld: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen;

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren binnen de Unie worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

aankoop, onderhoud en reparatie van apparatuur zoals generatoren en airconditioning voor huisvesting van ambtenaren;

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

TITEL 01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

86 157 823

86 157 823

83 080 772

83 080 772

83 398 017,98

83 398 017,98

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

12 000 000

10 182 544

9 000 000

9 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

Reserves (40 02 41)

 

 

2 000 000

2 000 000

 

 

 

12 000 000

10 182 544

11 000 000

11 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

222 364 518

218 627 579

118 432 294

81 625 305

155 829 269,89

156 189 345,19

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

50 500 000

144 032 098

42 500 000

147 288 874

264 429 569,50

148 685 679,50

 

Titel 01 — Totaal

371 022 341

459 000 044

253 013 066

320 994 951

516 692 397,59

400 139 387,76

Reserves (40 02 41)

 

 

2 000 000

2 000 000

 

 

 

371 022 341

459 000 044

255 013 066

322 994 951

516 692 397,59

400 139 387,76

HOOFDSTUK 01 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

5,2

67 648 566

64 439 155

63 344 044,90

93,64

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 323 049

6 403 755

6 955 354,37

110,00

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 591 468

7 766 066

8 057 581,71

106,14

 

Artikel 01 01 02 — Subtotaal

 

13 914 517

14 169 821

15 012 936,08

107,89

01 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

5,2

4 294 740

4 171 796

4 742 165,49

110,42

01 01 03 04

Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

5,2

300 000

300 000

298 871,51

99,62

 

Artikel 01 01 03 — Subtotaal

 

4 594 740

4 471 796

5 041 037,—

109,71

 

Hoofdstuk 01 01 — Totaal

 

86 157 823

83 080 772

83 398 017,98

96,80

01 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

67 648 566

64 439 155

63 344 044,90

01 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

01 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 323 049

6 403 755

6 955 354,37

01 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 591 468

7 766 066

8 057 581,71

Toelichting

Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om een evenwichtigere vertegenwoordiging van belanghebbenden (het bedrijfsleven, kmo's, vakbonden, consumentenorganisaties enz.) te waarborgen in deskundigengroepen die ten laste van deze post worden gefinancierd, om een verplichte open selectieproces voor leden van deskundigengroepen in te voeren en om belangenconflicten te voorkomen.

01 01 03
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

01 01 03 01
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 294 740

4 171 796

4 742 165,49

01 01 03 04
Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

300 000

300 000

298 871,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

aankoop, huur of leasing, installatie en onderhoud van elektronische kantoorapparatuur, computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur alsmede van de benodigde software;

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms enz.);

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

kosten voor verbinding met telecommunicatienetwerken zoals SWIFT (interbancair) en CoreNet (beveiligd netwerk dat door de ECB is opgezet) en aanverwante infrastructuur en diensten;

installatie, configuratie, onderhoud, studies, beoordelingen, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 02 —   ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

01 02 01

Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

1,1

12 000 000

10 182 544

9 000 000

9 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

116,54

Reserves (40 02 41)

 

 

 

2 000 000

2 000 000

 

 

 

 

 

12 000 000

10 182 544

11 000 000

11 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

 

01 02 02

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 02 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Hoofdstuk 01 02 — Totaal

 

12 000 000

10 182 544

9 000 000

9 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

116,54

Reserves (40 02 41)

 

 

 

2 000 000

2 000 000

 

 

 

 

 

12 000 000

10 182 544

11 000 000

11 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

 

01 02 01
Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 02 01

12 000 000

10 182 544

9 000 000

9 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

Reserves (40 02 41)

 

 

2 000 000

2 000 000

 

 

Totaal

12 000 000

10 182 544

11 000 000

11 000 000

13 035 540,22

11 866 345,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het geharmoniseerde programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie in de lidstaten en kandidaat-lidstaten. Het programma is in november 1961 bij een besluit van de Commissie in werking gesteld en is middels opeenvolgende besluiten van de Raad en de Commissie gewijzigd. Het is laatstelijk goedgekeurd bij Besluit C (97) 2241 van de Commissie van 15 juli 1997 en op 12 juli 2006 gepresenteerd in Mededeling COM(2006) 379 van de Commissie (PB C 245 van 12.10.2006, blz. 5).

Het dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analyses, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met:

de monitoring van de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid;

de externe aspecten van de economische en monetaire unie (EMU);

de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone;

de monitoring van de structurele hervormingen en de verbetering van de functionering van de markten in de EMU;

de coördinatie met de financiële instellingen, de analyse en ontwikkeling van de financiële markten en de leen- en uitleenoperaties waarbij lidstaten betrokken zijn;

het mechanisme voor financiële ondersteuning van de betalingsbalans van de lidstaten en het Europees financieel stabilisatiemechanisme;

de samenwerking met de economische actoren en besluitvormers op de bovengenoemde gebieden;

de uitbreiding van de EMU.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de financiering van prioritaire voorlichtingsacties met betrekking tot de uniale beleidsterreinen betreffende alle aspecten van de regels en de werking van de EMU, alsmede met betrekking tot de voordelen van nauwere beleidscoördinatie en structurele hervormingen, en om te voorzien in bij burgers, lagere overheden en ondernemingen bestaande behoeften aan informatie over de euro.

Deze actie wordt gezien als een effectief instrument voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Europese Unie en de instellingen van de Unie. In deze actie wordt rekening gehouden met de specifieke nationale en regionale kenmerken, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten. Er wordt bijzondere nadruk gelegd op de voorbereiding van de burgers in de nieuwe lidstaten op de invoering van de euro.

Daartoe behoren:

partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten die informatiecampagnes over de euro of over de Economische en Monetaire Unie (EMU) willen opzetten;

nauwe samenwerking met en netwerkvorming tussen alle lidstaten in het kader van het netwerk van voorlichtingsverantwoordelijken voor EMU-aangelegenheden;

de ontwikkeling van communicatieactiviteiten op centraal niveau (brochures, folders, nieuwsbrieven, ontwerp, ontwikkeling en onderhoud van websites, tentoonstellingen, standen, conferenties, seminars, audiovisuele producten, opiniepeilingen, onderzoeken, studies, promotiemateriaal, jumelageprogramma's enz.);

voorlichtingsinitiatieven in derde landen om met name te wijzen op de internationale rol van de euro en op het belang van financiële integratie.

Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

De Commissie heeft haar voorlichtingsstrategie inzake de euro uiteengezet in een mededeling op 11 augustus 2004 over de uitvoering van een voorlichtings- en communicatiestrategie over de euro en de Economische en Monetaire Unie (COM(2004) 552 final). De voorlichtingsstrategie wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten en het Europees Parlement uitgevoerd.

De Commissie brengt periodiek verslag uit aan de desbetreffende commissie van het Europees Parlement over de uitvoering van het programma en over de planning voor het volgende jaar.

Dit krediet dient ook ter dekking van of ter tijdelijke prefinanciering van de kosten die de Unie heeft gemaakt bij het tot stand brengen en uitvoeren van operaties in verband met de leen- en uitleenoperaties voor macrofinanciële bijstand, Euratom, de betalingsbalans en het Europees financieel stabilisatiemechanisme.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

01 02 02
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije(PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

01 02 03
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid financiële bijstand van de Unie aan een lidstaat te verstrekken in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 moet het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van dit stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, worden beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen van de Unie.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de aflossing van de schulden tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 17 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 122, lid 2.

HOOFDSTUK 01 03 —   INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

4

0,—

 

 

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

 

 

 

Artikel 01 03 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

 

 

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

4

77 955 000

74 218 061

60 000 000

23 193 011

169 269,89

529 345,19

0,71

01 03 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 03 04

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 03 05

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds

4

144 409 518

144 409 518

58 432 294

58 432 294

155 660 000,—

155 660 000,—

107,79

 

Hoofdstuk 01 03 — Totaal

 

222 364 518

218 627 579

118 432 294

81 625 305

155 829 269,89

156 189 345,19

71,44

01 03 01
Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 01 02
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Het eigen kapitaal van de EBWO bedraagt thans 30 000 000 000 EUR, waarbij in totaal 900 440 000 EUR van het aandelenkapitaal (3 %) is geplaatst door de Unie. Van dit geplaatste aandelenkapitaal is 187 810 000 EUR volgestort, hetgeen betekent dat er nog een opvraagbaar gedeelte van 712 630 000 EUR rest.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 02
Macrofinanciële bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 955 000

74 218 061

60 000 000

23 193 011

169 269,89

529 345,19

Toelichting

Macrofinanciële bijstand (MFB) is een vorm van financiële steun die door de Unie wordt toegekend aan partnerlanden die een betalingsbalanscrisis doormaken. MFB is bestemd voor landen die geografisch, economisch en politiek dicht bij de Unie liggen. Daartoe behoren kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen en, in sommige omstandigheden, andere derde landen. In principe is MFB alleen beschikbaar voor landen die van een programma van het Internationaal Monetair Fonds profiteren.

MFB is uitzonderlijk en wordt per geval ingezet om landen te helpen bij het aanpakken van ernstige betalingsbalansmoeilijkheden. Het doel ervan is de externe financiële situatie weer houdbaar te maken en daarbij economische aanpassingen en structurele hervormingen aan te moedigen.

Hoewel MFB de vorm kan aannemen van leningen of subsidies op middellange/lange termijn of een combinatie daarvan, dient dit artikel alleen ter dekking van het subsidie-element van MFB-operaties.

Kredieten uit hoofde van dit artikel zullen ook worden gebruikt ter dekking van kosten die zijn gemaakt in verband met MFB-operaties, en met name: i) kosten die zijn gemaakt om operationele beoordelingen in de begunstigde landen te verrichten om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over het functioneren van de administratieve procedures en financiële circuits, ii) kosten voor ex post evaluaties van MFB-operaties, en iii) kosten ter dekking van comitologievereisten.

De Commissie zal de begrotingsautoriteit regelmatig op de hoogte brengen van de macrofinanciële situatie in de begunstigde landen en zal eenmaal per jaar uitvoerig verslag uitbrengen van de tenuitvoerlegging van MFB.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002).

Besluit nr. 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

01 03 03
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met de hieronder genoemde leningsbesluiten.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59), voor een bedrag van 40 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57), voor een bedrag van maximaal 30 000 000 EUR in hoofdsom in de vorm van een lening voor een periode van 15 jaar.

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29), voor een bedrag van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31), voor een bedrag van maximaal 50 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11), voor een bedrag van maximaal 245 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2004/861/EG van de Raad van 7 december 2004 tot wijziging van Besluit 2002/883/EG van de Raad tot toekenning van extra macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 80).

Besluit 2004/862/EG van de Raad van 7 december 2004 betreffende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 81).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz.1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

01 03 04
Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Het maximumbedrag van de door Euratom opgenomen leningen voor de lidstaten en derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR, zoals vermeld in artikel 01 04 03.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Zie voor de rechtsgrond voor Euratom-leningen ook artikel 01 04 03.

01 03 05
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de leningen die door de Europese Investeringsbank (EIB) worden toegekend in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie tegenover de landen van het Middellandse Zeegebied.

Dat besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de EIB die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een totaalgarantie wordt ingevoerd ten belope van 75 % van het totaal van de geopende kredieten uit hoofde van in de volgende landen te verstrekken leningen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Syrië, Israël, Jordanië, Egypte, voormalig Joegoslavië en Libanon.

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de EIB werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Bulgarije, welke op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg werd ondertekend.

Overeenkomstig de Besluiten 93/115/EEG en 96/723/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Europese Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Besluit 93/115/EEG ligt ten grondslag aan een waarborgcontract dat werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg. Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Overeenkomstig Besluit 95/207/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend aan Zuid-Afrika. Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die is ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 25 juli 1997 in Brussel en op 29 juli 1997 in Luxemburg ondertekend, volgens welke de garantie wordt beperkt tot 70 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het algemene plafond van de uitstaande kredieten is gelijk aan 7 105 000 000 EUR.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 24 januari 2000 te Brussel en op 17 januari 2000 te Luxemburg ondertekend, welke laatstelijk in 2005 is aangepast en volgens welke de garantie wordt beperkt tot 65 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totaalbedrag aan uitstaande kredieten beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De EIB wordt verzocht 30 % te beschouwen als een streefcijfer voor de dekking van het handelsrisico door middel van niet-soevereine garanties. Dit percentage dient steeds te worden verhoogd zodra de markt dat toelaat.

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen van de EIB op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus. Het totaalbedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 januari 2007. Aangezien bij het verstrijken van deze periode het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet het bovengenoemde plafond bereikt had, is de periode automatisch met zes maanden verlengd.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel ondertekend, volgens welke een garantie wordt verleend tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan kredieten dat in het kader van dit besluit voor alle landen tezamen ter beschikking wordt gesteld, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. Dat besluit is vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG.

Besluit nr. 633/2009/EG ligt ten grondslag aan een op 28 oktober 2009 ondertekende wijziging op de garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Voor de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de geannuleerde bedragen, geldt een plafond van 27 800 000 000 EUR, dat is uitgesplitst over een basisplafond van 25 800 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 oktober 2011.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR en een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode die begint op 1 februari 2007 en eindigt op 31 december 2013, met een verlenging tot het nieuwe besluit in werking is getreden.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 juli 2014 te Luxemburg en op 25 juli 2014 te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties onder de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het maximumplafond van de financieringsverrichtingen van de EIB onder de Uniegarantie, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 30 000 000 000 EUR, opgesplitst over een basisplafond van 27 000 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 3 000 000 000 EUR. Het Europees Parlement en de Raad beslissen volgens de gewone wetgevingsprocedure over de gehele of gedeeltelijke activering van het facultatief mandaat. De Uniegarantie dekt de financieringsverrichtingen van de EIB ondertekend voor een periode die begint op 25 juli 2014 en eindigt op 31 december 2020, met een verlenging van zes maanden indien het Europees Parlement en de Raad geen nieuw besluit aangenomen hebben, volgens welke een Uniegarantie van de EIB wordt verleend voor verliezen op haar financieringsverrichtingen buiten de Unie voor een periode tot eind 2020.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met door de EIB verstrekte leningen.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het tweede protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filippijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) gesloten heeft (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank (EIB) op leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

01 03 06
Voorziening van het Garantiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

144 409 518

58 432 294

155 660 000,—

Toelichting

Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds volgens de voorzieningsregeling van dit fonds en voor de betaling van de operationele kosten die verbonden zijn aan het beheer van het fonds en aan de externe evaluatie die zal plaatsvinden in het kader van de mid-term review van het externe mandaat van de EIB.

Uit hoofde van artikel 810 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement en artikel 10 van Besluit nr. 466/2014/EU.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsoperaties ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Europese Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 04 —   FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

01 04 01

Europees Investeringsfonds

01 04 01 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

1,1

50 000 000

43 514 489

42 500 000

42 500 000

0,—

0,—

0

01 04 01 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 01 04 01 — Subtotaal

 

50 000 000

43 514 489

42 500 000

42 500 000

0,—

0,—

0

01 04 02

Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

550 000,—

 

01 04 03

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) (van voor 2014)

1,1

p.m.

100 267 609

p.m.

104 788 874

264 429 569,50

148 135 679,50

147,74

01 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 01

Proefproject — Versterking van de samenwerking en synergieën tussen nationale stimuleringsbanken teneinde de langetermijnfinanciering van de reële economie te ondersteunen

1,1

500 000

250 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 01 04 77 — Subtotaal

 

500 000

250 000

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 01 04 — Totaal

 

50 500 000

144 032 098

42 500 000

147 288 874

264 429 569,50

148 685 679,50

103,23

01 04 01
Europees Investeringsfonds

01 04 01 01
Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

43 514 489

42 500 000

42 500 000

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de financiering van de terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) werd in 1994 opgericht. Het is opgericht door de Europese Gemeenschap (daartoe vertegenwoordigd door de Commissie), de Europese Investeringsbank (EIB) en een aantal financiële instellingen. Momenteel is bij Besluit 94/375/EG bepaald dat de Unie lid is van het EIF.

In de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 december 2013 riep de Europese Raad de Commissie en de EIB op om de capaciteit van het EIF verder te versterken door middel van een verhoging van het kapitaal ervan met als doel tegen mei 2014 een definitief akkoord te bereiken.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 01 02
Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een opvraging ten bedrage van het door de Unie geplaatste kapitaal.

In de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 december 2013 riep de Europese Raad de Commissie en de EIB op om de capaciteit van het EIF verder te versterken door middel van een verhoging van het kapitaal ervan met als doel tegen mei 2014 een definitief akkoord te bereiken.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 02
Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

550 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en juridische bijstand die nodig is voor de beoordeling van de veiligheids- en milieuaspecten en de economische en financiële kanten van de projecten waarvoor om financiering in de vorm van een Euratom-lening is gevraagd, met inbegrip van studies van de Europese Investeringsbank (EIB). De maatregelen moeten het tevens mogelijk maken om leningsovereenkomsten te sluiten en uit te voeren.

De in dit artikel opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor de dekking of tijdelijke voorfinanciering van de kosten die de Unie maakt in het kader van de sluiting en uitvoering van transacties voor het aangaan en verstrekken van Euratom-leningen.

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder artikel 5 5 1 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Het bedrag aan bestemmingsontvangsten wordt voor 2014 geraamd op 1 235 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

01 04 03
Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Er werd machtiging verleend tot het opnemen van leningen tot een maximumbedrag van 4 000 000 000 EUR, waarvan 500 000 000 EUR bij Besluit 77/270/Euratom, 500 000 000 EUR bij Besluit 80/29/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 82/170/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 85/537/Euratom en 1 000 000 000 EUR bij Besluit 90/212/Euratom.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).

Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).

Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).

Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).

01 04 51
Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) (van voor 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 267 609

p.m.

104 788 874

264 429 569,50

148 135 679,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Ofschoon de vastleggingsperiode is afgelopen, moeten de faciliteiten nog enkele jaren worden beheerd, omdat er betalingen zullen moeten worden verricht voor investeringen en om de garantieverplichtingen na te komen. De rapportage- en toezichtsvoorschriften zullen dus doorlopen totdat de faciliteiten ten einde lopen.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen zorg dragen voor de schuldendienst. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), van toepassing.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen die onder artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten worden geboekt, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op dit artikel overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

01 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 01
Proefproject — Versterking van de samenwerking en synergieën tussen nationale stimuleringsbanken teneinde de langetermijnfinanciering van de reële economie te ondersteunen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Nationale (en regionale) stimuleringsbanken worden, samen met de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF), beschouwd als belangrijke actoren om langetermijnprojecten op Europees niveau te financieren. In haar mededeling van 27 maart 2014 over de langetermijnfinanciering van de Europese economie, een vervolg op een Groenboek, heeft de Commissie bevestigd dat tijdens de raadpleging „werd opgeroepen tot meer gezamenlijke Unienationale of multinationale initiatieven, eenvoudigere procedures voor het bevorderen van samenwerking en synergiën tussen de Uniebegroting en de EIB/het EIF, multilaterale ontwikkelingsbanken en nationale stimuleringsbanken”. In die mededeling heeft de Commissie toegezegd dat zij „de samenwerking tussen de nationale stimuleringsbanken en de EIB/het EIF en mogelijk ook met andere multilaterale ontwikkelingsbanken [zal] aanmoedigen en monitoren zoals de Europese Raad van juni 2013 haar heeft gevraagd, en in december 2014 verslag [zal] uitbrengen aan de Raad”.

In dit verband is het van belang de Commissie in staat te stellen een proefproject te ontwikkelen waarbij, middels zichtbare steun uit de Uniebegroting, een gestructureerd netwerk van nationale en regionale stimuleringsbanken in de lidstaten wordt gecreëerd, teneinde hun samenwerking te versterken en de doelstelling van langetermijnfinanciering van de reële economie te verwezenlijken, om aldus de groei op de lange termijn, het welzijn en de werkgelegenheid in Europa te ondersteunen. Deze samenwerking zal de uitwisseling van beste praktijken stimuleren en bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve systemen om particulier kapitaal naar kmo's te sluizen en naar projecten van publiek belang, zoals investeringen in materiële en immateriële infrastructuur, met name in de regio's die het zwaarst te lijden hebben onder recessie en werkloosheid.

Hiertoe zal het project de volgende activiteiten omvatten:

de bevordering van de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de deelnemers onderling en tussen de deelnemers en de Europese instellingen door middel van vergaderingen, seminars en publicaties;

de opzet van onderzoeksprogramma's en de organisatie van conferenties voor de deelnemers;

de ontwikkeling van initiatieven om het concept van langetermijninvestering binnen de economische en financiële sector te ondersteunen;

de bevordering van het wegnemen van obstakels en de ontwikkeling van stimulansen om langetermijninvesteringen te stimuleren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

TITEL 02

ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE”

115 318 925

115 318 925

119 518 872

119 518 872

119 780 399,12

119 780 399,12

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

288 603 548

214 798 246

247 057 275

118 952 585

91 675 038,39

123 136 954,14

02 03

INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

48 156 000

40 685 811

39 170 000

32 330 554

48 191 455,03

33 735 448,56

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

445 593 262

430 088 889

401 518 263

486 556 651

898 113 455,77

716 840 308,37

02 05

EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

1 083 990 000

955 700 989

1 347 417 000

1 214 387 928

22 839 413,59

408 147 668,59

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

553 870 000

509 796 595

360 433 000

186 675 815

57 485 794,—

50 948 524,74

 

Titel 02 — Totaal

2 535 531 735

2 266 389 455

2 515 114 410

2 158 422 405

1 238 085 555,90

1 452 589 303,52

HOOFDSTUK 02 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE”

02 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

5,2

65 895 479

65 737 929

68 298 109,82

103,65

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

02 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 572 584

5 487 197

6 084 876,01

109,19

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 931 053

4 125 657

4 181 629,96

106,37

 

Artikel 02 01 02 — Subtotaal

 

9 503 637

9 612 854

10 266 505,97

108,03

02 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

5,2

4 183 443

4 255 878

5 278 562,08

126,18

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

1,1

3 749 000

3 675 000

3 218 897,43

85,86

02 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

1,1

160 000

160 000

159 417,71

99,64

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

1,1

3 400 000

3 350 000

1 056 714,12

31,08

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

1,1

2 500 000

2 500 000

1 050 819,45

42,03

 

Artikel 02 01 04 — Subtotaal

 

9 809 000

9 685 000

5 485 848,71

55,93

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

10 866 475

12 347 430

11 186 525,32

102,95

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

3 386 714

3 637 467

3 982 200,—

117,58

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

3 520 000

7 217 314

9 954 726,87

282,80

 

Artikel 02 01 05 — Subtotaal

 

17 773 189

23 202 211

25 123 452,19

141,36

02 01 06

Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

1,1

8 154 177

7 025 000

5 327 920,35

65,34

 

Artikel 02 01 06 — Subtotaal

 

8 154 177

7 025 000

5 327 920,35

65,34

 

Hoofdstuk 02 01 — Totaal

 

115 318 925

119 518 872

119 780 399,12

103,87

02 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

65 895 479

65 737 929

68 298 109,82

02 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

02 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 572 584

5 487 197

6 084 876,01

02 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 931 053

4 125 657

4 181 629,96

Toelichting

Een deel van de kredieten wordt gebruikt om een evenwichtigere vertegenwoordiging van belanghebbenden (het bedrijfsleven, kmo's, vakbonden, consumentenorganisaties) te waarborgen in deskundigengroepen die ten laste van deze begrotingslijn worden gefinancierd, om een verplichte open selectieproces voor leden van deskundigengroepen in te voeren en om belangenconflicten te voorkomen.

02 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 183 443

4 255 878

5 278 562,08

02 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

02 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 749 000

3 675 000

3 218 897,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 02.

02 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

160 000

160 000

159 417,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 03 02.

02 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 400 000

3 350 000

1 056 714,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 05.

02 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 500 000

2 500 000

1 050 819,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit krediet kan ook activiteiten dekken in verband met het gebruikersforum dat is opgericht bij artikel 17 van Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Bij de onder eze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 06.

02 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”

02 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 866 475

12 347 430

11 186 525,32

Toelichting

Dit krediet dekt uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 en, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die naar delegaties van de Unie zijn gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 386 714

3 637 467

3 982 200,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 520 000

7 217 314

9 954 726,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en representatie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 06
Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01
Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 154 177

7 025 000

5 327 920,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/771/EU van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit van de Commissie C (2013) 9414 van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het vlak van energie, milieu, klimaatactie, concurrentievermogen en kmo's, onderzoek en innovatie, ict, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 02 02 —   PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

1,1

108 561 823

72 183 633

102 709 687

14 575 804

 

 

 

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

1,1

174 791 725

99 027 161

140 657 588

71 204 126

 

 

 

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

1,1

p.m.

37 284 452

p.m.

26 666 655

86 784 452,—

117 915 798,60

316,26

02 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 02

Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

02 02 77 03

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

835 000

0,—

1 169 218,79

 

02 02 77 06

Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

323 109,97

 

02 02 77 07

Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

484 905,16

 

02 02 77 08

Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

1,1

p.m.

1 252 000

2 000 000

2 000 000

1 890 586,39

999 176,05

79,81

02 02 77 09

Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

1,1

p.m.

305 000

690 000

1 035 000

1 000 000,—

346 162,16

113,50

02 02 77 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

1,1

p.m.

1 310 000

p.m.

1 000 000

2 000 000,—

187 032,61

14,28

02 02 77 11

Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

1,1

p.m.

374 000

p.m.

286 000

0,—

285 738,—

76,40

02 02 77 12

Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

1,1

p.m.

337 000

p.m.

p.m.

0,—

580 599,—

172,28

02 02 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

3

p.m.

350 000

p.m.

350 000

0,—

0,—

0

02 02 77 14

Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

3

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0,—

845 213,80

 

02 02 77 15

Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

02 02 77 16

Proefproject – Over de toekomst van industriële productie

1,1

1 000 000

500 000

1 000 000

500 000

 

 

 

02 02 77 17

Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's

1,1

500 000

250 000

 

 

 

 

 

02 02 77 18

Proefproject — Vrouwelijke business angels

1,1

1 000 000

250 000

 

 

 

 

 

02 02 77 19

Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

1,1

750 000

375 000

 

 

 

 

 

02 02 77 20

Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC)

1,1

500 000

250 000

 

 

 

 

 

02 02 77 21

Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

1,1

1 500 000

750 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 02 02 77 — Subtotaal

 

5 250 000

6 303 000

3 690 000

6 506 000

4 890 586,39

5 221 155,54

82,84

 

Hoofdstuk 02 02 — Totaal

 

288 603 548

214 798 246

247 057 275

118 952 585

91 675 038,39

123 136 954,14

57,33

02 02 01
Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

108 561 823

72 183 633

102 709 687

14 575 804

 

 

Toelichting

Dit krediet dient om het concurrentievermogen van de ondernemingen, met name de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), te versterken, een ondernemingscultuur aan te moedigen en de oprichting en groei van kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen.

Met name zullen de volgende maatregelen worden genomen:

netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden;

markttoepassingsprojecten;

analyse, ontwikkeling en coördinatie van het beleid met de deelnemende landen;

onderzoeken naar gendergerelateerde discriminatie in verband met vrouwelijk ondernemerschap en de uitvoering van beleidsmaatregelen om vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren;

uitwisseling en verspreiding van informatie, alsook bewustmakingscampagnes;

ondersteuning van gezamenlijke acties van ondernemingen door lidstaten of regio's, evenals andere maatregelen van het Cosme-programma.

De Unie zal initiatieven zoals het Enterprise Europe Network en de acties ter bevordering van de ondernemingsgeest ondersteunen. Zij zal ook steun verlenen aan projecten in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van technieken, producten of praktijken (bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe bedrijfsconcepten voor consumptiegoederen) die van belang zijn voor de Unie en die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de verwerving van een marktaandeel te vergemakkelijken.

De projecten zullen eveneens tot doel hebben de raamvoorwaarden te verbeteren, onder meer door middel van capaciteitsopbouw in clusters en andere bedrijfsnetwerken, met name met het oog op de internationalisatie van het mkb om te garanderen dat de bedrijven in de Unie onder meer in de toeristische sector concurrerend en duurzaam zijn, door coherentie en consistentie bij de implementatie en gefundeerde beleidsvorming op het niveau van de Unie te ondersteunen. Daarnaast komen er ook projecten die de tenuitvoerlegging van de Small Business Act voor Europa ondersteunen. Ook de financiering van ondersteunende acties die rechtstreeks verband houden met de realisatie van deze doelstellingen wordt overwogen: vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties, deelname aan studiegroepen, conferenties, workshops.

Wat gendergelijkheid betreft, zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan projecten ter bevordering van de positie van vrouwelijke ondernemers, teneinde hen te helpen op gender gebaseerde obstakels te overwinnen en teneinde in de hele Unie tot een gelijke vertegenwoordiging van mannelijke en vrouwelijke ondernemers te komen.

Bijzondere nadruk zal worden gelegd op duurzame toeristische activiteiten met als eerste prioriteit zachte mobiliteit, fietsnetwerken, ecotoerisme en natuurbescherming. Toegankelijkheid voor iedereen, in het bijzonder voor mensen met beperkte mobiliteit en kansarmen, is in dit verband eveneens van groot belang.

De Unie coördineert, bevordert en ondersteunt acties ten behoeve van duurzaam toerisme, onder meer met betrekking tot:

het waarborgen van duurzaam toerisme op lange termijn door de bescherming van natuurlijk, cultureel, historisch en industrieel erfgoed;

de coördinatie en ondersteuning van de toegankelijkheid van toeristische informatie en dienstverlening voor kansarme burgers die in armoede leven, alsmede voor personen met beperkte mobiliteit;

de grensoverschrijdende coördinatie van Europese fietsnetwerken, samen met informatie en dienstverlening met betrekking tot trein- en busvervoer over lange afstanden.

De actie „Erasmus voor ondernemers” beoogt het ondernemerschap in Europa te stimuleren, kennis en goede praktijken uit te wisselen, alsook zeer nuttige netwerken en partnerschappen te creëren.

Gelet op de huidige moeilijke economische situatie is het absoluut noodzakelijk om de Europese bedrijven – met name jonge innovatieve starters en vrouwelijke ondernemers – te ondersteunen en om het ondernemerschap te bevorderen door voldoende middelen toe te wijzen aan programma's zoals het Programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme). Met name het programma „Erasmus voor jonge ondernemers” is zeer succesvol gebleken en kan op een doeltreffende manier bijdragen tot de bestrijding van de werkloosheid in heel Europa.

De financiële middelen voor het programma „Erasmus voor jonge ondernemers” moeten worden verhoogd om met name de volgende redenen:

het programma draagt bij aan de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen;

het programma kent veel succes en heeft een toenemend aantal deelnemers over de afgelopen jaren, een aantal dat naar verwacht verder zal toenemen;

het programma pakt het jeugdwerkloosheidsprobleem doeltreffend aan door werkloze jongeren te helpen als zelfstandige van start te laten gaan en bestaande kmo's te helpen banen te scheppen in het kader van de uitbreiding en/of internationalisering van hun activiteiten;

het aantal aanvragen overtreft ruimschoots de capaciteit van de Commissie om daar met de huidig beschikbare middelen aan te voldoen.

Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particulier ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, met name rekening houdend met financiering in natura door CESES als bijdrage aan Unieprojecten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1 onder a) tot en met c).

02 02 02
Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

174 791 725

99 027 161

140 657 588

71 204 126

 

 

Toelichting

Dit krediet moet worden gebruikt om de toegang van kmo's tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld te verbeteren in hun start-up-, groei- en overdrachtsfase.

Een leninggarantiefaciliteit (LGF) zal tegengaranties, directe garanties en andere risicodelingsregelingen bieden voor a) schuldfinanciering, die de specifieke moeilijkheden moet verminderen waarmee levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen worden geconfronteerd om toegang te krijgen tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hogere risico of van onvoldoende beschikbaar onderpand en voor b) effectisering van kmo-schuldfinancieringsportefeuilles.

Een eigenvermogensfaciliteit voor groei (equity facility for growth — EFG) moet investeringen mogelijk maken in durfkapitaalfondsen die investeren in kleine en middelgrote ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name in die welke grensoverschrijdend werken. De mogelijkheid moet bestaan om te investeren in fondsen voor de allereerste beginfase, in combinatie met de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020. In gevallen van gezamenlijke investeringen in meerfasefondsen zullen investeringen pro rata uit de EFG van Cosme en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020 worden geboden. Steun van de EFG wordt verleend rechtstreeks door het Europees Investeringsfonds (EIF) of andere met de tenuitvoerlegging namens de Commissie belaste organisaties, of door paraplufondsen of investeringsmechanismen die grensoverschrijdend investeren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1 onder d).

02 02 51
Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

37 284 452

p.m.

26 666 655

86 784 452,—

117 915 798,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 239 van 16.8.1989, blz. 33).

Besluit 91/179/EEG van de Raad van 25 maart 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor koper (PB L 89 van 10.4.1991, blz. 39).

Besluit 91/319/EEG van de Raad van 18 juni 1991 tot herziening van het programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 175 van 4.7.1991, blz. 32).

Besluit 91/537/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor nikkel (PB L 293 van 24.10.1991, blz. 23).

Besluit 92/278/EEG van de Raad van 18 mei 1992 tot goedkeuring van de consolidatie van het Centrum voor industriële samenwerking EG-Japan (PB L 144 van 26.5.1992, blz. 19).

Besluit 93/379/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende een meerjarenprogramma van communautaire acties ter versterking van de prioritaire krachtlijnen en ter verzekering van de continuïteit en de consolidatie van het beleid ten aanzien van de ondernemingen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 68).

Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55).

Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 25).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit 2001/221/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende deelname van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor lood en zink (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 21).

Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor rubber (PB L 215 van 10.8.2002, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 593/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 268 van 16.8.2004, blz. 3).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit 2006/77/EG van de Commissie van 23 december 2005 tot oprichting van een groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 43).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 02
Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 03
Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

835 000

0,—

1 169 218,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 06
Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

323 109,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), met name artikel 5.

Artikel 195 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

02 02 77 07
Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

484 905,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 08
Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 252 000

2 000 000

2 000 000

1 890 586,39

999 176,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Met het Verdrag van Lissabon heeft de Unie voor het eerst bevoegdheden gekregen op het gebied van toerisme. Deze voorbereidende actie heeft tot doel grensoverschrijdende thematische toeristische producten te steunen die uiting geven aan, met name, het gemeenschappelijk Europees cultureel en industrieel erfgoed, alsmede aan lokale tradities, en zal daarbij voortbouwen op eerdere acties op dit gebied en op de ervaring van andere internationale partners en organisaties, zoals de Raad van Europa, de Wereldorganisatie voor Toerisme van de VN (UNWTO) en de European Travel Commission (ETC).

Met name zal met deze voorbereidende actie de diversificatie van het aanbod van toeristische producten worden bevorderd, teneinde de Europese toeristische sector te stimuleren om concurrerender te worden. Er bestaan uitstekende mogelijkheden voor groei binnen een aantal transnationale thematische toeristische producten en diensten, zoals culturele en industriële routes die verschillende regio's van de lidstaten doorkruisen. Deze Europese en transnationale toeristische producten moeten ook worden bevorderd in derde landen, in nauwe samenwerking met de ETC, om het beeld van Europa als unieke bestemming op de langeafstandsmarkt te versterken.

De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

bijdragen aan de verbetering van de algemene kwaliteit van toeristische producten en bestemmingen in de gehele Unie, door het financieren van grensoverschrijdende toeristische projecten;

het verder ontwikkelen van culturele producten en toerisme als integraal onderdeel van een duurzame economie en ter ondersteuning van regionale economieën;

het bevorderen van toerisme in reconversieregio's, ter bevordering van werkgelegenheid en groei in deze regio's;

de oprichting van een netwerk van belanghebbenden en beleidsmakers, met name op het gebied van cultureel en industrieel toerisme, op regionaal, nationaal en EU-niveau;

het bevorderen van de waarde van culturele producten en cultureel toerisme binnen Europa en het versterken van het imago van Europa als de voornaamste toeristische bestemming ter wereld;

het ondersteunen van transnationale culturele of industriële thema's en producten die kunnen bijdragen aan een groeiend besef van de Europese identiteit.

In het kader van deze voorbereidende actie moet de steun voor projecten in verband met Europese culturele routes (erkend door de Raad van Europa en andere instanties) worden voortgezet.

Omdat deze routes verschillende regio's of landen doorkruisen, vormen zij een goed uitgangspunt voor het onder de aandacht brengen van de verscheidenheid en complexiteit van het Europese culturele toerisme.

Culturele routes kunnen van groot belang zijn voor het toerisme, maar zijn nog grotendeels onbenut. Ze zijn transnationaal en vertegenwoordigen het gemeenschappelijk Europees erfgoed en de Europese waarden. Daarnaast worden de routes gezien als een duurzaam, ethisch en sociaal model, op basis van lokale kennis, vaardigheden en erfgoed, waarbij vaak minder bekende Europese bestemmingen onder de aandacht worden gebracht.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 09
Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

305 000

690 000

1 035 000

1 000 000,—

346 162,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon behoort ook toerisme tot de bevoegdheden van de Unie, die de maatregelen van de lidstaten op dit gebied kan coördineren en aanvullen. Om deze nieuwe belangrijke taak van de Unie te bevorderen, werd voorgesteld in 2012 een voorbereidende actie te starten gericht op het voorbereiden van toekomstige initiatieven op het gebied van toerisme en toegankelijkheid. Het voornaamste doel is het creëren van een groter bewustzijn van toegankelijkheid in toerisme, met bijzondere aandacht voor handicaps en de speciale behoeften van bepaalde categorieën personen. Het is zo dat, ondanks de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap door alle lidstaten, een groot aantal personen met een handicap nog altijd moeilijk toegang hebben tot toerisme- en vervoersdiensten.

De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

het vergroten van het bewustzijn bij het publiek, onder andere door middel van voorlichtingscampagnes, van de toegankelijkheid van toerisme en diensten, alsook het verbeteren van de dialoog met en de samenwerking tussen organisaties van personen met een handicap, personen met speciale behoeften in het algemeen en de toerisme-industrie, teneinde een meer inclusieve samenleving en een kwalitatief hoogwaardig vrij verkeer van personen in Europa te bevorderen;

het bevorderen van het ontwikkelen van specifieke opleidingen voor personeel in het omgaan met personen met een handicap, met name op het gebied van brandpreventie en de veiligheid van accomodaties in het algemeen;

het ontwikkelen van bekwame, goed opgeleide en goed geïnformeerde burgers en beroepsbeoefenaren in verband met het concept van gastvrijheid en toegankelijkheid, door middel van nauwe samenwerking en synergie-effecten met universiteiten en scholen;

het stimuleren en belonen van Europese bestemmingen die van toegankelijkheid een topprioriteit van hun aanbod maken;

het bevorderen van een beter gebruik van innovatie voor het verbeteren van de toegankelijkheid van toerismediensten voor iedereen;

het bevorderen van het aanpassen van toeristische producten aan de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften in het algemeen;

het leveren van een bijdrage aan de totstandbrenging van een gunstig en toegankelijk klimaat voor personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften op alle gebieden, in het bijzonder op het gebied van vervoer, accommodatie, de horeca en toerismediensten in het algemeen;

het bevorderen van campagnes en voorlichtingsacties in verband met de rechten van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften bij buitenlandse reizen, om klanten beter te informeren en een betere toegankelijkheid te waarborgen;

het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking om de toegankelijkheid in de toerismesector te vergroten en in het bijzonder personen met een handicap en speciale behoeften, zowel Europeanen, als onderdanen van derde landen, beter in staat te stellen hun rechten uit te oefenen;

het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling (op de lange termijn) van gemeenschappelijke minimumnormen inzake toegankelijkheid, op basis van kwaliteit, voor alle aan toerisme gerelateerde gebieden en alle burgers, met inbegrip van personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 10
Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 310 000

p.m.

1 000 000

2 000 000,—

187 032,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 11
Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

374 000

p.m.

286 000

0,—

285 738,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 12
Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

337 000

p.m.

p.m.

0,—

580 599,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 13
Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

350 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 14
Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0,—

845 213,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 15
Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 16
Proefproject – Over de toekomst van industriële productie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject gaat scenario's onderzoeken om Europa te herindustrialiseren, alsook zaken in verband met werkgelegenheid in lijn met de doelstelling om het aandeel van de industrie in het Europese bbp te verhogen van zijn huidig niveau van ongeveer 16 % naar 20 % tegen 2020.

Het zal tevens de aanbevelingen van de Commissie uitvoeren, de uitwisseling van optimale werkmethoden vergemakkelijken dankzij de expertise en de steun van het EU-agentschap Eurofound en zal tevens het toezicht op de prestaties als onderdeel van het Europese Semester en de landgebonden aanbevelingen worden ondersteund.

In dit proefproject ligt de nadruk op industriële productie — als prioriteit genoemd in de geactualiseerde mededeling van de Commissie over het industriebeleid, waarin de gedetailleerde strategie wordt uiteengezet om een aantal van de factoren aan te pakken die kunnen bijdragen aan economisch herstel. Naast de context van het industriebeleid zal het project een duidelijke werkgelegenheidsdimensie hebben waarin kwesties worden behandeld in verband met nieuwe banen en herintreding op de arbeidsmarkt, de herstructurering van tendensen, de genderdimensie, bijscholing van vaardigheden, ondernemerschap, en de activiteiten van kleine en middelgrote ondernemingen op markten buiten de Unie.

In dit proefproject worden methoden onderzocht en gehanteerd met het oog op de toekomst van industriële productie. Het proefproject moet met name:

een Europese herindustrialiseringsstrategie steunen die in staat is te reageren op de snel veranderende omstandigheden i.v.m. de mondialisering;

onderzoeken wat de stuwende krachten zijn voor een positieve ontwikkeling in de industriële productie waarbij de gevolgen voor de werkgelegenheid centraal staan. uitgaan van het gegeven dat een opleving van de Europese industriële productie in bepaalde opzichten meer economisch dan technologisch is: stilstaan bij het feit dat, aangezien arbeidsbesparende technologieën de behoefte aan de productieve factor arbeid verkleinen, arbeidskosten in de industriële productie minder van belang zullen zijn voor de locatie van die activiteit. Verder kan de loonkloof tussen Europa en de rest van de wereld mettertijd alleen maar kleiner worden;

een gedetailleerd kwantitatief onderzoek omvatten van de werkgelegenheidsdimensie: er zijn goede redenen om aan te nemen dat de meeste van de nieuwe banen die worden gecreëerd als gevolg van het behoud en de toename van de industriële productie in Europa in feite verband houden met niet-industriële activiteiten, zoals zakelijke dienstverlening, onderzoek en ontwikkeling, verkoop en marketing, en andere stadia van de industriële toeleveringsketen; hierdoor zullen de positieve effecten op de werkgelegenheid exponentieel toenemen;

studies uitvoeren die deze neveneffecten voor de werkgelegenheid in kaart brengen, in de vorm van kwantitatieve analyses waarmee een schatting wordt gemaakt van de „vervangende en aanvullende” effecten;

onderzoeken hoe de vooruitgang in het industriebeleid en de industriële prestaties kan worden omgezet in groei van de werkgelegenheid — om „banenrijke” groei aan te moedigen;

een groot aantal casestudies omvatten die onderzoeken waarom grote bedrijven hun industriële activiteiten in Europa houden of terughalen naar Europa, waardoor er banen worden gecreëerd in kernsectoren en in de hele toeleveringsketen;

een aantal cruciale opkomende dimensies van het ondernemerschap opnemen, bv. met betrekking tot „Born Global” (d.w.z. beginnende bedrijven die meteen wereldwijd opereren); deze bedrijven zijn vaak zeer high-tech geöriënteerd, bijvoorbeeld op het vlak van biowetenschappen en ICT; dit aspect is nauw verbonden met het actieplan Ondernemerschap 2020 en een van de streefcijfers daarvan: 25 % van de kmo’s moet actief zijn op markten buiten de Unie;

onderzoeken wat de bestaande neveneffecten vandaag de dag betekenen voor mannen- en vrouwenbanen en voor de verdeling over de geslachten in de toekomst;

de kwestie van bijscholing van vaardigheden onderzoeken, met name als een strategisch instrument voor structurele veranderingen, en overwegen om samen met een ander EU-agentschap, Cedefop, een diepteonderzoek in te stellen naar duale stelsels en beroepsopleidingen om zo een centrum te vormen van werknemers en onderzoekers in de industrie.

Eurofound en het bijbehorende EMCC (Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces) zijn geschikt om het proefproject uit te voeren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 17
Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Kmo's in Europa hebben te maken met de uitdaging van ouder wordende ondernemers wier bedrijven zullen verdwijnen indien ze geen opvolger hebben. Gezien het grote aantal faillissementen waarbij in ieder geval een deel van de bedrijfsactiviteiten winstgevend is, zijn er aanzienlijke mogelijkheden om bedrijfsactiviteiten en banen te behouden. Bij een bedrijfssluiting gaan niet alleen banen verloren, maar ook kennis, producten en dienstverlening, alsmede indirecte werkgelegenheid bij leveranciers en plaatselijke dienstverleners. Vooral voor kmo’s is het moeilijk om een overname voor te bereiden, vanwege het gebrek aan tijd, geld en kennis. Een gebrekkige voorbereiding van een bedrijfsovername leidt tot moeilijkheden bij het vinden van een rechtsopvolger en fondsen, en bij de reorganisatie van het bedrijf.

Het proefproject dient voor de ontwikkeling en uitvoering van concrete acties om bij te dragen tot succesvolle overdrachten van ondernemingen, met participatie van werknemers. Dit proefproject hangt samen met het verslag van de door commissaris Tajani fn gestarte werkgroep coöperaties. Het proefproject heeft als algemene doelstelling om de overdracht van gezonde bedrijven aan werknemers en buy-outs door het personeel van gefailleerde bedrijven, in de vorm van een coöperatie, te vergemakkelijken. De ervaring leert dat bij hersctructureringen het coöperatiemodel het vaakst gekozen wordt door de werknemers. Dit proefproject zal ertoe bijdragen dat ondernemers, werknemers, vakbonden, bedrijfs- of handelsverenigingen, verleners van bedrijfsondersteunende diensten en de overheid zich meer bewust worden van de meerwaarde van deze wijze van overdracht van ondernemingen. Mislukkingen kunnen vaak worden voorkomen door de overdrachten ruim van tevoren te plannen en hulp van specialisten in te roepen. Maatregelen om te zorgen voor succesvolle overdrachten van ondernemingen moeten daarom worden beschouwd als investering en niet als kostenpost. Het project dient daarnaast voor het ontplooien van ondersteunende activiteiten om bedrijfseigenaars bewust te maken van de noodzaak van een tijdige voorbereiding. Gebleken is dat hoe langer van tevoren de overdracht wordt voorbereid, hoe hoger de kans op succes is. De lidstaten moeten zich actief inzetten voor begeleiding en ondersteuning op het gebied van overdracht van kennis en kernvaardigheden die van belang zijn voor overdrachten van ondernemingen aan werknemers in de vorm van coöperaties. De belangrijkste doelgroepen van dit proefproject zijn ondernemers en werknemers in het midden- en kleinbedrijf.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 18
Proefproject — Vrouwelijke business angels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Europa benut zijn ondernemerspotentieel niet volledig en blijft achter wat betreft startende ondernemingen en niet in loondienst verrichte arbeid. Met name vrouwen voelen er weinig voor hun eigen onderneming op te zetten. De Unie beseft dat vrouwelijk ondernemerschap moet worden bevorderd en ondersteund teneinde het concurrentievermogen van Europa te versterken.

Een van de belangrijkste obstakels voor vrouwen in het algemeen is hun gebrekkige toegang tot financiering. Studies laten zien dat het voor vrouwelijke ondernemers aanzienlijk moeilijker is om leningen te krijgen dan voor hun mannelijke partners. Tegelijkertijd ontbreekt het hen ook aan toegang tot de desbetreffende technische, wetenschappelijke en algemene bedrijfsnetwerken. Deze netwerken zijn in veel opzichten van essentieel belang voor het creëren en uitbreiden van een onderneming, allereerst voor het vinden van investeerders, compagnons en mentoren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 19
Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

 

 

 

 

Toelichting

Europa kan profiteren van het groeiende aantal toeristen uit de hele wereld, waardoor het BBP van de toeristische sector kan toenemen. Dit kan leiden tot aanzienlijke economische groei, onder meer doordat duurzame werkgelegenheid wordt geschapen. Europa moet voorbereid zijn op de problemen en uitdagingen van de komst van meer bezoekers uit landen met andere culturen, zoals China. Europa moet de concurrentie aangaan om de belangrijkste economie op toeristisch gebied te worden.

De laatste paar decennia is het toerisme een van de grootste en snelst groeiende economische sectoren in de wereld geworden. Het aantal bezoeken door toeristen is toegenomen van 278 miljoen in 1980 tot 1 035 miljoen in 2012, en zal naar verwachting toenemen met gemiddeld 3,3 % per jaar tot aan 2030. Europa blijft 's werelds belangrijkste toeristische bestemming, en is goed voor de helft van alle internationale toeristische bezoeken wereldwijd. Van die bezoeken gaan er driekwart naar de lidstaten. Deze positie wordt echter bedreigd door nieuwe toeristische bestemmingen in opkomende economieën.

De afgelopen paar jaar is het aantal toeristen uit opkomende economieën als Brazilië, Rusland, China en India gestegen. Uit de statistieken blijkt dat het aantal visa dat in 2011 aan Chinese toeristen werd afgegeven 1 026 000 bedroeg, tegenover 560 000 in 2008. In 2011 besteedden buitenlandse bezoekers ruim 330 miljard EUR. Dit zou volgens recente schattingen kunnen oplopen tot 430 miljard EUR in 2022. In 2012 ging de campagne „Europe – Whenever you're ready” van start, waarin aandacht werd besteed aan het cultureel en natuurlijk erfgoed van Europa en die gericht was op toeristen uit met name Brazilië, India en China. Dit programma was een groot succes en heeft belangrijke resultaten bereikt inzake de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van het gemeenschappelijk visabeleid. Visaversoepeling heeft het aantal toeristische bezoeken uit de desbetreffende landen doen toenemen met 5-25 %. Het gaat echter niet alleen om visa, omdat alle buitenlandse bezoekers uiteenlopende behoeften en verwachtingen hebben.

Van de bovengenoemde opkomende economieën moet vooral aandacht zijn voor China, waar de snelst groeiende groep toeristen ter wereld van afkomstig is. Volgens het verslag van de Wereldorganisatie voor Toerisme over de Chinese Outbound Travel Market (2013), zal de geneigdheid van Chinese toeristen om naar het buitenland te reizen naar verwachting de komende decennia toenemen. Bovendien is Europa, buiten Azië en de Pacifische regio, de belangrijkste bestemming voor Chinese reizigers. Aangezien Europa hoog op het wensenlijstje van Chinese toeristen staat, moet worden bekeken hoe de ontvangst van Chinese toeristen in de lidstaten verbeterd kan worden. Er is hierbij behoefte aan wederzijds begrip en permanente training van personeel in de toeristische sector in heel Europa.

Bovendien moet Europa voorbereid zijn op de uitdagingen die het grote aantal Chinese toeristen met zich meebrengt, onder meer wat betreft openbare veiligheid, vreemdelingenrecht en de mogelijkheid van racisme en vreemdelingenhaat, voortvloeiend uit de culturele verschillen tussen onze samenlevingen.

Het proefproject heeft de volgende hoofddoelstellingen:

vergemakkelijken van de ontwikkeling van netwerken en de uitwisseling van beste praktijken tussen overheden en vertegenwoordigers uit de toeristische sector;

stimuleren van mogelijkheden voor het creëren van nieuwe en duurzame arbeidsplaatsen in de dienstensector in heel Europa;

starten van een professionele en structurele dialoog tussen Unie-instellingen;

inventariseren van beste praktijken betreffende het profiel van Chinese reizigers (hoe kunnen we ze beter ontvangen) en bevordering daarvan binnen de Europese toeristische sector, met inbegrip van dienstverleners (hotels, restaurants);

verbeteren van de dialoog en samenwerking tussen Chinese en Europese touroperators en reisbureaus;

vergemakkelijken van de ontwikkeling van specifieke training voor werknemers (zoals verbetering van talen- en culturele kennis);

opzetten van bewustmakingscampagnes op het gebied van multiculturalisme, in samenwerking met Chinese culturele instellingen (Confucius Instituten);

stimuleren van de aanpassing van toeristische producten en diensten aan de behoeften van Chinese toeristen, onder meer door marketingtools (websites/flyers in het Chinees), en het onder de aandacht brengen daarvan op Chinese sociale netwerken (Weibo);

verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking om het imago van Europa en van de Europese identiteit te versterken (eventueel door dit project te koppelen aan de voorbereidende actie „Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten”), bijvoorbeeld door een promotiefilm in het Chinees over de Unie te produceren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 20
Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Met het oog op de grote maatschappelijke uitdagingen heeft de Unie het Horizon 2020-programma opgezet, een investeringsprogramma voor O&O om een concurrerend en duurzaam Europa te bereiken; daarnaast heeft de Unie, om de verschillende regio's in de Unie op de goede weg te helpen door middel van slimme regionale specialisatie, het initiatief voor onderzoek en innovatiestrategieën voor slimme specialisatie (RIS3) opgezet.

Dit proefproject dient om Horizon 2020 en RIS3 beter aan elkaar te koppelen, zodat zowel de benutting van O&O-resultaten als de regionale economische convergentie versneld kunnen worden. Hoewel Horizon 2020 en RIS3 beide zeer goed opgezette programma's zijn, zal een koppeling tussen die programma's gericht op sociale en economische convergentie tussen verschillende regio's van de Unie hun doeltreffendheid nog verder vergroten.

Het proefproject TREC omvat een aanbesteding gericht op Europese technologiecentra en de daarmee verband houdende industriële clusters, waarbij aan de volgende vereisten voldaan moet worden:

clusters vertegenwoordigen die zijn geselecteerd in hun regionale strategische RIS3-plannen;

een gemeenschappelijk voorstel presenteren van clusters uit tenminste drie lidstaten;

een volledig economisch beeld van de clusters geven;

bereidheid tot het delen van informatie en beste praktijken.

Van de kandidaten moeten er tenminste drie worden geselecteerd, die financiering ontvangen voor een project met de volgende elementen:

een volledige benchmark van de clusters;

de vaststelling van knelpunten en mogelijkheden voor verbetering;

het inventariseren van beschikbare O&O-resultaten en de mogelijkheden voor toepassing daarvan;

het opzetten van een investerings- en trainingsplan om aan de vastgestelde behoeften tegemoet te komen;

de uitvoering van investeringen in technologie en de geformuleerde trainingsplannen;

het evalueren en verspreiden van de verkregen resultaten.

Aangezien het lastig is de benodigde duur van en investeringen in het proefproject te bepalen, bestaat het uit twee verschillende fasen: de eerste fase betreft de eerste vier bovengenoemde activiteiten, terwijl de tweede fase betrekking heeft op de implementatie, evaluatie en verspreiding.

De eerste fase kan tot een jaar duren. De benodigde Uniefinanciering bedraagt ongeveer een 500 000 EUR. Inschattingen voor de tweede fase: tot drie jaar en tot 4 000 000 EUR, mede te financieren door de deelnemende ondernemingen en/of landen.

Wat de resultaten betreft moeten de geselecteerde projecten een productiviteitsverhoging per cluster opleveren van minstens 10 %, en een homogenisering van circa +/– 3 % tussen de clusters in de verschillende landen.

Het einddoel van dit voorstel is het analyseren van de gevolgen van specifieke industriebeleidsmaatregelen die uitgevoerd kunnen worden door de Unie. Het proefproject TREC dient om te onderzoeken wat de beste manieren zijn voor een innovatieve entiteit om innovatie toe te passen voor een betere benutting van O&O-resultaten en voor het verlagen van de werkloosheid, om zo bij te dragen aan de groei en werkgelegenheid in de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 21
Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

 

 

 

 

Toelichting

De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

het diversifiëren van het toeristische aanbod in Europa;

het verminderen van de invloed van de seizoenen voor Europese bestemmingen;

het versterken van het profiel van Europa als één enkele toeristische bestemming.

Het logo van Unesco is wereldberoemd. Het staat garant voor het bijzondere culturele belang van een locatie, maar er worden tevens nieuwe toeristenstromen mee aangetrokken. Samenwerking met Unesco, een gespecialiseerde VN-organisatie, kan van essentieel belang zijn voor de intensivering van de internationale samenwerking met de VN en de ontwikkeling van een regionale strategie voor de promotie van Europese locaties op de Unesco-lijst. Een kaart met toonaangevende Unesco-locaties die zijn ingedeeld op thema (bijv. middeleeuwse steden, subaquatisch erfgoed, Griekse/Romeinse archeologische vindplaatsen) of op het verhaal waarin hun gemeenschappelijke elementen samenkomen, zal bijdragen aan de bevordering van cultureel toerisme op zowel binnenlandse als langeafstandsmarkten. Er kunnen verschillende communicatie-instrumenten worden ontwikkeld op basis van een Europese kaart met Unesco-locaties. Met deze voorbereidende actie wordt beoogd verder onderzoek te doen naar het verband tussen toerisme en cultuur.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 03 —   INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 03

INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

1,1

18 696 000

14 012 346

18 100 000

16 210 176

20 871 845,95

15 929 083,16

113,68

02 03 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

1,1

17 843 714

16 100 331

17 370 000

12 968 141

25 046 337,60

17 163 706,81

106,60

02 03 02 02

Ondersteuning van organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

1,1

3 816 286

2 175 774

3 700 000

2 778 887

2 273 271,48

269 308,59

12,38

 

Artikel 02 03 02 — Subtotaal

 

21 660 000

18 276 105

21 070 000

15 747 028

27 319 609,08

17 433 015,40

95,39

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

1,1

7 800 000

7 800 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

0

02 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 01

Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

2

p.m.

597 360

p.m.

373 350

0,—

373 350,—

62,50

 

Artikel 02 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

597 360

p.m.

373 350

0,—

373 350,—

62,50

 

Hoofdstuk 02 03 — Totaal

 

48 156 000

40 685 811

39 170 000

32 330 554

48 191 455,03

33 735 448,56

82,92

02 03 01
Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 696 000

14 012 346

18 100 000

16 210 176

20 871 845,95

15 929 083,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de maatregelen die moeten bijdragen tot de werking van de interne markt:

harmonisatie van normen en totstandbrenging van een informatiesysteem op het gebied van normen en technische voorschriften;

financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties;

onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten, de EVA-staten en Turkije kennisgegeving is gedaan en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften;

toepassing van het EU-recht op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, geneesmiddelen, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en preparaten, auto’s en veiligheid, speelgoed, wettelijke metrologie en voorverpakking en kwaliteit van het milieu;

sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren;

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel voor de infrastructuren als voor het markttoezicht;

uitvoeringsmaatregelen voor Verordening (EG) nr. 764/2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht;

uitvoeringsmaatregelen voor Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie;

organisatie van partnerschappen met de lidstaten, steun voor administratieve samenwerking tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor markttoezicht en de tenuitvoerlegging van de internemarktwetgeving;

subsidies ter ondersteuning van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie;

informatie- en communicatieacties, verbetering van de kennis van de wet- en regelgeving van de Unie;

uitvoering van het strategische programma voor de interne markt en toezicht op de markt;

subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor technische goedkeuring (EOTA);

subsidie voor de Raad van Europa in het kader van het Verdrag inzake een Europese farmacopee;

deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie;

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, in het bijzonder die welke voortvloeien uit het verslag over de evaluatie van REACH (COM(2013) 49).

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, zoals onderhoud, actualisering en ontwikkeling van IT-systemen die met technische verordeningen verband houden, alsook alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 34, 35 en 36.

Richtlijn 75/107/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake flessen, gebruikt als tapmaat (PB L 42 van 15.2.1975, blz. 14).

Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (PB L 46 van 21.2.1976, blz. 1).

Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG (PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40).

Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

Richtlijn 89/105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg (PB L 40 van 11.2.1989, blz. 8).

Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).

Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).

Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).

Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).

Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 74 van 27.3.1993, blz. 74).

Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).

Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).

Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).

Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).

Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 60 van 1.3.1997, blz. 59).

Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).

Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).

Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).

Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).

Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21).

Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).

Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2580/2000 van de Raad van 20 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).

Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).

Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).

Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (PB L 135 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1).

Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Richtlijn 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 6).

Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PB L 106 van 28.4.2009, blz. 7).

Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).

Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, uitstoot van motorvoertuigen, explosieven, pyrotechnische artikelen, kabelbaaninstallaties, enz.

Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.

02 03 02
Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01
Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 843 714

16 100 331

17 370 000

12 968 141

25 046 337,60

17 163 706,81

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:

de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor normalisatie (CEN) en Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen;

de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten;

de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten;

versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten;

bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop;

steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan;

acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie;

de secretariaten van de technische comités;

de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen;

onderzoek van de overeenstemming van ontwerpnormen met de betrokken mandaten;

samenwerkings- en bijstandsprogramma's voor derde landen;

de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken;

de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden;

de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten;

de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.).

De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te brengen door overleg met de voornaamste betrokkenen: bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, van het midden- en kleinbedrijf, nationale en Europese normalisatie-instellingen, uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.

In het geval van IT-apparatuur zijn met het oog op de interoperabiliteit in Beschikking 87/95/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de normalisatie op het gebied van de informatietechnologieën en de telecommunicatie (PB L 36 van 7.2.1987, blz. 31) specifieke bepalingen opgenomen volgens welke de lidstaten ervoor moeten zorgen dat in overheidsopdrachten Europese of internationale normen worden vermeld.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 02 02
Ondersteuning van organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 816 286

2 175 774

3 700 000

2 778 887

2 273 271,48

269 308,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de werking en de activiteiten van Europese niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die de belangen van het mkb en de consumenten, alsmede de belangen van het milieu en de samenleving bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen.

Zulke vertegenwoordiging bij normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau maakt deel uit van het statutair doel van deze organisaties en zij hebben van nationale non-profitorganisaties uit ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht gekregen deze belangen te vertegenwoordigen.

Bijdragen aan deze Europese organisaties werden vroeger gedekt door het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het consumentenbeleid en het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+). In Verordening (EU) nr. 1025/2012 zijn de door specifieke programma's gefinancierde acties op het gebied van normalisatie in één rechtshandeling samengebracht.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 17).

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 03
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 800 000

7 800 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

In 2015 zullen de „Ontvangsten uit vergoedingen en rechten” van het Agentschap en het overschot dat van het voorgaande jaar werd overgedragen, niet volstaan om de verwachte uitgaven te dekken. Bijgevolg is een subsidie van de Commissie nodig. De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 7 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

02 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 01
Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

597 360

p.m.

373 350

0,—

373 350,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

02 04 02

Industrieel leiderschap

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

1,1

176 847 152

113 594 175

161 352 331

14 704 483

 

 

 

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

35 905 989

17 650 787

32 512 243

2 962 930

 

 

 

 

Artikel 02 04 02 — Subtotaal

 

212 753 141

131 244 962

193 864 574

17 667 413

 

 

 

02 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1,1

77 604 264

30 583 047

69 306 327

5 986 022

 

 

 

02 04 03 02

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1,1

153 235 857

51 650 398

138 347 362

10 865 760

 

 

 

 

Artikel 02 04 03 — Subtotaal

 

230 840 121

82 233 445

207 653 689

16 851 782

 

 

 

02 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

02 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

49 488 811,88

29 980 793,09

 

 

Artikel 02 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

49 488 811,88

29 980 793,09

 

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

1,1

p.m.

179 347 726

p.m.

410 942 214

778 917 543,17

623 488 946,47

347,64

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

502 883,55

 

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

1,1

p.m.

36 262 756

p.m.

41 095 242

69 707 100,72

62 867 685,26

173,37

02 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 01

Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's

1,1

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

02 04 77 02

Proefproject — GVDB-onderzoek

1,1

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 02 04 77 — Subtotaal

 

2 000 000

1 000 000

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 02 04 — Totaal

 

445 593 262

430 088 889

401 518 263

486 556 651

898 113 455,77

716 840 308,37

166,67

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europees onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor communautaire actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Aanvullende kredieten zullen onder post 02 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 02 01 05 worden opgevoerd.

02 04 02
Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 moet Europa aantrekkelijker maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, en de ontwikkeling te versnellen van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Europese bedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

02 04 02 01
Leiderschap in de ruimte

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

176 847 152

113 594 175

161 352 331

14 704 483

 

 

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

het bevorderen van een concurrerende en innovatieve ruimtevaartindustrie en onderzoeksgemeenschap om infrastructuren in de ruimte te ontwikkelen en te exploiteren die voldoen aan de toekomstige behoeften van de Unie op beleids- en maatschappelijk gebied. De grote lijnen van de activiteiten zijn: bevorderen van het Europees concurrentievermogen en van de onafhankelijkheid en innovatie van de Europese ruimtevaartsector, bevorderen van nieuwe ontwikkelingen in de ruimtevaarttechnologieën, bevorderen van de exploitatie van ruimtevaartgegevens en bevorderen van Europees onderzoek ter ondersteuning van internationale ruimtevaartpartnerschappen;

het transformeren van de huidige industriële productiemethoden tot een duurzamere en koolstofluwere productie en verwerking, met meer innovatieve producten, processen en diensten als resultaat. De nadruk zal met name worden gelegd op duurzame en koolstofarme technologieën in energie-intensieve procesindustrieën om het concurrentievermogen van procesindustrieën te vergroten door een drastische verbetering van de middelen- en energie-efficiëntie en het terugdringen van de milieugevolgen van dergelijke industriële activiteiten in de gehele waardeketen, en om koolstofarme technologieën te bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder a) vi).

02 04 02 02
De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet moet de te beperkte toegang op de markt tot risicofinanciering voor onderzoek en innovatie helpen verbeteren. De eigenvermogensfaciliteit beoogt met name investeringen in risisokapitaalfondsen die aanloopinvesteringen doen. Het zal het mogelijk maken eigen vermogen te investeren in onder meer startkapitaalfondsen, grensoverschrijdende startkapitaalfondsen, medefinancieringsfaciliteiten van „business angels” en risicokapitaalfondsen gericht op de eerste bedrijfsstadia. De eigenvermogensfaciliteit zal vraag gestuurd zijn en zal gebruikmaken van een portefeuillemethode, waarbij risicokapitaalfondsen en andere vergelijkbare intermediairs de bedrijven selecteren waarin zal worden geïnvesteerd.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder b).

02 04 02 03
Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 905 989

17 650 787

32 512 243

2 962 930

 

 

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

financiering te verstrekken voor het in het kader van het Cosme-programma ingestelde Enterprise Europe Network voor zijn versterkte diensten in verband met Horizon 2020. De steun kan variëren van betere voorlichtings- en adviesdiensten door hulpverlening bij het zoeken van de juiste partners voor kleine en middelgrote ondernemingen die grensoverschrijdende innovatieprojecten willen ontwikkelen, tot het verstrekken van innovatieondersteunende diensten;

de aanvulling en tenuitvoerlegging van specifieke kmo-maatregelen in het kader van Horizon 2020 te ondersteunen, met name om de innovatiecapaciteit van kleine en middelgrote ondernemingen te vergroten. Bij die activiteiten kan het gaan om bewustmakings-, voorlichtings- en verspreidingsactiviteiten, het vormen van netwerken en de uitwisseling van beste praktijken, de ontwikkeling van hoogwaardige mechanismen ter bevordering van innovatie en diensten met een sterke Europese toegevoegde waarde voor kleine en middelgrote ondernemingen (bv. op het gebied van het beheer van intellectuele eigendom en innovatiebeheer, kennisoverdracht), alsmede bijstand aan kleine en middelgrote ondernemingen om contacten aan te knopen met onderzoeks- en innovatiepartners in de hele Unie, zodat zij in staat worden gesteld zich vertrouwd te maken met nieuwe technologie en hun innovatievermogen kunnen vergroten. Bemiddelende organisaties die groepen innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigen, zullen worden uitgenodigd om met kleine en middelgrote ondernemingen die over elkaar wederzijds versterkende competenties beschikken, sector- en regio-overschrijdende activiteiten te ontplooien, om zo nieuwe industriële waardeketens tot stand te brengen;

marktgestuurde innovatie te ondersteunen met het oog op de vergroting van het innovatievermogen van bedrijven door een verbetering van de randvoorwaarden voor innovatie en het wegnemen van specifieke belemmeringen voor de groei van innovatieve bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen en middelgrote ondernemingen met een hoog groeipotentieel. Daarnaast zal gespecialiseerde steun worden verleend voor innovatie (bv. op het gebied van de exploitatie van intellectuele eigendom, netwerken van aankopende instanties, steun voor bureaus voor technologieoverdracht, strategisch ontwerp) en voor de doorlichting van overheidsbeleid met betrekking tot innovatie.

Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particulier ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het nieuwe Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor Unieprojecten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder c).

02 04 03
Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 stemt rechtstreeks overeen met de beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen die in de Europa 2020-strategie zijn vastgesteld. Bij het uitvoeren van die activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

02 04 03 01
Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 604 264

30 583 047

69 306 327

5 986 022

 

 

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel de grondstoffenvoorziening te helpen garanderen om tegemoet te komen aan de behoeften van een groeiende wereldbevolking binnen de duurzame grenzen van de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. De activiteiten zullen gericht zijn op een verbetering van de kennisbasis over grondstoffen en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor de kosteneffectieve en milieuvriendelijke exploratie, winning, verwerking, recycling en terugwinning van grondstoffen en voor hun vervanging door economisch aantrekkelijke alternatieven.

Tevens wordt steun verleend om belemmeringen aan te pakken die in de weg staan aan de invoering van op de kringloopeconomie gerichte bedrijfsmodellen, met name door kmo's, zoals het gebruik van materialen uit afvalstromen, de ontwikkeling van industriële symbiotische processen en de opbouw van eco-industriële clusters.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder e).

02 04 03 02
Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

153 235 857

51 650 398

138 347 362

10 865 760

 

 

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

EU-beleidsmaatregelen voor interne en externe veiligheid te steunen, en tegelijkertijd het concurrentievermogen en de technologiebasis van de veiligheidssector in de Unie te verbeteren en samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen te stimuleren. De activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van innovatieve technologieën en oplossingen die veiligheidslacunes opvullen en leiden tot de preventie van veiligheidsbedreigingen. De activiteiten hebben in het bijzonder tot doel terrorisme te bestrijden, met inbegrip van de bescherming van kritieke infrastructuur; de veiligheid te verbeteren door middel van grensbeheer; Europa beter bestand te maken tegen crises en rampen en tegelijkertijd persoonsgegevens en fundamentele mensenrechten te beschermen;

steun te verlenen voor de versterking van de empirische onderbouwing, alsook voor de Innovatie-Unie en de EOR, die nodig zijn om de ontwikkeling van innovatieve samenlevingen en beleidsmaatregelen in Europa te stimuleren door burgers, ondernemingen en gebruikers te betrekken bij onderzoek en innovatie en door gecoördineerd onderzoeks- en innovatiebeleid in de context van de mondialisering te bevorderen.

Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particulier ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, met name rekening houdend met financiering in natura door CESES als bijdrage aan Unieprojecten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder g).

02 04 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

49 488 811,88

29 980 793,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 51
Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

179 347 726

p.m.

410 942 214

778 917 543,17

623 488 946,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

502 883,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met kaderprogramma’s voor onderzoek van vóór 2003.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

02 04 53
Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

36 262 756

p.m.

41 095 242

69 707 100,72

62 867 685,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 01
Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Mensen gebruiken smartphones en apps voor hun dagelijkse activiteiten. Het gebruik van smartphones breidt zich snel uit en de samenleving profiteert duidelijk van deze digitale omgeving, maar hoe het doen van noodoproepen via apps er in de toekomst zal uitzien is nog onduidelijk. Accurate en betrouwbare locatiegegevens op basis van GNSS worden gebruik voor commerciële en andere doeleinden, maar zijn niet toegankelijk voor noodhulpdiensten wanneer burgers een noodmelding doen.

Als gevolg is een groot aantal 112-apps ontwikkeld en momenteel beschikbaar. Deze apps hebben echter beperkte functies en een beperkte toegankelijkheid. Bijna alle Europese noodhulpdiensten zijn de afgelopen tijd door ontwikkelaars van apps benaderd met voorstellen voor de ontwikkeling van 112-apps waarmee een gesprek kan worden gevoerd met een 112-centrale en rechtstreeks locatie- en andere gegevens gestuurd kunnen worden.

Deze apps kunnen helaas alleen worden gebruikt door burgers die in bepaalde geografische gebieden wonen en functioneren vaak niet op dezelfde manier als ze worden gebruikt buiten het bereik van een bepaald Public Service Answering Point (PSAP). Het is daarom meestal zo dat een app die in een bepaalde regio of land is ontworpen niet werkt in een andere regio of land, waardoor die app onbruikbaar wordt buiten de eigen regio of land.

Om die reden bestaat er momenteel geen uniale gezamenlijke architectuur voor het gebruiken van 112-apps.

Vicevoorzitters Kroes en Kallas hebben besloten om gezamenlijk aan dit onderwerp te werken en verklaarden in 2010 ervoor wilden zorgen dat elke Europeaan toegang krijgt tot een 112 smartphone app in zijn eigen taal. De afgelopen paar jaar zijn tal van 112 mobiele apps ontwikkeld maar er kan op dit gebied nog veel meer worden gedaan.

Beide vicevoorzitters hebben duidelijk gewezen op de noodzaak van een gezamenlijke aanpak voor de ontwikkeling van een uniale architectuur voor 112-apps.

Dit proefproject dient om te zorgen PSAP's in gereedheid worden gebracht, door het financieren van een gezamenlijke uniale architectuur voor de snelle verzending van gegevens, waaronder GNSS locatiegegevens en andere essentiële informatie, naar de juiste PSAP met gebruikmaking van 112-apps. Dit zal directe maatschappelijke voordelen bieden, met inachtneming van de marktvrijheid. Ook kan op nationaal en Unieniveau een aantal tests inzake interoperabiliteit en functies worden uitgevoerd van zowel de apps als de platforms waarop ze gebruikt worden.

De maatschappelijke voordelen strekken zich uit tot alle burgers en zullen vooral van belang zijn voor burgers met een handicap.

Het proefproject zal worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie die momenteel onderzoek doen naar het gebruik van GNSS-locatiegegevens via EGNOS en Galileo voor 112-diensten. De technische architectuur die met het project wordt opgezet moet de vereisten van deze diensten nauwgezet volgen. Tevens moeten de 112 PSAP's hierbij betrokken worden en moet het mogelijk worden om op geharmoniseerde wijze aanvullende gegevens te verzenden.

Het project heeft tot doel om:

vast te stellen wat de belangrijkste vereisten op de middellange termijn zijn van de noodhulpdiensten (aan de vraagkant), voortbouwend op uitgebreid onderzoek dat reeds is verricht, alsmede nieuw onderzoek uit te voeren;

een methode te ontwerpen en uit te voeren voor het doen van interoperabiliteitstests van 112-apps en platforms in een aantal lidstaten;

gereedheids- en compatibiliteitstests uit te voeren van een aantal PSAP's in lidstaten die aan het proefproject zullen deelnemen;

voordeel te bieden aan burgers, waaronder burgers met een handicap of bijzondere behoeften, door de omgeving en infrastructuur te creëren waarmee apps en providers (de aanbodkant) GNSS-locatiegegevens en andere gegevens kunnen doorsturen naar de daarvoor bestemde PSAP;

voort te bouwen op het succesvolle REACH112-project, waarmee de vereisten werden vastgesteld om burgers met een handicap betere toegang te kunnen bieden tot 112-diensten, en het PEACE-onderzoeksproject, waarin noodtoepassingen en diensten op IP-basis voor netwerken van de volgende generatie zijn onderzocht;

samen te werken met Europese autoriteiten voor gegevensbescherming, Europese technologieaanbieders, vrije softwaregemeenschappen, noodhulpdienstverleners, onderzoeks- en ontwikkelingscentra, appontwikkelaars, providers van telecommunicatienetwerken, Voice Over IP-providers en andere softwareproviders, bij het gebruikmaken van expertise op dit gebied;

de toekomst van 112-apps uitstippelen op zodanige wijze dat wordt tegemoet gekomen aan de behoeften en vereisten van burgers en noodhulpdiensten, teneinde praktische uitwerking te geven aan het streven naar grotere efficiency en doeltreffender dienstverlening in onze samenleving.

Momenteel is de meerderheid van de 112 PSAP's in Europa gebaseerd op oude analoge technologieën en netwerken van vorige generaties. Het gevolg is dat PSAP's een zeer beperkte capaciteit hebben voor de afhandeling van andere dan telefonische noodoproepen en ver achterlopen bij de snelle ontwikkeling van moderne communicatiesystemen. De verwachtingen van de burgers zijn ook aanzienlijk groter dan noodhulpdiensten kunnen waarmaken en voor veel burgers met een handicap is de dienstverlening ontoereikend. In het COCOM-rapport 2014 wordt gewezen op het gebrek aan toegang voor burgers met een handicap en aan precieze, betrouwbare en actuele informatie over de locatie van de beller.

Veel lidstaten hebben weinig inzicht in de effecten en het bereik van diensten op basis van apps en dan vooral in de wijze waarop dergelijke diensten toegang hebben tot en gegevens uitwisselen met 112. Europese nationale autoriteiten hebben weinig ervaring met dienstverlening op basis van apps en moeten dringend regels vaststellen om de consumenten passende bescherming te bieden via doeltreffende en proportionele regelgeving. Vanwege het gebrek aan samenhang en coördinatie met app-diensten en -technologieën moeten dergelijke diensten worden ontwikkeld en getest om de functionaliteiten van die diensten in te kaderen in een passende en doeltreffende standaardisatie en regelgeving, waarbinnen een beoordeling plaatsvindt van risico's met betrekking tot privacy, datadiefstal en toezicht.

Een en ander moet ertoe leiden dat belanghebbenden de beschikking krijgen over een neutrale, niet-discriminerende, innovatieve architectuur, om de interoperabiliteit te waarborgen en de ontwikkeling van apps mogelijk te maken waarmee een doeltreffender en efficiëntere 112-dienstverlening mogelijk wordt, waar Europese burgers en toeristen van kunnen profiteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 04 77 02
Proefproject — GVDB-onderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Het project heeft ten doel:

de samenwerking te ontwikkelen tussen de Commissie en het Europees Defensieagentschap (EDA) waarbij het Agentschap de doelstellingen van de Unie ten uitvoer legt en Uniemiddelen beheert, overeenkomstig Besluit 2011/411/GBVB van de Raad;

twee onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te financieren:

één onderzoeksactiviteit met een hoog risico en een hoog rendement, waarvan de uitkomst mogelijk tot hervorming van toekomstige acties zou kunnen leiden. De begunstigden moeten worden geselecteerd door middel van een ideeënwedstrijd. Het EDA zal de activiteit namens de Unie ten uitvoer leggen. De lidstaten, de Commissie en de EDEO zullen een adviserende rol vervullen ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de activiteit. Het EDA zal de activiteit namens de Unie ten uitvoer leggen;

één onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteit gericht op certificering op grond van militaire en, indien van toepassing, civiele behoeften. De lidstaten en derde landen en organisaties die een administratieve overeenkomst met het EDA hebben ondertekend zullen worden uitgenodigd om een bijdrage aan de activiteit te leveren. Het EDA zal de activiteit namens de Unie en de andere bijdragende leden beheren;

de bovengenoemde processen monitoren teneinde lering te trekken met het oog op toekomstig Unie-optreden ter ondersteuning van de opbouw van defensiecapaciteiten die van belang zijn voor het GVDB en voor de lidstaten. De militaire personeel van de Europese Unie dient onderdeel uit te maken van het monitoringteam.

In voorkomend geval dient de secretaris-generaal van de NAVO te worden uitgenodigd een waarnemer af te vaardigen naar de vergaderingen in het kader van dit proefproject.

In het kader van dit proefproject wordt geen financiering verstrekt voor werkzaamheden met betrekking tot wapens die, vanwege hun aard, niet verenigbaar zijn met het humanitair recht, voor werkzaamheden met betrekking tot dodelijke of buitengewoon destructieve wapens en met betrekking tot raketkoptechnologieën, of voor werkzaamheden met betrekking tot autonome doelherkenning en gevechtshandelingen zonder menselijke interactie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 05 —   EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 05

EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2019

1,1

817 199 000

650 499 661

1 097 830 000

737 658 621

 

 

 

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

1,1

240 000 000

200 824 669

225 000 000

170 148 008

 

 

 

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

1,1

26 791 000

26 791 000

24 587 000

24 587 000

13 973 518,59

13 973 518,59

52,16

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

1,1

p.m.

77 585 659

p.m.

281 994 299

8 865 895,—

394 174 150,—

508,05

 

Hoofdstuk 02 05 — Totaal

 

1 083 990 000

955 700 989

1 347 417 000

1 214 387 928

22 839 413,59

408 147 668,59

42,71

02 05 01
Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2019

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

817 199 000

650 499 661

1 097 830 000

737 658 621

 

 

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op financiering van activiteiten in verband met:

de voltooiing van de stationeringsfase van het Galileo-programma, die bestaat in de bouw, de installatie en de bescherming van alle ruimte- en grondinfrastructuren alsmede de voorbereidende activiteiten voor de exploitatiefase, waaronder activiteiten die verband houden met de voorbereiding van dienstverlening;

de exploitatiefase van het Galileo-programma, die bestaat in het beheer, het onderhoud, de permanente verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de ruimte- en grondinfrastructuren, de ontwikkeling van toekomstige generaties van het systeem en de ontwikkeling van de door het systeem verstrekte diensten, certificering en normalisatieoperaties, verstrekking en marketing van de door het systeem verleende diensten en alle andere activiteiten die nodig zijn om te garanderen dat het programma vlot loopt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b) en d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), en met name artikel 2, lid 4.

02 05 02
Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

240 000 000

200 824 669

225 000 000

170 148 008

 

 

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma's wordt toegekend met het oog op de financiering van activiteiten die verband houden met de exploitatie van het Egnos-systeem, met inbegrip van alle elementen waarmee de betrouwbaarheid van het systeem en de exploitatie ervan wordt aangetoond.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b) en d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), en met name artikel 1, lid 5.

02 05 11
Europees GNSS-Agentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

26 791 000

24 587 000

13 973 518,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling III.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 26 840 000 EUR. Een bedrag van 49 000 EUR afkomstig uit de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 26 791 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 512/2014 van het Europees Parlement en de Raad vanf 16 april 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010 tot oprichting van het Europees GNSS-Agentschap (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 72).

02 05 51
Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

77 585 659

p.m.

281 994 299

8 865 895,—

394 174 150,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 06 —   EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

1,1

113 650 000

81 952 171

58 500 000

54 927 050

 

 

 

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

1,1

440 220 000

427 844 424

301 933 000

112 727 494

 

 

 

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

17 962 958

57 485 794,—

49 598 537,74

 

02 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 06 77 01

Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

1 058 313

0,—

1 349 987,—

 

 

Artikel 02 06 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

1 058 313

0,—

1 349 987,—

 

 

Hoofdstuk 02 06 — Totaal

 

553 870 000

509 796 595

360 433 000

186 675 815

57 485 794,—

50 948 524,74

9,99

02 06 01
Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

113 650 000

81 952 171

58 500 000

54 927 050

 

 

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

operationele Copernicus-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd;

bij te dragen tot het garanderen van de vereiste toegang tot gegevens van de observatie-infrastructuur om Copernicus-diensten te exploiteren;

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

Met dit krediet zullen met name het opzetten, de instelling en de werking van de zes in de Verordening (EU) nr. 377/2014 vermelde diensten en de gerelateerde activiteiten worden gefinancierd.

Met dit krediet kunnen eveneens dienstoverschrijdende activiteiten worden gefinancierd, alsook het op elkaar aansluiten en coördineren van activiteiten, in-situ coördinatie, acceptatie door de gebruikers, opleiding en communicatie.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bovendien kunnen met dit krediet met het oog op de ondersteuning van het concurrentievermogen en de groei ook gegevensverspreiding en de begeleiding van start-ups worden gefinancierd door middel van ondersteuning van sterkere en innovatievere IT-structuren in Europa.

Copernicus-diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op het niveau van de Unie, en op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten voor het Copernicus-programma overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt. Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 03 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

02 06 02
Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

440 220 000

427 844 424

301 933 000

112 727 494

 

 

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

de Unie van een autonome aardobservatiecapaciteit te voorzien door ruimte-infrastructuur te financieren en de Europese industrie in dat opzicht te stimuleren, met name bij de bouw en de lancering van satellieten

bij te dragen tot de beschikbaarheid van de observatiecapaciteit die nodig is om de Copernicus-diensten operationeel te maken, met name door de operationele diensten van het grondsegment van de ruimte-infrastructuur

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

De ontwikkeling van een Europese ruimte-infrastructuur is zeer belangrijk voor de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie en vereist consequent overheidsoptreden om de inspanningen van de sector te ondersteunen.

Met dit krediet zullen de ontwikkeling, de bouw en de werking van satellieten worden gefinancierd. De gegevens en informatie die dankzij de ruimte-infrastructuur werden verkregen, vallen onder het beleid inzake gratis, volledige en open toegang tot gegevens, waardoor deze beschikbaarder zullen zijn en de downstreammarkt zullen stimuleren.

Ter aanvulling van de gegevens die de gebruikers nodig hebben, kan met dit krediet ook de aankoop van gegevens van derde partijen en de toegang tot bijdragende missies van lidstaten worden gefinancierd, alsook het speciale verspreidingsplatform (belangrijkste grondsegment), dat prioritair zal dienen voor de in het kader van artikel 02 06 01 gefinancierde operationele diensten.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

02 06 51
Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

17 962 958

57 485 794,—

49 598 537,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).

02 06 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

02 06 77 01
Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 058 313

0,—

1 349 987,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement, werd deze voorbereidende actie gevolgd door de aanneming op 22 september 2010 van het Europees programma voor monitoring van de aarde (zie artikel 02 06 51).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE

TITEL 03

CONCURRENTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

97 651 538

94 449 737

94 089 015,64

 

Titel 03 — Totaal

97 651 538

94 449 737

94 089 015,64

HOOFDSTUK 03 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

03 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

5,2

78 992 075

76 427 835

76 727 548,89

97,13

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 492 792

5 627 112

5 187 382,79

94,44

03 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

8 151 777

7 446 847

6 412 839,60

78,67

 

Artikel 03 01 02 — Subtotaal

 

13 644 569

13 073 959

11 600 222,39

85,02

03 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

5,2

5 014 894

4 947 943

5 761 244,36

114,88

03 01 07

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Hoofdstuk 03 01 — Totaal

 

97 651 538

94 449 737

94 089 015,64

96,35

03 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

78 992 075

76 427 835

76 727 548,89

03 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 492 792

5 627 112

5 187 382,79

03 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 151 777

7 446 847

6 412 839,60

03 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 014 894

4 947 943

5 761 244,36

03 01 07
Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Om ervoor te zorgen dat de regels inzake mededinging betreffende overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), misbruik van een machtspositie (artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), steunmaatregelen van de staten (artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en concentraties van ondernemingen (Verordening (EG) nr. 139/2004) worden gehandhaafd, kan de Commissie besluiten vaststellen, onderzoeken voeren en sancties of terugvorderingen opleggen.

De besluiten van de Commissie zijn overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderworpen.

Bij wijze van voorzorg is het passend rekening te houden met de mogelijke budgettaire gevolgen van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden toegekend aan eisers en die het gevolg zijn van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken.

Aangezien vooraf geen redelijke raming van de financiële gevolgen voor de algemene begroting kan worden opgesteld, wordt in dit artikel een pro-memorievermelding („p.m.”) opgenomen. In voorkomend geval zal de Commissie voorstellen de kredieten voor de werkelijke behoeften beschikbaar te stellen door middel van overschrijvingen of door een ontwerp van gewijzigde begroting.

Rechtsgronden

Artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1);

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

Artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

BELEIDSSTRATEGIE- EN COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

TOEZICHT OP STAATSSTEUN

CONCENTRATIECONTROLE

KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING

TITEL 04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

93 173 629

93 173 629

91 394 258

91 394 258

93 687 106,80

93 687 106,80

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

12 266 260 317

10 212 703 337

13 035 200 000

10 500 159 699

11 685 706 210,83

13 763 798 109,17

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

212 196 000

160 978 363

211 140 900

172 933 326

197 022 631,25

146 993 637,23

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

p.m.

25 000 000

p.m.

50 000 000

41 541 397,—

41 541 397,—

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

p.m.

74 547 800

p.m.

69 900 164

113 157 077,—

65 152 574,—

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

524 657 709

363 075 586

501 280 000

406 280 000

 

 

 

Titel 04 — Totaal

13 096 287 655

10 929 478 715

13 839 015 158

11 290 667 447

12 131 114 422,88

14 111 172 824,20

HOOFDSTUK 04 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

04 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5.2

60 739 337

59 643 683

60 174 282,90

99,07

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01

Extern personeel

5.2

3 932 556

3 918 717

4 645 744,27

118,14

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5.2

4 520 635

4 670 521

5 665 451,82

125,32

 

Artikel 04 01 02 — Subtotaal

 

8 453 191

8 589 238

10 311 196,09

121,98

04 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5.2

3 856 101

3 861 337

4 519 373,90

117,20

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

1.2

15 400 000

15 500 000

14 049 819,84

91,23

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

1.1

4 300 000

3 800 000

2 743 657,13

63,81

04 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

4

p.m.

p.m.

1 325 610,80

 

04 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

p.m.

p.m.

563 166,14

 

04 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

1.2

425 000

 

 

 

 

Artikel 04 01 04 — Subtotaal

 

20 125 000

19 300 000

18 682 253,91

92,83

 

Hoofdstuk 04 01 — Totaal

 

93 173 629

91 394 258

93 687 106,80

100,55

04 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

60 739 337

59 643 683

60 174 282,90

04 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 932 556

3 918 717

4 645 744,27

04 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 520 635

4 670 521

5 665 451,82

04 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 856 101

3 861 337

4 519 373,90

04 01 04
Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 400 000

15 500 000

14 049 819,84

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van door het Europees Sociaal Fonds (ESF) gefinancierde technische bijstandsmaatregelen in het kader van de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bij de technische bijstand kan het gaan om financiering van maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het ESF door de Commissie. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 5 000 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 300 000

3 800 000

2 743 657,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, comités, vergaderingen van deskundigen, conferenties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 03.

04 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

1 325 610,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het pretoetredingsinstrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 04 05.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 05.

04 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

563 166,14

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om op initiatief van de Commissie te worden gebruikt tot een plafond van 0,5 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), zoals aangegeven in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013. Het krediet kan gebruikt worden voor het financieren van de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het EFG. Het mag tevens worden gebruikt ter financiering van administratieve en technische bijstand, informatie- en communicatieactiviteiten alsook boekhoudkundige controle en evaluatiewerkzaamheden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de activiteiten van het EFG.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 04.

04 01 04 05
Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

425 000

 

 

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de van technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

uitgaven voor ondersteuning (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het FEAD;

contracten voor dienstverleners en studies.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 02 —   EUROPEES SOCIAAL FONDS

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

816 115 611,69

 

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

8 961 283,88

 

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 942 038,43

3 605 029,03

 

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

2 054 979,13

 

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

206 324,49

285 268,57

 

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

259 504 148,42

 

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

668 030,04

756 299,39

 

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

16 250 785,18

 

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

162 986,60

 

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

1.2

0,—

0,—

 

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

1.2

p.m.

4 917 020 000

p.m.

6 769 000 000

8 337 649 354,—

9 098 872 467,35

185,05

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

1.2

p.m.

2 357 168 235

p.m.

2 997 183 133

3 333 462 956,—

3 546 246 209,68

150,45

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1.2

p.m.

5 752 675

p.m.

6 000 000

11 777 507,87

10 983 040,25

190,92

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

6 500 532 038

1 029 000 000

5 636 300 000

364 000 000

 

 

 

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

1 668 335 386

284 757 420

1 832 300 000

108 366 526

 

 

 

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

2 675 531 087

583 896 529

3 752 500 000

219 610 040

 

 

 

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

1.2

14 700 000

8 629 013

10 000 000

6 000 000

 

 

 

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 04 02 63 — Subtotaal

 

14 700 000

8 629 013

10 000 000

6 000 000

 

 

 

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

1.2

1 407 161 806

1 026 479 465

1 804 100 000

30 000 000

 

 

 

 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

12 266 260 317

10 212 703 337

13 035 200 000

10 500 159 699

11 685 706 210,83

13 763 798 109,17

134,77

Toelichting

In artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is voorzien dat de verwezenlijking van de in artikel 174 aangegeven doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang ondersteund moet worden door het optreden van de Unie via de structuurfondsen, waaronder het ESF. De taken, prioritaire doelstellingen en organisatie van de structuurfondsen worden bepaald overeenkomstig artikel 177 VWEU.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende criteria voor financiële correcties door de Commissie zijn specifieke regels vastgelegd voor financiële correcties in verband met het ESF.

Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

In artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zijn specifieke regels voor terugbetaling van voorfinanciering vastgelegd die van toepassing zijn op het ESF.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 inzake het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 02 01
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

816 115 611,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 02
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

8 961 283,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000-2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49).

Referentiebesluiten

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, met name punt 49.

04 02 03
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 942 038,43

3 605 029,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 04
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

2 054 979,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 05
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

206 324,49

285 268,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 2 en 5 b).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 06
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

259 504 148,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 07
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

668 030,04

756 299,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 3 en 4.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 08
Voltooiing van Equal (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

16 250 785,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief Equal betreffende transnationale samenwerking voor de bevordering van nieuwe praktijken voor de bestrijding van discriminaties en ongelijkheden van welke aard ook wat de arbeidsmarkt betreft (PB C 127 van 5.5.2000, blz. 2).

04 02 09
Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

162 986,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen die in het kader van vorige communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (kmo-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautaire initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997)0642).

04 02 10
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2000-2006 voor innovatieve acties en technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innovatieve acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van :

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen en dienstreizen);

uitgaven voor informatie en publicatie;

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

contracten voor de verlening van diensten en het maken van studies;

beurzen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 11
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de afwikkeling van ESF-vastleggingen van vorige programmeringsperioden voor innovatieve acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, evaluatie, controle en beheer, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de relevante verordeningen voorzien.

Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, met name die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 17
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 917 020 000

p.m.

6 769 000 000

8 337 649 354,—

9 098 872 467,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de convergentiedoelstelling van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio's te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 als gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 18
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor het Peace-programma in het kader van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013.

Omdat het belang van de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland werd erkend, werd voor de periode 2007-2013 een totaalbedrag van 200 000 000 EUR aan het Peace-programma toegewezen. Dit programma wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 19
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 357 168 235

p.m.

2 997 183 133

3 333 462 956,—

3 546 246 209,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de doelstelling inzake regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de vergrijzing van de bevolking.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 20
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 752 675

p.m.

6 000 000

11 777 507,87

10 983 040,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 voor technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.

De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

uitgaven voor informatie en publicatie;

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling;

contracten voor dienstverleners en studies;

beurzen.

Dit krediet dient ook ter ondersteuning van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 60
Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 500 532 038

1 029 000 000

5 636 300 000

364 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de minder ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces voor deze economisch en sociaal achteropgeraakte regio's vereist aanhoudende inspanningen op de lange termijn. Deze categorie regio's omvat regio's met een bbp per inwoner van minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder c).

04 02 61
Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 668 335 386

284 757 420

1 832 300 000

108 366 526

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de programmeringsperiode 2014-2020 in een nieuwe categorie regio's, de „overgangsregio's”, die in de plaats komen van het systeem van in- en uitfaseren in de periode 2007-2013. Deze categorie omvat alle regio's met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de EU-27.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder b).

04 02 62
Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 675 531 087

583 896 529

3 752 500 000

219 610 040

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de meer ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Hoewel steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio's de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om te kunnen reageren op belangrijke uitdagingen waarmee alle lidstaten geconfronteerd worden, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en de sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie heeft betrekking op de regio's met een bbp per inwoner van meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder a).

04 02 63
Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen).

Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 63 01
Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 700 000

8 629 013

10 000 000

6 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen).

Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Dit krediet dient ook ter financiering van onder andere:

instrumenten voor elektronische projectaanvraag en verslaglegging en gestandaardiseerde documentatie en procedures voor het beheer en de uitvoering van de operationele programma’s;

intercollegiale toetsing van de prestaties van elke lidstaat op het gebied van financieel management en kwaliteit;

standaarddocumentatie voor openbare aanbestedingen;

een gemeenschappelijk systeem van resultaat- en impactindicatoren;

een handboek met beproefde praktijken om het absorptieproces te optimaliseren en het foutenpercentage te verlagen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 63 02
Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Deze post dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. De post dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in die lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 64
Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 407 161 806

1 026 479 465

1 804 100 000

30 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor aanvullende steun voor maatregelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid die gefinancierd worden door het ESF. Het vertegenwoordigt de specifieke toewijzing voor het Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in regio's waar de werkloosheid onder jongeren in 2012 meer dan 25 % bedroeg, of voor lidstaten waar het werkloosheidspercentage onder jongeren in 2012is gestegen tot meer dan 30 %. De aanvullende 3 000 000 000 EUR voor dit onderdeel voor de periode 2014-2020 is bedoeld om matchingfinanciering te bieden voor steunverlening van het ESF in dergelijke regio's. Dit krediet dient ter financiering van het scheppen van volwaardige werkgelegenheid.

Marges die beschikbaar blijven onder de maxima van het meerjarig financieel kader (MFK) voor vastleggingskredieten voor de jaren 2014-2017 vormen een overkoepelende MFK-marge voor vastleggingen, die beschikbaar worden gesteld boven de maxima die in de bijlage zijn vastgesteld voor de jaren 2016 tot en met 2020 voor beleidsdoelstellingen met betrekking tot groei en werkgelegenheid, in het bijzonder voor jongeren, zoals bepaald in de Verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

HOOFDSTUK 04 03 —   WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

04 03 01

Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01

Vooroverleg met vakorganisaties

1.1

434 000

304 602

425 000

225 000

450 000,—

403 020,67

132,31

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

1.1

8 000 000

5 482 852

6 400 000

5 000 000

6 210 604,28

4 694 765,36

85,63

04 03 01 04

Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

1.1

4 000 000

2 697 911

3 687 000

2 487 000

3 333 341,44

2 003 785,61

74,27

04 03 01 05

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

1.1

18 257 000

12 793 321

18 600 000

14 675 010

18 414 356,30

16 795 366,63

131,28

04 03 01 06

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

1.1

7 116 000

3 481 176

7 250 000

6 146 352

3 832 477,74

2 262 882,13

65,00

04 03 01 07

Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

740 000

0,—

1 612 677,50

 

04 03 01 08

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

1.1

15 641 000

8 876 998

15 935 000

10 320 293

16 170 020,37

9 942 330,66

112,00

 

Artikel 04 03 01 — Subtotaal

 

53 448 000

33 636 860

52 297 000

39 593 655

48 410 800,13

37 714 828,56

112,12

04 03 02

Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

1.1

72 494 000

22 666 588

71 176 000

17 824 736

 

 

 

04 03 02 02

EURES — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

1.1

21 392 000

9 424 939

21 300 000

12 077 585

 

 

 

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

1.1

26 457 000

11 815 018

26 500 000

2 332 442

 

 

 

 

Artikel 04 03 02 — Subtotaal

 

120 343 000

43 906 545

118 976 000

32 234 763

 

 

 

04 03 11

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

1.1

20 371 000

20 371 000

19 854 000

19 854 000

20 371 886,—

20 371 886,—

100,00

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

1.1

14 534 000

14 534 000

14 013 900

14 013 900

14 920 346,—

14 845 233,—

102,14

04 03 51

Voltooiing van Progress

1.1

p.m.

24 802 431

p.m.

31 294 613

55 805 119,13

40 358 399,35

162,72

04 03 52

Voltooiing van Eures

1.1

p.m.

8 579 394

p.m.

10 082 958

22 015 381,85

8 406 133,52

97,98

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

1.1

p.m.

8 180 353

p.m.

14 894 437

26 542 047,64

18 582 523,22

227,16

04 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

1.1

p.m.

523 430

p.m.

600 000

500 000,—

0,—

0

04 03 77 03

Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

1.1

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

04 03 77 04

Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

1.1

p.m.

p.m.

65 000

0,—

0,—

 

04 03 77 05

Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

1.1

p.m.

20 000

0,—

0,—

 

04 03 77 06

Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

1.1

p.m.

p.m.

350 000

0,—

430 868,38

 

04 03 77 07

Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

1.1

p.m.

1 308 576

p.m.

3 880 000

5 000 000,—

3 166 773,34

242,00

04 03 77 08

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1.1

p.m.

348 954

p.m.

600 000

0,—

597 570,—

171,25

04 03 77 09

Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

1.1

p.m.

523 430

1 000 000

600 000

457 050,50

0,—

0

04 03 77 10

Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

263 278,78

 

04 03 77 11

Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

168 145,26

 

04 03 77 12

Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

0,—

650 000,—

 

04 03 77 13

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

1.1

p.m.

1 292 053

p.m.

2 000 000

2 000 000,—

1 437 997,82

111,30

04 03 77 14

Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

1.1

p.m.

697 907

1 000 000

650 000

1 000 000,—

0,—

0

04 03 77 15

Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen

1.1

p.m.

523 430

2 000 000

1 000 000

 

 

 

04 03 77 16

Voorbereidende actie — Microkredieten specifiek bedoeld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid

1.1

p.m.

p.m.

2 000 000

1 000 000

 

 

 

04 03 77 17

Proefproject — Socialezekerheidskaart

1.1

500 000

250 000

 

 

 

 

 

04 03 77 18

Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1.1

1 500 000

750 000

 

 

 

 

 

04 03 77 19

Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

1.1

500 000

250 000

 

 

 

 

 

04 03 77 20

Proefproject — Gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen

1.1

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 04 03 77 — Subtotaal

 

3 500 000

6 967 780

6 000 000

10 965 000

8 957 050,50

6 714 633,58

96,37

 

Hoofdstuk 04 03 — Totaal

 

212 196 000

160 978 363

211 140 900

172 933 326

197 022 631,25

146 993 637,23

91,31

04 03 01
Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01
Vooroverleg met vakorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

434 000

304 602

425 000

225 000

450 000,—

403 020,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende vergaderingen van vertegenwoordigers van de Europese vakorganisaties ter vergemakkelijking van hun meningsvorming en om hun standpunten over de ontwikkeling van de beleidslijnen van de Unie nader tot elkaar te kunnen brengen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 01 03
Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 000 000

5 482 852

6 400 000

5 000 000

6 210 604,28

4 694 765,36

Toelichting

De doelstelling van deze activiteit is het bevorderen van de geografische en beroepsmobiliteit (met inbegrip van de coördinatie van socialezekerheidsstelsels) van werknemers in Europa teneinde de belemmeringen voor vrij verkeer voor werknemers weg te nemen en een werkelijke arbeidsmarkt op Europees niveau tot stand te brengen.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van het toezicht op de naleving van de Uniewetgeving, door het financieren van een netwerk van deskundigen inzake vrij verkeer van werknemers en sociale zekerheid dat regelmatig verslag uitbrengt over de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie in de lidstaten en op Unieniveau, en de belangrijkste trends in wetgeving van de lidstaten analyseert ten aanzien van het vrije verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van de governance van rechtshandelingen van de Unie door vergaderingen van de comités, bewustmakingsacties en tenuitvoerlegging, en andere specifieke technische bijstand en de ontwikkeling van de EESSI (Electronic exchange of social security information) en de tenuitvoerlegging daarvan.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

analyse en beoordeling van de overheersende tendensen in de wetgeving van de lidstaten betreffende het vrije verkeer van werknemers, en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, alsmede de financiering van deskundigennetwerken op die gebieden;

analyse van en onderzoek naar nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, bijvoorbeeld in verband met het aflopen van overgangsperiodes en de modernisering van bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

steun voor het werk van de Administratieve Commissie en haar subgroepen, en follow-up van de genomen besluiten, alsmede steun voor het werk van het Technisch Comité en het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers;

steun voor acties ter voorbereiding van de toepassing van de nieuwe verordeningen inzake sociale zekerheid, waaronder transnationale uitwisselingen van ervaringen en informatie, alsook op nationaal niveau ontwikkelde opleidingsinitiatieven;

financiering van acties die tot doel hebben de dienstverlening aan en de bewustmaking van het publiek te verbeteren, inclusief maatregelen die een inventarisering van de problemen inzake de sociale zekerheid van migrerende werknemers beogen, alsmede acties ter versnelling en vereenvoudiging van de administratieve procedures, het analyseren van de belemmeringen voor het vrije verkeer van werknemers en het gebrek aan coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de gevolgen daarvan voor mensen met een handicap, inclusief de aanpassing van administratieve procedures aan de nieuwe informatieverwerkingstechnieken, ter verbetering van de regelingen voor de verwerving van rechten en de vaststelling en de betaling van de uitkeringen die voortvloeien uit de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72, Verordening (EG) nr. 859/2003, alsook Verordening (EG) nr. 883/2004, de uitvoeringsverordening daarvan (Verordening (EG) nr. 987/2009) en Verordening (EU) nr. 1231/2010,

ontwikkeling van informatie en acties om de burgers bewust te maken van hun rechten inzake vrij verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

ondersteuning van de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsinformatie tussen lidstaten, ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 883/2004 en van de verordening tot vaststelling van de wijze van toepassing van die Verordening (EG) nr. 987/2009). Dit omvat ook het onderhoud van de centrale node van het EESSI-systeem, het testen van componenten van het systeem, helpdeskactiviteiten, ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het systeem en de opleiding.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 45 en 48.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden, zelfstandigen en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1).

Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46).

Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 (zoals gewijzigd) betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 (zoals gewijzigd) tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB L 344 van 29.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

04 03 01 04
Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

2 697 911

3 687 000

2 487 000

3 333 341,44

2 003 785,61

Toelichting

Het doel van deze activiteit is het bevorderen van betere beleidsreacties in de lidstaten op demografische en sociale uitdagingen door middel van het produceren en verspreiden van vergelijkende informatie in de context van de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie, en door het identificeren van toekomstige prioriteiten voor sociaal beleid, met inbegrip van genderspecifieke maatregelen.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter bevordering van de ontwikkeling van vergelijkende analyse en de uitwisseling van gezichtspunten en ervaringen op alle relevante niveaus (regionaal, nationaal, Unie en internationaal) met betrekking tot de sociale en demografische situatie, de sociaal-economische trends in de Unie evenals de genderloonkloof en de discriminatie van vrouwen op de werkplek. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van de acties ter ondersteuning van een Waarnemingscentrum voor de sociale situatie, de samenwerking op het gebied van relevante activiteiten in de lidstaten en met internationale organisaties, en het beheer van een groep voor technische ondersteuning voor de Europese Alliantie voor het gezin.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor verslagen van de Commissie, (waaronder een jaarlijks verslag over de sociale situatie en een tweejaarlijks verslag over demografische veranderingen en de gevolgen daarvan overeenkomstig artikel 159 VWEU), alsmede verslagen van de Commissie over problemen betreffende de sociale situatie (die kunnen worden verlangd door het Europees Parlement uit hoofde van artikel 161 VWEU).

Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van uitgaven voor analysen ten behoeve van de in het VWEU bedoelde verslagen, alsmede voor de verspreiding van kennis betreffende belangrijke sociale en demografische uitdagingen. Met name kunnen de volgende activiteiten worden nagestreefd, waarbij voldoende rekening moet worden gehouden met het genderaspect:

de analyse van het effect van de vergrijzing van de bevolking in het kader van een „samenleving voor alle leeftijden”, met betrekking tot ontwikkeling van de behoeften op het gebied van zorg en sociale bescherming, het gedrag en het flankerende beleid, en met inbegrip van onderzoek betreffende ouderen bij minderheden of migranten en de situatie van mantelzorgers;

de analyse van de gevolgen van demografische veranderingen op beleid, maatregelen en programma's van de Unie en de lidstaten, en het formuleren van aanbevelingen voor aanpassingen in het economisch beleid en andere beleidsmaatregelen en -programma's op Unie- en nationaal niveau, teneinde negatieve gevolgen van de vergrijzing te voorkomen;

analyse van de verbanden tussen de gezinnen en de demografische trends;

analyse van de trends inzake armoede, inkomen en verdeling van de rijkdom en de bredere gevolgen daarvan voor de samenleving;

vaststelling van de bestaande verbanden tussen de technologische ontwikkeling (impact op de communicatietechnologieën, de geografische en de beroepsmobiliteit) en de gevolgen voor de gezinnen en de maatschappij in haar geheel;

de analyse van de band tussen handicap en demografische trends, analyse van de sociale situatie van personen met een handicap en hun gezinnen en de behoeften van kinderen met een handicap binnen hun gezinnen en gemeenschappen;

de analyse van de ontwikkeling van de sociale vraag (wat het behoud of de vermeerdering van verworven rechten betreft) zowel ten aanzien van goederen als ten aanzien van diensten, rekening houdend met zowel de nieuwe maatschappelijke uitdagingen als de demografische ontwikkelingen en de verandering van de verhoudingen tussen de generaties;

de ontwikkeling van passende methodologische instrumenten (reeksen sociale indicatoren, simulatietechnieken, gegevensverzameling over beleidsinitiatieven op alle niveaus, enz.) om de verslagen over de sociale situatie, sociale bescherming en sociale integratie kwantitatief en wetenschappelijk stevig te onderbouwen;

bewustmaking van en organisatie van debatten over de belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen, teneinde betere beleidsmaatregelen te bevorderen;

aandacht voor demografische trends, het gezinsleven en het kind bij de uitvoering van het desbetreffende EU-beleid, zoals het vrije verkeer van personen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 159 en 161.

04 03 01 05
Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 257 000

12 793 321

18 600 000

14 675 010

18 414 356,30

16 795 366,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de sociale dimensie. Deze maatregelen moeten de werknemersorganisaties helpen een bijdrage te leveren aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa 2020-strategie en de Sociale Agenda, in de context van de initiatieven van de Unie om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

ondersteuning van de werkprogramma's van de twee vakbondsinstellingen ETUI (European Trade Union Institute) en EZA (European Centre for Workers' Questions), die zijn opgericht ter bevordering van capaciteitsopbouw door middel van opleiding en onderzoek op Europees niveau om de participatie van werknemersvertegenwoordigers bij het besluitvormingsproces te versterken;

voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de sociale dimensie;

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, met het specifieke doel de sociale dialoog op het niveau van de Unie te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de desbetreffende bijzondere richtlijnen.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

04 03 01 06
Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 116 000

3 481 176

7 250 000

6 146 352

3 832 477,74

2 262 882,13

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van acties, met name :

acties voor een grotere betrokkenheid van werknemers in ondernemingen, om de tenuitvoerlegging te bevorderen van Richtlijn 2009/38/EG betreffende de Europese ondernemingsraden, de Richtlijnen 2001/86/EG en 2003/72/EG betreffende de betrokkenheid van de werknemers in de Europese vennootschap respectievelijk de Europese coöperatieve vennootschap, Richtlijn 2002/14/EG tot instelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap, Richtlijn 98/59/EG inzake collectief ontslag en artikel 16 van Richtlijn 2005/56/EG betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen;

maatregelen ter versterking van de transnationale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers inzake voorlichting, raadpleging en participatie van werknemers in ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn. Korte trainingen voor onderhandelaars en vertegenwoordigers in transnationale informatie-, raadplegings- en participatieorganen kunnen in dit kader worden gefinancierd. Ook de sociale partners uit de kandidaat-lidstaten komen in aanmerking;

maatregelen die het sociale partners mogelijk maken hun rechten en plichten ten aanzien van de inspraak van werknemers uit te oefenen, in het bijzonder in Europese ondernemingsraden en in kmo's, om hen vertrouwd te maken met transnationale bedrijfsovereenkomsten en meer samen te werken op het gebied van de naleving van het Unierecht betreffende de inspraak van werknemers;

activiteiten ter bevordering van de actieve betrokkenheid van werknemers in ondernemingen en voor de follow-up van de bevindingen van de geschiktheidscontrole van Uniehandelingen op het gebied van de voorlichting en raadpleging van werknemers;

innovatieve acties met betrekking tot de rol van werknemers, met het oog op ondersteuning van het anticiperen op verandering en de preventie en oplossing van geschillen in de context van herstructureringen, fusies, overnames en verplaatsingen bij ondernemingen en groepen van ondernemingen op Unieschaal;

maatregelen ter stimulering van de samenwerking tussen de sociale partners voor de ontwikkeling van de betrokkenheid van werknemers bij het zoeken naar oplossingen voor de gevolgen van de economische crisis, zoals massale ontslagen, of de noodzaak van een overschakeling naar een inclusieve, duurzame en koolstofarme economie;

transnationale uitwisseling van informatie en goede praktijken in aangelegenheden die van belang zijn voor het sociale overleg op bedrijfsniveau.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 97/74/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 10 van 16.1.1998, blz. 22).

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag (PB L 225 van 12.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).

Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).

Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25).

Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).

Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

04 03 01 07
Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

740 000

0,—

1 612 677,50

Toelichting

Het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties had tot doel het algemene bewustzijn van de waarde van actief ouder worden te vergroten, het debat te stimuleren, informatie uit te wisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en belanghebbenden op alle niveaus te ontwikkelen, een kader te bieden voor engagement en concrete actie om de Unie, de lidstaten en de belanghebbenden op alle niveaus in staat te stellen vernieuwende oplossingen, beleidsmaatregelen en langetermijnstrategieën te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten, en specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties na te streven, en activiteiten aan te moedigen die helpen discriminatie op grond van leeftijd te bestrijden.

Dit krediet dient ter dekking, op het niveau van de Unie, van activiteiten die met de doelstellingen van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties stroken, alsmede ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de afsluitende EU-conferentie door het fungerende voorzitterschap. Een deel van dit krediet dient daarnaast ter dekking van de kosten in verband met de evaluatie van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5).

04 03 01 08
Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 641 000

8 876 998

15 935 000

10 320 293

16 170 020,37

9 942 330,66

Toelichting

De doelstelling van deze activiteit is de rol van het sociale overleg te versterken en de vaststelling van overeenkomsten en andere gezamenlijke acties tussen de sociale partners op Unieniveau te bevorderen. De gefinancierde acties dienen de organisaties van sociale partners te helpen de horizontale uitdagingen aan te gaan waarmee de Europese werkgelegenheid en het sociale beleid zoals vervat in de Europa 2020-strategie worden geconfronteerd, alsmede om in de context van initiatieven van de Unie de gevolgen van de economische crisis aan te pakken en bij te dragen aan de verbetering en verspreiding van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen.

Dit krediet strekt er met name toe de volgende activiteiten te omvatten:

studies, raadplegingen, vergaderingen van deskundigen, onderhandelingen, voorlichting, publicaties en andere activiteiten die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van bovengenoemde doelstelling of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

acties van de sociale partners met het oog op de bevordering van het sociale overleg (met inbegrip van competenties van de sociale partners) op sectoraal en intersectoraal niveau;

acties ter bevordering van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen in de EU en verspreiding van de resultaten;

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten worden betrokken met het specifieke oogmerk het sociale overleg op het niveau van de Unie te bevorderen. De bedoeling is tevens de gelijke participatie van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen;

acties ter ondersteuning van maatregelen inzake arbeidsverhoudingen die met name gericht zijn op de ontwikkeling van deskundigheid en de uitwisseling van voor de ganse Unie relevante informatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 02
Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)

04 03 02 01
Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

72 494 000

22 666 588

71 176 000

17 824 736

 

 

Toelichting

De algemene doelstelling van het Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI in termen van het bevorderen van een hoog werkgelegenheidsniveau, het garanderen van adequate sociale bescherming, het bestrijden van sociale uitsluiting en armoede, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verwezenlijken, zijn de specifieke doelstellingen van de Progress-pijler:

hoogwaardige vergelijkbare analytische kennis ontwikkelen en verspreiden om ervoor te zorgen dat het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk zijn gebaseerd op betrouwbare gegevens en zijn afgestemd op de behoeften, uitdagingen en omstandigheden in de afzonderlijke lidstaten en de andere deelnemende landen;

doeltreffende en inclusieve informatie-uitwisseling, van elkaar leren en dialoog over het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk op Europees, nationaal en internationaal niveau bevorderen om de lidstaten en de andere deelnemende landen te helpen bij de ontwikkeling van hun beleid en de uitvoering van de wetgeving van de Unie;

beleidsmakers financiële steun bieden om hervormingen van het sociaal en arbeidsmarktbeleid te bevorderen, de capaciteit van de belangrijkste actoren voor het ontwikkelen en uitvoeren van sociale experimenten vergroten, en de relevante kennis en deskundigheid toegankelijk maken;

de tenuitvoerlegging van de Europese richtsnoeren en aanbevelingen voor de werkgelegenheid controleren en evalueren, toezien op hun effecten, met name door middel van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, en de wisselwerking tussen de EWS en het algemene economische en sociale beleid bestuderen;

Europese en nationale organisaties financiële steun bieden om de uitvoering van het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk te ontwikkelen, te stimuleren en te ondersteunen;

de bewustwording vergroten, goede werkwijzen uitwisselen, informatie verspreiden en de discussie — ook tussen de sociale partners — over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden, gendergelijkheid, de veiligheid en de gezondheid op het werk, het combineren van werk en gezinsleven en de vergrijzende samenleving bevorderen;

stimuleren van het scheppen van nieuwe banen, bevordering van jeugdwerkgelegenheid en bestrijding van armoede door sociale convergentie te versterken, met behulp van een sociaal keurmerk.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSi) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 02
EURES — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 392 000

9 424 939

21 300 000

12 077 585

 

 

Toelichting

De algemene doelstelling van het Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, en met name de geografische mobiliteit van werknemers te bevorderen en arbeidskansen te vergroten, door arbeidsmarkten van de Unie te ontwikkelen die open en voor iedereen toegankelijk zijn, alsook bij te dragen aan de bevordering van gendergelijkheid en gendermainstreaming, zijn de specifieke doelstellingen van de Eures-pijler:

ervoor zorgen dat aanvragen om en aanbiedingen van werk en alle gerelateerde informatie transparant zijn voor werkzoekenden en werkgevers; dit wordt bereikt door deze uit te wisselen en te verspreiden op transnationaal, interregionaal en grensoverschrijdend niveau door middel van standaard-interoperabiliteitsformulieren;

ervoor helpen zorgen dat vacatures en mobiliteitsopties op Europees niveau gelijktijdig met nationale vacatures en werkaanvragen worden aangekondigd en niet alleen nadat plaatselijke of nationale mogelijkheden zijn uitgeput;

diensten voor de aanwerving en plaatsing van werknemers ontwikkelen door het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk op Unie-niveau; dit heeft betrekking op alle fasen van de bemiddeling, van de voorbereiding voor de werving tot steun na plaatsing, met inbegrip van opties voor de ontwikkeling van de talenkennis, met als doel werkzoekenden te helpen succesvol te integreren op de arbeidsmarkt; deze diensten omvatten gerichte mobiliteitsregelingen om vacatures te vervullen waar de arbeidsmarkt tekortkomingen vertoont en/of om bepaalde groepen werknemers zoals jongeren te helpen.

hulp bieden voor ondersteunende activiteiten die op nationaal en grensoverschrijdend niveau door de Eures-partners in grensregio's worden georganiseerd;

initiële scholing en bijscholing van de Eures-adviseurs in de lidstaten;

contacten tussen de Eures-adviseurs en samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, inclusief die in de kandidaat-lidstaten;

bevordering van de bekendheid van Eures bij ondernemingen en het publiek;

ontwikkeling van specifieke samenwerkings- en dienstenstructuren in de grensgebieden, overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

maatregelen om belemmeringen van de mobiliteit uit de weg te ruimen, met name op het gebied van werkgerelateerde sociale zekerheid.

Tot de doelstellingen moeten behoren een gendergevoelige benadering, inclusief genderbudgettering en een beoordeling van de genderimpact.

Dit programma moet ook de selectie en plaatsing van jongeren met een leercontract en stagiairs vereenvoudigen, wat immers cruciaal is voor een vlotte overgang voor jonge mensen van school naar een baan, zoals dat al begonnen is met de voorbereidende actie „Je eerste EURES-baan”, dat een vervolg heeft gekregen in het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI). Bedrijven, en met name het kmo's, zullen worden aangemoedigd om meer jongeren aan te nemen, met name door middel van financiële steun.

Doelgroepen:

jongeren tot 30 jaar, ongeacht hun kwalificaties en werkervaring, aangezien de regeling niet enkel is bedoeld voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt;

alle wettelijk gevestigde bedrijven, en met name kmo's, om hen te helpen de kosten van internationale aanwervingen te drukken, die met name kleinere bedrijven treffen.

Banen die voor subsidie uit hoofde van dit onderdeel van het programma in aanmerking komen, zullen stageplaatsen voor jongeren, eerste werkervaringen of gespecialiseerde banen omvatten. De regeling is niet bedoeld ter ondersteuning van vervanging van werkgelegenheid en onzeker werk, en is in geen geval in strijd met de nationale arbeidsregelgeving.

Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de banen eveneens voldoen aan de volgende criteria:

ze moeten gevestigd zijn in een land dat lid is van Eures en dat niet het land van oorsprong is van de jonge werkzoekende (transnationale vacatures);

de duur van het contract bedraagt minimaal zes maanden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSi) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 03
Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 457 000

11 815 018

26 500 000

2 332 442

 

 

Toelichting

De algemene doelstelling van het EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van EaSI te verwezenlijken, met name het bevorderen van werkgelegenheid en sociale integratie door het verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen, en door het verbeteren van de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen, alsook het bevorderen van gendergelijkheid en gendermainstreaming, zijn de specifieke doelstellingen van de pijler Microfinanciering en sociaal ondernemerschap:

de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden; en ook voor bestaande micro-ondernemingen, met name die waar dergelijke personen in dienst zijn;

de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen;

de ontwikkeling van sociale ondernemingen ondersteunen, met name door de toegang tot financiering te verbeteren middels een benadering die rekening houdt met gender.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen van financiële instrumenten uit hoofde van artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaling van kapitaal, vrijgegeven garanties, en terugbetaling van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden terugbetaald en worden opgevoerd in post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding zijn tot verstrekking van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSi) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 11
Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 371 000

19 854 000

20 371 886,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

Eurofound stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 20 371 000 EUR.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces (EWVP), dat is opgericht overeenkomstig het besluit van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, en dat tot doel heeft de technologische, sociale (in het bijzonder demografische) en economische ontwikkelingen te begrijpen en te anticiperen en er een adequaat antwoord op mogelijk te maken. Hiertoe wordt informatie van hoge kwaliteit vergaard, verwerkt en geanalyseerd.

Een deel van dit krediet is ook bestemd voor werkzaamheden op het gebied van drie voor het gezinsbeleid belangrijke onderwerpen:

gezinsvriendelijke beleidsmaatregelen op de arbeidsplaats (evenwicht tussen werk en gezinsleven, arbeidsomstandigheden enz.);

factoren die van invloed zijn op de situatie van gezinnen in sociale woningen (toegang van gezinnen tot goede huisvesting);

levenslange ondersteuning van gezinnen, bv. voor kinderopvang en andere kwesties die tot de bevoegdheden van de Stichting behoren.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van onderzoeken naar de effecten van nieuwe technologieën op de werkplek en op beroepsziekten.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

04 03 12
Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 534 000

14 534 000

14 013 900

14 013 900

14 920 346,—

14 845 233,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Het Agentschap streeft ernaar aan de instellingen van de Unie, de lidstaten en de belanghebbende partijen technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken die nuttig is op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 14 679 000 EUR. Een bedrag van 145 000 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 534 000 EUR.

Dit krediet is bestemd voor acties die nodig zijn om de in Verordening (EG) nr. 2062/94 vastgestelde taken van het Agentschap uit te voeren, en met name:

anticiperende en voorlichtingsacties met bijzondere aandacht voor de kmo's;

de werking van de Europese waarnemingspost voor risico's op basis van voorbeelden van goede praktijken in ondernemingen of specifieke sectoren;

de voorbereiding en de verstrekking van passende instrumenten waarmee kleinere ondernemingen de gezondheid en de veiligheid op het werk kunnen beheren;

de werking van het netwerk, bestaande uit de belangrijkste samenstellende elementen van de nationale informatienetwerken, waaronder de organisaties van de nationale sociale partners, overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken, alsook de nationale steunpunten;

de organisatie van uitwisseling van ervaringen, informatie en goede praktijkvoorbeelden, onder meer in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie en andere internationale organisaties;

de integratie van de kandidaat-lidstaten in deze informatienetwerken en de ontwikkeling van aan hun specifieke situatie aangepaste instrumenten;

de organisatie en het beheer van de Europese campagnes voor gezondheid op de werkplek en van de Europese week over gezondheid en veiligheid, waarbij de nadruk wordt gelegd op specifieke risico's en behoeften van gebruikers en eindbegunstigden.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

04 03 51
Voltooiing van Progress

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

24 802 431

p.m.

31 294 613

55 805 119,13

40 358 399,35

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van eerdere vastleggingen in het kader van het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma's van de Unie, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 03 52
Voltooiing van Eures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

8 579 394

p.m.

10 082 958

22 015 381,85

8 406 133,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het oude artikel 04 03 04.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

04 03 53
Voltooiing van andere activiteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

8 180 353

p.m.

14 894 437

26 542 047,64

18 582 523,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de oude artikelen 04 04 07, 04 04 12 en 04 04 15.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 20).

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02
Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

523 430

p.m.

600 000

500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 03
Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 04
Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

65 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 05
Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

20 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 06
Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

350 000

0,—

430 868,38

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 07
Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 308 576

p.m.

3 880 000

5 000 000,—

3 166 773,34

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 08
Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

348 954

p.m.

600 000

0,—

597 570,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 09
Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

523 430

1 000 000

600 000

457 050,50

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Dit krediet dient voor de voortgezette dekking van acties met als algemene doelstelling om te zorgen voor de gelijke behandeling en niet-discriminatie van arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt in het gastland door middel van informatiecentra in de lidstaten waar gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten informatie, advies en ondersteuning (inclusief rechtsbijstand) kunnen krijgen.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel te zorgen voor een gelijke behandeling en niet-discriminatie van arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt in het gastland door middel van informatiecentra in de lidstaten waar arbeidsmigranten informatie, advies en ondersteuning (met inbegrip van rechtsbijstand) kunnen krijgen.

Deze voorbereidende actie sluit aan bij het komende EU-initiatief inzake de vrijheid van verkeer binnen de Unie. Dit initiatief is erop gericht de uitvoerbaarheid van Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie te verbeteren (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1). Het moet de bestaande hindernissen voor de mobiliteit van werknemers in de Unie wegnemen door de uitoefening van hun rechten uit hoofde van het EU-recht te verbeteren en migranten die op grond van hun nationaliteit gediscrimineerd worden informatie en rechtsbijstand te bieden. De voorbereidende actie bouwt voort op het geleverde werk in het kader van het inmiddels afgeronde proefproject „Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers” (artikel 04 03 77 03) en op acties waarmee in 2013 in het kader van de voorbereidende actie een aanvang is gemaakt.

Acties:

een studie om de modaliteiten voor de opzetting van een netwerk van centra in de hele Unie te onderzoeken;

de lancering van 3 proefmaatregelen om het netwerk van centra in een aantal geselecteerde lidstaten te testen;

een conferentie met de belanghebbenden.

De informatiecentra kunnen de opzet volgen van voorlichtingsactiviteiten van vakbonden en moeten met steun van de Commissie de volgende taken hebben:

ondersteuning van en verstrekking van informatie aan immigranten inzake arbeidskwesties en de situatie in het gastland;

verstrekking van juridische diensten aan EU-migranten die mogelijk het slachtoffer zijn van uitbuiting en intimidatie en in overeenstemming met de huidige wetgeving het recht hebben om schadevergoeding te eisen of formeel een klacht in te dienen;

bestrijding van discriminatie en intolerantie, die de integratie op de arbeidsmarkt en in de maatschappij negatief beïnvloeden;

ondersteuning van personen die niet over de juiste papieren beschikken door hun rechtsbijstand te bieden, met als doel hun situatie te regulariseren en hun grondrechten te verdedigen;

permanente actualisering en verstrekking van juridische informatie om met name op het vlak van arbeid de volledige erkenning van de rechten van gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten te garanderen;

verstrekking van rechtsbijstand in volgende gevallen: uitwijzingsbesluiten, illegale arbeidsmigranten, arbeidsmigranten zonder documenten en de hernieuwing van werk- en verblijfsvergunningen;

ontwikkeling van acties ter bestrijding van illegale tewerkstelling en ter bewustmaking van werkgevers ter zake van de illegale tewerkstelling;

uitwerking van campagnes over tekorten op de arbeidsmarkt en aanwerving van personeel in het land van oorsprong;

uitwerking van informatiecampagnes en organisatie van conferenties, seminars enz.;

bevordering van de samenwerking en uitwisseling van informatie tussen arbeidsbureaus en immigratiediensten.

Verwachte resultaten van deze voorbereidende actie zijn: de probleemloze integratie van arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt van hun gastland bevorderen en hen tegelijk helpen om hun rechten op gelijke behandeling te verdedigen en uit te oefenen. De voorbereidende actie heeft eveneens als doel de administratieve situatie te verbeteren door de samenwerking tussen arbeidsbureaus en immigratiediensten op het niveau van de Commissie en de lidstaten te stimuleren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 10
Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

263 278,78

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 11
Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

168 145,26

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 12
Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

0,—

650 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 13
Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 292 053

p.m.

2 000 000

2 000 000,—

1 437 997,82

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 14
Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

697 907

1 000 000

650 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie gaat uit van het belang van sociale innovatie en de opkomst van sociale ondernemingen. Deze twee factoren van verandering zijn gebaseerd op levensvatbare bedrijfsmodellen die een inclusieve, sociaal rechtvaardigere en ecologisch duurzame groei bevorderen. Via activiteiten om aan de sociale behoeften in de context van duurzame en inclusieve ontwikkeling te voldoen, scheppen ze ook banen. Deze voorbereidende actie heeft als doel de goede praktijken van nationale, regionale en plaatselijke overheden en financiële tussenpersonen bij de ondersteuning van jonge of sociale ondernemers in de huidige context van hoge jongerenwerkloosheid vast te stellen, te ontwikkelen, te bevorderen en te verspreiden. Op die manier draagt de voorbereidende actie bij tot de benutting van het potentieel van jong en sociaal ondernemerschap, dat ook benadrukt wordt in de jaarlijkse groeianalyse 2012 en in de mededeling van de Commissie van 18 april 2012„Op weg naar een banenrijk herstel” (COM(2012) 173 final). Het doel is de economische en sociale situatie op plaatselijk niveau te verbeteren en te tonen hoe de ondersteuning van jong en sociaal ondernemerschap zo efficiënt mogelijk in regionale, stedelijke en plaatselijke ontwikkelingsstrategieën kan worden geïntegreerd. Hierbij wordt bijzondere nadruk gelegd op het gebruik van de financiële instrumenten van de Unie, met name van de structuurfondsen, in de periode 2014-2020.

De belangrijkste opdracht bestaat erin om in een beperkt aantal proefgebieden samen te werken met potentiële kredietverstrekkers (in het bijzonder de instanties die de door de structuurfondsen en met name het ESF gefinancierde programma's beheren) en financiële tussenpersonen, waaronder de EIB-groep. Deze samenwerking zal bijdragen tot de uitwerking en het opzetten van realistische, passende en betrouwbare regelingen of fondsen die aandelen- of mezzaninefinanciering verstrekken (inclusief durffilantropie). Dergelijke regelingen of fondsen kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van structuren die bedrijfsontwikkelingsdiensten en netwerkfaciliteiten aanbieden, met als doel de opkomende ontwikkeling en groei van sociale ondernemingen aan te moedigen en te faciliteren. Mogelijke acties zijn haalbaarheidsstudies, wederzijds leren, verspreiding van goede praktijken en gerichte steun aan nationale of regionale instanties. Deze acties kunnen eventueel voortbouwen op de resultaten van eerdere acties van regionale instanties en financiële tussenpersonen inzake capaciteitsopbouw en wederzijds leren, zoals het netwerkplatform Jessica (36). De resultaten van deze proefleerprojecten zullen bijdragen tot de tenuitvoerlegging van de relevante Europa 2020-vlaggenschipinitiatieven (37) en de weg effenen voor een doeltreffend gebruik van het ESF en de andere EU-fondsen na 2014.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 15
Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

523 430

2 000 000

1 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject. Dit proefproject heeft tot doel de haalbaarheid en de toegevoegde waarde te evalueren van de invoering van een Europese werkloosheidsverzekerings- of -uitkeringsregeling, die mogelijk de vorm zal krijgen van een minimumwerkloosheidsuitkering. Het uiteindelijke doel is om de weg vrij te maken voor de concrete uitvoering van dit idee, als belangrijk onderdeel van de sociale dimensie van de Economische en Monetaire Unie.

De te financieren acties/maatregelen zijn:

een diepgaande studie in drie delen over de opties, haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese sociale zekerheidsregeling. Ten eerste zal de studie de verschillende opties onderzoeken voor het bereik en de inhoud van de regeling, waaronder een minimumwerkloosheidsuitkering. Ten tweede zal de studie de haalbaarheid van die opties onderzoeken, rekening houdend met uiteenlopende praktijken, collectieve arbeidsovereenkomsten en wetgeving in de verschillende lidstaten. Ten derde zal de Europese toegevoegde waarde worden beoordeeld en met name de wijze waarop een dergelijke regeling economische groei mogelijk maakt, armoede voorkomt, mensen een basis biedt om op waardige manier te leven, een volwaardige rol in de maatschappij te spelen en met succes een baan te vinden, en een automatische stabiliserende invloed heeft op de economie;

oprichting van een netwerk voor de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten, lokale en territoriale besturen, vakbonden en verenigingen in verband met nationale werkloosheidsverzekeringen. De verzamelde en uitgewisselde informatie moet het opstellen van een studie vergemakkelijken;

de organisatie van een conferentie op hoog niveau aan het einde van het project om de resultaten van de studie bekend te maken en te bediscussiëren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 16
Voorbereidende actie — Microkredieten specifiek bedoeld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

2 000 000

1 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Er bestaat momenteel geen faciliteit voor microfinanciering die specifiek gericht is op werkgelegenheid voor jongeren. Deze voorbereidende actie moet rechtstreeks worden toegewezen aan het Europees Investeringsfonds.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 17
Proefproject — Socialezekerheidskaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject dient om onderzoek te doen naar de voordelen van de invoering en, indien passend, beschikbaarstelling van een fraudebestendig Europees elektronisch document met persoonlijke gegevens inzake de sociale zekerheid van een persoon, waarop alle gegevens zijn opgeslagen die voor het controleren van de arbeidsstatus van de kaarthouder relevant zijn, zoals bijzonderheden inzake sociale verzekering en arbeidstijden, en waarvoor strenge regels van gegevensbescherming gelden, in het bijzonder waar privacygevoelige persoonsgegevens worden verwerkt.

De maatregelen omvatten onder meer het volgende:

een verslag over beste praktijken in lidstaten die reeds soortgelijke systemen hebben ingevoerd;

een opzet of een voorbereidende actie, op basis van het verslag, om dit document te helpen invoeren in een specifieke sector of bepaalde landen;

een effectbeoordeling en kosten-batenanalyse van de invoering van een dergelijk elektronisch document;

een vergelijkende analyse van de verschillende sociale zekerheidsstelsels in de EU-28, om inzicht te krijgen in de verschillen tussen de lidstaten wat betreft economische structuur, omvang en opbouw van de sociale stelsels.

Dit proefproject kan tevens een ontwerp van een elektronische kaart naar EU model dekken, waarop de relevante informatie van de arbeidsstatus van de kaarthouder opgeslagen is, zoals bijzonderheden inzake sociale verzekering en arbeidstijden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 18
Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

 

 

 

 

Toelichting

Deze nieuwe voorbereidende actie dient om de capaciteit te vergroten van nationale minimum inkomen-netwerken voor het ontwikkelen van een strategie ter uitvoering van de aanbevelingen die het proefproject heeft opgeleverd, en de koppeling met het EU 2020-strategie te versterken door de uitvoering van de relevante landenspecifieke aanbevelingen te volgen; de bewustwording inzake minimum inkomensstelsels te vergroten, met nadruk op dekking, toereikendheid en benutting; actoren op Unieniveau in te zetten door middel van een voortgezette dialoog over inkomensstelsels; de gezamenlijke methodologie voor referentiebegrotingen te bevorderen (in voorbereiding als onderdeel van een ander proefproject „Netwerk referentiebegrotingen”) op lokaal, nationaal en EU-niveau, om de toereikendheid van minimum inkomenssteun te waarborgen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 19
Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Deze post houdt verband met de prioriteiten inzake werkgelegenheid en sociale zaken en met wetgevingsinitiatieven op Unieniveau.

Deze voorbereidende actie dient om een bijdrage te leveren aan het algemene Uniebeleid inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, met name onder kansarme groepen, zoals migranten. De actie vormt in het bijzonder een aanvulling op de mededelingen van de Commissie getiteld „het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting” (COM(2010)758) en „Naar sociale investering voor groei en cohesie” (COM(2013)83), alsmede op de verordening betreffende het Europees Sociaal Fonds (Verordening nr. 1304/2013).

Doel

Deze voorbereidende actie dient om een bijdrage te leveren aan het welzijn en de volledige sociale en economische integratie van migranten in Europa (zowel Europese ingezetenen als onderdanen van derde landen), met name degenen die zich in uiterst moeilijke sociale en economische situaties bevinden (werkloosheid, herhaalde uitsluiting, gezondheidsproblemen, verslavingen en andere vormen van marginalisering) door het ontwikkelen en testen van proefcentra voor integratie in lidstaten met uiteenlopende sociale zekerheidsstelsels en arbeidsmarktstructuren. Deze centra zullen deel uitmaken van het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting en zullen gericht zijn op het versterken van de vaardigheden en capaciteiten van migranten, om ze beter in staat te stellen volledig deel te nemen aan het arbeids- en sociale leven, door middel van het leveren van een geïntegreerd pakket activiteiten en diensten.

Te financieren acties/maatregelen

De maatregelen omvatten onder meer het volgende:

De oprichting van proefcentra voor sociale integratie, die:

zullen worden gevestigd in stedelijke en plattelandsgebieden met ernstige problemen op integratiegebied, in EU-landen gekozen in samenwerking met lokale sociale, openbare en economische belanghebbende partijen;

werkshops en voltijds beroepsopleidingen, job coaching en stageplaatsen zullen aanbieden op gebieden die aansluiten bij de behoeften van plaatselijke gemeenschappen, zoals zorgverlening, groenvoorziening, professionele schoonmaakdiensten, bouwactiviteiten en andere diensten;

een éénloketfunctie zullen vervullen voor kansarme migranten die behoefte hebben aan ondersteuning inzake alle juridische en maatschappelijke aspecten (sociale hulp, advies op arbeidsmarktgebied, financiële stimulansen);

gunstige omgevingen en lokale partnerschappen zullen bieden voor de ontwikkeling van sociaal ondernemerschap.

Deze proefcentra zullen bijstaan met het testen van geschikte voorwaarden voor de latere opzet van lokale centra voor sociale en economische integratie in alle lidstaten, als onderdeel van het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting. Deze lokale centra zullen een tweeledig doel hebben: 1) het aanmoedigen en in staat stellen van migranten om hun kansen van hernieuwde deelname aan de economie en voor volledige integratie in de ontvangende gemeenschappen en samenleving te vergroten, en 2) het helpen van lokale autoriteiten, sociale partners en maatschappelijke organisaties om barrières te slechten, de mobiliteit te vergroten en de sociale en economische integratie van kansarme migranten te bevorderen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 20
Proefproject — Gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel onderzoek te doen naar de gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen (gezinstoelage, langdurige werkloosheidsuitkering, aanvullende ziekte-uitkering, sociale-integratiebetaling), wat betreft toegenomen armoede en genderongelijkheid.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 04 —   EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

04 04 01

EFG - ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

9

p.m.

25 000 000

p.m.

50 000 000

 

 

 

04 04 51

Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

9

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

41 541 397,—

41 541 397,—

 

 

Hoofdstuk 04 04 — Totaal

 

p.m.

25 000 000

p.m.

50 000 000

41 541 397,—

41 541 397,—

166,17

04 04 01
EFG - ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

25 000 000

p.m.

50 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het EFG teneinde de Unie de mogelijkheid te bieden solidariteit te betonen met en steun te verlenen aan werknemers en zelfstandigen die werkloos zijn geworden als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, als gevolg van het voortduren van de wereldwijde financiële en economische crisis, een bij Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26) ingevoerd criterium, of als gevolg van een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, alsook om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame terugkeer op de arbeidsmarkt.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds en er mag uit deze instrumenten geen dubbele financiering zijn. Acties en maatregelen die door het EFG worden gesteund, moeten beogen dat het grootst mogelijke aantal begunstigden dat aan deze maatregelen (met inbegrip van die met een genderbenadering) deelneemt, zo snel mogelijk duurzaam werk vindt voordat het eindverslag moet worden ingeleverd.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

04 04 51
Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

41 541 397,—

41 541 397,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het EFG, om de Unie in staat te stellen in de tijd beperkte en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Het dient ter dekking van alle aanvragen die tot en met 31 december 2013 werden ingediend. Voor aanvragen die tussen 1 mei 2009 en 31 december 2011 werden ingediend, kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds. Dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12 2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

04 05 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

04 05 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

04 05 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 04 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

04 05 02

Steun voor IJsland

04 05 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

04 05 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 04 05 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

04 05 03

Steun voor Turkije

04 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

04 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 04 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

04 05 51

Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

4

p.m.

74 547 800

p.m.

69 900 164

113 157 077,—

65 152 574,—

87,40

 

Hoofdstuk 04 05 — Totaal

 

p.m.

74 547 800

p.m.

69 900 164

113 157 077,—

65 152 574,—

87,40

04 05 01
Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

04 05 01 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet in de Westelijke Balkan gebruikt worden voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

steun voor politieke hervormingen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 01 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 02
Steun voor IJsland

04 05 02 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van IPA II zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

steun voor politieke hervormingen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 02 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in IJsland:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 03
Steun voor Turkije

04 05 03 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van IPA II zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

steun voor politieke hervormingen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 03 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 51
Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

74 547 800

p.m.

69 900 164

113 157 077,—

65 152 574,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen van vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, als gewijzigd bij punt 7 van bijlage III, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

HOOFDSTUK 04 06 —   FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

1.2

523 247 709

362 116 807

500 000 000

405 000 000

 

 

 

04 06 02

Technische bijstand

1.2

1 410 000

958 779

1 280 000

1 280 000

 

 

 

 

Hoofdstuk 04 06 — Totaal

 

524 657 709

363 075 586

501 280 000

406 280 000

 

 

 

Toelichting

Artikel 174 VWEU geeft de doelstelling van de Unie van economische, sociale en territoriale samenhang aan, en artikel 175 zet de rol van de structuurfondsen bij de verwezenlijking van deze doelstelling uiteen en voorziet in de mogelijkheid van vaststelling van specifieke maatregelen buiten de structuurfondsen om.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

De artikelen 56 en 57 van Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende de criteria voor financiële correcties door de Commissie voorzien in specifieke regels voor op het FEAD toe te passen financiële correcties.

Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

Artikel 44 van de FEAD-verordening voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die op het FEAD van toepassing zijn.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

In artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de herziening van het MFK om de toegewezen bedragen die in 2014 niet zijn gebruikt over te dragen naar daaropvolgende jaren, boven de vastgestelde uitgavenmaxima, indien na 1 januari 2014 nieuwe regels of programma's worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 175.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 06 01
Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

523 247 709

362 116 807

500 000 000

405 000 000

 

 

Toelichting

Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) vervangt de regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, die eind 2013 afliep.

Met het oog op de continuïteit tussen de twee programma's zullen de uitgaven in aanmerking komen voor steun uit een operationeel programma van het FEAD indien deze door een begunstigde zijn gedaan en tussen 1 december 2013 en 31 december 2023 werden betaald.

Het FEAD bevordert de sociale samenhang, versterkt de sociale inclusie en draagt daarmee uiteindelijk bij aan de uitbanning van de armoede in de Unie doordat het een bijdrage levert aan de verwezenlijking van de doelstelling van de Europa 2020-strategie om ten minste 20 miljoen minder mensen bloot te stellen aan het risico op armoede en sociale uitsluiting, en vormt een aanvulling op de structuurfondsen. Aangezien vrouwen meer kans lopen op armoede of sociale uitsluiting dan mannen, volgt het FEAD een genderbewuste aanpak, door de maatregelen af te stemmen op de verschillende groepen die aan het risico op armoede en sociale uitsluiting zijn blootgesteld, met inbegrip van vrouwen en ouderen. Het FEAD draagt bij tot de verwezenlijking van het specifieke doel van verlichting en uitroeiing van de ergste vormen van armoede door het verstrekken van niet-financiële bijstand aan de meest behoeftigen: voedselhulp en/of fundamentele materiële bijstand en sociale-inclusieactiviteiten die gericht zijn op de sociale integratie van de meest behoeftigen.

Dit doel en de resultaten van de uitvoering van het Fonds worden kwalitatief en kwantitatief beoordeeld.

Het FEAD wordt gebruikt ter aanvulling, en niet ter vervanging of afzwakking, van nationale beleidsmaatregelen op het gebied van armoedebestrijding en sociale re-integratie, die de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijven.

Voor vastlegging in de begroting voor de periode 2014-2020 is voor het Fonds een bedrag van 3 395 684 880 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2011, beschikbaar.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

04 06 02
Technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 410 000

958 779

1 280 000

1 280 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

contracten voor de levering van diensten en studies;

subsidies;

audit-, controle- en evaluatieactiviteiten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

TITEL 05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

131 384 520

131 384 520

129 034 743

129 034 743

131 568 850,35

131 568 850,35

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

2 400 689 000

2 400 752 166

2 233 400 000

2 232 941 971

3 193 228 899,81

3 193 183 830,72

05 03

RECHTSTREEKSE STEUN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT ERVAN TE BEPERKEN EN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE BEREIKEN

40 908 597 789

40 908 597 789

41 447 275 640

41 447 275 640

41 658 276 625,69

41 658 276 625,69

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

13 819 166 077

11 162 302 959

13 987 271 059

11 591 354 028

14 795 454 673,84

13 151 819 724,47

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

94 000 000

177 168 992

90 000 000

110 997 038

234 042 533,—

47 636 861,88

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

4 675 000

4 201 456

6 696 000

1 806 026

3 062 748,84

3 062 748,84

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS GEFINANCIERDE (ELGF) LANDBOUWUITGAVEN

87 300 000

87 300 000

60 200 000

60 200 000

119 577 848,19

119 577 848,19

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

56 231 373

51 366 940

40 793 360

32 848 523

31 728 963,46

34 292 383,82

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

101 455 799

19 076 239

52 163 000

624 014

 

 

 

Titel 05 — Totaal

57 603 499 558

54 942 151 061

58 046 833 802

55 607 081 983

60 166 941 143,18

58 339 418 873,96

HOOFDSTUK 05 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

98 894 779

97 408 025

100 081 988,75

101,20

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 394 913

3 399 499

4 249 935,54

125,19

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 204 827

7 338 776

7 843 141,22

108,86

 

Artikel 05 01 02 — Subtotaal

 

10 599 740

10 738 275

12 093 076,76

114,09

05 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

6 278 438

6 306 203

7 518 471,48

119,75

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

2

8 100 000

7 931 000

7 477 496,61

92,31

05 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPA)

4

497 475

545 000

0,—

0

05 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

2

4 450 000

3 735 000

4 397 816,75

98,83

 

Artikel 05 01 04 — Subtotaal

 

13 047 475

12 211 000

11 875 313,36

91,02

05 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

1 277 088

1 238 086

 

 

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

321 000

420 000

 

 

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

800 000

713 154

 

 

 

Artikel 05 01 05 — Subtotaal

 

2 398 088

2 371 240

 

 

05 01 06

Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01

Uitvoerend agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding - Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

2

166 000

 

 

 

 

Artikel 05 01 06 — Subtotaal

 

166 000

 

 

 

 

Hoofdstuk 05 01 — Totaal

 

131 384 520

129 034 743

131 568 850,35

100,14

Toelichting

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

98 894 779

97 408 025

100 081 988,75

05 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 394 913

3 399 499

4 249 935,54

05 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 204 827

7 338 776

7 843 141,22

05 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 278 438

6 306 203

7 518 471,48

05 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

05 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 100 000

7 931 000

7 477 496,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met name de maatregelen die zijn opgesomd in artikel 6, onder a) en onder d) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Het omvat ook de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma inzake genetische hulpbronnen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 870/2004. Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de kosten van het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen in de context van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (uren, materiaal, reiskosten, vergaderingen), alsmede studies en andere uitgaven voor communicatie en de ondersteuning van audits en controles, bijvoorbeeld bijstand door auditkantoren.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

05 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

497 475

545 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatiesystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken en andere uitgaven voor publicatieactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die direct aan de doelstellingen van het programma zijn gekoppeld;

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient voor de financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 05 05.

05 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 450 000

3 735 000

4 397 816,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Elfpo gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand omvat maatregelen op het vlak van voorbereiding, monitoring, administratieve ondersteuning, evaluatie, audit en toezicht. Dit krediet kan met name worden aangewend voor de financiering van:

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

uitgaven voor IT en telecommunicatie;

audit- en controlemaatregelen, zoals bijstand door auditkantoren;

contracten met dienstverleners;

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 850 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

05 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965) en met name artikel 3, lid 3, onder b).

05 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 277 088

1 238 086

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

321 000

420 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

800 000

713 154

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of de projecten, zoals, maar niet uitsluitend, uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordiging.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 06
Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01
Uitvoerend agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding - Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

166 000

 

 

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage in de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

Zie hoofdstuk 05 02.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Uitvoeringsbesluit 2014/927/EU van de Commissie van 17 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU teneinde het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding” om te vormen tot het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding” (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 183).

Besluit C(2014) 9594 van de Commissie van 19 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9505 wat betreft het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding met het oog op het uitvoeren van taken in verband met de tenuitvoerlegging van voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen en opleidingsmaatregelen voor voedselveiligheid krachtens Besluit C(2014) 1269, met name wat betreft de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie.

HOOFDSTUK 05 02 —   VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

88 853,98

88 853,98

 

05 02 01 99

Overige maatregelen (granen)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

– 774,63

– 774,63

 

 

Artikel 05 02 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

88 079,35

88 079,35

 

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 02 99

Overige maatregelen (rijst)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 05 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

2

100 000

100 000

4 000 000

4 000 000

4 879 804,92

4 879 804,92

4 879,80

05 02 04

Voedselprogramma's

05 02 04 99

Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

491 528 729,02

491 528 729,02

 

 

Artikel 05 02 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

491 528 729,02

491 528 729,02

 

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

45 046,27

45 046,27

 

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–9 166,13

–9 166,13

 

05 02 05 08

Particuliere opslag van suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 05 99

Overige maatregelen (suiker)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

– 182 648,61

– 182 648,61

 

 

Artikel 05 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

– 146 768,47

– 146 768,47

 

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Particuliere opslag van olijfolie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

17 204 146,15

17 204 146,15

 

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

2

46 000 000

46 000 000

45 000 000

45 000 000

43 169 172,74

43 169 172,74

93,85

05 02 06 99

Overige maatregelen (olijfolie)

2

600 000

600 000

300 000

300 000

565 210,07

565 210,07

94,20

 

Artikel 05 02 06 — Subtotaal

 

46 600 000

46 600 000

45 300 000

45 300 000

60 938 528,96

60 938 528,96

130,77

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 02

Particuliere opslag van vlasvezels

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

2

6 100 000

6 100 000

6 100 000

6 100 000

10 102 598,83

10 102 598,83

165,62

05 02 07 99

Overige maatregelen (vezelgewassen)

2

100 000

100 000

100 000

100 000

7 037 678,43

7 037 678,43

7 037,68

 

Artikel 05 02 07 — Subtotaal

 

6 200 000

6 200 000

6 200 000

6 200 000

17 140 277,26

17 140 277,26

276,46

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties

2

541 500 000

541 500 000

285 000 000

285 000 000

726 755 567,69

726 755 567,69

134,21

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

2

150 000 000

150 000 000

269 000 000

269 000 000

343 373 666,75

343 373 666,75

228,92

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

2

144 000 000

144 000 000

122 000 000

122 000 000

66 736 818,29

66 736 818,29

46,35

05 02 08 99

Overige maatregelen (groenten en fruit)

2

700 000

700 000

700 000

700 000

1 220 275,45

1 220 275,45

174,33

 

Artikel 05 02 08 — Subtotaal

 

836 200 000

836 200 000

676 700 000

676 700 000

1 138 086 328,18

1 138 086 328,18

136,10

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08

Nationale steunprogramma's voor de wijnsector

2

1 094 000 000

1 094 000 000

1 083 000 000

1 083 000 000

1 046 416 618,18

1 046 416 618,18

95,65

05 02 09 99

Overige maatregelen (wijnbouwsector)

2

1 000 000

1 000 000

2 000 000

2 000 000

–2 184 549,97

–2 184 549,97

– 218,45

 

Artikel 05 02 09 — Subtotaal

 

1 095 000 000

1 095 000 000

1 085 000 000

1 085 000 000

1 044 232 068,21

1 044 232 068,21

95,36

05 02 10

Afzetbevordering

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

2

64 000 000

64 000 000

60 000 000

60 000 000

50 129 077,60

50 129 077,60

78,33

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

1 189 000

1 252 166

1 500 000

1 041 971

1 346 726,99

1 301 657,90

103,95

05 02 10 99

Overige maatregelen (afzetbevordering)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 05 02 10 — Subtotaal

 

65 189 000

65 252 166

61 500 000

61 041 971

51 475 804,59

51 430 735,50

78,82

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

2

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 277 000,—

2 277 000,—

99,00

05 02 11 04

POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun)

2

231 000 000

231 000 000

238 000 000

238 000 000

225 393 907,76

225 393 907,76

97,57

05 02 11 99

Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

2

100 000

100 000

100 000

100 000

–25 616,72

–25 616,72

–25,62

 

Artikel 05 02 11 — Subtotaal

 

233 400 000

233 400 000

240 400 000

240 400 000

227 645 291,04

227 645 291,04

97,53

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

62 670,33

62 670,33

 

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor magere-melkpoeder

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 12 04

Opslagmaatregelen voor boter en room

2

p.m.

p.m.

6 000 000

6 000 000

7 102 012,02

7 102 012,02

 

05 02 12 06

Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

2

p.m.

p.m.

 

 

 

 

 

05 02 12 08

Schoolmelk

2

77 000 000

77 000 000

75 000 000

75 000 000

63 177 530,31

63 177 530,31

82,05

05 02 12 99

Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

2

100 000

100 000

100 000

100 000

7 285,—

7 285,—

7,29

 

Artikel 05 02 12 — Subtotaal

 

77 100 000

77 100 000

81 100 000

81 100 000

70 349 497,66

70 349 497,66

91,24

05 02 13

Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfsvlees

2

100 000

100 000

1 000 000

1 000 000

4 578 186,47

4 578 186,47

4 578,19

05 02 13 02

Opslagmaatregelen voor runds- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 911 057,57

1 911 057,57

 

05 02 13 99

Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

2

p.m.

p.m.

100 000

100 000

–56,49

–56,49

 

 

Artikel 05 02 13 — Subtotaal

 

100 000

100 000

1 100 000

1 100 000

6 489 187,55

6 489 187,55

6 489,19

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 14 99

Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 05 02 14 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

2

p.m.

p.m.

100 000

100 000

3 474 173,74

3 474 173,74

 

05 02 15 02

Particuliere opslag van varkensvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 02 15 04

Restituties voor eieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

84 375,60

84 375,60

 

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

2

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000

46 111 351,89

46 111 351,89

4 611,14

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

2

31 000 000

31 000 000

31 000 000

31 000 000

29 759 580,19

29 759 580,19

96,00

05 02 15 99

Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

2

8 800 000

8 800 000

p.m.

p.m.

1 092 590,12

1 092 590,12

12,42

 

Artikel 05 02 15 — Subtotaal

 

40 800 000

40 800 000

32 100 000

32 100 000

80 522 071,54

80 522 071,54

197,36

 

Hoofdstuk 05 02 — Totaal

 

2 400 689 000

2 400 752 166

2 233 400 000

2 232 941 971

3 193 228 899,81

3 193 183 830,72

133,01

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is met een bedrag van 523 600 000 EUR uit post 6 7 0 1 van de algemene staat van ontvangsten rekening gehouden, waarvan 469 300 000 EUR voor artikel 05 02 08 (in het bijzonder voor posten 05 02 08 03 en 05 02 08 99) en 54 300 000 EUR voor artikel 05 02 12 (in het bijzonder voor posten 05 02 12 02, 05 02 12 04 en 05 02 12 99).

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 12).

05 02 01
Granen

05 02 01 01
Uitvoerrestituties voor granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor granen die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 02
Interventie in de vorm van opslag van granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

88 853,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van granen overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 99
Overige maatregelen (granen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

– 774,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van resterende bedragen en andere uitgaven in verband met interventiemaatregelen voor granen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Verordening (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 01.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 02
Rijst

05 02 02 01
Uitvoerrestituties voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rijst die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 02 02
Interventie in de vorm van opslag van rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van rijst overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16 en 19 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 02 99
Overige maatregelen (rijst)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven uit hoofde van andere interventiemaatregelen voor rijst op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 02.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 03
Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

4 000 000

4 879 804,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, van de restituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken, alsmede overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1216/2009, van de restituties voor goederen die zijn verkregen door de verwerking van granen en rijst, suiker en isoglucose, ondermelk, boter en eieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1216/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 10).

05 02 04
Voedselprogramma's

05 02 04 99
Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

491 528 729,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden en van op de EU-markt aangeschafte producten aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie.

05 02 05
Suiker

05 02 05 01
Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

45 046,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose die worden toegekend overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, alsook van resterende uitgaven voor restituties op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

05 02 05 03
Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

–9 166,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven inzake productierestituties voor industriële suiker overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, en van resterende uitgaven voor restituties voor gebruik in de chemische industrie overeenkomstig artikel 97 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 05 08
Particuliere opslag van suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van suiker overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 05 99
Overige maatregelen (suiker)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

– 182 648,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor suiker op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen, met inbegrip van correcties daarop, die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 1260/2001, (EG) nr. 318/2006 en (EG) nr. 320/2006 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 05. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor maatregelen inzake steun voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker, overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001, en voor de steun voor de aanpassing van de raffinaderijen, overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede alinea, artikel 33, lid 2, en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 02 06
Olijfolie

05 02 06 03
Particuliere opslag van olijfolie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

17 204 146,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van olijfolie overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 06 05
Acties ter verbetering van de kwaliteit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

46 000 000

45 000 000

43 169 172,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor steun aan organisaties van marktdeelnemers overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 31 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 06 99
Overige maatregelen (olijfolie)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

600 000

300 000

565 210,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor olijfolie op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EU) nr. 1308/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening nr. 136/66/EEG en Verordening (EG) nr. 865/2004 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 06. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 07
Vezelgewassen

05 02 07 02
Particuliere opslag van vlasvezels

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van vlasvezels overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 07 03
Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 100 000

6 100 000

10 102 598,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgave overeenkomstig artikel 66, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

05 02 07 99
Overige maatregelen (vezelgewassen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

100 000

7 037 678,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog te betalen productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001, alsmede alle andere uitgaven voor vezelgewassen, waaronder resterende uitgaven voor steun voor de verwerking van vlasvezels en hennepvezels, die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 07.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).

05 02 08
Groenten en fruit

05 02 08 03
Actiefondsen van de producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

541 500 000

285 000 000

726 755 567,69

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering, overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 38 en de artikelen 152 tot en met 160 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, van de steun van de Unie voor de actiefondsen van telersverenigingen.

05 02 08 11
Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

150 000 000

269 000 000

343 373 666,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de steun voor producentengroeperingen die voorlopig zijn erkend overeenkomstig titel III, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 1182/2007 en deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 08 12
Schoolfruitregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

144 000 000

122 000 000

66 736 818,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met de bijdrage van de Unie aan de schoolfruitregeling op grond van de artikelen 22 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, waarbij voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

05 02 08 99
Overige maatregelen (groenten en fruit)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

700 000

700 000

1 220 275,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor groenten en fruit op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende uitgaven voor maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 399/94, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2202/96 en (EG) nr. 1782/2003 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 08.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09
Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08
Nationale steunprogramma's voor de wijnsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 094 000 000

1 083 000 000

1 046 416 618,18

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor steunprogramma's voor de wijnsector overeenkomstig de artikelen 39 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09 99
Overige maatregelen (wijnbouwsector)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000 000

2 000 000

–2 184 549,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 882/87, (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 479/2008, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 09.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

05 02 10
Afzetbevordering

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

05 02 10 01
Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

64 000 000

60 000 000

50 129 077,60

Toelichting

Dit krediet dient voor de medefinanciering van door de lidstaten uitgevoerde programma’s voor afzetbevordering die betrekking hebben op landbouwproducten, de methoden voor de productie daarvan en levensmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3/2008.

05 02 10 02
Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 189 000

1 252 166

1 500 000

1 041 971

1 346 726,99

1 301 657,90

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van rechtstreeks door de Commissie beheerde afzetbevorderingsacties en van de technische bijstand die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3/2008 voor de uitvoering van de programma’s voor afzetbevordering nodig is, zoals voorbereiding, toezicht, evaluatie, controle en beheer.

05 02 10 99
Overige maatregelen (afzetbevordering)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de overige op grond van de verordeningen inzake afzetbevordering genomen maatregelen die niet worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 10.

05 02 11
Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 03
Hop — Steun aan producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 300 000

2 300 000

2 277 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de artikelen 58 tot en met 60 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde steun voor producentenorganisaties in de hopsector.

05 02 11 04
POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

231 000 000

238 000 000

225 393 907,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die worden gedaan overeenkomstig Verordeningen (EU) nr. 228/2013 en (EU) nr. 229/2013, alsmede de resterende uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de regelgeving inzake POSEI en eilanden van de Egeïsche Zee op grond van de Verordeningen (EG) nr. 247/2006 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 02 11 99
Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

100 000

–25 616,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle andere resterende bedragen en andere uitgaven voor overige plantaardige producten/overige maatregelen op grond van Verordeningen (EEG) nr. 2075/92, (EG) nr. 1786/2003, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 11.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

05 02 12
Melk en zuivelproducten

05 02 12 01
Restituties voor melk en zuivelproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

62 670,33

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 02
Opslagmaatregelen voor magere-melkpoeder

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van magere-melkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van steun voor de particuliere opslag van magere-melkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 04
Opslagmaatregelen voor boter en room

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

6 000 000

7 102 012,02

Toelichting

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 06
Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor de particuliere opslag van bepaalde kaassoorten overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 08
Schoolmelk

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

77 000 000

75 000 000

63 177 530,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor de in artikel 26 tot en met 28 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 bedoelde steun van de Unie voor de uitreiking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen van onderwijsinstellingen, waarbij voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

05 02 12 99
Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

100 000

7 285,—

Toelichting

Oude posten 05 02 12 03 en 05 02 12 99

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle resterende bedragen en andere uitgaven voor maatregelen in de zuivelsector op grond van Verordening (EEG) nr. 1234/2007, (EG) nr. 1233/2009, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 12.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor schadeloosstelling van bepaalde producenten van melk of zuivelproducten (de zogenoemde „SLOM”-boeren) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2330/98.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4).

Verordening (EU) nr. 1233/2009 van de Commissie van 15 december 2009 tot vaststelling van een specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector (PB L 330 van 16.12.2009, blz. 70).

05 02 13
Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01
Restituties voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

1 000 000

4 578 186,47

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor runds- en kalfsvlees op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 02
Opslagmaatregelen voor runds- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van runds- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van runds- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 04
Restituties voor levende runderen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

1 911 057,57

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor levende dieren op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 99
Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

100 000

–56,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de rundvleessector op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 13.

Het dient ook ter dekking van resterende betalingen voor het voor rekening van de Unie komende gedeelte van de kosten voor het vrijwillig slachten van runderen vóór 23 januari 2006 die ouder zijn dan 30 maanden (OTMS) alsmede voor het slachten van runderen na 23 januari 2006 die zijn geboren vóór 1 augustus 1996 (OCDS), ingevolge Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14).

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 263 van 18.10.2000, blz. 34).

05 02 14
Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01
Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van schapen- en geitenvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 14 99
Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sector schapen- en geitenvlees op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 2529/2001 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 14.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15
Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01
Restituties voor varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

100 000

3 474 173,74

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor varkensvlees die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 02
Particuliere opslag van varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de particuliere opslag van varkensvlees overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 04
Restituties voor eieren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

84 375,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor eieren die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 05
Restituties voor slachtpluimvee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000 000

1 000 000

46 111 351,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor slachtpluimvee die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 06
Bijzondere steun voor de bijenteelt

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

31 000 000

31 000 000

29 759 580,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, door middel van bijzondere maatregelen, van steun in de bijenteeltsector, de compensatie van het inkomensverlies en de verbetering van de voorlichting van de consument, van de doorzichtigheid van de markt en van de kwaliteitscontrole overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 57 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15 99
Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 800 000

p.m.

1 092 590,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sectoren varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten op grond van Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 15.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

HOOFDSTUK 05 03 —   RECHTSTREEKSE STEUN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT ERVAN TE BEPERKEN EN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE BEREIKEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

05 03

RECHTSTREEKSE STEUN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT ERVAN TE BEPERKEN EN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE BEREIKEN

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse steun

05 03 01 01

Bedrijfstoeslagregeling

2

28 342 000 000

30 083 000 000

31 393 933 497,55

110,77

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling

2

7 806 000 000

7 382 000 000

6 681 196 780,24

85,59

05 03 01 03

Afzonderlijke betaling voor suiker

2

278 000 000

277 000 000

280 141 810,28

100,77

05 03 01 04

Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

2

12 000 000

12 000 000

12 289 530,13

102,41

05 03 01 05

Specifieke steun (artikel 68) — Ontkoppelde rechtstreekse steun

2

507 000 000

487 000 000

463 236 884,51

91,37

05 03 01 06

Afzonderlijke betaling voor zacht fruit

2

12 000 000

11 000 000

11 479 812,77

95,67

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

2

440 000 000

 

 

 

05 03 01 99

Overige (ontkoppelde rechtstreekse steun)

2

p.m.

p.m.

– 169 227,89

 

 

Artikel 05 03 01 — Subtotaal

 

37 397 000 000

38 252 000 000

38 842 109 087,59

103,86

05 03 02

Andere rechtstreekse steun

05 03 02 06

Premies voor zoogkoeien

2

884 000 000

902 000 000

921 054 366,05

104,19

05 03 02 07

Aanvullende zoogkoeienpremie

2

49 000 000

49 000 000

48 977 729,92

99,95

05 03 02 13

Schapen- en geitenpremie

2

22 000 000

23 000 000

21 138 823,17

96,09

05 03 02 14

Aanvullende schapen- en geitenpremie

2

7 000 000

7 000 000

6 821 053,06

97,44

05 03 02 28

Steun voor zijderupsen

2

500 000

500 000

415 374,72

83,07

05 03 02 36

Betalingen voor specifieke soorten landbouw en voor kwaliteitsproductie

2

1 300 000

2 000 000

1 307 278,09

100,56

05 03 02 39

Extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet

2

200 000

21 000 000

20 939 786,08

10 469,89

05 03 02 40

Areaalsteun voor katoen

2

239 000 000

239 000 000

242 262 404,19

101,37

05 03 02 42

Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Andere producten dan tomaten

2

200 000

3 000 000

34 293 109,02

17 146,55

05 03 02 44

Specifieke steun (artikel 68) — Gekoppelde rechtstreekse steun

2

1 430 000 000

1 089 000 000

1 046 505 693,22

73,18

05 03 02 50

POSEI — Steunprogramma’s van de Europese Unie

2

421 000 000

407 000 000

457 955 403,92

108,78

05 03 02 52

POSEI — Eilanden van de Egeïsche Zee

2

18 000 000

18 000 000

16 156 023,15

89,76

05 03 02 99

Overige (rechtstreekse steun)

2

6 197 789

9 675 640

–1 832 442,68

–29,57

 

Artikel 05 03 02 — Subtotaal

 

3 078 397 789

2 770 175 640

2 815 994 601,91

91,48

05 03 03

Extra steunbedragen

2

200 000

600 000

172 936,19

86,47

05 03 09

Terugbetaling van rechtstreekse steun in verband met financiële discipline

2

p.m.

 

 

 

05 03 10

Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

2

433 000 000

424 500 000

 

 

 

Hoofdstuk 05 03 — Totaal

 

40 908 597 789

41 447 275 640

41 658 276 625,69

101,83

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is bij de vaststelling van de budgettaire behoeften voor artikel 05 03 01, en met name post 05 03 01 01, rekening gehouden met een bedrag van 1 245 000 000 EUR uit de posten 6 7 0 1, 6 7 0 2 en 6 7 0 3 van de algemene staat van ontvangsten.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 671/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat de toepassing van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers voor 2013 betreft (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

05 03 01
Ontkoppelde rechtstreekse steun

05 03 01 01
Bedrijfstoeslagregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

28 342 000 000

30 083 000 000

31 393 933 497,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ingestelde bedrijfstoeslagregeling.

05 03 01 02
Regeling inzake een enkele areaalbetaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 806 000 000

7 382 000 000

6 681 196 780,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Toetredingsakten van 2003 en 2005.

Rechtsgronden

2003 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, hoofdstuk 6A, punt 26, zoals aangepast bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

2005 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië, met name bijlage III „Lijst bedoeld in artikel 19 van de Toetredingsakte”.

05 03 01 03
Afzonderlijke betaling voor suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

278 000 000

277 000 000

280 141 810,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor suiker voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 01 04
Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 000 000

12 000 000

12 289 530,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor groenten en fruit voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 01 05
Specifieke steun (artikel 68) — Ontkoppelde rechtstreekse steun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

507 000 000

487 000 000

463 236 884,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde ontkoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), onder v), en lid 1, onder c) en d), bedoelde steun.

05 03 01 06
Afzonderlijke betaling voor zacht fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 000 000

11 000 000

11 479 812,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de in artikel 129 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde afzonderlijke betaling voor zacht fruit voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel V van die verordening.

05 03 01 07
Herverdelingsbetaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

440 000 000

 

 

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op grond van de herverdelingsbetaling op grond in het kalenderjaar 2014 als bedoeld in de artikelen 72bis en 125bis van Verordening (EG) nr. 73/2009 in lidstaten die de bedrijfstoeslagregeling toepassen waarin is voorzien bij titel III van die verordening en in lidstaten die de bedrijfstoeslagregeling toepassen waarin is voorzien bij titel V van die verordening.

05 03 01 99
Overige (ontkoppelde rechtstreekse steun)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

– 169 227,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere ontkoppelde rechtstreekse steun die niet kan worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten onder artikel 05 03 01 en ter dekking van de correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de van maxima die zijn vastgesteld in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel bij artikel 05 03 01 kunnen worden toegerekend.

05 03 02
Andere rechtstreekse steun

Rechtsgronden

Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66).

Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop (PB L 175 van 4.8.1971, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad (PB L 246 van 5.11.1971, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 154/75 van de Raad van 21 januari 1975 tot instelling van een olijfoliedossier in de olijfolieproducerende lidstaten (PB L 19 van 24.1.1975, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

Verordening (EEG) nr. 2076/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot vaststelling van de premies voor tabaksbladeren per groep tabak en van de garantiedrempels per groep tabakssoorten en per lidstaat (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 77).

Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 160 van 26.6.1991, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48).

Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 546/2002 van de Raad van 25 maart 2002 tot vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren (PB L 84 van 28.3.2002, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 2323/2003 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van de in de sector zaaizaad toegekende steunbedragen (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1544/2006 van de Raad van 5 oktober 2006 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsteelt (PB L 286 van 17.10.2006, blz. 1).

05 03 02 06
Premies voor zoogkoeien

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

884 000 000

902 000 000

921 054 366,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor zoogkoeienpremies overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1254/1999, met uitzondering van de aanvullende premies die worden toegekend op grond van artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 (voor regio's zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 en lidstaten met een hoog percentage aan zoogkoeien in het koeienbestand).

05 03 02 07
Aanvullende zoogkoeienpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

49 000 000

49 000 000

48 977 729,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor aanvullende nationale zoogkoeienpremies overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 die worden toegekend in de regio's zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, en in de lidstaten met een hoog percentage aan zoogkoeien in het koeienbestand.

05 03 02 13
Schapen- en geitenpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

22 000 000

23 000 000

21 138 823,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van veebetalingen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2529/2001.

05 03 02 14
Aanvullende schapen- en geitenpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 000 000

7 000 000

6 821 053,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de toekenning van bijzondere steun per ooi of vrouwelijke geit aan producenten van schapen- of geitenvlees in probleem- of berggebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2529/2001.

05 03 02 28
Steun voor zijderupsen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

500 000

500 000

415 374,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun voor zijderupsen die wordt toegekend overeenkomstig artikel 111 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1544/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1544/2006 van de Raad van 5 oktober 2006 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsteelt (PB L 286 van 17.10.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

05 03 02 36
Betalingen voor specifieke soorten landbouw en voor kwaliteitsproductie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 300 000

2 000 000

1 307 278,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de steun zoals bedoeld in artikel 72, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en artikel 69 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 39
Extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

21 000 000

20 939 786,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle resterende betalingen aan de telers van suikerbieten en suikerriet overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 7, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 septies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 40
Areaalsteun voor katoen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

239 000 000

239 000 000

242 262 404,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de areaalsteun voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 6, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 bis, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 42
Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Andere producten dan tomaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

3 000 000

34 293 109,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle resterende overgangsbetalingen aan landbouwers die een of meer groente- en fruitproducten, andere dan tomaten, produceren, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, en artikel 128, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en artikel 68 ter, lid 2, en artikel 143 ter quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 44
Specifieke steun (artikel 68) — Gekoppelde rechtstreekse steun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 430 000 000

1 089 000 000

1 046 505 693,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde gekoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), i), ii), iii) en iv), en in lid 1, onder b) en e), bedoelde steun.

05 03 02 50
POSEI — Steunprogramma’s van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

421 000 000

407 000 000

457 955 403,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor rechtstreekse steun in verband met programma's die specifieke maatregelen omvatten ter ondersteuning van de lokale landbouwproductie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 228/2013 en resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van titel III van Verordening (EG) nr. 247/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

05 03 02 52
POSEI — Eilanden van de Egeïsche Zee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 000 000

18 000 000

16 156 023,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor rechtstreekse steun die voortvloeien uit de uitvoering van Verordening (EU) nr. 229/2013 en van resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 03 02 99
Overige (rechtstreekse steun)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 197 789

9 675 640

–1 832 442,68

Toelichting

Oude posten 05 03 02 01, 05 03 02 04, 05 03 02 05, 05 03 02 08, 05 03 02 09, 05 03 02 10, 05 03 02 18, 05 03 02 19, 05 03 02 21, 05 03 02 22, 05 03 02 23, 05 03 02 24, 05 03 02 25, 05 03 02 26, 05 03 02 41, 05 03 02 43, 05 03 02 51 en 05 03 02 99

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere rechtstreekse steun die niet kan worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 02 en ter dekking van de correcties die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel kunnen worden toegerekend. Het is eveneens bedoeld ter dekking van de correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de maxima die zijn vastgesteld in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel bij artikel 05 03 02 kunnen worden toegerekend. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van resterende uitgaven in verband met:

de financiering van de toeslag op de areaalbetaling zoals bedoeld in hoofdstuk 8 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

de financiering van de steun per hectare voor de instandhouding van de teelt van kekers, linzen en wikke overeenkomstig hoofdstuk 13 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Verordening (EG) nr. 1577/96;

de overgangsregeling voor gedroogde voedergewassen overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 603/95, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1786/2003;

de toeslag voor durumtarwe in niet-traditionele productiegebieden overeenkomstig hoofdstuk 10 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

de seizoencorrectiepremie voor rundvlees overeenkomstig hoofdstuk 12 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

het extensiveringsbedrag voor rundvlees overeenkomstig hoofdstuk 12 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

de extra betalingen aan rundvleesproducenten overeenkomstig artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

de extra betalingen in de sector schapen en geiten overeenkomstig hoofdstuk 11 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2519/2001;

de melkpremie aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

de aanvullende premies aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

de compenserende steun voor bananen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 404/93;

de overgangsbetaling voor suikerbietentelers overeenkomstig hoofdstuk 10 sexies van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

de vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2799/98;

de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde areaalsteun voor krenten en rozijnen;

de areaalsteun aan producenten van energiegewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 5, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

de areaalsteun voor granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, kuilgras en braaklegging overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

de toeslag op de areaalbetaling voor producenten van durumtarwe in niet-traditionele productiegebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

de productiesteun overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 5, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 9, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2358/71;

de speciale premies voor rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

slachtpremies voor runderkalveren overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, artikel 11, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 en resterende betalingen in verband met verwerkingspremies voor stierkalveren overeenkomstig artikel 4i van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees;

slachtpremies voor volwassen runderen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, artikel 11, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 en resterende betalingen in verband met verwerkingspremies voor stierkalveren overeenkomstig artikel 4i van Verordening (EEG) nr. 805/68;

de productiesteun aan producenten van voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 6, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

de areaalsteun die wordt toegekend overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en resterende betalingen overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 3072/95;

de steun voor olijfgaarden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 ter, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 154/75 en titel II van Verordening (EEG) nr. 136/66;

steun aan producenten van ruwe tabak overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quater, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, artikel 1 van Verordening (EG) nr. 546/2002, titel I van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2076/92;

de areaalsteun voor hop die aan producenten wordt toegekend overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quinquies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1696/71;

de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

steun aan producenten van eiwithoudende gewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

steun aan producenten van noten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

de overgangsbetalingen aan landbouwers die tomaten produceren overeenkomstig artikel 54, lid 1, en artikel 128, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en overeenkomstig artikel 68 ter, lid 1, en artikel 143 ter quater, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003; de steun in verband met de overgangsbetaling voor zacht fruit overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 9, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 nonies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

de in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 verleende rechtstreekse steun en de in die gebieden vóór 2006 verleende rechtstreekse steun;

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1577/96 van de Raad van 30 juli 1996 tot invoering van een bijzondere maatregel voor bepaalde zaaddragende leguminosen (PB L 206 van 16.8.1996, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2800/98 van de Raad van 15 december 1998 houdende overgangsmaatregelen voor de invoering van de euro in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113).

Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (Poseidom) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira (Poseima) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 1454/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden (Poseican) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45).

Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

05 03 03
Extra steunbedragen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

600 000

172 936,19

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 09
Terugbetaling van rechtstreekse steun in verband met financiële discipline

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Dit artikel voorziet niet in nieuwe kredieten maar dient ter dekking van de bedragen die overeenkomstig artikel 169, lid 3, van het Financieel Reglement kunnen worden overgedragen voor de terugbetaling van de vermindering van rechtstreekse steun vanwege naar aanleiding van financiële-disciplinemaatregelen van het vorige jaar. Overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 106/2013 dienen de lidstaten de eindontvangers te die in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen het voorwerp uitmaken van financiële-disciplinemaatregelen overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4.

05 03 10
Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

433 000 000

424 500 000

 

Toelichting

De kredieten van dit reserveartikel dienen ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of -distributie treffen.

De reserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar met het mechanisme voor financiële discipline een reductie toe te passen op de rechtstreekse landbouwsteun overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 alsook artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. Wanneer de Commissie van oordeel is dat de reserve moet worden aangesproken, overeenkomstig de desbetreffende wetgevingshandeling, legt zij het Europees Parlement en de Raad een voorstel tot overschrijving uit de reserve naar de overeenkomstige begrotingsonderdelen ter financiering van de nodig geachte maatregelen voor. Voorstellen van de Commissie tot overschrijving om van de reserve gebruik te maken moeten worden voorafgegaan door een onderzoek van de mogelijkheden tot herschikking van kredieten. Aan het einde van het begrotingsjaar wordt elk bedrag van de reserve dat niet voor crisismaatregelen beschikbaar is gesteld naar evenredigheid terugbetaald als rechtstreekse landbouwsteun aan de begrotingsposten waarop de reductie is toegepast. Alle terugbetalingen gebeuren op artikel 05 03 09 uit de van het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten.

Overschrijvingen waarvoor de reserve wordt aangesproken en overschrijvingen die worden teruggestort van de reserve naar rechtstreekse landbouwsteun worden gedaan overeenkomstig het Financieel Reglement.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

HOOFDSTUK 05 04 —   PLATTELANDSONTWIKKELING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

05 04 01

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 027 620,31

–1 027 620,31

 

 

Artikel 05 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 027 620,31

–1 027 620,31

 

05 04 02

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Oriëntatie— Voltooiing van eerdere programma’s

05 04 02 01

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

183 905 223,93

 

05 04 02 02

Voltooiing van het speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

2 189 102,—

 

05 04 02 03

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 233 296,21

 

05 04 02 04

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 05

Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 06

Voltooiing van Leader (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

8 230 357,84

 

05 04 02 07

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

741 093,24

 

05 04 02 08

Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 02 09

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 05 04 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

196 299 073,22

 

05 04 03

Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 05 04 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 04

Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 04 05

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

2

p.m.

5 890 339 551

p.m.

10 329 896 149

14 788 920 797,—

12 949 992 447,24

219,85

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

6 433 956

7 561 497,15

6 555 824,32

 

 

Artikel 05 04 05 — Subtotaal

 

p.m.

5 890 339 551

p.m.

10 336 330 105

14 796 482 294,15

12 956 548 271,56

219,96

05 04 60

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

05 04 60 01

Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

2

13 796 873 677

5 252 192 422

13 970 049 059

1 247 275 423

 

 

 

05 04 60 02

Operationele technische bijstand

2

22 292 400

19 770 986

17 222 000

7 748 500

 

 

 

05 04 60 03

Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 05 04 60 — Subtotaal

 

13 819 166 077

5 271 963 408

13 987 271 059

1 255 023 923

 

 

 

 

Hoofdstuk 05 04 — Totaal

 

13 819 166 077

11 162 302 959

13 987 271 059

11 591 354 028

14 795 454 673,84

13 151 819 724,47

117,82

05 04 01
Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 01 14
Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

–1 027 620,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door de lidstaten teruggevorderde bedragen die niet in verband kunnen worden gebracht met onregelmatigheden of nalatigheden overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Deze bedragen worden geboekt als correctie op uitgaven die voordien uit de posten 05 04 01 01 tot en met 05 04 01 13 werden gefinancierd, en mogen door de lidstaten niet opnieuw worden gebruikt.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de betaling van resterende bedragen die worden gedeclareerd door de lidstaten als gevolg van de toepassing van artikel 39, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1290/2005 van de Raad.

05 04 02
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Oriëntatie— Voltooiing van eerdere programma’s

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de nodige financiële correcties moeten worden verricht. De eventueel hieruit voortvloeiende ontvangsten worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

05 04 02 01
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

183 905 223,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Referentiebesluiten

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

05 04 02 02
Voltooiing van het speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

2 189 102,—

Toelichting

Het speciaal programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van de nog resterende betaalbaar te stellen verplichtingen van de programmeringsperiode 2000-2006.

Referentiebesluiten

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

05 04 02 03
Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 233 296,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

05 04 02 04
Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5b.

05 04 02 05
Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a.

05 04 02 06
Voltooiing van Leader (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

8 230 357,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resterende uit de programmeringsperiode 2000-2006 uit het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) betaalbaar te stellen verplichtingen.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

05 04 02 07
Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

741 093,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

05 04 02 08
Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in vorige programmeringsperioden zijn aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien.

Voorts dient het ter dekking van resterende bedragen in verband met oude meerjarenacties, en met name voor die acties welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen.

In voorkomend geval zal dit krediet ook worden aangewend voor de dekking van de bedragen die in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

05 04 02 09
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, van resterende betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2000-2006 voor maatregelen op het gebied van technische bijstand waarin artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet. De technische bijstand omvat de voorbereidings-, toezicht-, evaluatie-, controle- en beheersmaatregelen die voor de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, nodig zijn. In dit kader kan dit krediet in het bijzonder worden gebruikt voor de financiering van:

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

uitgaven in verband met voorlichting en publicaties;

uitgaven voor informatie- en telecommunicatietechnologie;

contracten met dienstverleners;

subsidies.

05 04 03
Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02
Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van het communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw.

Het wordt prioritair aangewend voor de instandhouding en de verdere ontwikkeling van de biologische diversiteit via samenwerking tussen boeren, ter zake erkende niet-gouvernementele organisaties en overheids- en particuliere instituten. Het dient tevens om de sensibilisering van de verbruikers op dit gebied te bevorderen.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

05 04 04
Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in de programmeringsperiode 2004-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Toetredingsakte van 2003 voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 05
Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 335/2013 van de Commissie van 12 april 2013 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 105 van 13.4.2013, blz. 1).

05 04 05 01
Programma’s voor plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 890 339 551

p.m.

10 329 896 149

14 788 920 797,—

12 949 992 447,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2007-2013.

Alle soorten maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen naar aanleiding van de nieuwe uitdagingen in het kader van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen, ook in de zuivelsector.

05 04 05 02
Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

6 433 956

7 561 497,15

6 555 824,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichtingen inzake technische ondersteuningsmaatregelen als bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

05 04 60
Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

Toelichting

Ontvangsten in verband met de programma's 2014-2020 die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke post van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 335/2013 van de Commissie van 12 april 2013 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 105 van 13.4.2013, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake bijstand voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot invoering van overgangsbepalingen (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 994/2014 van de Commissie van 13 mei 2014 tot wijziging van de bijlagen VIII en VIII quater bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlagen II, III en VI bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 280 van 24.9.2014, blz. 1).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 18).

Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1378/2014 van de Commissie van 17 oktober 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlagen II en III bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 367 van 23.12.2014, blz. 16).

05 04 60 01
Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 796 873 677

5 252 192 422

13 970 049 059

1 247 275 423

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2014-2020.

De maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen.

05 04 60 02
Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 292 400

19 770 986

17 222 000

7 748 500

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen op initiatief van de Commissie als bedoeld in de artikelen 51 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Dit omvat het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling en het EIP-Netwerk (Europees Partnerschap voor innovatie).

05 04 60 03
Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Deze post dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient deze post ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

HOOFDSTUK 05 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 05 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

4

p.m.

143 793 016

p.m.

93 043 400

234 042 533,—

47 636 861,88

33,13

05 05 03

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

05 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

05 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

25 000 000

7 917 659

20 000 000

4 200 000

 

 

 

 

Artikel 05 05 03 — Subtotaal

 

25 000 000

7 917 659

20 000 000

4 200 000

 

 

 

05 05 04

Steun aan Turkije

05 05 04 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

05 05 04 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

69 000 000

25 458 317

70 000 000

13 753 638

 

 

 

 

Artikel 05 05 04 — Subtotaal

 

69 000 000

25 458 317

70 000 000

13 753 638

 

 

 

 

Hoofdstuk 05 05 — Totaal

 

94 000 000

177 168 992

90 000 000

110 997 038

234 042 533,—

47 636 861,88

26,89

05 05 01
Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

Toelichting

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 01 01
Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2006 in Bulgarije, Roemenië en Kroatië voor steunmaatregelen inzake landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 01 02
Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2003 voor steunmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard in de acht lidstaten die in 2004 zijn toegetreden.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 02
Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

143 793 016

p.m.

93 043 400

234 042 533,—

47 636 861,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 03
Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

05 05 03 01
Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) worden met dit krediet in de Westelijke Balkan de volgende specifieke doelstellingen nagestreefd:

steun voor politieke hervormingen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 03 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 000 000

7 917 659

20 000 000

4 200 000

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

05 05 04
Steun aan Turkije

05 05 04 01
Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

steun voor politieke hervormingen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 04 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

69 000 000

25 458 317

70 000 000

13 753 638

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

HOOFDSTUK 05 06 —   INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

4

4 675 000

4 201 456

6 696 000

1 806 026

3 062 748,84

3 062 748,84

72,90

 

Hoofdstuk 05 06 — Totaal

 

4 675 000

4 201 456

6 696 000

1 806 026

3 062 748,84

3 062 748,84

72,90

05 06 01
Internationale landbouwovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 675 000

4 201 456

6 696 000

1 806 026

3 062 748,84

3 062 748,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijdragen van de Unie aan de hierna genoemde internationale overeenkomsten.

Rechtsgronden

Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).

Besluit 96/88/EG van de Raad van 19 december 1995 betreffende de goedkeuring, door de Europese Gemeenschap, van het Graanhandelsverdrag en het Voedselhulpverdrag, die samen de Internationale Graanovereenkomst 1995 vormen (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47).

Besluit 2005/800/EG van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 302 van 19.11.2005, blz. 46).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 54, lid 2, onder d).

Besluit 2013/139/EU van de Raad van 18 maart 2013 tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 (PB L 77 van 20.3.2013, blz. 2).

Besluit 2013/138/EU van de Raad van 18 maart 2013 tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995 (PB L 77 van 20.3.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 07 —   AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS GEFINANCIERDE (ELGF) LANDBOUWUITGAVEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS GEFINANCIERDE (ELGF) LANDBOUWUITGAVEN

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

6 800 000

6 800 000

6 799 762,44

100,00

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

2

20 000 000

p.m.

3 382 276,15

16,91

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

2

p.m.

p.m.

109 070 845,82

 

 

Artikel 05 07 01 — Subtotaal

 

26 800 000

6 800 000

119 252 884,41

444,97

05 07 02

Regeling van geschillen

2

60 500 000

53 400 000

324 963,78

0,54

 

Hoofdstuk 05 07 — Totaal

 

87 300 000

60 200 000

119 577 848,19

136,97

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke post van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

05 07 01
Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02
Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 800 000

6 800 000

6 799 762,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van teledetectiecontroles overeenkomstig de artikelen 6, onder b), en 21 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 07 01 06
Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 000 000

p.m.

3 382 276,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van de goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Het dient ook ter dekking van de resultaten van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen in verband met het Fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 01 07
Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

109 070 845,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluitenresultaten overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Het dient ook ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluiten betreffende het fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 02
Regeling van geschillen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

60 500 000

53 400 000

324 963,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eventuele opneming van kredieten ter dekking van uitgaven die door een beslissing van een rechtbank aan de Commissie kunnen worden aangerekend, en met name als schadevergoeding en rente.

Het is tevens bedoeld ter dekking van eventuele uitgaven waarmee de Commissie kan worden geconfronteerd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11).

HOOFDSTUK 05 08 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

2

15 009 325

11 783 396

14 619 600

13 733 871

14 521 070,69

14 018 716,31

118,97

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

2

19 450 000

16 070 098

250 000

200 000

226,41

7 527 938,49

46,84

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

2

4 773 648

3 160 136

1 753 760

1 695 892

1 539 658,38

1 548 203,44

48,99

05 08 06

Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

2

8 000 000

8 000 000

11 000 000

11 000 000

7 956 814,54

7 956 814,54

99,46

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

2

3 695 000

3 695 000

1 670 000

1 670 000

2 712 169,12

2 712 169,12

73,40

05 08 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 01

Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

2

p.m.

p.m.

p.m.

411 089

0,—

528 541,92

 

05 08 77 02

Proefproject — Uitwisseling van beste praktijken voor vereenvoudiging op het vlak van „cross-compliance”

2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 08 77 03

Proefproject — Steun voor landbouwcoöperaties

2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 08 77 04

Proefproject — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 08 77 05

Proefproject — Steun voor boeren- en consumenteninitiatieven voor een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en lokaal op de markt gebrachte voedselproductie

2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 08 77 06

Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

2

p.m.

300 000

1 000 000

387 671

1 999 024,32

0,—

0

05 08 77 07

Proefproject — Maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten

2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

05 08 77 08

Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

2

p.m.

899 905

p.m.

600 000

1 500 000,—

0,—

0

05 08 77 09

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

2

p.m.

1 250 000

1 000 000

p.m.

1 500 000,—

0,—

0

05 08 77 10

Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

2

p.m.

600 000

1 200 000

p.m.

 

 

 

05 08 77 11

Proefproject — Agrobosbouw

2

p.m.

500 000

1 000 000

150 000

 

 

 

 

Artikel 05 08 77 — Subtotaal

 

p.m.

3 549 905

4 200 000

1 548 760

4 999 024,32

528 541,92

14,89

05 08 80

Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

2

5 303 400

5 108 405

7 300 000

3 000 000

 

 

 

 

Hoofdstuk 05 08 — Totaal

 

56 231 373

51 366 940

40 793 360

32 848 523

31 728 963,46

34 292 383,82

66,76

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 08 01
Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 009 325

11 783 396

14 619 600

13 733 871

14 521 070,69

14 018 716,31

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de forfaitaire vergoedingen per bedrijfsformulier en van de ontwikkeling van instrumenten voor de inzameling, de behandeling, de analyse, de publicatie en de verspreiding van de gegevens en de resultaten van de landbouwbedrijfsboekhoudingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).

05 08 02
Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 450 000

16 070 098

250 000

200 000

226,41

7 527 938,49

Toelichting

Dit krediet dient ter cofinanciering van de uitgaven voor de statistische enquêtes waarmee de ontwikkeling van de landbouwstructuur in de Unie wordt gevolgd, inclusief de uitgaven voor de database Eurofarm.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 378/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 April 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1166/2008 wat betreft het financiële kader voor de periode 2014-2018 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 67).

05 08 03
Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 773 648

3 160 136

1 753 760

1 695 892

1 539 658,38

1 548 203,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor de verbetering van de stelsels inzake de landbouwstatistieken in de Unie;

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de aankoop en de raadpleging van gegevensbanken;

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met het opstellen van modellen over de landbouwsector, het maken van prognoses op korte en middellange termijn over de ontwikkeling van de markt en van de landbouwstructuur en het verspreiden van de resultaten;

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de toepassing van teledetectie, gebiedssteekproeven en agrometeorologische modellen voor het opstellen van landbouwstatistieken;

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de uitvoering van economische analysen en de ontwikkeling van indicatoren op het gebied van het landbouwbeleid;

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor diensten in verband met maatregelen die nodig zijn voor de analyse, het beheer en de monitoring van agrarische hulpbronnen en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid overeenkomstig de artikelen 6, onder c), en 22 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 alsmede voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke kader voor toezicht en evaluatie overeenkomstig artikel 6, onder a), en 110 van Verordening (EU) nr. 1306/2013;

uitstaande verplichtingen op grond van Verordening (EG) nr. 78/2008 van 21 januari 2008.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Beschikking 96/411/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 14).

Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake de toepassing van areal frame sampling en teledetectie voor landbouwstatistieken in de periode 1999-2003 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 78/2008 van de Raad van 21 januari 2008 betreffende door de Commissie in de periode 2008-2013 te nemen maatregelen op basis van teledetectietoepassingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 25 van 30.1.2008, blz. 1).

05 08 06
Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 000 000

11 000 000

7 956 814,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering door de Unie van de in artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde voorlichtingsacties over het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Onder die acties worden verstaan:

jaarlijkse activiteitenprogramma's die met name door landbouw- of plattelandsontwikkelingsorganisaties of door consumentenverenigingen en milieuorganisaties worden ingediend;

gerichte acties die met name door de overheid van de lidstaten, media en universitaire instellingen worden ingediend;

alle op initiatief van de Commissie opgezette activiteiten;

acties ter bevordering van de gezinslandbouw.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van informatieverstrekking op scholen, verkooppunten en andere contactpunten voor consumenten over de hoge kwaliteitseisen en normen voor voedselveiligheid, milieubescherming en dierenwelzijn waaraan de Europese boeren moeten voldoen in vergelijking met de normen in derde landen. Er moet worden beklemtoond dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid een belangrijke bijdrage levert tot het bereiken van deze hoge normen en uitleg moet worden verschaft over de verschillende kwaliteitsregelingen zoals de oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van een informatiecampagne voor consumenten over de oorzaken en gevolgen van voedselverspilling, adviezen inzake manieren om voedselverspilling te voorkomen, evenals de bevordering van benchmarkpraktijken binnen de verschillende sectoren van de voedselvoorzieningsketen.

05 08 09
Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 695 000

1 670 000

2 712 169,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven zoals bedoeld in artikel 6, onder a) en d) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Dit krediet omvat eveneens de uitgaven voor het opzetten van een databank met analyseresultaten over de wijnbouwproducten waarin wordt voorzien bij artikel 89, lid 5, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 08 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 01
Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

411 089

0,—

528 541,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 02
Proefproject — Uitwisseling van beste praktijken voor vereenvoudiging op het vlak van „cross-compliance”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 03
Proefproject — Steun voor landbouwcoöperaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 04
Proefproject — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 05
Proefproject — Steun voor boeren- en consumenteninitiatieven voor een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en lokaal op de markt gebrachte voedselproductie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 06
Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

387 671

1 999 024,32

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Dit krediet dient ter financiering van een Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges. Het dient onder meer om het instrument voor de bewaking van de voedselprijzen te helpen verbeteren teneinde dit gebruikersvriendelijker te maken, door hierin een meertalige interface op te nemen waarin een groter aantal voedingsmiddelen is opgenomen en waardoor de prijzen beter kunnen worden vergeleken in elke schakel van de voedselvoorzieningsketen binnen en tussen de lidstaten, opdat wordt voldaan aan de behoefte van consumenten en boeren aan een grotere transparantie van de voedselprijsvorming.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 07
Proefproject — Maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 08
Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

899 905

p.m.

600 000

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 09
Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 250 000

1 000 000

p.m.

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie. Dit krediet dient ter financiering van een voorbereidende actie voor een derde programma van de Unie voor het behoud en duurzame gebruik van plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de landbouw. Eerdere programma's, op basis van Verordening (EG) nr. 1476/94 van de Raad en Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad, zijn afgerond in 2010. De eerste evaluaties van de projecten wijzen erop dat er behoefte is aan verdere acties, ter verbetering van het behoud van genetische diversiteit en het duurzame gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en ter stimulering van kwaliteitsproducten en lokale voedselketens. Tevens moet worden bijgedragen aan de samenwerking en uitwisseling van kennis tussen onderzoekers, landbouwers, telers en netwerken van betrokken burgers en ngo's, met deelname van de eindgebruikers en bewustmaking van consumenten voor dit terrein.

De voorbereidende actie zal steun bieden voor koppelingsprojecten in heel Europa en activiteiten ter bevordering van het behoud en duurzaam gebruik van genetische hulpbronnen in het kader van komende programma's voor plattelandsontwikkeling, voortbouwend op het voorbereidende werk van de Europese Commissie in 2013. Deze voorbereidende actie zal bijdragen aan het leveren van de elementen voor een derde programma van de Unie inzake genetische hulpbronnen, met name wat betreft:

het verbeteren van de communicatie tussen lidstaten en hun autoriteiten over optimale werkwijzen en het harmoniseren van maatregelen voor het behoud en duurzame gebruik van genetische hulpbronnen;

het verbeteren van de netwerken tussen de voornaamste belanghebbenden, waaronder landbouwers, onderzoekers, genenbanken, ngo's en eindgebruikers, en het verhogen van marketingmogelijkheden in het kader van kwaliteitsregelingen en korte voedselketens;

het verbeteren van de uitwisseling van kennis en onderzoek betreffende het vergroten van de genetische diversiteit in landbouwsystemen;

het aanpassen van de teeltwijzen en de wetgeving aan de noodzaak van het behoud van genetische diversiteit en het duurzame gebruik van genetische hulpbronnen;

het bijdragen aan een succesvolle uitvoering van maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling door middel van acties inzake genetische diversiteit in de landbouw;

het verminderen van de administratieve last, teneinde een betere toegang tot de acties te bieden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 10
Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

1 200 000

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Doel van het proefproject is om grensoverschrijdende expertise op het vlak van agro-industrie in plattelandsgebieden samen te brengen en te bevorderen en om competentieregio's voor agro-industrie, zogenaamde Agropols, te vormen, die een duurzaam economisch perspectief zullen bieden aan deze gebieden. De Duits-Nederlandse grensregio (met ten minste 4 661 Duitse micro- en kleine en ondernemingen in de land- en tuinbouwsector (mkb), ondernemingen in de industrie, dienstenbedrijven, onderwijsinstellingen en wetenschappelijke instellingen, administraties, kamers van koophandel en industrie, landbouwkamers en verenigingen) kan worden beschouwd als pionier voor andere Europese landbouwregio's en illustreert hoe de lopende uitdagingen van structurele veranderingen in de landbouw en de toenemende concurrentie in de landbouwsector op een succesvolle manier kunnen worden aangepakt door middel van grensoverschrijdende ontwikkeling in een Agropol:

wetenschappelijke aanpassing van de aanpak van sectorale economische ontwikkeling voor een Agropol;

ppstelling van een strategisch plan voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese agro-industrie/voedselregio;

mobilisering van de belanghebbenden, met name de administratie en de economie, voor het gemeenschappelijke doel;

samenwerking wordt een succes door de gemeenschappelijke aanpak: het behoud en de doeltreffendheid van de hulpbronnen en de ontwikkeling van een masterplan vormen de kern van het project. Op die manier draagt het project ook bij tot de aanpak van globale uitdagingen zoals klimaatverandering, schaarser wordende grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen en voedselzekerheid. Er wordt steun verleend aan industrie en landbouw die vanuit ecologisch en economisch oogpunt doeltreffend is, en evenwichtige plattelandsontwikkeling wordt bevorderd;

voorstelling van de toepasbaarheid voor andere Europese regio's.

Er wordt verwacht dat de Europa 2020-strategie en de vlaggenschipinitiatieven „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen”, „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Industrieel concurrentievermogen” en ETP 2020 zal ondersteunen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 11
Proefproject — Agrobosbouw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

150 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van besluiten genomen in overeenstemming met de positieve beoordeling en de richtsnoeren van de Europese Commissie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 80
Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 303 400

5 108 405

7 300 000

3 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de deelname van de Unie aan de universele expo „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven”, die in 2015 plaatsvindt in Milaan.

Deze kredieten dienen ter dekking van de basiskosten voor de participatie van de Unie in het Italiaanse paviljoen (huur van de ruimte, opbouw en decoratie van de stand, exploitatiekosten) en voor de voorbereidende en eerste fases van een elementair wetenschappelijk programma voor de EXPO 2015, waaronder de verzameling van basisgegevens voor beleidsondersteuning. De kosten voor het organiseren van evenementen en tentoonstellingen (bijvoorbeeld de vergoeding van kosten voor deskundigen, tentoonstellingsmateriaal enz.) worden gedekt door kredieten van de desbetreffende specifieke programma's naargelang van het betrokken beleidsgebied.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 09 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

05 09 03

Maatschappelijke uitdagingen

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

1,1

101 455 799

19 076 239

52 163 000

624 014

 

 

 

 

Artikel 05 09 03 — Subtotaal

 

101 455 799

19 076 239

52 163 000

624 014

 

 

 

05 09 50

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 05 09 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Hoofdstuk 05 09 — Totaal

 

101 455 799

19 076 239

52 163 000

624 014

 

 

 

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen aan de totstandkoming van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig de Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 05 09 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 05 01 05 worden opgevoerd.

05 09 03
Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

05 09 03 01
Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

101 455 799

19 076 239

52 163 000

624 014

 

 

Toelichting

Deze activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast zal de nadruk liggen op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd zullen er inspanningen worden gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, zullen worden bevorderd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programme tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Referentiebesluiten

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

05 09 50
Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

TITEL 06

MOBILITEIT EN VERVOER

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

75 145 385

75 145 385

72 157 802

72 157 802

65 373 383,49

65 373 383,49

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

2 972 028 544

1 803 202 715

2 582 441 731

903 416 322

1 672 501 250,03

929 777 030,88

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

234 117 242

177 949 829

212 585 039

27 847 732

66 114 214,73

62 876 242,18

 

Titel 06 — Totaal

3 281 291 171

2 056 297 929

2 867 184 572

1 003 421 856

1 803 988 848,25

1 058 026 656,55

HOOFDSTUK 06 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

06 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5.2

41 352 248

40 861 417

34 849 252,71

84,27

06 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

5.2

2 288 852

2 325 880

2 280 916,51

99,65

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5.2

2 097 882

2 232 988

2 533 935,—

120,79

 

Artikel 06 01 02 — Subtotaal

 

4 386 734

4 558 868

4 814 851,51

109,76

06 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5.2

2 625 291

2 645 371

2 616 756,86

99,67

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

1.1

2 953 000

2 895 000

2 552 174,40

86,43

 

Artikel 06 01 04 — Subtotaal

 

2 953 000

2 895 000

2 552 174,40

86,43

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1.1

5 052 336

5 612 344

5 265 000,—

104,21

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1.1

2 400 000

2 768 667

2 978 400,—

124,10

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1.1

566 751

555 638

893 408,01

157,64

 

Artikel 06 01 05 — Subtotaal

 

8 019 087

8 936 649

9 136 808,01

113,94

06 01 06

Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

1.1

14 413 000

12 260 497

9 805 000,—

68,03

06 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

1.1

p.m.

p.m.

1 598 540,—

 

06 01 06 03

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

1.2

1 396 025

 

 

 

 

Artikel 06 01 06 — Subtotaal

 

15 809 025

12 260 497

11 403 540,—

72,13

 

Hoofdstuk 06 01 — Totaal

 

75 145 385

72 157 802

65 373 383,49

87,00

06 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

41 352 248

40 861 417

34 849 252,71

06 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 288 852

2 325 880

2 280 916,51

06 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 097 882

2 232 988

2 533 935,—

06 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 625 291

2 645 371

2 616 756,86

06 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 953 000

2 895 000

2 552 174,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de „acties ter ondersteuning van het programma” die in artikel 2, lid 7, en artikel 5, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129) worden omschreven als begeleidende maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het CEF-programma en de richtsnoeren voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T). Deze uitgaven omvatten studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties, software en databanken, ter ondersteuning van acties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van de CEF.

Rechtsgronden

Zie artikel 06 02 01.

06 01 05
Ondersteunende uitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 052 336

5 612 344

5 265 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen (ook in delegaties van de Unie) die op in de goedgekeurde personeelsformatie beschikbare posten uitvoering geven aan programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 02
Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 400 000

2 768 667

2 978 400,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel (ook in delegaties van de Unie) dat uitvoering geeft aan programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

566 751

555 638

893 408,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het beheer van programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van overige administratieve uitgaven door personeel in de delegaties van de Unie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en ter dekking van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van de projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 06
Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01
Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 413 000

12 260 497

9 805 000,—

Toelichting

Deze kredieten vormen het bedrag van de subsidie die bestemd is ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven die voortvloeien uit de deelname van dit Agentschap aan het beheer van het programma inzake de Connecting Europe Facility en gaan naar de afronding van de projecten die zijn gefinancierd in het kader van het programma voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T) voor de perioden 2000-2006 en 2007-2013.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Referentiebesluiten

Besluit 2007/60/EG van de Commissie van 26 oktober 2006 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk krachtens Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 88).

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma's voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2008) 5538 van 7 oktober 2008.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/53/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

06 01 06 02
Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

1 598 540,—

Toelichting

Deze kredieten vormen het bedrag van de subsidie die bestemd is ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven die voortvloeien uit de deelname van dit Agentschap aan het beheer van het programma inzake de Connecting Europe Facility en gaan naar de afronding van de projecten die zijn gefinancierd in het kader van Marco Polo-programma's voor de perioden 2000-2006 en 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren („Marco Polo II”) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie van 31 mei 2007 tot wijziging van Besluit 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het Marco Polo-programma 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013 en het Marco Polo-programma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de Gemeenschapsbegroting opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het vlak van energie, milieu, klimaatactie, concurrentievermogen en kmo's, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

06 01 06 03
Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 396 025

 

 

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet vertegenwoordigt de subsidie ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven voor de deelname van dit Agentschap aan het beheer van de middelen uit het Cohesiefonds voor het programma inzake de Connecting Europe Facility.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Referentiebesluiten

Besluit 2007/60/EG van de Commissie van 26 oktober 2006 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk krachtens Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 88).

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma's voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2008) 5538 van 7 oktober 2008.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/53/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 06 02 —   EUROPEES VERVOERSBELEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

06 02 01

Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01

Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

1.1

1 246 820 000

463 983 806

816 618 378

p.m.

 

 

 

06 02 01 02

Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

1.1

77 926 250

32 970 282

136 662 458

p.m.

 

 

 

06 02 01 03

De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

1.1

233 778 750

89 137 637

273 324 915

p.m.

 

 

 

06 02 01 04

Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

1.2

1 215 582 454

392 121 515

983 000 000

p.m.

 

 

 

06 02 01 05

Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

1.1

70 000 000

43 657 683

240 681 250

p.m.

 

 

 

 

Artikel 06 02 01 — Subtotaal

 

2 844 107 454

1 021 870 923

2 450 287 001

p.m.

 

 

 

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

1.1

35 634 767

35 634 767

34 173 871

34 173 871

36 884 828,49

35 829 562,—

100,55

06 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

1.1

30 282 323

30 282 323

30 703 795

30 703 795

34 102 932,12

33 924 821,91

112,03

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

1.1

20 600 000

12 968 852

19 675 000

7 727 442

 

 

 

 

Artikel 06 02 03 — Subtotaal

 

50 882 323

43 251 175

50 378 795

38 431 237

34 102 932,12

33 924 821,91

78,44

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

1.1

24 659 000

24 659 000

23 573 064

23 573 064

25 703 799,—

25 703 799,—

104,24

06 02 05

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

1.1

12 363 000

17 405 878

20 019 000

13 894 437

22 933 268,50

23 364 091,34

134,23

06 02 06

Beveiliging van het vervoer

1.1

2 582 000

1 701 948

2 510 000

1 514 026

2 400 575,08

1 230 321,26

72,29

06 02 51

Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

1.1

p.m.

632 817 206

p.m.

759 405 150

1 456 508 982,12

770 722 638,12

121,79

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

1.1

p.m.

17 463 073

p.m.

18 525 916

69 669 300,72

20 019 862,05

114,64

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

1.1

p.m.

6 185 145

p.m.

12 198 621

23 297 564,—

18 930 055,—

306,06

06 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 01

Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

1.1

p.m.

790 170

450 000

0,—

51 880,20

6,57

06 02 77 02

Voorbereidende actie — Bevordering van het grensoverschrijdende verkeer via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie (uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen)

1.1

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

06 02 77 03

Voorbereidende actie — Schepen op LNG (vloeibaar aardgas)

1.1

p.m.

436 192

p.m.

500 000

1 000 000,—

0,—

0

06 02 77 05

Proefproject — De rol van rollend materieel in de Europese interoperabiliteit

1.1

500 000

250 000

1 000 000

500 000

 

 

 

06 02 77 06

Voorbereidende actie — Algemene luchtvaart — Statistieken en belangrijkste cijfers

1.1

p.m.

87 238

500 000

250 000

 

 

 

06 02 77 07

Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

1.1

1 300 000

650 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 06 02 77 — Subtotaal

 

1 800 000

2 213 600

1 500 000

1 700 000

1 000 000,—

51 880,20

2,34

 

Hoofdstuk 06 02 — Totaal

 

2 972 028 544

1 803 202 715

2 582 441 731

903 416 322

1 672 501 250,03

929 777 030,88

51,56

06 02 01
Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01
Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 246 820 000

463 983 806

816 618 378

p.m.

 

 

Toelichting

De doelstelling „Knelpunten wegwerken en ontbrekende verbindingen aanleggen” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement, oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan met betrekking tot vervoersprojecten voor het kernnetwerk en vervoerscorridors van de Unie, als omschreven in de bijlage bij de CEF en de TEN-T-richtsnoeren. De verwezenlijking van deze doelstelling zal naar verwachting worden gemeten aan de hand van het aantal nieuwe en verbeterde grensoverschrijdende verbindingen en weggewerkte knelpunten die CEF-steun hebben genoten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder a).

06 02 01 02
Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 926 250

32 970 282

136 662 458

p.m.

 

 

Toelichting

De doelstelling „Zorgen voor duurzaam en efficiënt vervoer op lange termijn” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

In de periode 2014-2020 zal aan de hand van de Connecting Europe Facility een follow-up van het Marco Polo-programma ten uitvoer worden gelegd in het kader van de herziene TEN-T-richtsnoeren. Overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1) zal in dit verband een nieuwe benadering worden ingevoerd ter ondersteuning van de vrachtvervoersdiensten in de Unie (indicatieve begroting 70-140 miljoen EUR per jaar).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder b).

06 02 01 03
De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

233 778 750

89 137 637

273 324 915

p.m.

 

 

Toelichting

De doelstelling „De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit, veiligheid en beveiliging van het vervoer verbeteren” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

De verwezenlijking van deze doelstelling zal worden gemeten aan de hand van het aantal binnenhavens, zeehavens en luchthavens die verbonden zijn met het spoorwegnetwerk, door het aantal verbeterde multimodale logistieke platforms, het aantal verbeterde verbindingen door maritieme snelwegen en het aantal bevoorradingspunten voor alternatieve energiebronnen op het kernnetwerk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder c).

06 02 01 04
Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 215 582 454

392 121 515

983 000 000

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun uit het Cohesiefonds die op grond van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” wordt verleend voor transportinfrastructuur in het kader van de Connecting Europe Facility overeenkomstig artikel 84, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 dient een bedrag van 11 305 500 000 EUR in lopende prijzen te worden overgedragen uit het Cohesiefonds om overeenkomstig die Verordening uitsluitend te worden besteed in de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 11 zullen voor de verwezenlijking van deze doelstelling in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan die uitsluitend open staan voor de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds. Die meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma's zijn financieringsbesluiten in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, en artikel 5, lid 2, dient tot 1 % van de financiële middelen te worden toegewezen aan „acties ter ondersteuning van het programma”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name:

artikel 5, lid 1, onder a), inzake de overdracht van 11 305 500 000 EUR van het Cohesiefonds naar de Connecting Europe Facility,

artikel 11 inzake de specifieke oproepen voor fondsen die zijn overgedragen uit het Cohesiefonds,

artikel 2, lid 7, en artikel 5, lid 2, inzake de „acties ter ondersteuning van het programma”, met als doel de tenuitvoerlegging van de Connecting Europe Facility te ondersteunen.

06 02 01 05
Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

70 000 000

43 657 683

240 681 250

p.m.

 

 

Toelichting

De doelstelling „Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten” is gericht op de uitvoering van de projecten van gemeenschappelijk belang aan de hand van de financiële instrumenten, en dat op basis van voorafgaande beoordelingen, zoals vereist op grond van artikel 224 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012. Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013, zal tussen 10 % en 20 % van de CEF middelen voor vervoer beschikbaar zijn voor innovatieve financieringsinstrumenten, zoals het instrument inzake projectobligaties, het leninggarantie-instrument en andere instrumenten, zoals joint ventures en de aandeleninstrumenten, met als doel publieke en private financiële middelen te bundelen om investeringen in infrastructuur in Europa te versnellen. De financiële instrumenten moeten de toegang tot particuliere financiering vergemakkelijken en op die manier de financiering van de TEN-T-projecten die in het kader van de TEN-T-richtsnoeren en Verordening (EU) nr. 1316/2013 voor steun in aanmerking komen, versnellen of faciliteren. De financiële instrumenten moeten fungeren als kaders voor „vreemd vermogen” of „eigen vermogen” en moeten worden ingezet om specifieke gevallen van gebrekkige marktwerking aan te pakken en adequate financieringsoplossingen te bieden. Deze instrumenten moeten ten uitvoer worden gelegd hetzij in het kader van rechtstreeks beheer door de met de uitvoering belaste entiteiten in de zin van het Financieel Reglement, hetzij gezamenlijk met deze uitvoeringsentiteiten. De met de uitvoering belaste entiteiten moeten geaccrediteerd zijn zodat zij ten aanzien van de Commissie de nodige garanties bieden met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig de eisen van het Financieel Reglement van de Unie.

Terugbetalingen uit financiële instrumenten die overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement aan de Commissie worden gedaan, onder meer in de vorm van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 14.

06 02 02
Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 634 767

35 634 767

34 173 871

34 173 871

36 884 828,49

35 829 562,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 36 370 000 EUR. Een bedrag van 735 233 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 35 634 767 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie van 16 mei 2006 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1356/2008 van de Commissie van 23 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 350 van 30.12.2008, blz. 46).

06 02 03
Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01
Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 282 323

30 282 323

30 703 795

30 703 795

34 102 932,12

33 924 821,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met uitzondering van maatregelen tegen verontreiniging (zie post 06 02 03 02).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015, met inbegrip van maatregelen tegen verontreiniging, in totaal 52 656 000 EUR. Een bedrag van 1 773 677 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 50 882 323 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1), als gewijzigd.

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en de invoering van sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties voor verontreinigingsdelicten (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).

06 02 03 02
Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 600 000

12 968 852

19 675 000

7 727 442

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen tegen verontreiniging zoals bedoeld in het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over meerjarenfinanciering voor acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging en door olie- en gasinstallaties veroorzaakte mariene verontreiniging.

Het stemt overeen met het besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende uitbreiding van de taken van het Agentschap met toezicht op de veiligheid en vermindering van vervuiling door offshore-installaties voor olie- en gaswinning.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 911/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 over meerjarenfinanciering voor acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen en olie- en gasinstallaties veroorzaakte verontreiniging van de zee (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 115).

06 02 04
Europees Spoorwegbureau

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

24 659 000

23 573 064

25 703 799,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 25 613 000 EUR. Een bedrag van 954 000 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 24 659 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (COM(2013) 27), door de Commissie ingediend op 30 januari 2013.

06 02 05
Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 363 000

17 405 878

20 019 000

13 894 437

22 933 268,50

23 364 091,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, conferenties en evenementen ter bevordering van activiteiten in de vervoerssector, alsmede voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de veiligheid en bescherming van gebruikers van vervoer.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie voor de verschillende vervoersmodaliteiten (weg, spoor, lucht-, zee- en binnenvaart) en in alle vervoerssectoren (veiligheid, interne vervoersmarkt en de tenuitvoerleggingsmodaliteiten daarvan, de optimalisering van het vervoersnetwerk, het vaststellen en waarborgen van de passagiersrechten bij alle vervoersmodaliteiten, het gebruik van alternatieve brandstoffen bij alle vervoersmodaliteiten, stedelijke mobiliteit, alsmede voor alle andere vervoersgerelateerde sectoren). De belangrijkste acties en doelstellingen beogen het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie te ondersteunen, met inbegrip van een uitbreiding naar derde landen, technische assistentie voor alle vervoersmodaliteiten en -sectoren, specifieke opleiding, definitie van voorschriften inzake vervoersveiligheid, het vereenvoudigen van administratieve procedures, het gebruik van ICT, het bevorderen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid, met inbegrip van de ontwikkeling en de bouw van de bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bekrachtigde visie inzake de trans-Europese netwerken alsmede de versterking van de passagiersrechten en de bescherming van die rechten voor alle vervoerswijzen, alsook een betere toepassing en handhaving van de bestaande regelgeving inzake passagiersrechten, met name door middel van bewustmakingsacties betreffende de inhoud van deze regelgeving voor zowel de vervoersbedrijven als de reizigers.

Vervoer over zee en logistiek

Dit krediet is bestemd ter dekking van uitgaven voor monitoring, evaluatie en herziening (effectbeoordeling) van de Unie-wetgeving op het gebied van maritieme veiligheid.

Deze activiteiten moeten de intermodale onbelemmerde mobiliteit van personen met een beperkte mobiliteit bevorderen en ondersteunen.

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1), moet de Commissie aanvullende maatregelen uitwerken om de handhaving van de verordening doeltreffender te maken.

Gezien de wettelijke rapporteringseisen van de Commissie en de complexe interactie van regionale, nationale en internationale (COTIF) administratieve structuren die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), vergt de tenuitvoerlegging van die verordening specifieke uitvoeringsmaatregelen.

Voor Verordening (EU) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 1), van toepassing met ingang van 18 december 2012 en Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1), van toepassing met ingang van 1 maart 2013, moeten specifieke uitvoeringsmaatregelen worden genomen om te garanderen dat deze verordeningen correct worden toegepast en gehandhaafd door de lidstaten en om rekening te houden met de wettelijke verplichtingen van de lidstaten inzake rapportage aan de Commissie.

Bij wijze van belangrijke maatregel ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging voert de Commissie gerichte acties uit ter bewustmaking inzake passagiersrechten, die betrekking hebben op alle lidstaten.

Deze acties en doelstellingen kunnen op verschillende niveaus worden ondersteund (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), voor alle vervoerswijzen en transportgerelateerde sectoren en dit vanuit een technische, technologische, juridische, informatieve, ecologische, klimatologische en politieke invalshoek en teneinde duurzame ontwikkeling te stimuleren.

De luchtvaart is reeds lange tijd een van de sectoren waarover consumenteninstanties in de Unie de meeste klachten ontvangen. De toename van het aantal commerciële transacties langs elektronische weg (internet of mobiele telefoon) heeft het aantal schendingen van de consumentenwetgeving van de Unie alleen maar doen stijgen.

Een van de belangrijkste klachten van de consumenten van de Unie betreft het ontbreken van deugdelijke rechtsmiddelen op de luchthavens zelf, met name wanneer zich geschillen voordoen vanwege nalatigheid van luchtvaartmaatschappijen of andere dienstverleners. De consumenten van de Unie en de luchtvaartinstanties moeten daarom samenwerken om een snelle verbetering van de ondersteuning van reizigers en informatiefaciliteiten op luchthavens te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor meer coregulering in de sector.

Verkeersveiligheid

In haar mededeling van 20 juli 2010, getiteld „Naar een Europese verkeersveiligheidsruimte — Strategische beleidsoriëntaties inzake de verkeersveiligheid voor de periode 2011-2020” (COM(2010) 389) stelt de Commissie zeven doelstellingen voor: verbetering van de scholing en opleiding van de weggebruikers, versterkte handhaving van het verkeersreglement, veiliger wegeninfrastructuur, veiliger voertuigen, gebruik van moderne technologieën, verbetering van de noodinterventie- en revalidatiediensten en bescherming van kwetsbare weggebruikers. Bovendien werkt de Commissie voort aan haar voorstellen inzake het nieuwe -rijbewijs van de Unie, het pakket inzake de technische controle en de invoering van intelligente vervoerssystemen en van veiligheidssystemen aan boord van voertuigen, en is zij van start gegaan met de werkzaamheden voor een strategie op het gebied van ernstig verkeersletsel. Het werk van de Commissie op het vlak van verkeersveiligheid omvat tevens het beheer van voorschriften inzake gevaarlijke goederen, het bijhouden van een Europese databank inzake ongevallen in het wegverkeer (CARE), follow-up van de richtlijnen over het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur en tunnels, en bepaalde aspecten inzake de veiligheid van zwakke weggebruikers. Met het oog op de uitvoering van de beleidsoriëntaties 2011-2020 zijn bovendien specifieke uitvoeringsmaatregelen nodig voor de uitwisseling van goede praktijken, verkeersveiligheidscampagnes, oproepen voor het indienen van voorstellen en het Europees Studiecentrum voor de Verkeersveiligheid.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor publieke evenementen zoals de jaarlijkse Europese dag van de verkeersveiligheid en soortgelijke initiatieven voor bewustmaking en interactie met de burger.

Het is tevens bedoeld om tot doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten te komen op het gebied van handhaving ten aanzien van verkeersveiligheidsgerelateerde overtredingen.

Vervoer over land

De voornaamste activiteiten op het gebied van vervoer over land hebben betrekking op een betere tenuitvoerlegging, herziening of planning voor nieuwe initiatieven.

Gemeenschappelijk Europees luchtruim

De volledige tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (vier Basisverordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 en meer dan twintig uitvoeringsbesluiten) is essentieel om de veiligheidsprestaties van de luchtnavigatiediensten te verbeteren, hun kostenefficiëntie te verhogen, de vertragingen in de luchtvaart terug te dringen en de milieuprestaties te verbeteren en is derhalve een prioriteit voor de Europese luchtvaart.

De uitbreiding van de regelgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim naar de landen van Zuidoost-Europa via de Multilaterale Overeenkomst betreffende de totstandbrenging van een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte (Multilateral Agreement on the Establishment of a European Common Aviation Area — ECAA) is een belangrijke stap in het kader van het nabuurschapsbeleid. De actie is gebaseerd op artikel 7 van Verordening (EG) nr. 549/2004.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Beschikking 93/704/EG van de Raad van 30 november 1993 betreffende de oprichting van een communautaire gegevensbank inzake ongevallen in het wegverkeer (PB L 329 van 30.12.1993, blz. 63).

Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42).

Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 35).

Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap (PB L 85 van 28.3.2002, blz. 40).

Verordening (EG) nr. 889/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 140 van 30.5.2002, blz. 2).

Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2003 inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (PB L 167 van 4.7.2003, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de kaderverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtvaartnavigatiedienstenverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20).

Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 124).

Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15).

Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (PB L 389 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 18).

Richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (PB L 319 van 29.11.2008, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 24).

Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51).

06 02 06
Beveiliging van het vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 582 000

1 701 948

2 510 000

1 514 026

2 400 575,08

1 230 321,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de omschrijving, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van maatregelen en regelgeving die nodig zijn voor een versterkte beveiliging van het land-, zee- en luchtvervoer alsook voor de uitbreiding van deze maatregelen tot derde landen en voor de technische bijstand en specifieke opleidingsactiviteiten.

De actie zal vooral gericht zijn op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van regelgeving op het gebied van de beveiliging van het vervoer, met als voornaamste doelstellingen:

maatregelen om kwaad opzet op vervoersgebied te voorkomen;

de harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de beveiliging van het vervoer;

de vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de beveiliging van de vervoerssector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

follow-up van de maatregelen van de lidstaten op het gebied van vervoersveiligheid, voor alle vervoersmodaliteiten;

internationale coördinatie op het gebied van vervoersveiligheid;

de bevordering van onderzoek op het gebied van de beveiliging van het vervoer.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de oprichting en de werking van een team van inspecteurs die toezien op de naleving van de veiligheidsregelgeving van de Unie in luchthavens, havens en havenfaciliteiten in de lidstaten, met in begrip van de uitbreiding naar derde landen en schepen onder de vlag van een lidstaat. Deze kosten omvatten de vergoedingen en reiskosten van de inspecteurs van de Commissie en de kosten van de inspecteurs uit de lidstaten die ten laste worden genomen overeenkomstig die regelgeving. Daarnaast zijn er nog de kosten van inspecteursopleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigd klein materieel.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, alsmede voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de beveiliging en bescherming van vervoersgebruikers.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

06 02 51
Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

632 817 206

p.m.

759 405 150

1 456 508 982,12

770 722 638,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad van 21 mei 2002 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Galileo (PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2007) 3512 van de Commissie van 23 juli 2007 tot vaststelling van het meerjarenwerkprogramma voor subsidies op het gebied van de trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 67/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 27 van 30.1.2010, blz. 20).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Beschikking C(2001) 2654 van de Commissie van 19 september 2001 tot instelling van een indicatief meerjarenprogramma voor het verlenen van communautaire financiële bijstand op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk voor de periode 2001-2006.

Besluit C(2007) 6382 van de Commissie van 17 december 2007 betreffende de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank met betrekking tot een leninggarantie-instrument voor TEN-T-vervoersprojecten.

06 02 52
Voltooiing van het Marco Polo-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

17 463 073

p.m.

18 525 916

69 669 300,72

20 019 862,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren (Marco Polo-programma) (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren (Marco Polo II) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

06 02 53
Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

6 185 145

p.m.

12 198 621

23 297 564,—

18 930 055,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

06 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 01
Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

790 170

450 000

0,—

51 880,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 02
Voorbereidende actie — Bevordering van het grensoverschrijdende verkeer via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie (uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 03
Voorbereidende actie — Schepen op LNG (vloeibaar aardgas)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

436 192

p.m.

500 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

In september 2011 stelde de Commissie een werkdocument op over een „duurzaam instrumentarium voor vervoer over water” waarin mogelijke maatregelen worden beschreven ter minimalisering van de nalevingskosten voor de sector in verband met de voorgestelde nieuwe limieten voor het zwavelgehalte van brandstoffen op zee. Een punt van aandacht voor de middellange tot lange termijn is de invoering van schone scheepstechnologieën en alternatieve brandstoffen. LNG wordt beschouwd als veelbelovende oplossing voor de naleving van deze regelgeving en als middel om de luchtvervuiling door schepen te verminderen.

Ondanks een uitstekend veiligheidsprofiel wordt LNG door het brede publiek gezien als potentieel gevaarlijk. Er moeten maatregelen worden getroffen om een goed overzicht te krijgen en een analyse op te stellen van de mogelijke risico's en gevaren van de opslag, de bunkering en de hantering van LNG (in havens en op schepen). Dit omvat tevens een generieke risicoanalyse van LNG, dat wil zeggen in verband met de chemische eigenschappen. In nauwe samenwerking met alle betrokken belanghebbenden moet daarnaast voorlichtings- en mediamateriaal worden ontwikkeld om de risico's en voordelen van LNG voor de scheepvaart te belichten.

Ook moet een overzicht worden verkregen van de marktontwikkelingen in verband met de invoering van door LNG aangedreven schepen of schepen die hierop kunnen overschakelen, alsmede van de infrastructuur voor de LNG-voorziening (aan land of met tankers) in de Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 05
Proefproject — De rol van rollend materieel in de Europese interoperabiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Het doel van dit proefproject is om de belangrijkste problemen wat betreft de interoperabiliteit van rollend spoormaterieel in de Unie te analyseren en, in overleg met de belanghebbenden bij het spoorwegvervoer (verladers, infrastructuurbeheerders, spoorwegondernemingen, transportondernemingen, economische actoren), oplossingen te bieden om de beschikbaarheid van interoperabel/multimodaal rollend spoormaterieel te verhogen, door optimalisering van de vraag op de markt, door voorstellen voor regelgevende maatregelen, de identificatie van marktbehoeften aan nieuwe soorten rollend materieel, containers enz.

Achtergrondinformatie

In haar witboek getiteld „Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte — Werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem” van 28 maart 2011 heeft de Commissie haar visie uiteengezet over de ontwikkeling van één Europese spoorwegruimte, met als doel een eengemaakte spoorwegmarkt tot stand te brengen waar Europese spoorwegondernemingen zonder overbodige technische en administratieve belemmeringen diensten kunnen verlenen.

Op wetgevingsgebied is aanzienlijke vooruitgang geboekt door de openstelling van de markt voor goederenvervoer per spoor en door middel van Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 22). Deze corridors vormen een beheersinstrument dat zal leiden tot een hogere goederenbeschikbaarheid en -capaciteit voor soepel grensoverschrijdend verkeer. De nieuwe TEN T-richtsnoeren en Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129) zullen eveneens een bijdrage leveren in de vorm van financiële ondersteuning om aan de belangrijkste infrastructuurbehoeften in de spoorwegsector tegemoet te komen (ontbrekende verbindingen, knelpunten, nieuwe vervoersbeheerssystemen enz.), waardoor de Unie-spoorwegcorridors werkelijkheid worden en nieuwe operatoren tot het spoorwegvervoer worden aangetrokken.

Deze aanzienlijke stappen zullen op korte termijn leiden tot oplossingen voor infrastructuurinteroperabiliteit (seingeving, spoorbreedte, verkeersbeheerssysteem, elektrificatie, enz.). Er blijven echter nog een aantal punten van zorg voor de totstandkoming van de Europese spoorwegruimte.

Profiel blijft in dit verband een belangrijke belemmering. In bepaalde gebieden in Europa vormen profielrestricties een belangrijke belemmering voor de bevordering van vervoer over het spoor die met bovengenoemde maatregelen niet noodzakelijkerwijs kan worden weggenomen. Voor bepaalde landen met een zeer laag profiel zou de harde-infrastructuuraanpak te kostbaar kunnen zijn. Ondanks het bestaan van technische oplossingen (namelijk lage wagons) die enkele van de belemmeringen i.v.m. profielrestricties zouden kunnen wegnemen, is er in bepaalde Unie-gebieden eveneens een gebrek aan laag rollend materieel, ondanks de reële vraag hiernaar.

Dit proefproject is gericht op niet-infrastructuuroplossingen voor problemen in verband met afmetingen, hoofdzakelijk maar niet uitsluitend profielrestricties bij de belangrijkste goederencorridors en -routes, evenals op oplossingen voor markttekortkomingen in de markt voor rollend materieel.

De nadruk zou kunnen komen te liggen op:

een onderzoek naar de beschikbaarheid van interoperabel/multimodaal rollend materieel op routes met belangrijke profielbeperkingen;

een onderzoek naar de marktvraag naar lage wagon, evenals naar de tweedehandsmarkt;

mogelijke nieuwe technologische oplossing in de vorm van rollend materieel om de problemen in verband met profielrestricties aan te pakken, maar ook om het gebruik voor goederenvervoer te verhogen van nieuwe soorten containers en nieuwe wagons, laadoplossingen die de aantrekkelijkheid van het spoor voor economische actoren zouden kunnen verhogen;

de identificatie van O&O-behoeften op het gebied van rollend materieel om beperkingen op het gebied van profielrestricties weg te nemen.

Het proefproject zal de beste praktijken identificeren en het Parlement en de Commissie ondersteunen bij het vaststellen van wijzigingen in de regelgeving, onderzoeks- en financieringsbehoeften en mogelijke gebieden voor samenwerking met bestaande beheersstructuren op het gebied van goederenvervoer (de werkgroep inzake corridors voor goederenvervoer per spoor, de corridorcoördinatoren, enz.).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 06
Voorbereidende actie — Algemene luchtvaart — Statistieken en belangrijkste cijfers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

87 238

500 000

250 000

 

 

Toelichting

Hoewel de Commissie een grote hoeveelheid cijfers en statistische gegevens op vervoersgebied verzamelt en publiceert, zijn er geen cijfers en gegevens betreffende de algemene luchtvaart. Deze voorbereidende actie heeft als doel belangrijke gegevens te verzamelen betreffende de algemene luchtvaart in Europa, op het gebied van onder andere passagierskilometers, arbeidskrachten, omzet en economische productie. Aangezien Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart de komende jaren nieuwe regels voor deze sector zal blijven produceren, kan een volledige databank een toegevoegde waarde zijn voor betere regelgeving.

Deze voorbereidende actie stemt overeen met de resolutie van het Europees Parlement van 3 februari 2009 over een agenda voor een duurzame toekomst van de algemene en zakenluchtvaart (PB C 67 E van 18.3.2010, blz. 5), waarin het „gebrek […] aan gegevens en statische informatie over de algemene en zakenluchtvaart” (overweging C) wordt onderstreept en de Commissie ertoe word opgeroepen „een systematische aanpak voor het verzamelen en delen van Europese en internationale gegevens te ontwikkelen en te implementeren” (paragraaf 27).

De voorbereidende actie houdt eveneens rekening met de mededeling van de Europese Commissie getiteld „Een agenda voor een duurzame toekomst van de algemene en zakenluchtvaart” (COM(2007) 869), waarin wordt verzocht om de verzameling „op Europees niveau [van] een reeks objectieve en coherente basisgegevens”.

De voorbereidende actie dient voor het vergaren van de belangrijkste gegevens inzake de algemene luchtvaart in Europa, met onder meer gegevens betreffende passagierskilometers (beschikbaar en gevlogen), het aantal vluchten van minder dan 500 km, arbeidskrachten, omzet, economische productie, milieueffecten (waaronder gegevens inzake uitstoot met gevolgen voor het klimaat), directe en indirecte effecten voor aanverwante sectoren, veiligheidskwesties, belastingheffing (waaronder het aantal en het percentage vliegtickets met btw-vrijstelling en hoeveelheid en percentage kerosine vrijgesteld van belasting), alsmede sociale en economische effecten. Tevens dient de voorbereidende actie voor het vergaren van informatie betreffende grondafhandelingsdiensten verleend in verband met de algemene luchtvaart en het juridisch kader (inclusief sociale regelingen) voor de verlening van deze diensten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 07
Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

650 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel innoverende oplossingen te ontwikkelen om de logistiek in de steden, de verkeersveiligheid, het openbaar vervoer, het verkeersbeheer en de mobiliteitsplanning te verbeteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 06 03 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

06 03 03

Maatschappelijke uitdagingen

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoerssysteem

1.1

138 764 242

52 428 081

192 105 039

9 415 097

 

 

 

 

Artikel 06 03 03 — Subtotaal

 

138 764 242

52 428 081

192 105 039

9 415 097

 

 

 

06 03 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) — Ondersteunende uitgaven

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

1.1

50 000 000

34 952 054

20 000 000

10 000 000

 

 

 

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

1.1

1 313 592

1 310 445

480 000

480 000

 

 

 

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

1.1

44 039 408

43 690 067

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 06 03 07 — Subtotaal

 

95 353 000

79 952 566

20 480 000

10 480 000

 

 

 

06 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

06 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 064 476,23

1 974 778,32

 

 

Artikel 06 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 064 476,23

1 974 778,32

 

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

1.1

p.m.

45 437 670

p.m.

7 952 635

59 991 706,24

56 641 869,20

124,66

06 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1.1

p.m.

131 512

p.m.

58 032,26

4 259 594,66

3 238,94

 

Hoofdstuk 06 03 — Totaal

 

234 117 242

177 949 829

212 585 039

27 847 732

66 114 214,73

62 876 242,18

35,33

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Het kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van een Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Europese Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt op post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 06 03 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 06 01 05 worden opgevoerd.

06 03 03
Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

Er worden met name middelen uitgetrokken voor de volgende uitdagingen:

slim, groen en geïntegreerd vervoer;

innovatie en onderzoek, in het bijzonder op het gebied van gedragsverandering, modal shift, toegankelijkheid voor iedereen, integratie (interconnectiviteit, intermodaliteit en interoperabiliteit) en duurzaamheid (klimaatverandering, vermindering van emissies en geluidshinder), hetgeen van cruciaal belang is voor de sectoren vervoer en toerisme.

06 03 03 01
Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoerssysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

138 764 242

52 428 081

192 105 039

9 415 097

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van acties op het gebied van onderzoek en innovatie die in aanzienlijke mate moeten bijdragen tot de komst van een nieuw tijdperk van slimme mobiliteit op het gebied van vervoer. Deze acties moeten de ontwikkeling en het gebruik van de daartoe vereiste oplossingen voor alle vervoersmodi ondersteunen door vervoersgerelateerde emissies die schadelijk zijn voor het milieu, drastisch te beperken en het vervoer minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen, en moeten op die manier de impact van het vervoer op de biodiversiteit verlagen en de natuurlijke hulpbronnen beschermen. Verwacht wordt dat deze doelen zullen worden gehaald door, met name in de vorm van grootschalige publiek-private partnerschappen, te investeren in specifieke activiteiten, zoals het schoner en stiller maken van vliegtuigen, treinen, voertuigen en vaartuigen, de ontwikkeling van slimme apparatuur, infrastructuur en diensten en de verbetering van vervoer en mobiliteit in stedelijke gebieden.

De op grond van dit artikel uitgevoerde onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren tot het optimaliseren van prestaties en efficiency in het licht van de toenemende eisen op het gebied van mobiliteit. Deze acties zullen bovendien tot doel hebben het aantal files in aanzienlijke mate te reduceren, de mobiliteit van personen en goederen sterk te verbeteren, nieuwe concepten van vrachtvervoer en logistiek te ontwikkelen en toe te passen, het aantal ongevallen en dodelijke slachtoffers te verminderen en de veiligheid te verbeteren. Deze acties hebben tot doel van Europa de veiligste regio voor luchtvaart te maken en het aantal dodelijke verkeersslachtoffers tegen 2050 terug te brengen tot nul.

Onderzoek en innovatie zullen er naar verwachting in belangrijke mate toe bijdragen dat de Europese vervoerssector zich tot wereldleider kan ontwikkelen, voorop blijft op het gebied van nieuwe technologieën en de kosten van de bestaande productieprocessen kan reduceren, en zullen op die manier de groei en de werkgelegenheid voor hooggekwalificeerd personeel in de Europese vervoerssector stimuleren. In dit verband zullen acties voor het ontwikkelen van de volgende generatie vervoersmiddelen en het verkennen van geheel nieuwe vervoersconcepten waarschijnlijk in het kader van dit artikel ten uitvoer worden gelegd en gefinancierd.

Sociaaleconomisch onderzoek en toekomstgerichte activiteiten met het oog op beleidsvorming vallen ook onder deze post: er moeten acties worden ondernomen ter bevordering van de beleidsanalyse en -ontwikkeling, onder meer met betrekking tot de sociaaleconomische aspecten van vervoer, teneinde innovatie te stimuleren en de uitdagingen op vervoergebied het hoofd te kunnen bieden.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

06 03 07
Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31
Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Het doel ervan is het waarborgen van de modernisering van het Europese luchtverkeersbeheersysteem (ATM) door alle relevante activiteiten op het gebied van onderzoek en innovatie met betrekking tot luchtverkeersbeheersystemen in de EU te concentreren en te coördineren in overeenstemming met het ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

06 03 07 32
Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

34 952 054

20 000 000

10 000 000

 

 

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Het doel ervan is het waarborgen van de modernisering van het Europese luchtverkeersbeheersysteem (ATM) door alle relevante activiteiten op het gebied van onderzoek en innovatie met betrekking tot luchtverkeersbeheersystemen in de EU te concentreren en te coördineren in overeenstemming met het ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

06 03 07 33
Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 313 592

1 310 445

480 000

480 000

 

 

Toelichting

Nieuwe post

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 en met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

06 03 07 34
Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

44 039 408

43 690 067

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuwe post

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 en met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

06 03 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 064 476,23

1 974 778,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 51
Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

45 437 670

p.m.

7 952 635

59 991 706,24

56 641 869,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12).

06 03 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

131 512

p.m.

58 032,26

4 259 594,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere verplichtingen in het kader van het vorige kaderprogramma voor onderzoek (vóór 2007).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

TITEL 07

MILIEU

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

64 876 254

64 876 254

74 697 046

74 697 046

71 148 756,49

71 148 756,49

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

366 486 476

332 394 963

332 576 915

271 209 528

384 570 994,05

294 652 831,15

 

Titel 07 — Totaal

431 362 730

397 271 217

407 273 961

345 906 574

455 719 750,54

365 801 587,64

HOOFDSTUK 07 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

07 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

47 436 494

46 156 418

42 903 108,41

90,44

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 686 304

3 713 761

3 952 519,—

107,22

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 538 531

3 597 697

3 599 459,71

101,72

 

Artikel 07 01 02 — Subtotaal

 

7 224 835

7 311 458

7 551 978,71

104,53

07 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

3 011 555

2 988 170

3 222 689,67

107,01

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

2

1 594 520

14 765 000

17 470 979,70

1 095,69

 

Artikel 07 01 04 — Subtotaal

 

1 594 520

14 765 000

17 470 979,70

1 095,69

07 01 06

Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

2

5 608 850

3 476 000

 

 

 

Artikel 07 01 06 — Subtotaal

 

5 608 850

3 476 000

 

 

 

Hoofdstuk 07 01 — Totaal

 

64 876 254

74 697 046

71 148 756,49

109,67

07 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

47 436 494

46 156 418

42 903 108,41

07 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 686 304

3 713 761

3 952 519,—

07 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 538 531

3 597 697

3 599 459,71

07 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 011 555

2 988 170

3 222 689,67

07 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 594 520

14 765 000

17 470 979,70

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van:

uitgaven voor ontwikkeling, hosting, onderhoud, veiligheid, kwaliteitsgarantie, exploitatie en ondersteuning van geschikte informatietechnologiesystemen (IT-systemen) voor communicatie, selectie, monitoring, rapportage over projecten en verspreiding van resultaten van projecten, alsook van IT-systemen die rechtstreeks samenhangen met de realisatie van de beleidsdoelstellingen van het programma, in het gemeenschappelijk belang van de Commissie en de begunstigden en belanghebbenden. Het krediet dient eveneens om IT-deskundigen intra muros aan te werven om de ontwikkeling, kwaliteitsgarantie en veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen;

aanbesteding van technische en/of administratieve bijstand in verband met de evaluatie, audit en supervisie van programma's en projecten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 01 06
Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01
Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 608 850

3 476 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE).

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 07 02 —   MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

07 02 01

Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

2

120 670 000

29 371 242

125 439 106

4 260 237

 

 

 

07 02 02

Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

2

147 832 750

39 021 354

121 213 057

1 009 911

 

 

 

07 02 03

Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

2

51 493 000

15 524 553

38 999 836

7 182 812

 

 

 

07 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

4

3 600 000

3 235 347

3 500 000

2 394 437

1 881 942,13

1 964 276,77

60,71

07 02 05

Europees Agentschap voor chemische stoffen

07 02 05 01

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

2

5 474 125

5 474 125

5 023 252

5 023 252

6 991 400,—

6 991 400,—

127,72

07 02 05 02

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

2

1 130 235

1 130 235

1 285 735

1 285 735

1 561 500,—

1 561 500,—

138,16

 

Artikel 07 02 05 — Subtotaal

 

6 604 360

6 604 360

6 308 987

6 308 987

8 552 900,—

8 552 900,—

129,50

07 02 06

Europees Milieuagentschap

2

34 886 366

34 886 366

35 365 929

35 365 929

41 740 292,32

41 740 292,32

119,65

07 02 51

Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

2

197 195 952

206 603 663

326 937 697,60

236 944 001,18

120,16

07 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 01

Proefproject — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

4

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

138 879,47

 

07 02 77 02

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

4

p.m.

p.m.

112 500

0,—

120 300,14

 

07 02 77 03

Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

4

p.m.

335 789

p.m.

731 052

0,—

299 508,—

89,20

07 02 77 04

Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

2

p.m.

175 000

120 000

0,—

455 000,—

260,00

07 02 77 05

Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

p.m.

p.m.

0,—

168 534,06

 

07 02 77 06

Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

2

p.m.

p.m.

700 000

0,—

1 347 250,—

 

07 02 77 07

Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt

2

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 08

Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

2

p.m.

p.m.

0,—

381 000,—

 

07 02 77 09

Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

2

p.m.

p.m.

95 000

0,—

317 125,11

 

07 02 77 10

Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

2

p.m.

p.m.

150 000

0,—

0,—

 

07 02 77 11

Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes

2

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 12

Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

2

p.m.

p.m.

0,—

180 771,60

 

07 02 77 13

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

2

p.m.

800 000

1 000 000

1 972 668,—

292 342,87

36,54

07 02 77 14

Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

2

p.m.

p.m.

0,—

481 199,—

 

07 02 77 15

Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

p.m.

600 000

400 000

0,—

184 548,13

30,76

07 02 77 16

Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

2

p.m.

820 000

1 050 000

0,—

0,—

0

07 02 77 17

Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie

2

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 19

Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

2

p.m.

400 000

300 000

0,—

284 902,50

71,23

07 02 77 20

Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

2

p.m.

p.m.

375 000

0,—

0,—

 

07 02 77 21

Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

2

p.m.

600 000

600 000

0,—

800 000,—

133,33

07 02 77 22

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

2

p.m.

600 000

500 000

750 000

1 985 494,—

0,—

0

07 02 77 23

Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

2

p.m.

750 000

p.m.

375 000

1 500 000,—

0,—

0

07 02 77 24

Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

2

p.m.

400 000

700 000

0,—

0,—

0

07 02 77 25

Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden

2

p.m.

0,—

0,—

 

07 02 77 26

Proefproject — Oprichting van een Oost-Europees regionaal centrum voor geavanceerde recycling van elektrisch en elektronisch afval

2

p.m.

225 000

750 000

375 000

 

 

 

07 02 77 27

Proefproject — Hulpbronnenefficiënt gebruik van gemengd afval

2

p.m.

150 000

500 000

250 000

 

 

 

07 02 77 28

Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

2

400 000

200 000

 

 

 

 

 

07 02 77 29

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

2

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 07 02 77 — Subtotaal

 

1 400 000

6 555 789

1 750 000

8 083 552

5 458 162,—

5 451 360,88

83,15

 

Hoofdstuk 07 02 — Totaal

 

366 486 476

332 394 963

332 576 915

271 209 528

384 570 994,05

294 652 831,15

88,65

07 02 01
Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

120 670 000

29 371 242

125 439 106

4 260 237

 

 

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het eerste daarvan is milieu en efficiënt hulpbronnengebruik.

De specifieke doelstellingen van dit eerste prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 10.

Dit krediet kan worden gebruikt voor alle in de artikelen 17, 18 en 22 gedefinieerde soorten financiering.

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 02
Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

147 832 750

39 021 354

121 213 057

1 009 911

 

 

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het tweede daarvan is natuur en biodiversiteit.

de specifieke doelstellingen van dit tweede prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 11.

Dit krediet kan worden gebruikt voor alle in de artikelen 17, 18 en 22 gedefinieerde soorten financiering.

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Ten minste 55 % van de begrotingsmiddelen die worden toegewezen aan projecten die door middel van subsidies voor het uitvoeren van acties in het kader van het subprogramma Milieu worden gesteund, zijn bestemd voor projecten ter ondersteuning van natuur- en biodiversiteitsbehoud (artikel 9, lid 3).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 03
Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

51 493 000

15 524 553

38 999 836

7 182 812

 

 

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het derde daarvan is milieubeleid en -bestuur en informatie.

de specifieke doelstellingen van dit derde prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 12.

Dit krediet kan worden gebruikt voor alle in de artikelen 17, 18 en 22 gedefinieerde soorten financiering.

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Met exploitatiesubsidies wordt steun verleend voor bepaalde exploitatie- en administratiekosten van entiteiten zonder winstoogmerk die een doel van algemeen belang van de Unie nastreven, hoofdzakelijk actief zijn op het gebied van milieu of klimaatactie en betrokken zijn bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving van de Unie (artikel 21).

Met dit krediet kunnen ook de kosten van technische bijstand voor de selectie van projecten en de monitoring, evaluatie en audit van projecten in het kader van het LIFE- en LIFE+-programma (met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties die via exploitatiesubsidies worden gesteund) worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 04
Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 600 000

3 235 347

3 500 000

2 394 437

1 881 942,13

1 964 276,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1).

Besluit 81/462/EEG van de Raad van 11 juni 1981 met betrekking tot de sluiting van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11).

Besluit 82/72/EEG van de Raad van 3 december 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa (PB L 38 van 10.2.1982, blz. 1).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10) en daarmee samenhangende overeenkomsten.

Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).

Besluit 86/277/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de sluiting van het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand aangaande de langlopende financiering van het programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 1).

Besluit 93/98/EEG van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel) (PB L 39 van 16.2.1993, blz. 1).

Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (PB L 267 van 28.10.1993, blz. 20).

Besluit 93/626/EEG van de Raad van 25 oktober 1993 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit (PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1).

Besluit 94/156/EG van de Raad van 21 februari 1994 betreffende de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag ter bescherming van het mariene milieu in het Oostzeegebied 1974 (Verdrag van Helsinki) (PB L 73 van 16.3.1994, blz. 1).

Besluit 95/308/EG van de Raad van 24 juli 1995 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren (PB L 186 van 5.8.1995, blz. 42-58).

Beschikking van de Raad van 27 juni 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (ESPOO-verdrag) (voorstel PB C 104 van 24.4.1992, blz. 5; beschikking niet gepubliceerd).

Besluit 97/825/EG van de Raad van 24 november 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (PB L 342 van 12.12.1997, blz. 18).

Besluit 98/216/EG van de Raad van 9 maart 1998 met betrekking tot de sluiting, namens de Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika (PB L 83 van 19.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/249/EG van de Raad van 7 oktober 1997 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 104 van 3.4.1998, blz. 1).

Besluit 98/685/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 1).

Besluit 2000/706/EG van de Raad van 7 november 2000 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn (PB L 289 van 16.11.2000, blz. 30).

Besluit 2002/628/EG van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 48).

Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

Besluit 2006/61/EG van de Raad van 2 december 2005 inzake de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het VN-ECE-protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (PB L 32 van 4.2.2006, blz. 54).

Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

Besluit 2006/730/EG van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23).

Besluit 2006/871/EG van de Raad van 18 juli 2005 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 24).

Besluit 2011/731/EU van de Raad van 8 november 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 294 van 12.11.2011, blz. 1).

Besluit 2014/283/EU van de Raad van 14 april 2014 tot sluiting namens de Europese Unie van het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische hulpbronnen en de eerlijke en billijke verdeling van de baten die voortvloeien uit het gebruik ervan bij het Verdrag inzake biodiversiteit (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 231).

Verwachte vaststelling van een besluit van de Raad betreffende de toetreding van de Europese Unie tot de Overeenkomst van 1973 inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (de „Overeenkomst van Washington”).

Verwachte vaststelling van een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Verdrag van Minamata inzake kwik.

07 02 05
Europees Agentschap voor chemische stoffen

07 02 05 01
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 474 125

5 023 252

6 991 400,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve, de huishoudelijke en de personeelsuitgaven van het Agentschap voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van de biocidenwetgeving.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Europees Agentschap voor chemische stoffen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 5 789 000 EUR. Een bedrag van 314 875 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 5 474 125 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).

07 02 05 02
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 130 235

1 285 735

1 561 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Europees Agentschap (titels 1 en 2) voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van EU-wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (Verordening (EG) nr. 689/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 204 van 31.7.2008, blz. 1) en Verordening (EU) nr. 649/2012).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Europees Agentschap voor chemische stoffen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2015 bedraagt in totaal 1 222 000 EUR. Een bedrag van 91 765 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 1 130 235 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).

07 02 06
Europees Milieuagentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

34 886 366

35 365 929

41 740 292,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve, de huishoudelijke en de personeelsuitgaven van het Agentschap.

Het Agentschap heeft als taak de Unie en de lidstaten objectieve, betrouwbare en op Europees niveau vergelijkbare informatie over het milieu te verschaffen zodat de Unie en de lidstaten in staat zijn de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het milieu te beschermen, de resultaten van die maatregelen te evalueren en de bevolking voor te lichten.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Europees Milieuagentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2015 bedraagt in totaal 36 309 240 EUR. Een bedrag van 1 422 874 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 34 886 366 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

07 02 51
Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

197 195 952

206 603 663

326 937 697,60

236 944 001,18

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van de vorige LIFE-programma’s en uit andere programma's en algemene acties op grond van het communautaire Milieuactieprogramma.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1).

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2152/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van bossen en milieu-interacties in de Gemeenschap (Forest Focus) (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

07 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 01
Proefproject — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

138 879,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 02
Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

112 500

0,—

120 300,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 03
Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

335 789

p.m.

731 052

0,—

299 508,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 04
Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

175 000

120 000

0,—

455 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 05
Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

168 534,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 06
Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

700 000

0,—

1 347 250,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 07
Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 08
Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

381 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 09
Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

95 000

0,—

317 125,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 10
Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

150 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 11
Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 12
Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

180 771,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 13
Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

800 000

1 000 000

1 972 668,—

292 342,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 14
Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

481 199,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 15
Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

400 000

0,—

184 548,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 16
Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

820 000

1 050 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 17
Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 19
Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

300 000

0,—

284 902,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 20
Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

375 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 21
Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

600 000

0,—

800 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 22
Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

500 000

750 000

1 985 494,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 23
Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

p.m.

375 000

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 24
Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

700 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 25
Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 26
Proefproject — Oprichting van een Oost-Europees regionaal centrum voor geavanceerde recycling van elektrisch en elektronisch afval

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

225 000

750 000

375 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Doel van het proefproject is het recycleren van elektrisch en elektronisch afval op de Balkan te stimuleren. In de studie moet worden beoordeeld welke behoeften er bestaan voor de ontwikkeling van een milieuvriendelijke infrastructuur, wat tevens economische en sociale voordelen oplevert voor de lokale economieën. De lokale gemeenschappen moeten hiervan kunnen profiteren door middel van het scheppen van duurzamere banen, en de industrie moet kunnen profiteren van een betere toegang tot rauwe materialen, zowel in de regio als in de hele EU. Het proefproject zal bijdragen aan het versterken van de regionale cohesie en de samenwerking in de Balkanregio en zal bovendien een belangrijke bron zijn van tweedehandse grondstoffen voor het bedrijfsleven in de EU en hierdoor de EU dichter bij haar langetermijndoelstelling te brengen om werk te maken van efficiënt hergebruik van materiaal, haar afhankelijkheid van de invoer van sommige grondstoffen uit derde landen te verminderen en haar overstap naar een kringloopeconomie te versnellen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 27
Proefproject — Hulpbronnenefficiënt gebruik van gemengd afval

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

500 000

250 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Recycling van afval is een belangrijk onderwerp op de agenda van het efficiënt gebruik van hulpbronnen. Toch is kwalitatief hoogstaande recycling in Europa nog een uitzondering en slechts in enkele lidstaten goed ontwikkeld; een enorm potentieel van herbruikbare hulpbronnen wordt aldus momenteel veronachtzaamd. Hoewel Europa veel aandacht besteedt aan vast huishoudelijk afval, vertegenwoordigt dit slechts een klein percentage van de totale hoeveelheid afval. Droog gemengd afval zoals commercieel en industrieel afval, groot huishoudelijk afval en bouw- en afbraakafval bevatten veel meer bruikbare hulpbronnen, die bovendien gemakkelijker te winnen zijn dan uit (vochtig) gemengd afval. Van al deze soorten afval is bouw- en afbraakafval van groot belang vanwege zijn volume (1/3 van alle afval in de EU) en het streefdoel ervoor bepaald in Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3) (kaderrichtlijn afval) (70 % recycling).

De ontwikkeling van de recyclage van bouw- en afbraakafval (en in feite van elk type afval) volgt een algemeen pad, zoals blijkt uit de ontwikkelingen in landen die op dat vlak goed presteren. Dit betekent dat er algemene mechanismen en beste praktijken voor bestaan. Er is behoefte aan sjablonen en richtsnoeren, gebaseerd op een 30-tal jaren rijke ervaring in een aantal lidstaten, voor landen waar recycling nog in de kinderschoenen staat. Recycling moet absoluut in Europa gestimuleerd worden door transfer van kennis en expertise.

De belangrijkste elementen van recycling zijn bv. goede controle op de afvalstromen en de kwaliteit. In een aantal lidstaten hebben de recyclingindustrie en de bevoegde autoriteiten hiervoor tools ontwikkeld, zoals Tracemat (tracing materials), en kwaliteitscontroleregelingen, met o.m. milieutests en -certificering.

Recyclage van droog gemengd afval moet verder worden ontwikkeld. Waardevolle materialen zoals hout en kunststoffen kunnen worden teruggewonnen en worden opgewerkt. Recyclage-installaties kunnen ook worden gebruikt voor de verwerking van vast huishoudelijk afval indien het droge deel aan de bron gescheiden wordt. De opbouw van een dergelijke sorteercapaciteit in een optie om het juiste evenwicht te vinden tussen recycling en verbranding.

Doel

Het proefproject heeft als doel het recycleren in de lidstaten te stimuleren, in het bijzonder van bouw- en afbraakafval, en in dat verband ook van droog gemengd afval, door te zorgen voor een efficiënte transfer van kennis en expertise. Het wil ook de lidstaten helpen de streefdoelen op grond van Richtlijn 2008/98/EG te bereiken. De sleutel van het succes is dat de recyclingindustrie zelf erbij is betrokken. De deskundigen van deze sector worden algemeen erkend als de beste vectoren van deze kennis en expertise. Meer in het bijzonder richt het project zich op het opstarten, op een adequate basis, van het recycleren van bouw- en afbraakafval in drie (regio's van) lidstaten. De ervaring zal als voorbeeld dienen voor lidstaten waar dit soort recycling nog niet bestaat. Zoals voor andere types droog gemengd afval zullen de succesgevallen worden geanalyseerd en zullen blauwdrukken worden gemaakt om hetzelfde op te zetten in andere lidstaten. In een (regio van een) lidstaat zal dit type recycling worden opgestart.

Een van de hoofddoelstellingen van het project is te kunnen aantonen dat de eerste fasen van het recycleren van bouw- en afbraakafval in bepaalde regio's in Europa met succes zijn opgestart. Hiertoe moeten de stakeholders in deze regio's akkoord gaan met een implementatieplan. Daarin worden de doelstellingen en de te ondernemen stappen beschreven. De acties zullen grotendeels berusten op de beste praktijken die zijn ontwikkeld op basis van de ervaringen met lidstaten die op dat vlak goed presteren. De stakeholders gaan dan akkoord met de voorgestelde acties en aan iedere actie wordt een aantal partijen toegewezen. Het komt dan uiteindelijk aan op het betrouwbaar traceren van afval en de kwaliteitscontrole van de gerecycleerde producten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 28
Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject voor het starten van een openbare dialoog over milieubescherming in het kader van het TTIP. Bij deze dialoog worden alle belanghebbenden betrokken, inclusief regeringsvertegenwoordigers, milieudeskundigen en het maatschappelijk middenveld. Hierbij wordt gefocust op de principes van de bepaling door de overheid van de legitieme doelstellingen van het overheidsbeleid, om te helpen een gemeenschappelijke aanpak te bepalen voor de omgang met deze doelstellingen in het kader van de bestaande en toekomstige regelingen voor de bescherming van investeringen. Deze dialoog is onontbeerlijk om ervoor te zorgen dat de bevolking zowel begrijpt dat regulering door de overheid op deze gebieden nodig is als dat ervoor moet worden gezorgd dat alle belanghebbenden eerlijk worden behandeld en erop kunnen vertrouwen dat er proportionele en voorzienbare wetgeving worden vastgesteld.

Een deel van het krediet wordt besteed aan de uitvoering van objectieve SWOT-analyses van het TTIP, waarmee kan worden gezorgd voor een betere kennis bij de bevolking van de reële voor- en nadelen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 29
Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject is bedoeld om bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van marktconforme instrumenten op het gebied van het milieubeleid, door maatschappelijke organisaties beter in staat te stellen deel te nemen aan de totstandbrenging van het beleid van de EU op het gebied van groene overheidsopdrachten, vermindering van schadelijke subsidies en milieubelastingen. Momenteel is er op EU-niveau onvoldoende capaciteit op deze terreinen en zijn de hervormingsinspanningen in de lidstaten en op het niveau van de EU slecht gecoördineerd. Als deskundigen uit het maatschappelijk middenveld nauwer bij het ontwerp en de tenuitvoerlegging van het beleid op het gebied van overheidsopdrachten, vermindering van schadelijke subsidies en milieubelastingen worden betrokken, komt dit de ontwikkeling van het beleid op deze terreinen in de lidstaten ten goede. Netwerken tussen het maatschappelijk middenveld en de overheidsinstanties die in groene overheidsopdrachten, vermindering van schadelijke subsidies en milieubelastingen geïnteresseerd zijn, kan de ontwikkeling van de capaciteit van het maatschappelijk middenveld van de EU worden bevorderd, terwijl de ervaringen in de lidstaten kunnen worden benut, door de uitwisseling van beste praktijken en door de deelname aan het besluitvormingsproces van de EU te vergroten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

TITEL 08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

336 167 303

336 167 303

319 121 038

319 121 038

313 190 570,70

313 190 570,70

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

5 304 034 511

4 926 435 655

5 018 151 648

3 192 746 926

6 005 315 071,07

4 660 403 095,95

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

176 801 600

218 007 294

140 512 000

102 676 396

373 401 189,16

312 204 136,86

08 04

ITER

882 215 057

506 677 968

720 917 805

476 101 060

1 209 394 563,47

480 715 680,20

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

53 655 461,18

48 797 084,52

 

Titel 08 — Totaal

6 699 218 471

5 987 288 220

6 198 702 491

4 090 645 420

7 954 956 855,58

5 815 310 568,23

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van deze titel.

De onder deze titel vallende onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen bijdragen tot drie grote onderzoeksprogramma’s: Horizon 2020, Euratom en het programma voor het ITER-project. Onder deze titel valt ook het Onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTO) uit te werken en te bewaken.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder de posten 08 02 50 01, 08 03 50 01 en 08 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van deze titel zullen onder artikel 08 01 05 worden opgevoerd.

HOOFDSTUK 08 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

08 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5.2

8 559 194

8 392 076

8 850 671,53

103,41

08 01 02

Extern personeel en overige beheeruitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01

Extern personeel

5.2

279 619

278 259

139 227,64

49,79

08 01 02 11

Overige beheeruitgaven

5.2

382 840

383 826

394 564,—

103,06

 

Artikel 08 01 02 — Subtotaal

 

662 459

662 085

533 791,64

80,58

08 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5.2

543 389

543 304

665 358,75

122,45

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1.1

104 430 000

106 740 801

108 764 594,85

104,15

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1.1

27 432 315

24 484 000

28 175 642,33

102,71

08 01 05 03

Overige beheeruitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1.1

51 172 413

37 484 811

46 501 435,98

90,87

08 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1.1

9 645 000

11 607 000

11 237 995,46

116,52

08 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1.1

720 000

932 000

1 041 142,60

144,60

08 01 05 13

Overige beheeruitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1.1

3 117 000

4 413 000

4 210 230,53

135,07

08 01 05 21

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1.1

7 033 943

5 128 000

4 964 972,69

70,59

08 01 05 22

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1.1

225 000

133 000

148 575,07

66,03

08 01 05 23

Overige beheeruitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1.1

2 450 000

1 846 000

1 761 179,62

71,88

 

Artikel 08 01 05 — Subtotaal

 

206 225 671

192 768 612

206 805 769,13

100,28

08 01 06

Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

1.1

37 572 770

39 415 000

40 092 000,—

106,70

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

1.1

57 578 641

56 369 001

46 765 400,—

81,22

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — bijdrage van Horizon 2020.

1.1

21 056 283

19 055 000

9 477 579,65

45,01

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — bijdrage van Horizon 2020

1.1

3 968 896

1 915 960

 

 

 

Artikel 08 01 06 — Subtotaal

 

120 176 590

116 754 961

96 334 979,65

80,16

 

Hoofdstuk 08 01 — Totaal

 

336 167 303

319 121 038

313 190 570,70

93,17

08 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 559 194

8 392 076

8 850 671,53

08 01 02
Extern personeel en overige beheeruitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

279 619

278 259

139 227,64

08 01 02 11
Overige beheeruitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

382 840

383 826

394 564,—

08 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

543 389

543 304

665 358,75

08 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

104 430 000

106 740 801

108 764 594,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

27 432 315

24 484 000

28 175 642,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 03
Overige beheeruitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

51 172 413

37 484 811

46 501 435,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van de projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 11
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 645 000

11 607 000

11 237 995,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 12
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

720 000

932 000

1 041 142,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 13
Overige beheeruitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 117 000

4 413 000

4 210 230,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van de projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 21
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 033 943

5 128 000

4 964 972,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — het programma voor het ITER-project, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 04.

08 01 05 22
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

225 000

133 000

148 575,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 04.

08 01 05 23
Overige beheeruitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 450 000

1 846 000

1 761 179,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van de projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 04.

08 01 06
Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01
Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

37 572 770

39 415 000

40 092 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het „Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad” voor het beheer van het communautaire specifieke programma „Ideeën” op het gebied van grensverleggend onderzoek (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/779/EU van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad en tot intrekking van Besluit 2008/37/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 58).

Besluit van de Commissie C(2013) 9428 van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake grensverleggend onderzoek, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 02
Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

57 578 641

56 369 001

46 765 400,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europees Onderzoek voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Besluit 2008/46/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking inzake onderzoek (PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9).

Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie van 13 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG.

Besluit C(2013) 9418 van 20 december 2013 van de Commissie waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 03
Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — bijdrage van Horizon 2020.

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 056 283

19 055 000

9 477 579,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Besluit (C(2007) 3198 final) van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ict, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 04
Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 968 896

1 915 960

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot invoering van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 08 02 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

08 02 01

Wetenschap van topkwaliteit

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

1.1

1 650 723 198

449 911 575

1 641 772 694

44 756 352

 

 

 

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

1.1

188 149 548

73 032 317

171 632 176

309 837

 

 

 

 

Artikel 08 02 01 — Subtotaal

 

1 838 872 746

522 943 892

1 813 404 870

45 066 189

 

 

 

08 02 02

Industrieel leiderschap

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

1.1

503 592 719

178 666 161

460 847 841

42 681 808

 

 

 

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

1.1

342 534 670

282 101 522

363 564 753

310 056 561

 

 

 

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen (mkb/kmo)

1.1

36 588 561

33 186 975

33 663 565

3 067 854

 

 

 

 

Artikel 08 02 02 — Subtotaal

 

882 715 950

493 954 658

858 076 159

355 806 223

 

 

 

08 02 03

Maatschappelijke uitdagingen

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1.1

540 954 714

271 316 606

545 411 715

40 118 438

 

 

 

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

1.1

94 094 592

83 884 929

201 772 598

22 468 062

 

 

 

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1.1

313 168 348

137 003 313

278 434 628

28 655 994

 

 

 

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoerssysteem

1.1

159 469 104

288 354 444

394 541 594

8 086 531

 

 

 

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1.1

297 719 374

131 157 582

271 940 800

2 478 694

 

 

 

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1.1

114 233 382

74 273 114

134 023 811

17 625 757

 

 

 

 

Artikel 08 02 03 — Subtotaal

 

1 519 639 514

985 989 988

1 826 125 146

119 433 476

 

 

 

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

1.1

93 183 570

62 039 896

66 905 973

5 253 030

 

 

 

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

1.1

47 450 000

10 136 096

p.m.

p.m.

 

 

 

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

1.1

54 853 984

25 322 763

p.m.

p.m.

 

 

 

08 02 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI2) — Ondersteunende uitgaven

1.1

670 585

668 978

490 000

490 000

 

 

 

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI2)

1.1

211 379 415

57 627 199

207 300 000

16 600 000

 

 

 

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

1.1

1 600 083

1 596 249

977 500

977 500

 

 

 

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

1.1

200 495 917

17 527 581

50 000 000

p.m.

 

 

 

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (Clean Sky 2) — Ondersteunende uitgaven

1.1

1 864 218

1 859 751

1 225 333

1 225 333

 

 

 

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Cleagn Sky 2 (Clean Sky 2)

1.1

339 977 529

94 370 545

100 000 000

13 000 000

 

 

 

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH2) — Ondersteunende uitgaven

1.1

466 833

465 714

292 667

292 667

 

 

 

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH2)

1.1

109 114 167

29 060 885

93 354 000

p.m.

 

 

 

 

Artikel 08 02 07 — Subtotaal

 

865 568 747

203 176 902

453 639 500

32 585 500

 

 

 

08 02 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

08 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

244 938 910,—

178 180 513,45

 

 

Artikel 08 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

244 938 910,—

178 180 513,45

 

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

1.1

p.m.

2 618 411 227

p.m.

2 618 132 885

5 758 233 929,92

4 435 457 503,64

169,39

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

1.1

p.m.

3 585 233

p.m.

16 232 123

1 642 231,15

46 517 673,92

1 297,48

08 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 01

Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

2

p.m.

p.m.

p.m.

125 000

0,—

0,—

 

08 02 77 02

Proefproject — Kritische grondstoffen terugwinnen door middel van recycling: een kans voor de Europese Unie en de Afrikaanse Unie

4

p.m.

p.m.

112 500

500 000,—

247 404,94

 

08 02 77 03

Proefproject — Onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten teneinde gezondheidszorg voor iedereen te verwezenlijken in de periode na 2015

1.1

750 000

375 000

 

 

 

 

 

08 02 77 04

Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

1.1

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 08 02 77 — Subtotaal

 

1 750 000

875 000

p.m.

237 500

500 000,—

247 404,94

28,27

 

Hoofdstuk 08 02 — Totaal

 

5 304 034 511

4 926 435 655

5 018 151 648

3 192 746 926

6 005 315 071,07

4 660 403 095,95

94,60

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat betrekking heeft op de periode 2014-2020 en alle bestaande EU-middelen voor onderzoek en innovatie, waaronder het kaderprogramma voor onderzoek, de innovatiegerelateerde maatregelen van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) bundelt. Het programma zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Een digitale agenda voor Europa”, „Efficiënt gebruik van hulpbronnen” en „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken, levert Horizon 2020 een bijdrage aan de opbouw van een economie die berust op kennis en innovatie in de gehele Unie.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

08 02 01
Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante stroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van Europa op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, Europese onderzoekers krijgen toegang tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

08 02 01 01
Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 650 723 198

449 911 575

1 641 772 694

44 756 352

 

 

Toelichting

De basisactiviteit van de ERC is het verstrekken van financiering op lange termijn tegen aantrekkelijke voorwaarden ter ondersteuning van toponderzoekers en hun onderzoeksteams bij hun streven om baanbrekend onderzoek te verrichten waaraan zowel grote voordelen als hoge risico's verbonden kunnen zijn. Er zal met name prioriteit worden gegeven aan het ondersteunen van pas beginnende, maar zeer talentvolle onderzoekers, zodat zij op den duur onafhankelijk onderzoek kunnen verrichten. Dit gebeurt door hen van adequate bijstand te voorzien in de cruciale fase waarin zij hun eigen onderzoeksteam of onderzoeksprogramma trachten op te zetten of te consolideren. Het ERC geeft, waar nodig, ook steun aan nieuwe werkmethoden in de wetenschappelijke wereld die in potentie tot baanbrekende resultaten leiden en bevordert de analyse van de commerciële en sociale innovatiemogelijkheden van het onderzoek dat met ERC-middelen wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 1, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 01 02
Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

De activiteiten onder de specifieke doelstelling „toekomstige en opkomende technologieën” (FET-activiteiten) ondersteunen fundamenteel wetenschappelijk en technologisch onderzoek waarbij nieuwe toekomstige technologieën worden verkend door de huidige paradigma’s ter discussie te stellen en onbekende gebieden te betreden. Daarenboven zal in het kader van de FET-activiteiten nader worden ingegaan op een aantal veelbelovende verkennende onderzoeksthema’s die een kritische massa van onderling gerelateerde projecten kunnen genereren die, in combinatie, een brede en rijk geschakeerde verkenning behelzen van die thema's en een Europese kennispool opbouwen. Ten slotte zal in het kader van de FET-activiteiten steun worden gegeven aan ambitieus grootschalig en wetenschappelijk aangestuurd onderzoek om een wetenschappelijke doorbraak te creëren. Dergelijke activiteiten zullen profijt hebben van de onderlinge afstemming van de Europese en nationale agenda’s.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 1, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 01 03
Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

188 149 548

73 032 317

171 632 176

309 837

 

 

Toelichting

De activiteit „onderzoeksinfrastructuren” garandeert de tenuitvoerlegging en het gebruik van het Esfri (Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren) en andere onderzoeksinfrastructuren van wereldklasse, met inbegrip van de ontwikkeling van regionale partnerfaciliteiten, voor 2020 en daarna. Daarenboven zal de integratie van en de toegang tot nationale onderzoeksinfrastructuren en de ontwikkeling, de implementatie en het gebruik van e-infrastructuren worden gewaarborgd. De activiteit zal onderzoeksinfrastructuren er eveneens toe aanzetten om vroegtijdig nieuwe technologieën toe te passen, onderzoek- en ontwikkelingspartnerschappen (O&O) met het bedrijfsleven te bevorderen, het industriële gebruik van onderzoeksinfrastructuren te faciliteren en het creëren van innovatieclusters te stimuleren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02
Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Uniebedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

08 02 02 01
Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

503 592 719

178 666 161

460 847 841

42 681 808

 

 

Toelichting

Door leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën wordt beoogd gerichte steun te geven aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie inzake nanotechnologie, geavanceerde materialen, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen. Hierbij ligt de nadruk op interacties en convergentie binnen en tussen de verschillende technologieën. Bovendien ligt de nadruk daarbij op O&O, grootschalige proefprojecten en demonstratieactiviteiten, testopstellingen en levende laboratoria, prototyping en het valideren van producten in proefprojecten. De activiteiten zullen zodanig van opzet zijn dat zij een impuls geven aan het industriële concurrentievermogen door het bedrijfsleven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, te stimuleren om meer in onderzoek en innovatie te investeren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name de punten ii) tot v), van artikel 3, lid 2, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02 02
Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

342 534 670

282 101 522

363 564 753

310 056 561

 

 

Toelichting

Deze activiteit heeft tot doel ondernemingen en andere soorten organisaties die aan onderzoek en ontwikkeling (O&O) doen te helpen om via financiële instrumenten gemakkelijker toegang te krijgen tot leningen, garanties, contragaranties en hybride, mezzanine- en aandelenfinanciering. Schuld- en vermogensfaciliteiten zullen vraaggestuurd zijn, maar zullen op de prioriteiten van specifieke sectoren of andere Unieprogramma's worden gericht indien extra financiering wordt vrijgemaakt. De nadruk ligt op het aantrekken van particuliere investeringen in O&O. De Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) zullen als uitvoerende entiteiten namens en in partnerschap met de Commissie een belangrijke rol spelen bij de implementatie van elk financieel instrument. Een deel van dit krediet zal worden gebruikt om het eigen kapitaal van het EIF met gestort kapitaal te versterken.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02 03
Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen (mkb/kmo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 588 561

33 186 975

33 663 565

3 067 854

 

 

Toelichting

Om de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) aan Horizon 2020 te ondersteunen, zal een specifiek marktgeoriënteerd instrument worden ingesteld dat gericht is op alle soorten innovatieve kmo's die zich verder willen ontwikkelen, willen groeien en hun activiteiten willen internationaliseren. Daarnaast zal er steun worden verleend aan onderzoeksintensieve kleine en middelgrote ondernemingen in transnationale onderzoeksprojecten en aan door vrouwen geleide start-ups. Er zullen ook activiteiten worden ondersteund ter verbetering van de innovatiecapaciteit van kmo's en van de kadervoorwaarden voor innovatie.

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013 zal steun worden verleend voor innovatie door kmo's door middel van de uitvoering van een mkb-instrument onder centraal beheer, uitgevoerd met een bottom-up benadering. Overeenkomstig bijlage II bij die verordening moet, binnen de doelstelling om ten minste 20 % van de totale gecombineerde begrotingen voor de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” voor het mkb toe te kennen, in eerste instantie ten minste 5 % van die gecombineerde begrotingen aan het specifieke mkb-instrument worden toegekend. Over de looptijd van Horizon 2020 wordt gemiddeld ten minste 7 % van de totale begrotingen van de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” aan het specifieke mkb-instrument toegekend.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03
Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. De activiteiten zullen rechtstreeks steun verlenen aan de corresponderende sectorale beleidsbevoegdheden op uniaal niveau en een gendergevoelige benadering volgen, waarbij naar een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen wordt gestreefd.

08 02 03 01
Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

540 954 714

271 316 606

545 411 715

40 118 438

 

 

Toelichting

De doelstellingen van deze activiteit zijn gezondheid en welzijn voor iedereen gedurende het hele leven, hoogwaardige en economisch duurzame gezondheidszorg- en zorgstelsels en mogelijkheden voor nieuwe banen en groei in de gezondheidssector en de aanverwante bedrijfstakken. Daartoe zullen de activiteiten toegespitst zijn op een doeltreffende gezondheidsbevordering en ziektepreventie (bijvoorbeeld inzicht verkrijgen in gezondheidsbepalende factoren, ontwikkeling van betere preventieve vaccins). Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan gender- en leeftijdsspecifieke gezondheidsaspecten. Daarnaast zal de nadruk liggen op beheersing, behandeling en genezing van ziekten, handicaps en functionele beperkingen (bijvoorbeeld door overdracht van kennis naar de klinische praktijk en gemakkelijk uit te breiden innovatieacties, beter gebruik van gezondheidsgegevens, zelfstandig en begeleid wonen).Voorts zullen er inspanningen worden gedaan om de besluitvorming met betrekking tot preventie en behandeling te verbeteren, beste praktijken aan te wijzen en de verspreiding daarvan in de gezondheidszorg te ondersteunen, alsook geïntegreerde zorgverlening en de invoering van technologische, organisatorische en sociale innovaties te steunen die met name ouderen en gehandicapten in staat stellen een actief en onafhankelijk leven te leiden. Tot slot zal bij de activiteiten een gendergevoelige benadering worden gevolgd, die onder andere rekening houdt met de positie van vrouwen in de informele en de formele zorgsector.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 02
Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

94 094 592

83 884 929

201 772 598

22 468 062

 

 

Toelichting

Deze activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast zal de nadruk liggen op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd zullen er inspanningen worden gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, zullen worden bevorderd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 03
Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

313 168 348

137 003 313

278 434 628

28 655 994

 

 

Toelichting

De inspanningen om veilige, schone en efficiënte energie te garanderen, zullen toegespitst zijn op het verminderen van het energieverbruik en het verkleinen van de koolstofvoetafdruk van de Unie (bijvoorbeeld door betaalbare systemen en componenten met slimme technologieën) en op goedkope, koolstofarme elektriciteitsvoorziening (bijvoorbeeld door onderzoek naar en ontwikkeling en demonstraties op ware grootte van innovatieve hernieuwbare brandstoffen en koolstofvastleggings- en opslagtechnologieën). De nadruk zal specifiek liggen op alternatieve brandstoffen en mobiele energiebronnen en op de ontwikkeling van één slim Europees elektriciteitsnetwerk. De activiteiten zijn tevens gericht op multidisciplinair onderzoek voor energietechnologieën en de gezamenlijke tenuitvoerlegging van pan-Europese onderzoeksprogramma's en faciliteiten van wereldklasse. Bovendien zullen instrumenten, methoden en modellen voor een krachtige en transparante beleidsondersteuning worden ontwikkeld, en zal de marktintroductie van energie-innovatie worden gestimuleerd. Vanaf 2014 wordt 85 % van de begrotingskredieten toegewezen aan de beleidsgebieden hernieuwbare energie en energie-efficiëntie bij het eindgebruik, en onder meer aan slimme energienetten, energieopslag en Slimme steden en gemeenschappen.

Met het oog op de essentiële rol die energie-efficiëntie bij het eindgebruik en hernieuwbare energie spelen op het gebied van het bevorderen van de energieveiligheid in de Unie, worden maatregelen voor marktintroductie gesteund door middel van het programma Intelligente energie voor Europa III, om capaciteit op te bouwen, het beheer te verbeteren en marktobstakels te verwijderen zodat oplossingen op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie ten uitvoer kunnen worden gelegd. Een deel van de kredieten van het algemene budget voor de energie-uitdaging wordt daarom besteed aan marktacceptatiemaatregelen voor bestaande technologieën op het vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in het kader van het programma „Intelligente energie voor Europa III”. Dit programma zal worden uitgevoerd door middel van een specifieke bestuursstructuur en zal eveneens steun omvatten voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake duurzame energie, capaciteitsopbouw en de mobilisering van financiering voor investeringen, zoals tot op heden het geval is geweest.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 04
Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoerssysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

159 469 104

288 354 444

394 541 594

8 086 531

 

 

Toelichting

In het kader van deze activiteit zal het accent komen te liggen op grondstofzuinig vervoer (bijvoorbeeld door de ontwikkeling en toepassing van een nieuwe generatie elektrische en andere emissiearme of emissievrije vliegtuigen, voertuigen en vaartuigen te versnellen), alsook op grotere mobiliteit met minder congestie en meer veiligheid en beveiliging (bijvoorbeeld door geïntegreerd vervoer en logistiek van deur tot deur te bevorderen). De nadruk zal eveneens liggen op de versterking van het concurrentievermogen en de prestaties van de Europese vervoermiddelenindustrie en aanverwante diensten, door bijvoorbeeld de volgende generatie innovatieve vervoermiddelen te ontwikkelen en de weg te bereiden voor de daaropvolgende generatie. Daarnaast zullen activiteiten die erop gericht zijn het inzicht in vervoergerelateerde sociaaleconomische trends en de vooruitzichten te verbeteren en beleidsmakers op feitenmateriaal gebaseerde gegevens en analyses te bieden, eveneens worden ondersteund.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 05
Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

297 719 374

131 157 582

271 940 800

2 478 694

 

 

Toelichting

De voornaamste doelstelling van deze activiteit is een grondstofzuinige en klimaatveranderingsbestendige economie en een duurzame grondstoffenvoorziening tot stand te brengen om tegemoet te komen aan de behoeften van een toenemende wereldbevolking binnen de duurzame beperkingen van de natuurlijke hulpbronnen van de planeet. Daartoe zal de nadruk worden gelegd op de bestrijding van en aanpassing aan de klimaatverandering, op duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen en op het mogelijk maken van de overgang naar een groene economie door middel van eco-innovatie. Er zullen eveneens systemen worden ontwikkeld voor alomvattende en onafgebroken mondiale milieuwaarneming en -informatie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder e).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 03 06
Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

114 233 382

74 273 114

134 023 811

17 625 757

 

 

Toelichting

Deze activiteit heeft tot doel bij te dragen tot inclusievere, innovatievere en reflexievere Europese samenlevingen door slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen. De acties zullen gecoördineerde beleidsvorming ondersteunen door empirische gegevens te verzamelen en instrumenten, toekomstgerichte activiteiten en proefprojecten te ontwikkelen teneinde de grensoverschrijdende efficiëntie en het economische effect van onderzoeks- en innovatiebeleid te vergroten en de Europese Onderzoeksruimte en Innovatie-Unie goed te laten functioneren. Met de acties wordt eveneens beoogd de innovatiekloof te dichten, maatschappelijk engagement in onderzoek en innovatie te garanderen, een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in onderzoekteams te garanderen, coherente en doeltreffende samenwerking met derde landen te bevorderen en het inzicht in de intellectuele basis van Europa te ontwikkelen: de geschiedenis van Europa en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder f).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 04
Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

93 183 570

62 039 896

66 905 973

5 253 030

 

 

Toelichting

Doel van deze activiteiten is het potentieel van het in Europa aanwezige talent ten volle te benutten en ervoor te zorgen dat de voordelen van een door innovatie aangestuurde economie geoptimaliseerd worden en breed verspreid worden over de hele Unie overeenkomstig het beginsel van topkwaliteit. Doordat zij gebundelde topkwaliteit voeden en verbinden, zullen de voorgestelde activiteiten de Europese Onderzoeksruimte helpen versterken.

Deze activiteiten zullen zich toespitsen op: teamvorming tussen vooraanstaande onderzoeksinstellingen en regio's met een achterstand op het gebied van OOI (onderzoek, ontwikkeling en innovatie), gericht op de oprichting van nieuwe (of een ingrijpende vernieuwing van bestaande) kenniscentra in lidstaten en regio's met een achterstand op het gebied van OOI, samenwerkingsverbanden tussen onderzoeksinstellingen, het opzetten van EOR-leerstoelen, een beleidsondersteuningsfaciliteit om het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van nationaal/regionaal onderzoeks- en innovatiebeleid te verbeteren, ondersteuning van de toegang tot internationale netwerken voor toponderzoekers en -innoveerders die onvoldoende bij Europese en internationale netwerken betrokken zijn en het versterken van de bestuurlijke en operationele capaciteit van transnationale netwerken van nationale contactpunten, onder meer door middel van opleiding.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 4.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 05
Horizontale activiteiten van Horizon 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 450 000

10 136 096

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van acties van horizontale aard die de implementatie van Horizon 2020 ondersteunen. Dit omvat bijvoorbeeld activiteiten ter ondersteuning van communicatie en verspreiding, en het gebruikmaken van resultaten om innovatie en concurrentievermogen te steunen. Het kan eveneens gaan om sectoroverschrijdende activiteiten waarbij meerdere prioriteiten van Horizon 2020 betrokken zijn.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 06
Wetenschap met en voor de samenleving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 853 984

25 322 763

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Oud artikel 08 02 04

Het doel van deze activiteit bestaat erin effectieve samenwerking tussen de wetenschap en de samenleving tot stand te brengen, nieuw talent voor wetenschappelijke beroepen te rekruteren en excellente wetenschap aan maatschappelijk bewustzijn en maatschappelijke verantwoordelijkheid te koppelen. De nadruk zal worden gelegd op de aantrekkelijkheid van een wetenschappelijke opleiding en loopbaan voor jongeren, gendergelijkheid, de betere integratie van de belangen en waarden van burgers in wetenschap en innovatie, en de zodanige organisatie van de governance dat alle belanghebbenden (onderzoekers, overheidsinstanties, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties) werken aan de ontwikkeling van verantwoord onderzoek en verantwoorde innovatie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 07
Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31
Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

670 585

668 978

490 000

490 000

 

 

Toelichting

Dit begrotingsonderdeel dient ter dekking van de administratieve/exploitatiekosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

08 02 07 32
Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

211 379 415

57 627 199

207 300 000

16 600 000

 

 

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI2), een gezamenlijk technologie-initiatief (JTI) tussen de Commissie en de biofarmaceutische industrie, zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI). Het doel van IMI2 bestaat erin het geneesmiddelenontwikkelingsproces te verbeteren door een doeltreffender samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling tussen de academische wereld, kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en de biofarmaceutische industrie te ondersteunen, teneinde de patiënten van betere en veiligere geneesmiddelen te voorzien.

IMI2 JTI zal bijdragen tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, en met name van de specifieke doelstelling „Gezondheid, demografische veranderingen en welzijn” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

08 02 07 33
Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 600 083

1 596 249

977 500

977 500

 

 

Toelichting

Dit begrotingsonderdeel dient ter dekking van de administratieve/exploitatiekosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

08 02 07 34
Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 495 917

17 527 581

50 000 000

p.m.

 

 

Toelichting

Het initiatief biogebaseerde industrieën (BBI) is een nieuw gezamenlijk technologie-initiatief (JTI) tussen de Commissie en de biogebaseerde industrieën, dat uiteenlopende sectoren betreft, gaande van landbouw tot biotechnologie of bosbouw. Het heeft tot doel de ontwikkeling van een sterke en wereldwijd concurrerende biogebaseerde industrie in Europa te bevorderen en het zal vooral aandacht hebben voor drie hoofdgebieden: grondstoffen, bioraffinaderijen en de ontwikkeling van markten voor biogebaseerde producten.

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI JTI) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Voedselzekerheid, duurzame landbouw en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en de bio-economie” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” en de component „Sleuteltechnologieën” van de specifieke doelstelling „Leiderschap in industriële technologieën”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

08 02 07 35
Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (Clean Sky 2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 864 218

1 859 751

1 225 333

1 225 333

 

 

Toelichting

Dit begrotingsonderdeel dient ter dekking van de administratieve/exploitatiekosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

08 02 07 36
Gemeenschappelijke Onderneming Cleagn Sky 2 (Clean Sky 2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

339 977 529

94 370 545

100 000 000

13 000 000

 

 

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2, een gezamenlijk technologie-initiatief (JTI) tussen de Commissie en de luchtvaartsector, zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, Clean Sky. Clean Sky 2 heeft tot doel de milieueffecten van de Europese luchtvaarttechnologie te beperken door middel van geavanceerd onderzoek en demonstraties op ware grootte van groene technologie voor het luchtvervoer, zodat wordt bijgedragen aan het toekomstige concurrentievermogen van de luchtvaartsector. De technische activiteit wordt ontwikkeld op verschillende technische gebieden en heeft tot doel in alle vliegende segmenten demonstratiemodellen op ware grootte te ontwikkelen.

Clean Sky 2 JTI zal bijdragen tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, en met name van de specifieke doelstelling „Slim, groen en geïntegreerd vervoer” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

08 02 07 37
Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

466 833

465 714

292 667

292 667

 

 

Toelichting

Dit begrotingsonderdeel dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

08 02 07 38
Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

109 114 167

29 060 885

93 354 000

p.m.

 

 

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH2 JU), een publiek-privaat partnerschap tussen de Commissie, de industriegroepering en de onderzoeksgroepering, zal voortbouwen op de resultaten van de voorgaande gemeenschappelijke onderneming onder het zevende kaderprogramma. FCH2 JU heeft tot doel een aantal hinderpalen voor het in de handel brengen van brandstofcel- en waterstoftechnologie uit de weg te ruimen door de kosten van FCH-systemen te drukken, door deze doeltreffender te maken en hun haalbaarheid aan te tonen, en aldus de weg vrij te maken voor een sterke, duurzame en wereldwijd concurrerende brandstofcel- en waterstoftsector in de Unie. Dit begrotingsonderdeel dient ter dekking van de beleidskosten van FCH2 JU.

FCH2 JU zal bijdragen tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, en met name van de specifieke doelstellingen „Veilige, schone en efficiënte energie” en „Slim, groen en geïntegreerd vervoer” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

08 02 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 02 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

244 938 910,—

178 180 513,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 02 51
Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 618 411 227

p.m.

2 618 132 885

5 758 233 929,92

4 435 457 503,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

08 02 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 585 233

p.m.

16 232 123

1 642 231,15

46 517 673,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

Beschikking nr. 1209/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van nieuwe klinische interventies voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose door middel van een partnerschap op lange termijn tussen Europa en de ontwikkelingslanden, opgezet door verscheidene lidstaten (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 1).

08 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 01
Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

125 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 02
Proefproject — Kritische grondstoffen terugwinnen door middel van recycling: een kans voor de Europese Unie en de Afrikaanse Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

112 500

500 000,—

247 404,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 03
Proefproject — Onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten teneinde gezondheidszorg voor iedereen te verwezenlijken in de periode na 2015

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

 

 

 

 

Toelichting

In de voortdurende discussies over het mondiaal ontwikkelingskader voor de periode na 2015 wordt gezondheidszorg voor iedereen (Universal Health Coverage — UHC) geschetst als een instrument om extreme armoede voor 2030 uit te roeien en als een essentieel onderdeel voor de voltooiing van de onafgemaakte agenda van de aan de gezondheidszorg gerelateerde millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDGs), met name de doelstellingen 4, 5 en 6 inzake respectievelijk de verbetering van gezondheid van moeders, het terugdringen van kindersterfte en de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose.

Ook wordt het van groot belang geacht verwaarloosde tropische ziekten in het nieuwe ontwikkelingskader op te nemen, naast de MDG 6-ziekten en overeenkomstig de routekaart van de WHO (http://whqlibdoc.who.int/hq/2012/WHO_HTM_NTD_2012.1_eng.pdf) en andere prominente organisaties van deskundigen.

Doelstellingen:

Dit project beoogt een studie te verrichten waarin de rol wordt gekwantificeerd van O&O met betrekking tot armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten bij de verwezenlijking van gezondheidszorg voor iedereen en bij de verbetering van de situatie in lagere-middeninkomenslanden. Hiertoe zal de studie:

het spoor volgen van Unie-investeringen in O&O met betrekking tot armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten en beoordelen hoe corresponderende technologieën worden omgezet in een middel voor gezondheidszorg voor iedereen;

onderzoeken hoe de correlatie tussen O&O met betrekking tot armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten en gezondheidszorg voor iedereen kan worden verbeterd met het oog op het mondiaal ontwikkelingskader voor de periode na 2015, en aanbevelingen formuleren voor O&O-indicatoren die helpen het effect van gezondheidszorg voor iedereen te bevorderen.

De ontwikkeling van essentiële geneesmiddelen voor armoedegerelateerde verwaarloosde ziekten die veilig, effectief, betaalbaar, toegankelijk en van gegarandeerd goede kwaliteit zijn, draagt bij tot de verwezenlijking van gezondheidszorg voor iedereen, terwijl adequate investeringen in gezondheidszorg voor iedereen een effectieve manier vormen om te waarborgen dat beschikbare diensten en producten tevens toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig zijn. Deze correlatie zal een cruciale rol spelen in het mondiaal ontwikkelingskader voor de periode na 2015, niet alleen om een goede gezondheid van mensen te verwezenlijken, maar ook om te helpen armoede te verminderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 04
Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Deze voorbereidende actie, die uit twee fasen bestaat, heeft ten doel de obstakels te identificeren die de ontwikkeling van een werkelijk geoptimaliseerd intern Europees vervoersysteem belemmeren, en een reeks maatregelen voor te stellen die, wanneer zij collectief worden genomen, kunnen helpen het proces te versnellen. De actie ondersteunt de initiatieven van de Unie en de Commissie ten volle. De actie:

vormt een inspiratie voor toekomstige beleidsontwikkelingen en onderzoeks- en innovatieprogramma's, zowel op uniaal als op nationaal niveau;

pakt een van de zeven uitdagingen aan waarop Horizon 2020 is gebaseerd, namelijk die van „slim, groen en geïntegreerd vervoer”;

draagt bij aan de tenuitvoerlegging van EU 2020-vlaggeschipinitiatieven zoals „verbetering van de bereikbaarheid en schoon vervoer” en „bevordering van innovatie en uitmuntendheid”.

In de onderzoeksfase:

worden belanghebbenden (industrie, onderzoek, overheden, regelgevers en het maatschappelijk middenveld), hun meningen, behoeften en verwachtingen in kaart gebracht;

wordt de huidige toestand van het systeem beschreven: overheidsbeleid (op alle niveaus); industriële structuren; de situatie van de markt en de regelgeving; mechanismen voor samenwerking tussen belanghebbenden; vervoersprogramma's;

worden soortgelijke kwesties in andere delen van de wereld bekeken en lessen getrokken;

worden mogelijkheden en obstakels voor de verbetering van het Europees vervoersysteem als geheel in kaart gebracht.

In de routekaartfase worden maatregelen voorgesteld, die worden gesteund door een dwarsdoorsnede van belanghebbenden, die het proces in de richting van een geoptimaliseerd vervoersysteem kunnen versnellen. In deze fase worden onderzocht:

welke nieuwe organisatie(s) kan/kunnen helpen, zonder eenvoudigweg bestaande structuren te dupliceren;

hoe, op alle niveaus, een sterkere, „systeemomvattende” manier van denken tot stand kan worden gebracht;

op welke manier bestaande initiatieven kunnen worden aangemoedigd meer aandacht te besteden aan hun interactie met de rest van het systeem;

welke mogelijke beleidsinitiatieven er zijn, op uniaal, nationaal en lokaal niveau.

Het eindresultaat zal een diepgaande analyse zijn van de mogelijkheden en obstakels voor de verwezenlijking van een volledig geoptimaliseerd vervoersysteem in heel Europa, alsook van de betrokken belanghebbenden in alle sectoren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

08 03 01

Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

08 03 01 01

Euratom — Fusie-energie

1.1

122 147 186

146 941 084

94 723 000

48 884 318

 

 

 

08 03 01 02

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

1.1

54 654 414

30 875 121

45 789 000

13 353 389

 

 

 

 

Artikel 08 03 01 — Subtotaal

 

176 801 600

177 816 205

140 512 000

62 237 707

 

 

 

08 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

08 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

244 938 910,—

178 180 513,45

 

 

Artikel 08 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

244 938 910,—

178 180 513,45

 

08 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

1.1

p.m.

39 796 544

p.m.

40 279 636

128 424 486,21

132 968 733,72

334,12

08 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

1.1

p.m.

394 545

p.m.

159 053

37 792,95

1 054 889,69

267,37

 

Hoofdstuk 08 03 — Totaal

 

176 801 600

218 007 294

140 512 000

102 676 396

373 401 189,16

312 204 136,86

143,21

Toelichting

Het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018) („Euratom-programma”) vult Horizon 2020 aan op het gebied van onderzoek en opleiding inzake kernenergie. Het algemene doel van het programma bestaat erin onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie te organiseren. Het programma legt daarbij de nadruk op een continue verbetering van de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming, met name om bij te dragen aan de doelstelling om het energiesysteem op lange termijn op een veilige, efficiënte en betrouwbare wijze koolstofvrij te maken. Door dit onderzoek te steunen, zal het Euratom-programma de resultaten van de drie prioriteiten van Horizon 2020 versterken: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

De acties onder contract van het Euratom-programma zijn op twee gebieden toegespitst: kernsplijting, veiligheid en stralingsbescherming, en het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma inzake kernfusie.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

08 03 01
Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

Toelichting

Het toepassingsgebied van het Euratom-programma voor acties onder contract omvat veiligheid van kernsplijting en stralingsbescherming, alsook het onderzoek naar en de ontwikkeling van kernfusie die erop gericht zijn het succes van het ITER-project te waarborgen en Europa van de voordelen ervan te laten profiteren. Het zal bijdragen aan de resultaten in het kader van de drie prioriteiten van Horizon 2020: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

08 03 01 01
Euratom — Fusie-energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

122 147 186

146 941 084

94 723 000

48 884 318

 

 

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van fusie beogen de ondersteuning van de gemeenschappelijke onderzoeksactiviteiten van de belanghebbenden die betrokken zijn bij de uitvoering van de uit de routekaart voor fusie voortvloeiende taken. Daarnaast zal er ondersteuning worden gegeven voor gezamenlijke activiteiten om materialen te ontwikkelen en te kwalificeren voor een modelkerncentrale en om operationele kwesties rondom kernfusiereactoren tegen het licht te houden en alle relevante technologieën voor een modelkernfusiecentrale te ontwikkelen en in de praktijk te testen. De activiteit behelst eveneens de tenuitvoerlegging of ondersteuning van kennisbeheer en op het bedrijfsleven gerichte technologieoverdracht naar aanleiding van het onderzoek dat door dit programma medegefinancierd is, waarbij alle innovatieve aspecten van het onderzoek geëxploiteerd zullen worden. Voorts zal de activiteit de constructie, renovatie, exploitatie en continue beschikbaarheid van essentiële onderzoeksinfrastructuren binnen het kader van het Euratom-programma ondersteunen.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), en met name artikel 3, lid 2, onder e) tot h).

08 03 01 02
Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 654 414

30 875 121

45 789 000

13 353 389

 

 

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van kernsplijting beogen de ondersteuning van gezamenlijke onderzoeksactiviteiten met betrekking tot een veilige exploitatie van nucleaire systemen die in de Unie in gebruik zijn of in de toekomst kunnen worden gebruikt. De activiteiten zullen eveneens bijdragen tot de ontwikkeling van oplossingen voor het beheer van finaal kernafval. Bovendien zal steun worden geboden aan de gezamenlijke en/of gecoördineerde onderzoeksactiviteiten, waarbij de nadruk wordt gelegd op de risico’s van lage stralingsdoses als gevolg van industriële, medische of milieublootstelling. Verder zullen in het kader van Euratom Splijting activiteiten plaatsvinden ter bevordering van de gezamenlijke opleidingen en van de mobiliteit tussen onderzoekscentra en het bedrijfsleven enerzijds en tussen de verschillende lidstaten en geassocieerde landen anderzijds, evenals maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de instandhouding van multidisciplinaire nucleaire competenties.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), en met name artikel 3, lid 2, onder a) tot d).

08 03 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 03 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

244 938 910,—

178 180 513,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 03 51
Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

39 796 544

p.m.

40 279 636

128 424 486,21

132 968 733,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Het programma dekt de volgende twee gebieden:

Onderzoek inzake kernfusie, dat activiteiten omvat die gaan van basisonderzoek tot technologische ontwikkeling, het opzetten van grote projecten en opleidings- en onderwijsactivitieiten. Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel is. De realisatie van het ITER-project staat dan ook centraal in de huidige strategie van de Unie. Een en ander moet vergezeld gaan van een sterk en gericht Europees O&O-programma inzake kernfusie ter voorbereiding van de exploitatie van ITER en ter ontwikkeling van de technologieën en kennisbasis die gedurende de exploitatie van ITER en daarna nodig zijn;

Kernsplijtingsonderzoek gericht op de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en kosteneffectieve exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

08 03 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

394 545

p.m.

159 053

37 792,95

1 054 889,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

Beschikking 2002/837/Euratom van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma (Euratom) voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74).

HOOFDSTUK 08 04 —   ITER

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 04

ITER

08 04 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

08 04 01 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

1.1

43 860 000

43 754 912

41 127 422

41 127 422

 

 

 

08 04 01 02

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

1.1

838 355 057

126 361 457

679 790 383

19 407 686

 

 

 

 

Artikel 08 04 01 — Subtotaal

 

882 215 057

170 116 369

720 917 805

60 535 108

 

 

 

08 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

08 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

252 361 301,21

183 579 922,94

 

 

Artikel 08 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

252 361 301,21

183 579 922,94

 

08 04 51

Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

1.1

p.m.

336 561 599

p.m.

415 565 952

957 033 262,26

297 135 757,26

88,29

 

Hoofdstuk 08 04 — Totaal

 

882 215 057

506 677 968

720 917 805

476 101 060

1 209 394 563,47

480 715 680,20

94,88

Toelichting

Het ITER-project heeft tot doel fusie te demonstreren als een levensvatbare en duurzame energiebron door de bouw en exploitatie van een experimentele fusiereactor als een belangrijke stap naar de bouw van prototypereactoren voor op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrales die veilig, duurzaam, milieuvriendelijk en economisch levensvatbaar zijn. Dit programma zal bijdragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en in het bijzonder van het vlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie, aangezien de mobilisering van de bij de bouw van ITER betrokken Europese hightechindustrieën de Unie een mondiaal concurrentievoordeel in deze veelbelovende sector kan geven.

Bij het project zijn zeven partijen betrokken: de Europese Unie, China, India, Japan, Zuid-Korea, Rusland en de Verenigde Staten.

08 04 01
Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

08 04 01 01
Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

43 860 000

43 754 912

41 127 422

41 127 422

 

 

Toelichting

Oud artikel 08 04 01 (ten dele)

Dit begrotingsonderdeel dient ter dekking van de exploitatiekosten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy.

Rechtsgronden

Besluit 2013/791/Euratom van de Raad van 13 december 2013 tot wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (PB L 349 van 21.12.2013, blz. 100).

08 04 01 02
Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

838 355 057

126 361 457

679 790 383

19 407 686

 

 

Toelichting

Oud artikel 08 04 01 (ten dele)

De Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie voor energie is de bijdrage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan de gezamenlijke tenuitvoerlegging van het internationale ITER-project. ITER, een zeer grote experimenteerfaciliteit waarin de wetenschappelijke en technologische haalbaarheid van fusie-energie zal worden aangetoond, zal worden gevolgd door de bouw van een demonstratie-eenheid van een op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrale (DEMO).

De gemeenschappelijke onderneming heeft de volgende taken:

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

het opstellen en coördineren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten.

Rechtsgronden

Besluit 2013/791/Euratom van de Raad van 13 december 2013 tot wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (PB L 349 van 21.12.2013, blz. 100).

08 04 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 04 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 04 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

252 361 301,21

183 579 922,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 04 51
Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

336 561 599

p.m.

415 565 952

957 033 262,26

297 135 757,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze Overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

HOOFDSTUK 08 05 —   ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

08 05 01

Onderzoeksprogramma staal

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

37 472 829,98

36 665 789,09

 

08 05 02

Onderzoeksprogramma kolen

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

16 182 631,20

12 131 295,43

 

 

Hoofdstuk 08 05 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

53 655 461,18

48 797 084,52

 

Toelichting

Het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal biedt elk jaar financiële steun aan innoverende projecten om de veiligheid, de efficiëntie en het concurrentievermogen van de kolen- en staalindustrie van de Unie te verbeteren. Het werd opgericht in 2002 om voort te bouwen op het succes van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. De verdeling van de kredieten voor steenkool (27,2 %) en staal (72,8 %) is gedefinieerd in Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29van 5.2.2003, blz. 22).

08 05 01
Onderzoeksprogramma staal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

37 472 829,98

36 665 789,09

Toelichting

De activiteiten op het vlak van het onderzoeksprogramma staal hebben als doel de staalproductieprocedés te verbeteren om de kwaliteit van het product te verbeteren en de productiviteit te verhogen. Een verlaging van emissies, energieverbruik en milieueffecten, alsook een beter gebruik van grondstoffen en het behoud van hulpbronnen, vormen een integraal deel van de ontwikkelingen.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

08 05 02
Onderzoeksprogramma kolen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

16 182 631,20

12 131 295,43

Toelichting

De activiteiten op het vlak van het onderzoeksprogramma kolen hebben als doel de totale productiekosten van de mijnen terug te dringen, de productkwaliteit te verbeteren en de kosten van het gebruik van kolen te verminderen. Onderzoeksprojecten zijn ook gericht op wetenschappelijke en technologische vooruitgang, die moet leiden tot een beter inzicht in het gedrag en de beheersing van kolenlagen met betrekking tot rotsdruk, gasemissies, explosiegevaar, ventilatie en alle andere factoren die de mijnbouw beïnvloeden. Onderzoeksprojecten met deze doelstellingen moeten uitzicht bieden op resultaten die op korte tot middellange termijn toepasbaar zijn op een aanzienlijk deel van de uniale productie.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERZOEK EN INNOVATIE

BELEIDSSTRATEGIE EN — COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERZOEK EN INNOVATIE

ONTWIKKELING VAN DE EUROPESE ONDERZOEKSRUIMTE

OPBOUWEN VAN EEN INNOVATIE-UNIE

TITEL 09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

110 326 542

110 326 542

123 636 763

123 636 763

129 366 000,57

129 366 000,57

09 02

REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA VOOR EUROPA

18 358 755

18 922 106

18 026 948

16 525 240

17 918 656,32

16 838 067,49

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN/CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

91 642 770

72 471 741

83 915 000

13 734 592

2 859 125,77

11 365 300,87

09 04

HORIZON 2020

1 506 779 569

1 525 102 580

1 411 814 619

911 342 225

1 935 985 645,75

1 670 592 881,38

 

Titel 09 — Totaal

1 727 107 636

1 726 822 969

1 637 393 330

1 065 238 820

2 086 129 428,41

1 828 162 250,31

HOOFDSTUK 09 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

09 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5,2

38 464 809

38 064 059

39 026 603,98

101,46

09 01 02

Extern personeel en overige beheeruitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 100 737

2 156 787

2 326 485,28

110,75

09 01 02 11

Overige beheeruitgaven

5,2

1 682 837

1 658 457

1 745 840,54

103,74

 

Artikel 09 01 02 — Subtotaal

 

3 783 574

3 815 244

4 072 325,82

107,63

09 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5,2

2 441 979

2 464 270

2 960 280,52

121,22

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

1,1

323 000

188 003

155 648,93

48,19

 

Artikel 09 01 04 — Subtotaal

 

323 000

188 003

155 648,93

48,19

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

43 000 000

48 600 267

48 314 187,72

112,36

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

11 423 259

12 636 867

12 966 503,42

113,51

09 01 05 03

Overige beheeruitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

10 889 921

17 868 053

21 870 450,18

200,83

 

Artikel 09 01 05 — Subtotaal

 

65 313 180

79 105 187

83 151 141,32

127,31

 

Hoofdstuk 09 01 — Totaal

 

110 326 542

123 636 763

129 366 000,57

117,26

09 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

38 464 809

38 064 059

39 026 603,98

09 01 02
Extern personeel en overige beheeruitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 100 737

2 156 787

2 326 485,28

09 01 02 11
Overige beheeruitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 682 837

1 658 457

1 745 840,54

09 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 441 979

2 464 270

2 960 280,52

09 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

323 000

188 003

155 648,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand met betrekking tot identificatie, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en controle van het programma of de projecten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 09 03 01, 09 03 02 en 09 03 03.

09 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

43 000 000

48 600 267

48 314 187,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 423 259

12 636 867

12 966 503,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 03
Overige beheeruitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 889 921

17 868 053

21 870 450,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

HOOFDSTUK 09 02 —   REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA VOOR EUROPA

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 02

REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA VOOR EUROPA

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

1,1

3 220 000

3 394 146

3 150 000

2 696 800

3 025 578,32

2 928 753,84

86,29

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

1,1

9 100 612

9 100 612

8 739 000

8 739 000

9 030 185,—

9 030 185,—

99,23

09 02 04

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

1,1

3 498 143

3 498 143

3 617 948

3 617 948

3 556 000,—

3 556 000,—

101,65

09 02 05

Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

3

1 040 000

1 087 338

1 020 000

428 000

930 000,—

1 013 064,70

93,17

09 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 01

Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

3

p.m.

0,—

184 776,28

 

09 02 77 02

Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3

p.m.

326 889

500 000

500 000

500 000,—

125 287,67

38,33

09 02 77 03

Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

3

p.m.

764 978

1 000 000

543 492

876 893,—

0,—

0

09 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

3

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

09 02 77 05

Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3

500 000

250 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 09 02 77 — Subtotaal

 

1 500 000

1 841 867

1 500 000

1 043 492

1 376 893,—

310 063,95

16,83

 

Hoofdstuk 09 02 — Totaal

 

18 358 755

18 922 106

18 026 948

16 525 240

17 918 656,32

16 838 067,49

88,99

Toelichting

09 02 01
Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 220 000

3 394 146

3 150 000

2 696 800

3 025 578,32

2 928 753,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor een aantal activiteiten om:

via coördinatie van alle aspecten van elektronische communicatie een beter regelgevingskader tot stand te brengen voor mededinging, investeringen en groei: economische analyse, effectbeoordeling, beleidsontwikkeling, naleving van de regelgeving;

het beleid van de Unie op het gebied van elektronischecommunicatienetwerken en -diensten uit te voeren en te herzien teneinde initiatieven te lanceren om de uitdagingen in deze dynamische sector het hoofd te bieden (convergentie van elektronische communicatie met de audiovisuele sector en leveranciers van content);

de uitvoering van de Digitale Agenda voor Europa te faciliteren, via acties in verband met de doelstellingen inzake breedband, door middel van regelgeving, beleid en publieke financiële steun, met inbegrip van coördinatie met het Cohesiebeleid op de gebieden die relevant zijn voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten;

beleids- en coördinatiemaatregelen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de lidstaten hun nationale breedbandplannen ten uitvoer leggen, met betrekking tot de vaste en mobiele infrastructuur en de mogelijke convergentie; dit omvat ook de samenhang en de economische efficiëntie van overheidsinterventie(s) op Unie en op nationaal niveau;

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op aangelegenheden in verband met de toegang tot en de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, en met name interoperabiliteit, interconnectie, civieltechnische werkzaamheden, onafhankelijkheid van de regelgevende instanties en nieuwe maatregelen om de eengemaakte markt te versterken;

de desbetreffende regelgeving in alle lidstaten te controleren en ten uitvoer te leggen;

inbreukprocedures coördineren en input leveren voor staatssteunzaken;

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op retail- en consumentenaangelegenheden, en met name netneutraliteit, overstappen, roaming, vraag- en gebruiksstimulering en universele dienst;

door de nationale regelgevende instanties toe te passen consistente marktgerichte regelgevingen te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen alsmede te reageren op individuele kennisgevingen van die instanties, met name wat betreft relevante markten, mededinging en maatregelen van regelgevende aard, in het bijzonder voor toegangsnetwerken van de volgende generatie;

beleid op alle terreinen te ontwikkelen dat ervoor zorgt dat de lidstaten elk gebruik van spectrum beheren, met inbegrip van de verschillende domeinen van de interne markt zoals elektronische communicatie, breedbandinternet en innovatie;

de uitvoering van het regelgevingskader voor communicatiediensten (onder andere het mechanisme bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33)) te stimuleren en te volgen;

het mogelijk te maken dat derde landen een beleid voeren ter openstelling van hun markten, dat gelijkwaardig is aan dat van de Unie;

de uitvoering van het programma voor het radiospectrumbeleid te stimuleren en te volgen (Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7)).

De specifieke doelstellingen van deze maatregelen zijn:

uitwerking van een beleid en een strategie van de Unie op het gebied van communicatienetwerken en -diensten (inclusief de convergentie tussen elektronische communicatie en de audiovisuele sector, aspecten die verband houden met het internet enz.);

de ontwikkeling van een radiospectrumbeleid voor de Unie;

ontwikkeling van activiteiten in de sector mobiele en satellietcommunicatie, en met name op het gebied van de frequenties en vraagstimulering;

analyse van de situatie en de vastgestelde wetgeving, alsook van staatssteunbesluiten, op deze gebieden;

analyse van de financiële toestand van en de investeringsintensiteit in de sector;

de coördinatie van dit beleid en initiatieven die verband houden met de internationale context (bv. de Wereldradio-communicatieconferentie (WRC) en de Europese Conferentie van Post- en Telecommunicatieadministraties (CEPT) enz.);

de ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in het kader van de digitale agenda voor Europa;

ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in samenhang met het Cohesiebeleid;

ontwikkeling en onderhoud van de database met betrekking tot het programma voor het radiospectrumbeleid en andere acties voor het toezicht op en de uitvoering van het programma.

Deze maatregelen bestaan onder meer in de voorbereiding van analyses en voortgangsverslagen, de raadpleging van belanghebbenden en het publiek, de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen en het toezicht op de tenuitvoerlegging van de wetgeving, alsmede vertalingen van kennisgevingen en raadplegingen op grond van artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor contracten voor analysen en adviezen van deskundigen, specifieke studies, evaluatierapporten, coördinatiewerkzaamheden, subsidies en de cofinanciering van bepaalde werkzaamheden.

Dit krediet dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor vergaderingen van deskundigen, communicatieactiviteiten, lidmaatschap van organisaties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 03
Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 100 612

8 739 000

9 030 185,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap is gecreëerd om de Unie, de lidstaten en bijgevolg het bedrijfsleven beter in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen te voorkomen, aan te pakken en het hoofd te bieden. Om dit doel te verwezenlijken, zal het Agentschap een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en een ruime samenwerking tussen de betrokkenen uit de publieke en particuliere sector bevorderen.

Het Agentschap heeft als doel de Commissie en de lidstaten te helpen en te adviseren bij aangelegenheden in verband met netwerk- en informatiebeveiliging die binnen zijn bevoegdheden vallen, en de Commissie op verzoek te ondersteunen bij de technische voorbereidende werkzaamheden voor de actualisering en ontwikkeling van uniale wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 9 155 661 EUR. Een bedrag van 55 049 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 9 100 612 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 526/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 inzake het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 460/2004 (OJ L 165 van 18.6.2013, blz. 41).

09 02 04
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 498 143

3 617 948

3 556 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2), alsook van beleidsuitgaven die uitsluitend in verband met het werkprogramma worden gedaan (titel 3).

Het Berec is een gespecialiseerd en onafhankelijk adviesorgaan dat de Commissie en de regelgevende instanties van de lidstaten ondersteuning biedt bij de tenuitvoerlegging van het uniale regelgevingskader inzake elektronische communicatie teneinde een consistente regelgevende aanpak in de hele Unie te bevorderen. Het Berec is geen orgaan van de Unie en heeft geen rechtspersoonlijkheid.

Het Bureau is opgericht als orgaan van de Unie met rechtspersoonlijkheid, dat het Berec professionele en administratieve ondersteuning verleent bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 1211/2009 vastgestelde taken.

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 4 017 244 EUR. Een bedrag van 519 101 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 3 498 143 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).

09 02 05
Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 040 000

1 087 338

1 020 000

428 000

930 000,—

1 013 064,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (de richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1));

toezicht op de ontwikkeling van de media, met inbegrip van het pluralisme en de vrijheid van de media;

verzameling en verspreiding van economische en juridische informatie en analysen over de audiovisuele sector en convergerende media- en inhoudssectoren.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van de maatregelen die onder dit artikel vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 01
Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

184 776,28

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 02
Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

326 889

500 000

500 000

500 000,—

125 287,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 03
Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

764 978

1 000 000

543 492

876 893,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 04
Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Deze voorbereidende actie sluit aan op het sinds 2013 lopende succesvolle proefproject. Het voorgestelde Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid vloeit voort uit het Handvest voor de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Handvest voor persvrijheid, door te dienen als één Europees meldpunt waar journalistieke organisaties of personen en actoren in de media melding kunnen maken van schendingen van die handvesten. Het zal één enkel centrum voor Europa worden dat dergelijke schendingen onderzoekt en documenteert. Het zal tevens dienstdoen als alarmcentrum voor acute gevallen, bijvoorbeeld door het organiseren van steun van buitenlandse collega's voor journalisten die hulp nodig hebben. Het centrum moet gebruikmaken van input van een groot aantal bronnen, waaronder academische centra, regionale partners uit heel Europa en verschillende journalistieke organisaties.

Het centrum moet alle lidstaten en de kandidaat-lidstaten bereiken.

Dit project vormt een aanvulling op bestaande acties die worden gefinancierd uit de Uniebegroting. Meer specifiek zal het een praktische tegenhanger vormen van het academisch georiënteerde „Centrum voor mediapluralisme en mediavrijheid” gevestigd aan het Europees Universitair Instituut te Florence. Bovendien profiteert het van het momentum dat is gecreëerd door de door de Commissie opgerichte Groep op hoog niveau inzake mediavrijheid en -pluralisme en van de resolutie van het Europees Parlement van 21 mei 2013 over het EU-Handvest: vaststelling van normen voor de vrijheid van de media in de gehele Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 05
Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Deze voorbereidende actie sluit aan op het in 2013 en 2014 door het Europees Parlement gefinancierde proefproject voor het testen en toepassen van de Media Pluralism Monitor (MPM), ontwikkeld in 2009 op verzoek van de Commissie, door een consortium van Europese universiteiten.

Het proefproject met het MPM wordt momenteel uitgevoerd door het Centrum voor mediapluralisme en mediavrijheid in het Robert Schuman-centrum voor geavanceerde studies/Europees Universitair Instituut, een academisch centrum dat in 2011 werd opgericht door de Commissie als onderdeel van de voortdurende inspanningen van de Unie om de bescherming van het mediapluralisme en de mediavrijheid in Europa te verbeteren en te beoordelen welke maatregelen er op Europees of nationaal niveau moeten worden genomen om deze doelstellingen te bevorderen. In het kader van het proefproject test het Centrum voor mediapluralisme en mediavrijheid een gestroomlijnde versie van het MPM 2009 op basis van een representatieve steekproef van negen lidstaten: België, Bulgarije, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië en het VK. Deze landen zijn geselecteerd aan de hand van objectieve criteria, om de grootste mate van neutraliteit te waarborgen en een grootschalige tenuitvoerlegging in verschillende omstandigheden mogelijk te maken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 03 —   FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN/CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN/CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

1,1

p.m.

3 056 060

10 000 000

p.m.

 

 

 

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

1,1

35 575 000

35 799 319

34 889 000

p.m.

 

 

 

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitale-diensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

1,1

56 067 770

29 687 199

39 026 000

7 884 592

 

 

 

09 03 51

Voltooiing van voorgaande programma's

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

1,1

p.m.

3 929 163

5 850 000

2 859 125,77

11 365 300,87

289,26

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 09 03 51 — Subtotaal

 

p.m.

3 929 163

5 850 000

2 859 125,77

11 365 300,87

289,26

 

Hoofdstuk 09 03 — Totaal

 

91 642 770

72 471 741

83 915 000

13 734 592

2 859 125,77

11 365 300,87

15,68

09 03 01
Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 056 060

10 000 000

p.m.

 

 

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de Connecting Europe Facility zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de breedbanddoelstellingen van de Connecting Europe Facility en omvatten studies en ondersteunende acties, in het bijzonder technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Acties die onder dit artikel vallen, worden gewoonlijk uitgevoerd door gebruikmaking van subsidies of overheidsopdrachten, hetzij onder direct beheer in de zin van artikel 58, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement, hetzij onder indirect beheer in de zin van 58, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), en met name artikel 5, lid 2, onder a).

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), en met name artikel 6, lid 9, en deel 3 van de bijlage.

09 03 02
Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 575 000

35 799 319

34 889 000

p.m.

 

 

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de Connecting Europe Facility zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van breedbandnetwerken.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de bovengenoemde doelstellingen door middel van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

De uitgaven dekken financiële bijstand voor breedbandnetwerken, in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Alle uit financieringsinstrumenten terugvloeiende bedragen, met inbegrip van kapitaalaflossingen, vrijgegeven garanties en terugbetalingen van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden teruggestort en geboekt onder post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten uit hoofde van artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, mogen overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement voor hetzelfde financieringsinstrument worden gebruikt.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), en met name artikel 7, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), en met name artikel 6, lid 7, en deel 2 van de bijlage.

09 03 03
Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitale-diensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 067 770

29 687 199

39 026 000

7 884 592

 

 

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

De acties ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitalediensteninfrastructuur.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen gewoonlijk bij aan de genoemde doelstellingen door gebruikmaking van het instrument van subsidies en overheidsopdrachten:

centrale dienstenplatforms worden gewoonlijk gefinancierd door middel van overheidsopdrachten, met uitzondering van Europeana;

algemene diensten worden gewoonlijk gefinancierd door middel van subsidies;

digitale platforms, zoals Europeana, om de creatieve sector te ondersteunen en economische activiteit op basis van gedigitaliseerde culturele bronnen te vergemakkelijken.

De uitgaven dekken de volledige cyclus van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten, omvattende haalbaarheidsstudies, uitvoering, exploitatie en verbetering, coördinatie en evaluatie en technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014. De aandacht moet niet alleen worden gericht op het creëren van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten en aanverwante diensten maar ook op de governance betreffende de exploitatie van dergelijke platforms en diensten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), en met name artikel 4, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), en met name artikel 6, leden 1 tot en met 6, lid 9, daarvan en delen 1 en 3 van de bijlage daarbij.

09 03 51
Voltooiing van voorgaande programma's

09 03 51 01
Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 929 163

5 850 000

2 859 125,77

11 365 300,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1351/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 118).

09 03 51 02
Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet plus.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 854/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 04 —   HORIZON 2020

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 04

HORIZON 2020

09 04 01

Wetenschap van topkwaliteit

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1,1

232 151 334

109 225 168

239 081 487

10 300 623

 

 

 

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

1,1

105 290 655

83 011 128

96 956 907

2 101 017

 

 

 

 

Artikel 09 04 01 — Subtotaal

 

337 441 989

192 236 296

336 038 394

12 401 640

 

 

 

09 04 02

Industrieel leiderschap

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

1,1

824 154 429

467 483 720

720 260 961

44 192 289

 

 

 

 

Artikel 09 04 02 — Subtotaal

 

824 154 429

467 483 720

720 260 961

44 192 289

 

 

 

09 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1,1

132 981 639

52 428 081

131 580 377

11 991 283

 

 

 

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1,1

43 725 806

21 845 034

38 116 288

3 290 165

 

 

 

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1,1

50 665 706

18 786 729

46 778 599

p.m.

 

 

 

 

Artikel 09 04 03 — Subtotaal

 

227 373 151

93 059 844

216 475 264

15 281 448

 

 

 

09 04 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

1,1

786 407

784 523

540 000

540 000

 

 

 

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel)

1,1

115 023 593

61 166 094

135 000 000

33 750 000

 

 

 

 

Artikel 09 04 07 — Subtotaal

 

115 810 000

61 950 617

135 540 000

34 290 000

 

 

 

09 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

09 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

208 744 485,06

211 615 424,87

 

 

Artikel 09 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

208 744 485,06

211 615 424,87

 

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

655 417 350

p.m.

723 054 637

1 573 803 807,15

1 320 031 254,34

201,40

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

296 642,04

1 392 086,—

 

09 04 53

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

1,1

p.m.

52 428 081

p.m.

80 372 211

153 140 711,50

136 134 963,17

259,66

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 419 153,—

 

 

Artikel 09 04 53 — Subtotaal

 

p.m.

52 428 081

p.m.

80 372 211

153 140 711,50

137 554 116,17

262,37

09 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01

Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

1,1

2 000 000

1 654 288

1 500 000

750 000

 

 

 

09 04 77 02

Proefproject – Verbonden voor gezondheid: Welzijns- en gezondheidsoplossingen in een open access FTTH-netwerk

1,1

p.m.

436 192

1 000 000

500 000

 

 

 

09 04 77 03

Proefproject — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

1,1

p.m.

436 192

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Artikel 09 04 77 — Subtotaal

 

2 000 000

2 526 672

3 500 000

1 750 000

 

 

 

 

Hoofdstuk 09 04 — Totaal

 

1 506 779 569

1 525 102 580

1 411 814 619

911 342 225

1 935 985 645,75

1 670 592 881,38

109,54

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in de hele Unie te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder post 09 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 09 01 05 worden opgevoerd.

09 04 01
Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van de Unie op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, onderzoekers toegang verlenen tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

09 04 01 01
Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

232 151 334

109 225 168

239 081 487

10 300 623

 

 

Toelichting

De specifieke doelstelling is het bevorderen van baanbrekende nieuwe technologieën door nieuwe en zeer risicovolle ideeën op wetenschappelijke grondslag te onderzoeken. Door een flexibele ondersteuning van doelgericht en interdisciplinair onderzoek in samenwerkingsverbanden op uiteenlopende niveaus en door het vaststellen van innovatieve onderzoekspraktijken wordt getracht kansen in kaart te brengen met langetermijnvoordelen voor de burgers, de economie en de samenleving.

Activiteiten onder de specifieke doelstelling „onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën” bestrijken het gehele spectrum van wetenschappelijk aangestuurde innovatie: van kleinschalige vroegtijdige bottom-upverkenningen van embryonale en fragiele ideeën tot het ontwikkelen van nieuwe onderzoeks- en innovatiegemeenschappen rondom opkomende onderzoeksgebieden met transformatiepotentieel en grote onderzoeksinitiatieven in samenwerkingsverband op basis van een onderzoeksagenda met ambitieuze en visionaire doelstellingen.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 1, onder b).

09 04 01 02
Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 290 655

83 011 128

96 956 907

2 101 017

 

 

Toelichting

De specifieke doelstelling is Europa te voorzien van onderzoeksinfrastructuur van wereldklasse die voor alle onderzoekers binnen en buiten Europa toegankelijk is en die de mogelijkheden voor wetenschappelijke vooruitgang en innovatie volledig benut.

De activiteiten zullen zijn gericht op de ontwikkeling, toepassing en exploitatie van e-infrastructuur. Daarnaast zijn er activiteiten op het gebied van innovatie, het ter beschikking stellen van meer personele middelen voor onderzoeksinfrastructuur, het uitstippelen van beleid en internationale samenwerking voorzien.

Er wordt een geïntegreerde en servicegerichte benadering gehanteerd om e-infrastructuren te verwezenlijken die tegemoetkomen aan de behoeften van de Europese wetenschap, industrie en maatschappij wat betreft de ontwikkeling en toepassing van geïntegreerde e-infrastructuurdiensten voor zeer uiteenlopende onderzoeksgemeenschappen (waarbij de strikte scheiding tussen deelgebieden wordt weggenomen). De coördinatie en synergie met betrekking tot de ontwikkeling van e-infrastructuur op nationaal niveau en het uitbreiden van e-infrastructuur tot buiten de wetenschap, tot de driehoek wetenschap-industrie-maatschappij.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 1, onder d).

09 04 02
Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor bedrijven in de Unie dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

09 04 02 01
Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

824 154 429

467 483 720

720 260 961

44 192 289

 

 

Toelichting

De specifieke doelstelling is het onderhouden en opbouwen van wereldwijd leiderschap op het gebied van ontsluitende technologieën die het concurrentievermogen in een reeks bestaande en opkomende industrieën en sectoren ondersteunen. Overeenkomstig de digitale agenda voor Europa is de specifieke doelstelling van onderzoek en innovatie op ICT-gebied Europa in staat te stellen de kansen die de vooruitgang in de ICT biedt te ontwikkelen en benutten ten bate van de burgers, het bedrijfsleven en wetenschappelijke gemeenschappen.

ICT is de steunpijler voor innovatie en concurrentievermogen in de meeste uiteenlopende private en publieke markten en sectoren en maakt daarnaast wetenschappelijke vooruitgang op alle gebieden mogelijk. De komende tien jaar zullen alle aspecten van het leven steeds meer doordrongen worden van het transformatie-effect van digitale technologieën alsmede ICT-componenten, -infrastructuren en -diensten.

De activiteiten zullen wetenschappelijke en technologische basis in de Unie verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa. De activiteiten in het kader van de specifieke doelstelling „leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie” worden voornamelijk gebaseerd op door de industrie en het bedrijfsleven in samenwerking met de onderzoeksgemeenschap bepaalde onderzoeks- en innovatieagenda’s. Hierbij wordt een grote nadruk gelegd op de hefboomwerking om investeringen uit de private sector aan te trekken.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder deze post vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder a), i).

09 04 03
Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

09 04 03 01
Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

132 981 639

52 428 081

131 580 377

11 991 283

 

 

Toelichting

Doel van dit actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 is het gebruik en de ontwikkeling van e-gezondheidszorg om een aantal van de meest dringende uitdagingen voor de gezondheidszorg en de gezondheidszorgstelsels in de eerste helft van de 21e eeuw aan te pakken, namelijk:

verbeteren van de behandeling van chronische ziekten en multimorbiditeit (meerdere ziekten tegelijkertijd) en versterken van doeltreffende maatregelen voor preventie en gezondheidsbevordering;

verhogen van de duurzaamheid en doeltreffendheid van gezondheidsstelsels door het ontsluiten van innovatie, een meer op de patiënt/burger gerichte zorg en meer mondigheid van de burgers, en bevorderen van organisatorische veranderingen;

bevorderen van grensoverschrijdende gezondheidszorg, bescherming van de gezondheid, solidariteit, universaliteit en gelijkheid;

verbeteren van de juridische en marktvoorwaarden voor de ontwikkeling van e-gezondheidsproducten en -diensten.

Het is gebleken dat op ICT gebaseerde producten en diensten kunnen helpen deze aanzienlijke uitdagingen het hoofd te bieden in de vorm van gepersonaliseerde gezondheidszorg-, telegezondheids- en telezorgoplossingen, dienstverlenende robotica voor de gezondheidszorg- en de zorgsector, steun om langer actief en onafhankelijk te leven alsmede de thuiszorg. Dit biedt daarnaast aanzienlijke nieuwe groeikansen, omdat er grote nieuwe markten ontstaan voor op ICT gebaseerde producten en diensten met betrekking tot de gezondheidszorg, demografische ontwikkelingen en welzijn.

De activiteiten bestrijken de ontwikkeling en exploitatie van ICT voor oplossingen op het gebied van de gezondheidszorg, welzijn en gezond ouder worden. Hierbij wordt voortgebouwd op ondersteunende technologieën uit de ICT in het kader van het leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën, zoals micro- en nanosystemen, ingebedde systemen, robotica, internet van de toekomst en cloudtechnologieën. Daarnaast wordt er voortgebouwd op de verdere ontwikkeling van technologieën ter bevordering van de beveiliging en de persoonlijke levenssfeer.

Verder wordt het gemeenschappelijke onderzoek- en ontwikkelingsprogramma voor omgevingsondersteund wonen, ondersteund om bij te dragen aan de beschikbaarheid en exploitatie van op ICT gebaseerde producten en diensten, en worden de innovatie- en proefprojecten op ICT-gebied ondersteund in het kader van het Europese innovatiepartnerschap voor actief en gezond ouder worden en het actieplan e-gezondheidszorg 2020.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder deze post vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particulier ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het nieuwe Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor uniale projecten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder a).

09 04 03 02
Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

43 725 806

21 845 034

38 116 288

3 290 165

 

 

Toelichting

De specifieke doelstelling is het bevorderen van inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen in een wereld van transformaties zonder weerga en een wereldwijd toenemende onderlinge afhankelijkheid.

De activiteiten bestrijken vier hoofdterreinen: ICT-gestuurde innovaties in de overheidssector, het inzichtelijk maken en behouden van Europa's intellectuele basis, leren en inclusie.

ICT-gestuurde innovaties in de overheidssector hebben betrekking op het gebruik van ICT voor het verwezenlijken en uitvoeren van nieuwe processen, producten, diensten en toe te passen methoden, die leiden tot een wezenlijke verbetering van de efficiency, doeltreffendheid en kwaliteit van overheidsdiensten. Overheidsdiensten moeten in de toekomst per definitie digitaal en grensoverschrijdend werken. De activiteiten omvatten het bevorderen van efficiënte, open en klantgerichte openbare diensten, waarbij de publieke sector wordt betrokken als katalysator van innovatie en veranderen, alsook grensoverschrijdende innovatieve maatregelen of het „naadloos” leveren van openbare diensten.

Het doel met betrekking tot het tweede hoofdterrein is „Europa's intellectuele basis inzichtelijker te maken: haar geschiedenis en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven”.

Met betrekking tot het derde hoofdterrein is het doel ondersteunen van de grootschalige invoering van ICT op scholen en voor opleidingen in Europa.

Het doel met betrekking tot het vierde hoofdterrein is ervoor te zorgen dat ouderen (65 jaar en ouder), werklozen en laagopgeleiden, migranten, zorgbehoevenden, inwoners van afgelegen en arme gebieden, mensen met een handicap en daklozen volwaardig aan de samenleving deelnemen. De activiteiten zijn erop gericht ervoor te zorgen dat zij over de vereiste digitale vaardigheden beschikken en toegang hebben tot digitale technologieën.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder f).

09 04 03 03
Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 665 706

18 786 729

46 778 599

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuwe post

De specifieke doelstelling bestaat erin de samenleving te beveiligen, de vrijheid en veiligheid van de Unie en de burgers te beschermen.

Het gaat om een geïntegreerd gamma van activiteiten om: oplossingen te ontwikkelen om onze samenleving en economie te beschermen tegen al dan niet opzettelijke verstoringen van de informatie- en communicatietechnologieën waarop deze steunen; oplossingen aan te reiken voor volledig beveiligde ICT-systemen, -diensten en -toepassingen; het recht van personen op privacy in de digitale samenleving te beschermen; de industrie te stimuleren om veilige ict te leveren; de keuze voor veilige ict aan te moedigen. het optreden is erop gericht computerveiligheid, vertrouwen in en privacy op de digitale eengemaakte markt te waarborgen, en tegelijkertijd de concurrentiepositie van de Uniebeveiligings-, ict- en dienstensectoren te verbeteren. Daarnaast wordt beoogd het vertrouwen van de gebruikers in hun deelname aan de digitale samenleving te vergroten en de bezorgdheid bij de burgers wegnemen dat hun persoonlijke informatie (bv. bij internetbankieren of -winkelen) vanwege een gebrekkige beveiliging wordt gelekt.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder g).

09 04 07
Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31
Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

786 407

784 523

540 000

540 000

 

 

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

09 04 07 32
Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

115 023 593

61 166 094

135 000 000

33 750 000

 

 

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

09 04 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

208 744 485,06

211 615 424,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 51
Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

655 417 350

p.m.

723 054 637

1 573 803 807,15

1 320 031 254,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met het zevende kaderprogramma (2007-2013).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

296 642,04

1 392 086,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de dekking van de eerdere verplichtingen in verband met de voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

09 04 53
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

52 428 081

p.m.

80 372 211

153 140 711,50

136 134 963,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI) — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

09 04 53 02
Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 419 153,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma e-Inhoud plus, met netwerken in de telecommunicatiesectoren en met het meerjarenprogramma Modinis.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 2717/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 november 1995 betreffende een reeks richtsnoeren voor de ontwikkeling van Euro-ISDN (digitaal netwerk voor geïntegreerde diensten) als trans-Europees netwerk (PB L 282 van 24.11.1995, blz. 16).

Beschikking 96/339/EG van de Raad van 20 mei 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (Info 2000) (PB L 129 van 30.5.1996, blz. 24).

Beschikking 96/664/EG van de Raad van 21 november 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de taalverscheidenheid in de Gemeenschap in de informatiemaatschappij (PB L 306 van 28.11.1996, blz. 40).

Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (PB L 183 van 11.7.1997, blz. 12).

Beschikking 98/253/EG van de Raad van 30 maart 1998 tot aanneming van een communautair meerjarenprogramma om de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa te stimuleren (informatiemaatschappij) (PB L 107 van 7.4.1998, blz. 10).

Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32).

Beschikking nr. 2256/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (2003-2005) voor de monitoring van het eEurope-actieplan 2005, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging (Modinis) (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 1).

Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1).

09 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01
Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 654 288

1 500 000

750 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Nu de werkloosheid onder de nieuwe generaties alarmerend hoog is, moet Europa een innovatiegerichte samenleving worden om de weg naar groei terug te vinden. Hiertoe moeten nieuwe technologieën ontwikkeld worden en nieuwe manieren worden gevonden voor het verkrijgen, doorgeven en gezamenlijk opbouwen van kennis door de burgers van de Unie. Hoger onderwijs en onderzoek ontwikkeling zich in hoog tempo. De totstandbrenging van nieuwe kennistechnologie vereist de opleiding van docenten, studenten en onderzoekers, almede van iedereen die zich moet aanpassen aan de nieuwe eisen van de markt. Gezien de steeds toenemende gegevensstroom moeten burgers in de Unie de kans krijgen zich inhoud eigen te maken en hun kennis uit te breiden op elk tijdstip en op elke plaats, binnen een ecosysteem voor collaboratief leren. De vele initiatieven, zoals burgerwetenschap, games voor wetenschappelijk onderzoek en Massive Open Online Course (MOOC's) laten zien dat, net als veel andere sectoren, onderwijs en onderzoek een snelle ontwikkeling doormaken. Europa kan hier alleen bij aanhaken en zelfs het voortouw nemen door te investeren in de volgende generatie van instrumenten en in de volgende generaties van burgers die nieuwe manieren van leren, onderwijzen en onderzoek willen opzetten.

Het initiatief „Het onderwijs openstellen” van de Commissie moet een basis bieden voor een betere benutting van ICT in het onderwijs. Daarmee moet onderwijs beter toegankelijk worden en moet het leren efficiënter worden gemaakt door het delen en openstellen van inhoud voor iedereen. Dit initiatief dient voor het beschikbaar maken van inhoud, maar voorafgaand moet de aanwezige kennis in kaart worden gebracht en geconsolideerd.

Gezien de jeugdwerkloosheid van dit moment die gepaard gaat met een tekort aan geschoolde werknemers in een groot aantal lidstaten, is het duidelijk dat de Unie een belangrijke component mist om deze lacune in de kennis te vullen. De belangen en het kennisniveau van personen moeten aansluiten op niet alleen de meest gevraagde vaardigheden op de arbeidsmarkt, maar ook op de routekaarten voor kennisvermeerdering met behulp waarvan ze hun kennis en vaardigheden kunnen vergroten.

Om het potentieel van dit nieuwe type leervormen voor de arbeidsmarkt volledig te kunnen benutten, zijn er ook methodes nodig waarmee de kwaliteit van het geleerde kan worden geconsolideerd. Met het oog daarop moet een mechanisme worden ontworpen om personen in staat te stellen hun vaardigheden en kennis te evalueren (in kaart brengen van hun kennis), na te gaan welke kennis nodig is op de arbeidsmarkt en een leerpad uit te stippelen om de aansluiting met de arbeidsmarkt te verwezenlijken, door voor elk individu de juiste leerinhoud te bieden. Alleen op deze wijze kan worden gewaarborgd dat de juiste inhoud beschikbaar is voor elke doelgroep. Om de voortgang op het leertraject te kunnen volgen moet de opgedane kennis worden gevalideerd, mogelijkerwijs door middel van online certificaten of insignes.

Van dit soort sociale en technologische innovaties moeten alle burgers kunnen gebruikmaken, ongeacht hun inkomen, talen, leeftijd, leeftijd of culturele achtergrond. Dit project moet daarom bijdragen aan het overbruggen van de kenniskloof en de werkloosheid verlagen, door met name jonge werklozen te helpen hun kennis optimaal uit te breiden en nieuwe carrièrekansen te vinden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 02
Proefproject – Verbonden voor gezondheid: Welzijns- en gezondheidsoplossingen in een open access FTTH-netwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

436 192

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject is gericht op het testen van welzijns- en gezondheidstoepassingen in open access FTTH-netwerken. Het verlenen van welzijns- en gezondheidsdiensten in de toekomst zal moeten berusten op oplossingen die gebaseerd zijn op FTTH en de verwezenlijking van een volledige en snelle e-Gezondheidsoplossing zal bijdragen aan de totstandkoming van een van de doelstellingen van de digitale agenda voor Europa.

Het project zal nieuwe en bestaande e-Gezondheidsapplicaties opsporen, inventariseren en uittesten, met als doel het nut en de bruikbaarheid van bepaalde diensten te verbeteren. Zo bijvoorbeeld zal het project onderzoek doen naar de autonomie van de patiënt en naar de mogelijkheid van de beroepsbeoefenaren uit de welzijns- en gezondheidssector om patiëntengegevens te delen. Met open access FTTH-netwerken kan een aantal e-Gezondheidsoplossingen worden verwezenlijkt, bv. beheer van persoonlijke gezondheidsinformatie, patiëntentoezicht thuis, het doorsturen van beeldvorming van centrale ziekenhuizen naar gezondheidscentra op het platteland, telefysiotherapie enz.

Het project is bedoeld voor plattelandsgebieden met grote afstanden en met bestaande, op samenwerking gebaseerde FTTH-netwerken die volgens een effectief open-access-principe opereren. Een dergelijk netwerk bestaat bijvoorbeeld in Zuid-Ostrobothnië. Bij de ontwikkeling van elektronische welzijns- en gezondheidsoplossingen voor de toekomst moet de aandacht vooral uitgaan naar de plattelandsgebieden, gezien de grote afstand van de dienstverleners en de aanzienlijke demografische uitdagingen.

FTTH is de meest geavanceerde technologie voor specifieke welzijns- en gezondheidsapplicaties met snelle symmetrische verbindingen en lage latenties, in het bijzonder via snelle downstream en upstream. Het belangrijkste is echter dat het open access model alle dienstverleners de mogelijkheid biedt hun diensten gratis aan te bieden op dezelfde vezel. De vrije concurrentie die hierdoor ontstaat is goed voor de dienstverlening en de kwaliteitprijsverhouding en bevordert de toegankelijkheid.

Dit proefproject is uniek en druist niet in tegen enig nationaal of uniaal programma. Aangezien het proefproject niet gericht is op de ontwikkeling van breedbandnetwerken overlapt het niet met de bestaande nationale of uniale programma's voor breedbandontwikkeling in de lidstaten

De looptijd van dit proefproject bedraagt twee jaar.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 03
Proefproject — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

436 192

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject dient om het Europese intellectuele kapitaal ten volle te benutten met behulp van de nieuwe media, ten behoeve van burgers, ondernemers en wetenschappers.

Doel is de ontwikkeling van een elektronische infrastructuur op basis van sociale netwerkconcepten, ter bevordering van rechtstreekse communicatie tussen onderzoekers, ondernemingen en media binnen de Europese Onderzoeksruimte (EOR).

In het proefproject worden de strategische terreinen op het gebied van de prioriteit „maatschappelijke uitdagingen” zoals omschreven in de Europa 2020-strategie als uitgangspunt genomen voor de oprichting van virtuele clusters inzake deze kernthema's, als kanaal voor een rechtstreekse en open dialoog tussen wetenschap en samenleving.

Met het proefproject wordt gestreefd naar actievere interactie tussen wetenschap, burgers en beleidsmakers via de Europese en sociale media, zodat de burgers de onderzoeksagenda kunnen meebepalen en kunnen meepraten over lopende onderzoeksprocessen, alsmede kunnen meediscussiëren over de resultaten en gevolgen van onderzoek voor maatschappij, beleid en vervolgonderzoek

De doelstellingen van het proefproject zijn:

de ontwikkeling van een betrouwbare, elektronische infrastructuur zonder winstoogmerk (te vergelijken met sociale netwerken) als instrument voor het bevorderen van communicatie en dialoog tussen disciplines, sectoren en over de grenzen heen;

het integreren van de beveiliging van de identiteit van onderzoekers en andere deelnemers om een betrouwbare en veilige omgeving te waarborgen;

het koppelen van bestaande onderzoeksdatabanken, om een enkel toegangspunt op te zetten voor onderzoeksresultaten uit alle landen en sectoren (interoperabiliteit), tevens gekoppeld met bestaande Europese initiatieven;

het opzetten van virtuele clusters met betrekking tot „maatschappelijke uitdagingen” waarin onderzoekers, industrie, media en beleidsmakers worden bijeengebracht om beter te kunnen samenwerken op deze kerngebieden, uitgaand van bestaande Europese samenwerkingsverbanden, gericht op het tot stand brengen van een eenvoudig en nuttig instrument ter bevordering van dialoog en samenwerking;

het opzetten van een rechtstreekse dialoog tussen deze virtuele clusters (zie vierde streepje) en burgers via toonaangevende Europese media.

Het project biedt een antwoord op de behoeften en punten van zorg die zijn omschreven in de Digitale Agenda voor Europa en Horizon 2020.

Actuele onderwerpen waar het project op inspeelt: recente ICT-ontwikkelingen laten zien hoe sociale netwerken en elektronische infrastructuur kunnen bijdragen aan het kanaliseren van de mogelijkheden die netwerken bieden.

De bestaande online-infrastructuur voor onderzoek heeft te maken met de volgende problemen:

omvang: de meeste bestaande netwerken zijn te klein om contacten te kunnen leggen buiten hun specifieke terrein en onderzoeksgroep (volgens statistieken van de Commissie is de gemiddelde omvang van een onlinenetwerk van onderzoekers ongeveer 100 gebruikers). Er moet een omvangrijk netwerk worden opgezet om onderzoekers en andere belanghebbenden toegang te bieden tot informatie uit andere sectoren en disciplines, met gebruikmaking van een instrument waar zij vertrouwd mee zijn,

bereik: normaal gesproken worden in netwerken gebruikers bijeengebracht binnen hetzelfde terrein en dezelfde sector. Om de innovatieve capaciteit binnen Europa ten volle te benutten moet het makkelijker worden om verbindingen te leggen tussen disciplines en sectoren,

betrouwbaarheid: een belangrijke reden waarom grote netwerken binnen het onderzoek niet succesvol zijn is dat bestaande contacten nog altijd zijn gebaseerd op persoonlijke netwerken en dat de identiteit van gebruikers in onlinenetwerken niet altijd wordt vertrouwd. Om contacten tussen disciplines te bevorderen moet een systeem worden ingevoerd voor verificatie van identiteit, teneinde een veilige omgeving te creëren voor alle gebruikers,

vertrouwen: vertrouwen is van wezenlijk belang voor elk netwerk. Op basis van marktonderzoek moet een Europees sociaal netwerk/elektronische infrastructuur worden ontwikkeld in samenwerking met de verschillende belanghebbenden, dat geen winstoogmerk mag hebben en een duidelijk IP-beleid moet voeren, en moet worden ontwikkeld in samenwerking met onderzoekers.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

TITEL 10

EIGEN ONDERZOEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

330 509 370

330 509 370

348 591 970

348 591 970

389 458 782,06

389 458 782,06

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

35 127 845

31 976 761

33 556 000

27 860 506

46 553 136,50

36 315 434,96

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

10 560 000

9 541 097

10 455 000

9 530 479

11 703 395,27

11 184 015,90

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

39 246 893,19

34 973 956,27

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

27 773 000

30 025 140

26 999 000

29 000 000

30 993 933,61

28 523 889,05

 

Titel 10 — Totaal

403 970 215

402 052 368

419 601 970

414 982 955

517 956 140,63

500 456 078,24

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).

De kredieten dienen ter dekking van de uitgaven in verband met:

personeel op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) en extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s;

personeelsgerelateerde kosten zoals dienstreizen, opleiding, medische diensten en aanwerving;

de werking van de JRC-instituten, administratieve ondersteuning, veiligheid en zekerheid van de sites, uitgaven in verband met IT, eenmalige kosten en belangrijke onderzoeksinfrastructuren;

onderzoek en ondersteunende activiteiten, waaronder verkennend onderzoek, wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van diensten enz.;

onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die aan het JRC worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor hoofdstukken 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de posten 10 02 50 01 en 10 03 50 01.

HOOFDSTUK 10 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

136 700 000

136 700 000

134 810 790,50

98,62

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

32 400 000

32 400 000

35 000 000,39

108,02

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

58 163 970

58 163 970

80 416 435,18

138,26

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

1,1

2 000 000

2 000 000

 

 

10 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

54 200 000

56 275 000

54 745 327,09

101,01

10 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

10 000 000

10 699 000

36 827 937,89

368,28

10 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

35 045 400

38 707 000

47 658 291,01

135,99

10 01 05 14

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

1,1

2 000 000

13 647 000

 

 

 

Artikel 10 01 05 — Subtotaal

 

330 509 370

348 591 970

389 458 782,06

117,84

 

Hoofdstuk 10 01 — Totaal

 

330 509 370

348 591 970

389 458 782,06

117,84

10 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 1, 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze ontvangsten zullen worden gebruikt om de kosten te dekken van met name de personeelsuitgaven en de middelen die samenhangen met acties die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden uitvoert.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Deze kredieten kunnen worden verhoogd met kredieten die het Gemeenschappelijk Centrum verdient door in mededinging deel te nemen aan acties onder contract en activiteiten voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van het EU-beleid. De activiteiten in mededinging van het JRC bestaan uit:

activiteiten verricht na een subsidie- of aanbestedingsprocedure;

activiteiten voor rekening van derden;

activiteiten uit hoofde van een administratieve overeenkomst met andere instellingen of andere diensten van de Commissie voor de verstrekking van technische en wetenschappelijke diensten.

10 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

136 700 000

136 700 000

134 810 790,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, en met name:

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

32 400 000

32 400 000

35 000 000,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

58 163 970

58 163 970

80 416 435,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 01 en 10 01 05 02 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten, representatiekosten enz.;

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

uitgaven in verband met de werking van JRC-instituten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, afkoeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor workshops; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.;

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-instituten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.;

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.;

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.;

eenmalige kosten. Deze post dekt renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie, aanpassing aan nieuwe normen enz. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke infrastructuren onder post 10 01 05 04 kunnen eruit worden gefinancierd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 04
Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 000 000

2 000 000

 

Toelichting

Deze post dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 11
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

54 200 000

56 275 000

54 745 327,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma's — Euratom-programma, en met name:

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 12
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 000 000

10 699 000

36 827 937,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma's — Euratom-programma.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 13
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

35 045 400

38 707 000

47 658 291,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 11 en 10 01 05 12 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten, representatiekosten enz.,

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

uitgaven in verband met de werking van JRC-instituten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, afkoeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor workshops; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.;

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-instituten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.;

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.;

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.;

eenmalige kosten. Deze post dekt de renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie, aanpassing aan nieuwe normen enz. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke onderzoeksinfrastructuren onder post 10 01 05 14 kunnen eruit worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 14
Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 000 000

13 647 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

HOOFDSTUK 10 02 —   HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

1,1

35 127 845

27 961 643

33 556 000

10 280 091

 

 

 

10 02 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014 tot 2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

10 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

10 171 754,13

1 397 263,66

 

 

Artikel 10 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

10 171 754,13

1 397 263,66

 

10 02 51

Voltooiing van het Zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007 tot 2013)

1,1

p.m.

4 015 118

p.m.

17 580 415

36 347 887,99

34 777 744,99

866,17

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

1,1

p.m.

33 494,38

140 426,31

 

 

Hoofdstuk 10 02 — Totaal

 

35 127 845

31 976 761

33 556 000

27 860 506

46 553 136,50

36 315 434,96

113,57

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 voorziet in een gemeenschappelijk strategisch kader voor financiering door de Unie van onderzoek en innovatie van topkwaliteit, en vervult daarmee een centrale rol in de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei („Europa 2020-strategie”); bijgevolg fungeert het programma als een hefboominstrument voor particuliere en publieke investeringen, het scheppen van nieuwe arbeidsmarktkansen, het waarborgen van Europa's duurzaamheid, groei, economische ontwikkeling, sociale inclusie en industrieel concurrentievermogen op de lange termijn en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen in de gehele Unie.

Dit krediet dient te worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

10 02 01
Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 127 845

27 961 643

33 556 000

10 280 091

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de wetenschappelijke en technische ondersteunings- en onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig deel IV van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 „Niet-nucleaire eigen acties van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC)”, teneinde klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van Uniebeleid te bieden. Het JRC richt zich op:

wetenschap van topkwaliteit: het JRC zal onderzoek verrichten om de empirische wetenschapsbasis voor beleidsvorming te verbeteren en opkomende gebieden van wetenschap en technologie te onderzoeken, onder andere door middel van een verkennend onderzoeksprogramma;

industrieel leiderschap: het JRC zal bijdragen tot het uniale concurrentievermogen door het normalisatieproces en normen te steunen door middel van prenormatief onderzoek, de ontwikkeling van referentiemateriaal en metingen en harmonisatie van methodologieën op vijf concentratiegebieden (energie; vervoer; het vlaggenschipinitiatief „Digitale agenda voor Europa”; veiligheid en beveiliging; consumentenbescherming). Het JRC zal veiligheidsbeoordelingen uitvoeren voor nieuwe technologieën op terreinen als energie, vervoer, gezondheid en consumentenbescherming. Het JRC zal bijdragen tot het vergemakkelijken van de toepassing, normalisatie en validatie van ruimtetechnologie en -gegevens, met name om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden;

maatschappelijke uitdagingen: het JRC zal op de volgende gebieden onderzoek uitvoeren: gezondheid, demografische verandering en welzijn; zekere voedselvoorziening, duurzame land- en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en onderzoek van binnenwateren, en de bio-economie; zekere, schone en efficiënte energie; slim, groen en geïntegreerd vervoer; klimaatactie, milieu, efficiënt gebruik van hulpbronnen en grondstoffen; Europa in een veranderende wereld: inclusieve, innovatieve en reflexieve samenlevingen; een veilige samenleving - de vrijheid en veiligheid van Europa en haar burgers beschermen.

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie, aankoop van verbruiksgoederen enz. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

2013/743/EU: Besluit van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 6.

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 6.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

10 02 50
Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014 tot 2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de programma's voor onderzoek en ontwikkeling — Horizon 2020 tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 02 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

10 171 754,13

1 397 263,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van niet-nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling van de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 02 51
Voltooiing van het Zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 015 118

p.m.

17 580 415

36 347 887,99

34 777 744,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

10 02 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

33 494,38

140 426,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

10 03 01

Eigen onderzoek door Euratom

1,1

10 560 000

8 746 493

10 455 000

3 804 582

 

 

 

10 03 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014 tot 2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

10 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 093 630,02

346 748,52

 

 

Artikel 10 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 093 630,02

346 748,52

 

10 03 51

Voltooiing van het Zevende kaderprogramma — Euratom (2007 tot 2013)

1,1

p.m.

794 604

p.m.

5 725 897

10 585 833,30

10 809 071,48

1 360,31

10 03 52

Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

1,1

p.m.

23 931,95

28 195,90

 

 

Hoofdstuk 10 03 — Totaal

 

10 560 000

9 541 097

10 455 000

9 530 479

11 703 395,27

11 184 015,90

117,22

Toelichting

Het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) („Euratom-programma”) maakt onlosmakelijk deel uit van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. Het Euratom-programma zal het kader voor onderzoek en innovatie op nucleair gebied versterken en de onderzoeksinspanningen van de lidstaten coördineren, waardoor wordt voorkomen dat werk dubbel wordt gedaan, op sleutelterreinen een kritische massa wordt bereikt en de openbare middelen optimaal worden gebruikt.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

De algemene doelstelling van het Euratom-programma is het verrichten van onderzoeks- en opleidingsactiviteiten op het gebied van kernenergie, met de nadruk op voortdurende verbetering van nucleaire veiligheid en beveiliging en stralingsbescherming, om met name op langere termijn te kunnen bijdragen tot het op efficiënte, veilige en betrouwbare wijze koolstofvrij maken van het energiesysteem. Het programma omvat zowel RTD-acties onder contract inzake onderzoek en ontwikkeling op het vlak van fusie-energie, en onderzoeksactiviteiten op het vlak van kernsplijting, nucleaire veiligheid en stralingsbescherming als de eigen acties van het JRC op het gebied van nucleaire beveiliging en veiligheid. Het JRC voorziet in onafhankelijke klantgestuurde wetenschappelijke en technologische ondersteuning voor de tenuitvoerlegging en monitoring van het beleid van de Gemeenschap, met name op het gebied van nucleaire veiligheid en onderzoek en opleiding inzake beveiliging. Door deze doelstellingen te realiseren zal het Euratom-programma de resultaten versterken voor de drie prioriteiten van het kaderprogramma Horizon 2020 betreft: wetenschap van topkwaliteit, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen. Deze doelstellingen houden duidelijk verband met die van de Europa 2020-strategie en de Energie 2020-strategie en de totstandbrenging en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte.

10 03 01
Eigen onderzoek door Euratom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 560 000

8 746 493

10 455 000

3 804 582

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden uitgevoerd om het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-208) te implementeren. De eigen acties onder het Euratom-programma hebben de volgende specifieke doelstellingen:

verbetering van de nucleaire veiligheid, met inbegrip van kernreactor- en brandstofveiligheid en afvalbeheer, met inbegrip van definitieve opslag in geologische formaties, partitionering en transmutatie; ontmanteling, en paraatheid bij noodsituaties;

verbetering van de nucleaire beveiliging, met inbegrip van: nucleaire veiligheidscontroles, nucleaire non-proliferatie, bestrijding van illegale handel en nucleair forensisch onderzoek;

verhoging van de deskundigheid in fundamenteel kernwetenschappelijk onderzoek met het oog op normalisering;

bevordering van kennisbeheer, onderwijs en opleiding;

ondersteuning van het Uniebeleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging.

Het dekt eveneens de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie, aankoop van verbruiksgoederen enz. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 6.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948).

10 03 50
Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014 tot 2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 03 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 093 630,02

346 748,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma (periode vóór 2014).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 03 51
Voltooiing van het Zevende kaderprogramma — Euratom (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

794 604

p.m.

5 725 897

10 585 833,30

10 809 071,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

10 03 52
Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

23 931,95

28 195,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

HOOFDSTUK 10 04 —   ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 612 302,01

4 648 917,09

 

10 04 03

Wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid in mededinging

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

21 474 881,21

21 809 956,14

 

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 624 914,41

7 926 668,13

 

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

534 795,56

588 414,91

 

 

Artikel 10 04 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 159 709,97

8 515 083,04

 

 

Hoofdstuk 10 04 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

39 246 893,19

34 973 956,27

 

10 04 02
Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 612 302,01

4 648 917,09

Toelichting

Onder dit artikel worden de kredieten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de specifieke uitgaven voor de verschillende taken die voor rekening van derden worden uitgevoerd. Het omvat onderzoek en het verlenen van diensten onder contract aan derde partijen, zoals de industrie, nationale of regionale autoriteiten, alsook contracten in de context van onderzoeksprogramma's van lidstaten. Het kan daarbij gaan om:

leveringen, verlening van diensten en verrichting van werkzaamheden, over het algemeen tegen betaling, waaronder gecertificeerd referentiemateriaal;

exploitatie van installaties ten gunste van de lidstaten, waaronder bestralingen voor rekening van derden in de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek te Petten;

uitvoering van onderzoeksactiviteiten en verlening van diensten die een aanvulling vormen op de specifieke onderzoeksprogramma's, waaronder de industriële groepen waarvoor de industriële partners inschrijvingsgeld en een jaarlijkse bijdrage moeten betalen;

samenwerkingsovereenkomsten met derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 en artikel 183, lid 2,van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met een derde, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 3 van de staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

10 04 03
Wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid in mededinging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

21 474 881,21

21 809 956,14

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten onder te brengen die noodzakelijk zijn voor de uitgaven die specifiek zijn voor de diverse taken van wetenschappelijke ondersteuning die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek buiten Horizon 2020 in mededinging uitvoert ter ondersteuning van het beleid van de Unie. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 en artikel 183, lid 2,van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met diensten van de Europese instellingen, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

10 04 04
Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01
Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 624 914,41

7 926 668,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van het aanvullende HFR-programma (hogefluxreactor) zijn gedaan.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

aan onderzoek en ontwikkeling doen op de volgende gebieden: onderzoek in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie); radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten (momenteel Nederland, België en Frankrijk) voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 2012/709/Euratom van de Raad van 13 november 2012 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) in de periode 2012-2015, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 321 van 20.11.2012, blz. 59).

10 04 04 02
Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

534 795,56

588 414,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van eerdere aanvullende HFR-programma's (hogefluxreactor) zijn gedaan en waarvoor geen betalingskredieten beschikbaar waren tijdens de voorgaande begrotingsjaren.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

aan onderzoek en ontwikkeling doen op de volgende gebieden: onderzoek in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie); radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 84/1/Euratom, EEG van de Raad van 22 december 1983 tot vaststelling van een onderzoeksprogramma, uit te voeren door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de Europese Economische Gemeenschap (1984-1987) (PB L 3 van 5.1.1984, blz. 21).

Beschikking 88/523/Euratom van de Raad van 14 oktober 1988 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 286 van 20.10.1988, blz. 37).

Beschikking 92/275/Euratom van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1992-1995) (PB L 141 van 23.5.1992, blz. 27).

Beschikking 96/419/Euratom van de Raad van 27 juni 1996 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1996-1999) (PB L 172 van 11.7.1996, blz. 23).

Beschikking 2000/100/Euratom van de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 24).

Beschikking 2004/185/Euratom van de Raad van 19 februari 2004 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 25).

Beschikking 2007/773/Euratom van de Raad van 26 november 2007 houdende de verlenging gedurende één jaar van het lopende aanvullende onderzoeksprogramma, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 29).

Beschikking 2009/410/Euratom van de Raad van 25 mei 2009 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 132 van 29.5.2009, blz. 13).

HOOFDSTUK 10 05 —   HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

10 05 01

Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

1,1

27 773 000

30 025 140

26 999 000

29 000 000

30 993 933,61

28 523 889,05

95,00

 

Hoofdstuk 10 05 — Totaal

 

27 773 000

30 025 140

26 999 000

29 000 000

30 993 933,61

28 523 889,05

95,00

10 05 01
Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 773 000

30 025 140

26 999 000

29 000 000

30 993 933,61

28 523 889,05

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.

Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.

Dit krediet dient tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de samenwerking in begrotingszaken, de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van JRC-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(1999) 114 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004) 621 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 oktober 2013 betreffende de ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2013) 734 final).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

TITEL 11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

41 816 759

41 816 759

40 098 314

40 098 314

41 868 730,34

41 868 730,34

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

63 229 244

61 799 384

35 688 000

36 329 299

105 143 098,49

101 470 825,98

Reserves (40 02 41)

87 802 756

87 802 756

44 342 000

42 775 000

 

 

 

151 032 000

149 602 140

80 030 000

79 104 299

105 143 098,49

101 470 825,98

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

889 231 715

815 323 299

869 698 209

659 005 880

849 743 016,13

677 620 391,62

 

Titel 11 — Totaal

994 277 718

918 939 442

945 484 523

735 433 493

996 754 844,96

820 959 947,94

Reserves (40 02 41)

87 802 756

87 802 756

44 342 000

42 775 000

 

 

 

1 082 080 474

1 006 742 198

989 826 523

778 208 493

996 754 844,96

820 959 947,94

HOOFDSTUK 11 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

11 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

29 286 880

28 972 643

29 736 902,24

101,54

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 375 749

2 415 147

2 721 688,52

114,56

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 673 962

2 726 733

2 657 130,—

99,37

 

Artikel 11 01 02 — Subtotaal

 

5 049 711

5 141 880

5 378 818,52

106,52

11 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

1 859 308

1 875 691

2 233 462,98

120,12

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

2

3 622 610

3 325 100

4 519 546,60

124,76

 

Artikel 11 01 04 — Subtotaal

 

3 622 610

3 325 100

4 519 546,60

124,76

11 01 06

Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)

2

1 998 250

783 000

 

 

 

Artikel 11 01 06 — Subtotaal

 

1 998 250

783 000

 

 

 

Hoofdstuk 11 01 — Totaal

 

41 816 759

40 098 314

41 868 730,34

100,12

11 01 01
Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

29 286 880

28 972 643

29 736 902,24

11 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 375 749

2 415 147

2 721 688,52

11 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 673 962

2 726 733

2 657 130,—

11 01 03
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 859 308

1 875 691

2 233 462,98

11 01 04
Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 622 610

3 325 100

4 519 546,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de niet-operationele technische bijstand voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) als bedoeld in artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (contractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot hoogstens 850 000 EUR, met inbegrip van ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd) die, wat technische bijstand betreft, nodig zijn voor de uitvoering van maatregelen in het kader van het EFMZV en voor de voltooiing van maatregelen in het kader van de voorganger ervan, het Europees Visserijfonds (EVF);

uitgaven voor extern personeel (contractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) bij de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de aanvullende logistieke en infrastructurele kosten, zoals opleidingskosten, vergaderkosten, kosten van dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten opgevoerd in deze post;

uitgaven voor dienstbezoeken van delegaties uit derde landen die onderhandelingen over visserijovereenkomsten en bijeenkomsten van gemeenschappelijke comités bijwonen;

uitgaven voor studies, evaluatiemaatregelen en audits, vergaderingen van deskundigen en de deelname van belanghebbenden aan ad-hocvergaderingen, studiebijeenkomsten en conferenties over belangrijke aangelegenheden, voorlichting en publicaties op het gebied van maritieme zaken en visserij;

uitgaven voor informatietechnologie (IT) (apparatuur en diensten);

deelname van wetenschappelijke deskundigen aan vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer;

andere uitgaven voor niet-operationele technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet kan ook dienen voor de financiering van uitgaven voor maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle in verband met interventies op visserijmarkten die voordien in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid werden gefinancierd overeenkomstig artikel 5, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 01 06
Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01
Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 998 250

783 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van de EU-programma's op het vlak van maritiem beleid en visserij en die behoren tot het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Besluit van de Commissie C(2013) 9414 final van 12 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 03 —   VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

2

57 197 244

57 197 244

29 658 000

32 658 000

101 372 080,69

97 699 808,18

170,81

Reserves (40 02 41)

 

87 802 756

87 802 756

44 342 000

42 775 000

 

 

 

 

 

145 000 000

145 000 000

74 000 000

75 433 000

101 372 080,69

97 699 808,18

 

11 03 02

Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

2

6 032 000

4 602 140

6 030 000

3 671 299

3 771 017,80

3 771 017,80

81,94

 

Hoofdstuk 11 03 — Totaal

 

63 229 244

61 799 384

35 688 000

36 329 299

105 143 098,49

101 470 825,98

164,19

Reserves (40 02 41)

 

87 802 756

87 802 756

44 342 000

42 775 000

 

 

 

 

 

151 032 000

149 602 140

80 030 000

79 104 299

105 143 098,49

101 470 825,98

 

11 03 01
Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03 01

57 197 244

57 197 244

29 658 000

32 658 000

101 372 080,69

97 699 808,18

Reserves (40 02 41)

87 802 756

87 802 756

44 342 000

42 775 000

 

 

Totaal

145 000 000

145 000 000

74 000 000

75 433 000

101 372 080,69

97 699 808,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie/Gemeenschap met derde landen heeft onderhandeld of voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.

Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied die uit hoofde van dit artikel zouden moeten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), en met name artikel 31.

Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en/of protocollen op visserijgebied tussen de Unie/Gemeenschap en de regeringen van de volgende landen:

Status (as of September 2014)

Land

Rechtsgrondslag

Datum

PB

Looptijd

Van kracht

Ivoorkust

Besluit 2013/303/EU

29 mei 2013

L 170 van 22.6.2013

van 1.7.2013 tot en met 30.6.2018

 

Gabon

Besluit 2013/462/EU

22 juli 2013

L 250 van 20.9.2013

van 24.07.2013 tot en met 23.07.2016

 

Groenland

Besluit 2012/653/EU

16 juli 2012

L 293 van 23.10.2012

1.1.2013 tot en met 31.12.2015

 

Mauritius

Besluit 2014/146/EU

28 januari 2014

PB L 79 van 18.3.2014

28.1.2014 tot en met 27.1.2020

 

Marokko

Besluit 2013/720/EU

15 november 2013

L 328 van 7.12.2013

 

Voorlopig toegepast

Comoren

Besluit 2013/786/EU

23 januari 2014

PB L 20 van 18.3.2014.

1.1.2014 tot en met 31.12.2016

 

Sao Tomé en Principe

Besluit 2014/334/EU

19 mei 2014

L 168 van 7.6.2014

23.5.2014 tot en met 22.5.2018

 

Seychellen

Besluit 2014/5/EU

18 januari 2014

PB L 12 van 17.1.2014.

18.1.2014 tot en met 17.1.2020

In onderhandeling

Kaapverdië

Besluit nr. 2011/679/EU

10 oktober 2011

L 269 van 14.10.2011

1.9.2011 tot en met 31.8.2014

of wetgevingsprocedure

Guinee-Bissau

Besluit 2011/885/EU

14 november 2011

L 344 van 28.12.2011

16.6.2011 tot en met 15.6.2012

lopend

Kiribati

Besluit 2012/669/EU

9 oktober 2012

L 300 van 30.10.2012

16.9.2012 tot en met 15.9.2015

 

Madagaskar

Besluit 2012/826/EU

28 november 2012

L 361 van 31.12.2012.

van 1.1.2013 tot en met 31.12.2014

 

Mauritanië

Besluit 2012/827/EU

18 december 2012

L 361 van 31.12.2012.

van 16.12.2012 tot en met 15.12.2014

 

Mozambique

Besluit 2012/306/EU

12 juni 2012

L 153 van 14.6.2012

1.2.2012 tot en met 31.1.2015

 

Senegal

Verordening (EG) nr. 2323/2002

16 december 2002

PB L 349 van 24.12.2002.

1.7.2002 tot en met 30.6.2006

11 03 02
Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 032 000

4 602 140

6 030 000

3 671 299

3 771 017,80

3 771 017,80

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de actieve deelname van de Unie aan de activiteiten van internationale visserijorganisaties die tot taak hebben de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de visbestanden in volle zee te verzekeren. Hierbij gaat het om verplichte bijdragen aan onder meer de volgende regionale organisaties voor visserijbeheer en andere internationale organisaties:

Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR);

Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (NASCO);

Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT);

Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC);

Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO);

Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC);

Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM);

Visserijorganisatie voor het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (SEAFO);

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA);

Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (WCPFC, voorheen MHLC);

Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (AIDCP);

Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC);

Regionale Organisatie voor visserijbeheer voor het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO).

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiële bijdragen van de Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982, en met name de Internationale Zeebodemautoriteit en het Internationaal Hof voor het recht van de zee.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1).

Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21).

Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26).

Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24).

Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).

Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3).

Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34).

Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26).

Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), en met name de artikelen 29 en 30.

HOOFDSTUK 11 06 —   EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

11 06 01

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

14 444 368

0,—

13 913 425,26

 

11 06 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

0,—

0,—

 

11 06 03

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

11 06 04

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

7 941 702

0,—

2 235 225,55

 

11 06 05

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

11 06 06

Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

2

0,—

0,—

 

11 06 08

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

2

0,—

0,—

 

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

11 06 11

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand (2007 tot 2013)

2

p.m.

494 296

p.m.

2 444 057

3 484 365,86

3 462 001,54

700,39

11 06 12

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling (2007 tot 2013)

2

p.m.

419 306 000

p.m.

388 639 473

528 352 868,—

431 350 930,52

102,87

11 06 13

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007 tot 2013) vallen

2

p.m.

147 159 183

p.m.

100 353 663

163 154 844,—

115 425 835,63

78,44

11 06 14

Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007 tot 2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

6 800 000

16 444 939,73

7 111 519,36

 

11 06 15

Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio's (2007 tot 2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

10 835 165

14 996 768,—

12 778 711,35

 

11 06 60

Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

2

798 128 031

138 235 825

753 443 838

41 845 392

 

 

 

11 06 61

Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

2

32 738 385

23 969 480

43 216 876

11 964 825

0,—

7 677 346,40

32,03

11 06 62

Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01

Wetenschappelijk advies en kennis

2

8 680 015

18 775 139

13 413 220

21 639 419

52 445 633,70

39 953 456,92

212,80

11 06 62 02

Controle en handhaving

2

15 510 967

35 954 220

24 694 000

25 663 476

49 924 973,92

25 447 900,29

70,78

11 06 62 03

Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

2

7 978 580

6 305 411

9 490 000

5 675 090

4 731 826,90

4 444 269,95

70,48

11 06 62 04

Governance en communicatie

2

6 493 771

6 408 121

4 043 900

4 857 767

5 389 896,02

3 090 880,13

48,23

11 06 62 05

Marktonderzoek

2

4 944 966

4 741 131

4 745 000

1 901 598

 

 

 

 

Artikel 11 06 62 — Subtotaal

 

43 608 299

72 184 022

56 386 120

59 737 350

112 492 330,54

72 936 507,29

101,04

11 06 63

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Technische bijstand

11 06 63 01

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Operationele technische bijstand

2

4 300 000

2 697 540

3 834 475

1 982 985

 

 

 

11 06 63 02

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 11 06 63 — Subtotaal

 

4 300 000

2 697 540

3 834 475

1 982 985

 

 

 

11 06 64

Europees Bureau voor visserijcontrole

2

8 957 000

8 957 000

8 716 900

8 716 900

9 216 900,—

9 216 899,44

102,90

11 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 01

Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

642 600,—

 

11 06 77 02

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

2

p.m.

359 953

p.m.

450 000

0,—

0,—

0

11 06 77 03

Voorbereidende actie — Maritiem beleid

2

p.m.

p.m.

0,—

869 389,28

 

11 06 77 05

Proefproject — Invoering van een enkel instrument voor handelsbenamingen voor visserij- en aquacultuurproducten

2

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

400 000,—

0,—

 

11 06 77 06

Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

2

p.m.

960 000

600 000

900 000

1 200 000,—

0,—

0

11 06 77 07

Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

2

p.m.

p.m.

2 000 000

1 000 000

 

 

 

11 06 77 08

Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

2

500 000

500 000

1 500 000

750 000

 

 

 

11 06 77 09

Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio's, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

2

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 11 06 77 — Subtotaal

 

1 500 000

2 319 953

4 100 000

3 300 000

1 600 000,—

1 511 989,28

65,17

 

Hoofdstuk 11 06 — Totaal

 

889 231 715

815 323 299

869 698 209

659 005 880

849 743 016,13

677 620 391,62

83,11

Toelichting

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot, die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties voor uitgaven die in strijd met het toepasselijk recht zijn verricht.

Artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende criteria voor financiële correcties door de Commissie voorzien in specifieke regels inzake financiële correcties die van toepassing zijn op het EFMZV.

Eventuele ontvangsten uit op die grond toegepaste financiële correcties worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

In artikel 177 van het Financieel Reglement zijn de voorwaarden vastgesteld voor volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Terugbetaalde bedragen van de voorfinanciering vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgevoerd onder post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, artikel 80 en artikel 177.

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

11 06 01
Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

14 444 368

0,—

13 913 425,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het FIOV betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan in het kader van doelstelling 1.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 02
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet voor het speciale programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 2, lid 4.

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

11 06 03
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 4028/86 van de Raad van 18 december 1986 inzake communautaire acties voor verbetering en aanpassing van de structuur van de visserij en de aquacultuur (PB L 376 van 31.12.1986, blz. 7).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

11 06 04
Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

7 941 702

0,—

2 235 225,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor gebieden buiten doelstelling 1.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 05
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a „Visserij”, inclusief de maatregelen die op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2080/93 worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

11 06 06
Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met de initiatieven van de Gemeenschap in de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

11 06 08
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het FIOV in vorige programmeringsperioden is aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de andere bovengenoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen. Dit krediet zal eventueel ook worden aangewend voor de financiering van middelen die in het kader van het FIOV verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 09
Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de specifieke maatregel ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko.

Naar aanleiding van de schipbreuk van de Prestige is een bedrag van 30 000 000 EUR beschikbaar gesteld voor specifieke maatregelen om de door olie uit de Prestige veroorzaakte schade te vergoeden voor de vissers, de schaal- en schelpdierensector en de aquacultuursector.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2561/2001 van de Raad van 17 december 2001 ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 2372/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot instelling van specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector in Spanje (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 81).

11 06 11
Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

494 296

p.m.

2 444 057

3 484 365,86

3 462 001,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot uit het EVF gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De maatregelen op het gebied van technische bijstand omvatten studies, evaluaties, maatregelen ten behoeve van de partners, maatregelen voor de verspreiding van informatie, de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, inspectie en evaluatie, de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken op dit gebied en de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren inzake duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de audit, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

dienstverleningscontracten;

steun voor netwerkactiviteiten en de uitwisseling van de beste praktijken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 12
Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

419 306 000

p.m.

388 639 473

528 352 868,—

431 350 930,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht in stand te houden tussen de vangstcapaciteit van de visserijvloot en de beschikbare visbestanden, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 13
Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007 tot 2013) vallen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

147 159 183

p.m.

100 353 663

163 154 844,—

115 425 835,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor EVF-maatregelen zonder convergentiedoelstellingen (vastleggingen voor de programmeringsperiode 2007-2013).

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 14
Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

6 800 000

16 444 939,73

7 111 519,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

11 06 15
Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio's (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

10 835 165

14 996 768,—

12 778 711,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad van 21 mei 2007 tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion (PB L 176 van 6.7.2007, blz. 1).

11 06 60
Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

798 128 031

138 235 825

753 443 838

41 845 392

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de operationele programma’s van het EFMZV met het oog op de versterking van de werkgelegenheid en de economische, sociale en territoriale cohesie, de stimulering van een innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij en aquacultuur, de ondersteuning van de kleinschalige visserij, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke lidstaat, de bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij en aquacultuur, alsook de stimulering van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder a), c) en d).

11 06 61
Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 738 385

23 969 480

43 216 876

11 964 825

0,—

7 677 346,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het geïntegreerd maritiem beleid, onder meer voor:

het Europees marien observatie- en datanetwerk;

projecten, waaronder testprojecten en samenwerkingsprojecten;

de implementatie van de routekaart voor de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur;

verkennende studies over grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke ordening;

IT-toepassingen, zoals het Maritiem Forum en de Europese zeeatlas;

evenementen en conferenties;

ontwikkeling en follow-up van zeegebiedstrategieën;

initiatieven voor de medefinanciering, de aankoop en het onderhoud van mariene observatiesystemen en technische instrumenten voor het ontwerpen, opzetten en exploiteren van een operationeel Europees marien observatie- en datanetwerksysteem dat het, via samenwerking tussen de lidstaten en/of betrokken internationale instellingen, gemakkelijker maakt mariene gegevens en kennis te verzamelen, te verwerven, samen te voegen, te verwerken, op kwaliteit te controleren, te hergebruiken en te verspreiden;

secretariaats- of ondersteunende diensten;

Europabrede zeegebiedenstudies over groeiremmende factoren, nieuwe kansen en de gevolgen van menselijke activiteiten op het mariene milieu.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder b).

11 06 62
Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01
Wetenschappelijk advies en kennis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 680 015

18 775 139

13 413 220

21 639 419

52 445 633,70

39 953 456,92

Toelichting

Dit krediet dekt uitgaven voor:

de financiële bijdrage van de Unie die bestaat uit betalingen voor uitgaven die de lidstaten maken voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in het kader van nationale meerjarenprogramma’s die in 2013 of vroeger zijn gestart;

de financiering van studies en proefprojecten die door de Commissie, in voorkomend geval in samenwerking met de lidstaten, worden uitgevoerd en voor de uitvoering en de ontwikkeling van het gemeenschappelijke visserijbeleid nodig zijn, onder meer met betrekking tot alternatieve soorten duurzame visserijtechnieken;

de voorbereiding en verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies door wetenschappelijke instellingen, waaronder internationale adviesorganisaties die belast zijn met de beoordeling van de bestanden, door onafhankelijke deskundigen en door onderzoeksinstellingen;

de kosten die de Commissie maakt voor diensten in verband met het verzamelen, beheren en gebruiken van gegevens, in verband met de organisatie en het beheer van deskundigenvergaderingen over visserij en het beheer van jaarlijkse werkprogramma's betreffende visserijgerelateerde wetenschappelijke en technische expertise, in verband met de verwerking van dataoproepen en datareeksen, en in verband met de voorbereidingsfase die voorafgaat aan het verstrekken van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies;

samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van gegevensverzameling, inclusief het opzetten en exploiteren van geregionaliseerde databanken voor de opslag, het beheer en het gebruik van gegevens die bevorderlijk zijn voor de regionale samenwerking, de gegevensverzameling en het gegevensbeheer en de wetenschappelijke expertise ter ondersteuning van het visserijbeheer;

met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of enig ander adviesorgaan van de Unie getroffen administratieve regelingen om het secretariaat voor het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) waar te nemen, om de preanalyse van gegevens te verrichten en om de voor de evaluatie van de toestand van de visbestanden te gebruiken gegevens voor te bereiden;

de vergoedingen die aan de leden van het WTECV en/of de door het WTECV uitgenodigde deskundigen worden betaald om deel te nemen aan vergaderingen van werkgroepen en voltallige vergaderingen en om in het kader daarvan werkzaamheden te verrichten;

de vergoedingen die worden betaald aan onafhankelijke deskundigen, de leden van het WTECV en/of door het WTECV uitgenodigde deskundigen om advies uit te brengen aan vergaderingen en fora van belanghebbenden;

de vergoedingen die aan onafhankelijke deskundigen worden betaald om de Commissie wetenschappelijke adviezen te verstrekken of om administrateurs of belanghebbenden op te leiden voor de interpretatie van wetenschappelijke adviezen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 84, onder a).

Referentiebesluiten

Besluit 2005/629/EG van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 665/2008 van de Commissie van 14 juli 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1078/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven van de lidstaten voor de verzameling en het beheer van de basisgegevens over de visserij (PB L 295 van 4.11.2008, blz. 24).

11 06 62 02
Controle en handhaving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 510 967

35 954 220

24 694 000

25 663 476

49 924 973,92

25 447 900,29

Toelichting

Dit krediet dekt de betalingen voor acties in de periode 2007-2013 in verband met uitgaven van de lidstaten voor de organisatie van monitoring- en controlesystemen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, meer bepaald voor:

investeringen ten behoeve van de controleactiviteiten die worden ontplooid door overheidsinstanties of door de privésector, met inbegrip van de implementatie van nieuwe controletechnologieën, zoals elektronischeregistratiesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS), automatische-identificatiesystemen (AIS) verbonden met vaartuigdetectiesystemen (VDS), en de aanschaf en modernisering van controlemiddelen;

programma’s voor de opleiding en uitwisseling van ambtenaren die zijn belast met toezicht-, controle- en bewakingstaken op visserijgebied;

de uitvoering van proefprogramma’s met betrekking tot inspecties en waarnemers;

kosten-batenanalyse, evaluatie van uitgaven en audits die door de bevoegde autoriteiten zijn verricht met het oog op toezicht, controle en bewaking;

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, om enerzijds de vissers en andere actoren zoals inspecteurs, openbare aanklagers en rechters, en anderzijds het grote publiek bewuster te maken van de noodzaak om onverantwoorde en illegale visserij te bestrijden en om de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid toe te passen;

de implementatie van traceerbaarheidssystemen en -procedures en instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit via de monitoring van het motorvermogen;

proefprojecten, zoals CCTV (gesloten televisiecircuit).

Dit krediet dient ook ter dekking van de controleacties onder direct beheer die onder het EFMZV vallen:

gezamenlijke aankopen en/of huur van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters door verschillende lidstaten uit hetzelfde geografisch gebied, op voorwaarde dat deze ten minste 60 % van de tijd voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;

beoordeling en de ontwikkeling van nieuwe controletechnologieën, alsmede processen voor de uitwisseling van gegevens;

operationele uitgaven in verband met de controle en evaluatie die de Commissie op de uitvoering van het gemeenschappelijke visserijbeleid verricht, in het bijzonder de uitgaven voor verificatie-, inspectie- en auditbezoeken, uitrusting en opleiding van functionarissen van de Commissie, de organisatie van of de deelname aan vergaderingen, met inbegrip van de uitwisseling tussen lidstaten van informatie en beste praktijken, studies, IT-diensten en -leveranciers en de huur of aanschaf door de Commissie van inspectiemiddelen als bedoeld in titel X van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

steun voor de uitvoering van transnationale projecten die zijn gericht op het tot stand brengen en het testen van interstatelijke systemen voor controle, inspectie en handhaving als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1224/2009;

internationale opleidingsprogramma's voor personeel dat verantwoordelijk is voor de monitoring, controle en bewaking van activiteiten op visserijgebied;

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, voor het standaardiseren van de interpretatie van verordeningen en daarmee gepaard gaande controles in de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 86.

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PB L 97 van 12.4.2007, blz. 30).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

11 06 62 03
Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 978 580

6 305 411

9 490 000

5 675 090

4 731 826,90

4 444 269,95

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van vrijwillige bijdragen van de Unie aan internationale organisaties die actief zijn op het gebied van de visserij en het recht van de zee. Met name kan het dienen voor de financiering van:

voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot nieuwe overeenkomsten inzake duurzame visserij;

bijdragen en inschrijvingsgelden voor vergaderingen van internationale visserijorganisaties waarin de Unie de status van waarnemer heeft (artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), d.i. de Internationale Walvisvangstcommissie (IWC) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

de ondersteuning van de follow-up en de uitvoering van sommige regionale projecten, met name door bij te dragen tot specifieke gezamenlijke internationale controle- en inspectieactiviteiten. Dit krediet dient eveneens ter dekking van toezichtprogramma's waarover moet worden onderhandeld in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan;

financiële bijdragen aan de voorbereidende werkzaamheden van nieuwe internationale organisaties in de visserijsector die voor de Unie belangrijk zijn;

financiële bijdragen voor door internationale visserijorganisaties ondernomen wetenschappelijke werkzaamheden die voor de Unie van bijzonder belang zijn;

financiële bijdragen voor activiteiten (werk-, informele of buitengewone vergaderingen van de overeenkomstsluitende partijen) die de belangen van de Unie in internationale organisaties dienen en de samenwerking met haar partners in die organisaties versterken. Wanneer het in dit verband in het belang van de Unie is dat vertegenwoordigers van derde landen aanwezig zijn tijdens onderhandelingen en vergaderingen in internationale fora en organisaties, worden de kosten van de deelname van deze vertegenwoordigers uit het EFMZV betaald;

subsidies voor regionale organisaties in de betrokken subregio waarvan kuststaten deel uitmaken;

subsidies voor activiteiten van internationale visserijorganisaties in het belang van de Unie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 88.

11 06 62 04
Governance en communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 493 771

6 408 121

4 043 900

4 857 767

5 389 896,02

3 090 880,13

Toelichting

Dit krediet dient om in het kader van het actieplan voor de intensivering van de dialoog met de visserijsector en de andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, het onderstaande te financieren:

subsidies voor (regionale) adviesraden (ingevolge de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zullen de bestaande regionale adviesraden (RAR’s) tot adviesraden (AR’s) worden omgevormd en zullen nieuwe AR’s worden opgericht) voor de financiering van operationele kosten en tolk- en vertaalkosten voor vergaderingen van (R)AR’s;

de uitvoering van maatregelen op het gebied van voorlichting en documentatie in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid ten behoeve van de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid.

De Commissie zal de werking van de AR’s met een financiële bijdrage blijven ondersteunen. Zij zal zo nodig aan vergaderingen deelnemen en zich buigen over de aanbevelingen van de AR’s, die als inbreng kunnen dienen bij de opstelling van wetgeving. Door het overleg met de belanghebbenden in de (R)AR’s zal de betrokkenheid van wie in de visserijsector werkt en van andere groepen die bij het gemeenschappelijk visserijbeleid belang hebben, toenemen, waardoor meer rekening wordt gehouden met specifieke regionale kenmerken.

Een deel van het krediet is voorts gereserveerd voor voorlichtings- en communicatieactiviteiten in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, alsmede voor communicatieactiviteiten ten behoeve van de belanghebbende partijen. Opnieuw zal het nodige worden gedaan om belanghebbenden en de gespecialiseerde media in de nieuwe lidstaten en in de kandidaat-lidstaten, informatie over het gemeenschappelijke visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid te verstrekken.

Eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Besluit 2004/585/EG van de Raad van 19 juli 2004 tot oprichting van regionale adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 256 van 3.8.2004, blz. 17).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name de artikelen 89 en 91.

11 06 62 05
Marktonderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 944 966

4 741 131

4 745 000

1 901 598

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de ontwikkeling en de verspreiding van marktonderzoeksresultaten met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten. Specifiek gaat het hierbij onder meer om:

de volledige werking van de marktwaarnemingspost;

het verzamelen, analyseren en verspreiden van economische kennis over en inzicht in de markt van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten in de hele bevoorradingsketen, rekening houdend met de internationale context;

het regelmatig verrichten van onderzoek naar de prijzen in de hele bevoorradingsketen van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten en het maken van analysen over marktontwikkelingen;

het maken van ad-hocmarktstudies en het aanreiken van een methodologie voor onderzoeken inzake prijsvorming;

het vergemakkelijken van de toegang tot beschikbare gegevens over visserij- en aquacultuurproducten die overeenkomstig de wetgeving van de Unie zijn verzameld;

het op het passende niveau beschikbaar maken van marktinformatie voor belanghebbenden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63
Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Technische bijstand

11 06 63 01
Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 300 000

2 697 540

3 834 475

1 982 985

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uit het EFMZV gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

De technische bijstand omvat maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring, audit, evaluatie, controle en beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het EFMZV.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

studies, evaluaties en deskundigenverslagen;

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking, en samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

het opzetten, doen functioneren en onderling koppelen van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, controle en evaluatie;

acties om de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over de evaluatiepraktijk te verbeteren;

acties in verband met audits;

de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren op het gebied van duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63 02
Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Deze post dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. De post dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 64
Europees Bureau voor visserijcontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 957 000

8 957 000

8 716 900

8 716 900

9 216 900,—

9 216 899,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeels- en administratieve uitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 9 217 150 EUR. Een bedrag van 260 150 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in het opgevoerde bedrag van 8 957 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

11 06 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 01
Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

642 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 02
Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

359 953

p.m.

450 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 03
Voorbereidende actie — Maritiem beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

869 389,28

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende acties als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder b), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 05
Proefproject — Invoering van een enkel instrument voor handelsbenamingen voor visserij- en aquacultuurproducten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

400 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Handelsbenamingen vallen binnen de bevoegdheid van de nationale autoriteiten van elke lidstaat; er moet een enkel instrument worden ingevoerd om Europese consumenten te garanderen dat de verschillende benamingen transparant en coherent zijn, en om het eenvoudiger te maken de betreffende informatie te verifiëren.

Het proefproject heeft tot doel:

een databank op te zetten met alle informatie in verband met handelsbenamingen (codes van FAO-nomenclatuur, gecombineerde nomenclatuur, douanenomenclatuur, gezondheidsnomenclatuur of INN); de wetenschappelijke soortnamen overeenkomstig het systeem FishBase; de soortnamen in alle officiële talen van de lidstaten en mogelijkerwijs de aanvaarde regionale en lokale aanduidingen;

een expertsysteem op te zetten om de consistentie tussen de verschillende benamingen en nomenclaturen te analyseren;

een website hierover op te zetten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 06
Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

960 000

600 000

900 000

1 200 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Doel van dit krediet is:

de haalbaarheid te beoordelen van het best mogelijke gebruik van actieve vissersvaartuigen die uit de vloot van de Unie moeten worden genomen, en van de ervaring en praktische kennis van vissers, zowel ten behoeve van de vissers zelf als van de maatschappij in het algemeen;

onder realistische omstandigheden de technische en economische levensvatbaarheid te testen van het omschakelen van visserij naar maritieme activiteiten voor personen die in de sector werkzaam zijn en niet langer in hun levensonderhoud kunnen voorzien met de visserij, en die maritieme ervaring en kennis hebben die verloren dreigt te gaan indien zij overgaan tot alternatieve inkomstenbronnen aan de wal;

onder realistische omstandigheden de haalbaarheid te testen van de omschakeling van vissersvaartuigen naar vaartuigen die dienen als platform voor een aantal milieu- en maritieme activiteiten buiten de visserij, in het bijzonder het verzamelen van afval op zee;

onder realistische omstandigheden de operationele kosten vast te stellen die gemaakt moeten worden voor een vaartuig dat op bovengenoemde wijze opereert, en het vinden van mogelijke bronnen van financiering; dergelijke bevindingen moeten echter beperkt blijven tot het steunen van beginnende activiteiten die op lange termijn zelfverzorgend zijn;

na te gaan welke passende opleiding vissers nodig hebben om de nieuwe taken met succes te kunnen uitoefenen;

steun te verlenen voor de vermindering van de visserijcapaciteit overeenkomstig de doelstellingen van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid, door stimulansen te bieden voor scheepseigenaren en vissers die de sector verlaten, en ze aan te moedigen alternatieve activiteiten op zee of in kustgebieden te vinden of te ontwikkelen;

activiteiten aan te moedigen die een aanvulling vormen op de visserij voor vissers die in de sector werkzaam blijven;

het benodigde administratief en juridisch kader vast te stellen voor samenwerking met de betrokken autoriteiten en/of administratieve instanties en voor coördinatie van de activiteiten van de „bewakers van de zee” met die autoriteiten en/of instanties;

onder realistische omstandigheden de uitvoering te testen van het concept van „bewakers van de zee” in de volgende programmeringsperiode.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 07
Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

2 000 000

1 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden diezijnof worden aangewezen krachtens nationale of internationale milieu- of visserijwetgeving.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 08
Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

1 500 000

750 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor steunmaatregelen voor kleinschalige visserij. Deze maatregelen zullen een gecoördineerd optreden en de overheveling van middelen vanuit andere instrumenten faciliteren, teneinde de specifieke problemen in dit segment van de visserijsector het hoofd te bieden.

Het proefproject bestaat in:

het analyseren van de kleinschalige visserij in de Unie;

het vaststellen van de instrumenten en financieringsbronnen van de Unie waar deze sector gebruik van kan maken;

het vaststellen op welke wijze de beschikbare instrumenten, acties, maatregelen en financiering worden gebruikt door de sector kleinschalige visserij;

het analyseren van de mate waarin bestaande instrumenten tegemoet kunnen komen aan de behoeften van de sector kleinschalige visserij en, op basis van die analyse, eventuele aanpassingen voorstellen;

het verlenen van steun aan vissersgroeperingen, beroepsverenigingen en ngo's die in verband staan met de kleinschalige visserij, met het oog op de coördinatie, de voorbereiding en de deelneming ervan aan de adviesraden.

De bedoeling is om de basis te leggen voor een uniaal steunprogramma voor kleinschalige kustvisserij en ambachtelijke visserij. Dit programma zal een gecoördineerd optreden en de overheveling van middelen vanuit andere instrumenten faciliteren, teneinde de specifieke problemen in dit segment van de visserijsector het hoofd te bieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 09
Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio's, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Doelstellingen

Visserijgemeenschappen in de ultraperifere regio's hebben te maken met unieke en buitengewone uitdagingen. Om onder die omstandigheden te kunnen werken zijn in de verschillende ultraperifere regio's uiteenlopende vistechnieken ontwikkeld. Dit proefproject heeft tot doel om in samenwerking met de lokale visgemeenschappen en belanghebbenden na te gaan in hoeverre nieuwe vistechnieken uitgewisseld kunnen worden tussen de ultraperifere regio's.

Het hoofddoel is om de ontwikkeling en het delen van beste praktijken aan te moedigen, met name van milieuvriendelijke visserijtechnieken, ter bevordering van goede praktijken en/of experimentele offshore visserij.

Op deze manier kunnen levensvatbare alternatieven in kaart worden gebracht om de kleinschalige visserij in staat te stellen haar activiteiten te verplaatsen van de kust naar offshore wateren, om de druk van de visserij op de natuurlijke hulpbronnen aan de kust te verminderen. Dit kan vissers in ultraperifere gebieden in staat stellen hun traditionele visserijactiviteiten voort te zetten, door tegelijkertijd over te gaan op technieken die milieuvriendelijker en economisch levensvatbaarder zijn.

Ook kan de lokale markt daarmee beter worden voorzien van ter plaatse gevangen vis van hoge kwaliteit, hetgeen bijkomende voordelen heeft voor de toeristische sector en de noodzaak van invoer beperkt.

Specificaties

De te ontwikkelen visserijpraktijken in één of meer van de ultraperifere regio's moeten voor de desbetreffende regio's innovatief zijn. Het kan gaan om praktijken die reeds gangbaar zijn in een andere regio, maar nooit zijn overgenomen door de desbetreffende ultraperifere regio's. Gestreefd wordt naar uitwisseling van goede visserijpraktijken tussen vissers.

De visserijpraktijken moeten milieuvriendelijk zijn, zowel door de milieuvriendelijkheid van de technieken zelf als door de kleinschaligheid van de visserijactiviteiten.

Het project kan een initieel haalbaarheidsonderzoek omvatten, alsmede gedachtewisselingen tussen deskundigen uit verschillende regio's en visserijproeven met deelname van wetenschappers. Een en ander moet uitmonden in een verslag waarin de details van de technische aspecten van de innovatieve visserijpraktijken worden weergegeven, alsmede de resultaten van de experimentele proeven. Hiervan kan vervolgens gebruik worden gemaakt om de overgang van de kleinschalige vloten in de ultraperifere regio's naar lucratieve alternatieve visserijpraktijken te vergemakkelijken.

In het verslag moet ook een inschatting worden gemaakt van de benodigde investeringen (zoals in nieuw vistuig) en moet een beoordeling worden gegeven van de economische haalbaarheid voor vissers om van deze innovatieve visserijpraktijken gebruik te maken. Bij deze beoordeling kan ook worden gekeken naar synergieën met het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

Toelichting

Duidelijk is dat moet worden gezocht naar visserijmogelijkheden verder in zee of naar nieuwe vormen van visserij. In sommige ultraperifere regio's, zoals de Azoren en Madeira, is de offshore visserij sterk ontwikkeld en georganiseerd en gericht op diepzeevisserij en deels op grote trekkende vissoorten, voornamelijk met lijnen en haken, die zeer weinig nadelige gevolgen voor het milieu hebben. In andere, en met name de Franse, ultraperifere regio's zijn technieken ontwikkeld voor de vangst van grote trekkende vissoorten met verankerde visaantrekkende constructies (FAD's). Ondanks enkele proeven die zijn uitgevoerd is de diepzeevisserij in de Franse ultraperifere regio's nog onderontwikkeld. Op dit punt kan de kennis van deskundigen van de Azoren en Madeira uitkomst bieden. Evenzo is de visserij met verankerde FAD's sterk ontwikkeld in de Franse ultraperifere regio's, maar is deze techniek nog vrij onbekend in de Portugese en Spaanse ultraperifere regio's. Uitwisseling van visserijpraktijken en experimentele proeven kunnen ertoe bijdragen dat deze technieken worden aangepast en verspreid.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

TITEL 12

INTERNE MARKT EN DIENSTEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT EN DIENSTEN”

65 129 919

65 129 919

63 515 450

63 515 450

63 493 735,13

63 493 735,13

12 02

EEN INTERNEMARKTBELEID EN VRIJ VERKEER VAN DIENSTEN

15 800 000

13 378 738

14 620 000

12 555 000

12 921 075,15

13 451 288,67

12 03

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

38 431 151

36 861 325

38 756 720

39 057 917

40 583 027,61

39 687 062,23

 

Titel 12 — Totaal

119 361 070

115 369 982

116 892 170

115 128 367

116 997 837,89

116 632 086,03

HOOFDSTUK 12 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT EN DIENSTEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT EN DIENSTEN”

12 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt en diensten”

5,2

52 489 513

50 851 984

49 651 720,59

94,59

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt en diensten”

12 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 127 302

6 244 055

6 562 918,04

107,11

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 180 753

3 127 250

3 554 586,61

111,75

 

Artikel 12 01 02 — Subtotaal

 

9 308 055

9 371 305

10 117 504,65

108,70

12 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt en diensten”

5,2

3 332 351

3 292 161

3 724 509,89

111,77

 

Hoofdstuk 12 01 — Totaal

 

65 129 919

63 515 450

63 493 735,13

97,49

12 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt en diensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

52 489 513

50 851 984

49 651 720,59

12 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt en diensten”

12 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 127 302

6 244 055

6 562 918,04

12 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 180 753

3 127 250

3 554 586,61

12 01 03
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt en diensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 332 351

3 292 161

3 724 509,89

HOOFDSTUK 12 02 —   EEN INTERNEMARKTBELEID EN VRIJ VERKEER VAN DIENSTEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 02

EEN INTERNEMARKTBELEID EN VRIJ VERKEER VAN DIENSTEN

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1,1

7 850 000

6 831 592

7 670 000

6 630 000

7 268 901,28

9 376 455,47

137,25

12 02 02

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

1,1

4 000 000

3 394 146

4 000 000

3 250 000

2 700 000,—

1 940 471,71

57,17

12 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 01

Proefproject — Internemarktforum

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

328 663,91

 

12 02 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

1 500 000,—

1 121 393,20

 

12 02 77 03

Proefproject — Internemarktforum

1,1

1 200 000

1 015 000

1 200 000

1 050 000

1 156 925,21

684 304,38

67,42

12 02 77 04

Proefproject — De bevordering van eigenaarschap en participatie van werknemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

295 248,66

0,—

 

12 02 77 05

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

1,1

1 750 000

1 638 000

1 750 000

875 000

 

 

 

12 02 77 06

Proefproject — Steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel

1,1

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 12 02 77 — Subtotaal

 

3 950 000

3 153 000

2 950 000

2 675 000

2 952 173,87

2 134 361,49

67,69

 

Hoofdstuk 12 02 — Totaal

 

15 800 000

13 378 738

14 620 000

12 555 000

12 921 075,15

13 451 288,67

100,54

12 02 01
Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 850 000

6 831 592

7 670 000

6 630 000

7 268 901,28

9 376 455,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt, en met name:

grotere betrokkenheid van burgers en bedrijfsleven, met inbegrip van de ontwikkeling en versterking van de dialoog met burgers en bedrijfsleven via maatregelen die bedoeld zijn om de interne markt doeltreffender te doen werken, en burgers en bedrijfsleven in de gelegenheid te stellen toegang te krijgen tot, en ten volle te profiteren van alle rechten en mogelijkheden die de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen bieden, alsmede via maatregelen voor de follow-up en beoordeling van de praktische uitoefening door burgers en bedrijfsleven van hun rechten en mogelijkheden, teneinde eventuele belemmeringen die hun beletten er ten volle van te profiteren, vast te stellen en gemakkelijker weg te nemen;

tenuitvoerlegging en toezicht op de bepalingen toepasselijk op overheidsopdrachten, teneinde de optimale werking ervan en de werkelijke openbaarheid van aanbestedingen te waarborgen, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de verschillende actoren bij deze opdrachten; de invoering en toepassing van nieuwe technologieën op de gebieden waarop deze opdrachten worden toegepast; de continue aanpassing van het wet- en regelgevende kader in het licht van de ontwikkelingen die het gevolg zijn van deze contracten, met name de mondialisering van de markten en bestaande of toekomstige internationale overeenkomsten;

verbetering van de juridische omgeving voor burgers en bedrijfsleven via het Europese toetsingspanel van het bedrijfsleven (European Business Test Panel — EBTP), waarvoor promotieactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsacties kunnen worden gepland; bevordering van de samenwerking, de ontwikkeling en de coördinatie van de wetgevingen op het gebied van vennootschapsrecht en hulp bij de oprichting van Europese naamloze vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden;

versterking van de bestuurlijke samenwerking met de ondersteuning van, onder andere, het informatiesysteem voor de interne markt, verdieping van de kennis van de wetgeving inzake de interne markt in lidstaten, betere toepassing ervan door de lidstaten en ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake de interne markt, teneinde de strategische doelstellingen van Lissabon te halen zoals vastgesteld in de jaarlijkse beleidsstrategie;

opzetten van een stelsel voor doeltreffende en efficiënte afhandeling van problemen van burgers of bedrijfsleven die voortvloeien uit de onjuiste toepassing van de internemarktwetgeving door een overheidsdienst in een andere lidstaat; productie van feedback via het Solvit-systeem door middel van een onlinedatabank die voor alle coördinatiecentra toegankelijk is en ook voor burgers en bedrijfsleven toegankelijk zal worden gemaakt; ondersteuning van het initiatief door opleidingsacties, promotiecampagnes en doelgerichte acties, met bijzondere aandacht voor de nieuwe lidstaten;

interactieve beleidsvorming (interactive policy-making), voor zover deze de voltooiing, ontwikkeling en werking van de interne markt betreft; IPM maakt deel uit van de initiatieven van de Commissie op het gebied van governance en regelgevingsbeleid om beter op de verzoeken van burgers, consumenten en bedrijven te reageren. De op dit artikel opgevoerde kredieten mogen worden gebruikt om opleidings-, bewustmakings- en netwerkactiviteiten ten behoeve van dergelijke deelnemers te dekken teneinde de beleidsvorming van de Unie betreffende de interne markt breder en doeltreffender te maken en als onderdeel van het proces om de daadwerkelijke impact van het internemarktbeleid (of het ontbreken ervan) in het veld te beoordelen;

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van pensioenen, het vrije verkeer van diensten, de erkenning van beroepskwalificaties, en intellectuele en industriële eigendom: de uitwerking van voorstellen voor de invoering van een uniaal octrooi;

uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

toezicht op de effecten op diensten van het uit de weg ruimen van belemmeringen van de interne markt;

bijdrage aan de ontwikkeling van een eengemaakte ruimte voor veiligheid en defensie, met maatregelen ter bevordering van de coördinatie van de procedures voor overheidsopdrachten voor dergelijke producten op het niveau van de Unie; de kredieten mogen worden gebruikt voor het uitvoeren van studies en het uitwerken van bewustmakingsmaatregelen betreffende de toepassing van de goedgekeurde wetgeving;

versterking en ontwikkeling van financiële en kapitaalmarkten en van financiële diensten voor bedrijven en particulieren; aanpassing van het marktkader, in het bijzonder met betrekking tot het toezicht op en de regulering van de activiteiten van economische actoren en van transacties, teneinde rekening te houden met de veranderingen op uniaal niveau en wereldwijd, de euro en nieuwe financiële instrumenten, door de presentatie van nieuwe initiatieven die de consolidatie en gedetailleerde analyse van de resultaten van het eerste actieplan voor financiële diensten ten doel hebben;

verbetering van betalingssystemen en financiële diensten voor consumenten in de interne markt; verlaging van de kosten, alsmede verkorting van de uitvoeringstermijn van dergelijke transacties, rekening gehouden met de internemarktdimensie; ontwikkeling van de technische aspecten, teneinde een of meer betalingssystemen op te zetten op basis van de follow-up die wordt gegeven aan mededelingen van de Commissie; het uitvoeren van studies op dit gebied;

ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

analyse van het effect van de geldende maatregelen als onderdeel van de follow-up van de geleidelijke liberalisering van de postdiensten, coördinatie van het beleid van de Unie op het gebied van postdiensten voor wat betreft internationale systemen en met name met betrekking tot deelnemers aan activiteiten van de Wereldpostvereniging (UPU); samenwerking met landen van Midden- en Oost-Europa; praktische gevolgen van de toepassing van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) op de postsector en overlapping met de UPU-regelgeving;

uitvoering van het uniale recht en internationale bepalingen ter voorkoming van het witwassen van geld, met inbegrip van deelname aan intergouvernementele of ad-hocacties op dit gebied; bijdragen die het gevolg zijn van het lidmaatschap van de Commissie van de Financial Action Task Force (FATF) voor de bestrijding van het witwassen van geld, ingesteld in het kader van de OESO;

actieve participatie in vergaderingen die door internationale verenigingen zoals International Association of Insurance Supervisors (IAIS/AICA) en de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) worden gehouden; ook de andere kosten in verband met het lidmaatschap van de Commissie zijn hieronder begrepen;

opstellen van evaluaties en effectbeoordelingen betreffende verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

opzetten en onderhouden van systemen die rechtstreeks in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne dienstenmarkt;

ondersteuning van activiteiten die de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie dichterbij brengen door de bevordering van de convergentie van toezichtpraktijken en de samenwerking tussen toezichthouders, en ondersteuning van activiteiten op het gebied van de financiële rapportage, zowel in als buiten de Unie.

Teneinde deze doelstellingen te realiseren, dient dit krediet ter dekking van de kosten van advies, studies, enquêtes, evaluaties, deelnamen, en vervaardiging en ontwikkeling van communicatie-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal (drukwerk, audiovisueel materiaal, evaluaties, computermateriaal, verzameling en verspreiding van informatie en voorlichtings- en adviesmaatregelen ten behoeve van burgers en bedrijfsleven).

Dit krediet dient gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de doeltreffende werking van het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten.

Dit krediet dient eveneens voor het oprichten van een centraal coördinatieorgaan om lidstaten te helpen bij de coördinatie van markttoezicht, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande structuren en opgedane ervaring. Het orgaan ondersteunt de samenwerking, samenvoeging van kennis en uitwisseling van beste praktijken tussen lidstaten om een zelfde hoog niveau van markttoezicht te waarborgen in de hele Unie, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30). Hiertoe worden geregeld een gezamenlijke opleiding georganiseerd voor vertegenwoordigers van nationale autoriteiten voor markttoezicht uit alle lidstaten, gericht op relevante praktische aspecten van markttoezicht, zoals de follow-up van klachten, de monitoring van ongevallen, de verificatie of corrigerende maatregelen zijn genomen, follow-up van wetenschappelijke en technische kennis betreffende veiligheidskwesties en de coördinatie met douaneautoriteiten. Daarnaast zullen uitwisselingen van nationale functionarissen en gezamenlijke bezoekprogramma's de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten stimuleren. Bovendien zullen vergelijkende gegevens over de middelen die in de verschillende lidstaten worden besteed aan markttoezicht worden verzameld en met nationale autoriteiten op het passende niveau worden besproken. Doel is bekendheid te geven aan het feit dat toereikende middelen nodig zijn om een doeltreffend, omvattend en consistent markttoezicht op de hele interne markt te waarborgen, en om bij te dragen aan de komende herziening van de uniale regels voor productveiligheid, met name de regels die betrekking hebben op markttoezicht, en de voorbereiding van de follow-up van het programma Douane 2013.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, enquêtes, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, activiteiten en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de lidstaten van de EVA ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 18 juni 2002 getiteld „Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang” (COM(2002) 331 final).

12 02 02
Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

3 394 146

4 000 000

3 250 000

2 700 000,—

1 940 471,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen voor het beheer en de ontwikkeling van Solvit en voor de tenuitvoerlegging van het actieplan Ondersteunende dienstverlening op het gebied van de interne markt.

Het Solvit-systeem heeft zich bewezen als een van de doeltreffendste mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting.

Het kan op doeltreffende en efficiënte wijze problemen aanpakken waar burgers en ondernemingen mee te maken krijgen ten gevolge van een foute toepassing van wetgeving inzake de interne markt door een overheidsinstantie in een andere lidstaat. Bovendien is het Solvit-systeem in staat feedback te geven door gebruik te maken van een onlinedatabank die toegankelijk is voor alle coördinatiecentra en waaraan burgers en ondernemingen rechtstreeks hun problemen kunnen voorleggen.

Solvit is echter, net als vele andere openbare ondersteuningsdiensten met betrekking tot EU-aangelegenheden, nog steeds niet algemeen bekend bij de potentiële gebruikers van het systeem. Tegelijkertijd hebben burgers en ondernemingen vaak geen idee waar zij met hun verzoeken om informatie, bijstand en oplossingen terecht kunnen. Om dit probleem op te lossen heeft de Commissie in het kader van de herziening van de interne markt aangekondigd dat zij zal trachten een webgebaseerd uniek toegangspunt te creëren waarmee burgers en ondernemingen naar de juiste dienst worden geleid. In oktober 2010 heeft de Commissie een nieuwe website opgestart, Your Europe, die informatie aanlevert aan burgers en bedrijven, en deze rechtstreeks doorverwijst naar relevante diensten als Solvit, als zij hulp nodig hebben. Your Europe is samen met het callcenter Europe Direct het unieke contactpunt van het Solvit-systeem. De Commissie moet de bevoegde commissie van het Europees Parlement in een jaarverslag op de hoogte houden over de mate waarin het toegangspunt wordt gebruikt en over mogelijke maatregelen om het gebruik te stimuleren.

Er moet bij de lidstaten op worden aangedrongen passende maatregelen te treffen om de bevolking te wijzen op het bestaan van dit toegangspunt.

Bovendien werd in het „Action plan on an integrated approach for providing single market assistance services to citizens and businessess” van de Commissie van 8 mei 2008 een reeks maatregelen voorgesteld om de samenwerking tussen de bestaande ondersteunende diensten te versterken zodat zij beter, sneller en beter gestroomlijnd algemene diensten kunnen aanbieden aan burgers en ondernemingen.

De bevordering van al deze diensten moet beter gecoördineerd geschieden om te vermijden dat burgers en ondernemingen door te veel merknamen in verwarring worden gebracht.

Bovendien moet de Commissie de bevoegde commissie van het Europees Parlement op de hoogte stellen van de concrete maatregelen die op dit gebied zijn getroffen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 01
Proefproject — Internemarktforum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

328 663,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 02
Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

1 500 000,—

1 121 393,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 03
Proefproject — Internemarktforum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

1 015 000

1 200 000

1 050 000

1 156 925,21

684 304,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het Internemarktforum moet een jaarlijks evenement zijn, dat bij voorkeur wordt gehouden in de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad van de Unie bekleedt. Het kan voorafgegaan worden door een aantal regionale inhoudelijke voorbereidende evenementen, gezamenlijk te organiseren door de Commissie, het Europees Parlement en de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie bekleedt. Het evenement moet fungeren als belangrijk platform voor de uitwisseling van beste praktijken tussen de verschillende belanghebbenden, en moet mogelijkheden bieden om de burgers over hun rechten met betrekking tot de interne markt te informeren en de stand van zaken op de interne markt te onderzoeken. Het moet vertegenwoordigers van burgers, bedrijven en consumentenorganisaties, alsmede vertegenwoordigers van de lidstaten en de instellingen van de Unie bijeenbrengen, opdat zij zich er ondubbelzinnig toe verbinden de internemarktwetgeving om te zetten, toe te passen en te handhaven. Op het forum moet een debat kunnen worden gevoerd over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie op het gebied van de interne markt en moeten burgers, bedrijven en andere belanghebbenden hun verwachtingen met betrekking tot toekomstige wetgevingsvoorstellen kunnen presenteren. Doel van het evenement moet ook zijn onjuiste omzetting, verkeerde toepassing en ontbrekende handhaving van internemarktwetgeving aan te pakken door de coördinatie en de governance van de interne markt te verbeteren. Er moet een stuurcomité worden opgericht, met leden van het Europees Parlement en vertegenwoordigers van de Commissie en van de lidstaat die op het tijdstip van het evenement het voorzitterschap van de Raad van de Unie bekleedt, en dit comité moet de organisatorische regelingen van het Internemarktforum uitwerken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 04
Proefproject — De bevordering van eigenaarschap en participatie van werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

295 248,66

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 05
Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 750 000

1 638 000

1 750 000

875 000

 

 

Toelichting

De financiële en economische crisis heeft het vertrouwen van consumenten, kleine beleggers en kleine en middelgrote ondernemingen in het wet- en regelgevingskader dat bedoeld is om hen tegen het falen van het financiële stelsel te beschermen, ernstig geschokt. Daarom is het meer dan ooit van cruciaal belang dat met de bezorgdheden van eindgebruikers en andere belanghebbenden van buiten de sector rekening wordt gehouden bij de voorbereiding van initiatieven waarmee wordt beoogd het vertrouwen van de burgers te herstellen in de soliditeit van de financiële sector en in het vermogen van de financiële integratie om hun concrete voordelen te bieden.

Deze voorbereidende actie, die voortbouwt op een geslaagd proefproject, is erop gericht de capaciteit te versterken van organisaties uit het maatschappelijk middenveld om aan de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten deel te nemen, zodat, enerzijds, beleidsmakers een tegenwicht hebben voor de lobbygroepen van de financiële sector en, anderzijds, het bredere publiek op de hoogte is van de op het gebied van de regelgeving van de financiële markten spelende kwesties die voor consumenten, eindgebruikers, kleine beleggers en andere belanghebbenden van buiten de sector van belang zijn.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 06
Proefproject — Steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van betere steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel, om deze nieuw leven in te blazen en te moderniseren. Het proefproject moet bijdragen aan de coördinatie van maatregelen en het bijeenbrengen van financiering uit verschillende bronnen om de problemen van de sector doeltreffender aan te pakken.

In het kader van het proefproject:

1.

worden de kenmerken van de traditionele handelssector vastgesteld, evenals de beperkingen en bedreigingen waarmee deze sector momenteel wordt geconfronteerd;

2.

worden oplossingen voorgesteld om de revitalisering en modernisering van de sector te bevorderen;

3.

worden de Unie-instrumenten en -financiering waarvan de sector direct of indirect gebruik kan maken geïdentificeerd;

4.

wordt vastgesteld op welke wijze de beschikbare instrumenten, acties, maatregelen en financiering door de sector worden gebruikt;

5.

wordt de mate waarin bestaande instrumenten tegemoet kunnen komen aan de behoeften van de traditionele detailhandel geanalyseerd en worden, op basis van die analyse, eventuele aanpassingen voorgesteld;

6.

worden de in punt 2 genoemde voorstellen uitgevoerd;

7.

worden de resultaten geanalyseerd en de haalbaarheid van een mogelijk toekomstig uniaal steunprogramma voor de traditionele detailhandel beoordeeld.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 12 03 —   FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 03

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

12 03 01

Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

1,1

7 959 000

6 589 174

6 800 000

5 276 000

 

 

 

12 03 02

Europese Bankautoriteit

1,1

11 163 000

11 163 000

12 999 920

12 999 920

12 534 860,79

12 534 860,47

112,29

12 03 03

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

1,1

7 889 151

7 889 151

8 588 800

8 588 800

9 026 922,—

8 811 711,81

111,69

12 03 04

Europese Autoriteit voor effecten en markten

1,1

8 120 000

8 120 000

10 368 000

10 368 000

11 371 244,82

11 371 243,89

140,04

12 03 05

Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

1,1

3 300 000

3 100 000

 

 

 

 

 

12 03 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

1 825 197

7 650 000,—

6 969 246,06

 

 

Hoofdstuk 12 03 — Totaal

 

38 431 151

36 861 325

38 756 720

39 057 917

40 583 027,61

39 687 062,23

107,67

12 03 01
Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 959 000

6 589 174

6 800 000

5 276 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met het programma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, de activiteiten of de acties van bepaalde organen op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen te ondersteunen.

Uniale financiering is essentieel om efficiënt en daadwerkelijk toezicht op de interne markt inzake financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis te waarborgen.

Onder het programma vallen activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

Het is de voortzetting van het Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen als vastgesteld bij Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en houdende intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1), met name artikel 2.

12 03 02
Europese Bankautoriteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 163 000

11 163 000

12 999 920

12 999 920

12 534 860,79

12 534 860,47

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Autoriteit moet de het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de lidstaten van de EVA ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42) worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Bankautoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 12 606 000 EUR. Een bedrag van 1 443 000 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2013, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 11 163 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

12 03 03
Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 889 151

7 889 151

8 588 800

8 588 800

9 026 922,—

8 811 711,81

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Autoriteit moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 7 979 151 EUR. Een bedrag van 90 000 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2013, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 7 889 151 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

12 03 04
Europese Autoriteit voor effecten en markten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 120 000

8 120 000

10 368 000

10 368 000

11 371 244,82

11 371 243,89

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Autoriteit moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 9 703 000 EUR. Een bedrag van 1 583 000 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2013, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 8 120 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

12 03 05
Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 300 000

3 100 000

 

 

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

De Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad („de Raad”) is opgericht bij Verordening (EU) nr. 806/2014. De Raad zal gespecificeerde taken uitvoeren betreffende de voorbereiding van de afwikkeling van banken en de feitelijke afwikkeling ervan indien zij failliet gaan of waarschijnlijk failliet gaan.

Dit krediet dient ter financiering van de administratieve uitgaven van de Raad tijdens de eerste werkingsmaanden in 2015, die voornamelijk bestaan uit aanwervings- en personeelsuitgaven, kosten van gebouwen en informatietechnologie en de eerste beleidsuitgaven.

Deze financiering uit de Uniebegroting zal worden terugbetaald zodra de eerste jaarlijkse bijdragen die door de banken verschuldigd zijn om de administratieve uitgaven van de Raad te dekken door de Raad zijn geïnd, waarna verwacht wordt dat de Raad zichzelf volledig uit eigen ontvangsten zal financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1).

12 03 51
Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 825 197

7 650 000,—

6 969 246,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van een Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INTERNE MARKT EN DIENSTEN

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE INTERNE MARKT

TITEL 13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

84 553 764

84 553 764

82 299 094

82 299 094

88 725 888,70

88 725 888,70

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

26 806 595 430

27 458 195 038

24 991 430 038

31 286 893 080

30 616 203 629,11

31 129 230 405,52

13 04

COHESIEFONDS (CF)

8 370 548 261

12 580 725 983

7 963 000 000

11 092 840 264

12 498 050 420,86

11 906 385 666,45

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

35 083 181

420 564 231

36 519 962

405 590 679

552 010 452,—

357 587 179,37

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

50 000 000

176 724 968

126 724 968

150 000 000

415 127 031,—

14 321 355,—

 

Titel 13 — Totaal

35 346 780 636

40 720 763 984

33 199 974 062

43 017 623 117

44 170 117 421,67

43 496 250 495,04

HOOFDSTUK 13 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

13 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

60 223 723

58 145 098

58 979 614,89

97,93

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 058 171

2 024 429

1 971 338,69

95,78

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 948 504

2 965 249

3 092 962,46

104,90

 

Artikel 13 01 02 — Subtotaal

 

5 006 675

4 989 678

5 064 301,15

101,15

13 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

3 823 366

3 764 318

4 430 304,01

115,87

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)

1,2

11 300 000

11 200 000

11 213 027,51

99,23

13 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling

4

p.m.

p.m.

4 850 650,—

 

13 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

1,2

4 200 000

4 200 000

4 187 991,14

99,71

 

Artikel 13 01 04 — Subtotaal

 

15 500 000

15 400 000

20 251 668,65

130,66

 

Hoofdstuk 13 01 — Totaal

 

84 553 764

82 299 094

88 725 888,70

104,93

13 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

60 223 723

58 145 098

58 979 614,89

13 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 058 171

2 024 429

1 971 338,69

13 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 948 504

2 965 249

3 092 962,46

13 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 823 366

3 764 318

4 430 304,01

13 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 300 000

11 200 000

11 213 027,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uit het EFRO gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 3 060 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

4 850 650,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand voor het instrument voor pretoetredingssteun:

uitgaven in verband met de voorbereiding, beoordeling, goedkeuring, follow-up, controles, audits en evaluaties van meerjarenprogramma's en/of individuele operaties en projecten in het kader van de afdeling regionale ontwikkeling van het IPA. Deze acties kunnen omvatten: contracten voor technische bijstand, deskundige bijstand op korte termijn, studies, vergaderingen, uitwisseling van ervaringen, netwerking, voorlichting en publiciteit, bewustmakingsactiviteiten, opleidingsactiviteiten, publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma, en eventuele andere door de centrale diensten van de Commissie of door de delegaties van de Commissie in de begunstigde landen genomen ondersteunende maatregelen;

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht en evaluatie;

de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over de praktijken op dit gebied.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient ter financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 13 05.

13 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 200 000

4 200 000

4 187 991,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand in het Cohesiefonds zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 340 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

HOOFDSTUK 13 03 —   EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 119 487 626,25

 

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

154 865 961,19

 

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 301 582,09

2 301 582,09

 

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

3 236 362,57

 

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

116 997,30

116 997,30

 

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

12 258 958,05

 

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma's (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

1,2

p.m.

18 115 473 754

p.m.

23 944 700 000

25 310 105 801,—

23 641 798 268,03

130,51

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

1,2

p.m.

22 253 265

p.m.

26 000 000

34 060 138,—

33 908 475,19

152,38

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1,2

p.m.

2 845 465 225

p.m.

4 376 486 929

3 995 832 950,—

4 695 983 334,34

165,03

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1,2

p.m.

774 962 047

p.m.

1 286 126 020

1 216 274 019,—

1 422 975 520,10

183,62

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1,2

p.m.

5 752 675

p.m.

25 600 000

45 646 388,38

35 850 042,89

623,19

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

1,2

p.m.

167 560

p.m.

1 600 000

2 428 961,36

1 962 343,09

1 171,13

13 03 40

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 41

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

17 702 784 879

3 742 700 000

17 627 800 000

1 125 000 000

 

 

 

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

3 185 884 426

607 866 009

2 865 400 000

167 824 266

 

 

 

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

4 853 554 368

925 413 678

3 650 900 000

209 061 086

 

 

 

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

213 401 352

37 296 511

209 100 000

13 000 000

 

 

 

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1,2

720 820 268

263 856 034

505 700 000

53 703 765

 

 

 

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

4

3 621 192

p.m.

2 480 038

p.m.

 

 

 

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 13 03 64 — Subtotaal

 

724 441 460

263 856 034

508 180 038

53 703 765

 

 

 

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1,2

72 000 000

57 526 752

69 000 000

47 000 000

 

 

 

13 03 65 02

Europees fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 13 03 65 — Subtotaal

 

72 000 000

57 526 752

69 000 000

47 000 000

 

 

 

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

1,2

51 028 945

48 418 349

50 100 000

p.m.

 

 

 

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

1,2

p.m.

479 390

2 500 000

1 250 000

 

 

 

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

1,2

p.m.

1 198 474

2 500 000

1 250 000

 

 

 

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 01

Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

213 365,62

 

13 03 77 02

Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

82 000,—

 

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 03 77 04

Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

331 712,50

 

13 03 77 05

Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

549 014

0,—

388 331,63

 

13 03 77 06

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1,2

p.m.

1 003 491

p.m.

2 000 000

2 000 000,—

1 905 788,11

189,92

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1,2

p.m.

1 562 824

p.m.

1 000 000

2 262 948,—

0,—

0

13 03 77 08

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1,2

p.m.

1 174 000

p.m.

1 300 000

1 974 000,—

726 400,—

61,87

13 03 77 09

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

1,2

p.m.

600 000

167 000

1 200 000,—

454 117,58

75,69

13 03 77 10

Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

1,2

p.m.

400 000

p.m.

400 000

0,—

0,—

0

13 03 77 11

Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

383 218,99

 

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1,2

2 000 000

2 000 000

1 800 000

800 000

1 999 843,98

0,—

0

13 03 77 13

Proefproject — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: de „trap naar topkwaliteit”

1,2

1 500 000

1 350 000

1 200 000

600 000

 

 

 

13 03 77 14

Voorbereidende actie — Een regionale strategie voor de Noordzeeregio

1,2

p.m.

125 000

250 000

125 000

 

 

 

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

1,2

p.m.

800 000

2 000 000

1 000 000

 

 

 

13 03 77 16

Voorbereidende actie — Het feitelijke en gewenste economisch potentieel in regio's buiten de Atheense hoofdstedelijke regio

1,2

p.m.

350 000

700 000

350 000

 

 

 

 

Artikel 13 03 77 — Subtotaal

 

3 500 000

9 365 315

5 950 000

8 291 014

9 436 791,98

4 484 934,43

47,89

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

26 806 595 430

27 458 195 038

24 991 430 038

31 286 893 080

30 616 203 629,11

31 129 230 405,52

113,37

Toelichting

Artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang van artikel 174 worden ondersteund door haar optreden via de structuurfondsen, waartoe het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) behoort. Overeenkomstig artikel 176 is het EFRO bedoeld om een bijdrage te leveren aan het ongedaan maken van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Unie. De taken, de prioritaire doelstellingen en de organisatie van de structuurfondsen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 177.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffen criteria voor financiële correcties door de Commissie en voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het EFRO.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het EFRO.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175, 176 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 03 01
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 119 487 626,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het EFRO.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 02
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de periode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland. Het speciale programma voor vrede en verzoening werd voortgezet overeenkomstig de hierna genoemde conclusies van de Europese Raad van Berlijn om 500 000 000 EUR (prijzen van 1999) voor de nieuwe looptijd van het programma (2000-2004) beschikbaar te stellen. Ingevolge het verzoek in de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004 werd nog eens 105 000 000 EUR toegevoegd, die in 2005 en 2006 moet worden toegewezen, om de acties in het kader van het programma op één lijn te brengen met die van de andere programma's van de structuurfondsen die in 2006 afliepen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

Besluit C(2001) 638 van de Commissie betreffende de goedkeuring van structurele bijstand van de Gemeenschap voor het onder doelstelling 1 vallende EU-werkprogramma voor vrede en verzoening (Peace-II-programma) in Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) en het grensgebied (Ierland).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004, met name punt 49.

13 03 03
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 04
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

154 865 961,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO in het kader van doelstelling 2 betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 05
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 301 582,09

2 301 582,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit de drie fondsen (EFRO, ESF, EOGFL, afdeling Oriëntatie) betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 2 en 5 b zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 06
Voltooiing van Urban (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

3 236 362,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het communautaire initiatief Urban II betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006. Het communautaire initiatief Urban beoogde de economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en stadswijken met het oog op duurzame stadsontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief voor economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en buurten met het oog op een duurzame stadsontwikkeling (Urban II) (PB C 141 van 19.5.2000, blz. 8).

13 03 07
Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

116 997,30

116 997,30

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met communautaire initiatieven van vóór 2000.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (mkb-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642 final).

13 03 08
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met innovatieve acties en technische bijstand die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan zoals vastgesteld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innoverende acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. Onder technische bijstand vallen de maatregelen ter voorbereiding, follow-up, evaluatie, controle en beheer van de tenuitvoerlegging van het EFRO. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

contracten voor dienstverleners en studies;

beurzen.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de programmeringsperiode 2007-2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 09
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het EFRO in programmeringsperioden vóór 2000 heeft aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen. Dit krediet zal zo nodig ook worden gebruikt voor financiering, wanneer de overeenkomstige vastleggingskredieten voor de programmeringsperiode 2000-2006 niet beschikbaar zijn of niet zijn vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 12
Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de Uniebijdrage in de financiering van het Internationaal Fonds voor Ierland, opgericht bij de Engels-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 en bedoeld voor het bevorderen van de economische en sociale vooruitgang en voor het aanmoedigen van de contacten, de dialoog en de verzoening tussen de Ierse bevolkingsgroepen.

Uit het fonds kunnen maatregelen in het kader van het initiatiefprogramma worden aangevuld en gesteund ten behoeve van het vredesproces in Noord-Ierland en de Republiek Ierland.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 177/2005 van de Raad van 24 januari 2005 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2005-2006) (PB L 30 van 3.2.2005, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1232/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende financiële bijdragen van de Europese Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 1).

13 03 13
Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

12 258 958,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het communautair initiatief Interreg III betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking in de programmeringsperiode 2000-2006.

Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan grensoverschrijdende activiteiten, met name met het oog op een betere coördinatie met de programma's Phare, Tacis, ISPA en MEDA.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van coördinatieactiviteiten op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en -vaardigheden. De nodige aandacht zal worden besteed aan de samenwerking met de ultraperifere regio's.

Dit krediet kan worden gecombineerd met kredieten voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma ten behoeve van gezamenlijke projecten aan de buitengrenzen van de Unie.

Dit krediet dient onder meer ter dekking van voorbereidende maatregelen ten gunste van lokale en regionale samenwerking tussen de oude en de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten op de terreinen van democratie en sociale en regionale ontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 september 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor een communautair initiatief betreffende trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte — Interreg III (PB C 226 van 10.9.2004, blz. 2).

13 03 14
Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma's (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor projecten uit de programmeringsperiode 2000-2006 in de aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's overeenkomstig de regels van het communautair initiatief Interreg III voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met de mededeling van de Commissie over de gevolgen van de uitbreiding voor de aan kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Communautaire actie ten behoeve van grensregio's (COM(2001) 437 final).

13 03 16
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

18 115 473 754

p.m.

23 944 700 000

25 310 105 801,—

23 641 798 268,03

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de EFRO-doelstelling convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 17
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

22 253 265

p.m.

26 000 000

34 060 138,—

33 908 475,19

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het programma Peace in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013.

Het Peace-programma zal ten uitvoer worden gelegd als een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma in de zin van artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

Het Peace-programma bevordert sociale en economische stabiliteit in de desbetreffende regio's, en met name acties ter bevordering van de cohesie tussen gemeenschappen. Als gebied komen heel Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland in aanmerking. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

13 03 18
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 845 465 225

p.m.

4 376 486 929

3 995 832 950,—

4 695 983 334,34

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 19
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

774 962 047

p.m.

1 286 126 020

1 216 274 019,—

1 422 975 520,10

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de EFRO-doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 20
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 752 675

p.m.

25 600 000

45 646 388,38

35 850 042,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2007-2013 voor acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

uitgaven voor informatie en publicatie;

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

contracten voor dienstverlening en studies;

subsidies.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 31
Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

167 560

p.m.

1 600 000

2 428 961,36

1 962 343,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 met het oog op:

het waarborgen van een goede verspreiding van informatie door middel van nieuwsbrieven (ook online), rapporten en conferenties, en in het bijzonder door middel van het jaarlijkse forum;

de organisatie van evenementen ter plaatse om alle geïnteresseerde Europese regio’s bekend te maken met de Oostzeeaanpak en de beginselen van de macroregionale aanpak;

een succesvol beheer van de strategie door middel van het gedecentraliseerde systeem en in het bijzonder de werking van het systeem van prioritaire gebiedscoördinatoren en zogenaamde „flagship”-projectleiders;

technische en administratieve bijstand voor de planning en coördinatie van activiteiten in verband met de EU-strategie voor de Oostzeeregio;

de beschikbaarheid van zaaikapitaal voor het plannen en voorbereiden van projecten ter ondersteuning van de strategie;

steun voor participatie door het maatschappelijk middenveld;

het blijven ondersteunen van coördinatoren van prioritaire gebieden bij hun coördinerende werkzaamheden;

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand moet worden gebruikt om:

coördinatoren van prioritaire gebieden te blijven ondersteunen bij hun coördinerende werkzaamheden;

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 40
Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999, en met name artikel 36 bis (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 03 41
Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten van de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999, en met name artikel 36 bis (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 03 60
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 702 784 879

3 742 700 000

17 627 800 000

1 125 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in minder ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces van deze regio’s met een economische en sociale achterstand vraagt ook op de lange termijn om voortdurende inspanningen. Deze categorie omvat de regio's waarin het bbp per inwoner minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 61
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 185 884 426

607 866 009

2 865 400 000

167 824 266

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de periode 2014-2020 in een nieuwe categorie van regio's — „overgangsregio's” — die het systeem van „phasing-out” en „phasing-in” van 2007-2013 vervangt. Deze categorie omvat regio's met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 62
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 853 554 368

925 413 678

3 650 900 000

209 061 086

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in meer ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Terwijl steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio's de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om de belangrijke uitdagingen aan te pakken waarmee alle lidstaten worden geconfronteerd, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie omvat de regio's waarin het bbp per inwoner meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 63
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

213 401 352

37 296 511

209 100 000

13 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van specifieke extra steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Deze extra financiering dient om rekening te houden met de specifieke uitdagingen waarmee de in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde ultraperifere gebieden en de noordelijke dunbevolkte regio's die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij het Verdrag betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden voldoen, worden geconfronteerd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Hiermee worden grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio's, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking gefinancierd. Het omvat ook steun voor samenwerkingsactiviteiten aan de buitengrenzen van de Unie, die wordt gefinancierd in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument en het instrument voor pretoetredingssteun.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 01
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

720 820 268

263 856 034

505 700 000

53 703 765

 

 

Toelichting

Oud artikel 13 03 64

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Hiermee worden grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio's, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking gefinancierd. Het omvat ook steun voor samenwerkingsactiviteiten aan de buitengrenzen van de Unie, die wordt gefinancierd in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument en het instrument voor pretoetredingssteun.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 02
Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 621 192

p.m.

2 480 038

p.m.

 

 

Toelichting

Oude post 13 05 63 02 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) tot de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma's van het EFRO waaraan de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden deelnemen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 03 64 03
Deelname van Europese nabuurschapslanden aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Oude post 21 03 03 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor het programma voor grensoverschrijdende samenwerking voor de Oostzee. Uit hoofde van zowel het ENI als het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) moet ondersteuning worden verleend voor programma's voor grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Unie tussen de lidstaten, enerzijds, en de partnerlanden en/of de Russische Federatie, anderzijds („andere aan de grensoverschrijdende samenwerking deelnemende landen”), ter bevordering van geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking tussen gebieden die aan weerszijden van een grens liggen, alsook van harmonieuze territoriale integratie overal in de Unie en met naburige landen.

Vastleggingen zullen worden overgedragen van post 21 03 03 01 „Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4”, na goedkeuring van het programmeringsdocument voor grensoverschrijdende samenwerking. Zodra met de uitvoering van de programma's wordt begonnen, zullen de vastleggingen in de periode 2015-2020 stijgen (net als in de periode 2007-2013).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

13 03 65
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

13 03 65 01
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

72 000 000

57 526 752

69 000 000

47 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 65 02
Europees fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. De post dient in overeenstemming met het artikel 25 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 66
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

51 028 945

48 418 349

50 100 000

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van innovatieve acties van het EFRO op initiatief van de Commissie op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1301/2013. Deze innovatieve acties omvatten studies en proefprojecten voor het vaststellen of beproeven van nieuwe oplossingen voor kwesties die verband houden met duurzame stedelijke ontwikkeling die van belang zijn op het niveau van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 67
Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

479 390

2 500 000

1 250 000

 

 

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de Europese strategie voor het Oostzeegebied.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand in 2015 moet worden gebruikt om:

1.

coördinatoren van prioritaire gebieden steun te blijven geven bij hun coördinerende werkzaamheden;

2.

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

3.

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio (EUSBSR).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 68
Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 198 474

2 500 000

1 250 000

 

 

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de Europese strategie voor de Donauregio.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 01
Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

213 365,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 02
Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

82 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 03
Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 04
Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

331 712,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 05
Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

549 014

0,—

388 331,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 06
Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 003 491

p.m.

2 000 000

2 000 000,—

1 905 788,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 07
Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 562 824

p.m.

1 000 000

2 262 948,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 08
Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 174 000

p.m.

1 300 000

1 974 000,—

726 400,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 09
Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

167 000

1 200 000,—

454 117,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 10
Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

400 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 11
Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

383 218,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 12
Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

2 000 000

1 800 000

800 000

1 999 843,98

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de organisatie of ontwikkeling van opleidingsprogramma's en seminars voor jongeren met als doel de gemeenschappelijke regionale identiteit van de landen in de macroregio van de Donau te benadrukken; deze programma’s dragen middel van burgerschapseducatie en culturele uitwisseling bij tot een progressieve, duurzame en toekomstgerichte Europese basis voor co-existentie door aandacht te besteden aan het kweken van begrip voor elkaars aanwezigheid in de regio, het op elkaar aangewezen zijn en de noodzaak van samenwerking; alsook door het stimuleren van dialoog en verzoening;

de verbetering en verdere ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor het aanbieden van deskundigheid door middel van toegankelijke platformen, informatieverstrekking betreffende projecten en het opbouwen van netwerken.

De voorbereidende actie bevordert de sociale en economische stabiliteit in de betrokken regio's, door middel van onder meer acties om de samenhang tussen de gemeenschappen te bevorderen door de gelegenheid te bieden kennis te nemen en de erkenning te bevorderen van elkaars cultuur en geschiedenis en tevens de toegevoegde waarde van transnationale samenwerking te benadrukken. Hiermee wordt een duurzame grondslag gelegd voor een gemeenschappelijk platform dat toegang biedt tot regionale deskundigheid en een sterkere regionale samenwerking, terwijl bovendien lessen kunnen worden getrokken uit ervaringen op het gebied van een macroregionale strategie. De regio die in aanmerking komt, is de macroregio van de Donau en de omringende landen, in overeenstemming met het Europees nabuurschapsbeleid. Bij de organisatie van de programma's dienen niet-gouvernementele organisaties en organisaties uit het maatschappelijk middenveld te worden betrokken, om ervoor te zorgen dat verzoeningsinspanningen verder reiken dan regeringsmilieus. Aan de programma's die in aanmerking komen voor financiering nemen ten minste drie lidstaten uit de regio deel.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 13
Proefproject — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: de „trap naar topkwaliteit”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 350 000

1 200 000

600 000

 

 

Toelichting

Dit proefproject dient om steun te verlenen aan de verhoging van de waarde van twee belangrijke Uniefinancieringsbronnen voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie — de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) en Horizon 2020 — door het combineren ervan actief te bevorderen. Het project heeft twee hoofddoelstellingen:

het bieden van steun aan nieuwe lidstaten bij het overbruggen van de innovatiekloof, teneinde topkwaliteit in alle regio's van de Europese Unie te bevorderen;

het stimuleren van een vroegtijdige en doeltreffende tenuitvoerlegging van nationale en regionale strategieën voor slimme specialisatie.

Doelstellingen van het project

Het opbouwen van topkwaliteit op een bepaald terrein van onderzoek en innovatie vereist vaak jaren zo niet decennia van aanhoudende inspanningen. De ontwikkeling van goede nationale/regionale strategieën voor onderzoek en ontwikkeling voor slimme specialisatie (RIS3) is van wezenlijk belang om deze inspanningen op lange termijn te kunnen volhouden. Daarom is ondersteuning door het platform voor slimme specialisatie dat gezamenlijk is opgericht door DG JRC en DG REGIO (voor een bedrag van ongeveer 1 600 000 EUR per jaar) van essentieel belang voor lidstaten en regio ' s bij het formuleren en actualiseren van hun RIS3. Dit zal nieuwe lidstaten en regio's de kans bieden een beperkt aantal terreinen op hun grondgebied aan te wijzen waarop hoogwaardig onderzoek en industriële activiteit plaatsvindt met een hoog innovatief potentieel, dat verder versterkt en ontwikkeld kan worden met behulp van de ESIF, om de kwaliteit nog verder te verhogen en het concurrentievermogen bij Horizon 2020-aanbestedingen te versterken. Dit zal tevens de capaciteit van nieuwe lidstaten verhogen om gebruik te maken van resultaten van innovatievere regio's in de context van eerdere kaderprogramma-projecten, en hen daarmee in staat stellen hun eigen innovatiecapaciteit op te bouwen.

De nieuwe activiteit binnen het platform voor slimme specialisatie (S3P) dient verder te worden ontwikkeld om de volledige benutting van de potentiële synergieën tussen Horizon 2020 en de ESIF te vergemakkelijken.

Het huidige proefproject dient te worden voortgezet in 2015 met voldoende middelen, aangezien voor het opbouwen van topkwaliteit op het vlak van onderzoek en innovatie inspanningen op lange termijn en strategische planning nodig zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 14
Voorbereidende actie — Een regionale strategie voor de Noordzeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

125 000

250 000

125 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De Noordzeeregio kan fungeren als aanjager van groei in Europa, zorgen voor toegevoegde waarde in de Europese Unie en bijdragen aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

De Unie heeft reeds een regionale strategie ontwikkeld voor de Oostzeeregio en is begonnen met de ontwikkeling van strategieën voor de Atlantische en Arctische regio's, maar voor de Noordzeeregio is een dergelijk proces nog niet opgestart. Een regionale strategie voor de Noordzeeregio is de ontbrekende schakel tussen de macroregio's in het noord-oosten en noord-westen van Europa.

Deze voorbereidende actie dient om het groeipotentieel van de regio te analyseren en op basis daarvan te onderzoeken of een gedeelde macroregionale strategie voor de Noordzeeregio wenselijk is, aangezien een sterke Noordzeeregio kan fungeren als aanjager van de groei in Europa en kan bijdragen aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Strategiedocument Noordzeeregio 2020

De algemene vergadering van de Noordzeecommissie heeft een strategiedocument Noordzeeregio 2020 opgesteld in overleg met leden en belanghebbenden in de Noordzeeregio. Het strategiedocument beziet de Noordzeeregio als regio voor territoriale samenwerking, en besteedt aandacht aan de grote uitdagingen en gemeenschappelijke kenmerken in verband waarmee internationale acties en samenwerking kunnen zorgen voor toegevoegde waarde.

Het strategiedocument omschrijft vijf strategische prioriteiten die nauw verbonden zijn aan de doelstellingen van Europa 2020 en bijdragen aan de tenuitvoerlegging van verschillende (zo niet alle) vlaggenschipinitiatieven van Europa 2020:

beheer van de maritieme ruimte;

verbetering van de bereikbaarheid en schoon vervoer;

aanpak van de klimaatverandering;

aantrekkelijke en levensvatbare gemeenschappen;

bevordering van innovatie en uitmuntendheid.

Het strategiedocument inzake de Noordzeeregio vormt de opmaat voor het analyseren van de uitdagingen en kansen voor de Noordzeeregio en het onderzoeken van de mogelijkheden voor regionale groei, ter ondersteuning van de Europa 2020-strategie.

Voorbereidende actie voor de Noordzeeregio

Om de mogelijkheden voor regionale groei diepgaand te onderzoeken, ter ondersteuning van de Europa 2020-strategie, en de basis te leggen voor een sterke macroregio, moet een grondiger analyse worden uitgevoerd van de vijf strategische prioriteiten die zijn aangegeven in het strategiedocument Noordzeeregio 2020, alsmede van hun toegevoegde waarde in het kader van de EU.

Activiteiten

De voorbereidende actie dient ter financiering van een aantal goed gecoördineerde initiatieven gedurende een periode van drie jaar (2014-2017), te weten:

grondige analyses/studies van de vijf prioriteiten die zijn aangegeven in het strategiedocument Noordzeeregio 2020;

conferenties van belanghebbenden waar aandacht wordt besteed aan politieke bereidheid, samenwerking en inhoud;

een aansluitende dialoog tussen alle belanghebbenden, waaronder de Commissie van de EU, de lidstaten en regionale autoriteiten.

De activiteiten moeten nauw verband houden met het regionale beleid van de EU en moeten ook synergieën mogelijk maken met andere beleidsterreinen en programma's van de Unie.

Output

De voorbereidende actie moet resulteren in een grondige analyse van het groeipotentieel van de regio rond de Noordzee, waarbij moet worden aangegeven op welke terreinen actie moet worden ondernomen. Daarnaast moet een witboek worden gepresenteerd aan de Unie en de lidstaten inzake de toegevoegde waarde van een gedeelde regionale strategie en samenwerking voor de Noordzeeregio.

Uitvoering

De kredieten voor deze voorbereidende actie moeten worden op de EU-begroting worden opgenomen onder titel 13 „Regionaal beleid”, met het oog op het regionale karakter van de voorgenomen activiteiten. DG REGIO moet verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de voorbereidende actie, in samenwerking met de Noordzeecommissie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 15
Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

800 000

2 000 000

1 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De internationale dimensie van het regionaal en stedelijk beleid van de Unie is de afgelopen jaren toegenomen. Er zijn memoranda van overeenstemming over regionale samenwerking ondertekend met China, Rusland, Brazilië en Oekraïne; nauwere samenwerking is aangegaan met Moldavië, Georgië, Chili, Argentinië, Peru, Zuid-Afrika, Uruguay en Japan. Voor de dialoog op het gebied van het regionaal en stedelijk beleid, die tot de vaste onderdelen van de diplomatieke betrekkingen van de Unie met derde landen behoort, is meer steun nodig. Bovendien moet bij de samenwerking met derde landen de nadruk worden gelegd op bepaalde kwesties in verband met de hervorming van het cohesiebeleid, te weten de grotere stedelijke dimensie daarvan.

Het doel van deze voorbereidende actie is het bevorderen van de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen de Europese Unie en derde landen over de territoriale ontwikkelingsproblematiek.

De voorbereidende actie moet onder meer bestaan in:

het organiseren van studiebezoeken voor personen die zich met stedelijk beleid bezighouden;

het organiseren van seminars en workshops om ervaringen tussen de Unie en derde landen uit te wisselen op het gebied van stedelijke ontwikkeling, partnerschappen tussen stedelijke en plattelandsgebieden en grensoverschrijdende samenwerking tussen steden;

het geven van innoverende voorbeelden van goede samenwerkingspraktijken tussen steden van de Unie en van derde landen op verschillende thematische gebieden;

het opzetten en toepassen van een reeks instrumenten op internet waarmee steden in de Unie kunnen zoeken naar geschikte samenwerkingspartners in derde landen op een aantal vastgestelde gebieden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 16
Voorbereidende actie — Het feitelijke en gewenste economisch potentieel in regio's buiten de Atheense hoofdstedelijke regio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

700 000

350 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De uitvoering van deze voorbereidende actie moet dienen als voorbeeld voor de opzet en uitvoering van een werkelijke RIS 3-strategie in een specifieke Griekse regio, en moet als model dienen voor andere convergentieregio's.

Achtergrond

Aangezien reeds belangrijk voorbereidend werk is verricht door de Commissie om Griekenland en zijn regio's aan te zetten tot het opstellen van een deugdelijke strategie voor regionale innovatie en slimme specialisatie, komt het nu aan op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging. Uitwisseling van beste praktijken is niet voldoende om concurrentievoordeel te verwezenlijken door de ontwikkeling en het samenbrengen van pluspunten op het gebied van onderzoek en innovatie met de behoeften van ondernemers in een bepaald gebied. Daarom is het van groot belang de huidige inspanningen aan te vullen met rechtstreekse, professionele en op maat gesneden steun aan een Griekse regio die hard is getroffen door de crisis.

De huidige versnippering en ontbrekende coördinatie tussen centrale en regionale overheden maakt een deugdelijke vaststelling van ondernemerspotentieel in de Griekse regio's onzeker. Om die reden moet een betrouwbare en inclusieve beheersstructuur worden opgezet met relevante ervaring en voldoende menselijke hulpbronnen om maatregelen op het gebied van Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (O&O&I) op te zetten en uit te voeren in een van de Griekse regio's, bij wijze van voorbeeld. Ter bespoediging en versnelling van het ontwikkelingsproces moet een uitwisseling van ervaringen met specialisten op het gebied van economische geografie en veranderprocessen uit andere regio's van de Unie bijdragen aan het proces van de vaststelling van ondernemerspotentieel in een van de Griekse regio's. Hiermee zal tevens de last op menselijke hulpbronnen worden verlicht voor de Griekse autoriteiten die deskundigheid moeten opbouwen. Deze deskundigheid moet worden opgebouwd met behulp van de uitwisseling van beste praktijken inzake administratieve en regionale ontwikkeling, met sterke betrokkenheid van competente en ervaren Europese specialisten op het gebied van kennisgebaseerde regionale economische verandering.

Toepassingsgebied

Deze voorbereidende actie heeft tot doel het economisch potentieel in de geselecteerde regio's in kaart te brengen en daarnaast de mogelijkheden van het innovatiepotentieel en de uitbreiding daarvan te bestuderen. De voorgestelde regio is een van de armste in Griekenland en de Unie, te weten de regio Oost-Macedonië en Thracië. De regio Oost-Macedonië en Thracië is een convergentieregio die ernstig te lijden heeft onder de crisis en de zware concurrentie van naburige lagelonenlanden. Ondanks de aanwezigheid van een universiteit en een technologisch instituut en andere onderzoekinstellingen in de regio, zijn verbanden tussen O&O&I-activiteiten en de behoeften van lokale ondernemers bijna geheel afwezig. De voorbereidende actie moet aantonen dat op groei gebaseerde innovatie en exportgerichtheid van de lokale productie haalbaar zijn.

Dit moet een model voor groei opleveren voor andere convergentieregio's in Griekenland en Europa.

De financiering van de Unie moet de ontwikkeling en toepassing steunen van de regionale strategie voor slimme specialisatie, met specifieke aandacht voor:

het tot stand brengen en/of versterken van verbanden tussen de regionale extern gerichte industrie/productie met de Griekse regionale instanties voor O&O&I (bij voorkeur binnen dezelfde regio, maar ook buiten de regio);

het ondersteunen van de Griekse regionale instanties voor O&O&I bij het verwezenlijken en/of versterken van verbanden met regionale extern gericht ondernemingen voor het bieden van concrete oplossingen voor de technologische behoeften van de exporterende ondernemingen in de regio;

een einde maken aan de braindrain door ten volle gebruik te maken van de beschikbare technologische uitrusting van het technologisch instituut in de regio en het gebruik van die uitrusting door lokaal gespecialiseerd personeel om technologische oplossingen te bieden voor de geselecteerde exporterende ondernemingen en door een groep hooggekwalificeerde professionals uit de regio op het gebied van ondernemen, handel en uitvoer samen te stellen die mogelijke buitenlandse investeerders kunnen bijstaan en adviseren;

het aanmoedigen van samenwerking tussen de beheersautoriteit van het regionale werkprogramma en geografisch economen uit de regio en andere geografisch economen bij de succesvolle tenuitvoerlegging van een RIS3-beleid in een regio in een andere Europese lidstaat, bijvoorbeeld Duitsland.

Duur — Soort bijstand

De duur van deze voorbereidende actie mag niet meer dan een jaar bedragen en mag evenmin de aanvankelijk toegewezen financiering overschrijden.

Voorstel voor een voorbereidende actie in de regio Oost-Macedonië en Thracië

Met het oog op de acties die tot nu toe in de regio Oost-Macedonië en Thracië (R-AMTH) zijn genomen inzake de „strategie voor slimme specialisatie” wordt de start van een voorbereidende actie aanbevolen, om de strategie voor deze regio beter vorm te kunnen geven, met name de selectie van de prioriteiten waar de financiering op moet worden gericht. De volgende voorbereidende actie wordt daarom voorgesteld:

opzet van een programma voor ontwikkeling van industrieel onderzoek en technologie, gericht op activiteiten die nodig zijn voor de vaststelling van ondernemerspotentieel. Tot nu toe zijn in het kader van RIS3: Regionale beoordeling: Oost-Macedonië en Thracië enkele sectoren aangewezen die de regio een concurrentievoordeel kunnen opleveren, zoals geothermische energie, landbouw, veehouderij, visserij en biotechnologie, winning en bewerking van marmer en ICT en automatisering;

versterking van samenwerking en netwerken tussen onderzoekers en onderzoeksinstituten in de R-AMTH met de productieve sectoren in de regio. Onderzoeksinstanties moeten de toezegging doen (bijv. via memoranda van overeenstemming) te zullen bijdragen aan de ontwikkeling van oplossingen voor bestaande en toekomstige behoeften van gebruikers aan op maat gesneden onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (met nadruk op industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling);

een einde maken aan de braindrain door a) een trainingsprogramma voor mobiliteitsonderzoek mogelijk te maken en het gebruik van de onderzoeksuitrusting van TEI Kavala te optimaliseren en b) door een groep hooggekwalificeerde professionals uit de regio op het gebied van ondernemen, handel en uitvoer samen te stellen die mogelijke buitenlandse investeerders kunnen bijstaan en adviseren;

steun bieden voor de samenwerking, uitwisseling van beste praktijken en het leggen van contacten tussen de beheersautoriteit van het regionale operationele programma en geografisch economen uit Oost-Macedonië en Thracië, alsmede de succesvolle tenuitvoerlegging door deze geografisch economen van een RIS3-strategie in een regio in een andere Europese lidstaat.

Toezicht en evaluatie

Deze eenjarige voorbereidende actie wordt beheerd door de beheersautoriteit voor het regionale werkprogramma voor Oost-Macedonië en Thracië. Een beperkt aantal specifieke indicatoren voor output en resultaat moet voor aanvang van de voorbereidende actie worden vastgesteld, om ten minste de toename van de omzet, de uitvoer en de werkgelegenheid te kunnen bepalen.

Aan het einde van de voorbereidende actie moet een korte evaluatiestudie worden uitgevoerd.

De resultaten van de voorbereidende actie moeten worden gepresenteerd in de regio en in Athene, op een speciaal seminar georganiseerd door de vertegenwoordiging van het Europees Parlement in Athene, en in het Europees Parlement in Brussel.

Tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie

Om de synergieën tussen de voorbereidende actie en de huidige werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek inzake slimme specialisatie in Europese regio's te vergroten, kan de Commissie het project eventueel uitvoeren via het JRC, met ondersteuning van DG REGIO.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 04 —   COHESIEFONDS (CF)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 04

COHESIEFONDS (CF)

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

1,2

p.m.

431 450 637

p.m.

570 183 553

0,—

691 151 762,35

160,19

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

1,2

p.m.

10 487 806 882

p.m.

10 002 500 000

12 498 050 420,86

11 215 233 904,10

106,94

13 04 03

Voltooiing van uit het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

8 346 548 261

1 641 334 101

7 939 400 000

505 156 711

 

 

 

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

1,2

24 000 000

20 134 363

23 600 000

15 000 000

 

 

 

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 13 04 61 — Subtotaal

 

24 000 000

20 134 363

23 600 000

15 000 000

 

 

 

 

Hoofdstuk 13 04 — Totaal

 

8 370 548 261

12 580 725 983

7 963 000 000

11 092 840 264

12 498 050 420,86

11 906 385 666,45

94,64

Toelichting

Artikel 177, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat een Cohesiefonds wordt opgericht om een financiële bijdrage te leveren aan projecten op het gebied van het milieu en trans-Europese netwerken in de sfeer van de vervoersinfrastructuur.

Artikel H van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die financiële correcties door de Commissie betreffen, voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het Cohesiefonds.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht. Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het Cohesiefonds.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 177.

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 100 en 102.

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 04 01
Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

431 450 637

p.m.

570 183 553

0,—

691 151 762,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Cohesiefonds betaalbaar te stellen verplichtingen voor 2000 en de voltooiing van de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 792/93 van de Raad van 30 maart 1993 tot instelling van een cohesiefinancieringsinstrument (PB L 79 van 1.4.1993, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.

13 04 02
Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 487 806 882

p.m.

10 002 500 000

12 498 050 420,86

11 215 233 904,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen van het Cohesiefonds van de programmeringsperiode 2007-2013.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen);

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

contracten voor dienstverlening en studies;

subsidies.

Dit krediet dient ook ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen voor maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 177.

13 04 03
Voltooiing van uit het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit het Cohesiefonds voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 36 bis.

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 04 60
Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 346 548 261

1 641 334 101

7 939 400 000

505 156 711

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de programmeringsperiode 2014-2020. Het Cohesiefonds zal lidstaten met een bruto nationaal inkomen (bni) per hoofd van minder dan 90 % van het gemiddelde van de Unie blijven steunen. Met inachtneming van een passend evenwicht en rekening houdende met de specifieke behoeften aan investeringen en infrastructuur van iedere lidstaat, is dit krediet bedoeld ter ondersteuning van:

investeringen in het milieu, met inbegrip van gebieden die verband houden met duurzame ontwikkeling en energie waaraan milieuvoordelen zijn verbonden;

trans-Europese netwerken op het gebied van vervoersinfrastructuur, overeenkomstig de bij Besluit nr. 661/2010/EU goedgekeurde richtsnoeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61
Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01
Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 000 000

20 134 363

23 600 000

15 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61 02
Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Deze post dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. De post dient in overeenstemming met het artikel 25 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

HOOFDSTUK 13 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

4

p.m.

61 733 374

p.m.

40 000 000

0,—

50 358 219,43

81,57

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

18 466 415

p.m.

p.m.

0,—

20 577 488,74

111,43

 

Artikel 13 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

80 199 789

p.m.

40 000 000

0,—

70 935 708,17

88,45

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

4

p.m.

272 864 063

p.m.

272 447 479

462 000 000,—

234 851 864,30

86,07

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

1,2

p.m.

36 414 434

p.m.

52 000 000

53 731 401,—

32 547 749,90

89,38

13 05 03 02

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

4

p.m.

31 085 945

p.m.

26 143 200

36 279 051,—

19 251 857,—

61,93

 

Artikel 13 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

67 500 379

p.m.

78 143 200

90 010 452,—

51 799 606,90

76,74

13 05 60

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

13 05 60 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

13 05 60 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 13 05 60 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

13 05 61

Steun voor IJsland

13 05 61 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

13 05 61 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 13 05 61 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

13 05 62

Steun voor Turkije

13 05 62 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

13 05 62 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 13 05 62 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

13 05 63

Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

1,2

17 541 591

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

13 05 63 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

17 541 590

p.m.

36 519 962

15 000 000

 

 

 

 

Artikel 13 05 63 — Subtotaal

 

35 083 181

p.m.

36 519 962

15 000 000

 

 

 

 

Hoofdstuk 13 05 — Totaal

 

35 083 181

420 564 231

36 519 962

405 590 679

552 010 452,—

357 587 179,37

85,03

13 05 01
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

Toelichting

De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer.

13 05 01 01
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

61 733 374

p.m.

40 000 000

0,—

50 358 219,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

13 05 01 02
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

18 466 415

p.m.

p.m.

0,—

20 577 488,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

13 05 02
Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

272 864 063

p.m.

272 447 479

462 000 000,—

234 851 864,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03
Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01
Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

36 414 434

p.m.

52 000 000

53 731 401,—

32 547 749,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03 02
Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

31 085 945

p.m.

26 143 200

36 279 051,—

19 251 857,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 60
Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

13 05 60 01
Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in de westelijke Balkan de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

steun voor politieke hervormingen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen ter ondersteuning van de begunstigde landen bij het voldoen aan de eisen in verband met visumvrij reizen van en naar de Schengen-landen, of, in het geval van Kosovo, maatregelen om het proces van visumliberalisering te bespoedigen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen met het oog op verzoening tussen de landen, volkeren en etnische groepen in de hele westelijke Balkan en er zullen inspanningen mee worden ondersteund om een onpartijdige kijk op de historische en politieke gebeurtenissen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 60 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de westelijke Balkan:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 61
Steun voor IJsland

13 05 61 01
Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in IJsland de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

steun voor politieke hervormingen;

versterking van het vermogen van de begunstigde landen om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 61 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 62
Steun voor Turkije

13 05 62 01
Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in Turkije de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

steun voor politieke hervormingen;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 62 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of –programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 63
Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 541 591

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun van het EFRO in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II).

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 05 63 02
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 541 590

p.m.

36 519 962

15 000 000

 

 

Toelichting

Oude post 13 05 63 02 (ten dele)

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

HOOFDSTUK 13 06 —   SOLIDARITEITSFONDS

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

13 06 01

Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

50 000 000

116 500 363

66 500 363

150 000 000

415 127 031,—

14 321 355,—

12,29

13 06 02

Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

p.m.

60 224 605

60 224 605

p.m.

0,—

0,—

0

 

Hoofdstuk 13 06 — Totaal

 

50 000 000

176 724 968

126 724 968

150 000 000

415 127 031,—

14 321 355,—

8,10

13 06 01
Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

116 500 363

66 500 363

150 000 000

415 127 031,—

14 321 355,—

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten op te nemen die worden vrijgemaakt wanneer in de lidstaten bij grote rampen een beroep wordt gedaan op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de lidstaten in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Met uitzondering van het voorschot, zal over de toewijzing van de kredieten worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 661/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 143).

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

13 06 02
Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

60 224 605

60 224 605

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van kredieten als gevolg van de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote rampen in landen die verwikkeld zijn in toetredingsonderhandelingen met de Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de landen in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Over de toewijzing van de kredieten zal worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 661/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 143).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005) 108 final), door de Commissie ingediend op 6 april 2005.

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE STEUN VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

CONTROLE IN VERBAND MET HET COHESIEBELEID IN HET KADER VAN DE PRETOETREDING

BELEIDSSTRATEGIE, -COÖRDINATIE EN EVALUATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

TITEL 14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

57 088 560

57 088 560

55 752 228

55 752 228

57 925 589,94

57 925 589,94

14 02

DOUANE

69 897 552

52 262 325

67 389 552

48 435 735

54 792 453,93

45 428 184,18

14 03

BELASTINGEN

31 146 800

25 084 478

30 898 800

25 274 011

30 719 537,79

23 211 854,08

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

3 100 000

2 697 521

3 000 000

2 900 000

3 620 000,—

2 722 469,—

 

Titel 14 — Totaal

161 232 912

137 132 884

157 040 580

132 361 974

147 057 581,66

129 288 097,20

HOOFDSTUK 14 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

14 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5.2

45 992 775

44 557 927

44 104 431,83

95,89

14 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

5.2

5 245 171

5 397 985

6 194 476,33

118,10

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5.2

2 730 714

2 711 633

3 182 021,64

116,53

 

Artikel 14 01 02 — Subtotaal

 

7 975 885

8 109 618

9 376 497,97

117,56

14 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5.2

2 919 900

2 884 683

3 312 660,14

113,45

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Douane

1.1

100 000

100 000

1 132 000,—

1 132,00

14 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

1.1

100 000

100 000

0,—

0

 

Artikel 14 01 04 — Subtotaal

 

200 000

200 000

1 132 000,—

566,00

 

Hoofdstuk 14 01 — Totaal

 

57 088 560

55 752 228

57 925 589,94

101,47

14 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

45 992 775

44 557 927

44 104 431,83

14 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 245 171

5 397 985

6 194 476,33

14 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 730 714

2 711 633

3 182 021,64

Toelichting

Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om een evenwichtigere vertegenwoordiging van belanghebbenden (het bedrijfsleven, kmo's, vakbonden, consumentenorganisaties, enz.) te waarborgen in deskundigengroepen die ten laste van deze post worden gefinancierd, om een verplicht open selectieproces voor leden van deskundigengroepen in te voeren en om belangenconflicten te voorkomen.

14 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 919 900

2 884 683

3 312 660,14

14 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor Douane

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

100 000

1 132 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 02.

14 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

100 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 03.

HOOFDSTUK 14 02 —   DOUANE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 02

DOUANE

14 02 01

Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

1.1

68 801 000

37 809 192

66 293 000

18 762 958

 

 

 

14 02 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

4

1 096 552

985 479

1 096 552

1 096 552

1 062 784,34

947 310,80

96,13

14 02 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van douane

1.1

p.m.

13 467 654

p.m.

28 576 225

53 729 669,59

44 480 873,38

330,28

 

Hoofdstuk 14 02 — Totaal

 

69 897 552

52 262 325

67 389 552

48 435 735

54 792 453,93

45 428 184,18

86,92

14 02 01
Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 801 000

37 809 192

66 293 000

18 762 958

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Douane 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, werkbezoeken, toezichtactiviteiten, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en activiteitengebieden van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), met name artikel 5.

14 02 02
Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 096 552

985 479

1 096 552

1 096 552

1 062 784,34

947 310,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de Werelddouaneorganisatie (WDO).

Rechtsgronden

Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.

14 02 51
Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

13 467 654

p.m.

28 576 225

53 729 669,59

44 480 873,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 03 —   BELASTINGEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 03

BELASTINGEN

14 03 01

Verbetering van de werking van de belastingstelsels

1.1

31 025 000

19 488 194

30 777 000

9 868 331

 

 

 

14 03 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

4

121 800

109 462

121 800

121 800

114 737,75

108 411,29

99,04

14 03 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van belastingen

1.1

p.m.

5 486 822

p.m.

15 283 880

30 604 800,04

23 103 442,79

421,07

 

Hoofdstuk 14 03 — Totaal

 

31 146 800

25 084 478

30 898 800

25 274 011

30 719 537,79

23 211 854,08

92,53

14 03 01
Verbetering van de werking van de belastingstelsels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 025 000

19 488 194

30 777 000

9 868 331

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Fiscalis 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, bilaterale of multilaterale controles, werkbezoeken, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en prioriteiten van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), met name artikel 5.

14 03 02
Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

121 800

109 462

121 800

121 800

114 737,75

108 411,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de International Tax Dialogue (ITD).

Rechtsgronden

Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.

14 03 51
Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 486 822

p.m.

15 283 880

30 604 800,04

23 103 442,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (PB L 162 van 1.7.2003, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2013) (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 04 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

14 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1.1

3 100 000

2 697 521

3 000 000

2 900 000

3 620 000,—

2 722 469,—

100,92

 

Hoofdstuk 14 04 — Totaal

 

3 100 000

2 697 521

3 000 000

2 900 000

3 620 000,—

2 722 469,—

100,92

14 04 01
Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 100 000

2 697 521

3 000 000

2 900 000

3 620 000,—

2 722 469,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.

Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het Douane 2020-programma en het Fiscalis 2020-programma.

Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:

de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen;

activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens;

investeringen in software;

de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

TITEL 15

ONDERWIJS EN CULTUUR

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

125 099 108

125 099 108

123 684 570

123 684 570

133 122 744,92

133 078 592,53

15 02

ERASMUS+

1 608 503 000

1 389 299 023

1 560 917 292

1 365 363 172

1 771 684 360,79

1 738 642 568,25

15 03

HORIZON 2020

1 016 450 783

993 045 813

966 671 359

758 741 957

1 204 514 912,64

1 003 287 377,76

15 04

CREATIEF EUROPA

167 629 000

153 652 805

168 743 000

172 889 728

193 188 100,61

180 070 659,55

 

Titel 15 — Totaal

2 917 681 891

2 661 096 749

2 820 016 221

2 420 679 427

3 302 510 118,96

3 055 079 198,09

HOOFDSTUK 15 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

15 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

50 117 688

50 117 688

49 653 116

49 653 116

51 416 153,20

51 416 153,20

102,59

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 743 403

3 743 403

3 715 743

3 715 743

4 596 902,27

4 596 902,27

122,80

15 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 593 687

3 593 687

3 815 430

3 815 430

4 354 670,30

4 354 670,30

121,18

 

Artikel 15 01 02 — Subtotaal

 

7 337 090

7 337 090

7 531 173

7 531 173

8 951 572,57

8 951 572,57

122,00

15 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

3 181 773

3 181 773

3 214 547

3 214 547

3 895 396,37

3 895 396,37

122,43

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Erasmus+

1,1

11 000 000

11 000 000

10 414 108

10 414 108

12 394 991,96

12 394 991,96

112,68

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa

3

2 181 000

2 181 000

2 137 900

2 137 900

1 385 344,36

1 385 344,36

63,52

 

Artikel 15 01 04 — Subtotaal

 

13 181 000

13 181 000

12 552 008

12 552 008

13 780 336,32

13 780 336,32

104,55

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

2 093 307

2 093 307

2 234 614

2 234 614

1 865 499,44

1 865 499,44

89,12

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

653 250

653 250

700 000

700 000

634 600,—

634 600,—

97,15

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 085 000

1 085 000

815 112

815 112

1 451 366,19

1 407 213,80

129,70

 

Artikel 15 01 05 — Subtotaal

 

3 831 557

3 831 557

3 749 726

3 749 726

3 951 465,63

3 907 313,24

101,98

15 01 06

Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Erasmus+

1,1

26 312 000

26 312 000

25 897 000

25 897 000

23 551 147,—

23 551 147,—

89,51

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Creatief Europa

3

12 164 000

12 164 000

12 192 000

12 192 000

17 042 639,—

17 042 639,—

140,11

 

Artikel 15 01 06 — Subtotaal

 

38 476 000

38 476 000

38 089 000

38 089 000

40 593 786,—

40 593 786,—

105,50

15 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

5,2

2 534 000

2 534 000

2 534 000

2 534 000

2 590 432,42

2 590 432,42

102,23

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

5,2

6 440 000

6 440 000

6 361 000

6 361 000

7 943 602,41

7 943 602,41

123,35

 

Hoofdstuk 15 01 — Totaal

 

125 099 108

125 099 108

123 684 570

123 684 570

133 122 744,92

133 078 592,53

106,38

15 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 117 688

49 653 116

51 416 153,20

15 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 743 403

3 715 743

4 596 902,27

15 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 593 687

3 815 430

4 354 670,30

15 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 181 773

3 214 547

3 895 396,37

15 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 000 000

10 414 108

12 394 991,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder bedrijfscommunicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand, die door de Commissie voor het beheer van het programma zijn gedaan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 02.

15 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 181 000

2 137 900

1 385 344,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Creatief Europa en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze post, uitgaven in verband met IT-netwerken die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie doet voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 04.

15 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 093 307

2 234 614

1 865 499,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

653 250

700 000

634 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 085 000

1 085 000

815 112

815 112

1 451 366,19

1 407 213,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Het dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van de projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en representatiekosten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 06
Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

26 312 000

25 897 000

23 551 147,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Erasmus+ onder rubriek 1a, alsook ter dekking van de kosten van het Agentschap die voortvloeien uit het beheer van de voltooiing van de samenwerkingsprogramma's op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding- en onderwijs, en het programma Jeugd in actie van het meerjarig financieel kader 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten.

15 01 06 02
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Creatief Europa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 164 000

12 192 000

17 042 639,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Creatief Europa onder rubriek 3b, alsook ter dekking van de huishoudelijke kosten die voortvloeien uit het beheer van het meerjarig financieel kader 2007-2013 (met uitzondering van het programma Jeugd in actie).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten.

15 01 60
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 534 000

2 534 000

2 590 432,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aankoop van boekwerken, e-boeken en andere publicaties, supplementen op de aanwezige werken;

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften;

de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften;

de kosten van abonnementen op databases voor catalogisering; en

andere gespecialiseerde publicaties op papier en online.

Opgemerkt zij dat dit krediet niet de kosten dekt van:

de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op artikel 01 05 van de betreffende titels;

vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03;

buiten de Unie gedane soortgelijke uitgaven die worden afgeboekt op post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 56 000 EUR.

15 01 61
Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 440 000

6 361 000

7 943 602,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van stages voor afgestudeerden. Deze stage moet afgestudeerden een overzicht bieden van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, inzicht in de werking van de instellingen van de Unie en een kans om hun kennis door werkervaring bij de Commissie te vergroten.

Dit krediet dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor mensen met een handicap, ongevallen- en ziektekostenverzekering, bijdrage in de reiskosten voor de stage, met name de reis naar de stageplaats en terug, organisatiekosten van evenementen die in het kader van het stageprogramma worden georganiseerd zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de kosten van de evaluatie met het oog op de optimalisering van het programma en de voorlichtingsacties.

De selectie van stagiair(e)s is op objectieve en transparante criteria gebaseerd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 181 431 EUR.

HOOFDSTUK 15 02 —   ERASMUS+

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 02

ERASMUS+

15 02 01

Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

1,1

1 348 476 000

1 100 675 667

1 315 662 350

932 119 516

 

 

 

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

1,1

165 245 000

128 252 717

153 094 542

103 175 146

 

 

 

 

Artikel 15 02 01 — Subtotaal

 

1 513 721 000

1 228 928 384

1 468 756 892

1 035 294 662

 

 

 

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

1,1

36 174 000

29 034 105

34 546 000

24 217 999

 

 

 

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

1,1

20 939 000

11 611 197

19 167 000

12 333 711

 

 

 

15 02 11

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

1,1

17 224 000

17 224 000

17 428 900

17 428 900

17 733 142,83

17 433 900,—

101,22

15 02 12

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

4

19 945 000

19 945 000

20 018 500

20 018 500

20 143 500,—

20 143 500,—

101,00

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

1,1

78 988 099

p.m.

222 376 600

1 511 444 706,84

1 495 458 944,92

1 893,27

15 02 53

Voltooiing van Jeugd en sport

1,1

1 061 755

p.m.

30 000 000

214 362 685,37

199 493 180,05

18 789,00

15 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 01

Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

1,1

p.m.

0,—

192 482,58

 

15 02 77 03

Proefproject ter dekking van kosten van studies voor specialisatie in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en van gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

1,1

p.m.

p.m.

0,—

31 688,31

 

15 02 77 04

Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

1,1

p.m.

0,—

0,—

 

15 02 77 05

Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

1,1

p.m.

697 907

p.m.

700 000

4 000 000,—

3 200 000,—

458,51

15 02 77 06

Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

15 02 77 07

Voorbereidende actie op het gebied van sport

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

342,92

960 813,39

 

15 02 77 08

Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

1,1

p.m.

1 308 576

p.m.

2 492 800

3 999 982,83

1 728 059,—

132,06

15 02 77 09

Voorbereidende actie — E-Platform voor nabuurschap

1,1

500 000

500 000

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Artikel 15 02 77 — Subtotaal

 

500 000

2 506 483

1 000 000

3 692 800

8 000 325,75

6 113 043,28

243,89

 

Hoofdstuk 15 02 — Totaal

 

1 608 503 000

1 389 299 023

1 560 917 292

1 365 363 172

1 771 684 360,79

1 738 642 568,25

125,15

15 02 01
Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

Toelichting

15 02 01 01
Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 348 476 000

1 100 675 667

1 315 662 350

932 119 516

 

 

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling, met name de doelstellingen van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020), alsmede ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling op het gebied van hoger onderwijs in derde landen, worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding nagestreefd:

verhoging van het niveau van de kerncompetenties en vaardigheden, met name wat betreft hun relevantie voor de arbeidsmarkt en een hechtere samenleving, met name door de mogelijkheden voor leermobiliteit te verruimen en de samenwerking tussen de onderwijs- en beroepsopleidingswereld en het beroepsleven te intensiveren;

bevordering van kwaliteitsverbeteringen, excellentie op het gebied van innovatie en internationalisering op het niveau van onderwijs- en opleiding, met name door nauwere transnationale samenwerking tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen en andere belanghebbenden;

bevordering van het ontstaan en ruimere bekendheid van een Europese ruimte voor een leven lang leren, het aanvullen van beleidshervormingen op nationaal niveau en ondersteuning van de modernisering van onderwijs- en opleidingsstelsels, met name door sterkere beleidssamenwerking, verbetering van de toepassing van instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

versterking van de internationale dimensie van onderwijs en beroepsopleiding, met name door samenwerking tussen instellingen in de Unie en in derde landen op het gebied van beroepsonderwijs en beroepsopleiding en in het hoger onderwijs, door de aantrekkelijkheid van de Europese instellingen voor hoger onderwijs te vergroten en door ondersteuning van de externe actie van de Unie, inclusief haar ontwikkelingsdoelstellingen, door de mobiliteit en de samenwerking tussen de instellingen voor hoger onderwijs in de Unie en in derde landen te bevorderen en door doelgerichte opbouw van capaciteit in derde landen;

verbetering van het onderwijs in en het leren van talen en bevordering van taalkundige verscheidenheid, inclusief minderheidstalen en bedreigde talen, bijvoorbeeld door middel van ondersteuning van projecten en netwerken die lesmateriaal leveren, opleiding van leerkrachten, het gebruik van bedreigde talen als onderwijstaal, het opnieuw leven inblazen van talen en uitwisseling van optimale werkmethoden, enz.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 01 02
Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

165 245 000

128 252 717

153 094 542

103 175 146

 

 

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van de jeugd nagestreefd:

verhoging van het niveau van de kerncompetenties en vaardigheden van jongeren, waaronder kansarme jongeren, bevordering van de participatie van jongeren in de democratie in Europa en de arbeidsmarkt, van hun actief burgerschap, de interculturele dialoog, van sociale inclusie en solidariteit, met name door de mogelijkheden voor leermobiliteit voor jongeren, mensen die actief zijn in jeugdwerk en jeugdorganisaties en jeugdleiders te verruimen en door sterkere koppelingen tussen de jongerensfeer en de arbeidsmarkt te leggen;

bevordering van kwaliteitsverbetering in het jongerenwerk, met name door nauwere samenwerking tussen organisaties op jongerengebied en/of andere belanghebbenden;

ondersteuning van gratis openbaar onderwijs van hoge kwaliteit op zodanige wijze dat voorkomen wordt dat leerlingen op financiële gronden de toegang tot onderwijs wordt ontnomen of gedwongen worden om, ongeacht het niveau, het onderwijs te verlaten, met bijzondere aandacht voor de eerste schooljaren, teneinde vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan en er voor te zorgen dat kinderen uit de minst bevoorrechte lagen van de bevolking volledig geïntegreerd kunnen worden;

aanvulling van beleidshervormingen op lokaal, regionaal en nationaal niveau en ondersteuning van ontwikkeling van een op kennis gebaseerd en empirisch onderbouwd jeugdbeleid en erkenning van niet-formeel en informeel leren, met name door sterkere beleidssamenwerking, een beter gebruik van de instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

versterking van de internationale dimensie van jongerenactiviteiten en de rol van jongerenwerkers en jongerenorganisaties ter ondersteuning van jongeren als aanvulling op de externe actie van de Unie, met name door bevordering van mobiliteit en samenwerking tussen belanghebbenden in de Unie en in derde landen en internationale organisaties en door doelgerichte capaciteitsopbouw in derde landen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 02
Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 174 000

29 034 105

34 546 000

24 217 999

 

 

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet om de volgende specifieke doelstellingen van de Jean Monnet-activiteiten na te streven:

onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie wereldwijd aanmoedigen onder gespecialiseerde academici, lerenden en burgers, met name door de instelling van Jean Monnet-leerstoelen en andere academische activiteiten en door het verlenen van steun voor andere activiteiten met het oog op kennisopbouw aan instellingen voor hoger onderwijs;

activiteiten van academische instellingen en verenigingen die actief zijn op het gebied van Europese integratiestudies ondersteunen en de invoering van een Jean Monnet-certificaat voor excellentie bevorderen;

steun verlenen aan Europese academische instellingen die een doel van Europees belang nastreven;

beleidsdebatten en uitwisselingen tussen de academische wereld en beleidsmakers over de prioriteiten van het beleid van de Unie stimuleren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 03
Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 939 000

11 611 197

19 167 000

12 333 711

 

 

Toelichting

Oude artikelen 15 02 03 en 15 02 10

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet ter dekking van de steun voor de uitvoering van beleidsmaatregelen van de Unie op de gebieden die overeenstemmen met de specifieke doelstellingen (artikel 11) en activiteiten (artikel 12) van het hoofdstuk.

Met het aan sport gewijde hoofdstuk van het programma „Erasmus voor iedereen” worden de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van sport nagestreefd:

aanpakken van transnationale bedreigingen van sport zoals doping, wedstrijdvervalsing, geweld, racisme en intolerantie;

ondersteuning van goed bestuur op sportgebied en dubbele loopbanen van sporters;

bevordering van sociale integratie, gelijke kansen en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een grotere deelname aan sport, onder mee door het organiseren van conferenties en bijeenkomsten met atleten om aan studenten en tieners te laten zien en uitleggen hoe een goed evenwicht tussen sport, instructies en goede voeding hun leven kan verbeteren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 11
Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 224 000

17 224 000

17 428 900

17 428 900

17 733 142,83

17 433 900,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Centrum, alsook van beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma.

Het Centrum stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen huishoudelijke en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 17 434 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 17 224 000 EUR is een bedrag van 210 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

15 02 12
Europese Stichting voor opleiding (ETF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

19 945 000

20 018 500

20 143 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dient eveneens ter dekking van de steun voor partnerlanden in het Middellandse Zeegebied voor hervorming van hun arbeidsmarkten en hun beroepsopleidingsstelsels, en voor de bevordering van de sociale dialoog en de ondersteuning van het ondernemerschap.

De Stichting stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 20 144 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 19 945 000 EUR is een bedrag van 199 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

15 02 51
Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

78 988 099

p.m.

222 376 600

1 511 444 706,84

1 495 458 944,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/382/EG van de Raad van 26 april 1999 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma inzake beroepsopleiding „Leonardo da Vinci” (PB L 146 van 11.6.1999, blz. 33).

Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied „Socrates” (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 1).

Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

15 02 53
Voltooiing van Jeugd en sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 061 755

p.m.

30 000 000

214 362 685,37

199 493 180,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit nr. 1031/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2000 tot vaststelling van het communautaire actieprogramma „Jeugd” (PB L 117 van 18.5.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

15 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 01
Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

192 482,58

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 03
Proefproject ter dekking van kosten van studies voor specialisatie in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en van gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

31 688,31

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 04
Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 05
Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

697 907

p.m.

700 000

4 000 000,—

3 200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 06
Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 07
Voorbereidende actie op het gebied van sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

342,92

960 813,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 08
Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 308 576

p.m.

2 492 800

3 999 982,83

1 728 059,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 09
Voorbereidende actie — E-Platform voor nabuurschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie is bedoeld voor de ontwikkeling van een e-platform voor het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), overheidsadministraties, plaatselijke overheden, academische centra en maatschappelijke organisaties in ENB-landen, dat een flexibele maar toch doelgerichte uitwisseling van knowhow en kennis over aangelegenheden van de Unie en het Unie-acquis mogelijk moet maken.

Gezien de recente politieke gebeurtenissen en nieuwe contractuele ontwikkelingen inzake de associatie met sommige van de ENB-landen, met name de landen die de associatiefase van hun betrekkingen met de Unie ingaan, moet het e-platform worden aangevuld met een groot aantal geavanceerde opleidingsmodules over de Unie- en Unie-ENB-gerelateerde kwesties, en moet op verzoek een reeks beleids- en juridische adviezen worden verstrekt. Aangezien de via het e-platform aangeboden onderwijs- en opleidingsactiviteiten een bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van het menselijk kapitaal van de ENB-landen en de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, moet de hoge kwaliteit van e-learning gewaarborgd zijn. Om ervoor te zorgen dat het e-platform bijdraagt aan het overbruggen van de kloof tussen het onderwijsaanbod en de behoeften van de arbeidsmarkt in de ENB-landen in verband met Unieaangelegenheden, moeten er tevens evaluatie-instrumenten en indicatoren voor de prestaties/resultaten tijdens het leerproces worden ontwikkeld en geïntroduceerd. Hierdoor wordt de stabiliteit van het e-platform gewaarborgd en kan er een lijst van prioriteiten worden opgesteld voor het verlenen van verdere bijstand aan de begunstigden.

De tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie wordt gedelegeerd aan het Europacollege van Natolin, dat over grondige en uitgebreide kennis beschikt over complexe democratische overgangsprocessen en structurele veranderingen in de aanloop naar het lidmaatschap van de EU, met name voor wat de EU-associatieovereenkomsten en de tenuitvoerlegging daarvan betreft, alsook over brede ervaring met ENB-vraagstukken, wat van essentieel belang is voor het slagen van het e-platform.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 03 —   HORIZON 2020

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 03

HORIZON 2020

15 03 01

Wetenschap van topkwaliteit

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

1,1

737 668 408

494 178 606

731 611 715

97 863 846

 

 

 

 

Artikel 15 03 01 — Subtotaal

 

737 668 408

494 178 606

731 611 715

97 863 846

 

 

 

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

1,1

278 782 375

227 988 790

235 059 644

121 406 196

 

 

 

15 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

15 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

75 078 909,57

42 312 799,83

 

 

Artikel 15 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

75 078 909,57

42 312 799,83

 

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

270 878 417

p.m.

490 572 208

1 003 428 944,26

867 510 101,67

320,26

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

48 401 107

126 007 058,81

93 002 459,20

 

15 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 03 77 01

Proefproject — Kennispartnerschappen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

498 600

0,—

462 017,06

 

 

Artikel 15 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

498 600

0,—

462 017,06

 

 

Hoofdstuk 15 03 — Totaal

 

1 016 450 783

993 045 813

966 671 359

758 741 957

1 204 514 912,64

1 003 287 377,76

101,03

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder post 15 03 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 15 01 05 worden opgevoerd.

15 03 01
Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van Europa op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, Europees talent wordt ontwikkeld, Europese onderzoekers krijgen toegang tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en Europa wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

15 03 01 01
Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

737 668 408

494 178 606

731 611 715

97 863 846

 

 

Toelichting

Europa heeft behoefte aan goed opgeleid en creatief menselijk potentieel, dat grens- en sectoroverschrijdend mobiel is, en Europa moet aantrekkelijk zijn voor de beste onderzoekers uit Europa en daarbuiten. Dat zal worden gerealiseerd door de excellentie in een aanzienlijk deel van de initiële opleiding van hoge kwaliteit van beginnende onderzoekers en promovendi te structureren en te verbeteren en door ervaren onderzoekers aantrekkelijke carrièrekansen te bieden in zowel de publieke als de particuliere sector wereldwijd. Onderzoekers worden ertoe aangemoedigd te switchen tussen landen, sectoren en disciplines om zo hun creatieve en innovatieve potentieel te vergroten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder c).

15 03 05
Europees Instituut voor innovatie en technologie — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

278 782 375

227 988 790

235 059 644

121 406 196

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve en personeelskosten en beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT), met inbegrip van door het EIT aangewezen kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's).

In het kader van de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT en Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 294/2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 174) zal het EIT bijdragen aan de verwezenlijking van het algemene doel en de algemene prioriteiten van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie”, met de specifieke doelstelling de kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie te integreren. Het EIT moet de innovatiecapaciteit van de EU een hoognodige stimulans geven; zijn algemene doelstelling bestaat erin een nieuwe Europese manier te vinden om door middel van innovatie essentiële economische groei en maatschappelijke voordelen te realiseren door innovatieve ideeën te helpen omzetten in producten en diensten die duurzame groei en banen creëren.

Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's) zijn de operationele basis van het EIT. Dit zijn door excellentie aangedreven partnerschappen, die het hele innovatienet bijeenbrengen om nieuwe kansen te bieden voor innovatie in Europa en reële impact te genereren in termen van de oprichting van nieuwe bedrijven en maatschappelijke voordelen. Zij pakken specifieke innovatiethema's aan en integreren publieke en private onderzoeksorganisaties, innoverende industrieën, instellingen voor hoger onderwijs, investeerders, start-ups en spin-offs. De eerste drie KIG's werden aangewezen in december 2009 en pakken de volgende maatschappelijke uitdagingen aan: matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering (door de klimaat-KIG), duurzame energie (door de KIG InnoEnergy) en de toekomstige informatie- en communicatiemaatschappij (door de EIT ICT-Labs).

Het EIT heeft tot doel op de volgende gebieden tastbaar effect te sorteren:

belangrijke maatschappelijke uitdagingen aangaan: de KIG's combineren deskundigheid uit verschillende disciplines om innovatieve en brede antwoorden op complexe maatschappelijke uitdagingen aan te reiken;

een duidelijk en bedrijfsvriendelijk kader scheppen: de belangrijkste benchmark voor het succes van het EIT en de KIG's zal de omzetting van nieuwe ideeën in tastbare nieuwe producten, diensten of kansen voor bedrijven zijn;

het vrije verkeer van kennis door co-locatie bevorderen: de KIG's zijn georganiseerd rond co-locatiecentra — geografische locaties met een grote proximiteit van het grootste deel of van de gehele innovatieketen. De nadruk ligt op mensen met uiteenlopende achtergronden (industrie, mkb, de academische wereld, nationaliteit, geslacht, discipline, enz.) die met elkaar in direct persoonlijk contact samenwerken, wat dus leidt tot een grote mobiliteit van de kennis;

een nieuwe generatie van ondernemers laten ontluiken: mensen met ondernemingszin zijn de drijfveer voor innovatie en houden onze economieën en samenlevingen aldus in beweging. Het EIT bevordert onderwijs in ondernemerschap als belangrijk kenmerk van de master- en doctoraatsprogramma's van de KIG's doordat het de nadruk verlegt van „leren over” naar „al doende leren”. De master- en doctoraatsprogramma's zullen studenten de ondernemingsvaardigheden bijbrengen die zij nodig hebben om te slagen in de kenniseconomie, door de nadruk te leggen op leerresultaten en het gebruik van innovatieve onderwijsmethoden.

De strategische doelstellingen van het EIT voor deze periode bestaan erin zijn activiteiten te consolideren en synergieën tussen die activiteiten te creëren, alsook zich voor te bereiden om de prioriteiten te realiseren die in de strategische innovatieagenda (2014-2020) zijn vastgesteld: in de eerste plaats door groei, impact en duurzaamheid aan te moedigen door zijn partnerschap met de drie bestaande KIG's verder te versterken en tegelijkertijd nieuwe KIG's op te richten. Door KIG’s volgens een oplopend ontwikkelingstraject op te richten, zal het EIT uiteindelijk komen tot een totale portefeuille van negen KIG's in de periode 2014-2020 (wat neerkomt op het opzetten van 40 à 50 co-locatiecentra in de hele Unie); in de tweede plaats door de impact van het EIT te vergroten en door ondernemerschap gedreven innovatie in de hele Unie te bevorderen door middel van een brede verspreiding van nieuwe innovatiemodellen die talent uit heel Europa aantrekken en ontwikkelen; en in de derde plaats door, naast resultaatgerichte monitoring, nieuwe middelen in te voeren om effect te sorteren.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) met name artikel 5, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 294/2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 174).

Besluit nr. 1312/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT): de bijdrage van het EIT aan een meer innoverend Europa (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 892).

15 03 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

75 078 909,57

42 312 799,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 51
Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

270 878 417

p.m.

490 572 208

1 003 428 944,26

867 510 101,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

15 03 53
Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

48 401 107

126 007 058,81

93 002 459,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

15 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

15 03 77 01
Proefproject — Kennispartnerschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

498 600

0,—

462 017,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 04 —   CREATIEF EUROPA

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 04

CREATIEF EUROPA

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

3

9 000 000

7 445 136

9 000 000

6 500 000

 

 

 

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

52 759 000

36 585 518

53 922 000

28 577 000

 

 

 

15 04 03

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

101 570 000

69 626 046

103 321 000

55 268 825

 

 

 

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

3

13 754 033

p.m.

26 615 566

66 510 099,96

59 703 301,69

434,08

15 04 53

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

3

23 412 905

p.m.

53 000 000

123 678 000,65

119 689 928,86

511,21

15 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 01

Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

3

p.m.

242 980

p.m.

139 264

0,—

278 528,—

114,63

15 04 77 03

Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

3

p.m.

p.m.

p.m.

339 973

0,—

145 702,50

 

15 04 77 04

Proefproject — Een Europees platform voor festivals

3

p.m.

174 475

p.m.

200 000

1 000 000,—

250 000,—

143,29

15 04 77 06

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

3

p.m.

p.m.

1 000 000

1 499 100

2 000 000,—

3 198,50

 

15 04 77 07

Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa

3

2 000 000

1 261 712

1 500 000

750 000

 

 

 

15 04 77 08

Proefproject — Kickstarten van de culturele economie

3

500 000

250 000

 

 

 

 

 

15 04 77 09

Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

3

800 000

400 000

 

 

 

 

 

15 04 77 10

Voorbereidende actie — Crowdsourcing van ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

3

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 15 04 77 — Subtotaal

 

4 300 000

2 829 167

2 500 000

2 928 337

3 000 000,—

677 429,—

23,94

 

Hoofdstuk 15 04 — Totaal

 

167 629 000

153 652 805

168 743 000

172 889 728

193 188 100,61

180 070 659,55

117,19

15 04 01
Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 000 000

7 445 136

9 000 000

6 500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het sectoroverschrijdende onderdeel van het programma Creatief Europa.

De faciliteit voor de culturele en creatieve sectoren wordt gecreëerd ten behoeve van de culturele en creatieve sectoren en heeft de volgende prioriteiten: het bevorderen van de toegang tot financiering voor de kmo's en organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren; het verbeteren van de capaciteit van financiële instellingen om culturele en creatieve projecten te beoordelen, met inbegrip van technische bijstand en netwerkmaatregelen.

Dit doel wordt bereikt door:

het bieden van garanties aan relevante financiële intermediairs in landen die deelnemen aan het programma Creatief Europa;

het bieden van aanvullende expertise en capaciteit aan financiële intermediairs om de risico's te kunnen evalueren die verband houden met actoren in de culturele en creatieve sectoren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 02
Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

52 759 000

36 585 518

53 922 000

28 577 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Cultuur van het programma Creatief Europa:

het ondersteunen van acties waardoor actoren vaardigheden en kennis kunnen verwerven die bevorderlijk zijn voor de aanpassing aan digitale technologieën, met inbegrip van het testen van nieuwe methoden voor publieksopbouw en voor innoverende bedrijfsmodellen;

het ondersteunen van acties die actoren in staat stellen om hun carrières binnen en buiten Europa een internationaler karakter te geven;

het bieden van ondersteuning bij het versterken van de positie van Europese actoren en internationale culturele netwerken teneinde de toegang tot nieuwe professionele mogelijkheden te bevorderen.

De prioriteiten op het terrein van de bevordering van transnationale verspreiding zijn:

het ondersteunen van internationale tournees, evenementen en tentoonstellingen;

het ondersteunen van de verspreiding van Europese literatuur;

het ondersteunen van publieksopbouw als middel om de belangstelling voor Europese culturele werken te stimuleren.

Ondersteunende maatregelen van het subprogramma Cultuur

Het subprogramma Cultuur biedt steun voor de volgende maatregelen:

transnationale samenwerkingsmaatregelen om actoren uit verschillende landen bij elkaar te brengen teneinde sectorale of sectoroverschrijdende activiteiten uit te voeren;

activiteiten door Europese netwerken van actoren uit verschillende landen;

activiteiten met een grootschalig en systemisch effect door organisaties die een stimulerend Europees platform bieden voor de ontwikkeling van opkomend talent en ter bevordering van de mobiliteit van artiesten en werken;

de ondersteuning van literaire vertalingen;

speciale activiteiten gericht op een grotere zichtbaarheid van de rijkdom en verscheidenheid van de Europese culturen en op het stimuleren van de interculturele dialoog en wederzijds begrip, bijvoorbeeld door Europese cultuurprijzen of in het kader van het Europees Erfgoedlabel of de Culturele Hoofdsteden van Europa.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 03
Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

101 570 000

69 626 046

103 321 000

55 268 825

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Media van het programma Creatief Europa:

de bevordering van het verwerven en verbeteren van vaardigheden en competenties van de audiovisuele beroepsbeoefenaars, en van het ontwikkelen van netwerken, met inbegrip van het gebruik van digitale technologieën om te zorgen voor aanpassing aan de marktontwikkeling, het testen van nieuwe benaderingen voor publieksontwikkeling en het testen van nieuwe bedrijfsmodellen;

de vergroting van de capaciteit van audiovisuele actoren om Europese audiovisuele werken te ontwikkelen met verspreidingsmogelijkheden in de Unie en daarbuiten, om Europese en internationale coproducties te stimuleren, ook met en tussen televisieomroepen;

de aanmoediging van business-to-business-uitwisselingen door markten en bedrijfshulpmiddelen toegankelijker te maken voor audiovisuele actoren teneinde de zichtbaarheid van hun projecten op de markt van de Unie en op internationale markten te vergroten;

het ondersteunen van distributie in bioscopen middels transnationale marketing, „branding”, verspreiding en vertoning van audiovisuele werken;

het bevorderen van een transnationale marketing, „branding” en de verspreiding van audiovisuele werken via alle andere platforms dan bioscopen;

het ondersteunen van publieksontwikkeling als een middel om de belangstelling voor Europese audiovisuele werken te stimuleren en deze werken toegankelijker te maken, in het bijzonder door promotie, evenementen, filmgeletterdheid en festivals;

het bevorderen van nieuwe wijzen van distributie om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken.

Aan de onder dit artikel opgevoerde kredieten moeten het bevorderen van nieuwe flexibele wijzen van distributie, om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 51
Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 754 033

p.m.

26 615 566

66 510 099,96

59 703 301,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma „Cultuur 2000” (PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1).

Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel (PB L 303 van 22.11.2011, blz. 1).

15 04 53
Voltooiing van eerdere Media-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 412 905

p.m.

53 000 000

123 678 000,65

119 689 928,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2000/821/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende de uitvoering van een programma ter aanmoediging van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, distributie en promotie) (2001-2005) (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 82).

Besluit nr. 163/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (Media-opleiding) (2001-2005) (PB L 26 van 27.1.2001, blz. 1).

Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

Besluit nr. 1041/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma met vakmensen uit derde landen op audiovisueel gebied (Media Mundus) (PB L 288 van 4.11.2009, blz. 10).

15 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 01
Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

242 980

p.m.

139 264

0,—

278 528,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 03
Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

339 973

0,—

145 702,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie moet als basis dienen voor een voorstel voor een meer strategische benadering van cultuur in de externe betrekkingen van de Unie, waarbij alle belanghebbenden in Europa en de vertegenwoordigers van derde landen, cultuurinstituten en ngo's, nauwer worden betrokken.

Daarom wordt voorzien in workshops met als doel middelen te mobiliseren voor culturele samenwerking en een EU-definitie te vinden voor de mogelijke culturele impact ervan.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 04
Proefproject — Een Europees platform voor festivals

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

174 475

p.m.

200 000

1 000 000,—

250 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 06
Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 000 000

1 499 100

2 000 000,—

3 198,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 07
Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 261 712

1 500 000

750 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De bevordering van de Europese integratie door middel van cultuur is van groot belang in een gedigitaliseerde Europese economie. In dit verband moeten belanghebbenden in de Europese culturele sector dringend worden geholpen bij het vinden van nieuwe manieren voor de verspreiding van audiovisuele inhoud. De digitale revolutie biedt aanzienlijke kansen voor de grensoverschrijdende online verspreiding van inhoud door Europese belanghebbenden, die echter in de praktijk vaak wordt bemoeilijkt door taalkundige grenzen. Door het leveren van nieuwe en diverse ondertitelde versies van een selectie van tv-programma's in heel Europa moet met dit project worden beoordeeld wat de gevolgen zijn van taalkundige verschillen voor de internationale digitale verspreiding van audiovisuele culturele inhoud. Dit project voorziet in een wetenschappelijke evaluatie om het bereik van de inhoud en het publiek te meten en te vergelijken in verschillende taalversies, zowel in als buiten Europa. Er wordt gestreefd naar het op transparante wijze selecteren van uit te zenden programma's. Tevens moeten de resultaten van het project beschikbaar worden gesteld aan alle Europese belanghebbenden. Het doel is om nieuwe zakelijke modellen te ontwikkelen voor Europese belanghebbenden in de media en de instellingen van de Unie in staat te stellen de resultaten te gebruiken voor nieuwe beleidsinitiatieven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 08
Proefproject — Kickstarten van de culturele economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Crowdfunding blijkt een beproefde methode te zijn om een geldstroom tot stand te brengen tussen potentiële klanten en de culturele sector. Crowdfunding vindt plaats op basis van platforms op netwerken. Hierbij zal één platform de overhand krijgen, een patroon dat ook te zien is op sociale netwerken. De Europese markt voor crowdfunding is zo gefragmenteerd als de landen zelf, terwijl de platforms in de VS kunnen profiteren van de homogene interne markt. Er moet een alternatieve strategie worden ontwikkeld om een actief online taalbeleid te kunnen voeren dat is toegesneden op de culturele sector. Er kan gebruik worden gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan met een aantal interessante projecten, zoals de zogeheten crowdcultuur in Zweden, een hybride financieringsstructuur waarbij openbare middelen worden gecombineerd met particuliere bijdragen.

Het proefproject heeft het volgende doel: het uitvoeren van een studie betreffende de vaststelling en analyse van beste praktijken op de Europese crowdfundingmarkt met betrekking tot culturele organisaties.

Referenties:

Publicatie (in het Engels) getiteld „Crowdcultuur is een methode om culturele projecten te financieren. De financiering vindt plaats door het combineren van crowdfunding en overheidssubsidie.”

Publicatie (in het Engels) getiteld „JRC, Scientific and Policy Reports”, Crowdfunding en de rol van managers bij het waarborgen van de stabiliteit van crowdfundingplatforms.

Publicatie (in het Zweeds) getiteld „Het verband tussen open innovatie, crowdsourcing en crowdfunding”.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 09
Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

400 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject sluit aan op initiatieven van de Commissie en het Europees Parlement (de Agenda voor cultuur (2007), dat de afgelopen jaren het belang heeft aangetoond van de culturele dimensie in de externe betrekkingen van de Unie), op verschillende initiatiefverslagen van leden van de Commissie cultuur van het Parlement (resoluties van het Europees Parlement van 12 mei 2011 over de culturele dimensies van het externe optreden van de EU (PB C 377 E, van 7.12.2012, blz. 135) en over het vrijmaken van het potentieel van culturele en creatieve industrieën (PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 142)), de mededeling van de Commissie, alsmede de voorbereidende actie over „Cultuur in de externe betrekkingen”.

Het proefproject ondersteunt de oprichting van netwerken van jonge, creatieve professionals uit de Unie en haar partnerlanden en heeft ten doel uitwisseling, netwerken en professionele ontwikkeling van jonge ondernemers en actoren in de culturele en creatieve sectoren in de Unie en haar partnerlanden te stimuleren en langdurige onderlinge samenwerking te bevorderen. Het programma Creatief Europa had tot doel om op Unieniveau aandacht te besteden aan de creatieve en culturele sectoren, als belangrijke bijdrage aan de creativiteit en de economische heropleving binnen de Unie en in het kader van de betrekkingen met derde landen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 10
Voorbereidende actie — Crowdsourcing van ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Veel hoogwaardige Europese tv-producties (tv-drama, documentaires, films, etc.) worden niet buiten het eigen land bekeken, omdat de kosten van ondertiteling te hoog zijn. Een goed alternatief zou controlled crowd sourcing (wiki's) zijn. Dit zou de kosten van ondertiteling aanzienlijk verlagen, met behoud van het kwaliteitsniveau zoals wordt geleverd door bedrijven voor audiovisuele dienstverlening.

Deze voorbereidende actie dient voor het onderzoeken van de invloed van een online platform voor crowdsourcing van ondertitels op de verspreiding van Europese producties, en voor het vaststellen van de voorwaarden (in het bijzonder met betrekking tot beheer en economische aspecten) waaraan een dergelijk platform moet voldoen om te kunnen functioneren.

Daartoe behoren:

de invoering, de bekendmaking en het onderhoud van een onlineplatform voor crowdsourcing van ondertitels, dat door consumenten kan worden benut voor persoonlijk gebruik, en door andere gebruikers voor commerciële doeleinden;

het online beschikbaar stellen in andere landen van producties met via crowdsourcing verkregen ondertitels;

het delen van de resultaten van proeven met het publiek, met inbegrip van belanghebbenden en beleidsmakers, in het bijzonder door het organiseren van een openbare workshop.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERWIJS EN CULTUUR

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERWIJS EN CULTUUR

TITEL 16

COMMUNICATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

129 394 742

129 394 742

125 815 359

125 815 359

130 259 897,05

130 259 897,05

16 02

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

22 894 000

17 188 967

24 800 000

27 410 600

29 460 395,50

29 330 438,08

16 03

COMMUNICATIEACTIES

92 650 000

92 947 010

95 730 000

97 159 374

109 028 685,14

93 708 408,57

 

Titel 16 — Totaal

244 938 742

239 530 719

246 345 359

250 385 333

268 748 977,69

253 298 743,70

HOOFDSTUK 16 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

16 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

5,2

67 236 074

63 739 815

64 038 102,31

95,24

 

Artikel 16 01 01 — Subtotaal

 

67 236 074

63 739 815

64 038 102,31

95,24

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

5,2

5 711 298

6 151 110

6 068 952,94

106,26

16 01 02 03

Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

16 488 000

16 421 000

17 903 008,17

108,58

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

5,2

3 513 818

3 730 914

3 780 077,32

107,58

 

Artikel 16 01 02 — Subtotaal

 

25 713 116

26 303 024

27 752 038,43

107,93

16 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

5,2

4 268 552

4 126 520

4 806 273,42

112,60

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten voor het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

27 275 000

26 806 000

25 529 572,96

93,60

 

Artikel 16 01 03 — Subtotaal

 

31 543 552

30 932 520

30 335 846,38

96,17

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

3

153 000

147 000

242 185,30

158,29

16 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

3

1 229 000

1 185 000

3 189 047,47

259,48

 

Artikel 16 01 04 — Subtotaal

 

1 382 000

1 332 000

3 431 232,77

248,28

16 01 06

Uitvoerende agentschappen

16 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

3

2 203 000

2 191 000

3 385 714,84

153,69

 

Artikel 16 01 06 — Subtotaal

 

2 203 000

2 191 000

3 385 714,84

153,69

16 01 60

Aankoop van informatie

5,2

1 317 000

1 317 000

1 316 962,32

100,00

 

Hoofdstuk 16 01 — Totaal

 

129 394 742

125 815 359

130 259 897,05

100,67

16 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

67 236 074

63 739 815

64 038 102,31

16 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01
Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 711 298

6 151 110

6 068 952,94

16 01 02 03
Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

16 488 000

16 421 000

17 903 008,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging, de forfaitaire vergoeding voor overuren en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van het lokale en contractuele personeel en het tijdelijk personeel dat werkzaam is bij de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

16 01 02 11
Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 513 818

3 730 914

3 780 077,32

Toelichting

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

16 01 03
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 268 552

4 126 520

4 806 273,42

16 01 03 03
Gebouwen en daarmee samenhangende kosten voor het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

27 275 000

26 806 000

25 529 572,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de huur en erfpacht voor de door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

de verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en reparaties door en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz.;

de uitgaven voor het voor deze werkzaamheden noodzakelijke materieel;

de uitgaven inzake de veiligheid van personen en gebouwen, zowel uit het oogpunt van de hygiëne en de bescherming van personen als wat de fysieke en materiële veiligheid van personen en goederen aangaat. Deze uitgaven omvatten bijvoorbeeld de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel, de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles, alsmede informatiesessies voor het personeel over het gebruik van het beveiligingsmateriaal;

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, en met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

de uitgaven voor de aankoop, de huur, het onderhoud en het herstel van technisch materieel en technische installaties, meubilair en vervoermiddelen;

de aankoop van boekwerken, documenten en andere niet-periodieke publicaties, supplementen op de aanwezige werken, uitgaven voor het inbinden en materiaal voor elektronische identificatie;

de uitgaven voor abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire documenten, statistieken betreffende de buitenlandse handel, bulletins van persagentschappen en diverse andere gespecialiseerde publicaties;

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

de opleiding met betrekking tot gezondheid en veiligheid overeenkomstig Besluit C(2006) 1623 van de Commissie van 10 april 2006 tot vaststelling van een geharmoniseerd beleid op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk voor al haar personeelsleden;

de vergoeding voor kopieën van door het auteursrecht beschermde werken;

de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden;

diverse verzekeringen;

de uitgaven voor arbeidsuitrusting;

diverse kosten van interne vergaderingen;

de uitgaven voor onderhoudswerkzaamheden en de interne verhuisdienst;

de medische uitgaven op grond van het statuut;

de uitgaven voor de installatie, het onderhoud en de functionering van restaurants, cafetaria's en keukens;

overige huishoudelijke uitgaven;

porto en verzendkosten;

abonnementskosten en vergoedingen voor telecommunicatie;

uitgaven in verband met de aankoop en installatie van uitrusting en materieel voor telecommunicatie;

de informatica (IT)-uitgaven van de vertegenwoordigingen in de Unie, en met name de uitgaven voor informatie- en beheerssystemen, kantoorinfrastructuur, pc's, servers en bijbehorende infrastructuur, randapparatuur (printers, scanners enz.) en kantoorapparatuur (fotokopieerapparaten, faxtoestellen, schrijfmachines, dictafoons enz.) en de algemene uitgaven voor netwerken, ondersteuning, bijstand voor de gebruikers, IT-opleiding en verhuizingen;

de eventuele uitgaven voor de koop of huurkoop van gebouwen.

Voorts dekt dit krediet de uitgaven die op het grondgebied van de Unie worden gedaan, met uitzondering van die welke worden gedaan in de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, welke worden opgevoerd in artikel 01 05 van de betreffende titels. Uitgaven van dezelfde aard of met eenzelfde bestemming die buiten de Unie worden gedaan, worden opgevoerd in post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 285 000 EUR.

16 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

153 000

147 000

242 185,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 16 02 01.

16 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 229 000

1 185 000

3 189 047,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van horizontale uitgaven voor, onder meer, studies, vergaderingen, controles achteraf en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, de evaluatie van horizontale of transversale activiteiten, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Rechtsgronden

Zie de posten 16 03 01 01, 16 03 01 02, 16 03 01 03, 16 03 02 03 en 16 03 02 05.

16 01 06
Uitvoerende agentschappen

16 01 06 01
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 203 000

2 191 000

3 385 714,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelname van het Agentschap aan de voltooiing van het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3b van het meerjarig financieel kader 2007-2013, alsook de deelname van het Agentschap aan het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3 van het meerjarig financieel kader 2014-2020.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten

16 01 60
Aankoop van informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 317 000

1 317 000

1 316 962,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

de uitgaven voor abonnementen op en toegang tot online-informatiebronnen, zoals persbureaus, onlinenieuws, aanbieders van informatie en externe databanken;

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning.

Het krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 16 02 —   BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 02

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

16 02 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

3

21 894 000

11 355 206

23 050 000

10 715 600

 

 

 

16 02 02

Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

3

p.m.

0,—

0,—

 

16 02 03

Europees Jaar van de burger 2013

3

p.m.

p.m.

p.m.

645 000

1 972 250,25

1 273 246,95

 

16 02 51

Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

3

p.m.

4 616 234

p.m.

14 800 000

26 758 913,05

27 693 265,08

599,91

16 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 02 77 01

Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

3

p.m.

499 434

1 000 000

750 000

499 444,20

130 766,93

26,18

16 02 77 03

Voorbereidende actie — Europees Jaar van de burger 2013

3

p.m.

p.m.

0,—

233 159,12

 

16 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Huis van de civil society

3

p.m.

p.m.

250 000

250 000

229 788,—

0,—

 

16 02 77 05

Proefproject — De belofte van de Europese Unie

3

p.m.

218 093

500 000

250 000

 

 

 

16 02 77 06

Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

3

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 16 02 77 — Subtotaal

 

1 000 000

1 217 527

1 750 000

1 250 000

729 232,20

363 926,05

29,89

 

Hoofdstuk 16 02 — Totaal

 

22 894 000

17 188 967

24 800 000

27 410 600

29 460 395,50

29 330 438,08

170,64

16 02 01
Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 894 000

11 355 206

23 050 000

10 715 600

 

 

Toelichting

Overeenkomstig het programma „Europa voor de burger” en in het kader van het algehele streven om Europa dichter bij de burger te brengen, is de algemene doelstelling van het programma bij te dragen aan een goed begrip van de Unie, het Europese burgerschap te beschermen en de voorwaarden voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie te verbeteren.

Dit krediet dient ter dekking van acties zoals partnerschappen, structurele ondersteuning, herdenkingsprojecten, projecten inzake de geschiedenis en identiteit van de Unie, burgerbijeenkomsten, stedenbandennetwerken, projecten van burgers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, collegiale toetsingen, studies en communicatiediensten, steunmaatregelen, evenementen en ondersteunende structuren in de lidstaten.

Dit krediet dient tevens om het Europees burgerschap te bevorderen door burgers in alle talen van de Unie te informeren over hun rechten als EU-burger en over de gevolgen van de Unie voor hun dagelijks leven. Hierbij gaat het met name om communicatie over de Europese burgerinitiatieven omdat deze voor de burgers een belangrijk instrument van participatieve democratie zijn.

Er moet in het bijzonder aandacht worden gegeven aan projecten van organisaties van het maatschappelijk middenveld gericht op het bevorderen van integratie, taalkundige verscheidenheid, cohesie en non-discriminatie, met specifieke nadruk op Europese minderheden.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), en met name artikel 2.

16 02 02
Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel diende ter dekking van initiatieven die op het niveau van de Unie of op nationaal, regionaal of lokaal niveau in verband met de doelstellingen van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011 werden georganiseerd.

De actie is in 2012 voltooid.

Rechtsgronden

Beschikking 2010/37/EG van de Raad van 27 november 2009 over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk ter bevordering van actief burgerschap (2011) (PB L 17 van 22.1.2010, blz. 43).

16 02 03
Europees Jaar van de burger 2013

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

645 000

1 972 250,25

1 273 246,95

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van initiatieven in verband met de doelstellingen van het Europees Jaar van de burger 2013, waaronder een evaluatie van de resultaten van dit initiatief.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1093/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 over het Europees Jaar van de burger (2013) (PB L 325 van 23.11.2012, blz. 1).

16 02 51
Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 616 234

p.m.

14 800 000

26 758 913,05

27 693 265,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

16 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

16 02 77 01
Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

499 434

1 000 000

750 000

499 444,20

130 766,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 02 77 03
Voorbereidende actie — Europees Jaar van de burger 2013

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

233 159,12

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 02 77 04
Voorbereidende actie — Europees Huis van de civil society

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

250 000

250 000

229 788,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel om de oprichting van een Europees Huis van de civil society (ECSH) in Brussel mogelijk te maken, als kostenefficiënt centrum voor informatie en advies inzake Europese rechten en actief burgerschap voor burgers en maatschappelijke organisaties. Om deze doelstelling te verwezenlijken moet:

het aantal partners van het Europees Huis van de civil society worden uitgebreid met belangrijke organisaties op Europees en nationaal niveau;

overleg worden gepleegd moet lokale instanties en andere belanghebbenden om de steun voor het ECSH te vergroten en dit concept verder te ontwikkelen;

een planning worden gemaakt van het gebruik van de kantoorruimtes van het ECSH als adviesbureau voor de burgers door een groot aantal organisaties met gelijksoortige doelstellingen, leidend tot schaalvoordelen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 02 77 05
Proefproject — De belofte van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

218 093

500 000

250 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

In 1984 introduceerde de Europese Raad van Fontainebleau het concept van een Europa van de burgers. De Raad achtte het van wezenlijk belang dat de Gemeenschap moest inspelen op de verwachtingen van het Europese volk door maatregelen te nemen ter versterking en bevordering van haar identiteit en haar imago, zowel tegenover haar burgers als tegenover de rest van de wereld. Dertig jaar later is het tijd om eens na te gaan hoe Europeanen de Unie ervaren, vooral wat betreft haar toegevoegde waarde en de redenen om überhaupt een Unie aan te gaan.

De oorspronkelijke doelstellingen van de Europese Unie, te weten het waarborgen van vrede, het verspreiden van democratie en het verhogen van de welvaart, zijn bereikt. Tegenwoordig bevinden grote delen van Europa zich echter in een diepe crisis en worden er verhitte discussies gevoerd over het nut van het lidmaatschap van de Unie. Deze discussies lijken vaak te draaien om de brandende vraag: waarom moeten „wij” samenwerken met „hen”?

Overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie moet het recht van elke burger van de Unie om zijn of haar eigen plaats binnen de Unie te vinden worden gewaarborgd. De activiteiten van de Unie moeten dan ook aansluiten bij plaatselijke waarden en grondbeginselen. Kort gezegd moet het belang van de Unie worden uitgelegd in termen van de toegevoegde waarde voor elk land en voor elke burger.

Alle lidstaten hebben, voor hun toetreding tot de Unie, een grondig besluitvormingsproces doorlopen; dit was een emotioneel proces met aanhoudende politieke discussies over zowel economische als ethische kwesties, waarbij de burgers in de meeste landen werden betrokken door middel van referenda over de belangrijkste aspecten. Na zijn toetreding heeft elke lidstaat nieuwe fases van het lidmaatschap doorlopen. Dit proefproject dient om de verhouding van elke lidstaat met de Unie te beschrijven om na te gaan of er in de verschillende lidstaten op gelijksoortige wijze over de Unie wordt gedacht.

Hiertoe worden in elk land burgers van diverse pluimage geïnterviewd. Het doel daarvan is om inzicht te krijgen in de wijze waarop de burgers in het dagelijks leven denken over de Unie. De resultaten moeten in een verslag worden bijeengebracht om de specifieke verhouding van elk land met de Unie te kunnen bepalen en daarmee een beter idee te krijgen van de verschillen die op dit gebied tussen de lidstaten bestaan. Deze verschillende profielen per land moeten vervolgens worden vergeleken om na te gaan in hoeverre er gedeelde meningen over de Unie bestaan onder „echte mensen” in de lidstaten. Kort gezegd moet een antwoord worden gevonden op de volgende vraag: wat vinden de mensen positief aan de Unie zowel voor dit moment als voor de toekomst? Bestaat er een gezamenlijk beeld van de Unie in plaats van 28 verschillende opvattingen? Zo ja, wat is dat beeld?

Het in kaart brengen van de opvattingen over de Unie zal worden uitgevoerd in nauwe samenhang met gelijksoortige lopende initiatieven, zoals het proefproject „Het nieuwe verhaal over Europa”, de „Dialoog met de burgers” en het initiatief „Een ziel voor Europa”.

Daarom wordt voorgesteld om het proefproject te starten met het vaststellen en in kaart brengen van de opvattingen over de Unie in ten minste vijf lidstaten, met als doel het identificeren van gemeenschappelijke opvattingen over de Unie, zo die er zijn, die de unieke verhouding die elk land met de Unie heeft overstijgen.

De resultaten van de dialogen met de burgers kunnen als grondslag dienen voor dit proefproject. Tot nu toe lijken de resultaten erop te wijzen dat de burgers een duidelijke visie wensen over drie centrale vragen:

hoeveel integratie is wenselijk en op welke gebieden kan integratie plaatsvinden?

hoe kan de Unie democratischer worden en hoe kunnen politici van de Unie ter verantwoording worden geroepen voor hun besluiten?

wat is het juiste evenwicht tussen verantwoordelijkheid en solidariteit?

De begrotingskredieten zullen daarom vooral worden gebruikt voor:

het samenstellen van focusgroepen met burgers uit alle lidstaten, die voorstellen moeten doen voor manieren waarop de Unie deze visies kunnen invullen;

het verspreiden en bespreken van de resultaten van de focusgroepen in traditionele en sociale media;

de resultaten worden gepubliceerd in een verslag en dienen als follow-up en extra input voor het „Nieuwe verhaal voor Europa”, alsmede voor gerichte communicatieactiviteiten van de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 02 77 06
Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

De begrotingsautoriteit heeft op de EU-begrotingen 2013 en 2014 een proefproject opgenomen voor het creëren van een nieuw verhaal voor Europa. Dit project had tot doel om vooraanstaande personen en opiniemakers uit de creatieve, culturele en wetenschappelijke sectoren in te schakelen om een nieuw verhaal voor Europa te ontwikkelen in de vorm van een handvest, te publiceren vooruitlopend op de Europese verkiezingen 2014.

Dit handvest is inmiddels gepubliceerd, en deze voorbereidende actie heeft tot doel het culturele comité dat het heeft opgesteld in staat te stellen de dialoog met de burgers voort te zetten. Het handvest is slechts een begin. Kunstenaars en burgers in Europa zullen worden uitgenodigd deel te nemen aan de blijvende discussie over de vele verhalen voor Europa.

Er moet een overkoepelende benadering worden gehanteerd in de vorm van netwerken van burgers, culturele instellingen en organisaties, die kennis aan het publiek overbrengen en burgers uitnodigen aan dit proces deel te nemen. Daarnaast moet een groep van ambassadeurs worden samengesteld. Deze ambassadeurs hebben tot taak om contact te leggen met de burgers in het kader van de vormgeving van het nieuwe verhaal en om het Europese publiek te benaderen.

Daarnaast is het nodig het project te blijven ondersteunen, omdat het formuleren van een verhaal een permanent proces is.

Derhalve is de voorbereidende actie bedoeld om:

evenementen te organiseren om het handvest over een nieuw verhaal voor Europa in zoveel mogelijk lidstaten te presenteren en daarbij dialoog en debat te stimuleren;

steun te verlenen aan mediagenieke openbare evenementen georganiseerd door culturele, wetenschappelijke en maatschappelijke organisaties met als onderwerp het debat over een nieuw verhaal voor Europa;

deelname van zoveel mogelijk burgers waarborgen, door steunverlening aan onafhankelijke mediaplatforms die aandacht besteden aan het debat over een nieuw verhaal voor Europa.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 16 03 —   COMMUNICATIEACTIES

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 03

COMMUNICATIEACTIES

16 03 01

De burgers van de Unie informeren

16 03 01 01

Multimedia-acties

3

19 200 000

27 533 061

25 540 000

25 526 479

29 999 633,42

23 381 107,24

84,92

16 03 01 02

Informatie voor de media

3

5 200 000

3 462 669

5 080 000

4 449 346

5 209 104,18

4 639 507,88

133,99

16 03 01 03

Informatiecentra

3

14 260 000

12 957 371

14 230 000

13 778 887

14 814 809,37

13 573 661,94

104,76

16 03 01 04

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie en in het kader van partnerschapsacties

3

11 794 000

13 720 676

10 730 000

13 923 887

19 891 840,11

17 209 961,11

125,43

16 03 01 05

Europese publieke ruimten

5,2

1 246 000

1 194 639

1 246 000

1 246 000

1 295 520,71

1 264 588,76

105,86

 

Artikel 16 03 01 — Subtotaal

 

51 700 000

58 868 416

56 826 000

58 924 599

71 210 907,79

60 068 826,93

102,04

16 03 02

Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01

Bezoeken aan de Commissie

3

3 650 000

2 927 997

3 600 000

3 986 296

4 796 922,69

4 354 352,15

148,71

16 03 02 02

Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

5,2

5 560 000

5 369 163

5 324 000

5 324 000

5 552 489,20

5 152 745,08

95,97

16 03 02 03

Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

3

21 340 000

16 690 656

18 180 000

18 659 479

16 842 718,27

15 072 066,35

90,30

16 03 02 04

Algemeen verslag en andere publicaties

5,2

2 200 000

2 109 314

2 200 000

2 100 000

2 279 366,07

2 098 608,08

99,49

16 03 02 05

Onderzoek van de publieke opinie

3

6 400 000

5 286 146

6 300 000

5 815 000

6 599 984,84

5 788 404,60

109,50

 

Artikel 16 03 02 — Subtotaal

 

39 150 000

32 383 276

35 604 000

35 884 775

36 071 481,07

32 466 176,26

100,26

16 03 04

Huis van de Europese geschiedenis

3

800 000

669 131

800 000

400 000

0,—

0,—

0

16 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 01

Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

5,2

p.m.

p.m.

1 500 000

750 000

17 000,—

83 405,38

 

16 03 77 02

Proefproject — Share Europe Online

5,2

p.m.

90 000

p.m.

700 000

1 729 296,28

1 090 000,—

1 211,11

16 03 77 04

Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

3

0,—

0,—

 

16 03 77 05

Voorbereidende actie — Share Europe Online

3

1 000 000

936 187

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Artikel 16 03 77 — Subtotaal

 

1 000 000

1 026 187

2 500 000

1 950 000

1 746 296,28

1 173 405,38

114,35

 

Hoofdstuk 16 03 — Totaal

 

92 650 000

92 947 010

95 730 000

97 159 374

109 028 685,14

93 708 408,57

100,82

16 03 01
De burgers van de Unie informeren

16 03 01 01
Multimedia-acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 200 000

27 533 061

25 540 000

25 526 479

29 999 633,42

23 381 107,24

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties betreffende de Unie waarmee wordt beoogd meer zichtbaarheid te geven aan de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de verschillende fasen van de opbouw van Europa. Het betreft hoofdzakelijk de financiering of de medefinanciering van de productie en/of de verspreiding van multimedia-informatieproducten (radio, tv, internet, enz.), met inbegrip van pan-Europese netwerken van lokale en nationale media, en van de voor de ontwikkeling van een dergelijk beleid noodzakelijke hulpmiddelen. Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie. Een deel van het krediet moet worden gebruikt voor bestaande pan-Europese netwerken van lokale en nationale media (radio, tv, internet, enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Bij de uitvoering van dit begrotingsonderdeel moet de Commissie naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 01 02
Informatie voor de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 200 000

3 462 669

5 080 000

4 449 346

5 209 104,18

4 639 507,88

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties, voornamelijk via de media. Om een beter begrip van en betere verslaggeving over actuele thema's te bevorderen, zijn met name de volgende instrumenten ontwikkeld:

multimedia-voorlichtingsmateriaal (foto’s, video enz.) bestemd voor de media en andere platforms, en ook voor rechtstreekse publicatie/uitzending en bewaring/verspreiding op lange termijn;

seminars voor en ondersteuning van journalisten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

De Commissie moet bij de uitvoering van dit begrotingsonderdeel naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 01 03
Informatiecentra

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 260 000

12 957 371

14 230 000

13 778 887

14 814 809,37

13 573 661,94

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en heeft betrekking op:

de financiering van het Europe Direct-netwerk in heel Europa (Europe Direct-voorlichtingscentra, Europese documentatiecentra, Team Europe-sprekers enz.); dit netwerk vormt een aanvulling op het werk van de vertegenwoordigingen van de Commissie en de voorlichtingsbureaus van het EP in de lidstaten;

ondersteuning, opleiding, coördinatie en bijstand voor het Europe Direct-netwerk;

de financiering van het produceren, opslaan en verspreiden van voorlichtingsmateriaal en communicatieproducten door of voor die steunpunten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2012) 4158 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake het binnenkort vast te stellen jaarlijkse werkprogramma op het gebied van de communicatie voor 2013 met betrekking tot het verlenen van subsidies voor het financieren van gastorganisaties voor de Europe Direct-informatiecentra in de Europese Unie voor de periode 2013-2017.

16 03 01 04
Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie en in het kader van partnerschapsacties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 794 000

13 720 676

10 730 000

13 923 887

19 891 840,11

17 209 961,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en heeft betrekking op de met gecentraliseerde en gedecentraliseerde communicatie verband houdende uitgaven. Het doel van de lokale communicatie-activiteiten is met name de doelgroepen te voorzien van de instrumenten om hun inzicht in actuele kwesties te verdiepen.

Deze activiteiten worden in de lidstaten verricht door middel van:

voorlichtingsacties die verband houden met specifieke jaarlijkse of meerjarencommunicatieprioriteiten;

gerichte nationale of internationale voorlichtingsacties die aan de communicatieprioriteiten beantwoorden;

seminars en conferenties;

organisatie van of deelname aan Europese manifestaties, tentoonstellingen, public relations, organisatie van individuele bezoeken, enz.;

rechtstreekse communicatie met de burgers (bv. adviesdiensten voor de burgers);

rechtstreekse communicatie met opiniemakers, in het bijzonder intensievere acties waarbij de regionale kranten worden betrokken, die een belangrijke informatiebron zijn voor een groot aantal burgers van de Unie;

het beheer van voorlichtingscentra voor het grote publiek in de vertegenwoordigingen van de Commissie.

Voorlichtingsacties kunnen in partnerschap met het Europees Parlement en/of de lidstaten worden georganiseerd om synergieën tot stand te brengen tussen de middelen van elke partner, en om hun informatie- en communicatieactiviteiten over de Europese Unie te coördineren.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 55 000 EUR.

Bij de uitvoering van dit begrotingsonderdeel moet de Commissie naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 01 05
Europese publieke ruimten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 246 000

1 194 639

1 246 000

1 246 000

1 295 520,71

1 264 588,76

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en specifiek ter dekking van de opening en het beheer van „Europese publieke ruimten” (EPR) in de Europahuizen waar de EPR formeel zijn ondergebracht. De Commissie zal zorgen voor de logistiek van de Europese publieke ruimten ten behoeve van de twee instellingen (Europees Parlement en Commissie), met inbegrip van de beleidskosten en de organisatie van diensten op contractbasis. De EPR's moeten gezamenlijk door de twee instellingen worden beheerd, op basis van een evaluatieverslag over het beheer en het functioneren van deze ruimten en van een werkprogramma voor het komende jaar. Deze beide documenten, die gemeenschappelijk worden opgesteld door de twee instellingen en de fundamentele elementen vormen voor de toewijzing van middelen voor het volgende jaar, moeten tijdig aan de begrotingsautoriteit worden voorgelegd zodat deze er in de begrotingsprocedure rekening mee kan houden.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 final).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 02
Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01
Bezoeken aan de Commissie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 650 000

2 927 997

3 600 000

3 986 296

4 796 922,69

4 354 352,15

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de kosten voor de organisatie van bezoeken aan de Commissie, met inbegrip van de administratieve uitgaven die verband houden met de bezoeken.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02 02
Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 560 000

5 369 163

5 324 000

5 324 000

5 552 489,20

5 152 745,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de exploitatie van de studio's en de andere voorzieningen voor audiovisuele voorlichting van de Commissie: personeelsuitgaven en uitgaven in verband met de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van de uitrusting en het voor de exploitatie noodzakelijke materieel.

Het dient tevens ter dekking van de kosten voor de huur van de satelliet waardoor de informatie over de activiteiten van de Unie aan de televisiemaatschappijen beschikbaar kan worden gesteld. Bij het beheer van dit krediet dienen de uitgangspunten met betrekking tot de interinstitutionele samenwerking in acht te worden genomen, teneinde de verspreiding van alle informatie over de Unie te verzekeren.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 final).

Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 02 03
Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 340 000

16 690 656

18 180 000

18 659 479

16 842 718,27

15 072 066,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van gedrukte en online multimedia-informatie- en -communicatie-instrumenten voor de Unie om alle burgers te voorzien van algemene informatie over de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de stadia in de opbouw van Europa. Online-instrumenten maken het mogelijk vragen of reacties van de burgers over Europese thema's in te zamelen. Dit is een openbaredienstverleningstaak. De voorlichting bestrijkt alle instellingen van de Unie. Deze instrumenten moeten toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een handicap, overeenkomstig WAI (Web Accessibility Initiative)-richtsnoeren.

Het gaat hoofdzakelijk om de volgende soorten instrumenten:

de internetsite Europa, die het voornaamste toegangspunt moet vormen tot de bestaande informatie en de websites voor de administratieve informatie die de burgers van de Unie nodig zouden kunnen hebben in hun dagelijkse leven, en die daarom beter gestructureerd en gebruiksvriendelijker moet worden en moet worden geoptimaliseerd voor mobiele toestellen;

aanvullende onlinekanalen zoals sociale media, blogs en andere web 2.0-technologieën;

de Europe Direct-contactlijn (00800-67891011);

de internetsites en gedrukte en multimediaproducten van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;

onlinepersmededelingen, -speeches, -memo's enz. (Rapid).

Dit krediet dient eveneens om:

de internetsite Europa op een meer samenhangende wijze te herstructureren, de website te optimaliseren voor mobiele toestellen en af te stemmen op de behoeften van gebruikers, alsook het gebruik van andere onlinekanalen zoals sociale media, blogs en web 2.0 te professionaliseren. Dit omvat alle soorten opleidings-, begeleidings- en adviesdiensten voor verschillende groepen van belanghebbenden;

de uitgaven te dekken met betrekking tot hosting- en licentiekosten voor de internetsite Europa;

steun te bieden aan de uitwisseling van beste praktijken, kennisoverdracht en professionalisering door de financiering van deskundigen in digitale communicatie en mensen uit de praktijk;

voorlichtingscampagnes te financieren die gericht zijn op een eenvoudiger toegang tot deze informatiebronnen, met name op de activiteiten van de Europe Direct-contactlijn, de algemene meertalige informatiedienst over zaken van de Unie;

de kosten te dekken voor het uitgeven van gedrukte publicaties over de activiteiten van de Unie die zijn bestemd voor diverse doelgroepen, die vaak worden bereikt via een gedecentraliseerd netwerk. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om:

de publicaties van de vertegenwoordigingen (gedrukte nieuwsbrieven en periodieken): elke vertegenwoordiging geeft een of meer publicaties uit, die bij de opinieleiders worden verspreid en diverse gebieden (sociaal, economisch en politiek) betreffen;

de verspreiding (ook via een gedecentraliseerd netwerk) van specifieke basisinformatie over de Europese Unie (in alle officiële talen van de Unie) voor het grote publiek, gecoördineerd vanuit Brussel, en promotie van deze publicaties.

De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief auteursrechten), de betaling van freelancejournalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding en de promotie van de publicaties.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie.

Bij de uitvoering van dit begrotingsonderdeel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02 04
Algemeen verslag en andere publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 200 000

2 109 314

2 200 000

2 100 000

2 279 366,07

2 098 608,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het uitgeven van publicaties, in alle mogelijke vormen, over actuele onderwerpen betreffende de activiteiten van de Commissie en de verwezenlijkingen en projecten van de Unie, alsook van de publicaties waarin in de Verdragen is voorzien en andere institutionele of referentiepublicaties, zoals het algemeen verslag. Deze publicaties zijn bestemd voor specifieke doelgroepen zoals de onderwijssector, jongeren, groepen of personen die de informatie verder kunnen verspreiden, of het grote publiek.

De kosten van het uitgeven van publicaties omvatten onder meer de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief de auteurscontracten), het inhuren van freelance journalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, distributie, opslag, verspreiding en de promotie van deze publicaties, ook in vormen die toegankelijk zijn voor burgers met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 249, lid 2.

16 03 02 05
Onderzoek van de publieke opinie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 400 000

5 286 146

6 300 000

5 815 000

6 599 984,84

5 788 404,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de analyse van de trends binnen de publieke opinie, hoofdzakelijk via opiniepeilingen (bv. de peiling „Eurobarometer” bij het grote publiek, de peiling „flash” per telefoon bij specifieke bevolkingsgroepen en over specifieke onderwerpen, op regionaal, nationaal of Europees niveau, of kwalitatieve onderzoeken), alsook van de kwaliteitscontrole daarop.

Het dient eveneens ter dekking van kwalitatieve mediamonitoringanalyse en evaluatie van de uitgaven.

Bij de uitvoering van dit begrotingsonderdeel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 04
Huis van de Europese geschiedenis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

669 131

800 000

400 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de beleidsuitgaven van het Huis van de Europese geschiedenis, dat aan de hand van een modern tentoonstellings- en documentatiecentrum belangstelling wil wekken voor, de kennis wil verbeteren van en gelegenheid wil bieden om na te denken over de Europese geschiedenis.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

16 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 01
Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 500 000

750 000

17 000,—

83 405,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 02
Proefproject — Share Europe Online

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

90 000

p.m.

700 000

1 729 296,28

1 090 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 04
Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 05
Voorbereidende actie — Share Europe Online

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

936 187

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De sociale media en internet hebben de toegang tot informatie en de communicatie tussen de mensen grondig veranderd. De instellingen van de Unie moeten de manier waarop zij van deze grensverleggende hulpmiddelen gebruikmaken, verbeteren. De instellingen van de Unie kunnen de sociale media en online platforms op innovatievere manieren benutten. De instellingen van de Unie hebben geen gezamenlijk communicatiebeleid over het gebruik van deze media. Bovendien worden deze media nog te vaak gewoon gebruikt om een boodschap te verspreiden, terwijl ze de mogelijkheid bieden horizontale gesprekken te voeren tussen politici en de burgers die ze dienen en vertegenwoordigen. In tegenstelling tot andere media (tv, radio, kranten) zou internet (en de sociale media in het bijzonder) moeten worden gebruikt voor interactie met de burgers: namelijk om beleidmakers van ideeën te voorzien en een debat op gang te brengen over beleidsvoorstellen of -projecten.

De Unie moet haar communicatiestrategie aanpassen aan de online realiteit. De Unie moet haar burgers de kans bieden om mee te doen. Jammer genoeg is de communicatie van de Unie nog steeds te veel een „top-down”-proces, waar geen plaats is voor interactie en de mogelijkheden die de nieuwe media bieden niet worden benut. Ondanks een gebruikspercentage van ongeveer 90 % voor de sociale netwerken (onder Europese internetgebruikers), wordt in de communicatiestrategie van de Unie nog onvoldoende aandacht besteed aan sociale netwerken, internet en mobiele diensten om de toegang tot informatie over het beleid van de Unie te verbeteren of om de Europese burgers hierbij te betrekken. Sommige leden van het Parlement en de Commissie maken weliswaar zeer actief gebruik van de sociale media, maar toch kunnen de grootste instellingen nog heel wat doen om de burgers meer bij de aangelegenheden van de Unie te betrekken en ervoor te zorgen dat informatie beschikbaar is en opgezocht en gedeeld kan worden.

Sinds 2012 loopt „Share Europe Online” met veel succes als proefproject, en wordt positief ontvangen zowel door belanghebbenden op centraal institutioneel niveau als door nationale instanties die het project uitvoeren.

Het proefproject was gericht op het verbeteren van het gebruik van deze nieuwe media door de instellingen van de Unie, met specifieke aandacht voor de agentschappen in de lidstaten. Met het project werd het management van communicatie via sociale media ingevoerd in de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement en de vertegenwoordigingen van de Commissie, om de online-informatievoorziening aan de burgers te verbeteren en de informatie over de EU toegankelijker te maken. Een belangrijke doelstelling was om de activiteit van de bureaus op de sociale media op te voeren door het personeel hiervoor op te leiden en te begeleiden door hiervoor aangewezen communicatiemanagers.

Het proefproject heeft bijgedragen aan het verkleinen van de kloof in de institutionele communicatie van de Unie via sociale netwerken in plaatselijke talen en op lokale platforms, dankzij verhoogde en beter gecoördineerde activiteit van de betrokken bureaus. Het beschikbaar stellen van inhoud inzake de EU die aantrekkelijk is, relevant voor de nationale situatie en geschikt voor het delen via sociale netwerken leidt tot hogere niveaus van interactie. Dit bevordert niet alleen de dialoog tussen de Unie en haar burgers maar ook tussen de burgers onderling.

Het bereik en de invloed van de activiteiten van de instellingen nemen toe dankzij gerichtere communicatie en partnerschappen met opinieleiders en plaatselijke actoren, waaronder lokale en maatschappelijke organisaties, uitbreiding van het debat over Europese onderwerpen tot een veel groter publiek en verbreding van de Europese publieke ruimte.

Met een beter inzicht in de discussies die op de sociale media plaatsvinden kunnen de instellingen ook hun vermogen om te luisteren verbeteren en in kaart brengen wat de burgers, die zich steeds meer op deze netwerken organiseren, bezighoudt. „Share Europe Online” dient om de interactie en de toegang tot informatie te vergemakkelijken, maar niet om standpunten over de Unie te verspreiden van bovenaf, wat gezien kan worden als propaganda.

De middelen voor de voorbereidende actie „Share Europe Online” moeten worden gebruikt om de positieve ervaringen van het proefproject te consolideren teneinde de interne training af te ronden en verdere organisatorische veranderingen mogelijk te maken. De voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement en de vertegenwoordigingen van de Commissie moeten zodanig met de sociale media vertrouwd raken dat ze langs deze weg de interactie met de burgers zo goed mogelijk kunnen verwezenlijken.

Net als bij het proefproject moeten bij de uitvoering van de voorbereidende actie mensen in alle instellingen van de Unie worden betrokken, alsmede externe deskundigen en maatschappelijke en lokale organisaties. De uitvoering van het project moet plaatsvinden op basis van werkmethodes die de betrokken instellingen van de Unie gezamenlijk zijn overeengekomen.

De opkomst van de sociale netwerken heeft bedrijven ertoe aangezet „community managers” in dienst te nemen. Deze „community managers” fungeren als een doorgeefluik tussen bedrijven en hun klanten, zij „promoten” het bedrijf in de specifieke taal van de sociale netwerken, zij beheren virtuele groepen en begrijpen hun behoeften en spelen erop in (http://www.colpis.cat/files/documents/388_material.pdf). Met deze voorbereidende actie kunnen de „communicatiemanagers” van de EU die zijn ingevoerd met het proefproject „Share Europe Online” doorgaan met het beschikbaar stellen van informatie over de Unie, het vertegenwoordigen van de verschillende instellingen van de Unie en het verstrekken van onafhankelijke informatie over de Unie en haar werkzaamheden.

„Share Europe Online” moet gebruikmaken van (delen van) de bestaande programma's als Europe Direct, Euronews, de diverse webplatforms, communicatiestrategieën en archieven van de Unie. Verder moet met de voorbereidende actie het werk van het proefproject „Share Europe Online” worden voortgezet.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIE

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIE

TITEL 17

GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

114 743 887

114 743 887

113 646 949

113 646 949

116 736 617,—

116 736 617,—

17 02

CONSUMENTENBELEID

22 866 000

18 725 720

21 762 000

17 822 000

21 430 971,56

18 825 411,31

17 03

VOLKSGEZONDHEID

221 995 000

220 408 196

230 494 000

207 268 582

233 042 080,93

224 500 410,45

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

256 136 000

213 305 269

252 250 000

216 997 000

263 506 876,91

240 998 147,14

 

Titel 17 — Totaal

615 740 887

567 183 072

618 152 949

555 734 531

634 716 546,40

601 060 585,90

HOOFDSTUK 17 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

17 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

5,2

77 342 110

76 627 646

77 370 667,21

100,04

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 02 01

Extern personeel

5,2

7 479 436

7 385 079

8 477 738,96

113,35

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

8 958 196

8 938 344

9 031 536,21

100,82

 

Artikel 17 01 02 — Subtotaal

 

16 437 632

16 323 423

17 509 275,17

106,52

17 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken” — Headquarters

5,2

4 910 145

4 960 880

5 812 006,33

118,37

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Grange

5,2

4 884 000

4 565 000

4 697 335,60

96,18

 

Artikel 17 01 03 — Subtotaal

 

9 794 145

9 525 880

10 509 341,93

107,30

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het consumentenprogramma

3

1 100 000

1 100 000

1 131 207,52

102,84

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Gezondheid voor groei”

3

1 500 000

1 500 000

1 514 515,87

100,97

17 01 04 03

Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 500 000

1 500 000

1 466 409,30

97,76

 

Artikel 17 01 04 — Subtotaal

 

4 100 000

4 100 000

4 112 132,69

100,30

17 01 06

Uitvoerende agentschappen

17 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

3

1 691 000

1 691 000

1 738 348,—

102,80

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma Gezondheid voor groei

3

4 209 000

4 209 000

4 326 852,—

102,80

17 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 170 000

1 170 000

1 170 000,—

100,00

 

Artikel 17 01 06 — Subtotaal

 

7 070 000

7 070 000

7 235 200,—

102,34

 

Hoofdstuk 17 01 — Totaal

 

114 743 887

113 646 949

116 736 617,—

101,74

17 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

77 342 110

76 627 646

77 370 667,21

17 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 479 436

7 385 079

8 477 738,96

17 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 958 196

8 938 344

9 031 536,21

17 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 03 01
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken” — Headquarters

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 910 145

4 960 880

5 812 006,33

17 01 03 03
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Grange

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 884 000

4 565 000

4 697 335,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

huur, erfpacht en gemeentelijke heffingen voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen;

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van lopende contracten; uitgaven voor periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging, enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz. alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de contracten voor onderhoud en upgrading van de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden, reparaties en renovaties;

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

uitrusting voor kantines en restaurants;

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

voorzieningen voor gehandicapte ambtenaren;

de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van meubilair, met name:

uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

de uitrusting met speciaal materieel van bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

de specifieke uitrusting van kantines en restaurants;

de huur van meubilair;

kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van (motor-)voertuigen, met name:

de aanschaf van nieuwe voertuigen, inclusief alle bijkomende kosten;

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

de kosten van onderhoud, reparaties en verzekering van dienstvoertuigen (brandstof, smeermiddelen, banden, binnenbanden, diverse benodigdheden, reserveonderdelen, gereedschap enz.), inclusief de kosten van jaarlijkse keuringen;

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal), nationale belastingen indien verschuldigd en verzekeringskosten;

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

aanschaf en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor het personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slechte weersomstandigheden en koude, abnormale slijtage en bevuiling;

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

andere huishoudelijke uitgaven zoals:

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

de exploitatiekosten van de restaurants, cafetaria's en kantines, met name de uitgaven voor het onderhoud van installaties en de aankoop van materieel; de uitgaven voor gewone verbouwing en voor gewone vernieuwing van de uitrusting; grote uitgaven voor veranderingen in verband met de nodige verbouwingen en vernieuwingen, duidelijk te onderscheiden van de „gewone” kosten voor verbouwing, reparatie en vernieuwing van installaties en materieel;

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom, enz.);

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de reprografische diensten, en kosten van uitbesteding van drukwerk;

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

licenties, abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz. en de aankoop van abonneelijsten;

kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en nevenkosten, en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, algemene opleidingen op het gebied van informatica, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 100 000

1 100 000

1 131 207,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsmaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 02.

17 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het programma „Gezondheid voor groei”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 500 000

1 500 000

1 514 515,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsmaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 03.

17 01 04 03
Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 500 000

1 500 000

1 466 409,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de evaluatie, de audit en de controle van programma's of projecten op dit gebied.

Het dient eveneens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtings- en communicatiemaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit krediet vallen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor administratieve bijstand met betrekking tot de audit van verzoeken van de lidstaten om een financiële bijdrage overeenkomstig de respectieve bepalingen waarin de rechtsgronden voorzien.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 04.

17 01 06
Uitvoerende agentschappen

17 01 06 01
Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 691 000

1 691 000

1 738 348,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het Consumentenprogramma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

Zie hoofdstuk 17 02.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505) van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

17 01 06 02
Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma Gezondheid voor groei

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 209 000

4 209 000

4 326 852,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma Gezondheid voor groei.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

17 01 06 03
Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 170 000

1 170 000

1 170 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de opleidingsstrategie van de Unie op de terreinen wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders en voorschriften betreffende diergezondheid, dierenwelzijn en plantengezondheid, voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen op het vlak van wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid en dierenwelzijn en plantengezondheid.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1), met name artikel 51.

Zie hoofdstuk 17 04.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid, teeltmateriaal en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 1829/2003, (EG) nr. 1831/2003, (EG) nr. 1/2005, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 834/2007, (EG) nr. 1099/2009, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012 en [ …]/2013, en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG, 2008/120/EG en 2009/128/EG (verordening officiële controles) (COM(2013) 265 final), door de Commissie ingediend op 6 mei 2013.

HOOFDSTUK 17 02 —   CONSUMENTENBELEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 02

CONSUMENTENBELEID

17 02 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

3

21 866 000

12 373 045

21 262 000

5 063 000

 

 

 

17 02 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

3

p.m.

5 752 675

p.m.

12 509 000

21 430 971,56

18 338 687,94

318,79

17 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 02 77 01

Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

340 369,—

 

17 02 77 02

Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

146 354,37

 

17 02 77 03

Proefproject — Applicatie voor mobiele apparatuur Your Europe Travel

2

p.m.

100 000

500 000

250 000

 

 

 

17 02 77 04

Proefproject — Training voor kmo's over consumentenrechten in het digitale tijdperk

3

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 17 02 77 — Subtotaal

 

1 000 000

600 000

500 000

250 000

0,—

486 723,37

81,12

 

Hoofdstuk 17 02 — Totaal

 

22 866 000

18 725 720

21 762 000

17 822 000

21 430 971,56

18 825 411,31

100,53

17 02 01
Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 866 000

12 373 045

21 262 000

5 063 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige consumentenprogramma voor de periode 2014-2020. Het programma moet een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen en de consument mondig maken in de interne markt, in het kader van een algemene strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, door bij te dragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de wettige en economische belangen van de consument, alsook door hun recht op voorlichting en opvoeding te bevorderen, evenals hun recht om zich te organiseren om hun belangen te verdedigen, en door de integratie van deze consumentenbelangen op andere beleidsterreinen te steunen. Het programma zal het beleid van de lidstaten aanvullen, ondersteunen en monitoren.

Deze algemene doelstelling zal door middel van de volgende vier specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

veiligheid: consolideren en vergroten van de productveiligheid via een doeltreffend markttoezicht in de gehele Unie;

voorlichting en opvoeding en steun aan consumentenorganisaties: verbeteren van de opvoeding en de voorlichting van de consumenten en de kennis van hun rechten, ontwikkelen van de feitenbank voor het consumentenbeleid en verlenen van steun aan consumentenorganisaties, rekening houdend met de specifieke behoeften van kwetsbare consumenten;

rechten en rechtsmiddelen: ontwikkelen en versterken van de consumentenrechten met name via slimme regelgevende actie en verbetering van de toegang tot eenvoudige, doeltreffende, doelmatige en voordelige rechtsmiddelen, waaronder alternatieve geschillenbeslechting;

handhaving: ondersteunen van de handhaving van de rechten van de consumenten door de versterking van de samenwerking tussen nationale handhavingsorganen en door ondersteuning van de consumenten met advies.

Het nieuwe programma moet ook rekening houden met nieuwe maatschappelijke uitdagingen die de laatste jaren belangrijker zijn geworden. Zij omvatten: de grotere complexiteit van de besluitvorming op het gebied van consumentenzaken, de noodzaak om te komen tot duurzamere consumptiepatronen, de kansen en bedreigingen van de digitalisering, een toename van de sociale uitsluiting en het aantal kwetsbare consumenten en een vergrijzende bevolking.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

17 02 51
Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 752 675

p.m.

12 509 000

21 430 971,56

18 338 687,94

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 20/2004/EG. Dat besluit is ingetrokken bij Besluit nr. 1926/2006/EG (zie artikel 17 02 02).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

17 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

17 02 77 01
Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

340 369,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 02 77 02
Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

146 354,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 02 77 03
Proefproject — Applicatie voor mobiele apparatuur Your Europe Travel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

500 000

250 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit krediet dient de uitgaven te dekken om een reisapplicatie voor de Europese consument genaamd „Your Europe Travel” te ontwikkelen. Deze applicatie heeft tot doel alle benodigde informatie te bieden inzake consumentenrechten en grensoverschrijdende kwesties om reizigers te kunnen helpen wanneer zij op problemen stuiten in het buitenland en beperkte toegang hebben tot informatie en advies.

De applicatie moet praktische informatie voor consumenten bieden en gericht zijn op werkelijk voorkomende grensoverschrijdende situaties, op gebieden als reis- en visuminformatie, rechten voor passagiers en consumenten, ziekteverzekeringskaarten, betaalsystemen, verkeersborden en de Europese consumentencentra (ECC's) die hulp en advies kunnen bieden in elk lidstaat, in Noorwegen en in IJsland.

De inhoudelijke vormgeving van deze slimme applicatie wordt bepaald door de Commissie, met actieve betrokkenheid van het Europees Parlement. De informatie moet elk jaar worden geactualiseerd om rekening te kunnen houden met nieuwe ontwikkelingen.

De applicatie bevat menu's waarmee reizigers snel de informatie kunnen vinden die ze nodig hebben binnen de Unie. De applicatie zal volledig meertalig zijn, in alle officiële talen van de Unie. Tevens wordt in alle officiële talen algemene informatie over de Unie verstrekt, plus gedetailleerde informatie in de taal of talen van elke lidstaat, plus Engels, Frans en Duits.

Dit project dient voor het formuleren van de opzet van een dienst op basis waarvan een applicatie moet worden ontwikkeld die burgers binnen de Unie op mobiele apparaten kunnen gebruiken voor het vinden van antwoorden en het oplossen van problemen op reisgebied. Deze intelligente applicatie moet een antwoord bieden op de meeste vragen, door middel van een semantische analyse van de vraag en de beschikbare informatie. Ook moet het de mogelijkheid bieden verdere vragen te stellen via de dienst Europe Direct, indien de door de applicatie verstrekte informatie ontoereikend is. De antwoorden via Europe Direct worden in de taal van de consument gegeven binnen vaste termijnen en in overeenstemming met zijn handvest voor kwaliteit. Deze dienst is gratis, afgezien van de telefoonkosten.

De informatie zal vooral bestaande informatie omvatten afkomstig van de websites van de Commissie inzake Your Europe en het ECC Network, en is daarmee aangepast aan elk land. Naast informatie bevat de applicatie een interactieve module om geschillen met handelaren te helpen oplossen. Consumenten kunnen hier snel tips krijgen om zelf problemen in het buitenland op te lossen. Voor complexere problemen kan worden doorverwezen naar het ECC Network en relevante diensten voor alternatieve of online geschillenbeslechting.

Naast ontwikkelings- en productiekosten dient het krediet de kosten voor onderhoud, exploitatie en bekendmaking financieren voor de komende vijf jaar te dekken.

Tenuitvoerlegging

In het kader van het project dient eerst kennis te worden verzameld over de huidige situatie met betrekking tot de communicatie van de burgers inzake Unie-aangelegenheden, en dienen de meest moderne relevante communicatietechnologieën te worden onderzocht.

Vervolgens moet een gezamenlijke en participatieve aanpak worden gehanteerd om concepten zoals een interactief platform te creëren door burgers uit heel Europa hierbij te betrekken door middel van een gedragsstudie, resulterend in een dienstverleningsconcept dat is gecreëerd door de eindgebruikers zelf.

Het project maakt zo goed mogelijk gebruik van of integreert andere relevante applicaties voor mobiele apparatuur (Uw rechten als reiziger, de Europese ziekteverzekeringskaart), websites voor burgers (zoals Uw Europa, Reizen in Europa, Europese Jongerensite — Reizen in Europa) en diensten voor burgers (zoals Europe Direct), om dubbel werk te voorkomen.

Tot slot moet het project het concept zoals het is ontwikkeld ten uitvoer leggen in de vorm van een werkende applicatie, de „European Consumer Travel Application”, die gratis gebruikt kan worden door gebruikers van mobiele apparatuur.

De algemene looptijd van dit proefproject wordt geschat op 22 maanden, met een totale begroting van 650 000 EUR, met inbegrip van de volledige uitvoering van de IT-toepassing en de oprichting van het dienstplatform. Het project moet, inclusief het testen, in november 2015 zijn afgerond.

Een redactieraad bestaande uit de Commissie en vertegenwoordigers van het ECC Network zijn verantwoordelijk voor het inhoudelijke beleid, onder meer wat betreft de talen en de te selecteren inhoud.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 02 77 04
Proefproject — Training voor kmo's over consumentenrechten in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Het proefproject dient om kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) te helpen bij het naleven van de wetgeving betreffende consumentenbescherming bij online transacties. Een betere naleving van de regels zou de problemen voor consumenten verminderen en voordelig zijn voor ondernemers doordat problemen met handhavingsinstanties voorkomen worden.

De Commissie dient een aanbesteding uit te schrijven voor het opstellen van trainingsmodules voor kmo's betreffende consumentenovereenkomstenrecht en marketingrecht van de Unie, met onder meer aandacht voor Richtlijn 2011/83/EU (richtlijn consumentenrechten), Richtlijn 2000/31/EG (richtlijn e-handel) en de desbetreffende nationale wetgeving in de lidstaten. Deze modules moeten gratis ter beschikking worden gesteld aan consumenten- en ondernemersorganisaties.

De modules worden vormgegeven als offline cursussen voor alle lidstaten (plus Noorwegen en IJsland) in alle talen van de lidstaten. In een tweede fase kunnen de modules worden aangepast voor gebruik online om ook de grensoverschrijdende handel te vergemakkelijken.

Consumenten- en ondernemersorganisaties worden aangemoedigd deze modules te gebruiken om kmo's trainingsprogramma's aan te bieden inzake hun verplichtingen.

De aanvangsfase van het project loopt van medio 2015 tot medio 2016, en is bedoeld voor de opstelling van trainingsmodules en de organisatie van het proces, waarna de uitvoeringsfase begint. De trainingsmodules worden in de loop der tijd verbeterd en aangevuld, waarbij correcties kunnen plaatsvinden op basis van feedback, en ook aanpassingen nodig kunnen zijn vanwege wetswijzigingen of marktontwikkelingen.

Er zal een conferentie worden georganiseerd om de start van het project in te luiden, waar alle belanghebbenden voor worden uitgenodigd (consumenten- en ondernemersorganisaties, juristen, autoriteiten), waarna om de twee jaar een conferentie zal plaatsvinden. Op deze wijze kan de voortgang worden beoordeeld, de mate waarin van de training gebruikt wordt gemaakt worden geanalyseerd, de doeltreffendheid worden geëvalueerd en grotere bekendheid worden gegeven aan het project.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 17 03 —   VOLKSGEZONDHEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 03

VOLKSGEZONDHEID

17 03 01

Innovatie in de gezondheidszorg stimuleren en de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels verhogen, de gezondheid van de burgers van de Unie verbeteren en hen tegen grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen

3

54 041 000

26 366 428

52 870 000

8 697 500

 

 

 

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

3

56 766 000

56 403 470

56 766 000

54 766 000

58 315 356,—

58 315 000,—

103,39

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

3

76 412 000

74 912 000

76 545 000

76 545 000

78 052 596,14

75 519 000,—

100,81

17 03 12

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

3

24 716 000

24 716 000

31 333 000

23 730 082

33 560 440,—

33 560 440,—

135,78

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

3

6 800 000

6 800 000

6 000 000

6 000 000

6 768 000,—

6 677 360,—

98,20

 

Artikel 17 03 12 — Subtotaal

 

31 516 000

31 516 000

37 333 000

29 730 082

40 328 440,—

40 237 800,—

127,67

17 03 13

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

4

210 000

188 729

200 000

200 000

192 000,—

109 471,58

58,00

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

3

p.m.

24 967 569

p.m.

30 370 000

51 853 688,79

49 638 990,59

198,81

17 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 01

Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

1,1

p.m.

p.m.

80 000

0,—

0,—

 

17 03 77 02

Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

17 03 77 03

Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

2

p.m.

250 000

700 000

0,—

397 745,68

159,10

17 03 77 04

Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

2

p.m.

630 000

600 000

1 000 000,—

282 402,60

44,83

17 03 77 05

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

2

p.m.

300 000

300 000

0,—

0,—

0

17 03 77 06

Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

2

p.m.

300 000

300 000

0,—

0,—

0

17 03 77 07

Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

3

p.m.

262 000

p.m.

300 000

0,—

0,—

0

17 03 77 08

Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

3

p.m.

551 000

800 000

790 000

1 300 000,—

0,—

0

17 03 77 09

Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

3

p.m.

525 000

1 000 000

800 000

1 000 000,—

0,—

0

17 03 77 10

Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

3

p.m.

262 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

0

17 03 77 11

Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

2

p.m.

225 000

750 000

675 000

0,—

0,—

0

17 03 77 12

Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

2

p.m.

450 000

1 500 000

750 000

 

 

 

17 03 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

2

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

 

 

 

17 03 77 14

Voorbereidende actie — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

2

p.m.

150 000

500 000

250 000

 

 

 

17 03 77 15

Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

3

p.m.

324 000

1 230 000

615 000

 

 

 

17 03 77 16

Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

3

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

17 03 77 17

Proefproject —Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: EUDONORG 2015-2016

3

600 000

300 000

 

 

 

 

 

17 03 77 18

Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

3

450 000

225 000

 

 

 

 

 

17 03 77 19

Proefproject — Toegang tot gezondheidszorg voor mensen in plattelandsgebieden

3

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 17 03 77 — Subtotaal

 

3 050 000

6 054 000

6 780 000

6 960 000

4 300 000,—

680 148,28

11,23

 

Hoofdstuk 17 03 — Totaal

 

221 995 000

220 408 196

230 494 000

207 268 582

233 042 080,93

224 500 410,45

101,86

17 03 01
Innovatie in de gezondheidszorg stimuleren en de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels verhogen, de gezondheid van de burgers van de Unie verbeteren en hen tegen grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 041 000

26 366 428

52 870 000

8 697 500

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige programma op het gebied van de volksgezondheid voor de periode 2014-2020.

De algemene doelstellingen van het programma bestaan erin het beleid van de lidstaten aan te vullen en te ondersteunen en Europese toegevoegde waarde te creëren met het oog op het verbeteren van de gezondheid van de burgers van de Unie en het uitvlakken van ongelijkheden op gezondheidsgebied door de gezondheid te bevorderen, innovatie in gezondheid aan te moedigen, de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels te verhogen en de burgers van de Unie tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen te beschermen.

Het programma op het gebied van volksgezondheid 2014-2020 heeft vier specifieke doelstellingen:

de opbouw van capaciteit op het gebied van volksgezondheid steunen en bijdragen aan innoverende, doeltreffende en duurzame gezondheidszorgstelsels: instrumenten en mechanismen op Unieniveau inventariseren en ontwikkelen om tekorten aan zowel menselijke als financiële middelen aan te pakken, en de vrijwillige invoering van innovatie in de gezondheidszorg en preventiestrategieën bevorderen;

de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg voor burgers van de Unie bevorderen: de toegang tot medische deskundigheid en informatie voor specifieke aandoeningen, ook over de nationale grenzen heen, verbeteren, de toepassing van de resultaten van onderzoek bevorderen en instrumenten ontwikkelen om de kwaliteit van de gezondheidszorg en de veiligheid van de patiënt te verbeteren, onder meer door maatregelen die bijdragen tot een verbetering van de kennis op het gebied van gezondheid;

de gezondheid bevorderen, ziekten voorkomen en gunstige omgevingen voor een gezonde levensstijl stimuleren: de toepassing van wetenschappelijk onderbouwde goede werkwijzen voor kosteneffectieve gezondheidsbevorderende en ziektepreventiemaatregelen inventariseren, verspreiden en promoten door met name belangrijke leefstijlgebonden risicofactoren aan te pakken en daarbij de nadruk te leggen op de Europese toegevoegde waarde;

de burgers tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen: coherente benaderingen inventariseren en ontwikkelen en hun implementatie bevorderen voor een betere paraatheid en coördinatie in noodsituaties op gezondheidsgebied.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

17 03 10
Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 766 000

56 403 470

56 766 000

54 766 000

58 315 356,—

58 315 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum. Titel 1 betreft de lonen van vast personeel en gedetacheerde deskundigen, de kosten van aanwerving, diensten van uitzendbureaus, personeelsopleiding en dienstreizen. Titel 2 „Uitgaven” betreffen de huur van kantoorruimte voor het Centrum, de inrichting van de kantoren, informatie- en communicatietechnologie, technische installaties, de logistiek en de overige administratieve kosten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van beleidsuitgaven in verband met de onderstaande doelgebieden:

de surveillance van overdraagbare ziekten in de lidstaten verbeteren;

de wetenschappelijke ondersteuning door de lidstaten en de Commissie versterken;

de paraatheid van de Unie te verbeteren met betrekking tot nieuwe bedreigingen door overdraagbare ziekten, met name hepatitis B, met inbegrip van bedreigingen die verband houden met de moedwillige verspreiding van biologische agentia, en ziekten van onbekende oorsprong, en de reactie coördineren;

de relevante capaciteit in de lidstaten door opleiding versterken;

informatie uitwisselen en partnerschappen tot stand brengen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van het onderhoud van een noodfaciliteit („Emergency Operations Centre”) die het Centrum online verbindt met nationale centra voor besmettelijke ziekten en referentielaboratoria in de lidstaten in geval van grote uitbraken van besmettelijke ziekten of andere ziekten van onbekende oorsprong.

Het Waarnemingscentrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 56 766 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 11
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

76 412 000

74 912 000

76 545 000

76 545 000

78 052 596,14

75 519 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dekt met name:

de kosten voor de ondersteuning en de vergaderingen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, de werkgroepen, het adviesforum en de raad van bestuur alsmede de vergaderingen met wetenschappelijke partners of geïnteresseerde partijen;

de kosten van het opstellen van wetenschappelijke adviezen die worden uitbesteed (contracten en subsidies);

de kosten voor de oprichting van netwerken voor het verzamelen van gegevens en de integratie van bestaande informatiesystemen;

kosten voor wetenschappelijke en technische bijstand aan de Commissie (artikel 31);

de kosten voor de identificatie van maatregelen inzake logistieke ondersteuning;

de kosten voor technische en wetenschappelijke samenwerking;

de kosten voor de verspreiding van de wetenschappelijke adviezen;

de kosten voor communicatieactiviteiten.

De Autoriteit moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Autoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 77 330 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 76 412 000 EUR is een bedrag van 918 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

17 03 12
Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01
Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 716 000

24 716 000

31 333 000

23 730 082

33 560 440,—

33 560 440,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met het oog op de uitvoering van de taken waarin is voorzien in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 26 215 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 24 716 000 EUR is een bedrag van 1 499 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1) (ter vervanging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad).

Referentiebesluiten

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Verordening (EG) nr. 2049/2005 van de Commissie van 15 december 2005 tot vaststelling, krachtens Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad, van voorschriften betreffende de betaling van vergoedingen aan, en het verkrijgen van administratieve bijstand van, het Europese Geneesmiddelenbureau door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 329 van 16.12.2005, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1394/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 121).

Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1235/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 1).

17 03 12 02
Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 800 000

6 800 000

6 000 000

6 000 000

6 768 000,—

6 677 360,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 vastgelegde speciale bijdrage, in tegenstelling tot de in artikel 67 van Verordening (EG) nr. 726/2004. Het wordt door het Bureau uitsluitend gebruikt om de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van vergoedingen die voor een weesgeneesmiddel verschuldigd zijn, te compenseren.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 6 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 13
Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

210 000

188 729

200 000

200 000

192 000,—

109 471,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (FCTC), die door de Gemeenschap is geratificeerd en waarbij de Unie partij is.

Rechtsgronden

Besluit 2004/513/EG van de Raad van 2 juni 2004 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 8).

17 03 51
Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

24 967 569

p.m.

30 370 000

51 853 688,79

49 638 990,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vastleggingen voor vorige jaren in het kader van Besluit nr. 1786/2002/EG en Besluit nr. 1350/2007/EG.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (PB L 271 van 9.10 2002, blz. 1).

Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

17 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 01
Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

80 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 02
Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 03
Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

700 000

0,—

397 745,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 04
Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

630 000

600 000

1 000 000,—

282 402,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 05
Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

300 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 06
Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

300 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 07
Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

262 000

p.m.

300 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 08
Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

551 000

800 000

790 000

1 300 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 09
Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

525 000

1 000 000

800 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 10
Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

262 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 11
Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

225 000

750 000

675 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie moet de consumptie van vers fruit en verse groenten door kwetsbare bevolkingsgroepen (zwangere vrouwen met een laag inkomen en hun kinderen, bejaarden enz.) verhogen, met als doel de volksgezondheid te verbeteren en de vraag op de fruit- en groentemarkt te stimuleren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 12
Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

1 500 000

750 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit krediet dient ter dekking van een proefproject met als doel het delen van kennis te verbeteren en de ongelijkheid op gezondheidsgebied in de EU terug te dringen, vooral in de lidstaten en de regio's waar de behoefte het grootst is en die geld uit het cohesiefonds ontvangen.

Er zal een netwerk tot stand worden gebracht voor uitwisseling van experts en beleidsadviseurs in de hele Unie, gericht op ondersteuning en opleiding met het oog op de uitwerking en uitvoering van beleidsmaatregelen, alsook op specifieke acties om de verschillen op gezondheidsgebied op nationaal en subnationaal/regionaal terug te dringen.

Het netwerk zal met name als prioriteit hebben het ontwikkelen van expertise op gebieden die verband houden met de doeltreffendheid van het preventiebeleid en discriminatie op het vlak van de toegang tot de gezondheidszorg, alsook van strategieën om de sociale, milieu- en gedragsfactoren die bijdragen tot ongelijkheid op gezondheidsgebied te matigen.

Het proefproject zal ook een beoordeling en een evaluatie omvatten van acties die gericht zijn op het verkleinen van de ongelijkheid op gezondheidsgebied die al steun uit de structuurfondsen van de Unie en dito programma's ontvangen. De specifieke acties die in het kader van het proefproject zullen worden uitgevoerd zouden na overleg met de betrokken lidstaten en belanghebbenden op het gebied van de volksgezondheid en het gezondheidsbeleid worden vastgesteld.

Het proefproject is erop gericht het inzicht en de kennis van de voornaamste doelgroepen van het beleid te verbeteren met betrekking tot het belang van het verkleinen van de ongelijkheid op gezondheidsgebied en de mogelijkheden om dit effectief te realiseren, met name via steun uit de structuurfondsen. Het project zal ook een evaluatie omvatten van de acties die op dat gebied worden gevoerd via de structuurfondsen en dito programma's, met als doel het toekomstige beleid te verbeteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 13
Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

In alle lidstaten neemt het aantal gevallen van niet-besmettelijke ziekten in een ongekend tempo toe. Tezelfdertijd kampen meer en meer Europeanen met problemen in verband met obesitas en geestelijke gezondheid. Vooral geïsoleerde en kwetsbare personen hebben met gezondheidsproblemen af te rekenen. Deze gezondheidsproblemen betreffen zowel mannen als vrouwen, maar de problemen zijn verschillend en moeten dan ook verschillend worden aangepakt.

In 2011 publiceerde de Commissie een omvattend verslag over de gezondheidstoestand van de Europese mannen, waaruit bleek dat er grote verschillen bestaan op gezondheidsvlak tussen mannen en vrouwen. Een van de belangrijkste conclusies is dat zorgen voor een betere gezondheid onder mannen directe en indirecte gevolgen heeft voor vrouwen en kinderen. In 2009 had de Commissie een soortgelijk verslag gepubliceerd over de gezondheidstoestand van de Europese vrouw.

Aangezien het inzicht groeit dat de gezondheidsproblemen van mannen en vrouwen op een verschillende manier moeten worden benaderd stelt dit proefproject zich ten doel:

het vergaren en beoordelen — aan de hand van European Community Health Indicators (ECHI) — van informatie over de verschillen tussen (vooral geïsoleerde en kwetsbare) mannen en vrouwen op het gebied van de gezondheid in de deelnemende lidstaten alsook over de bestaande praktijken om dit probleem op te lossen;

het vergroten van de kennis over leefgewoonten en attitudes ten aanzien van de individuele (o.m. geestelijke) gezondheid, preventie, behandeling en revalidatie onder met name geïsoleerde en kwetsbare personen, en de redenen waarom deze specifieke groep niet geneigd is hun levensstijl te veranderen en een beroep te doen op een dokter of een andere gezondheidsdienst. De studies kunnen zowel ziektespecifiek zijn als gebaseerd op de populatie;

het analyseren van de verschillende gezondheidsstelsels in de lidstaten, om vast te stellen wat de oorzaken zijn van het feit dat minderbegunstigde groepen minder gebruikmaken van gezondheidsdiensten en hoe hieraan kan worden verholpen;

het ontwikkelen en toetsen, op basis van feiten, van (gender-)gerichte strategieën om de gezondheid van deze mensen te verbeteren, hun toegang tot gezondheidsdiensten te bevorderen en te voorkomen dat er zich überhaupt gezondheidsproblemen voordoen;

het verspreiden van de resultaten en de beste praktijken over de lidstaten, met name onder de zorgverleners in de primaire sector, en ervoor te zorgen dat de resultaten in praktijk worden gebracht.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 14
Voorbereidende actie — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

500 000

250 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereiding dient ter voortzetting van het project dat beoogt het belang te onderstrepen van een goede en gezonde voeding waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de vergrijzende bevolking.

De vergrijzing van de bevolking van Europa is een demografisch fenomeen dat veroorzaakt wordt door de afnemende vruchtbaarheid en de stijgende levensverwachting onder Europese burgers.

De Europese bevolking zal gedurende de komende veertig jaar naar verwachting vergrijzen en dit fenomeen houdt nauw verband met voedingskwesties.

Zoals in meerdere studies wordt onderkend heeft voeding een sterke en belangrijke invloed op de behandeling en preventie van diverse ziekten en op het behoud van een goede gezondheid en levenskwaliteit bij een vergrijzende bevolking.

Chronische ziekten treden vaker op naar mate de leeftijd toeneemt. Er zijn aanwijzingen dat voeding, met name een evenwichtige en gezonde voeding, gebaseerd op fruit en groenten, van grote invloed is op de gevoeligheid voor deze ziekten, en de ontwikkeling en de afloop ervan.

Bedoeling van dit project is eveneens informatie te verstrekken over voeding aan kinderen en ouders. Het draait daarbij om de vroege levensjaren, met als thema's bijvoorbeeld prenatale voeding, borstvoeding en kindervoeding. Het project heeft twee hoofddoelstellingen, namelijk ouders opvoeden met betrekking tot het feit dat goede voeding belangrijk is voor hun kinderen en kinderen opvoeden zodat zij hun leven lang bewust kiezen voor een gezonde levensstijl. Het project wordt uitgevoerd in het kader van het programma Gezondheidszorg en heeft specifiek betrekking op twee van de overkoepelende doelstellingen van dit programma: gezondheid bevorderen en de ongelijkheden op het gebied van gezondheid terugdringen, en gezondheidsinformatie verspreiden.

Er zal worden geprobeerd het doelpubliek van deze voorbereidende actie te bereiken via diverse kanalen, bijvoorbeeld prenatale infosessies, ziekenhuizen, crèches en voorschoolse opvang, en scholen. Zowel relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld ngo's op het gebied van gezondheid, als beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, bijvoorbeeld pediaters en vroedvrouwen, en de nationale en regionale gezondheidsautoriteiten, zullen bij het project worden betrokken. Met de samenwerking tussen deze verschillende spelers wordt gemikt op de verstrekking van gerichte voorlichting over voeding, onafhankelijk van de voedingsindustrie, zowel aan ouders als aan kinderen. De informatiecampagnes kunnen worden gelanceerd in de vorm van flyers (die bijvoorbeeld door vroedvrouwen worden gegeven aan zwangere vrouwen of door pediaters aan ouders) of van presentaties in scholen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 15
Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

324 000

1 230 000

615 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Epilepsie is een hersenaandoening die gekenmerkt wordt door een blijvende aanleg om epileptische insulten te genereren en door de neurobiologische, cognitieve, psychologische en sociale gevolgen daarvan. Tot deze gevolgen behoren vroegtijdig overlijden, stigmatisering, sociale uitsluiting en verminderde levenskwaliteit. Hoewel er doeltreffende behandelingen bestaan, stuit de toegang tot de behandeling op obstakels en worden er daardoor veel te weinig patiënten behandeld. Uit een Europese studie van meer dan tien jaar geleden bleek dat er onvoldoende middelen beschikbaar waren en dat er verschillen waren tussen lidstaten wat betreft de beschikbaarheid van epilepsiebehandelingen. Hoe de situatie momenteel is, is echter onbekend. Niet alleen zijn er moeilijkheden wat betreft de toewijzing van voldoende middelen, er zijn ook aanzienlijke verschillen tussen de ramingen van het aantal gevallen en de kosten van epilepsie in Europa. In een recent onderzoek van de European Brain Council wordt het aantal epilepsiepatiënten in Europa op 2,6 miljoen geschat, terwijl een WHO/ILAE/IBE-rapport van 6 miljoen patiënten spreekt. Het werkelijke aantal gevallen varieert waarschijnlijk licht van lidstaat tot lidstaat en van regio tot regio, en wellicht ook van moment tot moment. Het is echter niet duidelijk of de redenen voor die verschillen in cijfers, tussen en binnen de lidstaten, duiden op echte verschillen of dat er sprake is van verschillen in methodes en van gebrek aan betrouwbare gegevens, of een combinatie van die factoren.

Epilepsie in Europa is dus een terrein dat gekenmerkt wordt door aanzienlijke kennisleemten, omdat er in sommige landen en regio's geen onderzoek is verricht, en door tegenstrijdige bevindingen in landen waar dat wel gebeurd is. Er is dus dringend behoefte aan een definitievere, in heel Europa uitgevoerde, alomvattende en op een passende en gestandaardiseerde methode gebaseerde studie van het aantal epilepsiegevallen en de toegang tot gezondheidszorg. De resultaten van die studie zullen van essentieel belang zijn voor het opstellen van actieplannen met besluiten inzake de toewijzing van middelen voor het verlenen van duurzame, passende, voor iedereen gelijkelijk toegankelijke en kosteneffectieve behandeling van epilepsie in heel Europa. Een doelgerichte aanpak bij het bieden van zorg is vooral belangrijk bij aandoeningen als epilepsie, een ziekte die hoge lasten met zich meebrengt. Om gezondheidsdiensten te kunnen opzetten om deze lasten in heel Europa te verlichten zijn er accurate gegevens nodig, niet alleen over degenen die behandeling nodig hebben, over de manier waarop de samenleving tegen epilepsiepatiënten aankijkt en over obstakels die de toegang tot de gezondheidszorg belemmeren, maar ook over de behandelingskosten.

Een studie op deze schaal zal naar verwachting belangrijk zijn om vast te kunnen stellen of er in Europa gebieden zijn waar epilepsie vaker voorkomt dan in andere. Ook zou er hopelijk duidelijkheid komen omtrent het aantal gevallen in de Unie, wat van groot belang is voor de wijze waarop deze ziekte in de politieke besluitvorming wordt gezien. Een studie van de kosten zou een betere planning van het beheer van de ziektegevallen mogelijk maken. Verwacht wordt dat de studie de vinger zal leggen op de zwakke plekken van wat momenteel ervaren wordt als een versnipperde aanpak van de epilepsiebehandeling, met duidelijke verschillen tussen de lidstaten, en dat duidelijk zal worden welke scholing overheids- en gezondheidszorgpersoneel nodig hebben om het aan epilepsie verbonden stigma te bestrijden. De voorgestelde Europese studie zal het gemakkelijker maken een gecoördineerde pan-Europese actie te voeren om ervoor te zorgen dat patiënten gelijke toegang krijgen tot behandeling en dat hun levenskwaliteit vooruit gaat. Ook zal de studie aantonen in hoeverre elke lidstaat de toegang tot epilepsiebehandeling moet verbeteren, waardoor epilepsiepatiënten in Europa uiteindelijk een beter leven krijgen en de kosten van de ziekte worden gereduceerd.

Doel van het project

Het project heeft tot doel de omvang van het epilepsieprobleem en de beschikbare behandelingen in de Europese Unie in kaart te brengen om een gecoördineerd informatieplatform over epilepsie op te zetten in alle EU-lidstaten, met inschakeling van ngo's, belanghebbenden en overheidsinstanties. Er zullen goede werkmethoden worden vastgesteld en aanbevelingen voor een betere behandeling van epilepsie in heel de Unie.

De strategische doelstelling bestaat in het leveren van de noodzakelijke gegevens om passende middelen te kunnen toewijzen voor een overal even hoogwaardige behandeling van epilepsie in alle lidstaten, waardoor de leemten worden opgevuld, de verwoestende gevolgen van epilepsie worden voorkomen, werkloosheid, stigmatisering en isolement van epilepsiepatiënten minder worden en hun leven beter wordt, overeenkomstig de aanbevelingen in de schriftelijke verklaring van het Europees Parlement inzake epilepsie.

Beschrijving van het project

Er wordt eerst een standaardmethode vastgesteld voor het bestuderen van de stigmata, de vooroordelen bij het publiek, het aantal gevallen en de kosten van epilepsie en de toegang tot en de organisatie van de epilepsiebehandeling. De voorgestelde actie is een gestandaardiseerde, op de toekomst gerichte en op de bevolking gebaseerde studie die wordt verricht in representatieve regio's in 8-12 EU-lidstaten. Deze lidstaten worden zo gekozen dat zij representatief zijn voor alle regio's in de Unie, in het oosten, westen, noorden en zuiden van de Unie. De gekozen landen zijn onder meer landen waarover geen gegevens beschikbaar zijn. Ook sommige landen waarover wel gegevens bestaan die afkomstig zijn uit eerdere onderzoeken zullen meedoen, teneinde de gevolgde methode te valideren. In de deelnemende landen worden onderzoeksteams gevormd. Deze zullen zich bedienen van een methode die meerdere bronnen gebruikt en die in een afgebakend geografisch gebied op zoek gaat naar ziekenhuizen, instellingen, huisartsen en EEG-laboratoria om vast te stellen hoeveel gevallen voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld door de International League Against Epilepsy. Het doel is alle leeftijdsgroepen en de duur en de ernst van de ziekte te documenteren. Rechtstreekse gezondheidszorgkosten en niet-medische kosten, alsook indirecte kosten, zullen worden berekend op jaarbasis voor elk geval met epilepsie en voor de bijbehorende controles zonder epilepsie. Ook zal een analyse worden gemaakt van de stigmata, de levenskwaliteit en de toegang tot behandeling. De plaatselijke onderzoeksteams zullen gebruikmaken van gevalideerde vragenlijsten om na te gaan hoe het met de kennis en de houding van de overheid en het medisch personeel in hun regio's ten opzichte van epilepsie gesteld is en zullen in kaart brengen hoe de regionale gezondheidszorg voor epilepsiepatiënten georganiseerd is.

De resultaten zullen worden gebruikt om aanbevelingen op te stellen voor beleidsmakers, met inbegrip van methodes voor de follow-up van de uitvoering van die aanbevelingen en de duurzaamheid ervan.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 16
Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Voorgesteld onderzoeksterrein

Meer dan 10 % van de Europese bevolking lijdt aan chronische nierziekte, met een hoog risico van evolutie in de richting van nierinsufficiëntie, zodat er behoefte is aan een niervervangingstherapie – dialyse of transplantatie. Dit percentage wordt omhoog gedreven door de toenemende incidentie van diabetes en hart- en vaatziekten. Dialyse legt een groot beslag op de middelen, met kosten van 40 000 tot 80 000 EUR per jaar per patiënt, afhankelijk van het land en de methode, terwijl niertransplantatie ongeveer evenveel kost als dialyse in het eerste jaar, maar minder dan 40 % van de kosten van dialyse in de daaropvolgende jaren. De prognose, inclusief levensverwachting en levenskwaliteit, is beduidend beter na niertransplantatie dan bij dialyse. Bijna 50 000 Europeanen staan op een wachtlijst voor een nier; met het huidige tekort aan orgaandonaties zal een aantal patiënten op de wachtlijst sterven.

Met dit proefproject wordt voorgesteld een vergelijking te maken, uit macro-economisch oogpunt, van de diverse behandelingswijzen voor chronische nierziekte in de lidstaten, door de factoren te onderzoeken die een effect hebben op de keuze van behandeling (door de patiënt of de arts), alsmede de impact van deze keuze op de zorgbudgetten. Daarnaast moet met het project worden onderzocht wat een verbetering van de cijfers op het gebied van nierdonatie- en transplantatie in de weg staat. Bedoeling is een antwoord te vinden op de vraag: „Waarom zijn er in de praktijk zulke grote verschillen wat de algemene aanpak van chronische nierziekte en de transplantatiemogelijkheden in Europa betreft en hoe kunnen de verschillende praktijken worden geharmoniseerd, om te zorgen voor een gelijke en betere kwaliteit van de zorg, in combinatie met een verlaging van de kosten?”.

In tijden van economische crisis is het van cruciaal belang manieren te vinden om de efficiëntie van de zorgstelsels in de lidstaten te verbeteren. Voor de behandeling van chronische nierziekte zijn er momenteel twee belangrijke behandelingswijzen: dialyse en transplantatie.

Voor dialyse moet worden beoordeeld welk type van dialyse een beter resultaat oplevert, in twee opzichten: in de eerste plaats voor de patiënt (een betere levenskwaliteit en een betere acceptatie) en in de tweede plaats uit het oogpunt van de gezondheidseconomie.

Op niertransplantatie wordt onvoldoende een beroep gedaan in vergelijking met dialyse, ondanks het feit dat transplantatie een veel betere levenskwaliteit mogelijk maakt en kostenefficiënter is. Daarom is een beoordeling van de verschillende nationale organisatiepraktijken die een rol spelen om transplantatie te faciliteren (verschillend beleid op het gebied van orgaandonatie, verschillende instemmingsregelingen, het bestaan van transplantatiecoördinatoren, bilaterale of multilaterale akkoorden voor grensoverschrijdende uitwisseling van organen tussen de lidstaten enz.) van essentieel belang om de praktijken te identificeren en te ondersteunen die uiteindelijk een significant effect hebben op de wachttijden voor transplantatie.

De verschillen op het gebied van donorbeleid hebben grote gevolgen voor de wachttijd voor een transplantatie en lange wachttijden, terwijl de patiënt dialyse krijgt, hebben een groot negatief effect op patiënten die op een transplantatienier wachten:

het sterftecijfer ligt hoger bij patiënten die dialyse krijgen, tegenover het overlevingscijfer bij patiënten met een getransplanteerde nier;

hoe langer de wachttijd, terwijl de patiënt dialyse krijgt, hoe geringer het slaagpercentage van transplantaties en het overlevingscijfer van de patiënten;

tot slot liggen de kosten van dialyse veel hoger dan de kosten in geval van een functionerende getransplanteerde nier, dus hoe langer de wachttijd is, terwijl de patiënt dialyse krijgt, hoe hoger de totale uitgaven zijn.

Al deze factoren hebben niet alleen een significante impact op de toegang tot transplantatie, maar ook op de totale uitgaven voor de behandeling van chronische nierziekte. Daarom is het van cruciaal belang de nodige informatie te verzamelen over de impact op het uiteindelijke behandelingsresultaat, zowel wat de zorgkwaliteit als wat de kostenefficiëntie betreft.

Momenteel zijn sommige lidstaten beter georganiseerd dan andere wat behandeling met dialyse en niertransplantatie betreft. Dit komt doordat sommige lidstaten in hun nationale structuren een plaats hebben gegeven aan de rol van orgaandonorcoördinatie en een samenwerking tot stand hebben gebracht door middel van gespecialiseerde netwerken als Eurotransplant en Scandiatransplant.

Dit project is bedoeld om de situatie in de lidstaten te evalueren door de ervaring en gegevens van bestaande initiatieven en registers te delen en hierop voort te bouwen. Daarnaast zal in het kader van het project rekening worden gehouden met het werk dat wordt verricht met de evaluatie halverwege de looptijd van het Actieplan inzake orgaandonatie en transplantatie en andere projecten op dit gebied, bijvoorbeeld ETPOD, EULID, ELUPSY en het gemeenschappelijk optreden ACCORD, waarbij wordt gefocust op donatie bij leven.

Aangezien ontwikkelingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het gezondheidsbeleid, inclusief het beleid op het gebied van donatie en wachtlijsten, een zaak zijn van de nationale bevoegde instanties, is er in het kader van het project in voorzien dat deze instanties worden betrokken bij de samenwerking en de input van de deskundigen van gespecialiseerde organisaties als de European Society for Organ Transplantation (Europese vereniging voor orgaantransplantatie) (ESOT) en de European Transplant Coordinators Organisation (Europese organisatie voor transplantatiecoördinatoren) (ETCO).

Verwachte resultaten

Kort gesteld zal een onderzoek van de diverse factoren die een effect hebben op de keuze van de behandelingswijze voor chronische nierziekte bij nierpatiënten en van de verschillende organisatiepraktijken die een rol spelen bij de facilitering van niertransplantatie, helpen om betere en kostenefficiëntere behandelingspraktijken voor nierziekte in de lidstaten ten uitvoer te leggen.

Algemene doelstelling is een overzicht te verkrijgen van de verschillende behandelingswijzen en van de factoren die een effect hebben op de selectiemethodes met betrekking tot de behandelingswijze in de lidstaten. Beoogd doel is dat het project helpt de behandeling voor nierziekte in de ultieme fase te harmoniseren en de beschikbaarheid van transplantatie in alle lidstaten te verbeteren, in combinatie met een verlaging van de zorgkosten en een verbetering van de zorgkwaliteit.

Verwacht wordt dat sommige lidstaten die aan het project deelnemen, het project zullen kunnen gebruiken als opstap naar een geslaagde tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 inzake kwaliteits- en veiligheidsnormen voor menselijke organen, bestemd voor transplantatie en van het EU-actieplan inzake orgaandonatie en transplantatie (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 14).

Aanvangsdatum van het project: juni 2015

Einddatum van het project: juni 2017

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 17
Proefproject —Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: EUDONORG 2015-2016

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel te zorgen voor meer voorlichting en maatschappelijke bewustwording, zodat het publiek zich meer gaat bezinnen op orgaandonatie. Het omvat onder meer opleiding van maatschappelijke activisten die de burgers bewust zullen maken van de belangrijkste positieve aspecten van orgaandonatie.

Het project is gericht op de maatschappij als geheel. De nadruk ligt vooral op gezinnen, economische en sociale actoren en gezondheidswerkers, als potentiële maatschappelijke bevorderaars die orgaandonors en -ontvangers helpen.

Er zullen bewustmakingsactiviteiten plaatsvinden in scholen en instellingen voor beroepsopleiding, zodat het aantal orgaan- en weefseldonaties omhoog kan gaan en de distributie- en transplantatieprocessen kunnen worden verbeterd.

Expliciete en impliciete instemming wordt aangemoedigd, teneinde het aantal donors te vergroten.

Overdracht van goede praktijken, met inbegrip van telegeneeskunde worden gestimuleerd. Er worden aanbevelingen opgesteld in samenwerking met overheidsinstanties en gezondheidswerkers.

Er wordt een gegevensbank inzake orgaandonatie en -transplantatie opgezet voor Unielanden en buurlanden, met als doel:

de huidige situatie in de Unie en zijn buurlanden te analyseren;

controle-indicatoren toe te passen voor de algemene beoordeling van het beheer van gedoneerde en getransplanteerde organen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 18
Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 000

225 000

 

 

 

 

Toelichting

Doelstellingen

1.

Een beter begrip van de specifieke ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI), met bijzondere aandacht voor de ongelijkheden die zich situeren op het raakvlak met andere aspecten, bijvoorbeeld leeftijd, handicap, ras en etnie, en van de belemmeringen waarmee gezondheidswerkers te maken krijgen bij de verstrekking van zorg aan deze groepen.

2.

Uitrusten van gezondheidswerkers met specifieke instrumenten om ervoor te zorgen dat zij beschikken over de nodige vaardigheden en kennis om deze belemmeringen te overwinnen en ertoe bijdragen de ongelijkheden op het gebied van gezondheid te verminderen.

Omschrijving

Dit project is bedoeld als follow-up van het project van het Bureau voor de grondrechten inzake overheidsinstanties en de rechten van LGBT, waarbij gezondheidswerkers zijn geïnterviewd over de specifieke ongelijkheden op het gebied van gezondheid waarmee LGBTI te maken krijgen. Het vormt een aanvulling bij de proefprojecten „Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties” (post 17 03 77 12) en „Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen” (post 17 03 77 13), die betrekking hebben op ongelijkheden op gezondheidsgebied, maar niet de ongelijkheden die worden ervaren door LGBTI. Om te voorzien in deze lacune heeft dit project specifiek betrekking hierop.

Resultaten

1.

Er wordt informatie verzameld over de specifieke ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI, met bijzondere aandacht voor de personen binnen deze groep die het gevaar lopen te worden gediscrimineerd op grond van hun leeftijd, handicap, ras of etnie.

2.

Gezondheidswerkers zijn zich zowel bewust van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid als van de belemmeringen waarmee zij zelf te maken krijgen bij de verstrekking van zorg aan de betrokken groepen. Zij worden uitgerust om deze belemmeringen te overwinnen, door middel van opleidingsmodules.

3.

Deze opleidingsmodules worden beschikbaar gemaakt voor iedereen die in de hele Unie met gezondheid te maken heeft.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 19
Proefproject — Toegang tot gezondheidszorg voor mensen in plattelandsgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Het proefproject werd door de Commissie (pre-beoordeling) met een A beoordeeld. In de Mededeling van de Commissie inzake effectieve, toegankelijke en veerkrachtige zorgstelsels van 4 april 2004 werd benadrukt dat de toegang tot gezondheidszorg een van de drie pijlers is van de Unie-agenda voor effectieve, toegankelijke en veerkrachtige zorgstelsels.

Toegang tot gezondheidszorg in plattelandsgebieden is een specifiek probleem in verschillende lidstaten. Aangezien bevolkingsgroepen naar stedelijke gebieden trekken, wat leidt tot het verval van kleine en middelgrote steden, wordt de discussie over het passende niveau van verlening van gezondheidszorg in nieuwe plattelandsgebieden ook in andere lidstaten steeds belangrijker.

Het project zal bijdragen aan het terugdringen van de verschillen in toegankelijkheid van gezondheidszorg en aan het garanderen van gelijke toegang in plattelandsgebieden, zowel binnen als tussen de lidstaten. Er moeten goede werkwijzen op het gebied van beleid en instrumenten ter verbetering van de toegang tot gezondheidszorg worden vastgesteld en uitgewisseld, waarbij rekening wordt gehouden met aspecten zoals toegang tot voorzieningen en zorgverleners, kosten en betaalbaarheid van gezondheidszorg, de optimale omvang van gezondheidsdiensten en de mogelijkheid van grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten. De specifieke activiteiten die in het kader van dit project zullen worden uitgevoerd, worden na overleg met de lidstaten en belanghebbenden op het gebied van volksgezondheid en gezondheidsbeleid vastgesteld.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 17 04 —   VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

17 04 01

Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

3

178 500 000

138 351 838

180 000 000

4 000 000

 

 

 

17 04 02

De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

3

10 000 000

7 190 844

5 000 000

3 000 000

 

 

 

17 04 03

Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

3

47 360 000

28 763 376

45 724 000

15 000 000

 

 

 

17 04 04

Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

3

20 000 000

9 587 792

20 000 000

7 500 000

 

 

 

17 04 10

Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

4

276 000

248 043

276 000

276 000

220 255,40

220 255,40

88,80

17 04 51

Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

p.m.

28 763 376

p.m.

186 296 000

263 286 621,51

240 042 462,94

834,54

17 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 01

Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

2

p.m.

p.m.

300 000

0,—

735 428,80

 

17 04 77 02

Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

17 04 77 03

Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

2

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

 

 

 

17 04 77 04

Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese Gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

2

p.m.

100 000

250 000

125 000

 

 

 

 

Artikel 17 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

400 000

1 250 000

925 000

0,—

735 428,80

183,86

 

Hoofdstuk 17 04 — Totaal

 

256 136 000

213 305 269

252 250 000

216 997 000

263 506 876,91

240 998 147,14

112,98

17 04 01
Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

178 500 000

138 351 838

180 000 000

4 000 000

 

 

Toelichting

Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd. Deze ziekten en infecties zijn meestal op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede aan steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.

Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:

de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer en van verschillende vaccins;

de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 02
De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 000 000

7 190 844

5 000 000

3 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van preventieve acties ter bestrijding van plagen en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen en landschappen. Het dekt eveneens EU-bijdragen aan de specifieke maatregelen voor landbouw in de ultraperifere gebieden van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 03
Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 360 000

28 763 376

45 724 000

15 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitvoering van de eerste maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004, en met name:

activiteiten van de laboratoria van de Unie;

opleiding inzake diervoeder- en levensmiddelencontrole;

reis- en verblijfkosten voor nationale deskundigen die aan inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau deelnemen;

IT-instrumenten, communicatie en informatie over diervoeder- en levensmiddelencontrole, ontwikkeling van een strategie van de Unie voor veiliger levensmiddelen;

voorlichtingsbeleid op het gebied van dierenbescherming, inclusief voorlichtingscampagnes en programma's om de bevolking te informeren over de schadeloosheid van de consumptie van vlees van gevaccineerde dieren, alsmede informatiecampagnes en programma's om nadruk te leggen op de humane aspecten van vaccinatiestrategieën in de strijd tegen besmettelijke ziekten;

de controle op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer van voor de slacht bestemde dieren;

het opzetten en in stand houden van een snellewaarschuwingssysteem, met inbegrip van een wereldwijd snellewaarschuwingssysteem, voor de kennisgeving van een direct of indirect risico voor de menselijke en dierlijke gezondheid als gevolg van levensmiddelen of diervoeders;

technische en wetenschappelijke maatregelen met het oog op de ontwikkeling van de EU-wetgeving op veterinair gebied en de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied;

IT-instrumenten, waaronder Traces en het Animal Disease Notification System;

maatregelen ter bestrijding van de illegale invoer van honden- en kattenbont.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de uitvoering, door de Commissie en/of de lidstaten, van de onder de titel „Rechtsgronden” vermelde maatregelen, en met name van de maatregelen om de belemmeringen voor het vrije verkeer van de betrokken goederen op te heffen.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 „Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”, van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 04
Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

9 587 792

20 000 000

7 500 000

 

 

Toelichting

Het uitbreken van bepaalde dierziekten in de Unie kan mogelijk een grote invloed hebben op de werking van de interne markt en de handelsbetrekkingen tussen de Unie en derde landen. Daarom is het belangrijk dat de Unie een financiële bijdrage levert aan een zo snel mogelijke uitroeiing van elke haard van ernstige, besmettelijke ziekten in de lidstaten door die ziekten met middelen van de Unie te bestrijden.

Dit krediet dient ter dekking van curatieve acties ter bestrijding van plagen en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen en landschappen, zoals de verspreiding van invasieve uitheemse soorten en ziekten (zoals het dennenhoutaaltje), die steeds vaker en op grotere schaal voorkomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 10
Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

276 000

248 043

276 000

276 000

220 255,40

220 255,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) die is ingesteld bij het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, herzien op 19 maart 1991, dat voorziet in een exclusief eigendomsrecht voor kwekers van kweekproducten.

Rechtsgronden

Besluit 2005/523/EG van de Raad van 30 mei 2005 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, zoals herzien te Genève op 19 maart 1991 (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 63).

17 04 51
Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

28 763 376

p.m.

186 296 000

263 286 621,51

240 042 462,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerder vastgelegde uitgaven op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 („Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”), van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 28.10.2008, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

17 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 01
Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

300 000

0,—

735 428,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 02
Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 03
Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject richt zich op het beheer van het dierenvervoer met een zekere nadruk op de belangrijkste veesoorten en belanghebbenden bij het vervoer van deze dieren (landbouwers, gespecialiseerde vervoerders, handelaren, exploitanten van slachthuizen en dierenartsen).

Ter afsluiting van het proefproject zal een analyse worden gemaakt van de verschillende praktijken bij de beoordeling van de dieren om de beste praktijken naar voren te kunnen brengen. Op basis van deze analyse zullen standaardprocedures worden vastgesteld voor het dierenvervoer en een strategie om deze procedures onder de belanghebbenden te verspreiden, met indien noodzakelijk mogelijke opleidingen.

Dierenvervoer — Achtergrondinformatie

Elk jaar worden bijna 40 miljoen landbouwhuisdieren tussen de lidstaten vervoerd. Dit vervoer is noodzakelijk voor de boerderijen gespecialiseerd in fokkerij en mesterij en voor slachthuizen.

De praktijken in de lidstaten zijn echter verre van homogeen, onder andere vanwege de slechte naleving van een aantal vereisten van Verordening (EG) nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer, bijv. tegenstrijdige veterinaire beoordelingen bij het dierenvervoer.

Krachtens Verordening (EG) nr. 1/2005 moet de lichamelijke conditie van dieren door de bevoegde autoriteiten worden beoordeeld voorafgaand aan vervoer over lange afstanden tussen de lidstaten (en naar derde landen). Ook voorafgaand aan kort of binnenlands vervoer moet de lichamelijke conditie van dieren worden beoordeeld.

Een dierenarts/veehouder bij een bedrijf kan de conditie van een dier beoordelen en toestemming voor vervoer geven. Bij aankomst bij bijvoorbeeld het slachthuis kan de dierenarts het dier dan ongeschikt voor vervoer verklaren. Dergelijke situaties zijn onbevredigend voor zowel de dieren als de vervoerders.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 04
Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese Gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

250 000

125 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het bestaan en de ontwikkeling van kleine kaasmakerijen zijn uiterst belangrijk, omdat hiermee wordt voorzien in een toenemende behoefte van de consumenten, die op zoek zijn naar streekproducten van goede kwaliteit. De bedrijven in kwestie zorgen voor werkgelegenheid en maken het mogelijk in het landbouwersberoep te stappen, met name voor jongeren, zonder grote investeringen.

De regelgeving, die zowel betrekking heeft op landbouwers als op de levensmiddelenindustrie, inclusief de kleinste bedrijven, is hoofdzakelijk uniaal, maar de tenuitvoerlegging ervan door de nationale of regionale overheden is vaak te algemeen, zonder dat rekening wordt gehouden met de principes van aanpassing en flexibiliteit, hoewel deze duidelijk in de teksten staan vermeld.

In het onderhavige programma wordt de voor kleine kaasmakerijen vereiste flexibiliteit duidelijk vooropgesteld en het is de bedoeling dat de Commissie deze aanpak valideert, zodat een positieve boodschap kan worden verspreid over de uniale regelgeving en de Europese Unie in het algemeen. Deze boodschap zal niet alleen de landbouwers en de kaasmakers bereiken, maar ook de consumenten van hun producten.

De HACCP-aanpak is gebaseerd op een benutting van de ervaring met het oog op een verbetering van de processen, om te komen tot een betere controle. Deze aanpak veronderstelt normaal een voldoende omvangrijke kwaliteitsafdeling, die alleen grote ondernemingen zich kunnen permitteren. De Gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne zal de eerste fase zijn in een reeks door een netwerk van kleine producenten ondernomen stappen om te voorzien in de behoefte van een permanente verbetering op minstens even efficiënte en ongetwijfeld transparantere wijze.

Eén van de doelstellingen van het project is te komen tot een door de Commissie gevalideerde gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne, die kan worden gebruikt als referentie door alle betrokken beroepsbeoefenaars.

Met het oog hierop zal de gids gebaseerd zijn op de praktijk op het terrein en niet op theoretische gegevens. De opstelling ervan door de 11 beroepssectoren die samen het FACE-netwerk vormen, met de hulp van technische centra in aanverwante sectoren, garandeert dat rekening wordt gehouden met de traditionele kennis van de verschillende regio’s en zal een verspreiding mogelijk maken van deze kennis en de ervaring die de afgelopen jaren is opgedaan door de verschillende groepen voor de tenuitvoerlegging van HACCP-achtige benaderingen die aangepast zijn aan kleine werkplaatsen.

Deze innoverende aanpak, die gebaseerd is op de auto-organisatie van de sectoren op Europese schaal en op de deelname van partners, sluit ook aan bij de idee in het kader van de regelgeving inzake de aansprakelijkheid van beroepsbeoefenaars met betrekking tot sanitaire aangelegenheden: de wetgever bepaalt de einddoelstellingen en de beroepsbeoefenaars zorgen voor de middelen om deze te realiseren.

Voor dit ambitieuze project met diverse partners is financiële ondersteuning nodig om de moeilijkheden te overwinnen (taal, logistiek, organisatie enz.) die bij de tenuitvoerlegging ervan komen kijken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

TITEL 18

BINNENLANDSE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

36 536 204

36 536 204

34 945 344

34 945 344

40 404 715,99

40 404 715,99

18 02

INTERNE VEILIGHEID

704 854 796

584 769 311

747 715 040

548 373 732

839 323 151,81

633 366 630,10

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

430 177 742

350 764 568

418 727 040

182 025 390

540 014 922,79

362 105 493,68

 

Titel 18 — Totaal

1 171 568 742

972 070 083

1 201 387 424

765 344 466

1 419 742 790,59

1 035 876 839,77

HOOFDSTUK 18 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

5,2

27 327 546

25 775 662

30 931 570,63

113,19

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

5,2

1 599 902

1 624 271

2 207 918,98

138,00

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 573 838

1 576 693

1 675 300,—

106,45

 

Artikel 18 01 02 — Subtotaal

 

3 173 740

3 200 964

3 883 218,98

122,35

18 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

5,2

1 734 918

1 668 718

2 322 532,90

133,87

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

3

2 150 000

2 150 000

1 697 319,67

78,95

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

3

2 150 000

2 150 000

1 570 073,81

73,03

 

Artikel 18 01 04 — Subtotaal

 

4 300 000

4 300 000

3 267 393,48

75,99

 

Hoofdstuk 18 01 — Totaal

 

36 536 204

34 945 344

40 404 715,99

110,59

18 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

27 327 546

25 775 662

30 931 570,63

18 01 02
Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 599 902

1 624 271

2 207 918,98

18 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 573 838

1 576 693

1 675 300,—

Toelichting

Een deel van dit krediet dient ter waarborging van afdoende steun voor de Groep artikel 29.

Een deel van dit krediet is bestemd voor opleidingen voor personeelsleden ter bestrijding van discriminatie.

18 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 734 918

1 668 718

2 322 532,90

18 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 150 000

2 150 000

1 697 319,67

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uit het Fonds voor interne veiligheid gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 513/2014. Het kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 513/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen.

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 513/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

het installeren, doen functioneren en onderling koppelen van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, controle en evaluatie;

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 513/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 513/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Overeenkomstig de te sluiten Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2014-2020 kan de Commissie jaarlijks maximum het in de overeenkomst vast te leggen bedrag van de betalingen die zijn verricht door de geassocieerde staten gebruiken om de administratieve uitgaven te financieren in verband met het interne of externe personeel dat nodig is om de tenuitvoerlegging door de geassocieerde staten van het fonds en die overeenkomst te ondersteunen.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 02 01.

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 150 000

2 150 000

1 570 073,81

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 514/2014. Dit krediet kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Europese Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

het installeren, doen functioneren en onderling koppelen van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, controle en evaluatie;

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 03 01.

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

HOOFDSTUK 18 02 —   INTERNE VEILIGHEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02

INTERNE VEILIGHEID

18 02 01

Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01

Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

3

252 963 542

119 964 370

252 153 194

19 714 000

 

 

 

18 02 01 02

Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

3

139 644 154

75 079 122

148 955 846

6 954 000

 

 

 

18 02 01 03

Opzetten van nieuwe IT-systemen ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

 

Artikel 18 02 01 — Subtotaal

 

392 607 696

195 043 492

401 109 040

26 668 000

 

 

 

18 02 02

Schengenfaciliteit voor Kroatië

3

p.m.

80 000 000

80 000 000

40 000 000,—

40 000 000,—

 

18 02 03

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

3

106 100 000

106 100 000

82 910 000

82 910 000

87 400 000,—

85 500 000,—

80,58

18 02 04

Europese Politiedienst (Europol)

3

92 174 000

92 174 000

81 658 000

81 658 000

82 120 500,—

82 120 500,—

89,09

18 02 05

Europese Politieacademie (Cepol)

3

7 678 000

7 678 000

7 436 000

7 436 000

8 450 640,—

8 450 640,—

110,06

18 02 06

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

3

14 643 000

14 643 000

14 751 000

14 751 000

15 550 000,—

15 550 000,—

106,19

18 02 07

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

3

72 809 100

72 809 100

59 380 000

59 380 000

68 696 248,93

19 646 989,68

26,98

18 02 08

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

3

9 421 500

9 412 273

9 235 500

4 900 366

4 541 271,51

24 589 024,65

261,24

18 02 09

Visuminformatiesysteem (VIS)

3

9 421 500

12 553 358

9 235 500

4 900 366

13 337 171,22

27 956 866,67

222,70

18 02 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

3

p.m.

73 483 714

p.m.

184 770 000

519 227 320,15

329 552 609,10

448,47

18 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

18 02 77 02

Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico's van sportweddenschappen

3

p.m.

872 374

2 000 000

1 000 000

 

 

 

 

Artikel 18 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

872 374

2 000 000

1 000 000

0,—

0,—

0

 

Hoofdstuk 18 02 — Totaal

 

704 854 796

584 769 311

747 715 040

548 373 732

839 323 151,81

633 366 630,10

108,31

18 02 01
Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01
Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

252 963 542

119 964 370

252 153 194

19 714 000

 

 

Toelichting

Het Fonds voor interne veiligheid draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

het ondersteunen van een gemeenschappelijk visumbeleid om legaal reizen te vergemakkelijken, het zorgen voor een kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan visumaanvragers, het garanderen dat onderdanen van derde landen gelijk worden behandeld en het tegengaan van illegale migratie;

het ondersteunen van geïntegreerd grensbeheer, met inbegrip van de bevordering van verdere harmonisatie van maatregelen betreffende het grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie en door middel van het delen van informatie tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en Frontex, om ervoor te zorgen dat enerzijds de buitengrenzen in hoge mate en op uniforme wijze worden gecontroleerd en beschermd, onder meer door het tegengaan van illegale immigratie, en anderzijds de overschrijding van de buitengrenzen vlot verloopt overeenkomstig het Schengenacquis, waarbij wordt gewaarborgd dat personen die internationale bescherming behoeven, deze krijgen, in overeenstemming met de verplichtingen van de lidstaten op het gebied van mensenrechten, met inbegrip van het beginsel van niet-uitzetting en met de nodige aandacht voor de specifieke kenmerken van de personen in kwestie en voor het genderperspectief.

Dit krediet is bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen in of van de lidstaten, en met name het volgende:

infrastructuur, gebouwen en systemen voor grensdoorlaatposten en voor toezicht tussen de grensdoorlaatposten om onrechtmatige grensoverschrijdingen, illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen en aan te pakken alsook om reizigersstromen soepel te laten verlopen;

uitrusting, transportmiddelen en communicatiesystemen die nodig zijn voor een doeltreffende en veilige grenscontrole en het opsporen van personen;

IT- en communicatiesystemen voor het doeltreffend beheren van migratiestromen over de grenzen, met inbegrip van investeringen in bestaande en toekomstige systemen;

infrastructuur, gebouwen, communicatie- en IT-systemen en uitrusting voor het verwerken van visumaanvragen en consulaire samenwerking, evenals andere acties gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening aan de visumaanvragers;

opleiding inzake het gebruik van die uitrusting en die systemen en de bevordering van normen voor kwaliteitsbeheer en opleiding van grenswachters, indien nodig ook in derde landen, met betrekking tot de uitvoering van hun toezichthoudende, adviserende en controletaken met betrekking tot het internationaal recht inzake de mensenrechten, met inachtneming van een gendergevoelige benadering en met inbegrip van de identificatie van slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel;

detachering van verbindingsfunctionarissen voor immigratie en dossieradviseurs naar derde landen en de uitwisseling en detachering van grenswachters tussen lidstaten of tussen lidstaten en een derde land;

studies, opleiding, proefprojecten en andere acties die bijdragen tot de geleidelijke totstandkoming van een geïntegreerd systeem voor het beheer van de buitengrenzen als bedoeld in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 515/2014, met inbegrip van acties die erop zijn gericht de samenwerking van instanties binnen een lidstaat of van verschillende lidstaten te bevorderen, en acties in verband met de interoperabiliteit en harmonisatie van grensbeheersystemen;

studies, proefprojecten en acties met het oog op de uitvoering van de aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie.

Dit krediet is tevens bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

informatiesystemen, middelen of uitrusting voor het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten en derde landen;

acties met betrekking tot operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen, met inbegrip van gezamenlijke operaties;

projecten in derde landen die gericht zijn op het verbeteren van bewakingssystemen om de samenwerking met Eurosur te waarborgen;

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor het verstrekken van concrete technische en operationele expertise aan derde landen;

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor de uitvoering van specifieke aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie in derde landen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en aanvullende kosten die voortvloeien uit de toepassing van de regeling betreffende het doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten die acties met name strekken tot:

facilitering van voorbereidende, toezicht-, administratieve en technische activiteiten die vereist zijn voor de uitvoering van het buitengrenzen- en visumbeleid, onder meer ter versterking van de governance van de Schengenruimte door ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het evaluatiemechanisme dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27), voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en de Schengengrenscode, met name dienstreisuitgaven voor deskundigen van de Commissie en de lidstaten die deelnemen aan bezoeken ter plaatse;

verbetering van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten en derde landen door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid;

ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen, met inbegrip van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, en methoden en gemeenschappelijke indicatoren;

ondersteuning van en toezicht op de uitvoering van het recht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten en beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan, mede met betrekking tot de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, voor wat betreft het toepassingsgebied van dit instrument;

bevordering van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van beste praktijken en innovatieve benaderingen onder verschillende belanghebbenden op Europees niveau;

bevordering van projecten die zijn gericht op harmonisering en interoperabiliteit van maatregelen in verband met grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie met het oog op de ontwikkeling van een geïntegreerd Europees systeem van het beheer van de grenzen;

vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij de belanghebbenden en het algemene publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

vergroting van de capaciteit van Europese netwerken om het beleid en de doelstellingen van de Unie te beoordelen, te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen;

ondersteuning van bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden en/of technologieën worden ontwikkeld die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van onderzoeksprojecten;

ondersteuning van acties in of met betrekking tot derde landen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1053/2013;

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen een situatie van dringende en uitzonderlijke druk waarbij een groot of onevenredig aantal onderdanen van derde landen de buitengrens van een of meer lidstaten oversteken of verwacht worden over te steken.

Dit krediet dient ter vergoeding van de kosten die de deskundigen van de Commissie en de lidstaten maken voor de evaluaties ter plaatse (reis- en verblijfskosten) ter controle van de toepassing van het Schengenacquis. Bij deze kosten komen nog de kosten van benodigdheden en materieel die nodig zijn voor de evaluaties ter plaatse en voor de voorbereiding en de follow-up daarvan.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 02 01 02
Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

139 644 154

75 079 122

148 955 846

6 954 000

 

 

Toelichting

Het fonds draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

misdaadpreventie, bestrijding van grensoverschrijdende, zware en georganiseerde misdaad, waaronder terrorisme, en versterking van de coördinatie en de samenwerking tussen de rechtshandhavingsautoriteiten en andere nationale autoriteiten van de lidstaten, onder meer met Europol of andere relevante Unie-instanties, en met betrokken derde landen en internationale organisaties;

versterking van de capaciteit van de lidstaten en de Unie om veiligheidsgerelateerde risico’s en crises doeltreffend te beheren, en voorbereiding op en bescherming van mensen en kritieke infrastructuur tegen terreuraanvallen en andere veiligheidsgerelateerde incidenten.

Dit krediet is bestemd voor acties in de lidstaten, en met name het volgende:

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, met inbegrip van samenwerking en coördinatie tussen en met relevante Unieorganen, in het bijzonder Europol en Eurojust, gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder studies en dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven;

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

aanschaf en onderhoud van IT-systemen van de Unie en de lidstaten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 513/2014, en/of verdere modernisering van IT-systemen en technische uitrusting, met inbegrip van het testen van de compatibiliteit van systemen, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name informatie- en communicatiesystemen (ICT-systemen) en hun componenten, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs en gezamenlijke oefeningen of programma’s;

maatregelen op het gebied van het inzetten, overdragen, testen en valideren van nieuwe methodes of technologie, waaronder proefprojecten en maatregelen inzake de follow-up van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten.

Op initiatief van de Commissie kan dit krediet worden gebruikt voor het financieren van transnationale acties of acties die voor de Unie van bijzonder belang zijn met betrekking tot de algemene, specifieke en operationele doelstellingen bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 513/2014. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten de acties van de Unie in overeenstemming zijn met de op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven in het kader van relevante strategieën, beleidscycli, programma’s en dreigings- en risicobeoordelingen van de Unie, en met name bijdragen tot:

voorbereidende, toezichtsgerelateerde, administratieve en technische activiteiten, en de ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat is vereist voor de uitvoering van het beleid inzake politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer;

grensoverschrijdende projecten waarbij twee of meer lidstaten of ten minste één lidstaat en één derde land zijn betrokken;

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven, en projecten inzake het toezicht op de tenuitvoerlegging van het Unierecht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten;

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling en verspreiding van goede praktijken en innovatieve benaderingen op het niveau van de Unie en opleidings- en uitwisselingsprogramma’s;

projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling van methodologische, met name statistische, hulpmiddelen en methoden en gemeenschappelijke indicatoren;

de aanschaf, het onderhoud en/of de verdere modernisering van technische uitrusting, expertise, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name ICT-systemen en hun componenten op het niveau van de Unie, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

projecten ter vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij belanghebbenden en het grote publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden worden ontwikkeld en/of nieuwe technologieën worden ingezet die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van de resultaten van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek;

studies en proefprojecten;

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor acties betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, en in voorkomend geval samenwerking met en coördinatie tussen internationale organisaties, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

aanschaf, onderhoud en/of verdere modernisering van technische uitrusting, waaronder ICT-systemen en componenten daarvan;

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs;

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

dreigings-, risico- en effectbeoordelingen;

studies en proefprojecten.

Dit krediet is bestemd voor financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen elk veiligheidsgerelateerd incident dat of elke nieuwe dreiging die een aanzienlijk negatief effect heeft of kan hebben op de veiligheid van personen in een of meer lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

18 02 01 03
Opzetten van nieuwe IT-systemen ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het opzetten en exploiteren van IT-systemen, de bijbehorende communicatie-infrastructuur en uitrusting ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 02 02
Schengenfaciliteit voor Kroatië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

80 000 000

80 000 000

40 000 000,—

40 000 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven in verband met een tijdelijk instrument om Kroatië tussen de datum van toetreding en eind 2014 te helpen maatregelen te financieren om aan de nieuwe buitengrenzen van de Europese Unie het Schengenacquis toe te passen en de buitengrenzen te controleren.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden overeenkomstig artikel 31 van de Akte van toetreding van Kroatië.

18 02 03
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

106 100 000

106 100 000

82 910 000

82 910 000

87 400 000,—

85 500 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van Frontex (titel 3).

Frontex moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van Frontex is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 106 100 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snellegrensinterventieteams en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad wat betreft dat mechanisme en de regeling van de taken en bevoegdheden van uitgezonden functionarissen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 30).

Verordening (EU) nr. 1168/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 1).

18 02 04
Europese Politiedienst (Europol)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

92 174 000

81 658 000

82 120 500,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van Europol (titel 3).

Europol moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Europol is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 94 436 000 EUR. Een bedrag van 2 262 000 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 92 174 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).

18 02 05
Europese Politieacademie (Cepol)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 678 000

7 436 000

8 450 640,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van Cepol (titel 3).

De Academie moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Cepol is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 8 471 000 EUR. Een bedrag van 793 000 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 7 678 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA/Cepol) (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63).

18 02 06
Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 643 000

14 751 000

15 550 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Waarnemingscentrum (titel 3).

Het Waarnemingscentrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Waarnemingscentrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 14 794 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 643 000 EUR is een bedrag van 151 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

18 02 07
Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

72 809 100

72 809 100

59 380 000

59 380 000

68 696 248,93

19 646 989,68

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 72 809 100 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

18 02 08
Schengeninformatiesysteem (SIS II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 421 500

9 412 273

9 235 500

4 900 366

4 541 271,51

24 589 024,65

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Protocol nr. 19 betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).

Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).

18 02 09
Visuminformatiesysteem (VIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 421 500

12 553 358

9 235 500

4 900 366

13 337 171,22

27 956 866,67

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven voor analyse, ontwikkeling, productie en installatie van een grootschalig informatiesysteem op Europees niveau „VIS” (Visuminformatiesysteem), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

18 02 51
Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

73 483 714

p.m.

184 770 000

519 227 320,15

329 552 609,10

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 98/245/JBZ van 19 maart 1998, door de Raad vastgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, houdende een uitwisselings-, opleidings- en samenwerkingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (programma Falcone) (PB L 99 van 31.3.1998, blz. 8).

Besluit 2001/512/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor beoefenaars van juridische beroepen (Grotius II — strafrechtelijk) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 1).

Besluit 2001/513/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten van de Europese Unie (Oisin II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 4).

Besluit 2001/514/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen (Stop II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 7).

Besluit 2001/515/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking op het gebied van criminaliteitspreventie (Hippocrates) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 11).

Besluit 2002/630/JBZ van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (AGIS) (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 5).

Besluit 2007/124/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 1).

Besluit 2007/125/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Preventie en de bestrijding van criminaliteit voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 7).

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het kaderprogramma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124 final).

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).

Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

18 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01
Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 02 77 02
Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico's van sportweddenschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

872 374

2 000 000

1 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Wedstrijdmanipulatie vormt een ernstige bedreiging voor de integriteit van de sport en kan voor criminele groeperingen een manier zijn voor het witwassen van geld. Dit proefproject heeft tot doel eerlijke sportweddenschappen te waarborgen, de corruptie in de sport te beperken en het gebruik van gokken voor criminele doeleinden te verhinderen. Deskundigheid en ervaringen moeten bijeen worden gebracht om nieuwe geïntegreerde mechanismen vast te stellen, bijvoorbeeld in door middel van samenwerking tussen wetshandhavingsinstanties, online en offline goksitebeheerders, gokorganisaties, sportfederaties, kansspelregelgevers, sportclubs en sporters. Een betere informatie-uitwisseling tussen particuliere actoren en wetshandhavingsinstanties, alsmede tussen politiediensten uit verschillende lidstaten, kan leiden tot een betere preventie en snellere reactie op verdachte activiteiten, zowel op nationaal als internationaal niveau.

Acties:

vergaring en analyse van informatie van gekwalificeerde bronnen: exploitanten van online- en offlineweddenschappen, gokorganisaties, sportbonden, kansspelregelgevers en rechtshandhavingsautoriteiten;

ontwikkeling van risico-indicatoren op nationaal en Unieniveau;

beoordeling van risico's voor sportweddenschappen;

uitbreiding van informatiedeling en samenwerking tussen particuliere exploitanten en de politiediensten, en tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de verschillende lidstaten;

identificeren van sportevenementen die het doelwit kunnen zijn van corrupte sporters of criminelen voor wedstrijdvervalsing, met inbegrip van het monitoren van de media, het internet en sociale netwerken;

waarschuwen van alle belanghebbenden over de specifieke risico's van wedstrijdvervalsing door informatie door het op een gepaste en tijdige manier vrij te geven;

ondersteunen van de bevoegde instanties bij onderzoeken, waar nodig, zowel binnen sport- als criminele middens;

oprichting van werkgroepen of rondetafelconferenties op nationaal niveau ter bevordering van de uitwisseling van standpunten en beproefde praktijken tussen belanghebbenden;

inrichten van mechanismes voor anonieme meldingen bij nationale contactpunten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 03 —   ASIEL EN MIGRATIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

18 03 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01

Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

3

174 774 553

89 097 433

167 808 176

20 510 000

 

 

 

18 03 01 02

Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

3

239 811 829

128 191 655

233 300 864

27 670 000

 

 

 

 

Artikel 18 03 01 — Subtotaal

 

414 586 382

217 289 088

401 109 040

48 180 000

 

 

 

18 03 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

3

14 991 360

14 991 360

14 518 000

14 518 000

11 999 991,50

9 566 628,50

63,81

18 03 03

Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

3

100 000

86 290

100 000

90 000

141 661,90

119 597,16

138,60

18 03 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

3

p.m.

117 144 601

p.m.

115 487 390

524 373 269,39

349 922 698,35

298,71

18 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 01

Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

3

0,—

0,—

 

18 03 77 03

Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

3

0,—

0,—

 

18 03 77 04

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

18 03 77 05

Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

3

p.m.

348 949

p.m.

1 000 000

2 000 000,—

930 568,11

266,68

18 03 77 06

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

3

p.m.

436 187

p.m.

500 000

0,—

990 609,59

227,11

18 03 77 07

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

3

p.m.

218 093

p.m.

500 000

1 000 000,—

575 391,97

263,83

18 03 77 08

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

500 000,—

0,—

 

18 03 77 09

Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

3

500 000

250 000

3 000 000

1 500 000

 

 

 

18 03 77 10

Proefproject — Financiering voor slachtoffers van foltering

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 18 03 77 — Subtotaal

 

500 000

1 253 229

3 000 000

3 750 000

3 500 000,—

2 496 569,67

199,21

 

Hoofdstuk 18 03 — Totaal

 

430 177 742

350 764 568

418 727 040

182 025 390

540 014 922,79

362 105 493,68

103,23

18 03 01
Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01
Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

174 774 553

89 097 433

167 808 176

20 510 000

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de versterking en ontwikkeling van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie daarvan, en de bevordering van solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, waaronder via praktische samenwerking.

Wat het gemeenschappelijk Europees asielstelsel betreft, is dit krediet bestemd voor acties met betrekking tot asielstelsels en opvangvoorzieningen en acties ter versterking van de capaciteit van de lidstaten om asielbeleid en -procedures te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren.

Dit krediet is ook bestemd voor acties met betrekking tot de hervestiging, het overbrengen van personen die internationale bescherming aanvragen en personen die internationale bescherming genieten en andere ad-hoctoelating op humanitaire gronden.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

het bevorderen van de samenwerking op Unieniveau bij de uitvoering van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van asiel, met name wat betreft de hervestiging en de overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en/of personen die internationale bescherming genieten, van één lidstaat naar een andere, onder meer via netwerking en informatie-uitwisseling, met inbegrip van steun bij aankomst en coördinatieactiviteiten ter bevordering van hervestiging in de gemeenschappen die de hervestigde personen moeten opvangen;

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van asiel en het desbetreffende Unierecht, verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van asiel;

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het asielbeleid;

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma’s;

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is ook bestemd voor dringende en specifieke behoeften in noodsituaties.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 03 01 02
Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

239 811 829

128 191 655

233 300 864

27 670 000

 

 

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de ondersteuning van reguliere migratie naar de lidstaten overeenkomstig hun economische en sociale behoeften, zoals arbeidsmarktbehoeften, met inachtneming van de integriteit van de immigratieregelingen van de lidstaten, met het oog op het bevorderen van de daadwerkelijke integratie van onderdanen van derde landen alsook van billijke en doeltreffende nationale terugkeerstrategieën, die bijdragen tot de bestrijding van irreguliere immigratie, met nadruk op de duurzaamheid van terugkeer en daadwerkelijke overname door de landen van herkomst en van doorreis.

Wat reguliere migratie en de integratie van onderdanen van derde landen en betreft, is dit krediet bestemd voor maatregelen met betrekking tot immigratie die vóór vertrek plaatsvinden, integratiemaatregelen en maatregelen van de lidstaten voor praktische samenwerking en capaciteitsopbouw.

Wat billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën betreft, is dit krediet bestemd voor begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures, terugkeermaatregelen, praktische samenwerking en maatregelen van de lidstaten voor capaciteitsopbouw.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

de bevordering van de samenwerking op Unieniveau bij de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van reguliere migratie, integratie van onderdanen van derde landen en terugkeer;

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van immigratie, integratie en terugkeer en het desbetreffende Unierecht, de verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en over alle andere beleidsaspecten van immigratie, integratie en terugkeer, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van reguliere migratie, integratie en terugkeer;

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het immigratiebeleid;

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van overnameovereenkomsten en mobiliteitspartnerschappen;

informatiemaatregelen en -campagnes in derde landen om passende wettelijke immigratiekanalen en de risico’s van irreguliere immigratie meer onder de aandacht te brengen;

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is tevens bestemd voor de activiteiten en de toekomstige ontwikkeling van het Europees migratienetwerk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 03 02
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 991 360

14 991 360

14 518 000

14 518 000

11 999 991,50

9 566 628,50

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Bureau (titel 3).

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 14 991 360 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

18 03 03
Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 000

86 290

100 000

90 000

141 661,90

119 597,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven met betrekking tot de communicatie-infrastructuur van het Eurodac-systeem, bedoeld in artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) nr. 603/2013. Voorts dient dit krediet ter dekking van de werking van DubliNet.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1) (van toepassing tot 19 juli 2015).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (herschikking) (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1) (van toepassing vanaf 20 juli 2015).

Verordening (EU) nr. 604/2013 van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 118/2014 van de Commissie van 30 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1560/2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 39 van 8.2.2014, blz. 1).

18 03 51
Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

117 144 601

p.m.

115 487 390

524 373 269,39

349 922 698,35

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma) (PB L 161 van 19.6.2002, blz. 11).

Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen en tot intrekking van Beschikking 2004/904/EG van de Raad (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).

Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).

Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).

Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).

Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).

Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).

Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).

Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).

18 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 01
Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 03
Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 04
Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 05
Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

348 949

p.m.

1 000 000

2 000 000,—

930 568,11

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 06
Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

436 187

p.m.

500 000

0,—

990 609,59

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 07
Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

218 093

p.m.

500 000

1 000 000,—

575 391,97

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 08
Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft als hoofddoelstelling de oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden in lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart, of in de nabije toekomst hieraan willen deelnemen, en in lidstaten die ervaring hebben met hervestiging, met gebruikmaking van ervaringen van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR) en van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en beste praktijken op het gebied van hervestiging en integratie van vluchtelingen. De voorbereidende actie omvat de volgende maatregelen:

aanwijzing van gemeenten en lokale overheden in lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart (zoals Portugal en Roemenië) en lidstaten die dit binnenkort gaan doen (zoals Spanje) en het bijeenroepen van vergaderingen met bepaalde gemeenten of lokale overheden in hervestigingslanden (zoals het Verenigd Koninkrijk en Nederland), teneinde „nieuwe” hervestigingsprogramma’s te versterken en de kwaliteit en duurzaamheid ervan te verzekeren;

aanwijzing van gemeenten of lokale overheden of ngo’s in lidstaten die nog niet deelnemen aan hervestigingsprogramma’s, maar die deel wensen uit te maken van het netwerk en in de toekomst willen deelnemen aan de programma’s;

houden van vergaderingen van vertegenwoordigers van betrokken lokale overheden en gemeenten, samen met de UNHCR, betrokken ngo’s en vertegenwoordigers van hergevestigde vluchtelingen, ter bepaling van gezamenlijk te ontwikkelen activiteiten, waaronder bezoeken, uitwisseling van ervaringen, opleidingen, thematische bijeenkomsten inzake onderwerpen als huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, enz.;

ontwikkeling van een formulier voor het vergaren van informatie van de verschillende belanghebbenden inzake procedures, soorten toezicht voorafgaand aan hervestiging, het soort te vergaren informatie over de te hervestigen vluchtelingen (waaronder vraagstukken op het gebied van cultuur, gezondheid, onderwijs en voedsel), infrastructuur, menselijke hulpbronnen, accommodatie, opvang, acties voor de integratie van vluchtelingen na hervestiging, deelname van gemeenschappen aan het proces, economische, juridische of onderwijskundige ondersteuning, de rol van reeds hergevestigde vluchtelingen bij de integratie van nieuwe vluchtelingen, samenwerking met ngo’s;

oprichting van een taskforce, met de nodige menselijke en technische middelen, om de praktische aspecten van het project te organiseren en met name het regelen van de nodige vergaderingen, het vergaren van de beschikbare informatie, het opzetten van een website en het creëren van inhoud ervoor, het stimuleren van de uitwisseling van informatie tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij het proces van hervestiging en het leggen van verbanden met andere bestaande projecten en/of websites met betrekking tot de kwestie van hervestiging. Op de bedoelde website kan informatie over bijeenkomsten tussen gemeenten, die al plaats hebben gevonden of nog plaats zullen vinden, systematisch beschikbaar worden gesteld aan alle geïnteresseerden;

collationering van de door de taskforce vergaarde informatie, die dan wordt verspreid en dient als basis voor discussie binnen het netwerk, met het oog op het trekken van conclusies inzake beste praktijken.

De met de voorbereidende actie opgedane ervaringen worden bijeengebracht ten behoeve van de eenheid Hervestiging van EASO wanneer dit is opgericht.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 09
Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

3 000 000

1 500 000

 

 

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft als belangrijkste doel een lijn te creëren die uiteindelijk ten goede komt aan de slachtoffers van foltering, ongeacht of het Unie-onderdanen en/of migranten die zich in de Unie bevinden betreft. De actie stelt rehabilitatiecentra in staat slachtoffers van foltering zo volledig mogelijk te laten rehabiliteren zodat zij naar behoren in de maatschappij kunnen functioneren en sneller kunnen integreren in de Europese economieën.

De voorbereidende actie omvat de volgende maatregelen:

verlening van toegang aan slachtoffers tot holistische rehabilitatie, zoals multidisciplinaire ondersteuning en counseling, met inbegrip van fysieke en psychotherapeutische behandeling, juridische dienstverlening en sociaaleconomische ondersteuning, door middelen ter beschikking te stellen voor de kosten die rehabilitatiecentra maken ten behoeve van slachtoffers van foltering (nieuwe of bestaande);

ondersteuning van de capaciteitsopbouw van rehabilitatiecentra via netwerkactiviteiten (binnen en buiten Europa), onderzoek, opleiding, de ontwikkeling van gemeenschappelijke instrumenten, uitwisseling van beproefde methoden, collegiaal toezicht als middel om indirecte trauma's te voorkomen, enz.;

ondersteuning van activiteiten om de positie van slachtoffers van foltering te verbeteren en, in het algemeen, de integratiecapaciteit van de slachtoffers van foltering in Europese landen te ondersteunen;

ondersteuning van voorlichtingsactiviteiten om ervoor te zorgen dat de lidstaten het recht op rehabilitatie naleven, als vastgelegd in opmerking 3 bij artikel 14 van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.

Sinds 2011 is de tenuitvoerlegging van het goedgekeurde proefproject een succes. De eerste oproep tot het indienen van voorstellen werd in oktober 2011 gelanceerd en resulteerde in 31 aanvragen van centra uit veertien lidstaten. Het totale bedrag aan in de Unie aangevraagde subsidies bedroeg 6 000 000 EUR, hetgeen aantoont hoe groot de behoefte aan financiële ondersteuning bij rehabilitatiecentra is. Van de 31 voorstellen werden slechts vier projecten gefinancierd.

De tweede oproep tot het indienen van voorstellen werd gelanceerd in juli 2012 en resulteerde in 25 aanvragen uit diverse landen. Aangezien er in 2012 2 000 000 EUR beschikbaar was (tegen slechts 1 000 000 EUR in 2011), zijn zeven projecten geselecteerd.

De financiële middelen die nodig zouden zijn geweest om alle projecten waarvoor een aanvraag was ingediend te financieren, bedroegen ongeveer 8 000 000 EUR, hetgeen aantoont dat de financiering relevant is en in welke behoeften moet worden voorzien.

Het aantal tot nog toe ontvangen aanvragen laat zien hoe zeer er in de Unie behoefte is aan steun voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 10
Proefproject — Financiering voor slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Oude post 21 04 77 03

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (PB L 31 van 6.2.2003, blz. 18).

Conclusies van de Raad van de Europese Unie, 2865e zitting van de Raad Externe Betrekkingen, Luxemburg, 29 april 2009.

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 83 van 30.3.2010, blz. 389).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL BINNENLANDSE ZAKEN

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BINNENLANDSE ZAKEN

TITEL 19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSGEBIED „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

22 966 858

22 966 858

24 058 515

24 058 515

30 132 567,08

30 132 567,08

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

247 566 000

177 697 519

226 831 560

202 725 237

240 600 475,20

167 215 268,40

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

320 516 000

267 656 623

314 119 000

234 475 000

352 932 973,54

312 216 967,31

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

41 267 086

30 162 748

40 370 869

22 125 916

38 265 705,98

26 036 039,18

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

114 428 000

67 121 090

115 351 506

21 363 663

23 384 771,17

18 946 704,29

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

12 500 000

12 236 901

12 000 000

12 786 124

12 177 492,94

11 482 882,31

 

Titel 19 — Totaal

759 243 944

577 841 739

732 731 450

517 534 455

697 493 985,91

566 030 428,57

HOOFDSTUK 19 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSGEBIED „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSGEBIED „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

19 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden in de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

5,2

8 146 703

7 892 547

7 238 031,08

88,85

19 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden in het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid” in de delegaties van de Unie

5,2

p.m.

p.m.

6 593 279,23

 

 

Artikel 19 01 01 — Subtotaal

 

8 146 703

7 892 547

13 831 310,31

169,78

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01

Extern personeel van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

5,2

1 944 250

1 907 807

1 814 451,23

93,32

19 01 02 02

Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

5,2

235 701

288 968

873 184,—

370,46

19 01 02 11

Andere beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

5,2

525 211

521 990

498 723,—

94,96

19 01 02 12

Andere beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

5,2

27 779

35 572

434 490,08

1 564,10

 

Artikel 19 01 02 — Subtotaal

 

2 732 941

2 754 337

3 620 848,31

132,49

19 01 03

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid.

5,2

517 202

510 964

543 919,46

105,17

19 01 03 02

Gebouwen en verwante uitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

5,2

130 108

311 331

3 609 319,—

2 774,09

 

Artikel 19 01 03 — Subtotaal

 

647 310

822 295

4 153 238,46

641,62

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

4

6 480 177

7 000 000

7 010 432,31

108,18

19 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

4

250 000

350 000

443 762,—

177,50

19 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

4

586 727

700 000

521 622,69

88,90

19 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

4

3 960 000

4 265 336

37 353,—

0,94

 

Artikel 19 01 04 — Subtotaal

 

11 276 904

12 315 336

8 013 170,—

71,06

19 01 06

Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

4

163 000

274 000

514 000,—

315,34

 

Artikel 19 01 06 — Subtotaal

 

163 000

274 000

514 000,—

315,34

 

Hoofdstuk 19 01 — Totaal

 

22 966 858

24 058 515

30 132 567,08

131,20

19 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden in de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 146 703

7 892 547

7 238 031,08

Toelichting

Er wordt in de Commissie meer personeel ingezet voor crisisbeheersing, om te zorgen voor voldoende capaciteit voor de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 01 02
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden in het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid” in de delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

6 593 279,23

Toelichting

De Commissie neemt hooggekwalificeerd, stabiel en gespecialiseerd personeel aan voor kwesties die te maken hebben met mensenrechten.

Er wordt voldoende personeel ingezet voor crisisbeheersing, ten behoeve van de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01
Extern personeel van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 944 250

1 907 807

1 814 451,23

19 01 02 02
Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

235 701

288 968

873 184,—

19 01 02 11
Andere beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

525 211

521 990

498 723,—

19 01 02 12
Andere beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

27 779

35 572

434 490,08

19 01 03
Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid.

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

517 202

510 964

543 919,46

19 01 03 02
Gebouwen en verwante uitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

130 108

311 331

3 609 319,—

19 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsgebied „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 480 177

7 000 000

7 010 432,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook voor bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 02.

19 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

250 000

350 000

443 762,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van het GBVB waarvoor de Commissie niet beschikt over de vereiste ervaring of een beroep op aanvullende steun dient te doen. Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit omvat de kosten die verband houden met de actualisering en het onderhoud van de Elektronische lijst van geconsolideerde gerichte financiële sancties (e-CTFSL) die noodzakelijk is voor de toepassing van de financiële sancties uit hoofde van de specifieke GBVB-doelstellingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 03.

19 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

586 727

700 000

521 622,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van het agentschap), dat de vroegere taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten mogen maximaal 336 727 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 04.

19 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 960 000

4 265 336

37 353,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 05.

19 01 06
Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

163 000

274 000

514 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, die voortvloeien uit het aan het Agentschap gedelegeerde beheer van de projecten die gefinancierd worden met de in hoofdstuk 19 05 opgenomen kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/776/EU van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 19 02 —   INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

4

222 566 000

96 457 427

204 337 467

69 058 582

 

 

 

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

4

25 000 000

8 735 494

22 494 093

2 565 739

 

 

 

19 02 51

Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

4

p.m.

72 504 598

p.m.

130 875 916

240 600 475,20

166 809 802,87

230,07

19 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

19 02 77 01

Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

4

p.m.

p.m.

p.m.

225 000

0,—

405 465,53

 

 

Artikel 19 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

225 000

0,—

405 465,53

 

 

Hoofdstuk 19 02 — Totaal

 

247 566 000

177 697 519

226 831 560

202 725 237

240 600 475,20

167 215 268,40

94,10

19 02 01
Respons op crises en opkomende crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

222 566 000

96 457 427

204 337 467

69 058 582

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor een spoedige bijdrage tot stabiliteit door een effectieve respons voor het vrijwaren, het scheppen of opnieuw scheppen van de voorwaarden die essentieel zijn voor een degelijke uitvoering van het buitenlandse beleid van de Unie overeenkomstig artikel 21 VEU. De technische en financiële bijstand kan worden verstrekt als antwoord op een noodsituatie, crisis of opkomende crisis, een situatie die een gevaar betekent voor de democratie, de rechtsstaat en de openbare orde, de bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, of de beveiliging en veiligheid van personen, in het bijzonder personen die blootstaan aan gendergerelateerd geweld in onstabiele situaties, of een situatie die dreigt te ontaarden in een gewapend conflict of het (de) betrokken derde land (landen) ernstig dreigt te destabiliseren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 02
Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 000 000

8 735 494

22 494 093

2 565 739

 

 

Toelichting

Dit krediet dient om bij te dragen aan de preventie van conflicten en aan het waarborgen van de capaciteit en de paraatheid om met pre- en postcrisissituaties om te gaan en te bouwen aan vrede. Deze technische en financiële bijstand omvat steun voor maatregelen gericht op het opbouwen en versterken van de capaciteit van de Unie en haar partners om conflicten te voorkomen, vrede tot stand te brengen en met pre- en postcrisissituaties om te gaan; waarbij in voldoende mate aandacht moet worden besteed aan de empowerment van vrouwen en aan gendermainstreaming in alle maatregelen en in coördinatie met de Verenigde Naties en andere internationale, regionale en subregionale organisaties, en met overheidsactoren en het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 51
Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

72 504 598

p.m.

130 875 916

240 600 475,20

166 809 802,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

19 02 77 01
Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

225 000

0,—

405 465,53

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 03 —   GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

19 03 01

Steun voor het behoud van stabiliteit via GBVB-missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

4

23 000 000

19 225 061

23 000 000

15 000 000

26 650 000,—

22 629 444,—

117,71

19 03 01 02

EULEX Kosovo

4

85 000 000

85 638 907

100 000 000

72 750 000

110 000 000,—

94 440 660,—

110,28

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

4

65 000 000

61 170 648

40 500 000

30 000 000

77 800 000,—

58 419 180,76

95,50

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

4

85 250 000

66 370 152

65 619 000

75 750 000

89 133 066,95

99 524 813,36

149,95

19 03 01 05

Noodmaatregelen

4

20 000 000

1 747 732

35 000 000

9 100 000

0,—

0,—

0

19 03 01 06

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

4

5 266 000

275 268

7 000 000

2 625 000

2 156 114,59

2 376 780,20

863,44

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

4

20 000 000

9 153 836

25 000 000

15 750 000

23 473 500,—

20 145 375,22

220,08

 

Artikel 19 03 01 — Subtotaal

 

303 516 000

243 581 604

296 119 000

220 975 000

329 212 681,54

297 536 253,54

122,15

19 03 02

Steun aan non-proliferatie en ontwapening

4

17 000 000

24 075 019

18 000 000

13 500 000

23 720 292,—

14 680 713,77

60,98

 

Hoofdstuk 19 03 — Totaal

 

320 516 000

267 656 623

314 119 000

234 475 000

352 932 973,54

312 216 967,31

116,65

Toelichting

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet waarborgen dat het Europees Parlement nauw wordt betrokken bij alle stadia van het besluitvormingsproces. De gezamenlijke informatiebijeenkomsten die zijn vastgelegd in punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1), en die op basis van de verklaring van de hoge vertegenwoordiger over politieke verantwoordingsplicht (PB C 210 van 3.8.2010, blz. 1) verder moeten worden geïntensiveerd, dienen een continue dialoog te bewerkstelligen tussen de hoge vertegenwoordiger en het Europees Parlement met betrekking tot de voornaamste keuzen en aspecten van het GBVB van de Unie, met inbegrip van overleg voorafgaand aan de vaststelling van mandaten en strategieën. Om de interinstitutionele samenhang inzake het GBVB te verbeteren en up-to-date deskundig advies te kunnen leveren aan alle instellingen, met als doel de ontwikkeling van een consistenter en doeltreffender GBVB, wordt waar passend gezorgd voor deskundig onderzoek dat relevant is voor het beleid, onder meer door het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie.

19 03 01
Steun voor het behoud van stabiliteit via GBVB-missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Toelichting

Maatregelen voor crisisbeheersing in het kader van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en acties op het gebied van monitoring en verificatie van vredesprocessen, conflictoplossing en andere stabiliseringsactiviteiten, rechtsstaat- en politiemissies vallen onder dit artikel. Er kunnen acties worden ondernomen om toezicht te houden op grensovergangen, vredes- of wapenstilstandsovereenkomsten of meer algemene ontwikkelingen met betrekking tot de politieke situatie en de veiligheid. Alle uit dit begrotingshoofdstuk te financieren acties moeten een civiel karakter dragen.

19 03 01 01
Waarnemingsmissie in Georgië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 000 000

19 225 061

23 000 000

15 000 000

26 650 000,—

22 629 444,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2010/452/GBVB van de Raad van 12 augustus 2010 inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia (PB L 213 van 13.8.2010, blz. 43).

19 03 01 02
EULEX Kosovo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

85 000 000

85 638 907

100 000 000

72 750 000

110 000 000,—

94 440 660,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad van 4 februari 2008 inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 42 van 16.2.2008, blz. 92).

19 03 01 03
EUPOL Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

65 000 000

61 170 648

40 500 000

30 000 000

77 800 000,—

58 419 180,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL Afghanistan) (PB L 123 van 19.5.2010, blz. 4).

19 03 01 04
Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

85 250 000

66 370 152

65 619 000

75 750 000

89 133 066,95

99 524 813,36

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties dan die van EULEX Kosovo, EUMM Georgia en EUPOL Afghanistan. Het dient ook bij te dragen aan de werking van het secretariaat van de Europese Veiligheids- en defensieacademie en het op internet gebaseerde systeem voor geavanceerd afstandsonderwijs van het EVDA, alsook aan de opslagkosten voor civiele GVDB-missies.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB van de Raad van 25 november 2005 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) (PB L 327 van 14.12.2005, blz. 28).

Besluit 2010/330/GBVB van de Raad van 14 juni 2010 inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX-IRAQ (PB L 149 van 15.6.2010, blz. 12).

Besluit 2010/565/GBVB van de Raad van 21 september 2010 betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo) (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 59).

Besluit 2010/576/GBVB van de Raad van 23 september 2010 inzake de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo (EUPOL RD Congo) (PB L 254 van 29.9.2010, blz. 33).

Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40).

Besluit 2012/392/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Niger (EUCAP Sahel Niger) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 48).

Besluit 2012/698/GBVB van de Raad van 13 november 2012 betreffende het opzetten van depotcapaciteit voor civiele crisisbeheersingsmissies (PB L 314 van 14.11.2012, blz.25).

Besluit 2013/189/GBVB van de Raad van 22 april 2013 tot oprichting van een Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2008/550/GBVB (PB L 112 van 24.4.2013, blz. 22).

Besluit 2013/233/GBVB van de Raad van 22 mei 2013 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië (EUBAM Libië) (PB L 138 van 24.5.2013, blz. 15).

Besluit 2013/354/GBVB van de Raad van 3 juli 2013 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 185 van 4.7.2013, blz. 12).

Besluit 2014/219/GBVB van de Raad van 15 april 2014 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (PB L 113 van 16.4.2014, blz. 21).

Besluit 2014/486/GVDB van de Raad van 22 juli 2014 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie voor de hervorming van de civiele veiligheidssector in Oekraïne (EUAM Ukraine) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 42).

19 03 01 05
Noodmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

1 747 732

35 000 000

9 100 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van onvoorziene maatregelen uit hoofde van artikel 19 03 01 waartoe in de loop van het begrotingsjaar wordt besloten en die met spoed moeten worden uitgevoerd.

Deze post wordt eveneens opgevat als flexibiliteitselement in de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zoals omschreven in het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

19 03 01 06
Voorbereidende en follow-upmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 266 000

275 268

7 000 000

2 625 000

2 156 114,59

2 376 780,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorbereidende werkzaamheden in verband met de vaststelling van de voorwaarden voor Unieoptreden op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de vaststelling van de noodzakelijke wetgevingsinstrumenten. Het kan dienen ter dekking van de kosten voor evaluaties en analysen (evaluatie vooraf van de middelen, specifieke studies, organisatie van vergaderingen, verkennende werkzaamheden ter plaatse). Met name op het gebied van crisisbeheersingsoperaties van de Unie en voor speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) kunnen voorbereidende werkzaamheden onder meer dienen ter financiering van verkennend werk om de operationele vereisten voor een voorgenomen optreden te beoordelen, om te voorzien in de snelle eerste inzet van personeel en middelen (bv. kosten van dienstreizen, aankoop van apparatuur, voorfinanciering van exploitatiekosten en verzekeringen in de opstartfase), of om ter plaatse de noodzakelijke maatregelen te nemen ter voorbereiding van de start van de operatie. Voorts kan dit krediet ook de kosten dekken van deskundigen die op het gebied van specifieke technische kwesties (bv. vaststelling en beoordeling van leveringsbehoeften) steun verlenen aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie of worden benut voor een veiligheidsopleiding voor personeelsleden die deel zullen uitmaken van een GBVB-missie of een SVEU-team.

Het dekt tevens de kosten van de follow-upmaatregelen en de audits in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de financiering van alle uitgaven voor regularisatie van eerdere, reeds afgesloten maatregelen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van de maatregelen die vallen onder de posten 19 03 01 01, 19 03 01 02, 19 03 01 03, 19 03 01 04 en 19 03 01 07.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 03 01 07
Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

9 153 836

25 000 000

15 750 000

23 473 500,—

20 145 375,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) overeenkomstig artikel 33 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Bij de benoeming van SVEU's dienen gendergelijkheid en beleidsmaatregelen inzake gendermainstreaming geëerbiedigd te worden, en de benoeming van vrouwen tot SVEU dient derhalve te worden gestimuleerd.

Dit krediet dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en/of hun ondersteunende structuren, met inbegrip van de andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2014/130/GBVB van de Raad van 10 maart 2014 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio (PB L 71 van 12.3.2014, blz. 14).

Besluit 2014/383/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 60).

Besluit 2014/384/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 tot wijziging van Besluit 2011/426/GBVB houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 65).

Besluit 2014/385/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 66).

Besluit 2014/400/GBVB van de Raad van 26 juni 2014 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 188 van 27.6.2014, blz. 68).

Besluit 2014/438/GBVB van de Raad van 8 juli 2014 houdende wijziging en verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 200 van 9.7.2014, blz. 11).

Besluit 2014/673/GBVB van de Raad van 25 september 2014 tot wijziging van Besluit 2013/527/GBVB tot wijziging en verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (PB L 282 van 26.9.2014, blz. 22).

19 03 02
Steun aan non-proliferatie en ontwapening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 000 000

24 075 019

18 000 000

13 500 000

23 720 292,—

14 680 713,77

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van (nucleaire, chemische en biologische) massavernietigingswapens, vooral in het kader van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens van 3 december 2003. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van conventionele wapens en operaties ter bestrijding van de destabiliserende accumulatie en handel in handvuurwapens en lichte wapens. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2010/461/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 219 van 20.8.2010, blz. 7).

Besluit 2010/430/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 tot instelling van een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 202 van 4.8.2010, blz. 5).

Besluit 2010/585/GBVB van de Raad van 27 september 2010 ter ondersteuning van de activiteiten van de IAEA op het gebied van nucleaire veiligheid en verificatie en ter uitvoering van maatregelen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 259 van 1.10.2010, blz. 10).

Besluit 2011/428/GBVB van de Raad van 18 juli 2011 betreffende de ondersteuning van de werkzaamheden van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken ter uitvoering van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (PB L 188 van 19.7.2011, blz. 37).

Besluit 2012/166/GBVB van de Raad van 23 maart 2012 ter ondersteuning van activiteiten van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 87 van 24.3.2012, blz. 49).

Besluit 2012/281/GBVB van de Raad van 29 mei 2012 in het kader van de Europese veiligheidsstrategie ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 68).

Besluit 2012/421/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 betreffende de ondersteuning van het BTWC in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 196 van 24.7.2012, blz. 61).

Besluit 2012/423/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 ter ondersteuning van de non-proliferatie van ballistische raketten, in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, alsmede van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad (PB L 196 van 24.7.2012, blz. 74).

Besluit 2012/662/GBVB van de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de ondersteuning van activiteiten om het risico van illegale handel in en buitensporige accumulatie van handvuurwapens en lichte wapens in het gebied dat valt onder de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) te beperken (PB L 297 van 26.10.2012, blz. 29).

Besluit 2012/699/GBVB van de Raad van 13 november 2012 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 314 van 14.11.2012, blz. 27).

Besluit 2012/700/GBVB van de Raad van 13 november 2012 in het kader van de Europese veiligheidsstrategie, ter ondersteuning van de uitvoering van het Actieplan van Cartagena voor de periode 2010-2014 dat is aangenomen door de staten die partij zijn bij het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens van 1997 (PB L 314 van 14.11.2012, blz. 40).

Besluit 2012/711/GBVB van de Raad van 19 november 2012 inzake steun voor activiteiten van de Unie ter bevordering, bij derde landen, van de controle op wapenuitvoer en van de beginselen en criteria van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB (PB L 321 van 20.11.2012, blz. 62).

Besluit 2013/320/GBVB van de Raad van 24 juni 2013 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in Libië en de regio te voorkomen (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 54).

Besluit 2013/391/GBVB van de Raad van 22 juli 2013 ter ondersteuning van de praktische uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 198 van 23.7.2013, blz. 40).

Besluit 2013/517/GBVB van de Raad van 21 oktober 2013 betreffende steun voor activiteiten van het Internationaal Atoomenergie Agentschap op het gebied van nucleaire beveiliging en verificatie en ter uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 281 van 23.10.2013, blz. 6).

Besluit 2013/668/GBVB van de Raad van 18 november 2013 ter ondersteuning van de activiteiten van de Wereldgezondheidsorganisatie op het gebied van bioveiligheid en biobeveiliging in het kader van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 310 van 20.11.2013, blz. 13).

Besluit 2013/698/GBVB van de Raad van 25 november 2013 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale handvuurwapens en lichte wapens en andere illegale conventionele wapens en illegale munitie om het risico van illegale handel te beperken (PB L 320 van 30.11.2013, blz. 34).

Besluit 2013/726/GBVB van de Raad van 9 december 2013 ter ondersteuning van UNSCR 2118 (2013) en van EC-M-33/Dec 1 van de uitvoerende raad van de OPCW, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 329 van 10.12.2013, blz. 41).

Besluit 2013/730/GBVB van de Raad van 9 december 2013 ter ondersteuning van de ontwapenings- en wapenbeheersingsactiviteiten van het SEESAC in Zuidoost-Europa in het kader van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 332 van 11.12.2013, blz. 19).

Besluit 2013/768/GBVB van de Raad van 16 december 2013 betreffende activiteiten van de Europese Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 56).

Besluit 2014/129/GBVB van de Raad van 10 maart 2014 met het oog op de bevordering van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie, ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 71 van 12.3.2014, blz. 3).

Besluit 2014/912/GBVB van de Raad van 15 december 2014 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 30).

Besluit 2014/913/GBVB van de Raad van 15 december 2014 ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode en de non-proliferatie van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 44).

HOOFDSTUK 19 04 —   VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

19 04 01

Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

4

41 267 086

27 698 700

40 370 869

8 525 916

 

 

 

19 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

4

p.m.

2 464 048

p.m.

13 600 000

38 265 705,98

26 036 039,18

1 056,64

 

Hoofdstuk 19 04 — Totaal

 

41 267 086

30 162 748

40 370 869

22 125 916

38 265 705,98

26 036 039,18

86,32

19 04 01
Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 267 086

27 698 700

40 370 869

8 525 916

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de opbouw van vertrouwen in en de versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen en -organen door de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie en andere maatregelen voor de monitoring van verkiezingsprocessen en door steun voor de waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 85).

19 04 51
Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 464 048

p.m.

13 600 000

38 265 705,98

26 036 039,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 05 —   SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

19 05 01

Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

4

102 720 000

41 392 773

106 108 730

3 764 708

 

 

 

19 05 20

Erasmus+ —Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

4

11 708 000

9 210 362

8 242 776

524 166

 

 

 

19 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

4

p.m.

16 517 955

p.m.

16 574 789

23 384 771,17

18 946 704,29

114,70

19 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

19 05 77 01

Proefproject — Trans-Atlantische methoden voor het aanpakken van mondiale uitdagingen

4

0,—

0,—

 

19 05 77 02

Voorbereidende actie — Samenwerking met een noordelijke en zuidelijke trans-Atlantische dimensie

4

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Artikel 19 05 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

0,—

0,—

 

 

Hoofdstuk 19 05 — Totaal

 

114 428 000

67 121 090

115 351 506

21 363 663

23 384 771,17

18 946 704,29

28,23

19 05 01
Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

102 720 000

41 392 773

106 108 730

3 764 708

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de samenwerking met derde landen voor de bevordering van uniale en wederzijdse belangen in het kader van het partnerschapsinstrument, meer bepaald met geïndustrialiseerde en ontwikkelingslanden die een steeds grotere rol in de wereld spelen, met inbegrip van buitenlandse zaken, internationale economie en handel, multilaterale fora, mondiale governance en de aanpak van wereldwijde problemen of problemen waar de Unie aanzienlijk belang bij heeft. De samenwerking omvat maatregelen ter ondersteuning van de bilaterale, regionale en multilaterale betrekkingen van de Unie voor de aanpak van wereldwijde problemen, de tenuitvoerlegging van de internationale dimensie van de strategie „Europa 2020”, kansen voor handel en investeringen en publieke diplomatie en bewustmaking.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor de uitvoering van het project „Samenwerking met een noordelijke en zuidelijke trans-Atlantische dimensie”, dat gericht is op een bredere trans-Atlantische dialoog en samenwerking met noordelijke en zuidelijke landen aan de Atlantische Oceaan, teneinde gezamenlijk wereldwijde uitdagingen aan te gaan. Doel is het analyseren van de haalbaarheid van gemeenschappelijke doelen op korte en langere termijn op gebieden als economische samenwerking, mondiale governance, ontwikkelingssamenwerking, klimaatverandering, veiligheid en energie. Deze voorbereidende actie is bedoeld voor de versterking van een trilaterale dialoog, of zelfs van een brede Atlantische dialoog, en om het idee van een algemene Atlantische gemeenschap te promoten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 20
Erasmus+ —Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 708 000

9 210 362

8 242 776

524 166

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument voor de bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs in uitvoering van het „Erasmus+”-programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 51
Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

16 517 955

p.m.

16 574 789

23 384 771,17

18 946 704,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

19 05 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

19 05 77 01
Proefproject — Trans-Atlantische methoden voor het aanpakken van mondiale uitdagingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resoluties van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over de verbetering van de betrekkingen tussen de EU en de VS in het kader van een trans-Atlantische partnerschapsovereenkomst (PB C 298E van 8.12.2006, blz. 226) en over de trans-Atlantische economische betrekkingen tussen de EU en de VS (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 235).

19 05 77 02
Voorbereidende actie — Samenwerking met een noordelijke en zuidelijke trans-Atlantische dimensie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De voorbereidende actie is gericht op een bredere trans-Atlantische dialoog en samenwerking met noordelijke en zuidelijke landen aan de Atlantische Oceaan, teneinde gezamenlijk wereldwijde uitdagingen aan te gaan. Doel is het analyseren van de haalbaarheid van gemeenschappelijke doelen op korte en langere termijn op gebieden als economische samenwerking, mondiale governance, ontwikkelingssamenwerking, klimaatverandering, veiligheid en energie. Deze voorbereidende actie is bedoeld voor de versterking van een trilaterale dialoog, of zelfs van een brede Atlantische dialoog, en om het idee van een algemene Atlantische gemeenschap te promoten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 06 —   COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

19 06 01

Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

4

12 500 000

12 236 901

12 000 000

12 786 124

12 177 492,94

11 482 882,31

93,84

 

Hoofdstuk 19 06 — Totaal

 

12 500 000

12 236 901

12 000 000

12 786 124

12 177 492,94

11 482 882,31

93,84

19 06 01
Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 500 000

12 236 901

12 000 000

12 786 124

12 177 492,94

11 482 882,31

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van uitgaven voor communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen. De in het kader van dit artikel te verrichten voorlichtingsactiviteiten kunnen in twee grote categorieën worden ingedeeld: horizontale activiteiten en logistieke ondersteuning vanuit de centrale diensten, en activiteiten in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties door delegaties van de Unie.

Activiteiten die vanuit de zetel worden ondernomen:

het programma EUVP (European Union Visitors Programme — Bezoekersprogramma van de Europese Unie), een gezamenlijk programma van het Europees Parlement en de Commissie, biedt jaarlijks ongeveer 170 door de delegaties van de Unie voorgestelde personen de gelegenheid om in contact te komen met de Unie door middel van een bezoek aan het Europees Parlement en de Commissie in het kader van een individueel, op maat gesneden thematisch bezoekersprogramma;

de productie en distributie van publicaties over prioritaire onderwerpen in het kader van een jaarprogramma;

de productie en distributie van audiovisueel materiaal;

de ontwikkeling van voorlichting in elektronische vorm (via internet en e-mailsystemen);

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten;

de ondersteuning van voorlichtingsacties door opinieleiders, in samenhang met de prioriteiten van de Unie.

De Commissie zal nieuwsuitzendingen in het Farsi blijven financieren.

Gedecentraliseerde activiteiten van delegaties van de Unie in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties

Overeenkomstig de communicatiedoelstellingen die voor iedere regio en ieder land zijn vastgesteld, stellen de delegaties van de Unie een jaarlijks communicatieplan op dat na goedkeuring door de hoofdzetel uit de begroting wordt gefinancierd en dat betrekking heeft op de volgende activiteiten:

websites;

contacten met de media (persconferenties, studiebijeenkomsten, radioprogramma's, enz.);

voorlichtingsmateriaal (overige publicaties, grafisch materiaal, enz.);

organisatie van evenementen, inclusief culturele activiteiten;

nieuwsbrieven;

voorlichtingscampagnes.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE DIENST INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR DE DIENST INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

TITEL 20

HANDEL

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

99 317 115

99 317 115

105 606 618

105 606 618

93 391 988,49

93 391 988,49

20 02

HANDELSPOLITIEK

15 802 000

24 473 802

15 493 000

11 970 683

14 140 687,13

10 630 956,51

 

Titel 20 — Totaal

115 119 115

123 790 917

121 099 618

117 577 301

107 532 675,62

104 022 945,—

HOOFDSTUK 20 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

20 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen bij het directoraat-generaal Handel

5,2

48 467 723

47 555 097

48 003 261,90

99,04

20 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen bij delegaties van de Unie

5,2

22 159 178

21 719 988

13 186 556,51

59,51

 

Artikel 20 01 01 — Subtotaal

 

70 626 901

69 275 085

61 189 818,41

86,64

20 01 02

Extern personeel en overige beheeruitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel bij het directoraat-generaal Handel

5,2

2 910 438

3 056 479

3 185 754,71

109,46

20 01 02 02

Extern personeel van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

5,2

7 895 969

7 744 350

6 493 097,—

82,23

20 01 02 11

Overige beheeruitgaven voor het directoraat-generaal Handel

5,2

4 307 259

4 274 217

4 615 880,93

107,17

20 01 02 12

Overige beheeruitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

5,2

1 847 360

1 864 021

1 536 822,67

83,19

 

Artikel 20 01 02 — Subtotaal

 

16 961 026

16 939 067

15 831 555,31

93,34

20 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Handel

5,2

3 077 024

3 078 721

3 604 319,77

117,14

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

5,2

8 652 164

16 313 745

12 766 295,—

147,55

 

Artikel 20 01 03 — Subtotaal

 

11 729 188

19 392 466

16 370 614,77

139,57

 

Hoofdstuk 20 01 — Totaal

 

99 317 115

105 606 618

93 391 988,49

94,03

20 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen bij het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

48 467 723

47 555 097

48 003 261,90

20 01 01 02
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

22 159 178

21 719 988

13 186 556,51

20 01 02
Extern personeel en overige beheeruitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01
Extern personeel bij het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 910 438

3 056 479

3 185 754,71

20 01 02 02
Extern personeel van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 895 969

7 744 350

6 493 097,—

20 01 02 11
Overige beheeruitgaven voor het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 307 259

4 274 217

4 615 880,93

20 01 02 12
Overige beheeruitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 847 360

1 864 021

1 536 822,67

20 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 077 024

3 078 721

3 604 319,77

20 01 03 02
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 652 164

16 313 745

12 766 295,—

HOOFDSTUK 20 02 —   HANDELSPOLITIEK

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 02

HANDELSPOLITIEK

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

4

11 000 000

15 173 757

10 993 000

7 951 246

9 640 687,13

6 740 360,98

44,42

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

4

4 802 000

9 300 045

4 500 000

4 019 437

4 500 000,—

3 890 595,53

41,83

 

Hoofdstuk 20 02 — Totaal

 

15 802 000

24 473 802

15 493 000

11 970 683

14 140 687,13

10 630 956,51

43,44

20 02 01
Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 000 000

15 173 757

10 993 000

7 951 246

9 640 687,13

6 740 360,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

Activiteiten ter ondersteuning van lopende en nieuwe multi- en bilaterale handelsbesprekingen

De acties beogen de versterking van de onderhandelingspositie van de Unie in lopende multilaterale handelsbesprekingen (in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda) en in lopende en nieuwe bilaterale en regionale handelsbesprekingen, om ervoor te zorgen dat het beleid van de Unie tot stand komt op basis van uitgebreide, actuele en deskundige informatie, en coalities te vormen voor de succesvolle afloop van die besprekingen, waaronder:

vergaderingen, conferenties en seminars in verband met de voorbereiding van beleid en onderhandelingsposities en met het voeren van lopende alsook nieuwe handelsbesprekingen;

ontwikkeling en uitvoering van een solide en brede communicatie- en informatiestrategie, om het handelsbeleid van de Unie bekend te maken en voorlichting te geven over de verschillende punten en de doelstellingen van het handelsbeleid van de Unie en over onderhandelingsposities in lopende besprekingen, zowel binnen als buiten de Unie;

informatieactiviteiten en seminars voor publieke en private deelnemers (waaronder maatschappelijke organisaties en bedrijven) om de situatie van lopende onderhandelingen en van de implementatie van bestaande overeenkomsten uit te leggen.

Studies, evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot handelsovereenkomsten en handelsbeleid

Acties om te garanderen dat het handelsbeleid van de Unie onderbouwd is door en naar behoren rekening houdt met ex-ante- en ex-postevaluaties, waaronder:

effectbeoordelingen die worden uitgevoerd met het oog op eventuele nieuwe wetgevingsvoorstellen, en duurzaamheidseffectbeoordelingen die worden uitgevoerd ter ondersteuning van lopende onderhandelingen om de mogelijke economische, sociale en milieuvoordelen van handelsovereenkomsten te onderzoeken en indien nodig begeleidende maatregelen voor te stellen om eventuele negatieve gevolgen voor specifieke landen of sectoren te bestrijden;

evaluaties van het beleid en de praktijken van het directoraat-generaal Handel die overeenkomstig zijn meerjarenevaluatieplan moeten worden uitgevoerd;

studies door deskundigen en juridische en economische studies in verband met lopende onderhandelingen en bestaande overeenkomsten, beleidsontwikkelingen en handelsgeschillen.

Technische bijstand op handelsgebied, opleiding en andere capaciteitsopbouw ten behoeve van derde landen

Versterking van de capaciteit van derde landen om deel te nemen aan internationale, bilaterale of biregionale handelsbesprekingen, internationale handelsovereenkomsten uit te voeren en deel te nemen aan het wereldhandelstelsel, waaronder:

projecten met betrekking tot opleiding en capaciteitsopbouw voor ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden, voornamelijk op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen;

vergoeding van de kosten van deelnemers aan forums en conferenties ter vergroting van het bewustzijn en bevordering van deskundigheid op handelsgebied van mensen uit ontwikkelingslanden;

beheer, exploitatie, verdere ontwikkeling en promotie van de exporthelpdesk, die het bedrijfsleven in partnerlanden informatie verschaft over de wijze waarop zij toegang kunnen krijgen tot EU-markten, zodat bedrijven uit dergelijke landen de door de internationale handel geboden mogelijkheden voor markttoegang beter kunnen benutten;

programma's voor technische bijstand op handelsgebied zoals overeengekomen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multilaterale organisaties, met name de gemeenschappelijke fondsen van de WTO, in het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha.

Activiteiten met betrekking tot markttoegang ter ondersteuning van de implementatie van de markttoegangsstrategie van de Unie

Maatregelen ter ondersteuning van de markttoegangsstrategie van de Unie, die gericht is op het opheffen of verminderen van handelsbelemmeringen, het identificeren van handelsbeperkingen in derde landen en eventueel opheffen daarvan, waaronder:

onderhoud, exploitatie en verdere ontwikkeling van de gegevensbank inzake markttoegang, die via internet ter beschikking wordt gesteld van marktdeelnemers en waarin lijsten zijn opgenomen van handelsbelemmeringen en andere informatie die van invloed is op de uitvoer uit en de exporteurs in de Unie; aanschaf van de voor deze gegevensbank noodzakelijke informatie, gegevens en documentatie;

specifieke analyse van de verschillende belemmeringen voor de toegang tot belangrijke markten, waaronder analyse van de tenuitvoerlegging door derde landen van hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten ter voorbereiding van onderhandelingen;

conferenties, werkgroepen en andere informatieactiviteiten (bijvoorbeeld productie en distributie van studies, voorlichtingspakketten, publicaties en folders) om bedrijven, nationale ambtenaren en andere actoren te informeren over handelsbelemmeringen en beleidsinstrumenten op handelsgebied die bestemd zijn om de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping of uitvoersubsidies te beschermen;

steun voor de Europese industrie om activiteiten te organiseren die specifiek gericht zijn op vraagstukken in verband met markttoegang.

Activiteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande regels en de monitoring van handelsverplichtingen

Acties ter ondersteuning van de implementatie van bestaande handelsovereenkomsten en de handhaving van gerelateerde systemen die de doeltreffende implementatie van die overeenkomsten mogelijk maken, alsook acties ter ondersteuning van inspecties ter plaatse en onderzoeken om te garanderen dat derde landen de regels naleven, waaronder:

uitwisseling van informatie, opleiding, seminars en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande EU-wetgeving op het gebied van de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik;

activiteiten om onderzoeken te vergemakkelijken die worden uitgevoerd in het kader van de handelsbescherming met het oog op de bescherming van producenten in de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken van derde landen (antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen) die schadelijk kunnen zijn voor de economie van de Unie. De activiteiten zullen vooral toegespitst zijn op de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de veiligheid van de IT-systemen die de handelsbeschermingsactiviteiten ondersteunen, op de productie van communicatie-instrumenten, alsook op de aankoop van juridische diensten in derde landen en de uitvoering van studies door deskundigen;

activiteiten ter ondersteuning van de adviesgroep voor het toezicht op de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst (VHO) EU-Korea en andere VHO's zoals de associatieovereenkomst EU-Midden-Amerika en de VHO met Colombia en Peru. Dit omvat de financiering van de reis- en verblijfskosten van de leden en deskundigen;

activiteiten ter bevordering van het buitenlandse handelsbeleid van de Unie door middel van een proces van gestructureerde dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden, waaronder het midden- en kleinbedrijf (mkb) over thema's die verband houden met de externe handel;

activiteiten die betrekking hebben op de promotie van en de communicatie over handelsovereenkomsten, zowel binnen de Unie als in partnerlanden. Dat gebeurt in hoofdzaak door middel van de productie en de verspreiding van audiovisuele, elektronische en grafische hulpmiddelen en gedrukte publicaties, bijdragen aan voor de handel relevante media en databanken, vertaling van communicatiemateriaal in niet-EU-talen en op de media gerichte acties, met inbegrip van nieuwemediaproducten;

ontwikkeling, onderhoud en exploitatie van informatiesystemen ter ondersteuning van de beleidsactiviteiten op het vlak van het beleidsterrein „Handel” zoals: de geïntegreerde database voor statistiek (ISDB), het e-System voor producten voor tweeërlei gebruik, de gegevensbank inzake markttoegang, de exporthelpdesk, de database voor exportkredieten, de systemen SIGL en SIGL Wood, het platform voor het maatschappelijk middenveld en instrumenten voor bewaking en ondersteuning van handelsovereenkomsten.

Juridische bijstand en andere deskundige bijstand bij de uitvoering van bestaande handelsovereenkomsten

Acties om ervoor te zorgen dat de handelspartners van de Unie zich daadwerkelijk houden aan en voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multi- en bilaterale overeenkomsten, waaronder:

onderzoeken door deskundigen, met name inspecties, alsmede specifieke onderzoeken en seminars over de vraag of derde landen hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten nakomen;

juridische deskundigheid, met name met betrekking tot buitenlands recht, die noodzakelijk is wil de Unie haar standpunten in geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO beter kunnen verdedigen, alsook andere studies van deskundigen die vereist zijn voor de voorbereiding, het beheer en de follow-up van geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO;

arbitragekosten, juridische expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten die zijn gesloten uit hoofde van artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Beslechting van geschillen tussen investeerder en staat zoals vastgelegd in internationale overeenkomsten

Deze uitgaven dienen voor:

arbitragekosten, juridisch expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten die zijn gesloten uit hoofde van artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

de betaling van bedragen aan investeerders ingevolge definitieve uitspraken of schikkingen in het kader van dergelijke internationale overeenkomsten.

Activiteiten ter ondersteuning van het handelsbeleid

Dit krediet dient eveneens ter dekking van algemene uitgaven voor vertalingen, persevenementen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder dit artikel vallen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en de Europese commissaris voor Handel.

Ontvangsten in het kader van het beheer door de Unie van de financiële verantwoordelijkheden in verband met beslechting van geschillen tussen investeerders en staten kan aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van een brede communicatiestrategie, die is bedoeld om het grote publiek en alle belanghebbenden te betrekken bij en zoveel mogelijk transparantie te bieden met betrekking tot de activiteiten van het directoraat-generaal Handel, in het bijzonder voor wat het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP) betreft. Dit zal vertalingen omvatten, evenementen die gericht zijn op betrokkenheid en dialoog, zoals persevenementen of evenementen voor belanghebbenden, het publiceren van informatie, raadplegingen en follow-up en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en de Europese commissaris voor Handel. De activiteiten die zijn bedoeld om het publiek en alle belanghebbenden erbij te betrekken, zijn van cruciaal belang voor een transparant, succesvol en breed handelsbeleid.

Rechtsgronden

Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/552/EG van de Raad van 24 september 1998 inzake de uitvoering door de Commissie van activiteiten betreffende een communautaire strategie inzake markttoegang (PB L 265 van 30.9.1998, blz. 31).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

20 02 03
Aid for trade — Multilaterale initiatieven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 802 000

9 300 045

4 500 000

4 019 437

4 500 000,—

3 890 595,53

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van multilaterale programma's en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.

De met dit krediet te financieren multilaterale programma's en initiatieven steunen de volgende acties:

Assistentie bij het handelsbeleid, de deelneming aan onderhandelingen en de uitvoering van handelsovereenkomsten

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om daadwerkelijk deel te nemen aan internationale handelsbesprekingen en internationale handelsakkoorden uit te voeren.

Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en een gunstige context te bevorderen waarin producenten toegang hebben tot handelsgerelateerde programma's om duurzaamheid te waarborgen.

Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector.

Ontwikkeling van de handel

Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.

Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma's van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma's dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma's van de Unie, zoals het geïntegreerde kader voor de minst ontwikkelde landen.

De Commissie dient eens per twee jaar een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de aid for trade-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan aid for trade-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale „bijstand op het gebied van de handel”.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HANDEL

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HANDEL

TITEL 21

ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN SAMENWERKING”

335 602 644

335 602 644

385 376 276

385 376 276

486 861 124,48

486 861 124,48

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

2 378 571 901

2 077 785 314

2 260 039 588

1 719 188 193

2 577 039 043,79

1 903 060 186,91

21 03

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

1 988 403 376

1 582 277 534

2 132 480 712

1 641 280 950

2 556 013 548,29

1 422 499 119,97

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

130 166 185

113 853 650

132 782 020

90 115 739

129 367 272,—

110 358 344,61

21 05

INSTRUMENT VOOR VREDE EN STABILITEIT (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EN NIEUWE BEDREIGINGEN

64 000 000

47 852 049

82 255 223

49 337 395

74 600 000,—

44 653 699,12

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID (INSC)

59 740 640

58 767 211

29 346 872

54 564 789

52 476 000,—

51 913 325,93

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

30 698 715

33 637 321

24 569 471

18 924 882

28 717 140,—

26 353 231,—

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

35 638 000

34 887 896

36 988 018

22 815 000

36 926 662,59

26 741 143,52

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

23 058 234

13 224 201

47 250 000,—

11 942 902,54

 

Titel 21 — Totaal

5 022 821 461

4 307 721 853

5 083 838 180

3 994 827 425

5 989 250 791,15

4 084 383 078,08

HOOFDSTUK 21 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN SAMENWERKING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN SAMENWERKING”

21 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen in het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

5,2

76 620 251

72 531 514

75 073 704,83

97,98

21 01 01 02

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen in het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid in delegaties van de Unie

5,2

82 089 685

84 843 704

85 712 621,03

104,41

 

Artikel 21 01 01 — Subtotaal

 

158 709 936

157 375 218

160 786 325,86

101,31

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 02 01

Extern personeel bij het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

5,2

2 900 417

2 855 858

4 813 333,04

165,95

21 01 02 02

Extern personeel bij het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling in delegaties van de unie — EuropeAid

5,2

1 767 753

1 676 016

1 789 793,—

101,25

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

5,2

5 760 617

5 886 585

6 063 290,69

105,25

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid in delegaties van de Unie

5,2

3 604 438

3 763 616

4 264 434,32

118,31

 

Artikel 21 01 02 — Subtotaal

 

14 033 225

14 182 075

16 930 851,05

120,65

21 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 03 01

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

5,2

4 864 316

4 695 695

5 640 323,57

115,95

21 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid in delegaties van de Unie

5,2

16 881 477

32 938 822

35 424 800,—

209,84

 

Artikel 21 01 03 — Subtotaal

 

21 745 793

37 634 517

41 065 123,57

188,84

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

4

77 916 396

97 496 612

106 051 524,46

136,11

21 01 04 02

Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

44 638 005

59 351 299

54 822 475,—

122,82

21 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

4

9 805 929

10 390 810

10 388 736,81

105,94

21 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor vrede en stabiliteit (IcSP)

4

2 100 000

2 087 745

1 930 693,69

91,94

21 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC)

4

1 418 360

1 200 000

1 438 348,—

101,41

21 01 04 06

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

4

244 000

249 000

275 000,—

112,70

21 01 04 07

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

4

p.m.

p.m.

87 861 046,04

 

 

Artikel 21 01 04 — Subtotaal

 

136 122 690

170 775 466

262 767 824,—

193,04

21 01 06

Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

4

2 035 000

2 296 000

1 544 000,—

75,87

21 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

2 956 000

3 113 000

3 767 000,—

127,44

 

Artikel 21 01 06 — Subtotaal

 

4 991 000

5 409 000

5 311 000,—

106,41

 

Hoofdstuk 21 01 — Totaal

 

335 602 644

385 376 276

486 861 124,48

145,07

21 01 01
Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 01 01
Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen in het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

76 620 251

72 531 514

75 073 704,83

21 01 01 02
Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen in het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

82 089 685

84 843 704

85 712 621,03

21 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 02 01
Extern personeel bij het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 900 417

2 855 858

4 813 333,04

21 01 02 02
Extern personeel bij het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling in delegaties van de unie — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 767 753

1 676 016

1 789 793,—

21 01 02 11
Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 760 617

5 886 585

6 063 290,69

21 01 02 12
Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 604 438

3 763 616

4 264 434,32

21 01 03
Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 03 01
Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 864 316

4 695 695

5 640 323,57

21 01 03 02
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het directoraat-generaal generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling — EuropeAid in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

16 881 477

32 938 822

35 424 800,—

21 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en samenwerking”

21 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

77 916 396

97 496 612

106 051 524,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) in de centrale diensten dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische ondersteuning; de uitgaven voor extern personeel in de centrale diensten mogen maximaal 7 600 714 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 93 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en voor 7 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 02.

21 01 04 02
Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

44 638 005

59 351 299

54 822 475,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 4 846 907 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 03.

21 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 805 929

10 390 810

10 388 736,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 1 613 273 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 04.

21 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor vrede en stabiliteit (IcSP)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 100 000

2 087 745

1 930 693,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor extern personeel in delegaties (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 05.

21 01 04 05
Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 418 360

1 200 000

1 438 348,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 968 300 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 06.

21 01 04 06
Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

244 000

249 000

275 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het volgende:

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning uit hoofde van artikel 21 07 01.

21 01 04 07
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

87 861 046,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning waartoe onder het negende en het tiende EOF wordt besloten.

Ontvangsten die voortvloeien uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 2 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 60 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 2.

21 01 06
Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 035 000

2 296 000

1 544 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit het beheer van de operationele programma's „externe betrekkingen” (rubriek 4) die zijn toevertrouwd aan het Agentschap in het kader van de oude hoofdstukken 19 09 en 19 10, en van de exploitatiekosten van bepaalde acties van het „Erasmus+”-programma ter ondersteuning van de internationale dimensie van het hoger onderwijs en van bepaalde acties van het operationeel programma onder hoofdstuk 21 02.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

21 01 06 02
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 956 000

3 113 000

3 767 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit het beheer van de operationele programma's „externe betrekkingen” (rubriek 4) die zijn toevertrouwd aan het Agentschap in het kader van het oude hoofdstuk 19 08, en van de exploitatiekosten van bepaalde acties van het „Erasmus+”-programma ter ondersteuning van de internationale dimensie van het hoger onderwijs en van bepaalde acties van de operationele programma's (rubriek 4) onder hoofdstuk 21 03.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 21 02 —   INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

21 02 01

Samenwerking met Latijns-Amerika

4

294 342 737

80 330 136

259 304 272

7 079 077

 

 

 

21 02 02

Samenwerking met Azië

4

633 098 094

136 220 080

537 057 123

16 695 125

 

 

 

21 02 03

Samenwerking met Centraal-Azië

4

124 955 010

19 364 164

71 570 570

3 535 685

 

 

 

21 02 04

Samenwerking met het Midden-Oosten

4

66 711 154

12 933 170

51 182 356

3 348 633

 

 

 

21 02 05

Samenwerking met Afghanistan

4

199 417 199

48 762 723

203 496 806

5 565 042

 

 

 

21 02 06

Samenwerking met Zuid-Afrika

4

26 721 430

4 431 255

25 978 230

147 040

 

 

 

21 02 07

Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

21 02 07 01

Milieu en klimaatverandering

4

176 041 720

29 076 017

163 093 980

18 607 187

 

 

 

21 02 07 02

Duurzame energie

4

67 875 236

21 043 003

82 851 742

9 379 233

 

 

 

21 02 07 03

Menselijke ontwikkeling

4

150 920 558

79 020 406

163 093 980

18 607 187

 

 

 

21 02 07 04

Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

4

167 239 336

53 786 265

197 017 527

29 750 638

 

 

 

21 02 07 05

Migratie en asiel

4

41 605 380

10 128 583

46 318 690

5 294 728

 

 

 

 

Artikel 21 02 07 — Subtotaal

 

603 682 230

193 054 274

652 375 919

81 638 973

 

 

 

21 02 08

Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

21 02 08 01

Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

4

180 143 207

46 364 459

212 398 533

2 994 291

 

 

 

21 02 08 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

4

45 035 802

7 945 698

36 366 417

184 362

 

 

 

 

Artikel 21 02 08 — Subtotaal

 

225 179 009

54 310 157

248 764 950

3 178 653

 

 

 

21 02 09

Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

4

101 404 040

53 698 949

97 577 288

31 380 011

 

 

 

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

4

90 038 998

47 908 017

93 900 074

3 283 687

 

 

 

21 02 30

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

4

332 000

298 370

332 000

332 000

325 207,—

325 207,—

108,99

21 02 40

Grondstoffenovereenkomsten

4

3 700 000

3 325 217

4 800 000

3 585 916

3 843 585,33

3 550 967,99

106,79

21 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

21 02 51 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

4

35 415 225

22 900 000

60 846 430,—

39 109 911,17

110,43

21 02 51 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

4

205 062 655

249 200 000

381 555 875,38

294 379 625,82

143,56

21 02 51 03

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

4

502 119 834

573 564 664

876 170 248,37

611 522 411,05

121,79

21 02 51 04

Voedselzekerheid

4

140 324 836

124 800 000

261 492 155,82

202 240 138,71

144,12

21 02 51 05

Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

4

138 405 898

169 700 000

246 351 914,59

212 429 943,48

153,48

21 02 51 06

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

4

84 183 056

99 422 000

217 348 357,99

133 397 957,44

158,46

21 02 51 07

Menselijke en sociale ontwikkeling

4

65 148 307

61 308 000

194 554 050,—

106 376 555,32

163,28

21 02 51 08

Geografische samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS)

4

240 105 670

245 700 000

331 051 219,31

293 915 331,21

122,41

 

Artikel 21 02 51 — Subtotaal

 

1 410 765 481

1 546 594 664

2 569 370 251,46

1 893 371 874,20

134,21

21 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 01

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

4

p.m.

626 849

375 000

0,—

484 641,30

77,31

21 02 77 02

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

4

p.m.

1 198 112

952 768

0,—

920 000,—

76,79

21 02 77 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

4

p.m.

486 748

815 562

0,—

1 363 622,86

280,15

21 02 77 04

Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

4

p.m.

48 910

515 825

0,—

573 424,63

1 172,41

21 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

4

p.m.

29 170

281 080

0,—

337 385,48

1 156,62

21 02 77 06

Proefproject — Financiering van landbouwproductie

4

p.m.

p.m.

75 000

0,—

507 932,30

 

21 02 77 07

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

4

p.m.

p.m.

375 000

0,—

0,—

 

21 02 77 08

Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

4

p.m.

671 576

1 200 000

0,—

150 000,—

22,34

21 02 77 09

Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs

4

p.m.

p.m.

0,—

9 831,20

 

21 02 77 10

Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

4

p.m.

671 576

375 000

0,—

0,—

0

21 02 77 11

Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

4

p.m.

503 683

300 000

0,—

88 597,—

17,59

21 02 77 12

Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

p.m.

358 452

0,—

556 731,95

 

21 02 77 13

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

755 524

2 000 000

1 200 000

3 500 000,—

819 971,—

108,53

21 02 77 14

Voorbereidende actie — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref)

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

21 02 77 15

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

4

p.m.

293 815

1 250 000

775 000

0,—

0,—

0

21 02 77 16

Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

4

1 500 000

1 421 576

2 000 000

1 000 000

 

 

 

21 02 77 17

Proefproject — Maatschappelijk verantwoord ondernemen en toegang tot vrijwillige gezinsplanning voor fabrieksarbeiders in ontwikkelingslanden

4

p.m.

251 841

750 000

375 000

 

 

 

21 02 77 18

Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

4

1 500 000

750 000

1 500 000

750 000

 

 

 

21 02 77 19

Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

4

1 500 000

1 421 576

3 000 000

1 500 000

 

 

 

21 02 77 20

Voorbereidende actie — Sociaaleconomische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

4

2 200 000

1 855 524

2 200 000

1 100 000

 

 

 

21 02 77 21

Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

4

p.m.

251 841

1 000 000

500 000

 

 

 

21 02 77 22

Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

4

1 500 000

750 000

 

 

 

 

 

21 02 77 23

Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

4

790 000

395 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 21 02 77 — Subtotaal

 

8 990 000

12 383 321

13 700 000

12 823 687

3 500 000,—

5 812 137,72

46,94

 

Hoofdstuk 21 02 — Totaal

 

2 378 571 901

2 077 785 314

2 260 039 588

1 719 188 193

2 577 039 043,79

1 903 060 186,91

91,59

Toelichting

De hoofddoelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Unie is armoedebestrijding, als vastgesteld in het Verdrag. De Europese consensus inzake ontwikkeling biedt het algemene kader, de richting en het zwaartepunt voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 233/2014.

De kredieten van dit hoofdstuk zullen worden gebruikt voor armoedevermindering, duurzame economische, sociale en ecologische ontwikkeling en het consolideren en ondersteunen van democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten en de relevante beginselen van internationaal recht, met inbegrip van de beginselen die zijn opgenomen in de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en in het nieuwe kader voor de internationale ontwikkeling in de periode na 2015. Indien nodig wordt gestreefd naar synergieën met andere Unie-instrumenten op het gebied van extern beleid, zonder dat hierbij de focus op voornoemde basisdoelstellingen verloren gaat.

In principe moet 100 % van de uitgaven in de geografische programma's en ten minste 95 % van de uitgaven in de thematische programma's en 90 % van de uitgaven in het pan-Afrikaans programma voldoen aan de criteria van de OESO/DAC voor officiële ontwikkelingshulp.

Als algemene regel moet ten minste 20 % van de kredieten worden gebruikt voor sociale basisvoorzieningen en secundair onderwijs.

21 02 01
Samenwerking met Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

294 342 737

80 330 136

259 304 272

7 079 077

 

 

Toelichting

Oud artikel 21 02 12

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit artikel heeft in eerste instantie ten doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, behoorlijk bestuur, gelijkheid, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie alsook tot de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen en de algemene toezeggingen op ontwikkelingsgebied voor de periode na 2015.

De Commissie moet jaarlijks verslag blijven uitbrengen over de in het verleden gebruikte benchmark voor steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de bijdrage van de Unie moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sectoren en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie zich ervoor inzetten te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de steun in het kader van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking zal worden toegewezen aan elementaire sociale voorzieningen, met speciale aandacht voor gezondheid en onderwijs en middelbaar onderwijs, als gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat ook hier een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld in gevallen van buitengewone steun. Dit krediet dient ter dekking van de samenwerking in ontwikkelingslanden, -gebieden en -regio' s in Latijns-Amerika om:

bij te dragen aan de realisatie van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling in de regio;

vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van investeringen op de nationale economie, met name wat de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten betreft;

gendergelijkheid te ondersteunen door ondersteunende acties ter bestrijding van schadelijke traditionele praktijken als seksuele verminking en besnijdenis van vrouwen (female genital mutilation, FGM) en kindhuwelijken;

de ontwikkeling te bevorderen van het maatschappelijk middenveld;

armoede en sociale uitsluiting te bestrijden en sociale cohesie te stimuleren;

bij te dragen aan de verbetering van de sociale normen, met specifieke aandacht voor onderwijs, met inbegrip van beroepsopleiding, en gezondheid, en aan de verbetering van de stelsels voor sociale bescherming;

een klimaat te stimuleren dat gunstiger is voor economische groei en een betere productiesector, kennisoverdracht te stimuleren en contacten en samenwerking tussen actoren uit het biregionale bedrijfsleven;

de ontwikkeling van de particuliere sectoren te stimuleren, met bijvoorbeeld een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat via onder meer eigendomsrechten, de administratieve lasten te verminderen, de toegang tot krediet te verbeteren en associaties van kleine en middelgrote ondernemingen te verbeteren;

inspanningen te ondersteunen voor voedselzekerheid en de strijd tegen ondervoeding;

de regionale integratie te ondersteunen; in Midden-Amerika de ontwikkeling van regio's te stimuleren via van de associatieovereenkomst EU-Midden-Amerika afgeleide grotere voordelen;

het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren, ook van water, en de klimaatverandering te bestrijden (aanpassing en vermindering van de gevolgen);

inspanningen voor de verbetering van het behoorlijk bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;

beleidshervormingen te ondersteunen, met name op het vlak van justitie en veiligheid, en bijhorende acties te ondersteunen om de ontwikkeling van landen en regio's te verbeteren;

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

De kredieten voor deze post zijn onderworpen aan evaluaties die onder meer betrekking hebben op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 02
Samenwerking met Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

633 098 094

136 220 080

537 057 123

16 695 125

 

 

Toelichting

Oud artikel 21 02 14

Het krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingsacties in ontwikkelingslanden in Azië, vooral de landen waar de armste mensen wonen, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan de ontwikkeling en het bestuur van economie en maatschappij, de verbetering van de mensenrechtensituatie, democratisering, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, regionale samenwerking, acties voor rampenpreventie en voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatietechnologie.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie. De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de Europese consensus inzake ontwikkeling en de Agenda voor verandering en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Dit krediet dient ter dekking van acties inzake inclusieve en duurzame groei voor menselijke ontwikkeling. Sectoren die kunnen worden aangepakt, zijn onder meer:

sociale bescherming en werkgelegenheid, en universele toegang tot gezondheid en onderwijs;

bedrijfsklimaat, regionale integratie en wereldmarkten;

duurzame landbouw, voeding en energie;

klimaatverandering en milieu;

bevorderen van sociale cohesie, in het bijzonder sociale insluiting, een billijke inkomstenverdeling, fatsoenlijk werk en gelijke kansen, gendergelijkheid;

oprichten van inclusieve partnerschappen rond handel, investering, hulp, migratie, burgerlijke stand, onderzoek, innovatie en technologie;

ondersteunen van een actief en georganiseerd maatschappelijk middenveld voor ontwikkeling en bevorderen van publiek-private partnerschappen;

ondersteunen van beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, de bevordering van duurzame consumptie en productie evenals investeringen in schone technologieën, duurzame energie, vervoer, duurzame landbouw en visserij, de bescherming en versterking van biodiversiteit en ecosysteemdiensten, met inbegrip van water, sanitaire voorzieningen en bossen, en fatsoenlijke banen in de groene economie, inclusief voor jongeren en vrouwen;

aanmoedigen van meer regionale integratie en samenwerking op een resultaatgerichte manier, via ondersteuning aan verschillende processen van regionale integratie en dialoog;

bijdragen aan het voorkomen van en reageren op gezondheidsrisico's, met inbegrip van die risico's die voortvloeien uit het contact tussen dieren, mensen en hun verschillende omgevingen;

ondersteunen van rampenparaatheid en herstel na rampen op lange termijn, inclusief op het gebied van voedsel- en voedingszekerheid en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen;

versterken van de capaciteit om eenieder toegang te verschaffen tot sociale basisvoorzieningen, in het bijzonder in de gezondheids- en onderwijssector.

Dit krediet dient voor acties met betrekking tot:

democratie, mensenrechten, inclusief de rechten van kinderen en vrouwen, en de rechtsstaat;

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes;

beheer van de publieke sector;

fiscaal beleid en administratie;

corruptie en transparantie;

maatschappelijk middenveld en lokale overheden;

bouwen en versterken van legitieme, doeltreffende en verantwoordelijke overheidsinstellingen en -instanties, door het bevorderen van institutionele hervormingen (inclusief op het vlak van goed bestuur en corruptiebestrijding, beheer van overheidsfinanciën, belastingheffing en hervorming van openbaar bestuur) en wetgevende, administratieve en regelgevende hervormingen in overeenstemming met internationale normen, in het bijzonder in zwakke staten en landen in conflict- en postconflictsituaties;

in de context van de verwevenheid van veiligheid en ontwikkeling, bestrijden van corruptie en georganiseerde misdaad, drugsproductie, drugsgebruik en drugshandel en van andere vormen van illegale handel, en het ondersteunen van efficiënt grensbeheer en grensoverschrijdende samenwerking.

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de millenniumdoelen voor ontwikkeling, alsook tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 03
Samenwerking met Centraal-Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

124 955 010

19 364 164

71 570 570

3 535 685

 

 

Toelichting

Oud artikel 21 02 10

Het algemene doel van dit krediet is bij te dragen tot de totstandbrenging van omstandigheden voor duurzame en inclusieve economische en sociale ontwikkeling, sociale cohesie, democratisering en een verbetering van het leven van de mensen. De nadruk ligt op ondersteuning van voedselveiligheid en duurzame landbouw, water en sanitaire voorzieningen, dienstverlening op het gebied van gezondheid en onderwijs en toegang tot een duurzame continue energievoorziening, met permanente focus op de meest behoeftigen. Rampenparaatheid en aanpassing aan de klimaatverandering zijn ook erg relevant.

Er wordt aandacht besteed aan mogelijkheden om de schepping van arbeidskansen te stimuleren en behoorlijke werkomstandigheden te bevorderen. Er kan steun worden gegeven aan de ontwikkeling van kmo’s, met name om economische diversificatie en sociale ontwikkeling te bevorderen.

Als er sprake is van zinnige hervormingsinspanningen van de overheid en van reële democratiseringsprocessen, is verlening van steun hiervoor een prioriteit. Op dezelfde manier hangen de toewijzingen voor programma’s op het gebied van grensbeheer en drugsbestrijding af van het vooruitzicht van het behalen van significante resultaten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 04
Samenwerking met het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

66 711 154

12 933 170

51 182 356

3 348 633

 

 

Toelichting

Oud artikel 21 02 09

Er moet voorrang worden verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging, de vrijheid van pers en media, de vrijheid van godsdienst en geloof, met inbegrip van het recht een geloof af te vallen, de bevordering en bescherming van digitale vrijheden, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en de bevordering van digitale vrijheden met betrekking tot internet en het gebruik van informatie- en communicatietechnologie.

Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, LGBTI, etnische en religieuze minderheden, atheïsten en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Dit krediet dient onder meer voor acties met betrekking tot:

democratie, mensenrechten en de rechtsstaat,

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes,

beheer van de publieke sector,

fiscaal beleid en administratie,

corruptie en transparantie,

maatschappelijk middenveld en lokale overheden,

verwevenheid van ontwikkeling en veiligheid,

ondersteuning van microfinancieringsprogramma's,

capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen om te voldoen aan de hygiëne- en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt,

steun voor vluchtelingen en ontheemden,

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 05
Samenwerking met Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

199 417 199

48 762 723

203 496 806

5 565 042

 

 

Toelichting

Oud artikel 21 02 15

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan. Het wordt aangevuld met uitgaven van andere hoofdstukken en artikelen, waarop verschillende procedures van toepassing zijn.

De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering van het post-Bonn-proces. Zij houdt het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

Dit krediet dient ter ondersteuning van sociale basisvoorzieningen en de economische ontwikkeling in Afghanistan.

Het dient tevens ter ondersteuning van de Afghaanse nationale strategie voor de drugscontrole, inclusief het stopzetten van de opiumproductie in Afghanistan, alsook van de verstoring en vernietiging van de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen.

Een belangrijk deel van dit krediet moet exclusief worden gebruikt voor het starten van een vijfjarenplan voor het afbouwen van de opiumteelt, door deze te vervangen door alternatieve producten en met als doel het bereiken van controleerbare resultaten, overeenkomstig de wensen van het Europees Parlement in zijn resolutie van 16 december 2010 over een nieuwe strategie voor Afghanistan (PB C 169 E van 15.6.2012, blz. 108).

Dit krediet is ook bestemd voor de bijdrage van de Unie aan het proces dat, overeenkomstig de verbintenissen die de Europese Gemeenschap op de conferentie van Tokio in januari 2002 is aangegaan, de terugkeer van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden naar hun land en streek van herkomst mogelijk maakt. De Unie moet haar financiële steun voor Afghanistan verhogen op de volgende terreinen:

Dit krediet dient tevens ter dekking van activiteiten van vrouwenorganisaties die reeds lange tijd opkomen voor de rechten van Afghaanse vrouwen.

Gezondheidszorg (bouw en renovatie van ziekenhuizen, voorkomen van kindersterfte), kleine en middelgrote infrastructuurprojecten (herstel van het wegennet, dijken, enz.). Eveneens moet worden gezorgd voor de effectieve implementatie van maatregelen in verband met werkzekerheid en voedselzekerheid.

Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Ook bij alle andere acties en projecten waaraan met deze kredieten steun wordt gegeven, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de situatie van vrouwen en meisjes.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 06
Samenwerking met Zuid-Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 721 430

4 431 255

25 978 230

147 040

 

 

Toelichting

Oud artikel 21 02 13

Deze kredieten zijn bedoeld om de regering te steunen bij het terugdringen van de werkloosheid van ongeveer 25 % (2013) tot 14 % (2020) en de staat te steunen bij het vervullen van zijn rol inzake ontwikkeling en transformatie, met inbegrip van betere dienstverlening.

Het scheppen van werkgelegenheid is een van de drie prioritaire gebieden in het recent uitgewerkte nationaal ontwikkelingsplan 2030 voor Zuid-Afrika (de twee andere waren onderwijs, opleiding en innovatie, en opbouw van een capabele staat) aangezien werkgelegenheid centraal staat in het drieledige probleem voor Zuid-Afrika van werkloosheid, armoede en ongelijkheid. De steun zal bijdragen aan een betere beleidsvorming en tenuitvoerlegging inzake meer werkgelegenheid, ook op het vlak van „groene banen” en groene technologie voor koolstofarme ontwikkeling; aan het verlagen van de kosten van zakendoen, in het bijzonder voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen; en aan het verbeteren van acties voor de ontwikkeling van vaardigheden en arbeidsbemiddeling.

De steun zal naar verwachting bijdragen aan de versterking van de controlesystemen, aan betere betrekkingen tussen het nationale, provinciale en lokale bestuur, aan de autoriteit, ervaring, vaardigheid en ondersteuning die het personeel van openbare diensten nodig heeft om goed te kunnen werken, en aan het stimuleren van de actieve betrokkenheid van burgers bij de beleidsvorming en -uitvoering en bij de controle en de evaluatie.

Bovendien is dit programma bedoeld om bij te dragen aan de uitvoering van het recent uitgewerkte nationaal ontwikkelingsplan 2030 voor Zuid-Afrika en de bijbehorende resultaatgebaseerde aanpak, waarmee de levensomstandigheden van de Zuid-Afrikanen moeten worden verbeterd, onder meer door armoede en werkloosheid te halveren, in lijn met de millenniumdoelen voor ontwikkeling. Het doel van het programma is bij te dragen aan de overkoepelende doelstelling inzake fatsoenlijk werk door economische groei en de uitbouw van een doeltreffende en ontwikkelingsgeoriënteerde openbare dienst en een actief, eerlijk en inclusief burgerschap.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07
Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

Toelichting

Het programma moet in de eerste plaats ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder Verordening (EU) nr. 233/2014 vallen.

Dit krediet dient ter dekking van armoedebestrijding en de bevordering van duurzame ontwikkeling als onderdeel van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het programma heeft ten doel de inclusieve duurzame ontwikkeling te ondersteunen door de belangrijkste mondiale collectieve goederen en uitdagingen op een flexibele en horizontale manier aan te pakken. De belangrijkste gebieden omvatten milieu en klimaatverandering, duurzame energie, menselijke ontwikkeling (met inbegrip van gezondheid, onderwijs, gender, gelijkheid, identiteit, werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming, sociale integratie en aspecten met betrekking tot economische ontwikkeling zoals groei, werkgelegenheid, handel en betrokkenheid van de privésector), voedsel- en nutritionele zekerheid, duurzame landbouw en migratie en asiel. Dit thematische programma maakt het tevens mogelijk snel te reageren op onvoorziene gebeurtenissen en wereldwijde crises die de armste bevolkingsgroepen treffen. Door synergieën tussen de diverse sectoren te creëren vermindert het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen de versnippering van de ontwikkelingssamenwerking van de Unie en vergroot het de coherentie en complementariteit met andere Unieprogramma's en -instrumenten.

21 02 07 01
Milieu en klimaatverandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

176 041 720

29 076 017

163 093 980

18 607 187

 

 

Toelichting

Oude post 21 02 07 03

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel milieu en klimaatverandering van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het zal met name worden gebruikt voor de financiering van initiatieven op de volgende gebieden: aanpassing aan en vermindering van de klimaatverandering en overgang naar klimaatbestendige koolstofarme samenlevingen; bescherming, verbetering en duurzaam beheer van natuurlijke rijkdom (bv. biodiversiteit, ecosysteemdiensten, bossen, land, water); transformatie naar een inclusieve, groene economie; integratie van milieu, klimaatverandering en rampenrisicobeperking in de Unieprogramma's voor ontwikkelingshulp; internationaal beheer van milieu en klimaat. Er moet aandacht worden besteed aan hieraan gerelateerde kwesties in verband met behoorlijk bestuur en er moet steun worden verleend voor het nastreven van de desbetreffende mondiale doelen, bijvoorbeeld de duurzaamheidsdoelstellingen die worden bepaald in een ontwikkelingskader voor de periode na 2015.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 02
Duurzame energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

67 875 236

21 043 003

82 851 742

9 379 233

 

 

Toelichting

Oude post 21 02 07 04

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel duurzame energie van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het wordt gebruikt ter bevordering van de toegang tot betrouwbare, veilige, betaalbare, klimaatvriendelijke en duurzame energiediensten als essentiële motor voor uitbanning van armoede en voor inclusieve groei en ontwikkeling, met bijzondere nadruk op het gebruik van lokale en regionale energie uit hernieuwbare bronnen en het garanderen van toegang voor armen en in afgelegen gebieden.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 03
Menselijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

150 920 558

79 020 406

163 093 980

18 607 187

 

 

Toelichting

Oude post 21 02 07 05

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in ontwikkelingslanden in het kader van het onderdeel menselijke ontwikkeling, dat betrekking heeft op gezondheid, onderwijs, genderkwesties en andere aspecten van menselijke ontwikkeling, van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het moet vooral ten goede komen aan de armste lagen van de bevolking in de landen waarvoor het is bestemd.

De gezondheidscomponent dient voor de ondersteuning van universele toegang tot essentiële gezondheidszorg van goede kwaliteit. Prioritaire gebieden zijn onder andere de gezondheid van moeders en kinderen, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, toegang tot gezinsplanning, bescherming tegen aids/hiv, tuberculose, malaria en andere armoedegerelateerde ziekten, inclusief verwaarloosde ziekten, en toegang tot psychologische hulp voor slachtoffers van geweld.

Er wordt steun verleend voor gelijke toegang tot onderwijs en een goede onderwijskwaliteit, inclusief voor migranten, vrouwen en meisjes, vooral in de landen die het verst verwijderd zijn van de mondiale streefdoelen.

Wat gendergelijkheid betreft, worden programma’s ondersteund ter versterking van de economische en sociale positie van vrouwen en meisjes. Aanpak van seksueel en gendergerelateerd geweld en hulp aan slachtoffers zijn eveneens prioriteiten. Ondersteuning van het uitbannen van geslachtsselectie is ook een van de doelstellingen.

Het krediet kan ook worden gebruikt voor activiteiten op het gebied van hulp aan kinderen en jongeren; de bestrijding van discriminatie; werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming en sociale insluiting; groei, werkgelegenheid, betrokkenheid van de privésector en cultuur.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 04
Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

167 239 336

53 786 265

197 017 527

29 750 638

 

 

Toelichting

Oude post 21 02 07 06

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel voedselzekerheid en duurzame landbouw van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Op het vlak van voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw is de algemene doelstellingen om de voedselzekerheid voor de armsten en meest kwetsbaren te verbeteren en zo armoede en honger te helpen uitbannen voor de huidige en toekomstige generaties, en om ondervoeding te bestrijden en zo de kindersterfte terug te dringen. Deze doelstelling stemt overeen met het Uniebeleid en wordt toegespitst op een beter inkomen voor kleine boeren, op meer weerbaarheid voor kwetsbare gemeenschappen en op hulp aan partnerlanden om tussen nu en 2025 het aantal kinderen met een ontwikkelingsachterstand met 7 miljoen te verminderen. Voedselzekerheid is een wereldwijd probleem en dus wordt het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen toegespitst op activiteiten en manieren om collectieve goederen en uitdagingen aan te pakken die een sterke hefboom zijn voor de landbouw, de veeteelt en de visserij, de toestand van huishoudens inzake voedsel- en voedingszekerheid, de plattelandseconomie en voedselsystemen, en de weerbaarheid van de meest kwetsbare huishoudens tegen schokken en spanningen. Hiermee wordt de steun die via de geografische programma's wordt geboden, aangevuld en krijgt hij meer waarde.

Het thema bevat de volgende drie onderdelen:

Onderdeel 1: Kennis verwerven en uitwisselen en innovatie stimuleren waarmee met name op internationaal en continentaal niveau nieuwe kennis over problemen inzake voedsel- en voedingszekerheid kan worden verworven en toegepast. Voor dit onderdeel wordt samengewerkt met bestaande wereldwijde en regionale initiatieven, maar wordt ook uitgekeken naar nieuwe partnerschappen die nodig zijn om te waarborgen dat kennis die is vergaard via onderzoek, door de begunstigden wordt gebruikt om hun inkomen en levensonderhoud te verbeteren;

Onderdeel 2: Versterken en stimuleren van bestuur en capaciteit op wereldwijd, continentaal, regionaal en nationaal niveau, voor alle belanghebbenden. Met dit onderdeel worden internationale initiatieven ondersteund om voedsel- en voedingszekerheid aan te pakken, met inbegrip van land en duurzame visserij, en de efficiëntie te verbeteren van de dialoog over voedsel- en voedingszekerheid. Het zal ook gecoördineerde internationale inspanningen stimuleren om te komen tot betrouwbare, toegankelijke en tijdige informatie en analytische capaciteit om op feiten gebaseerde beleidsvorming te stimuleren en om regionale en nationale instellingen voor informatiesystemen voor voedselzekerheid te versterken en/of op te richten. Dit onderdeel kan ook steun verlenen aan initiatieven voor capaciteitsontwikkeling van belanghebbenden zoals organisaties uit het maatschappelijk middenveld, boerenorganisaties en andere interprofessionele groepen in de waardeketen;

Onderdeel 3: Steun verlenen aan armen en mensen die in voedingsonzekerheid leven om hen te helpen te reageren op crises en hun weerbaarheid te vergroten. Met dit onderdeel wordt steun verleend aan landen zonder bilaterale programma's in het kader van geografische programmering, aan landen die de gevolgen dragen van een ernstige onvoorziene crisis of schok, met inbegrip van natuurrampen en door menselijk toedoen veroorzaakte rampen, epidemieën en grote voedsel- en voedingscrises in kwetsbare en voedselcrisisgevoelige landen. Daarnaast wordt ook steun verleend aan innoverende methoden voor betere preventie en voor meer weerstand. Waar nodig worden de interventies zo ontworpen dat zij gunstig zijn voor de synergie en de complementariteit tussen humanitaire interventies en ontwikkelingsinterventies. Een gezamenlijke analyse van de toestand voor humanitaire en ontwikkelingshulpverleners wordt aangemoedigd.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 05
Migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 605 380

10 128 583

46 318 690

5 294 728

 

 

Toelichting

Oude post 21 02 07 07

Dit krediet zal worden gebruikt voor de uitvoering van initiatieven binnen het thema „migratie en asiel” van het programma voor „mondiale collectieve goederen en uitdagingen”, met als doel een sterker beheer en een groot mogelijke impact op ontwikkeling van migratie en mobiliteit.

Het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen op het gebied van migratie en asiel strekt er met name toe het beheer van migratie in en door de ontwikkelingslanden te verbeteren, door bijzondere aandacht te besteden aan het vergroten van de positieve effecten en het verkleinen van de negatieve effecten van migratie en mobiliteit op de ontwikkeling van lage- en midden-inkomenslanden van herkomst en bestemming. De bescherming van de mensenrechten van migranten en de steun voor Unieverbintenissen om te zorgen voor samenhang in het ontwikkelingsbeleid op het vlak van migratie, wordt nagestreefd als horizontale doelstelling.

Het programma is gericht op initiatieven op mondiaal en multiregionaal niveau (bv. ter ondersteuning van samenwerking langs zuid-zuid- of zuid-noord-migratieroutes.). Ook kan een beperkt aantal nationale projecten ter ondersteuning van nieuwe samenwerkingsactiviteiten met landen die prioritair zijn voor het externe migratiebeleid van de Unie, worden opgestart.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08
Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

Toelichting

De kredieten in de onder dit artikel vallende posten dienen om de ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden te ondersteunen die worden uitgevoerd door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden uit de Unie en uit partnerlanden, om de capaciteit van deze organisaties en overheden in het kader van het beleidsvormingsproces te versterken en om te zorgen voor de aflegging van verantwoording en voor transparantie.

Bijzondere aandacht zal gaan naar de ondersteuning van maatschappelijke organisaties en lokale overheden, alsmede naar de bevordering van dialoog, een omgeving die bevorderlijk is voor burgerparticipatie, met inachtneming van het genderperspectief en de empowerment van vrouwen, verzoening en institutionele opbouw, inclusief op lokaal en regionaal niveau.

21 02 08 01
Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

180 143 207

46 364 459

212 398 533

2 994 291

 

 

Toelichting

Oude post 21 02 08 03

Dit krediet dient ter ondersteuning van initiatieven om maatschappelijke organisaties te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014, als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door maatschappelijke organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de organisaties van het maatschappelijk middenveld, om bij te dragen aan:

een op integratie en emancipatie gebaseerde samenleving, ook vanuit een gendergelijkheidsperspectief, in partnerlanden via sterkere maatschappelijke organisaties;

een vergroting van de capaciteit van netwerken in Europa en het Zuiden, platforms en allianties van maatschappelijke organisaties, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling is gegarandeerd en democratisch bestuur en vrouwenemancipatie worden gestimuleerd;

een grotere mate van bewustwording bij Unieburgers van de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

interventies in de partnerlanden die kwetsbare en gemarginaliseerde groepen ondersteunen door via maatschappelijke organisaties basisdiensten aan te bieden;

capaciteitsontwikkeling van de beoogde actoren, in aanvulling op de steun die in het kader van het nationaal programma wordt toegekend, maatregelen gericht op:

het creëren van een gunstig klimaat voor de participatie van burgers en voor acties van maatschappelijke organisaties en van de capaciteit van die organisaties om effectief deel te nemen aan de formulering van beleid en het toezicht op het uitvoeringsproces van het beleid;

faciliteren van een verbeterde dialoog en van een betere interactie tussen maatschappelijke organisaties, plaatselijke overheden, de staat en andere ontwikkelingsactoren in de context van ontwikkeling;

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van netwerken in het Zuiden van maatschappelijke organisaties en overkoepelende organisaties;

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08 02
Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

45 035 802

7 945 698

36 366 417

184 362

 

 

Toelichting

Oude post 21 02 08 04

Dit krediet dient ter ondersteuning van initiatieven om plaatselijke overheden te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014, als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door plaatselijke overheden of hun organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de plaatselijke overheden, om bij te dragen aan:

een op integratie en medebeslissing gebaseerde samenleving in partnerlanden via sterkere plaatselijke overheden;

een vergroting van de capaciteit van Europese en zuidelijke netwerken, platforms en allianties van lokale overheden, regionale en wereldwijde verenigingen, platformen en allianties, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling gegarandeerd is en democratisch bestuur gestimuleerd wordt;

een grotere mate van vertrouwdheid van Unieburgers met de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten voor strategieën die gericht zijn op armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

interventies in de partnerlanden die kwetsbare en gemarginaliseerde groepen ondersteunen door via plaatselijke overheden basisdiensten aan te bieden;

capaciteitsontwikkeling van de beoogde actoren, in aanvulling op de steun die in het kader van het nationaal programma wordt toegekend, maatregelen gericht op:

het creëren van een gunstig klimaat voor de participatie en acties en voor de capaciteit van plaatselijke overheden om effectief deel te nemen aan de formulering van beleid en het toezicht op het uitvoeringsproces van het beleid;

faciliteren van een verbeterde dialoog en van een betere interactie tussen plaatselijke overheden, maatschappelijke organisaties, de staat en andere ontwikkelingsactoren in de context van ontwikkeling;

versterken van de capaciteit van plaatselijke overheden om effectief deel te nemen aan het ontwikkelingsproces, met erkenning van hun bijzondere rol en kenmerken;

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van plaatselijke overheden, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van zuidelijke netwerken van plaatselijke overheden en overkoepelende organisaties;

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 09
Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

101 404 040

53 698 949

97 577 288

31 380 011

 

 

Toelichting

Oud artikel 21 02 11

Dit krediet dient ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU. Het pan-Afrikaanse programma zal met name worden gebruikt om specifieke steun te bieden aan ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten van regio-overschrijdende, continentale en transcontinentale aard alsook relevante mondiale initiatieven in het kader van de gemeenschappelijke strategie. Het pan-Afrikaanse programma verloopt in nauwe samenwerking met andere instrumenten, met name het Europees nabuurschapsinstrument, het Europees Ontwikkelingsfonds en de thematische programma's binnen de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking. Het zal worden toegespitst op specifieke initiatieven die zijn overeengekomen in het kader van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU, biedt de nodige samenhang en synergie en voorkomt dubbel werk en overlappingen.

Het zal worden gebruikt in de volgende prioritaire ontwikkelingsgebieden:

ontwikkeling van vrede, veiligheid, democratisch bestuur en mensenrechten, met ondersteuning voor de Afrikaanse bestuursarchitectuur via samenwerking met de commissie van de AU en andere verwante instellingen als het pan-Afrikaanse parlement, het Afrikaanse hof voor de rechten van de mens en volkeren, maatschappelijke organisaties;

ondersteuning voor regionale integratie op continentaal niveau, met inbegrip van de harmonisering van beleid, normen en regelgeving, en capaciteitsopbouw ter stimulering van regionale integratie, handel en investeringen;

migratie, mobiliteit en werkgelegenheid, streven naar verbetering op het vlak van overmakingen, mobiliteit en arbeidsmigratie, internationale bescherming en bestrijding van mensenhandel, illegale migratie;

goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van gebieden als milieu en klimaatverandering, grondstoffen en landbouw) en op ontwikkeling gericht gebruik van de welvaart die zij kunnen brengen;

ontwikkeling van een op kennis en vaardigheden gebaseerde samenleving, om het concurrentievermogen te ontwikkelen en de groei te stimuleren, via steun voor hoger onderwijs en onderzoek op continentaal niveau, door steun te verlenen aan vlaggenschipinitiatieven van de AU op deze gebieden, en aan de verbetering en beschikbaarheid van accurate statistische gegevens.

Steun wordt ook gegeven om het partnerschap tussen Afrika en de EU te ontwikkelen, om wereldwijde problemen op wereldwijd niveau aan te pakken, en om het maatschappelijk middenveld te versterken voor specifieke acties op continentaal niveau.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Het strategische partnerschap Afrika-EU — Een gezamenlijke Afrika-EU-strategie, vastgesteld op de top van Lissabon op 9 december 2007.

21 02 20
Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

90 038 998

47 908 017

93 900 074

3 283 687

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en financiële bijstand die in het kader van dit extern instrument wordt verleend ter ondersteuning van de internationale dimensie van het hoger onderwijs voor de uitvoering van het „Erasmus voor iedereen”-programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 30
Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

332 000

298 370

332 000

332 000

325 207,—

325 207,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het forfaitair bedrag dat de Unie verschuldigd is voor administratieve en andere uitgaven die voortvloeien uit haar lidmaatschap van de FAO, en het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw, na de ratificatie ervan.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (PB C 326 van 16.12.1991, blz. 238).

Besluit 2004/869/EG van de Raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (PB L 378 van 23.12.2004, blz. 1).

21 02 40
Grondstoffenovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 700 000

3 325 217

4 800 000

3 585 916

3 843 585,33

3 550 967,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de jaarlijkse bijdragen die de Unie verschuldigd is voor haar deelname op grond van haar exclusieve bevoegdheid op dit terrein.

Momenteel wordt dit krediet benut ter dekking van:

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Koffieorganisatie;

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Cacao-organisatie;

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van het Internationaal Raadgevend Comité voor katoen.

Voor andere tropische producten kunnen de komende jaren wellicht overeenkomsten worden gesloten indien dat politiek en juridisch opportuun is.

Rechtsgronden

Besluit 2002/970/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 342 van 17.12.2002, blz. 1).

Besluit 2008/76/EG van de Raad van 21 januari 2008 betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Cacaoraad met betrekking tot de verlenging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001(PB L 23 van 26.1.2008, blz. 27).

Besluit 2008/579/EG van de Raad van 16 juni 2008 betreffende de ondertekening en de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Internationale Koffieovereenkomst van 2007 (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 12).

Besluit 2011/634/EU van de Raad van 17 mei 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 259 van 4.10.2011, blz. 7).

Besluit 2012/189/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 102 van 12.4.2012, blz.1).

Besluit van de Raad van de Europese Unie om de Commissie te machtigen om te onderhandelen over de toetreding van de EU tot het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen (ICAC); 13406/13 van 25 september 2013.

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 133, en Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 207.

Internationale Koffieovereenkomst, opnieuw onderhandeld in 2007 en 2008 en op 2 februari 2011 in werking getreden voor een eerste looptijd van tien jaar tot 1 februari 2021, met de mogelijkheid van verlenging.

Internationale Cacao-overeenkomst, opnieuw onderhandeld in 2001 en nogmaals in 2010, maar nog niet in werking getreden. Voor de overeenkomst van 2001 is de verplichting gestart op 1 oktober 2003 voor een looptijd van vijf jaar, met verlengingen tot 30 september 2012.

Internationaal Raadgevend Comité voor katoen; conclusies van de Raad van 29 april 2004 (8972/04), conclusies van de Raad van 27 mei 2008 (9986/08) en conclusies van de Raad van 30 april 2010 (8674/10).

21 02 51
Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië (PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 955/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 148 van 6.6.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 625/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 99 van 3.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

Referentiebesluiten

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Proefprojecten in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Resolutie van het Europees Parlement van 12 april 2005 over de rol van de Europese Unie bij de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 311).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 april 2005 — Samenhang in het ontwikkelingsbeleid — Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken (COM(2005) 134 final).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 mei 2005 over de millenniumdoelstellingen.

Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (16 en 17 juni 2005).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 juli 2005 over de VN-top.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Extern optreden: thematisch programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie” (COM(2006) 20 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26 final).

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 6 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 9 maart 2010 — Het internationale klimaatbeleid na Kopenhagen: De wereldwijde actie tegen klimaatverandering moet onmiddellijk nieuw leven worden ingeblazen (COM(2010) 86 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 31 maart 2010 — Een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen (COM(2010) 127 final).

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2011 over de benadering van Iran door de EU (2010/2050(INI))

21 02 51 01
Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 415 225

22 900 000

60 846 430,—

39 109 911,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 13 oktober 2011 — Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering (COM(2011) 637 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 18 november 2011 — De totaalaanpak van migratie en mobiliteit (COM(2011) 743 final).

21 02 51 02
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

205 062 655

249 200 000

381 555 875,38

294 379 625,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 03
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

502 119 834

573 564 664

876 170 248,37

611 522 411,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 04
Voedselzekerheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

140 324 836

124 800 000

261 492 155,82

202 240 138,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 05
Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

138 405 898

169 700 000

246 351 914,59

212 429 943,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 06
Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

84 183 056

99 422 000

217 348 357,99

133 397 957,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 07
Menselijke en sociale ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

65 148 307

61 308 000

194 554 050,—

106 376 555,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 08
Geografische samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

240 105 670

245 700 000

331 051 219,31

293 915 331,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 01
Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

626 849

375 000

0,—

484 641,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 02
Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 198 112

952 768

0,—

920 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 03
Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

486 748

815 562

0,—

1 363 622,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 04
Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

48 910

515 825

0,—

573 424,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 05
Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

29 170

281 080

0,—

337 385,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 06
Proefproject — Financiering van landbouwproductie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

75 000

0,—

507 932,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 07
Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

375 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 08
Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

671 576

1 200 000

0,—

150 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 maart 2002, getiteld „Waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie” (COM(2002) 132 final).

Resolutie van de Raad van 30 mei 2002 over waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie (DEVGEN 83 ENV 309, 9696/02).

21 02 77 09
Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

9 831,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 10
Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

671 576

375 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 02 77 11
Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

503 683

300 000

0,—

88 597,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 02 77 12
Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

358 452

0,—

556 731,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 13
Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

755 524

2 000 000

1 200 000

3 500 000,—

819 971,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 14
Voorbereidende actie — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 15
Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

293 815

1 250 000

775 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Twee fundamentele problemen waar de volkeren en landen in de Hoorn van Afrika mee te maken hebben zijn 1) het ontbreken van een participatieve overheid en stabiliteit en 2) het ontbreken van democratie en democratische processen en werkelijke participatie door de bevolking. Beide problemen komen voort uit een fundamentele en aanhoudende bestuurscrisis in alle landen van de Hoorn. De gevolgen van deze crisis worden gevoeld in heel Noord-Oost-Afrika, alsmede in Europa. Als er geen aandacht aan wordt besteed door de Unie en andere partijen met een goed overzicht over de situatie, is er geen hoop voor duurzame vormen van levensonderhoud, economische groei en vrede en stabiliteit in de regio. Een scenario als de Arabische Lente leidt tot niets zonder een langetermijnvisie en duurzame investeringen door de internationale gemeenschap om een dergelijk scenario te ondersteunen.

Het voorgestelde proefproject biedt een aanpak door middel van een strategie met twee wederzijds ondersteunende takken. Beide zijn essentieel om op lange termijn geloofwaardige alternatieven te kunnen ontwikkelen voor de dictatoriale regimes in de Hoorn.

1) Voldoende ruimte bieden voor het maatschappelijk middenveld, tezamen met strategische investeringen in werkelijke maatschappelijke organisaties. Het maatschappelijk middenveld in de Hoorn van Afrika en de diaspora daarvan in Afrika heeft te maken met groeiende uitdagingen wat betreft manoeuvreerruimte en mensenrechtenschendingen. Het overheidsbeleid in de landen in de Hoorn is steeds meer gebaseerd op wantrouwen en gericht op controle en beperking in plaats van op ondersteuning en facilitering van het maatschappelijk middenveld. De autoriteiten in de Hoorn zien het maatschappelijk middenveld als bedreiging, of zelfs als oppositie, en laten een aanvulling van hun beleid niet toe, laat staan kritiek hierop door het maatschappelijk middenveld. Het maatschappelijk middenveld speelt echter een sleutelrol in democratische systemen en processen. Het moeilijker wordende klimaat voor het maatschappelijk middenveld moet daarom worden verbeterd op nationaal en regionaal niveau, om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld kan deelnemen aan democratische processen. De deelnemers aan het maatschappelijk middenveld moeten worden ondersteund om in dit steeds moeilijker klimaat te kunnen opereren en zich daarnaast te kunnen voorbereiden op toekomstige democratische processen.

2) Ondersteuning van jongeren en jeugdbewegingen in de Hoorn van Afrika om ze voor te bereiden op toekomstige democratische veranderingen. De jeugd, zowel in de Hoorn als in de diaspora in Afrika, bepaalt de toekomst van de landen in de regio, maar beschikt niet over de juiste vaardigheden of kennis en heeft geen ervaring met het leven in een vreedzame en democratische omgeving. Tevens ontbreekt het de jeugd aan middelen om deze vaardigheden op te doen, en bovendien besteden de regering zo goed als geen aandacht aan de jeugd. Kinderen en jongeren zijn vaak gehuisvest in vluchtelingenkampen. Deze ontworteling en de vaak onduidelijke juridische status leidt er toe dat ze geen onderwijs kunnen volgen. Om een goed toekomstig leiderschap en overheidskader en een gezonde democratische ontwikkeling te waarborgen, zijn externe investeringen in de jeugd van de Hoorn van wezenlijk belang. Investeringen in mogelijkheden voor jongeren om vaardigheden op te doen, waarbij gebruik wordt gemaakt van hun enthousiasme, dromen en hoop voor de toekomst, is strategisch interessanter dan het doen van investeringen in het veranderen van de huidige regimes.

Dit proefproject omvat investeringen in de volgende landen: Sudan en Zuid-Sudan, Eritrea, Ethiopië, Somalië (Somaliland, Puntland) en Djibouti. De investeringen van het proefproject vinden plaats op nationaal en (sub)regionaal niveau, waarbij voorrang wordt gegeven aan een regionale benadering.

De mensen in de Hoorn van Afrika hebben te lijden onder het ontbreken van participerend bestuur, stabiliteit, democratie en echte participatie. Als deze kwesties niet op alomvattende wijze worden aangepakt, is er geen hoop voor duurzame vormen van levensonderhoud, economische groei en vrede en stabiliteit in de regio.

Het proefproject is gericht op het steunen van langdurige, geloofwaardige alternatieven voor de militaire dictaturen in de Hoorn, door te waarborgen dat het maatschappelijk middenveld voldoende ruimte krijgt en door ondersteuning te bieden voor jongeren en jeugdbewegingen.

Djibouti: De in het kader van het project voorgestelde acties zijn nodig, omdat de organisaties uit het maatschappelijk middenveld in Djibouti onderontwikkeld zijn en slechts een marginale rol spelen in het ontwikkelingsproces van het land. Er kan met het project ook worden gefocust op steunverlening om het gebrek aan vertrouwdheid van de organisaties van het maatschappelijk middenveld met participerende processen te remediëren en het aantal uitvoeringspartners in het land te verhogen.

Ethiopië: Steun voor de organisaties van het maatschappelijk middenveld en voor democratisering in Ethiopië is bijzonder wenselijk, gezien de moeilijke omstandigheden waarmee de organisaties van het maatschappelijk middenveld op dit moment te maken hebben. Aanbevolen wordt evenwel om het project aan te passen, zodat wordt gefocust op de jeugdcomponent, aangezien de andere componenten al worden gedekt door andere instrumenten en begrotingslijnen (EOF, thematisch IOS-programma middenveldorganisaties/plaatselijke overheden, EIDHR). Er kan met het project ook worden gefocust op steunverlening om het gebrek aan vertrouwdheid van de organisaties van het maatschappelijk middenveld met participerende processen te remediëren en het aantal uitvoeringspartners in het land te verhogen.

Eritrea: Voor Eritrea is steun voor democratisering en jeugd het belangrijkst. Tegelijk moet rekening worden gehouden met het feit dat het terrein waarop de organisaties van het maatschappelijk middenveld in Eritrea kunnen werken, uiterst beperkt is.

Sudan en Zuid-Sudan: Overlapping met de geografische programma’s wordt voorkomen door capaciteitsopbouw te bieden voor diverse overheidsstructuren, met name het gerechtelijk apparaat, in het kader van de component behoorlijk bestuur/rechtsstaat. Synergieën met andere instrumenten, bijvoorbeeld het EIDHR en het thematisch IOS-programma middenveldorganisaties/plaatselijke overheden, moeten worden aangemoedigd.

Regionaal perspectief: De regionale component van dit project is bijzonder nuttig, omdat deze door geen enkel bestaand instrument wordt gedekt.

In het kader van het project moeten ook complementaire activiteiten worden ontwikkeld, bijvoorbeeld meer capaciteitsopbouw voor jeugdorganisaties en de totstandbrenging van bijkomende netwerken tussen de doelorganisaties in de begunstigde landen, alsmede een verlenging van de actie om het duurzame karakter van het project te garanderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 16
Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 421 576

2 000 000

1 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Ondanks samenwerking tussen de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) en de Europese Unie op het gebied van evaluatie van de prestaties van veterinaire diensten (PVS), het beheer van diensten voor diergezondheid en de vogelgriep, moeten de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden dringend worden uitgebreid en meer financiering ontvangen, zoals hieronder is uiteengezet.

Dierziekten zijn wereldwijd verantwoordelijk voor een verlies van de veestapel van 20 %, en in ontwikkelingslanden van 30 %. Bijna een miljard mensen in ontwikkelingslanden (Afrika ten zuiden van de Sahara en Zuidoost-Azië) zijn afhankelijk van vee om te kunnen overleven. De gezondheid van vee is van cruciaal belang om armoede terug te dringen. Het probleem kan echter alleen bij de bron worden aangepakt als het dringend en professioneel wordt erkend.

Recente internationale inspanningen om griep bij dieren en mensen aan te pakken hebben duidelijk aangetoond dat een sectoroverschrijdende benadering van goed bestuur verder moet worden aangemoedigd, de volks- en diergezondheidsstelsels moeten worden versterkt om aan de internationale normen te voldoen, en publiek-private samenwerking op deze gebieden moet worden bevorderd.

De ernst van dierziekten, inclusief hun economische gevolgen (voor de primaire productie, de handel en verwerkte producten), en de noodzaak om alle dierziekten aan te pakken, zowel zoönosen (bijvoorbeeld tuberculose, brucellose, hondsdolheid en miltvuur) als niet-zoönosen (bijvoorbeeld mond- en klauwzeer, pest bij kleine herkauwers), moeten in aanmerking worden genomen om ook in de Europese Unie consumenten, huisdieren (die ziekten op mensen kunnen overdragen) en vee te beschermen. In de buurlanden, ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie, met name in Afrika ten zuiden van de Sahara, zijn er bijkomende inspanningen nodig om nieuwe ziekten te voorkomen en te beheersen en om de bioveiligheid te verbeteren. Dit zal de terbeschikkingstelling van wereldwijde collectieve voorzieningen ten goede komen en uiteindelijk bijdragen aan de voedselzekerheid, de voedselveiligheid, de volksgezondheid en de armoedebestrijding. Goed bestuur van publieke en private componenten van veterinaire diensten mogelijk maken en ervoor zorgen dat deze beter samenwerken met volksgezondheidsdiensten is van cruciaal belang voor een betere en veiligere wereld.

Some 125 countries have already benefited from an initial evaluation of the performance of their national veterinary services (PVS evaluation) on the basis of international standards for the quality and evaluation of veterinary services. PVS pathway follow-up actions are part of a continuous process and aim to sustainably improve compliance of veterinary services with international quality standards, and also act as an efficient permanent safeguard for animals, humans and agricultural production throughout the world. These actions need to be implemented in developing countries, notably in sub-Saharan Africa, as well as in neighbouring countries in order to monitor the progress made and help strengthen veterinary services and animal health systems on the basis of national needs and priorities (PVS gap analysis).

Het PVS-traject bevordert en verbetert: de ontwikkeling van passende regelgeving voor nationale diergezondheidsstelsels, vroegtijdige opsporing, wereldwijde transparantie inzake de nationale sanitaire situatie via de melding van dierziekten (inclusief zoönosen), een snelle reactie bij het uitbreken van een ziekte, bioveiligheidsmaatregelen, schadevergoeding voor boeren bij verplichte slachting, vaccinatie indien nodig, capaciteitsopbouw voor en samenwerking tussen de publieke en de private sector (met name boeren, veehouders en particuliere dierenartsen), en de zekerheid dat kwalitatieve geneesmiddelen worden gebruikt.

Helaas hebben de tot op heden verrichte PVS-evaluaties zorgbarende zwakke punten en grote tekortkomingen in meer dan 100 landen aan het licht gebracht. Deze situatie vormt een bedreiging voor vroegtijdige opsporing en voor de wereldwijde transparantie inzake de nationale sanitaire situatie en zoönosen, en verhoogt wereldwijd aanzienlijk de kosten voor de bestrijding van pandemieën en dierziekten, wat rampzalige gevolgen heeft voor het miljard mensen dat rechtstreeks afhankelijk is van vee.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 23.10.2012, blz. 1).

21 02 77 17
Proefproject — Maatschappelijk verantwoord ondernemen en toegang tot vrijwillige gezinsplanning voor fabrieksarbeiders in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

251 841

750 000

375 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Het is bedoeld om de oprichting te financieren van een netwerk op Europees niveau dat multinationale ondernemingen met activiteiten in ontwikkelingslanden en hoofdzetel in Europa en organisaties die gezinsplanningsdiensten aanbieden samenbrengt. In het kader van het project zullen met name bedrijven worden geselecteerd waarvan de fabrieken gevestigd zijn in landen met een grote behoefte aan gezinsplanning waaraan niet is voldaan. Dit in heel Europa actieve netwerk is erop gericht een forum te bieden voor de uitwisseling van ideeën, informatie en ervaringen op het vlak van gezinsplanning in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen en mogelijkheden te bieden voor samenwerking tussen bedrijven en gezinsplanningsorganisaties om te zorgen voor een betere toegang tot gezinsplanning voor fabrieksarbeiders in landen met een grote behoefte aan gezinsplanning waaraan niet is voldaan.

Dit krediet zal uiteindelijk leiden tot een proefproject waarmee het verband tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en de verstrekking van vrijwillige diensten voor gezinsplanning in fabrieken wordt onderzocht.

Projectactiviteiten

Fase 1 — In kaart brengen van multinationale ondernemingen die gevestigd zijn in de Europese Unie en die een groot aantal vrouwelijke fabrieksarbeiders tewerkstellen in ontwikkelingslanden met een grote behoefte aan gezinsplanning waaraan niet is voldaan.

Fase 2 — Oprichting van een forum voor de uitwisseling van ideeën, informatie en ervaringen op het vlak van gezinsplanning in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Fase 3 — Ondersteuning van de uitvoering van een proefproject voor vrijwillige gezinsplanning in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen in één fabriek.

Fase 4 — Documentering en verspreiding van de resultaten van dit proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 18
Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

1 500 000

750 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject wil de kleinschalige landbouw in het Caucagebied nieuw leven inblazen om de kleine gemeenschappen te helpen een blijvende uitweg te vinden uit de gewapende en sociale conflicten in de regio. Hiertoe moet het proefproject zorgen voor de aanleg, de ontwikkeling en het onderhoud van materiële infrastructuur en voor de oprichting van een distributiecentrum om de door deze gemeenschappen vervaardigde producten op de markt te brengen en lokaal en regionaal te verdelen, alsook bijdragen aan het oplossen van conflicten, net zoals in andere gevoelige gebieden in Colombia.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 19
Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 421 576

3 000 000

1 500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

In het noorden van Mali en het noorden van Niger doen zich regelmatig gezondheidscrises voor, waarbij sprake is van enkele van de laagste gezondheidsindicatoren, met name op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid. Hoewel de situatie na de crises in deze twee landen vrij sterk verschilt, zijn de onderliggende oorzaken van lagegezondheidsindicatoren gelijkaardig: uitgestrekte plattelandsgebieden, sociaal-culturele barrières, een inadequate gezondheidsinfrastructuur, weinig gezondheidscompetenties en -capaciteit, met name wat het aantal medisch geschoolden betreft, en het vertrek van ervaren medisch personeel. Hoewel heel Afrika ten zuiden van de Sahara te kampen heeft met deze uitdagingen, heeft de voornamelijk nomadische bevolking in het doelgebied van dit project aanvullende behoeften waaraan het gezondheidsstelsel momenteel niet voldoet. Het gezondheidsstelsel houdt vaak te weinig rekening met het mobiele karakter van deze groepen veehouders. Dit leidt tot meer kwetsbaarheid van deze groepen die reeds worden getroffen door een gebrek aan adequate voeding, ongelijkheden tussen de seksen, vrouwen- en kindersterfte en een beperkte toegang tot kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg en -informatie.

Uit de vergelijkbare situatie na de crises in deze twee regio's kan lering worden getrokken en kunnen optimale werkmethoden worden gedestilleerd om weerbaarheid te ontwikkelen en noodhulp, herstel en ontwikkeling aan elkaar te koppelen, hetgeen zeer relevant is voor de EU in het kader van het AGIR-initiatief. De optimale werkmethoden van dit proefproject kunnen worden overgenomen in dit initiatief en andere initiatieven.

Door de gezondheidssector als voorbeeld te gebruiken, met bijzondere aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheid, zal de voorbereidende actie erop gericht zijn een referentiekader vast te stellen, concrete aanbevelingen te doen inzake weerbaarheid en de koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling, en daarop voort te bouwen om de gezondheidscapaciteiten van gemeenschappen met betrekking tot de behoeften van nomadische groepen na de crises in Mali en Niger te versterken.

Doelstellingen

In het algemeen beoogt het project het opbouwen van de capaciteit van gezondheidswerkers om kwalitatief hoogwaardige diensten te verlenen, gericht op de specifieke behoeften van nomadische groepen (na crises), met bijzondere aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheid. Door de gezondheidssector als voorbeeld te gebruiken, zullen in de voorbereidende actie optimale werkmethoden inzake de opbouw van weerbaarheid worden beoordeeld en bijeengebracht, alsmede inzake de koppeling tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling na de crises in Noord-Mali en Noord-Niger. Tot slot omvat de voorbereidende actie ook de ontwikkeling van innovatieve methoden, alsmede de verbetering van onderwijsprogramma's van gezondheidsopleidingen op het gebied van de behoeften van nomadische groepen. Het verwachte resultaat van dit project is een verzameling van betrouwbare, omvattende gezondheidsgegevens op gemeenschaps- en plaatselijk niveau, teneinde de gezondheidsprogrammering te verbeteren en de verantwoordingsplicht van de nationale en plaatselijke gezondheidsstelsels te vergroten; optimale werkmethoden met betrekking tot de opbouw van weerbaarheid en de koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling, worden gedeeld en verspreid, en onderwijsprogramma's van gezondheidsopleidingen worden ontwikkeld ter vergroting van de plaatselijke capaciteit om te voorzien in de gezondheidsbehoeften van de nomadische groepen.

De primaire doelgroep is de nomadische bevolking op het platteland in het noorden van Mali en het noorden van Niger, en met name de meest kwetsbare en meest bedreigde groepen binnen deze bevolking (vrouwen, meisjes, en kinderen jonger dan 5 jaar). De secundaire doelgroep bestaat uit professionele en gemeenschapsgezondheidswerkers in dezelfde regio's.

De actie wordt ten uitvoer gelegd door plaatselijke organisaties uit het maatschappelijk middenveld en humanitaire spelers met plaatselijk personeel dat in de regio aanwezig is, in overeenstemming met de nationale prioriteiten en regeringsplannen (inclusief de verwezenlijking van de VN-millenniumdoelstellingen 4 en 5, daar zowel Mali als Niger „countdownlanden” zijn (38)) en in nauwe samenwerking met alle in de regio's aanwezige spelers: de plaatselijke en nationale autoriteiten, plaatselijke en nationale gezondheidszorg en opleidingsfaciliteiten, de gemeenschappen, alsmede de ontwikkelingsactoren (EU, donoren, VN-organen, de particuliere sector, ngo's, autoriteiten en medische en gezondheidswerkers uit de gemeenschap), waarbij inspanningen in het kader van het AGIR-initiatief in aanmerking worden genomen.

Projectactiviteiten

De voorbereidende actie telt drie fasen:

Eerste fase: onderzoek verrichten om een gezondheidsreferentiekader voor nomadische groepen vast te stellen

De actie is gericht op het vaststellen van een referentiekader voor gezondheidsindicatoren en het bestuderen van de bepalende factoren met betrekking tot de toegang tot kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg (geografische, financiële, sociaal-culturele, enz.) van plaatselijke nomadische bevolkingsgroepen, met name de meest kwetsbare en bedreigde groepen (vrouwen, meisjes en kinderen jonger dan 5 jaar). In het kader van de actie worden tevens de bestaande gezondheidscapaciteiten en -initiatieven in kaart gebracht (met inbegrip van het AGIR-initiatief en andere internationale initiatieven, door de regering beheerde gezondheidszorg en opleidingscentra maar ook traditionele en gemeenschapsgezondheidswerkers). Tot slot wordt de verstrekking van basisgezondheidszorg met betrekking tot de behoeften van nomadische groepen geëvalueerd, alsmede de verstrekking van preventieve informatie en diensten (inclusief zorg voor en vaccinatie en voeding van moeders en kinderen, reproductieve gezondheidszorg, gendergerelateerd geweld, enz.) (39).

Tweede fase: concrete aanbevelingen doen en optimale werkmethoden bijeenbrengen voor de onderlinge koppeling van noodhulp, herstel en ontwikkeling en de opbouw van weerbaarheid, met het oog op kennisoverdracht aan het AGIR-initiatief en andere, verwante initiatieven

Op grond van de beoordeling zal geanalyseerd worden hoe aan de behoeften van nomadische groepen is voldaan in de noodmaatregelen en de fase na de crisis (coördinatie en waarschuwingsmechanismen) door alle ontwikkelingsactoren (EU-actoren, donoren, VN-organen, de particuliere sector, ngo's, autoriteiten en gezondheids- en medische werkers uit de gemeenschap). De nadruk zal liggen op optimale werkmethoden in beide landen, met name de combinatie van mobiele en statische gezondheidszorg en de voorziening in tweeledige dierlijke en menselijke interventies, geïnspireerd door de gelijkenissen en verschillende benaderingen in beide landen.

Tot slot worden operationele aanbevelingen verstrekt met betrekking tot de toekomstige betrokkenheid van de EU, met name in het kader van AGIR, over hoe een op weerbaarheid gericht langetermijnperspectief ten opzichte van nomadische groepen ook tijdens interventies bij crises en noodsituaties kan worden gehandhaafd, zonder de plaatselijke en nationale formele en informele structuren te destabiliseren.

Derde fase: capaciteit opbouwen en handhaven om te voorzien in de gezondheidsbehoeften van nomadische groepen onder professionele en gemeenschapsgezondheidswerkers voor op weerbaarheid gerichte gezondheidsstelsels

De actie zal als hefboom werken voor een aantal van de geleerde lessen, door rekening te houden met de gezondheidscapaciteit om te voorzien in de gezondheidsbehoeften van nomadische groepen. In deze fase ligt de nadruk op het ontwikkelen van een gespecialiseerd opleidingsprogramma op basis van de behoeften van nomadische gemeenschappen en het documenteren van op feiten gebaseerde interventiestrategieën met aangetoonde resultaten en de verantwoordelijkheid van nomadische groepen. Dit wordt gerealiseerd in partnerschap met opleidingsfaciliteiten en plaatselijke en nationale autoriteiten. De opleiding zal de volledige basisgezondheidszorg en -preventie bestrijken, inclusief de verwijzing van zwangere vrouwen naar gezondheidscentra. De actie zal ook een opleiding bevatten over de verzameling en analyse van gegevens over de gezondheidsstatus van nomadische groepen. De opleiding is bestemd voor gezondheidswerkers, met bijzondere aandacht voor vrouwen, gemeenschapsgezondheidswerkers en traditionele geboortebegeleiders, teneinde de toegang van nomadische groepen tot gezondheidszorg te verbeteren. De opleidingen worden afgestemd op nationale prioriteiten en zijn bedoeld als ondersteuning van bestaande instellingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 20
Voorbereidende actie — Sociaaleconomische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 200 000

1 855 524

2 200 000

1 100 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de DRC, verkeert in een crisis die de lokale gemeenschappen in nooit eerder geziene armoede onderdompelt.

Met 84,7 % armen behoort deze provincie samen met de Evenaarsprovincie en de provincie Bandundu tot de drie armste provincies van de DRC.

Het gezagsgebied Luhwindja, een van de 18 gezagsgebieden, wordt niet van deze realiteit gespaard. Vroeger leefde meer dan 90 % van zijn bevolking van de ambachtelijke ontginning van ertsen.

Momenteel zijn bijna alle mijnen in handen van Banro Corporation, dat deze industrieel exploiteert ten koste van andere activiteiten die zouden kunnen bijdragen aan het welzijn van de lokale gemeenschappen.

Om te kunnen overleven, moeten deze gemeenschappen naar goud gaan graven op andere sites die gevaarlijk worden geacht, met alle betreurenswaardige gevolgen van dien. Het aantal kinderen dat vroegtijdig de school verlaat is onrustwekkend. Kleine jongens en meisjes uit arme gezinnen gaan niet meer naar school om in de mijnen te gaan werken.

Artikel 53, punt f), van de wet van 10 januari 2009 ter bescherming van het kind verbiedt werkzaamheden die door hun aard en de omstandigheden waarin ze worden verricht, schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, de groei, de veiligheid, de ontwikkeling, de waardigheid of de moraliteit van het kind.

Jonge meisjes (vanaf 13 jaar) en vrouwen die gezinshoofd zijn leveren zich over aan prostitutie om het maatschappelijk evenwicht te behouden, vooral omdat de meeste mannen geen werk en inkomen hebben.

Prostitutie en de gevolgen ervan, fysiek geweld en drugs zijn vandaag de dag enorme problemen in de mijnen die in dit gezagsgebied in werking zijn.

De overheid, het maatschappelijk middenveld en de organen van de Verenigde Naties moeten inspanningen leveren om mechanismen te vinden waardoor de gemeenschappen de eerste millenniumontwikkelingsdoelstelling kunnen halen, namelijk het terugdringen van extreme armoede en honger.

Doelstellingen

Het inzetten van kinderen en jongeren en de prostitutie van meisjes en vrouwen in de mijnen van Luhwindja zijn duidelijke indicatoren van armoede.

De algemene doelstelling van dit project bestaat erin bij te dragen aan de verbetering van de levensomstandigheden van de gemeenschappen in het gezagsgebied Luhwindja, waarbij de aandacht met name zal uitgaan naar de begeleiding van deze jongeren die in de mijnen werken en hierdoor niet meer naar school gaan.

Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan jonge meisjes en vrouwen die zich prostitueren en in deze mijnsites wonen, en die heel vaak van op jonge leeftijd getroffen zijn door hiv/aids en andere seksueel overdraagbare infecties en door ongewenste zwangerschappen. Hiertoe zal worden samengewerkt met het ziekenhuis van Panzi dat wordt geleid door dokter Denis Mukwege.

Deze acties zullen worden verwezenlijkt in nauwe samenwerking met de lokale en nationale autoriteiten, de gemeenschappen en andere actoren op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (donoren, organen van de Verenigde Naties, de privésector en andere ngo's).

Projectactiviteiten

De actie zal drie belangrijke fasen omvatten:

Eerste fase: begeleiding van alle jongeren tussen 5 en 15 jaar uit de mijnen van Luhwindja in een centrum voor het inhalen van schoolachterstand (800 000 USD)

De lokale gemeenschappen bewustmaken van de wetgeving en andere nationale en internationale juridische instrumenten betreffende de bescherming van het kind.

Bouwen van een centrum voor het inhalen van schoolachterstand voor de kinderen uit deze mijnen, onder wie sommigen nog nooit naar school zijn geweest.

Dit centrum met het nodige materiaal uitrusten opdat het goed kan werken. Na de bouw ervan moet dit centrum worden uitgerust met pedagogisch en ander materiaal zodat de kinderen in min of meer optimale schoolomstandigheden terechtkomen en de kans krijgen later verder te studeren.

Personeel voor dit project aanwerven. Er zal personeel worden aangeworven dat is opgeleid voor deze specifieke pedagogie, namelijk de begeleiding van kinderen die „buiten de wet” staan. Daarnaast zal dit personeel tot taak hebben de kinderen in de mijnen te registreren, met de hulp van hun respectieve ouders.

Psychosociale begeleiding organiseren. Wanneer de kinderen geregistreerd zijn, zullen ze aanvankelijk gedurende drie maanden worden begeleid in een centrum voor psychologische begeleiding. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat deze kinderen uit een „gevaarlijk, niet alledaags” milieu komen. Hiertoe zal een deskundige-psycholoog worden aangeworven.

De kinderen volgens het behaalde studieniveau oriënteren. Er zullen 3 verschillende niveaus zijn: Het eerste niveau richt zich op kinderen die nog nooit naar school zijn gegaan of die in de eerste of de tweede klas van de lagere school zijn gestopt. Ze zullen het onderricht van de tweede klas van de lagere school krijgen.

Het tweede niveau richt zich op kinderen die na de derde of de vierde klas van de lagere school zijn gestopt. Zij zullen het onderricht van de vierde klas van de lagere school krijgen.

Het derde niveau richt zich op kinderen die in de vijfde klas zijn gestopt of de zesde klas niet hebben gehaald. Zij zullen het onderricht van de zesde klas van de lagere school krijgen.

Aan het eind van elk schooljaar zullen de kinderen uit de zesde klas de nationale eindtest lager onderwijs afleggen, dit is een test die de kinderen uit de hoogste klas voorbereidt op het secundair onderwijs.

Er zal een schoolkantine zijn om de kinderen aan te moedigen de lessen te volgen en de ouders ervan te weerhouden hen te doen gaan werken in de mijnen.

Het geld dat de kinderen in de mijnen verdienen, dient om in het levensonderhoud van het gezin te voorzien. Om een einde te maken aan deze praktijk, wil het project maandelijks en per gezin een voedselpakket geven (een zak rijst en een kleine bus olie).

De kwalitatieve impact van het project beoordelen, met name het aantal kinderen dat in de mijnen wordt gerekruteerd, hun normale doorstroming naar secundaire scholen ter plaatse of elders, de betrokkenheid van de gemeenschap en de lokale autoriteiten bij dit probleem van kinderarbeid in de mijnen, en de kwaliteit van het onderricht dat de kinderen krijgen.

Tweede fase: oprichting van een beroepsopleidingscentrum voor adolescenten (van 16 tot 18 jaar) uit de mijnen van Luhwindja (1 150 000 USD)

De lokale gemeenschappen bewustmaken van de wetgeving en andere nationale en internationale juridische instrumenten betreffende de bescherming van het kind. Deze adolescenten moeten worden ingelicht over hun rechten en plichten.

Bouwen van een beroepsopleidingscentrum. Rekening houdend met de lokale realiteit zullen de volgende richtingen worden georganiseerd: naaien, metselen, schrijnwerk, fijne keuken en lassen.

Dit centrum met het nodige materiaal uitrusten opdat het goed kan werken. Om theorie en praktijk op elkaar af te stemmen, zullen er stages plaatsvinden bij lokale ngo’s, staatsbedrijven, enz.

Personeel voor dit project aanwerven. Voor elk vakgebied zal ter plaatse of elders gekwalificeerd personeel worden aangeworven.

Psychosociale begeleiding organiseren. De ervaring leert dat bij deze leeftijdsgroep ook ander afwijkend sociaal gedrag meespeelt: roken van hasjiesj en andere drugs, prostitutie, enz.

De adolescenten naar een passend vakgebied oriënteren. Na hun psychosociale begeleiding zullen de adolescenten elk naar een vakgebied naar keuze worden georiënteerd. Hierbij is het de bedoeling hun vaardigheden te valoriseren door hen nuttig te maken voor de samenleving.

De impact van het project op de begunstigden beoordelen, met name of hun opleiding de lokale problemen heeft kunnen oplossen. Er zullen beoordelingen en rapporten worden opgesteld, die aan de donoren zullen worden toegezonden.

Derde fase: jonge meisjes en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja helpen om uit deze situatie te geraken door activiteiten aan te bieden waardoor ze een inkomen hebben en de armoede kunnen terugdringen (760 000 USD)

De medewerkers voor dit project aanwerven. Er zullen deskundigen en ander gespecialiseerd personeel inzake begeleiding van jonge meisjes en vrouwen die aan de rand van de samenleving staan worden aangeworven om dit project uit te voeren.

Minderjarige meisjes en vrouwen die zich prostitueren bewustmaken van de rechten van de mens. Tijdens deze bewustmakingssessies zullen voor de directe begunstigden van dit project regelmatig tests voor vrijwillige opsporing van hiv/aids en andere gelijkaardige ziektes worden aangeboden.

Deze tests zullen worden afgenomen door de verpleegkundigen van het ziekenhuis van Panzi dat wordt geleid door dokter Denis Mukwege. Verdachte gevallen kunnen worden doorverwezen voor psychomedische begeleiding.

Minderjarige meisjes en vrouwen die zich prostitueren voorlichten over soa's en geboorteplanning.

Aangezien zij in dramatische sociaaleconomische omstandigheden leven, zullen hun bepaalde strategieën voor geboorteplanning worden aangeleerd. De vereniging kan zelfs overeenkomsten sluiten met deze prostituees om de geboortes te beperken en de mijnen niet te betreden.

Een team oprichten dat toeziet op de uitvoering van deze overeenkomsten, namelijk verbintenissen tussen de vereniging en de minderjarige meisjes en vrouwen die zich prostitueren om niet naar de mijnen terug te keren. Een aanzienlijk aantal kinderen van deze meisjes en vrouwen die zich prostitueren bevindt zich eveneens in de mijnen.

Deze jonge vrouwen oriënteren naar activiteiten die een inkomen voortbrengen, bijvoorbeeld landbouw, het houden van dieren, kleinhandel, enz., om in het onderhoud van hun gezin te voorzien. Het is de bedoeling dat deze meisjes en vrouwen voor zichzelf kunnen zorgen.

Het project beoordelen. Nagaan of de begunstigden zich aan hun verbintenis houden om zich niet meer te prostitueren in de mijnen, of de activiteiten die een inkomen voortbrengen positief evolueren, en of de adviezen inzake geboorteplanning worden toegepast.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 21
Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

251 841

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel bij te dragen aan de strategie van de Europese Unie om de welvaart van de volkeren in oostelijk Afrika te steunen, hen een uitweg uit armoede te bieden en op weg te helpen naar duurzame economische groei.

De actie wil het vermogen, de eigen verantwoordelijkheid en de politieke toezeggingen van lokale actoren versterken om structurele veranderingen op gang te brengen om de ontwikkeling te steunen van sociale ondernemingen, die een belangrijke pijler vormen van de sociale economie en het maatschappelijk middenveld. Deze ondernemingen zullen met name goederen produceren en diensten verlenen op het gebied van duurzame landbouw en veehouderij, het beheer van natuurlijke hulpbronnen, energie-efficiëntie, cultuur en onderwijs, en gezondheidsdiensten en zorgverlening.

Sociale ondernemingen zijn samen met coöperaties actief in de sociale economie en verhandelen goederen en diensten om een sociale impact (40) teweeg te brengen en niet zozeer om winst te maken voor hun eigenaars of aandeelhouders, worden transparant en met verantwoordingsplicht beheerd en worden met name gekenmerkt door de betrokkenheid van werknemers, consumenten en andere actoren die belang hebben bij hun commerciële activiteiten (41). De IAO heeft grote inspanningen geleverd om te benadrukken hoe belangrijk hun rol is voor de bevordering van economische duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid, ecologisch evenwicht, fatsoenlijk werk, politieke stabiliteit, het oplossen van conflicten en gendergelijkheid (42), en in de voorbereidende actie zullen de ervaringen van de IAO worden geïntegreerd.

Het proces om sociale ondernemingen en coöperaties op te richten, te ontwikkelen en te verspreiden zal vaak gebaseerd moeten zijn op het innovatieve gebruik en de combinatie van hulpbronnen om kansen te vinden om sociale verandering tot stand te brengen en/of sociale behoeften aan te pakken, waarbij sociale ondernemers de motor zijn.

De innovatieve aanpak van deze voorbereidende actie is gebaseerd op het samenbrengen van onvoldoende benutte hulpbronnen en drijvende krachten voor lokale ontwikkeling, waarbij nieuwe methoden en middelen zullen worden ontwikkeld en getest om (in twee landen in oostelijk Afrika — Kenia en Ethiopië) duurzame gemeenschappen te ontwikkelen met een sterke verankering in de sociale economie, met name door:

sociale ondernemers aan te moedigen en in staat te stellen over te stappen van informeel ondernemerschap naar sociale ondernemingen die de ontwikkeling van vaardigheden, eigenwaarde, wederzijdse verantwoordelijkheid, een inkomen en welvaart mogelijk maken;

lokale ontwikkelingspartnerschappen van cruciale instellingen, belanghebbenden en vooraanstaande personen tot stand te brengen, die de oprichting en ontwikkeling bevorderen en steunen van sociale ondernemingen die verankerd zijn in een ecosysteem dat hun ontwikkeling en duurzaamheid bevordert en gebaseerd zijn op de beginselen van participatie, mede-eigendom en democratisch beheer;

een beroep te doen op diasporagemeenschappen in Europa die een belangrijke economische rol spelen in de kapitaalstroom naar oostelijk Afrika en ook een sociaal-politieke band hebben met de regio;

het leren van lotgenoten te bevorderen, door gebruik te maken van de ervaring en expertise van actoren uit de sociale economie in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, die erin geslaagd zijn nieuwe sociale-economiestructuren en nieuwe bedrijfsmodellen voor sociale ondernemingen te ontwikkelen in de overgangsperiode van een door de staat gecontroleerde economie naar een socialemarkteconomie.

Hiertoe zal de voorbereidende actie een experimentele aanpak volgen en de voorwaarden voor succes onder verschillende omstandigheden testen:

er zal sprake zijn van partnerschappen tussen lokale sociale-economie-initiatieven in oostelijk Afrika met diasporagemeenschappen in Europa en actoren uit de sociale economie in de nieuwe lidstaten;

de actie zal lokale ontwikkelingspartnerschappen identificeren en mogelijk maken in verschillende Europese landen en ten minste twee landen in oostelijk Afrika, die kunnen samenwerken om sociale ondernemingen op te richten en een ecosysteem voor sociale economie te ontwikkelen in de gemeenschappen van de Afrikaanse partners;

de transnationale lokale partnerschappen zullen worden tot stand gebracht en ontwikkeld tussen lokale sociale-economie-initiatieven in grote steden, middelgrote steden en dorpen op het platteland.

De voorbereidende actie omvat analytische werkzaamheden (beoordeling van de deelnemers en ontwikkeling van een strategie, haalbaarheidsonderzoek), organisatorische werkzaamheden (coördinatiecellen om technische bijstand voor te bereiden en te verlenen aan de activiteiten van de partners), de oprichting van een leeromgeving (via studiebezoeken, seminars, detacheringen, samenwerking tussen sociale ondernemingen, enz.), de ontwikkeling van infrastructuur en de activering van een ecosysteem voor sociale ondernemingen, uit de gemeenschap ontstane coöperaties en producentengroepen. Dit moet leiden tot transnationale partnerschappen tussen lokale sociale-economie-initiatieven in oostelijk Afrika en Oost-Europa, met de steun van diasporagemeenschappen en ervaren actoren uit de sociale economie in de nieuwe lidstaten.

Er wordt verwacht dat de ontwikkeling van sociale-economie-initiatieven de ontwikkeling van de lokale gemeenschappen in oostelijk Afrika zal bevorderen en de processen voor armoedepreventie zal versterken, met name door de informele werkgelegenheid terug te dringen, toegang te verlenen tot mede-eigendom van de productiemiddelen en infrastructuur te ontwikkelen waardoor de sociale economie sterk kan groeien.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 22
Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

 

 

 

 

Toelichting

Bestaande financieringsmechanismen voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) gewijd aan verwaarloosde tropische ziekten hanteren vaak een „silobenadering”: er blijven leemten bestaan tussen de verschillende fasen van de O&O-cyclus en er bestaat geen multisectorale benadering in het kader waarvan koppelingen worden gecreëerd met gerelateerde programma's zoals het WASH-programma en onderwijsprogramma's. Voorts wordt doorgaans voorbij gegaan aan de noodzaak van het evenzo belangrijke incrementieel onderzoek, dat aanzienlijk kan bijdragen tot de acceptatie van behandelingen en diagnostiek door bevolkingsgroepen die door verwaarloosde tropische ziekten worden getroffen.

Teneinde enkele van de huidige O&O-leemten met betrekking tot verwaarloosde tropische ziekten aan te pakken, beoogt dit project bij te dragen of cofinanciering te verstrekken aan een alternatief model dat berust op een innovatieve en gecoördineerde methode om hardnekkige tekortkomingen in O&O als gevolg van marktfalen aan te pakken. Hiertoe zal het ondersteunde model een specifiek onderdeel van de leemte in O&O met betrekking tot verwaarloosde tropische ziekten waardoor ontwikkelingslanden onevenredig getroffen worden identificeren, en voorzien in cruciale elementen die de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige, betaalbare en passende gezondheidsoplossingen mogelijk maken.

Het project zal voortbouwen op het werk van eerdere voorbereidende acties en proefprojecten inzake onderzoek en innovatie op het gebied van mondiale gezondheidszorg, en inspanningen ondersteunen die gericht zijn op de aanpak van vastgestelde en erkende leemten overeenkomstig de WHO-procedure, in samenhang met het verslag dat beschikbaar is op http://www.who.int/phi/cewg_report/en/ en overeenkomstig de lijst van demonstratieprojecten die zijn geselecteerd door de Global Technical Consultative Meeting on Health R&D Demonstration Projects.

Naast verbetering van de aanvaardbaarheid van behandelingen en diagnostiek, zal het project bijdragen tot ten minste een van de volgende doelstellingen:

de aanbeveling van effectieve en efficiënte mechanismen voor de coördinatie met andere lopende initiatieven;

het voorstellen van innovatieve manieren om de prijs van het eindproduct los te koppelen van de kosten van O&O;

de optimalisering van publiek-publieke en publiek-private partnerschappen voor wat betreft het delen van kennis, met inbegrip van innovatiemethoden voor toegankelijke kennis;

de versterking van de onderzoekscapaciteit, de ontwikkeling en de productie in ontwikkelingslanden, onder meer door de overdracht van technologie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 23
Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

790 000

395 000

 

 

 

 

Toelichting

Het proefproject heeft ten doel ngo's, slachtoffers en getuigen te ondersteunen die genoegdoening eisen voor internationale misdrijven, en ondersteuning te verlenen aan advocaten in de Democratische Republiek Congo (DCR) die slachtoffers vertegenwoordigen in processen van strategisch belang op nationaal, regionaal en internationaal niveau.

Verwachte resultaten:

gedetailleerde informatie over internationale misdrijven, met name over misdrijven van seksueel en gendergerelateerd geweld, en over de voortgang bij de bestrijding van straffeloosheid;

deugdelijke opleiding van nationale advocaten, zodat zij in staat zijn slachtoffers van internationale misdrijven te verdedigen ten overstaan van nationale rechtbanken;

versterking van nationale mensenrechtenorganisaties wat betreft hun vermogen om slachtoffers bij te staan bij hun strijd tegen straffeloosheid ten aanzien van de ernstigste misdrijven;

betere bescherming van degenen die zich inzetten voor de strijd tegen straffeloosheid;

het aanhangig maken van zaken bij regionale mensenrechtenorganen, ontwikkeling van jurisprudentie die slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld toegang tot de rechter en schadeloosstelling biedt;

een krachtigere strategie van de openbaar aanklager van het Internationaal Strafhof voor strafrechtelijke vervolging, met name in gevallen van seksuele misdrijven, en toegang van slachtoffers tot het Internationaal Strafhof;

de toerusting van intergouvernementele organisaties om actie te ondernemen tegen straffeloosheid ten aanzien van de ernstigste misdrijven;

verklaringen en concrete handelingen (wets- en institutionele hervormingen) door nationale autoriteiten ter bevordering van de strijd tegen straffeloosheid ten aanzien van de ernstigste misdrijven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 03 —   EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 03

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

21 03 01

Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

21 03 01 01

Mediterrane landen — Mensenrechten en mobiliteit

4

193 000 000

33 675 282

211 086 641

27 144 052

 

 

 

21 03 01 02

Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

553 545 237

96 576 523

687 811 401

88 913 714

 

 

 

21 03 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

44 500 000

7 764 509

80 199 203

13 961 057

 

 

 

21 03 01 04

Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

4

286 500 000

218 104 163

300 000 000

200 000 000

 

 

 

 

Artikel 21 03 01 — Subtotaal

 

1 077 545 237

356 120 477

1 279 097 245

330 018 823

 

 

 

21 03 02

Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

21 03 02 01

Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten en mobiliteit

4

207 296 000

36 205 291

247 066 602

233 628 498

 

 

 

21 03 02 02

Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

302 300 000

52 746 310

339 852 750

34 154 482

 

 

 

21 03 02 03

Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

8 000 000

1 395 866

12 966 060

916 204

 

 

 

 

Artikel 21 03 02 — Subtotaal

 

517 596 000

90 347 467

599 885 412

268 699 184

 

 

 

21 03 03

Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

21 03 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

82 806 886

14 447 219

6 500 000

933 214

 

 

 

21 03 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

21 03 03 03

Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap

4

219 801 253

43 044 996

163 771 093

49 853 695

 

 

 

 

Artikel 21 03 03 — Subtotaal

 

302 608 139

57 492 215

170 271 093

50 786 909

 

 

 

21 03 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees Nabuurschapsinstrument (ENI)

4

90 654 000

61 830 124

80 486 950

8 736 028

 

 

 

21 03 51

Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

4

965 917 684

912 500 000

2 479 781 131,40

1 347 827 195,49

139,54

21 03 52

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

48 773 098

68 000 000

76 232 416,89

73 824 131,50

151,36

21 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 03 77 01

Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

4

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

170 963,19

 

21 03 77 02

Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

4

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

21 03 77 03

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

4

p.m.

335 789

855 000

0,—

89 250,—

26,58

21 03 77 04

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

4

p.m.

310 604

315 000

0,—

587 579,79

189,17

21 03 77 05

Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische Lente

4

p.m.

1 150 076

2 740 012

1 370 006

 

 

 

 

Artikel 21 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 796 469

2 740 012

2 540 006

0,—

847 792,98

47,19

 

Hoofdstuk 21 03 — Totaal

 

1 988 403 376

1 582 277 534

2 132 480 712

1 641 280 950

2 556 013 548,29

1 422 499 119,97

89,90

21 03 01
Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

21 03 01 01
Mediterrane landen — Mensenrechten en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

193 000 000

33 675 282

211 086 641

27 144 052

 

 

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

mensenrechten en fundamentele vrijheden,

rechtsstaat,

gelijkheidsbeginselen,

duurzame en blijvende democratie,

goed bestuur,

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners,

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen,

bevorderen van contacten tussen mensen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 01 02
Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

553 545 237

96 576 523

687 811 401

88 913 714

 

 

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

institutionele opbouw,

investeringen,

duurzame en inclusieve ontwikkeling in alle aspecten,

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector,

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie,

plattelandsontwikkeling,

klimaatmaatregelen,

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 01 03
Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

44 500 000

7 764 509

80 199 203

13 961 057

 

 

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

vertrouwens- en vredesopbouw, onder meer bij kinderen,

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten,

bijstand aan vluchtelingen en ontheemden, met inbegrip van kinderen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 01 04
Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

286 500 000

218 104 163

300 000 000

200 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.

De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:

ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling;

bevorderen van sociale en economische ontwikkeling;

het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning;

bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza;

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma's inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie;

financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces;

financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking;

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie;

het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 02
Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

21 03 02 01
Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

207 296 000

36 205 291

247 066 602

233 628 498

 

 

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

mensenrechten en fundamentele vrijheden,

rechtsstaat,

gelijkheidsbeginselen,

duurzame en blijvende democratie,

goed bestuur,

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners,

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen,

bevorderen van contacten tussen mensen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 02 02
Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

302 300 000

52 746 310

339 852 750

34 154 482

 

 

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

institutionele opbouw,

investeringen,

duurzame en inclusieve ontwikkeling in alle aspecten,

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector,

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie,

plattelandsontwikkeling,

klimaatmaatregelen,

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 14.3.2014, blz. 27).

21 03 02 03
Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 000 000

1 395 866

12 966 060

916 204

 

 

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

vertrouwenwekkende maatregelen,

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten,

bijstand aan vluchtelingen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Een deel van deze kredieten zal worden gebruikt voor maatregelen gericht op de vele vastgelopen conflicten in het oostelijke nabuurschap en ter ondersteuning van de zoektocht naar politieke oplossingen hiervoor.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 03
Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

21 03 03 01
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

82 806 886

14 447 219

6 500 000

933 214

 

 

Toelichting

Oude post 21 03 03 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van grensoverschrijdende programma's tussen de lidstaten enerzijds en de partnerlanden en/of de Russische federatie anderzijds, aan de buitengrenzen van de EU, om geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking te stimuleren tussen naburige grensgebieden, en harmonieuze territoriale integratie doorheen de Unie en met de buurlanden.

De vastleggingen voor grensoverschrijdende samenwerking 2015 weerspiegelen het eerste jaar van uitvoering en de vastleggingen zullen in de periode 2015-2020 een stijgende lijn vertonen (net als in de periode 2007-2013).

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 03 02
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling voor Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 aan grensoverschrijdende en zeebekkensamenwerkingsprogramma's binnen het Europees nabuurschapsinstrument.

Uit dit krediet moet in het bijzonder steun worden verleend voor programma's voor grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Europese Unie tussen partnerlanden en lidstaten, teneinde geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling tussen naburige grensregio's, met inbegrip van de Oostzee en de Zwarte Zee, en harmonieuze territoriale integratie in de gehele Unie en met naburige landen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 03 03
Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

219 801 253

43 044 996

163 771 093

49 853 695

 

 

Toelichting

Kredieten van dit artikel zullen voornamelijk worden gebruikt om de overkoepelende meerlandenprogramma's te financieren die de financiële toewijzingen voor een land aanvullen. De doelstelling van de overkoepelende meerlandenprogramma's — als bepaald in Verordening (EU) nr. 232/2014 — is om de uitvoering van de op stimulansen gebaseerde aanpak te vergemakkelijken.

De kredieten van dit artikel zullen ook worden gebruikt voor acties die:

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de Unie voor het Middellandse Zeegebied,

algemene ondersteuning bieden voor de werking van het Oostelijke Partnerschap.

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de andere regionale samenwerkingsverbanden, zoals de noordelijke dimensie en de synergie voor het Zwarte Zeegebied.

Zij zullen ook gebruikt worden voor acties om het niveau en het vermogen van de tenuitvoerlegging van de ondersteuning van de Unie te verbeteren en voor acties om het grote publiek en mogelijke begunstigden van ondersteuning te informeren en de zichtbaarheid te vergroten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 20
Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees Nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

90 654 000

61 830 124

80 486 950

8 736 028

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en financiële bijstand die in het kader van dit extern instrument wordt verleend ter ondersteuning van de internationale dimensie van het hoger onderwijs voor de uitvoering van het „Erasmus voor iedereen”-programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

21 03 51
Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

965 917 684

912 500 000

2 479 781 131,40

1 347 827 195,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Het dient eveneens ter dekking van de voltooiing van de financiële protocollen met mediterrane landen, waaronder onder meer steun voor de Europees-mediterrane investeringsfaciliteit binnen de Europese Investeringsbank, en dekt de uitvoering van de in het kader van de derde en vierde financiële protocollen met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied voorziene financiële steunmaatregelen, andere dan die van de Europese Investeringsbank Deze protocollen hebben betrekking op de periode van 1 november 1986 tot en met 31 oktober 1991, voor de derde financiële protocollen, en op de periode van 1 november 1991 tot en met 31 oktober 1996, voor de vierde financiële protocollen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2210/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 263 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2211/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 264 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2212/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 265 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2213/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 266 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2214/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 267 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2215/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 268 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2216/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 269 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3177/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3178/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 8).

Verordening (EEG) nr. 3179/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3181/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 29).

Verordening (EEG) nr. 3182/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 36).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit 88/30/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 1).

Besluit 88/31/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 9).

Besluit 88/32/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 17).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/206/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 13).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Verordening (EEG) nr. 1762/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de toepassing van de protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 1), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (PB L 182 van 16.7.1994, blz. 4), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 213/96 van de Raad van 29 januari 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van het financieel instrument „EC Investment Partners” ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

21 03 52
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 773 098

68 000 000

76 232 416,89

73 824 131,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

21 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

21 03 77 01
Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

170 963,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 03 77 02
Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 03 77 03
Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

335 789

855 000

0,—

89 250,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 03 77 04
Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

310 604

315 000

0,—

587 579,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 03 77 05
Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische Lente

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 150 076

2 740 012

1 370 006

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Aangezien verscheidenheid en complexiteit van de nationale wetgevingen in aangezochte staten en de gebrekkige juridische deskundigheid en beperkte institutionele capaciteit in verzoekende staten belangrijke obstakels vormen voor de terugvordering van activa door landen van de Arabische Lente in een overgangsfase, is het van vitaal belang om uitgebreide juridische en technische ondersteuning te verlenen aan de betreffende zuid-mediterrane partnerlanden.

Dit proefproject, gebaseerd op bestaande initiatieven van de Unie ter ondersteuning van Egypte en Tunesië bij de terugvordering van wederrechtelijk verkregen vermogen dat was gestolen door voormalige dictators en hun regimes, dient ter versterking van de EU-activiteiten op dit gebied, door middel van capaciteitsopbouw en de bevordering van samenwerking en deskundigheid en de uitwisseling van informatie tussen de verzoekende en de aangezochte staten, en zo nodig de herziening van nationale wetgeving.

Met dit proefproject worden de aanloopkosten gedekt en worden de jaarlijkse uitgaven voor dit ondersteuningsmechanisme gefinancierd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 04 —   EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

21 04 01

Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

4

130 166 185

35 737 439

132 782 020

3 815 739

 

 

 

21 04 51

Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

4

77 948 317

86 300 000

129 367 272,—

110 299 331,90

141,50

21 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 01

Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

21 04 77 02

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

4

p.m.

167 894

p.m.

p.m.

0,—

59 012,71

35,15

 

Artikel 21 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

167 894

p.m.

p.m.

0,—

59 012,71

35,15

 

Hoofdstuk 21 04 — Totaal

 

130 166 185

113 853 650

132 782 020

90 115 739

129 367 272,—

110 358 344,61

96,93

21 04 01
Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

130 166 185

35 737 439

132 782 020

3 815 739

 

 

Toelichting

De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

De activiteiten zullen zich met name concentreren op:

de versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van de vrouw, zoals vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens en andere internationale en regionale mensenrechteninstrumenten, met bijzondere aandacht voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en digitale vrijheden, alsook de versterking van de bescherming, de bevordering en de bewaking van de mensenrechten, vooral door steun aan relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenactivisten en slachtoffers van onderdrukking of mishandeling;

ondersteuning en consolidering van democratische hervormingen in derde landen, met uitzondering van de verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie, door de participatieve en representatieve democratie te vergroten, de positie van vrouwen en de algemene democratische cyclus te versterken en de electorale procedure betrouwbaarder te maken.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7 van het Financieel Reglement, in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot instelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 14.03.2014, blz. 85).

21 04 51
Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 948 317

86 300 000

129 367 272,—

110 299 331,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten in de periode 2007-2013.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

21 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 01
Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 04 77 02
Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

167 894

p.m.

p.m.

0,—

59 012,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 05 —   INSTRUMENT VOOR VREDE EN STABILITEIT (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EN NIEUWE BEDREIGINGEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 05

INSTRUMENT VOOR VREDE EN STABILITEIT (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EN NIEUWE BEDREIGINGEN

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende en nieuwe bedreigingen

4

64 000 000

18 067 424

82 255 223

4 031 479

 

 

 

21 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

4

29 700 678

44 810 916

74 600 000,—

44 326 263,14

149,24

21 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 05 77 01

Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

4

p.m.

83 947

495 000

0,—

290 318,75

345,84

21 05 77 02

Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

37 117,23

 

 

Artikel 21 05 77 — Subtotaal

 

p.m.

83 947

p.m.

495 000

0,—

327 435,98

390,05

 

Hoofdstuk 21 05 — Totaal

 

64 000 000

47 852 049

82 255 223

49 337 395

74 600 000,—

44 653 699,12

93,32

21 05 01
Wereldwijde en grensoverschrijdende en nieuwe bedreigingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

64 000 000

18 067 424

82 255 223

4 031 479

 

 

Toelichting

Dit krediet dekt de bijstand voor het aanpakken van mondiale en transregionale dreigingen en opkomende dreigingen, als bepaald in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 230/2014 tot invoering van een instrument dat bijdraagt tot stabiliteit en vrede.

Het dient ter dekking van acties om landen en bevolkingen te beschermen tegen hetzij opzettelijk, hetzij door ongevallen of door de natuur veroorzaakte risico's. Dit kan onder meer omvatten:

het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren;

steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma's;

steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma;

het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging of efficiënte grenscontroles), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle. De acties hebben betrekking op zowel natuur- en industriële rampen als op criminele activiteiten;

steun aan IAEA voor de vergroting van hun technische capaciteit om de illegale handel in radioactieve materialen op te sporen;

de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking;

de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied.

Andere maatregelen op het vlak van mondiale en transregionale dreigingen betreffen:

de versterking van de capaciteit van de politiële, justitiële en civiele autoriteiten die zich bezighouden met de bestrijding van terrorisme — tegen gewelddadig extremisme — en georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel, mensenhandel, handel in vuurwapens en explosieven, cybercriminaliteit, namaakgeneesmiddelen, en daadwerkelijke controle van illegale handel en doorvoer. Een nieuwe prioriteit is het aanpakken van mondiale en transregionale gevolgen van de klimaatverandering die een potentieel destabiliserend effect hebben;

steun voor maatregelen ter bestrijding van bedreigingen voor internationaal vervoer, energievoorziening en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer en energiedistributie, en elektronische informatie- en communicatienetwerken;

een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals pandemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen.

Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgrondslag

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

21 05 51
Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 700 678

44 810 916

74 600 000,—

44 326 263,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1724/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1725/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in andere landen dan ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

21 05 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

21 05 77 01
Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

83 947

495 000

0,—

290 318,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 05 77 02
Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

37 117,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 06 —   INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID (INSC)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID (INSC)

21 06 01

Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

4

29 740 640

13 689 696

29 346 872

24 814 789

 

 

 

21 06 02

Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRO) ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl

4

30 000 000

29 511 172

 

 

 

 

 

21 06 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

4

15 566 343

29 750 000

52 476 000,—

51 913 325,93

333,50

 

Hoofdstuk 21 06 — Totaal

 

59 740 640

58 767 211

29 346 872

54 564 789

52 476 000,—

51 913 325,93

88,34

21 06 01
Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 740 640

13 689 696

29 346 872

24 814 789

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bevordering van een effectieve nucleaire beveiligings- en veiligheidscultuur op alle niveaus, in het bijzonder door:

permanente steun voor regulerende lichamen, organisaties voor technische ondersteuning en de versterking van het regelgevingskader, met name met betrekking tot vergunningsactiviteiten, om te komen tot een sterk en onafhankelijk gereglementeerd toezicht;

steun voor het op veilige wijze vervoeren, behandelen en verwijderen van bestraalde splijtstof en radioactief afval van zowel kerncentrales als van andere (wees-)bronnen (medische toepassingen, uraniumwinning);

de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de ontmanteling van bestaande installaties en de sanering van de terreinen van voormalige nucleaire installaties;

de bevordering van effectieve regelgevingskaders, procedures en systemen om een toereikende bescherming te waarborgen tegen ioniserende straling van radioactieve materialen, met name van hoogactieve radioactieve bronnen, en de veilige verwijdering daarvan;

de financiering van stresstest op basis van het acquis;

de totstandbrenging van het nodige regelgevingskader en de nodige methoden voor de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, onder meer ook voor goede administratie en controle van splijtstoffen op het niveau van de overheid en van de exploitant;

de instelling van effectieve regelingen voor de preventie van ongevallen die radiologische gevolgen hebben en voor de inperking van de gevolgen van eventuele dergelijke ongevallen, alsmede voor rampenplannen en maatregelen ter voorbereiding en reactie op noodsituaties, civiele bescherming en herstel;

maatregelen ter bevordering van internationale samenwerking (onder meer in het kader van de bevoegde internationale organisaties, met name de IAEA) op bovengenoemde terreinen, waaronder de uitvoering van en het toezicht op internationale overeenkomsten en verdragen, uitwisseling van informatie en opleiding en onderzoek;

beter voorbereid zijn op kernongevallen, en opleiding en begeleiding om de capaciteit van de regelgevers te vergroten.

Dit krediet dient ook ter dekking van gezondheids- en milieuprojecten in verband met de gevolgen van het ongeval in Tsjernobyl voor de menselijke gezondheid en het milieu, in het bijzonder in Oekraïne en Belarus.

Voorrang zal worden gegeven aan de behoeften van de landen die deel uitmaken van het nabuurschapsbeleid van de Unie.

Relevante werkzaamheden die eerder werden uitgevoerd in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun, zullen worden overgenomen door het INSC, om een allesomvattende benadering te waarborgen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 02
Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRO) ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 000 000

29 511 172

 

 

 

 

Toelichting

Nieuw artikel

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de voltooiing van de inkapseling van Tsjernobyl na het ongeval van 1986.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 51
Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 566 343

29 750 000

52 476 000,—

51 913 325,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Besluit 2006/908/EG, Euratom van de Raad van 4 december 2006 betreffende de eerste tranche van de derde financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 28).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 07 —   PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

21 07 01

Samenwerking met Groenland

4

30 698 715

33 637 321

24 569 471

11 699 882

 

 

 

21 07 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

4

p.m.

7 225 000

28 717 140,—

26 353 231,—

 

 

Hoofdstuk 21 07 — Totaal

 

30 698 715

33 637 321

24 569 471

18 924 882

28 717 140,—

26 353 231,—

78,35

21 07 01
Samenwerking met Groenland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 698 715

33 637 321

24 569 471

11 699 882

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

bijstand aan Groenland bij het aanpakken van zijn grootste uitdagingen, in het bijzonder de duurzame diversifiëring van de economie, de noodzaak om de vaardigheden van zijn beroepsbevolking, met inbegrip van wetenschappers, te vergroten, en de noodzaak om de Groenlandse informatiesystemen op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën te verbeteren;

versterking van het vermogen van het Groenlands bestuur om het nationaal beleid beter te formuleren en uit te voeren, met name op gebieden van wederzijds belang.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2014/137/EU van de Raad van 14 maart 2014 inzake betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 76 van 15.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

21 07 51
Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

7 225 000

28 717 140,—

26 353 231,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan vóór 2014.

Rechtsgronden

Besluit 2006/526/EG van de Raad van 17 juli 2006 inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 28).

Referentiebesluiten

Gemeenschappelijke verklaring van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, inzake het partnerschap tussen de Europese Gemeenschap en Groenland, ondertekend te Luxemburg op 27 juni 2006 (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 32).

HOOFDSTUK 21 08 —   WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

4

24 130 000

23 622 115

23 657 510

17 625 000

25 840 000,—

19 957 790,—

84,49

21 08 02

Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingskwesties

4

11 508 000

11 265 781

13 330 508

5 190 000

11 086 662,59

6 783 353,52

60,21

 

Hoofdstuk 21 08 — Totaal

 

35 638 000

34 887 896

36 988 018

22 815 000

36 926 662,59

26 741 143,52

76,65

21 08 01
Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 130 000

23 622 115

23 657 510

17 625 000

25 840 000,—

19 957 790,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van evaluaties vooraf en achteraf, monitoring en steunmaatregelen tijdens de fase van programmering, opstelling en uitvoering van ontwikkelingsmaatregelen, -strategieën en -beleid, waaronder:

studies naar de effectiviteit, efficiency, relevantie, impact en levensvatbaarheid van, en de ontwikkeling van effectmetingen en -indicatoren voor ontwikkelingssamenwerking;

monitoring van maatregelen tijdens de uitvoering en na afsluiting;

steunmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de systemen, methodieken en praktijken voor de monitoring van lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen;

terugkoppeling van informatie en voorlichting over bevindingen, conclusies en aanbevelingen van evaluties naar het besluitvormingsproces;

ontwikkeling van de methoden om de kwaliteit en het nut van evaluaties te verbeteren, waaronder research, terugkoppeling, informatie- en opleidingsactiviteiten daaromtrent.

Dit krediet dient ook voor de financiering van audits betreffende het beheer van programma's en projecten die door de Commissie worden uitgevoerd op het vlak van externe steun, en voor de financiering van opleidingsactiviteiten die gebaseerd zijn op de specifieke voorschriften betreffende de externe steun van de Unie en worden georganiseerd voor externe auditors.

Dit krediet dient bovendien ook ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, en activiteiten inzake opleidingen en capaciteitsopbouw voor de belangrijkste betrokkenen bij het ontwerp en de tenuitvoerlegging van programma's voor externe steun.

Ten slotte dient dit krediet ter financiering van de uitgaven voor onderzoeken en het opstellen van methodologische instrumenten, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties, alsook kennisdeling en opleidingsactiviteiten met betrekking tot de opzet en de uitvoering van programma's voor externe bijstand, in het bijzonder voor het beheer van de project- en programmacyclus en capaciteitsontwikkeling.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 08 02
Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingskwesties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 508 000

11 265 781

13 330 508

5 190 000

11 086 662,59

6 783 353,52

Toelichting

De bijdrage uit de begroting verschaft de Commissie middelen voor de nodige maatregelen ter ondersteuning van de voorbereiding en de omschrijving van en het toezicht op de coördinerende maatregelen binnen het ontwikkelingsbeleid. Beleidscoördinatie is van essentieel belang om te komen tot coherente, aanvullende en efficiënte hulp en ontwikkeling.

Deze maatregelen zijn van het grootste belang voor de vorm- en richtinggeving van het Europese ontwikkelingsbeleid op het niveau van strategie en programmering. Het Europese ontwikkelingsbeleid staat specifiek beschreven in de Verdragen (de artikelen 208 en 210 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie). De uniale hulp en het nationale beleid van de lidstaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking moeten elkaar aanvullen en versterken en dit is niet mogelijk zonder coördinatie. Op grond van artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet de Commissie optreden als coördinator van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de lidstaten en van de Unie en de maatregelen die in uitvoering daarvan worden genomen.

Deze coördinatie door de Commissie is niet alleen een grote toegevoegde waarde voor het beleid van de lidstaten, maar is ook een prioriteit waar de doelstellingen van de Unie en de internationale gemeenschap elkaar kruisen. Zij komt tegemoet aan een aanhoudende en groeiende vraag van de andere Europese instellingen en is erkend door de lidstaten en het Europees Parlement in het kader van de Europese Raad van Barcelona van maart 2002.

Dit krediet dient ter dekking van verschillende soorten activiteiten:

Maatregel A: Coördinatie op Europees en internationaal niveau

studies naar de effectiviteit, relevantie, impact en levensvatbaarheid van coördinatie, bijeenkomsten van deskundigen en uitwisseling tussen de Commissie, de lidstaten, andere internationale actoren (VS, nieuwe donoren, enz.) en internationale fora zoals de Zuid-zuidsamenwerking;

onderzoek, communicatie, raadpleging en evaluatiediensten, ook voor technische bijstand;

monitoring van maatregelen en beleid in uitvoering;

ondersteuningsmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het toezicht op lopende acties en de voorbereiding van toekomstige acties, ook op het vlak van capaciteitsopbouw;

maatregelen ter ondersteuning van buitenlandse coördinatie-initiatieven;

het opstellen van gemeenschappelijke standpunten, verklaringen en initiatieven;

de organisatie van evenementen op het gebied van coördinatie;

de bijdrage van de Commissie voor lidmaatschap van de internationale organisaties en netwerken;

verspreiding van informatie door middel van het uitbrengen van publicaties en het ontwikkelen van informatiesystemen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de financiering van activiteiten inzake onderzoek voor ontwikkelingsbeleidsvorming, voortbouwend op de ervaring met het initiatief betreffende de mobilisering van Europees onderzoek voor ontwikkelingsbeleid en met het Europees Ontwikkelingsverslag. Deze activiteiten omvatten ook steun voor geavanceerd onderzoek en gestructureerde debatten om de synergie tussen onderzoekers en beleidsmakers te vergroten, met als doel de verfijning van het Europees perspectief inzake belangrijke ontwikkelingsproblemen en de vergroting van de invloed van de Unie op de internationale ontwikkelingsagenda op basis van onafhankelijke kennis en onderzoek.

Maatregel B: Bewustmaking

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om het ontwikkelingsbeleid van de Unie en de lidstaten bekend te maken en om het grote publiek bewust te maken van ontwikkelingsvraagstukken. Het voorziet tevens in de nodige financiering voor de voorbereiding, lancering en bekendmaking van het „Europees jaar voor ontwikkelingssamenwerking 2015”, dat de Commissie op initiatief van het Europees Parlement heeft voorgesteld. Hierbij kan de Commissie, zoals bij vorige Europese jaren, bewustmakingsactiviteiten medefinancieren met lidstaten, met name landen waar ontwikkelingssamenwerking (als donor) nog niet echt ingeburgerd is, en met organisaties van het maatschappelijk middenveld. Dit Europees jaar moet leiden tot bijkomende maatregelen die in Europa en in derde landen worden gefinancierd in het kader van het internationaal proces voor de vaststelling en lancering van het wereldwijde ontwikkelingskader voor de periode na 2015, dat de millenniumontwikkelingsdoelstellingen moet vervangen. Alle maatregelen die uit deze actie gefinancierd worden, dienen te voldoen aan de volgende aspecten, die elkaar volgens de instelling aanvullen:

het aspect „informatie” dat dient ter bevordering van de diverse maatregelen die de Unie op het gebied van ontwikkelingshulp neemt, alsook de maatregelen die tezamen met de lidstaten en de andere internationale organisaties worden genomen;

een onderdeel dat op de bewustmaking van de publieke opinie in zowel de Unie als de ontwikkelingslanden is toegespitst.

Deze maatregelen behelzen voornamelijk, maar niet uitsluitend, financiële steun voor audiovisuele projecten, publicaties, seminars en evenementen met betrekking tot ontwikkeling, de productie van voorlichtingsmateriaal, de ontwikkeling van voorlichtingssystemen, en de Lorenzo Natali-prijs voor ontwikkelingsjournalistiek.

Deze activiteiten richten zich op de partners in de publieke en particuliere sector, alsook op vertegenwoordigers en delegaties van de Europese Unie in de lidstaten.

Dit krediet dient bovendien ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten die zijn gericht op de burgers van de Unie en betrekking hebben op het gehele buitenlandse beleid van de Unie.

In de voorlichtingsacties zullen onderstaande gebieden aan de orde worden gesteld, maar kan ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van de buitenlandse betrekkingen van de Unie, met name in verband met de toekomst van het buitenlandse beleid van de Unie:

de onbekendheid van het grote publiek met de buitenlandse hulp aanpakken. Het doel hiervan is te verduidelijken dat de buitenlandse hulp onlosmakelijk deel uitmaakt van de activiteiten van de Unie en een van de cruciale beleidsvormen is die het gezicht van de Unie en haar rol in de wereld bepalen en het besef te laten doordringen dat Unie namens de burgers van de Unie tastbare resultaten behaalt op het vlak van armoedebestrijding en het bevorderen van duurzame mondiale ontwikkeling van hoge kwaliteit;

het „Europees nabuurschapsbeleid” (ENB). Het Europees nabuurschapsbeleid bouwt voort op een mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2003, getiteld „De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden” (COM(2003) 104 final). Met de onder deze activiteit vallende maatregelen zal opnieuw informatie worden verstrekt over de activiteiten van de Unie in het kader van haar Europees nabuurschapsbeleid;

in samenwerking met de Raad te verrichten voorlichtingsactiviteiten over de doelstellingen en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid;

de organisatie van bezoeken voor groepen van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.

De Commissie heeft twee mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's aangenomen betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 final en COM(2002) 350 final). In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking tussen de instellingen en de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Dit krediet dient ten slotte ter dekking van:

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

uitgaven voor drukwerk, vertalingen, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en de aankoop van publicatiemateriaal dat rechtstreeks verband houdt met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor publicaties, productie, opslag, distributie en verspreiding van informatiemateriaal, met name via het Bureau voor publicaties van de Europese Unie, en andere administratieve kosten die verband houden met de coördinatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Besluit nr. 472/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 over het Europees Jaar voor ontwikkeling (2015) (PB L 136 van 9.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 09 —   VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

21 09 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01

Azië

4

13 540 855

8 614 743

28 850 000,—

7 277 985,67

53,75

21 09 51 02

Latijns-Amerika

4

8 804 880

3 172 958

16 000 000,—

3 500 918,87

39,76

21 09 51 03

Afrika

4

712 499

1 436 500

2 400 000,—

1 163 998,—

163,37

 

Artikel 21 09 51 — Subtotaal

 

23 058 234

13 224 201

47 250 000,—

11 942 902,54

51,79

 

Hoofdstuk 21 09 — Totaal

 

23 058 234

13 224 201

47 250 000,—

11 942 902,54

51,79

21 09 51
Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01
Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 540 855

8 614 743

28 850 000,—

7 277 985,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 02
Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 804 880

3 172 958

16 000 000,—

3 500 918,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 03
Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

712 499

1 436 500

2 400 000,—

1 163 998,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE STEUN VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL GENERAAL INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING — EUROPEAID

BELEIDSSTRATEGIE EN SAMENWERKING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING — EUROPEAID

TITEL 22

UITBREIDING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

79 195 248

79 195 248

91 089 359

91 089 359

90 085 368,66

90 085 368,66

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

1 414 567 473

877 850 753

1 397 332 713

839 623 959

1 028 628 513,47

817 217 118,47

22 03

STEUNVERORDENING

30 600 000

18 722 539

31 482 280

18 169 738

31 001 930,25

18 560 762,15

 

Titel 22 — Totaal

1 524 362 721

975 768 540

1 519 904 352

948 883 056

1 149 715 812,38

925 863 249,28

HOOFDSTUK 22 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

22 01 01

Uitgaven die verband houden met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 01 01

Uitgaven die verband houden met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden van het directoraat-generaal Uitbreiding

5,2

21 449 546

21 279 907

22 626 255,50

105,49

22 01 01 02

Uitgaven die verband houden met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden van het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5,2

7 722 137

7 975 308

7 438 570,99

96,33

 

Artikel 22 01 01 — Subtotaal

 

29 171 683

29 255 215

30 064 826,49

103,06

22 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 02 01

Extern personeel van het directoraat-generaal Uitbreiding

5,2

1 818 129

1 792 195

2 164 484,64

119,05

22 01 02 02

Extern personeel van het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5,2

1 119 577

1 213 666

1 561 423,—

139,47

22 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding

5,2

1 098 544

1 184 507

1 117 667,—

101,74

22 01 02 12

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5,2

451 423

483 791

571 292,85

126,55

 

Artikel 22 01 02 — Subtotaal

 

4 487 673

4 674 159

5 414 867,49

120,66

22 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Uitbreiding

5,2

1 361 747

1 377 663

1 700 759,16

124,90

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5,2

2 114 251

4 234 102

4 745 586,—

224,46

 

Artikel 22 01 03 — Subtotaal

 

3 475 998

5 611 765

6 446 345,16

185,45

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

4

41 174 894

50 498 220

47 030 329,52

114,22

 

Artikel 22 01 04 — Subtotaal

 

41 174 894

50 498 220

47 030 329,52

114,22

22 01 06

Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

4

885 000

1 050 000

1 129 000,—

127,57

 

Artikel 22 01 06 — Subtotaal

 

885 000

1 050 000

1 129 000,—

127,57

 

Hoofdstuk 22 01 — Totaal

 

79 195 248

91 089 359

90 085 368,66

113,75

22 01 01
Uitgaven die verband houden met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 01 01
Uitgaven die verband houden met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden van het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 449 546

21 279 907

22 626 255,50

22 01 01 02
Uitgaven die verband houden met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden van het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 722 137

7 975 308

7 438 570,99

22 01 02
Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 02 01
Extern personeel van het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 818 129

1 792 195

2 164 484,64

22 01 02 02
Extern personeel van het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 119 577

1 213 666

1 561 423,—

22 01 02 11
Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 098 544

1 184 507

1 117 667,—

22 01 02 12
Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

451 423

483 791

571 292,85

22 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 03 01
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 361 747

1 377 663

1 700 759,16

22 01 03 02
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 114 251

4 234 102

4 745 586,—

22 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

41 174 894

50 498 220

47 030 329,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingssteun, TAIEX en de steun aan de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap, meer bepaald:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (personeel op contractbasis of gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van agentschappen), beperkt tot 7 019 624 EUR. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per manjaar, bestaande voor 90 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 10 % uit de extra kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen (met inbegrip van langetermijnmissies), informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (personeel op contractbasis, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsook in de posttoetredingstransitieteams van de Commissie die tijdens de overgangsfase in de nieuwe lidstaten actief blijven (personeel op contractbasis, personeel van agentschappen) voor taken die rechtstreeks verband houden met de voltooiing van de toetredingsprogramma’s. In beide gevallen dekt het krediet ook de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, informatiesystemen, voorlichting, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken, alsook publicatie en andere administratieve of technische bijstand die direct verband houdt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven uit hoofde van post 22 02 en 22 03.

22 01 06
Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

885 000

1 050 000

1 129 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur in verband met het beheer van programma's op het beleidsterrein „Uitbreiding”. De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling voor de programmaperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma's waarbij begunstigden van pretoetredingssteun betrokken zijn. Het krediet zal in het kader van het programma „Erasmus+” tevens de exploitatiekosten dekken van bepaalde acties van dat programma ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs en andere acties.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 22 02 —   UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

22 02 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

22 02 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

203 000 000

44 582 508

249 800 347

16 274 124

 

 

 

22 02 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

316 000 000

15 348 077

249 800 347

16 274 124

 

 

 

 

Artikel 22 02 01 — Subtotaal

 

519 000 000

59 930 585

499 600 694

32 548 248

 

 

 

22 02 02

Steun voor IJsland

22 02 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

6 000 000

420 000

 

 

 

22 02 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

6 000 000

420 000

 

 

 

 

Artikel 22 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

12 000 000

840 000

 

 

 

22 02 03

Steun voor Turkije

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

213 000 000

84 751 355

294 172 948

19 174 167

 

 

 

22 02 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

353 000 000

99 557 933

294 172 948

19 174 167

 

 

 

 

Artikel 22 02 03 — Subtotaal

 

566 000 000

184 309 288

588 345 896

38 348 334

 

 

 

22 02 04

Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01

Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

4

294 934 687

51 535 709

264 697 163

23 410 407

 

 

 

22 02 04 02

Bijdrage voor Erasmus+

4

31 115 000

21 780 981

29 243 936

4 036 318

 

 

 

22 02 04 03

Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

4

3 517 786

3 428 016

3 445 024

3 445 024

 

 

 

 

Artikel 22 02 04 — Subtotaal

 

329 567 473

76 744 706

297 386 123

30 891 749

 

 

 

22 02 51

Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

4

p.m.

555 931 305

p.m.

735 141 998

1 028 628 513,47

814 583 702,24

146,53

22 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

p.m.

p.m.

763 960

0,—

1 782 271,26

 

22 02 77 02

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

934 869

p.m.

1 089 670

0,—

851 144,97

91,04

 

Artikel 22 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

934 869

p.m.

1 853 630

0,—

2 633 416,23

281,69

 

Hoofdstuk 22 02 — Totaal

 

1 414 567 473

877 850 753

1 397 332 713

839 623 959

1 028 628 513,47

817 217 118,47

93,09

22 02 01
Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

22 02 01 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

203 000 000

44 582 508

249 800 347

16 274 124

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

steun voor politieke hervormingen,

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 01 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

316 000 000

15 348 077

249 800 347

16 274 124

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 02
Steun voor IJsland

22 02 02 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

6 000 000

420 000

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

steun voor politieke hervormingen,

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 02 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

6 000 000

420 000

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 03
Steun voor Turkije

22 02 03 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

213 000 000

84 751 355

294 172 948

19 174 167

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

steun voor politieke hervormingen,

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 03 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

353 000 000

99 557 933

294 172 948

19 174 167

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 04
Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01
Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

294 934 687

51 535 709

264 697 163

23 410 407

 

 

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 vermelde begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014.

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale en meerbegunstigdenprogramma's voor pretoetredingssteun, gericht op de begunstigden.

Dit krediet dient tevens ter dekking van technische bijstand voor de begunstigden op het gebied van de totale aanpassing aan de wetgeving van de Unie, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95), dient dit begrotingsonderdeel ook ter dekking van uitgaven die direct verband houden met de uitvoering van IPA II betreffende activiteiten op het gebied van voorbereiding, follow-up, toezicht, audit en evaluatie alsook betreffende informatie- en communicatieactiviteiten, waaronder de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 02 04 02
Bijdrage voor Erasmus+

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 115 000

21 780 981

29 243 936

4 036 318

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs voor de uitvoering van het programma Erasmus voor iedereen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 15, lid 3.

22 02 04 03
Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 517 786

3 428 016

3 445 024

3 445 024

 

 

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Energiegemeenschap. Deze begroting heeft betrekking op administratieve uitgaven en beleidskredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

22 02 51
Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

555 931 305

p.m.

735 141 998

1 028 628 513,47

814 583 702,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen die zijn gedaan vóór 2014.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005 (deel van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 30 van de Akte van toetreding van Kroatië.

Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen (PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (Meda) (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad van 13 maart 2000 betreffende de uitvoering van acties in het kader van de pretoetredingsstrategie voor de Republiek Cyprus en de Republiek Malta (PB L 68 van 16.3.2000, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 764/2000 van de Raad van 10 april 2000 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije (PB L 94 van 14.4.2000, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1628/96 en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3906/89 en (EEG) nr. 1360/90, alsmede van de Besluiten 97/256/EG en 1999/311/EG (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad van 17 december 2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1).

Besluit nr. 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de sluiting van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap door de Europese Gemeenschap (PB L 198 van 20.7.2006, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01
Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

763 960

0,—

1 782 271,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 02 77 02
Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

934 869

p.m.

1 089 670

0,—

851 144,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 22 03 —   STEUNVERORDENING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 03

STEUNVERORDENING

22 03 01

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

4

30 600 000

18 722 539

31 482 280

18 169 738

31 001 930,25

18 560 762,15

99,14

 

Hoofdstuk 22 03 — Totaal

 

30 600 000

18 722 539

31 482 280

18 169 738

31 001 930,25

18 560 762,15

99,14

22 03 01
Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 600 000

18 722 539

31 482 280

18 169 738

31 001 930,25

18 560 762,15

Toelichting

Dit krediet zal de voortzetting mogelijk maken van steun in het kader van Verordening (EG) nr. 389/2006 om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken door de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te bevorderen met speciale aandacht voor economische integratie van die gebieden welke door deze verordening worden bestreken, met name acties voor plattelandsontwikkeling, herstructurering van infrastructuur, maatregelen voor verzoening en het herstel van vertrouwen, en beurzen in lidstaten voor Turks-Cypriotische studenten. Het TAIEX-instrument zal worden gebruikt voor de voorbereiding van wetgeving om het Unie-acquis meteen toe te passen zodra een politieke overeenkomst over hereniging is bereikt.

Dit krediet dient ook voor de voortzetting en van de financiële steun van de Unie ter facilitering van een intensivering van het werk van het comité vermiste personen, teneinde de doelstellingen te halen van het strategisch plan van dit comité inzake een snellere identificatie van vermisten, alsmede van de tenuitvoerlegging van de besluiten van het bi-communale technisch comité voor cultureel erfgoed, met inbegrip van projecten voor minderheden.

Dit krediet moet onder meer worden benut om de resultaten van werkzaamheden, leveringen en subsidies die met eerdere kredieten werden gefinancierd, te ondersteunen. Subsidieregelingen voor een brede waaier van begunstigden binnen het maatschappelijk middenveld van de gemeenschap: niet-gouvernementele organisaties, studenten en leraren, scholen, landbouwproducenten, kleine dorpen, de particuliere sector, kunnen worden voortgezet. Deze activiteiten beogen de sociaal-economische ontwikkeling en impliceren hereniging. Er moet indien mogelijk voorrang worden gegeven aan verzoeningsprojecten die een brug slaan tussen de twee gemeenschappen en vertrouwen scheppen. De maatregelen sluiten aan bij het sterke verlangen naar en het engagement van de Unie voor een oplossing en een hereniging op Cyprus.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL UITBREIDING

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL UITBREIDING

PRETOETREDINGSONDERHANDELINGEN OVER DE UITBREIDING

TITEL 23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

36 649 102

36 649 102

35 271 596

35 271 596

37 306 858,87

37 306 858,87

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

919 742 000

909 742 000

911 276 000

1 032 824 709

1 275 934 982,62

1 196 109 257,40

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

48 692 000

41 383 203

47 765 000

35 444 416

23 399 665,44

15 874 879,54

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

13 868 000

10 767 178

12 148 000

3 239 416

2 000 000,—

1 461 787,62

 

Titel 23 — Totaal

1 018 951 102

998 541 483

1 006 460 596

1 106 780 137

1 338 641 506,93

1 250 752 783,43

HOOFDSTUK 23 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

23 01 01

Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

21 552 668

20 580 568

21 070 977,14

97,77

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 038 987

2 006 811

2 763 480,07

135,53

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 692 154

1 822 829

1 997 531,93

118,05

 

Artikel 23 01 02 — Subtotaal

 

3 731 141

3 829 640

4 761 012,—

127,60

23 01 03

Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

1 368 293

1 332 388

1 580 996,02

115,55

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

4

9 100 000

9 000 000

9 722 591,71

106,84

23 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Uniemechanisme voor civiele bescherming binnen de Unie

3

p.m.

p.m.

171 282,—

 

 

Artikel 23 01 04 — Subtotaal

 

9 100 000

9 000 000

9 893 873,71

108,72

23 01 06

Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

4

897 000

529 000

 

 

 

Artikel 23 01 06 — Subtotaal

 

897 000

529 000

 

 

 

Hoofdstuk 23 01 — Totaal

 

36 649 102

35 271 596

37 306 858,87

101,79

23 01 01
Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 552 668

20 580 568

21 070 977,14

23 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 038 987

2 006 811

2 763 480,07

23 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 692 154

1 822 829

1 997 531,93

23 01 03
Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 368 293

1 332 388

1 580 996,02

23 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 100 000

9 000 000

9 722 591,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidsterrein „Humanitaire hulp”. Het gaat hierbij onder meer om:

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

honoraria en vergoedingen voor uitgaven in verband met dienstverleningscontracten voor audits en evaluaties van partners en activiteiten van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming;

uitgaven in verband met studies, informatiesystemen en publicaties, bewustmakings- en voorlichtingscampagnes en andere maatregelen die het EU-karakter van de hulpverlening doen uitkomen;

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (personeel op contractbasis of gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van agentschappen), beperkt tot 1 800 000 EUR. Dit personeel is bedoeld om de taken over te nemen die waren toevertrouwd aan externe contractanten in verband met de overname van de administratie van individuele deskundigen en voor het beheer van programma's in derde landen. Dit bedrag, gebaseerd op de geraamde jaarlijkse kosten per persoon per jaar, dient ter dekking van de bezoldiging van het externe personeel, evenals de kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie (IT) en telecommunicatie die verband houden met hun taken;

uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten, en voor de technische diensten die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Europees Centrum voor respons in noodsituaties. Dit centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt;

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van informatiesystemen die zijn bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, organisaties, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van humanitaire hulp en de deskundigen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming ter plaatse.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Deze toekenning dient ter dekking van administratieve uitgaven onder de artikelen 23 02 01 en 23 02 02.

23 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het Uniemechanisme voor civiele bescherming binnen de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

171 282,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor technische en/of administratieve ondersteuning in verband met de vormgeving, de voorbereiding, het beheer, de monitoring, de audit, het toezicht op en de beoordeling van het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten, en voor de technische en menselijke middelen die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Europees Centrum voor respons in noodsituaties. Dit centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt;

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het bereiken van de doelstellingen van het programma, alsmede eventuele andere uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc wordt uitbesteed.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 23 03.

23 01 06
Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

897 000

529 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten die het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur draagt voor het onder hoofdstuk 23 04 aan het agentschap toevertrouwde beheer van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/776/EU van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 02 —   HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

23 02 01

Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

4

882 446 000

872 446 000

874 529 000

1 003 981 467

1 239 761 106,36

1 158 073 037,38

132,74

23 02 02

Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

4

37 296 000

37 296 000

36 747 000

28 843 242

36 173 876,26

38 036 220,02

101,98

 

Hoofdstuk 23 02 — Totaal

 

919 742 000

909 742 000

911 276 000

1 032 824 709

1 275 934 982,62

1 196 109 257,40

131,48

23 02 01
Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

882 446 000

872 446 000

874 529 000

1 003 981 467

1 239 761 106,36

1 158 073 037,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire hulp en voedselhulp van humanitaire aard aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen. Hieraan zal uitvoering worden gegeven overeenkomstig de voorschriften voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.

Deze hulp wordt verstrekt zonder discriminatie op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid. Deze hulp wordt verleend zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire en voedselhulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire en voedselhulpoperaties nodig zijn.

Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de operaties van humanitaire hulp, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulpoperaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere transparantie.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:

haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire operaties;

het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken;

de controle op en de coördinatie van de hulpacties die deel uitmaken van de betrokken humanitaire hulp en voedselhulp, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de betrokken producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend, met inbegrip van het gebruik van tegenwaardefondsen;

maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen;

de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen uniale humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken;

studies en opleiding die verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het beleidsterrein humanitaire hulp en voedselhulp;

subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken;

humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelmijnen;

uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een eenjarig multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn;

het vervoer en distributie van hulp, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.;

ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.);

modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties;

de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.);

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire hulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek (vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven), van eenheden van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming in de gehele wereld;

Om overeenkomstig de artikelen 58 tot en met 61 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4% van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 02
Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

37 296 000

37 296 000

36 747 000

28 843 242

36 173 876,26

38 036 220,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor operaties die zijn gericht op paraatheid bij of preventie van rampen of vergelijkbare noodsituaties en voor de ontwikkeling van waarschuwingssystemen voor alle soorten natuurrampen (overstromingen, cyclonen, vulkaanuitbarstingen enz.); hieronder vallen ook aankoop en vervoer van de hiervoor benodigde uitrusting.

Het kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van rampenparaatheidsmaatregelen verband houdende uitgaven zoals:

de financiering van wetenschappelijke studies ter preventie van rampen;

het aanleggen van noodvoorraden van goederen en uitrusting die bij humanitaire hulpoperaties kunnen worden gebruikt;

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van rampenparaatheidsprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek (vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven), van eenheden van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming in de gehele wereld;

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4% van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 03 —   HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

23 03 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

3

28 068 000

17 506 349

27 052 000

13 000 000

 

 

 

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

4

5 434 000

4 365 769

5 326 000

1 767 479

 

 

 

 

Artikel 23 03 01 — Subtotaal

 

33 502 000

21 872 118

32 378 000

14 767 479

 

 

 

23 03 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

3

1 190 000

958 779

1 167 000

950 000

 

 

 

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

4

11 500 000

8 731 537

14 220 000

4 226 937

 

 

 

 

Artikel 23 03 02 — Subtotaal

 

12 690 000

9 690 316

15 387 000

5 176 937

 

 

 

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

3

p.m.

8 820 769

p.m.

15 500 000

23 399 665,44

14 059 008,91

159,39

23 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 01

Proefproject — Grensoverschrijdende samenwerking ter bestrijding van natuurrampen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

23 03 77 02

Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 815 870,63

 

23 03 77 03

Proefproject — Vroegtijdige-waarschuwingssysteem voor natuurrampen

3

2 500 000

1 000 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 23 03 77 — Subtotaal

 

2 500 000

1 000 000

p.m.

p.m.

0,—

1 815 870,63

181,59

 

Hoofdstuk 23 03 — Totaal

 

48 692 000

41 383 203

47 765 000

35 444 416

23 399 665,44

15 874 879,54

38,36

23 03 01
Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01
Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 068 000

17 506 349

27 052 000

13 000 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend binnen de Unie. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.

Het dekt met name:

acties op het gebied van preventie ter ondersteuning en bevordering van de risicobeoordelings- en -inventarisatie-activiteiten van de lidstaten via het uitwisselen van goede praktijken en het verzamelen en verspreiden van informatie van de lidstaten over risicobeoordelingsactiviteiten, onder meer door intercollegiale toetsing;

de oprichting en het beheer van een Europees coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (Emergency Response Coordination Centre, afgekort ERCC), dat 24 uur per dag en 7 dagen per week operationeel is. Het krediet dekt onder meer uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten en voor de technische middelen die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het ERCC. Dit centrum is 24 uur per dag en 7 dagen per week operationeel en is verantwoordelijk voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt. Het ERCC moet kunnen beschikken over geavanceerde technologie om het verzamelen van informatie zo goed mogelijk te laten verlopen en bij grote rampen de verspreiding van informatie bij de verschillende belanghebbenden, partners en teams ter plaatse te vergemakkelijken. In een crisissituatie kunnen levens worden gered als de besluitvormers snel over meer informatie kunnen beschikken;

het creëren van een Europese responscapaciteit voor noodsituaties, een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld;

de ontwikkeling en het beheer van een certificatie- en registratieproces voor de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”. Dit impliceert tevens de ontwikkeling van capaciteitsdoelstellingen en kwaliteitsnormen;

de identificatie van belangrijke tekortkomingen inzake responscapaciteit in de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”, en steun voor de ontwikkeling van de vereiste capaciteiten;

de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning;

de ontwikkeling en het onderhoud van een netwerk van opgeleide deskundigen van de lidstaten om op centraal niveau te helpen met het toezicht, en de informatie- en coördinatietaken van het ERCC;

een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het mechanisme voor civiele bescherming;

een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur;

het beheer van een opleidingsnetwerk van opleidingscentra voor personeel van civiele bescherming en beheer van noodsituaties en andere relevante actoren met het oog op sturing in verband met opleiding voor civiele bescherming in de Unie en op internationaal niveau;

het beheer van een programma met oefeningen, onder meer oefeningen op coördinatiecentrumniveau, oefeningen op grote schaal en oefeningen voor modules van civiele bescherming voor het beproeven van de interoperabiliteit, de opleiding van ambtenaren voor civiele bescherming en een gemeenschappelijke interventiecultuur;

de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen;

informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem CECIS ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen;

onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 4 van Besluit nr. 1313/2013/EU, met inbegrip van steun te verbetering van de interoperabiliteit;

onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en vroegewaarschuwingssystemen;

de studie en ontwikkeling van scenario’s, het in kaart brengen en plannen voor de ontwikkeling van responscapaciteit;

workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario's en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw, demonstratieprojecten, overdracht van technologie, bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, controle en evaluatie;

andere ondersteunende en aanvullende acties die noodzakelijk zijn in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voor het bereiken van een hoog beschermingsniveau tegen rampen en een grotere rampenparaatheid van de Unie;

uitgaven voor audits en evaluaties, zoals neergelegd in het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 01 02
Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 434 000

4 365 769

5 326 000

1 767 479

 

 

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen, de toetredende landen, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend in derde landen. Het krediet dekt meer bepaald de inzet van deskundigen voor de evaluatie van de preventie- en paraatheidsbehoeften in derde landen bij rampen, en de fundamentele logistieke steun voor dergelijke deskundigen.

Het krediet strekt ook tot financiële steun voor bepaalde acties die worden gedekt door de artikelen 21 en 22 van Besluit nr. 1313/2013/EU, voor kandidaten die niet deelnemen aan het Uniemechanisme voor civiele bescherming en voor landen die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid, voor zover dit wordt gecombineerd met financiering uit het instrument voor pretoetredingssteun en het Europees nabuurschapsinstrument.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 02
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 190 000

958 779

1 167 000

950 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming binnen de Unie in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

het inzetten van extra vervoermiddelen en aanverwante logistieke zaken die nodig zijn voor een snelle reactie op ernstige noodsituaties ter aanvulling van het door de lidstaten verstrekte vervoer;

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen, het vergemakkelijken van rampenbijstand van de Unie in lidstaten, en het verstrekken van de logistieke basissteun voor deze deskundigen;

het inzetten van opgeleide deskundigen uit de lidstaten in het coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) voor steun aan de monitoring-, voorlichtings- en coördinatietaken van dat centrum;

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 02 02
Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 500 000

8 731 537

14 220 000

4 226 937

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming in derde landen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen en de Europese bijstand in derde landen bij rampen te bevorderen;

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

de verlening van Europese civielebeschermingshulp bij rampen — inclusief het verstrekken van relevante informatie over transportmiddelen — en daarmee samenhangende logistieke ondersteuning;

de verlening, op verzoek van de consulaire autoriteiten van de lidstaten, van consulaire steun aan de burgers van de Unie die zich in derde landen in een ernstige noodsituatie op het gebied van civielebeschermingsacties bevinden;

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en hun uitvoerende instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers en individuele organisaties of operatoren (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 51
Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

8 820 769

p.m.

15 500 000

23 399 665,44

14 059 008,91

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen voor het programma en acties op het gebied van civiele bescherming. Het is tevens bestemd ter dekking van betalingen voor vastleggingen die voortvloeien uit acties op het gebied van civiele bescherming en uit activiteiten die worden ondernomen in het kader van de bescherming van het mariene milieu, de kusten en de menselijke gezondheid tegen het risico van accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee.

Dit krediet heeft ten dele ook tot doel de uitgaven te financieren die betrekking hebben op interventies op het gebied van civiele bescherming in derde landen in het kader van het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming:

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53).

Beschikking nr. 2850/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2000 houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van door ongevallen veroorzaakte of opzettelijke verontreiniging van de zee (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 1).

Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming (PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7).

Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

23 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 01
Proefproject — Grensoverschrijdende samenwerking ter bestrijding van natuurrampen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

23 03 77 02
Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 815 870,63

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

23 03 77 03
Proefproject — Vroegtijdige-waarschuwingssysteem voor natuurrampen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

1 000 000

 

 

 

 

Toelichting

Natuurrampen, waaronder rampen die het resultaat zijn van klimaatverandering, zijn grensoverschrijdend van aard. Het is bijgevolg uitermate belangrijk dat paraatheidsactiviteiten op een meer gecoördineerde manier plaatsvinden en nationale grenzen overschrijden, opdat kennis wordt gedeeld en de bewustwording wordt vergroot op zowel nationaal, regionaal als plaatselijk niveau, bij zowel autoriteiten als burgers. In Europa bestaan er verschillende onderzoekscentra en kenniscentra die reeds capaciteit hebben opgebouwd om de risico's van rampen te analyseren en te evalueren, en om hun respectievelijke nationale autoriteiten hiervoor te waarschuwen, met als doel schade en slachtoffers te voorkomen, de betrokken gemeenschappen voor te bereiden op rampen en om de vroegtijdigewaarschuwinginformatie te inventariseren, zodat deze informatie kan worden gebruikt wanneer gerichte investeringen worden gedaan die medegefinancierd worden in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen, opdat de relevante thematische doelstellingen worden bereikt. Bovendien is er het Europees coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (het ERCC), dat wordt beheerd door het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming en is opgericht om een gecoördineerde en snellere respons bij rampen zowel binnen als buiten Europa te ondersteunen, gebruikmakend van middelen van 32 landen die deelnemen aan het Uniemechanisme voor civiele bescherming. Het ERCC baseert zich momenteel op verschillende belangrijke Europese detectie- en waarschuwingssystemen, die informatie verlenen die het ERCC in staat stelt op een succesvolle manier te reageren op rampen, alsook op de wetenschappelijke deskundigheid van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) om de impact van natuurverschijnselen te analyseren (met inbegrip van hun impact op infrastructuur, met mogelijke technologische rampen tot gevolg).

Gelet op de toenemende uitdagingen, volstaan de voornoemde middelen en deskundigheid echter niet meer om de Unie-respons te coördineren op het niveau van het ERCC en om de Europese responscapaciteit in noodsituaties in de toekomst te beheren, waarvoor een grotere nadruk op voorspelling, planning en coördinatie nodig is, in plaats van enkel te reageren in geval van noodsituaties. De ervaring heeft eveneens geleerd dat het voorkomen van en zich voorbereiden op een ramp kosteneffectiever is dan erop te reageren.

Bovendien bestaat er geen gecoördineerd mechanisme om melding te doen bij het ERCC of bij alle lidstaten die kunnen worden getroffen door een mogelijke ramp die de nationale grenzen overschrijdt (zoals een storm). Momenteel is iedere lidstaat in grote mate afhankelijk van zijn eigen capaciteit.

Om voornoemde uitdagingen aan te pakken en de doelstelling te bereiken om wetenschap en techniek ten volle en op een kosteneffectieve manier te benutten op het vlak van ramprisicobeheer, is een Europees proefproject nodig. Het proefproject bouwt voort op de ervaringen die zijn opgedaan met het systeem voor vroegtijdige waarschuwing voor en het opvangen van tsunami's in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de daarmee in verbinding staande zeeën (NEAMTWS), in het kader waarvan vijf partners samenwerken om permanent toezicht te houden en de autoriteiten van de Unie en de lidstaten tijdig te waarschuwen in geval van tsunami's in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de daarmee in verbinding staande zeeën. Het Europese proefproject heeft de volgende doelstellingen:

de identificatie van relevante wetenschappelijke centra in heel Europa die hun deskundigheid ter beschikking kunnen stellen op het vlak van beleidsvorming met betrekking tot risicobeheer en het beheer van noodsituaties;

het samenbrengen van deze wetenschappelijke centra en de totstandbrenging van bredere wetenschappelijke partnerschappen (EU-netwerk van kenniscentra) voor verschillende gevaren, in het kader waarvan, voor zover nodig, wordt gezorgd voor associaties met wetenschappelijke centra in de buurlanden van de Unie, in overeenstemming met de regelgeving betreffende het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

het overbruggen van de kloof die er momenteel bestaat op het vlak van melding en koppeling tussen het EU-netwerk van kenniscentra en het ERCC; dit kan gebeuren door een beheersstructuur vast te stellen en uit te voeren waarmee het EU-netwerk van kenniscentra, het JRC en de ERCC worden gekoppeld.

Op deze manier zal relevante informatie over rampen tijdig en op een gecoördineerde manier worden doorgestuurd naar alle betrokken actoren, wat zal zorgen voor een toename van zowel de paraatheid als de reactiecapaciteit van de lidstaten en de Unie via het ERCC. Voor de totstandbrenging en uitbreiding van een dergelijk netwerk is een grootschalige deelname nodig van Europese wetenschappelijke centra die de allernieuwste monitoringtechnologie gebruiken of kunnen worden gefinancierd om dergelijk niveau te bereiken, indien dit noodzakelijk is voor de regionale dekking van het model. Ze kunnen een gemeenschappelijk, efficiënt en gecoördineerde rapportagemethodologie ontwikkelen, implementeren en testen, en deze toepassen in een ruime geografische zone in Europa (in ten minste 10 landen). Een groot netwerk is een noodzakelijke voorwaarde voor het welslagen van een dergelijke onderneming, aangezien er rekening dient te worden gehouden met de geografische spreiding van de rampenrisico's.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 04 —   HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

23 04 01

Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

4

13 868 000

10 078 812

12 148 000

2 759 416

 

 

 

23 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 04 77 01

Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

4

p.m.

688 366

p.m.

480 000

2 000 000,—

1 461 787,62

212,36

 

Artikel 23 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

688 366

p.m.

480 000

2 000 000,—

1 461 787,62

212,36

 

Hoofdstuk 23 04 — Totaal

 

13 868 000

10 767 178

12 148 000

3 239 416

2 000 000,—

1 461 787,62

13,58

23 04 01
Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 868 000

10 078 812

12 148 000

2 759 416

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp”).

Met het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp wordt beoogd bij te dragen tot de versterking van de capaciteit van de Unie om op behoeften gebaseerde humanitaire hulp te verlenen, zodat levens worden gered, menselijk lijden wordt voorkomen en verlicht en de menselijke waardigheid wordt bewaard, alsook bij te dragen tot de versterking van de capaciteit en weerstand van kwetsbare of door rampen getroffen gemeenschappen in derde landen, in het bijzonder door middel van paraatheid bij rampen en vermindering van het risico op rampen, en door versterking van de relatie tussen noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door de toegevoegde waarde van gezamenlijke bijdragen van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp, waarin de waarden van de Unie en haar solidariteit met mensen in nood tot uitdrukking komen, en waarbij een besef van Unieburgerschap zichtbaar wordt bevorderd.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen en uitgavenposten:

ontwikkelen en onderhouden van normen en procedures met betrekking tot kandidaat-vrijwilligers en EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp;

ontwikkelen en onderhouden van een certificeringsmechanisme voor uitzendende en ontvangende organisaties;

identificeren en selecteren van kandidaat-vrijwilligers;

opzetten van een opleidingsprogramma en ondersteunen van opleiding van kandidaat-vrijwilligers en stages;

aanleggen, onderhouden en bijwerken van een database van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp;

de inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp ter ondersteuning en aanvulling van humanitaire hulp in derde landen;

capaciteitsopbouw van de ontvangende organisaties;

oprichten en beheren van een netwerk voor het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp;

communicatie en voorlichting;

ondersteunende activiteiten ter bevordering van de verantwoordingsplicht, transparantie en doeltreffendheid van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

23 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

23 04 77 01
Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

688 366

p.m.

480 000

2 000 000,—

1 461 787,62

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE STEUN VOOR DIRECTORAAT-GENERAAL HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR DIRECTORAAT-GENERAAL HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

TITEL 24

FRAUDEBESTRIJDING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

57 746 000

57 746 000

57 196 000

57 196 000

57 647 151,90

57 647 151,90

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

14 067 100

12 385 254

13 677 700

11 947 743

13 902 697,93

10 841 840,14

24 03

PROGRAMMA INZAKE UITWISSELINGEN, BIJSTAND EN OPLEIDING, VOOR DE BESCHERMING VAN DE EURO TEGEN VALSEMUNTERIJ (PERICLES 2020)

1 024 800

696 886

924 200

900 000

986 027,18

459 069,02

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

6 921 700

5 226 647

6 423 000

6 480 612

6 700 000,—

6 108 864,07

 

Titel 24 — Totaal

79 759 600

76 054 787

78 220 900

76 524 355

79 235 877,01

75 056 925,13

HOOFDSTUK 24 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

24 01 07

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

5.2

57 746 000

57 196 000

57 647 151,90

99,83

 

Hoofdstuk 24 01 — Totaal

 

57 746 000

57 196 000

57 647 151,90

99,83

24 01 07
Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

57 746 000

57 196 000

57 647 151,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten met betrekking tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met inbegrip van OLAF-personeel in Uniedelegaties, dat als doelstelling heeft de bestrijding van fraude in een interinstitutioneel kader.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 worden de kredieten en de personeelsleden van het Comité van toezicht en zijn secretariaat opgenomen in de begroting en de personeelsformatie van OLAF. Omwille van de transparantie kunnen de ter beschikking van het comité gestelde middelen evenwel worden afgezonderd in de OLAF-begroting. Op basis van een secretariaat met zeven vaste ambten en een dotatie voor een arbeidscontractant zouden de kredieten voor de werking van het Comité van toezicht in 2015 ongeveer 1 200 000 EUR bedragen. Dit bedrag dekt de volgende uitgaven: personeelskosten, opleiding, dienstreizen, interne vergaderingen, gebouwen en vergoedingen van het Comité van toezicht.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 24 02 —   BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

24 02 01

Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

1.1

14 067 100

5 677 724

13 677 700

3 142 750

 

 

 

24 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

1.1

p.m.

6 707 530

p.m.

8 804 993

13 902 697,93

9 897 540,14

147,56

24 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

24 02 77 01

Proefproject — Ontwikkeling van een evaluatiemechanisme van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding met specifieke aandacht voor het opsporen en verlagen van de kosten van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn.

5.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

944 300,—

 

 

Artikel 24 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

944 300,—

 

 

Hoofdstuk 24 02 — Totaal

 

14 067 100

12 385 254

13 677 700

11 947 743

13 902 697,93

10 841 840,14

87,54

24 02 01
Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 067 100

5 677 724

13 677 700

3 142 750

 

 

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 250/2014 opgesomde acties.

Ontvangsten uit bijdragen van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 250/2014 genoemde deelnemende landen voor deelname aan de programma's van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (Hercules III-programma) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 6), en met name artikel 4.

24 02 51
Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

6 707 530

p.m.

8 804 993

13 902 697,93

9 897 540,14

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de kosten voor de voltooiing van acties of activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het Hercules II-programma met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, inclusief op het gebied van de preventie van en de strijd tegen sigarettensmokkel en -namaak.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

Besluit nr. 804/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (Hercules-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 9).

24 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

24 02 77 01
Proefproject — Ontwikkeling van een evaluatiemechanisme van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding met specifieke aandacht voor het opsporen en verlagen van de kosten van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

944 300,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 24 03 —   PROGRAMMA INZAKE UITWISSELINGEN, BIJSTAND EN OPLEIDING, VOOR DE BESCHERMING VAN DE EURO TEGEN VALSEMUNTERIJ (PERICLES 2020)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 03

PROGRAMMA INZAKE UITWISSELINGEN, BIJSTAND EN OPLEIDING, VOOR DE BESCHERMING VAN DE EURO TEGEN VALSEMUNTERIJ (PERICLES 2020)

24 03 01

Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

1.1

1 024 800

609 775

924 200

500 000

 

 

 

24 03 51

Voltooiing van Pericles

1.1

p.m.

87 111

p.m.

400 000

986 027,18

459 069,02

526,99

 

Hoofdstuk 24 03 — Totaal

 

1 024 800

696 886

924 200

900 000

986 027,18

459 069,02

65,87

24 03 01
Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 024 800

609 775

924 200

500 000

 

 

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 331/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles 2020) en tot intrekking van Besluiten 2001/923/EG, 2001/924/EG, 2006/75/EG, 2006/76/EG, 2006/849/EG en 2006/850/EG van de Raad (PB L 103 van 5.4.2014, blz. 1), en met name artikel 4.

24 03 51
Voltooiing van Pericles

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

87 111

p.m.

400 000

986 027,18

459 069,02

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de kosten voor de voltooiing van het actieprogramma Pericles inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50).

Besluit 2001/924/EG van de Raad van 17 december 2001 houdende uitbreiding van de werking van het besluit tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 55).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 22 juli 1998 aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank getiteld „Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij” (COM(1998) 474 final).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 november 1998 over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank — Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij (PB C 379 van 7.12.1998, blz. 39).

HOOFDSTUK 24 04 —   ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

24 04 01

Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

1.1

6 921 700

4 965 315

6 423 000

3 580 612

 

 

 

24 04 51

Afwikkeling van het voormalige antifraude-informatiesysteem (AFIS)

1.1

p.m.

261 332

p.m.

2 900 000

6 700 000,—

6 108 864,07

2 337,59

 

Hoofdstuk 24 04 — Totaal

 

6 921 700

5 226 647

6 423 000

6 480 612

6 700 000,—

6 108 864,07

116,88

24 04 01
Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 921 700

4 965 315

6 423 000

3 580 612

 

 

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1), met name artikel 23.

24 04 51
Afwikkeling van het voormalige antifraude-informatiesysteem (AFIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

261 332

p.m.

2 900 000

6 700 000,—

6 108 864,07

Toelichting

Dit krediet dient voor de dekking van de afwikkelingskosten van de acties die door het antifraude-informatiesysteem (AFIS) worden ondersteund.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1), met name artikel 23.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET OLAF

TITEL 25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

191 983 721

191 983 721

194 089 509

194 339 509

190 222 763,39

191 134 347,01

25 02

BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

472 800

4 097 485,61

3 784 347,34

 

Titel 25 — Totaal

191 983 721

191 983 721

194 089 509

194 812 309

194 320 249,—

194 918 694,35

HOOFDSTUK 25 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

25 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5,2

140 968 887

140 968 887

140 167 650

140 167 650

141 064 473,21

141 064 473,21

100,07

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen, vergoedingen en betalingen voor de leden van de instelling

5,2

9 980 000

9 980 000

12 245 000

12 245 000

9 532 000,—

9 532 000,—

95,51

 

Artikel 25 01 01 — Subtotaal

 

150 948 887

150 948 887

152 412 650

152 412 650

150 596 473,21

150 596 473,21

99,77

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5,2

6 368 382

6 368 382

6 254 025

6 254 025

5 983 421,69

5 983 421,69

93,96

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

5,2

1 165 000

1 165 000

1 090 000

1 090 000

844 000,—

844 000,—

72,45

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5,2

12 710 895

12 710 895

12 611 369

12 611 369

13 533 570,08

13 533 570,08

106,47

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

5,2

3 950 000

3 950 000

4 405 000

4 405 000

3 855 000,—

3 855 000,—

97,59

 

Artikel 25 01 02 — Subtotaal

 

24 194 277

24 194 277

24 360 394

24 360 394

24 215 991,77

24 215 991,77

100,09

25 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5,2

8 949 557

8 949 557

9 074 465

9 074 465

10 595 059,92

10 595 059,92

118,39

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

5,2

500 000

500 000

500 000

500 000

100 000,—

100 000,—

20,00

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

5,2

3 700 000

3 700 000

3 700 000

3 700 000

4 365 331,11

4 365 331,11

117,98

25 01 10

Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

5,2

1 556 000

1 556 000

2 304 000

2 304 000

 

 

 

25 01 11

Registers en publicaties

5,2

2 135 000

2 135 000

1 738 000

1 738 000

 

 

 

25 01 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 02

Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

349 907,38

1 261 491,—

 

 

Artikel 25 01 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

349 907,38

1 261 491,—

 

 

Hoofdstuk 25 01 — Totaal

 

191 983 721

191 983 721

194 089 509

194 339 509

190 222 763,39

191 134 347,01

99,56

25 01 01
Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01
Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

140 968 887

140 167 650

141 064 473,21

25 01 01 03
Bezoldigingen, toelagen, vergoedingen en betalingen voor de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 980 000

12 245 000

9 532 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de basissalarissen van de leden van de Commissie;

de standplaatsvergoedingen van de leden van de Commissie;

de gezinstoelagen van de leden van de Commissie, namelijk

de kostwinnerstoelage;

de kindertoelage;

de schooltoelage;

de representatievergoeding van de leden van de Commissie;

de werkgeversbijdrage aan de verzekering tegen uit beroepsziekten en ongevallen voortvloeiende risico's voor leden van de Commissie;

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de voormalige leden van de Commissie;

de geboortetoelage;

in geval van overlijden van een lid van de Commissie:

de volledige bezoldiging van de overledene tot en met het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het lid overleed;

de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de plaats van herkomst van de overledene;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de emolumenten en overbruggingstoelagen;

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de kosten van aanpassingen van bezoldigingen, overbruggingstoelagen en pensioenen gedurende het begrotingsjaar.

Bovendien worden op deze post de eventuele kredieten geboekt ter dekking van:

de reiskosten van de leden van de Commissie (en hun familieleden) bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

de verhuiskosten voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht , alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 2, 3, 4, 4 bis, 4 ter, 5, 11 en 14.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

25 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01
Extern personeel voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 368 382

6 254 025

5 983 421,69

25 01 02 03
Bijzondere adviseurs

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 165 000

1 090 000

844 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging en de kosten van dienstreizen, alsmede de werkgeversbijdrage voor de ongevallenverzekering voor bijzondere adviseurs.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

25 01 02 11
Overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 710 895

12 611 369

13 533 570,08

25 01 02 13
Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 950 000

4 405 000

3 855 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

vervoerskosten, dagvergoedingen bij dienstreizen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen;

uitgaven die voortvloeien uit de verplichtingen van de Commissie op het gebied van recepties en representatie (deze uitgaven kunnen door individuele leden van de Commissie in de uitoefening van hun functie, alsook in het kader van de werkzaamheden van de instelling worden gedaan).

De terug te betalen bedragen van de kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie, of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Mededeling van de voorzitter van de Commissie betreffende de gedragscode voor leden van de Commissie (SEC(2004) 1487).

Besluit C(2007) 3494 van de Commissie van 18 juli 2007 betreffende de verordening met betrekking tot ontvangst- en representatiekosten van de Commissie, de voorzitter of de leden van de Commissie.

25 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 949 557

9 074 465

10 595 059,92

25 01 07
Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

500 000

500 000

100 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de codificatie en herschikking van handelingen van de Unie.

25 01 08
Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 700 000

3 700 000

4 365 331,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de precontentieuze fase en bemiddeling (mediation), en de bijstand van advocaten of andere deskundigen die optreden als raadslieden voor de Commissie.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven die door het Hof van Justitie van de Europese Unie of andere rechterlijke instanties ten laste van de Commissie worden gebracht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

25 01 10
Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 556 000

2 304 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer (personeel en werking) van de historische archieven van de Unie door het Europees Universitair Instituut.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 wat betreft de bewaargeving van de historische archieven van de instellingen bij het Europees Universitair Instituut in Florence (COM(2012) 456 final), door de Commissie ingediend op 16 augustus 2012.

25 01 11
Registers en publicaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 135 000

1 738 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de registers en documentaire gegevensbanken van de Commissie over procedures en institutionele, referentie- en andere officiële documenten, in het bijzonder uitgaven voor:

de verzameling, analyse en voorbereiding van documenten, met inbegrip van de auteurscontracten en freelancewerk;

de ontwikkeling en het onderhoud van, en het werken met informatiesystemen als ondersteuning voor dergelijke activiteiten;

de verzameling, met inbegrip van de aanschaf van gegevens, documentatie en gebruiksrechten;

de bewerking, met inbegrip van data-invoer en –beheer, reproductie en vertaling;

de verspreiding via om het even welke drager, met inbegrip van het drukken, het plaatsen op internet en de opslag;

het promoten van deze teksten en documenten.

25 01 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 02
Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

349 907,38

1 261 491,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 25 02 —   BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 02

BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

25 02 01

Voltooiing van acties op het gebied van de historische archieven van de Unie

5,2

226 800

2 268 000,—

2 305 759,92

 

25 02 04

Voorlichting en publicaties

25 02 04 01

Voltooiing van acties op het gebied van documentaire gegevensbanken

5,2

176 000

759 505,43

434 304,75

 

25 02 04 02

Voltooiing van acties op het gebied van digitale publicaties

5,2

70 000

1 069 980,18

1 044 282,67

 

 

Artikel 25 02 04 — Subtotaal

 

246 000

1 829 485,61

1 478 587,42

 

 

Hoofdstuk 25 02 — Totaal

 

472 800

4 097 485,61

3 784 347,34

 

25 02 01
Voltooiing van acties op het gebied van de historische archieven van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

226 800

2 268 000,—

2 305 759,92

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

25 02 04
Voorlichting en publicaties

25 02 04 01
Voltooiing van acties op het gebied van documentaire gegevensbanken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

176 000

759 505,43

434 304,75

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

25 02 04 02
Voltooiing van acties op het gebied van digitale publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

70 000

1 069 980,18

1 044 282,67

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET SECRETARIAAT-GENERAAL

COÖRDINATIE BINNEN DE COMMISSIE

COÖRDINATIE EN BETREKKINGEN MET DE ANDERE INSTELLINGEN

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VAN EUROPESE BELEIDSADVISEURS

BELEIDSADVIES

KABINETTEN

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BUREAU VAN EUROPESE BELEIDSADVISEURS

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET SECRETARIAAT-GENERAAL

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE JURIDISCHE DIENST

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE JURIDISCHE DIENST

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING VOOR DE COMMISSIE EN PROTOCOL

TITEL 26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

960 248 573

960 248 573

966 822 220

966 822 220

1 083 784 229,20

1 083 784 229,20

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

10 000 000

8 615 910

10 890 000

9 772 520

8 146 622,10

8 090 339,08

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 800 000

22 926 611

23 700 000

24 194 437

26 982 519,46

26 147 970,15

 

Titel 26 — Totaal

997 048 573

991 791 094

1 001 412 220

1 000 789 177

1 118 913 370,76

1 118 022 538,43

HOOFDSTUK 26 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

26 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

110 547 656

102 902 837

104 613 321,80

94,63

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 761 143

5 755 909

6 859 147,17

119,06

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

18 024 576

18 063 893

23 232 931,60

128,90

 

Artikel 26 01 02 — Subtotaal

 

23 785 719

23 819 802

30 092 078,77

126,51

26 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

7 018 233

6 661 938

7 859 791,54

111,99

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

1,1

400 000

400 000

444 288,08

111,07

 

Artikel 26 01 04 — Subtotaal

 

400 000

400 000

444 288,08

111,07

26 01 09

Publicatiebureau

5,2

79 839 000

80 733 000

90 731 563,55

113,64

26 01 10

Consolidatie van het Unierecht

5,2

1 200 000

1 070 000

1 419 978,05

118,33

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

5,2

6 688 000

10 672 000

21 484 160,91

321,23

26 01 12

Samenvattingen van Uniewetgeving

5,2

334 000

533 000

886 032,35

265,28

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

5,2

26 648 000

27 883 000

28 754 917,55

107,91

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

5,2

37 025 000

36 260 000

42 594 613,10

115,04

26 01 22

Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

5,2

68 528 000

68 833 000

73 874 607,81

107,80

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

5,2

213 368 000

208 880 000

231 425 251,92

108,46

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

5,2

70 893 000

70 207 000

83 178 110,21

117,33

26 01 22 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

5,2

7 170 000

7 586 000

10 340 660,75

144,22

26 01 22 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

5,2

8 003 000

8 401 000

12 517 726,13

156,41

26 01 22 06

Bewaking van gebouwen in Brussel

5,2

31 000 000

31 939 000

34 740 285,48

112,07

 

Artikel 26 01 22 — Subtotaal

 

398 962 000

395 846 000

446 076 642,30

111,81

26 01 23

Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

5,2

24 083 000

24 526 000

23 081 379,93

95,84

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

5,2

34 234 000

39 332 000

46 635 218,82

136,22

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

5,2

16 934 000

17 138 000

18 154 118,03

107,21

26 01 23 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

5,2

1 047 000

1 087 000

1 130 271,62

107,95

26 01 23 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

5,2

975 000

1 017 000

1 029 731,63

105,61

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

5,2

6 071 000

5 862 000

5 966 566,07

98,28

 

Artikel 26 01 23 — Subtotaal

 

83 344 000

88 962 000

95 997 286,10

115,18

26 01 40

Beveiliging en toezicht

5,2

7 924 000

7 888 000

9 209 291,13

116,22

26 01 60

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01

Medische dienst

5,2

4 840 000

5 463 000

6 013 972,79

124,26

26 01 60 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

5,2

1 520 000

1 520 000

1 419 562,80

93,39

26 01 60 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

5,2

7 098 000

6 919 000

19 439 611,26

273,87

26 01 60 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

5,2

250 000

250 000

250 000,—

100,00

26 01 60 07

Schadevergoedingen

5,2

150 000

150 000

445 690,54

297,13

26 01 60 08

Diverse verzekeringen

5,2

59 000

58 000

58 834,29

99,72

26 01 60 09

Taalcursussen

5,2

3 168 000

3 417 000

4 157 975,97

131,25

 

Artikel 26 01 60 — Subtotaal

 

17 085 000

17 777 000

31 785 647,65

186,04

26 01 70

Europese scholen

26 01 70 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

5,1

8 991 917

7 530 524

8 620 534,—

95,87

26 01 70 02

Brussel I (Ukkel)

5,1

21 696 942

23 834 870

22 955 532,—

105,80

26 01 70 03

Brussel II (Woluwe)

5,1

22 292 410

22 672 844

23 717 185,—

106,39

26 01 70 04

Brussel III (Elsene)

5,1

21 981 951

22 856 466

22 545 429,—

102,56

26 01 70 05

Brussels IV (Laken)

5,1

14 650 490

11 370 694

11 008 397,—

75,14

26 01 70 11

Luxemburg I

5,1

18 212 009

19 323 075

19 326 289,67

106,12

26 01 70 12

Luxemburg II

5,1

13 814 799

14 824 360

15 513 168,—

112,29

26 01 70 21

Mol (BE)

5,1

5 248 393

5 784 399

6 097 656,—

116,18

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

5,1

5 727 840

7 206 917

6 785 683,—

118,47

26 01 70 23

Karlsruhe (DE)

5,1

3 061 919

2 655 164

2 785 194,—

90,96

26 01 70 24

München (DE)

5,1

472 050

522 840

415 653,38

88,05

26 01 70 25

Alicante (ES)

5,1

4 043 390

7 248 534

7 688 196,—

190,14

26 01 70 26

Varese (IT)

5,1

10 021 616

9 985 084

10 772 286,—

107,49

26 01 70 27

Bergen (NL)

5,1

4 455 940

4 097 910

4 578 021,—

102,74

26 01 70 28

Culham (UK)

5,1

4 210 571

4 350 182

4 253 452,—

101,02

26 01 70 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

5,1

565 728

1 149 780

4 771 940,27

843,50

 

Artikel 26 01 70 — Subtotaal

 

159 447 965

165 413 643

171 834 616,32

107,77

 

Hoofdstuk 26 01 — Totaal

 

960 248 573

966 822 220

1 083 784 229,20

112,86

26 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

110 547 656

102 902 837

104 613 321,80

26 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 761 143

5 755 909

6 859 147,17

26 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 024 576

18 063 893

23 232 931,60

26 01 03
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 018 233

6 661 938

7 859 791,54

26 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

400 000

400 000

444 288,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 26 03.

26 01 09
Publicatiebureau

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

79 839 000

80 733 000

90 731 563,55

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Publicatiebureau die in detail zijn opgenomen in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Op basis van de analytische boekhouding van het Publicatiebureau worden de kosten van de dienstverlening van dit Bureau aan de instellingen als volgt geraamd:

Europees Parlement

22 410 807

28,07 %

Raad

3 528 883

4,42 %

Commissie

41 644 022

52,16 %

Hof van Justitie

4 207 515

5,27 %

Rekenkamer

1 221 537

1,53 %

Europees Economisch en Sociaal Comité

582 825

0,73 %

Comité van de Regio's

750 487

0,94 %

Agentschappen

4 191 548

5,25 %

Andere

1 301 376

1,63 %

Totaal

79 839 000

100,00%

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 210 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

26 01 10
Consolidatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 200 000

1 070 000

1 419 978,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de consolidatie van handelingen van de Unie en met het ter beschikking stellen aan het publiek van de geconsolideerde handelingen van de Unie in alle vormen en in alle officiële talen van de instellingen van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh, december 1992 (SN/456/92, bijlage 3 bij deel A, blz. 5).

Verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam.

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Mededelingen van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s met betrekking tot het initiatief „Slimme regelgeving”, waarvan consolidering deel uitmaakt:

Slimme regelgeving in de Europese Unie (COM(2010) 543 final),

Gezonde EU-regelgeving (COM(2012) 746 final),

Gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): resultaten en volgende stappen (COM(2013) 685 final).

Conclusies van de Europese Raad van 14-15 maart 2013, waar de staatshoofden en regeringsleiders onderstreepten dat consolidering van de EU-wetgeving een van de prioriteiten voor de Unie is (EUCO 23/13).

26 01 11
Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 688 000

10 672 000

21 484 160,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de publicatie in alle formaten — met inbegrip van distributie, catalogering, indexering en archivering — van de -L en C-series van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 058 000 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 297.

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390/58).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1).

26 01 12
Samenvattingen van Uniewetgeving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

334 000

533 000

886 032,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie van online-samenvattingen van de EU-wetgeving, waarin de voornaamste aspecten van de EU-wetgeving op een beknopte, gemakkelijk leesbare wijze worden gepresenteerd, en voor de ontwikkeling van daarmee verband houdende producten.

Van zowel het Europees Parlement als de Raad wordt verwacht bij te dragen uit hun respectieve onderdelen van de algemene begroting van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 666 000 EUR.

Rechtsgronden

Activiteit die voortvloeit uit de taken van het Publicatiebureau zoals bepaald in artikel 5, lid 1, onder d), van Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Mededeling van de Commissie van 21 december 2007, Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

26 01 20
Europees Bureau voor personeelsselectie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

26 648 000

27 883 000

28 754 917,55

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Europees Bureau voor personeelsselectie, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 406 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

26 01 21
Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

37 025 000

36 260 000

42 594 613,10

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 195 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/522/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 30).

26 01 22
Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01
Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

68 528 000

68 833 000

73 874 607,81

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 110 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/523/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 35).

26 01 22 02
Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

213 368 000

208 880 000

231 425 251,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 482 804 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 657 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 03
Uitgaven voor gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

70 893 000

70 207 000

83 178 110,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging, enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking, enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 160 415 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 971 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 04
Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 170 000

7 586 000

10 340 660,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager, enz.);

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

uitrusting voor kantines en restaurants;

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit;

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit;

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap, enz.);

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

de huur van meubilair;

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

aankoop van vervoersbewijzen (enkelereisbiljet en business pass), vrije toegang tot openbare vervoerstrajecten om de mobiliteit tussen de Commissiegebouwen of tussen de Commissiegebouwen en openbare gebouwen (bijvoorbeeld luchthaven) te vergemakkelijken, dienstfietsen en elk ander middel ter bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer en van de mobiliteit van Commissiepersoneel, met uitzondering van dienstvoertuigen;

uitgaven voor de aankoop van grondstoffen voor ceremoniële restaurantdiensten.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 003 600 EUR.

De invoering van een specifiek krediet voor de vergoeding van jaarkaarten voor het openbaar vervoer is een klein maar belangrijk middel om de wens van de instellingen van de Unie om hun CO2-emissies te verminderen kracht bij te zetten overeenkomstig hun EMAS-beleid en de overeengekomen doelstellingen inzake klimaatverandering.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 05
Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 003 000

8 401 000

12 517 726,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

uitgaven voor de levering van diensten in het kader van ceremoniële restaurantdiensten;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 336 400 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 06
Bewaking van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

31 000 000

31 939 000

34 740 285,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor bewaking, toezicht, toegangscontrole en andere aanverwante diensten in de gebouwen van de Commissie (voor de verlenging of sluiting van contracten voor een bedrag van meer dan 300 000 EUR informeert de instelling met het oog op rationalisatie van de uitgaven bij de andere instellingen naar de voorwaarden (prijzen, valuta, indexering, duur, andere bepalingen) die zij voor soortgelijke opdrachten hebben verkregen).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 792 550 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23
Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01
Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

24 083 000

24 526 000

23 081 379,93

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 297 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/524/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 40).

26 01 23 02
Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

34 234 000

39 332 000

46 635 218,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 77 463 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 281 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 03
Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

16 934 000

17 138 000

18 154 118,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten; kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging, enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking, enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 38 318 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 04
Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 047 000

1 087 000

1 130 271,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

uitrusting voor kantines en restaurants;

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit;

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit;

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap, enz.);

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

de huur van meubilair;

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 88 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 05
Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

975 000

1 017 000

1 029 731,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 80 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 06
Bewaking van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 071 000

5 862 000

5 966 566,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

uitgaven met betrekking tot de fysieke en de materiële beveiliging van personen en goederen, met name de contracten voor toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties, de opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules)).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 160 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 40
Beveiliging en toezicht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 924 000

7 888 000

9 209 291,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen, en met name voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van technische beveiligingsuitrusting en -materiaal;

de uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (controles van technische installaties in de gebouwen, veiligheidscoördinator en gezondheidscontroles van levensmiddelen), de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de opleiding en uitrusting van de hoofdbewakers en de brandbestrijdingsploegen, waarvan de aanwezigheid in de gebouwen wettelijk verplicht is.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 710 720 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 60
Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01
Medische dienst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 840 000

5 463 000

6 013 972,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van jaarlijkse medische onderzoeken en onderzoeken bij indienstneming, materiaal en producten voor geneeskundige verzorging, aankoop van apparatuur en speciaal meubilair, alsmede huishoudelijke uitgaven van de invaliditeitscommissie;

de kosten voor medisch, paramedisch en psychosociaal personeel met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht of een overeenkomst voor tijdelijke vervanging alsook de uitgaven voor de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht;

uitgaven met betrekking tot de kosten van medisch onderzoek bij aanwerving van personeel voor de kinderdagverblijven;

uitgaven voor de medische controle in het kader van de gezondheidsbescherming van personeelsleden die aan straling zijn blootgesteld;

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 590 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name hoofdstuk III.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Nationale wetgeving inzake „basisnormen”.

26 01 60 02
Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 520 000

1 520 000

1 419 562,80

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van:

de kosten voor aanwerving en selectie van leidinggevend personeel;

de kosten voor de oproeping van de geslaagde kandidaten voor een onderhoud;

de kosten voor de oproeping van ambtenaren en andere personeelsleden van de delegaties voor vergelijkende onderzoeken en selecties;

de uitgaven voor de organisatie van de vergelijkende onderzoeken en selecties van artikel 3 van Besluit 2002/620/EG.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kunnen deze kredieten worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Opgemerkt wordt dat dit krediet niet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel die worden gedekt door de kredieten van de artikelen 01 04 en 01 05 van de diverse titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PBJ L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

26 01 60 04
Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 098 000

6 919 000

19 439 611,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten voor de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (My IntraComm) en voor de uitgave van het maandblad „Commission en direct”;

andere uitgaven voor interne communicatie en voorlichting, inclusief promotiecampagnes;

uitgaven voor tijdelijk personeel voor opvang na schooltijd, vakantiecentra en openluchtcentra, beheerd door de diensten van de Commissie;

kosten van reproductiewerk voor documenten, dat niet door de eigen diensten van de Commissie kan worden verricht;

uitgaven die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten gesloten met personen die in het kinderdagverblijf kinderverzorgsters en verpleegsters in vaste dienst vervangen;

de uitgaven voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer, acties van culturele aard, subsidies voor personeelsverenigingen, onderhoud van voorzieningen voor sportbeoefening en aanvulling van de sportartikelen;

initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten en de integratie van de personeelsleden en hun gezinnen, alsmede preventieprojecten die voorzien in de behoeften van het personeel in actieve dienst en hun gezinnen;

de deelneming in de kosten van personeelsleden voor activiteiten als gezinshulp, juridisch advies, openluchtcentra, talenstages en kunststages;

de uitgaven voor de ontvangst van nieuwe ambtenaren en andere personeelsleden en hun gezinnen en voor de huisvestingsinformatiedienst voor het personeel;

uitgaven in verband met schenkingen, leningen en voorschotten die kunnen worden toegekend aan ambtenaren, gewezen ambtenaren of aan de rechthebbenden van een overleden ambtenaar, die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

bepaalde uitgaven voor de „Centres de la petite enfance” en andere crèches en opvangcentra; ontvangsten uit de ouderbijdragen kunnen opnieuw worden aangewend;

de uitgaven voor tekenen van erkentelijkheid jegens ambtenaren, met name de kosten van de medailles voor ambtenaren met 20 jaar dienst, alsook de cadeaus voor ambtenaren die met pensioen gaan;

de specifieke uitkeringen voor gepensioneerde ambtenaren van de Unie en hun rechthebbenden of andere overlevenden te hunnen laste, die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevinden;

financiering van preventieprojecten die beantwoorden aan specifieke behoeften van voormalige ambtenaren in de verschillende lidstaten, en van de bijdrage voor de verenigingen van oud-ambtenaren.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

In het kader van het gehandicaptenbeleid dient dit krediet ter dekking van uit de handicap voortvloeiende niet-medische kosten die als noodzakelijk zijn erkend en naar behoren zijn gemotiveerd, voor:

de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

op grond van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie ten laste komende kinderen met een handicap,

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats zijn toegekend.

Voorts dient dit krediet gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven voor het bezoeken van scholen door kinderen die om dwingende pedagogische redenen niet of niet meer tot de Europese scholen kunnen worden toegelaten of die wegens de plaats van tewerkstelling van hun vader of moeder die ambtenaar is (externe bureaus), geen onderwijs in een Europese school kunnen volgen.

Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 403 072 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 06
Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

250 000

250 000

250 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 07
Schadevergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

150 000

150 000

445 690,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

door de Commissie te betalen schadevergoedingen en kosten als gevolg van de beslechting van geschillen (wettelijke aansprakelijkheid), in verband met zaken die het personeel of de administratie van de instelling betreffen;

uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadevergoeding dient te worden betaald.

26 01 60 08
Diverse verzekeringen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

59 000

58 000

58 834,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor met name de burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie en andere contracten die door het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten worden beheerd voor de Commissie, de organen, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, de delegaties van de Unie en de vertegenwoordigingen van de Commissie, onderzoek onder contract.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 60 09
Taalcursussen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 168 000

3 417 000

4 157 975,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor ambtenaren en andere personeelsleden;

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor echtgenoten van ambtenaren en andere personeelsleden in het kader van het integratiebeleid;

de aankoop van materiaal en documentatie;

de raadpleging van deskundigen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 667 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 70
Europese scholen

26 01 70 01
Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 991 917

7 530 524

8 620 534,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld als bijdrage aan de financiering van het Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen in Brussel.

De Europese scholen dienen de beginselen van niet-discriminatie en gelijke kansen te respecteren.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 02
Brussel I (Ukkel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 696 942

23 834 870

22 955 532,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Ukkel (Brussel I).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 03
Brussel II (Woluwe)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

22 292 410

22 672 844

23 717 185,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Woluwe (Brussel II).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 04
Brussel III (Elsene)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 981 951

22 856 466

22 545 429,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Elsene (Brussel III).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 05
Brussels IV (Laken)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 650 490

11 370 694

11 008 397,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Laken (Brussel IV).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 11
Luxemburg I

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 212 009

19 323 075

19 326 289,67

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School (Luxemburg I).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 042 823 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 12
Luxemburg II

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

13 814 799

14 824 360

15 513 168,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School (Luxemburg II).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 644 922 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 21
Mol (BE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 248 393

5 784 399

6 097 656,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Mol.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 22
Frankfurt am Main (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 727 840

7 206 917

6 785 683,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Frankfurt am Main.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 437 043 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 23
Karlsruhe (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 061 919

2 655 164

2 785 194,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Karlsruhe.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 24
München (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

472 050

522 840

415 653,38

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in München.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 25
Alicante (ES)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 043 390

7 248 534

7 688 196,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Alicante.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 788 807 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 26
Varese (IT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 021 616

9 985 084

10 772 286,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Varese.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 27
Bergen (NL)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 455 940

4 097 910

4 578 021,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Bergen.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 28
Culham (UK)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 210 571

4 350 182

4 253 452,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Culham.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 31
Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

565 728

1 149 780

4 771 940,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Commissie voor de Europese scholen van het type 2 die door de Raad van bestuur van de Europese scholen zijn geaccrediteerd en die de financiële overeenkomst met de Commissie hebben ondertekend.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 285 000 EUR.

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013.

HOOFDSTUK 26 02 —   MULTIMEDIAPRODUCTIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

1,1

10 000 000

8 615 910

10 890 000

9 772 520

8 146 622,10

8 090 339,08

93,90

 

Hoofdstuk 26 02 — Totaal

 

10 000 000

8 615 910

10 890 000

9 772 520

8 146 622,10

8 090 339,08

93,90

26 02 01
Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 000 000

8 615 910

10 890 000

9 772 520

8 146 622,10

8 090 339,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

de verzameling, de verwerking, de publicatie en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten in de Unie en derde landen op verschillende dragers en de integratie daarvan in de diensten inzake eProcurement die door de instellingen aan de ondernemingen en de aanbestedende diensten worden aangeboden. Hieronder vallen ook de kosten van vertaling van de kennisgevingen van overheidsopdrachten die door de instellingen worden gepubliceerd;

de bevordering en het gebruik van nieuwe technieken inzake de verzameling en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten langs elektronische weg;

de ontwikkeling en de exploitatie van eProcurement-diensten in de diverse fasen van de plaatsing van overheidsopdrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het „Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen” (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390).

Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1).

Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 33).

Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14).

Besluit 94/1/EGKS, EG van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Gemeenschappen, hun Lidstaten en de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz.1); gewijzigd bij arrest van het Hof van 10 maart 1998, Zaak C-122/95 (ECR [1998] I-973).

Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1).

Besluit 2002/309/EG van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1), met name de overeenkomst betreffende overheidsopdrachten.

Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SCE), (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Beschikking 2005/15/EG van de Commissie van 7 januari 2005 betreffende de praktische regels voor de toepassing van de procedure van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 5769) (PB L 7 van 11.1.2005, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 170 van 29.6.2007, blz. 1).

Besluit 2007/497/EG van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2007 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2007/5) (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 34).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 van de Commissie van 19 augustus 2011 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1564/2005 (PB L 222 van 27.8.2011, blz. 1).

Richtlijn 2013/16/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van overheidsopdrachten, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 184).

Verordening (EU) nr. 1336/2013 van de Commissie van 13 december 2013 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 17).

HOOFDSTUK 26 03 —   DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 03 01

Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

26 03 01 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations)

1,1

23 800 000

21 396 611

23 700 000

23 894 437

26 382 519,46

25 740 791,26

120,30

26 03 01 02

Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Artikel 26 03 01 — Subtotaal

 

23 800 000

21 396 611

23 700 000

23 894 437

26 382 519,46

25 740 791,26

120,30

26 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 01

Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

5,2

p.m.

30 000

p.m.

300 000

600 000,—

407 178,89

1 357,26

26 03 77 02

Proefproject — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en open source software

5,2

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

26 03 77 03

Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van EU-instellingen

5,2

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

26 03 77 04

Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de EU-instellingen

5,2

500 000

250 000

 

 

 

 

 

26 03 77 05

Proefproject — Bevordering van Linked Open Data, vrije software en deelname van het maatschappelijk middenveld aan wetgeving in de EU (AT4AM/LEOS LOD en integratie van vrije software)

5,2

500 000

250 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 26 03 77 — Subtotaal

 

3 000 000

1 530 000

p.m.

300 000

600 000,—

407 178,89

26,61

 

Hoofdstuk 26 03 — Totaal

 

26 800 000

22 926 611

23 700 000

24 194 437

26 982 519,46

26 147 970,15

114,05

26 03 01
Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

26 03 01 01
Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 800 000

21 396 611

23 700 000

23 894 437

26 382 519,46

25 740 791,26

Toelichting

Besluit nr. 922/2009/EG stelde een programma vast inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA), als opvolger van het IDABC-programma, dat eind december 2009 werd beëindigd.

De doelstelling van het ISA-programma is de bevordering van efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten om de levering van elektronische overheidsdiensten te ondersteunen.

Hiertoe moet het ISA-programma bijdragen aan de opbouw van een organisatorisch, financieel en operationeel kader door een gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten te bieden en de bewustmaking rond de ICT-aspecten van de uniale wetgeving te bevorderen.

Het ISA-programma draagt dus bij tot de versterking en de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en wetgeving van de Unie.

Het programma wordt ten uitvoer gelegd in nauwe samenwerking en overleg met de lidstaten en sectoren door middel van onderzoeken, projecten en begeleidende maatregelen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (PB L 181 van 18.5.2004, blz. 25).

Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).

26 03 01 02
Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (PB L 181 van 18.5.2004, blz. 25).

26 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 01
Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

30 000

p.m.

300 000

600 000,—

407 178,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 02
Proefproject — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en open source software

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

De recente ontdekking van beveiligingsproblemen in kritieke informatie-infrastructuur heeft de aandacht van het publiek gevestigd op de noodzaak van inzicht in het verband tussen enerzijds het bestuur en de kwaliteit van de onderliggende softwarecode en anderzijds de basisveiligheid en het vertrouwen dat het publiek kan hebben in de dagelijks gebruikte toepassingen. Aangezien zowel het algemene publiek als de EU-instellingen geregeld gebruik maken van vrije en open source software, van apparatuur van eindgebruikers tot serversystemen, heeft het Europees Parlement zelf benadrukt dat gecoördineerde inspanningen verricht moeten worden om de integriteit en veiligheid van die software te waarborgen. Dit proefproject biedt een systematische benadering voor het bereiken van de doelstelling dat de EU-instellingen zelf er toe kunnen bijdragen dat veelgebruikte kritische software betrouwbaar is.

Het proefproject bestaat uit drie onderdelen.

Deel een omvat een vergelijkende studie en een haalbaarheidsonderzoek. In de vergelijkende studie worden de Debian Free Software Guidelines (DFSG) en het sociale contract[0] en compliancebesluiten in Debian[1] vergeleken met huidige praktijken voor het delen van code en compliance-eisen binnen de activiteiten van het Vulnerability test centre van de Commissie en het Application Lifecycle management system van CITnet in verband met projecten die momenteel worden gefinancierd door ISA en worden gepubliceerd op JoinUp[2]. De studie bevat tevens een algemene evaluatie van de modellen die de Commissie momenteel hanteert voor het beheer van codes, en daarnaast worden gelijksoortige processen in Debian geïnventariseerd. Het doel is om beste praktijken te ontwikkelen op het gebied van de controle van code en kwaliteitsbeoordeling om beveiligingsproblemen te verminderen, in het bijzonder op het gebied van vrije software en open standaarden zoals gefinancierd door de Europese Unie. De haalbaarheidsstudie stelt was wie de actoren en belanghebbenden zijn, schetst tijdschema's en financieringsmodellen, bepaalt de resultaten en de effecten op lange termijn die nodig zijn in verband met de projecten indien dergelijke beste praktijken worden toegepast.

Het tweede deel van het proefproject omvat de ontwikkeling van een uniforme inventarisatiemethodologie voor de Commissie en het Parlement in het bijzonder en de uitvoering van een volledige inventarisatie van vrije software en open standaarden die binnen alle EU-instellingen worden gebruikt. De inventarisatie vormt de basis waarop bepaald kan worden waar de resultaten van het eerste deel van het proefproject het best kunnen worden toegepast.

Het derde deel omvat een controle van geselecteerde software en softwarebibliotheken die in actief gebruik zijn bij zowel het algemene Europese publiek als de EU-instellingen. In dit deel van het proefproject wordt met name aandacht besteed aan software waarvan het gebruik kan leiden tot ernstige verstoring van de openbare of EU-dienstverlening en tot ongeoorloofde toegang tot persoonsgegevens. Hiervoor zal een openbare aanbesteding worden uitgeschreven.

[0] https://www.debian.org/social_contract

[1] http://cfnarede.com.br/sites/default/files/infographic_debian-v2.1.en.png

[2] https://joinup.ec.europa.eu/

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 03
Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van EU-instellingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject dient ter ontwikkeling van een centraal onlineplatform voor proactieve publicatie van alle niet-gerubriceerde documenten van de EU-instellingen. De voornaamste fasen voor de opbouw van dit webplatform moeten met name het volgende omvatten:

identificatie, inventarisatie en typeregistratie van alle niet-gerubriceerde documenten die van belang zijn voor de EU-instellingen, waarbij openbare beschikbaarheid het uitgangspunt moet zijn;

analyse van technische uitdagingen die aangepakt moeten worden om een veilige opslag en overbrenging van alle documenten te waarborgen;

zorgen voor compatibiliteit van bestaande EU-registers van documenten, zodat een centraal onlinetoegangspunt mogelijk wordt via het nieuwe onlineplatform;

ontwerpen van een webplatform met een optimale en gebruikersvriendelijke navigatie;

ontwikkeling van een ingebouwde zoekmachine voor het zoeken naar, identificeren en downloaden van documenten.

De technische ontwikkeling van het onlineplatform moet gebaseerd zijn op het beginsel van open standard software, en moet ook rekening houden met lopende interinstitutionele harmonisatie- en rationalisatie-inspanningen in termen van metagegevens en formats, informatiesystemen en documentbeheer.

Het proefproject is in eerste instantie vooral gericht op documenten van één bepaalde EU-instelling, zodat een instrument kan worden ontwikkeld dat in een later stadium uitgebreid kan worden tot alle EU-instellingen en aanverwante organen (inclusief regelgevende en uitvoerende agentschappen). Het Publicatiebureau kan het project coördineren, gezien het aantal publieke onlinediensten dat het reeds aanbiedt.

Het onlineplatform zal bijdragen aan het waarborgen van werkelijke transparantie, zoals herhaaldelijk verlangd door het Europees Parlement, maar kan ook onnodige rechtszaken voorkomen die onnodige kosten en lasten met zich meebrengen voor zowel de instellingen als het publiek.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 04
Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de EU-instellingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit project dient ter invoering van een beveiligd systeem van elektronische communicatie binnen de Europese instellingen. Door de modernste technologieën voor versleuteling toe te passen binnen de e-maildiensten van de instelling kan de elektronische communicatie veel veiliger worden gemaakt. Met een doeltreffende bescherming van haar communicatie kan de EU een voorbeeld zijn voor burgers, de particuliere sector en nationale overheden. Het project omvat de ontwikkeling van EU-versleutelingsstandaarden, die gegarandeerd niet kunnen worden gekraakt of verzwakt door overheidsdiensten van derde landen.

Het project heeft tot doel de IT-diensten van de Raad, het voorzitterschap van de Raad, de Commissie en het Parlement te steunen bij de invoering van beveiligde communicatiesystemen voor commissarissen, EP-leden en personeelsleden van alle instellingen die bij het besluitvormingsproces binnen de EU zijn betrokken. Het project omvat een onderzoek naar de beste methoden om de bescherming van elektronische communicatie te waarborgen, gevolgd door een implementatiefase. Op langere termijn kan het project betrekking hebben op zowel geschreven (e-mail en sms) als vocale (vaste en mobiele telefoon) communicatie.

Er moet een stuurgroep worden ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Commissie, de Raad en het Parlement, die verantwoordelijk is voor de aanwijzing van en het toezicht op een centrale dienst binnen een van de instellingen, die zich bezighoudt met het dagelijks beheer van het communicatiesysteem.

Dit voorstel voor een proefproject houdt verband met de oproep van het Europees Parlement aan de bevoegde diensten van het Secretariaat van het Europees Parlement om, onder verantwoordelijkheid van de Voorzitter van het Parlement, uiterlijk december 2014 een grondige evaluatie uit te voeren van de betrouwbaarheid van de IT-beveiliging in het Parlement. Deze evaluatie moet gericht zijn op budgettaire middelen, human resources, technische mogelijkheden, interne organisatie en alle overige aspecten in verband met het verwezenlijken van een hoogwaardige beveiliging van de IT-systemen in het Parlement.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 05
Proefproject — Bevordering van Linked Open Data, vrije software en deelname van het maatschappelijk middenveld aan wetgeving in de EU (AT4AM/LEOS LOD en integratie van vrije software)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

 

 

 

 

Toelichting

Betrokken en actieve burgers in heel Europa zetten zich in voor het toepassen en vernieuwen van democratische waarden en werkwijzen op alle maatschappelijke niveaus, en gebruiken daarbij oude en nieuwe informatie- en communicatietechnologieën. Voor de democratie is het daarom van essentieel belang dat de EU-instellingen hun kennis delen en vrije softwaretoepassingen ter beschikking stellen, die gebruikmaken van belangrijke nieuwe standaarden en instrumenten voor wetgeving, zodat inzicht verkregen kan worden in de verschillende stadia van het wetgevingsproces. Als burgers tijdens het wetgevingsproces binnen de EU kunnen deelnemen aan het opstellen van documenten die aan de daarvoor geldende eisen voldoen en binnen de processen verwerkt kunnen worden verhoogt dit de legitimiteit van het Europese integratieproject. Deze deelname kan worden bevorderd door integratie met andere projecten inzake meertalige technologieën en localisatieprocessen, maar ook door het doorbreken van verticale geïsoleerde structuren en onnodige afhankelijkheid van specifieke platforms.

Een toepassing op dit terrein is LEOS, een web-applicatie voor het opstellen van wetgeving binnen de Commissie. Het wordt gefinancierd via het ISA-programma, hetgeen betekent dat eventueel geïntegreerd kan worden met distributieplatforms als Debian die rendabeler en beter te onderhouden zijn en die waarborgen dat voortdurend wordt getest of de code aansluit op andere toepassingen voor het opstellen van wetgeving van hoge kwaliteit.

Een ambitieuzer voorbeeld is de open ontwikkeling van AT4AM, de automatische toepassing van het Parlement voor amendementen [1]. Het gebruik daarvan buiten het Parlement is echter beperkt, vanwege het gebrek aan integratie met Linked Open Data[2] onvoldoende financiering om ngo's te helpen bij het installeren en gebruiken van de AT4AM-software op hun eigen servers[3] en ontoereikende samenwerking met bestaande vrije softwareprojecten, waarmee de formaten XML en RDF gecombineerd kunnen worden (in het bijzonder de Akoma Ntoso-standaard)[4].

Het proefproject heeft het volgende doel:

bevordering van ontwikkeling, ingebruikneming, onderhoud en gebruik van wetgevingstoepassingen van de EU door het maatschappelijk middenveld;

integratie van LEOS met Linked Open Data-projecten;

samenwerking met het Parlement om de interoperabiliteit van LOD met AT4AM te waarborgen;

ontwikkeling van de Akomo Ntoso-standaard en het RDF-gegevensformaat voor LEOS en AT4AM;

Referenties

[1] http://www.at4am.org/overview/

[2] http://lod-cloud.net/#how-to-join

[3] https://at4am.eu/pipermail/at4am/2013-June/000064.html

[4] https://bugs.debian.org/cgi-bin/bugreport.cgi?bug=711422

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE STEUN VOOR HET PUBLICATIEBUREAU

OPENBARE WEBSITES

CATALOGISERING EN ARCHIVERING

MATERIËLE DISTRIBUTIE EN PROMOTIE

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK IN LUXEMBURG

BEHEER VAN GEBOUWEN EN UITGAVEN (LUXEMBURG)

BEHEER VAN HET SOCIALE WELZIJN (INTERINSTITUTIONEEL, LUXEMBURG)

VERWERVING, HUUR EN ANDERE UITGAVEN IN VERBAND MET GEBOUWEN

MATERIEEL, MEUBILAIR, LEVERINGEN EN DIENSTEN

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VOOR HET BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK IN BRUSSEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONELE MIDDELEN EN VEILIGHEID

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONELE MIDDELEN EN VEILIGHEID

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INFORMATICA

BEDRIJFSOPLOSSINGEN ICT-INFRASTRUCTUUR

INFORMATIESYSTEEMBEHEER — ICT-CONSULTING, ONTWIKKELING EN ONDERSTEUNING VAN INFORMATIESYSTEMEN

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INFORMATICA

DIENSTPRESTATIES ICT-INFRASTRUCTUUR

EUROPESE BESTUURSSCHOOL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VOOR HET BEHEER EN DE AFWIKKELING VAN INDIVIDUELE RECHTEN

TITEL 27

BEGROTING

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

70 488 939

70 488 939

67 179 570

67 179 570

58 659 106,36

58 659 106,36

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

p.m.

p.m.

28 600 000

28 600 000

75 000 000,—

75 000 000,—

 

Titel 27 — Totaal

70 488 939

70 488 939

95 779 570

95 779 570

133 659 106,36

133 659 106,36

HOOFDSTUK 27 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

27 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

41 558 494

40 661 606

41 402 960,90

99,63

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel van het directoraat-generaal Begroting

5,2

4 160 262

4 308 961

5 232 778,27

125,78

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

5 542 521

4 879 130

0,—

0

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Begroting

5,2

7 427 228

7 023 008

8 248 853,54

111,06

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

8 557 050

7 044 430

0,—

0

 

Artikel 27 01 02 — Subtotaal

 

25 687 061

23 255 529

13 481 631,81

52,48

27 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

5,2

2 638 384

2 632 435

3 110 431,73

117,89

27 01 07

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

145 000

150 000

146 961,62

101,35

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

5,2

330 000

350 000

390 000,—

118,18

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

5,2

130 000

130 000

127 120,30

97,78

 

Artikel 27 01 12 — Subtotaal

 

460 000

480 000

517 120,30

112,42

 

Hoofdstuk 27 01 — Totaal

 

70 488 939

67 179 570

58 659 106,36

83,22

27 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

41 558 494

40 661 606

41 402 960,90

27 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01
Extern personeel van het directoraat-generaal Begroting

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 160 262

4 308 961

5 232 778,27

27 01 02 09
Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 542 521

4 879 130

0,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het zal in de loop van het begrotingsjaar overeenkomstig het Financieel Reglement worden overgeschreven naar de begrotingsonderdelen van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 02 11
Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Begroting

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 427 228

7 023 008

8 248 853,54

27 01 02 19
Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 557 050

7 044 430

0,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het krediet wordt niet vanuit deze post besteed, maar zal in de loop van het begrotingsjaar worden overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement, naar begrotingsonderdeel van het beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 03
Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 638 384

2 632 435

3 110 431,73

27 01 07
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

145 000

150 000

146 961,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de bekendmaking van informatie in eender welke vorm en via eender welk medium over de financiële programmering en de algemene begroting van de Unie. Het dekt met name: voorbereidende werkzaamheden en ontwerpen, gebruik van documentatie, grafische vormgeving, reproductie van documenten, aankoop en beheer van gegevens, redactie, vertaling en revisie (m.i.v. controle van de onderlinge consistentie van teksten), drukwerk, publicatie op internet, distributie, opslag en verspreiding.

27 01 11
Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die werden verricht tijdens een afgekondigde crisissituatie die heeft geleid tot de inwerkingtreding van een of meerdere plannen voor de continuïteit van de werkzaamheden, waarbij het op grond van de aard en/of het bedrag van de uitgaven niet mogelijk was om deze ten laste te brengen van de andere administratieve begrotingsonderdelen van de Commissie.

Uiterlijk drie weken na het einde van de crisissituatie wordt de begrotingsautoriteit in kennis gesteld van de verrichte uitgaven.

Activiteiten zonder begrotingsonderdeel:

bevordering van goed financieel beheer;

administratieve ondersteuning en beheer van het directoraat-generaal Begroting;

meerjarig financieel kader en begrotingsprocedure;

beleidsstrategie en -coördinatie voor het directoraat-generaal Begroting.

27 01 12
Accountancy

27 01 12 01
Financiële lasten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

330 000

350 000

390 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, disconto en diverse kosten) en de kosten voor de verbinding met het netwerk van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT).

27 01 12 02
Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van begrotingsregularisaties:

van gelden ter goede rekening in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de regularisatie-uitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

van situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

van gevallen waarin btw niet kan worden teruggevorderd, voor zover de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

van eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van banken waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

27 01 12 03
Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

130 000

130 000

127 120,30

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie, om de financiële belangen van de Commissie in verscheidene fasen van de financiële en boekhoudingsprocedures te beschermen.

Het is ook bestemd voor de verificatie van gegevens met betrekking tot de groepsstructuur, zeggenschap en beheer van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie.

HOOFDSTUK 27 02 —   UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

6

p.m.

p.m.

28 600 000

28 600 000

75 000 000,—

75 000 000,—

 

 

Hoofdstuk 27 02 — Totaal

 

p.m.

p.m.

28 600 000

28 600 000

75 000 000,—

75 000 000,—

 

27 02 01
Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of een tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of betalingskredieten worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde begroting.

Een overschot wordt in artikel 3 0 0 van de staat van ontvangsten opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

27 02 02
Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

28 600 000

75 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de compensatie voor de nieuwe lidstaten met ingang van de datum van inwerkingtreding van enige Akte van toetreding waarin in een dergelijke compensatie wordt voorzien.

Rechtsgronden

Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21), met name artikel 32.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

BEVORDERING VAN GOED FINANCIEEL BEHEER

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL BEGROTING

FINANCIEEL KADER EN BEGROTINGSPROCEDURE

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BEGROTING

TITEL 28

AUDIT

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

11 936 916

11 632 266

11 782 637,50

 

Titel 28 — Totaal

11 936 916

11 632 266

11 782 637,50

HOOFDSTUK 28 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

28 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

5.2

10 106 037

9 890 661

9 947 579,96

98,43

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

5.2

602 383

627 472

618 011,89

102,59

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5.2

586 904

473 811

469 795,06

80,05

 

Artikel 28 01 02 — Subtotaal

 

1 189 287

1 101 283

1 087 806,95

91,47

28 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

5.2

641 592

640 322

747 250,59

116,47

 

Hoofdstuk 28 01 — Totaal

 

11 936 916

11 632 266

11 782 637,50

98,71

28 01 01
Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 106 037

9 890 661

9 947 579,96

28 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

602 383

627 472

618 011,89

28 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

586 904

473 811

469 795,06

28 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

641 592

640 322

747 250,59

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE DIENST INTERNE AUDIT

INTERNE AUDIT VAN DE COMMISSIE

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE DIENST INTERNE AUDIT

INTERNE AUDIT VAN AGENTSCHAPPEN VAN DE UNIE EN ANDERE ORGANEN

COÖRDINATIE MET HET COMITÉ FOLLOW-UP AUDIT

TITEL 29

STATISTIEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

79 471 726

79 471 726

78 492 729

78 492 729

80 759 429,53

80 759 429,53

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

54 922 000

36 726 403

53 391 000

52 402 417

53 133 727,76

46 738 913,65

 

Titel 29 — Totaal

134 393 726

116 198 129

131 883 729

130 895 146

133 893 157,29

127 498 343,18

HOOFDSTUK 29 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

29 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

64 039 267

62 940 570

63 312 577,54

98,87

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 042 625

5 090 461

5 888 753,70

116,78

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 424 234

3 486 921

3 650 300,22

106,60

 

Artikel 29 01 02 — Subtotaal

 

8 466 859

8 577 382

9 539 053,92

112,66

29 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

4 065 600

4 074 777

4 756 546,44

116,99

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

1,1

2 900 000

2 900 000

3 151 251,63

108,66

 

Artikel 29 01 04 — Subtotaal

 

2 900 000

2 900 000

3 151 251,63

108,66

 

Hoofdstuk 29 01 — Totaal

 

79 471 726

78 492 729

80 759 429,53

101,62

29 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

64 039 267

62 940 570

63 312 577,54

29 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 042 625

5 090 461

5 888 753,70

29 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 424 234

3 486 921

3 650 300,22

29 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 065 600

4 074 777

4 756 546,44

29 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 900 000

2 900 000

3 151 251,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

de uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van de agentschappen), tot 2 285 000 EUR. Dit bedrag werd berekend op basis van de jaarlijkse kosten per eenheid per persoon/jaar, waarbij de bezoldiging van het desbetreffende personeel 97 % uitmaakt en de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel 3 %;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, dienstreizen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 29 02.

HOOFDSTUK 29 02 —   HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

1,1

54 922 000

29 328 905

53 391 000

19 407 406

50 593 786,81

3 470 318,04

11,83

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013)

1,1

p.m.

6 527 204

p.m.

27 732 053

0,—

39 446 749,34

604,34

29 02 52

Voltooiing van het programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets)

1,1

p.m.

870 294

p.m.

5 262 958

2 539 940,95

3 821 846,27

439,14

 

Hoofdstuk 29 02 — Totaal

 

54 922 000

36 726 403

53 391 000

52 402 417

53 133 727,76

46 738 913,65

127,26

29 02 01
Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 922 000

29 328 905

53 391 000

19 407 406

50 593 786,81

3 470 318,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

verzameling van statistische gegevens, enquêtes, studies en ontwikkeling van indicatoren en benchmarks;

kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

ontwikkeling en onderhoud van statistische infrastructuur en statistische informatiesystemen;

ontwikkeling en onderhoud van IT-infrastructuur ter ondersteuning van de hervorming van het statistische productieproces;

plaatselijke risicogebaseerde controles bij entiteiten die betrokken zijn bij de productie van statistische informatie in de lidstaten, met name ter ondersteuning van het economische bestuur van de Unie;

ondersteuning van samenwerkingsnetwerken en ondersteuning van organisaties wier voornaamste doelstelling en activiteiten erin bestaan de toepassing van de Europese praktijkcode voor statistieken en de toepassing van nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken te promoten en te ondersteunen;

dienstverlening door externe deskundigen;

statistische opleidingscursussen voor statistici;

kosten van de aanschaf van documentatie;

subsidies voor en aansluiting bij internationale statistische organisaties.

Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om een samenvattend jaarverslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en benchmarks.

Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met derde landen op het gebied van statistiek, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken.

Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulaire technieken.

Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van het meerjarig financieel kader) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017 (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 12).

29 02 51
Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

6 527 204

p.m.

27 732 053

0,—

39 446 749,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1).

Beschikking nr. 507/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 betreffende een aantal maatregelen met betrekking tot een trans-Europees netwerk voor het verzamelen, produceren en verspreiden van statistieken over het intra- en extracommunautaire goederenverkeer (Edicom) (PB L 76 van 16.3.2001, blz. 1).

Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

29 02 52
Voltooiing van het programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

870 294

p.m.

5 262 958

2 539 940,95

3 821 846,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1297/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende een programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets) (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 76).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR EUROSTAT

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR EUROSTAT

TITEL 30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

1 567 119 435

1 449 531 000

1 397 244 625,91

 

Titel 30 — Totaal

1 567 119 435

1 449 531 000

1 397 244 625,91

HOOFDSTUK 30 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

30 01 13

Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

5,2

4 049 000

p.m.

378 691,67

9,35

30 01 13 03

Wegingen en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

5,2

215 000

p.m.

13 881,34

6,46

 

Artikel 30 01 13 — Subtotaal

 

4 264 000

p.m.

392 573,01

9,21

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

5,2

3 269 000

2 496 000

2 542 090,20

77,76

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

5,2

111 000

85 000

59 262,49

53,39

30 01 14 03

Wegingen en aanpassingen van de vergoedingen

5,2

98 000

47 000

53 268,15

54,36

 

Artikel 30 01 14 — Subtotaal

 

3 478 000

2 628 000

2 654 620,84

76,33

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

5,1

1 447 541 000

1 365 663 000

1 317 311 898,39

91,00

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

5,1

48 089 000

45 409 000

42 821 347,87

89,05

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

5,1

44 367 000

30 256 000

28 860 273,64

65,05

 

Artikel 30 01 15 — Subtotaal

 

1 539 997 000

1 441 328 000

1 388 993 519,90

90,19

30 01 16

Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01

Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

5,1

2 005 000

383 000

 

 

30 01 16 02

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Raad

5,1

p.m.

 

 

 

30 01 16 03

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Commissie

5,1

5 866 000

5 192 000

5 203 912,16

88,71

30 01 16 04

Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

5,1

7 640 000

 

 

 

30 01 16 05

Pensioenen van voormalige leden van de Europese Rekenkamer

5,1

3 728 000

 

 

 

30 01 16 06

Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

5,1

101 435

 

 

 

30 01 16 07

Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

5,1

40 000

 

 

 

 

Artikel 30 01 16 — Subtotaal

 

19 380 435

5 575 000

5 203 912,16

26,85

 

Hoofdstuk 30 01 — Totaal

 

1 567 119 435

1 449 531 000

1 397 244 625,91

89,16

30 01 13
Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

30 01 13 01
Tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 049 000

p.m.

378 691,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de tijdelijke vergoeding,

de gezinstoelage,

voor de leden van de Commissie na beëindiging van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

30 01 13 03
Wegingen en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

215 000

p.m.

13 881,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van wegingen die worden toegepast op tijdelijke vergoedingen en ouderdoms-, invaliditeits- en nabestaandenpensioenen van voormalige leden van de Commissie en andere rechthebbenden.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 14
Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01
Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 269 000

2 496 000

2 542 090,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven in verband met de toepassing van de verordeningen van de Raad betreffende bijzondere en/of tijdelijke maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren en/of tijdelijke functionarissen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1746/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de hervorming van de Commissie, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 1).

30 01 14 02
Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

111 000

85 000

59 262,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het werkgeversaandeel van de ziektekostenverzekering van gepensioneerden en ontvangers van vergoedingen bij terbeschikkingstelling, opheffing van het ambt en ontslag.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 14 03
Wegingen en aanpassingen van de vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

98 000

47 000

53 268,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt en ontslag.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de vergoedingen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 15
Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01
Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 447 541 000

1 365 663 000

1 317 311 898,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

ouderdomspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

invaliditeitspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

invaliditeitsuitkeringen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

overlevingspensioenen voor de rechthebbenden van gewezen ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

uitkeringen bij vertrek van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

de betaling van de actuariële tegenwaarde van de pensioenrechten;

de uitkeringen (pensioenbonus) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd (of hun rechthebbenden);

de betaling van financiële steun aan een overlevende echtgenoot die ernstig of langdurig ziek of gehandicapt is, voor de duur van de ziekte of handicap op grond van een onderzoek van de sociale en medische omstandigheden van de betrokkene.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

30 01 15 02
Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

48 089 000

45 409 000

42 821 347,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering voor gepensioneerden.

Tevens dient het ter dekking van de uitkeringen (aanvullende terugbetaling van ziektekosten) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 15 03
Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

44 367 000

30 256 000

28 860 273,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de pensioenen.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 16
Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01
Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 005 000

383 000

 

Toelichting

Oude posten 30 01 16 01, 30 01 16 02 en 30 01 16 03

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van ouderdoms-, invaliditeits- en nabestaandenpensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 14, 15, 17 en 28.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 49 tot en met 60 en nog door het Bureau van het Europees Parlement aan te nemen relevante bepalingen.

30 01 16 02
Pensioenen van voormalige leden van de Europese Raad

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van ouderdoms-, invaliditeits- en nabestaandenpensioenen van voormalige leden van de Europese Raad, alsmede

de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van voormalige leden van de Europese Raad.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Deze rechtsgrondslag zal worden gewijzigd om rekening te houden met de overheveling van deze post naar de afdeling van de Uniebegroting voor de Commissie.

30 01 16 03
Pensioenen van voormalige leden van de Europese Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 866 000

5 192 000

5 203 912,16

Toelichting

Oude post 30 01 13 02

Dit krediet dient ter dekking van:

de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de Commissie;

de invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van de Commissie;

de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de Commissie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

30 01 16 04
Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 640 000

 

 

Toelichting

Oud artikel 1 0 3 (deel IV)

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

ouderdomspensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf;

invaliditeitspensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

nabestaandenpensioenen van overlevende echtgenoten en/of wezen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Deze rechtsgrondslag zal worden gewijzigd om rekening te houden met de overheveling van deze post naar de afdeling van de Uniebegroting voor de Commissie.

30 01 16 05
Pensioenen van voormalige leden van de Europese Rekenkamer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 728 000

 

 

Toelichting

Oud artikel 1 0 3 (deel V)

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Europese Rekenkamer alsmede van de nabestaandenpensioenen voor de overlevende echtgenoten en wezen van genoemde leden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

Deze rechtsgrondslag zal worden gewijzigd om rekening te houden met de overheveling van deze post naar de afdeling van de Uniebegroting voor de Commissie.

30 01 16 06
Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

101 435

 

 

Toelichting

Oud artikel 1 0 3 (deel VIII)

Dit krediet dient ter dekking van ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van voormalige Europese ombudsmannen, alsmede van de nabestaandenpensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Deze rechtsgrondslag zal worden gewijzigd om rekening te houden met de overheveling van deze post naar de afdeling van de Uniebegroting voor de Commissie.

30 01 16 07
Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

40 000

 

 

Toelichting

Oude post 1 0 0 3 (deel IX)

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming, alsmede van de nabestaandenpensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Deze rechtsgrondslag zal worden gewijzigd om rekening te houden met de overheveling van deze post naar de afdeling van de Uniebegroting voor de Commissie.

TITEL 31

TALENDIENSTEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

389 488 765

387 604 805

434 543 315,10

 

Titel 31 — Totaal

389 488 765

387 604 805

434 543 315,10

HOOFDSTUK 31 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

31 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

5.2

316 071 418

313 703 795

317 915 371,12

100,58

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

5.2

9 639 551

10 142 957

11 446 893,55

118,75

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5.2

4 703 668

4 778 845

6 270 818,26

133,32

 

Artikel 31 01 02 — Subtotaal

 

14 343 219

14 921 802

17 717 711,81

123,53

31 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Talendiensten”

5.2

20 066 128

20 309 208

23 880 991,01

119,01

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

5.2

2 300 000

1 783 000

4 382 976,77

190,56

 

Artikel 31 01 03 — Subtotaal

 

22 366 128

22 092 208

28 263 967,78

126,37

31 01 07

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01

Uitgaven voor tolkendiensten

5.2

18 262 000

18 978 000

48 894 779,05

267,74

31 01 07 02

Opleiding en bijscholing van conferentietolken

5.2

390 000

423 000

1 085 455,48

278,32

31 01 07 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

5.2

1 268 000

1 256 000

3 199 655,85

252,34

 

Artikel 31 01 07 — Subtotaal

 

19 920 000

20 657 000

53 179 890,38

266,97

31 01 08

Kosten voor vertaling

31 01 08 01

Kosten voor vertaling

5.2

14 500 000

13 800 000

14 861 609,73

102,49

31 01 08 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

5.2

1 648 000

1 790 000

1 541 000,—

93,51

 

Artikel 31 01 08 — Subtotaal

 

16 148 000

15 590 000

16 402 609,73

101,58

31 01 09

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

5.2

640 000

640 000

1 063 764,28

166,21

31 01 10

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

5.2

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Hoofdstuk 31 01 — Totaal

 

389 488 765

387 604 805

434 543 315,10

111,57

31 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

316 071 418

313 703 795

317 915 371,12

31 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 639 551

10 142 957

11 446 893,55

31 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 703 668

4 778 845

6 270 818,26

31 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Talendiensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 066 128

20 309 208

23 880 991,01

31 01 03 04
Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 300 000

1 783 000

4 382 976,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor:

de apparatuur die nodig is voor de werking van de conferentiezalen van de Commissie met tolkencabines;

technische diensten in verband met het houden van vergaderingen en conferenties van de Commissie in Brussel.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

31 01 07
Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01
Uitgaven voor tolkendiensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 262 000

18 978 000

48 894 779,05

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

de vergoeding van de freelancetolken (Auxiliary Conference Interpreters — ACI's) die het directoraat-generaal Tolken overeenkomstig artikel 90 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie heeft aangeworven, om het in staat te stellen aan de instellingen waarvoor het de vertolking verzekert, voldoende gekwalificeerde conferentietolken ter beschikking te stellen;

naast de honoraria omvat de vergoeding de bijdragen voor een ouderdoms-, overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering, en voor de tolken die hun kantoor niet op de standplaats hebben, de betaling van verplaatsingskosten en vaste reis- en verblijfskosten;

de kosten van de dienstprestaties die door de tolken van het Europees Parlement ten behoeve van de Commissie worden verricht (zowel ambtenaren als tijdelijk personeel);

de kosten van activiteiten van tolken met betrekking tot de voorbereiding van vergaderingen en opleiding;

door het directoraat-generaal Tolken via de vertegenwoordigingen van de Commissie gesloten dienstencontracten voor vertolking, in het kader van vergaderingen die de Commissie in derde landen organiseert.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 30 037 500 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

31 01 07 02
Opleiding en bijscholing van conferentietolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

390 000

423 000

1 085 455,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor acties die ervoor moeten zorgen dat het directoraat-generaal Tolken over voldoende gekwalificeerde conferentietolken kan beschikken, met name voor bepaalde talencombinaties, en voor de specifieke opleiding van conferentietolken.

Het betreft met name beurzen voor universiteiten, opleidingen voor opleiders en programma's voor pedagogische bijstand, alsook beurzen voor studenten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 810 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

31 01 07 03
Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 268 000

1 256 000

3 199 655,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken, waaronder:

aankoop of huur van personal computers, servers en microcomputers, de kosten van helpdesks, terminals, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, fotokopieerapparaten, faxtoestellen en alle elektronische apparatuur die in de kantoren of tolkencabines van het directoraat-generaal Tolken worden gebruikt, de voor hun werking benodigde programmatuur, installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden die met deze apparatuur verband houden;

ontwikkeling en beheer van informatiesystemen en systemen voor verspreiding van berichten die voor het directoraat-generaal Tolken van nut zijn, waaronder documentatie, opleiding voor deze systemen, studies en de verwerving van kennis en deskundigheid op informaticagebied: kwaliteit, veiligheid, technologie, internet, ontwikkelingsmethodologie, beheer met behulp van de computer;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en documentatie in verband met informatietechnologie-apparatuur en -programmatuur, opleiding en informaticaboeken van algemeen nut, extern personeel voor de exploitatie en het beheer van gegevensbanken, bureaudiensten en abonnementen;

aankoop of huur, onderhoud en ondersteuning van transmissie- en communicatieapparatuur en -programmatuur, alsook opleiding en de daaruit voortvloeiende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 963 000 EUR.

31 01 08
Kosten voor vertaling

31 01 08 01
Kosten voor vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 500 000

13 800 000

14 861 609,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor externe vertaaldiensten en de uitgaven voor andere taaldiensten die worden toevertrouwd aan externe contractanten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 452 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

31 01 08 02
Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 648 000

1 790 000

1 541 000,—

Toelichting

Wat betreft de meertalige terminologische en taalkundige gegevensbanken, de vertaalhulpmiddelen en de uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek van het directoraat-generaal Vertaling, dient dit krediet ter dekking van:

de uitgaven die verband houden met de aankoop, ontwikkeling en aanpassing van vertaalsoftware en andere meertalige hulpmiddelen of vertaalhulpmiddelen, alsook de aankoop, consolidering en uitbreiding van taalkundige en terminologische gegevensbanken, vertaalgeheugens en elektronische woordenboeken, waardoor er efficiënter kan worden omgegaan met meertaligheid en met het oog op een betere interinstitutionele samenwerking;

uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek die tegemoetkomen aan de behoeften van de vertalers, en met name voor:

het voorzien van de bibliotheken van eentalige boeken en abonnementen op een selectie van kranten en tijdschriften;

de toekenning van individuele dotaties voor de aankoop van een voorraad woordenboeken en talengidsen voor nieuwe vertalers;

de aankoop van woordenboeken, encyclopedieën en lexica in elektronische vorm of via webtoegang tot documentaire gegevensbanken;

het aanleggen en in stand houden van de basisuitrusting van meertalige bibliotheken door de aankoop van referentiewerken.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden geboekt op artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 340 000 EUR.

31 01 09
Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

640 000

640 000

1 063 764,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot samenwerkingsactiviteiten die door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking zijn georganiseerd en die de bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied beogen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 305 000 EUR.

31 01 10
Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven (titel 3) van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie.

De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

De bedragen die overeenkomstig artikel 23 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Vertaalbureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL TOLKEN

ONDERSTEUNING EN BIJSTAND VOOR CONFERENTIES, EVENEMENTEN EN VERGADERINGEN

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL TOLKEN

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VERTALING

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VERTALING

TITEL 32

ENERGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

63 548 999

63 548 999

62 261 297

62 261 297

68 876 463,19

68 876 463,19

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

502 456 000

498 668 603

424 037 500

173 237 427

38 450 433,63

245 942 563,32

32 03

KERNENERGIE

159 853 000

175 269 771

154 183 000

199 700 000

289 292 303,33

199 135 819,—

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

337 988 791

297 692 895

292 962 845

217 823 316

348 977 290,34

216 810 801,74

 

Titel 32 — Totaal

1 063 846 790

1 035 180 268

933 444 642

653 022 040

745 596 490,49

730 765 647,25

HOOFDSTUK 32 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

32 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

5,2

49 911 442

47 455 191

54 513 301,39

109,22

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 675 532

2 583 194

2 388 241,96

89,26

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 877 202

1 897 388

2 261 277,83

120,46

 

Artikel 32 01 02 — Subtotaal

 

4 552 734

4 480 582

4 649 519,79

102,13

32 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

5,2

3 168 680

3 072 253

4 117 843,39

129,95

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

1,1

1 978 000

2 728 000

383 946,13

19,41

32 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

1,1

p.m.

p.m.

250 000,—

 

 

Artikel 32 01 04 — Subtotaal

 

1 978 000

2 728 000

633 946,13

32,05

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1,1

1 686 288

1 806 884

2 059 587,57

122,14

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

775 597

890 467

905 000,—

116,68

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 357 258

1 729 920

1 899 264,92

139,93

 

Artikel 32 01 05 — Subtotaal

 

3 819 143

4 427 271

4 863 852,49

127,35

32 01 07

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

5,2

119 000

98 000

98 000,—

82,35

 

Hoofdstuk 32 01 — Totaal

 

63 548 999

62 261 297

68 876 463,19

108,38

32 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

49 911 442

47 455 191

54 513 301,39

32 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 675 532

2 583 194

2 388 241,96

32 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 877 202

1 897 388

2 261 277,83

32 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 168 680

3 072 253

4 117 843,39

32 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 978 000

2 728 000

383 946,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 02.

32 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

250 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en bijeenkomsten van deskundigen, die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 03.

32 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 686 288

1 806 884

2 059 587,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd in de delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

775 597

890 467

905 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 357 258

1 729 920

1 899 264,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 07
Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

119 000

98 000

98 000,—

Toelichting

Aangezien de uitgaven voor personeel en gebouwen zijn opgenomen in de kredieten die zijn ingeschreven onder de posten XX 01 01 01 en XX 01 03 01 en in artikel 26 01 23 is de bijdrage van de Commissie, samen met de eigen inkomsten van het Voorzieningsagentschap, bedoeld om de uitgaven van het Agentschap bij de uitvoering van zijn activiteiten te dekken.

Tijdens zijn 23e zitting van 1 en 2 februari 1960 stelde de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met eenparigheid van stemmen voor dat de Commissie niet alleen de inning van de bijdragen — bestemd voor de beleidsuitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom —, maar ook de invoering zelf ervan zou uitstellen. Sindsdien wordt in de begroting een subsidie opgenomen die ervoor bestemd is om de raming van ontvangsten en uitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom in evenwicht te brengen.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name de artikelen 52, 53 en 54.

Referentiebesluiten

Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15), met name de artikelen 4, 6 en 7 van de bijlage.

HOOFDSTUK 32 02 —   CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

32 02 01

Connecting Europe Facility

32 02 01 01

Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

1,1

145 554 000

14 631 591

122 042 833

p.m.

 

 

 

32 02 01 02

Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

1,1

145 554 000

14 631 591

122 042 833

p.m.

 

 

 

32 02 01 03

Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

1,1

145 555 000

14 631 591

122 042 834

p.m.

 

 

 

32 02 01 04

Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

1,1

48 518 000

19 952 080

40 771 000

p.m.

 

 

 

 

Artikel 32 02 01 — Subtotaal

 

485 181 000

63 846 853

406 899 500

p.m.

 

 

 

32 02 02

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

1,1

4 998 000

3 481 176

4 900 000

1 482 073

4 020 213,63

4 170 660,63

119,81

32 02 03

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

1,1

306 000

261 088

300 000

190 000

300 000,—

196 812,22

75,38

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

1,1

10 851 000

10 851 000

10 188 000

10 188 000

11 930 220,—

11 930 220,—

109,95

32 02 51

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

1,1

p.m.

12 569 810

p.m.

9 753 197

22 200 000,—

26 997 899,48

214,78

32 02 52

Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

1,1

p.m.

406 598 676

150 259 157

0,—

201 566 428,87

49,57

32 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 01

Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

1,1

p.m.

p.m.

140 000

0,—

66 815,50

 

32 02 77 02

Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen (Richtlijn 2009/28/EG)

2

p.m.

p.m.

350 000

0,—

0,—

 

32 02 77 04

Proefproject — Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling en uitwisseling van ervaringen met duurzame stadsontwikkeling

1,1

p.m.

0,—

0,—

 

32 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

1,1

p.m.

p.m.

0,—

1 013 726,62

 

32 02 77 06

Proefproject — Techno-economische modellen voor stadsverwarmingsnetten met meervoudige input

2

p.m.

500 000

1 750 000

875 000

 

 

 

32 02 77 07

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar de financiering van goedkope energie-efficiëntiemaatregelen in huishoudens met een laag inkomen

1,1

120 000

60 000

 

 

 

 

 

32 02 77 08

Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

1,1

1 000 000

500 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 32 02 77 — Subtotaal

 

1 120 000

1 060 000

1 750 000

1 365 000

0,—

1 080 542,12

101,94

 

Hoofdstuk 32 02 — Totaal

 

502 456 000

498 668 603

424 037 500

173 237 427

38 450 433,63

245 942 563,32

49,32

32 02 01
Connecting Europe Facility

32 02 01 01
Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

145 554 000

14 631 591

122 042 833

p.m.

 

 

Toelichting

Deze vastlegging is bedoeld ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang, die in de eerste plaats bijdragen tot de integratie van de interne-energiemarkt en de interoperabiliteit van de gas- en de elektriciteitsnetwerken over de grenzen heen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder a).

32 02 01 02
Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

145 554 000

14 631 591

122 042 833

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot de verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie, de veerkracht van het systeem en de veiligheid van de systeemactiviteiten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder b).

32 02 01 03
Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

145 555 000

14 631 591

122 042 834

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming, onder meer door de integratie van energie uit hernieuwbare bronnen in het transmissienetwerk en door de ontwikkeling van slimme energienetten en kooldioxidenetwerken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder c).

32 02 01 04
Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 518 000

19 952 080

40 771 000

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de bijdrage van de Unie aan de financieringsinstrumenten die zijn opgesteld in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen om de toegang tot langetermijnfinanciering of bijdragen van particuliere investeerders mogelijk te maken of te vergemakkelijken en daardoor de financiering van projecten van gemeenschappelijk belang die in het kader van de Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39) voor subsidie in aanmerking komen, te versnellen of mogelijk te maken. De financieringsinstrumenten zullen worden opgezet als „leningenkaders” of „kapitaalkaders” nadat een evaluatie vooraf als vereist op grond van artikel 224 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie heeft plaatsgevonden. Zij zijn bedoeld om te worden uitgevoerd via direct beheer door de entiteiten waaraan de taken zijn toevertrouwd in de zin van het Financieel Reglement of tezamen met die entiteiten.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, aan de Commissie, die zijn geboekt onder post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

32 02 02
Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 998 000

3 481 176

4 900 000

1 482 073

4 020 213,63

4 170 660,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van een concurrerend veilig en duurzaam Europees energiebeleid, van de interne energiemarkt en de uitbreiding daarvan met derde landen, van alle aspecten inzake de continuïteit van de energievoorziening vanuit een Europees en mondiaal perspectief alsmede de versterking en bescherming van de rechten van de energiegebruikers door het aanbieden van kwaliteitsdiensten tegen transparante en vergelijkbare prijzen.

De belangrijkste doelstellingen zijn de geleidelijke ontwikkeling van een gemeenschappelijk Europees beleid om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren en te zorgen voor de goede werking van de interne energiemarkt en toegang tot de netwerken voor het vervoer van energie, voor de monitoring van de energiemarkt, de analyse van modellen met scenario’s inzake de effecten van beleidsopties, de versterking van de rechten en de bescherming van energiegebruikers op basis van algemene en specifieke kennis van de mondiale en Europese markten voor de diverse soorten energie.

Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de uitgaven van deskundigen die rechtstreeks verband houden met de verzameling, validering en analyse van de nodige informatie over de monitoring van de energiemarkt, alsook ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, conferenties en evenementen voor het promoten van activiteiten in de energiesector en voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het energiebeleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2964/95 van de Raad van 20 december 1995 houdende instelling van een registratie in de Gemeenschap van de invoer en leveranties van ruwe aardolie (PB nr. L 310 van 22.12.1995, blz. 5).

Beschikking van de Raad van 22 april 1999 betreffende een communautaire procedure voor informatie en overleg over de kosten van de ruweaardolievoorziening en over de verbruikersprijzen van aardolieproducten (PB L 110 van 28.4.1999, blz. 8).

Richtlijn 2005/89/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 22).

Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).

Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

Richtlijn 2009/119/EG van de Raad van 14 september 2009 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (PB L 265 van 9.10.2009, blz. 9).

Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad van 24 juni 2010 inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 736/96 (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 7).

Verordening (EU, Euratom) nr. 833/2010 van de Commissie van 21 september 2010 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 36).

Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1).

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).

Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 66).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 19 januari 2012 tot oprichting van de EU-Groep van autoriteiten voor offshore-olie- en -gasactiviteiten (PB C 18 van 21.1.2012, blz. 8).

32 02 03
Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

306 000

261 088

300 000

190 000

300 000,—

196 812,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels die noodzakelijk zijn voor de verhoging van de continuïteit van de veiligheid in de energiesector, technische assistentie en specifieke opleiding.

De belangrijkste doelstellingen zijn de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsregels in de energiesector en met name:

maatregelen ter voorkoming van kwaad opzet in de energiesector, met bijzondere aandacht voor de installaties en infrastructuur van het Europese systeem voor de energieproductie en -transport;

harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening;

vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de veiligheidsdoelstellingen in de energiesector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

monitoring van de maatregelen inzake de continuïteit van de energievoorziening die worden genomen door de betrokken nationale autoriteiten, exploitanten en andere belangrijke actoren;

internationale coördinatie op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening, ook met buurlanden waar energie wordt geproduceerd of die als doorvoerland fungeren, en andere partners op wereldschaal;

bevordering van technologische ontwikkelingen inzake de continuïteit van de energievoorziening.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor voorlichting en communicatie, alsmede voor elektronische en papieren publicaties die rechtstreeks verband houden met het bereiken van de doelstelling van dit artikel.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 10
Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 851 000

10 188 000

11 930 220,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 11 266 000 EUR. Een bedrag van 415 000 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 10 851 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

32 02 51
Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

12 569 810

p.m.

9 753 197

22 200 000,—

26 997 899,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009 (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

32 02 52
Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

406 598 676

150 259 157

0,—

201 566 428,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 01
Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

140 000

0,—

66 815,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 02
Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen (Richtlijn 2009/28/EG)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

350 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 04
Proefproject — Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling en uitwisseling van ervaringen met duurzame stadsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 05
Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

1 013 726,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 06
Proefproject — Techno-economische modellen voor stadsverwarmingsnetten met meervoudige input

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 750 000

875 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft tot doel de totale doeltreffendheid van netwerken voor stadsverwarming en -koeling te verbeteren door de ontwikkeling van een volgende generatie van stadsverwarming en -koeling, met behulp van:

intelligent gebruik en controle van systemen voor decentrale opslag van energie in het netwerk;

verbeterde opzet en slimme controle van onderstations in gebouwen voor lagetemperatuurverwarming en hogetemperatuurkoeling; en

intelligente controle van het gehele netwerk, met inbegrip van hernieuwbare bronnen (voornamelijk zonnewarmte, aardwarmte, restwarmte), de vraag naar warmte-energie van de aangesloten gebouwen en zowel de decentrale als collectieve opslagsystemen van warmte-energie.

De eerste fase van het project omvat voorbereidende studies (2014-2015) en moet leiden tot:

een algoritme voor slimme controle van decentrale opslag van en onderstations voor warmte-energie;

een goedkoop systeem om de lading te meten van compacte systemen voor decentrale opslag van warmte-energie in de gebouwen;

een beter ontwerp van lagetemperatuur-onderstations; alsmede

een algemeen controleregime om het verschil op te vangen tussen de meervoudige (onvoorspelbare) hernieuwbare warmtebronnen en de behoefte aan warmte-energie in de aangesloten gebouwen.

De algemene doelstelling is het vergroten van de totale doeltreffendheid van stadsverwarmingsnetten en het verminderen van het primaire energiegebruik van back-up systemen voor verwarming (gasboilers) en koeling (airconditioning) met minstens 20 %.

De tweede fase bestaat uit de bouw van circa 60 gebouwen op één locatie, waarvan sommige in 2014-2015 gekoppeld moeten worden in het kader van het proefproject. De totale verlaging van de uitstoot die dankzij een optimalisering van de netwerken (opslag, onderstations, controle) kan worden bereikt wordt geschat op 1 021 ton per jaar. De verlaging van de uitstoot dankzij het gebruik van hernieuwbare energiebronnen is (nog) niet in de berekeningen opgenomen, omdat de aandacht is gericht op netwerken van de volgende generatie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 07
Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar de financiering van goedkope energie-efficiëntiemaatregelen in huishoudens met een laag inkomen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

120 000

60 000

 

 

 

 

Toelichting

In verband met noodplannen om de continuïteit van de energievoorziening in de Unie te waarborgen en de afhankelijkheid van de invoer van energie te verminderen, moet worden gezorgd voor specifieke bescherming van kwetsbare consumenten die getroffen zijn door energiearmoede. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40 % van het totale energiegebruik in de Unie. De complete renovatie van gebouwen is onlangs aangemerkt als een van de belangrijkste prioriteiten van de EU en de structuurfondsen ter verbetering van de energie-efficiëntie en de voorzieningszekerheid. Daarnaast moet echter onderzoek worden gedaan naar goede manieren om financiële steun te mobiliseren ter ondersteuning van op korte termijn uit te voeren goedkope energie-efficiëntiemaatregelen ten behoeve van huishoudens met een laag inkomen. Dergelijke financieringsmaatregelen, waarbij alle op dit gebied beschikbare Unie-middelen en begrotingsonderdelen worden ingezet, kunnen ervoor zorgen dat de energiebehoefte van kwetsbare consumenten afneemt zonder dat hun levensstandaard daalt. Er zal een haalbaarheidsstudie worden uitgevoerd naar de financieringsmogelijkheden hiervoor. In het kader van deze studie zal gekeken worden op welke manier er Unie-middelen beschikbaar kunnen worden gesteld voor kortetermijnmaatregelen voor deze groep burgers. Daarbij wordt rekening gehouden met sociale en economische gevolgen (het stimuleren van de lokale werkgelegenheid, het omlaag brengen van energierekeningen, enz.) het probleem van de „gescheiden prikkels” voor eigenaren en huurders van gebouwen, complementariteit met energie-efficiëntiemaatregelen voor de langere termijn en de op Unie- en nationaal niveau reeds beschikbare financiële middelen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 08
Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel om inzicht te verkrijgen in de gevolgen van de financieel-economische crisis op energiearmoede in de Unie, met bijzondere aandacht voor die lidstaten waar dit onderwerp nog niet is onderzocht en/of waar tot nu toe desbetreffende geen beleidsmaatregelen zijn getroffen.

Tevens dient het project om bestaande gegevens te analyseren over personen die te maken hebben met brandstofarmoede, en de bestaande maatregelen te evalueren die de lidstaten hebben genomen, en definities en indicatoren die zij hanteren.

Te financieren acties/maatregelen

Een studie met als onderwerp:

de invoering van een definitie van energiearmoede op basis van gemeenschappelijke parameters, maar aangepast naargelang de specifieke nationale omstandigheden in elke lidstaat;

het invoeren van speciale financiële regelingen voor de energiekosten van de meest kwetsbare huishoudens (zoals billijke energietarieven, ad-hocsteun of in andere sociale uitkeringen geïntegreerde steun, preventie van onbetaalde facturen, bescherming tegen afsluiting);

het opzetten van specifieke nationale of regionale fondsen om de energiearmoede te verminderen, die van middelen kunnen worden voorzien via een financiële bijdrage van de energieleveranciers op basis van hun verplichtingen om het verbruik te verlagen overeenkomstig Richtlijn 2012/27/EU;

stimulansen en voorlichting om bewoners te helpen energie te besparen;

de inzet van doeltreffende financiële hefbomen op lange termijn om woningen energie-efficiënter te maken, zowel in stedelijke als in plattelandsgebieden, zonder dat hierdoor de kosten van de woning voor huurders fors stijgen na aftrek van de gerealiseerde energiebesparingen; de Commissie zorgt voor de coördinatie hiervan en zal de invoering van stimuleringsmechanismen onderzoeken;

onderzoek naar manieren waarop de maatregelen voor het energiezuiniger maken van woningen ten behoeve van de bestrijding van de energiearmoede bijdragen aan de preventie van gezondheidsproblemen (zoals aandoeningen van de luchtwegen, hartaandoeningen, allergieën, astma, voedsel- of koolmonoxidevergiftiging, gevolgen voor de mentale gezondheid van de bewoners);

opbouw van tarieven in de lidstaten, met inbegrip van recente verhogingen van de energiebelasting;

door de lidstaten genomen maatregelen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 32 03 —   KERNENERGIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 03

KERNENERGIE

32 03 01

Nucleaire veiligheidscontrole

1,1

23 107 000

15 665 291

20 520 000

17 000 000

20 477 528,15

16 886 737,05

107,80

32 03 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

1,1

3 762 000

2 436 823

3 286 000

2 700 000

1 814 775,18

1 850 940,86

75,96

32 03 03

Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

1,1

61 853 000

p.m.

60 641 000

p.m.

 

 

 

32 03 04

Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01

Kozloduy-programma

1,1

40 205 000

p.m.

39 416 000

p.m.

 

 

 

32 03 04 02

Bohunice-programma

1,1

30 926 000

p.m.

30 320 000

p.m.

 

 

 

 

Artikel 32 03 04 — Subtotaal

 

71 131 000

p.m.

69 736 000

p.m.

 

 

 

32 03 51

Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

1,1

p.m.

157 167 657

p.m.

180 000 000

267 000 000,—

180 398 141,09

114,78

 

Hoofdstuk 32 03 — Totaal

 

159 853 000

175 269 771

154 183 000

199 700 000

289 292 303,33

199 135 819,—

113,62

32 03 01
Nucleaire veiligheidscontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 107 000

15 665 291

20 520 000

17 000 000

20 477 528,15

16 886 737,05

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van met name de volgende activiteiten:

uitgaven voor missies door inspecteurs, uitgevoerd in overeenstemming met overeengekomen zesmaandenprogramma's, kortetermijninspecties (verblijfs- en reiskosten);

opleiding van inspecteurs en bijeenkomsten met lidstaten en nucleaire exploitanten;

aankoop van bij de inspecties te gebruiken apparatuur, meer bepaald aankoop van controleapparatuur, en met name digitale videosystemen, apparatuur voor gamma-, neutronen- en infraroodmeting, elektronische zegels en uitleesapparatuur;

aanschaf en vernieuwing van informaticamaterieel voor inspecties;

specifieke informaticaprojecten in verband met inspecties (ontwikkeling en onderhoud);

vervanging van afgedankte meet- en controleapparatuur;

onderhoud van apparatuur, inclusief verzekering van specifieke apparatuur op de locaties van Canberra, Ametek, Fork en GBNS;

technische infrastructuurwerkzaamheden, waaronder begrepen afvalbeheer en vervoer van monsters;

analysewerkzaamheden in situ (arbeids- en dienstreiskosten van analisten);

overeenkomsten over de werkruimte in situ (laboratoria, kantoren);

dagelijks beheer van installaties in situ en laboratoria van de centrale dienst (herstel, onderhoud, IT-apparatuur, aankoop klein materieel, verbruiksgoederen enz.);

IT-ondersteuning en -tests voor toepassingen in verband met inspecties.

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement geeft het volgende eveneens aanleiding tot de opvoering van extra kredieten:

verzekeringsuitkeringen;

terugbetalingen van bedragen die ten onrechte zijn betaald voor de levering van goederen, werkzaamheden of diensten in opdracht van de Commissie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen overheidstaken zijn betrokken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 7 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1).

Referentiebesluiten

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, de lidstaten zonder kernwapens en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Samenwerkingsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, Canada en Australië.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 24 maart 1992 inzake een beschikking van de Commissie over de inrichting van in-situlaboratoria voor verificatieanalysen van controlemonsters (SEC(1992) 515).

32 03 02
Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 762 000

2 436 823

3 286 000

2 700 000

1 814 775,18

1 850 940,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke beleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging, met name in de nieuwe lidstaten, en de maatregelen en regelgeving op het gebied van de stralingsbescherming;

de uitgaven in verband met maatregelen en acties voor bewaking van en bescherming tegen de effecten van ioniserende straling en met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu tegen stralingsgevaar en de aan radioactieve stoffen verbonden risico's. Deze acties hebben betrekking op specifieke taken waarin het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorziet;

de uitgaven in verband met de oprichting en functionering van een korps inspecteurs voor het toezicht op de bescherming tegen ioniserende straling in de lidstaten. Deze kosten omvatten, buiten de dagvergoedingen en reiskosten (dienstreizen), de kosten van opleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde materieel;

de uitgaven in verband met de tenuitvoerlegging van de taken van de Commissie, als bedoeld in punt 31 van de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 3 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 31 (verzameling van informatie en voorbereiding van nieuwe wetgeving ter aanvulling van de basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid), artikel 33 (tenuitvoerlegging van de richtlijnen, inclusief met name op medisch gebied (gebied C)) en artikel 35, tweede alinea (verificatie van de controle op de radioactiviteit in het milieu).

Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76).

Verordening (EG) nr. 773/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 1)

Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18).

Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (PB L 199 van 2.8.2011, blz. 48).

Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 296 van 7.11.2013, blz. 12).

Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 86/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13van 17.1.2014, blz.1).

32 03 03
Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

61 853 000

p.m.

60 641 000

p.m.

 

 

Toelichting

Oude post 32 03 03 02

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina (Litouwen), volgens de overeenkomsten die met Litouwen zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Ignalina-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1369/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen voor het Ignalina-programma kunnen ook de uitgaven voor technische en administratieve bijstand dekken die nodig zijn voor de overgang tussen het programma en de maatregelen die zijn vastgesteld in het kader van Verordening (EG) nr. 1990/2006.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1369/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1990/2006 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 7).

32 03 04
Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01
Kozloduy-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 205 000

p.m.

39 416 000

p.m.

 

 

Toelichting

Oude post 32 03 03 01

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Kozloduy (Bulgarije), volgens de overeenkomsten die met Bulgarije zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Kozloduy-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 647/2010 vastgestelde maatregelen.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 04 02
Bohunice-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 926 000

p.m.

30 320 000

p.m.

 

 

Toelichting

Oude post 32 03 03 03

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Bohunice (Slowakije), volgens de overeenkomsten die met Slowakije zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Bohunice-programma kan ook uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten omvatten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 549/2007 vastgestelde maatregelen.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 51
Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

157 167 657

p.m.

180 000 000

267 000 000,—

180 398 141,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens het Toetredingsverdrag van 2003 (Protocol nr. 4 inzake de kerncentrale van Ignalina in Litouwen en Protocol nr. 9 inzake unit 1 en unit 2 van de V1-kernreactor van Bohunice in Slowakije, beide gehecht aan het Toetredingsverdrag van 2003).

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Ook de taak betreffende de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije is rechtstreeks aan de Commissie verleend krachtens artikel 30 van de Toetredingsakte van 2005.

Verordening (EG) nr. 1990/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake de uitvoering van Protocol nr. 4 bij de Akte van toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de kerncentrale van Ignalina in Litouwen „Ignalina-programma” (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 647/2010 van de Raad van 13 juli 2010 betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma) (PB L 189 van 22.7.2010, blz. 9).

HOOFDSTUK 32 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

32 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1,1

337 988 791

133 691 606

292 962 845

28 886 164

 

 

 

 

Artikel 32 04 03 — Subtotaal

 

337 988 791

133 691 606

292 962 845

28 886 164

 

 

 

32 04 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

 

32 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

26 624 166,14

2 084 113,29

 

 

Artikel 32 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

26 624 166,14

2 084 113,29

 

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

80 389 724

p.m.

125 175 972

179 683 916,12

111 992 607,44

139,31

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

2 784 940

p.m.

4 739 966

0,—

11 405 745,93

409,55

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

1,1

p.m.

80 826 625

p.m.

59 021 214

142 669 208,08

91 328 335,08

112,99

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

1,1

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Hoofdstuk 32 04 — Totaal

 

337 988 791

297 692 895

292 962 845

217 823 316

348 977 290,34

216 810 801,74

72,83

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020-activiteiten, in het bijzonder die in het kader van met name de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie”, maar ook de betrokken delen van andere gedeelten van het programma, zoals onder meer „Toegang tot financiering”, die worden uitgevoerd overeenkomstig het energiebeleidskader van de Unie, het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) en de Mededeling over energietechnologieën en innovatie, zullen in de eerste plaats bijdragen tot het Europa-2020 vlaggenschipinitiatief „Innovatie-unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsmede tot de ontwikkeling en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken, levert Horizon 2020 een bijdrage aan de opbouw van een economie die berust op kennis en innovatie in de gehele Unie.

Horizon 2020 zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van de Europese onderzoeksruimte; daarbij wordt grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Unie ondersteund, worden de dynamiek, de creativiteit en het hoge niveau van het Europese onderzoek in staat gesteld de grenzen van de kennis te verleggen, wordt het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief versterkt, wordt de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa verhoogd en wordt gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analyses en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die uit hoofde van de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 32 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 32 01 05 worden opgevoerd.

32 04 03
Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

32 04 03 01
Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

337 988 791

133 691 606

292 962 845

28 886 164

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie” van de Horizon 2020-prioriteiten, overeenkomstig het Unie-energiebeleid, het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) en de Mededeling betreffende energietechnologieën en innovatie. Deze initiatieven betreffen voornamelijk: energie-efficiëntie, wind, zon, bio-energie, koolstofafvang en -opslag (CCS), slimme steden en elektriciteitsnetten. In de onderkenning dat deze een belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen kunnen leveren, zal in de periode 2014-2020 85 % van de kredieten besteed worden aan de beleidsterreinen voor hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik, met inbegrip van slimme netwerken en energieopslag.

Met het oog het bevorderen van de energieveiligheid in de Unie, worden maatregelen voor marktintroductie gesteund door middel van het programma Intelligente energie voor Europa III, om capaciteit op te bouwen, het beheer te verbeteren en marktobstakels te verwijderen zodat oplossingen op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie ten uitvoer kunnen worden gelegd. Een deel van de kredieten van het algemene budget voor de energie-uitdaging wordt daarom besteed aan marktacceptatiemaatregelen voor bestaande technologieën op het vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in het kader van het programma „Intelligente energie voor Europa III”. Dit programma zal worden uitgevoerd door middel van een specifieke bestuursstructuur en zal eveneens steun omvatten voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake duurzame energie, capaciteitsopbouw en de mobilisering van financiering voor investeringen, zoals tot op heden het geval is geweest.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

32 04 50
Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

26 624 166,14

2 084 113,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 51
Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

80 389 724

p.m.

125 175 972

179 683 916,12

111 992 607,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

32 04 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 784 940

p.m.

4 739 966

0,—

11 405 745,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen van vóór 2007 in het kader van de kaderprogramma's voor onderzoek.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

32 04 53
Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

80 826 625

p.m.

59 021 214

142 669 208,08

91 328 335,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

32 04 54
Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE

TITEL 33

JUSTITIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

42 123 382

42 123 382

41 747 353

41 747 353

38 268 938,48

38 268 938,48

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

86 388 000

77 801 001

83 943 081

77 122 381

106 010 795,27

94 167 354,93

33 03

JUSTITIE

80 635 000

74 990 734

77 718 671

66 973 671

80 401 297,35

62 532 565,33

 

Titel 33 — Totaal

209 146 382

194 915 117

203 409 105

185 843 405

224 681 031,10

194 968 858,74

HOOFDSTUK 33 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

33 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Justitie”

5,2

33 308 670

32 968 870

29 237 325,82

87,78

33 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie”

33 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 135 222

3 072 252

3 738 697,55

119,25

33 01 02 11

Andere beheersuitgaven

5,2

1 264 855

1 271 824

1 366 067,—

108,00

 

Artikel 33 01 02 — Subtotaal

 

4 400 077

4 344 076

5 104 764,55

116,02

33 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het beleidsterrein „Justitie”

5,2

2 114 635

2 134 407

2 196 109,51

103,85

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie”

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap”

3

1 100 000

1 100 000

1 331 739,16

121,07

33 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

3

1 200 000

1 200 000

398 999,44

33,25

 

Artikel 33 01 04 — Subtotaal

 

2 300 000

2 300 000

1 730 738,60

75,25

 

Hoofdstuk 33 01 — Totaal

 

42 123 382

41 747 353

38 268 938,48

90,85

33 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Justitie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

33 308 670

32 968 870

29 237 325,82

33 01 02
Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie”

33 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 135 222

3 072 252

3 738 697,55

33 01 02 11
Andere beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 264 855

1 271 824

1 366 067,—

33 01 03
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het beleidsterrein „Justitie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 114 635

2 134 407

2 196 109,51

33 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie”

33 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 100 000

1 100 000

1 331 739,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”) en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van het programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere activiteiten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand voor de tenuitvoerlegging van acties ter bewerkstelliging van gelijkheid van mannen en vrouwen en het inspelen op de bijzondere behoeften van personen met een handicap;

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 02.

33 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 200 000

1 200 000

398 999,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Justitie” („het programma”) en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 03.

HOOFDSTUK 33 02 —   RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

3

24 196 000

11 035 208

23 007 000

3 467 000

 

 

 

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

3

32 073 000

16 321 307

31 151 000

2 106 300

 

 

 

33 02 06

Bureau van de Unie voor de grondrechten

3

21 155 000

21 155 000

21 109 000

21 109 000

21 348 510,—

21 348 510,—

100,91

33 02 07

Europees Instituut voor gendergelijkheid

3

7 464 000

7 464 000

6 776 081

6 776 081

7 478 368,—

7 478 368,—

100,19

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

3

p.m.

19 175 584

p.m.

41 333 000

75 433 917,27

64 749 808,76

337,67

33 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 01

Voorbereidende actie — Europese samenwerking tussen nationale en internationale autoriteiten verantwoordelijk voor rechten van het kind en het maatschappelijke middenveld ter bevordering en verdediging van de rechten van het kind

3

0,—

0,—

 

33 02 77 02

Proefproject — Invoering op Unieniveau van een snellewaarschuwingsmechanisme voor ontvoeringen en verdwijningen van kinderen

3

0,—

0,—

 

33 02 77 03

Voorbereidende actie — Standaardisering van nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen en tegen kinderen

3

0,—

0,—

 

33 02 77 04

Proefproject — Methodologie op Unieniveau voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

3

p.m.

240 481

p.m.

637 000

0,—

449 577,75

186,95

33 02 77 05

Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

141 090,42

 

33 02 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

3

p.m.

470 141

p.m.

425 000

1 000 000,—

0,—

0

33 02 77 07

Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in real time

3

p.m.

360 525

p.m.

319 000

750 000,—

0,—

0

33 02 77 08

Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

3

p.m.

392 568

900 000

450 000

 

 

 

33 02 77 09

Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

3

750 000

811 187

1 000 000

500 000

 

 

 

33 02 77 10

Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma's van de EU voor het vergaren van gegevens

3

750 000

375 000

 

 

 

 

 

 

Artikel 33 02 77 — Subtotaal

 

1 500 000

2 649 902

1 900 000

2 331 000

1 750 000,—

590 668,17

22,29

 

Hoofdstuk 33 02 — Totaal

 

86 388 000

77 801 001

83 943 081

77 122 381

106 010 795,27

94 167 354,93

121,04

Toelichting

Het nieuwe programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” is de opvolger van drie eerdere programma's: „Grondrechten en burgerschap”, „Daphne III” en de delen „Discriminatiebestrijding en verscheidenheid” en „Gelijkheid van mannen en vrouwen” van het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress). Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” heeft als doel bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van een ruimte waarin gelijkheid en de rechten van personen, zoals die zijn neergelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de internationale mensenrechtenverdragen waar de Unie partij bij is, worden bevorderd, worden beschermd en daadwerkelijk worden toegepast.

33 02 01
Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 196 000

11 035 208

23 007 000

3 467 000

 

 

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de preventie en de bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen alsook tegen andere risicogroepen, met name groepen die het risico lopen op geweld in persoonlijke relaties, en slachtoffers van dat soort geweld te beschermen (in het kader van „Daphne”); de rechten van het kind te bevorderen en te beschermen; het hoogste niveau van bescherming van privacy en persoonsgegevens te waarborgen; de uitoefening van de uit het burgerschap van de Unie voortvloeiende rechten te bevorderen en te versterken; en personen in staat te stellen als consument of ondernemer in de interne markt hun uit de Uniewetgeving voortvloeiende rechten af te dwingen, in het licht van de uit het consumentenprogramma gefinancierde projecten.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk uitgesplitst naar geslacht; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

opleidingsactiviteiten, ook vanuit een genderbewustzijnsperspectief, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars, mediacampagnes, ook via online media, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor ngo's bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde, ondersteuning van de belangrijkste Europese actoren, Europese netwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo's, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder e) tot en met i), en artikel 5, lid 1.

33 02 02
Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 073 000

16 321 307

31 151 000

2 106 300

 

 

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de effectieve toepassing van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, alsmede tot de bevordering van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op de in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bepaalde gronden; racisme, vreemdelingenhaat, homofobie en andere vormen van onverdraagzaamheid te voorkomen en te bestrijden; de rechten van personen met een handicap te bevorderen en te beschermen; en de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen en gendermainstreaming te ondersteunen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk uitgesplitst naar geslacht;

het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties; opleidingsactiviteiten, ook vanuit een genderbewustzijnsperspectief, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars en mediacampagnes, ook via online media, en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor ngo's bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde en ondersteuning van de belangrijkste Europese actoren, Europese netwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo's, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies;

het ontwerpen en toepassen van een methodologie voor genderbudgettering bij de Uniebegroting met het oog op:

het vaststellen van impliciete en expliciete genderkwesties;

het — waar mogelijk — vaststellen van daarmee samenhangende toewijzingen van middelen; en

het beoordelen of het beleid een verschil zal maken in bestaande ongelijkheden tussen mannen en vrouwen (of groepen mannen en vrouwen) en tussen jongens en meisjes, alsook in bepaalde genderverhoudingen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder a) tot en met d), en artikel 5, lid 1.

33 02 06
Bureau van de Unie voor de grondrechten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 155 000

21 109 000

21 348 510,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) en

beleidsuitgaven (titel 3) van het Bureau van de Unie, dat ten doel heeft de betrokken instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten, om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties opzetten.

Van het Bureau kan worden verwacht dat het de volgende operationele doelstellingen nastreeft/taken uitvoert:

verlening van bijstand aan de instellingen van de Unie en aan de lidstaten;

bevordering van de netwerkvorming tussen de belanghebbenden en van de dialoog op Unieniveau;

bevordering en verspreiding van informatie en van bewustmakingsactiviteiten om meer bekendheid te geven aan de grondrechten;

doeltreffende werking van de beheersstructuur en uitvoering van acties.

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het Bureau van de Unie voor de grondrechten, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 21 229 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 21 155 000 EUR is een bedrag van 74 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

33 02 07
Europees Instituut voor gendergelijkheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 464 000

6 776 081

7 478 368,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van het Instituut (titel 3).

Het Instituut moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

De personeelsformatie van het Instituut is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig Besluit 2006/996/EG in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van 11 december 2006 betreffende de plaats van vestiging van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 61) is het Instituut gevestigd in Vilnius.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 7 628 000 EUR. Een bedrag van 164 000 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 7 464 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12 2006, blz. 9).

33 02 51
Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

19 175 584

p.m.

41 333 000

75 433 917,27

64 749 808,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het pretoetredingsinstrument Phare ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan de Unie-programma's.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit nr. 293/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen (PB L 34 van 9.2.2000, blz. 1).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

Besluit 2007/252/EG van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Grondrechten en burgerschap voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 110 van 27.4.2007, blz. 33).

Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 19).

Referentiebesluiten

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 01
Voorbereidende actie — Europese samenwerking tussen nationale en internationale autoriteiten verantwoordelijk voor rechten van het kind en het maatschappelijke middenveld ter bevordering en verdediging van de rechten van het kind

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 4 juli 2006: „Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind” (COM(2006) 367 final).

33 02 77 02
Proefproject — Invoering op Unieniveau van een snellewaarschuwingsmechanisme voor ontvoeringen en verdwijningen van kinderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 03
Voorbereidende actie — Standaardisering van nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen en tegen kinderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 04
Proefproject — Methodologie op Unieniveau voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

240 481

p.m.

637 000

0,—

449 577,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 05
Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

141 090,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 06
Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

470 141

p.m.

425 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 07
Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in real time

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

360 525

p.m.

319 000

750 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 08
Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

392 568

900 000

450 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft tot doel de betrokken actoren in de relevante lidstaten de mogelijkheid te geven om een online kennisplatform inzake genitale verminking bij vrouwen te ontwikkelen. Dit platform moet worden ontwikkeld door en voor beroepsbeoefenaars op het gebied van gezondheid, kinderbescherming, asiel, migratie, politie en de rechterlijke macht die omgaan met vrouwen en meisjes die leven met of risico lopen op genitale verminking, alsook voor de media. Andere belangrijke partners zijn onder meer nationale en regionale autoriteiten alsook organisaties van het maatschappelijk middenveld. Een dergelijk platform zal eenvoudig toegankelijke informatie en steun bieden voor beroepsbeoefenaars, zodat slachtoffers op een doeltreffendere manier kunnen worden ondersteund, genitale verminking bij vrouwen kan worden voorkomen en vrouwen en meisjes die leven met of risico lopen op genitale verminking kunnen worden beschermd. Bovendien zal het platform bijdragen tot de uitvoering van Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 57) en Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60), met name met betrekking tot erkenning en opvangvoorzieningen.

Er zal een alomvattend online kennisplatform betreffende genitale verminking bij vrouwen in Europa worden ontwikkeld op basis van instrumenten voor e-leren met afzonderlijke modules voor alle overheidsorganen en –autoriteiten. Het zal worden ontwikkeld in de talen van de deelnemende landen, met gemeenschappelijke informatie voor alle lidstaten en met landenspecifieke wetgeving en contactpunten. Er zullen modules worden ontwikkeld voor politiële en judiciële autoriteiten en beroepsbeoefenaars in een uiteenlopend aantal vakgebieden (maatschappelijk werk, kinderbescherming, opvangcentra, migratiediensten, onderwijs en media). Dit kan worden aangevuld met richtsnoeren voor beroepsbeoefenaars die onmiddellijk advies nodig hebben. Dit instrument zal helpen de praktijkkennis te verbeteren, stigmatisering in de media te voorkomen en vrouwen en meisjes te beschermen die leven met of risico lopen op genitale verminking.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 09
Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

811 187

1 000 000

500 000

 

 

Toelichting

In het EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma wordt de lidstaten verzocht degelijke monitoringmechanismen in te voeren en het maatschappelijk middenveld, inclusief Roma-organisaties, te betrekken bij de tenuitvoerlegging en monitoring van de strategieën. Er is capaciteitsopbouw nodig om de plaatselijke maatschappelijke Roma-organisaties voor te bereiden op hun bijdrage aan de planning en uitvoering van de programma's. Het proefproject kan bijdragen aan de totstandbrenging en de capaciteitsopbouw van plaatselijke maatschappelijke Roma-organisaties en aan het opzetten van monitoringmechanismen met betrekking tot de integratie en inclusie van de Roma, met name het opstellen en verspreiden van „schaduwrapporten” waarin groeperingen van maatschappelijke organisaties aanvullende of alternatieve informatie kunnen leveren bij de rapporten die de lidstaten indienen over de tenuitvoerlegging van hun strategieën. Deze schaduwrapporten zouden plaatselijke kennis kunnen inbrengen voor nationale en beleidvormingsprocessen van de Unie en nader kunnen ingaan op de werkelijke maatschappelijke impact van regeringsprogramma's. De monitoring zou met name betrekking hebben op de plaatselijke uitvoering van strategieën op vier kerngebieden (werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg) en op terreinen als anti-discriminatie en gendergelijkheid, en zou ook informatie verschaffen over de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, het gebruik van Uniegelden en de mainstreaming van maatregelen voor de inclusie van Roma.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 10
Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma's van de EU voor het vergaren van gegevens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

 

 

 

 

Toelichting

Dit proefproject dient ter oprichting en ondersteuning van een onafhankelijke groep deskundigen die een evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten moet uitvoeren van bestaande Unie-wetgeving, -instrumenten en overeenkomsten met derde partijen waarbij sprake is van het vergaren, bewaren, opslaan of overbrengen van persoonsgegevens.

Gezien de voornaamste conclusie van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken C-293/12 en C-594/12, waarmee de richtlijn gegevensbescherming ongeldig werd verklaard, en rekening houdend met de huidige ontwikkelingen inzake de goedkeuring van voorstellen voor hervorming van de gegevensbescherming in de Unie, zoals gepresenteerd door de Commissie op 25 januari 2012, dient het proefproject ter ondersteuning van de activiteiten van een groep onafhankelijke deskundigen die tot taak hebben de verenigbaarheid van Unie-instrumenten en -mechanismen voor gegevensvergaring met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie te evalueren, met specifieke aandacht voor de toepassing van het proportionaliteitsbeginsel en de beoordeling van relevante waarborgen inzake handhaving van het fundamentele recht op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens.

De activiteiten van de groep deskundigen moeten met name het volgende omvatten:

in kaart brengen van bestaande Unie-wetgeving (en de eventuele omzetting in nationaal recht), instrumenten en samenwerking op het gebied van wetshandhaving, en akkoorden met derden inzake het vergaren, bewaren, opslaan of overbrengen van persoonsgegevens;

juridische analyse en evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten, in het licht van de recentste jurisprudentie van de Unie op het gebied van privacy en de bescherming van persoonsgegevens;

analyse en beoordeling van alle gevolgen van bestaande Unie-programma's voor gegevensvergaring, teneinde mogelijke lacunes of inmenging ter zake van de grondrechten vast te stellen;

ontwikkeling van specifieke beleidsaanbevelingen voor elk geïdentificeerd en geëvalueerd element.

De onafhankelijke groep deskundigen kan met name bestaan uit en gebruik maken van de expertise van toezichthoudende autoriteiten op het gebied van gegevensbescherming, waaronder de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming.

Op basis van de opgestelde specifieke beleidsaanbevelingen kan de groep deskundigen tevens algemene richtsnoeren ontwikkelen voor Unie-instrumenten en -mechanismen voor gegevensvergaring.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 03 —   JUSTITIE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 03

JUSTITIE

33 03 01

Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

3

30 636 000

14 993 389

28 580 000

7 485 000

 

 

 

33 03 02

Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

3

14 415 000

7 705 708

14 228 000

3 727 000

 

 

 

33 03 03

Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

3

3 000 000

1 700 447

3 004 000

788 000

 

 

 

33 03 04

Dienst van de Europese Unie voor justitiële samenwerking (Eurojust)

3

32 584 000

32 584 000

31 206 671

31 206 671

32 358 660,—

32 358 660,—

99,31

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van drugspreventie, voorlichting en justitie

3

p.m.

16 778 636

p.m.

22 500 000

47 042 637,35

29 740 918,23

177,25

33 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 01

Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

33 03 77 02

Proefproject — Europese justitiële opleiding

3

p.m.

525 551

p.m.

492 000

0,—

313 837,10

59,72

33 03 77 03

Proefproject — Voorlichtingsinstrument voor partners met twee nationaliteiten

3

p.m.

397 672

p.m.

425 000

1 000 000,—

119 150,—

29,96

33 03 77 04

Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

3

p.m.

305 331

700 000

350 000

 

 

 

 

Artikel 33 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 228 554

700 000

1 267 000

1 000 000,—

432 987,10

35,24

 

Hoofdstuk 33 03 — Totaal

 

80 635 000

74 990 734

77 718 671

66 973 671

80 401 297,35

62 532 565,33

83,39

33 03 01
Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 636 000

14 993 389

28 580 000

7 485 000

 

 

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot het ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding, waaronder taalopleiding over juridische terminologie, met het oog op het stimuleren van een gemeenschappelijke rechtscultuur en het vergemakkelijken van de daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen, met inbegrip van het bevorderen en ondersteunen van de rechten van slachtoffers van misdrijven, met inachtneming van de rechten van de verdediging.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en Europese netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder b) en c), en artikel 6.

33 03 02
Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 415 000

7 705 708

14 228 000

3 727 000

 

 

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen aan het vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding en de rechten van de verdediging; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1.

33 03 03
Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

1 700 447

3 004 000

788 000

 

 

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel initiatieven op het gebied van het drugsbeleid te ondersteunen met betrekking tot aspecten van justitiële samenwerking en misdaadpreventie die nauw verbonden zijn met de algemene doelstelling van het programma Justitie („het programma”), voor zover ze niet onder het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer, als deel van het fonds voor interne veiligheid, of het programma Gezondheid voor groei vallen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma; het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder d), en artikel 6, lid 1.

33 03 04
Dienst van de Europese Unie voor justitiële samenwerking (Eurojust)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

32 584 000

31 206 671

32 358 660,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven van Eurojust (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van Eurojust (titel 3).

Eurojust moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Eurojust is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2015 bedraagt in totaal 32 994 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 32 584 000 EUR is een bedrag van 410 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

Besluit 2009/426/JBZ van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 138 van 4.6.2009, blz. 14).

33 03 51
Voltooiing van maatregelen op het gebied van drugspreventie, voorlichting en justitie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

16 778 636

p.m.

22 500 000

47 042 637,35

29 740 918,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 743/2002 van de Raad van 25 april 2002 tot vaststelling van een algemeen communautair kader voor activiteiten ter vergemakkelijking van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (PB L 115 van 1.5.2002, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit 2007/126/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Strafrecht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het Algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 13).

Besluit nr. 1149/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Civiel recht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

Besluit nr. 1150/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Drugspreventie en -voorlichting voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 23).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 01
Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 02
Proefproject — Europese justitiële opleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

525 551

p.m.

492 000

0,—

313 837,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 03
Proefproject — Voorlichtingsinstrument voor partners met twee nationaliteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

397 672

p.m.

425 000

1 000 000,—

119 150,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 04
Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

305 331

700 000

350 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het doel is projecten op Europees niveau te financieren om kinderen meer bewust te maken van hun rechten bij civielrechtelijke, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures.

Met het oog daarop moeten er uitgebreide bewustmakingsprogramma's worden opgezet en uitgevoerd voor middelbare scholieren. Dat zou met name kunnen geschieden in de vorm van interactieve bezigheden (zoals schijnprocessen, rollenspellen) waarmee middelbare scholieren leren welke hun rechten zijn. De projecten worden in zekere mate aangepast aan elk deelnemend land, zodat rekening wordt gehouden met de nationale context. De kinderen moeten de mogelijkheid krijgen de diverse fasen van een schijnproces in strafrechtelijke, civielrechtelijke of bestuursrechtelijke zaken mee te maken en beter te begrijpen welke de verschillende rollen en taken zijn (bv. het kind dat terechtstaat, de getuige, de voogd, de ouder, de advocaat, de openbare aanklager, de rechter, de sociaal werker, de politiebeambte, enz.), alsook wat hun rechten zijn.

Om de projecten zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, moeten ze worden voorbereid met en door kinderen, leerkrachten en personeel in een participerende omgeving en op een weerbaar makende wijze, en moeten de scholen vooraf toezeggen dat zij de activiteiten zullen vergemakkelijken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

TITEL 34

KLIMAATACTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

22 083 645

22 083 645

22 158 678

22 158 678

26 122 080,89

26 122 080,89

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

105 364 250

62 163 365

99 310 001

29 378 296

24 136 505,47

18 945 766,55

 

Titel 34 — Totaal

127 447 895

84 247 010

121 468 679

51 536 974

50 258 586,36

45 067 847,44

HOOFDSTUK 34 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

34 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

14 230 948

14 086 699

17 884 667,92

125,67

34 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01

Extern personeel

5,2

1 645 320

1 617 046

1 712 168,18

104,06

34 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 920 281

2 083 959

2 060 068,91

107,28

 

Artikel 34 01 02 — Subtotaal

 

3 565 601

3 701 005

3 772 237,09

105,80

34 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

903 466

911 974

1 343 417,71

148,70

34 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — subprogramma Klimaatactie

2

3 383 630

3 459 000

3 121 758,17

92,26

 

Artikel 34 01 04 — Subtotaal

 

3 383 630

3 459 000

3 121 758,17

92,26

 

Hoofdstuk 34 01 — Totaal

 

22 083 645

22 158 678

26 122 080,89

118,29

34 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 230 948

14 086 699

17 884 667,92

34 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01
Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 645 320

1 617 046

1 712 168,18

34 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 920 281

2 083 959

2 060 068,91

34 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

903 466

911 974

1 343 417,71

34 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — subprogramma Klimaatactie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 383 630

3 459 000

3 121 758,17

Toelichting

Dit krediet in het kader van het subprogramma Klimaatactie van het LIFE-programma dient ter dekking van studies, vergaderingen van deskundigen, workshops, conferenties, evaluaties, informatietechnologie, informatie, communicatiemateriaal, Eurobarometer-enquêtes, publicaties en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed en dienstverleningscontracten ter ondersteuning van inventarisatie, selectie, voorbereiding, beheer, monitoring, evaluatie en audits van en toezicht op de programma's en projecten. Het dient eveneens ter dekking van de steun aan internationale klimaatevenementen en activiteiten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

Het dient met name ter dekking van:

uitgaven voor hosting, onderhoud, beveiliging, kwaliteitsborging, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen (IT-systemen) ter ondersteuning van de klimaatbeleidsdoelstellingen, zoals het gemeenschappelijke EU-register, het EU-transactielogboek (EUTL) en IT-systemen voor de tenuitvoerlegging van wetgeving ter bescherming van de ozonlaag, zoals Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (PB L 286 van 31.10.2009, blz. 1) en Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195);

uitgaven voor publicaties en activiteiten ter verspreiding van de resultaten en beste praktijken voortvloeiend uit Life-projecten, waardoor de duurzaamheid daarvan wordt ondersteund, alsook vergaderingen van deskundigen en begunstigden van projecten (advies inzake projectbeheer, netwerking en het uitwisselen van resultaten en beste praktijken);

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van passende informatietechnologiesystemen (IT-systemen) voor communicatie, selectie, evaluatie, monitoring en rapportage in verband met projecten, en voor de verspreiding van de resultaten van projecten;

uitgaven voor de aanwerving van IT-deskundigen intra muros om de ontwikkeling, de kwaliteitsgarantie, het testen en de veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 34 02.

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

HOOFDSTUK 34 02 —   KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

34 02 01

De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

2

46 972 000

22 285 864

43 842 591

8 564 853

 

 

 

34 02 02

De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

2

46 032 000

27 692 419

43 842 591

1 282 426

 

 

 

34 02 03

Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

2

11 510 250

2 936 741

9 574 819

1 939 670

 

 

 

34 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

4

850 000

763 901

850 000

775 031

794 597,79

712 263,15

93,24

34 02 51

Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

2

5 874 440

11 516 316

20 394 970,18

15 750 476,92

268,12

34 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 01

Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

2

p.m.

2 250 000

4 700 000

2 946 937,50

2 483 026,48

110,36

34 02 77 02

Proefproject — Efficiënt gebruik van de Uniemiddelen voor klimaatdoelstellingen: gebruik van wegen als een vroege prestatie-indicator voor REDD+-projecten

2

p.m.

360 000

1 200 000

600 000

 

 

 

 

Artikel 34 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

2 610 000

1 200 000

5 300 000

2 946 937,50

2 483 026,48

95,14

 

Hoofdstuk 34 02 — Totaal

 

105 364 250

62 163 365

99 310 001

29 378 296

24 136 505,47

18 945 766,55

30,48

34 02 01
De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 972 000

22 285 864

43 842 591

8 564 853

 

 

Toelichting

In het kader van het subprogramma Klimaatactie van het LIFE-programma dient dit krediet ter dekking van maatregelen waarbij de rol van de Commissie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving wordt ondersteund en de tenuitvoerlegging op het gebied van klimaatactie wordt gemonitord, met inbegrip van de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor het klimaat, alsook maatregelen met betrekking tot de verbetering van de kennisbasis (ontwikkeling, beoordeling, monitoring, evaluatie) van doeltreffende mitigatie van het klimaat en het verhogen van de capaciteit voor praktijktoepassing, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen en actieplannen op lokaal, regionaal of nationaal niveau en de bijdrage aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve koolstofarme technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

waarborging van de naleving van de verbintenissen die de Unie in het kader van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is aangegaan;

waarborging van de ontwikkeling van nieuwe beleidsgebieden en verdere tenuitvoerlegging van het klimaat- en energiepakket van 2009 en het gebruik van marktconforme instrumenten, en met name de handel in broeikasgasemissierechten, teneinde via een kostenefficiënte emissiereductie de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie en van het kader voor het klimaat- en energiebeleid voor 2030 ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie en samenleving tot stand te brengen.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies, financiële instrumenten (via indirect beheer toe te vertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB) of het Europees Investeringsfonds (EIF) in overeenstemming met de artikelen 17 en 25 van Verordening (EU) nr. 1293/2013 en artikel 58 van het Financieel Reglement) of aanbestedingsprocedures (studies, dienstverleningscontracten, administratieve regelingen, evaluaties, economische analysen en de modellering van scenario's, vergaderingen, evenementen, netwerken, databanken, informatiesystemen, voorlichtings-, bekendmakings- en verspreidingsacties) of andere nodige interventies, waaronder:

samenwerking met Eurocontrol inzake de uitvoering van de regeling van de Europese Unie voor de handel in emissierechten in de luchtvaart;

de kosten van ontwikkeling, onderhoud, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van beleidsondersteunende systemen, met name — maar niet uitsluitend — het gemeenschappelijke EU-register, het EU-transactielogboek en het bewakingssysteem voor ozonafbrekende stoffen (ODS). Het krediet dient ook ter dekking van de kosten van projectbeheer, documentatie en opleiding die samenhangen met de implementatie van deze systemen.

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties, hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 14.

34 02 02
De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 032 000

27 692 419

43 842 591

1 282 426

 

 

Toelichting

In het kader van het subprogramma Klimaatactie van het LIFE-programma dient dit krediet ter dekking van maatregelen waarbij de rol van de Commissie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving wordt ondersteund en de tenuitvoerlegging op het gebied van klimaatactie wordt gemonitord, met inbegrip van de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor de aanpassing aan de klimaatverandering, met inbegrip van, in voorkomend geval, op ecosystemen gebaseerde benaderingen, alsook maatregelen met betrekking tot de verbetering van de kennisbasis (ontwikkeling, beoordeling, monitoring, evaluatie) van doeltreffende mitigatie van het klimaat en het verhogen van de capaciteit voor praktijktoepassing, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen en actieplannen op lokaal, regionaal of nationaal niveau en de bijdrage aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve koolstofarme technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming; daarbij wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

ontwikkeling van nieuw beleid en verdere uitvoering van het huidige klimaat- en energiepakket, het kader voor het klimaat- en energiebeleid voor 2030 en de aanpassingsstrategie van de EU;

aanpassing van de economie en de samenleving van de Unie aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering en verzachting van die gevolgen;

ondersteuning van de omschakeling naar een koolstofarme, zuinige en klimaatbestendige economie en samenleving, waartoe het nodig is om ook op vele andere beleidsterreinen van de Unie (met name cohesie, landbouw, plattelandsontwikkeling, onderzoek en innovatie, vervoer en energie, buitenlands optreden enz.) klimaatactie te ondernemen, met name via mainstreaming en aanpassingsmaatregelen;

het opzetten van innovatieve steunmechanismen om ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden van nieuwe technologieën, voor de beperking van verliezen ten gevolge van met het klimaat samenhangende gebeurtenissen, zoals ernstige droogte, overstromingen en extreme klimaatverschijnselen, en voor de ontwikkeling van de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en te bestrijden;

het ondersteunen van de ontwikkeling van klimaatbestendigheidsbevorderende instrumenten, op risico's gebaseerde beoordelingen van programma's en maatregelen ter vergroting van de aanpassingsmogelijkheden en weerbaarheid ten aanzien van klimaatverandering, alsook „climate tracking”-methoden om klimaatgerelateerde uitgaven te monitoren, overeenkomstig de mainstreaming-doelstelling „het aandeel van klimaat-mainstreaming op te trekken tot ten minste 20 % van het totaal van de toekomstige Uniebegroting in 2014-2020”, met bijdragen vanuit verschillende beleidssectoren;

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor acties, financiële instrumenten (via indirect beheer toe te vertrouwen aan de Europese Investeringsbank of het Europees Investeringsfonds in overeenstemming met de artikelen 17 en 25 van Verordening (EU) nr. 1293/2013 en artikel 58 van het Financieel Reglement) of aanbestedingsprocedures (studies, dienstverleningscontracten, administratieve regelingen, evaluaties, vergaderingen, evenementen, netwerken, databanken, informatiesystemen, voorlichtings-, bekendmakings- en verspreidingsacties) of andere nodige interventies.

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties, hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 15.

34 02 03
Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 510 250

2 936 741

9 574 819

1 939 670

 

 

Toelichting

In het kader van het subprogramma Klimaatactie van het LIFE-programma dient dit krediet ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Commissie bij de verbetering van klimaatgovernance door een bredere betrokkenheid van belanghebbenden, met inbegrip van ngo's, in de ontwikkeling/tenuitvoerlegging van het beleid, door capaciteitsopbouw en bewustmaking en van maatregelen ter bevordering van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie, met inbegrip van het verwerven van steun van het publiek en van de belanghebbenden voor beleidsvorming van de Unie op klimaatgebied, en het bevorderen van kennis over duurzame ontwikkeling, alsook maatregelen met betrekking tot de ondersteuning van communicatie, beheer en informatieverspreiding op klimaatgebied, het vergemakkelijken van het delen van kennis over succesvolle oplossingen en praktijken op klimaatgebied, onder meer door het ontwikkelen van samenwerkingsplatforms tussen belanghebbenden en het bevorderen van en bijdragen aan doeltreffender naleving en handhaving van klimaatwetgeving, met name door de ontwikkeling en verspreiding van beste praktijken en beleidsbenaderingen („succesverhalen”) te bevorderen.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

verdere tenuitvoerlegging van het klimaat- en energiepakket van 2009;

waarborging van de implementatie en het gebruik van marktconforme instrumenten teneinde via een kostenefficiënte emissiereductie de „20/20/20” klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie en samenleving tot stand te brengen;

ontwikkeling van nieuw beleid op grond van het kader voor klimaat en energie voor 2030;

aanpassing van de economie en de samenleving van de Unie aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering en verzachting van die gevolgen;

ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) die hoofdzakelijk op het gebied van milieu en/of klimaatactie op Europees niveau actief zijn en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het beleid en wetgeving van de Unie met als doel een sterkere deelname van ngo’s aan de dialoog van beleidsvorming op het vlak van klimaatactie en aan de tenuitvoerlegging ervan, alsook aan het Europees normalisatieproces om te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de belanghebbenden en de systematische integratie van klimaatgerelateerde aspecten.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor acties aan projecten en exploitatiesubsidies aan ngo's of via aanbestedingsprocedures (studies, dienstverleningscontracten, administratieve regelingen, evaluaties, vergaderingen, evenementen, netwerken, databanken, informatiesystemen, voorlichtings-, bekendmakings- en verspreidingsacties) of andere nodige interventies.

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties, hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 16.

34 02 04
Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

850 000

763 901

850 000

775 031

794 597,79

712 263,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

Besluit 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).

Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).

Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).

34 02 51
Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 874 440

11 516 316

20 394 970,18

15 750 476,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het LIFE+-programma, met name inzake maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

34 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 01
Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 250 000

4 700 000

2 946 937,50

2 483 026,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

34 02 77 02
Proefproject — Efficiënt gebruik van de Uniemiddelen voor klimaatdoelstellingen: gebruik van wegen als een vroege prestatie-indicator voor REDD+-projecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

360 000

1 200 000

600 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De Unie heeft aanzienlijke middelen uitgetrokken voor positieve stimuli om ontwikkelingslanden ertoe aan te zetten de emissies ten gevolge van wereldwijde ontbossing en aantasting van de bossen terug te dringen (REDD+). De Unie is de grootste geldschieter voor dit programma, indien de bijdragen van de lidstaten worden meegerekend.

Uit de eerste evaluaties blijkt dat het gebrek aan gemeenschappelijke methodes en aan voldoende middelen (menselijke, technische en financiële) voor het voorspellen, meten, melden, toetsen en vergelijken (FMRVC) van emissies uit de bosbouw op termijn en voor de afzonderlijke landen het grootste mankement is van REDD+.

In het proefproject worden het bestaande wegennet en uitbreiding van de toegankelijkheid, door de aanleg van nieuwe wegen, gebruikt als vroegtijdige prestatie-indicator voor projecten die gericht zijn op het terugdringen van broeikasgassen die vrijkomen door ontbossing en het versterken van de wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT). Tegelijkertijd wordt in het proefproject de informatie over de toegankelijkheid (bv. het wegennet) geïntegreerd in de geharmoniseerde FMRVC-methodes als middel om de doeltreffendheid en de betrouwbaarheid van de REDD+-verslaglegging te verbeteren en op die manier de klimaatwetgeving voor de periode na 2020 voor te bereiden, waarover in december 2015 in Parijs een akkoord moet worden bereikt op de bijeenkomst van UNFCCC COP-21.

In tropische gebieden blijkt uit satellietbeelden en terreingegevens dat het openen van een nieuwe weg door het bos gewoonlijk gevolgd wordt door de aanleg van secundaire (al dan niet verharde) wegen, wat leidt tot nog meer aantasting en ontbossing (omschakeling op landbouw of veeteelt). Wetenschappelijke rapporten zijn het erover eens dat de meeste ontbossing, versnippering en aantasting van bossen voorkomt in risicozones in de omgeving van infrastructuren en toegangswegen.

Daarom is de aanleg van nieuwe wegen niet alleen een belangrijke oorzaak van ontbossing en aantasting van bossen, maar kan het ook een kostenefficiënte indicator zijn van mogelijke emissies uit bosbouw en verlies van biodiversiteit. Aan de hand van ruimtelijke informatie inzake infrastructuur (o.a. wegen) kunnen „kaarten van gebieden zonder wegen” worden gemaakt die vervolgens worden vergeleken met actuele boskaarten om vroegtijdig de impact van sectorale beleidsmaatregelen van de Unie en de doeltreffendheid van de ondersteunde REDD+-activiteiten te beoordelen. Dit kan ook bijdragen aan het bereiken van het strategische streefdoel van de Unie voortvloeiend uit het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (VBD), dat uiterlijk in 2020 het verlies aan natuurlijke habitats, met inbegrip van bossen, ten minste gehalveerd en waar mogelijk tot bijna nul teruggebracht moet zijn en de aantasting en versnippering aanzienlijk moet zijn verminderd.

Een effectbeoordeling van de uitbreiding van de toegankelijkheid kan helpen bij het meten van de prestaties van de vijf activiteiten van REDD+ (ontbossing, aantasting, instandhouding, beheer en uitbreiding van de koolstofvoorraden in bossen). Daarnaast is het plannen van wegen een eenvoudig te begrijpen strategisch hulpmiddel, dat zowel door de geldschieters als door de begunstigden van REDD+ kan worden gebruikt en verband houdt met de internationale oorzaken van ontbossing (o.a. import in de Unie).

Dit krediet moet bijdragen aan het dekken van de uitgaven in verband met:

het produceren van een actuele wereldwijde kaart van wegenloze zones in bosgebieden, met speciale aandacht voor tropische wouden (op basis van beschikbare ruimtelijke gegevens en satellietbeelden); deze kaarten moeten publiek toegankelijk worden gemaakt op een daartoe bestemde website;

de ontwikkeling van een model voor het voorspellen van ontbossing en aantasting van bossen, gebaseerd op de bestaande en voorspelde aanleg van wegen in prioritaire gebieden;

de opstelling van een brochure over de effecten van sectorale beleidsbeslissingen van de Unie (bv. infrastructuur, landbouw en mijnbouw) betreffende ontbossing en aantasting van tropische bossen;

presentatie van bovengenoemde maatregelen op workshops en symposia (in het bijzonder als nevenmanifestaties tijdens UNFCCC- en CBD-conferenties — COP's) en verspreiding van dit materiaal.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT

TITEL 40

RESERVES

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

553 167 756

237 802 756

502 523 000

194 775 000

0,—

0,—

40 03

NEGATIEVE RESERVE

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Titel 40 — Totaal

553 167 756

237 802 756

502 523 000

194 775 000

0,—

0,—

HOOFDSTUK 40 01 —   RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

40 01 40

Administratieve reserve

 

p.m.

p.m.

0,—

 

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

5,2

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Hoofdstuk 40 01 — Totaal

 

p.m.

p.m.

0,—

 

40 01 40
Administratieve reserve

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Het krediet van dit artikel heeft uitsluitend het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingslijnen worden gebruikt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 01 42
Reserve voor onvoorziene uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 40 02 —   RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

40 02 41

Gesplitste kredieten

 

87 802 756

87 802 756

46 342 000

44 775 000

 

 

 

40 02 42

Reserve voor noodhulp

9

303 000 000

150 000 000

297 000 000

150 000 000

0,—

0,—

0

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

162 365 000

p.m.

159 181 000

p.m.

0,—

0,—

 

 

Hoofdstuk 40 02 — Totaal

 

553 167 756

237 802 756

502 523 000

194 775 000

0,—

0,—

0

40 02 40
Niet-gesplitste kredieten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 02 41
Gesplitste kredieten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

87 802 756

87 802 756

46 342 000

44 775 000

 

 

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

1.

Artikel

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

87 802 756

87 802 756

 

 

 

Totaal

87 802 756

87 802 756

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 02 42
Reserve voor noodhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

303 000 000

150 000 000

297 000 000

150 000 000

0,—

0,—

Toelichting

De reserve voor noodhulp (EAR) is bestemd om een snelle reactie mogelijk te maken op specifieke hulpbehoeften van derde landen ingevolge gebeurtenissen die bij de opstelling van de begroting niet te voorzien waren; het gaat hierbij in de eerste plaats om humanitaire acties, maar ook om acties op het gebied van civiele crisisbeheersing en burgerbescherming en bijzonder nijpende situaties ingevolge migratiestromen aan de buitengrenzen van de Unie, wanneer de omstandigheden zulks vereisen.

Het jaarlijkse bedrag van de reserve wordt vastgesteld op 280 000 000 EUR (prijzen 2011) en kan worden aangewend tot jaar n+1 overeenkomstig het financieel reglement. De reserve wordt als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Unie. Het deel van het jaarlijkse bedrag uit het voorgaande jaar wordt het eerst aangesproken. Het gedeelte van het bedrag van jaar n dat in jaar n + 1 niet is gebruikt, vervalt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

40 02 43
Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

162 365 000

p.m.

159 181 000

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze reserve dekt het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, om de Unie in staat te stellen solidariteit te tonen met en steun te verlenen aan werknemers die zijn ontslagen en zelfstandigen die hun activiteit hebben stopgezet als gevolg van grotere structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen vanwege de globalisering, als gevolg van de aanhoudende internationale financiële en economische crisis waartegen Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26) een reactie is, of als gevolg van een nieuwe internationale financieel-economische crisis, en om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame herintegratie op de arbeidsmarkt.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 40 03 —   NEGATIEVE RESERVE

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Rubriek

FK

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% Betalingen 2013-2015

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 03

NEGATIEVE RESERVE

40 03 01

Negatieve reserve

8

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

 

Hoofdstuk 40 03 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

40 03 01
Negatieve reserve

Cijfers (Gesplitste kredieten)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 47, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 26 en 27 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

BIJLAGEN

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte nemen de staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (met uitzondering van Zwitserland) deel aan een groot aantal beleidsmaatregelen van de Unie die onder de subrubriek 1a en de rubrieken 2, 3, 4 en 5 van het meerjarig financiële kader vallen, in ruil voor een financiële bijdrage in de beleidskredieten die wordt berekend op grond van een „evenredigheidsfactor”. Deze evenredigheidsfactor is gelijk aan de som van de ratio's die verkregen worden door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van elke EVA-staat te delen door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van alle lidstaten plus dat van de betrokken EVA-staat.

Voor 2015 wordt de evenredigheidsfactor geraamd op 2,97 % (op basis van de cijfers van 2013), met name 2,86 % voor Noorwegen, 0,08 % voor IJsland en 0,03 % voor Liechtenstein.

Deze financiële bijdragen zullen niet formeel worden opgevoerd in de begroting; bij elk begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op activiteiten waaraan EVA-landen deelnemen, zal de EVA-bijdrage worden aangegeven als p.m-post. De overzichtstabel van de betrokken begrotingsonderdelen en de bedragen van de EVA-bijdrage per begrotingsonderdeel zijn als bijlage opgenomen in de algemene begroting van de Unie. De totale EVA-bijdrage aan de beleidskredieten voor 2015 wordt geraamd op ongeveer 395 934 646 EUR aan vastleggingskredieten. De EVA-landen dragen eveneens bij in de administratieve uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van deze beleidsmaatregelen. De cijfers en begrotingsonderdelen betreffende de bijdragen van de EVA-landen worden nog met deze landen besproken en moeten om die reden als voorlopig worden beschouwd.

Evenredigheidsfactor (54)

Begrotingsonderdeel

Omschrijving

Begroting 2015

EVA-bijdrage

Vastleggingen (43)

Betalingen (43)

Vastleggingen

Betalingen

 

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 123 597 000

XX 123 597 000

200 412

200 412

 

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

142 156 000

142 156 000

833 500

833 500

 

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

213 368 000

213 368 000

482 804

482 804

 

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

70 893 000

70 893 000

160 415

160 415

 

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

34 234 000

34 234 000

77 463

77 463

 

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

16 934 000

16 934 000

38 318

38 318

 

 

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEF GEDEELTE

601 182 000

601 182 000

1 792 912

1 792 912

2,97 %

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) (van voor 2014)

p.m.

100 267 609

p.m.

2 977 948

0,08 %

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

3 749 000

3 749 000

2 999

2 999

2,86 %

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

3 400 000

3 400 000

97 240

97 240

0,08 %

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

2 500 000

2 500 000

2 000

2 000

2,94 %

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

10 866 475

10 866 475

319 474

319 474

2,94 %

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

3 386 714

3 386 714

99 569

99 569

2,94 %

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

3 520 000

3 520 000

103 488

103 488

0,08 %

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

8 154 177

8 154 177

6 523

6 523

0,08 %

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

108 561 823

72 183 633

86 849

57 747

0,08 %

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

174 791 725

99 027 161

139 833

79 222

2,97 %

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap (44)

p.m.

36 650 616

p.m.

1 088 523

2,97 %

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie (45)

18 696 000

14 012 346

p.m.

p.m.

2,97 %

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

7 800 000

7 800 000

231 660

231 660

2,94 %

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

176 847 152

113 594 175

5 199 306

3 339 669

2,94 %

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

35 905 989

17 650 787

1 055 636

518 933

2,94 %

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

77 604 264

30 583 047

2 281 565

899 142

2,94 %

02 04 03 02

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

153 235 857

51 650 398

4 505 134

1 518 522

2,97 %

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

p.m.

179 347 726

p.m.

5 326 627

2,97 %

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,97 %

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

p.m.

36 262 756

p.m.

1 077 004

2,86 %

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2019

817 199 000

650 499 661

23 371 891

18 604 290

2,86 %

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

240 000 000

200 824 669

6 864 000

5 743 586

2,86 %

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

26 791 000

26 791 000

766 223

766 223

2,86 %

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

p.m.

77 585 659

p.m.

2 218 950

0,08 %

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

113 650 000

81 952 171

90 920

65 562

0,08 %

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

440 220 000

427 844 424

352 176

342 276

2,94 %

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

4 300 000

4 300 000

126 420

126 420

2,97 %

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten (45)

8 000 000

5 482 852

p.m.

p.m.

2,97 %

04 03 01 07

Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden (46)

72 494 000

22 666 588

2 131 324

666 398

2,94 %

04 03 02 02

EURES — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

21 392 000

9 424 939

628 925

277 093

0,08 %

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

26 457 000

11 815 018

21 166

9 452

2,97 %

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

14 534 000

14 534 000

431 660

431 660

2,97 %

04 03 51

Voltooiing van Progress

p.m.

24 802 431

p.m.

736 632

2,97 %

04 03 52

Voltooiing van Eures

p.m.

8 579 394

p.m.

254 808

2,97 %

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten (47)

p.m.

370 570

p.m.

11 006

2,94 %

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1 277 088

1 277 088

37 546

37 546

2,94 %

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

321 000

321 000

9 437

9 437

2,94 %

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

800 000

800 000

23 520

23 520

2,94 %

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

101 455 799

19 076 239

2 982 800

560 841

2,94 %

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

5 052 336

5 052 336

148 539

148 539

2,94 %

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

2 400 000

2 400 000

70 560

70 560

2,94 %

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

566 751

566 751

16 662

16 662

2,97 %

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF) (48)

733 622

733 622

21 789

21 789

2,97 %

06 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,97 %

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

35 634 767

35 634 767

1 058 353

1 058 353

2,97 %

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

30 282 323

30 282 323

899 385

899 385

2,97 %

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

20 600 000

12 968 852

611 820

385 175

2,97 %

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

24 659 000

24 659 000

732 372

732 372

2,97 %

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

p.m.

17 463 073

p.m.

518 653

2,97 %

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

p.m.

6 185 145

p.m.

183 699

2,94 %

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoerssysteem

138 764 242

52 428 081

4 079 669

1 541 386

2,94 %

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) — Ondersteunende uitgaven

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

50 000 000

34 952 054

1 470 000

1 027 590

2,94 %

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

1 313 592

1 310 445

38 620

38 527

2,94 %

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

44 039 408

43 690 067

1 294 759

1 284 488

2,97 %

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

p.m.

45 437 670

p.m.

1 349 499

2,97 %

06 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

131 512

p.m.

3 906

2,97 %

07 02 05 01

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

5 474 125

5 474 125

162 582

162 582

2,97 %

07 02 06

Europees Milieuagentschap

34 886 366

34 886 366

1 036 125

1 036 125

2,94 %

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

104 430 000

104 430 000

3 070 242

3 070 242

2,94 %

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

27 432 315

27 432 315

806 510

806 510

2,94 %

08 01 05 03

Overige beheeruitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

51 172 413

51 172 413

1 504 469

1 504 469

2,94 %

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

37 572 770

37 572 770

1 104 639

1 104 639

2,94 %

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

57 578 641

57 578 641

1 692 812

1 692 812

2,94 %

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — bijdrage van Horizon 2020.

21 056 283

21 056 283

619 055

619 055

2,94 %

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — bijdrage van Horizon 2020

3 968 896

3 968 896

116 686

116 686

2,94 %

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

1 650 723 198

449 911 575

48 531 262

13 227 400

2,94 %

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

188 149 548

73 032 317

5 531 597

2 147 150

2,94 %

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

503 592 719

178 666 161

14 805 626

5 252 785

2,94 %

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

342 534 670

282 101 522

10 070 519

8 293 785

2,94 %

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen (mkb/kmo)

36 588 561

33 186 975

1 075 704

975 697

2,94 %

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

540 954 714

271 316 606

15 904 069

7 976 708

2,94 %

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

94 094 592

83 884 929

2 766 381

2 466 217

2,94 %

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

313 168 348

137 003 313

9 207 149

4 027 897

2,94 %

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoerssysteem

159 469 104

288 354 444

4 688 392

8 477 621

2,94 %

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

297 719 374

131 157 582

8 752 950

3 856 033

2,94 %

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

114 233 382

74 273 114

3 358 461

2 183 630

2,94 %

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

93 183 570

62 039 896

2 739 597

1 823 973

2,94 %

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

47 450 000

10 136 096

1 395 030

298 001

2,94 %

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

54 853 984

25 322 763

1 612 707

744 489

2,94 %

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI2) — Ondersteunende uitgaven

670 585

668 978

19 715

19 668

2,94 %

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI2)

211 379 415

57 627 199

6 214 555

1 694 240

2,94 %

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

1 600 083

1 596 249

47 042

46 930

2,94 %

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

200 495 917

17 527 581

5 894 580

515 311

2,94 %

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (Clean Sky 2) — Ondersteunende uitgaven

1 864 218

1 859 751

54 808

54 677

2,94 %

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Cleagn Sky 2 (Clean Sky 2)

339 977 529

94 370 545

9 995 339

2 774 494

2,94 %

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH2) — Ondersteunende uitgaven

466 833

465 714

13 725

13 692

2,94 %

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH2)

109 114 167

29 060 885

3 207 957

854 390

2,97 %

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

p.m.

2 618 411 227

p.m.

77 766 813

2,97 %

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

p.m.

3 585 233

p.m.

106 481

2,94 %

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

323 000

323 000

9 496

9 496

2,94 %

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

43 000 000

43 000 000

1 264 200

1 264 200

2,94 %

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

11 423 259

11 423 259

335 844

335 844

2,94 %

09 01 05 03

Overige beheeruitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

10 889 921

10 889 921

320 164

320 164

2,97 %

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

9 100 612

9 100 612

270 288

270 288

2,97 %

09 02 04

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau (49)

3 498 143

3 498 143

p.m.

p.m.

2,94 %

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

p.m.

3 056 060

p.m.

89 848

2,94 %

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

35 575 000

35 799 319

1 045 905

1 052 500

2,94 %

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitale-diensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

56 067 770

29 687 199

1 648 392

872 804

2,97 %

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

p.m.

3 929 163

p.m.

116 696

2,97 %

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

232 151 334

109 225 168

6 825 249

3 211 220

2,94 %

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

105 290 655

83 011 128

3 095 545

2 440 527

2,94 %

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

824 154 429

467 483 720

24 230 140

13 744 021

2,94 %

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

132 981 639

52 428 081

3 909 660

1 541 386

2,94 %

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

43 725 806

21 845 034

1 285 539

642 244

2,94 %

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

50 665 706

18 786 729

1 489 572

552 330

2,94 %

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

786 407

784 523

23 120

23 065

2,94 %

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel)

115 023 593

61 166 094

3 381 694

1 798 283

2,97 %

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

655 417 350

p.m.

19 465 895

2,97 %

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,97 %

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

p.m.

52 428 081

p.m.

1 557 114

2,97 %

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

136 700 000

136 700 000

4 018 980

4 018 980

2,94 %

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

32 400 000

32 400 000

952 560

952 560

2,94 %

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

58 163 970

58 163 970

1 710 021

1 710 021

2,94 %

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

2 000 000

2 000 000

58 800

58 800

2,94 %

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

35 127 845

27 961 643

1 032 759

822 072

2,97 %

10 02 51

Voltooiing van het Zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007 tot 2013)

p.m.

4 015 118

p.m.

119 249

2,97 %

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

2,97 %

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt (50)

7 850 000

6 831 592

p.m.

p.m.

2,97 %

12 03 02

Europese Bankautoriteit (49)

11 163 000

11 163 000

p.m.

p.m.

2,97 %

12 03 03

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (49)

7 889 151

7 889 151

p.m.

p.m.

2,97 %

12 03 04

Europese Autoriteit voor effecten en markten (49)

8 120 000

8 120 000

p.m.

p.m.

2,97 %

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Erasmus+

11 000 000

11 000 000

326 700

326 700

2,94 %

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa

2 181 000

2 181 000

64 121

64 121

2,94 %

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

2 093 307

2 093 307

61 543

61 543

2,94 %

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

653 250

653 250

19 206

19 206

2,94 %

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 085 000

1 085 000

31 899

31 899

2,97 %

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Erasmus+

26 312 000

26 312 000

781 466

781 466

2,94 %

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van Creatief Europa

12 164 000

12 164 000

357 622

357 622

2,97 %

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

1 348 476 000

1 100 675 667

40 049 737

32 690 067

2,97 %

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

165 245 000

128 252 717

4 907 777

3 809 106

2,97 %

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

36 174 000

29 034 105

1 074 368

862 313

2,97 %

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

20 939 000

11 611 197

621 888

344 853

2,97 %

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

78 988 099

p.m.

2 345 947

2,97 %

15 02 53

Voltooiing van Jeugd en sport

1 061 755

p.m.

31 534

2,94 %

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

737 668 408

494 178 606

21 687 451

14 528 851

2,94 %

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

278 782 375

227 988 790

8 196 202

6 702 870

2,97 %

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

270 878 417

p.m.

8 045 089

2,97 %

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

9 000 000

7 445 136

264 600

218 887

2,94 %

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

52 759 000

36 585 518

1 551 115

1 075 614

2,94 %

15 04 03

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

101 570 000

69 626 046

2 986 158

2 047 006

2,97 %

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

13 754 033

p.m.

408 495

2,97 %

15 04 53

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

23 412 905

p.m.

695 363

2,94 %

17 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het consumentenprogramma

1 100 000

1 100 000

32 340

32 340

2,94 %

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Gezondheid voor groei”

1 500 000

1 500 000

44 100

44 100

2,94 %

17 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

1 691 000

1 691 000

49 715

49 715

2,94 %

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma Gezondheid voor groei

4 209 000

4 209 000

123 745

123 745

2,94 %

17 02 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

21 866 000

12 373 045

642 860

363 768

2,97 %

17 02 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

p.m.

5 752 675

p.m.

170 854

2,94 %

17 03 01

Innovatie in de gezondheidszorg stimuleren en de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels verhogen, de gezondheid van de burgers van de Unie verbeteren en hen tegen grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen

54 041 000

26 366 428

1 588 805

775 173

2,97 %

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

56 766 000

56 403 470

1 685 950

1 675 183

2,94 %

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

76 412 000

74 912 000

2 246 513

2 202 413

2,97 %

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

24 716 000

24 716 000

734 065

734 065

2,97 %

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

6 800 000

6 800 000

201 960

201 960

2,97 %

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

p.m.

24 967 569

p.m.

741 537

2,97 %

19 05 20

Erasmus+ —Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

11 708 000

9 210 362

347 728

273 548

2,97 %

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

2 035 000

2 035 000

60 440

60 440

2,97 %

21 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

2 956 000

2 956 000

87 793

87 793

2,97 %

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

90 038 998

47 908 017

2 674 158

1 422 868

2,97 %

21 03 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees Nabuurschapsinstrument (ENI)

90 654 000

61 830 124

2 692 424

1 836 355

2,97 %

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

885 000

885 000

26 285

26 285

2,97 %

22 02 04 02

Bijdrage voor Erasmus+

31 115 000

21 780 981

924 116

646 895

2,94 %

23 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Uniemechanisme voor civiele bescherming binnen de Unie

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2,94 %

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

28 068 000

17 506 349

825 199

514 687

2,94 %

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

5 434 000

4 365 769

159 760

128 354

2,94 %

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

1 190 000

958 779

34 986

28 188

2,94 %

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

11 500 000

8 731 537

338 100

256 707

2,97 %

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

p.m.

8 820 769

p.m.

261 977

2,97 %

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

400 000

400 000

11 880

11 880

2,97 %

26 03 01 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations)

23 800 000

21 396 611

706 860

635 479

2,97 %

26 03 01 02

Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

p.m.

p.m.

p.m.

2,97 %

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma (51)

2 900 000

2 900 000

64 598

64 598

2,97 %

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken (51)

54 922 000

29 328 905

1 223 388

653 301

2,97 %

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013) (51)

p.m.

6 527 204

p.m.

145 393

2,97 %

29 02 52

Voltooiing van het programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets) (51)

p.m.

870 294

p.m.

19 386

2,94 %

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1 686 288

1 686 288

49 577

49 577

2,94 %

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

775 597

775 597

22 803

22 803

2,94 %

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 357 258

1 357 258

39 903

39 903

2,97 %

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) (49)

10 851 000

10 851 000

p.m.

p.m.

2,94 %

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

337 988 791

133 691 606

9 936 870

3 930 533

2,97 %

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

80 389 724

p.m.

2 387 575

2,97 %

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

2 784 940

p.m.

82 713

2,97 %

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

p.m.

80 826 625

p.m.

2 400 551

2,97 %

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

p.m.

p.m.

p.m.

0,11 %

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap”

1 100 000

1 100 000

1 210

1 210

0,08 %

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

24 196 000

11 035 208

19 357

8 828

0,11 %

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

32 073 000

16 321 307

35 280

17 953

2,97 %

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid (52)

p.m.

14 038 445

p.m.

416 942

2,97 %

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van drugspreventie, voorlichting en justitie (53)

p.m.

1 617 461

p.m.

48 039

 

 

TOTAAL

14 474 720 936

13 329 769 438

395 934 646

369 657 548

 

 

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

601 182 000

601 182 000

1 792 912

1 792 912

 

 

ALGEMEEN TOTAAL

15 075 902 936

13 930 951 438

397 727 558

369 657 548

LIJST VAN VOOR KANDIDAAT-LIDSTATEN OPENGESTELDE BEGROTINGSONDERDELEN EN IN VOORKOMEND GEVAL VAN POTENTIËLE KANDIDATEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN

(AL = Albanië; BA = Bosnië en Herzegovina; MK = voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld); ME = Montenegro; RS = Servië; TR = Turkije; Kosovo (*) = Kosovo onder internationaal bestuur op basis van Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad)

Totale bijdrage van de derde landen

(in miljoen EUR)

 

Begunstigde staten

MK

TR

AL

BA

ME

RS

Kosovo (*)

Totaal

01 04 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van programma’s op het gebied van kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014)

02 02 01, 02 02 02, 02 02 51, 02 04 53, 02 01 04 01 en 02 01 06 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (COSME)/Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

04 03 02 01, 04 03 02 02, 04 03 02 03, 04 03 51 en 04 01 04 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

EU-Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”)/Voltooiing van Progress

06 02 52, 06 01 06 01 en 06 01 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het Marco Polo II-programma

07 02 01, 07 02 02, 07 02 03, 07 02 51, 07 01 04 01, 34 02 01, 34 02 02, 34 02 03 en 34 01 04 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Milieu en klimaatactie (LIFE)/Voltooiing van LIFE+ (financieel instrument voor het milieu 2007-2013)

07 02 06

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Europees Milieuagentschap (EEA)

08 04 01

Internationale Thermonucleaire Experimentele Reactor (ITER)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

09 03 51 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het programma „Veiliger internet”

09 04 01, 09 04 02, 09 04 03, 09 04 50 02, 09 04 53 01 en 09 01 04 03

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (Horizon 2020/Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP)

14 02 01, 14 02 51 en 14 01 04 01

0,05

0,16

0,05

p.m.

0,04

0,10

p.m.

0,480

Douane 2020/Voltooiing van Douane 2013

14 03 01, 14 03 51 en 14 01 04 02

0,04

0,10

p.m.

p.m.

p.m.

0,08

p.m.

0,220

Fiscalis 2020/Voltooiing van Fiscalis 2013

15 02 01, 15 02 02, 15 02 03, 15 02 51, 15 01 04 01 en 15 01 06 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Onderwijs, opleiding, jeugd en sport (Erasmus+)/Voltooiing van het programma Een leven lang leren

15 04 01, 15 04 02, 15 04 03, 15 04 51, 15 01 04 02 en 15 01 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Creatief Europa/Voltooiing van het programma Cultuur (2007-2013)

15 04 53

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

15 02 53

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van Jeugd in actie-programma

16 02 01, 16 02 51, 16 01 04 01 en 16 01 06 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Europa voor de burger

17 02 01, 17 02 51, 17 01 04 01 en 17 01 06 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Actie van de Unie op het gebied van consumentenbeleid

17 03 01, 17 03 51, 17 01 04 02 en 17 01 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Actie van de Unie op het gebied van volksgezondheid

33 02 01,33 02 02, 33 02 51 en 33 01 04 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Grondrechten en burgerschap/Voltooiing van geweldbestrijding (Daphne)

33 02 06

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

23 03 01, 23 03 51 en 23 01 04 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Civiele bescherming

24 02 01 en 24 02 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Fraudebestrijding

26 01 04 01 en 26 03 01 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

32 04 53

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma Intelligente energie — Europa

Betrokken begrotingsonderdelen  (56)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Horizon 2020/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — EG (niet-nucleair)

Betrokken begrotingsonderdelen  (57)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Euratom-programma voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — Euratom (nucleair)

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN — DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN (TER INDICATIE)

A.   INLEIDING

Deze bijlage is opgesteld overeenkomstig artikel 35, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Het bevat gegevens over de bedragen van de door de Uniebegroting van de Unie gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen: leningen ter ondersteuning van betalingsbalansen en opgenomen leningen om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen, Euratom-leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de vereiste financiering voor de verbetering van de doelmatigheid en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen en door de Europese Investeringsbank in bepaalde derde landen verstrekte leningen.

Op 31 december 2013 bedroegen de door de Uniebegroting gedekte uitstaande leningen 82 799 439 792 EUR, waarvan 59 129 520 353 EUR binnen de Unie en 23 669 919 439 EUR daarbuiten (afgeronde cijfers en op 31 december 2013 geldende wisselkoers van de euro).

B.   BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE LENINGEN

I.   GEÏNTEGREERD MECHANISME VOOR FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP MIDDELLANGE TERMIJN VAN DE BETALINGSBALANSEN VAN DE LIDSTATEN

1.    Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1360/2008 van de Raad van 2 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 11).

Besluit 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Besluit 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Letland (PB L 79 van 20.1.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 1).

Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de EU op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

Besluit 2013/531/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).

2.    Omschrijving

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 kan de Unie leningen toekennen aan lidstaten die zich voor feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden met betrekking tot de lopende rekening van de betalingsbalans of het kapitaalverkeer gesteld zien. Alleen lidstaten die niet deelnemen aan de euro kunnen van dit mechanisme profiteren. Het uitstaande bedrag van de leningen was beperkt tot 12 000 000 000 EUR in hoofdsom.

Op 2 december 2008 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 25 000 000 000 EUR.

Op 4 november 2008 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Hongarije. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 6 500 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van 5 jaar.

Op 20 januari 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Letland. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 3 100 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van 7 jaar.

Op 6 mei 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 5 000 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van 5 jaar.

Op 18 mei 2009 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 50 000 000 000 EUR.

Op 22 oktober 2013 heeft de Raad besloten anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn te verlenen aan Roemenië in de vorm van een lening van maximaal 2 000 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van acht jaar.

3.    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2013 was het in het kader van dit instrument uitstaande bedrag 11 400 000 000 EUR.

II.   Garantie van de Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

1.    Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Uitvoeringsbesluit 2013/313/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Uitvoeringsbesluit 2013/323/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Uitvoeringsbesluit 2013/525/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

2.    Omschrijving

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid dat de Unie financiële bijstand verleent aan een lidstaat in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die onder andere worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

Op 7 december 2010 heeft de Unie besloten Ierland een lening ter beschikking te stellen van maximaal 22 500 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Op 30 mei 2011 heeft de Unie besloten Portugal een lening ter beschikking te stellen van maximaal 26 000 000 000 EUR (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Op 11 oktober 2011 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluiten 2011/77/EU en 2011/344/EU te wijzigen door de looptijden te verlengen en het verlagen van de rentemarge te laten gelden voor alle tranches die al zijn uitbetaald (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31 voor Ierland (2011/682/EU) en blz. 32 betreffende Portugal (2011/683/EU)).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Portugal. Bovendien zijn door het land in lijn met de specificatie in het Memorandum van overeenstemming vast te stellen maatregelen gespecificeerd (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Op 22 oktober 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de beschikbaarheid van de aan Ierland toegekende financiële bijstand te verlengen (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

3.    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2013 bedraagt het uit hoofde van dit instrument uitstaande bedrag 43 800 000 000 EUR.

III.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN IN HET MIDDELLANDSE ZEEGEBIED

1    Rechtsgronden

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

2.    Omschrijving

Op 10 december 2007 heeft de Raad besloten een Uniegarantie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Libanon in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 10 jaar. De eerste tranche van 25 000 000 EUR werd in 2009 uitbetaald.

Op 11 december 2013 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van Jordaniës betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Jordanië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 180 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar.

Op 15 mei 2014 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van Tunesiës betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Tunesië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 300 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar.

3.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

IV.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA

1.    Rechtsgronden

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

2.    Omschrijving

De Raad heeft op 8 november 1999 besloten macrofinanciële steun te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een langlopende lening van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom voor een periode van maximaal tien jaar (Roemenië IV). De eerste tranche van 100 000 000 EUR is op 29 juni 2000 uitgekeerd en de tweede tranche van 50 000 000 EUR op 17 juli 2003.

3.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

V.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DE LANDEN VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN EN MONGOLIË

1.    Rechtsgronden

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

2.    Omschrijving

De Raad heeft op 17 november 1997 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een bijzondere leningsoperatie ten behoeve van Armenië en Georgië. Het gaat om een lening aan Georgië met een hoofdsom van ten hoogste 142 000 000 EUR en een lening van 28 000 000 EUR aan Armenië, met een looptijd van maximaal 15 jaar.

De eerste tranche van 110 000 000 EUR is op 24 juli 1998 aan Georgië verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

De Raad heeft op 20 maart 2000 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Tadzjikistan. Het gaat om een lening met een hoofdsom van ten hoogste 75 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. In 2001 is een lening van 60 000 000 EUR verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Armenië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 65 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De eerste tranche van 26 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald, de tweede en laatste in 2012.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 12 augustus 2013 besloten macrofinanciële bijstand te verlenen aan Georgië van maximaal 46 000 000 EUR (maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. Geen uitbetalingen hebben plaatsgevonden.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 22 oktober 2013 besloten macrofinanciële bijstand te verlenen aan de Kirgizische Republiek van maximaal 30 000 000 EUR (maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. Geen uitbetalingen hebben plaatsgevonden.

Op 14 april 2014 heeft de Raad besloten, ter dekking van Oekraïnes dringende betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Oekraïne macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 1 000 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. Het volledige bedrag van 1 000 000 000 EUR werd in 2014 uitbetaald.

3.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VI.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DE WESTELIJKE BALKANLANDEN

1.    Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

2.    Omschrijving

De Raad heeft op 22 juli 1997 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM I).

Het gaat om een langetermijnlening met een hoofdsom van ten hoogste 40 000 000 EUR en een looptijd van 15 jaar.

De eerste tranche van 25 000 000 EUR, met een maximale looptijd van 15 jaar, is op 30 september 1997 aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke jaarlijkse aflossingen worden terugbetaald.

De tweede tranche van 15 000 000 EUR is op 13 februari 1998 uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke annuïteiten worden terugbetaald.

De Raad heeft op 10 mei 1999 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië I).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar is op 21 december 1999 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2001 uitbetaald.

De Raad heeft op 8 november 1999 opnieuw besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar (VJRM II).

In januari 2001 is de eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar uitbetaald aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in januari 2002 de tweede tranche van 12 000 000 EUR, in juni 2003 de derde tranche van 10 000 000 EUR en in december 2003 de vierde tranche van 18 000 000 EUR.

De Raad heeft op 16 juli 2001 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro I). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 225 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De lening is in oktober 2001 in één tranche uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië II).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, is in 2003 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2006 uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië en Montenegro (Servië en Montenegro II). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 55 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar.

De eerste tranche van 10 000 000 EUR en de tweede tranche van 30 000 000 EUR, beide met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, zijn in 2003 aan Servië en Montenegro uitbetaald, en de derde tranche van 15 000 000 EUR is in 2005 uitbetaald.

De lening aan Albanië IV van 9 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, werd volledig uitbetaald in 2006.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 200 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 8 jaar. De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 100 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar. Beide tranches van 50 000 000 EUR elk werden in 2013 uitbetaald.

3.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VII.   UNIEGARANTIE VOOR DE EURATOM-LENINGEN DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE FINANCIERING VAN DE VERBETERING VAN DE EFFICIËNTIE EN DE VEILIGHEID VAN KERNCENTRALES VAN DE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA, ALSMEDE VAN DIE VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN

1.    Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

2.    Omschrijving

Overeenkomstig Besluit 94/179/Euratom (PB L 84 van 29.3.1994, blz. 41) breidt de Unie krachtens Besluit 77/270/Euratom de Euratom-leningen uit tot de verbetering van het rendement en de veiligheid van de kerninstallaties van de landen in Midden- en Oost-Europa en het Gemenebest van onafhankelijke staten.

Het totale maximumbedrag aan Euratom-leningen voor de lidstaten en de derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR.

In 2000 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Kozloduy in Bulgarije (212 500 000 EUR) en de laatste tranche is in 2006 uitbetaald. In 2000 heeft de Commissie een lening aan K2R4 in Oekraïne toegekend, maar het bedrag ervan in 2004 teruggebracht tot de tegenwaarde van 83 000 000 USD in EUR. Aan K2R4 is een lening toegekend van 39 000 000 EUR (eerste tranche) in 2007, van 22 000 000 USD in 2008 en van 10 335 000 USD in 2009 uit hoofde van het besluit van de Commissie van 2004. In 2004 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Cernavodă in Roemenië (223 500 000 EUR). Een eerste tranche van 100 000 000 EUR en een tweede van 90 000 000 EUR zijn in 2005 uitgekeerd en de laatste, van 33 500 000 EUR, in 2006.

3.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

VIII.   UNIEGARANTIE VOOR DE LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VERSTREKT AAN MEDITERRANE LANDEN

1.    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgronden veranderd zijn.

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (protocollen met de mediterrane landen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95), vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

2.    Garantie van de Uniebegroting

Overeenkomstig het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie jegens de mediterrane landen door de Europese Investeringsbank toe te kennen leningen.

Dit besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en waarbij een totale garantie wordt ingevoerd voor 75 % van het totaal van de uitstaande kredieten voor leningen die worden verstrekt in de volgende landen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Egypte, Jordanië, Syrië, Israël, Griekenland, het voormalige Joegoslavië en Libanon.

Voor elk nieuw financieel protocol wordt een nieuwe akte tot verlenging van de garantieovereenkomst opgesteld.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 1999/786/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 18 april 2000 te Brussel en op 23 mei 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

3.    Omschrijving

In het kader van de financiële protocollen die zijn gesloten met de derde landen van het Middellandse Zeegebied worden totaalbedragen vastgesteld voor de door de Europese Investeringsbank uit haar eigen middelen te verstrekken leningen. De Europese Investeringsbank kent de leningen toe in sectoren die kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de betrokken landen: vervoersinfrastructuur, havens, watervoorziening, productie en transport van energie, landbouwprojecten, bevordering van het midden- en kleinbedrijf.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 2 310 000 000 EUR voor de bovengenoemde mediterrane landen, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 29 november 1999 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor wederopbouwprojecten in de door aardbevingen getroffen gebieden in Turkije. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 600 000 000 EUR, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 29 november 1999 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet indien mogelijk worden verhoogd, voor zover de markt dat mogelijk maakt.

Op 22 december 1999 heeft de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement opnieuw besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het totaalbedrag van de uitstaande kredieten uit hoofde van Besluit 2000/24/EG bedraagt voor alle landen samen maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten, en geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar bij het verstrijken van deze periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

Op 4 december 2000 heeft de Raad besloten een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank vast te stellen voor consolidatie en verdieping van de douane-unie EG-Turkije. Het bedrag van deze leningen is beperkt tot een maximum van 450 000 000 EUR.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat aangepast teneinde Cyprus, Malta en Turkije daarvan uit te sluiten; deze werden opgenomen in het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verleend voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende mediterrane landen: Algerije, Egypte, Westelijke Jordaanoever en Gaza, Israël, Jordanië, Libanon, Libië (subsidiabiliteit vast te stellen door de Raad), Marokko, Syrië, Tunesië. Het uit hoofde van Besluit 2006/1016/EG voor alle landen beschikbaar gestelde totaalbedrag beloopt 27 800 000 000 EUR, voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %.

Besluit 2006/1016/EG werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerlanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijds evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

4.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren;

de toekenning van, in een aantal gevallen, de rentesubsidies van 2 % die worden betaald als niet terug te betalen steun binnen de grenzen van de in de financiële protocollen vastgestelde maxima.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

IX.   UNIEGARANTIE VOOR LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN DERDE LANDEN IN MIDDEN- EN OOST-EUROPA EN DE WESTELIJKE BALKAN

1.    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgrond veranderd zijn.

Besluit van de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank van 29 november 1989 betreffende de transacties van de Bank in Hongarije en Polen.

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

2.    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Investeringsbank werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije en in Bulgarije, die op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Deze garantieovereenkomst maakte het voorwerp uit van een op 19 januari 1993 te Brussel en op 4 februari 1993 te Luxemburg ondertekende akte, waarbij met ingang van 1 januari 1993 de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek in de plaats komen van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst ondertekend tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 98/348/EG en Besluit 98/729/EG liggen ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65% van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

3.    Omschrijving

Ingevolge een verzoek van de Raad van 9 oktober 1989 besloot de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank op 29 november 1989 de Bank te machtigen om leningen uit haar eigen middelen toe te staan voor het financieren van investeringsprojecten in Polen en Hongarije, en wel voor een totaalbedrag dat 1 000 000 000 EUR mocht belopen. Deze leningen worden verstrekt voor het financieren van investeringsprojecten die voldoen aan de criteria die normaal door de Bank worden toegepast bij toekenning van leningen uit eigen middelen.

De Raad besloot op 14 mei 1991 en op 15 maart 1993, op voorstel van de Commissie en na inwinning van het advies van het Europees Parlement, deze garantie uit te breiden tot leningen die de Europese Investeringsbank zou kunnen verstrekken in de andere landen van Midden- en Oost-Europa (Tsjecho-Slowakije, Bulgarije, Roemenië) in een tijdvak van twee jaar en ten bedrage van 700 000 000 EUR.

De Raad heeft op 13 december 1993, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten opnieuw een garantie van de Gemeenschap te verlenen aan de Europese Investeringsbank voor de verstrekte leningen voor projecten in Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië voor een bedrag van 3 000 000 000 EUR gedurende een periode van drie jaar.

De begrotingsgarantie dekt de totale schuldendienst (aflossing, renten, met de transactie samenhangende kosten) die met deze leningen samenhangt.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 3 520 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Midden- en Oost-Europa.. De overeenkomst geldt voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 19 mei 1998 besloten een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 150 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 14 december 1998 besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina uit te breiden. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 22 december 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

De Raad heeft op 7 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

De Raad heeft op 6 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat zodanig aangepast dat Cyprus, Malta en Turkije niet meer daaronder vallen; deze vallen nu onder het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende kandidaat-lidstaten: Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en de volgende potentiële kandidaten: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Kosovo. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

4.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

X.   UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN BEPAALDE AZIATISCHE EN LATIJNS-AMERIKAANSE LANDEN

1.    Rechtsgronden

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, de Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

2.    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 93/115/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

3.    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 93/115/EEG stelt de Unie zich garant voor de leningen die geval per geval worden toegekend door de Europese Investeringsbank in derde landen waarmee de Unie samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten.

Er is een algemeen maximum van 250 000 000 EUR per jaar voor een periode van drie jaar vastgesteld bij Besluit 93/115/EEG.

Op 12 december 1996 heeft de Raad aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Europese Gemeenschap van 100 % verleend voor leningen voor projecten van wederzijds belang in een aantal derde landen (ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en Azië) waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Deze garantie blijft beperkt tot een totaal bedrag van maximaal 275 000 000 EUR in 1996 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Macau, Maleisië, Mongolië, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 900 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Azië en Latijns-Amerika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Jemen, Laos, Macau, Maleisië, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en Zuid-Korea. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG verstrekt een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Latijns-Amerikaanse landen: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay en Venezuela, en de volgende Aziatische landen: Afghanistan*, Bangladesh, Bhutan*, Brunei, Cambodja*, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Irak*, Jemen, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Taiwan*, Thailand, Vietnam, Zuid-Korea, en de volgende Centraal-Aziatische landen: Kazachstan*, Kirgizië*, Turkmenistan*, Oezbekistan* (* subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen). Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

4.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

XI.   UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN DE ZUIDELIJKE KAUKASUS, RUSLAND, BELARUS, DE REPUBLIEK MOLDAVIË EN OEKRAÏNE

1.    Rechtsgronden

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2011, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11). Ingevolge Besluit C(2005) 1499 van de Commissie geldt Besluit 2005/48/EG vanaf 31 december 2006 alleen nog voor Rusland en Oekraïne.

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

2.    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

3.    Omschrijving

De Raad heeft op 6 november 2001 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen die in het kader van de Noordelijke Dimensie worden verstrekt voor bepaalde milieuprojecten in het Russische gebied rond de Oostzee. Het totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

De Raad heeft op 22 december 2004 besloten om een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus te verlenen. Het totale bedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 21 december 2005 te Brussel en op 9 december 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een volledige garantie wordt verleend.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Oost-Europese landen: Moldavië, Oekraïne, Belarus (subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen); in de volgende landen van de zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, en Rusland. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

4.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

XII.   UNIEGARANTIE VOOR DE DOOR DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN ZUID-AFRIKA VERSTREKTE LENINGEN

1.    Rechtsgronden

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

2.    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

3.    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 95/207/EG neemt de Unie de garantie op de door de Europese Investeringsbank aan Zuid-Afrika toegekende leningen voor haar rekening voor een totaalbedrag van ten hoogste 300 000 000 EUR.

De begrotingsgarantie dekt de gehele schuldendienst (aflossing van de hoofdsom, rente en bijkomende kosten) in verband met deze leningen.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 375 000 000 EUR voor de Republiek Zuid-Afrika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 juli 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van 1 juli 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

4.    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

C.   PLANNING VOOR NIEUWE OP TE NEMEN OF TE VERSTREKKEN LENINGEN IN 2014 EN 2015

De onderstaande tabel geeft een ruwe indicatie van de leningen die in 2014 en 2015 mogelijkerwijs worden opgenomen, en van de leningen die in deze periode worden verstrekt (en door de Uniebegroting worden gegarandeerd).

Op te nemen en te verstrekken leningen in 2014 en in 2015

(miljoen EUR)

Instrument

2014

2015

A.   Door de Uniebegroting gegarandeerde Unie- en Euratom-leningen

1.   Macrofinanciële bijstand van de Unie aan derde landen

Goedgekeurde of geplande operaties:

 

 

Georgië

0

23

Jordanië

0

180

Kirgizië

0

15

Tunesië

0

300

Oekraïne

1 360

1 450

Subtotaal MFA

1 360

1 968

2.

Euratom-leningen

0

150

3.

Betalingsbalans

0

2 000

4.   Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM)

Ierland

800

0

Portugal

2 200

0

Subtotaal EFSM

3 000

0

Subtotaal A

4 360

4 118

B.   Door de Europese Investeringsbank verstrekte en door de Uniebegroting gegarandeerde leningen

1.

Pretoetredingslanden

870

1 110

2.

Nabuurschaps- en partnerlanden

1 424

1 855

3.

Azië en Latijns-Amerika

150

470

4.

Republiek Zuid-Afrika

140

150

Subtotaal B

2 584

3 585

Totaal-generaal

6 944

7 703

D.   KAPITAALVERRICHTINGEN EN BEHEER VAN DE SCHULD

TABEL 1 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening

Tegenwaarde op de datum van ondertekening

Tot en met 31 december 2013 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2013

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente

2014

2015

2014

2015

2014

2015

2016

1.   Euratom

1977

95,3

23,2

 

 

 

 

 

 

 

 

1978

70,8

45,3

 

 

 

 

 

 

 

 

1979

151,6

43,6

 

 

 

 

 

 

 

 

1980

183,5

74,3

 

 

 

 

 

 

 

 

1981

360,4

245,3

 

 

 

 

 

 

 

 

1982

354,6

249,5

 

 

 

 

 

 

 

 

1983

366,9

369,8

 

 

 

 

 

 

 

 

1984

183,7

207,1

 

 

 

 

 

 

 

 

1985

208,3

179,3

 

 

 

 

 

 

 

 

1986

575,0

445,8

 

 

 

 

 

 

 

 

1987

209,6

329,8

 

 

 

 

 

 

 

 

1988

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1989

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1990

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1991

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1992

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1993

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1994

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1995

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1996

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1997

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1998

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1999

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2001

40,0

40,0

32,0

4,0

4,0

28,0

24,0

1,84

1,61

1,38

2002

40,0

40,0

20,3

4,0

4,0

16,3

12,3

0,09

0,08

0,06

2003

25,0

25,0

11,3

2,5

2,5

8,8

6,3

0,06

0,05

0,03

2004

65,0

65,0

40,3

6,5

6,5

33,8

27,3

0,18

0,17

0,14

2005

215,0

215,0

203,4

13,1

22,1

190,3

168,2

0,92

0,95

0,84

2006

51,0

51,0

49,8

2,5

2,5

47,3

44,8

0,22

0,24

0,23

2007

39,0

39,0

17,6

3,9

3,9

13,7

9,8

0,09

0,07

0,05

2008

15,8

15,8

7,6

1,7

1,7

5,9

4,2

0,06

0,05

0,03

2009

6,9

6,9

3,7

0,9

0,9

2,8

1,9

0,05

0,03

0,02

2010

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2011

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2012

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

3 257,4

2 710,7

385,8

39,1

48,1

346,7

298,5

3,5

3,3

2,8

2.   Betalingsbalans

2009

7 200,0

7 200,0

7 200,0

3 000,0

2 700,0

4 200,0

1 500,0

235,00

138,75

54,38

2010

2 850,0

2 850,0

2 850,0

0,0

0,0

2 850,0

2 850,0

83,69

83,69

83,69

2011

1 350,0

1 350,0

1 350,0

0,0

0,0

1 350,0

1 350,0

43,69

43,69

43,69

2012

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

13 400,0

13 400,0

11 400,0

3 000,0

2 700,0

8 400,0

5 700,0

362,4

266,1

181,8

3.   Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,0

350,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1991

945,0

945,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1992

1 671,0

1 671,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1993

659,0

659,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1994

400,0

400,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1995

410,0

410,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1996

155,0

155,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1997

445,0

195,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1998

153,0

403,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1999

108,0

108,0

2,0

2,0

0,0

0,0

0,0

0,01

0,00

0,00

2000

160,0

160,0

 

 

 

 

 

 

 

 

2001

305,0

305,0

16,0

8,0

4,0

8,0

4,0

0,04

0,02

0,01

2002

12,0

12,0

9,6

2,4

2,4

7,2

4,8

0,03

0,03

0,02

2003

118,0

118,0

28,0

5,6

5,6

22,4

16,8

0,12

0,10

0,07

2004

10,0

10,0

10,0

0,0

2,0

10,0

8,0

0,04

0,04

0,03

2005

15,0

15,0

 

 

 

 

 

 

 

 

2006

19,0

19,0

19,0

0,0

0,0

19,0

19,0

0,07

0,08

0,08

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2008

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2009

25,0

25,0

25,0

25,0

0,0

0,0

0,0

0,77

0,00

0,00

2010

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2011

 

 

316,0

53,0

53,0

263,0

210,0

6,84

6,43

5,95

2012

39,0

39,0

39,0

0,0

0,0

39,0

39,0

1,22

1,22

1,22

2013

100,0

100,0

100,0

0,0

0,0

100,0

100,0

1,99

2,00

2,00

Totaal

6 225,0

6 225,0

564,6

96,0

67,0

468,6

401,6

11,1

9,9

9,4

4.   EFSM

2011

28 000,0

28 000,0

28 000,0

0,0

5 000,0

28 000,0

23 000,0

816,00

816,00

691,00

2012

15 800,0

15 800,0

15 800,0

0,0

0,0

15 800,0

15 800,0

489,88

489,88

489,88

2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

43 800,0

43 800,0

43 800,0

0,0

5 000,0

43 800,0

38 800,0

1 305,9

1 305,9

1 180,9


TABEL 2 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening

Tegenwaarde op de datum van ondertekening

Tot en met 31 december 2013 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2013

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente

2014

2015

2014

2015

2014

2015

2016

1.   Euratom

1977

98,3

119,4

 

 

 

 

 

 

 

 

1978

72,7

95,9

 

 

 

 

 

 

 

 

1979

152,9

170,2

 

 

 

 

 

 

 

 

1980

183,5

200,7

 

 

 

 

 

 

 

 

1981

362,3

430,9

 

 

 

 

 

 

 

 

1982

355,4

438,5

 

 

 

 

 

 

 

 

1983

369,1

400,1

 

 

 

 

 

 

 

 

1984

205,0

248,7

 

 

 

 

 

 

 

 

1985

337,8

389,5

 

 

 

 

 

 

 

 

1986

594,4

500,9

 

 

 

 

 

 

 

 

1987

674,6

900,9

 

 

 

 

 

 

 

 

1988

80,0

70,2

 

 

 

 

 

 

 

 

1989

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1990

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1991

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1992

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1993

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1994

48,5

47,4

 

 

 

 

 

 

 

 

1995

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1996

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1997

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1998

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1999

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2001

40,0

40,0

32,0

4,0

4,0

28,0

24,0

1,84

1,61

1,38

2002

40,0

40,0

20,3

4,0

4,0

16,3

12,3

0,09

0,08

0,06

2003

25,0

25,0

11,3

2,5

2,5

8,8

6,3

0,06

0,05

0,03

2004

65,0

65,0

40,3

6,5

6,5

33,8

27,3

0,18

0,17

0,14

2005

215,0

215,0

203,4

13,1

22,1

190,3

168,2

0,92

0,95

0,84

2006

51,0

51,0

49,8

2,5

2,5

47,3

44,8

0,22

0,24

0,23

2007

39,0

39,0

17,6

3,9

3,9

13,7

9,8

0,09

0,07

0,05

2008

15,8

15,8

7,6

1,7

1,7

5,9

4,2

0,06

0,05

0,03

2009

6,9

6,9

3,7

0,9

0,9

2,8

1,9

0,05

0,03

0,02

2010

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2011

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2012

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

4 040,2

4 511,0

385,8

39,1

48,1

346,7

298,5

3,5

3,3

2,8

2.   Betalingsbalans

2009

7 200,0

7 200,0

7 200,0

3 000,0

2 700,0

4 200,0

1 500,0

235,00

138,75

54,38

2010

2 850,0

2 850,0

2 850,0

0,0

0,0

2 850,0

2 850,0

83,69

83,69

83,69

2011

1 350,0

1 350,0

1 350,0

0,0

0,0

1 350,0

1 350,0

43,69

43,69

43,69

2012

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

13 400,0

13 400,0

11 400,00

3 000,0

2 700,0

8 400,0

5 700,0

362,4

266,1

181,8

3.   Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,0

350,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1991

945,0

945,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1992

1 671,0

1 671,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1993

659,0

659,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1994

400,0

400,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1995

410,0

410,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1996

155,0

155,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1997

445,0

195,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1998

153,0

403,0

 

 

 

 

 

 

 

 

1999

108,0

108,0

2,0

2,0

0,0

0,0

0,0

0,01

0,00

0,00

2000

160,0

160,0

 

 

 

 

 

 

 

 

2001

80,0

80,0

16,0

8,0

4,0

8,0

4,0

0,04

0,02

0,01

2002

12,0

12,0

9,6

2,4

2,4

7,2

4,8

0,03

0,03

0,02

2003

78,0

78,0

28,0

5,6

5,6

22,4

16,8

0,12

0,10

0,07

2004

10,0

10,0

10,0

0,0

2,0

10,0

8,0

0,04

0,04

0,03

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2006

19,0

19,0

19,0

0,0

0,0

19,0

19,0

0,07

0,08

0,08

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2008

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2009

25,0

25,0

25,0

25,0

0,0

0,0

0,0

0,77

0,00

0,00

2010

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2011

126,0

126,0

316,0

53,0

53,0

263,0

210,0

6,84

6,43

5,95

2012

39,0

39,0

39,0

0,0

0,0

39,0

39,0

1,22

1,22

1,22

2013

 

 

100,0

0,0

0,0

100,0

100,0

1,99

2,00

2,00

Totaal

6 125,0

6 125,0

564,6

96,0

67,0

468,6

401,6

11,1

9,9

9,4

4.   EFSM

2011

28 000,0

28 000,0

28 000,0

 

5 000,0

28 000,0

23 000,0

816,0

816,0

691,0

2012

15 800,0

15 800,0

15 800,0

 

 

15 800,0

15 800,0

497,7

489,9

489,9

2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

43 800,0

43 800,0

43 800,0

 

5 000,0

43 800,0

38 800,0

1 313,7

1 305,9

1 180,9

Technische aantekeningen bij de tabellen

Wisselkoers: de bedragen in de tweede kolom „Tegenwaarde op de datum van ondertekening” zijn omgerekend tegen de koersen van de dag van ondertekening. In geval van herfinanciering wordt in tabel 1 zowel de oorspronkelijke transactie (bijvoorbeeld in 1979) als de vervangende transactie (bijvoorbeeld in 1986) vermeld, waarbij de vervangende transactie is omgerekend tegen de koers van de oorspronkelijke. De dubbeltelling die daaruit voortvloeit, wordt voor het totaal geëlimineerd.

Alle andere bedragen zijn omgerekend tegen de koers van 31 december 2013.

Derde kolom „Tot en met 31 december 2013 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag”. Voorbeeld: op de regel „1986” wordt het gecumuleerde totaal vermeld van alle tot en met 31 december 2013 geïnde bedragen van de in 1986 gesloten leningen (tabel 1), met inbegrip van de herfinancieringen (vandaar een zekere overlapping).

Vierde kolom „Uitstaand bedrag op 31 december 2013”: nettobedrag, zonder dubbeltellingen als gevolg van herfinancieringen, verkregen door op het bedrag van de derde kolom het gecumuleerde totaal in mindering te brengen van de reeds tot en met 31 december 2013 plaatsgevonden hebbende aflossingen, met inbegrip van de aflossingen in verband met de herfinancieringen (totaal wordt niet vermeld in de tabellen).

Zevende kolom = vierde kolom – vijfde kolom.

MFB 2011: naar aanleiding van de ingevolge Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro op 9 februari 2010 door Montenegro ondertekende leningovereenkomst zijn de in 2001, 2003 en 2005 oorspronkelijk aan Servië en Montenegro toegekende leningen opnieuw in werking gesteld met een virtuele begindatum in 2011 ten einde de splitsing van de landen ten uitvoer te leggen.

INFORMATIE OVER DE FINANCIËLE INSTRUMENTEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 49, LID 1, ONDER E), VAN HET FINANCIEEL REGLEMENT

Inleiding

Deze bijlage is vereist op grond van artikel 49, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement.

Deze bijlage bevat informatie over zowel de door de Commissie beheerde financiële instrumenten van vóór 2014 die in termen van betalingskredieten vanaf 2014 e.v. gevolgen hebben voor de begroting als de door de Commissie beheerde financiële instrumenten van 2014-2020 die vanaf 2014 gevolgen hebben voor de begroting uit hoofde van het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020.

Meer kwantitatieve informatie over de instrumenten is te vinden in het werkdocument over de financiële instrumenten dat hoort bij een ontwerpbegroting, overeenkomstig artikel 38, lid 5, van het Financieel Reglement.

Lijst van financiële instrumenten

Eigenvermogensinstrumenten

Faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (GIF) in het kader van „het programma voor concurrentievermogen en innovatie” (CIP)

Eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van „het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen” (COSME)

Eigenvermogensfaciliteit (aanloopkapitaal) in het kader van het programma voor onderzoek en innovatie van Horizon 2020

Eigenvermogensinstrument in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF)

Garantie-instrumenten

Garantiefaciliteit voor kleine en middelgrote ondernemingen uit hoofde van het programma voor concurrentievermogen en innovatie CIP(SMEG07) — vóór 2014

Garantiefaciliteit voor de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF-G) — vóór 2014.

Leninggarantiefaciliteit (LGF) in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) — 2014-2020

Leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen uit hoofde van Horizon 2020 — 2014-2020

Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit in het kader van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) — 2014-2020

Garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector (programma Creatief Europa) — 2014-2020

Leninggarantiefaciliteit voor studenten (programma Erasmus+) — 2014-2020

Particuliere financiering van energie-efficiëntie (PF4EE) garantiefaciliteit — 2014 - 2020

Instrumenten voor risicodeling

Financieringsfaciliteit voor risicodeling uit hoofde van KP7 (RSFF) inclusief de RSI (proefgarantiefaciliteit voor O&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen — vóór 2014

Leninggarantie-instrument (LGTT) — vóór 2014

Projectobligatie-initiatief (PBI) — vóór 2014

De krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie in het kader van Horizon 2020 — 2014-2020

Instrument voor risicodeling in het kader van de CEF (kredietrisicodeling en projectobligaties) — 2014-2020

Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal (NCFF) — 2014-2020

EU-initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen — 2014-2020

Aparte investeringsconstructies

FCP-FIS in het kader van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (PMF FCP-FIS) — vóór 2014

Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (Marguerite) - vóór 2014

Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF) — vóór 2014

Externe instrumenten (die niet uitsluitend via het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd)

Regionale faciliteiten

Investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF)

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) & Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

Investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika (LAIF)

Aanvullende faciliteiten

Steun voor Euro-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP)

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF)

Financiële instrumenten voor de uitbreidingslanden

Westelijke Balkan

Garantiefaciliteit in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan (EDIF)

Fonds voor bedrijfsuitbreiding (ENEF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

Fonds voor bedrijfsinnovatie (ENIF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

Overige (gemengd)

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE)

Green for Growth Fund (GGF)

Steunkrediet voor het herstel van het mkb in Turkije

Financiële informatie over financiële instrumenten

Eigenvermogensinstrumenten

Faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (GIF) in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 01 04 04 — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 01 04 51 — Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (SMEs) (vóór 2014) (in begrotingsnomenclatuur 2014 (58)).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Deze financiële instrumenten maken deel uit van het programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP), een van de drie specifieke programma’s van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (59).

De algemene doelstelling van de financiële instrumenten in het kader van het CIP is het verbeteren van de toegang tot financiering voor de start en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen, ter ondersteuning van hun investeringen in innoverende activiteiten, onder andere eco-innovatie. Dit wordt bewerkstelligd door het investeringsvolume van risicokapitaalfondsen en andere investeringsconstructies te vergroten.

De faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (GIF) wordt namens de Europese Commissie uitgevoerd door het Europese Investeringsfonds (EIF). Het doel van deze faciliteit is meer eigen vermogen te genereren voor innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen die net gestart zijn (GIF1) of die uitbreiden (GIF2). Op basis van een bericht betreffende de tenuitvoerlegging (PB C 302 van 14.12.2007, blz. 8) worden investeringsvoorstellen van financiële intermediairs geselecteerd.

De marktgerichte instrumenten van het CIP zijn zeer efficiënt en relevant gebleken om in te spelen op de huidige marktomstandigheden, die de jongste jaren gedomineerd werden door een verstrakking van de kredietvoorwaarden en moeilijkere toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. De GIF is een durfkapitaalfaciliteit, gefocust en gericht op een relatief beperkt aantal ondernemingen die het potentieel hebben om hoge groei te realiseren, innovatie naar de markt te brengen en banen met hoge toegevoegde waarde te creëren.

Voor de hele periode vanaf december 2013 (laatste beschikbare cijfers) waren de resultaten van het GIF-programma als volgt:

aantal eindbegunstigden: 349

effectief hefboomeffect: 2 768 miljard EUR

aantal werknemers bij de eindbegunstigden op de datum van de eerste investering (gegevens uit het werkgelegenheidsverslag per 31 december 2012): 6 844

aantal gecreëerde of behouden banen (er is informatie beschikbaar over het aantal werknemers op de begin- en einddatum):

aantal GIF-werknemers op de datum van de eerste investering: 6 844

aantal GIF-werknemers op de einddatum 31 december 2012: 9 908.

De vastleggingsperiode voor GIF liep af op 31 december 2013, maar de instrumenten blijven bestaan tot de afwikkeling na 2026.

In totaal was voor de periode 2007-2013 1,13 miljard EUR aan vastleggingskredieten gepland voor de financiële instrumenten van het CIP, met een indicatieve verdeling van 620 miljoen EUR voor het GIF (inclusief eco-innovatie) en 510 miljoen EUR voor de garantiefaciliteit voor het mkb.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De begrotingsbetalingen voor 2014 bedragen voor de faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen 2 miljoen EUR.

Sinds het einde van de vastleggingsperiode, d.w.z. 31 december 2013, zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De totale budgettaire vastleggingen voor 2007-2013 bedroegen 605,7 miljoen EUR. De hefboom op GIF zal naar verwachting 5 zijn, wat betekent dat de totale budgettaire vastleggingen voor de economie als geheel naar verwachting 3 028 miljoen EUR aan kredieten voor begunstigde kleine en middelgrote ondernemingen zullen genereren.

Eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (COSME) — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) richt zich op fondsen die durfkapitaal en mezzaninefinanciering aanbieden, zoals achtergestelde leningen en participatieleningen, aan ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name ondernemingen die grensoverschrijdend opereren, waarbij ook investeringen mogelijk moeten zijn in ondernemingen in de beginfase, in samenhang met de eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (RDI) in het kader van Horizon 2020.

In het laatste geval mag de investering uit de EFG maximaal 20 % van de totale EU-investering bedragen, behalve bij meerfasefondsen, waarvoor financiering uit de EFG en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI verhoudingsgewijs zal worden verstrekt, op basis van het investeringsbeleid van de fondsen. De Commissie kan besluiten de drempel van 20 % te wijzigen in het licht van veranderende marktomstandigheden.

De EFG kan bestaan uit het fourneren van startkapitaal, „angel”-financiering en quasi-eigenvermogensfinanciering, afhankelijk van de marktvraag, maar omvat geen overnamefinanciering door verkoop van onderdelen.

De steun neemt de vorm aan van directe investeringen door de met de uitvoering belaste entiteit in financiële intermediairs die eigenvermogens- of quasi-eigenvermogensfinanciering aan kleine en middelgrote ondernemingen verstrekken. De algemene doelstelling is betere toegang tot risicokapitaal te creëren waar de markt in Europa tekort schiet en de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor risicokapitaal te ondersteunen. Dit laatste zal worden verwezenlijkt door de faciliteit vooral te richten op risicokapitaalfondsen voor grensoverschrijdende investeringen.

De uitvoering van de EFG vindt plaats via een met de uitvoering belaste entiteit, het Europees Investeringsfonds (EIF), onder voorbehoud van succesvolle sluiting van een delegatieovereenkomst met de Commissie.

In de delegatieovereenkomst moet worden bepaald dat de EFG beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs, op voorwaarde dat zij professioneel opereren, onafhankelijk worden beheerd en aantonen in staat te zijn kleine en middelgrote bedrijven te ondersteunen in hun groei- en expansiefase.

Technisch gezien krijgt het EIF de opdracht te investeren op pari passu-basis met andere investeerders uit de particuliere of de publieke sector. De beoogde eindbegunstigden zijn kleine en middelgrote ondernemingen, zonder specifieke voorwaarden wat betreft omvang of sector.

Het is de bedoeling dat het eigenvermogensinstrument loopt tot 31 december 2034 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld). Voor de totale programmeringsperiode is een begrotingstoewijzing van naar schatting 663 miljoen EUR vastgesteld.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Geraamde begrotingstoewijzing voor 2014: 51 miljoen EUR

Volgens het COSME-programma bedraagt tijdens de levensduur van het programma het hefboomeffect 4 à 6 voor het eigenvermogensinstrument.

Op basis van de hefboomdoelstellingen van COSME werd geraamd dat het totale bedrag aan gemobiliseerde durfkapitaalinvesteringen naar schatting tussen 204 miljoen EUR en 306 miljoen EUR voor de begroting 2014 zou bedragen. Deze cijfers hebben betrekking op investeringen tijdens de levensduur van de durfkapitaalfondsen waarin COSME-investeringen toegestaan waren uit hoofde van de begroting 2014.

Eigenvermogensfaciliteit (aanloopkapitaal) in het kader van het programma voor onderzoek en innovatie van Horizon 2020 — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Er is een eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek en innovatie op het niveau van de Unie noodzakelijk om meer mogelijkheden voor eigenvermogensfinanciering te creëren voor investeringen in de aanloop- en groeifase van ondernemingen en om de ontwikkeling van de Europese durfkapitaalmarkt te stimuleren.

De doelstelling is het wegwerken van de tekortkomingen van de Europese durfkapitaalmarkt en het beschikbaar stellen van eigen vermogen en quasi-eigen vermogen om de ontwikkelings- en financieringsbehoeften te dekken van innovatieve ondernemingen, vanaf de conceptfase tot aan de groei en uitbreiding.

De faciliteit zal zich toespitsen op risicokapitaalfondsen voor aanloopinvesteringen die durfkapitaal en quasi-eigen vermogen (met inbegrip van mezzaninekapitaal) verstrekken aan individuele particuliere ondernemingen. Via de faciliteit zijn ook expansie- en groei-investeringen mogelijk in samenhang met de eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen, om te zorgen voor doorlopende ondersteuning bij het opstarten en de ontwikkeling van bedrijven.

In het laatste geval mag de investering uit de Eigenvermogensfaciliteit van Horizon 2020 maximaal 20 % van de totale Unie-investering bedragen, behalve bij meerfasefondsen, waarvoor financiering uit de EFG en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI verhoudingsgewijs zal worden verstrekt, op basis van het investeringsbeleid van de fondsen. Net als de EFG moet de Eigenvermogensfaciliteit buy-outkapitaal of vervangingskapitaal dat bedoeld is voor de ontmanteling van een verworven onderneming vermijden.

De algemene doelstelling is betere toegang tot risicokapitaal te creëren waar de markt in Europa tekort schiet en de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor risicokapitaal te ondersteunen.

De toegevoegde waarde van de EU bestaat erin dat de eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek en innovatie nationale regelingen zal aanvullen waarmee grensoverschrijdende investeringen in onderzoek en innovatie niet mogelijk zijn. De financiering in de vroege fasen van een onderneming zal ook een demonstratie-effect hebben waarvan publieke en private investeerders in heel Europa profijt kunnen trekken. Voor de groeifase kunnen alleen op Unieniveau de noodzakelijke schaal en sterke deelname van particuliere investeerders worden bereikt die noodzakelijk zijn voor het goede functioneren van een autonome durfkapitaalmarkt.

De uitvoering van de directe investeringen in het kader van deze faciliteit wordt toevertrouwd aan het Europese Investeringsfonds (EIF) in Luxemburg.

In de delegatieovereenkomst die wordt ondertekend met de entiteit die met de uitvoering wordt belast, moet worden bepaald dat eigenvermogensfaciliteit in het kader van Horizon 2020 beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs, op voorwaarde dat zij professioneel opereren, onafhankelijk worden beheerd en aantonen in staat te zijn kleine en middelgrote bedrijven te ondersteunen in de aanloop- en groeifasen.

Technisch gezien krijgt de entiteit de opdracht te investeren op pari passu-basis met andere investeerders uit de particuliere of de publieke sector. De beoogde eindbegunstigden zijn startende ondernemingen (met name kleine, middelgrote en kleine midcap-ondernemingen), zonder specifieke voorwaarden wat betreft sector.

Het instrument loopt uiterlijk tot 2035 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld).

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Vastgestelde begrotingstoewijzing voor 2014: 40 miljoen EUR.

Het hefboomeffect van de Eigenvermogensfaciliteit van Horizon 2020 wordt geschat op 4-6, afhankelijk van het type investeringen en de vorm van samenwerking met durfkapitaalfondsen en/of investeerders in kennisuitwisseling. De verwachte totale investering uit hoofde van de begrotingsbijdrage van 2014 aan de Eigenvermogensfaciliteit van Horizon 2020 zal naar verwachting 160 à 240 miljoen EUR bedragen.

Eigenvermogensinstrument in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

ii)

Begrotingsonderdelen

Dit instrument omvat de volgende begrotingsonderdelen:

Post 06 02 01 05 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Artikel 09 03 02 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in telecommunicatie-infrastructuurprojecten

Post 32 02 01 04 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in energieprojecten.

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Financiële instrumenten van de CEF

De doelstelling van deze instrumenten is het verbeteren van de toegang tot project- en bedrijfsfinanciering voor infrastructuurprojecten door financiering van de EU als hefboom in te zetten. Zij zullen worden gebruikt om projecten van gemeenschappelijk belang en met een duidelijke toegevoegde waarde voor de EU te helpen financieren en om de particuliere sector meer te betrekken bij de langetermijnfinanciering van dergelijke projecten op het gebied van vervoer, energie en telecommunicatie, inclusief breedbandnetwerken.

De instrumenten zijn bedoeld voor projecten die op middellange en lange termijn financiering behoeven en moeten leiden tot meer voordelen wat betreft impact op de markt, administratieve doelmatigheid en efficiënte besteding van middelen.

Daarnaast bieden deze instrumenten een samenhangend en marktgericht pakket van Unie-steun voor partijen die betrokken zijn bij infrastructuurprojecten, zoals financiers, overheden, infrastructuurbeheerders, bouwbedrijven en exploitanten.

CEF-eigenvermogensinstrument

Het doel van het eigenvermogensinstrument is om de tekortkomingen van de Europese kapitaalmarkt weg te werken door eigen vermogen en quasi-eigen vermogen te verstrekken voor investeringen in Europese projecten. Het instrument is opgezet volgens de hoofdelementen die reeds in de basishandeling zijn bepaald.

Voor de Unie-bijdrage gelden de volgende beperkingen:

33 % van het beoogde eigen vermogen of

de co-investering door de EU in een project mag maximaal 30 % van het totale eigen vermogen van een onderneming bedragen.

De uitvoering zal worden toevertrouwd aan entiteiten die worden geselecteerd overeenkomstig het Financieel Reglement.

De bijdrage van de Unie zal worden gebruikt voor:

deelnemingen in aandelenkapitaal;

het dekken van overeengekomen honoraria en kosten in verband met de oprichting, het beheer en de evaluatie van het instrument die zijn bepaald overeenkomstig het Financieel Reglement en de marktpraktijk;

direct aanverwante ondersteunende activiteiten.

Duur van het eigenvermogensinstrument: de laatste tranche van de Uniebijdrage aan het CEF-eigenvermogensinstrument wordt uiterlijk op 31 december 2020 vastgelegd door de Commissie. De feitelijke goedkeuring van de eigen-vermogensinvesteringen door de de met de uitvoering belaste entiteiten of de bijzondere investeringsvehikels wordt tegen 31 december 2022 afgerond. De definitieve afwikkeling zal waarschijnlijk na 2032 plaatsvinden.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De CEF-instrumenten zijn bedoeld voor projecten van gemeenschappelijk belang en met een duidelijke toegevoegde waarde voor de EU op het gebied van vervoer, energie en telecommunicatie, inclusief breedbandnetwerken.

Het totale bedrag aan EU-fondsen dat voor dit instrument beschikbaar is, zal worden vastgesteld nadat het instrument in detail is ontwikkeld.

De verwachte hefboom van het eigenvermogensinstrument — bepaald als de totale financiering (dit wil zeggen de EU-bijdrage plus alle bijdragen van andere investeerders) gedeeld door de EU-bijdrage — wordt geschat op gemiddeld 5 à 10, afhankelijk van de specifieke situatie op de markt.

Garantie-instrumenten

Garantiefaciliteit voor het mkb in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (SMEG07) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 01 04 04 — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 01 04 51 — Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014) (in begrotingsnomenclatuur 2014) (60).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Deze financiële instrumenten maken deel uit van het programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP), een van de drie specifieke programma’s van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (61).

De algemene doelstelling van de financiële instrumenten in het kader van het CIP is het verbeteren van de toegang tot financiering voor de start en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo), ter ondersteuning van hun investeringen in innoverende activiteiten, onder andere eco-innovatie. Dit wordt bewerkstelligd door het creëren van een hefboomeffect voor de financiering met vreemd vermogen ten behoeve van kmo.

De garantiefaciliteit voor het mkb (SMEG 07) wordt namens de Commissie beheerd door het EIF. Zij verstrekt tegen- of medegaranties om regelingen te garanderen en directe garanties aan financiële intermediairs die in de in aanmerking komende landen actief zijn.

De marktgerichte instrumenten van het CIP zijn zeer efficiënt en relevant gebleken om in te spelen op de huidige marktomstandigheden, die de jongste jaren gedomineerd werden door een verstrakking van de kredietvoorwaarden en moeilijkere toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. De garantiefaciliteit voor het mkb is een contracyclisch instrument dat eindbegunstigden geholpen heeft om de moeilijkheden als gevolg van de economische omstandigheden sinds de crisis het hoofd te bieden, namelijk om toegang tot financiering te verkrijgen of te behouden en om banen te creëren of te behouden gedurende de periode.

Voor de hele periode van het programma per 31 december 2013 waren de resultaten voor SMEG07 als volgt:

aantal met 51 financiële intermediairs gesloten overeenkomsten: 66;

aantal eindbegunstigden (ondersteunde kleine en middelgrote ondernemingen): 311 633;

totaal onderliggend leningbedrag: 16 108,5 miljoen EUR;

aantal werknemers bij de eindbegunstigden (ondersteunde kleine en middelgrote ondernemingen) op de datum van opneming: 1 094 609;

aantal gecreëerde of behouden banen: 311 633 (62).

De vastleggingsperiode voor de garantiefaciliteit voor het mkb liep af op 31 december 2013, maar de instrumenten blijven bestaan tot na de afwikkeling (na 2026).

In totaal was voor de hele periode 2007-2013 1,13 miljard EUR aan vastleggingskredieten uitgetrokken voor de financiële instrumenten van het CIP, met oorspronkelijk een indicatieve verdeling van 620 miljoen EUR voor GIF en 510 miljoen EUR voor SMEG 07.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De budgettaire betalingen voor 2014 bedragen 76,5 miljoen EUR voor de garantiefaciliteit voor het mkb.

Sinds het einde van de vastleggingsperiode, d.w.z. 31 december 2013, zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De totale budgettaire vastleggingen voor 2007-2013 bedroegen 637,8 miljoen EUR. Per 31 december 2013 (laatste beschikbare cijfers) bedraagt de hefboom (63) op de SMEG 07 ongeveer 31, wat betekent dat de totale budgettaire vastlegging voor de economie als geheel naar verwachting 19 771,8 miljoen EUR aan kredieten voor begunstigde kleine en middelgrote ondernemingen zal genereren.

Garantiefaciliteit voor de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF-G) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 04 04 15 — Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 04 03 53 (gedeeltelijk) — Voltooiing van andere activiteiten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit is tweeledig: enerzijds betere toegang tot microfinanciering voor personen die een micro-onderneming willen beginnen of verder uitbreiden, of die zich als zelfstandige willen vestigen, door Europese verstrekkers van microfinanciering in staat te stellen hun kredietvolume aan deze groep uit te breiden; anderzijds betere toegang tot microfinanciering door het risico voor de verstrekkers ervan te beperken. Hiermee komt microfinanciering ook binnen bereik voor groepen die er eerder geen toegang toe hadden, bijvoorbeeld omdat men onvoldoende onderpand kon bieden of omdat de rente zeer hoog had moeten zijn gelet op het feitelijke risicoprofiel.

De faciliteit verschaft middelen van de Unie om de toegang tot en de beschikbaarheid van microfinanciering te verbeteren voor:

personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming willen oprichten of uitbreiden of zich als zelfstandige willen vestigen;

micro-ondernemingen, met name in de sociale economie, alsmede micro-ondernemingen waar de in het voorgaande streepje bedoelde personen in dienst zijn.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 wordt op de Uniebegroting 105 miljoen EUR gereserveerd voor de faciliteit, waarvan 25 miljoen EUR voor de EPMF-garantiefaciliteit (EPMF-G) en 80 miljoen EUR voor het EPMF Fonds Commun de Placement —- Fonds d’investissement spécialisé (FCP-FIS) is.

De faciliteit wordt, naargelang van de behoeften, aangewend voor de volgende soorten acties:

garanties (EPMF-G);

schuldinstrumenten en eigenvermogensinstrumenten;

ondersteunende maatregelen, zoals communicatieactiviteiten, monitoring, controle, audit en evaluatie, enz., die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van Besluit 283/2010/EU en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

Het onderdeel microkredieten blijft volledig van kracht tot 31 december 2020.

Voor de gehele periode per 30 september 2013 (meest recente gegevens op de redactiedatum), waren de EPMF-resultaten voor het onderdeel Garantiefaciliteit van het programma als volgt:

aantal microleningen: 7 016;

totaalbedrag van de microleningen: 64,49 miljoen EUR;

totaal aantal werknemers (in de ondersteunde micro-, kleine en middelgrote ondernemingen), op de eerste datum van opneming: 8 684.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan. Voor EPMF-G is voor 2014 0,9 miljoen EUR betaald. Voor EPMF-G is voor 2010-2013 in totaal 23,6 miljoen EUR vastgelegd in de begroting.

Gezien het verwachte hefboomeffect van 11,6 worden de beoogde volumes van de kredietverstrekking aan begunstigde micro-ondernemingen geraamd op 273,8 miljoen EUR voor de EPMF-Garantiefaciliteit.

De leninggarantiefaciliteit in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De leninggarantiefaciliteit (Loan Guarantee Facility - LGF) voorziet in:

tegengaranties en andere risicodelingsregelingen voor garantieregelingen;

directe garanties en andere risicodelingsregelingen voor andere financiële intermediairs die voldoen aan de criteria.

De leninggarantiefaciliteit is als volgt samengesteld:

de garanties voor schuldfinanciering via leningen waaronder achtergestelde en participatieleningen, of leasing, die specifiek gericht zijn op het verminderen van de specifieke moeilijkheden die levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen ondervinden bij de toegang tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hoge risico, ofwel wegens onvoldoende beschikbaar onderpand;

de securitisatie van portefeuilles voor schuldfinanciering van kleine en middelgrote ondernemingen, die bijkomende schuldfinanciering voor kleine en middelgrote ondernemingen mobiliseren door middel van geschikte regelingen voor risicodeling met de beoogde instellingen. Ondersteuning voor die transacties gebeurt onder voorwaarde dat de broninstellingen een aanzienlijk deel van de resulterende liquiditeiten of het gemobiliseerde kapitaal gebruiken voor nieuwe leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen binnen een redelijk tijdsbestek. Het bedrag van deze nieuwe schuldfinanciering moet worden berekend in verhouding tot het bedrag van het gegarandeerde portefeuillerisico en moet, evenals de duur, per geval worden overeengekomen met de broninstelling.

De LGF moet, behalve voor leningen in de geëffectiseerde portefeuille, leningen dekken tot maximaal 150 000 EUR, met een minimumlooptijd van 12 maanden. De leninggarantiefaciliteit dekt ook leningen boven 150 000 EUR voor kleine en middelgrote ondernemingen die voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor het COSME-programma, maar niet aan de criteria om in aanmerking te komen voor het onderdeel kleine en middelgrote ondernemingen van de schuldfaciliteit in het kader van het Horizon 2020-programma, waarbij de minimumlooptijd 12 maanden bedraagt. De LGF moet zodanig zijn opgezet dat kan worden gerapporteerd over de ondersteunde kleine en middelgrote ondernemingen, zowel wat het aantal als de omvang van de leningen betreft.

De uitvoering van de LGF vindt plaats via een met de uitvoering belaste entiteit, het Europees Investeringsfonds (EIF), onder voorbehoud van succesvolle sluiting van een delegatieovereenkomst met de Commissie.

In de delegatieovereenkomst moet worden bepaald dat de LGF beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs (zoals waarborgmaatschappijen, nationale stimuleringsinstellingen, commerciële banken, coöperaties e.d.) die ervaring hebben met financiële transacties met kleine en middelgrote ondernemingen of die voldoende capaciteit hebben om financiële transacties met kleine en middelgrote ondernemingen aan te gaan.

Technisch gezien krijgt het EIF de opdracht geplafonneerde portefeuillegaranties te verstrekken aan financiële intermediairs ter dekking van een deel van het verwachte verlies op een portefeuille van nieuwe transacties van kleine en middelgrote ondernemingen met een hoger risicoprofiel.

Wat securitisatietransacties betreft, krijgt het EIF de opdracht garantiedekking te verlenen op een deel van de mezzaninetranche van een securitisatietransactie.

Beoogde eindbegunstigden uit hoofde van de geplafonneerde portefeuillegaranties en de securitisatietransacties zijn kleine en middelgrote ondernemingen van elke omvang ongeacht de sector. Het scala van financiële producten die met de geplafonneerde portefeuille kunnen worden ondersteund, wordt breed gehouden, zodat geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende soorten kleine en middelgrote ondernemingen.

Het is de bedoeling dat het garantie-instrument loopt tot 31 december 2034 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld). Individuele garantieovereenkomsten met de met de uitvoering belaste entiteit hebben een looptijd van maximaal tien jaar.

De LGF kan ook bijdragen aan de financiële instrumenten die moeten worden ingezet in het kader van het gezamenlijk initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals bevestigd door de Europese Raad van oktober 2013. Deze bijdrage kan de vorm aannemen van niet-geplafonneerde portefeuillegaranties of securitisatieoperaties en, in combinatie met middelen uit ESIF, Horizon 2020 en het EIF, de mezzaninetranche van de portefeuille dekken.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode is op 717 miljoen EUR vastgesteld.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Geraamde begrotingstoewijzing voor 2014: 89 miljoen EUR met inbegrip van de bijdrage van COSME aan het initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen, dat op een bedrag van circa 4 miljoen EUR geraamd werd voor 2014.

Zoals aangegeven in het COSME-programma, bedraagt tijdens de levensduur van het programma het hefboomeffect 20 à 30 voor het schuldinstrument.

De finale hefboomratio zal afhangen van de bijdragen van de lidstaten aan het initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen en de gekozen wijze van uitvoering (securitisatie of niet-geplafonneerde garanties).

Op basis van de hefboomdoelstellingen van COSME zou het totale bedrag van de gemobiliseerde financiering naar schatting 1,8 miljard EUR à 2,7 miljard EUR bedragen voor de begroting 2014. Deze cijfers hebben betrekking op nieuwe leningportefeuilles voor kleine en middelgrote ondernemingen die zijn opgebouwd tijdens heel de periode van beschikbaarheid van individuele transacties met financiële intermediairs welke uit hoofde van de begroting 2014 zijn toegestaan.

Leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen uit hoofde van Horizon 2020 — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Deze garantiefaciliteit volgt op en verfijnt het RSI-proefproject uit hoofde van de RSFF in KP7, en maakt deel uit van een afzonderlijk financieel schuldinstrument ter ondersteuning van de groei van ondernemingen en hun O&I-activiteiten. Zij is gericht op O&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen (tot 499 werknemers) die leningen van 25 000 EUR à 7,5 miljoen EUR nodig hebben. Leningen van meer dan 7,5 miljoen EUR worden per geval bekeken.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) zal deze faciliteit ten uitvoer leggen door het verstrekken van directe garanties aan financiële intermediairs zoals banken, die de feitelijke leningen aan de eindbegunstigden zullen toekennen. De garantie dekt tot 50 % van de potentiële verliezen van intermediairs. Het EIF biedt ook tegengaranties aan financiële intermediairs (zoals garantie-instellingen) die risicobescherming verlenen aan banken welke leningen aan O&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen toekennen.

R&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen die een lening willen aanvragen, moeten contact opnemen met een van de financiële intermediairs die een overeenkomst met het EIF ondertekenen (zie selectieprocedure). Dit is een vraaggestuurde faciliteit, zonder voorafgaande toewijzingen tussen sectoren, landen en regio’s. Behoudens de succesvolle afronding van de onderhandelingen, zal de Commissie het EIF stimuleren om een specifieke inspanning te leveren om ervoor te zorgen dat een aanzienlijk deel van de eindbegunstigden eco-innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcapondernemingen zijn.

Verwachte impact: O&I-gestuurde kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcaps zullen meer O&I kunnen uitvoeren. Indicatoren zijn het aantal met financiële intermediairs ondertekende leningen en het aantal en het volume van de gesloten leningen. De doelstellingen worden vastgesteld tijdens de onderhandelingen met het EIF.

Indicatief tijdschema: deze faciliteit zal waarschijnlijk beschikbaar zijn aan het eind van het tweede kwartaal van 2014.

Selectieprocedure

a)

Voor financiële intermediairs: het EIF zal een of meer oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling indienen, waarbij de gerechtigdheids- en selectiecriteria na overleg met DG Onderzoek en Innovatie in het kader van elke oproep zullen worden vastgesteld.

b)

Voor leningen: overeenkomstig de interne processen van de intermediaire bank of andere financiële instelling waarbij de kleine en middelgrote onderneming een aanvraag indient, onder gebruikmaking van normale commerciële criteria.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De voor de programmeringsperiode 2014-2020 vastgestelde totale begroting voor de leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen afkomstig van het onderdeel „Toegang tot risicofinanciering” van Horizon 2020 bedraagt 880 miljoen EUR.

De indicatieve begroting voor 2014 was 87,75 miljoen EUR. De regeling voor risicodeling met het EIF zal de bijdrage van de EU aan de leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen van een hefboom van maximaal 10 voorzien, hetgeen zal resulteren in leningfinanciering voor O&I-gestuurde kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcaps van ongeveer 875 miljoen EUR.

Het instrument zal ook bijdragen aan de financiële instrumenten die zullen worden ingezet in het kader van het gezamenlijk initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals bevestigd door de Europese Raad van oktober 2013. Deze bijdrage kan de vorm aannemen van niet-geplafonneerde portefeuillegaranties of securitisatieoperaties en, in combinatie met middelen uit ESIF, COSME en het EIF, de mezzaninetranche van de portefeuille dekken.

Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit in het kader van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 04 03 02 03 — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Het vergemakkelijken van de toegang tot financiering voor ondernemers, met name voor degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, en sociale ondernemingen (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De algemene doelstelling van deze financiële instrumenten is beschreven in Verordening (EU) nr. 1296/2013 en kan teruggevonden worden in artikel 4, lid 1, onder e):

de werkgelegenheid en sociale inclusie stimuleren door de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare mensen die een micro-onderneming willen starten, alsook voor bestaande micro-ondernemingen te verbeteren en de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen te vergroten.

De specifieke doelstellingen worden vermeld in artikel 26:

de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor:

kwetsbare personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, of personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of sociaal uitgesloten zijn en die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden;

micro-ondernemingen, in zowel de aanloop-, als ontwikkelingsfase, met name micro-ondernemingen waar de in punt i) bedoelde personen in dienst zijn;

de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen;

de ontwikkeling van de markt voor sociale investeringen ondersteunen en de toegang voor sociale ondernemingen tot financiering verbeteren door aandelenkapitaal, quasi-aandelenkapitaal, leningsinstrumenten en subsidies tot 500 000 EUR beschikbaar te stellen voor sociale ondernemingen met een jaaromzet van maximaal 30 miljoen EUR dan wel een jaarbalans van maximaal 30 miljoen EUR en die geen instelling voor collectieve belegging zijn.

De begroting van de financiële instrumenten van Microfinanciering en Sociaal Ondernemerschap voor de periode 2014-2020 bedraagt 193,08 miljoen EUR.

Bij verdeling ervan worden de volgende minimumpercentages in acht genomen:

microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen: 45 %,

sociaal ondernemerschap: 45 %.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Indicatieve beoogde resultaten zijn 41 000 microleningen aan eindbegunstigden en 1 350 leningen aan sociale ondernemingen. De doelstelling voor microfinanciering is gebaseerd op de in het verleden opgedane ervaring met Progress-microfinanciering. Het streefcijfer voor sociale ondernemingen is gebaseerd op het totale volume van de garanties en gefinancierde instrumentenfondsen, vermenigvuldigd met de verwachte hefboom en gedeeld door een gemiddelde investeringsomvang van 200 000 EUR per sociale onderneming. Voor de gefinancierde instrumenten is rekening gehouden met een verwachte mede-investering van 20 miljoen EUR. Deze streefcijfers zijn aan wijziging onderhevig omdat de opzet van de faciliteit en de potentiële mede-investeringen in dit stadium onbekend zijn.

Garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector (programma Creatief Europa) — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014 tot 2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 15 04 01 — Versterking van de financiële capaciteit van de culturele en creatieve sector, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen en organisaties (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De algemene doelstelling van de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector komt overeen met die van het kaderprogramma Creatief Europa:

het waarborgen en bevorderen van de culturele en taalkundige verscheidenheid van Europa, en

het versterken van het concurrentievermogen van de culturele en creatieve sector teneinde slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen, overeenkomstig de Europa 2020-strategie.

De specifieke doelstelling van de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector is om de financiële capaciteit van de culturele en creatieve sector te versterken.

De faciliteit richt zich op de volgende punten:

de moeilijkheden die kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector ondervinden wanneer zij een lening bij een bank aanvragen;

de beperkte verspreiding en uitwisseling van deskundigheid tussen financiële instellingen met betrekking tot financiële analyses van kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector en projecten uit de hele Unie.

De operationele doelstellingen van de faciliteit zijn:

bieden van garanties aan banken die te maken hebben met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector, zodat deze laatste gemakkelijker een lening kunnen krijgen;

verstrekken van deskundigheid en capaciteitsopbouw voor financiële instellingen;

vergroten van het aantal financiële instellingen dat bereid is om samen te werken met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector;

maximaliseren van de geografische spreiding binnen Europa van de financiële instellingen die bereid zijn om samen te werken met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De vastgestelde vastleggingen bedragen 121 miljoen EUR, plus 2 miljoen EUR van de verwachte terugvorderingen van het voorgaande financieel instrument MPGF. Op basis van het voorziene hefboomeffect van 5,6, bedraagt het streefvolume aan gegarandeerde leningen naar schatting 690 miljoen EUR.

Leninggarantiefaciliteit voor studenten (Erasmus+) — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 15 02 01 01 (gedeeltelijk) — Bevordering van excellentie en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingsstelsels en hun relevantie voor de arbeidsmarkt (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstelling van de „Erasmus+ Master”-leninggarantiefaciliteit voor studenten is bevordering en ondersteuning van volledige studiemobiliteit op masterniveau (tweede cyclus hoger onderwijs). De faciliteit biedt gedeeltelijke garanties aan financiële intermediairs die onder gunstige voorwaarden leningen verstrekken aan studenten uit de landen die deelnemen aan Erasmus+ en die een volledig masterprogramma (één of twee jaar) volgen buiten hun land van verblijf en buiten het land waar zij hun bachelordiploma hebben behaald.

Het gaat hierbij om nieuwe leningen voor studenten tot een maximumbedrag van 12 000 EUR voor een eenjarige master en 18 000 EUR voor een tweejarige master.

De leninggarantiefaciliteit voor studenten levert daarmee een rechtstreekse bijdrage aan de doelstelling die de Unieministers in het kader van het Bolognaproces vaststelden om het percentage studenten dat een studie of onderwijsperiode in het buitenland heeft voltooid, voor 2020 te verdubbelen tot 20 %.

Het beheer van de faciliteit op het niveau van de Unie wordt toevertrouwd aan het Europese Investeringsfonds (EIF), dat overeenkomsten zal sluiten met financiële intermediairs zoals banken en nationale of regionale instellingen voor studieleningen. Deze deelnemende financiële intermediairs benutten de EU-garantie door leningen voor studenten te verstrekken zonder verplichtingen tot onderpand van de student of diens familie en tegen gunstige voorwaarden, dat wil zeggen een lagere rente en soepele voorwaarden bij problemen, zoals een periode waarin niet hoeft te worden afgelost. Gedurende een dergelijke periode hebben afgestudeerden de tijd om een baan vinden voordat ze moeten beginnen met aflossen. Ze kunnen de aflossing ook tijdelijk stopzetten als dat nodig is vanwege werkloosheid of zwangerschap.

Het kapitaal voor de leningen wordt gegenereerd door de deelnemende financiële intermediairs; de EU staat gedeeltelijk garant indien een student in gebreke blijft wat betreft de aflossing. De leningen worden afgelost via de gebruikelijke kredietmechanismen van banken. Alle operationele voorlichting en verwerking geschiedt op lokaal niveau.

In de rechtsgrondslag van het Erasmus+-programma 2014-2020 wordt uitgegaan van een totale EU-bijdrage van 517 miljoen EUR, waardoor ongeveer 200 000 studenten kunnen profiteren van leningen die worden gesteund door de faciliteit.

Het instrument loopt tot 2037 (het programma loopt tot 2020 + 2 jaar voor de vastleggingen + maximaal 15 jaar voor de looptijd van de leningen).

De leninggarantiefaciliteit voor studenten biedt gedeeltelijke garanties tot 90 % van het eerste verlies, met een maximumgarantie van 18 % van de leningportefeuille. Het verwachte hefboomeffect is 6,17 (dat wil zeggen 3,2 miljard EUR aan leningen voor studenten door deelnemende financiële intermediairs).

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De voor 2014 vastgestelde begrotingsvastleggingen bedragen 29,86 miljoen EUR. Op basis van het voorziene hefboomeffect van 6,1, bedraagt het streefvolume aan gegarandeerde leningen naar schatting 184 miljoen EUR.

PF4EE-garantiefaciliteit — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 147 van 20.12.2014, blz. 185), met name artikel 17, lid 1.

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 34 02 01 — De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 34 02 02 — De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De tenuitvoerlegging van het PF4EE-instrument (particuliere financiering van energie-efficiëntie) zal worden toevertrouwd aan de Europese Investeringsbank (EIB) door middel van indirect beheer.

Het PF4EE-instrument voorziet in i) een mechanisme voor risicodeelname (faciliteit voor risicodeling) voor financiële instellingen in de particuliere sector en ii) deskundige ondersteuning van financiële intermediairs (steunfaciliteit voor deskundigen) in combinatie met iii) financiering voor de lange termijn door de EIB (EIB-lening voor energie-efficiëntie):

PF4EE zou voorzien in een financieel instrument voor risicodeling in de vorm van een geplafonneerde garantie voor risicodeling tussen de Commissie (als kapitaalverschaffer) en de financiële intermediairs (als kredietverleners);

de faciliteit voor risicodeling is bedoeld om het kredietrisico dat financiële intermediairs lopen bij het verstrekken van leningen aan de EE-sector, te verminderen en hun deelname te bevorderen. De impact hangt af van de marktomstandigheden en specifieke kenmerken van de projecten. De faciliteit voor risicodeling zal naar verwachting de kredietverlening en de toegang tot financiering verbeteren en/of voorzien in betere financieringsvoorwaarden voor de eindbegunstigden, met inbegrip van lagere prijzen, langere looptijden, lagere zekerheidsstelling, of andere.

PF4EE moet operationeel zijn zolang de door de faciliteit voor risicodeling gedekte onderliggende leningen uitstaan. De toegestane maximale looptijd in het kader van de faciliteit voor risicodeling is 20 jaar. Daarom zal PF4EE voor maximaal 20 jaar na de afronding van de tenuitvoerleggingsperiode (2042) van kracht zijn.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Onder de begunstigden zijn onder andere particulieren, verenigingen van huiseigenaren, kleine en middelgrote ondernemingen, ondernemingen en/of overheidsinstellingen/-organen die in energie-efficiëntie investeren conform het NEEAP (nationale acieplannen voor energie-efficiëntie) van elke lidstaat.

De hoogte van de aan de begunstigden verstrekte EE-leningen varieert van 40 000 EUR, hetgeen kan worden teruggebracht om kleine investeringen in de woningbouw mogelijk te maken, tot 5 miljoen EUR en in uitzonderlijke gevallen tot 15 miljoen EUR.

In het kader van PF4EE kunnen in de periode 2014-2017 10 à 15 financieringsovereenkomsten (EIB-leningen voor EE en faciliteit voor risicodeling/steunfaciliteit voor deskundigen) met financiële intermediairs worden gesloten. Een financieringsovereenkomst kan betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van het instrument in meer dan een lidstaat en een financiële intermediair kan meer dan een financieringsovereenkomst ondertekenen.

De verwachting is dat tijdens de looptijd van het programma (2014-2017), uitgaande van gemiddelde investeringskosten van 300 000 EUR, tot circa 2 500 eindbegunstigden en projecten een totale leningfinanciering van ongeveer 600 miljoen EUR zullen ontvangen.

De vastgestelde begroting voor PF4EE tussen 2014 en 2017 bedraagt 80 miljoen EUR. De totale investering in PF4EE in deze periode kan rond de 800 miljoen EUR bedragen. Daardoor zal het hefboomeffect naar verwachting rond 10 liggen.

Instrumenten voor risicodeling

Financieringsfaciliteit voor risicodeling uit hoofde van KP7 (RSFF) inclusief RSI (proefgarantiefaciliteit voor O&I-gestuurde kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen — vóór 2014

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 08 09 01 — Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) (in begrotingsnomenclatuur 2013); primaire kredieten: 800 miljoen EUR.

Artikel 08 18 01 — Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) (in begrotingsnomenclatuur 2013); primaire kredieten: 200 miljoen EUR.

Artikel 08 02 51 (gedeeltelijk) — Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Acties onder contract (2007-2013) (in begrotingsnomenclatuur 2014).

In de periode 2007-2013 is in totaal 1 230,73 miljoen EUR uit de EU-begroting vastgelegd (initiële begroting KP7 plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor het KP7) en betaald aan de EIB ter ondersteuning van zowel de Financieringsfaciliteit voor risicodeling (RSFF) als het Instrument voor risicodeling (RSI).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Een van de hoofddoelstellingen van de RSFF is het verbeteren van de toegang tot schuldfinanciering voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de EU, met name door projectontwikkelaars uit de particuliere sector. De faciliteit moet bijdragen aan de financieringsbehoeften van innovatieve projecten en ondernemingen ongeacht hun omvang en rechtsvorm, met inbegrip van midcap- en mkb-ondernemingen.

De faciliteit ondersteunt financiering voor alle sectoren van onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en innovatie (RDI), van fundamenteel onderzoek tot technologische ontwikkeling, demonstratie en innovatie. De beleidsdoelstellingen en daarmee samenhangende investeringsbehoeften zijn sectoroverschrijdend en worden op vraaggestuurde basis aangepakt, waarbij geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt.

De RSFF werd gezamenlijk ontwikkeld door de Commissie en de EIB en werd opgericht in juni 2007. De EU en de EIB fungeren als risicodelende partners voor leningen die de EIB direct of indirect verstrekt aan de begunstigden. De Europese Unie heeft, via de begrotingsmiddelen voor het zevende kaderprogramma, samen met de EIB in totaal 2 miljard EUR (elk 1 miljard EUR) uitgetrokken voor de periode 2007-2013, om verliezen te dekken van RSFF-leningen die niet worden afgelost. Door deze bijdragen van de EU/EIB kon de EIB voor 10 miljard EUR aan leningen verstrekken aan bedrijven en onderzoekers voor hun investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

Zowel onderzoeksintensieve entiteiten (bedrijven, individuele projecten) als onderzoeksinfrastructuren komen in aanmerking voor de RSFF. De leningen kunnen worden gebruikt voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie door projectontwikkelaars/begunstigden in de 28 EU-lidstaten en de geassocieerde landen.

Aanvankelijk (tot 2010) vond risicodeling tussen de EU en de EIB per individuele lening plaats. Op aanbeveling van een onafhankelijke deskundigengroep worden sinds 2011 de risico's op portefeuillebasis gedeeld, waarbij de EU het eerste verlies draagt. De EIB neemt de risico's boven een bepaalde drempel voor haar rekening wanneer de risicoabsorptiecapaciteit van de EU verzadigd is.

In de periode 2007-2013 is in totaal 960,73 miljoen EUR uit de Uniebegroting vastgelegd (initiële begroting KP7 plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor het KP7) en betaald aan de EIB ter ondersteuning van RSFF-leningen. De looptijd (duur) van het instrument bestrijkt naar verwachting de periode tot 2020-2022.

Begin 2012 is een nieuwe proefgarantiefaciliteit gelanceerd, het RSI (het risicodelingsinstrument voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen met maximaal 499 werknemers) om de toegang tot leningen voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie te verbeteren. De RSI-garantiefaciliteit hoort bij de uitvoering van de RSFF en wordt uitgevoerd door het Europese Investeringsfonds (EIF). Voor deze garantiefaciliteit voor het RSI-proefproject bedroeg het Uniebudget afkomstig van KP7 (plus bijkomende kredieten van de EVA en derde landen voor KP7) voor de periode 2012/2013 270 miljoen EUR (bovenop het bovenvermelde bedrag).

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Voor begrotingsjaar 2013 is een totale KP7-bijdrage van 224,8 miljoen EUR voor de RSFF en RSI toegewezen (inclusief kredieten van EVA- en derde landen). Dankzij de regeling voor risicodeling met de EIB en het EIF (voor RSI-garanties) wordt de uit KP7 afkomstige EU-bijdrage van een hefboom van 5 (RSFF-leningen) en 8 (RSI-garanties) voorzien, waardoor de regeling een groot effect heeft op de financiering die beschikbaar is voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

Voor het begrotingsjaar 2013 overwoog de EIB in dit kader voor ongeveer 2,8 miljard EUR aan nieuwe leningen (ondertekende overeenkomsten), voor ongeveer 28 nieuwe operaties. Dit is in overeenstemming met de doelstelling van de EIB van 2,7 miljard EUR, voor ongeveer 30 nieuwe operaties.

Dankzij de RSI-garanties aan financiële intermediairs voor leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen en midcapondernemingen was er eind december 2013 voor in totaal 1,2 miljard EUR aan garanties afgesloten, waardoor voor 2,4 miljard EUR aan leningen kon worden verstrekt aan ongeveer 4 800 begunstigden. Het totale aantal aanvragen van financiële intermediairs bedraagt 47, met inbegrip van 4 garantieverhogingen. In slechts twee jaar bestrijken deze financiële intermediairs 19 landen in de Europese Unie en de geassocieerde landen.

Uit de resultaten van de RSFF uit hoofde van KP7 voor de periode 2007-2013, die de initiële verwachtingen van een totaal leningvolume van 10,5 miljard EUR overtroffen, bleek dat in totaal 117 RDI-leningoperaties werden ondertekend en actief waren, goed voor 11 313,2 miljoen EUR.

In verband met de proeffase van RSI vanaf begin 2012 tot 2013 bedraagt het totale aantal transacties van kleine en middelgrote ondernemingen 602, waarbij een bedrag van 374,8 miljoen EUR aan eindbegunstigden ter beschikking werd gesteld.

Leninggarantie-instrument (LGTT) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 670/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Besluit nr. 1639/2006/EG tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) en van Verordening (EG) nr. 680/2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 1).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 06 02 51 (gedeeltelijk) — Afronding van het programma trans-Europese netwerken (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 06 03 03 — Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2013).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

LGTT is een schuldinstrument met risicodeling dat in 2008 gezamenlijk door de Unie en de EIB is ingesteld om TEN-T-infrastructuurprojecten te versnellen en uit te voeren.

De LGTT-faciliteiten zijn garantiefaciliteiten die door de EIB worden verstrekt aan de particuliere sector (projectsponsors en -ontwikkelaars) om de kredietbeoordeling van particuliere schulden van hogere rang te verhogen door het verkeersrisico te beperken. De EIB verstrekt een garantie in de vorm van een voorwaardelijke kredietlijn (contingent credit line) waarop de projectontwikkelaar een beroep kan doen gedurende de eerste vijf tot zeven jaar als een project niet genoeg opbrengt om de schuld van hogere rang af te lossen doordat de feitelijke inkomsten achterblijven bij de ramingen.

Het LGTT is opgezet in 2008, vóór de mondiale financiële crisis. Sindsdien zijn op inkomsten gebaseerde projecten minder gebruikelijk geworden ten gevolge van de terughoudendheid van de particuliere sector om vervoersvraagrisico over te nemen.

In totaal is nu een EU-bijdrage van 250 miljoen EUR beschikbaar voor LGTT-projecten, waarvan 205 miljoen EUR was vastgelegd in de periode tot en met 2012 en 45 miljoen EUR in 2013.

In 2013, na de vaststelling van Verordening (EU) nr. 670/2012, heeft het risicodelingsmodel zich ontwikkeld van risicodeling op voet van gelijkheid naar risicodeling op portefeuillebasis tussen de Commissie en de EIB.

Bij de portefeuillemethode wordt het risico verdeeld in twee tranches: een eersteverliestranche, waarvan de EU 95 % voor haar rekening neemt en de EIB 5 %, en een restrisicotranche, die de EIB voor haar rekening neemt. Het kredietrisico voor de EU kan, los van het gekozen risicodelingsmodel, niet hoger zijn dan de begrotingsbijdrage aan LGTT.

LGTT is beschikbaar voor transacties die vóór eind 2014 zijn goedgekeurd door de raad van bestuur van de EIB en in 2016 financieel afgesloten worden. De garanties kunnen gedurende de eerste 5 à 7 jaar worden aangesproken; de uiterste datum voor opneming in de huidige portefeuille is eind 2021. Het instrument zal dus uiterlijk eind 2028 worden afgewikkeld.

De EIB heeft een lijst van potentiële transacties opgesteld op basis waarvan het realistisch is om te veronderstellen dat het volledige bedrag aan vastleggingen voor het LGTT zal worden benut.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Tot op heden zijn 7 LGTT-operaties ondertekend; één daarvan is geannuleerd en één wordt momenteel geherstructureerd.

Tot 2013 is 155 miljoen EUR betaald aan de EIB, wat heeft geresulteerd in een totaal bedrag aan LGTT-garanties van 497 miljoen EUR ter ondersteuning van investeringen in zes TEN-T-projecten, waarvan de totale kapitaalkosten 11 716 miljoen EUR bedragen. Aan het einde van 2013 werden de nettorente en -inkomsten geregulariseerd en werd de nettowinst van 6,9 miljoen EUR toegevoegd aan de bijdrage van de Commissie van 155 miljoen euro, waarmee deze in totaal op 161,9 miljoen EUR werd gebracht.

De totale hefboom van LGTT valt in twee elementen uiteen:

de projecthefboom, zijnde de verhouding tussen de totale investeringen van een project en de omvang van de LGTT-faciliteit (PH = totale investeringen/LGTT-faciliteit);

en de instrumenthefboom, zijnde de verhouding tussen de LGTT-faciliteit en de totale bijdrage van de EU die risico loopt plus de geboekte brutokosten (IH = LGTT-faciliteit/totale bijdrage van de EU die risico loopt, plus de geboekte brutokosten).

De totale hefboom is het product van de projecthefboom en de instrumenthefboom.

Per 31 december 2013 bedroeg de projecthefboom 24 (11,716/497) en de instrumenthefboom 11 (497/45 — het bedrag van de risicolopende EU-bijdrage, 38,7 miljoen EUR, plus de bruto geboekte kosten van 6,5 miljoen EUR). Wanneer de twee worden vermenigvuldigd, resulteert dit in een totale hefboom tussen de EU-bijdrage die risico loopt en de totale investering van 259.

Wijzigingsverordening (EU) nr. 670/2012 vereist een verschuiving van het risicodelingspatroon van pari passu naar eerste verlies (PFLP).

Door deze gewijzigde risicodeling per januari 2014 zal in eerste instantie het deel van de bijdrage van de EU die risico loopt in vergelijking met het bedrag van de garanties stijgen, en zullen de instrument- en de totale hefboom, maar niet de projecthefboom dalen. De instrumenthefboom zal dalen tot een veelvoud van 3, hetgeen zal resulteren in een totale hefboom van 70.

In 2014 zou LGTT naar verwachting onder het bredere CEF-schuldinstrument worden ondergebracht als aangegeven in Verordening (EU) nr. 1316/2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen.

Projectobligatie-initiatief (PBI) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 670/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Besluit nr. 1639/2006/EG tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) en van Verordening (EG) nr. 680/2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 06 02 51 (gedeeltelijk) — Afronding van het programma trans-Europese netwerken (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 06 03 03 — Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 32 02 51 — Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 32 03 02 — Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 09 04 53 01 — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT PSP) (2007-2013) (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 09 03 01 — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT -PSP) (in begrotingsnomenclatuur 2013).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het initiatief inzake projectobligaties is een financieel instrument dat gezamenlijk door de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) is ontwikkeld, opgezet en ondersteund (64).

Het is gericht op het stimuleren van kapitaalmarktfinanciering voor infrastructuurprojecten op het gebied van trans-Europese netwerken voor vervoer en energie en breedbandnetwerken door verbetering van de kredietwaardigheid van de bevoorrechte schuld zodat deze kunnen worden gefinancierd door een obligatie-uitgifte die onder meer voor institutionele beleggers zoals verzekeraars en pensioenfondsen aantrekkelijk is. Naast de financiering die wordt verstrekt ten behoeve van afzonderlijke projecten, is het de bedoeling het pad te effenen voor het creëren van een nieuwe activacategorie voor EU-infrastructuur waarin institutionele beleggers kunnen beleggen. Op deze manier wil het initiatief inzake projectobligaties nieuwe bronnen voor financiering van infrastructuur aanboren als aanvulling op de ingeperkte overheidsbegrotingen en beperkte kredietverstrekking door banken voor infrastructuurprojecten met een lange looptijd.

Het instrument kan dienen voor de financiering van projecten of een deel van projecten die in aanmerking komen uit hoofde van de richtsnoeren voor TEN-T, TEN-E en de criteria voor breedbandprojecten die in het gewijzigde kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie zijn vastgesteld. Projecten worden meestal gestructureerd als een special purpose vehicle (SPV) dat wordt opgericht voor de bouw, financiering en exploitatie van een infrastructuurproject. Door de PBI-faciliteit bestaat de financiële structuur van de projectonderneming uit een achtergestelde schuldtranche. Deze faciliteit kan de vorm aannemen van een voorwaardelijke kredietlijn („niet-gefinancierde faciliteit”) of een achtergestelde lening („gefinancierde faciliteit”) en is geplafoneerd tot 20 % van het totale bedrag van de bevoorrechte schuld. Indien de niet-gefinancierde faciliteit wordt aangesproken, wordt de EIB een crediteur van de projectonderneming en komen uit hoofde van het PBI verschuldigde bedragen in rang na de dienst op de bevoorrechte schuld en vóór eigen vermogen. Voor kredietverbetering is uit hoofde van het PBI maximaal 20 % van de nominale waarde van de bevoorrechte schuld beschikbaar.

Het mechanisme voor risicodeling tussen de Europese Commissie en de EIB is gebaseerd op het beginsel van de eersteverliestranche: het risico voor de Uniebegroting en de EIB wordt in twee tranches verdeeld, een portefeuille eersteverliestranche (PFLP), die bij bijzondere waardeverminderingen op PBI-operaties eerst wordt aangesproken, en een restrisicotranche (RRT), die alleen wordt gebruikt als de PFLP opgebruikt is. De EU en de EIB dragen 95 % respectievelijk 5 % in de PFLP bij. De restrisicotranche komt volledig voor rekening van de EIB.

Individuele PBI-acties konden tot uiterlijk eind 2014 door de raad van bestuur van de EIB worden goedgekeurd en moeten uiterlijk eind 2016 financieel zijn afgesloten. Het instrument wordt afgewikkeld wanneer er geen voorwaardelijke blootstellingen meer zijn uit hoofde van PBI-operaties (of indien de blootstellingen door de EIB oninbaar zijn verklaard).

Voor de proeffase is een totale financiële toewijzing van 230 miljoen EUR beschikbaar: 200 miljoen EUR uit de TEN-T-begroting, 10 miljoen EUR uit de TEN-E-begroting en 20 miljoen EUR uit de CIP-ICT-begroting.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Voor 2014 waren de volgende budgettaire betalingen vastgesteld: 80 miljoen EUR voor TEN-T en 13 miljoen EUR voor ICT.

Tot eind 2013 is één PBI-operatie in de TEN-E-sector financieel afgesloten (een andere projectobligatietransactie is door de EIB zonder Uniebegrotingssteun uitgevoerd). De kredietverbetering met behulp van projectobligaties voor deze transactie bedraagt 54,9 miljoen EUR voor een projectomvang van 421 miljoen EUR (inclusief vreemd en eigen vermogen). De Uniebegrotingsbijdrage uit hoofde van TEN-energie is 10 miljoen EUR. Het hefboomeffect bedroeg bijgevolg meer dan 40.

In 2014 zou het PBI naar verwachting onder het bredere CEF-schuldinstrument worden ondergebracht als aangegeven in Verordening (EU) nr. 1316/2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen.

Lening- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie in het kader van Horizon 2020 — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2011 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 02 04 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstelling is het verbeteren van de toegang tot schuldfinanciering — leningen, garanties, tegengaranties en andere vormen van schuld- en risicofinanciering — voor publieke en private entiteiten en publiek-private partnerschappen die zich bezighouden met onderzoeks- en innovatieactiviteiten waarvoor risicodragende investeringen nodig zijn om tot wasdom te komen. De nadruk hierbij ligt op het ondersteunen van onderzoek en innovatie met veel potentie om resultaten van topniveau te behalen.

De beoogde eindbegunstigden zijn juridische entiteiten van allerlei omvang, met name kleine en middelgrote ondernemingen, die geld kunnen lenen en terugbetalen om snel innovatieve activiteiten uit te voeren en groei te bewerkstelligen, evenals bijvoorbeeld midcap- en grote ondernemingen, universiteiten en onderzoeksinstellingen, onderzoeks- en innovatie-infrastructuren, publiek-private partnerschappen en bijzondere investeringsconstructies of projecten.

De faciliteit wordt uitgevoerd via een platform met verschillende producten die specifiek worden ontworpen voor bepaalde behoeften. De belangrijkste partner als met de tenuitvoerlegging van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie belaste entiteit is de Europese Investeringsbank (EIB).

De financiering bestaat uit twee hoofdcomponenten:

een vraaggestuurde component voor leningen en garanties op basis van het beginsel dat wie het eerst komt, het eerst maalt, met specifieke steun voor kleine, middelgrote en midcap-ondernemingen. Deze component moet inspelen op de gestaag toenemende groei van de vraaggestuurde RSFF-leningen.

Deze vraaggestuurde component wordt ondersteund door de begroting van het Horizon 2020-programma voor toegang tot risicofinanciering;

een gerichte component voor beleidsterreinen en kernsectoren die essentieel zijn voor het aanpakken van maatschappelijke problemen, het stimuleren van het concurrentievermogen, het ondersteunen van een duurzame, koolstofarme en inclusieve groei, en het beschikbaar stellen van ecologische en andere publieke goederen Deze component zal ertoe bijdragen dat de Unie de onderzoeks- en innovatieaspecten van de sectorale beleidsdoelstellingen effectiever kan aanpakken en wordt ondersteund door andere delen van Horizon 2020, andere kaders, programma's en begrotingsonderdelen, bepaalde regio's of lidstaten die uit eigen middelen willen bijdragen (bijvoorbeeld via de structuurfondsen en/of andere specifieke entiteiten (zoals gezamenlijke technologie-initiatieven) of initiatieven.

Het instrument zal naar verwachting in de periode 2027-2030 aflopen.

De totale begroting (primaire kredieten) die voor de programmeringsperiode 2014-2020 voor de vraaggestuurde component van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie is uitgetrokken bedraagt 1,060 miljard EUR. Deze Horizon 2020-begrotingsbijdrage zal door de EIB met eigen middelen voor minstens een gelijk bedrag worden aangevuld, waardoor de totale kredietverleningscapaciteit en de impact van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie met een factor twee wordt verhoogd.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Voor 2014 was een budget van 107,80 miljoen EUR uitgetrokken.

Gezien de ervaring met de RSFF is uit hoofde van de vraaggestuurde component van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie voor rechtstreekse en onrechtstreekse leningen aan begunstigden van de Uniebegroting een hefboomeffect van 7 te verwachten, hetgeen in een totaal marktvolume van ongeveer 750 miljoen EUR resulteert.

Instrument voor risicodeling in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) (kredietrisicodeling en projectobligaties) — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 06 02 01 05 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 09 03 02 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in telecommunicatie-infrastructuurprojecten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Post 32 02 01 04 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in energieprojecten (in begrotingsnomenclatuur 2014)

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het schuldinstrument uit hoofde van de CEF, met inbegrip van de opvolger van de proeffase van het PBI, zal worden ontwikkeld in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1316/2013. In overeenstemming met artikel 1 van deze verordening, zal het instrument zijn toegespitst op projecten van gemeenschappelijk belang in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie-infrastructuur.

Individuele schuldoperaties kunnen door de EIB of een andere uitvoerende entiteit vóór 31 december 2022 worden goedgekeurd. Wat de proeffase van het PBI betreft, zal het instrument worden afgewikkeld wanneer er geen voorwaardelijke blootstellingen meer zijn uit hoofde van PBI-operaties (of indien de blootstellingen door de EIB oninbaar zijn verklaard).

De totale bijdrage uit de algemene begroting van de Unie voor de financiële instrumenten is ten hoogste 10 % van de totale financiële middelen van de CEF (artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1316/2013). Het precieze bedrag dat uit hoofde van de totale vastleggingsperiode voor het schuldinstrument uit hoofde van de CEF is bestemd, is nog niet vastgesteld. Voor het projectobligatie-initiatief wordt geleidelijk gestart binnen een plafond van 230 miljoen EUR voor de periode 2014-2015.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In 2014 omvatten de werkprogramma’s voor TEN-T, ICT en TEN-E, de volgende bedragen voor het schuldinstrument uit hoofde van de CEF: 70 miljoen EUR voor CEF-transport, 16,5 miljoen EUR voor CEF-ICT en 40,8 miljoen EUR voor CEF-Energie.

De CEF-verordening bepaalt dat het hefboomeffect van het schuldinstrument uit hoofde van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (zijnde de totale financiering gedeeld door de bijdrage van de Unie) naar verwachting 6 à 15 zal zijn. Het doelvolume zou dus 725 miljoen EUR à 1 811 miljoen EUR moeten bedragen.

Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal — 2014-2020

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2014, blz. 185), met name artikel 17, lid 1.

ii)

Begrotingsonderdelen

artikel 07 02 02 — Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies (in begrotingsnomenclatuur 2014).

Artikel 34 02 02 — De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De financieringfaciliteit natuurlijk kapitaal (NCFF) dient ter financiering van initiële investeringen en exploitatiekosten voor inkomstengenererende of kostenefficiënte proefprojecten ter bevordering van het behoud, het herstel, het beheer en de versterking van natuurlijk kapitaal voor biodiversiteit en aanpassingsvoordelen, waaronder ecosysteemgerichte oplossingen voor de uitdagingen met betrekking tot land, bodem, bosbouw, landbouw, water en afval. De NCFF combineert directe en indirecte projectfinanciering door middel van eigen en vreemd vermogen.

Aangezien de projecten die worden gesteund door de NCFF projecten zullen zijn waarin de Europese Investeringsbank (EIB) gewoonlijk niet investeert, hetzij omdat zij te klein zijn of omdat het veronderstelde hoge risico ervan niet verenigbaar is met de AAA-rating van de bank, zal de faciliteit bestaan uit een risicodelingsmechanisme waarbij de EU-middelen eerste verliezen zouden opvangen ingeval projecten mislukken. Het exacte uitvoeringsmechanisme zal in een delegatieovereenkomst tussen de Commissie en de EIB worden vastgelegd, waarin ook precieze uitsluitings-/selectiecriteria voor projecten zullen worden bepaald om ervoor te zorgen dat de juiste prioriteiten in het selectieproces worden ingebouwd en dat er voldoende sectorale en geografische dekking is.

Er zal worden voorzien in een steunfaciliteit voor deskundigen om ervoor te zorgen dat de projecten een voor financiering toereikend stadium van maturiteit bereiken. De tenuitvoerlegging van de NCFF zal worden toevertrouwd aan de EIB door middel van indirect beheer.

Het is de bedoeling dat de NCFF-proeffase van 2014 tot 2017 duurt. Het totale budget dat voor deze periode is uitgetrokken, bedraagt 60 miljoen EUR inclusief 10 miljoen EUR voor de ondersteuningsfaciliteit.

De projecten vallen in vier brede categorieën uiteen:

betalingen voor ecosysteemdiensten (PES): projecten die betalingen met zich meebrengen voor de stromen van voordelen als gevolg van natuurlijk kapitaal, gewoonlijk een kleinschalige bilaterale transactie met een welbepaalde koper en verkoper van een ecosysteemdienst. Ze zijn gebaseerd op het beginsel dat de begunstigde betaalt, waarbij betalingen worden uitgevoerd om kritische ecosysteemdiensten te beveiligen;

groene infrastructuur (GI): GI is een strategisch opgezet netwerk van natuurlijke en seminatuurlijke gebieden met diverse milieukenmerken, dat is ontworpen en wordt beheerd voor het leveren van een brede reeks ecosysteemdiensten. Het omvat groene ruimten (of blauwe wanneer het om aquatische ecosystemen gaat) en andere fysieke kenmerken in landzones (met inbegrip van kustzones) en zeezones. Op het land is GI aanwezig in plattelands- en stedelijke omgevingen. Aan de hand van GI-projecten kunnen inkomsten worden gegenereerd of kosten worden bespaard op basis van de levering van goederen en diensten, waaronder waterbeheer, luchtkwaliteit, bosbouw, recreatie, overstromings-/erosie-/brandbestrijding, bestuiving, toegenomen weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering;

biodiversiteitscompensaties: het gaat hier om instandhoudingsacties ter compensatie van de onvermijdelijke restschade aan de biodiversiteit als gevolg van ontwikkelingsprojecten. Zij zijn gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt, waarbij compensaties worden toegepast voor naleving of om reputatierisico’s te beperken. Projecten gericht op het compenseren van schade aan Natura 2000-gebieden overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad komen niet in aanmerking voor financiering uit de NCFF;

innovatieve pro-biodiversiteits- en aanpassingsinvesteringen: dit zijn projecten waarbij het gaat om de levering van goederen en diensten, vooral door kleine en middelgrote ondernemingen, die gericht zijn op de bescherming van de biodiversiteit of het verhogen van de weerbaarheid van gemeenschappen en andere bedrijfstakken.

Het doel is om projecten met een voldoende brede geografische en sectorale dekking te vinden en te financieren en tegelijkertijd diverse financiële mechanismen te testen, om de reproduceerbaarheid ervan in de gehele EU veilig te stellen tijdens de operationele fase. De subsidiabiliteitsregels voor projecten en het investeringsbeleid voor de faciliteit (bijvoorbeeld het instellen van plafonds voor sectoren en geografische dekking, evenals minimumcriteria waaraan moet worden voldaan en/of beginselen die in acht moeten worden genomen, zoals de mitigatiehiërarchie) zullen vóór de instelling van de faciliteit worden vastgesteld en contractueel tussen de Europese Commissie en de EIB worden overeengekomen.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De NCFF zal in twee fasen worden ontwikkeld: een proeffase waarin verschillende financieringsmogelijkheden getest kunnen worden, om zich vervolgens tijdens een tweede — operationele fase te kunnen richten op de meest geschikte benaderingen.

Tijdens de initiële proefperiode wordt de NCFF geacht 9-12 activiteiten (met inbegrip van indirecte activiteiten) of 3-4 activiteiten op jaarbasis uit te voeren. Individuele beleggingen zouden onder de 10-15 miljoen EUR blijven.

De verwachte hefboom van de waarde van de faciliteit voor de Life-voorziening ligt tussen de 2,2 en 3,2. Rekening houdend met de mogelijke bijdrage van eindbegunstigden aan projectkosten ter grootte van 25 %, kan de hefboom van de totale investering voor de Life-voorziening tussen de 2,8 en 4,2 bedragen. De totale investering in projecten voor het beheer van natuurlijk kapitaal kan, alleen al in de proeffase, oplopen tot 210 miljoen EUR.

Aparte investeringsconstructies

FCP-FIS in het kader van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF FCP-FIS) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 04 04 15 — Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 04 03 53 (gedeeltelijk) — Voltooiing van andere activiteiten (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit is tweeledig: enerzijds betere toegang tot microfinanciering voor personen die een micro-onderneming willen beginnen of verder uitbreiden, of die zich als zelfstandige willen vestigen, door Europese verstrekkers van microfinanciering in staat te stellen hun kredietvolume aan deze groep uit te breiden; anderzijds betere toegang tot microfinanciering door het risico voor de verstrekkers ervan te beperken. Hiermee komt microfinanciering ook binnen bereik voor groepen die er eerder geen toegang toe hadden, bijvoorbeeld omdat men onvoldoende onderpand kon bieden of omdat de rente zeer hoog had moeten zijn gelet op het feitelijke risicoprofiel.

De faciliteit verschaft middelen van de Unie om de toegang tot en de beschikbaarheid van microfinanciering te verbeteren voor:

personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming willen oprichten of uitbreiden of zich als zelfstandige willen vestigen;

micro-ondernemingen, met name in de sociale economie, alsmede micro-ondernemingen waar de in het voorgaande streepje bedoelde personen in dienst zijn.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 wordt op de Uniebegroting 105 miljoen EUR gereserveerd voor de faciliteit, waarvan 25 miljoen EUR voor de EPMF-garantiefaciliteit (EPMF-G) en 80 miljoen EUR voor het EPMF Fonds Commun de Placement — Fonds d’Investissement spécialisé (FCP-FIS) is bestemd.

De faciliteit wordt, naargelang van de behoeften, aangewend voor de volgende soorten acties:

garanties (EPMF-G);

schuldinstrumenten en eigenvermogensinstrumenten (FCP-FIS);

ondersteunende maatregelen, zoals communicatieactiviteiten, monitoring, controle, audit en evaluatie, enz., die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van Besluit 283/2010/EU en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

Het onderdeel microkredieten blijft volledig van kracht tot 31 december 2020.

De FCP-FIS loopt naar verwachting af op 30 april 2020.

Voor de gehele periode per 30 september 2013 (meest recente gegevens op de redactiedatum), waren de EPMF-resultaten voor het onderdeel FCP-FIS van het programma als volgt:

aantal microleningen: 6 236,

totaal aantal door intermediairs ondertekende microkredietovereenkomsten: 51,62 miljoen EUR,

totaal aantal zelfstandigen en werknemers van eindbegunstigde micro-ondernemingen op het tijdstip van ondertekening van de micro-kredietovereenkomst: 11 487.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan. De totale EPMF-FIS-begrotingsvastleggingen voor de periode 2010-2013 bedragen in totaal 80 miljoen EUR en de begrotingsbetalingen bedragen 16,6 miljoen EUR tot aan de voltooiing van de werkzaamheden. Gestreefd wordt naar een kredietvolume voor begunstigde micro-ondernemingen van naar schatting 928 miljoen EUR voor de EPMF (FCP-FIS)-faciliteit vreemd- en eigenvermogensinstrumenten (budgettaire vastleggingen van 80 miljoen EUR, hefboomeffect van 11,6).

Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (Marguerite) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2010) 941 van de Commissie van 25 februari 2010 over de deelname van de Europese Unie aan het Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (het Margueritefonds).

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 06 03 03 — Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 06 02 51 (gedeeltelijk) — Afronding van het programma trans-Europese netwerken (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het Margueritefonds is een pan-Europees eigenvermogensfonds dat is ontwikkeld in de context van de financiële crisis en om tegemoet te komen aan de behoefte aan succesvolle langetermijnfinanciering voor infrastructuur in Europa. Het fonds verleent steun voor infrastructuurinvesteringen in vervoer (TEN-T), energie (TEN-E) en hernieuwbare energiebronnen in de lidstaten, voornamelijk voor volledig nieuwe projecten.

De belangrijkste sponsors zijn langetermijninvesteerders uit de publieke sector uit Frankrijk (CDC), Italië (CdP), Duitsland (KfW), Spanje (ICO) en Polen (PKO), alsmede de EIB en de Europese Commissie. Bij de afsluiting zal de uiteindelijke omvang van het Margueritefonds bijna 710 miljoen EUR bedragen.

Samengevoegde EU-vastleggingen: 80 miljoen EUR uit de Uniebegroting voor TEN-T.

Verwachte resultaten:

30 tot 40 % van de totale vastleggingen wordt geïnvesteerd in vervoer;

25 tot 35 % wordt geïnvesteerd in energie;

35 tot 45 % wordt geïnvesteerd in hernieuwbare energie;

ten minste 3,5 maal het bedrag aan vastleggingen van de Commissie wordt geïnvesteerd in projecten die in aanmerking komen voor TEN-T.

De investeringsperiode loopt af in december 2016 (met een mogelijke verlenging van twee jaar); de einddatum van het Margueritefonds is bepaald op de maximumtermijn van twintig jaar vanaf de eerste sluiting (maart 2010), maar kan twee keer met een jaar worden verlengd (tot 2032).

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In 2010 is in totaal 80 miljoen EUR beschikbaar gesteld voor het fonds. Met de multiplicator van 128 × (zoals hieronder geschat voor 2014), zullen de doelvolumes van de gecumuleerde projectkapitaalskosten (bedrijfswaarde) gedurende de levensduur van het fonds waarschijnlijk 10,2 miljard EUR bereiken, waarvan ongeveer 4 miljard EUR naar verwachting aan TEN-T vervoersprojecten zullen worden toegewezen.

De multiplicatorberekeningen voor 2014 hieronder zijn gebaseerd op de in 2014 verwachte kapitaalopvragingen voor alle in aanmerking komende projecten volgens opgave van de Margueriteadviseur.

De verhouding van het eigen vermogen van het Margueritefonds tot de totale kapitaalskosten van de projecten waarvan voor een gegeven jaar is uitgegaan, is gebaseerd op de verhouding voor alle projecten in de portefeuille tot en met dat jaar: voor 2012 bijvoorbeeld slaat de verhouding van 6,7 % op de eerste zes projecten, inclusief het windpark van Chirnogeni (Roemenië).

Onder gebruikmaking van het voorzichtigheidsbeginsel worden de uit kapitaalopvragingen gedekte administratieve kosten voor 2014 geacht op het niveau van 2012 te liggen. In 2013 werden deze kosten volledig gedekt door inkomsten uit de bestaande projecten, maar dit is niet zeker voor 2014E.

Noot: Er is een tijdsverschil tussen het tijdstip (jaar) van de opvraging van kapitaal en de bouw van het activum (dat de bedrijfswaarde vertegenwoordigt). Soms wordt eigen vermogen opgevraagd aan het begin van het project, soms helemaal aan het eind; het kan soms meer dan 4 jaar duren om een project uit te bouwen.

Multiplicatorberekening (in miljoen EUR)

 

2012A

2013 A

2014E (65)

Opvragingen van kapitaal tijdens de periode per fonds (100 %)

128,9

73,8

170,4

verminderd met uit opvragingen van kapitaal gedekte exploitatiekosten (100 %) (66)

(10,3)

(10,3)

(10,3)

Geïnvesteerde contanten of contanten op de balans van het fonds (100 %) (A)

118,6

7,8

160,1

% van de kapitaalopvraging

92 %

86 %

94 %

Eigen vermogen van het Margueritefonds als % van de totale bedrijfswaarde van de projecten (67)

6,5 %

6,5 %

6,5 %

Impliciete totale bedrijfswaarde van de projecten (B)

1 769,6

1 136,0

2 463,1

Bijdrage van de Commissie (11,268 % van de totale kapitaalopvragingen) (C)

14,5

8,3

19,2

Multiplicator van de Uniebijdrage (B/C)

121,9 ×

136,53 ×

128,3 ×

Noten:

 

 

 

Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF) — vóór 2014

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1233/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 663/2009 tot vaststelling van een programma om het economische herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 5).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 32 04 14 04 — Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 32 02 52 (gedeeltelijk) — Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Op 1 juli 2011 is 146,3 miljoen EUR uit het Europees energieprogramma voor herstel (EEPR) toegewezen aan het nieuwe Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF), in de vorm van een speciaal investeringsfonds (SICAV). Het EEEF investeert in projecten op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en schoon stadsvervoer, met name in steden, die leiden tot ten minste 20 % energiebesparing of 20 %2 beperking van de uitstoot van broeikasgassen of CO2.

De begunstigden moeten overheden zijn, dan wel publieke of private entiteiten die namens de overheid optreden, waaronder energieleveranciers (68).

Het fonds werd op 1 juli opgestart met een initieel volume van 265 miljoen EUR: naast de Uniebijdrage (125 miljoen EUR aan achtergestelde „C-aandelen”) investeerde de Europese Investeringsbank (EIB) 75 miljoen EUR (voornamelijk „A-aandelen” van hogere rang), de Cassa Depositi e Prestiti SpA (CDP) 60 miljoen EUR (voornamelijk „A-aandelen” van hogere rang) en de aangestelde beheerder (Deutsche Bank) 5 miljoen EUR (mezzanine „B-aandelen”).

Het fonds biedt verschillende niet-standaard financiële producten aan, zoals achtergestelde leningen en leningen van hogere rang, deelnemingen en voorschotregelingen, die flexibel kunnen worden gecombineerd met standaardvormen van financiering.

Daarnaast stelt de EU ongeveer 20 miljoen EUR beschikbaar voor technische bijstand (in de vorm van subsidies) om sponsors te helpen projecten aanvaardbaar te maken voor het fonds.

Ten slotte is een programma van 1,3 miljoen EUR opgezet om nationale en regionale overheden die cohesie- en structuurfondsen beheren, voorlichting te geven over financieringsmethoden en opties voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Dit programma wordt beheerd door het EPEC (69).

Volgens Verordening (EU) nr. 1233/2010 moesten de Uniemiddelen vóór 31 maart 2014 zijn toegewezen aan investeringsprojecten en technische bijstand. Verder is er geen uiterste termijn voor het indienen van voorstellen vastgesteld. De afwikkeling zal waarschijnlijk na 2024 plaatsvinden.

Beheerder van het fonds/de investeringen

De Deutsche Bank (DB) is verantwoordelijk voor het selecteren en zorgvuldig onderzoeken van de projecten voordat deze worden voorgelegd aan het investeringscomité van het fonds ter advies en aan de raad van beheer ter goedkeuring. DB beheert ook het onderdeel voor technische bijstand; de voorstellen daarvoor worden ter goedkeuring voorgelegd aan DG ENER.

Investeringscomité

Het investeringscomité beoordeelt de projecten die worden voorgelegd door de beheerder en doet aanbevelingen aan de raad van beheer. Voorlopig zijn twee leden namens de EIB en één lid namens de CDP benoemd, totdat de selectiecriteria en grondbeginselen zijn vastgesteld.

Raad van beheer

De raad van beheer beschikt over brede bevoegdheden wat betreft de uitvoering en het beheer van het fonds; de raad neemt besluiten over de investeringen die zijn aanbevolen door het investeringscomité. De raad kan evenwel niet zonder goedkeuring van de raad van toezicht besluiten over belangrijke kwesties (zoals wijziging van de statuten en oprichtingsakte). De raad van beheer brengt ieder kwartaal verslag uit aan de raad van toezicht. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie (1), de EIB (1, de voorzitter) en de CDP (1).

Raad van toezicht

De belangrijkste taak van de raad van toezicht is permanent toezicht houden op het beheer van het fonds, strategisch advies geven aan de raad van beheer, voorstellen doen voor het jaarlijkse bedrijfsplan voor het fonds, dat moet worden goedgekeurd door de aandeelhouders, en veranderingen goedkeuren in de investeringsrichtsnoeren. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie (2), de EIB (1, de voorzitter) en de CDP (1).

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Volgens het huidige bedrijfsplan (pijplijn van maart 2014) dat is ingediend door de fondsbeheerder, zal alles samen voor ongeveer 217 miljoen EUR aan projecten toegewezen worden, met een bijdrage van de EC van ongeveer 125 miljoen EUR (hefboom 1,5). De volledige EU-bijdrage is tegen eind maart 2014 t.b.v. projecten toegewezen.

Externe instrumenten (die niet uitsluitend via het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd)

Regionale faciliteiten

Investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF)

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.03.2014, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

Een van de prioriteiten van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) en van het nieuw Europees nabuurschapsinstrument (ENI) is het bevorderen van investeringsprojecten in de partnerlanden die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid, die in aanmerking komen voor de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF).

De EU heeft de NIF in 2007 gelanceerd. In de periode 2007-2012 heeft de Commissie de volgende acht besluiten vastgesteld voor een totale toewijzing van 545 miljoen EUR (324,7 miljoen EUR voor het begrotingsonderdeel ENPI zuidelijk nabuurschap en 220,3 miljoen EUR voor het begrotingsonderdeel ENPI oostelijk nabuurschap): C(2007) 6280, C(2008) 2698, C(2009) 3951, C(2009) 8985, C(2010) 4400, C(2010) 7989, C(2011) 5547 en C(2012) 4533. Daarnaast werden in december 2012 bij ENPI-besluit (2012) 4533 extra kredieten goedgekeurd ten bedrage van 12,7 miljoen EUR uit hoofde van het begrotingsonderdeel oostelijk nabuurschap en 9,2 miljoen EUR uit hoofde van het begrotingsonderdeel zuidelijk nabuurschap. In 2013 zijn extra vastleggingen ten bedrage van 133,3 miljoen EUR voor NIF zuidelijk nabuurschap en 77,2 miljoen EUR voor NIF oostelijk nabuurschap goedgekeurd. Alles samen geeft dit 467 220 334 EUR voor zuidelijk nabuurschap en 310 200 000 EUR voor oostelijk nabuurschap (totaal budget voor NIF voor de periode 2007-2013 bedraagt 777 420 334 EUR).

Sinds begin 2011 omvat de NIF een onderdeel voor klimaatverandering (Climate Change Window — CCW) in het kader van het thematische programma Milieu en duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen, inclusief energie (ENRTP) van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking om de tenuitvoerlegging te ondersteunen van projecten waarmee partnerlanden de klimaatverandering kunnen aanpakken door middel van beperkings- en/of aanpassingsmaatregelen. Het CCW wordt gestroomlijnd beheerd volgens hoofdzakelijk dezelfde regels en financierings- en uitvoeringsmodaliteiten als de NIF.

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 19 08 01 01 — Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 19 08 01 03 — Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 21 04 01 — Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

Het ENPI draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en daarmee samenhangende thematische prioriteiten door via een hefboomeffect aanvullende financiering voor de regio te genereren.

De overkoepelende doelstelling van de NIF is om aanvullende investeringen te mobiliseren ter ondersteuning van een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tussen de EU en de landen in de omgeving. In aansluiting op andere door de EU gefinancierde programma's kan de NIF duurzame, inclusieve groei stimuleren en bijdragen tot een gunstig investeringsklimaat in onze partnerlanden.

De NIF heeft drie strategische doelstellingen:

tot stand brengen van betere onderlinge verbindingen op het gebied van energie- en vervoersinfrastructuur tussen de EU en haar buurlanden en tussen de buurlanden onderling;

aanpakken van bedreigingen voor ons milieu, waaronder klimaatverandering;

bevorderen van slimme, duurzame en inclusieve groei, met name door steun voor kleine en middelgrote ondernemingen.

De NIF-operaties dienen nog steeds ter ondersteuning van de uitvoering van de ENB-actieplannen en richten zich op vijf kernsectoren: energie, milieu (met bijzondere aandacht voor beperking van en aanpassing aan klimaatverandering), vervoer, sociale ontwikkeling en de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De ENB-partnerlanden die rechtstreeks in aanmerking komen voor de NIF, zijn de nabuurschapslanden die met de EU een actieplan hebben ondertekend, behalve de landen die niet in aanmerking komen vanwege het niveau van hun ontwikkeling. Per geval wordt bekeken of landen die niet rechtstreeks in aanmerking komen NIF-steun kunnen krijgen gezien de regionale of nationale omstandigheden. Hierover wordt met eenparigheid van stemmen besloten door de lidstaten en de Commissie.

Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb. Zowel multilaterale als nationale Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering komen rechtstreeks in aanmerking voor financiering en zijn belangrijke belanghebbenden.

Belangrijkste technische kenmerken

In het kader van dit instrument kunnen risicokapitaal (investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen), risicodelingsinstrumenten, garanties, leningen, andere financiering in de vorm van investeringssubsidies, rentesubsidies en technische bijstand worden gebruikt.

Duur en gevolgen voor de begroting

De besluiten met betrekking tot dit instrumenten zijn geldig voor het meerjarig financieel kader 2007-2013 en kunnen eventueel worden verlengd overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor 2014-2020.

Voor besluiten uit 2012 moeten de contracten (voor beide regio's) uiterlijk op 6 juli 2015 zijn ondertekend. Dit is niet de vervaldatum voor de faciliteit, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de besluiten tot oprichting van de faciliteit. De duur van de individuele projecten wordt per geval bepaald en kent geen beperking.

Het bedrag van 777 420 334 EUR voor de beide subregio's is als volgt verdeeld:

 

Referentie CRIS

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag 2007-december 2013)

Begrotingsonderdeel

 

 

Zuidelijke nabuurschap

 

 

ENPI/2007/019548

158 000 000

19 08 01 01

 

ENPI/2011/023086

309 220 334

19 08 01 01

 

Totaal

467 220 334

 

 

 

Oostelijke nabuurschap

 

 

ENPI/2007/019549

137 000 000

19 08 01 03

 

ENPI/2011/023087

173 230 000

19 08 01 03

 

Totaal

310 200 000

 

 

Totaal oostelijk en zuidelijk nabuurschap

777 420 334

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Op 11 maart 2013 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2013) 1276 goedgekeurd voor een maximumbijdrage voor oostelijk en zuidelijk nabuurschap van 200 miljoen EUR, die in de tabel hierboven is verwerkt.

Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor de NIF bedraagt 770 420 334 EUR voor de NIF zuidelijk en oostelijk nabuurschap. Het beoogde hefboomeffect op basis van de periode 2008-2013 voor NIF wordt als volgt geraamd:

totale projectkosten (circa 20,8 miljard EUR) / NIF-bijdragen (circa753 miljoen EUR): 27,6

in aanmerking komende middelen van financieringsinstellingen (circa 9,6 miljard EUR) / NIF-bijdragen: 12,7

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

Het potentiële totale volume van in 2014 voor NIF te genereren betalingen wordt verwacht 104 070 000 EUR te bereiken.

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

Op basis van de eerste resultaten van de NIF heeft de Commissie voorgesteld om investeringsfaciliteiten op te zetten voor landen die vallen onder het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI), om te beginnen in Centraal-Azië, Azië en Latijns-Amerika. Voor Azië zijn twee faciliteiten opgezet: in 2010 de investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en in 2011 de Aziatische investeringsfaciliteit (AIF). Deze twee faciliteiten zijn gemodelleerd naar de NIF en zijn vergelijkbaar met de NIF wat betreft doelstellingen en toepassingsgebied zoals vastgesteld in het algemene kader voor de NIF dat werd vastgesteld in 2008 (zie de paragraaf over de NIF).

Eind 2013 zijn drie besluiten vastgesteld inzake de financiering van de IFCA uit de begrotingen van 2010, 2011, 2012 en 2013 en twee besluiten inzake de financiering van de AIF uit de begrotingen van 2011 en 2012 (gezamenlijk) en 2013.

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 19 10 02 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 19 10 01 01 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië (in begrotingsnomenclatuur 2013).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De hoofddoelstelling van de IFCA is het bevorderen van aanvullende investeringen en belangrijke infrastructuur, waarbij tijdens de eerste uitvoeringsperiode de nadruk vooral ligt op energie en milieu. Op basis van de ontwikkeling van de strategieën voor Centraal-Azië werd in een later stadium uitbreiding naar vervoer, het mkb en sociale infrastructuur overwogen.

De hoofddoelstelling van de AIF is het bevorderen van aanvullende investeringen en belangrijke infrastructuur, met bijzondere aandacht voor klimaatverandering en „groene” investeringen op het gebied van milieu en energie, alsmede het mkb en sociale infrastructuur. In een later stadium kan uitbreiding naar vervoer worden overwogen.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De eindbegunstigden van deze twee faciliteiten zijn de landen van de twee regio's. Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb.

Rechtstreekse begunstigden zijn financieringsinstellingen die aan de voorwaarden voldoen; zij zijn ook belangrijke belanghebbenden van deze faciliteiten.

Belangrijkste technische kenmerken

De volgende operaties kunnen worden gefinancierd:

cofinanciering van investeringen in publieke infrastructuurprojecten,

financiering van de kosten voor leninggaranties,

rentesubsidies,

technische bijstand,

risicokapitaaltransacties.

Mogelijke beheersvormen waren gecentraliseerd (direct en indirect), gezamenlijk en gedeeltelijk gedecentraliseerd beheer (deze vormen van begrotingsbeheer waren tot eind 2013 van kracht).

Duur en gevolgen voor de begroting

De IFCA en de AIF worden opgericht voor de duur van de rechtsgrondslag, dat wil zeggen tot en met 31 december 2013 en kunnen eventueel worden verlengd overeenkomstig het meerjarig financieel kader (2014-2020).

Voor besluiten uit 2013 moeten de contracten zijn ondertekend op uiterlijk 23 december 2016 voor het IFCA en op 31 december 2014 voor het AIF. Dit zijn niet de vervaldata van de faciliteiten, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de besluiten tot oprichting van de faciliteiten. De duur van de individuele projecten wordt per geval bepaald en kent geen beperking.

Het bedrag van 145 567 000 EUR voor de beide regio's is als volgt verdeeld:

 

Referentienummer besluit

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel

 

 

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA)

 

 

DCI-ASIE/2010/021-627

20 000 000

19 10 02

 

DCI-ASIE/2011/023-117

45 000 000

19 10 02

 

DCI-ASIE/2013/024-950

20 567 000

19 10 02

 

Totaal

85 567 000

 

 

 

Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

 

 

DCI-ASIE/2011/022-036

30 000 000

19 10 01 01

 

DCI-ASIE/2013/024-917

30 000 000

19 10 01 01

 

Totaal

60 000 000

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

IFCA

In 2013 is uit hoofde van het jaarlijkse actieplan (DCI-ASIE/2010/021-627) een extra betaling voor IFCA van 20,57 miljoen EUR uitgevoerd. Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor IFCA bedraagt 85 567 000 EUR. Het beoogde hefboomeffect op basis van de periode 2010-2013 voor IFCA wordt als volgt geraamd:

totale projectkosten (circa 425 miljoen EUR) / IFCA-bijdragen (circa 64 miljoen EUR): 6,64

in aanmerking komende middelen van financieringsinstellingen (circa 317 miljoen EUR) / IFCA-bijdragen: 4,9

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

Het potentiële totale volume van in 2014 voor IFCA te genereren betalingen zal 4 854 000 EUR bereiken.

AIF

In 2013 is uit hoofde van het jaarlijkse actieplan (DCI-ASIE/2010/024-917) een extra betaling voor AIF van 30 miljoen EUR uitgevoerd. Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor AIF bedraagt 60 miljoen EUR. Het beoogde hefboomeffect op basis van de periode 2011-2013 voor AIF wordt als volgt geraamd:

totale projectkosten (circa 889 miljoen EUR) / AIF-bijdragen (circa 64 miljoen EUR): 24,6

in aanmerking komende middelen van financieringsinstellingen (circa 358 miljoen EUR) / AIF-bijdragen: 9,9

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

Het potentiële totale volume van in 2014 voor AIF te genereren betalingen wordt verwacht 13 795 000 EUR te bereiken.

Investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika (LAIF)

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

De faciliteit is opgericht in 2009 bij Verordening (EG) nr. 1905/2006 voor 2009-2013, waarbij de bijdragen van de Commissie jaarlijks worden vastgesteld.

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 19 09 01 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Artikel 21 04 01 — Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De hoofddoelstelling van de LAIF is het bevorderen van aanvullende investeringen in infrastructuur op het gebied van vervoer, energie en milieu en het ondersteunen van sociale sectoren als gezondheidszorg en onderwijs, alsook de ontwikkeling van de particuliere sector in Latijns-Amerikaanse landen. De faciliteit ondersteunt ook de groei van kleine en middelgrote ondernemingen in deze regio door het beschikbaar stellen van diverse financiële instrumenten.

Sinds begin 2011 omvat de LAIF ook een onderdeel voor klimaatverandering ter ondersteuning van projecten waarmee partnerlanden de klimaatverandering kunnen aanpakken door middel van beperkings- en/of aanpassingsmaatregelen.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De eindbegunstigden zijn de Latijns-Amerikaanse landen die zijn vastgesteld in DCI-Verordening (EG) nr. 1905/2006 en die welke vastgesteld zijn in Verordening (EU) nr. 233/2014.

Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb voor de onderdelen die betrekking hebben op de ontwikkeling van de particuliere sector. In aanmerking komende financieringsinstellingen zijn de belanghebbenden van de operaties van dit financiële instrument.

Belangrijkste technische kenmerken

De volgende operaties kunnen worden gefinancierd:

cofinanciering van investeringen in publieke infrastructuurprojecten,

financiering van de kosten voor leninggaranties,

rentesubsidies,

technische bijstand,

risicokapitaaltransacties.

Mogelijke beheersvormen waren gecentraliseerd beheer (direct en indirect), gezamenlijk beheer en gedeeltelijk gedecentraliseerd beheer (deze vormen van begrotingsbeheer waren tot eind 2013 van kracht).

Duur en gevolgen voor de begroting

LAIF is bij DCI-Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot 31 december 2013 ingesteld en het geplande budget bedraagt 179,35 miljoen EUR. De faciliteit kan eventueel worden verlengd overeenkomstig het meerjarig financieel kader 2014-2020.

Voor besluiten van 2013 moeten de contracten uiterlijk op 31 december 2014 zijn ondertekend. Dit is niet de vervaldatum voor de faciliteit, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de besluiten tot oprichting van de faciliteit. De duur van de individuele projecten wordt per geval bepaald en kent geen beperking.

Referentienummer CRIS

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag 2007-april 2013)

Begrotingsonderdeel

DCI-ALA/2009/21734

129 850 000

19 09 01

DCI ENV

17 300 000

21 04 01

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In 2013 zijn voor LAIF drie extra betalingen (besluit extra betalingen 21734) van 49,5 miljoen EUR uitgevoerd. Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor LAIF bedraagt 179 350 000 EUR. Het beoogde hefboomeffect op basis van de periode 2010-2013 voor LAIF wordt als volgt geraamd:

totale projectkosten (circa 5,460 miljard EUR) / LAIF-bijdragen (circa190 miljoen EUR):28,8

in aanmerking komende middelen van financieringsinstellingen (circa 2,3 miljoen EUR) / LAIF-bijdragen: 11,9

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

Aanvullende faciliteiten

Euro-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP)

i)

Basishandeling

Eerdere basishandelingen waren de financiële en technische maatregelen in het kader van MEDA I en MEDA II (1996-2006).

De basis voor de huidige FEMIP is het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI, 2007-2013), waarvoor de juridische grondslag wordt gevormd door Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 19 08 01 01 — Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen (in begrotingsnomenclatuur 2013).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De doelstelling van de steun in het kader van de FEMIP is het verstrekken van kapitaal aan de particuliere sector in de mediterrane partnerlanden tegen voorwaarden die lokaal niet beschikbaar zijn.

Het risicokapitaal wordt direct of indirect geïnvesteerd ter versterking van de rol van i) de particuliere sector, dat wil zeggen het opstarten, de herstructurering of de groei van ondernemingen, ii) de lokale financiële sector door de ondersteuning van nieuwe instellingen of nieuwe activiteiten die ten goede komen aan de particuliere sector.

Er wordt technische bijstand gemobiliseerd ter versterking van de FEMIP-operaties in het Middellandse Zeegebied, waarbij de nadruk in het bijzonder ligt op de ontwikkeling van de particuliere sector.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De FEMIP heeft betrekking op de 9 landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied. De particuliere sector in het algemeen, en kleine en middelgrote ondernemingen en financiële intermediairs in het bijzonder, komen in aanmerking als begunstigden van deze faciliteit voor risicokapitaal. De begunstigden van de technische bijstand zijn particuliere ondernemingen, overheidsinstellingen en financiële intermediairs.

Belangrijkste technische kenmerken

Deze maatregel voor de financiering van risicokapitaal en technische bijstand wordt uitgevoerd onder indirect gecentraliseerd beheer met de Europese Investeringsbank.

De Europese Investeringsbank kan de volgende operaties uitvoeren:

risicokapitaaltransacties,

operaties voor technische bijstand.

Duur en gevolgen voor de begroting

De FEMIP is opgericht voor de duur van het meerjarig financieel kader 2007-2013. Er is een jaarlijks bedrag op de begroting vastgelegd van 32 miljoen EUR (begrotingsonderdeel 19 08 01 01); de totale financiële portefeuille voor 2007-2013 bedraagt dus 224 miljoen EUR.

De uiterste datum voor de uitvoering van de vastleggingen voor 2013 is 31 december 2029.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Er werd verwacht dat er voor de FEMIP-regeling 32 miljoen EUR beschikbaar zou zijn aan begrotingskredieten voor 2013.

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Geeref)

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

Het Geeref is goedgekeurd in de jaarlijkse actieplannen voor het vierjarige thematische programma voor milieu en duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen, waaronder energie (ENRTP) (2007-2010).

Juridische grondslag voor de ondersteunende faciliteit voor regionale fondsen (RFSF): voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2 (voorheen artikel 49, lid 6) van het Financieel Reglement.

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 21 04 01 — Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie (in begrotingsnomenclatuur 2013).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

Het Geeref is een innovatieve financieringsconstructie voor de bevordering van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. Het is gestructureerd als een paraplufonds, bedoeld om te investeren in — en daarmee bij te dragen tot de ontwikkeling van — regionale private-equityfondsen die zich vooral richten op kleine en middelgrote projecten voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

Beoogd wordt bij te dragen tot de uitbreiding van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en andere technologieën op het gebied van schone energie naar markten en dienstverlening in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën om de toegang tot koolstofarme, veilige en betaalbare energie te vergroten en de economische en sociale omstandigheden te verbeteren in gebieden met onvoldoende voorzieningen of kansarme bevolkingsgroepen, ter bevordering van de economische ontwikkeling, waarbij tegelijkertijd het milieu wordt beschermd.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

Het Geeref dient ter ondersteuning van regionale subfondsen voor Afrika ten zuiden van de Sahara, eilandstaten in het Caribische gebied en de Stille Oceaan, de landen die vallen onder het Europees nabuurschapsinstrument, inclusief Rusland, Latijns-Amerika en Azië (inclusief Centraal-Azië en het Midden-Oosten). Bijzondere aandacht wordt besteed aan de behoeften van de ACS-landen (Afrika, Caribisch gebied en Stille Oceaan).

Duur en gevolgen voor de begroting

De einddatum van de activiteiten in het kader van het Geeref is 13 december 2022, uitgaande van de datum van de laatste vastlegging.

 

Referentie besluiten

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel

 

DCI-ENV/2007/147331 plus addenda met CRIS-referentie 168 899 en 282 314

76 100 000

21 04 01

Daarnaast is 5 miljoen EUR toegewezen uit artikel 21 04 05 voor de oprichting van een geïntegreerde steunfaciliteit voor het Geeref.

In 2014 is het Geeref-fonds met 20 miljoen EUR aangevuld om in te brengen in het initiatief „Energie voor iedereen” dat uit het Europees Ontwikkelingsfonds wordt gefinancierd.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geplande budgettaire vastleggingen uit hoofde van de begroting 2015 voor het Geeref zijn nog niet bekend.

Financiële instrumenten voor de uitbreidingslanden

Westelijke Balkan

Garantiefaciliteit in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82), met name artikel 14, lid 3.

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 07 01 — Regionale en horizontale programma’s (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor deze garantiefaciliteit draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan.

De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van veelbelovende innovatieve ondernemingen. Met het instrument worden garanties verstrekt voor de leningportefeuilles van commerciële banken voor nieuwe leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen, waardoor deze gemakkelijker en goedkoper toegang krijgen tot financiering.

Nieuwe leningen kunnen worden gegarandeerd tot maximaal 70 % van het eerste verlies, met een maximumgarantie van 25 % van de totale leningportefeuille. Het exacte percentage van de garantie en het plafond wordt per geval bepaald.

De Commissie zal het instrument onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement (in het kader van een trust- en beheersovereenkomst). Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB), inclusief het Europese Investeringsfonds (EIF). De faciliteit wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

Het instrument ging van start in 2013 en geldt voor leningen met een looptijd tot uiterlijk 2023. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De beoogde financiële toewijzing voor het instrument bedraagt 21,9 miljoen EUR (waarvan 1,9 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als beheerder en 20 miljoen EUR het garantiekapitaal is) die werden vastgelegd en uitbetaald aan het EIF. Per 31 december 2013 wordt het bedrag op de balans van DG ELARG als kasequivalent (fiduciaire rekening) en nog niet als financieel instrument beschouwd, en verwacht werd dat de garanties uit hoofde van de faciliteit in de loop van 2014 zouden worden toegewezen. Dit bedrag zal als hefboom dienen voor een totale investering van meer dan 110 miljoen EUR, hetgeen hefboomfactor 5,5 impliceert.

De totale begrotingsvastlegging van 21,9 miljoen EUR van IPA I zal naar verwachting worden verhoogd in het kader van het programma met meerdere begunstigden IPA II, behoudens aanneming van de desbetreffende financieringsbesluiten.

Fonds voor bedrijfsuitbreiding (ENEF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82), met name artikel 14, lid 3.

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 07 01 — Regionale en horizontale programma’s (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor het ENEF draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan.

De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van veelbelovende innovatieve ondernemingen. Het instrument dient ter financiering van de ontwikkeling en uitbreiding van gevestigde kleine en middelgrote ondernemingen met veel groeipotentie op hun respectieve markt, door middel van deelnemingen in aandelenkapitaal. Hiervoor kunnen investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen worden gebruikt.

De Commissie zal het instrument onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement. Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB), inclusief het Europese Investeringsfonds (EIF). Het instrument wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

De eerste investeringen krachtens het instrument gaan vermoedelijk van start in de eerste helft van 2015. Na een investeringsperiode van maximaal 5 jaar wordt de portefeuille in een daaropvolgende periode van maximaal 5 jaar afgewikkeld (looptijd tot 2025). Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De beoogde financiële toewijzing voor het instrument bedraagt 11,0 miljoen EUR (waarvan 1,1 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als trustee voor de Commissie, 0,4 miljoen EUR een voorziening is voor technische bijstand en 9,5 miljoen EUR het eigen vermogen is). 10,4 miljoen EUR is in december 2012 uitbetaald aan het EIF in zijn hoedanigheid van trustee. Per 31 december 2013 wordt het bedrag op de balans van DG ELARG als kasequivalent (fiduciaire rekening) en nog niet als financieel instrument beschouwd en verwacht werd dat het instrument in 2014 van start zal gaan. Dit bedrag zal naar verwachting als hefboom dienen voor een totale investering in het fonds van 55 miljoen EUR, hetgeen een hefboomfactor 5 impliceert. In combinatie met de geplande mede-investeringen in de verhouding 1:1 door de EBRD uit hoofde van de faciliteit lokale ondernemingen kan de totale investering 110 miljoen EUR bereiken, hetgeen hefboomfactor 10 impliceert.

De totale begrotingsvastlegging van 11,0 miljoen EUR uit hoofde van IPA I zal, behoudens vaststelling van de desbetreffende financieringsbesluiten, naar verwachting worden verhoogd in het kader van het programma met meerdere begunstigden IPA II.

Fonds voor bedrijfsinnovatie (ENIF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82), met name artikel 14, lid 3.

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 07 01 — Regionale en horizontale programma’s (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor het ENIF draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan. De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van innovatieve ondernemingen, door middel van investeringen in eigen vermogen gedurende de aanloopfase. Het instrument is bedoeld voor de financiering van investeringen gedurende de aanloop-, ontwikkelings- en expansiefase van innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen. Hiervoor kunnen investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen worden gebruikt.

De Commissie zal het instrument onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement. Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB), inclusief het Europese Investeringsfonds (EIF). Het instrument wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

Het instrument zal vermoedelijk van start gaan in de eerste helft van 2015. Na een investeringsperiode van maximaal 5 jaar wordt de portefeuille in een daaropvolgende periode van maximaal 5 jaar afgewikkeld (looptijd tot 2023). Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De beoogde financiële toewijzing voor het instrument bedraagt 21,2 miljoen EUR (waarvan 0,9 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als trustee voor de Commissie, 6,2 miljoen EUR een voorziening is voor technische bijstand en 14,1 miljoen EUR het eigen vermogen is) die is vastgelegd en uitbetaald aan het EIF in zijn hoedanigheid van beheerder. Per 31 december 2013 wordt het bedrag op de balans van DG ELARG als kasequivalent (fiduciaire rekening) en nog niet als financieel instrument beschouwd en verwacht wordt dat het instrument in 2014 van start zal gaan. Dit bedrag zal als hefboom dienen voor een totale investering van ongeveer 40 miljoen EUR, hetgeen een hefboomfactor 2 impliceert.

De totale begrotingsvastlegging van 21,2 miljoen EUR uit hoofde van IPA I zal, behoudens vaststelling van de desbetreffende financieringsbesluiten, naar verwachting worden verhoogd in het kader van het programma met meerdere begunstigden IPA II.

Overige (gemengd)

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE)

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE), Bijstand van de Gemeenschap voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisering (CARDS) 2006/018-264, IPA 2007/019-344, IPA 2008/020-300 en IPA 2009/021-373.

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 07 01 — Regionale en horizontale programma’s (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het EFSE is een vorm van publiek-privaat partnerschap. Het doel is via de hefboomwerking van donormiddelen van de overheid kapitaal uit de particuliere sector aan te trekken om de ontwikkeling van de particuliere sector in de regio te stimuleren. Het EFSE verstrekt leningen aan commerciële banken en instellingen voor microfinanciering op de Westelijke Balkan, zodat zij deze doorlenen aan micro- en kleine ondernemingen en aan huishoudens. Het EFSE wordt beheerd door het Europese Investeringsfonds (EIF) en sorteert effect op drie niveaus:

ondersteunen van micro- en kleine ondernemingen als de ruggengraat van de lokale economie, en aldus bijdragen aan het genereren van inkomen en werkgelegenheid;

tegemoet komen aan de basisbehoefte van fatsoenlijke huisvesting;

versterken van de lokale financiële markten.

Looptijd tot 2015-2017 (een verlenging wordt bekeken).

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De financiële toewijzing van het instrument bedraagt 83,9 miljoen EUR (waarvan 25,5 miljoen EUR door DG ELARG uit hoofde van een contract voor gecentraliseerd indirect beheer direct gecontracteerd werd (EIB als trustee) en betaald werd, in 2006 financiële activa ter waarde van 47,0 miljoen EUR uit renouvellerende fondsen werden overgedragen en 11,4 miljoen EUR kasoverdrachten uit andere fondsen zijn). De financiële toewijzing van 83,9 miljoen EUR zal als hefboom dienen voor een totale investering van 588 miljoen EUR, hetgeen een hefboomfactor van 7,1 impliceert.

In 2014 werd geen vastlegging voor extra financiering van EFSE vastgesteld.

Green for Growth Fund (GGF)

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Crisispakket (IPA 2009/021-373).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 07 01 — Regionale en horizontale programma’s (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale investeringssteun (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het Green for Growth Fund (GGF) is een innovatief fonds dat in 2009 is gelanceerd door de Europese Investeringsbank (EIB) en de KfW Entwicklungsbank (KfW), met steun van de Europese Commissie. Het fonds verstrekt gerichte financiering voor projecten op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie om in de begunstigde landen de CO2-uitstoot en het energieverbruik terug te dringen.

Dit wordt bewerkstelligd door leningen aan bedrijven en huishoudens via financiële instellingen en door rechtstreekse financiering. De Commissie investeert in het GGF namens de begunstigden, ter ondersteuning van de stabilisatie van de financiële markten en de economie. Deze investeringen hebben betrekking op de eersteverliestranche, zodat de financiering toegankelijk blijft voor de publieke en de particuliere energiesector en landen in staat blijven om de 20/20/20-energiedoelstellingen van de EU te halen. De activiteiten van het GGF worden aangevuld met een faciliteit voor technische bijstand.

Onder voorbehoud van de programmering voor 2014-2020.

Het financiële instrument van de Unie voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Green for Growth Fund) draagt bij aan de doelstellingen van de indicatieve meerjarenplanning (MIPD) voor 2010-2013, namelijk om investeringen in energie-efficiëntie te ondersteunen als motor voor herstel van de economische crisis en voor duurzame economische groei.

De belangrijkste doelstelling is om in de vorm van een publiek-privaat partnerschap met een gelaagde risico-rendementstructuur bij te dragen tot meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in Zuidoost-Europa, voornamelijk door het verstrekken van gerichte financiering aan bedrijven en huishoudens, in partnerschap met financiële instellingen en rechtstreekse financiering.

Het instrument verstrekt financiering aan financiële instellingen (commerciële banken en niet-bancaire financiële instellingen, zoals leasemaatschappijen), die op hun beurt investeren in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie voor kleine en middelgrote ondernemingen en particuliere huishoudens, rechtstreekse financiering aan energieleveranciers, kleinschalige projecten voor hernieuwbare energie en ondernemingen en gemeentelijke entiteiten. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan en Turkije, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014.

In het kader van het instrument kan gebruik worden gemaakt van achtergestelde leningen en leningen van hogere rang op middellange en lange termijn, consortiumleningen, kredietbrieven, mezzanineschuldfinanciering, lokale obligaties en eigen vermogen.

De Commissie zal het instrument onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement. Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan een multilaterale instelling voor ontwikkelingsfinanciering, in casu het Europese Investeringsfonds (EIF).

Het instrument is van start gegaan in december 2009. Na een investeringsperiode van maximaal 6 jaar wordt de portefeuille gedurende een periode van maximaal 10 jaar afgewikkeld (maximale looptijd dus tot 2025).

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De financiële toewijzing van het instrument bedraagt 38,6 miljoen EUR die werd vastgelegd en uitbetaald (waarvan 5,0 miljoen EUR bestemd is voor technische bijstand, 19,6 miljoen EUR door DG ELARG rechtstreeks werd gecontracteerd en betaald uit hoofde van een contract voor gecentraliseerd indirect beheer en 14,0 miljoen EUR de bijdrage was die door KfW namens DG ELARG is geleverd).

Dit bedrag zal als hefboom dienen voor een totale investering van 200 miljoen EUR, hetgeen een hefboomfactor 5 impliceert.

In 2014 werd geen vastlegging voor extra financiering van GGF vastgesteld.

Steunkrediet voor het herstel van het mkb in Turkije

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Crisispakket (IPA 2009/021-373).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 07 01 — Regionale en horizontale programma’s (in begrotingsnomenclatuur 2013).

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale investeringssteun (in begrotingsnomenclatuur 2014).

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De algemene doelstelling van het instrument is het verzachten van de gevolgen van de crisis voor het midden- en kleinbedrijf en bijdragen tot de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid in Turkije. De belangrijkste doelstelling is de ondersteuning van het mkb met concrete productieve investeringen door toegang te bieden tot aantrekkelijke schuldfinanciering met een langere looptijd. De cofinanciering van leningen verloopt via lokale commerciële banken in Turkije (de financiële intermediairs) en heeft betrekking op in aanmerking komende investeringen door het mkb. In het kader van dit instrument verstrekt de Europese Investeringsbank (EIB) leningen uit eigen middelen, in combinatie met leningen uit de Uniebijdrage.

Individuele kleine en middelgrote ondernemingen komen in aanmerking voor financiering door een financiële intermediair via de middelen uit hoofde van het instrument (de sublening), voor een bedrag van minimaal 200 000 EUR en maximaal 5,0 miljoen EUR en een minimumlooptijd van 4 jaar.

De financiële vastlegging van de EU voor het instrument bedraagt 30,0 miljoen EUR (waarvan 370 000 EUR voor beheerskosten). Het instrument wordt uitgevoerd in gedeeld beheer met de EIB, die 120,0 miljoen EUR bijdraagt. De maatregel loopt af in december 2016. Het instrument zal waarschijnlijk pas in 2026 volledig afgewikkeld zijn.

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De EU-vastlegging 2009 van 30 miljoen EUR ondersteunde een volume van kredietverlening van 150 miljoen EUR aan de twee deelnemende Turkse banken, hetgeen een hefboomfactor 5 impliceert.

PUBLICATIEBUREAU

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 215 000

3 225 000

 

 

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

 

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

670 000

673 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

3 885 000

3 898 000

 

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 320 000

4 311 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 320 000

4 311 000

 

 

 

Titel 4 — Totaal

8 205 000

8 209 000

 

 

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 215 000

3 225 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

670 000

673 000

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

4 320 000

4 311 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de bijdragen van het personeel van het Bureau aan de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op hun salarissen wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

 

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

 

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

 

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

 

 

 

TOTAAL-GENERAAL

8 205 000

8 209 000

 

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

A2

PUBLICATIEBUREAU

A2 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

72 748 000

73 642 000

74 050 575,40

A2 02

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

7 091 000

7 091 000

16 680 988,15

A2 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A2 — Totaal

79 839 000

80 733 000

90 731 563,55

TITEL A2

PUBLICATIEBUREAU

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK A2 01

A2 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

54 361 000

54 431 000

54 725 000,—

100,67

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 413 000

2 748 000

3 010 000,—

124,74

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

600 000

700 000

520 950,—

86,83

 

Artikel A2 01 02 — Totaal

3 013 000

3 448 000

3 530 950,—

117,19

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 371 000

15 469 000

15 551 125,40

101,17

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

270 000

221 500,—

 

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

19 000

19 000,—

 

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 000

5 000

3 000,—

100,00

 

HOOFDSTUK A2 01 — TOTAAL

72 748 000

73 642 000

74 050 575,40

101,79

HOOFDSTUK A2 02

A2 02 01

Productie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 280 000

1 035 000

3 159 672,78

246,85

A2 02 02

Catalogisering en archivering

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 800 000

2 000 000

1 769 794,71

98,32

A2 02 03

Materiële distributie en promotie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 700 000

2 337 000

6 833 426,48

401,97

A2 02 04

Publieke websites

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 311 000

1 719 000

4 918 094,18

212,81

 

HOOFDSTUK A2 02 — TOTAAL

7 091 000

7 091 000

16 680 988,15

235,24

HOOFDSTUK A2 10

A2 10 01

Voorzieningen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A2 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel A2 — Totaal

79 839 000

80 733 000

90 731 563,55

113,64

HOOFDSTUK A2 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

HOOFDSTUK A2 02 —

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

HOOFDSTUK A2 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A2 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A2 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

54 361 000

54 431 000

54 725 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Publicatiebureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01
Extern personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 413 000

2 748 000

3 010 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden, en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Publicatiebureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

de prestaties ad hoc inzake tekstcorrectie, de uitgaven in verband met freelance en interim-personeel, alsmede de hiermee gepaard gaande administratieve uitgaven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

600 000

700 000

520 950,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Publicatiebureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

de uitgaven voor conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Publicatiebureau deelneemt of die het organiseert;

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel te verbeteren zodat het qua prestaties en efficiëntie in de specifieke behoeften van het Publicatiebureau kan voorzien;

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

de kosten van deelname aan externe opleidingen en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en de uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal;

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contract worden toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen voor zover het personeel waarover het Publicatiebureau beschikt, deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van reeds uitgevoerde studies;

de kosten voor de deelname van het Publicatiebureau aan de Bridge Forum Dialogue.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A2 01 03
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 371 000

15 469 000

15 551 125,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gebouwen van het Bureau en andere daarmee samenhangende uitgaven, waaronder:

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

de verzekeringspremies voor door het Publicatiebureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Publicatiebureau worden gebruikt;

de uitgaven voor onderhoud van de lokalen, de liften, enz. en de installaties voor centrale verwarming, airconditioning enz.; de uitgaven voor bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van producten voor onderhoud, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoersmiddelen;

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

de kosten voor werkuitrusting, met name:

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computerapparatuur, zoals computers, terminals, servers, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden enz.;

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Publicatiebureau;

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, internet, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Dit krediet dekt niet de uitgaven die verband houden met de industriële activiteiten van de drukkerij en het distributiecentrum.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 50
Personeelsbeleid en -beheer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

270 000

221 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven en schoolvervoer;

in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A2 01 51
Beleid en beheer van infrastructuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

19 000

19 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

de door het Publicatiebureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Publicatiebureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten, en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A2 01 60
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 000

5 000

3 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de abonnementskosten voor diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de abonnementskosten voor kranten en vakbladen, de aanschaf van publicaties en van technische werken die verband houden met de activiteiten van het Publicatiebureau;

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten of pers- en voorlichtingsbulletins.

HOOFDSTUK A2 02 —   SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

A2 02 01
Productie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 280 000

1 035 000

3 159 672,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor „productie”-activiteiten, met name:

de productie van publicaties in alle vormen (papier, elektronische media), inclusief copublicatie;

nieuwe oplagen van publicaties en correctie van fouten waarvoor het Publicatiebureau verantwoordelijk is;

de aankoop van of de huurkosten voor uitrusting en infrastructuur voor de reproductie van documenten in alle vormen, inclusief de kosten van papier en andere verbruiksgoederen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 02
Catalogisering en archivering

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 800 000

2 000 000

1 769 794,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Catalogisering en archivering”, met name:

catalogisering, waaronder de kosten van documentaire en deels van judiciële analyse, alsook van indexering, specificatie en redactie, en input en onderhoud;

de kosten van jaarabonnementen bij internationale organisaties op het gebied van catalogisering;

elektronische opslag;

langdurige bewaring van elektronische documenten en diensten in verband daarmee, digitalisering.

Rechtsgronden

Resolutie van de Raad van 26 november 1974 betreffende de automatisering van de juridische documentatie (PB C 20 van 28.1.1975, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 13 november 1991 over de herziening van de werking van het Celex-systeem (geautomatiseerde documentatie inzake het Gemeenschapsrecht) (PB C 308 van 28.11.1991, blz.2).

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 03
Materiële distributie en promotie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 700 000

2 337 000

6 833 426,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Materiële distributie en promotie”, met name:

opslagactiviteiten voor publicaties: opslag, registratie van inkomende/uitgaande publicaties enz.;

verpakking en adressering (machines, apparatuur, verbruiksartikelen, onderhoud enz.);

verzendkosten: frankeerkosten, vervoer, pendeldiensten enz.;

acquisitie en beheer van adressenlijsten: opstellen, invoeren/coderen, updaten enz.;

promotie en marketing: beurzen, catalogi, prospectussen, advertenties, marktonderzoek enz.;

voorlichting van en bijstand aan het publiek;

materieel voor bibliotheken: kaartsystemen, rekken, meubelen, cataloguskasten enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 04
Publieke websites

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 311 000

1 719 000

4 918 094,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor publiekewebsitesactiviteiten (voornamelijk publicatie van EU Bookshop, Who's Who websites en gedeeltelijk EUR-LEX-websites) en met name:

onderhoud en ontwikkeling van publieke websites;

helpdesk voor de gebruikers van de websites.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

HOOFDSTUK A2 10 —   RESERVES

A2 10 01
Voorzieningen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen gebruikt worden nadat die overgeheveld zijn naar een andere begrotingspost in overeenstemming met het financieel reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 10 02
Reserve voor onvoorziene omstandigheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 069 000

2 981 000

 

 

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

627 000

615 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

3 696 000

3 596 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

3 232 000

3 148 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

3 232 000

3 148 000

 

 

 

Titel 4 — Totaal

6 928 000

6 744 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 069 000

2 981 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

627 000

615 000

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 232 000

3 148 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

6 928 000

6 744 000

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

A3 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

55 596 000

55 346 000

55 119 180,57

A3 02

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

1 950 000

1 650 000

2 327 971,33

A3 03

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

200 000

200 000

200 000,—

A3 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A3 — Totaal

57 746 000

57 196 000

57 647 151,90

TITEL A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK A3 01

A3 01 01

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

39 032 000

38 507 000

36 253 440,25

92,88

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 625 000

2 612 000

2 838 712,68

108,14

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 289 000

2 689 000

2 221 878,69

97,07

 

Artikel A3 01 02 — Totaal

4 914 000

5 301 000

5 060 591,37

102,98

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

11 632 000

11 520 000

13 790 643,84

118,56

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

0,—

0

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

14 505,11

96,70

 

HOOFDSTUK A3 01 — TOTAAL

55 596 000

55 346 000

55 119 180,57

99,14

HOOFDSTUK A3 02

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 700 000

1 400 000

1 945 451,98

114,44

A3 02 02

Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

47 831,22

95,66

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

334 688,13

167,34

 

HOOFDSTUK A3 02 — TOTAAL

1 950 000

1 650 000

2 327 971,33

119,38

HOOFDSTUK A3 03

A3 03 01

Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

200 000,—

100,00

 

HOOFDSTUK A3 03 — TOTAAL

200 000

200 000

200 000,—

100,00

HOOFDSTUK A3 10

A3 10 01

Voorzieningen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A3 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel A3 — Totaal

57 746 000

57 196 000

57 647 151,90

99,83

HOOFDSTUK A3 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

HOOFDSTUK A3 02 —

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

HOOFDSTUK A3 03 —

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

HOOFDSTUK A3 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A3 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A3 01 01
Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

39 032 000

38 507 000

36 253 440,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden van de personeelsformatie, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen;

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 01 02
Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01
Extern personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 625 000

2 612 000

2 838 712,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten met de externe personeelsleden en het inschakelen van uitzendkrachten;

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten;

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

A3 01 02 11
Andere beheersuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 289 000

2 689 000

2 221 878,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd;

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus, voor zover het niet gaat om vergaderingen in het kader van fraudeonderzoeken of fraudebestrijdingsmaatregelen (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

diverse kosten van conferenties, congressen en bijeenkomsten waaraan het Bureau deelneemt of die door het Bureau worden georganiseerd;

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A3 01 03
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 632 000

11 520 000

13 790 643,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau, met name:

de kosten van de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en koopoptieheffingen die verband houden met de gebouwen of gedeelten van gebouwen waarin het Bureau is gevestigd, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, evenals de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten van technische en financiële expertises vóór de aankoop of de bouw van gebouwen;

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel:

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

de aanschaf van dienstkleding voor bodes en chauffeurs;

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en de kosten van de interne post;

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

andere huishoudelijke uitgaven die hier niet expliciet zijn voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 01 50
Personeelsbeleid en -beheer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 000

3 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten in Brussel en de initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten in het Bureau;

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven van de kinderdagverblijven en het schoolbusvervoer en in het kader van het gehandicaptenbeleid ten behoeve van:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A3 01 51
Beleid en beheer van infrastructuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's.

A3 01 60
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

15 000

14 505,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A3 02 —   FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

A3 02 01
Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 700 000

1 400 000

1 945 451,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met fraudebestrijdingsmaatregelen die niet voortvloeien uit de administratieve werking van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

Het is met name bedoeld voor :

het ontwerpen, ontwikkelen, verbeteren en beheren van gegevensuitwisselingssystemen en van gemeenschappelijke voorzieningen, rekening houdend met de eisen inzake vertrouwelijkheid en beveiliging;

het opsporen, het verzamelen, het bestuderen en het gebruiken van alle informatie die van nut is voor het opsporen en vervolgen van fraude (bijvoorbeeld met behulp van databanken), en het rapporteren hierover aan de nationale onderzoeksdiensten;

het ondersteunen van de inspanningen van de lidstaten, met name bij grensoverschrijdende fraudegevallen, waar op Unieniveau moet worden opgetreden;

de financiering van de maatregelen ter verhoging van de doeltreffendheid van preventieve maatregelen, controles en onderzoeken;

de verbetering van de samenwerking met de nationale instanties, met name bij de bestrijding van sigarettensmokkel;

het organiseren van en deelnemen aan controles ter plaatse;

de financiering van reis- en verblijfkosten van nationale onderzoekers en magistraten die zich in verband met controles, coördinatievergaderingen en andere gelegenheden die in het kader van een onderzoek nodig zijn, buiten hun eigen lidstaat moeten begeven;

de financiering van reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door het Bureau worden uitgenodigd in het kader van een onderzoek of om een gericht deskundig advies te geven;

de financiering van de kosten van conferenties, congressen en vergaderingen die het Europees Bureau voor fraudebestrijding in het kader van de fraudebestrijding organiseert.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (PB L 388 van 30.12.1989, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

Referentiebesluiten

Artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

A3 02 02
Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

50 000

47 831,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor initiatieven en specifieke maatregelen om de euro te beschermen tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

A3 02 03
Voorlichting en communicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

200 000

334 688,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Bureau voor voorlichting en communicatie.

De externe voorlichtings- en communicatiestrategie is van wezenlijk belang voor de werkzaamheden van het Bureau. Het Bureau is opgericht als onafhankelijk onderzoeksorgaan en moet daarom een eigen communicatiestrategie voeren. De werkzaamheden van het Bureau zijn vaak te technisch van aard om begrijpelijk te zijn voor het grote publiek. Het moet zijn gesprekspartners en het publiek in het algemeen informeren over zijn rol en zijn taken. Het is immers van het grootste belang dat het publiek een goed inzicht heeft in wat het Bureau doet.

Als dienst van de Commissie moet het Bureau ook rekening houden met het democratische tekort tussen de instellingen van de Unie en de Europese burgers. De Commissie, die zich bewust is van dit tekort, heeft een actieplan op dit gebied ontwikkeld.

De communicatiestrategie die het Bureau heeft ontwikkeld en die het blijft voeren, moet getuigen van zijn onafhankelijkheid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

HOOFDSTUK A3 03 —   UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

A3 03 01
Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

200 000

200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die voortvloeien uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht, zoals:

de vergoedingen die aan de leden van het Comité van toezicht worden toegekend voor de tijd die zij aan de uitoefening van hun taken besteden, alsmede de kosten van dienstreizen, verplaatsingen en andere bijkomende kosten;

de representatiekosten die in naam van het Comité van toezicht worden gemaakt door de leden van het comité;

alle huishoudelijke uitgaven zoals de aanschaf van uitrusting, papier en kantoorbenodigdheden, communicatie- en telecommunicatiekosten (porto, telefoon-, telex- en telegramkosten), kosten van documentatie en bibliotheek, de aankoop van boeken en abonnementen op informatiebronnen, inschrijvingskosten voor conferenties enz.;

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door de leden van het Comité van toezicht worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur (in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus);

de kosten van gespecialiseerde studies en deskundig advies door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de leden van het Comité van toezicht niet over het nodige personeel van het Europees Bureau voor fraudebestrijding kunnen beschikken om deze rechtstreeks uit te voeren.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1), met name artikel 11.

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8), met name artikel 11.

HOOFDSTUK A3 10 —   RESERVES

A3 10 01
Voorzieningen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die zijn overgeheveld naar andere hoofdstukken in overéénstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 10 02
Reserve voor onvoorziene omstandigheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

604 000

650 000

 

 

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

124 000

134 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

728 000

784 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

878 000

945 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

878 000

945 000

 

 

 

Titel 4 — Totaal

1 606 000

1 729 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

604 000

650 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 20, lid 3, in de versie die van kracht was tot 30 april 2004.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

124 000

134 000

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 20, lid 3.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

878 000

945 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle bijdragen in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks worden ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

1 606 000

1 729 000

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

A4 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

16 747 000

17 410 000

17 247 928,59

A4 02

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

6 814 000

7 060 000

8 256 932,45

A4 03

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

3 087 000

3 413 000

3 250 056,51

A4 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A4 — Totaal

26 648 000

27 883 000

28 754 917,55

TITEL A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK A4 01

A4 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

9 458 000

10 166 000

8 898 077,21

94,08

A4 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 490 000

1 576 000

1 444 384,46

96,94

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

666 000

672 000

821 475,69

123,34

 

Artikel A4 01 02 — Totaal

2 156 000

2 248 000

2 265 860,15

105,10

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 128 000

4 991 000

6 050 154,23

117,98

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

30 000,—

 

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 000

5 000

3 837,—

76,74

 

HOOFDSTUK A4 01 — TOTAAL

16 747 000

17 410 000

17 247 928,59

102,99

HOOFDSTUK A4 02

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 800 000

6 996 000

8 212 982,45

120,78

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

50 000

29 950,—

 

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

14 000

14 000

14 000,—

100,00

 

Artikel A4 02 01 — Totaal

6 814 000

7 060 000

8 256 932,45

121,18

 

HOOFDSTUK A4 02 — TOTAAL

6 814 000

7 060 000

8 256 932,45

121,18

HOOFDSTUK A4 03

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EUSA)

A4 03 01 01

Managementopleiding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 400 000

1 433 000

1 410 610,93

100,76

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 000 000

1 045 000

1 260 245,58

126,02

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

687 000

935 000

579 200,—

84,31

 

Artikel A4 03 01 — Totaal

3 087 000

3 413 000

3 250 056,51

105,28

 

HOOFDSTUK A4 03 — TOTAAL

3 087 000

3 413 000

3 250 056,51

105,28

HOOFDSTUK A4 10

A4 10 01

Voorzieningen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A4 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel A4 — Totaal

26 648 000

27 883 000

28 754 917,55

107,91

HOOFDSTUK A4 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

HOOFDSTUK A4 02 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

HOOFDSTUK A4 03 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

HOOFDSTUK A4 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A4 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A4 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 458 000

10 166 000

8 898 077,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat deel uitmaakt van de personeelsformatie, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de categorie AST en de plaatselijke functionarissen, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

de tijdelijke dagvergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of verandering van standplaats van woonplaats moeten veranderen;

de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling, en de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 02
Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01
Extern personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 490 000

1 576 000

1 444 384,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

de uitgaven voor de diensten van freelance vertalers en linguïsten of voor typewerk en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst worden uitbesteed.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

666 000

672 000

821 475,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal;

de sociale bijdragen en de reis- en verblijfkostenvergoedingen van de freelance tolken en andere niet-vaste tolken die door het directoraat-generaal Tolken worden opgeroepen voor vergaderingen van het Bureau, waarvoor de benodigde diensten niet kunnen worden geleverd door de tolken die als ambtenaar of als tijdelijk of hulpfunctionaris bij de Commissie werkzaam zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A4 01 03
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 128 000

4 991 000

6 050 154,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau en daarmee samenhangende uitgaven, namelijk:

de huur en de erfpacht van de gebouwen of gedeelten van de in gebruik zijnde gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, garages en parkeerplaatsen;

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel, met name:

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (hokjes, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling enz.);

uitrusting voor kantines en restaurants;

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

alsook de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

de specifieke uitrusting van cafetaria's en restaurants;

de huur van meubilair;

de kosten van onderhoud en herstel van meubilair;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen, en met name:

de aankoop van vervoermiddelen;

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.);

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten.

Dit krediet dient ook ter dekking van andere beleidsuitgaven die hierboven niet speciaal zijn voorzien, zoals inschrijvingskosten voor conferenties (met uitzondering van opleidingskosten), kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties, kosten van abonnementen op telefoongidsen.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 50
Personeelsbeleid en -beheer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de geldelijke steun die wordt toegekend aan een ambtenaar, een gewezen ambtenaar of aan rechtverkrijgenden van een overleden ambtenaar die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven voor de kinderdagverblijven en bewaarplaatsen, en aan het schoolbusvervoer;

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

A4 01 51
Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

30 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A4 01 60
Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 000

5 000

3 837,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van het Bureau als onderdeel van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A4 02 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

A4 02 01
Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

Toelichting

Het Bureau heeft in het kader van het EPSO-ontwikkelingsprogramma zijn selectiemethoden gemoderniseerd om op een meer kosteneffectieve en doeltreffende manier aan de huidige en toekomstige behoeften van de instellingen te voldoen, door middel van:

een betere planning van de vergelijkende onderzoeken om op het juiste moment de meest geschikte medewerkers te selecteren en een de reservelijsten optimaal te gebruiken;

kortere selectieprocedures;

een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de selectieprocedure door kandidaten te kiezen op basis van de vereiste functiecompetenties en instellingen de beschikking te geven over de beste medewerkers die hun hele loopbaan lang blijven, en een professionalisering van het werk van de selectiecomités;

een positief, modern imago voor de instellingen, als werkgever die op een steeds concurrerender wordende arbeidsmarkt de beste krachten kan aantrekken;

alle mogelijke voorzieningen om kandidaten met een beperking in staat te stellen deel te nemen.

A4 02 01 01
Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 800 000

6 996 000

8 212 982,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de procedures voor het organiseren van verschillende vergelijkende onderzoeken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, en bijlage III.

A4 02 01 02
Beperkte studies, enquêtes en adviezen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

50 000

29 950,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, en voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

A4 02 01 03
Diverse kosten van interne vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 000

14 000

14 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt met name tijdens vergaderingen van de jury van vergelijkende onderzoeken en vertalers.

HOOFDSTUK A4 03 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

A4 03 01
Europese Bestuursschool (EUSA)

Toelichting

Dit krediet dekt de uitgaven voor de algemene opleiding die wordt verstrekt door de Europese Bestuursschool met als doel de vergroting van het bekwaamheidsniveau van de personeelsleden en van de prestaties en de efficiëntie van de deelnemende instellingen:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

kosten voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

kosten voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de Bestuursschool georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

kosten voor het tot stand brengen van een netwerk, op Europees niveau, tussen de EUSA en de nationale scholen voor bestuurskunde en universitaire instituten die actief zijn op dit terrein, met als doel uitwisseling van ervaringen, overbrenging van beproefde praktijken en samenwerking bij de ontwikkeling van de na- en bijscholing van het personeel van de Europese overheidsdienst;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Besluit 2005/119/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 betreffende de organisatie en de werking van de Europese Bestuursschool (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 17).

A4 03 01 01
Managementopleiding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 400 000

1 433 000

1 410 610,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren en ander personeel op het gebied van managementtechnieken (kwaliteits- en personeelsmanagement, strategie).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

A4 03 01 02
Opleiding bij indiensttreding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000 000

1 045 000

1 260 245,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van nieuwe ambtenaren en ander nieuw personeel op het gebied van de werkomstandigheden bij de instellingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.

A4 03 01 03
Opleiding voor het behalen van een certificaat

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

687 000

935 000

579 200,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren om hen voor te bereiden op het behalen van een certificaat op grond waarvan hun bekwaamheid blijkt voor het vervullen van de functie van administrateur, met het oog op een eventuele overgang naar de hogere functiegroep.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 16 000 EUR.

HOOFDSTUK A4 10 —   RESERVES

A4 10 01
Voorzieningen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die overgeheveld zijn naar andere hoofdstukken in overeenstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 10 02
Reserves voor onvoorziene omstandigheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

1 084 000

1 132 000

 

 

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

238 000

238 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

1 322 000

1 370 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

2 366 000

2 497 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

2 366 000

2 497 000

 

 

 

Titel 4 — Totaal

3 688 000

3 867 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

1 084 000

1 132 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

238 000

238 000

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

2 366 000

2 497 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

3 688 000

3 867 000

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

A5 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

37 025 000

36 260 000

42 594 613,10

A5 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A5 — Totaal

37 025 000

36 260 000

42 594 613,10

TITEL A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK A5 01

A5 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

16 242 000

16 058 000

14 777 504,11

90,98

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 039 000

9 896 000

16 045 643,74

159,83

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

214 000

214 000

188 439,07

88,06

 

Artikel A5 01 02 — Totaal

10 253 000

10 110 000

16 234 082,81

158,33

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 530 000

10 092 000

11 583 026,18

110,00

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A5 01 — TOTAAL

37 025 000

36 260 000

42 594 613,10

115,04

HOOFDSTUK A5 10

A5 10 01

Voorzieningen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A5 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel A5 — Totaal

37 025 000

36 260 000

42 594 613,10

115,04

HOOFDSTUK A5 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

HOOFDSTUK A5 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A5 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A5 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

16 242 000

16 058 000

14 777 504,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01
Extern personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 039 000

9 896 000

16 045 643,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

214 000

214 000

188 439,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt of die het Bureau moet organiseren;

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies op contractbasis door deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, inclusief de verwerving van reeds bestaande studies;

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A5 01 03
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 530 000

10 092 000

11 583 026,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

de huur en de erfpacht van gebouwen, diverse belastingen en de uitoefening van aankoopopties op in gebruik zijnde gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

de uitgaven voor de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende Unievestigingen;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 695 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 50
Personeelsbeleid en -beheer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A5 01 51
Beleid en beheer van infrastructuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A5 01 60
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A5 10 —   RESERVES

A5 10 01
Voorzieningen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 10 02
Reserve voor onvoorziene omstandigheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

2 403 000

2 313 000

 

 

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

437 000

433 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

2 840 000

2 746 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 759 000

4 544 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 759 000

4 544 000

 

 

 

Titel 4 — Totaal

7 599 000

7 290 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

2 403 000

2 313 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

437 000

433 000

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

4 759 000

4 544 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Referentiebesluiten

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

7 599 000

7 290 000

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

A6 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

68 528 000

68 833 000

73 874 607,81

A6 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A6 — Totaal

68 528 000

68 833 000

73 874 607,81

TITEL A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK A6 01

A6 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

32 225 000

33 176 000

30 702 041,44

95,27

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

23 463 000

22 880 000

29 274 550,11

124,77

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

435 000

430 000

432 260,79

99,37

 

Artikel A6 01 02 — Totaal

23 898 000

23 310 000

29 706 810,90

124,31

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

12 405 000

12 347 000

13 465 755,47

108,55

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A6 01 — TOTAAL

68 528 000

68 833 000

73 874 607,81

107,80

HOOFDSTUK A6 10

A6 10 01

Voorzieningen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A6 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel A6 — Totaal

68 528 000

68 833 000

73 874 607,81

107,80

HOOFDSTUK A6 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

HOOFDSTUK A6 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A6 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A6 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

32 225 000

33 176 000

30 702 041,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01
Extern personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

23 463 000

22 880 000

29 274 550,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen, enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

435 000

430 000

432 260,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voorzover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A6 01 03
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 405 000

12 347 000

13 465 755,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

de huur en de erfpacht alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagruimten, garages en parkeerplaatsen;

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de herstellingen, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

diverse verzekeringen;

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

andere administratieve kosten die hier niet uitdrukkelijk worden genoemd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 510 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 50
Personeelsbeleid en -beheer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A6 01 51
Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A6 01 60
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), de realisatie van het maandblad „Commission en Direct”, abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire stukken, statistieken van de buitenlandse handel, verschillende bulletins en andere gespecialiseerde publicaties, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A6 10 —   RESERVES

A6 10 01
Voorzieningen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 10 02
Reserve voor onvoorziene omstandigheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

838 000

850 000

 

 

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

152 000

147 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

990 000

997 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

1 465 000

1 424 000

 

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

1 465 000

1 424 000

 

 

 

Titel 4 — Totaal

2 455 000

2 421 000

0,—

 

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

838 000

850 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

152 000

147 000

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

1 465 000

1 424 000

 

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

2 455 000

2 421 000

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

A7 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

24 083 000

24 526 000

23 081 379,93

A7 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel A7 — Totaal

24 083 000

24 526 000

23 081 379,93

TITEL A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK A7 01

A7 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

12 326 000

12 341 000

10 871 438,38

88,20

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

7 095 000

6 562 000

6 308 591,40

88,92

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

290 000

300 000

276 851,39

95,47

 

Artikel A7 01 02 — Totaal

7 385 000

6 862 000

6 585 442,79

89,17

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 372 000

5 323 000

5 624 498,76

128,65

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A7 01 — TOTAAL

24 083 000

24 526 000

23 081 379,93

95,84

HOOFDSTUK A7 10

A7 10 01

Voorzieningen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK A7 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel A7 — Totaal

24 083 000

24 526 000

23 081 379,93

95,84

HOOFDSTUK A7 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

HOOFDSTUK A7 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A7 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A7 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 326 000

12 341 000

10 871 438,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01
Extern personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 095 000

6 562 000

6 308 591,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van deze personeelsleden van toepassing zijn;

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen, enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, aanvullende diensten en voor dienstverlening van intellectuele aard;

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 080 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 02 11
Overige beheersuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

290 000

300 000

276 851,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contracten zijn toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) voor zover het personeel waarover het Bureau beschikt deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van bestaande studies;

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A7 01 03
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 372 000

5 323 000

5 624 498,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties, opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, opleidingen en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 50
Personeelsbeleid en -beheer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven van het Bureau voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven;

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A7 01 51
Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A7 01 60
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A7 10 —   RESERVES

A7 10 01
Voorzieningen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 10 02
Reserve voor onvoorziene omstandigheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Commissie

Administratie

Functiegroep en rang (70)  (71)

Administratie

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

24

 

24

 

AD 15

190

22

190

22

AD 14

583

31

615

31

AD 13

1 925

 

2 095

 

AD 12

1 130

44

992

44

AD 11

743

62

655

62

AD 10

931

21

907

21

AD 9

990

9

861

9

AD 8

1 261

26

1 121

16

AD 7

1 526

20

1 253

10

AD 6

1 174

10

1 321

 

AD 5

901

6

1 460

6

Totaal AD

11 378

251

11 494

221

AST 11

193

 

185

 

AST 10

171

10

194

10

AST 9

567

 

577

 

AST 8

616

12

608

12

AST 7

1 116

18

1 091

18

AST 6

699

19

645

19

AST 5

1 015

16

1 032

42

AST 4

907

 

920

20

AST 3

924

 

1 027

9

AST 2

403

13

473

13

AST 1

291

 

511

 

Totaal AST

6 902

88

7 263

143

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

45

55

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

70

 

 

 

AST/SC 1

250

 

100

 

AST/SC totaal

365

55

100

 

Algemeen totaal

18 645

394

18 857

364

Totaal personeelsformatie

19 039

19 221

Onderzoek en innovatie — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

Functiegroep en rang

Onderzoek en technologische ontwikkelingen — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

2

 

2

 

AD 15

10

 

10

 

AD 14

76

 

76

 

AD 13

225

 

240

 

AD 12

174

 

167

 

AD 11

44

 

44

 

AD 10

47

 

50

 

AD 9

70

 

65

 

AD 8

79

 

73

 

AD 7

76

 

76

 

AD 6

74

 

79

 

AD 5

15

 

23

 

Totaal AD

892

 

905

 

AST 11

49

 

50

 

AST 10

66

 

66

 

AST 9

153

 

143

 

AST 8

92

 

97

 

AST 7

115

 

120

 

AST 6

91

 

98

 

AST 5

122

 

122

 

AST 4

114

 

109

 

AST 3

95

 

98

 

AST 2

45

 

50

 

AST 1

5

 

20

 

Totaal AST

947

 

973

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

10

 

 

 

AST/SC totaal

10

 

 

 

Algemeen totaal

1 849

 

1 878

 

Totaal personeelsformatie

1 849

1 878

Onderzoek en ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract

Functiegroep en rang

Onderzoek en ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

19

 

19

 

AD 14

87

 

91

 

AD 13

276

 

289

 

AD 12

120

 

125

 

AD 11

54

 

51

 

AD 10

57

 

59

 

AD 9

100

 

79

 

AD 8

90

 

88

 

AD 7

90

 

73

 

AD 6

87

 

105

 

AD 5

71

 

110

 

Totaal AD

1 052

 

1 090

 

AST 11

17

 

17

 

AST 10

11

 

13

 

AST 9

45

 

32

 

AST 8

48

 

67

 

AST 7

71

 

76

 

AST 6

95

 

75

 

AST 5

105

 

111

 

AST 4

91

 

100

 

AST 3

85

 

113

 

AST 2

35

 

37

 

AST 1

50

 

68

 

Totaal AST

653

 

709

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

16

 

 

 

AST/SC totaal

16

 

 

 

Algemeen totaal

1 721

 

1 799

 

Totaal personeelsformatie  (72)

1 721

1 799

Bureaus

Publicatiebureau (OP)

Functiegroep en rang

Publicatiebureau (OP)

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

3

 

3

 

AD 14

8

 

8

 

AD 13

10

 

10

 

AD 12

15

 

15

 

AD 11

11

 

11

 

AD 10

9

 

9

 

AD 9

18

 

13

 

AD 8

13

 

13

 

AD 7

13

 

13

 

AD 6

11

 

11

 

AD 5

16

 

14

 

Totaal AD

128

 

121

 

AST 11

21

 

21

 

AST 10

23

 

23

 

AST 9

51

 

51

 

AST 8

41

 

41

 

AST 7

42

 

43

 

AST 6

67

 

79

 

AST 5

121

 

114

 

AST 4

81

 

89

 

AST 3

50

 

57

 

AST 2

3

 

16

 

AST 1

 

 

 

 

Totaal AST

500

 

534

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

5

 

 

 

AST/SC totaal

5

 

 

 

Algemeen totaal

633

 

655

 

Totaal personeelsformatie

633

655

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

2

1

2

1

AD 14

8

 

7

 

AD 13

19

3

20

 

AD 12

20

14

19

18

AD 11

19

 

18

 

AD 10

21

1

22

1

AD 9

17

15

15

16

AD 8

17

 

17

1

AD 7

13

 

14

 

AD 6

15

 

13

 

AD 5

18

 

17

 

Totaal AD

170

34

165

37

AST 11

5

8

5

5

AST 10

9

6

8

10

AST 9

16

2

15

3

AST 8

14

12

12

14

AST 7

13

 

13

1

AST 6

10

 

12

1

AST 5

19

 

18

 

AST 4

23

 

23

 

AST 3

19

 

23

 

AST 2

9

 

12

 

AST 1

 

 

4

 

Totaal AST

137

28

145

34

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

8

 

 

 

AST/SC totaal

8

 

 

 

Algemeen totaal

315

62

310

71

Totaal personeelsformatie

377

381

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

AD 14

1

 

1

 

AD 13

6

1

5

1

AD 12

3

 

5

 

AD 11

4

 

3

 

AD 10

3

 

2

 

AD 9

3

 

2

 

AD 8

3

 

3

1

AD 7

1

 

3

 

AD 6

1

 

 

 

AD 5

2

 

4

 

Totaal AD

27

2

28

3

AST 11

4

 

3

 

AST 10

3

 

3

 

AST 9

7

 

7

 

AST 8

6

 

7

 

AST 7

7

 

9

 

AST 6

13

 

14

 

AST 5

15

 

16

 

AST 4

7

 

9

 

AST 3

10

 

12

 

AST 2

7

 

7

 

AST 1

4

 

6

 

Totaal AST

83

 

93

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

Totaal AST/SC

 

 

 

 

Totaal-generaal

110

2

121

3

Totaal personeel  (73)

112

124

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

Functiegroep en rang

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

 

 

 

 

AD 15

1

 

1

 

AD 14

3

 

4

 

AD 13

11

 

10

 

AD 12

5

 

4

 

AD 11

1

 

1

 

AD 10

2

 

2

 

AD 9

3

 

4

 

AD 8

3

 

3

 

AD 7

2

 

2

 

AD 6

2

 

2

 

AD 5

1

 

 

 

Totaal AD

34

 

33

 

AST 11

7

 

6

 

AST 10

10

 

9

 

AST 9

12

 

14

 

AST 8

18

 

18

 

AST 7

41

 

35

 

AST 6

29

 

30

 

AST 5

23

 

22

 

AST 4

5

 

7

 

AST 3

 

 

5

 

AST 2

 

 

1

 

AST 1

 

 

 

 

Totaal AST

145

 

147

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

Algemeen totaal

179

 

180

 

Totaal personeelsformatie

179

180

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

 

 

 

 

AD 15

1

 

1

 

AD 14

8

 

8

 

AD 13

14

 

14

 

AD 12

7

 

8

 

AD 11

4

 

3

 

AD 10

6

 

4

 

AD 9

10

 

8

 

AD 8

7

 

5

 

AD 7

3

 

2

 

AD 6

9

 

12

 

AD 5

12

 

16

 

Totaal AD

81

 

81

 

AST 11

8

 

8

 

AST 10

8

 

8

 

AST 9

14

 

15

 

AST 8

19

 

21

 

AST 7

48

 

49

 

AST 6

45

 

47

 

AST 5

78

 

84

 

AST 4

53

 

59

 

AST 3

24

 

28

 

AST 2

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

Totaal AST

297

 

319

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

Algemeen totaal

378

 

400

 

Totaal personeelsformatie

378

400

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

 

 

 

 

AD 15

1

 

1

 

AD 14

3

 

3

 

AD 13

5

 

4

 

AD 12

2

 

3

 

AD 11

2

 

2

 

AD 10

2

 

2

 

AD 9

4

 

2

 

AD 8

4

 

6

 

AD 7

2

 

2

 

AD 6

3

 

3

 

AD 5

2

 

2

 

Totaal AD

30

 

30

 

AST 11

2

 

2

 

AST 10

2

 

2

 

AST 9

6

 

7

 

AST 8

7

 

8

 

AST 7

14

 

14

 

AST 6

18

 

16

 

AST 5

25

 

26

 

AST 4

19

 

23

 

AST 3

12

 

10

 

AST 2

1

 

1

 

AST 1

 

 

4

 

Totaal AST

106

 

113

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

4

 

 

 

AST/SC totaal

4

 

 

 

Algemeen totaal

140

 

143

 

Totaal personeelsformatie

140

143

Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

Gedecentraliseerde agentschappen

Gedecentraliseerde agentschappen — Ondernemingen en industrie

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

4

 

1

 

3

AD 13

 

15

 

6

 

14

AD 12

 

25

 

16

 

25

AD 11

 

32

 

19

 

31

AD 10

 

35

 

26

 

32

AD 9

 

55

 

46

 

52

AD 8

 

61

 

43

 

62

AD 7

 

54

 

58

 

48

AD 6

 

57

 

65

 

71

AD 5

 

9

 

61

 

11

Totaal AD

 

348

 

342

 

350

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

1

 

 

 

1

AST 9

 

7

 

2

 

7

AST 8

 

8

 

1

 

10

AST 7

 

15

 

6

 

16

AST 6

 

16

 

10

 

18

AST 5

 

32

 

19

 

27

AST 4

 

18

 

27

 

25

AST 3

 

24

 

46

 

23

AST 2

 

10

 

15

 

13

AST 1

 

5

 

15

 

5

Totaal AST

 

136

 

141

 

145

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

484

 

483

 

495

Totaal personeelsformatie

484

483

495

Europees GNNS-Agentschap (GSA)

Functiegroep en rang

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

 

 

 

AD 12

 

4

 

2

 

3

AD 11

 

5

 

2

 

3

AD 10

 

11

 

5

 

5

AD 9

 

10

 

7

 

10

AD 8

 

25

 

14

 

23

AD 7

 

32

 

29

 

37

AD 6

 

6

 

7

 

7

AD 5

 

2

 

3

 

2

Totaal AD

 

97

 

70

 

91

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

1

 

 

 

 

AST 5

 

2

 

2

 

2

AST 4

 

1

 

 

 

1

AST 3

 

 

 

4

 

1

AST 2

 

1

 

 

 

1

AST 1

 

 

 

1

 

 

Totaal AST

 

5

 

7

 

5

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

102

 

77

 

96

Totaal personeelsformatie

102

77

96

Gedecentraliseerde agentschappen — Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (EUROFOUND)

Functiegroep en rang

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (EUROFOUND)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de Uniebegroting

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de Uniebegroting

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

2

AD 13

 

4

 

3

 

3

AD 12

2

7

1

2

2

3

AD 11

1

5

2

6

1

5

AD 10

1

4

 

1

1

4

AD 9

1

3

1

3

1

3

AD 8

1

7

 

4

1

6

AD 7

2

5

3

6

1

6

AD 6

 

6

 

5

1

6

AD 5

 

 

1

11

 

5

Totaal AD

8

43

8

42

8

43

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

2

 

2

 

2

AST 9

 

6

 

3

 

5

AST 8

 

7

 

4

 

6

AST 7

 

9

 

6

 

8

AST 6

2

2

1

6

2

4

AST 5

3

6

1

4

4

6

AST 4

2

1

2

5

2

3

AST 3

1

1

1

4

1

2

AST 2

1

1

 

3

 

1

AST 1

1

1

5

2

1

1

Totaal AST

10

36

10

39

10

38

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST/SC

 

 

 

 

 

 

Totaal-generaal

18

79

18

81

18

81

Totaal personeelsformatie

97

99

99

Europees Agentschap voor veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA)

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

 

1

 

1

 

1

AD 11

 

2

 

1

 

1

AD 10

 

2

 

2

 

3

AD 9

 

2

 

2

 

1

AD 8

 

6

 

4

 

6

AD 7

 

5

 

5

 

5

AD 6

 

4

 

7

 

5

AD 5

 

 

 

 

 

 

Totaal AD

 

24

 

24

 

24

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

1

 

1

 

1

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

1

 

 

 

1

AST 6

 

2

 

 

 

1

AST 5

 

4

 

4

 

2

AST 4

 

5

 

7

 

8

AST 3

 

2

 

3

 

3

AST 2

 

3

 

1

 

2

AST 1

 

 

 

2

 

1

Totaal AST

 

18

 

18

 

19

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

42

 

42

 

43

Totaal personeelsformatie

42

42

43

Gedecentraliseerde agentschappen — Mobiliteit en vervoer

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

2

 

1

 

2

AD 14

 

23

 

6

 

14

AD 13

 

31

 

14

 

21

AD 12

 

48

 

15

 

37

AD 11

 

72

 

18

 

60

AD 10

 

95

 

73

 

84

AD 9

 

118

 

83

 

107

AD 8

 

81

 

94

 

100

AD 7

 

55

 

124

 

75

AD 6

 

24

 

76

 

46

AD 5

 

2

 

12

 

5

Totaal AD

 

551

 

516

 

551

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

1

 

 

 

1

AST 8

 

4

 

 

 

4

AST 7

 

12

 

 

 

11

AST 6

 

22

 

4

 

23

AST 5

 

32

 

10

 

32

AST 4

 

26

 

28

 

28

AST 3

 

18

 

53

 

18

AST 2

 

11

 

27

 

15

AST 1

 

2

 

15

 

2

Totaal AST

 

128

 

137

 

134

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

679

 

653

 

685

Totaal personeelsformatie

679

653

685

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

1

3

 

2

1

3

AD 12

1

9

 

6

1

9

AD 11

 

13

2

1

 

11

AD 10

1

17

 

17

1

17

AD 9

 

28

1

22

 

28

AD 8

1

24

 

33

1

24

AD 7

 

24

 

18

 

24

AD 6

 

18

 

19

 

20

AD 5

 

2

1

16

 

4

Totaal AD

4

140

4

135

4

142

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

1

 

 

 

1

AST 9

 

 

 

1

 

 

AST 8

 

1

 

 

 

1

AST 7

 

2

 

 

 

1

AST 6

 

7

 

3

 

5

AST 5

 

17

 

13

 

17

AST 4

 

19

 

14

 

19

AST 3

 

16

 

25

 

17

AST 2

 

 

 

7

 

3

AST 1

 

 

 

1

 

 

Totaal AST

 

63

 

64

 

64

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

4

203

4

199

4

206

Totaal personeelsformatie

207

203

210

Europees Spoorwegbureau (ESB)

Functiegroep en rang

Europees Spoorwegbureau

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

5

 

 

 

4

AD 10

 

11

 

8 (74)

 

11

AD 9

 

29

 

24

 

29

AD 8

 

21

 

24

 

21

AD 7

 

13

 

2

 

12

AD 6

 

24

 

36

 

24

AD 5

 

 

 

1

 

 

Totaal AD

 

104

 

96

 

102

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

2

 

 

 

2

AST 8

 

3

 

2

 

3

AST 7

 

3

 

1

 

3

AST 6

 

2

 

4

 

2

AST 5

 

5

 

5

 

5

AST 4

 

6

 

5

 

7

AST 3

 

7

 

6

 

8

AST 2

 

5

 

12

 

8

AST 1

 

 

 

5

 

 

Totaal AST

 

33

 

40

 

38

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

137

 

136

 

140

Totaal personeelsformatie

137

136

140

Gedecentraliseerde agentschappen — Milieu

Europees Milieuagentschap (EEA)

Functiegroep en rang

Europees Milieuagentschap (EEA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

1

AD 14

 

2

 

2

 

2

AD 13

 

2

 

1

 

2

AD 12

1

10

1

8

1

10

AD 11

 

10

 

9

 

10

AD 10

 

10

 

6

 

10

AD 9

 

10

 

6

 

8

AD 8

 

10

 

9

 

8

AD 7

 

7

 

9

 

8

AD 6

 

2

 

12

 

6

AD 5

 

 

 

 

 

 

Totaal AD

1

64

1

62

1

65

AST 11

 

3

 

 

 

3

AST 10

 

3

 

2

 

3

AST 9

2

8

 

3

2

3

AST 8

1

10

3

5

1

10

AST 7

 

10

 

9

 

10

AST 6

 

10

 

8

 

10

AST 5

 

10

 

9

 

10

AST 4

 

8

 

7

 

8

AST 3

 

2

 

14

 

7

AST 2

 

1

 

4

 

2

AST 1

 

 

 

5

 

 

Totaal AST

3

65

3

66

3

66

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

4

129

4

128

4

131

Totaal personeelsformatie

133

132

135

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

Zie de lijst van het aantal ambten S 03 01 02 — Europees Agentschap voor chemische stoffen

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

Zie de lijst van het aantal ambten S 03 01 02 — Europees Agentschap voor chemische stoffen

Gedecentraliseerde agentschappen — Communicatienetwerken, inhoud en technologie

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

1

AD 14

 

 

 

1

 

 

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

3

 

2

 

3

AD 11

 

 

 

1

 

 

AD 10

 

5

 

4

 

5

AD 9

 

9

 

3

 

9

AD 8

 

7

 

1

 

7

AD 7

 

6

 

8

 

6

AD 6

 

 

 

8

 

 

AD 5

 

1

 

1

 

3

Totaal AD

 

32

 

29

 

34

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

2

 

 

 

2

AST 5

 

6

 

1

 

6

AST 4

 

3

 

3

 

1

AST 3

 

3

 

3

 

2

AST 2

 

2

 

5

 

3

AST 1

 

 

 

4

 

 

Totaal AST

 

16

 

16

 

14

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

48

 

45

 

48

Totaal personeelsformatie

48

45

48

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

Functiegroep en rang

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

 

 

 

 

 

AD 10

 

 

 

 

 

 

AD 9

 

2

 

2

 

2

AD 8

 

 

 

 

 

 

AD 7

 

3

 

3

 

3

AD 6

 

 

 

 

 

 

AD 5

 

5

 

5

 

5

Totaal AD

 

11

 

11

 

11

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

 

 

 

 

 

AST 4

 

 

 

 

 

 

AST 3

 

4

 

4

 

4

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

1

 

1

Totaal AST

 

4

 

5

 

5

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

15

 

16

 

16

Totaal personeelsformatie

15

16

16

Gedecentraliseerde agentschappen — Maritieme zaken en visserij

Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA)

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

 

 

 

 

 

AD 13

 

2

 

2

 

2

AD 12

 

2

 

2

 

2

AD 11

 

 

 

 

 

 

AD 10

 

3

 

3

 

3

AD 9

 

6

 

6

 

6

AD 8

 

5

 

5

 

5

AD 7

 

1

 

1

 

1

AD 6

 

2

 

2

 

2

AD 5

 

 

 

 

 

 

Totaal AD

 

22

 

22

 

22

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

7

 

7

 

7

AST 9

 

3

 

3

 

3

AST 8

 

3

 

3

 

3

AST 7

 

8

 

8

 

8

AST 6

 

2

 

2

 

2

AST 5

 

6

 

6

 

6

AST 4

 

 

 

 

 

 

AST 3

 

1

 

1

 

2

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

30

 

30

 

31

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

52

 

52

 

53

Totaal personeelsformatie

52

52

53

Gedecentraliseerde agentschappen — Interne markt en diensten

Europese Bankautoriteit (EBA)

Functiegroep en rang

Europese Bankautoriteit (EBA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

3

 

3

 

3

AD 12

 

6

 

6

 

6

AD 11

 

10

 

10

 

10

AD 10

 

10

 

10

 

10

AD 9

 

14

 

13

 

14

AD 8

 

19

 

16

 

19

AD 7

 

20

 

12

 

16

AD 6

 

14

 

7

 

12

AD 5

 

13

 

5

 

10

Totaal AD

 

111

 

84

 

102

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

 

3

 

3

 

3

AST 3

 

2

 

2

 

2

AST 2

 

3

 

3

 

3

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

9

 

9

 

9

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

120

 

93

 

111

Totaal personeelsformatie

120

93

111

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

3

 

2

 

3

AD 12

 

5

 

4

 

5

AD 11

 

7

 

4

 

7

AD 10

 

8

 

6

 

8

AD 9

 

8

 

9

 

8

AD 8

 

11

 

11

 

11

AD 7

 

12

 

10

 

12

AD 6

 

9

 

10

 

8

AD 5

 

10

 

9

 

8

Totaal AD

 

75

 

67

 

72

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

1

 

 

 

1

AST 8

 

1

 

 

 

1

AST 7

 

1

 

 

 

1

AST 6

 

3

 

3

 

3

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

 

3

 

3

 

3

AST 3

 

3

 

5

 

3

AST 2

 

2

 

1

 

2

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

15

 

13

 

15

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

90

 

80

 

87

Totaal personeelsformatie

90

80

87

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

3

 

2

 

3

AD 11

 

5

 

1

 

5

AD 10

 

6

 

4

 

6

AD 9

 

14

 

10

 

14

AD 8

 

27

 

18

 

27

AD 7

 

27

 

24

 

27

AD 6

 

22

 

18

 

20

AD 5

 

16

 

23

 

14

Totaal AD

 

122

 

102

 

118

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

1

 

 

 

1

AST 8

 

 

 

1

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

1

 

 

 

1

AST 5

 

2

 

1

 

2

AST 4

 

6

 

2

 

6

AST 3

 

2

 

6

 

2

AST 2

 

3

 

 

 

3

AST 1

 

 

 

4

 

 

Totaal AST

 

15

 

14

 

15

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

137

 

116

 

133

Totaal personeelsformatie

137

116

133

Gemeenschappelijke afwikkelingsraad (GAR)

Functiegroep en rang

Gemeenschappelijke afwikkelingsraad (GAR)

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

AD 14

 

 

 

 

AD 13

 

 

 

 

AD 12

 

7

 

 

AD 11

 

3

 

 

AD 10

 

9

 

 

AD 9

 

9

 

 

AD 8

 

22

 

 

AD 7

 

5

 

 

AD 6

 

21

 

 

AD 5

 

7

 

 

Totaal AD

 

83

 

 

AST 11

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

AST 7

 

2

 

 

AST 6

 

2

 

 

AST 5

 

6

 

 

AST 4

 

 

 

 

AST 3

 

12

 

 

AST 2

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

Totaal AST

 

22

 

 

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

9

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

 

8

 

 

AST/SC totaal

 

17

 

 

Algemeen totaal

 

122

 

 

Totaal personeelsformatie

122

 

Gedecentraliseerde agentschappen — Onderwijs en cultuur

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

1

AD 14

 

1

 

2

 

1

AD 13

 

2

 

 

 

2

AD 12

5

3

2

3

6

3

AD 11

 

9

4

6

1

9

AD 10

 

8

 

4

 

8

AD 9

 

4

 

3

 

4

AD 8

 

5

 

5

 

5

AD 7

 

6

 

4

 

6

AD 6

 

5

 

6

 

5

AD 5

 

 

 

12

 

 

Totaal AD

5

44

6

45

7

44

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

1

2

 

1

1

1

AST 9

 

2

1

1

 

2

AST 8

2

2

 

 

2

2

AST 7

1

6

2

4

1

6

AST 6

4

3

3

1

4

3

AST 5

4

6

3

2

4

5

AST 4

 

10

3

13

1

10

AST 3

 

4

 

9

 

4

AST 2

 

 

 

4

 

1

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

12

35

12

35

13

34

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

17

79

18

80

20

78

Totaal personeelsformatie

96

98

98

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

Functiegroep en rang

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

6

 

 

 

4

AD 12

 

12

 

7

 

10

AD 11

 

8

 

11

 

8

AD 10

 

4

 

3

 

4

AD 9

 

12

 

14 (75)

 

12

AD 8

 

8

 

7

 

8

AD 7

 

9

 

14

 

14

AD 6

 

 

 

 

 

 

AD 5

 

 

 

2

 

 

Totaal AD

 

60

 

59

 

61

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

4

 

2

 

3

AST 9

 

9

 

6

 

8

AST 8

 

6

 

3

 

6

AST 7

 

4

 

7

 

4

AST 6

 

4

 

3

 

4

AST 5

 

5

 

3

 

5

AST 4

 

0

 

4

 

2

AST 3

 

 

 

4

 

1

AST 2

 

 

 

1

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

32

 

33

 

33

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

92

 

92

 

94

Totaal personeelsformatie

92

92

94

Gedecentraliseerde agentschappen — Gezondheid en consumentenbescherming

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de Uniebegroting

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de Uniebegroting

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

1

AD 14

 

6

 

2

 

5

AD 13

 

5

 

1

 

4

AD 12

 

8

 

3

 

7

AD 11

 

14

 

3

 

12

AD 10

 

22

 

10

 

20

AD 9

 

25

 

11

 

26

AD 8

 

18

 

39

 

18

AD 7

 

18

 

1

 

18

AD 6

 

14

 

13

 

18

AD 5

 

 

 

47

 

4

Totaal AD

 

131

 

130

 

133

AST 11

 

3

 

 

 

2

AST 10

 

1

 

 

 

1

AST 9

 

2

 

 

 

1

AST 8

 

6

 

 

 

5

AST 7

 

10

 

2

 

9

AST 6

 

15

 

4

 

14

AST 5

 

17

 

11

 

19

AST 4

 

5

 

30

 

8

AST 3

 

 

 

 

 

2

AST 2

 

 

 

4

 

 

AST 1

 

 

 

10

 

 

Totaal AST

 

59

 

61

 

61

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST/SC

 

 

 

 

 

 

Totaal-generaal

 

190

 

191

 

194

Totaal personeelsformatie

190

191

194

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

1

AD 14

 

2

 

 

 

2

AD 13

 

2

 

1

 

2

AD 12

1

15

 

3

1

14

AD 11

 

11

 

9

 

11

AD 10

1

16

 

8

1

15

AD 9

1

41

 

29

1

41

AD 8

 

53

 

51

 

49

AD 7

1

59

3

40

1

60

AD 6

1

21

2

50

1

23

AD 5

 

11

 

16

 

14

Totaal AD

5

232

5

207

5

232

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

3

 

 

 

3

AST 7

 

4

 

3

 

4

AST 6

 

8

 

 

 

8

AST 5

 

29

 

11

 

27

AST 4

 

29

 

34

 

31

AST 3

 

25

 

19

 

25

AST 2

 

2

 

42

 

9

AST 1

 

 

 

7

 

 

Totaal AST

 

100

 

116

 

107

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

5

332

5

323

5

339

Totaal personeelsformatie

337

328

344

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

Functiegroep en rang

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

4

 

4

 

4

AD 14

 

6

 

6

 

6

AD 13

 

9

 

7

 

8

AD 12

 

42

 

36

 

42

AD 11

 

37

 

36

 

38

AD 10

 

40

 

33

 

36

AD 9

 

36

 

36

 

37

AD 8

 

52

 

46

 

49

AD 7

 

52

 

44

 

51

AD 6

 

36

 

41

 

39

AD 5

 

26

 

33

 

30

Totaal AD

 

340

 

322

 

340

AST 11

 

2

 

2

 

2

AST 10

 

5

 

5

 

5

AST 9

 

7

 

7

 

7

AST 8

 

16

 

13

 

15

AST 7

 

19

 

20

 

19

AST 6

 

39

 

31

 

36

AST 5

 

42

 

34

 

37

AST 4

 

49

 

50

 

55

AST 3

 

43

 

39

 

39

AST 2

 

37

 

40

 

34

AST 1

 

 

 

20

 

10

Totaal AST

 

259

 

261

 

259

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

599

 

583

 

599

Totaal personeelsformatie

599

583

599

Gedecentraliseerde agentschappen — Binnenlandse zaken

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

4

 

4

 

3

AD 12

 

11

 

9

 

8

AD 11

 

8

 

8

 

9

AD 10

 

6

 

5

 

9

AD 9

 

8

 

8

 

1

AD 8

 

43

 

39

 

48

AD 7

 

8

 

5

 

8

AD 6

 

6

 

6

 

6

AD 5

 

2

 

2

 

3

Totaal AD

 

98

 

88

 

97

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

5

 

5

 

5

AST 7

 

11

 

10

 

12

AST 6

 

13

 

14

 

10

AST 5

 

16

 

17

 

20

AST 4

 

4

 

4

 

5

AST 3

 

4

 

4

 

3

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

53

 

54

 

55

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

151

 

142

 

152

Totaal personeelsformatie

151

142

152

Europese Politiedienst (Europol)

Functiegroep en rang

Europese Politiedienst (Europol)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

 

 

 

 

 

AD 13

 

3

 

3

 

3

AD 12

 

7

 

3

 

3

AD 11

 

15

 

17

 

23

AD 10

 

16

 

1

 

 

AD 9

 

67

 

49

 

72

AD 8

 

94

 

84

 

80

AD 7

 

104

 

95

 

127

AD 6

 

71

 

105

 

51

AD 5

 

24

 

39

 

31

Totaal AD

 

402

 

397

 

391

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

3

 

1

 

2

AST 6

 

8

 

7

 

14

AST 5

 

11

 

2

 

3

AST 4

 

20

 

26

 

40

AST 3

 

2

 

1

 

 

AST 2

 

 

 

5

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

44

 

42

 

59

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

1

 

 

 

 

AST/SC 3

 

1

 

 

 

 

AST/SC 2

 

1

 

 

 

 

AST/SC 1

 

1

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

4

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

450

 

439

 

450

Totaal personeelsformatie

450

439

450

Europese Politieacademie (Cepol)

Functiegroep en rang

Europese Politieacademie (Cepol)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

 

 

 

 

 

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

 

 

 

 

 

AD 10

 

2

 

2

 

2

AD 9

 

3

 

3

 

3

AD 8

 

 

 

 

 

 

AD 7

 

1

 

1

 

1

AD 6

 

 

 

 

 

 

AD 5

 

9

 

9

 

9

Totaal AD

 

16

 

16

 

16

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

2

 

2

 

2

AST 4

 

2

 

2

 

2

AST 3

 

7

 

7

 

7

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

11

 

11

 

11

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

27

 

27

 

27

Totaal personeelsformatie

27

27

27

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

Functiegroep en rang

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

 

 

1

AD 13

1

2

 

2

1

2

AD 12

4

10

4

7

4

10

AD 11

3

10

1

3

3

10

AD 10

 

14

 

7

1

13

AD 9

 

7

1

1

 

6

AD 8

 

 

1

5

 

2

AD 7

 

 

 

10

 

 

AD 6

 

 

 

7

 

 

AD 5

 

 

 

 

 

 

Totaal AD

8

45

7

43

9

45

AST 11

1

 

 

 

1

 

AST 10

 

2

 

1

 

2

AST 9

1

7

 

2

1

5

AST 8

2

7

1

1

2

6

AST 7

1

6

1

2

1

6

AST 6

 

 

1

3

1

1

AST 5

 

 

 

8

 

2

AST 4

 

 

1

4

 

 

AST 3

 

 

 

1

 

 

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

1

 

 

 

Totaal AST

5

22

5

22

6

22

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

13

67

12

65

15

67

Totaal personeelsformatie

80

77

82

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

2

 

2

 

2

AD 12

 

3

 

3

 

3

AD 11

 

1

 

1

 

1

AD 10

 

5

 

4

 

4

AD 9

 

6

 

7

 

7

AD 8

 

10

 

 

 

1

AD 7

 

16

 

26

 

24

AD 6

 

11

 

 

 

2

AD 5

 

20

 

31

 

30

Totaal AD

 

75

 

75

 

75

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

1

 

 

 

 

AST 7

 

1

 

2

 

2

AST 6

 

4

 

 

 

 

AST 5

 

12

 

15

 

15

AST 4

 

11

 

4

 

4

AST 3

 

15

 

23

 

23

AST 2

 

1

 

1

 

1

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

45

 

45

 

45

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

120

 

120

 

120

Totaal personeelsformatie

120

120

120

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Functiegroep en rang

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

1

 

 

 

1

AD 10

 

4

 

2

 

4

AD 9

 

4

 

6

 

4

AD 8

 

8

 

5

 

8

AD 7

 

9

 

8

 

9

AD 6

 

5

 

2

 

3

AD 5

 

9

 

7

 

7

Totaal AD

 

41

 

31

 

37

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

 

 

 

 

 

AST 4

 

2

 

1

 

2

AST 3

 

6

 

6

 

6

AST 2

 

1

 

1

 

1

AST 1

 

5

 

5

 

5

Totaal AST

 

14

 

13

 

14

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

55

 

44

 

51

Totaal personeelsformatie

55

44

51

Gedecentraliseerde agentschappen — Talendienst

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

Functiegroep en rang

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

1

AD 14

1

1

1

 

1

 

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

11

6

4

3

10

4

AD 11

10

7

9

8

9

8

AD 10

7

5

9

6

8

6

AD 9

2

12

1

7

3

11

AD 8

9

10

6

4

8

8

AD 7

2

21

6

20

2

24

AD 6

3

25

5

13

5

18

AD 5

 

3

2

27

 

11

Totaal AD

45

90

43

88

46

91

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

2

1

 

1

1

1

AST 8

4

 

5

 

4

 

AST 7

2

3

2

3

2

3

AST 6

1

3

2

2

2

2

AST 5

2

13

2

6

2

12

AST 4

3

16

2

12

5

13

AST 3

 

8

1

18

 

14

AST 2

 

7

 

4

 

5

AST 1

 

 

 

3

 

 

Totaal AST

14

51

14

49

16

50

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

59

141

57

137

62

141

Totaal personeelsformatie

200

194

203

Gedecentraliseerde agentschappen — Energie

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Functiegroep en rang

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

4

 

4

 

4

AD 10

 

 

 

 

 

 

AD 9

 

2

 

2

 

2

AD 8

 

6

 

6

 

6

AD 7

 

6

 

6

 

6

AD 6

 

7

 

6

 

4

AD 5

 

13

 

8

 

16

Totaal AD

 

39

 

33

 

39

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

 

1

 

1

 

 

AST 3

 

13

 

12

 

14

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

15

 

14

 

15

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

54

 

47

 

54

Totaal personeelsformatie

54

47

54

Gedecentraliseerde agentschappen — Justitie

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

Functiegroep en rang

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

 

 

 

AD 13

 

2

 

1

 

3

AD 12

 

10

 

1

 

9

AD 11

 

 

 

6

 

 

AD 10

 

14

 

2

 

15

AD 9

 

11

 

5

 

11

AD 8

 

1

 

8

 

1

AD 7

 

4

 

15

 

5

AD 6

 

2

 

7

 

3

AD 5

 

 

 

1

 

 

Totaal AD

 

46

 

47

 

48

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

1

 

 

 

1

AST 9

 

3

 

 

 

 

AST 8

 

3

 

3

 

3

AST 7

 

7

 

4

 

8

AST 6

 

12

 

2

 

4

AST 5

 

 

 

7

 

1

AST 4

 

1

 

10

 

9

AST 3

 

 

 

2

 

 

AST 2

 

 

 

 

 

1

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

27

 

28

 

27

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

73

 

75

 

75

Totaal personeelsformatie

73

75

75

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

 

 

 

 

 

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

1

 

 

 

1

AD 10

 

1

 

2

 

1

AD 9

 

2

 

 

 

1

AD 8

 

5

 

4

 

6

AD 7

 

4

 

5

 

4

AD 6

 

3

 

3

 

1

AD 5

 

6

 

8

 

8

Totaal AD

 

23

 

23

 

23

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

2

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

2

 

2

AST 5

 

3

 

 

 

3

AST 4

 

1

 

5

 

1

AST 3

 

 

 

 

 

 

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

6

 

7

 

6

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

29

 

30

 

29

Totaal personeelsformatie

29

30

29

Europese eenheid voor justitiële samenwerking (Eurojust)

Functiegroep en rang

Europese eenheid voor justitiële samenwerking (Eurojust)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

 

 

 

 

 

AD 10

 

7

 

3

 

6

AD 9

 

9

 

6

 

5

AD 8

 

20

 

15

 

15

AD 7

 

20

 

9

 

21

AD 6

 

18

 

27

 

23

AD 5

 

4

 

6

 

5

Totaal AD

 

80

 

68

 

77

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

1

 

1

 

1

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

1

 

 

 

 

AST 5

 

17

 

2

 

5

AST 4

 

48

 

19

 

47

AST 3

 

42

 

62

 

48

AST 2

 

16

 

43

 

31

AST 1

 

 

 

8

 

 

Totaal AST

 

125

 

135

 

132

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

205

 

203

 

209

Totaal personeelsformatie

205

203

209

Gemeenschappelijke Ondernemingen

Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy (F4E)

Functiegroep en rang

Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy (F4E)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

1

 

 

 

1

AD 14

 

 

 

1

 

 

AD 13

13

4

7

2

11

3

AD 12

17

8

12

2

18

9

AD 11

5

12

3

 

3

12

AD 10

3

30

4

25

7

28

AD 9

2

18

2

16

3

12

AD 8

0

20

 

9

2

18

AD 7

 

57

6

40

 

65

AD 6

 

30

2

63

 

24

AD 5

 

 

1

 

 

2

Totaal AD

40

180

37

158

44

174

AST 11

3

 

 

 

4

 

AST 10

3

 

1

 

3

 

AST 9

3

 

1

 

3

 

AST 8

1

 

2

 

 

 

AST 7

1

 

1

 

 

 

AST 6

2

2

1

 

1

 

AST 5

3

9

2

 

6

7

AST 4

 

14

2

7

 

18

AST 3

 

1

2

17

1

1

AST 2

 

 

2

 

 

 

AST 1

 

 

1

 

 

 

Totaal AST

16

26

15

24

18

26

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

56

206

52

182

62

200

Totaal personeelsformatie

262

234

262

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

Functiegroep en rang

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de Uniebegroting

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de Uniebegroting

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

 

 

1

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

4

 

4

 

4

AD 11

 

 

 

 

 

 

AD 10

 

5

 

5

 

5

AD 9

 

 

 

 

 

 

AD 8

 

5

 

5

 

5

AD 7

 

4

 

4

 

4

AD 6

 

4

 

4

 

4

AD 5

 

10

 

10

 

10

Totaal AD

 

33

 

32

 

33

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

1

 

1

 

1

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

 

 

 

 

 

 

AST 3

 

2

 

2

 

2

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

2

 

2

 

2

Totaal AST

 

6

 

6

 

6

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST/SC

 

 

 

 

 

 

Totaal-generaal

 

39

 

38

 

39

Totaal personeelsformatie

39

38

39

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

Ambten

2015 (76)

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013 (76)

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

 

 

 

 

 

AD 12

 

 

 

 

 

 

AD 11

 

1

 

 

 

1

AD 10

 

 

 

 

 

 

AD 9

 

5

 

2

 

4

AD 8

 

8

 

6

 

9

AD 7

 

5

 

1

 

3

AD 6

 

14

 

13

 

15

AD 5

 

 

 

1

 

1

Totaal AD

 

34

 

24 (77)

 

34

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

1

 

 

 

 

AST 4

 

2

 

2

 

3

AST 3

 

2

 

3

 

2

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

5

 

5

 

5

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

39

 

29

 

39

Totaal personeelsformatie

39

29  (78)

39

Uitvoerende agentschappen

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme)

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme)

Ambten

2015 (79)

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

4

 

1

 

4

AD 13

 

11

 

 

 

11

AD 12

 

10

 

 

 

8

AD 11

 

5

 

6

 

4

AD 10

 

8

 

1

 

10

AD 9

 

10

 

2

 

10

AD 8

 

7

 

10

 

6

AD 7

 

8

 

3

 

4

AD 6

 

7

 

 

 

4

AD 5

 

12

 

7

 

4

Totaal AD

 

82

 

30

 

65

AST 11

 

 

 

 

 

1

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

1

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

2

 

 

 

2

AST 6

 

 

 

 

 

1

AST 5

 

2

 

1

 

2

AST 4

 

8

 

 

 

2

AST 3

 

3

 

4

 

3

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

15

 

5

 

12

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

97

 

35

 

77

Totaal personeelsformatie

97

35

77

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

4

 

 

 

2

AD 13

 

8

 

3

 

7

AD 12

 

3

 

4

 

4

AD 11

 

8

 

2

 

10

AD 10

 

12

 

13

 

10

AD 9

 

19

 

11

 

15

AD 8

 

6

 

22

 

11

AD 7

 

6

 

4

 

6

AD 6

 

10

 

4

 

10

AD 5

 

5

 

10

 

5

Totaal AD

 

81

 

73

 

80

AST 11

 

1

 

 

 

 

AST 10

 

1

 

 

 

1

AST 9

 

1

 

 

 

2

AST 8

 

1

 

1

 

2

AST 7

 

 

 

1

 

1

AST 6

 

2

 

1

 

1

AST 5

 

10

 

2

 

7

AST 4

 

9

 

11

 

8

AST 3

 

4

 

10

 

6

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

29

 

26

 

28

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

110

 

99

 

108

Totaal personeelsformatie

110

99

108

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

 

 

1

AD 12

 

1

 

 

 

1

AD 11

 

3

 

2

 

2

AD 10

 

 

 

 

 

 

AD 9

 

 

 

1

 

 

AD 8

 

1

 

 

 

1

AD 7

 

1

 

1

 

1

AD 6

 

2

 

1

 

2

AD 5

 

1

 

3

 

1

Totaal AD

 

11

 

9

 

10

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

1

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

1

 

1

AST 5

 

 

 

 

 

 

AST 4

 

1

 

 

 

1

AST 3

 

 

 

1

 

 

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

2

 

2

 

2

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

13

 

11

 

12

Totaal personeelsformatie

13

11

12

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

Ambten

2015

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

5 (80)

 

1

 

4

AD 13

 

9

 

 

 

8

AD 12

 

3

 

2

 

3

AD 11

 

4

 

2

 

3

AD 10

 

3

 

2

 

2

AD 9

 

4

 

4

 

3

AD 8

 

8

 

4

 

5

AD 7

 

10

 

7

 

8

AD 6

 

3

 

6

 

5

AD 5

 

2

 

 

 

1

Totaal AD

 

51

 

28

 

42

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

1

 

 

 

1

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

2

 

2

 

2

AST 4

 

2

 

1

 

2

AST 3

 

3

 

1

 

2

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

8

 

4

 

7

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

59

 

32

 

49

Totaal personeelsformatie

59

32

49

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

Ambten

2015 (81)

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

7

 

1

 

2

AD 13

 

6

 

3

 

9

AD 12

 

4

 

4

 

3

AD 11

 

4

 

2

 

3

AD 10

 

2

 

3

 

0

AD 9

 

24

 

7

 

20

AD 8

 

37

 

42

 

37

AD 7

 

16

 

27

 

17

AD 6

 

7

 

7

 

7

AD 5

 

1

 

3

 

2

Totaal AD

 

108

 

99

 

100

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

 

 

AST 8

 

 

 

 

 

 

AST 7

 

 

 

 

 

 

AST 6

 

 

 

 

 

 

AST 5

 

 

 

 

 

 

AST 4

 

 

 

 

 

 

AST 3

 

 

 

 

 

 

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

 

 

 

 

 

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

108

 

99

 

100

Totaal personeelsformatie

108

99

100

Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

Ambten

2015 (82)

2014

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2013

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

 

 

 

 

 

AD 15

 

 

 

 

 

 

AD 14

 

5

 

1

 

4

AD 13

 

11

 

1

 

10

AD 12

 

6

 

1

 

6

AD 11

 

6

 

6

 

5

AD 10

 

6

 

9

 

6

AD 9

 

7

 

8

 

8

AD 8

 

20

 

15

 

20

AD 7

 

24

 

20

 

21

AD 6

 

28

 

28

 

27

AD 5

 

34

 

38

 

28

Totaal AD

 

147

 

127

 

135

AST 11

 

 

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

 

 

AST 9

 

1

 

 

 

1

AST 8

 

2

 

 

 

2

AST 7

 

 

 

2

 

 

AST 6

 

4

 

 

 

3

AST 5

 

2

 

4

 

2

AST 4

 

1

 

2

 

1

AST 3

 

 

 

3

 

1

AST 2

 

 

 

 

 

 

AST 1

 

 

 

 

 

 

Totaal AST

 

10

 

11

 

10

AST/SC 6

 

 

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

 

 

AST/SC totaal

 

 

 

 

 

 

Algemeen totaal

 

157

 

138

 

145

Totaal personeelsformatie

157

138

145

AFDELING IV

HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Hof van Justitie voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

357 062 000

Eigen inkomsten

–44 856 000

Te ontvangen bijdrage

312 206 000

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

23 694 000

24 204 000

23 051 377,62

97,29

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

4 513 000

4 402 000

32 658,09

0,72

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

28 207 000

28 606 000

23 084 035,71

81,84

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

16 649 000

18 697 000

16 155 664,42

97,04

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

1 949 704,57

 

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

16 649 000

18 697 000

18 105 368,99

108,75

 

Titel 4 — Totaal

44 856 000

47 303 000

41 189 404,70

91,83

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

23 694 000

24 204 000

23 051 377,62

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

4 513 000

4 402 000

32 658,09

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

16 649 000

18 697 000

16 155 664,42

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 949 704,57

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, alsook artikel 48 van bijlage VIII bij het Statuut.

4 1 2
Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

122 768,22

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

122 768,22

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 822,81

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

125 591,03

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

217,13

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

217,13

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

130,96

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

130,96

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

87 148,94

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

631 653,61

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

718 802,55

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

137 092,63

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

137 092,63

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

981 834,30

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen van goederen)

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

122 768,22

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

2 822,81

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

217,13

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit beleggingen of leningen, bankrenten en andere rente.

5 2 2
Rente over voorfinancieringen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

130,96

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

87 148,94

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

631 653,61

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

137 092,63

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0
Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

44 856 000

47 303 000

42 171 239,—

94,01

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

28 560 000

33 749 500

32 179 432,31

Reserves (10 0)

2 000 000

 

 

 

30 560 000

33 749 500

32 179 432,31

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

217 148 000

212 686 000

200 965 738,47

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

18 354 000

16 977 000

16 238 217,27

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

5 200 500

5 447 500

5 458 093,38

 

Titel 1 — Totaal

269 262 500

268 860 000

254 841 481,43

Reserves (10 0)

2 000 000

 

 

 

271 262 500

268 860 000

254 841 481,43

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

62 092 000

62 655 000

61 886 134,57

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

18 882 500

18 314 500

18 955 545,09

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

1 471 500

1 487 500

2 599 421,16

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

599 500

587 500

571 052,78

2 7

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 700 000

3 411 000

2 992 227,08

 

Titel 2 — Totaal

85 745 500

86 455 500

87 004 380,68

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 7

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

54 000

52 000

26 110,—

 

Titel 3 — Totaal

54 000

52 000

26 110,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

2 000 000

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

2 000 000

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

357 062 000

355 367 500

341 871 972,11

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

23 916 500

23 185 000

22 229 039,70

92,94

Reserves (10 0)

2 000 000

 

 

 

 

25 916 500

23 185 000

22 229 039,70

 

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 449 000

553 000

805 581,33

55,60

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

25 365 500

23 738 000

23 034 621,03

90,81

Reserves (10 0)

2 000 000

 

 

 

 

27 365 500

23 738 000

23 034 621,03

 

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 447 000

2 579 000

2 122 075,67

86,72

1 0 3

Pensioenen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

6 700 000

6 381 515,42

 

1 0 4

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

295 500

293 000

288 000,—

97,46

1 0 6

Opleidingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

452 000

439 500

353 220,19

78,15

1 0 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

28 560 000

33 749 500

32 179 432,31

112,67

Reserves (10 0)

2 000 000

 

 

 

 

30 560 000

33 749 500

32 179 432,31

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salarissen en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

213 814 000

209 556 000

198 127 515,09

92,66

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

656 000

689 500

648 040,54

98,79

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 448 000

2 210 500

2 190 182,84

89,47

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

216 918 000

212 456 000

200 965 738,47

92,65

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

230 000

230 000

0,—

0

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 1 2 2 — Totaal

230 000

230 000

0,—

0

1 2 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

217 148 000

212 686 000

200 965 738,47

92,55

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 955 000

5 309 000

5 833 162,37

97,95

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

688 000

670 500

452 000,—

65,70

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

261 500

269 500

309 000,—

118,16

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

11 449 500

10 728 000

9 644 054,90

84,23

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

18 354 000

16 977 000

16 238 217,27

88,47

1 4 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

18 354 000

16 977 000

16 238 217,27

88,47

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

207 000

207 000

186 266,59

89,98

1 6 1 2

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 540 500

1 540 500

1 461 639,85

94,88

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

1 747 500

1 747 500

1 647 906,44

94,30

1 6 2

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

349 000

348 000

346 500,—

99,28

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

21 000

21 000

0,—

0

1 6 3 2

Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

271 000

242 000

242 534,79

89,50

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

292 000

263 000

242 534,79

83,06

1 6 5

Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

182 000

181 000

153 445,95

84,31

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

192 267,20

240,33

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 550 000

2 828 000

2 875 439,—

112,76

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

2 812 000

3 089 000

3 221 152,15

114,55

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

5 200 500

5 447 500

5 458 093,38

104,95

 

Titel 1 — Totaal

269 262 500

268 860 000

254 841 481,43

94,64

Reserves (10 0)

2 000 000

 

 

 

 

271 262 500

268 860 000

254 841 481,43

 

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0
Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0
Salarissen en vergoedingen

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 0 0 0

23 916 500

23 185 000

22 229 039,70

Reserves (10 0)

2 000 000

 

 

Totaal

25 916 500

23 185 000

22 229 039,70

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 3, 4, 4 bis, 11 en 14.

Dit krediet dient ter dekking, voor de leden van de instelling, van:

het basissalaris;

de standplaatsvergoeding;

de gezinstoelagen, te weten: de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

de representatie en ambtsvergoedingen;

de werkgeversbijdrage (0,87 %) voor de ongevallen en beroepsziekteverzekering en de werkgeversbijdrage (3,4 %) voor de ziektekostenverzekering;

de geboortetoelage;

de uitkeringen bij overlijden van een lid van de instelling;

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de basissalarissen, de standplaatsvergoedingen, de gezinstoelagen en de overmakingen van een deel van de bezoldiging van de leden van de instelling naar het buitenland (analoge toepassing van artikel 17 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie).

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De in de reserve geplaatste kredieten kunnen worden vrijgegeven zodra het Europees Parlement en de Raad het eens zijn over de grondslag van het besluit tot wijziging van het Protocol inzake het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie door het aantal rechters bij het Gerecht met negen te verhogen.

1 0 0 2
Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 449 000

553 000

805 581,33

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van de leden van de instelling (met inbegrip van hun gezinsleden) bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek uit de instelling;

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde inrichtingsvergoeding;

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde verhuiskosten.

1 0 2
Overbruggingstoelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 447 000

2 579 000

2 122 075,67

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de voor het land van de verblijfplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënten voor de voormalige leden van het Hof.

1 0 3
Pensioenen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

6 700 000

6 381 515,42

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Dit krediet dient ter dekking van:

de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de instelling, alsmede de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten van het land van hun verblijfplaats;

de invaliditeitspensioenen;

de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de instelling en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt van het land van hun verblijfplaats.

1 0 4
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

295 500

293 000

288 000,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten in verband met dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 6
Opleidingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

452 000

439 500

353 220,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen of andere seminars voor opleiding voor de leden van de instelling.

1 0 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele door de Raad in de loop van dit begrotingsjaar vast te stellen aanpassingen van de bezoldigingen en de pensioenen.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire aftrek van 3% toegepast.

1 2 0
Salarissen en andere rechten

1 2 0 0
Salarissen en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

213 814 000

209 556 000

198 127 515,09

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 62, 64, 65, 66, 67 en 68, alsmede bijlage VII, afdeling I, artikel 69, bijlage VII, artikel 4, bijlage XIII, artikel 18, de artikelen 72 en 73, bijlage VIII, artikel 15, de artikelen 70, 74 en 75, bijlage VII, artikel 8, en artikel 34 van het Statuut.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 28 bis, 42, 47 en 48.

Gemeenschappelijke regeling betreffende de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 23.

Dit krediet dient ter dekking van:

het basissalaris van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

de gezinstoelagen, met name de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

de ontheemdingstoelage en de toelage voor verblijf in het buitenland van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

de secretariaatstoelage van ambtenaren van categorie AST, die als stenotypist(e), telexist(e), typist(e), directiesecretaris/secretaresse of hoofdsecretaris/secretaresse werkzaam zijn;

werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering (3,4 % van het basissalaris); de bijdrage van de personeelsleden bedraagt 1,7 % van het basissalaris;

de werkgeversbijdrage voor de ongevallen- en beroepsziekteverzekering (0.5 % van het basissalaris) en de aanvullende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Statuut;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen;

de betalingen die de instelling verricht met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

de geboortetoelage en, in geval van overlijden van een ambtenaar, de betaling van de totale bezoldiging van de overledene tot en met de derde maand na de maand van overlijden, alsmede van de kosten van vervoer van het lichaam naar de plaats van herkomst van de overledene;

de reiskosten van het jaarlijkse verlof van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de ontslagvergoeding van wegens kennelijke onbekwaamheid ontslagen ambtenaren op proef, de vergoeding wegens opzegging door de instelling van het contract van de tijdelijke functionarissen en de inkoop van pensioenrechten van voormalige hulpfunctionarissen die als tijdelijke functionarissen of als ambtenaren zijn aangesteld;

financiële gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van ambtenaren en hulpfunctionarissen en de vergoeding voor de overuren;

huisvestings- en vervoersvergoedingen;

vaste ambtsvergoeding;

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 2
Betaalde overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

656 000

689 500

648 040,54

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Dit krediet dient ter dekking van de vaste vergoedingen of vergoedingen op basis van het aantal gemaakte uren voor ambtenaren, hulpfunctionarissen en plaatselijke functionarissen die overwerk verrichten dat niet overeenkomstig de geldende bepalingen met vrije tijd kan worden gecompenseerd.

1 2 0 4
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 448 000

2 210 500

2 190 182,84

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 20 en 71, alsmede bijlage VII, artikelen 5, 6, 7, 9 en 10.

Dit krediet dient ter dekking van:

de aan het personeel (met inbegrip van hun gezinsleden) bij indiensttreding of vertrek verschuldigde reiskosten;

de inrichtingsvergoedingen verschuldigd aan personeelsleden die bij indiensttreding of beëindiging van de dienst van woonplaats moeten veranderen;

de verhuiskosten van personeelsleden die bij hun indiensttreding of bij beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

de dagvergoedingen voor personeelsleden die aantonen dat zij bij hun indiensttreding van woonplaats moeten veranderen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 2
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

230 000

230 000

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, en met name de artikelen 42 quater en 50, alsook bijlage IV.

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen ten behoeve van de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel ter vermindering van het aantal ambten bij de instelling, de ambtenaren die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang, en de ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instellingen.

1 2 2 2
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Dit krediet dient ter dekking van:

vergoedingen krachtens het Statuut of andere regelingen;

werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de begunstigden van de vergoedingen;

gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de verschillende vergoedingen.

1 2 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van eventuele in de loop van het jaar door de Raad vast te stellen aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0
Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0
Andere personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 955 000

5 309 000

5 833 162,37

Toelichting

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 4 en titel V, alsook artikel 5 en titel VI.

Dit krediet dient ter dekking van:

bezoldiging en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van de hulpfunctionarissen, hulptolken, plaatselijke functionarissen en hulpvertalers;

honoraria en de kosten van de bijzondere adviseurs, de honoraria van de raadgevende arts daaronder begrepen;

uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 4 0 4
Stages en uitwisseling van personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

688 000

670 500

452 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van:

de uitgaven betreffende de detachering van ambtenaren van lidstaten of andere nationale deskundigen in de diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

de kosten van beurzen voor studenten die stage volgen bij de diensten van de instelling.

1 4 0 5
Andere externe dienstverlening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

261 500

269 500

309 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere incidentele hulpdiensten, voor zover zij niet door de eigen diensten van het Hof van Justitie kunnen worden verricht.

1 4 0 6
Externe dienstverlening op taalkundig gebied

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 449 500

10 728 000

9 644 054,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven betreffende de door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) besliste acties ter bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalkundig gebied;

de uitgaven voor freelancetolken het directoraat-generaal Tolken van de Europese Commissie;

de bezoldiging van de conferentietolken;

de uitgaven voor op contract en ad interim werkzaam conferentiepersoneel;

prestaties van derden op het gebied van de correctie van teksten, met name de honoraria en de kosten van verzekering, verplaatsing, verblijf en dienstreizen van freelancecorrectoren, alsmede bijkomende administratieve uitgaven;

uitgaven voor werkzaamheden van zelfstandige vertalers of uitzendvertalers, alsmede voor type- en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst aan derden worden opgedragen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie streeft naar samenwerking met andere instellingen op basis van een interinstitutionele overeenkomst, teneinde nodeloos dubbel werk bij het vertalen van procedurestukken te voorkomen en zo bezuinigingen te verwezenlijken voor de algemene Uniebegroting.

1 4 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet is bestemd ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1
Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0
Diverse uitgaven voor de aanwerving

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

207 000

207 000

186 266,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankondigingen, de uitnodigingen van de kandidaten, de huur van zalen en machines voor het organiseren van algemene vergelijkende onderzoeken op interinstitutionele basis. In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond, op grond van functionele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet gedeeltelijk worden gebruikt voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken door het Hof van Justitie zelf.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 540 500

1 540 500

1 461 639,85

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 2
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

349 000

348 000

346 500,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 3
Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0
Sociale dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

21 000

21 000

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in een zeer benarde situatie verkeren.

Het is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

1 6 3 2
Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

271 000

242 000

242 534,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5
Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

182 000

181 000

153 445,95

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle ambtenaren, daaronder begrepen de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd en de huishoudelijke kosten van de spreek- en behandelkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 2
Restaurants en kantines

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

80 000

80 000

192 267,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en het onderhoud van het materiaal en van een gedeelte van de exploitatiekosten van het restaurant en de cafetaria.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van installaties van restaurants en kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4
Kinderdagverblijf

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 550 000

2 828 000

2 875 439,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Hof voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

9 288 000

9 531 500

14 141 501,80

152,26

2 0 0 1

Huurkoop

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

33 644 000

32 790 000

28 508 992,69

84,74

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 025 000

1 350 000

2 965 844,92

289,35

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 121 000

976 000

892 755,03

79,64

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

45 078 000

44 647 500

46 509 094,44

103,17

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

7 996 000

7 962 000

6 776 041,04

84,74

2 0 2 4

Energieverbruik

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 812 000

3 852 500

2 303 350,57

81,91

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 797 000

5 776 000

5 684 000,—

98,05

2 0 2 8

Verzekeringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

100 000

112 000

108 182,01

108,18

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

309 000

305 000

505 466,51

163,58

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

17 014 000

18 007 500

15 377 040,13

90,38

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

62 092 000

62 655 000

61 886 134,57

99,67

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 437 000

5 307 500

5 357 562,45

98,54

2 1 0 2

Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 231 000

9 914 000

10 233 168,90

100,02

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

804 500

801 000

770 692,69

95,80

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

16 472 500

16 022 500

16 361 424,04

99,33

2 1 2

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

722 000

636 000

992 584,26

137,48

2 1 4

Technische installaties en technisch materieel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

238 000

252 500

238 202,19

100,08

2 1 6

Voertuigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 450 000

1 403 500

1 363 334,60

94,02

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

18 882 500

18 314 500

18 955 545,09

100,39

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

640 000

649 500

522 507,12

81,64

2 3 1

Financiële kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

15 086,25

30,17

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoeding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

17 343,80

86,72

2 3 6

Portokosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

304 000

350 000

360 000,—

118,42

2 3 8

Overige administratieve uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

457 500

418 000

1 684 483,99

368,19

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

1 471 500

1 487 500

2 599 421,16

176,65

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

129 000

149 000

157 865,98

122,38

2 5 4

Conferenties, congressen en vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

320 500

291 000

265 437,23

82,82

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

150 000

147 500

147 749,57

98,50

2 5 7

Dienst juridische informatica

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

599 500

587 500

571 052,78

95,25

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 385 000

1 349 000

1 333 500,—

96,28

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

500 000

650 000

682 000,—

136,40

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

815 000

1 412 000

976 727,08

119,84

 

Artikel 2 7 4 — Totaal

1 315 000

2 062 000

1 658 727,08

126,14

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

2 700 000

3 411 000

2 992 227,08

110,82

 

Titel 2 — Totaal

85 745 500

86 455 500

87 004 380,68

101,47

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

HOOFDSTUK 2 7 —

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0
Gebouwen

2 0 0 0
Huur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

9 288 000

9 531 500

14 141 501,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen voor de gebouwen die door de instelling worden gebruikt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1
Huurkoop

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

33 644 000

32 790 000

28 508 992,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de huurkoop van gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3
Verwerving van onroerende goederen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

2 0 0 5
Oprichting van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post dient voor de opvoering van kredieten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7
Inrichting van dienstruimten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 025 000

1 350 000

2 965 844,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8
Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 121 000

976 000

892 755,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

2 0 2
Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2
Schoonmaak en onderhoud

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 996 000

7 962 000

6 776 041,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud, overeenkomstig de lopende contracten, van ruimten en technische installaties, alsmede van de uitgaven voor het werk en het nodige materiaal voor het algemene onderhoud (schilderwerkzaamheden, reparaties, enz.) van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4
Energieverbruik

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 812 000

3 852 500

2 303 350,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

2 0 2 6
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 797 000

5 776 000

5 684 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van bewaking van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8
Verzekeringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

112 000

108 182,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verzekeringspremies voor de door de instelling gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9
Overige uitgaven in verband met de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

309 000

305 000

505 466,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven in verband met gebouwen welke niet speciaal zijn vermeld in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name straatbelasting, reiniging, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering, enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0
Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0
Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 437 000

5 307 500

5 357 562,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de vervanging, de huur, de reparatie en het onderhoud van alle apparatuur op het gebied van kantoorautomatisering, informatica en telefonie (met inbegrip van telefax, videoconferentiematerieel en multimediamaterieel), alsook materieel voor tolkwerkzaamheden, zoals tolkencabines, koptelefoons en luisterapparatuur ten behoeve van installaties voor simultane vertolking.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2
Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 231 000

9 914 000

10 233 168,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de analyse en programmering van informaticaonderzoek.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3
Telecommunicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

804 500

801 000

770 692,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met telecommunicatie, zoals abonnementen en de kosten van (vaste en mobiele) telefoonverbindingen.

Het dekt ook de uitgaven betreffende de datatransmissienetwerken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 1 2
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

722 000

636 000

992 584,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

aankoop van bijkomend meubilair;

vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is, en van het meubilair dat niet kan worden gerepareerd;

huur van meubilair;

kosten van onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4
Technische installaties en technisch materieel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

238 000

252 500

238 202,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

aanschaf van technisch materieel;

vervanging van technisch materieel, met name audiovisueel materieel, materieel voor archieven en bibliotheek, alsook diverse werktuigen voor de onderhoudsdienst van de gebouwen en reproductie, verspreidings- en postmaterieel;

huur van technisch materieel en technische installaties;

onderhoud en reparatie van het materieel als in dit artikel genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6
Voertuigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 450 000

1 403 500

1 363 334,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

aanschaf van voertuigen;

vervanging van de voertuigen met de hoogste kilometerstand boven 120 000 km;

huur en gebruikskosten van huurvoertuigen;

onderhoud, reparatie, parkeerruimte, parkeerkosten en verzekering van de dienstauto’s, alsmede van de autowegentol.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 51 500 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0
Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

640 000

649 500

522 507,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier en kantoorbenodigdheden:

xerografisch papier en papier voor fotokopieën en facturatie;

papier en kantoorbenodigdheden;

materieel voor de reproductiedienst;

materieel voor de diensten belast met de verspreiding van documenten en van de post;

materieel voor bandopnameapparatuur;

drukkerijbenodigdheden en formulieren;

benodigdheden voor kantoorautomatiserings- en informatica-apparatuur;

ander en niet in de inventaris opgenomen materieel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

2 3 1
Financiële kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

50 000

15 086,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en van de overige financiële kosten.

De door de instelling geïnde bankrente op haar rekeningen worden als ontvangsten geboekt.

2 3 2
Juridische kosten en schadevergoeding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 000

20 000

17 343,80

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van de advocatenhonoraria die de instelling moet betalen voor de professionele diensten waarop zij een beroep heeft gedaan of ter vergoeding van de kosten die zij moet betalen ingevolge een rechterlijke beslissing, alsook ter dekking van de te betalen schadevergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 6
Portokosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

304 000

350 000

360 000,—

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 8
Overige administratieve uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

457 500

418 000

1 684 483,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid, diefstal, risico in verband met tekstverwerkingsapparatuur, risico in verband met elektronica);

de aankoop, het onderhoud en de reiniging van voornamelijk de toga’s van de magistraten, de uniformen voor bodes en chauffeurs, de werkkleding voor het personeel verantwoordelijk voor de reproductie van documenten en voor het onderhoudspersoneel;

de diverse benodigdheden voor interne vergaderingen;

de kosten van interne verhuizing en van opslag en verdeling van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

de door de dienstverrichters gedane huishoudelijke uitgaven;

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2
Onthaal- en representatiekosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

129 000

149 000

157 865,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ontvangst- en representatiekosten van de instelling en van de onthaal- en representatiekosten voor de personeelsleden.

2 5 4
Conferenties, congressen en vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

320 500

291 000

265 437,23

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de organisatie, met medewerking van de ministeries van justitie, in de plaats waar de instelling is gevestigd, van seminaries en informatiedagen voor magistraten en andere juristen uit de lidstaten.

Met het oog op de verdere samenhangende ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof en van de nationale rechterlijke instanties op het gebied van het Unierecht zijn studiebijeenkomsten met hoge magistraten van de lidstaten en specialisten op het gebied van het Unierecht noodzakelijk.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de organisatiekosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten van de deelnemers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 6
Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

150 000

147 500

147 749,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en opstelling van populair-wetenschappelijke werken over het Unierecht en van de overige uitgaven voor voorlichting en foto’s, alsook van de bijdrage in de kosten van bezoeken aan de instelling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 7
Dienst juridische informatica

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven ingevolge een eventueel verzoek van de Commissie aan de andere instellingen om een bijdrage in de kosten van de dienst juridische informatica (invoering en verspreiding van gegevens van de interinstitutionele gegevensbank).

HOOFDSTUK 2 7 —   VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0
Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

2 7 2
Documentatie, bibliotheek en archivering

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 385 000

1 349 000

1 333 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aankoop van boekwerken, documenten en andere publicaties, alsmede van de bijwerking van reeds aanwezige werken;

het inbrengen en de aankoop van geïnformatiseerde gegevens op het gebied van juridische documentatie;

speciale bibliotheekuitrusting;

de abonnementen op kranten, algemene tijdschriften en diverse berichtgevingen;

de abonnementen op persbureaus;

het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

de kosten van het gebruik van sommige externe juridische databanken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4
Productie en verspreiding

2 7 4 0
Publicatieblad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

500 000

650 000

682 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten verbonden aan bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 1
Publicaties van algemene aard

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

815 000

1 412 000

976 727,08

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de druk- en distributiekosten van de Jurisprudentie van het Hof, evenals van het Gerecht en van het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook van het Repertorium van de rechtspraak op het gebied van het Unierecht.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten verbonden aan de uitgave van het Jaarverslag en van andere brochures over het Hof die aan bezoekers worden verstrekt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 3 7

3 7 1

Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0

Gerechtelijke kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

54 000

52 000

26 110,—

48,35

3 7 1 1

Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 3 7 1 — Totaal

54 000

52 000

26 110,—

48,35

 

HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL

54 000

52 000

26 110,—

48,35

 

Titel 3 — Totaal

54 000

52 000

26 110,—

48,35

HOOFDSTUK 3 7 —

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

HOOFDSTUK 3 7 —   SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

3 7 1
Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0
Gerechtelijke kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

54 000

52 000

26 110,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van een normale rechtsbedeling in alle gevallen waarin kosteloze rechtsbijstand wordt verleend, alsmede van de kosten van getuigen en deskundigen, van plaatsopneming en van rogatoire commissies, van honoraria van advocaten en van andere kosten die ten laste van het Hof van Justitie kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 7 1 1
Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

2 000 000

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

2 000 000

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

2 000 000

p.m.

0,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

357 062 000

355 367 500

341 871 972,11

95,75

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 000 000

p.m.

0,—

Toelichting

1.

Post

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

2 000 000

 

 

 

Totaal

2 000 000

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De in de reserve geplaatste kredieten kunnen worden vrijgegeven zodra het Europees Parlement en de Raad het eens zijn over de grondslag van het besluit tot wijziging van het Protocol inzake het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie door het aantal rechters bij het Gerecht met negen te verhogen.

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling IV — Hof van Justitie van de Europese Unie

Functiegroep en rang

Hof van Justitie van de Europese Unie

2014

2015

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

5

5

AD 15

10

1

10

1

AD 14

45 (83)

47 (83)

45 (83)

49 (83)

AD 13

120

120

AD 12

99 (84)

72

99 (84)

75

AD 11

50

79

50

82

AD 10

52

37

80

38

AD 9

196

2

222

2

AD 8

100

1

79

1

AD 7

175

160

AD 6

27

19

AD 5

52

28

48

28

Totaal AD

931

267

937

276

AST 11

10

10

AST 10

17

1

17

1

AST 9

30

32

AST 8

47

5

63

5

AST 7

56

31

48

31

AST 6

62

24

52

24

AST 5

65

49

83

51

AST 4

91

42

102

42

AST 3

167

11

131

13

AST 2

40

6

32

5

AST 1

39

Totaal AST

624

169

570

172

AST/SC 6

 

 

AST/SC 5

 

 

AST/SC 4

 

 

AST/SC 3

 

 

3

AST/SC 2

 

 

40

AST/SC 1

 

 

Totaal AST/SC

 

 

40 (85)

3 (85)

Totaal-generaal

1 555  (86)

436

1 547  (87)

451

Totaal personeel

1 991  (88)

1 998  (88)

AFDELING V

REKENKAMER

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

132 906 000

Eigen inkomsten

–20 192 000

Te ontvangen bijdrage

112 714 000

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

10 838 000

10 004 000

9 951 309,06

91,82

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

1 750 000

1 500 000

13 450,64

0,77

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

12 588 000

11 504 000

9 964 759,70

79,16

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

7 404 000

8 097 000

7 107 013,91

95,99

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

111 646,91

 

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

7 404 000

8 097 000

7 218 660,82

97,50

 

Titel 4 — Totaal

19 992 000

19 601 000

17 183 420,52

85,95

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

10 838 000

10 004 000

9 951 309,06

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4
Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

1 750 000

1 500 000

13 450,64

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

7 404 000

8 097 000

7 107 013,91

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

111 646,91

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2
Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 189,76

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 189,76

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

657,61

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

657,61

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

110 027,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

110 027,—

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

111 874,37

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERINGEN) EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERINGEN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen)

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of overname van tot de instelling behorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of de overname van de andere roerende goederen dan voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2
Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 189,76

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm. De ontvangsten worden op 70 000 EUR geschat.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

657,61

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling.

5 2 2
Rente over voorfinancieringen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van de renten over voorfinancieringen.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

110 027,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijne van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0
Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

200 000

200 000

19 496,28

9,75

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

200 000

200 000

19 496,28

9,75

 

Titel 9 — Totaal

200 000

200 000

19 496,28

9,75

 

TOTAAL-GENERAAL

20 192 000

19 801 000

17 314 791,17

85,75

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

200 000

200 000

19 496,28

Toelichting

Onder dit artikel worden de diverse ontvangsten geboekt.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

10 291 000

15 175 000

13 611 630,20

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

97 420 000

93 179 575

89 312 157,47

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

4 301 000

4 096 000

4 033 706,59

1 6

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

6 369 000

6 312 000

6 219 796,18

 

Titel 1 — Totaal

118 381 000

118 762 575

113 177 290,44

2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

3 080 000

3 350 000

7 135 362,12

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

7 937 000

7 918 000

8 289 012,22

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

426 000

438 000

531 406,11

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

717 000

768 000

658 033,86

2 7

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 365 000

2 261 000

2 119 648,02

 

Titel 2 — Totaal

14 525 000

14 735 000

18 733 462,33

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

132 906 000

133 497 575

131 910 752,77

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 567 000

8 687 000

8 440 665,25

98,53

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

72 000

557 000

178 686,21

248,18

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

8 639 000

9 244 000

8 619 351,46

99,77

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 253 000

1 957 000

1 537 184,65

122,68

1 0 3

Pensioenen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

3 584 000

3 041 385,33

 

1 0 4

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

319 000

319 000

293 738,72

92,08

1 0 6

Opleiding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

80 000

71 000

119 970,04

149,96

1 0 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

10 291 000

15 175 000

13 611 630,20

132,27

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

96 113 000

91 758 575

88 253 986,72

91,82

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

433 000

416 000

418 335,23

96,61

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

874 000

1 005 000

639 835,52

73,21

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

97 420 000

93 179 575

89 312 157,47

91,68

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

97 420 000

93 179 575

89 312 157,47

91,68

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 947 000

2 743 000

2 870 627,99

97,41

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

987 000

987 000

780 193,56

79,05

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

45 885,04

114,71

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

327 000

326 000

337 000,—

103,06

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

4 301 000

4 096 000

4 033 706,59

93,79

1 4 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

4 301 000

4 096 000

4 033 706,59

93,79

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

48 000

48 000

59 350,—

123,65

1 6 1 2

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

720 000

718 000

704 991,09

97,92

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

768 000

766 000

764 341,09

99,52

1 6 2

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 700 000

3 700 000

3 510 584,73

94,88

1 6 3

Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

35 000

25 000

25 000,—

71,43

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

77 000

83 000

58 984,12

76,60

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

112 000

108 000

83 984,12

74,99

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

104 000

101 000

63 222,41

60,79

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

55 000

55 000

73 663,83

133,93

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 450 000

1 512 000

1 654 000,—

114,07

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

180 000

70 000

70 000,—

38,89

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

1 789 000

1 738 000

1 860 886,24

104,02

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

6 369 000

6 312 000

6 219 796,18

97,66

 

Titel 1 — Totaal

118 381 000

118 762 575

113 177 290,44

95,60

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0
Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0
Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 567 000

8 687 000

8 440 665,25

Toelichting

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 2.

Dit krediet dient ter dekking van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden van de Rekenkamer, alsmede van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

1 0 0 2
Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

72 000

557 000

178 686,21

Toelichting

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 6.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten bij de indiensttreding of de beëindiging van het ambt van de leden van de Rekenkamer;

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt;

de verhuiskosten van de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt.

1 0 2
Overbruggingstoelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 253 000

1 957 000

1 537 184,65

Toelichting

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 8.

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen en gezinstoelagen van de leden van de Rekenkamer na beëindiging van hun dienst.

1 0 3
Pensioenen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

3 584 000

3 041 385,33

Toelichting

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen, invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Rekenkamer alsmede van de overlevingspensioenen voor de overlevende echtgenoten en wezen van genoemde leden.

1 0 4
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

319 000

319 000

293 738,72

Toelichting

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 7.

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Het overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement aangewezen bedrag wordt geschat op 2 000 EUR.

1 0 6
Opleiding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

80 000

71 000

119 970,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelneming van de leden van de Rekenkamer aan talencursussen of andere bij- en nascholingscursussen.

1 0 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 2,1% toegepast.

1 2 0
Salaris en andere rechten

1 2 0 0
Salaris en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

96 113 000

91 758 575

88 253 986,72

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de bijdrage van de instelling voor het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering;

diverse toelagen en vergoedingen;

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

de vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3,van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 2
Betaalde overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

433 000

416 000

418 335,23

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

1 2 0 4
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

874 000

1 005 000

639 835,52

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

het verschil tussen de bijdragen van de hulpfunctionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het uniale stelsel moeten afdragen in geval van rekwalificatie van een contract.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 2
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, en aan ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

1 2 2 2
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die krachtens het Statuut of andere regelingen moeten worden betaald;

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de diverse vergoedingen.

1 2 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0
Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0
Andere personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 947 000

2 743 000

2 870 627,99

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 4 0 4
Stages en uitwisseling van personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

987 000

987 000

780 193,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven in verband met de detachering en de tijdelijke aanstelling bij de diensten van de Rekenkamer van ambtenaren uit bij voorrang lidstaten of andere landen en van andere deskundigen, of in verband met overleg van korte duur;

de vergoeding aan ambtenaren van de Unie van extra kosten als gevolg van hun deelneming aan een uitwisseling;

de kosten van stages bij de diensten van de Rekenkamer.

1 4 0 5
Andere externe dienstverlening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

40 000

40 000

45 885,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van tijdelijk personeel, met uitzondering van vertalers ad interim.

1 4 0 6
Externe dienstverlening op taalkundig gebied

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

327 000

326 000

337 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor de activiteiten waartoe door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (Comité interinstitutionnel de la traduction et de l'interprétation, CITI) is besloten om de interinstitutionele samenwerking op taalgebied te bevorderen;

de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen van freelance tolken en andere niet-permanente tolken;

de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalers, of voor typewerk en ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk.

1 4 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1
Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0
Diverse uitgaven voor de aanwerving

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

48 000

48 000

59 350,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor advertenties, de oproeping van kandidaten en de huur van de zalen en de machines voor rechtstreeks door de Rekenkamer te organiseren algemene vergelijkende onderzoeken en andere selectieprocedures, alsmede van de uitgaven in verband met de verplaatsing en de medische keuring van de kandidaten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

720 000

718 000

704 991,09

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het organiseren van bijscholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, en studiedagen op het gebied van controle en financieel beheer op interinstitutionele basis, alsmede van de kosten van deelneming aan soortgelijke activiteiten in de lidstaten.

Dit krediet dekt tevens een deel van de kosten van bijdragen aan bepaalde beroepsorganisaties waarvan het doel relevant is voor de werkzaamheden van de Rekenkamer.

Tevens dient het ter financiering van de aankoop van didactisch en technisch materieel dat bestemd is voor de opleiding van het personeel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 500 EUR.

1 6 2
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 700 000

3 700 000

3 510 584,73

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, inclusief de bijkomende kosten die zijn verbonden aan het opmaken van reisbiljetten en het regelen van reserveringen, alsmede dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen van het statutaire en ander personeel van de Rekenkamer en die welke worden gemaakt in verband met deskundigen of nationale of internationale ambtenaren die zijn gedetacheerd bij de diensten van de Rekenkamer en stagiairs.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 6 3
Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0
Sociale dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

35 000

25 000

25 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

Dit krediet dient ter dekking van de hulp aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor personen met een handicap die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

1 6 3 2
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

77 000

83 000

58 984,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

1 6 5
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

104 000

101 000

63 222,41

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle personeelsleden, inclusief de kosten van de in het kader van dit onderzoek gevraagde laboratoriumonderzoeken en nadere medische onderzoeken.

1 6 5 2
Restaurants en kantines

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

55 000

55 000

73 663,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en cafetaria's.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van het in het restaurant en de cafetaria's geplaatste materieel om dit in overeenstemming met de vigerende nationale hygiëne- en veiligheidsvoorschriften te brengen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4
Kinderdagverblijf

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 450 000

1 512 000

1 654 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Rekenkamer voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

1 6 5 5
Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

180 000

70 000

70 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die zijn vastgelegd in verband met de dienstenovereenkomsten tussen het PMO (Bureau voor beheer en afwikkeling van individuele rechten) en de Rekenkamer.

TITEL 2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

160 000

181 000

655 811,19

409,88

2 0 0 1

Huurkoop

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

3 000 000,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

410 000

621 000

547 088,36

133,44

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

140 000

210 803,19

421,61

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

620 000

942 000

4 413 702,74

711,89

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 280 000

1 214 000

1 460 517,38

114,10

2 0 2 4

Energieverbruik

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

889 000

889 000

950 000,—

106,86

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

143 000

162 000

178 188,81

124,61

2 0 2 8

Verzekeringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

96 000

61 000

57 830,91

60,24

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

52 000

82 000

75 122,28

144,47

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

2 460 000

2 408 000

2 721 659,38

110,64

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

3 080 000

3 350 000

7 135 362,12

231,67

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 077 000

2 191 000

1 935 988,24

93,21

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 593 000

4 462 000

4 797 627,98

104,46

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

482 000

457 000

461 000,—

95,64

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

7 152 000

7 110 000

7 194 616,22

100,60

2 1 2

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

85 000

107 000

421 121,55

495,44

2 1 4

Technisch materieel en installaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

125 000

145 000

135 893,58

108,71

2 1 6

Voertuigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

575 000

556 000

537 380,87

93,46

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

7 937 000

7 918 000

8 289 012,22

104,44

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

140 000

160 000

127 991,44

91,42

2 3 1

Financiële kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

20 000,—

100,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

30 000,—

60,00

2 3 6

Portokosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

46 419,74

92,84

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

166 000

158 000

306 994,93

184,94

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

426 000

438 000

531 406,11

124,74

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

233 000

234 000

231 897,39

99,53

2 5 4

Vergaderingen, congressen en conferenties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

142 000

142 000

109 141,32

76,86

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

17 000

17 000

16 995,15

99,97

2 5 7

Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

325 000

375 000

300 000,—

92,31

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

717 000

768 000

658 033,86

91,78

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

443 000

441 000

459 401,86

103,70

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

372 000

310 000

304 000,—

81,72

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

550 000

550 000

466 000,—

84,73

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 000 000

960 000

890 246,16

89,02

 

Artikel 2 7 4 — Totaal

1 550 000

1 510 000

1 356 246,16

87,50

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

2 365 000

2 261 000

2 119 648,02

89,63

 

Titel 2 — Totaal

14 525 000

14 735 000

18 733 462,33

128,97

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

HOOFDSTUK 2 7 —

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

Toelichting

Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van de Rekenkamer zijn blootgesteld, door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, worden deze risico's nu door de algemene begroting van de Unie gedekt. Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van het herstel van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.

2 0 0
Gebouwen

2 0 0 0
Huur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

160 000

181 000

655 811,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten te Luxemburg en te Brussel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 000 EUR.

2 0 0 1
Huurkoop

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de door de instelling verschuldigde erfpacht en andere gelijkaardige kosten op grond van huurkoopcontracten.

2 0 0 3
Verwerving van onroerende goederen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

3 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering, in jaartranches, van de uitbreidingen van het gebouw van de Rekenkamer te Luxemburg-Kirchberg.

Dit krediet dient ter financiering van het K3-bouwproject van de Rekenkamer.

2 0 0 5
Oprichting van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7
Inrichting van dienstruimten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

410 000

621 000

547 088,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8
Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

140 000

210 803,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

2 0 2
Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2
Schoonmaak en onderhoud

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 280 000

1 214 000

1 460 517,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten voor de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning, de elektrische installaties en de daarin aan te brengen veranderingen, alsmede de reparaties;

de aankoop van onderhoudsproducten en benodigdheden en van producten voor wassen, bleken en stomen.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4
Energieverbruik

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

889 000

889 000

950 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 6
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

143 000

162 000

178 188,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven betreffende de beveiliging van de gebouwen, met name het contract inzake de bewaking van de gebouwen, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmateriaal en van de uitrusting van het vrijwillige veiligheidspersoneel enz.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8
Verzekeringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

96 000

61 000

57 830,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de polissen voorziene verzekeringspremies voor de gebouwen die bij de instelling in gebruik zijn, inclusief de roerende goederen en kunstwerken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9
Overige uitgaven in verband met de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

52 000

82 000

75 122,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige lopende uitgaven in verband met de gebouwen waarin de andere artikelen van dit hoofdstuk niet specifiek voorzien, met name leidingen, vuilnisophaaldienst, reinigingslasten, bewegwijzering enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0
Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0
Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 077 000

2 191 000

1 935 988,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de hiernavolgende exploitatiekosten:

aankoop, huur en onderhoud van hardware en software, alsmede alle andere benodigdheden en documentatie;

computerbekabeling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2
Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 593 000

4 462 000

4 797 627,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het externe personeel en voor de aan derden uitbestede werkzaamheden, waaronder de dienstprestaties „helpdesk”.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3
Telecommunicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

482 000

457 000

461 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle kosten in verband met de telecommunicatie, zoals abonnementsgelden, telefoonlijnen, gebruikskosten van communicatiemiddelen, vergoedingen voor onderhoud, aanschaf, vernieuwing, reparatie en onderhoud van de telefooninstallaties en -uitrusting.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

2 1 2
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

85 000

107 000

421 121,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop of huur van extra meubilair, onderhoud of reparatie, alsmede de vervanging van meubilair dat verouderd of beschadigd is.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4
Technisch materieel en installaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

125 000

145 000

135 893,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aanschaf, vervanging, huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en kantoormachines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6
Voertuigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

575 000

556 000

537 380,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf of huur van voertuigen met of zonder chauffeur (met inbegrip van taxi's), alsmede de kosten van de gebruikmaking hiervan.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

140 000

160 000

127 991,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 1
Financiële kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 000

20 000

20 000,—

2 3 2
Juridische kosten en schadevergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

50 000

30 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven en vergoedingen die de Rekenkamer eventueel moet dragen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 6
Portokosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

50 000

46 419,74

2 3 8
Overige huishoudelijke uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

166 000

158 000

306 994,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van de bagageverzekeringen van personeel op dienstreis;

de kosten van aanschaf van de dienstkleding voor de bodes en chauffeurs en van de overige werkkleding;

de kosten van de tijdens de interne vergaderingen aangeboden verfrissingen en lichte maaltijden;

de kosten van verhuizingen en van ontvangst, opslag en plaatsing van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

de overige huishoudelijke uitgaven welke niet apart zijn opgenomen in de voorafgaande onderdelen, alsmede de kosten in verband met materiaal voor onderhoud en reparaties;

de kleine uitgaven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2
Onthaal- en representatiekosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

233 000

234 000

231 897,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichtingen van de Rekenkamer op het gebied van recepties en representatie.

2 5 4
Vergaderingen, congressen en conferenties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

142 000

142 000

109 141,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en de bijkomende kosten van de deskundigen die deelnemen aan studie- en werkgroepen, alsmede de kosten voor het organiseren van deze vergaderingen, voor zover die niet zijn gedekt door de bestaande infrastructuur.

Ook dient het ter dekking van de kosten van de organisatie van en deelneming aan conferenties, congressen en vergaderingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 6
Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

17 000

17 000

16 995,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studiedagen over de werkzaamheden van de Rekenkamer die worden georganiseerd voor docenten aan universiteiten, redacteuren van gespecialiseerde tijdschriften en andere gespecialiseerde bezoekers uit de lidstaten, die de Rekenkamer bezoeken. Ook dient dit krediet ter dekking van diverse uitgaven in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Rekenkamer.

2 5 7
Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

325 000

375 000

300 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de door de tolkendiensten van het Parlement en de Commissie verrichte diensten.

HOOFDSTUK 2 7 —   INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0
Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

443 000

441 000

459 401,86

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitbesteding van studies door middel van contracten met gekwalificeerde deskundigen op het gebied van de controle, maar ook op administratief gebied.

In het kader van haar controles moet de Rekenkamer technische studies en analysen (bijvoorbeeld van chemische, fysische en statistische aard) laten verrichten door externe deskundigen. Dit krediet omvat tevens de kosten voor de controle van de rekeningen van de Rekenkamer door een onafhankelijk accountantskantoor waarvan het verslag wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2 7 2
Documentatie, bibliotheek en archivering

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

372 000

310 000

304 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties alsmede van supplementen op de aanwezige werken;

speciale bibliotheekuitrusting;

de kosten van abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse berichtgevingen;

de kosten van abonnementen op persbureaus of externe informatieve databanken;

de kosten van het gebruik van sommige externe databanken;

de kosten van het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

de kosten van het verwerken van archiefbestanden en de verwerving van vervangende archiefbestanden.

2 7 4
Productie en verspreiding

2 7 4 0
Publicatieblad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

550 000

550 000

466 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de publicaties van de Rekenkamer in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.

2 7 4 1
Publicaties van algemene aard

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000 000

960 000

890 246,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van publicatie en verspreiding van de verslagen en adviezen die de Rekenkamer krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 325, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld;

de uitgaven in verband met de communicatie betreffende de algemene controlewerkzaamheden en de activiteiten van de Rekenkamer (met name internetsite, audiovisueel materieel, documentatie), met inbegrip van de uitgaven betreffende de betrekkingen met de pers en andere belanghebbenden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

132 906 000

133 497 575

131 910 752,77

99,25

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling V — Rekenkamer

Functiegroep en rang

Rekenkamer

Vaste ambten

Tijdelijke ambten (89)

2015

2014

2015

2014

Niet-ingedeeld

 

 

1

1

AD 16

 

 

 

 

AD 15

11 (93)

11 (93)

 

 

AD 14

35 (90)  (96)

31 (90)

30

30

AD 13

40 (93)  (96)

41 (93)

2

2

AD 12

50 (91)  (93)  (96)

53 (91)  (93)

5

5

AD 11

47 (92)  (93)  (96)

37 (92)  (93)

31

31

AD 10

54 (93)  (96)

64 (93)

2

2

AD 9

66

66

 

 

AD 8

52

52

 

 

AD 7

93 (93)  (96)

78 (93)

 

 

AD 6

73 (93)  (96)

88 (93)

 

 

AD 5

12 (93)  (97)

17 (93)

 

 

Totaal AD

533

538

71

71

AST 11

8 (92)

8 (92)

 

 

AST 10

7 (93)

7 (93)

 

 

AST 9

12 (93)  (96)

8 (93)

 

 

AST 8

19 (93)  (96)

23 (93)

 

 

AST 7

27 (93)  (96)

25 (93)

29

29

AST 6

22 (93)  (96)

24 (93)

 

 

AST 5

29 (93)

30 (93)

 

 

AST 4

21 (96)

18

29

29

AST 3

36 (93)  (94)  (96)

39 (93)  (94)

7

7

AST 2

12 (93)  (95)  (97)

16 (93)  (95)

3

3

AST 1

5

5

 

 

Totaal AST

198

203

68

68

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

2 (95)

2 (95)

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

Totaal AST/SC

2

2

Totaal-generaal

733  (98)

743  (98)

139

139

AFDELING VI

EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

129 055 970

Eigen inkomsten

–10 764 208

Te ontvangen bijdrage

118 291 762

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

4 633 256

4 521 290

4 567 750,—

98,59

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

851 410

871 316

9 779,—

1,15

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

5 484 666

5 392 606

4 577 529,—

83,46

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

5 239 542

5 493 786

5 165 463,—

98,59

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

673 377,—

 

4 1 2

Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

5 239 542

5 493 786

5 838 840,—

111,44

 

Titel 4 — Totaal

10 724 208

10 886 392

10 416 369,—

97,13

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

4 633 256

4 521 290

4 567 750,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

851 410

871 316

9 779,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

5 239 542

5 493 786

5 165 463,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

673 377,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

4 1 2
Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 699,—

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

3 699,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 061,—

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

4 760,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 455 049,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

1 455 049,—

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 455 049,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

40 000

40 000

4 287,—

10,72

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

40 000

40 000

4 287,—

10,72

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 058 048,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 058 048,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

45 445,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

534,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

189 754,—

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

235 733,—

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

217 593,—

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

217 593,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 5 — Totaal

40 000

40 000

3 975 470,—

9 938,68

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

3 699,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 061,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 455 049,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

40 000

40 000

4 287,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

2 058 048,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

45 445,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

534,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

189 754,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

217 593,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0
Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 9 0

p.m.

p.m.

16 429,—

 

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

16 429,—

 

 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

16 429,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

10 764 208

10 926 392

14 408 268,—

133,85

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

16 429,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

20 083 937

19 533 937

18 211 952,—

Reserves (10 0)

55 000

 

 

 

20 138 937

19 533 937

18 211 952,—

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

63 504 043

65 085 681

62 559 102,—

Reserves (10 0)

285 000

 

 

 

63 789 043

65 085 681

62 559 102,—

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

5 242 926

4 184 719

3 588 196,—

Reserves (10 0)

93 750

 

 

 

5 336 676

4 184 719

3 588 196,—

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 834 500

1 830 252

1 690 401,—

 

Titel 1 — Totaal

90 665 406

90 634 589

86 049 651,—

Reserves (10 0)

433 750

 

 

 

91 099 156

90 634 589

86 049 651,—

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

19 721 293

19 728 928

19 672 245,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

6 042 023

6 062 390

5 957 233,—

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

551 890

518 450

517 042,—

2 5

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

9 487 524

9 469 511

8 338 031,—

2 6

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

2 154 084

2 145 512

1 919 261,—

 

Titel 2 — Totaal

37 956 814

37 924 791

36 403 812,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

433 750

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

433 750

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

129 055 970

128 559 380

122 453 463,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

96 080

106 080

84 095,—

87,53

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

19 451 194

18 901 194

17 501 194,—

89,97

Reserves (10 0)

55 000

 

 

 

 

19 506 194

18 901 194

17 501 194,—

 

1 0 0 8

Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

472 382

472 382

552 382,—

116,94

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

20 019 656

19 479 656

18 137 671,—

90,60

Reserves (10 0)

55 000

 

 

 

 

20 074 656

19 479 656

18 137 671,—

 

1 0 5

Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

64 281

54 281

74 281,—

115,56

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

20 083 937

19 533 937

18 211 952,—

90,68

Reserves (10 0)

55 000

 

 

 

 

20 138 937

19 533 937

18 211 952,—

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

63 008 443

64 467 848

62 129 869,—

98,61

Reserves (10 0)

285 000

 

 

 

 

63 293 443

64 467 848

62 129 869,—

 

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

31 443

30 102

18 998,—

60,42

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

464 157

587 731

410 235,—

88,38

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

63 504 043

65 085 681

62 559 102,—

98,51

Reserves (10 0)

285 000

 

 

 

 

63 789 043

65 085 681

62 559 102,—

 

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

63 504 043

65 085 681

62 559 102,—

98,51

Reserves (10 0)

285 000

 

 

 

 

63 789 043

65 085 681

62 559 102,—

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 086 065

2 052 423

1 971 680,—

94,52

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

879 916

867 739

714 089,—

81,15

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

66 784

66 896

47 101,—

70,53

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

3 032 765

2 987 058

2 732 870,—

90,11

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Prestaties van derden voor de vertaaldienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 437 310

424 810

257 475,—

17,91

Reserves (10 0)

93 750

 

 

 

 

1 531 060

424 810

257 475,—

 

1 4 2 2

Diensten van deskundigen ten behoeve van de advieswerkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

742 851

742 851

567 851,—

76,44

1 4 2 4

Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

30 000,—

100,00

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

2 210 161

1 197 661

855 326,—

38,70

Reserves (10 0)

93 750

 

 

 

 

2 303 911

1 197 661

855 326,—

 

1 4 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

5 242 926

4 184 719

3 588 196,—

68,44

Reserves (10 0)

93 750

 

 

 

 

5 336 676

4 184 719

3 588 196,—

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

55 000

55 000

41 277,—

75,05

1 6 1 2

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

506 000

505 752

512 148,—

101,22

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

561 000

560 752

553 425,—

98,65

1 6 2

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

432 500

432 500

360 600,—

83,38

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

32 000

42 000

2 500,—

7,81

1 6 3 2

Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

169 000

185 000

141 376,—

83,65

1 6 3 4

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

67 500,—

84,38

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

560 000

530 000

565 000,—

100,89

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

841 000

837 000

776 376,—

92,32

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

 

 

 

 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

1 834 500

1 830 252

1 690 401,—

92,15

 

Titel 1 — Totaal

90 665 406

90 634 589

86 049 651,—

94,91

Reserves (10 0)

433 750

 

 

 

 

91 099 156

90 634 589

86 049 651,—

 

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

1 0 0
Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0
Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

96 080

106 080

84 095,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de vergoedingen en toelagen voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité, inclusief bijzondere ambtsvergoedingen en overige vergoedingen, verzekeringspremies, inclusief ziektekosten-, ongevallen- en reisbijstandsverzekering, en specifieke maatregelen voor leden met een handicap.

1 0 0 4
Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 0 0 4

19 451 194

18 901 194

17 501 194,—

Reserves (10 0)

55 000

 

 

Totaal

19 506 194

18 901 194

17 501 194,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Europees Economisch en Sociaal Comité uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Een deel van de kredieten is in de reserve geplaatst. De reserve wordt vrijgemaakt zodra het definitieve besluit over de overplaatsing van de laatste zes van de in totaal 36 posten is genomen.

1 0 0 8
Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

472 382

472 382

552 382,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (Consultative Commission on Industrial Change — CCMI) en hun plaatsvervangers uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5
Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

64 281

54 281

74 281,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 4,5% toegepast.

1 2 0
Salaris en andere rechten

1 2 0 0
Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 2 0 0

63 008 443

64 467 848

62 129 869,—

Reserves (10 0)

285 000

 

 

Totaal

63 293 443

64 467 848

62 129 869,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering;

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Een deel van de kredieten is in de reserve geplaatst. De reserve wordt vrijgemaakt zodra het definitieve besluit over de overplaatsing van de laatste zes van de in totaal 36 posten is genomen.

1 2 0 2
Betaalde overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

31 443

30 102

18 998,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

1 2 0 4
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

464 157

587 731

410 235,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 2 2
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren:

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

1 2 2 2
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die als toepassing van de hierboven genoemde bepalingen moeten worden betaald;

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

1 2 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0
Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0
Andere personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 086 065

2 052 423

1 971 680,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

de bezoldiging van de andere personeelsleden, waaronder hulpfunctionarissen, contractuele functionarissen, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden of op de vergoeding bij beëindiging van het contract;

de honoraria van medisch en paramedisch personeel, betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten;

de bezoldiging of de honoraria van conferentie- en multimediapersoneel op de diensten waarvan bij een te hoge werkdruk of in bijzondere gevallen een beroep wordt gedaan;

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

de uitbetaling van overuren overeenkomstig artikel 56 en bijlage VI van het statuut;

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een personeelslid.

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 0 4
Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

879 916

867 739

714 089,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen en reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Economisch en Sociaal Comité en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Europees Economisch en Sociaal Comité;

de kosten van programma's voor de vorming van de jeugd in een Europese geest.

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

1 4 0 8
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

66 784

66 896

47 101,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van personeelsleden (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor personeelsleden die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan personeelsleden die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

het verschil tussen de bijdragen van de andere personeelsleden aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het uniale stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.

de gevolgen van aanpassingen voor de bezoldiging tijdens het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2
Prestaties van derden

1 4 2 0
Prestaties van derden voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 4 2 0

1 437 310

424 810

257 475,—

Reserves (10 0)

93 750

 

 

Totaal

1 531 060

424 810

257 475,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalers, voor typewerk of voor ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk. Het Europees Economisch en Sociaal Comité maakt stelselmatig gebruik van freelance vertalers die voorkomen op de lijsten die naar aanleiding van interinstitutionele aanbestedingen zijn opgesteld.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Een deel van de kredieten is in de reserve geplaatst. De reserve wordt vrijgemaakt zodra het definitieve besluit over de overplaatsing van de laatste zes van de in totaal 36 posten is genomen.

1 4 2 2
Diensten van deskundigen ten behoeve van de advieswerkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

742 851

742 851

567 851,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de deskundigen van het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de vigerende regeling inzake de vergoeding van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2 4
Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

30 000

30 000

30 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle activiteiten die verband houden met interinstitutionele samenwerking op het gebied van personeelsbeheer.

Dit krediet dient tevens ter dekking van alle dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1
Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0
Uitgaven in verband met aanwerving

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

55 000

55 000

41 277,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen, contractuele functionarissen en plaatselijke functionarissen.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kan dit krediet worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 6 1 2
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

506 000

505 752

512 148,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de organisatie van opleidingen en bijscholingscursussen, alsook talencursussen voor personeelsleden op interinstitutionele basis. De kredieten mogen deels en in naar behoren gemotiveerde gevallen bestemd worden voor de organisatie van cursussen binnen de instelling;

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen, alsook voor specifieke studies van deskundigen met het oog op het ontwerpen en uitvoeren van opleidingsprogramma's;

de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel;

de kosten van dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 6 2
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

432 500

432 500

360 600,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

1 6 3
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0
Sociale dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

32 000

42 000

2 500,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

Dit krediet dient ter dekking van:

in het kader van een interinstitutioneel gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

voor de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren,

de interventies van medische of sociale aard (zoals gezinshulp, opvang van zieke kinderen, psychologische ondersteuning of bemiddeling),

geringe uitgaven van de sociale dienst.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 6 3 2
Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

169 000

185 000

141 376,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter stimulering en financiële ondersteuning van elk initiatief dat de sociale betrekkingen tussen het personeel van de instelling verbetert en het welzijn op het werk ontwikkelt.

Het dekt tevens een subsidie voor het Personeelscomité met het oog op het beheer en de controle van sociale organen zoals (sport)clubs, culturele en vrijetijdsactiviteiten, enz.

Dit krediet is voorts bestemd voor de financiële ondersteuning van maatregelen van sociale aard die zijn vastgesteld door de instelling, in nauwe samenwerking met het Personeelscomité (artikel 1 sexies van het Statuut).

Het dient tevens ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de subsidie voor sociale, sportieve, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse in België.

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto's te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

1 6 3 4
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

80 000

80 000

67 500,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen enz., de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

1 6 3 6
Restaurants en kantines

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het restaurant.

1 6 3 8
Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

560 000

530 000

565 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse kinderopvangcentra.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement, afkomstig van ouderbijdragen, wordt geraamd op 10 000 EUR.

1 6 4
Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen

1 6 4 0
Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het EESC aan door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese scholen of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese scholen van type 2, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens het EESC, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van het EESC die zijn ingeschreven in een Europese School van type 2.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 130 628

2 100 019

2 060 938,—

96,73

2 0 0 1

Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

11 755 909

11 582 176

11 527 158,—

98,05

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

320 328

321 275

307 930,—

96,13

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

56 775

56 943

56 858,—

100,15

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

14 263 640

14 060 413

13 952 884,—

97,82

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 532 507

2 539 992

2 677 476,—

105,72

2 0 2 4

Energieverbruik

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

792 675

965 466

905 379,—

114,22

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 052 711

2 052 711

2 082 710,—

101,46

2 0 2 8

Verzekeringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

79 760

110 346

53 796,—

67,45

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

5 457 653

5 668 515

5 719 361,—

104,80

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

19 721 293

19 728 928

19 672 245,—

99,75

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 514 025

1 514 025

1 514 025,—

100,00

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 881 843

1 887 328

2 012 945,—

106,97

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 376 959

1 377 714

1 319 114,—

95,80

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

4 772 827

4 779 067

4 846 084,—

101,53

2 1 2

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

231 188

231 188

73 166,—

31,65

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

948 008

963 224

953 082,—

100,54

2 1 6

Voertuigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

90 000

88 911

84 901,—

94,33

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

6 042 023

6 062 390

5 957 233,—

98,60

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

213 444

214 030

193 552,—

90,68

2 3 1

Financiële lasten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 000

4 500

9 500,—

158,33

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

85 000

50 000

79 970,—

94,08

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

125 000

125 000

91 899,—

73,52

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

122 446

124 920

142 121,—

116,07

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

551 890

518 450

517 042,—

93,69

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

227 430

227 430

290 430,—

127,70

2 5 4 2

Kosten van organisatie van en deelname aan evenementen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

587 745

587 745

491 134,—

83,56

2 5 4 4

Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

74 000

75 000

25 667,—

34,69

2 5 4 6

Kosten inzake representatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

139 000

139 000

50 000,—

35,97

2 5 4 8

Conferentietolken

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 459 349

8 440 336

7 480 800,—

88,43

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

9 487 524

9 469 511

8 338 031,—

87,88

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

9 487 524

9 469 511

8 338 031,—

87,88

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0

Communicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

845 500

845 500

686 861,—

81,24

2 6 0 2

Publicaties en bevordering daarvan

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

470 000

503 000

508 018,—

108,09

2 6 0 4

Publicatieblad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

430 000

430 000

364 403,—

84,74

 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 745 500

1 778 500

1 559 282,—

89,33

2 6 2

Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0

Studies, onderzoek en hoorzittingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

155 000

155 000

153 193,—

98,83

2 6 2 2

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

165 700

169 762

157 551,—

95,08

2 6 2 4

Archivering en aanverwante werkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

87 884

42 250

49 235,—

56,02

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

408 584

367 012

359 979,—

88,10

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

2 154 084

2 145 512

1 919 261,—

89,10

 

Titel 2 — Totaal

37 956 814

37 924 791

36 403 812,—

95,91

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 5 —

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

HOOFDSTUK 2 6 —

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

Toelichting

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euraom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 0 0
Gebouwen

2 0 0 0
Huur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 130 628

2 100 019

2 060 938,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 1
Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 755 909

11 582 176

11 527 158,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 3
Aankoop van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 5
Constructie van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7
Inrichting van dienstruimten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

320 328

321 275

307 930,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden, met inbegrip van specifieke werkzaamheden zoals de aanleg van kabels, beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant, enz., evenals van de overige uitgaven in het kader van deze inrichtingswerkzaamheden, waaronder de kosten van architecten of ingenieurs.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 8
Overige uitgaven in verband met gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

56 775

56 943

56 858,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor gebouwen waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name de technische of architecturale bijstand bij studies en de voorbereiding en de follow-up van onderhoud of andere werken in de gebouwen;

de uitgaven voor aanpassingen van de gebouwen van het Europees Economisch en Sociaal Comité om deze toegankelijk te maken voor gehandicapte personeelsleden en bezoekers, zoals aangegeven in de reeds goedgekeurde audit inzake toegankelijkheid voor gehandicapten;

de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen.

2 0 0 9
Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

2 0 2
Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2
Schoonmaak en onderhoud

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 532 507

2 539 992

2 677 476,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud van de kantoren, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en vormgeving van de gebouwen en terreinen, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van de Eco-Management and Audit Scheme (EMAS)-norm, enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 0 2 4
Energieverbruik

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

792 675

965 466

905 379,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 6
Veiligheid en toezicht

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 052 711

2 052 711

2 082 710,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging van en het toezicht op de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 8
Verzekeringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

79 760

110 346

53 796,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0
Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

2 1 0 0
Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 514 025

1 514 025

1 514 025,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 2
Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 881 843

1 887 328

2 012 945,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informaticacentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 3
Telecommunicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 376 959

1 377 714

1 319 114,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica. Het dekt tevens de medefinanciering van de voor de leden en afgevaardigden ter beschikking gestelde hulpmiddelen voor het elektronisch ontvangen van de documenten van het Europees Economisch en Sociaal Comité.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 2
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

231 188

231 188

73 166,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met inbegrip van de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor ad-hocvervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 4
Technisch materieel en technische installaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

948 008

963 224

953 082,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

divers vast en mobiel technisch materieel en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, kantines en gebouwen, enz.;

materieel, met name voor printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector, enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 000 EUR.

2 1 6
Voertuigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

90 000

88 911

84 901,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, het onderhoud, het gebruik en de reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

213 444

214 030

193 552,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, de producten voor druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 1
Financiële lasten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 000

4 500

9 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

2 3 2
Juridische kosten en schadevergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

85 000

50 000

79 970,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

alle eventuele kosten indien het Europees Economisch en Sociaal Comité voor een rechtbank van de Unie of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard in verband met zaken waarbij de Juridische dienst is betrokken;

schadevergoedingen, intresten en eventuele daarmee verband houdende schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 6
Porto- en vrachtkosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

125 000

125 000

91 899,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8
Overige huishoudelijke uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

122 446

124 920

142 121,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen, de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen, enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

HOOFDSTUK 2 5 —   OPERATIONELE ACTIVITEITEN

2 5 4
Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0
Diverse kosten voor interne vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

227 430

227 430

290 430,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, in sommige gevallen, snacks of werkmaaltijden tijdens interne vergaderingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 2
Kosten van organisatie van en deelname aan evenementen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

587 745

587 745

491 134,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, inclusief representatiekosten en de kosten van deelname van externe deelnemers, in verband met a) door het Europees Economisch en Sociaal Comité georganiseerde evenementen, b) de totale bijdrage, indien het evenement mede met derde partijen wordt georganiseerd en c) uitgaven voor de (gedeeltelijke) uitbesteding van de organisatie van een evenement.

Dit krediet dient ook ter dekking van uitgaven ter gelegenheid van a) bezoeken aan het Europees Economisch en Sociaal Comité van delegaties van sociale en beroepsorganisaties, b) de deelname van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan de activiteiten van de Internationale vereniging van sociaaleconomische raden en aanverwante instellingen en c) de activiteiten van de vereniging van oud-leden van het Comité.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op: p.m.

2 5 4 4
Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

74 000

75 000

25 667,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI), met uitzondering van de reiskosten en vergoedingen van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 6
Kosten inzake representatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

139 000

139 000

50 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de isntelling inzake representatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 8
Conferentietolken

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 459 349

8 440 336

7 480 800,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor werkzaamheden van tolken (terbeschikkingstelling door andere instellingen of freelance tolken) ten behoeve van de instelling, met inbegrip van hun honoraria, reiskosten en verblijfsvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 6 —   COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

2 6 0
Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0
Communicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

845 500

845 500

686 861,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle communicatie- en voorlichtingskosten van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ongeacht of die betrekking hebben op doelstellingen en activiteiten van het Comité, voor het publiek of de sociale en beroepsorganisaties bestemde voorlichtingscampagnes, multimediavoorzieningen voor conferenties, congressen, colloquia, de organisatie van en multimediavoorzieningen voor belangrijke evenementen voor het publiek, op culturele initiatieven of alle overige evenementen van het Europees Economisch en Sociaal Comité van uiteenlopende aard, zoals de prijs van de georganiseerde civiele samenleving. Dit krediet dient tevens ter dekking van alle uitgaven voor materialen, dienstverlening, consumpties en benodigdheden in verband met deze evenementen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 0 2
Publicaties en bevordering daarvan

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

470 000

503 000

508 018,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties via alle media, om de voorlichtingsactiviteiten van het Europees Economisch en Sociaal Comité te promoten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 6 0 4
Publicatieblad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

430 000

430 000

364 403,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 125 000 EUR.

2 6 2
Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0
Studies, onderzoek en hoorzittingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

155 000

155 000

153 193,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van raadpleging van personen met vakkundigheid op specifieke gebieden en van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

165 700

169 762

157 551,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

de uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Economisch en Sociaal Comité is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), het systeem voor kwaliteitsbeheer, enz.;

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

de kosten, inclusief materieel, van interne publicaties (brochures, studies, enz.) en communicatie (newsletters, video's, cd-roms, enz.);

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere werken voor de taalkundige diensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

2 6 2 4
Archivering en aanverwante werkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

87 884

42 250

49 235,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van het inbinden van het Publicatieblad van de Europese Unie en van verschillende brochures;

de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes, enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur), en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms, enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

433 750

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

433 750

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

433 750

p.m.

0,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

129 055 970

128 559 380

122 453 463,—

94,88

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

433 750

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité

Functiegroep en rang

Europees Economisch en Sociaal Comité

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet ingedeeld

 

1

 

1

AD 16

1

 

 

 

AD 15

5

 

6

 

AD 14

19

1

21

1

AD 13

37

3

37

3

AD 12

40

 

38

 

AD 11

30

 

30

 

AD 10

20

3

20

3

AD 9

23

7

23

7

AD 8

38

 

33

 

AD 7

49

2

48

2

AD 6

48

1

48

1

AD 5

32

2

40

2

Totaal AD

342

20

344

20

AST 11

4

 

5

 

AST 10

10

 

10

 

AST 9

12

1

12

1

AST 8

19

 

18

 

AST 7

42

1

43

1

AST 6

54

4

54

4

AST 5

47

5

47

4

AST 4

42

1

42

1

AST 3

61

3

61

3

AST 2

34

 

34

 

AST 1

6

0

15

1

Totaal AST

331

15

341

15

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

5

 

 

 

Totaal AST/SC

 

 

 

 

Totaal

678

35

685

35

Totaal-generaal

713  (99)

720

AFDELING VII

COMITÉ VAN DE REGIO'S

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Comité van de Regio’s voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

88 867 199

Eigen inkomsten

–7 701 153

Te ontvangen bijdrage

81 166 046

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

3 345 273

3 188 444

3 241 950,—

96,91

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

596 477

622 780

6 925,—

1,16

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

3 941 750

3 811 224

3 248 875,—

82,42

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

3 755 729

4 115 471

3 728 184,—

99,27

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

129 516,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

3 755 729

4 115 471

3 857 700,—

102,72

 

Titel 4 — Totaal

7 697 479

7 926 695

7 106 575,—

92,32

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 345 273

3 188 444

3 241 950,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

596 477

622 780

6 925,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 755 729

4 115 471

3 728 184,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

129 516,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, en de artikelen 17 en bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en artikel 83, lid 2.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 43.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

3 674

12 047

3 561,—

96,92

5 2 2

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

3 674

12 047

3 561,—

96,92

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 5 — Totaal

3 674

12 047

3 561,—

96,92

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

HOOFDSTUK 5 2 —

ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende roerende goederen (andere dan voertuigen).

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten via elektronische weg.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

3 674

12 047

3 561,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere opbrengsten over de rekeningen van het Comité van de Regio's.

5 2 2
Renteopbrengsten uit voorfinanciering

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de renteopbrengsten uit voorfinanciering.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 9 0
Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

7 701 153

7 938 742

7 110 136,—

92,33

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor diverse ontvangsten.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

8 960 603

8 408 084

8 343 850,—

Reserves (10 0)

110 002

 

 

 

9 070 605

8 408 084

8 343 850,—

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

46 688 057

47 462 875

44 720 710,—

Reserves (10 0)

570 000

 

 

 

47 258 057

47 462 875

44 720 710,—

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

8 533 733

8 209 144

7 736 310,—

Reserves (10 0)

200 002

 

 

 

8 733 735

8 209 144

7 736 310,—

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 511 070

1 446 970

1 416 820,—

 

Titel 1 — Totaal

65 693 463

65 527 073

62 217 690,—

Reserves (10 0)

880 004

 

 

 

66 573 467

65 527 073

62 217 690,—

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

14 543 501

14 528 461

14 988 114,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

3 868 081

3 738 629

3 664 167,—

2 3

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

354 114

358 247

337 000,—

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

749 750

751 845

679 592,—

2 6

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 778 286

2 721 284

2 865 412,—

 

Titel 2 — Totaal

22 293 732

22 098 466

22 534 285,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

880 004

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

880 004

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

88 867 199

87 625 539

84 751 975,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

80 000,—

100,00

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 865 603

8 313 084

8 243 350,—

92,98

Reserves (10 0)

110 002

 

 

 

 

8 975 605

8 313 084

8 243 350,—

 

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

8 945 603

8 393 084

8 323 350,—

93,04

Reserves (10 0)

110 002

 

 

 

 

9 055 605

8 393 084

8 323 350,—

 

1 0 5

Cursussen voor de leden van de instelling

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

20 500,—

136,67

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

8 960 603

8 408 084

8 343 850,—

93,12

Reserves (10 0)

110 002

 

 

 

 

9 070 605

8 408 084

8 343 850,—

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

45 874 465

47 002 875

44 467 437,—

96,93

Reserves (10 0)

570 000

 

 

 

 

46 444 465

47 002 875

44 467 437,—

 

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

60 000

60 000

57 025,—

95,04

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

350 000

400 000

196 248,—

56,07

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

46 284 465

47 462 875

44 720 710,—

96,62

Reserves (10 0)

570 000

 

 

 

 

46 854 465

47 462 875

44 720 710,—

 

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

403 592

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

46 688 057

47 462 875

44 720 710,—

95,79

Reserves (10 0)

570 000

 

 

 

 

47 258 057

47 462 875

44 720 710,—

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 100 317

2 054 784

2 009 625,—

95,68

1 4 0 2

Vertolkingsdiensten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 430 760

4 566 700

4 326 934,—

97,66

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

760 460

760 460

674 936,—

88,75

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

45 000

30 000

30 000,—

66,67

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

7 336 537

7 411 944

7 041 495,—

95,98

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

747 196

347 200

245 865,—

32,91

Reserves (10 0)

200 002

 

 

 

 

947 198

347 200

245 865,—

 

1 4 2 2

Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

448 950,—

99,77

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

1 197 196

797 200

694 815,—

58,04

Reserves (10 0)

200 002

 

 

 

 

1 397 198

797 200

694 815,—

 

1 4 9

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

8 533 733

8 209 144

7 736 310,—

90,66

Reserves (10 0)

200 002

 

 

 

 

8 733 735

8 209 144

7 736 310,—

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven in verband met aanwerving

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

45 000

50 000

35 000,—

77,78

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

425 070

425 070

400 395,—

94,20

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

470 070

475 070

435 395,—

92,62

1 6 2

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

382 500

382 500

335 000,—

87,58

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

10 000,—

50,00

1 6 3 2

Intern sociaal beleid

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

28 500

28 500

25 675,—

90,09

1 6 3 3

Mobiliteit/Vervoer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

45 000

63 000,—

126,00

1 6 3 4

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

110 000

45 900

45 000,—

40,91

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

502 750,—

111,72

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

658 500

589 400

646 425,—

98,17

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

 

 

 

 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

1 511 070

1 446 970

1 416 820,—

93,76

 

Titel 1 — Totaal

65 693 463

65 527 073

62 217 690,—

94,71

Reserves (10 0)

880 004

 

 

 

 

66 573 467

65 527 073

62 217 690,—

 

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0
Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0
Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

80 000

80 000

80 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kantooruitgaven van leden in verband met de uitoefening van plichten en verantwoordelijkheden binnen het Comité van de Regio's of leden die als rapporteur zijn opgetreden. Het tweede deel van dit krediet is bedoeld ter dekking van de ziektekosten- en de ongevallenverzekering en de specifieke bijdragen ten behoeve van gehandicapte leden.

1 0 0 4
Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 0 0 4

8 865 603

8 313 084

8 243 350,—

Reserves (10 0)

110 002

 

 

Totaal

8 975 605

8 313 084

8 243 350,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen voor waarnemers of hun plaatsvervangers die deelnemen aan het werk van het Comité van de Regio's.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Een deel van de kredieten is in de reserve geplaatst. De reserve wordt vrijgemaakt zodra het definitieve besluit over de overplaatsing van de laatste 12 van de in totaal 24 posten is genomen.

1 0 5
Cursussen voor de leden van de instelling

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

15 000

20 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's alsook van de aankoop van materiaal voor talencursussen voor zelfstudie, overeenkomstig Regeling nr. 003/2005 van het Comité van de Regio's.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 6,0 % toegepast.

1 2 0
Salaris en andere rechten

1 2 0 0
Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 2 0 0

45 874 465

47 002 875

44 467 437,—

Reserves (10 0)

570 000

 

 

Totaal

46 444 465

47 002 875

44 467 437,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, gezinstoelagen, ontheemdings- en buitenlandtoelagen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering (de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering);

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

de overige diverse toelagen en vergoedingen;

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Een deel van de kredieten wordt in de reserve geplaatst. De reserve wordt vrijgemaakt zodra het definitieve besluit over de overplaatsing van de laatste 12 van de 24 posten genomen zal zijn.

1 2 0 2
Betaalde overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

60 000

60 000

57 025,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

1 2 0 4
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

350 000

400 000

196 248,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

1 2 2
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren:

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

1 2 2 2
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Unie in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56), zoals gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2458/98 (PB L 307 van 17.11.1998, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut van de ambtenaren of Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 moeten worden betaald;

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van de vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

1 2 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

403 592

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0
Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0
Andere personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 100 317

2 054 784

2 009 625,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

de bezoldiging, inclusief overuren, van de andere personeelsleden, met name contractuele functionarissen, tijdelijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, de gezins- en ontheemdingstoelagen, de vergoeding van reiskosten van de plaats van tewerkstelling naar het land van herkomst en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden en op de vergoedingen in geval van ontbinding van contracten;

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

1 4 0 2
Vertolkingsdiensten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 430 760

4 566 700

4 326 934,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor werkzaamheden van tolken.

Op deze post worden de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen voor ingehuurde tolken geboekt.

1 4 0 4
Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

760 460

760 460

674 936,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

vergoedingen, reiskosten voor stagiair(e)s en overige uitgaven die voortvloeien uit het stageprogramma van de instelling, zoals een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Comité van de Regio’s en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Comité van de Regio’s.

1 4 0 8
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

45 000

30 000

30 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie

Dit krediet dient ter dekking van kosten van diensten in verband met de vaststelling en uitbetaling van rechten van ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Comité van de Regio’s. Tot deze diensten behoren onder meer diensten verleend door het Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten van de Europese Commissie; dit zal de interinstitutionele samenwerking ten goede komen en er zullen voordelen door schaalvergroting ontstaan, hetgeen besparingen zal opleveren. Deze diensten betreffen onder andere:

de overdracht van pensioenrechten van en naar het land van herkomst;

de berekening van de pensioenrechten;

de vaststelling en uitbetaling van inrichtingsvergoedingen bij beëindiging van de dienst;

beheer van dossiers inzake werkloosheidsvergoedingen en uitbetaling van deze vergoedingen aan degenen die hiervoor in aanmerking komen.

Het krediet is ook bedoeld ter dekking van uitgaven voor de verlening van andere, horizontale diensten in verband met personeelsbeheer aan ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Comité van de Regio's (en hun gezinsleden) gedurende hun loopbaan, zoals de toegang voor het personeel van de Comité van de Regio's tot activiteiten georganiseerd door het onthaalbureau van de Europese Commissie. Om voortaan meer schaalvoordelen te realiseren, zal deze dienstverlening, in de regel, via ruimere interinstitutionele samenwerking plaatsvinden.

1 4 2
Prestaties van derden

1 4 2 0
Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 4 2 0

747 196

347 200

245 865,—

Reserves (10 0)

200 002

 

 

Totaal

947 198

347 200

245 865,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van externe contractanten voor vertaalwerk: freelance vertalingen in de 24 officiële EU-talen alsook in niet-EU-talen, uitgevoerd door contractanten volgens raamcontracten, met uitzondering van enkele niet-EU-talen waarvoor geen soortgelijke procedures bestaan.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau te Luxemburg komen ook ten laste van deze post, evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Een deel van de kredieten is in de reserve geplaatst. De reserve wordt vrijgemaakt zodra het definitieve besluit over de overplaatsing van de laatste 12 van de in totaal 24 posten is genomen.

1 4 2 2
Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

450 000

450 000

448 950,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan deskundigen van rapporteurs en op specifieke terreinen gekwalificeerde personen die deelnemen aan activiteiten van het Comité van de Regio’s, overeenkomstig de regeling inzake vergoeding van deze uitgaven.

1 4 9
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1
Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0
Diverse uitgaven in verband met aanwerving

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

45 000

50 000

35 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven in verband met aanwerving, zoals:

uitgaven in verband met de organisatie van open en/of interne vergelijkende onderzoeken, de selectie- en/of aanwervingsprocedures voor alle categorieën personeelsleden (ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten, speciale adviseurs, gedetacheerde nationale deskundigen), met inbegrip van reis- en verblijfskosten van kandidaten die voor mondelinge of schriftelijke proeven, medische onderzoeken enz. zijn opgeroepen;

uitgaven in verband met de verzekering van eerder vermelde kandidaten;

uitgaven in verband met de selectieprocedures voor leidinggevende functies, met inbegrip van evaluatiecentra;

publicatie van vacatures in daarvoor in aanmerking komende media;

enz.

1 6 1 2
Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

425 070

425 070

400 395,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten voor het organiseren van bij- en nascholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, intern georganiseerd, op interinstitutionele basis of verzorgd door externe dienstverleners;

verwerving van externe expertise op het gebied van personeelsbeheer;

de ontwikkeling en inzet van persoonlijke, beroeps- of organisatorische ontwikkelingsinstrumenten voor ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Comité van de Regio's;

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen;

de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen, en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel.

1 6 2
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

382 500

382 500

335 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71 en de artikelen 11 tot en met 13, van bijlage VII.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen en overige tijdens dienstreizen gemaakte kosten, vermeld in de gids van het Comité van de Regio's voor dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 6 3
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0
Sociale dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 000

20 000

10 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

Dit krediet dient:

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

ten laste komende kinderen in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie;

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk geachte, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door het gemeenschappelijke stelsel van ziektekostenverzekering worden vergoed;

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

1 6 3 2
Intern sociaal beleid

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

28 500

28 500

25 675,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, artikel 10, onder b), en artikel 24, onder b).

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs, culturele verenigingen van het personeel, enz.

Het dekt tevens de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité, kleinere uitgaven voor sociale acties voor het personeel en de bijdrage van het Comité van de Regio's voor de ondersteuning van de sociale, sport-, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse.

Dit krediet is ook bedoeld ter financiering van acties ter ondersteuning van gelijke kansen binnen het Comité van de Regio's en voor het vergoeden van hulp aan personeelsleden die niet onder de andere artikelen van dit hoofdstuk valt.

1 6 3 3
Mobiliteit/Vervoer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

45 000

63 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de maatregelen van het mobiliteitsplan, zoals het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer, dienstfietsen, enz.

1 6 3 4
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

110 000

45 900

45 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de zes medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, enz., de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het Invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Het dekt tevens uitgaven voor de aanschaf van bepaalde instrumenten die om medische redenen noodzakelijk worden geacht, en andere uitgaven in verband met het preventieve gezondheidsbeleid van de instelling.

1 6 3 6
Restaurants en kantines

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en kantines.

1 6 3 8
Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

450 000

450 000

502 750,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Comité van de Regio's in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en –bewaarplaatsen, beheerd of goedgekeurd door de instellingen van de Unie en andere uitgaven in verband met voorzieningen voor kinderopvang.

1 6 4
Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen

1 6 4 0
Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage [van de Instelling] aan door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese scholen of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese scholen van type 2, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens de [Instelling], op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de [Instelling] die zijn ingeschreven in een Europese School van type 2.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0

Huur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 581 779

1 566 537

1 516 695,—

95,89

2 0 0 1

Erfpachtcanons

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 672 838

8 527 657

8 994 855,—

103,71

2 0 0 3

Aankoop van onroerend goed

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

237 029

236 571

225 892,—

95,30

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

42 011

41 930

37 839,—

90,07

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

10 533 657

10 372 695

10 775 281,—

102,29

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 873 942

1 870 322

1 985 764,—

105,97

2 0 2 4

Energieverbruik

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

585 720

713 022

667 427,—

113,95

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht van gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 494 808

1 494 468

1 519 563,—

101,66

2 0 2 8

Verzekeringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

55 374

77 954

40 079,—

72,38

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

4 009 844

4 155 766

4 212 833,—

105,06

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

14 543 501

14 528 461

14 988 114,—

103,06

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 158 650

1 121 737

1 160 429,—

100,15

2 1 0 2

Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 595 209

1 494 882

1 568 372,—

98,32

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

189 102

188 737

168 024,—

88,85

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

2 942 961

2 805 356

2 896 825,—

98,43

2 1 2

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

159 315

159 287

53 804,—

33,77

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

693 821

693 986

633 538,—

91,31

2 1 6

Voertuigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

71 984

80 000

80 000,—

111,14

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

3 868 081

3 738 629

3 664 167,—

94,73

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

148 591

148 556

141 052,—

94,93

2 3 1

Financiële lasten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 500

4 500

1 000,—

22,22

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

30 000,—

100,00

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

86 800

86 800

65 994,—

76,03

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

84 223

88 391

98 954,—

117,49

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

354 114

358 247

337 000,—

95,17

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Interne vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

100 000

110 000

98 645,—

98,64

2 5 4 1

Derden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

77 000

77 595

72 800,—

94,55

2 5 4 2

Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de Unie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

422 750

414 250

359 689,—

85,08

2 5 4 6

Representatiekosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

148 458,—

98,97

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

749 750

751 845

679 592,—

90,64

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

749 750

751 845

679 592,—

90,64

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie en publicaties

2 6 0 0

Betrekkingen met de pers (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) en sluiten van partnerschappen met audiovisuele media, de schrijvende pers of radiostations

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

655 720

659 718

658 227,—

100,38

2 6 0 2

Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

808 305

808 305

876 467,—

108,43

2 6 0 4

Publicatieblad

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

207 093,—

138,06

 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 614 025

1 618 023

1 741 787,—

107,92

2 6 2

Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0

Externe expertise en studies

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

449 409

449 409

459 835,—

102,32

2 6 2 2

Documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

128 292

128 292

154 076,—

120,10

2 6 2 4

Archiefbestanden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

126 560

126 560

120 689,—

95,36

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

704 261

704 261

734 600,—

104,31

2 6 4

Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

460 000

399 000

389 025,—

84,57

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

2 778 286

2 721 284

2 865 412,—

103,14

 

Titel 2 — Totaal

22 293 732

22 098 466

22 534 285,—

101,08

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

HOOFDSTUK 2 3 —

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

HOOFDSTUK 2 6 —

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

Toelichting

In 2014 vertegenwoordigden de gezamenlijke diensten van beide Comités een bedrag van 24 036 481 EUR voor het Europees Economisch en Sociaal Comité en 17 672 490 EUR voor het Comité van de Regio's.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0
Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0
Huur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 581 779

1 566 537

1 516 695,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

2 0 0 1
Erfpachtcanons

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 672 838

8 527 657

8 994 855,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 500 EUR.

2 0 0 3
Aankoop van onroerend goed

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 0 5
Constructie van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7
Inrichting van dienstruimten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

237 029

236 571

225 892,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van werkzaamheden of de inrichting van dienstruimten, met inbegrip van specifieke werkzaamheden zoals beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant, enz. Het krediet heeft ook betrekking op renovatieprojecten in het kader van het Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) die bedoeld zijn om het energieverbruik te beperken.

2 0 0 8
Overige uitgaven in verband met de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

42 011

41 930

37 839,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige uitgaven in verband met gebouwen waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name:

technischeadviesdiensten in verband met de uitrusting van gebouwen en wettelijke vergoedingen in verband met de eventuele „optie op aanschaf” van gebouwen;

adviesdiensten in verband met EMAS;

overige studies voor diverse projecten.

2 0 0 9
Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 2
Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2
Schoonmaak en onderhoud

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 873 942

1 870 322

1 985 764,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van schoonmaak en onderhoud van de kantoren, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en vormgeving van de gebouwen en terreinen, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van de EMAS-normen enz.

2 0 2 4
Energieverbruik

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

585 720

713 022

667 427,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

2 0 2 6
Veiligheid en toezicht van gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 494 808

1 494 468

1 519 563,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging en bewaking van de gebouwen.

2 0 2 8
Verzekeringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

55 374

77 954

40 079,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0
Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0
Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 158 650

1 121 737

1 160 429,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

2 1 0 2
Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 595 209

1 494 882

1 568 372,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

2 1 0 3
Telecommunicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

189 102

188 737

168 024,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 1 2
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

159 315

159 287

53 804,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

2 1 4
Technisch materieel en technische installaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

693 821

693 986

633 538,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, restauratie, gebouwen, enz.;

apparatuur, met name voor de printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector, enz.;

onderhoud en reparatie van technisch materieel en installaties van interne vergader- en conferentieruimten.

2 1 6
Voertuigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

71 984

80 000

80 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

HOOFDSTUK 2 3 —   HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

148 591

148 556

141 052,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

2 3 1
Financiële lasten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 500

4 500

1 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

2 3 2
Juridische kosten en schadevergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

30 000

30 000

30 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

alle eventuele kosten indien het Comité van de Regio's voor een rechtbank van de Unie of een nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, van de inschakeling van de Juridische Dienst, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden in verband hiermee zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

2 3 6
Porto- en vrachtkosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

86 800

86 800

65 994,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8
Overige huishoudelijke uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

84 223

88 391

98 954,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals decoraties, donaties, enz.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 4
Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0
Interne vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

110 000

98 645,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, in sommige gevallen, snacks of werklunches tijdens interne vergaderingen.

2 5 4 1
Derden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

77 000

77 595

72 800,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van reis- en verblijfkosten van derden die deelnemen aan het werk van het Comité van de Regio's.

2 5 4 2
Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de Unie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

422 750

414 250

359 689,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, met inbegrip van representatiekosten en logistieke uitgaven, voor:

de organisatie door het Comité van de Regio's van evenementen, van algemene of bijzondere aard, bedoeld ter promotie van zijn beleids- en advieswerkzaamheden; deze evenementen vinden plaats in Brussel of in decentrale locaties, doorgaans in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de Unie;

de deelname van het Comité van de Regio's aan congressen, conferenties, colloquia, seminars of symposia, georganiseerd door derden (instellingen van de Unie, lokale of regionale overheden, de verenigingen daarvan, enz.).

2 5 4 6
Representatiekosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

150 000

150 000

148 458,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van het Comité van de Regio's inzake representatie.

Het dekt tevens de uitgaven van sommige ambtenaren inzake representatie in het belang van de instelling.

HOOFDSTUK 2 6 —   EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 6 0
Communicatie en publicaties

2 6 0 0
Betrekkingen met de pers (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) en sluiten van partnerschappen met audiovisuele media, de schrijvende pers of radiostations

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

655 720

659 718

658 227,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van/voor:

de ontvangst van lokale en regionale journalisten in Brussel tijdens vergaderingen van het Comité van de Regio's en tijdens door laatstgenoemde georganiseerde evenementen;

openbare communicatie- en informatie-initiatieven van het Comité van de Regio's ter promotie van culturele en andere typen evenementen of acties, georganiseerd door laatstgenoemde, inclusief aanverwante audiovisuele diensten en materiaal;

redactionele partnerschappen en productiesteun (uitgave van kranten, audiovisuele of radioproducties).

2 6 0 2
Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

808 305

808 305

876 467,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten in verband met de uitgave en publicatie door het Comité van de Regio's van het volgende, ongeacht het type media:

de uitgave en publicatie van papieren boekjes met algemene of thematische inhoud;

de productie van nieuwsbrieven op de website van het Comité van de Regio's, met verspreiding onder lokale en regionale overheden en regionale en nationale media;

de ontwikkeling van de officiële internetwebsite van het Comité van de Regio's in 24 talenversies;

de productie van video- en andere audiovisuele of radiodocumenten.

2 6 0 4
Publicatieblad

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

150 000

150 000

207 093,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 71 600 EUR.

2 6 2
Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0
Externe expertise en studies

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

449 409

449 409

459 835,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2
Documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

128 292

128 292

154 076,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg;

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

kosten in verband met de verplichtingen die het Comité van de Regio's is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en IT-apparatuur en/of bibliotheeksystemen (traditioneel of hybride), alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), van het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere referentiewerken voor het directoraat Vertaling.

2 6 2 4
Archiefbestanden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

126 560

126 560

120 689,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

2 6 4
Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

460 000

399 000

389 025,—

Toelichting

Regeling nr. 0008/2010 van het Comité van de Regio’s inzake de financiering van politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Comité van de Regio's.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Comité van de Regio's in het kader van hun Europees mandaat:

bevordering en uitbreiding van de rol van de leden van het Comité van de Regio's via hun fractieactiviteiten;

informeren van de burger over de rol van het Comité van de Regio's als de institutionele vertegenwoordiger van de regionale en lokale overheden in de Unie.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

880 004

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

880 004

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

880 004

p.m.

0,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

88 867 199

87 625 539

84 751 975,—

95,37

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

880 004

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Afdeling VII — Comité van de Regio's

Functiegroep en rang

Comité van de Regio's

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Buiten categorie

 

1

 

1

AD 16

 

 

 

 

AD 15

6

 

6

 

AD 14

23

1

21

1

AD 13

19

3

19

3

AD 12

25

3

23

2

AD 11

22

1

23

2

AD 10

19

3

17

3

AD 9

27

3

19

2

AD 8

58

1

51

2

AD 7

39

7

46

5

AD 6

48

11

63

12

AD 5

 

 

1

1

Totaal AD

286

34

289

34

AST 11

5

 

5

 

AST 10

5

 

5

 

AST 9

6

 

4

 

AST 8

12

 

11

 

AST 7

18

3

15

3

AST 6

28

 

27

 

AST 5

49

7

45

7

AST 4

38

3

38

2

AST 3

10

 

15

1

AST 2

19

2

26

2

AST 1

 

 

1

 

Totaal AST

190

15

192

15

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

2

 

2

 

AST/SC 1

 

 

 

 

Totaal AST/SC

2

 

2

 

Totaal-generaal

478

49

483

49

Totaal personeel

527  (100)

532

AFDELING VIII

EUROPESE OMBUDSMAN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Ombudsman voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

10 346 105

Eigen inkomsten

–1 224 812

Te ontvangen bijdrage

9 121 293

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

633 691

593 147

589 021,—

92,95

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

51 854

64 567

339,—

0,65

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

685 545

657 714

589 360,—

85,97

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

539 267

532 511

482 547,—

89,48

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0,—

 

4 1 2

Pensioenbijdrage van ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

539 267

532 511

482 547,—

89,48

 

Titel 4 — Totaal

1 224 812

1 190 225

1 071 907,—

87,52

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

633 691

593 147

589 021,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

51 854

64 567

339,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

539 267

532 511

482 547,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

4 1 2
Pensioenbijdrage van ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 17.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 070,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 070,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 070,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

1 070,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

1 070,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

6 800,—

 

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

6 800,—

 

 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

6 800,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

1 224 812

1 190 225

1 079 777,—

88,16

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

6 800,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

645 293

653 253

615 882,16

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

6 727 510

6 537 633

6 269 874,55

1 4

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

562 502

452 116

487 060,79

1 6

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

321 000

66 000

72 676,36

 

Titel 1 — Totaal

8 256 305

7 709 002

7 445 493,86

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

749 000

715 000

703 000,—

2 1

INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

167 000

117 000

157 716,21

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

596 500

718 000

725 334,28

 

Titel 2 — Totaal

1 512 500

1 550 000

1 586 050,49

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

238 000

241 000

217 554,59

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

335 000

316 500

289 265,88

3 3

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

2 800

39 000

17 700,—

3 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

1 500

1 500

0,—

 

Titel 3 — Totaal

577 300

598 000

524 520,47

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

10 346 105

9 857 002

9 556 064,82

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

431 160

359 163

371 654,97

86,20

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

163 133

148 273

43 048,80

26,39

1 0 3

Pensioenen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

99 817

97 825,44

 

1 0 4

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

45 000

34 571,09

69,14

1 0 5

Talen- en informaticacursussen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 000

1 000

1 000,—

100,00

1 0 8

Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

67 781,86

 

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

645 293

653 253

615 882,16

95,44

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen, toelagen en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 699 510

6 509 633

6 245 027,25

93,22

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

2 192,50

73,08

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

25 000

25 000

22 654,80

90,62

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

6 727 510

6 537 633

6 269 874,55

93,20

1 2 2

Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

6 727 510

6 537 633

6 269 874,55

93,20

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

407 502

316 116

401 466,43

98,52

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

155 000

136 000

85 594,36

55,22

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

562 502

452 116

487 060,79

86,59

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

562 502

452 116

487 060,79

86,59

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Aanwerving van personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 000

5 000

6 706,69

134,13

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

55 000

55 000

60 000,—

109,09

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

60 000

60 000

66 706,69

111,18

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

5 969,67

99,49

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

6 000

6 000

5 969,67

99,49

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Europese scholen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

255 000

 

 

 

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

255 000

 

 

 

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

321 000

66 000

72 676,36

22,64

 

Titel 1 — Totaal

8 256 305

7 709 002

7 445 493,86

90,18

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

HOOFDSTUK 1 6 —

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0
Salarissen, vergoedingen en toelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

431 160

359 163

371 654,97

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 4 bis, 11 en 14.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het salaris, de vergoedingen en andere toelagen van de Europese Ombudsman, met name de bijdragen van de instelling voor de ongevallen- en beroepsziektenverzekering, de ziektekostenverzekering, geboortetoelagen, toelagen in geval van overlijden, het jaarlijks medisch onderzoek enz.

1 0 2
Overbruggingstoelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

163 133

148 273

43 048,80

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf.

1 0 3
Pensioenen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

99 817

97 825,44

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Dit krediet dient ter dekking van ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de vorige Ombudsmannen, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

1 0 4
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

45 000

34 571,09

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5
Talen- en informaticacursussen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 000

1 000

1 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen of andere bijscholingscursussen.

1 0 8
Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

67 781,86

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de Ombudsman (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding van de Ombudsman bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten van de Ombudsman bij indiensttreding of vertrek bij de instelling.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0
Salaris en andere rechten

1 2 0 0
Salarissen, toelagen en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 699 510

6 509 633

6 245 027,25

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

de overige toelagen en vergoedingen;

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen door de instelling aan tijdelijke functionarissen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in hun land van herkomst.

1 2 0 2
Betaalde overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 000

3 000

2 192,50

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

1 2 0 4
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

25 000

25 000

22 654,80

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

1 2 2
Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

1 2 2 2
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56) en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut, Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 moeten worden betaald;

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

1 4 0
Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0
Andere personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

407 502

316 116

401 466,43

Toelichting

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

de honoraria van personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, voor de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

1 4 0 4
Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

155 000

136 000

85 594,36

Toelichting

Besluit van de Europese Ombudsman inzake stages en besluit van de Europese Ombudsman inzake gedetacheerde internationale, nationale en regionale of lokale ambtenaren bij de diensten van de Europese Ombudsman.

Dit krediet dient ter dekking van:

vergoedingen, reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door de Europese Ombudsman en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd.

HOOFDSTUK 1 6 —   ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1
Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0
Aanwerving van personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 000

5 000

6 706,69

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van ambtenaren en andere personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

1 6 1 2
Voortgezette beroepsopleiding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

55 000

55 000

60 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren;

de reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals bijkomende of uitzonderlijke kosten in het kader van dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen (andere dan bedoeld in artikel 3 0 0).

1 6 3
Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0
Sociale dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76. Besluit van de Europese Ombudsman van 15 januari 2004 betreffende de regeling van de sociale dienst voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de diensten van de Europese Ombudsman.

Dit krediet dient ter dekking van:

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijk Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

1 6 3 2
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 000

6 000

5 969,67

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele activiteiten enz. van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van activiteiten georganiseerd door het personeelscomité (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant enz.).

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

1 6 5
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0
Europese scholen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

255 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de bijdrage van de Europese Ombudsman aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen, of

de terugbetaling aan de Commissie van de bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen door de Commissie uit naam van de Europese Ombudsman en betaald op basis van een mandaat en serviceovereenkomst getekend met de Commissie.

Het dekt de kosten voor kinderen van personeelsleden van de Europese Ombudsman ingeschreven in een type II-Europese school.

Rechtsgronden

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

749 000

715 000

703 000,—

93,86

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

749 000

715 000

703 000,—

93,86

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

749 000

715 000

703 000,—

93,86

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

133 000

83 000

117 865,09

88,62

2 1 0 1

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

133 000

83 000

117 865,09

88,62

2 1 2

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

17 851,12

119,01

2 1 6

Voertuigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

19 000

19 000

22 000,—

115,79

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

167 000

117 000

157 716,21

94,44

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Administratieve uitgaven

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

18 000

20 000

13 577,02

75,43

2 3 0 1

Porto en verzendkosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

12 000

12 000

10 500,—

87,50

2 3 0 2

Telecommunicatie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

7 000

7 000

4 339,93

62,00

2 3 0 3

Financiële lasten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

500

1 000

36,75

7,35

2 3 0 4

Overige uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 000

4 000

2 550,58

63,76

2 3 0 5

Proceskosten en schadevergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

p.m.

15 000,—

100,00

 

Artikel 2 3 0 — Totaal

56 500

44 000

46 004,28

81,42

2 3 1

Vertaling en vertolking

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

445 000

580 000

610 500,—

137,19

2 3 2

Ondersteuning van werkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

95 000

94 000

68 830,—

72,45

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

596 500

718 000

725 334,28

121,60

 

Titel 2 — Totaal

1 512 500

1 550 000

1 586 050,49

104,86

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

2 0 0
Gebouwen

2 0 0 0
Huur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

749 000

715 000

703 000,—

Toelichting

Administratieve overeenkomst tussen de Ombudsman en het Europees Parlement.

Dit krediet dient ter dekking van een globale vergoeding aan het Europees Parlement voor het gebruik van de kantoorruimte die het Europees Parlement in zijn gebouwen in Brussel en Straatsburg ter beschikking stelt van de Europese Ombudsman. Het dient ter dekking van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaken en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0
Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0
Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

133 000

83 000

117 865,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

aankoop, huur, service en onderhoud van materieel en ontwikkeling van programmatuur;

dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen;

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica;

aankoop, huur, service en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere met telecommunicatie verband houdende uitgaven (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, faxen, telexsystemen, installatiekosten enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 1
Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met huur, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, faxen, telexsystemen, installatiekosten enz.).

2 1 2
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

15 000

17 851,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

2 1 6
Voertuigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

19 000

19 000

22 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (dienstwagens) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen en de betaling van eventuele boeten.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0
Administratieve uitgaven

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0 0
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 000

20 000

13 577,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 0 1
Porto en verzendkosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 000

12 000

10 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 0 2
Telecommunicatie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 000

7 000

4 339,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en de kosten van communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

2 3 0 3
Financiële lasten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

500

1 000

36,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 0 4
Overige uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 000

4 000

2 550,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen, de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen enz.;

voorschotrekeningen in Brussel en Straatsburg.

2 3 0 5
Proceskosten en schadevergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

p.m.

15 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

alle eventuele kosten indien de Ombudsman voor een uniale of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 1
Vertaling en vertolking

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

445 000

580 000

610 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden te verrichten aanvullende diensten, met name de vertaling en het uittypen van het jaarverslag en diverse documenten, de diensten van onder contract of incidenteel werkende tolken en andere bijhorende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 2
Ondersteuning van werkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

95 000

94 000

68 830,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een aan het Europees Parlement te betalen globale „managementvergoeding” voor de kosten die overeenkomen met de werkuren van personeel van het Europees Parlement voor het verlenen van algemene diensten, zoals accounting, interne audit, een medische dienst enz.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van uiteenlopende interinstitutionele diensterverlening die nog niet onder een andere begrotingslijn valt.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

157 000

157 000

150 000,—

95,54

3 0 2

Onthaal- en representatiekosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 000

13 000

5 750,—

57,50

3 0 3

Vergaderingen in het algemeen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

36 000

36 000

26 804,59

74,46

3 0 4

Interne vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

35 000

35 000

35 000,—

100,00

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

238 000

241 000

217 554,59

91,41

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 000

11 500

3 540,14

35,40

3 2 0 1

Uitgaven voor archivering

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

1 000,—

6,67

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

25 000

26 500

4 540,14

18,16

3 2 1

Productie en verspreiding

3 2 1 0

Communicatie en publicaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

310 000

290 000

284 725,74

91,85

 

Artikel 3 2 1 — Totaal

310 000

290 000

284 725,74

91,85

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

335 000

316 500

289 265,88

86,35

HOOFDSTUK 3 3

3 3 0

Studies en subsidies

3 3 0 0

Studies

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 800

14 000

17 700,—

632,14

3 3 0 1

Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

25 000

0,—

 

 

Artikel 3 3 0 — Totaal

2 800

39 000

17 700,—

632,14

 

HOOFDSTUK 3 3 — TOTAAL

2 800

39 000

17 700,—

632,14

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

3 4 0 0

Diverse uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 500

1 500

0,—

0

 

Artikel 3 4 0 — Totaal

1 500

1 500

0,—

0

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

1 500

1 500

0,—

0

 

Titel 3 — Totaal

577 300

598 000

524 520,47

90,86

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 3 3 —

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

HOOFDSTUK 3 4 —

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0
Dienstreizen personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

157 000

157 000

150 000,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 0 2
Onthaal- en representatiekosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 000

13 000

5 750,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake onthaal en representatie, en voor de aanschaf van door de Ombudsman geschonken representatieartikelen.

3 0 3
Vergaderingen in het algemeen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

36 000

36 000

26 804,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van andere bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen enz.).

3 0 4
Interne vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

35 000

35 000

35 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om de kosten te dekken die betrekking hebben op de organisatie van de interne vergaderingen van de instelling.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0
Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0
Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 000

11 500

3 540,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

uitbreiding en vervanging van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

de verlening van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse) het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

de aankoop van woordenboeken, glossaria en andere werken voor de diensten van de Ombudsman.

3 2 0 1
Uitgaven voor archivering

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

15 000

1 000,—

Toelichting

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), alsmede de door de Ombudsman aangenomen uitvoeringsbepalingen.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven en aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.);

het verwerken van de persoonlijke archieven die de Ombudsman tijdens de uitoefening van zijn mandaat heeft opgebouwd en overgedragen in de vorm van een schenking of een legaat aan het Europees Parlement, aan het historische archief van de Europese Unie (HAEU) of aan een wettelijk erkende vereniging of stichting.

3 2 1
Productie en verspreiding

3 2 1 0
Communicatie en publicaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

310 000

290 000

284 725,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties (jaarverslag enz.) in de officiële talen;

verspreiding (langs traditionele of elektronische weg) van voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Ombudsman (publiciteit en maatregelen ter bevordering van het beginsel van de Europese Ombudsman bij het grote publiek);

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 3 —   STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

3 3 0
Studies en subsidies

3 3 0 0
Studies

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 800

14 000

17 700,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verrichten van bij contract aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes, alsmede de kosten van de publicatie daarvan en bijkomende kosten.

3 3 0 1
Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

25 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van kosten aangegaan voor het bevorderen van relaties en het verstevigen van de samenwerking tussen de Ombudsman en de nationale/regionale ombudsmannen en andere gelijkaardige organen.

Het kan met name dienen ter dekking van financiële bijdragen voor de realisatie van projecten in de activiteitssfeer van het Europees netwerk van ombudsmannen (andere dan bedoeld in post 3 2 1 0).

Het is ook bedoeld ter dekking van bijdragen met betrekking tot bezoekersgroepen aan de Ombudsman.

HOOFDSTUK 3 4 —   UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

3 4 0
Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

Toelichting

3 4 0 0
Diverse uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 500

1 500

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitgaven die specifiek verband houden met het ambt van Ombudsman, zoals betrekkingen met de nationale ombudsmannen en internationale organisaties van ombudsmannen, alsook het lidmaatschap van internationale organisaties.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

10 346 105

9 857 002

9 556 064,82

92,36

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling VIII — Europese Ombudsman

Functiegroep en rang

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

2

 

2

 

AD 14

1

 

1

 

AD 13

4

 

3

1

AD 12

 

1

 

1

AD 11

1

1

1

1

AD 10

3

2

3

2

AD 9

3

 

3

 

AD 8

2

2

1

1

AD 7

3

1

3

3

AD 6

8

 

8

 

AD 5

2

1

2

1

Totaal AD

30

8

28

10

AST 11

 

 

 

 

AST 10

 

 

 

 

AST 9

 

 

 

 

AST 8

 

2

 

2

AST 7

1

1

 

 

AST 6

2

 

1

1

AST 5

5

3

7

3

AST 4

3

3

2

3

AST 3

4

1

5

1

AST 2

1

1

1

2

AST 1

1

 

1

 

Totaal AST

17

11

17

12

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

 

 

 

 

AST/SC 1

 

 

 

 

AST/SC total

 

 

 

 

Totaal-generaal

47

19

45

22

AFDELING IX

EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

8 883 891

Eigen inkomsten

– 959 000

Te ontvangen bijdrage

7 924 891

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

497 000

489 000

347 124,77

69,84

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

81 000

77 000

668,33

0,83

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

578 000

566 000

347 793,10

60,17

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

381 000

434 000

314 232,64

82,48

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

381 000

434 000

314 232,64

82,48

 

Titel 4 — Totaal

959 000

1 000 000

662 025,74

69,03

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

497 000

489 000

347 124,77

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

81 000

77 000

668,33

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

381 000

434 000

314 232,64

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

959 000

1 000 000

662 025,74

69,03

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

1 009 243

920 553

694 045,47

1 1

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

4 981 725

4 771 400

4 327 696,26

 

Titel 1 — Totaal

5 990 968

5 691 953

5 021 741,73

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 381 750

2 321 000

2 265 752,—

 

Titel 2 — Totaal

2 381 750

2 321 000

2 265 752,—

3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

3 0

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

511 173

p.m.

0,—

 

Titel 3 — Totaal

511 173

p.m.

0,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

8 883 891

8 012 953

7 287 493,73

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

627 689

617 459

603 750,66

96,19

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

130 000

0,—

 

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

296 000

50 000

0,—

0

1 0 0 3

Pensioenen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

40 000

26 196,81

 

1 0 0 4

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

11 160

8 700

0,—

0

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

934 849

846 159

629 947,47

67,38

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

4 704,—

31,36

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

59 394

59 394

59 394,—

100,00

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

74 394

74 394

64 098,—

86,16

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

1 009 243

920 553

694 045,47

68,77

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 105 808

3 994 562

3 466 668,11

84,43

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

20 564,—

41,13

1 1 0 2

Betaalde overuren

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

0,—

 

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 0 5

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

0,—

 

 

Artikel 1 1 0 — Totaal

4 155 808

4 044 562

3 487 232,11

83,91

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

251 756

197 389

396 776,15

157,60

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

179 428

179 428

124 428,—

69,35

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

51 202

51 202

51 202,—

100,00

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

482 386

428 019

572 406,15

118,66

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

157 398

112 686

112 686,—

71,59

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 789

6 789

6 789,—

100,00

1 1 2 2

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

78 500

78 500

84 874,—

108,12

1 1 2 3

Sociale dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 1 2 4

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

14 844

14 844

14 844,—

100,00

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

40 000,—

50,00

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

8 865,—

147,75

 

Artikel 1 1 2 — Totaal

343 531

298 819

268 058,—

78,03

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

4 981 725

4 771 400

4 327 696,26

86,87

 

Titel 1 — Totaal

5 990 968

5 691 953

5 021 741,73

83,82

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 1 —

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0
Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0
Salaris en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

627 689

617 459

603 750,66

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van:

de financiering van de salarissen en vergoedingen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

de geboortetoelage;

de toelagen in geval van overlijden.

1 0 0 1
Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

130 000

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

1 0 0 2
Overbruggingstoelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

296 000

50 000

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling na beëindiging van de dienst.

1 0 0 3
Pensioenen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

40 000

26 196,81

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

1 0 0 4
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

11 160

8 700

0,—

Toelichting

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dir krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

1 0 1
Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

15 000

4 704,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen, seminars en bijscholingscursussen.

1 0 1 1
Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

59 394

59 394

59 394,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

HOOFDSTUK 1 1 —   PERSONEEL VAN DE INSTELLING

1 1 0
Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0
Salaris en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 105 808

3 994 562

3 466 668,11

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

de ontheemdings- en buitenlandtoelage;

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van het speciaal werkloosheidsfonds;

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de geboortetoelage;

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

1 1 0 1
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

50 000

20 564,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de tijdelijke dagvergoedingen voor personeelsleden die kunnen aantonen dat zij bij indiensttreding van woonplaats hebben moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

1 1 0 2
Betaalde overuren

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

1 1 0 3
Buitengewone bijstand

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

1 1 0 4
Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

1 1 0 5
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis en bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

1 1 1
Andere personeelsleden

1 1 1 0
Arbeidscontractanten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

251 756

197 389

396 776,15

Toelichting

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

1 1 1 1
Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

179 428

179 428

124 428,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeel tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, enerzijds, en de openbare sector van de lidstaten en de EVA-landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER) en internationale organisaties, anderzijds.

1 1 1 2
Uit te besteden diensten en werkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

51 202

51 202

51 202,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten verricht door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name tijdelijk personeel.

1 1 2
Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0
Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

157 398

112 686

112 686,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten, dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

1 1 2 1
Aanwerving van personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 789

6 789

6 789,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is gerechtvaardigd op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

1 1 2 2
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

78 500

78 500

84 874,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

1 1 2 3
Sociale dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, in het kader van een interinstitutioneel beleid ten behoeve van personen met een handicap (ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst en hun echtgenoten, alsook de kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie), van de terugbetaling, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

1 1 2 4
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

14 844

14 844

14 844,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de onderzoeken en medische controles die in verband met dit jaarlijkse onderzoek vereist zijn.

1 1 2 5
Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

80 000

80 000

40 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

1 1 2 6
Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

6 000

6 000

8 865,—

Toelichting

Dit krediet dient:

ter dekking van de aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, bijvoorbeeld subsidies aan personeelsclubs, sportverenigingen, culturele activiteiten, enz., alsmede voor een bijdrage in de kosten van een permanent vrijetijdscentrum (culturele activiteiten, sport enz.);

alsmede voor een bijdrage in de kosten van door het personeelscomité georganiseerde activiteiten (culturele activiteiten, vrijetijdsactiviteiten, etentjes enz.).

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto’s te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

885 000

885 000

878 516,—

99,27

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

367 500

350 000

262 400,90

71,40

2 0 1 1

Benodigdheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

19 524,—

130,16

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

110 250

105 000

78 694,—

71,38

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

775 000

775 000

761 685,10

98,28

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

112 000

112 000

150 000,—

133,93

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

117 000

79 000

114 932,—

98,23

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

1 496 750

1 436 000

1 387 236,—

92,68

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

2 381 750

2 321 000

2 265 752,—

95,13

 

Titel 2 — Totaal

2 381 750

2 321 000

2 265 752,—

95,13

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0 0
Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

885 000

885 000

878 516,—

Toelichting

Akkoord inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de andere instelling die de kantoorruimte ter beschikking stelt.

Dit krediet dient ter dekking van een forfaitaire of een evenredige vergoeding van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaak en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

2 0 1
Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0
Materieel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

367 500

350 000

262 400,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie;

aankoop, vervanging en onderhoud van installaties en materieel, zowel technisch (beveiliging enz.) als administratief (kantoormachines zoals kopieerapparaten, rekenmachines enz.);

aankoop, onderhoud en vervanging van meubilair;

elke andere post in verband met de inrichting van de lokalen en bijkomende kosten.

2 0 1 1
Benodigdheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

15 000

19 524,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aanschaf van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden;

porto en vracht, kosten van bestelling door koeriersdiensten, pakketten en verspreiding op grote schaal.

2 0 1 2
Overige uitgaven in verband met de werking

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

110 250

105 000

78 694,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

een globale „managementvergoeding” die moet worden betaald aan de instelling die voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming algemene diensten verricht zoals de administratie van contracten, salarissen en vergoedingen;

andere lopende huishoudelijke uitgaven (financiële lasten, proceskosten enz.).

2 0 1 3
Vertaling en vertolking

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

775 000

775 000

761 685,10

Toelichting

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere daarmee verband houdende kosten.

2 0 1 4
Publicaties en voorlichting

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

112 000

112 000

150 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

uitgaven in verband met groepsbezoeken aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

2 0 1 5
Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

117 000

79 000

114 932,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van ontvangst en representatie en van de aanschaf van representatieartikelen;

vergaderkosten;

oproepingskosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten en daarmee verband houdende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van studie- en werkgroepen;

de kosten van aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes;

de uitgaven in verband met de bibliotheek van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met name de aankoop van boeken, cd-roms, abonnementen op tijdschriften en nieuwsagentschappen, en andere daarmee verband houdende kosten.

TITEL 3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 0 3

Pensioenen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 3 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 1

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0

Salaris en vergoedingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

99 493

p.m.

0,—

0

3 0 1 1

Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

25 000

p.m.

0,—

0

3 0 1 2

Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 3 0 1 — Totaal

124 493

p.m.

0,—

0

3 0 2

Andere personeelsleden

3 0 2 0

Arbeidscontractanten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

45 579

p.m.

 

 

3 0 2 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

 

 

3 0 2 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

 

 

 

Artikel 3 0 2 — Totaal

45 579

p.m.

 

 

3 0 3

Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

15 000

p.m.

0,—

0

3 0 3 1

Aanwerving van personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 500

p.m.

0,—

0

3 0 3 2

Bijscholing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 710

p.m.

0,—

0

3 0 3 3

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

891

p.m.

0,—

0

3 0 3 4

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

16 000

p.m.

0,—

0

 

Artikel 3 0 3 — Totaal

41 101

p.m.

0,—

0

3 0 4

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0

Vergaderingen van het comité

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 1

Vertaling en vertolking

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 2

Publicaties en voorlichting

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 3

IT-apparatuur en -diensten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

300 000

p.m.

0,—

0

3 0 4 4

Reiskosten van externe deskundigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 5

Externe consultancy en studies

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

3 0 4 6

Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 3 0 4 — Totaal

300 000

p.m.

0,—

0

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

511 173

p.m.

0,—

0

 

Titel 3 — Totaal

511 173

p.m.

0,—

0

HOOFDSTUK 3 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

HOOFDSTUK 3 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

3 0 0
Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0
Salaris en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van:

de financiering van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

de geboortetoelage;

de toelagen in geval van overlijden.

3 0 0 1
Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

3 0 0 2
Overbruggingstoelagen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de leden na beëindiging van de dienst.

3 0 0 3
Pensioenen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de leden van het comité, alsmede van de overlevingspensioenen van weduwen/weduwnaars en wezen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot hun land van verblijf.

3 0 1
Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0
Salaris en vergoedingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

99 493

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van:

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

de ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van een speciaal werkloosheidsfonds;

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

de geboortetoelage;

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

3 0 1 1
Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

25 000

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de dagvergoedingen voor personeelsleden die, op basis van een verantwoording, bij indiensttreding van woonplaats moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

3 0 1 2
Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

Dit krediet dient ter dekking van:

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

3 0 2
Andere personeelsleden

3 0 2 0
Arbeidscontractanten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

45 579

p.m.

 

Toelichting

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

3 0 2 1
Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage. Het dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeelsleden tussen enerzijds het Europees Comité voor gegevensbescherming en anderzijds lidstaten en EVA-landen die tot de Europese Economische Ruimte (EER) behoren of internationale organisaties.

3 0 2 2
Uit te besteden diensten en werkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten die worden verleend door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name uitzendpersoneel.

3 0 3
Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0
Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

15 000

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of bijzondere kosten voor dienstreizen

3 0 3 1
Aanwerving van personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 500

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door het Europees Comité voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

3 0 3 2
Bijscholing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 710

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24, lid 3.

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

3 0 3 3
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

891

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd.

3 0 3 4
Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

16 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Comité voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

3 0 4
Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0
Vergaderingen van het comité

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van alle overige bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen, cateringdiensten, enz.).

3 0 4 1
Vertaling en vertolking

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen het Europees Comité voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere bijkomende kosten.

3 0 4 2
Publicaties en voorlichting

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot het Europees Comité voor gegevensbescherming;

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen, enz.);

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van het Europees Comité voor gegevensbescherming;

uitgaven in verband met de groepsbezoeken aan het Europees Comité voor gegevensbescherming.

3 0 4 3
IT-apparatuur en -diensten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

300 000

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere uitgaven in verband met de informaticadiensten, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie.

3 0 4 4
Reiskosten van externe deskundigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen of werkvergaderingen, waaronder hun reis- en verblijfkosten en andere aanverwante kosten.

3 0 4 5
Externe consultancy en studies

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van studies, adviesdiensten en/of enquêtes die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

3 0 4 6
Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van recepties, representatiekosten en de aankoop van promotieartikelen;

de organisatie van seminars, workshops of andere gezamenlijke opleidingsprogramma’s voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van de lidstaten, voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van derde landen, en voor andere gegevensbeschermingsdeskundigen die het comité uitnodigt;

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van informatie en werkwijzen tussen gegevensbeschermingsautoriteiten;

bewustmakingsactiviteiten met betrekking tot gegevensbescherming;

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van kennis en documentatie over gegevensbeschermingswetgeving en -praktijken met gegevensbeschermingsautoriteiten over de hele wereld;

de kosten voor toegang tot bepaalde juridische databanken;

uitgaven in verband met de bibliotheek van het Europees Comité voor gegevensbescherming, waaronder de aankoop van boeken en cd-roms, abonnementen op tijdschriften en persagentschappen, en andere aanverwante kosten.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

8 883 891

8 012 953

7 287 493,73

82,03

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

Functiegroep en rang

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet-ingedeeld

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

AD 13

3

2

AD 12

1

AD 11

2

AD 10

3

3

AD 9

8 + 1 (101)

7

AD 8

5

7

AD 7

7

7

AD 6

1

3

AD 5

Totaal AD

32

31

AST 11

1

1

AST 10

AST 9

1

AST 8

1

2

AST 7

1

1

AST 6

1

AST 5

4 + 11

5

AST 4

2

2

AST 3

1

2

AST 2

AST 1

Totaal AST

13

13

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

1

1

AST/SC 2

AST/SC 1

AST/SC totaal

1

1

Totaal-generaal

46

45

AFDELING X

EUROPESE DIENST VOOR EXTERN OPTREDEN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van Europese Dienst voor Extern Optreden voor het begrotingsjaar 2015

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

602 836 886

Eigen inkomsten

–37 796 000

Te ontvangen bijdrage

565 040 886

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

DIVERSE UNIALE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

22 070 000

21 542 000

18 144 312,76

82,21

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

2 091 000

2 041 000

36 660,46

1,75

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

24 161 000

23 583 000

18 180 973,22

75,25

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

13 635 000

13 658 000

15 953 134,68

117,00

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

13 635 000

13 658 000

15 953 134,68

117,00

 

Titel 4 — Totaal

37 796 000

37 241 000

34 134 107,90

90,31

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

22 070 000

21 542 000

18 144 312,76

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

2 091 000

2 041 000

36 660,46

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

13 635 000

13 658 000

15 953 134,68

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11 en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2
Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3 van bijlage VIII.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

p.m.

p.m.

0,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

p.m.

250 000

858 081,25

 

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

250 000

858 081,25

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 409 195,06

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

23 821,25

 

5 7 4

Inkomsten voortvloeiende uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

269 246 720,19

 

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

277 679 736,50

 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen- Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 5 — Totaal

p.m.

250 000

278 537 817,75

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2
Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0
Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

250 000

858 081,25

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

8 409 195,06

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

23 821,25

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 4
Inkomsten voortvloeiende uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

269 246 720,19

Toelichting

Deze inkomsten vloeien voort uit de bijdrage van de Commissie aan de EDEO voor lokaal beheerde uitgaven van medewerkers van de Commissie die werkzaam zijn in een EU-delegatie, inclusief de medewerkers die worden gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), en andere uitgaven voor activiteiten, onder meer, met betrekking tot media en informatie.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd onder post 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0
Diverse vergoedingen- Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 1
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1
Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), met name artikel 12 van deze overeenkomst.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0
Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

TITEL 7

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

p.m.

p.m.

0,—

 

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 7 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

HOOFDSTUK 7 0 —

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

HOOFDSTUK 7 0 —   INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0
Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

7 0 0 1
Overige interest voor betalingsachterstand

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

Artikel

Post

Rubriek

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

508 250,03

 

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

508 250,03

 

 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

508 250,03

 

 

TOTAAL-GENERAAL

37 796 000

37 491 000

313 180 175,68

828,61

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0
Diverse ontvangsten

Begrotingsjaar 2015

Begrotingsjaar 2014

Begrotingsjaar 2013

p.m.

p.m.

508 250,03

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

1 1

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

121 879 000

120 071 519

115 625 657,54

1 2

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

18 615 000

18 095 807

16 671 352,06

1 3

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

2 307 000

2 377 000

2 472 715,97

1 4

DIENSTREIZEN

8 123 000

7 723 305

7 723 305,—

1 5

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 672 000

1 924 000

2 302 515,—

 

Titel 1 — Totaal

152 596 000

150 191 631

144 795 545,57

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

29 985 000

29 871 500

18 830 005,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

30 727 000

27 132 000

23 099 456,47

2 2

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

5 626 500

5 704 430

5 352 247,35

 

Titel 2 — Totaal

66 338 500

62 707 930

47 281 708,82

3

DELEGATIES

3 0

DELEGATIES

383 902 386

305 728 886

573 910 483,70

 

Titel 3 — Totaal

383 902 386

305 728 886

573 910 483,70

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

602 836 886

518 628 447

765 987 738,09

TITEL 1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0

Basissalarissen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

93 271 000

90 740 207

88 100 272,04

94,46

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

626 000

801 762

537 418,26

85,85

1 1 0 2

Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

24 284 000

23 868 846

23 558 090,79

97,01

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 698 000

4 660 704

3 429 876,45

92,75

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassing van de bezoldigingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Artikel 1 1 0 — Totaal

121 879 000

120 071 519

115 625 657,54

94,87

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

121 879 000

120 071 519

115 625 657,54

94,87

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

7 198 000

7 086 195

5 727 166,55

79,57

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

3 497 000

3 468 994

3 000 000,—

85,79

1 2 0 2

Stages

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

357 000

362 690

350 520,—

98,18

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 2 0 4

Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

103 000

103 000

99 381,51

96,49

1 2 0 5

Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

7 460 000

7 074 928

7 494 284,—

100,46

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

18 615 000

18 095 807

16 671 352,06

89,56

1 2 2

Voorziening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

18 615 000

18 095 807

16 671 352,06

89,56

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Aanwerving

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

100 000

100 000

100 000,—

100,00

1 3 0 1

Opleiding

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

947 000

1 017 000

1 012 715,97

106,94

1 3 0 2

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 260 000

1 260 000

1 360 000,—

107,94

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 307 000

2 377 000

2 472 715,97

107,18

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

2 307 000

2 377 000

2 472 715,97

107,18

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Dienstreizen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

8 123 000

7 723 305

7 723 305,—

95,08

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

8 123 000

7 723 305

7 723 305,—

95,08

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0

Sociale diensten en bijstand aan het personeel

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

199 000

199 000

388 000,—

194,97

1 5 0 1

Medische dienst

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

595 000

450 000

820 000,—

137,82

1 5 0 2

Restaurants en kantines

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

1 5 0 3

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

878 000

1 275 000

1 094 515,—

124,66

 

Artikel 1 5 0 — Totaal

1 672 000

1 924 000

2 302 515,—

137,71

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

1 672 000

1 924 000

2 302 515,—

137,71

 

Titel 1 — Totaal

152 596 000

150 191 631

144 795 545,57

94,89

HOOFDSTUK 1 1 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

HOOFDSTUK 1 2 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

HOOFDSTUK 1 4 —

DIENSTREIZEN

HOOFDSTUK 1 5 —

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

HOOFDSTUK 1 1 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de op de lijst van het aantal ambten e van de EDEO voor het begrotingsjaar.

1 1 0
Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0
Basissalarissen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

93 271 000

90 740 207

88 100 272,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden alsook van de compensatie overeenkomstig artikel 50 van het Statuut.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1
Aan het ambt verbonden statutaire rechten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

626 000

801 762

537 418,26

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

secretariaatstoelagen;

huisvestings- en vervoervergoedingen;

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

vergoedingen voor ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

overige toelagen en vergoedingen;

overwerk.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2
Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

24 284 000

23 868 846

23 558 090,79

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

de vergoedingen voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3
Sociale zekerheid

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 698 000

4 660 704

3 429 876,45

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4
Aanpassingscoëfficiënten en aanpassing van de bezoldigingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 2 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

1 2 0
Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0
Arbeidscontractanten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 198 000

7 086 195

5 727 166,55

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van arbeidscontractanten (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1
Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

3 497 000

3 468 994

3 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met de gedetacheerde nationale deskundigen die niet als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 0 2
Stages

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

357 000

362 690

350 520,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met stages voor afgestudeerden die ten doel hebben een algemeen beeld te geven van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, kennis bij te brengen over de werking van de instellingen en de gelegenheid te geven de verworven kennis aan te vullen met werkervaring bij de EDEO.

Het dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor personen ten laste of voor gehandicapte stagiairs, ongevallen- en ziektekostenverzekering enz., door de stage veroorzaakte reiskosten, en met name aan het begin en einde van de stage, alsmede de organisatiekosten van evenementen in verband met het stageprogramma, zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de uitgaven voor evaluatie om het programma van de stages en de voorlichtingsacties te optimaliseren.

Bij de selectie van stagiairs worden objectieve, doorzichtige criteria gehanteerd en wordt gestreefd naar een geografisch evenwicht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3
Externe dienstverlening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

extra personeel voor vergaderingen;

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4
Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

103 000

103 000

99 381,51

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van uitzendkrachten, tijdelijk personeel en bijzondere adviseurs, met inbegrip van die op het gebied van het GVDB/GBVB, de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 5
Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

7 460 000

7 074 928

7 494 284,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de geldelijke vergoeding van de nationale militaire deskundigen die als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren in het kader van het GVDB/GBVB.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 2
Voorziening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

1 3 0
Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0
Aanwerving

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

100 000

100 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1
Opleiding

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

947 000

1 017 000

1 012 715,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor bijscholing en omscholing, met inbegrip van interinstitutioneel georganiseerde taalcursussen, cursusgeld, de vergoedingen van trainers, logistieke uitgaven voor opleidingslokalen en huur van apparatuur, en diverse daarmee samenhangende kosten zoals cateringkosten, de kosten van deelneming aan cursussen, conferenties en congressen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

de inschrijvingskosten voor de deelname aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 3 0 2
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 260 000

1 260 000

1 360 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de reiskosten van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats van woonplaats hebben moeten veranderen;

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

de vergoeding bij beëindiging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris of arbeidscontractant.

Dit krediet dient ook ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

die een ambt bekleden in rang AD 14 tot AD 16 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 4 —   DIENSTREIZEN

1 4 0
Dienstreizen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

8 123 000

7 723 305

7 723 305,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de uitgaven voor dienstreizen van de hoge vertegenwoordiger;

de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs van de EDEO, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen;

de uitgaven voor dienstreizen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

de uitgaven voor dienstreizen van bij de EDEO gedetacheerde nationale deskundigen;

de uitgaven voor dienstreizen van de bijzondere adviseurs en gezanten van de hoge vertegenwoordiger;

de uitgaven voor dienstreizen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de regels van toepassing op dienstreizen van het EDEO-personeel.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

HOOFDSTUK 1 5 —   VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 5 0
Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0
Sociale diensten en bijstand aan het personeel

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

199 000

199 000

388 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel;

een gedeeltelijke vergoeding van de kosten van personeelsleden die gebruikmaken van het openbaar vervoer voor hun woon-werkverkeer. Deze maatregel is bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

ambtenaren in actieve dienst;

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 5 0 1
Medische dienst

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

595 000

450 000

820 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

de huishoudelijke uitgaven van de spreek- en behandelkamer, de kosten van materiaal voor geneeskundige verzorging, verzorging en geneesmiddelen in de crèche, de kosten van medisch onderzoek en de te voorziene uitgaven in verband met de invaliditeitscomités en de vergoeding van brilkosten,

de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 5 0 2
Restaurants en kantines

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 5 0 3
Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

878 000

1 275 000

1 094 515,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aan de Commissie en/of de Raad te betalen aandeel van de EDEO in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur en erfpacht

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

18 372 000

18 182 000

6 616 000,—

36,01

2 0 0 1

Verkrijging van onroerende goederen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 0 0 2

Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

100 000

200 000

491 000,—

491,00

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

18 472 000

18 382 000

7 107 000,—

38,47

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

4 330 000

3 999 000

3 715 505,—

85,81

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 293 000

1 318 000

1 403 000,—

108,51

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 700 000

5 928 000

6 400 000,—

112,28

2 0 1 3

Verzekeringen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

60 000

74 500

74 500,—

124,17

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

130 000

170 000

130 000,—

100,00

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

11 513 000

11 489 500

11 723 005,—

101,82

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

29 985 000

29 871 500

18 830 005,—

62,80

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatie- en communicatietechnologie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

12 837 000

12 837 000

16 737 000,—

130,38

2 1 0 1

Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

13 745 000

13 745 000

5 600 456,47

40,75

2 1 0 2

Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

2 550 000

 

 

 

2 1 0 3

Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

 

 

 

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

30 382 000

26 582 000

22 337 456,47

73,52

2 1 1

Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0

Meubilair

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

212 000,—

106,00

2 1 1 1

Technisch materieel en technische installaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

150 000

250 000,—

500,00

2 1 1 2

Vervoer

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

95 000

200 000

300 000,—

315,79

 

Artikel 2 1 1 — Totaal

345 000

550 000

762 000,—

220,87

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

30 727 000

27 132 000

23 099 456,47

75,18

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

485 000

485 100

600 000,—

123,71

2 2 0 1

Reiskosten van deskundigen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

50 000

79 200

50 000,—

100,00

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

535 000

564 300

650 000,—

121,50

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

923 000

674 685

625 409,49

67,76

2 2 1 1

Satellietbeelden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

450 000

495 000

500 000,—

111,11

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

41 000

41 580

25 565,36

62,35

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

295 000

232 650

237 882,50

80,64

 

Artikel 2 2 1 — Totaal

1 709 000

1 443 915

1 388 857,35

81,27

2 2 2

Talendiensten

2 2 2 0

Vertaling

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

2 2 2 1

Tolken

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

450 000

579 150

690 000,—

153,33

 

Artikel 2 2 2 — Totaal

450 000

579 150

690 000,—

153,33

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

323 000

323 235

490 000,—

151,70

2 2 3 1

Porto

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

155 000

177 210

156 000,—

100,65

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

49 500

49 500

0,—

0

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

1 795 000

1 846 350

1 476 996,—

82,28

2 2 3 4

Verhuizing

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

120 000

148 500

50 000,—

41,67

2 2 3 5

Financiële kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

5 000

19 800

3 500,—

70,00

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

25 000

42 570

25 000,—

100,00

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

10 000

9 900

0,—

0

2 2 3 8

Conflictpreventie en bemiddeling (eerste fase)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

421 894,—

 

 

Artikel 2 2 3 — Totaal

2 482 500

2 617 065

2 623 390,—

105,68

2 2 4

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

450 000

500 000

 

 

 

Artikel 2 2 4 — Totaal

450 000

500 000

 

 

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

5 626 500

5 704 430

5 352 247,35

95,13

 

Titel 2 — Totaal

66 338 500

62 707 930

47 281 708,82

71,27

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

HOOFDSTUK 2 2 —

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0
Gebouwen

2 0 0 0
Huur en erfpacht

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

18 372 000

18 182 000

6 616 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen in Brussel voor de door de EDEO gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen.

Het dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1
Verkrijging van onroerende goederen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2
Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

100 000

200 000

491 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van inrichtings- en aanpassingswerkzaamheden, met inbegrip van:

studies met het oog op de aanpassing en uitbreiding van de gebouwen van de instelling;

aanpassingswerkzaamheden aan gebouwen voor de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen;

inrichting en verbouwing van de dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

aanpassing van de ruimten en de technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

2 0 1
Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0
Schoonmaak en onderhoud

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

4 330 000

3 999 000

3 715 505,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

schoonmaak van dienstruimten, werkplaatsen en magazijnen (met inbegrip van vitrage, gordijnen, tapijten, jaloezieën enz.);

vervanging van versleten vitrage, gordijnen en tapijten;

schilderwerk;

diverse onderhoudswerkzaamheden;

reparatiewerkzaamheden aan de technische installaties;

technische benodigdheden;

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, beveiligingsinstallaties en afluistervrije ruimten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1
Water, gas, elektriciteit en verwarming

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 293 000

1 318 000

1 403 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2
Beveiliging en bewaking van de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 700 000

5 928 000

6 400 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de beveiliging en de bewaking van de door de EDEO gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3
Verzekeringen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

60 000

74 500

74 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de EDEO gebruikte gebouwen en van de verzekering voor de aansprakelijkheid tegenover bezoekers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4
Overige uitgaven voor de gebouwen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

130 000

170 000

130 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter betaling van de andere lopende uitgaven voor de gebouwen (inclusief Kortenberg en ER gebouwen) die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, signaliseringsmateriaal, controles door gespecialiseerde instanties enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0
Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0
Informatie- en communicatietechnologie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

12 837 000

12 837 000

16 737 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met algemene informatie- en communicatietechnologie , met name uitgaven voor:

de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en –toepassingen;

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en –toepassingen;

aanbieders van communicatiediensten;

de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1
Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

13 745 000

13 745 000

5 600 456,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie, met name uitgaven voor:

de aankoop of de huur van hardware en software voor beveiligde informaticasystemen en –toepassingen;

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers, — werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

abonnementen op beveiligde communicatiediensten;

de kosten voor beveiligde communicatie en gegevensoverdracht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2
Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

2 550 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de beveiliging van informatie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk), met name uitgaven voor:

de aankoop of de huur van hardware en software;

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van beveiligde informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

abonnementen op communicatiediensten;

de kosten voor communicatie en gegevensoverdracht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3
Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 250 000

 

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de beveiliging van informatie door middel van technische beveiligingsmaatregelen, met name uitgaven voor:

aankoop of huur van hardware en software voor de sweep van de gebouwen van de centrale diensten, de delegaties en de gebouwen die worden gebruikt voor conferenties en bijeenkomsten;

ondersteuning en opleiding door gespecialiseerde ondernemingen, fabrikanten en dienstverlenende consultancybedrijven met het oog op het bedienen en ontwikkelen van deze hardware of software, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

werkzaamheden aan en het onderhoud van deze hardware en software voor informaticasystemen en –toepassingen;

vervoerskosten voor het materiaal voor de sweep van de gebouwen;

aanschaf, vervoer en installatie van een specifieke uitrusting nodig voor afluistervrije ruimten;

kosten van dienstreizen van het personeel dat sweeps uitvoert of uitrusting in afluistervrije ruimten installeert.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1
Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0
Meubilair

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

200 000

200 000

212 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aanschaf en de vervanging van meubilair en van speciaal meubilair;

de huur van meubilair benodigd gedurende dienstreizen en vergaderingen buiten de gebouwen van de EDEO;

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 1
Technisch materieel en technische installaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

150 000

250 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

de aanschaf en de vervanging van diverse, vaste of mobiele apparatuur en technische installaties, in het bijzonder in verband met het archief, de aankoopdienst, veiligheid, conferenties, restauratie en gebouwen;

technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines;

de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het gebruik, het onderhoud en de reparatie daarvan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 2
Vervoer

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

95 000

200 000

300 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onder meer:

het leasen of aanschaffen van dienstvoertuigen;

de huur van auto's wanneer geen beroep kan worden gedaan op de vervoermiddelen van de EDEO, met name voor dienstreizen;

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0
Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0
Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

485 000

485 100

600 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

het organiseren van informele bijeenkomsten van de Raad Buitenlandse Zaken en andere informele bijeenkomsten;

het organiseren van vergaderingen in het kader van de politieke dialoog op het niveau van de ministers of topambtenaren;

het organiseren van conferenties en congressen;

interne vergaderingen, met inbegrip eventueel van de cateringkosten bij bijzondere gelegenheden;

de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie;

activiteiten in verband met het protocol.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 1
Reiskosten van deskundigen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

50 000

79 200

50 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1
Informatie

2 2 1 0
Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

923 000

674 685

625 409,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken, onder andere voor geografische gegevens;

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analyses van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties; het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

2 2 1 1
Satellietbeelden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

450 000

495 000

500 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het aanschaffen van satellietbeelden ten behoeve van de EDEO, in het bijzonder met het oog op crisispreventie en -beheersing.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2
Algemene publicaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

41 000

41 580

25 565,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of microfilm) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de EDEO, waaronder die welke in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3
Voorlichting en openbare evenementen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

295 000

232 650

237 882,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten van audiovisuele diensten om het publiek te informeren over het buitenlands beleid van de Unie en de activiteiten van de hoge vertegenwoordiger;

de kosten van ontwikkeling en exploitatie van de EDEO-website;

de uitgaven betreffende de publiciteit en de promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de instelling, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen;

uitgaven in verband met voorlichting over het GVDB/GBVB;

de kosten van diverse voorlichtings- en publiciteitsactiviteiten, onder andere van promotiemateriaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 2
Talendiensten

2 2 2 0
Vertaling

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de vertaaldiensten die aan de EDEO worden verleend door het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 2 1
Tolken

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

450 000

579 150

690 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de door de tolken van de Commissie voor de EDEO verrichte diensten.

Het dient ook ter dekking van de kosten van de dienstverrichting door de tolken van de Commissie ten behoeve van de EDEO bij gelegenheid van de vergaderingen van het Politiek en Veiligheidscomité, het Militair Comité en de overige vergaderingen die specifiek in het kader van het GVDB/GBVB worden gehouden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

2 2 3
Diverse uitgaven

2 2 3 0
Kantoorbenodigdheden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

323 000

323 235

490 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aanschaf van papier;

fotokopieën en vaste rechten;

papier en kantoorbenodigdheden (dagdagelijkse benodigdheden);

drukwerk;

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine);

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1
Porto

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

155 000

177 210

156 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2
Studies, enquêtes en adviezen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

49 500

49 500

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3
Interinstitutionele samenwerking

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

1 795 000

1 846 350

1 476 996,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met interinstitutionele activiteiten, met name de kosten van administratief personeel bij de Commissie, de Bureaus en de Raad voor het beheer van personeelszaken, gebouwen en archieven van de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4
Verhuizing

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

120 000

148 500

50 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5
Financiële kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

5 000

19 800

3 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6
Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

25 000

42 570

25 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de kosten in geval van een veroordeling van de EDEO tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken vastgestelde proceskosten en de kosten voor het inschakelen van externe advocaten voor de procesvertegenwoordiging van de EDEO;

de kosten voor advies door externe advocaten;

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de EDEO kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7
Overige operationele uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

10 000

9 900

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de aankoop van werkkleding voor het personeel van de dienst Conferenties en de dienst Beveiliging, van werkuitrusting voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en het herstel en onderhoud van de werkkleding;

de deelneming van de EDEO in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd;

de aankoop van uniformen en accessoires, in het bijzonder voor het beveiligingspersoneel van de gebouwen Kortenberg en ER.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 8
Conflictpreventie en bemiddeling (eerste fase)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

421 894,—

Toelichting

In 2011 en 2012 is een voorbereidende actie voor de oprichting van een EU-steungroep bemiddeling (Mediation Support Group — MSG) voor de Europese Dienst voor extern optreden uitgevoerd. Deze voorbereidende actie moet worden beschouwd als eerste stap voor de versterking en duurzame ondersteuning van bemiddelingsinitiatieven, door in eerste instantie de interne capaciteit van de Unie te vergroten, zonder hierbij de steun van externe en contractuele deskundigen uit te sluiten.

In 2013 diende dit kredietonderdeel ter dekking van de kosten voor:

de inzet van personeel ter ondersteuning van bemiddeling en dialoog;

het inhuren of uitnodigen van interne en externe deskundigen op het vlak van bemiddeling en dialoog, waarbij rekening wordt gehouden met de lopende werkzaamheden van de Verenigde Naties en andere organisaties bij het opstellen van werkschema's;

kennisbeheer, waaronder conflictanalyse en ervaringslessen en workshops, ontwikkeling en bekendmaking van beste praktijken en richtsnoeren;

opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van bemiddeling, dialoog en situatiebewustzijn voor EDEO-personeel op het hoofdkwartier, Unie-personeel op missies, delegatieleiders en hun medewerkers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 4
Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0
Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

450 000

500 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

de inzet van Uniepersoneel ter ondersteuning van bemiddeling en dialoog;

het inhuren van interne deskundigen op het vlak van bemiddeling en dialoog, alsook de toegang tot externe bemiddeling waarbij rekening wordt gehouden met de lopende werkzaamheden van de Verenigde Naties en andere organisaties bij het opstellen van werkschema's;

kennisbeheer, waaronder het organiseren van workshops en conflictanalyses, alsmede ontwikkeling en bekendmaking van ervaringslessen, beste praktijken en richtsnoeren;

opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van vroegtijdige waarschuwing, conflictanalyses en bemiddeling en dialoog voor Uniepersoneel bij de centrale diensten, EU-personeel op missies, SVEU's, delegatieleiders en hun medewerkers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 3

DELEGATIES

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Delegaties

3 0 0 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

105 510 000

103 417 857

104 210 307,18

98,77

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

60 068 000

59 835 029

57 232 459,08

95,28

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

20 587 285

19 035 000

20 853 623,52

101,29

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

155 799 301

103 062 000

99 416 624,22

63,81

3 0 0 4

Overige administratieve uitgaven

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

41 937 800

20 379 000

22 950 749,51

54,73

3 0 0 5

Bijdrage van de Commissie voor delegaties

 

 

 

 

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

269 246 720,19

 

 

Artikel 3 0 0 — Totaal

383 902 386

305 728 886

573 910 483,70

149,49

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

383 902 386

305 728 886

573 910 483,70

149,49

 

Titel 3 — Totaal

383 902 386

305 728 886

573 910 483,70

149,49

HOOFDSTUK 3 0 —

DELEGATIES

HOOFDSTUK 3 0 —   DELEGATIES

3 0 0
Delegaties

3 0 0 0
Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

105 510 000

103 417 857

104 210 307,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Europese Unie, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden:

basissalarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

diverse toelagen en vergoedingen;

de overuren;

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging;

de kosten van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Voorschriften in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de EDEO.

3 0 0 1
Extern personeel en externe dienstverlening

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

60 068 000

59 835 029

57 232 459,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 0 2
Overige personeelsuitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

20 587 285

19 035 000

20 853 623,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (universitaire afgestudeerden) bij de delegaties van de Europese Unie;

de kosten van seminars die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij de delegaties;

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij overplaatsing met verandering van standplaats of bij vertrek;

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

kosten voor de aankoop, de vervanging, de aanpassing en het onderhoud van in de delegaties geplaatste apparatuur voor medische doeleinden;

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het AIDS-beleid op de arbeidsplaats;

uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen buitenlandse en plaatselijke medewerkers;

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie en/of de EDEO in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

reiskosten en dagvergoedingen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden;

vervoerskosten, dagvergoedingen en verzekeringskosten in verband met het vervoer van zieken;

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren;

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteitsbeheer en personeelsbeheer;

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de instelling georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs/sprekers, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als cateringkosten;

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

de kosten in verband met het diplomatieke uitwisselingsprogramma, zoals reis- en installatiekosten in overeenstemming met het Statuut.

3 0 0 3
Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

155 799 301

103 062 000

99 416 624,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

tijdelijke ontheemdingstoeslagen en dagvergoedingen voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten;

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties buiten de Unie:

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie of door ambtenaren met standplaats buiten de Unie: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen en goederen (lettercombinaties, safes, hekwerken enz.);

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie en de ambtswoningen van de gedelegeerden: de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, voor onderhoud en reparatie, van interne verhuizing, inrichting en verhuizingen en de andere lopende uitgaven (met name straatbelasting, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.);

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties op het grondgebied van de Unie:

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties: huur, kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, verzekeringspremies, kosten van onderhoud en reparatie, de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, de uitgaven voor beveiliging, met name bewakingscontracten, huur en vervanging van brandblussers, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, vervanging van de uitrusting van ambtenaren die bij de vrijwillige brandweer aangesloten zijn, kosten van wettelijke controles enz.;

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

de aankoop van bouwgronden en gebouwen (aankoop of huurkoop) en de bouw van kantoor- of woongebouwen, met inbegrip van de kosten van voorbereidende studies en diverse honoraria.

Met artikel 203 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1) kregen de instellingen de mogelijkheid om de verwerving van onroerend goed te financieren via een lening. Dit onderdeel omvat de kosten van dergelijke leningen (rente en aflossing) voor de aankoop van onroerend goed voor de delegaties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: 275 000 EUR.

3 0 0 4
Overige administratieve uitgaven

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

41 937 800

20 379 000

22 950 749,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

aankoop, huur, leasing, onderhoud en reparatie van meubilair en uitrusting, met name audiovisuele apparatuur, uitrusting voor archieven, reprografische diensten, bibliotheken en tolkendiensten, en gespecialiseerde kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, aflees- en reproductieapparaten, faxtoestellen enz.), alsmede de aanschaf van documentatie en benodigdheden in verband met genoemde uitrusting;

aanschaf, onderhoud en reparatie van technisch materieel zoals generatoren en airconditioningapparatuur, en de kosten voor de installatie en de uitrusting van het bij de delegaties geplaatste materieel voor sociale doeleinden;

aankoop, vervanging, huur, leasing, onderhoud en reparatie van voertuigen, met inbegrip van de uitrusting daarvan;

de verzekeringspremies voor de voertuigen;

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties inclusief bijwerkingen daarvan, alsmede de kosten voor abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse publicaties en voor het inbinden en conserveren van periodieke boekwerken;

de abonnementen op persbureaus;

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbehoeften en benodigdheden voor de reprografische diensten, en uitbesteding van drukwerk;

kosten van vervoer en inklaring van materieel, aankoop en reiniging van uniformen voor bodes, chauffeurs enz., diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid, diefstal enz.), kosten in verband met interne vergaderingen (verfrissingen, maaltijden die bij bijzondere gelegenheden worden verstrekt);

kosten van studies, enquêtes en raadplegingen in het kader van de administratieve werking van de delegaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven waarin niet in het bijzonder is voorzien in de andere posten van dit artikel;

frankeringskosten voor correspondentie, verslagen en publicaties evenals de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, over de weg, per boot of per spoor;

kosten van de diplomatieke koffer;

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen;

aankoop, huur of leasing van informatica-apparatuur, met name computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur, en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

de aan derden toevertrouwde werkzaamheden, met name in verband met de ontwikkeling, het onderhoud en de ondersteuning van de computersystemen in de delegaties;

aankoop, huur of huurkoop van apparatuur voor de weergave van informatie op papier, zoals printers en scanners;

aankoop, huur of huurkoop van telefooncentrales en -verdeelsystemen, van apparatuur voor gegevenstransmissie en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (telefoon, telegraaf, telex, fax), kosten van netwerken voor gegevenstransmissie en van telematicadiensten enz. alsmede kosten van de aankoop van abonneelijsten;

installatie, configuratie, onderhoud, ondersteuning, bijstand, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

uitgaven voor actieve veiligheid in de delegaties in noodgevallen;

alle financiële kosten, met name bankkosten;

bij gelden ter goede rekening, voor aanpassingen in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de regularisatie-uitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

aanpassingen bij situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

aanpassingen in gevallen waarbij de btw niet is teruggevorderd en de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van een bank waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

Onder deze post kunnen kosten worden gefinancierd die delegaties hebben gemaakt in het kader van de lokale samenwerking met lidstaten, met name bij een crisis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30), met name artikel 5, lid 10.

3 0 0 5
Bijdrage van de Commissie voor delegaties

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

269 246 720,19

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen eventuele ontvangsten van de Commissie of uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de in de delegaties gemaakte kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van personeelsleden van de Commissie in de delegaties aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan voor het personeel van de Commissie en door het EOF gefinancierd personeel bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

salarissen en salarisgerelateerde uitgaven van lokaal personeel (en uitzendkrachten);

het aandeel in de uitgaven die vallen onder de posten 3 0 0 0 (Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden), 3 0 0 1 (Extern personeel en externe dienstverlening), 3 0 0 2 ( Andere personeelsuitgaven), 3 0 0 3 (Gebouwen en bijbehorende kosten) en 3 0 0 4 (Andere administratieve uitgaven) voor deze personeelsleden.

Daarnaast kan deze toewijzing worden gebruikt voor andere uitgaven, bijvoorbeeld voor activiteiten met betrekking tot media en informatie, die worden uitgevoerd op basis van dienstverleningsovereenkomsten met andere instellingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

Artikel

Post

Rubriek

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

% 2013-2015

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0,—

 

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0,—

 

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0,—

 

 

TOTAAL-GENERAAL

602 836 886

518 628 447

765 987 738,09

127,06

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig het Financieel Reglement.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

Kredieten 2015

Kredieten 2014

Uitvoering 2013

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar genomen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden

Functiegroep en rang

2015

2014

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Naar de EDEO over te hevelen posten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

7

 

7

 

AD 15

29

 

29

 

AD 14

119

 

119

 

AD 13

198

 

198

 

AD 12

183

 

185

 

AD 11

69

 

69

 

AD 10

70

 

78

 

AD 9

83

 

83

 

AD 8

44

 

44

 

AD 7

76

 

70

 

AD 6

42

 

42

 

AD 5

44

 

44

 

Totaal AD

964

0

968

0

AST 11

31

 

31

 

AST 10

27

 

27

 

AST 9

62

 

51

 

AST 8

57

1

57

1

AST 7

92

 

98

 

AST 6

84

 

95

 

AST 5

102

 

109

 

AST 4

59

 

58

 

AST 3

58

 

58

 

AST 2

58

 

68

 

AST 1

30

 

40

 

Totaal AST

660

1

692

1

AST/SC 6

 

 

 

 

AST/SC 5

 

 

 

 

AST/SC 4

 

 

 

 

AST/SC 3

 

 

 

 

AST/SC 2

10

 

 

 

AST/SC 1

10

 

 

 

AST/SC totaal

20

 

 

 

Totaal-generaal

1 644

1

1 660

1

Totaal personeel

1 645

1 661


(1)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2014 tot en met nr. 7/2014.

(2)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

(3)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014, blz. 1) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2014 tot en met nr. 7/2014.

(4)  De eigen middelen voor de begroting 2015 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 160e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 19 mei 2014 zijn goedgekeurd.

(5)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

(6)  De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.

(7)  Berekening van percentage: (104 548 163 756) / (139 753 266 000) = 0,748091023189397.

(8)  Afgeronde percentages.

(9)  Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in de tien lidstaten die tot de Unie zijn toegetreden op 1 mei 2004 en in de twee lidstaten die zijn toegetreden op 1 januari 2007, uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

(10)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

(11)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

(12)  p.m. (eigen middelen + andere ontvangsten = totaal van ontvangsten = totaal van uitgaven); (139 638 543 006 + 1 575 497 557 = 141 214 040 563 = 141 214 040 563).

(13)  Totaal van eigen middelen als percentage van het bni: (139 638 543 006) / (13 975 326 600 000) = 1,00 %; plafond van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,23 %.

(14)  Nettoboekwaarde opgenomen in de financiële staten op 31 december 2013 (tenzij anders vermeld).

(15)  Deze kredieten geven de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen in posten 2 0 0 0 (huur), 2 0 0 1 (erfpacht) en 2 0 0 3 (verwerving van onroerend goed).

(16)  De bijdrage van de Commissie voor de delegaties van de Unie.

(17)  Deze kredieten dienen ter dekking van de huur van de gebouwen gefinancierd uit post 10 01 05 03 — Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020.

(18)  Nettoboekwaarde op 1 juni 2014. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.

(19)  Met inbegrip van de overgedragen bedragen uit afdeling III — Commissie als gevolg van de budgettaire procedure 2015. Vanaf 2015 zijn kredieten voor de huur en de oprichting/verwerving van de gebouwen van de delegaties volledig opgenomen in afdeling X.

(20)  Nettoboekwaarde opgenomen in de financiële staten op 31 december 2013 (tenzij anders vermeld).

(21)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

(22)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (ex Maria van Boergondië).

(23)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (in een deel waarvan het OLAF is gehuisvest).

(24)  Huurkoop.

(25)  Nettoboekwaarde op 1 juni 2014. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.

(26)  Waarvan drie bevorderingen ad personam (drie van AD 14 naar AD 15), verleend in bijzondere gevallen aan verdienstelijke ambtenaren.

(27)  Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het algemeen totaal.

(28)  Maximaal 80 posten kunnen worden toegevoegd aan het organigram van het Europees Parlement (EP), na een succesvolle afronding van de onderhandelingen tussen het EP, het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) en het Comité van de Regio's (CvdR) over toekomstige interinstitutionele samenwerking. Het bereiken van een definitief akkoord tussen het EP, het EESC en het CvdR is een voorwaarde voor de geleidelijke overplaatsing van deze posten.

(29)  Waarvan drie bevorderingen ad personam (drie van AD 14 naar AD 15), verleend in bijzondere gevallen aan verdienstelijke ambtenaren.

(30)  Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het algemeen totaal.

(31)  De interinstitutionele samenwerkingsovereenkomst tussen het Parlement, het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité, op 5 februari 2014 ondertekend, voorziet in de overplaatsing van maximaal 80 nieuwe posten (60 AD en 20 AST) van deze comités naar het Parlement. Deze operatie vindt in stappen plaats, te beginnen in het najaar van 2014, en de reeds in 2014 gedane opname van de betreffende posten in het organigram van de posten zal worden gecompenseerd door de afschaffing van een even groot aantal posten in de organigrammen van de twee comités.

(32)  Waarvan vier AD 16 ad personam.

(33)  Waarvan zeven AD 15 ad personam.

(34)  Waarvan vier AD 16 ad personam.

(35)  Waarvan zeven AD 15 ad personam.

(36)  Jessica is een leerplatform dat nationale en regionale autoriteiten alsook financiële tussenpersonen helpt bij de ontwikkeling van terugvorderbare steunregelingen voor duurzame stedelijke ontwikkeling in het kader van de structuurfondsen (http://ec.europa.eu/regional_policy/thefunds/instruments/jessica_network_en.cfm).

(37)  Met name „Jeugd in beweging”, „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen”, „Innovatie-Unie” en het „Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting”.

(38)  Zowel Mali als Niger zijn zogenaamde „countdownlanden”: in deze landen moet vooruitgang moet worden geboekt om de millenniumdoelstellingen tegen 2015 te kunnen verwezenlijken, in het bijzonder de millenniumdoelstellingen 4 en 5 (kindersterfte en moedersterfte).

(39)  Onder basiszorg verstaan we: zorg voor en vaccinatie en voeding van moeders en kinderen (met name acute ondervoeding van kinderen en moeders die borstvoeding geven), reproductieve gezondheidszorg (dringende verloskundige zorg, pre- en postnatale zorg, toegang tot gezinsplanningsmethoden, voorkomen van onveilige abortus, enz.), toezicht op epidemieën en de behandeling van ziekten (met inbegrip van hiv/aids), medische zorg, vroegtijdige psychologische en klinische behandeling, met name van gendergerelateerd geweld (seksuele agressie, huwelijk op jonge leeftijd en gedwongen huwelijk, genitale verminking en besnijdenis van vrouwen, enz.).

(40)  Sociale impact komt tot stand via solidariteit met kansarmen en uitgeslotenen, met jongeren en ouderen en met de toekomstige generaties (bijvoorbeeld door natuurlijke hulpbronnen efficiënt te gebruiken of emissies en afval te reduceren), via een betere levenskwaliteit voor iedereen door goederen te produceren en diensten te verlenen die aan collectieve behoeften voldoen en bijdragen aan de ontwikkeling van de gemeenschap en sociaal kapitaal, bijvoorbeeld door gezond en betaalbaar voedsel te produceren en te verdelen, of via een betere toegang tot en het aanbieden van onderwijs en levenslang leren.

(41)  Eva Deraedt, Social Enterprise: A Conceptual Framework, study for ILO by Hoger instituut voor de arbeid, Leuven, 2009.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Initiatief voor sociaal ondernemerschap — Bouwen aan een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale economie en innovatie (COM(2011) 682 final).

(42)  Bijvoorbeeld: The Reader 2010: „Social and Solidarity Economy: Building a Common Understanding”; International Training Centre of the International Labour Organisation, 2010.

(43)  Inclusief in de reserve opgenomen kredieten.

(44)  Op basis van 98,3 % van de kredieten ten gevolge van de gemengde EVA- / niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

(45)  Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.

(46)  De deelname van Noorwegen ging met ingang van 2015 van start.

(47)  Op basis van 4,53 % van de kredieten ten gevolge van de gemengde EVA- / niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

(48)  Deelname aan CEF — ICT en een overblijfsel van Marco Polo II alleen (5,09 % van de kredieten).

(49)  Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.

(50)  Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.

(51)  Berekend op basis van deelneming van de EVA-landen ten bedrage van 75 % van de kredieten, overeenkomstig Protocol nr. 30 van de EER-overeenkomst.

(52)  Op basis van 73,21 % van de kredieten ten gevolge van de gemengde EVA- / niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

(53)  Op basis van 9,64 % van de kredieten ten gevolge van de gemengde EVA- / niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

(54)  De evenredigheidsfactoren die werden toegepast om de financiële bijdrage te berekenen, zijn gebaseerd op de onderstaande deelname per EER EVA land en per EU-programma:

Programma

Noorwegen

IJsland

Liechtenstein

Evenredigheidsfactor

Horizon 2020

Ja

Ja

Neen

2,94 %

Erasmus+

Ja

Ja

Ja

2,97 %

Cosme

Neen

Ja

Neen

0,08 %

Copernicus

No ()

Ja

Neen

0,08 %

Galileo

Ja

Neen

Neen

2,86 %

Gezondheid voor groei

Ja

Ja

Neen

2,94 %

Rechten, gelijkheid en burgerschap — Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

Neen

Ja

Neen

0,08 %

Rechten, gelijkheid en burgerschap — Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

Neen

Ja

Ja

0,11 %

Consumenten

Ja

Ja

Neen

2,94 %

Creatief Europa

Ja

Ja

Neen

2,94 %

Civiele bescherming

Ja

Ja

Neen

2,94 %

Connecting Europe Facility — ICT onderdeel

Ja

Ja

Neen

2,94 %

EaSI– EURES-pijler

Ja

Ja

Neen

2,94 %

EaSI– Progress-pijler

Ja

Ja

Neen

2,94 %

()  De deelname van Noorwegen aan Copernicus vindt ingang met terugwerkende kracht van 1 januari 2014 onder voorbehoud van de afronding van het besluitvormingsproces om Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst te wijzigen.

(55)  De deelname van Noorwegen aan Copernicus vindt ingang met terugwerkende kracht van 1 januari 2014 onder voorbehoud van de afronding van het besluitvormingsproces om Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst te wijzigen.

(56)  Begrotingsonderdelen 02 04 02, 02 04 51, 06 03 03 01, 06 03 50, 08 01 06 03, 08 02 01, 08 02 02, 08 02 03, 08 02 04, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 08 01 06 04, 09 04 02, 09 04 03, 09 04 50, 10 02 01, 10 02 50, 15 03 01 01, 15 03 50, 32 04 03 01 en 32 04 50.

(57)  Begrotingsonderdelen 08 03 01, 08 04 01, 10 03 01 en 10 03 50.

(58)  Artikel 01 04 51 omvat ook het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (2001-2005).

(59)  Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

(60)  Artikel 01 04 51 omvat ook afrondingsacties in verband met het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (2001-2005).

(61)  Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

(62)  Dit is een raming op basis van de methodiek die geschetst wordt in de eindevaluatie van het programma voor ondernemerschap en innovatie — Eindverslag — April 2011, blz. 22.

(63)  Berekend als het totale leningvolume dat door de begunstigde kleine en middelgrote ondernemingen is ontvangen / EU-garantieplafond.

(64)  Dit instrument kan in de toekomst ook in samenwerking met andere entiteiten ten uitvoer worden gelegd.

(65)  Geraamde waarden op basis van de aangenomen omvang van de opvraging van kapitaal, aangenomen eigen vermogen van het Margueritefonds in verhouding tot de totale bedrijfswaarde van projecten en aangenomen niveau van de bedrijfskosten van het fonds.

(66)  Administratieve en operationele kosten.

(67)  Constant verondersteld tussen 2013A en 2014E.

(68)  Via een energieprestatiecontract (EPC) kunnen energieleveranciers zonder financieel risico te lopen initiële investeringen van overheden uitvoeren (bijvoorbeeld om de energieprestaties van overheidsgebouwen te verbeteren of zuinige straatverlichting aan te brengen).

(69)  Het Europees Centrum voor PPP-deskundigheid (EPEC) is een gezamenlijk initiatief van de EIB, de Commissie, de lidstaten en de kandidaat-lidstaten. Het centrum draagt bij tot de versterking van de capaciteit van de leden uit de publieke sector om publiek-private partnerschappen aan te gaan.

(70)  Overeenkomstig artikel 53 van het Euratom-Verdrag omvat de personeelsformatie de volgende vaste ambten voor het Voorzieningsagentschap: 1 ad personam AD 15 voor de directeur-generaal van het Agentschap, 2 AD 14 (waarvan één voor de adjunct-directeur-generaal van het Agentschap), 3 AD 12, 1 AD 11, 2 AD 10, 1 AST 10, 2 AST 8, 1 AST 7, 9 AST 6, 1 AST 5 en 2 AST 3.

(71)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: maximaal 25 AD 15 kunnen AD 16 worden; maximaal 21 AD 14 kunnen AD 15 worden; maximaal 13 AD 11 kunnen AD 14 worden en 1 AST 8 kan AST 10 worden.

(72)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: twee AD 15 worden AD 16; één AD 14 wordt AD 15.

(73)  Waarvan vaste ambten bij de Europese Bestuursschool (EUSA): drie AD 12, één AD 11, twee AD 8, één AST 10, twee AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 5, één AST 4 en twee AST 3.

(74)  In 2013 zijn twee aanstellingsbrieven verstuurd voor twee personeelsleden die begin 2014 in dienst hadden moeten treden.

(75)  Toelichtingen verstrekt in het financieel memorandum van het agentschap

(76)  Toelichtingen verstrekt in het financieel memorandum van het agentschap.

(77)  Met inbegrip van twee AD-posten waarvoor aanstellingsbrieven zijn verstuurd en aanvaard, maar waarbij de personeelsleden in 2014 in dienst hadden moeten treden.

(78)  Zie voetnoot (**).

(79)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere graad mits zulke hogere graad overeenkomt met hun eigen graad bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.

(80)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: een AD 14 wordt AD 15.

(81)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere graad mits zulke hogere graad overeenkomt met hun eigen graad bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.

(82)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere graad mits zulke hogere graad overeenkomt met hun eigen graad bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.

(83)  Waarvan 1 AD 15 ad personam.

(84)  Waarvan 1 AD 14 ad personam.

(85)  Thans is de instelling niet in staat om het aantal benodigde ambten nauwkeurig in te schatten.

(86)  Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor de detachering van ambtenaren bij de leden van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken (6 AD 12, 12 AD 11, 18 AD 10, 9 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4 en 8 AST 3).

(87)  Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor de detachering van ambtenaren bij de leden van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken (6 AD 12, 12 AD 11, 20 AD 10, 15 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3).

(88)  Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per categorie.

(89)  Voor de daadwerkelijke bezetting qua rang van de posten bij de kabinetten gelden dezelfde indelingscriteria als voor de ambtenaren in dienst getreden vóór 1 mei 2004.

(90)  Waarvan 1 AD15 ad personam.

(91)  Waarvan 1 AD14 ad personam.

(92)  Omvorming van 1 AST11 tot 1 AD11 op grond van artikel 50 van de Financiële regels (november 2013).

(93)  Opwaarderingen voor 2014.

(94)  Annulering van 9 posten (2014).

(95)  Nieuwe functiegroep SC (2014).

(96)  Opwaarderingen voor 2015.

(97)  Annulering van 9 posten (2015).

(98)  Exclusief de virtuele reserve zonder krediettoewijzing voor de naar de kabinetten gedetacheerde ambtenaren (1 AD14, 2 AD 13, 5 AD 12, 5 AD 11, 12 AD 10, 2 AD 9, 6 AD 8, 1 AD 6, 1 AST 11, 1 AST 10, 1 AST 9, 1 AST 8, 4 AST 7, 10 AST 6, 8 AST 5, 9 AST 4, 4 AST 3, 2 AST 2 en 3 AST 1).

(99)  In 2015 moeten 36 posten overgeplaatst worden naar het Parlement, overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst van 5 februari 2014.

(100)  In 2015 moeten 24 posten overgeplaatst worden naar het EP, overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst van 5 februari 2014.

(101)  In het kader van de voorbereidende werkzaamheden voor de oprichting van het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) is voor de tweede helft van 2015 de creatie voorgesteld van een taskforce bestaande uit twee ambtenaren (1 AD9 en 1 AST5) en een arbeidscontractant of een nationaal deskundige. Omdat de EDPB tegen dan niet geïnstalleerd zal zijn, zijn de ambtenaren van de voorgestelde taskforce tijdelijk opgenomen in de personeelsformatie van de EDPS, met dien verstande dat de betrokken posten naar de EDPB zullen worden overgeheveld zodra deze formeel is opgericht. In de zeer onwaarschijnlijke veronderstelling dat het secretariaat van de EDPB niet aan de EDPS zou worden toevertrouwd, zullen deze ambten ofwel worden overgeheveld naar de voor het secretariaat verantwoordelijke instantie, ofwel worden geschrapt.


Top