This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015B0339
Definitive adoption (EU, Euratom) 2015/339 of the European Union’s general budget for the financial year 2015
Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2015/339 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015
Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2015/339 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015
PB L 69 van 13.3.2015, p. 1–2239
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32015B0339R(01) | ||||
Modified by | 32015B1121 | ||||
Modified by | 32015B1766 | ||||
Modified by | 32015B1767 | ||||
Modified by | 32015B1768 | ||||
Modified by | 32015B1769 | ||||
Modified by | 32015B2220 | ||||
Modified by | 32015B2221 | ||||
Modified by | 32016B0070 |
13.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 69/1 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2015/339
van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (1),
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (2),
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),
Gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, goedgekeurd door de Commissie op 24 juni 2014,
Gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, vastgesteld door de Raad op 2 september 2014 en aan het Europees Parlement toegezonden op 12 september 2014,
Gezien de nota van wijzigingen nr. 1/2015 van 15 oktober 2014 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015,
Gezien de resolutie van het Europees Parlement van 22 oktober 2014 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015,
Gezien de door het Europees Parlement op 22 oktober 2014 aangenomen amendementen op het ontwerp van algemene begroting,
Gezien de brief van de voorzitter van de Raad van 22 oktober 2014 waarin deze meedeelt dat de Raad niet alle door het Parlement aangenomen amendementen kan aanvaarden,
Gezien de brief van 27 oktober 2014 aan de voorzitter van de Raad waarmee het bemiddelingscomité bijeen wordt geroepen,
Gezien de vergaderingen van het bemiddelingscomité op 6, 14 en 17 november 2014,
Gezien het feit dat het bemiddelingscomité geen overeenstemming heeft bereikt over een gemeenschappelijk ontwerp binnen de termijn van 21 dagen als bedoeld in artikel 314, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het nieuwe ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, door de Commissie ingediend op 28 november 2014 overeenkomstig artikel 314, lid 8, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, vastgesteld door de Raad op 12 december 2014 en op dezelfde dag toegezonden aan het Europees Parlement,
Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 17 december 2014,
Gezien de artikelen 88 en 91 van het Reglement van het Europees Parlement,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgesloten en de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Straatsburg, 17 december 2014.
De voorzitter
M. SCHULZ
(1) PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.
(2) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(3) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
(4) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting | 12 |
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel | 21 |
C. Personeel volgens de lijst van het aantal ambten | 149 |
D. Onroerendgoedbezit | 150 |
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling I: Parlement | 156 |
— Staat van ontvangsten | 157 |
— Staat van uitgaven | 172 |
— Personeel | 226 |
Afdeling II: Europese Raad en Raad | 228 |
— Staat van ontvangsten | 229 |
— Staat van uitgaven | 246 |
— Personeel | 290 |
Afdeling III: Commissie | 292 |
— Staat van ontvangsten | 293 |
— Staat van uitgaven | 365 |
— Personeel | 1861 |
Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie | 1911 |
— Staat van ontvangsten | 1912 |
— Staat van uitgaven | 1924 |
— Personeel | 1957 |
Afdeling V: Rekenkamer | 1958 |
— Staat van ontvangsten | 1959 |
— Staat van uitgaven | 1971 |
— Personeel | 2001 |
Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité | 2003 |
— Staat van ontvangsten | 2004 |
— Staat van uitgaven | 2016 |
— Personeel | 2053 |
Afdeling VII: Comité van de Regio’s | 2054 |
— Staat van ontvangsten | 2055 |
— Staat van uitgaven | 2068 |
— Personeel | 2101 |
Afdeling VIII: Europese Ombudsman | 2102 |
— Staat van ontvangsten | 2103 |
— Staat van uitgaven | 2111 |
— Personeel | 2138 |
Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming | 2139 |
— Staat van ontvangsten | 2140 |
— Staat van uitgaven | 2146 |
— Personeel | 2176 |
Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden | 2178 |
— Staat van ontvangsten | 2179 |
— Staat van uitgaven | 2197 |
— Personeel | 2239 |
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting | 12 |
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel | 21 |
— Titel 1: |
Eigen middelen | 22 |
— Titel 3: |
Overschotten, saldi en aanpassingen | 46 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie | 60 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instellingen | 74 |
— Titel 6: |
Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie | 88 |
— Titel 7: |
Intrest voor betalingsachterstand | 130 |
— Titel 8: |
Opgenomen en verstrekte leningen | 136 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 147 |
C. Personeel volgens de lijst van het aantal ambten | 149 |
D. Onroerendgoedbezit | 150 |
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling I: Parlement | 156 |
— Staat van ontvangsten | 157 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie | 158 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 161 |
— Titel 6: |
Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie | 168 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 170 |
— Staat van uitgaven | 172 |
— Titel 1: |
Aan de instelling verbonden personen | 173 |
— Titel 2: |
Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven | 193 |
— Titel 3: |
Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling | 206 |
— Titel 4: |
Uitgaven voortvloeiend uit speciale taken van de instelling | 219 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 223 |
— Personeel | 226 |
Afdeling II: Europese Raad en Raad | 228 |
— Staat van ontvangsten | 229 |
— Titel 4: |
Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen | 230 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 233 |
— Titel 6: |
Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie | 239 |
— Titel 7: |
Intrest voor betalingsachterstand | 242 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 244 |
— Staat van uitgaven | 246 |
— Titel 1: |
Aan de instelling verbonden personen | 247 |
— Titel 2: |
Gebouwen, materieel en operationele uitgaven | 270 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 288 |
— Personeel | 290 |
Afdeling III: Commissie | 292 |
— Ontvangsten | 293 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie | 294 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 299 |
— Titel 6: |
Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de Unie | 308 |
— Titel 7: |
Interest voor betalingsachterstand en boeten | 350 |
— Titel 8: |
Opgenomen en verstrekte leningen | 356 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 363 |
ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2015 EN 2014) EN VAN DE UITVOERING (2013) | 365 |
— Titel XX: |
Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen | 368 |
— Titel 01: |
Economische en financiële zaken | 386 |
— Titel 02: |
Ondernemingen en industrie | 416 |
— Titel 03: |
Concurrentie | 486 |
— Titel 04: |
Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie | 492 |
— Titel 05: |
Landbouw en plattelandsontwikkeling | 570 |
— Titel 06: |
Mobiliteit en vervoer | 662 |
— Titel 07: |
Milieu | 707 |
— Titel 08: |
Onderzoek en innovatie | 739 |
— Titel 09: |
Communicatienetwerken, inhoud en technologie | 801 |
— Titel 10: |
Eigen onderzoek | 844 |
— Titel 11: |
Maritieme zaken en visserij | 872 |
— Titel 12: |
Interne markt en diensten | 919 |
— Titel 13: |
Regionaal beleid en stadsontwikkeling | 939 |
— Titel 14: |
Belastingen en Douane-unie | 1012 |
— Titel 15: |
Onderwijs en cultuur | 1025 |
— Titel 16: |
Communicatie | 1081 |
— Titel 17: |
Gezondheid en consumentenbescherming | 1113 |
— Titel 18: |
Binnenlandse zaken | 1176 |
— Titel 19: |
Instrumenten voor het buitenlands beleid | 1216 |
— Titel 20: |
Handel | 1249 |
— Titel 21: |
Ontwikkeling en samenwerking | 1261 |
— Titel 22: |
Uitbreiding | 1375 |
— Titel 23: |
Humanitaire hulp en civiele bescherming | 1398 |
— Titel 24: |
Fraudebestrijding | 1424 |
— Titel 25: |
Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie | 1434 |
— Titel 26: |
Administratie van de Commissie | 1447 |
— Titel 27: |
Begroting | 1502 |
— Titel 28: |
Audit | 1512 |
— Titel 29: |
Statistiek | 1517 |
— Titel 30: |
Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven | 1527 |
— Titel 31: |
Talendiensten | 1540 |
— Titel 32: |
Energie | 1551 |
— Titel 33: |
Justitie | 1590 |
— Titel 34: |
Klimaatactie | 1621 |
— Titel 40: |
Reserves | 1635 |
Bijlagen
— Europese Economische Ruimte | 1643 |
— Lijst van voor kandidaat-lidstaten opengestelde begrotingsonderdelen en in voorkomend geval van potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan | 1657 |
— Opgenomen en verstrekte leningen — Door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen (ter indicatie) | 1661 |
— Informatie over de financiële instrumenten overeenkomstig artikel 49, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement | 1695 |
— Publicatiebureau | 1754 |
— Ontvangsten | 1755 |
— Uitgaven | 1760 |
— Europees Bureau voor fraudebestrijding | 1773 |
— Ontvangsten | 1774 |
— Uitgaven | 1779 |
— Europees Bureau voor personeelsselectie | 1792 |
— Ontvangsten | 1793 |
— Uitgaven | 1798 |
— Bureau voor beheer en afwikkeling van de individuele rechten | 1813 |
— Ontvangsten | 1814 |
— Uitgaven | 1819 |
— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Brussel | 1829 |
— Ontvangsten | 1830 |
— Uitgaven | 1835 |
— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Luxemburg | 1845 |
— Ontvangsten | 1846 |
— Uitgaven | 1851 |
— Personeel | 1861 |
Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie | 1911 |
— Staat van ontvangsten | 1912 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de Unie | 1913 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 1916 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 1922 |
— Staat van uitgaven | 1924 |
— Titel 1: |
Aan de instelling verbonden personen | 1925 |
— Titel 2: |
Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven | 1940 |
— Titel 3: |
Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling | 1953 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 1955 |
— Personeel | 1957 |
Afdeling V: Rekenkamer | 1958 |
— Staat van ontvangsten | 1959 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van aan de instelling verbonden personen | 1960 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 1963 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 1969 |
— Staat van uitgaven | 1971 |
— Titel 1: |
Aan de instelling verbonden personen | 1972 |
— Titel 2: |
Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven | 1986 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 1999 |
— Personeel | 2001 |
Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité | 2003 |
— Staat van ontvangsten | 2004 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie | 2005 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 2008 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 2014 |
— Staat van uitgaven | 2016 |
— Titel 1: |
Aan de instelling verbonden personen | 2017 |
— Titel 2: |
Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven | 2035 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 2051 |
— Personeel | 2053 |
Afdeling VII: Comité van de Regio’s | 2054 |
— Staat van ontvangsten | 2055 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie | 2056 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 2059 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 2066 |
— Staat van uitgaven | 2068 |
— Titel 1: |
Aan de instelling verbonden personen | 2069 |
— Titel 2: |
Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven | 2085 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 2099 |
— Personeel | 2101 |
Afdeling VIII: Europese Ombudsman | 2102 |
— Staat van ontvangsten | 2103 |
— Titel 4: |
Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie | 2104 |
— Titel 6: |
Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie | 2107 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 2109 |
— Staat van uitgaven | 2111 |
— Titel 1: |
Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen | 2112 |
— Titel 2: |
Gebouwen, meubilair, uitrusting en diverse huishoudelijke uitgaven | 2123 |
— Titel 3: |
Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling | 2130 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 2136 |
— Personeel | 2138 |
Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming | 2139 |
— Staat van ontvangsten | 2140 |
— Titel 4: |
Diverse belastingen, heffingen en bijdragen van de Unie | 2141 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 2144 |
— Staat van uitgaven | 2146 |
— Titel 1: |
Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen | 2147 |
— Titel 2: |
Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling | 2159 |
— Titel 3: |
Europees Comité voor gegevensbescherming | 2163 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 2174 |
— Personeel | 2176 |
Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden | 2178 |
— Staat van ontvangsten | 2179 |
— Titel 4: |
Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen | 2180 |
— Titel 5: |
Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling | 2183 |
— Titel 6: |
Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie | 2190 |
— Titel 7: |
Intrest voor betalingsachterstand | 2193 |
— Titel 9: |
Diverse ontvangsten | 2195 |
— Staat van uitgaven | 2197 |
— Titel 1: |
Personeel op de hoofdzetel | 2198 |
— Titel 2: |
Gebouwen, materieel en operationele uitgaven op de hoofdzetel | 2212 |
— Titel 3: |
Delegaties | 2229 |
— Titel 10: |
Overige uitgaven | 2237 |
— Personeel | 2239 |
A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
INLEIDING
De algemene begroting van de Unie is het besluit waarbij voor elk begrotingsjaar alle noodzakelijk geachte ontvangsten en uitgaven van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden geraamd en goedgekeurd.
Bij de opstelling en de uitvoering van de begroting moeten het eenheids-, het begrotingswaarachtigheids-, het jaarperiodiciteits-, het evenwichts-, het rekeneenheids-, het universaliteits- en het specialiteitsbeginsel, het beginsel van goed financieel beheer en het transparantiebeginsel in acht worden genomen.
— |
Het eenheidsbeginsel en het begrotingswaarachtigheidsbeginsel houden in dat alle ontvangsten en uitgaven van de Unie, voor zover die ten laste van de begroting komen, in een enkel document moeten worden opgenomen. |
— |
Het jaarperiodiciteitsbeginsel impliceert dat de begroting per begrotingsjaar wordt vastgesteld en dat zowel de vastleggings- als de betalingskredieten van een bepaald begrotingsjaar in beginsel in datzelfde begrotingsjaar moeten worden besteed. |
— |
Volgens het evenwichtsbeginsel moeten de ontvangsten gelijk zijn aan de betalingskredieten. Een lening aangaan om een eventueel begrotingstekort te dekken, strookt niet met het stelsel van eigen middelen en is dus niet toegestaan. |
— |
Volgens het rekeneenheidsbeginsel wordt de begroting in euro opgesteld, uitgevoerd en onderworpen aan rekening en verantwoording. |
— |
Het universaliteitsbeginsel houdt in dat de gezamenlijke ontvangsten ter dekking van de gezamenlijke betalingskredieten dienen, behoudens bepaalde ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van bepaalde specifieke uitgaven. De ontvangsten en de uitgaven moeten in hun geheel in de begroting worden opgenomen en mogen niet met elkaar worden gecompenseerd. |
— |
Het specialiteitsbeginsel houdt in dat ieder krediet een bepaalde bestemming heeft en voor een bepaald doel wordt gebruikt, zodat geen verwarring met andere kredieten mogelijk is. |
— |
De definitie van het beginsel van goed financieel beheer is gebaseerd op de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid. |
— |
De begroting wordt opgesteld met inachtneming van het transparantiebeginsel, waarbij goede informatie over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding wordt gegeven. |
Om tot meer transparantie te komen en de doelstellingen van een goed financieel beheer te verwezenlijken, met name wat efficiëntie en doeltreffendheid betreft, zijn de kredieten en middelen in de begroting opgenomen naar bestemming, d.w.z. op basis van de activiteiten (activiteitenbegroting of ABB (activity based budgeting)).
Het in de begroting goedgekeurde krediet komt in totaal op 145 321 531 152 EUR in vastleggingskredieten en 141 214 040 563 EUR in betalingskredieten, welke een variatie weergeven van respectievelijk + 1,84 % en van + 1,57 % in vergelijking met de begroting van 2014.
Het totaal van begrotingsontvangsten bedraagt 141 214 040 563 EUR. Het uniforme percentage voor het btw-middel is 0,30 %, terwijl deze voor het bni-middel 0,7481 % is. De traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) zijn goed voor 11,92 % van de financiering van de begroting voor 2015. Het btw-middel is goed voor 12,93 % en het bni-middel voor 74,04 %. Andere ontvangsten voor dit begrotingsjaar worden geschat op 1 575 497 557 EUR.
De eigen middelen moesten de begroting 2015 voor 1,00 % van het totale bni financieren, en daarmee onder het plafond van 1,23 % van het bni zou vallen, berekend op basis van de methode overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).
Aan de hand van de hiernavolgende tabellen kan de financiering van de begroting 2015 stap voor stap worden gevolgd.
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2015 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2015 |
Budget 2014 (1) |
Verschil (in %) |
||
|
66 922 960 910 |
65 300 076 773 |
+2,49 |
||
|
55 998 594 804 |
56 443 752 595 |
–0,79 |
||
|
1 859 513 795 |
1 665 510 850 |
+11,65 |
||
|
7 422 489 907 |
6 840 903 616 |
+8,50 |
||
|
8 658 756 179 |
8 405 389 881 |
+3,01 |
||
|
p.m. |
28 600 000 |
— |
||
Speciale instrumenten |
351 724 968 |
350 000 000 |
+0,49 |
||
Totaal uitgaven (2) |
141 214 040 563 |
139 034 233 715 |
+1,57 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2015 |
Budget 2014 (3) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
1 575 497 557 |
5 545 428 277 |
–71,59 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
p.m. |
1 005 406 925 |
— |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
p.m. |
p.m. |
— |
Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2) |
p.m. |
4 095 463 000 |
— |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
1 575 497 577 |
10 646 298 202 |
–85,20 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
16 825 900 000 |
16 084 600 000 |
+4,61 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
18 264 479 250 |
17 689 735 350 |
+3,25 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
104 548 163 756 |
94 613 600 163 |
+10,50 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (4) |
139 638 543 006 |
128 387 935 513 |
+8,76 |
Totaal ontvangsten (5) |
141 214 040 563 |
139 034 233 715 |
+1,57 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppingspercentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (6) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
België |
1 720 407 000 |
4 052 264 000 |
50 |
2 026 132 000 |
1 720 407 000 |
|
Bulgarije |
201 270 000 |
414 927 000 |
50 |
207 463 500 |
201 270 000 |
|
Tsjechië |
618 215 000 |
1 405 091 000 |
50 |
702 545 500 |
618 215 000 |
|
Denemarken |
1 045 978 000 |
2 742 029 000 |
50 |
1 371 014 500 |
1 045 978 000 |
|
Duitsland |
12 873 205 000 |
30 055 584 000 |
50 |
15 027 792 000 |
12 873 205 000 |
|
Estland |
92 227 000 |
198 736 000 |
50 |
99 368 000 |
92 227 000 |
|
Ierland |
660 326 000 |
1 491 005 000 |
50 |
745 502 500 |
660 326 000 |
|
Griekenland |
717 672 000 |
1 845 174 000 |
50 |
922 587 000 |
717 672 000 |
|
Spanje |
4 867 873 000 |
10 536 508 000 |
50 |
5 268 254 000 |
4 867 873 000 |
|
Frankrijk |
9 943 171 000 |
22 043 072 000 |
50 |
11 021 536 000 |
9 943 171 000 |
|
Kroatië |
268 216 000 |
430 366 000 |
50 |
215 183 000 |
215 183 000 |
Kroatië |
Italië |
6 158 442 000 |
16 160 696 000 |
50 |
8 080 348 000 |
6 158 442 000 |
|
Cyprus |
107 472 000 |
158 300 000 |
50 |
79 150 000 |
79 150 000 |
Cyprus |
Letland |
94 889 000 |
262 878 000 |
50 |
131 439 000 |
94 889 000 |
|
Litouwen |
146 760 000 |
372 032 000 |
50 |
186 016 000 |
146 760 000 |
|
Luxemburg |
267 324 000 |
333 256 000 |
50 |
166 628 000 |
166 628 000 |
Luxemburg |
Hongarije |
403 363 000 |
993 883 000 |
50 |
496 941 500 |
403 363 000 |
|
Malta |
53 058 000 |
73 886 000 |
50 |
36 943 000 |
36 943 000 |
Malta |
Nederland |
2 797 149 000 |
6 403 499 000 |
50 |
3 201 749 500 |
2 797 149 000 |
|
Oostenrijk |
1 543 536 000 |
3 334 038 000 |
50 |
1 667 019 000 |
1 543 536 000 |
|
Polen |
1 818 157 000 |
4 097 085 000 |
50 |
2 048 542 500 |
1 818 157 000 |
|
Portugal |
775 256 000 |
1 690 835 000 |
50 |
845 417 500 |
775 256 000 |
|
Roemenië |
563 787 000 |
1 537 681 000 |
50 |
768 840 500 |
563 787 000 |
|
Slovenië |
179 922 000 |
357 193 000 |
50 |
178 596 500 |
178 596 500 |
Slovenië |
Slowakije |
238 229 000 |
756 777 000 |
50 |
378 388 500 |
238 229 000 |
|
Finland |
946 116 000 |
2 037 361 000 |
50 |
1 018 680 500 |
946 116 000 |
|
Zweden |
1 940 367 000 |
4 508 252 000 |
50 |
2 254 126 000 |
1 940 367 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
10 038 702 000 |
21 460 858 000 |
50 |
10 730 429 000 |
10 038 702 000 |
|
Totaal |
61 081 089 000 |
139 753 266 000 |
|
69 876 633 000 |
60 881 597 500 |
|
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
1 720 407 000 |
0,300 |
516 122 100 |
Bulgarije |
201 270 000 |
0,300 |
60 381 000 |
Tsjechië |
618 215 000 |
0,300 |
185 464 500 |
Denemarken |
1 045 978 000 |
0,300 |
313 793 400 |
Duitsland |
12 873 205 000 |
0,300 |
3 861 961 500 |
Estland |
92 227 000 |
0,300 |
27 668 100 |
Ierland |
660 326 000 |
0,300 |
198 097 800 |
Griekenland |
717 672 000 |
0,300 |
215 301 600 |
Spanje |
4 867 873 000 |
0,300 |
1 460 361 900 |
Frankrijk |
9 943 171 000 |
0,300 |
2 982 951 300 |
Kroatië |
215 183 000 |
0,300 |
64 554 900 |
Italië |
6 158 442 000 |
0,300 |
1 847 532 600 |
Cyprus |
79 150 000 |
0,300 |
23 745 000 |
Letland |
94 889 000 |
0,300 |
28 466 700 |
Litouwen |
146 760 000 |
0,300 |
44 028 000 |
Luxemburg |
166 628 000 |
0,300 |
49 988 400 |
Hongarije |
403 363 000 |
0,300 |
121 008 900 |
Malta |
36 943 000 |
0,300 |
11 082 900 |
Nederland |
2 797 149 000 |
0,300 |
839 144 700 |
Oostenrijk |
1 543 536 000 |
0,300 |
463 060 800 |
Polen |
1 818 157 000 |
0,300 |
545 447 100 |
Portugal |
775 256 000 |
0,300 |
232 576 800 |
Roemenië |
563 787 000 |
0,300 |
169 136 100 |
Slovenië |
178 596 500 |
0,300 |
53 578 950 |
Slowakije |
238 229 000 |
0,300 |
71 468 700 |
Finland |
946 116 000 |
0,300 |
283 834 800 |
Zweden |
1 940 367 000 |
0,300 |
582 110 100 |
Verenigd Koninkrijk |
10 038 702 000 |
0,300 |
3 011 610 600 |
Totaal |
60 881 597 500 |
|
18 264 479 250 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
4 052 264 000 |
|
3 031 462 322 |
Bulgarije |
414 927 000 |
|
310 403 164 |
Tsjechië |
1 405 091 000 |
|
1 051 135 964 |
Denemarken |
2 742 029 000 |
|
2 051 287 280 |
Duitsland |
30 055 584 000 |
|
22 484 312 586 |
Estland |
198 736 000 |
|
148 672 618 |
Ierland |
1 491 005 000 |
|
1 115 407 456 |
Griekenland |
1 845 174 000 |
|
1 380 358 106 |
Spanje |
10 536 508 000 |
|
7 882 267 051 |
Frankrijk |
22 043 072 000 |
|
16 490 224 287 |
Kroatië |
430 366 000 |
|
321 952 941 |
Italië |
16 160 696 000 |
|
12 089 671 606 |
Cyprus |
158 300 000 |
|
118 422 809 |
Letland |
262 878 000 |
0,7480910 (7) |
196 656 672 |
Litouwen |
372 032 000 |
|
278 313 800 |
Luxemburg |
333 256 000 |
|
249 305 822 |
Hongarije |
993 883 000 |
|
743 514 950 |
Malta |
73 886 000 |
|
55 273 453 |
Nederland |
6 403 499 000 |
|
4 790 400 119 |
Oostenrijk |
3 334 038 000 |
|
2 494 163 899 |
Polen |
4 097 085 000 |
|
3 064 992 510 |
Portugal |
1 690 835 000 |
|
1 264 898 485 |
Roemenië |
1 537 681 000 |
|
1 150 325 353 |
Slovenië |
357 193 000 |
|
267 212 877 |
Slowakije |
756 777 000 |
|
566 138 080 |
Finland |
2 037 361 000 |
|
1 524 131 475 |
Zweden |
4 508 252 000 |
|
3 372 582 851 |
Verenigd Koninkrijk |
21 460 858 000 |
|
16 054 675 220 |
Totaal |
139 753 266 000 |
|
104 548 163 756 |
TABEL 4
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2014 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (8) (%) |
Bedrag |
||
|
16,2167 |
|
||
|
5,9238 |
|
||
|
10,2929 |
|
||
|
|
126 118 882 798 |
||
|
|
29 283 982 122 |
||
|
|
96 834 900 676 |
||
|
|
6 578 286 401 |
||
|
|
1 119 838 248 |
||
|
|
5 458 448 153 |
||
|
|
25 084 566 |
||
|
|
5 433 363 587 |
TABEL 5
Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –5 433 363 587 EUR (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk |
Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2 |
Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3 |
Financieringssleutel |
Op de correctie toegepaste financieringssleutel |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) = (2) + (4) + (5) |
(7) |
België |
2,90 |
3,43 |
5,48 |
|
1,54 |
4,96 |
269 708 378 |
Bulgarije |
0,30 |
0,35 |
0,56 |
|
0,16 |
0,51 |
27 616 485 |
Tsjechië |
1,01 |
1,19 |
1,90 |
|
0,53 |
1,72 |
93 519 281 |
Denemarken |
1,96 |
2,32 |
3,71 |
|
1,04 |
3,36 |
182 502 472 |
Duitsland |
21,51 |
25,41 |
0,00 |
–19,06 |
0,00 |
6,35 |
345 125 522 |
Estland |
0,14 |
0,17 |
0,27 |
|
0,08 |
0,24 |
13 227 362 |
Ierland |
1,07 |
1,26 |
2,02 |
|
0,57 |
1,83 |
99 237 498 |
Griekenland |
1,32 |
1,56 |
2,49 |
|
0,70 |
2,26 |
122 810 085 |
Spanje |
7,54 |
8,91 |
14,24 |
|
4,00 |
12,91 |
701 283 156 |
Frankrijk |
15,77 |
18,63 |
29,79 |
|
8,37 |
27,00 |
1 467 130 770 |
Kroatië |
0,31 |
0,36 |
0,58 |
|
0,16 |
0,53 |
28 644 066 |
Italië |
11,56 |
13,66 |
21,84 |
|
6,13 |
19,80 |
1 075 614 795 |
Cyprus |
0,11 |
0,13 |
0,21 |
|
0,06 |
0,19 |
10 536 045 |
Letland |
0,19 |
0,22 |
0,36 |
|
0,10 |
0,32 |
17 496 491 |
Litouwen |
0,27 |
0,31 |
0,50 |
|
0,14 |
0,46 |
24 761 503 |
Luxemburg |
0,24 |
0,28 |
0,45 |
|
0,13 |
0,41 |
22 180 671 |
Hongarije |
0,71 |
0,84 |
1,34 |
|
0,38 |
1,22 |
66 150 323 |
Malta |
0,05 |
0,06 |
0,10 |
|
0,03 |
0,09 |
4 917 664 |
Nederland |
4,58 |
5,41 |
0,00 |
–4,06 |
0,00 |
1,35 |
73 530 793 |
Oostenrijk |
2,39 |
2,82 |
0,00 |
–2,11 |
0,00 |
0,70 |
38 284 453 |
Polen |
2,93 |
3,46 |
5,54 |
|
1,56 |
5,02 |
272 691 550 |
Portugal |
1,21 |
1,43 |
2,29 |
|
0,64 |
2,07 |
112 537 674 |
Roemenië |
1,10 |
1,30 |
2,08 |
|
0,58 |
1,88 |
102 344 134 |
Slovenië |
0,26 |
0,30 |
0,48 |
|
0,14 |
0,44 |
23 773 857 |
Slowakije |
0,54 |
0,64 |
1,02 |
|
0,29 |
0,93 |
50 369 151 |
Finland |
1,46 |
1,72 |
2,75 |
|
0,77 |
2,50 |
135 601 563 |
Zweden |
3,23 |
3,81 |
0,00 |
–2,86 |
0,00 |
0,95 |
51 767 845 |
Verenigd Koninkrijk |
15,36 |
0,00 |
0,00 |
|
0,00 |
0,00 |
0 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–28,09 |
28,09 |
100,00 |
5 433 363 587 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 6
Overzicht van de financiering (12) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totaal eigen middelen (13) |
|||||||
Nettobijdragen van de suikersector (75 %) |
Netto douanerechten (75 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %) |
Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
|
(1) |
(2) |
(3)= (1) + (2) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) = (5) + (6) + (7) |
(9) |
(10) = (3) + (8) |
België |
6 600 000 |
1 502 800 000 |
1 509 400 000 |
503 133 333 |
516 122 100 |
3 031 462 322 |
269 708 378 |
3 817 292 800 |
3,11 |
5 326 692 800 |
Bulgarije |
400 000 |
62 900 000 |
63 300 000 |
21 100 000 |
60 381 000 |
310 403 164 |
27 616 485 |
398 400 649 |
0,32 |
461 700 649 |
Tsjechië |
3 400 000 |
176 200 000 |
179 600 000 |
59 866 667 |
185 464 500 |
1 051 135 964 |
93 519 281 |
1 330 119 745 |
1,08 |
1 509 719 745 |
Denemarken |
3 400 000 |
325 000 000 |
328 400 000 |
109 466 667 |
313 793 400 |
2 051 287 280 |
182 502 472 |
2 547 583 152 |
2,07 |
2 875 983 152 |
Duitsland |
26 300 000 |
3 525 500 000 |
3 551 800 000 |
1 183 933 329 |
3 861 961 500 |
22 484 312 586 |
345 125 522 |
26 691 399 608 |
21,73 |
30 243 199 608 |
Estland |
0 |
24 500 000 |
24 500 000 |
8 166 667 |
27 668 100 |
148 672 618 |
13 227 362 |
189 568 080 |
0,15 |
214 068 080 |
Ierland |
0 |
237 400 000 |
237 400 000 |
79 133 333 |
198 097 800 |
1 115 407 456 |
99 237 498 |
1 412 742 754 |
1,15 |
1 650 142 754 |
Griekenland |
1 400 000 |
111 800 000 |
113 200 000 |
37 733 334 |
215 301 600 |
1 380 358 106 |
122 810 085 |
1 718 469 791 |
1,40 |
1 831 669 791 |
Spanje |
4 700 000 |
1 099 500 000 |
1 104 200 000 |
368 066 667 |
1 460 361 900 |
7 882 267 051 |
701 283 156 |
10 043 912 107 |
8,18 |
11 148 112 107 |
Frankrijk |
30 900 000 |
1 488 500 000 |
1 519 400 000 |
506 466 667 |
2 982 951 300 |
16 490 224 287 |
1 467 130 770 |
20 940 306 357 |
17,05 |
22 459 706 357 |
Kroatië |
1 700 000 |
36 100 000 |
37 800 000 |
12 600 000 |
64 554 900 |
321 952 941 |
28 644 066 |
415 151 907 |
0,34 |
452 951 907 |
Italië |
4 700 000 |
1 481 900 000 |
1 486 600 000 |
495 533 334 |
1 847 532 600 |
12 089 671 606 |
1 075 614 795 |
15 012 819 001 |
12,22 |
16 499 419 001 |
Cyprus |
0 |
15 100 000 |
15 100 000 |
5 033 333 |
23 745 000 |
118 422 809 |
10 536 045 |
152 703 854 |
0,12 |
167 803 854 |
Letland |
0 |
23 500 000 |
23 500 000 |
7 833 333 |
28 466 700 |
196 656 672 |
17 496 491 |
242 619 863 |
0,20 |
266 119 863 |
Litouwen |
800 000 |
57 600 000 |
58 400 000 |
19 466 667 |
44 028 000 |
278 313 800 |
24 761 503 |
347 103 303 |
0,28 |
405 503 303 |
Luxemburg |
0 |
12 300 000 |
12 300 000 |
4 100 000 |
49 988 400 |
249 305 822 |
22 180 671 |
321 474 893 |
0,26 |
333 774 893 |
Hongarije |
2 100 000 |
89 300 000 |
91 400 000 |
30 466 667 |
121 008 900 |
743 514 950 |
66 150 323 |
930 674 173 |
0,76 |
1 022 074 173 |
Malta |
0 |
9 200 000 |
9 200 000 |
3 066 667 |
11 082 900 |
55 273 453 |
4 917 664 |
71 274 017 |
0,06 |
80 474 017 |
Nederland |
7 200 000 |
2 054 200 000 |
2 061 400 000 |
687 133 333 |
839 144 700 |
4 790 400 119 |
73 530 793 |
5 703 075 612 |
4,64 |
7 764 475 612 |
Oostenrijk |
3 200 000 |
180 600 000 |
183 800 000 |
61 266 667 |
463 060 800 |
2 494 163 899 |
38 284 453 |
2 995 509 152 |
2,44 |
3 179 309 152 |
Polen |
12 800 000 |
398 300 000 |
411 100 000 |
137 033 334 |
545 447 100 |
3 064 992 510 |
272 691 550 |
3 883 131 160 |
3,16 |
4 294 231 160 |
Portugal |
100 000 |
131 700 000 |
131 800 000 |
43 933 333 |
232 576 800 |
1 264 898 485 |
112 537 674 |
1 610 012 959 |
1,31 |
1 741 812 959 |
Roemenië |
900 000 |
111 100 000 |
112 000 000 |
37 333 333 |
169 136 100 |
1 150 325 353 |
102 344 134 |
1 421 805 587 |
1,16 |
1 533 805 587 |
Slovenië |
0 |
62 600 000 |
62 600 000 |
20 866 667 |
53 578 950 |
267 212 877 |
23 773 857 |
344 565 684 |
0,28 |
407 165 684 |
Slowakije |
1 300 000 |
96 900 000 |
98 200 000 |
32 733 333 |
71 468 700 |
566 138 080 |
50 369 151 |
687 975 931 |
0,56 |
786 175 931 |
Finland |
700 000 |
124 300 000 |
125 000 000 |
41 666 667 |
283 834 800 |
1 524 131 475 |
135 601 563 |
1 943 567 838 |
1,58 |
2 068 567 838 |
Zweden |
2 600 000 |
478 700 000 |
481 300 000 |
160 433 334 |
582 110 100 |
3 372 582 851 |
51 767 845 |
4 006 460 796 |
3,26 |
4 487 760 796 |
Verenigd Koninkrijk |
9 500 000 |
2 783 700 000 |
2 793 200 000 |
931 066 667 |
3 011 610 600 |
16 054 675 220 |
–5 433 363 587 |
13 632 922 233 |
11,10 |
16 426 122 233 |
Totaal |
124 700 000 |
16 701 200 000 |
16 825 900 000 |
5 608 633 333 |
18 264 479 250 |
104 548 163 756 |
0 |
122 812 643 006 |
100,00 |
139 638 543 006 |
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
Titel |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
139 638 543 006 |
128 387 935 513 |
140 099 576 848,56 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
p.m. |
5 100 869 925 |
697 682 743,61 |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 300 952 883 |
1 274 999 230 |
1 199 275 874,85 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
54 453 674 |
53 752 047 |
610 755 511,67 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE |
60 000 000 |
60 000 000 |
3 897 761 733,08 |
7 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN |
123 000 000 |
3 973 000 000 |
2 972 783 038,59 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
6 890 000 |
153 477 000 |
1 839 600,— |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 201 000 |
30 200 000 |
23 983 643,20 |
|
TOTAAL-GENERAAL |
141 214 040 563 |
139 034 233 715 |
149 503 658 993,56 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 1 |
|||||||||||||||||
1 1 0 |
Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen |
p.m. |
– 214 000 000 |
–6 770 330,36 |
|
||||||||||||
1 1 1 |
Bijdragen in verband met de opslag van suiker |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||
1 1 3 |
Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||
1 1 7 |
Productieheffing |
124 700 000 |
124 500 000 |
124 203 303,03 |
99,60 |
||||||||||||
1 1 8 |
Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||
1 1 9 |
Overschotheffing |
p.m. |
p.m. |
84 166 097,02 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL |
124 700 000 |
–89 500 000 |
201 599 069,69 |
161,67 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 2 |
|||||||||||||||||
1 2 0 |
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
16 701 200 000 |
16 174 100 000 |
15 163 722 761,63 |
90,79 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL |
16 701 200 000 |
16 174 100 000 |
15 163 722 761,63 |
90,79 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 3 |
|||||||||||||||||
1 3 0 |
Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
18 264 479 250 |
17 689 735 350 |
14 542 019 378,60 |
79,62 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL |
18 264 479 250 |
17 689 735 350 |
14 542 019 378,60 |
79,62 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 4 |
|||||||||||||||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
104 548 163 756 |
94 613 600 163 |
110 032 395 624,40 |
105,25 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL |
104 548 163 756 |
94 613 600 163 |
110 032 395 624,40 |
105,25 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 5 |
|||||||||||||||||
1 5 0 |
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
0,— |
0,— |
165 645 823,06 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL |
0,— |
0,— |
165 645 823,06 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 1 6 |
|||||||||||||||||
1 6 0 |
Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
p.m. |
p.m. |
–5 805 808,82 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
–5 805 808,82 |
|
||||||||||||
|
Titel 1 — Totaal |
139 638 543 006 |
128 387 935 513 |
140 099 576 848,56 |
100,33 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 1 1 — BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)
1 1 0
Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
– 214 000 000 |
–6 770 330,36 |
Toelichting
In het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker betaalden de producenten van suiker, isoglucose en inulinestroop heffingen op de productie van basis- en B-suiker. Deze heffingen waren bedoeld om de uitgaven voor marktondersteuning te dekken. De bedragen die thans onder dit artikel zijn opgevoerd, zijn een gevolg van de herziening van in het verleden vastgestelde heffingen. De heffingen voor het verkoopseizoen 2007/2008 en volgende worden opgevoerd op artikel 1 1 7 van dit hoofdstuk als „productieheffing”.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
–13 608 187 |
0,— |
Bulgarije |
— |
— |
0,— |
Tsjechië |
p.m. |
– 680 683 |
0,— |
Denemarken |
p.m. |
–8 437 845 |
0,— |
Duitsland |
p.m. |
–71 022 930 |
0,— |
Estland |
— |
— |
0,— |
Ierland |
p.m. |
–1 628 671 |
0,— |
Griekenland |
p.m. |
– 907 524 |
0,— |
Spanje |
p.m. |
–3 951 238 |
0,— |
Frankrijk |
p.m. |
–66 471 563 |
0,— |
Kroatië |
— |
— |
0,— |
Italië |
p.m. |
–5 433 959 |
0,— |
Cyprus |
— |
— |
0,— |
Letland |
p.m. |
–37 322 |
0,— |
Litouwen |
p.m. |
–52 455 |
0,— |
Luxemburg |
— |
— |
0,— |
Hongarije |
p.m. |
– 343 310 |
0,— |
Malta |
— |
— |
0,— |
Nederland |
p.m. |
–16 005 676 |
0,— |
Oostenrijk |
p.m. |
–6 487 560 |
0,— |
Polen |
p.m. |
–3 906 994 |
0,— |
Portugal |
p.m. |
– 551 346 |
0,— |
Roemenië |
— |
— |
0,— |
Slovenië |
p.m. |
–4 160 |
0,— |
Slowakije |
p.m. |
– 767 751 |
0,— |
Finland |
p.m. |
–1 207 994 |
0,— |
Zweden |
p.m. |
–3 009 989 |
–6 770 330,36 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
–9 482 843 |
0,— |
Totaal van artikel 1 1 0 |
p.m. |
– 214 000 000 |
–6 770 330,36 |
1 1 1
Bijdragen in verband met de opslag van suiker
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die aan de nieuwe lidstaten in rekening worden gebracht in geval van niet-wegwerking van overtollige voorraden suiker in de zin van Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 9 van 15.1.2004, blz. 8).
Onder dit artikel worden tevens de ontvangsten geboekt uit de restanten van de bijdrage voor de opslag van suiker, die bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1) is afgeschaft.
Voorts worden hier de resterende bedragen opgenomen die krachtens artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 65/82 van de Commissie van 13 januari 1982 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het overbrengen van suiker naar het volgende verkoopseizoen voor suiker (PB L 9 van 14.1.1982, blz. 14) verschuldigd zijn wanneer de verplichting tot opslag van de overgebrachte suiker niet is nagekomen en de bedragen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1789/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker verschuldigd zijn (PB L 177 van 1.7.1981, blz. 39), wanneer de algemene regels betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker niet zijn nagekomen.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Bulgarije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Tsjechië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Denemarken |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Duitsland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Estland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Ierland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Griekenland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Spanje |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Frankrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Kroatië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Italië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Cyprus |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Letland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Litouwen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Luxemburg |
— |
— |
0,— |
Hongarije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Malta |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Nederland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Oostenrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Polen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Portugal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Roemenië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Slovenië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Slowakije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Finland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Zweden |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Totaal van artikel 1 1 1 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
1 1 3
Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Bedragen van de heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop. Hierin zijn ook de heffingen op vervangende C-suiker en C-isoglucose opgenomen.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 2670/81 van de Commissie van 14 september 1981 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de productie buiten de quota in de sector suiker (PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14).
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Bulgarije |
— |
— |
0,— |
Tsjechië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Denemarken |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Duitsland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Estland |
— |
— |
0,— |
Ierland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Griekenland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Spanje |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Frankrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Kroatië |
— |
— |
0,— |
Italië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Cyprus |
— |
— |
0,— |
Letland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Litouwen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Luxemburg |
— |
— |
0,— |
Hongarije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Malta |
— |
— |
0,— |
Nederland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Oostenrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Polen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Portugal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Roemenië |
— |
— |
0,— |
Slovenië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Slowakije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Finland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Zweden |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Totaal van artikel 1 1 3 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
1 1 7
Productieheffing
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
124 700 000 |
124 500 000 |
124 203 303,03 |
Toelichting
In het kader van de huidige gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, wordt een productieheffing opgelegd aan ondernemingen die suiker, isoglucose of inulinestroop produceren.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 16.
Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 51.
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671), en met name artikel 128.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
6 600 000 |
6 600 000 |
6 601 725,90 |
Bulgarije |
400 000 |
400 000 |
401 391,00 |
Tsjechië |
3 400 000 |
3 400 000 |
3 287 279,02 |
Denemarken |
3 400 000 |
3 400 000 |
3 350 952,60 |
Duitsland |
26 300 000 |
26 300 000 |
26 339 173,20 |
Estland |
— |
— |
0,— |
Ierland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Griekenland |
1 400 000 |
1 400 000 |
1 428 318,00 |
Spanje |
4 700 000 |
4 700 000 |
4 728 467,63 |
Frankrijk |
30 900 000 |
30 900 000 |
30 933 280,80 |
Kroatië |
1 700 000 |
1 700 000 |
0,— |
Italië |
4 700 000 |
4 700 000 |
6 788 003,64 |
Cyprus |
— |
— |
0,— |
Letland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Litouwen |
800 000 |
800 000 |
812 268,00 |
Luxemburg |
— |
— |
0,— |
Hongarije |
2 100 000 |
1 900 000 |
1 870 004,23 |
Malta |
— |
— |
0,— |
Nederland |
7 200 000 |
7 200 000 |
7 243 992,00 |
Oostenrijk |
3 200 000 |
3 200 000 |
3 159 246,60 |
Polen |
12 800 000 |
12 800 000 |
12 655 238,28 |
Portugal |
100 000 |
100 000 |
56 250,00 |
Roemenië |
900 000 |
900 000 |
1 076 197,04 |
Slovenië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Slowakije |
1 300 000 |
1 300 000 |
1 317 300,75 |
Finland |
700 000 |
700 000 |
728 991,00 |
Zweden |
2 600 000 |
2 600 000 |
2 643 241,19 |
Verenigd Koninkrijk |
9 500 000 |
9 500 000 |
8 781 982,15 |
Totaal van artikel 1 1 7 |
124 700 000 |
124 500 000 |
124 203 303,03 |
1 1 8
Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Een eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota die aan ondernemingen zijn toegewezen overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 8 en artikel 9, leden 2 en 3.
Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Bulgarije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Tsjechië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Denemarken |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Duitsland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Estland |
— |
— |
0,— |
Ierland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Griekenland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Spanje |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Frankrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Kroatië |
— |
— |
0,— |
Italië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Cyprus |
— |
— |
0,— |
Letland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Litouwen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Luxemburg |
— |
— |
0,— |
Hongarije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Malta |
— |
— |
0,— |
Nederland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Oostenrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Polen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Portugal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Roemenië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Slovenië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Slowakije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Finland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Zweden |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Totaal van artikel 1 1 8 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
1 1 9
Overschotheffing
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
84 166 097,02 |
Toelichting
Er wordt een door de lidstaten aan te rekenen heffing opgelegd aan op hun grondgebied gevestigde ondernemingen overeenkomstig artikel 142 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 15.
Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22).
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 64.
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
p.m. |
2 295 181,67 |
Bulgarije |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Tsjechië |
p.m. |
p.m. |
4 265 113,29 |
Denemarken |
p.m. |
p.m. |
1 769 323,22 |
Duitsland |
p.m. |
p.m. |
21 736 798,74 |
Estland |
— |
— |
0,— |
Ierland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Griekenland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Spanje |
p.m. |
p.m. |
831 594,75 |
Frankrijk |
p.m. |
p.m. |
9 922 263,00 |
Kroatië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Italië |
p.m. |
p.m. |
843 617,72 |
Cyprus |
— |
— |
0,— |
Letland |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Litouwen |
p.m. |
p.m. |
4 254 302,66 |
Luxemburg |
— |
— |
0,— |
Hongarije |
p.m. |
p.m. |
366 790,17 |
Malta |
— |
— |
0,— |
Nederland |
p.m. |
p.m. |
6 168 762,72 |
Oostenrijk |
p.m. |
p.m. |
11 611,13 |
Polen |
p.m. |
p.m. |
18 357 999,48 |
Portugal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Roemenië |
p.m. |
p.m. |
4 028 324,41 |
Slovenië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Slowakije |
p.m. |
p.m. |
2 238 923,36 |
Finland |
p.m. |
p.m. |
2 238 923,36 |
Zweden |
p.m. |
p.m. |
3 174 662,79 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
p.m. |
1 661 904,55 |
Totaal van artikel 1 1 9 |
p.m. |
p.m. |
84 166 097,02 |
HOOFDSTUK 1 2 — DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
1 2 0
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
16 701 200 000 |
16 174 100 000 |
15 163 722 761,63 |
Toelichting
De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
1 502 800 000 |
1 437 939 613 |
1 350 606 110,33 |
Bulgarije |
62 900 000 |
59 648 930 |
54 328 885,01 |
Tsjechië |
176 200 000 |
167 448 201 |
164 102 327,25 |
Denemarken |
325 000 000 |
310 359 235 |
288 227 620,29 |
Duitsland |
3 525 500 000 |
3 401 939 670 |
3 203 001 836,17 |
Estland |
24 500 000 |
23 305 176 |
21 676 016,42 |
Ierland |
237 400 000 |
235 618 407 |
210 583 219,37 |
Griekenland |
111 800 000 |
111 905 910 |
110 849 783,99 |
Spanje |
1 099 500 000 |
1 044 215 608 |
987 521 152,51 |
Frankrijk |
1 488 500 000 |
1 455 392 829 |
1 376 311 972,42 |
Kroatië |
36 100 000 |
35 727 758 |
11 475 926,50 |
Italië |
1 481 900 000 |
1 435 270 298 |
1 412 146 293,09 |
Cyprus |
15 100 000 |
15 605 228 |
14 810 016,61 |
Letland |
23 500 000 |
22 175 850 |
20 716 634,94 |
Litouwen |
57 600 000 |
54 720 963 |
50 272 974,92 |
Luxemburg |
12 300 000 |
12 114 585 |
11 302 448,63 |
Hongarije |
89 300 000 |
89 730 060 |
88 623 015,27 |
Malta |
9 200 000 |
9 342 604 |
8 878 706,93 |
Nederland |
2 054 200 000 |
1 970 981 343 |
1 794 176 409,57 |
Oostenrijk |
180 600 000 |
173 300 162 |
160 705 160,97 |
Polen |
398 300 000 |
382 020 084 |
352 780 715,19 |
Portugal |
131 700 000 |
125 149 821 |
113 956 093,58 |
Roemenië |
111 100 000 |
106 464 614 |
100 239 317,88 |
Slovenië |
62 600 000 |
60 264 926 |
57 511 930,36 |
Slowakije |
96 900 000 |
89 627 394 |
82 383 606,82 |
Finland |
124 300 000 |
121 556 512 |
124 613 419,83 |
Zweden |
478 700 000 |
459 635 560 |
443 540 584,50 |
Verenigd Koninkrijk |
2 783 700 000 |
2 762 638 659 |
2 548 380 582,28 |
Totaal van artikel 1 2 0 |
16 701 200 000 |
16 174 100 000 |
15 163 722 761,63 |
HOOFDSTUK 1 3 — EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
1 3 0
Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
18 264 479 250 |
17 689 735 350 |
14 542 019 378,60 |
Toelichting
Het toegepaste, voor alle lidstaten geldende uniforme percentage op de btw-grondslag die op uniforme wijze is vastgesteld volgens de voorschriften van de Unie, bedraagt 0,30 %. De hiertoe in aanmerking te nemen grondslag mag niet meer bedragen dan 50 % van het bni van elke lidstaat.
Het btw-afroepingspercentage wordt — uitsluitend voor de periode 2007-2013 — voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder b) en lid 4.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
516 122 100 |
499 622 100 |
489 384 900,00 |
Bulgarije |
60 381 000 |
57 927 300 |
58 248 300,02 |
Tsjechië |
185 464 500 |
178 991 400 |
189 687 885,01 |
Denemarken |
313 793 400 |
285 388 800 |
297 569 416,65 |
Duitsland |
3 861 961 500 |
3 725 690 100 |
1 797 675 750,00 |
Estland |
27 668 100 |
26 144 100 |
25 017 000,00 |
Ierland |
198 097 800 |
196 628 400 |
194 340 000,00 |
Griekenland |
215 301 600 |
212 793 600 |
199 643 100,00 |
Spanje |
1 460 361 900 |
1 427 048 700 |
1 354 325 100,00 |
Frankrijk |
2 982 951 300 |
2 919 401 100 |
2 836 607 100,00 |
Kroatië |
64 554 900 |
63 347 850 |
32 137 898,87 |
Italië |
1 847 532 600 |
1 812 851 100 |
1 929 954 300,00 |
Cyprus |
23 745 000 |
23 013 300 |
23 936 850,00 |
Letland |
28 466 700 |
26 570 100 |
23 337 734,58 |
Litouwen |
44 028 000 |
41 524 800 |
39 907 500,03 |
Luxemburg |
49 988 400 |
48 755 700 |
49 310 850,00 |
Hongarije |
121 008 900 |
120 509 400 |
116 400 060,05 |
Malta |
11 082 900 |
10 564 650 |
9 823 050,00 |
Nederland |
839 144 700 |
823 095 900 |
259 068 800,00 |
Oostenrijk |
463 060 800 |
449 919 300 |
325 186 200,00 |
Polen |
545 447 100 |
525 251 100 |
550 918 399,89 |
Portugal |
232 576 800 |
230 141 400 |
230 820 900,00 |
Roemenië |
169 136 100 |
158 521 800 |
152 213 616,54 |
Slovenië |
53 578 950 |
52 845 450 |
51 960 900,00 |
Slowakije |
71 468 700 |
69 001 800 |
75 870 000,00 |
Finland |
283 834 800 |
278 532 000 |
283 354 200,00 |
Zweden |
582 110 100 |
566 793 000 |
189 574 719,61 |
Verenigd Koninkrijk |
3 011 610 600 |
2 858 861 100 |
2 755 744 847,35 |
Totaal van artikel 1 3 0 |
18 264 479 250 |
17 689 735 350 |
14 542 019 378,60 |
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
104 548 163 756 |
94 613 600 163 |
110 032 395 624,40 |
Toelichting
De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7481 %.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
3 031 462 322 |
2 752 569 449 |
3 269 456 218,00 |
Bulgarije |
310 403 164 |
280 112 820 |
335 554 542,07 |
Tsjechië |
1 051 135 964 |
952 134 378 |
1 172 523 487,29 |
Denemarken |
2 051 287 280 |
1 861 020 966 |
2 160 348 389,96 |
Duitsland |
22 484 312 586 |
20 336 920 973 |
23 193 444 042,00 |
Estland |
148 672 618 |
130 457 204 |
145 129 074,00 |
Ierland |
1 115 407 456 |
1 005 662 600 |
1 129 478 837,00 |
Griekenland |
1 380 358 106 |
1 261 209 951 |
1 536 393 391,00 |
Spanje |
7 882 267 051 |
7 210 679 301 |
8 713 469 013,00 |
Frankrijk |
16 490 224 287 |
15 014 013 074 |
17 697 582 270,00 |
Kroatië |
321 952 941 |
296 134 052 |
180 489 088,74 |
Italië |
12 089 671 606 |
11 053 651 104 |
13 151 631 037,00 |
Cyprus |
118 422 809 |
107 580 948 |
134 558 595,00 |
Letland |
196 656 672 |
172 605 499 |
197 354 560,69 |
Litouwen |
278 313 800 |
244 897 383 |
279 846 193,30 |
Luxemburg |
249 305 822 |
227 919 701 |
277 195 984,00 |
Hongarije |
743 514 950 |
686 854 241 |
788 800 676,33 |
Malta |
55 273 453 |
49 386 879 |
55 219 288,00 |
Nederland |
4 790 400 119 |
4 382 027 230 |
5 151 354 871,00 |
Oostenrijk |
2 494 163 899 |
2 256 035 360 |
2 684 283 716,00 |
Polen |
3 064 992 510 |
2 757 003 897 |
3 156 196 753,97 |
Portugal |
1 264 898 485 |
1 160 869 691 |
1 344 995 702,00 |
Roemenië |
1 150 325 353 |
1 013 065 268 |
1 179 354 596,35 |
Slovenië |
267 212 877 |
247 038 175 |
292 092 973,00 |
Slowakije |
566 138 080 |
508 952 508 |
611 070 009,00 |
Finland |
1 524 131 475 |
1 390 603 421 |
1 683 693 730,00 |
Zweden |
3 372 582 851 |
3 071 321 011 |
3 646 524 705,97 |
Verenigd Koninkrijk |
16 054 675 220 |
14 182 873 079 |
15 864 353 879,73 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
104 548 163 756 |
94 613 600 163 |
110 032 395 624,40 |
HOOFDSTUK 1 5 — CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN
1 5 0
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
0,— |
0,— |
165 645 823,06 |
Toelichting
Het mechanisme ter correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de „Britse correctie”) is ingesteld door de Europese Raad van Fontainebleau (juni 1984) en het daaruit voortvloeiende eigenmiddelenbesluit van 7 mei 1985. Het doel van dit mechanisme was de begrotingsonevenwichtigheid ten nadele van het Verenigd Koninkrijk te compenseren door een vermindering van de door dit land aan de Unie af te dragen middelen.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
269 708 378 |
274 500 044 |
230 617 663,00 |
Bulgarije |
27 616 485 |
27 934 257 |
23 669 014,00 |
Tsjechië |
93 519 281 |
94 951 620 |
82 406 912,84 |
Denemarken |
182 502 472 |
185 590 353 |
152 383 079,65 |
Duitsland |
345 125 522 |
350 335 402 |
284 710 504,00 |
Estland |
13 227 362 |
13 009 847 |
10 236 971,00 |
Ierland |
99 237 498 |
100 289 723 |
79 670 059,00 |
Griekenland |
122 810 085 |
125 774 188 |
108 372 594,00 |
Spanje |
701 283 156 |
719 085 138 |
614 622 042,00 |
Frankrijk |
1 467 130 770 |
1 497 272 756 |
1 248 334 520,00 |
Kroatië |
28 644 066 |
29 531 974 |
12 729 377,24 |
Italië |
1 075 614 795 |
1 102 325 579 |
927 676 717,00 |
Cyprus |
10 536 045 |
10 728 512 |
9 491 361,00 |
Letland |
17 496 491 |
17 213 087 |
13 920 358,73 |
Litouwen |
24 761 503 |
24 422 396 |
19 739 513,01 |
Luxemburg |
22 180 671 |
22 729 297 |
19 552 576,00 |
Hongarije |
66 150 323 |
68 496 553 |
55 613 545,54 |
Malta |
4 917 664 |
4 925 108 |
3 895 003,00 |
Nederland |
73 530 793 |
75 487 301 |
63 235 319,00 |
Oostenrijk |
38 284 453 |
38 863 752 |
32 950 853,00 |
Polen |
272 691 550 |
274 942 269 |
222 605 107,31 |
Portugal |
112 537 674 |
115 767 753 |
94 871 974,00 |
Roemenië |
102 344 134 |
101 027 954 |
83 240 635,43 |
Slovenië |
23 773 857 |
24 635 887 |
20 603 365,00 |
Slowakije |
50 369 151 |
50 755 299 |
43 103 051,00 |
Finland |
135 601 563 |
138 677 954 |
118 762 720,00 |
Zweden |
51 767 845 |
52 908 328 |
44 700 654,55 |
Verenigd Koninkrijk |
–5 433 363 587 |
–5 542 182 331 |
–4 456 069 667,24 |
Totaal van artikel 1 5 0 |
0 |
0 |
165 645 823,06 |
HOOFDSTUK 1 6 — AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE
1 6 0
Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
–5 805 808,82 |
Toelichting
Uitsluitend voor de periode 2007-2013 komen Nederland en Zweden in aanmerking voor een brutovermindering van hun jaarlijkse bni-bijdrage ten belope van respectievelijk 605 000 000 EUR en 150 000 000 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2004. Deze bedragen worden in actuele prijzen omgerekend.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), en met name artikel 10, lid 9.
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 5.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
p.m. |
25 535 591,00 |
Bulgarije |
p.m. |
p.m. |
2 620 798,00 |
Tsjechië |
p.m. |
p.m. |
9 194 556,59 |
Denemarken |
p.m. |
p.m. |
16 873 421,44 |
Duitsland |
p.m. |
p.m. |
181 148 872,00 |
Estland |
p.m. |
p.m. |
1 133 509,00 |
Ierland |
p.m. |
p.m. |
8 821 623,00 |
Griekenland |
p.m. |
p.m. |
11 999 767,00 |
Spanje |
p.m. |
p.m. |
68 055 226,00 |
Frankrijk |
p.m. |
p.m. |
138 224 279,00 |
Kroatië |
p.m. |
p.m. |
1 410 810,26 |
Italië |
p.m. |
p.m. |
102 718 817,00 |
Cyprus |
p.m. |
p.m. |
1 050 949,00 |
Letland |
p.m. |
p.m. |
1 541 904,61 |
Litouwen |
p.m. |
p.m. |
2 185 696,00 |
Luxemburg |
p.m. |
p.m. |
2 164 997,00 |
Hongarije |
p.m. |
p.m. |
6 165 547,35 |
Malta |
p.m. |
p.m. |
431 282,00 |
Nederland |
p.m. |
p.m. |
– 653 364 512,00 |
Oostenrijk |
p.m. |
p.m. |
20 965 190,00 |
Polen |
p.m. |
p.m. |
24 644 758,22 |
Portugal |
p.m. |
p.m. |
10 504 885,00 |
Roemenië |
p.m. |
p.m. |
9 227 071,88 |
Slovenië |
p.m. |
p.m. |
2 281 348,00 |
Slowakije |
p.m. |
p.m. |
4 772 669,00 |
Finland |
p.m. |
p.m. |
13 150 234,00 |
Zweden |
p.m. |
p.m. |
– 142 913 714,45 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
p.m. |
123 648 615,28 |
Totaal van artikel 1 6 0 |
p.m. |
p.m. |
–5 805 808,82 |
TITEL 3
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 3 0 |
|||||||||||||||||
3 0 0 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar |
p.m. |
1 005 406 925 |
1 023 276 525,93 |
|
||||||||||||
3 0 2 |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden |
p.m. |
p.m. |
30 335 185,93 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL |
p.m. |
1 005 406 925 |
1 053 611 711,86 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 3 1 |
|||||||||||||||||
3 1 0 |
|||||||||||||||||
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
|||||||||||||||||
3 1 0 3 |
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
p.m. |
–80 683 434 |
– 522 295 950,96 |
|
||||||||||||
|
Artikel 3 1 0 — Totaal |
p.m. |
–80 683 434 |
– 522 295 950,96 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL |
p.m. |
–80 683 434 |
– 522 295 950,96 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 3 2 |
|||||||||||||||||
3 2 0 |
|||||||||||||||||
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
|||||||||||||||||
3 2 0 3 |
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
p.m. |
4 176 146 434 |
162 212 525,29 |
|
||||||||||||
|
Artikel 3 2 0 — Totaal |
p.m. |
4 176 146 434 |
162 212 525,29 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL |
p.m. |
4 176 146 434 |
162 212 525,29 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 3 4 |
|||||||||||||||||
3 4 0 |
Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht |
p.m. |
p.m. |
–83 117,97 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
–83 117,97 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 3 5 |
|||||||||||||||||
3 5 0 |
|||||||||||||||||
Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk |
|||||||||||||||||
3 5 0 4 |
Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
0,— |
4 237 575,39 |
|
||||||||||||
|
Artikel 3 5 0 — Totaal |
p.m. |
0,— |
4 237 575,39 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL |
p.m. |
0,— |
4 237 575,39 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 3 6 |
|||||||||||||||||
3 6 0 |
|||||||||||||||||
Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk |
|||||||||||||||||
3 6 0 4 |
Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
||||||||||||
|
Artikel 3 6 0 — Totaal |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
||||||||||||
|
Titel 3 — Totaal |
p.m. |
5 100 869 925 |
697 682 743,61 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 3 0 — OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR
3 0 0
Overschot van het vorige begrotingsjaar
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
1 005 406 925 |
1 023 276 525,93 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.
De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.
Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.
Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 18.
3 0 2
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
30 335 185,93 |
Toelichting
Dit artikel dient ter opname, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009, van de eventuele overschotten in het Garantiefonds voor extern optreden die uitgaan boven het streefbedrag van het fonds, wanneer eenmaal dit streefbedrag is bereikt.
De inkomsten onder 2013 houden verband met de toetreding van Kroatië tot de Unie, niet met overschotten in het Garantiefonds.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).
Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 7, lid 2.
HOOFDSTUK 3 1 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000
3 1 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
3 1 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
–80 683 434 |
– 522 295 950,96 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.
Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.
Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.
Rechtsgronden
Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
9 024 000 |
–12 458 243,04 |
Bulgarije |
p.m. |
0 |
1 722 213,04 |
Tsjechië |
p.m. |
5 266 000 |
10 144 574,21 |
Denemarken |
p.m. |
–7 945 000 |
–7 169 324,83 |
Duitsland |
p.m. |
–27 014 000 |
6 417 040,13 |
Estland |
p.m. |
– 459 000 |
–89 109,48 |
Ierland |
p.m. |
6 536 000 |
7 881 932,84 |
Griekenland |
p.m. |
73 206 000 |
4 577 285,49 |
Spanje |
p.m. |
–45 030 000 |
–62 257 349,78 |
Frankrijk |
p.m. |
36 978 000 |
503 512,66 |
Kroatië |
p.m. |
– 214 000 |
0,— |
Italië |
p.m. |
–52 778 434 |
– 197 786 674,07 |
Cyprus |
p.m. |
0 |
234 750,00 |
Letland |
p.m. |
5 480 000 |
3 161 297,61 |
Litouwen |
p.m. |
–1 225 000 |
3 481 503,19 |
Luxemburg |
p.m. |
–10 259 000 |
–6 403 200,00 |
Hongarije |
p.m. |
1 932 000 |
–7 202 006,86 |
Malta |
p.m. |
0 |
1 379 550,00 |
Nederland |
p.m. |
–4 505 000 |
1 088 789,16 |
Oostenrijk |
p.m. |
3 073 000 |
8 645 702,52 |
Polen |
p.m. |
–75 926 000 |
–49 476 495,63 |
Portugal |
p.m. |
12 195 000 |
–5 193 463,49 |
Roemenië |
p.m. |
2 163 000 |
1 621 647,83 |
Slovenië |
p.m. |
0 |
256 584,23 |
Slowakije |
p.m. |
34 000 |
–7 979 411,93 |
Finland |
p.m. |
–8 009 000 |
1 987 311,47 |
Zweden |
p.m. |
–3 206 000 |
9 060 425,23 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
0 |
– 228 444 791,46 |
Totaal van post 3 1 0 3 |
p.m. |
–80 683 434 |
– 522 295 950,96 |
HOOFDSTUK 3 2 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000
3 2 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
3 2 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
4 176 146 434 |
162 212 525,29 |
Toelichting
Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.
De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kan boeken.
Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.
Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
109 853 000 |
–71 448 672,81 |
Bulgarije |
p.m. |
0 |
487 404,28 |
Tsjechië |
p.m. |
73 255 000 |
–20 167 772,06 |
Denemarken |
p.m. |
– 117 740 000 |
–7 319 713,70 |
Duitsland |
p.m. |
1 386 017 000 |
655 046 813,96 |
Estland |
p.m. |
7 770 000 |
8 869 725,49 |
Ierland |
p.m. |
105 640 000 |
104 719 680,37 |
Griekenland |
p.m. |
148 776 000 |
–55 743 196,80 |
Spanje |
p.m. |
634 182 000 |
– 297 786 532,46 |
Frankrijk |
p.m. |
0 |
–12 170 248,48 |
Kroatië |
p.m. |
–1 205 000 |
0,— |
Italië |
p.m. |
381 068 434 |
– 147 862 799,63 |
Cyprus |
p.m. |
0 |
1 009 407,31 |
Letland |
p.m. |
19 093 000 |
8 790 229,73 |
Litouwen |
p.m. |
8 741 000 |
4 337 553,12 |
Luxemburg |
p.m. |
–56 671 000 |
–30 764 327,53 |
Hongarije |
p.m. |
37 850 000 |
–37 647 611,19 |
Malta |
p.m. |
0 |
6 758 604,45 |
Nederland |
p.m. |
1 107 927 000 |
–76 851 515,33 |
Oostenrijk |
p.m. |
–60 167 000 |
–45 181 114,99 |
Polen |
p.m. |
49 123 000 |
–73 016 227,92 |
Portugal |
p.m. |
109 407 000 |
2 448 897,61 |
Roemenië |
p.m. |
72 917 000 |
–57 334 051,33 |
Slovenië |
p.m. |
0 |
1 240 415,8 |
Slowakije |
p.m. |
–6 697 000 |
–12 408 432,93 |
Finland |
p.m. |
–26 310 000 |
–69 206 795,82 |
Zweden |
p.m. |
193 317 000 |
17 792 350,12 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
0 |
365 620 456,02 |
Totaal van post 3 2 0 3 |
p.m. |
4 176 146 434 |
162 212 525,29 |
HOOFDSTUK 3 4 — AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT
3 4 0
Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
–83 117,97 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken en artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dragen deze lidstaten geen andere financiële gevolgen van sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht dan de ermee gepaard gaande administratieve kosten. Zij kunnen bijgevolg een aanpassing verkrijgen van de betaalde eigen middelen voor elk jaar waarin zij niet deelnemen.
Hoeveel elke lidstaat aan het aanpassingsmechanisme bijdraagt, wordt berekend door op de begrotingsuitgaven waartoe de maatregelen aanleiding geven de verdeelsleutel toe te passen van het bni-aggregaat en zijn componenten van het voorgaande jaar, meegedeeld door de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).
De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar overeenkomstig artikel 10 bis van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1150/2000 op de in artikel 9, lid 1, van die verordening bedoelde rekening kan boeken.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10 bis.
Protocol betreffende de positie van Denemarken gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 3, en Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 5.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
p.m. |
1 734 464,81 |
Bulgarije |
p.m. |
p.m. |
178 324,39 |
Tsjechië |
p.m. |
p.m. |
599 168,23 |
Denemarken |
p.m. |
p.m. |
–3 915 012,19 |
Duitsland |
p.m. |
p.m. |
12 563 438,84 |
Estland |
p.m. |
p.m. |
76 317,48 |
Ierland |
p.m. |
p.m. |
–2 994 073,71 |
Griekenland |
p.m. |
p.m. |
896 007,92 |
Spanje |
p.m. |
p.m. |
4 680 207,35 |
Frankrijk |
p.m. |
p.m. |
9 512 879,41 |
Kroatië |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Italië |
p.m. |
p.m. |
7 164 110,40 |
Cyprus |
p.m. |
p.m. |
78 830,11 |
Letland |
p.m. |
p.m. |
101 478,23 |
Litouwen |
p.m. |
p.m. |
146 723,39 |
Luxemburg |
p.m. |
p.m. |
134 572,61 |
Hongarije |
p.m. |
p.m. |
407 869,73 |
Malta |
p.m. |
p.m. |
29 516,42 |
Nederland |
p.m. |
p.m. |
2 781 128,9 |
Oostenrijk |
p.m. |
p.m. |
1 404 073,25 |
Polen |
p.m. |
p.m. |
1 670 745,22 |
Portugal |
p.m. |
p.m. |
741 582,83 |
Roemenië |
p.m. |
p.m. |
604 254,17 |
Slovenië |
p.m. |
p.m. |
160 748,07 |
Slowakije |
p.m. |
p.m. |
319 452,91 |
Finland |
p.m. |
p.m. |
884 954,22 |
Zweden |
p.m. |
p.m. |
1 869 673,16 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
p.m. |
–41 914 554,12 |
Totaal van artikel 3 4 0 |
p.m. |
p.m. |
–83 117,97 |
HOOFDSTUK 3 5 — RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK
3 5 0
Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk
3 5 0 4
Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
0,— |
4 237 575,39 |
Toelichting
Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk.
De cijfers voor 2013 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2009.
De cijfers voor 2014 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2010.
Rechtsgronden
Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), met name de artikelen 4 en 5.
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
4 520 547 |
–1 560 520,00 |
Bulgarije |
p.m. |
562 835 |
347 361,00 |
Tsjechië |
p.m. |
2 556 272 |
590 509,44 |
Denemarken |
p.m. |
3 345 263 |
–2 767 464,85 |
Duitsland |
p.m. |
10 941 079 |
–5 926 083,00 |
Estland |
p.m. |
334 638 |
– 102 455,00 |
Ierland |
p.m. |
5 207 662 |
–1 276 162,00 |
Griekenland |
p.m. |
452 777 |
–11 973 529,00 |
Spanje |
p.m. |
5 161 577 |
–19 472 383,00 |
Frankrijk |
p.m. |
36 713 295 |
–44 165 819,00 |
Kroatië |
— |
— |
0,— |
Italië |
p.m. |
25 185 874 |
–25 357 823,00 |
Cyprus |
p.m. |
919 896 |
– 337 011,00 |
Letland |
p.m. |
377 190 |
85 890,94 |
Litouwen |
p.m. |
527 852 |
– 214 388,00 |
Luxemburg |
p.m. |
– 467 949 |
– 694 287,00 |
Hongarije |
p.m. |
925 341 |
–2 305 660,71 |
Malta |
p.m. |
320 963 |
7 989,00 |
Nederland |
p.m. |
1 088 457 |
–2 758 821,00 |
Oostenrijk |
p.m. |
439 387 |
– 712 461,00 |
Polen |
p.m. |
4 287 709 |
–2 893 204,95 |
Portugal |
p.m. |
2 496 000 |
– 244 526,00 |
Roemenië |
p.m. |
– 392 307 |
22 554,13 |
Slovenië |
p.m. |
896 466 |
– 485 496,00 |
Slowakije |
p.m. |
913 354 |
–1 338 212,00 |
Finland |
p.m. |
822 308 |
–1 122 623,00 |
Zweden |
p.m. |
867 048 |
2 282 300,53 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
– 109 003 534 |
126 609 899,86 |
Totaal van post 3 5 0 4 |
p.m. |
0 |
4 237 575,39 |
HOOFDSTUK 3 6 — RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK
3 6 0
Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk
3 6 0 4
Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Deze post is bestemd om het verschil tussen de vorige in de begroting opgenomen en de meest recente tussentijdse bijstelling van de Britse correctie te boeken voordat de definitieve berekeningen plaatsvinden.
De cijfers voor 2014 zijn het resultaat van de tussentijdse berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2011.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.
Lidstaat |
Begroting 2015 |
Begroting 2014 |
Uitvoering 2013 |
België |
p.m. |
8 101 453 |
0,— |
Bulgarije |
p.m. |
1 375 381 |
0,— |
Tsjechië |
p.m. |
5 056 538 |
0,— |
Denemarken |
p.m. |
7 280 734 |
0,— |
Duitsland |
p.m. |
18 309 269 |
0,— |
Estland |
p.m. |
885 630 |
0,— |
Ierland |
p.m. |
8 409 370 |
0,— |
Griekenland |
p.m. |
3 438 553 |
0,— |
Spanje |
p.m. |
21 543 140 |
0,— |
Frankrijk |
p.m. |
58 179 865 |
0,— |
Kroatië |
p.m. |
— |
0,— |
Italië |
p.m. |
37 543 615 |
0,— |
Cyprus |
p.m. |
479 335 |
0,— |
Letland |
p.m. |
1 333 866 |
0,— |
Litouwen |
p.m. |
1 324 873 |
0,— |
Luxemburg |
p.m. |
–29 470 |
0,— |
Hongarije |
p.m. |
4 872 613 |
0,— |
Malta |
p.m. |
438 532 |
0,— |
Nederland |
p.m. |
2 529 744 |
0,— |
Oostenrijk |
p.m. |
1 155 028 |
0,— |
Polen |
p.m. |
17 881 528 |
0,— |
Portugal |
p.m. |
5 178 017 |
0,— |
Roemenië |
p.m. |
305 779 |
0,— |
Slovenië |
p.m. |
1 156 634 |
0,— |
Slowakije |
p.m. |
1 786 552 |
0,— |
Finland |
p.m. |
1 891 154 |
0,— |
Zweden |
p.m. |
2 983 045 |
0,— |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
– 213 410 778 |
0,— |
Totaal van post 3 6 0 4 |
p.m. |
0 |
0,— |
TITEL 4
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 4 0 |
|||||||||||
4 0 0 |
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds |
677 271 687 |
654 290 626 |
620 108 853,76 |
91,56 |
||||||
4 0 3 |
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
p.m. |
p.m. |
22 850,10 |
|
||||||
4 0 4 |
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
76 200 621 |
68 333 233 |
409 187,70 |
0,54 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL |
753 472 308 |
722 623 859 |
620 540 891,56 |
82,36 |
||||||
HOOFDSTUK 4 1 |
|||||||||||
4 1 0 |
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling |
421 735 470 |
435 628 040 |
445 524 833,32 |
105,64 |
||||||
4 1 1 |
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel |
103 896 621 |
92 862 947 |
104 883 767,68 |
100,95 |
||||||
4 1 2 |
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling |
110 000 |
110 000 |
76 835,82 |
69,85 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL |
525 742 091 |
528 600 987 |
550 485 436,82 |
104,71 |
||||||
HOOFDSTUK 4 2 |
|||||||||||
4 2 0 |
Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling |
21 738 484 |
23 774 384 |
28 239 167,47 |
129,90 |
||||||
4 2 1 |
Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling |
p.m. |
p.m. |
10 379,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL |
21 738 484 |
23 774 384 |
28 249 546,47 |
129,95 |
||||||
|
Titel 4 — Totaal |
1 300 952 883 |
1 274 999 230 |
1 199 275 874,85 |
92,18 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN
4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
677 271 687 |
654 290 626 |
620 108 853,76 |
Toelichting
Deze ontvangsten omvatten alle belastingen op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van eender welke aard, met uitzondering van gezins- en kinderbijslagen, betaald aan de leden van de Commissie, de ambtenaren, de andere personeelsleden, de personen die de ontslagvergoeding ontvangen vermeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven, en de gepensioneerden.
Europees Parlement |
|
69 674 060 |
Raad |
|
22 576 000 |
Commissie: |
|
448 080 407 |
— Administratie |
(364 483 000) |
|
— Onderzoek en technologische ontwikkeling |
(15 098 064) |
|
— Onderzoek (acties onder contract) |
(16 799 500) |
|
— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) |
(3 091 000) |
|
— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
(610 000) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB) |
(2 417 000) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL) |
(843 000) |
|
— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) |
(1 116 000) |
|
— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP) |
(3 245 000) |
|
— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) |
(275 694) |
|
— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) |
(695 555) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) |
(57 401) |
|
— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) |
(68 051) |
|
— GO Clean Gemeenschappelijke Onderneming (CSJU) |
(169 949) |
|
— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO) |
(256 138) |
|
— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC) |
(128 480) |
|
— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) |
(1 159 729) |
|
— GO ECSEL (Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap, ex-Artemis & Eniac) |
(165 561) |
|
— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) |
(255 981) |
|
— (Frontex) |
(834 804) |
|
— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) |
(240 378) |
|
— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) |
(1 980 354) |
|
— Europese Bankautoriteit (EBA) |
(932 674) |
|
— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust) |
(731 692) |
|
— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) |
(1 223 078) |
|
— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) |
(604 191) |
|
— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) |
(3 260 979) |
|
— Europees Milieuagentschap (EEA) |
(1 130 686) |
|
— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) |
(277 186) |
|
— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) |
(1 340 945) |
|
— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) |
(616 327) |
|
— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (Galileo) |
(836 992) |
|
— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) |
(141 555) |
|
— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) |
(142 755) |
|
— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) |
(546 511) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy |
(2 119 898) |
|
— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) |
(949 944) |
|
— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) |
(4 302 569) |
|
— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) |
(546 070) |
|
— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) |
(241 746) |
|
— Europese Politieacademie (Cepol) |
(176 864) |
|
— Europese Politiedienst (Europol) |
(2 392 721) |
|
— Europese GO (SHIFT2RAIL) |
(38 268) |
|
— Europees Spoorwegbureau (ESB) |
(796 815) |
|
— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea) |
(1 001 865) |
|
— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) |
(820 428) |
|
— Europese Stichting voor opleiding (ETF) |
(870 655) |
|
— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) |
(472 634) |
|
— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI) |
(408 781) |
|
— GO brandstofcellen en waterstof Gemeenschappelijke Onderneming (FCH) |
(114 803) |
|
— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA) |
(272 197) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen Gemeenschappelijke Onderneming (IMI) |
(260 995) |
|
— GO voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem Gemeenschappelijke Onderneming (Sesar) |
(214 697) |
|
— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM) |
(4 176 047) |
|
— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA) |
(1 088 171) |
|
— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT) |
(1 038 029) |
|
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
23 694 000 |
Rekenkamer |
|
10 838 000 |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
4 633 256 |
Comité van de Regio's |
|
3 345 273 |
Europese Ombudsman |
|
633 691 |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
497 000 |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
22 070 000 |
Europese Investeringsbank |
|
43 730 000 |
Europese Centrale Bank |
|
24 000 000 |
Europees Investeringsfonds |
|
3 500 000 |
|
Totaal |
677 271 687 |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).
Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).
Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).
Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).
Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).
Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).
4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
22 850,10 |
Toelichting
De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Op dit begrotingsonderdeel zullen daarom ontvangsten worden opgevoerd die voortkomen uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage op de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie: |
|
p.m. |
— Administratie |
(p.m.) |
|
— Onderzoek en technologische ontwikkeling |
(p.m.) |
|
— Onderzoek (acties onder contract) |
(p.m.) |
|
— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
(p.m.) |
|
— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) |
(p.m.) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB) |
(p.m.) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL) |
(p.m.) |
|
— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) |
(p.m.) |
|
— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP) |
(p.m.) |
|
— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO) |
(p.m.) |
|
— Eurojust |
(p.m.) |
|
— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) |
(p.m.) |
|
— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) |
(p.m.) |
|
— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) |
(p.m.) |
|
— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) |
(p.m.) |
|
— Europees Milieuagentschap (EEA) |
(p.m.) |
|
— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) |
(p.m.) |
|
— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) |
(p.m.) |
|
— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) |
(p.m.) |
|
— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) |
(p.m.) |
|
— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) |
(p.m.) |
|
— Europese Stichting voor opleiding (ETF) |
(p.m.) |
|
— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM) |
(p.m.) |
|
— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT) |
(p.m.) |
|
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 2003.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).
4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
76 200 621 |
68 333 233 |
409 187,70 |
Toelichting
Onder dit artikel zal de opbrengst worden opgevoerd van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.
Europees Parlement |
|
9 412 163 |
Raad |
|
3 170 000 |
Commissie: |
|
53 683 717 |
— Administratie |
(32 782 000) |
|
— Onderzoek en technologische ontwikkeling |
(5 253 613) |
|
— Onderzoek (acties onder contract) |
(4 860 947) |
|
— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) |
(632 000) |
|
— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
(125 000) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB) |
(440 000) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL) |
(153 000) |
|
— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) |
(245 000) |
|
— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP) |
(677 000) |
|
— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) |
(64 326) |
|
— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) |
(61 453) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) |
(15 761) |
|
— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) |
(17 253) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU) |
(38 366) |
|
— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO) |
(56 274) |
|
— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC) |
(24 603) |
|
— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea) |
(194 848) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel, ex-Artemis & Eniac) |
(34 389) |
|
— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) |
(54 155) |
|
— Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex) |
(246 491) |
|
— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) |
(49 782) |
|
— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) |
(1 020 629) |
|
— Europese Bankautoriteit (EBA) |
(146 448) |
|
— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust) |
(115 137) |
|
— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) |
(31 541) |
|
— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) |
(130 730) |
|
— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) |
(625 929) |
|
— Europees Milieuagentschap (EEA) |
(187 698) |
|
— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) |
(72 017) |
|
— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) |
(296 586) |
|
— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) |
(125 743) |
|
— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (Galileo) |
(191 249) |
|
— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) |
(37 271) |
|
— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) |
(39 526) |
|
— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) |
(134 012) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy |
(377 522) |
|
— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) |
(263 360) |
|
— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) |
(656 495) |
|
— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA) |
(140 047) |
|
— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) |
(53 996) |
|
— Europese Politieacademie (Cepol) |
(28 458) |
|
— Europese Politiedienst (Europol) |
(596 628) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Europese Spoorwegen (SHIFT2RAIL) |
(10 507) |
|
— Europees Spoorwegbureau (ESB) |
(170 416) |
|
— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea) |
(201 052) |
|
— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) |
(159 226) |
|
— Europese Stichting voor opleiding (ETF) |
(171 430) |
|
— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) |
(106 570) |
|
— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI) |
(67 655) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH) |
(31 521) |
|
— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA) |
(55 377) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI) |
(54 893) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) |
(49 852) |
|
— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM) |
(882 862) |
|
— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA) |
(192 966) |
|
— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT) |
(232 107) |
|
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
4 513 000 |
Rekenkamer |
|
1 750 000 |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
851 410 |
Comité van de Regio's |
|
596 477 |
Europese Ombudsman |
|
51 854 |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
81 000 |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
2 091 000 |
|
Totaal |
76 200 621 |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).
Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).
Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).
Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).
Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).
HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING
4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
421 735 470 |
435 628 040 |
445 524 833,32 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.
Europees Parlement |
|
60 237 843 |
Raad |
|
31 357 000 |
Commissie: |
|
282 537 089 |
— Administratie |
(176 307 000) |
|
— Onderzoek en technologische ontwikkeling |
(15 073 762) |
|
— Onderzoek (acties onder contract) |
(14 876 941) |
|
— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) |
(3 192 000) |
|
— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
(868 000) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB) |
(4 694 000) |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL) |
(1 446 000) |
|
— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) |
(2 389 000) |
|
— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP) |
(4 276 000) |
|
— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) |
(419 542) |
|
— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) |
(836 541) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) |
(79 157) |
|
— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) |
(118 379) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU) |
(190 932) |
|
— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO) |
(332 948) |
|
— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC) |
(253 345) |
|
— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea) |
(2 226 086) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming ECSEL (Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap, ex-Artemis & Eniac) |
(200 496) |
|
— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) |
(198 096) |
|
— Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex) |
(972 274) |
|
— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) |
(240 378) |
|
— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) |
(5 733 937) |
|
— Europese Bankautoriteit (EBA) |
(813 407) |
|
— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust) |
(1 201 280) |
|
— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) |
(1 923 166) |
|
— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) |
(827 539) |
|
— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) |
(3 856 178) |
|
— Europees Milieuagentschap (EEA) |
(1 226 824) |
|
— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) |
(402 846) |
|
— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) |
(2 056 527) |
|
— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) |
(744 641) |
|
— Europese Toezichthoudende Autoriteit GNSS (Galileo) |
(1 174 732) |
|
— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) |
(259 810) |
|
— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) |
(270 924) |
|
— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) |
(863 932) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy |
(2 736 437) |
|
— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) |
(1 585 823) |
|
— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) |
(4 426 688) |
|
— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) |
(756 794) |
|
— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) |
(365 594) |
|
— Europese Politieacademie (Cepol) |
(216 370) |
|
— Europese Politiedienst (Europol) |
(3 569 878) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming Europese Spoorwegen (SHIFT2RAIL) |
(52 771) |
|
— Europees Spoorwegbureau (ESB) |
(1 017 949) |
|
— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea) |
(1 918 261) |
|
— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) |
(967 598) |
|
— Europese Stichting voor opleiding (ETF) |
(990 832) |
|
— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) |
(670 090) |
|
— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI) |
(812 007) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH) |
(158 314) |
|
— Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA) |
(515 670) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI) |
(290 183) |
|
— Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) |
(273 703) |
|
— Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (HBIM) |
(5 506 480) |
|
— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA) |
(3 649 644) |
|
— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT) |
(1 509 383) |
|
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
16 649 000 |
Rekenkamer |
|
7 404 000 |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
5 239 542 |
Comité van de Regio's |
|
3 755 729 |
Europese Ombudsman |
|
539 267 |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
381 000 |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
13 635 000 |
|
Totaal |
421 735 470 |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).
4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
103 896 621 |
92 862 947 |
104 883 767,68 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden gevormd door de aan de Unie betaalde actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van de pensioenrechten die ambtenaren in een vorige werkkring hebben verworven.
Europees Parlement |
|
9 100 000 |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
94 796 621 |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
103 896 621 |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
4 1 2
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
110 000 |
110 000 |
76 835,82 |
Toelichting
Ambentaren en andere personeelsleden die verlof om persoonlijke redenen nemen, kunnen pensioenrechten blijven opbouwen mits zij ook de werkgeversbijdrage voor hun rekening nemen.
Europees Parlement |
|
10 000 |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
100 000 |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
110 000 |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
HOOFDSTUK 4 2 — OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN
4 2 0
Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
21 738 484 |
23 774 384 |
28 239 167,47 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden gevormd door de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.
Commissie |
|
21 738 484 |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
4 2 1
Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
10 379,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdrage van de leden van het Europees Parlement in de financiering van de pensioenregeling.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Rechtsgronden
Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 0 |
|||||||||||||||||||
5 0 0 |
|||||||||||||||||||
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen) |
|||||||||||||||||||
5 0 0 0 |
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
60 765,06 |
|
||||||||||||||
5 0 0 1 |
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
291 120,45 |
|
||||||||||||||
5 0 0 2 |
Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
1 443 250,32 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 5 0 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
1 795 135,83 |
|
||||||||||||||
5 0 1 |
Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 0 2 |
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
835 048,45 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
2 630 184,28 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 1 |
|||||||||||||||||||
5 1 0 |
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 1 1 |
|||||||||||||||||||
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten |
|||||||||||||||||||
5 1 1 0 |
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
14 721 446,22 |
|
||||||||||||||
5 1 1 1 |
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
2 306 241,99 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 5 1 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
17 027 688,21 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
17 027 688,21 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 2 |
|||||||||||||||||||
5 2 0 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen |
453 674 |
1 752 047 |
3 157 996,35 |
696,09 |
||||||||||||||
5 2 1 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt |
10 000 000 |
10 000 000 |
6 026 158,93 |
60,26 |
||||||||||||||
5 2 2 |
Rente op betaalde voorfinanciering |
40 000 000 |
40 000 000 |
36 260 716,99 |
90,65 |
||||||||||||||
5 2 3 |
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
16 820 928,89 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL |
50 453 674 |
51 752 047 |
62 265 801,16 |
123,41 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 5 |
|||||||||||||||||||
5 5 0 |
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
37 136 427,16 |
|
||||||||||||||
5 5 1 |
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
5 748 710,17 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
42 885 137,33 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 7 |
|||||||||||||||||||
5 7 0 |
Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
42 678 676,30 |
|
||||||||||||||
5 7 1 |
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 7 2 |
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 7 3 |
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
167 276 700,82 |
|
||||||||||||||
5 7 4 |
Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven |
p.m. |
p.m. |
269 246 720,19 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
479 202 097,31 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 8 |
|||||||||||||||||||
5 8 0 |
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
151 318,84 |
|
||||||||||||||
5 8 1 |
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
979 446,92 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
1 130 765,76 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 9 |
|||||||||||||||||||
5 9 0 |
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer |
4 000 000 |
2 000 000 |
5 613 837,62 |
140,35 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL |
4 000 000 |
2 000 000 |
5 613 837,62 |
140,35 |
||||||||||||||
|
Titel 5 — Totaal |
54 453 674 |
53 752 047 |
610 755 511,67 |
1 121,61 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN
5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)
5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
60 765,06 |
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instellingen.
Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van voertuigen die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
291 120,45 |
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instellingen dan voertuigen.
Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van materieel, installaties, materialen en wetenschappelijke en technische apparaten die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 0 0 2
Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 443 250,32 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 0 1
Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instellingen.
5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
835 048,45 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGSTEN
5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 1 1
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten
5 1 1 0
Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
14 721 446,22 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
2 306 241,99 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN
5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
453 674 |
1 752 047 |
3 157 996,35 |
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere intresten, geïnd op de rekeningen van de instellingen.
Europees Parlement |
|
410 000 |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
40 000 |
Comité van de Regio's |
|
3 674 |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
453 674 |
5 2 1
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
10 000 000 |
10 000 000 |
6 026 158,93 |
Toelichting
Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.
Commissie |
|
10 000 000 |
5 2 2
Rente op betaalde voorfinanciering
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
40 000 000 |
40 000 000 |
36 260 716,99 |
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.
Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien wordt de rente ofwel hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement ofwel teruggevorderd.
In de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.
Commissie |
|
40 000 000 |
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 3, onder d).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
5 2 3
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
16 820 928,89 |
Toelichting
Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.
De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma's beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.
Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor uniale programma's aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN
5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
37 136 427,16 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
5 748 710,17 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN
5 7 0
Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
42 678 676,30 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
167 276 700,82 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 7 4
Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
269 246 720,19 |
Toelichting
Deze ontvangsten vloeien voort uit een bijdrage van de Commissie aan de EDEO om de ter plaatse beheerde uitgaven te dekken van de personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn, inclusief personeelsleden van de Commissie die met middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden betaald.
Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder begrotingspost 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in afdeling X „Europese Dienst voor extern optreden”.
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN
5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
151 318,84 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
979 446,92 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Onder dit artikel wordt tevens de bezoldigingsvergoeding geboekt die de verzekering uitkeert bij ongevallen van ambtenaren.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER
5 9 0
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
4 000 000 |
2 000 000 |
5 613 837,62 |
Toelichting
Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
4 000 000 |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
p.m. |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
4 000 000 |
TITEL 6
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 0 |
|||||||||||||||||||
6 0 1 |
|||||||||||||||||||
Diverse onderzoeksprogramma's |
|||||||||||||||||||
6 0 1 1 |
Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 0 1 2 |
European Fusion Development Agreements (EFDAs) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
17 060 314,18 |
|
||||||||||||||
6 0 1 3 |
Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
527 209 566,75 |
|
||||||||||||||
6 0 1 5 |
Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 0 1 6 |
Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 0 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
544 269 880,93 |
|
||||||||||||||
6 0 2 |
|||||||||||||||||||
Andere programma's |
|||||||||||||||||||
6 0 2 1 |
Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
17 988 984,03 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 0 2 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
17 988 984,03 |
|
||||||||||||||
6 0 3 |
|||||||||||||||||||
Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen |
|||||||||||||||||||
6 0 3 1 |
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
260 787 394,39 |
|
||||||||||||||
6 0 3 2 |
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
190 949,38 |
|
||||||||||||||
6 0 3 3 |
Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
31 735 855,53 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 0 3 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
292 714 199,30 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
854 973 064,26 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 1 |
|||||||||||||||||||
6 1 1 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven |
|||||||||||||||||||
6 1 1 3 |
Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
52 762 018,07 |
|
||||||||||||||
6 1 1 4 |
Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
52 762 018,07 |
|
||||||||||||||
6 1 2 |
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
12 256,60 |
|
||||||||||||||
6 1 4 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie |
|||||||||||||||||||
6 1 4 3 |
Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 4 4 |
Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 4 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand |
|||||||||||||||||||
6 1 5 0 |
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
424 926 415,45 |
|
||||||||||||||
6 1 5 1 |
Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 2 |
Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 3 |
Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
800,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 7 |
Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
7 504 528,88 |
|
||||||||||||||
6 1 5 8 |
Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
729 933,78 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 5 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
433 161 678,11 |
|
||||||||||||||
6 1 6 |
Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 7 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen |
|||||||||||||||||||
6 1 7 0 |
Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
676 018,51 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 7 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
676 018,51 |
|
||||||||||||||
6 1 8 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen |
|||||||||||||||||||
6 1 8 0 |
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
108 962,67 |
|
||||||||||||||
6 1 8 1 |
Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
25 362,22 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 8 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
134 324,89 |
|
||||||||||||||
6 1 9 |
|||||||||||||||||||
Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven |
|||||||||||||||||||
6 1 9 1 |
Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
182 689,33 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 9 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
182 689,33 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
486 928 985,51 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 2 |
|||||||||||||||||||
6 2 0 |
Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 2 2 |
|||||||||||||||||||
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden |
|||||||||||||||||||
6 2 2 1 |
Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
8 706 828,74 |
|
||||||||||||||
6 2 2 3 |
Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
8 269 646,52 |
|
||||||||||||||
6 2 2 4 |
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
225 762,99 |
|
||||||||||||||
6 2 2 5 |
Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 2 2 6 |
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
64 201 319,79 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 2 2 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
81 403 558,04 |
|
||||||||||||||
6 2 4 |
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
81 403 558,04 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 3 |
|||||||||||||||||||
6 3 0 |
Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
293 208 636,— |
|
||||||||||||||
6 3 1 |
|||||||||||||||||||
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis |
|||||||||||||||||||
6 3 1 1 |
Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
1 812 111,20 |
|
||||||||||||||
6 3 1 2 |
Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
4 322 386,95 |
|
||||||||||||||
6 3 1 3 |
Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
37 093 666,75 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 3 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
43 228 164,90 |
|
||||||||||||||
6 3 2 |
Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
87 861 046,04 |
|
||||||||||||||
6 3 3 |
|||||||||||||||||||
Bijdragen aan sommige externe steunprogramma's |
|||||||||||||||||||
6 3 3 0 |
Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
9 528 537,46 |
|
||||||||||||||
6 3 3 1 |
Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 3 3 2 |
Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 3 3 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
9 528 537,46 |
|
||||||||||||||
6 3 4 |
|||||||||||||||||||
Bijdragen van trustfonds en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten |
|||||||||||||||||||
6 3 4 0 |
Bijdragen van trustfonds voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 3 4 1 |
Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
|
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 3 4 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
433 826 384,40 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 5 |
|||||||||||||||||||
6 5 0 |
Financiële correcties voor 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten |
— |
p.m. |
436 120 128,23 |
|
||||||||||||||
6 5 1 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000 |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
6 5 2 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
6 5 3 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
6 5 4 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
436 120 128,23 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 6 |
|||||||||||||||||||
6 6 0 |
|||||||||||||||||||
Overige bijdragen en terugbetalingen |
|||||||||||||||||||
6 6 0 0 |
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
520 758 025,39 |
|
||||||||||||||
6 6 0 1 |
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming |
60 000 000 |
60 000 000 |
42 606 139,40 |
71,01 |
||||||||||||||
|
Artikel 6 6 0 — Totaal |
60 000 000 |
60 000 000 |
563 364 164,79 |
938,94 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL |
60 000 000 |
60 000 000 |
563 364 164,79 |
938,94 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 7 |
|||||||||||||||||||
6 7 0 |
|||||||||||||||||||
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds |
|||||||||||||||||||
6 7 0 1 |
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
593 564 006,54 |
|
||||||||||||||
6 7 0 2 |
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
155 144 099,11 |
|
||||||||||||||
6 7 0 3 |
Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
80 246 086,87 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 7 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
828 954 192,52 |
|
||||||||||||||
6 7 1 |
|||||||||||||||||||
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling |
|||||||||||||||||||
6 7 1 1 |
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
212 191 255,33 |
|
||||||||||||||
6 7 1 2 |
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 7 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
212 191 255,33 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
1 041 145 447,85 |
|
||||||||||||||
|
Titel 6 — Totaal |
60 000 000 |
60 000 000 |
3 897 761 733,08 |
6 496,27 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 0 — BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE
6 0 1
Diverse onderzoeksprogramma's
6 0 1 1
Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 08 03 50 en 08 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
6 0 1 2
European Fusion Development Agreements (EFDAs) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
17 060 314,18 |
Toelichting
Ontvangsten, voortvloeiende uit de multilaterale EFDA tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
6 0 1 3
Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
527 209 566,75 |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (COST), met het doel hen bij onderzoeksprogramma's van de Unie te betrekken.
De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50 (werkzaamheden onder contract), 10 02 50 en 10 03 50 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).
Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).
Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER- activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).
Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).
Besluit 2015/…/EU van de Raad van …, betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L …van…, blz. …).
Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.
Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Besluit … van de Raad van 10 november 2014 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).
Besluit … van de Raad van … 2015 inzake de sluiting van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).
6 0 1 5
Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.
6 0 1 6
Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.
Referentiebesluiten
Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).
6 0 2
Andere programma's
6 0 2 1
Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
17 988 984,03 |
Toelichting
Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
6 0 3
Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen
6 0 3 1
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
260 787 394,39 |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Referentiebesluiten
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).
Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van de Republiek Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen van de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).
Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).
Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).
Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).
Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 1).
Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma’s (COM(2013) 218 final), zal naar verwachting worden ondertekend; in dat geval kunnen de onderhandelingen over een Memorandum van overeenstemming teneinde Kosovo te associëren met Horizon 2020 van start gaan.
Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij wordt bepaald dat de communautaire programma's zullen worden opengesteld voor de geassocieerde kandidaat-lidstaten.
6 0 3 2
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
190 949,38 |
Toelichting
Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 02, 14 02 51, 14 03 02 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).
Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).
Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).
Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.
Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).
Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).
6 0 3 3
Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
31 735 855,53 |
Toelichting
Deze post is bedoeld om eventuele bijdragen van derden aan activiteiten van de Unie te ontvangen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN
6 1 1
Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven
6 1 1 3
Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
52 762 018,07 |
Toelichting
Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.
De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2013 zullen in 2015 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2015 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 47 700 000 EUR.
Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).
6 1 1 4
Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.
Rechtsgronden
Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).
6 1 2
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
12 256,60 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Commissie |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
6 1 4
Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie
6 1 4 3
Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke deelneming in de winst die voortkomt uit subsidies die in het kader van de Europese activiteiten op het gebied van risicodragend kapitaal uit de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital zijn verleend ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 1 4 4
Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 14 en 36 bis.
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
6 1 5
Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand
6 1 5 0
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
424 926 415,45 |
Toelichting
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn.
6 1 5 1
Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 5 2
Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 5 3
Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
800,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 5 7
Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
7 504 528,88 |
Toelichting
Op deze post worden voorschotten geboekt die in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) waren betaald en die worden terugbetaald.
De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, indien zij nodig zijn om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).
6 1 5 8
Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
729 933,78 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 6
Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”).
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Referentiebesluiten
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, de leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.
Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.
Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.
6 1 7
Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen
6 1 7 0
Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
676 018,51 |
Toelichting
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de posten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).
6 1 8
Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen
6 1 8 0
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
108 962,67 |
Toelichting
Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of in de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
6 1 8 1
Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
25 362,22 |
Toelichting
Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
6 1 9
Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven
6 1 9 1
Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
182 689,33 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).
Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.03.2014, blz. 109).
HOOFDSTUK 6 2 — ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN
6 2 0
Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).
6 2 2
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden
6 2 2 1
Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
8 706 828,74 |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiende uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.
Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Voltooiing van vroegere programma's
De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.
6 2 2 3
Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
8 269 646,52 |
Toelichting
Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.
6 2 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
225 762,99 |
Toelichting
Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).
6 2 2 5
Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten, afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
6 2 2 6
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
64 201 319,79 |
Toelichting
Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere diensten van de Commissie.
6 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen hebben het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).
HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN
6 3 0
Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
293 208 636,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
De totale geraamde bijdrage is te vinden in de samenvatting die ter informatie wordt gegeven in een bijlage bij de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Referentiebesluiten
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).
6 3 1
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis
6 3 1 1
Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 812 111,20 |
Toelichting
Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), met name artikel 12 van die overeenkomst.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Raad |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
Rechtsgronden
Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
6 3 1 2
Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
4 322 386,95 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden geboekt bij de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).
Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).
Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van die overeenkomst.
Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).
Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).
Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).
Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).
Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).
Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).
Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).
Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).
Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).
Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).
Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).
6 3 1 3
Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
37 093 666,75 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 18 02 51 en 18 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).
Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.
Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).
Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).
Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).
Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).
Besluit 2011/305/EU van de Raad van 21 maart 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 137 van 25.5.2011, blz. 1).
Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).
Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).
Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).
Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).
6 3 2
Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
87 861 046,04 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).
Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).
Referentiebesluiten
Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008/2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837 final).
6 3 3
Bijdragen aan sommige externe steunprogramma's
6 3 3 0
Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
9 528 537,46 |
Toelichting
Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 3 3 1
Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 3 3 2
Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 3 4
Bijdragen van trustfonds en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten
6 3 4 0
Bijdragen van trustfonds voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie tot maximaal 5 % van de in het trustfonds samengebrachte bedragen mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 187, lid 7.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 259.
6 3 4 1
Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
|
Toelichting
Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de begroting uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor dezelfde financieringsinstrumenten, onverminderd lid 9 van artikel 140 van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 6 5 — FINANCIËLE CORRECTIES
6 5 0
Financiële correcties voor 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
— |
p.m. |
436 120 128,23 |
Toelichting
Oude post 6 5 0 0
Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden de voorheen vanwege financiële correcties op post 6 5 0 0 geboekte bedragen per programmeringsperiode uitgesplitst onder de artikelen 6 5 1 tot en met 6 5 4.
Post 6 5 0 0 was bestemd voor de boeking van financiële correcties in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (SAPARD) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).
De op deze post opgenomen bedragen gaven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.
Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).
Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).
Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
6 5 1
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds (CF) in verband met de programmeringsperiode voor het jaar 2000.
De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/1977 van de Raad van 21 december 1977 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.
Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).
Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).
Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).
Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 193 van 31.07.1993, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.
Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).
6 5 2
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL – afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (SAPARD) in verband met de programmeringsperiode 2000-2006.
De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.
Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).
Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).
Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.08.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.08.1999, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).
Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
6 5 3
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Visserijfonds (EVF) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) in verband met de programmeringsperiode 2007-2013.
De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
6 5 4
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) in verband met de programmeringsperiode 2014-2020.
De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.03.2014, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).
HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN
6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen
6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
520 758 025,39 |
Toelichting
Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
p.m. |
6 6 0 1
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
60 000 000 |
60 000 000 |
42 606 139,40 |
Toelichting
Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.
Europees Parlement |
|
p.m. |
Commissie |
|
60 000 000 |
|
Totaal |
60 000 000 |
HOOFDSTUK 6 7 — ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)
6 7 0
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds
6 7 0 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
593 564 006,54 |
Toelichting
Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van deze verordening.
Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.
Overeenkomstig artikel 1,lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.
De ontvangsten voor deze post zijn geraamd op 1 198 600 000 EUR, inclusief 330 000 000 EUR overgedragen van 2014 naar 2015 overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met een bedrag van 469 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08, met een bedrag van 54 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 12 en met het resterende bedrag van 675 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 0 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
155 144 099,11 |
Toelichting
Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgeschaft.
Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.
De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 165 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 0 3
Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
80 246 086,87 |
Toelichting
Op deze post worden de ontvangsten geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk III, deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en met name artikel 78.
Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.
De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 405 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 1
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
6 7 1 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
212 191 255,33 |
Toelichting
Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.
Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.
Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 1 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.
Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
TITEL 7
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 7 0 |
|||||||||||
7 0 0 |
|||||||||||
Intrest voor betalingsachterstand |
|||||||||||
7 0 0 0 |
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten |
5 000 000 |
5 000 000 |
21 269 225,04 |
425,38 |
||||||
7 0 0 1 |
Overige intrest voor betalingsachterstand |
3 000 000 |
3 000 000 |
739 442,82 |
24,65 |
||||||
|
Artikel 7 0 0 — Totaal |
8 000 000 |
8 000 000 |
22 008 667,86 |
275,11 |
||||||
7 0 1 |
Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten |
15 000 000 |
329 000 000 |
248 687 696,88 |
1 657,92 |
||||||
|
HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL |
23 000 000 |
337 000 000 |
270 696 364,74 |
1 176,94 |
||||||
HOOFDSTUK 7 1 |
|||||||||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
3 636 000 000 |
2 674 688 673,85 |
2 674,69 |
||||||
7 1 1 |
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen |
p.m. |
p.m. |
27 398 000,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL |
100 000 000 |
3 636 000 000 |
2 702 086 673,85 |
2 702,09 |
||||||
HOOFDSTUK 7 2 |
|||||||||||
7 2 0 |
|||||||||||
Rente op deposito's en boeten |
|||||||||||
7 2 0 0 |
Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
Artikel 7 2 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
3 973 000 000 |
2 972 783 038,59 |
2 416,90 |
||||||
|
HOOFDSTUK 7 0 — INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
7 0 0
Intrest voor betalingsachterstand
7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
5 000 000 |
5 000 000 |
21 269 225,04 |
Toelichting
Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.
Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
5 000 000 |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
5 000 000 |
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.
7 0 0 1
Overige intrest voor betalingsachterstand
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
3 000 000 |
3 000 000 |
739 442,82 |
Toelichting
Op deze post wordt ontvangen intrest voor betalingsachterstand op andere bedragen dan eigen middelen geboekt.
Commissie |
|
3 000 000 |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Total |
3 000 000 |
Rechtsgronden
Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.
7 0 1
Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
15 000 000 |
329 000 000 |
248 687 696,88 |
Toelichting
Op deze post worden de uitstaande rente op bijzondere rekeningen voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
100 000 000 |
3 636 000 000 |
2 674 688 673,85 |
Toelichting
De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
7 1 1
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.
Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde uniale benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.
Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie echter een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), en met name artikel 9.
Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).
7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
27 398 000,— |
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.
HOOFDSTUK 7 2 — RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN
7 2 0
Rente op deposito's en boeten
7 2 0 0
Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.
TITEL 8
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||
HOOFDSTUK 8 0 |
|||||||||||||||
8 0 0 |
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
8 0 1 |
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
8 0 2 |
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 1 |
|||||||||||||||
8 1 0 |
Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal |
p.m. |
151 000 000 |
0,— |
|
||||||||||
8 1 3 |
Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL |
p.m. |
151 000 000 |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 2 |
|||||||||||||||
8 2 7 |
Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
8 2 8 |
Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 3 |
|||||||||||||||
8 3 5 |
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 5 |
|||||||||||||||
8 5 0 |
Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden |
6 890 000 |
2 477 000 |
1 839 600,— |
26,70 |
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL |
6 890 000 |
2 477 000 |
1 839 600,— |
26,70 |
||||||||||
|
Titel 8 — Totaal |
6 890 000 |
153 477 000 |
1 839 600,— |
26,70 |
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 0 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN
8 0 0
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
De garantie van de Unie betreft op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen opgenomen leningen. Het bedrag dat in hoofdsom aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).
Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).
Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).
Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).
Besluit van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).
Besluit van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).
8 0 1
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).
Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).
8 0 2
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
De garantie van de Unie betreft leningen die opgenomen zijn op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan de lidstaten worden verstrekt, moet binnen de marges vallen waarin de rechtsgrondslag voorziet.
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).
Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).
Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (BP L 159 van 17.6.2011, blz. 88).
HOOFDSTUK 8 1 — DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN
8 1 0
Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
151 000 000 |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal geboekt die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.
Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.
De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.
Op deze post kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de bestemmingsontvangsten worden geboekt die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.
8 1 3
Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor het registreren van de kapitaalaflossingen en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal uit de kredieten in artikels 21 02 51 en 21 03 51 van de staat van ontvangsten van afdeling III „Commissie” onder de concrete actie EU-investeringspartners.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 21 03 51 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.
HOOFDSTUK 8 2 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN
8 2 7
Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).
Besluit 97/472/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 61).
Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).
Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).
Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).
Besluit 1999/731/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 27).
Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).
Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).
Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).
Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).
Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).
Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).
Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).
Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macro-financiële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).
Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).
Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).
Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).
Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).
Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).
Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).
Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).
Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.05.2014, blz. 9).
8 2 8
Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Besluit 77/270/Euratom van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).
Voor de rechtsgrond van de Euratom-leningen aan lidstaten, zie de toelichting bij artikel 8 0 1.
HOOFDSTUK 8 3 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN
8 3 5
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).
Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).
Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).
Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).
Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).
Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).
Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).
Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).
Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).
Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).
Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).
Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).
Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).
Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).
Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).
Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).
Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).
Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).
Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).
Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).
Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).
Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).
Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).
Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).
Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).
Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).
Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).
Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).
Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).
Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).
Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).
Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).
Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).
Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).
Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).
Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).
Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).
Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).
HOOFDSTUK 8 5 — OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN
8 5 0
Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
6 890 000 |
2 477 000 |
1 839 600,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze bijdrage uitgekeerde dividenden.
Rechtsgronden
Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).
Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).
Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).
TITEL 9
DIVERSE ONTVANGSTEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||
HOOFDSTUK 9 0 |
|||||||
9 0 0 |
Diverse ontvangsten |
30 201 000 |
30 200 000 |
23 983 643,20 |
79,41 |
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL |
30 201 000 |
30 200 000 |
23 983 643,20 |
79,41 |
||
|
Titel 9 — Totaal |
30 201 000 |
30 200 000 |
23 983 643,20 |
79,41 |
||
|
TOTAAL-GENERAAL |
141 214 040 563 |
139 034 233 715 |
149 503 658 993,56 |
105,87 |
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN
9 0 0
Diverse ontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
30 201 000 |
30 200 000 |
23 983 643,20 |
Toelichting
Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.
Europees Parlement |
|
1 000 |
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
30 000 000 |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|
p.m. |
Rekenkamer |
|
200 000 |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
|
p.m. |
Comité van de Regio's |
|
p.m. |
Europese Ombudsman |
|
p.m. |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
p.m. |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
30 201 000 |
C. PERSONEEL VOLGENS DE LIJST VAN HET AANTAL AMBTEN
Toegestane ambten
Instellingen |
2015 |
2014 |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
|||
Europees Parlement |
5 591 |
1 148 |
5 636 |
1 150 |
||
Europese Raad en Raad |
3 036 |
36 |
3 065 |
36 |
||
Commissie: |
23 970 |
458 |
24 343 |
438 |
||
|
18 645 |
394 |
18 857 |
364 |
||
|
3 570 |
|
3 677 |
|
||
|
633 |
|
655 |
|
||
|
315 |
62 |
310 |
71 |
||
|
110 |
2 |
121 |
3 |
||
|
179 |
|
180 |
|
||
|
378 |
|
400 |
|
||
|
140 |
|
143 |
|
||
Hof van Justitie van de Europese Unie |
1 547 |
451 |
1 555 |
436 |
||
Rekenkamer |
733 |
139 |
743 |
139 |
||
Europees Economisch en Sociaal Comité |
678 |
35 |
685 |
35 |
||
Comité van de Regio's |
478 |
49 |
483 |
49 |
||
Europese Ombudsman |
47 |
19 |
45 |
22 |
||
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
46 |
|
45 |
|
||
Europese Dienst voor extern optreden |
1 644 |
1 |
1 660 |
1 |
||
Totaal |
37 770 |
2 336 |
38 260 |
2 306 |
Toegestane ambten
Door de Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid |
2015 |
2014 |
||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
|
Gedecentraliseerde organen |
120 |
5 103 |
128 |
5 004 |
Europese gemeenschappelijke ondernemingen |
56 |
245 |
62 |
239 |
Europees Instituut voor innovatie en technologie |
|
39 |
|
39 |
Uitvoerende agentschappen |
|
544 |
|
491 |
Totaal |
176 |
5 931 |
190 |
5 773 |
D. ONROERENDGOEDBEZIT
Instelling |
Huurpanden |
Onroerendgoedbezit (14) |
||
Kredieten 2015 (15) |
Kredieten 2014 (15) |
|||
Afdeling I |
Europees Parlement |
35 372 000 |
36 072 000 |
1 095 089 890 |
Afdeling II |
Europese Raad en Raad |
2 806 000 |
1 692 000 |
325 729 823 |
Afdeling III |
Commissie: |
|
|
1 621 367 023,48 |
|
— Zetels (Brussel en Luxemburg) |
247 602 000 |
248 212 000 |
1 418 899 875,52 |
|
— Bureaus in de Unie |
12 792 000 |
12 873 000 |
34 499 800,42 |
|
— Voedsel- en Veterinair Bureau |
2 385 000 |
2 385 000 |
18 975 767,99 |
|
— delegaties van de Unie (16) |
20 838 000 |
30 915 000 |
— |
|
— Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (17) |
1 325 000 |
1 293 938 |
148 991 579,55 |
|
— Bureau voor publicaties van de Europese Unie |
7 271 000 |
7 600 000 |
— |
|
— Europees Bureau voor fraudebestrijding |
4 902 000 |
4 830 000 |
— |
|
— Europees Bureau voor personeelsselectie |
2 825 000 |
2 765 000 |
— |
|
— Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten |
3 583 000 |
3 542 000 |
— |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel |
5 602 000 |
5 520 000 |
— |
|
— Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg |
1 458 000 |
2 450 000 |
— |
Afdeling IV |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
42 321 500 |
42 932 000 |
394 606 958,16 |
Afdeling V |
Rekenkamer |
160 000 |
181 000 |
86 335 055,11 |
Afdeling VI |
Europees Economisch en Sociaal Comité |
13 886 537 |
13 682 195 |
117 230 577 |
Afdeling VII |
Comité van de Regio's |
10 254 617 |
10 094 194 |
75 182 146 |
Afdeling VIII |
Europese Ombudsman |
749 000 |
715 000 |
— |
Afdeling IX |
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
885 000 |
885 000 |
— |
Afdeling X |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
|
108 962 217,80 (18) |
|
— hoofdzetel (Brussel) |
18 372 000 |
18 182 000 |
|
|
— delegaties van de Unie |
84 055 736 (19) |
56 425 000 |
|
|
Totaal |
519 445 390 |
503 246 327 |
3 824 503 690,55 |
Instelling |
Plaats |
Jaar van verwerving |
Nettoboekwaarde (20) |
|
Subtotalen |
Totalen |
|||
Europees Parlement |
Brussel |
|
|
687 035 164 |
|
Grond |
|
125 647 743 |
|
|
Paul-Henri Spaak |
1998 |
46 815 390 |
|
|
Altiero Spinelli |
1998 |
233 606 359 |
|
|
Willy Brandt |
2007 |
75 762 157 |
|
|
József Antall |
2008 |
108 720 670 |
|
|
Atrium |
1999 |
18 823 395 |
|
|
Atrium II |
2004 |
6 539 709 |
|
|
Montoyer 75 |
2006 |
18 404 457 |
|
|
Trier I |
2011 |
11 160 000 |
|
|
Eastman |
2008 |
14 738 333 |
|
|
Cathedrale |
2005 |
1 668 078 |
|
|
Wayenberg (Marie Haps) |
2003 |
5 130 707 |
|
|
Remard |
2010 |
11 528 167 |
|
|
Montoyer 70 |
2012 |
8 490 000 |
|
|
Straatsburg (Louise Weiss) |
1998 |
|
199 199 651 |
|
Straatsburg (Churchill, de Madariaga, Pflimlin) |
2006 |
|
101 618 752 |
|
Straatsburg (Václav Havel) |
2012 |
|
6 690 000 |
|
Luxemburg (Konrad Adenauer) |
2003 |
|
36 038 668 |
|
Luxemburg (KAD Z) |
2010 |
|
1 542 687 |
|
Jean Monnet House (Bazoches) |
1982 |
|
1 115 044 |
|
Lissabon |
1986 |
|
361 899 |
|
Athene |
1991 |
|
3 192 255 |
|
Kopenhagen |
2005 |
|
3 421 324 |
|
's-Gravenhage |
2006 |
|
4 358 754 |
|
Valletta |
2006 |
|
2 038 790 |
|
Nicosia |
2006 |
|
2 570 113 |
|
Wenen |
2008 |
|
22 527 320 |
|
Londen |
2008 |
|
11 307 859 |
|
Boedapest |
2010 |
|
3 224 910 |
|
Sofia |
2013 |
|
8 846 700 |
Europese Raad en Raad |
Brussel |
|
|
325 729 823 |
|
Grond |
|
67 525 000 |
|
|
Justus Lipsius |
1995 |
105 420 994 |
|
|
Crèche |
2006 |
9 956 429 |
|
|
Lex |
2007 |
142 827 400 |
|
Commissie |
Brussel |
|
|
1 335 226 478,85 |
|
Overijse |
1997 |
1 347 406,47 |
|
|
Loi 130 |
1987 |
51 649 644,00 |
|
|
Breydel |
1989 |
9 144 188,06 |
|
|
Haren |
1993 |
5 964 315,03 |
|
|
Clovis |
1995 |
8 686 354,92 |
|
|
Sint-Michielswarande 1 |
1997 |
16 056 061,08 |
|
|
Belliard 232 (21) |
1997 |
17 747 454,31 |
|
|
Demot 24 (21) |
1997 |
28 127 844,61 |
|
|
Breydel II |
1997 |
33 162 003,12 |
|
|
Beaulieu 29/31/33 |
1998 |
31 515 319,83 |
|
|
Charlemagne |
1997 |
100 301 165,01 |
|
|
Demot 28 (21) |
1999 |
22 436 381,31 |
|
|
Jozef II 99 (21) |
1998 |
15 941 850,85 |
|
|
Loi 86 |
1998 |
29 475 179,99 |
|
|
Luxemburg 46 (22) |
1999 |
33 319 860,29 |
|
|
Montoyer 59 (21) |
1998 |
16 446 776,61 |
|
|
Froissart 101 (21) |
2000 |
17 571 297,77 |
|
|
VM 18 (21) |
2000 |
15 876 641,32 |
|
|
Jozef II 70 (21) |
2000 |
36 157 175,77 |
|
|
Loi 41 (21) |
2000 |
58 773 890,51 |
|
|
SC 11 (21) |
2000 |
18 745 254,22 |
|
|
Jozef II 30 (23) |
2000 |
30 968 253,23 |
|
|
Jozef II 54 (21) |
2001 |
37 706 551,28 |
|
|
Jozef II 79 (21) |
2002 |
36 114 099,17 |
|
|
VM 2 (21) |
2001 |
35 750 430,96 |
|
|
Palmerston |
2002 |
6 388 321,37 |
|
|
SPA 3 (21) |
2003 |
25 734 685,00 |
|
|
Berlaymont (21) |
2004 |
365 104 390,35 |
|
|
CCAB (21) |
2005 |
41 793 842,70 |
|
|
BU-25 |
2006 |
47 052 211,78 |
|
|
Cornet-Leman |
2006 |
19 554 008,89 |
|
|
Madou |
2006 |
106 390 775,74 |
|
|
WALI |
2009 |
14 222 843,30 |
|
|
Luxemburg |
|
|
83 673 396,67 |
|
Euroforum (21) |
2004 |
76 631 730,00 |
|
|
Foyer européen |
2009 |
7 041 666,67 |
|
|
Bureaus in de Unie |
|
|
34 499 800,42 |
|
Lissabon |
1986 |
— |
|
|
|
1993 |
252 948,42 |
|
|
Marseille |
1991 |
39 312,30 |
|
|
|
1993 |
13 132,50 |
|
|
Milaan |
1986 |
— |
|
|
Kopenhagen |
2005 |
3 410 162,74 |
|
|
Valletta |
2007 |
2 112 152,12 |
|
|
Nicosia (Byron) |
2006 |
2 570 113,33 |
|
|
's-Gravenhage |
2006 |
4 299 753,22 |
|
|
Londen |
2010 |
16 961 952,09 |
|
|
Boedapest |
2010 |
4 840 273,70 |
|
|
Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek |
|
|
148 991 579,55 |
|
Ispra |
|
89 458 835,96 |
|
|
Geel |
|
25 091 084,39 |
|
|
Karlsruhe |
|
24 182 259,34 |
|
|
Petten |
|
10 259 399,86 |
|
|
Voedsel- en Veterinair Bureau |
|
|
18 975 767,99 |
|
Grange (Ierland) (24) |
2002 |
18 975 767,99 |
|
|
Totaal Commissie |
|
|
1 621 367 023,48 |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
Luxemburg |
|
|
394 606 958,16 |
|
(Annexe „A” — Erasmus, Annexe „B” — Thomas More en Annexe „C” |
1994 |
19 969 582,81 |
|
|
Complex van het nieuwe Paleis (het gerenoveerde oude Paleis, de Anneau, de twee Torens en de Galerij) |
2008 |
374 637 375,85 |
|
Rekenkamer |
Luxemburg |
|
|
86 335 055,11 |
|
Grond |
1990 |
776 631,00 |
|
|
Luxemburg (K1) |
1990 |
7 579 122,27 |
|
|
Luxemburg (K2) |
2004 |
16 200 108,82 |
|
|
Luxemburg (K3) |
2009 |
61 779 193,02 |
|
Europees Economisch en Sociaal Comité (21) |
Brussel |
|
|
117 230 577 |
|
Montoyer 92-102 |
2001 |
28 419 632 |
|
|
Belliard 99-101 |
2001 |
69 021 931 |
|
|
Belliard 68-72 |
2004 |
8 220 164 |
|
|
Trier 74 |
2005 |
7 312 416 |
|
|
Belliard 93 |
2005 |
4 256 435 |
|
Comité van de Regio's (21) |
Brussel |
|
|
75 182 146 |
|
Montoyer |
2001 |
13 961 443 |
|
|
Belliard 101-103 |
2001 |
33 893 257 |
|
|
Belliard 68 |
2004 |
12 192 398 |
|
|
Trier 74 |
2004 |
10 905 425 |
|
|
Belliard 93 |
2005 |
4 229 623 |
|
Europese Dienst voor extern optreden |
Delegaties van de Unie |
|
|
108 962 217,80 (25) |
|
Buenos Aires (Argentinië) |
1992 |
408 040,28 |
|
|
Canberra (Australië) |
1983 |
0 |
|
|
|
1990 |
101 858,32 |
|
|
Cotonou (Benin) |
1992 |
147 395,85 |
|
|
Gaborone (Botswana) |
1982 |
50 866,95 |
|
|
|
1985 |
14 594,35 |
|
|
|
1986 |
5 912,85 |
|
|
|
1987 |
12 572,25 |
|
|
Brasilia (Brazilië) |
1994 |
281 592,03 |
|
|
Ouagadougou (Burkina Faso) |
1984 |
19 248,47 |
|
|
|
1997 |
848 150,44 |
|
|
Bujumbura (Burundi) |
1982 |
36 584,40 |
|
|
|
1986 |
111 426,72 |
|
|
Phnom Pen (Cambodja) |
2005 |
517 917,28 |
|
|
Ottawa (Canada) |
1977 |
64 132,79 |
|
|
Praia (Kaapverdië) |
1981 |
14 091,34 |
|
|
Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek) |
1983 |
65 707,89 |
|
|
Ndjamena (Tsjaad) |
1991 |
16 260,13 |
|
|
|
2009 |
361 840,50 |
|
|
Peking (China) |
1995 |
2 351 074,80 |
|
|
Moroni (Comoren) |
1988 |
18 232,81 |
|
|
Brazzaville (Congo) |
1994 |
114 202,81 |
|
|
San José (Costa Rica) |
1995 |
180 192,15 |
|
|
Abidjan (Ivoorkust) |
1993 |
136 777,83 |
|
|
|
1994 |
178 054,31 |
|
|
Malabo (Equatoriaal-Guinea) |
1986 |
0 |
|
|
Parijs (Frankrijk) |
1990 |
1 541 851,40 |
|
|
|
1991 |
25 561,89 |
|
|
Libreville (Gabon) |
1996 |
235 528,17 |
|
|
Banjul (Gambia) |
1989 |
22 778,48 |
|
|
Bissau (Guinee-Bissau) |
1995 |
236 195,20 |
|
|
Tokio (Japan) |
2006 |
80 599 919 |
|
|
Nairobi (Kenia) |
2005 |
573 001,65 |
|
|
Maseru (Lesotho) |
1985 |
30 467,06 |
|
|
|
1990 |
51 676,89 |
|
|
|
1991 |
200 756,79 |
|
|
|
2006 |
192 015,79 |
|
|
Lilongwe (Malawi) |
1982 |
42 053,03 |
|
|
|
1988 |
12 969,50 |
|
|
Mexico-stad (Mexico) |
1995 |
1 271 172,90 |
|
|
Rabat (Marokko) |
1987 |
62 541,23 |
|
|
Maputo (Mozambique) |
2008 |
3 617 491,38 |
|
|
Windhoek (Namibië) |
1992 |
144 452,37 |
|
|
|
1993 |
76 788,34 |
|
|
|
2009 |
1 281 700 |
|
|
Niamey (Niger) |
1997 |
84 009,62 |
|
|
Abuja (Nigeria) |
1992 |
289 315,14 |
|
|
|
2005 |
3 347 841,36 |
|
|
|
2012 |
3 571 779,16 |
|
|
Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea) |
1982 |
48 274,53 |
|
|
Kigali (Rwanda) |
1980 |
112 548,18 |
|
|
|
1982 |
71 627,45 |
|
|
Dakar (Senegal) |
1984 |
0 |
|
|
Honiara (Salomonseilanden) |
1990 |
19 761,68 |
|
|
Pretoria (Zuid-Afrika) |
1994 |
436 600,70 |
|
|
|
1996 |
470 159,85 |
|
|
Mbabane (Swaziland) |
1987 |
26 994,00 |
|
|
|
1988 |
13 497,00 |
|
|
Dar es Salaam (Tanzania) |
2002 |
2 540 679,65 |
|
|
Kampala (Uganda) |
1986 |
58 646,36 |
|
|
Montevideo (Uruguay) |
1990 |
0 |
|
|
New York (Verenigde Staten van Amerika) |
1987 |
253 001,13 |
|
|
Washington (Verenigde Staten van Amerika) |
1997 |
1 033 394,42 |
|
|
Lusaka (Zambia) |
1982 |
43 366,60 |
|
|
Harare (Zimbabwe) |
1990 |
96 180,80 |
|
|
|
1994 |
168 891,55 |
|
Totaal generaal |
|
|
|
3 824 503 690,55 |
AFDELING I
EUROPEES PARLEMENT
ONTVANGSTEN
Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2015
Rubriek |
Bedrag |
Uitgaven |
1 794 929 112 |
Eigen inkomsten |
– 148 845 066 |
Te ontvangen bijdrage |
1 646 084 046 |
EIGEN INKOMSTEN
TITEL 4
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 4 0 |
|||||||||||
4 0 0 |
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden |
69 674 060 |
72 232 824 |
65 164 976,94 |
93,53 |
||||||
4 0 3 |
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
p.m. |
p.m. |
4 878,84 |
|
||||||
4 0 4 |
Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
9 412 163 |
8 967 490 |
109 730,76 |
1,17 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL |
79 086 223 |
81 200 314 |
65 279 586,54 |
82,54 |
||||||
HOOFDSTUK 4 1 |
|||||||||||
4 1 0 |
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling |
60 237 843 |
64 473 150 |
55 259 808,68 |
91,74 |
||||||
4 1 1 |
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel |
9 100 000 |
9 100 000 |
9 709 754,81 |
106,70 |
||||||
4 1 2 |
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling |
10 000 |
10 000 |
6 267,48 |
62,67 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL |
69 347 843 |
73 583 150 |
64 975 830,97 |
93,70 |
||||||
HOOFDSTUK 4 2 |
|||||||||||
4 2 1 |
Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling |
p.m. |
p.m. |
10 379,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
10 379,— |
|
||||||
|
Titel 4 — Totaal |
148 434 066 |
154 783 464 |
130 265 796,51 |
87,76 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN
4 0 0
Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
69 674 060 |
72 232 824 |
65 164 976,94 |
Toelichting
Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).
4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
4 878,84 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie van kracht tot 15 december 2003.
4 0 4
Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
9 412 163 |
8 967 490 |
109 730,76 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.
HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING
4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
60 237 843 |
64 473 150 |
55 259 808,68 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.
4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
9 100 000 |
9 100 000 |
9 709 754,81 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4 en artikel 11, leden 2 en 3, alsmede bijlage VIII, artikel 48.
4 1 2
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
10 000 |
10 000 |
6 267,48 |
HOOFDSTUK 4 2 — OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING
4 2 1
Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
10 379,— |
Toelichting
Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 5 0 |
|||||||||||||||||
5 0 0 |
|||||||||||||||||
Verkoop van roerende goederen (levering van goederen) |
|||||||||||||||||
5 0 0 0 |
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||
5 0 0 1 |
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
100,— |
|
||||||||||||
5 0 0 2 |
Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
342,22 |
|
||||||||||||
|
Artikel 5 0 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
442,22 |
|
||||||||||||
5 0 1 |
Verkoop van onroerende goederen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||
5 0 2 |
Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
119 951,04 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
120 393,26 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 5 1 |
|||||||||||||||||
5 1 1 |
|||||||||||||||||
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten |
|||||||||||||||||
5 1 1 0 |
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
2 722 587,38 |
|
||||||||||||
5 1 1 1 |
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
30 522,33 |
|
||||||||||||
|
Artikel 5 1 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
2 753 109,71 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
2 753 109,71 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 5 2 |
|||||||||||||||||
5 2 0 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling |
410 000 |
1 000 000 |
447 915,68 |
109,25 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL |
410 000 |
1 000 000 |
447 915,68 |
109,25 |
||||||||||||
HOOFDSTUK 5 5 |
|||||||||||||||||
5 5 0 |
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
3 327 642,73 |
|
||||||||||||
5 5 1 |
Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
5 727 845,37 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
9 055 488,10 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 5 7 |
|||||||||||||||||
5 7 0 |
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
2 783 427,16 |
|
||||||||||||
5 7 1 |
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||
5 7 2 |
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||
5 7 3 |
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
3 351 397,23 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
6 134 824,39 |
|
||||||||||||
HOOFDSTUK 5 8 |
|||||||||||||||||
5 8 1 |
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
158 441,42 |
|
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
158 441,42 |
|
||||||||||||
|
Titel 5 — Totaal |
410 000 |
1 000 000 |
18 670 172,56 |
4 553,70 |
||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN
5 0 0
Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)
5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
100,— |
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 0 2
Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
342,22 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.
5 0 1
Verkoop van onroerende goederen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.
5 0 2
Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
119 951,04 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.
HOOFDSTUK 5 1 — VERHUUROPBRENGST
5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten
5 1 1 0
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
2 722 587,38 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.
5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
30 522,33 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN
5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
410 000 |
1 000 000 |
447 915,68 |
Toelichting
Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling.
HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN
5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
3 327 642,73 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 5 1
Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
5 727 845,37 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
2 783 427,16 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.
5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
3 351 397,23 |
HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN
5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
158 441,42 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.
TITEL 6
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||
HOOFDSTUK 6 6 |
|||||||
6 6 0 |
|||||||
Overige bijdragen en terugbetalingen |
|||||||
6 6 0 0 |
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
7 769 157,72 |
|
||
6 6 0 1 |
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||
|
Artikel 6 6 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
7 769 157,72 |
|
||
|
HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
7 769 157,72 |
|
||
|
Titel 6 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
7 769 157,72 |
|
||
|
HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN
6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen
6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
7 769 157,72 |
Toelichting
Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die worden aangewend voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 6 0 1
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
TITEL 9
DIVERSE ONTVANGSTEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||
HOOFDSTUK 9 0 |
|||||||
9 0 0 |
Diverse ontvangsten |
1 000 |
500 |
1 412 243,94 |
141 224,39 |
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL |
1 000 |
500 |
1 412 243,94 |
141 224,39 |
||
|
Titel 9 — Totaal |
1 000 |
500 |
1 412 243,94 |
141 224,39 |
||
|
TOTAAL-GENERAAL |
148 845 066 |
155 783 964 |
158 117 370,73 |
106,23 |
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN
9 0 0
Diverse ontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
1 000 |
500 |
1 412 243,94 |
Toelichting
Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.
Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.
UITGAVEN
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel Hoofdstuk |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 |
||||
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
||||
1 0 |
LEDEN VAN DE INSTELLING |
220 252 000 |
224 292 069 |
205 414 449,41 |
1 2 |
AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN |
608 733 635 |
595 102 338 |
574 999 348,39 |
1 4 |
ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN |
121 114 400 |
97 798 439 |
105 556 913,83 |
1 6 |
OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
18 314 480 |
18 839 000 |
17 829 236,06 |
|
Titel 1 — Totaal |
968 414 515 |
936 031 846 |
903 799 947,69 |
2 |
||||
GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN |
||||
2 0 |
GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN |
210 241 500 |
201 643 000 |
250 336 610,87 |
2 1 |
INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR |
149 330 149 |
143 422 877 |
138 624 704,28 |
2 3 |
LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN |
6 049 000 |
6 232 500 |
4 877 511,19 |
|
Titel 2 — Totaal |
365 620 649 |
351 298 377 |
393 838 826,34 |
3 |
||||
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING |
||||
3 0 |
VERGADERINGEN EN CONFERENTIES |
36 175 971 |
35 554 960 |
32 816 473,32 |
3 2 |
EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING |
115 686 393 |
122 135 929 |
124 148 929,46 |
|
Titel 3 — Totaal |
151 862 364 |
157 690 889 |
156 965 402,78 |
4 |
||||
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING |
||||
4 0 |
UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN |
104 818 084 |
100 994 200 |
92 683 288,40 |
4 2 |
ASSISTENTIE AAN DE LEDEN |
192 113 500 |
196 216 430 |
188 301 020,35 |
4 4 |
VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN |
400 000 |
400 000 |
375 000,— |
|
Titel 4 — Totaal |
297 331 584 |
297 610 630 |
281 359 308,75 |
10 |
||||
OVERIGE UITGAVEN |
||||
10 0 |
VOORZIENINGEN |
p.m. |
p.m. |
0,— |
10 1 |
RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN |
11 700 000 |
13 000 000 |
0,— |
10 3 |
RESERVE VOOR DE UITBREIDING |
p.m. |
p.m. |
0,— |
10 4 |
RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID |
p.m. |
p.m. |
0,— |
10 5 |
VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN |
p.m. |
p.m. |
0,— |
10 6 |
RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING |
p.m. |
p.m. |
0,— |
10 8 |
RESERVE VOOR EMAS |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Titel 10 — Totaal |
11 700 000 |
13 000 000 |
0,— |
|
TOTAAL-GENERAAL |
1 794 929 112 |
1 755 631 742 |
1 735 963 485,56 |
TITEL 1
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 0 |
|||||||||||||
1 0 0 |
|||||||||||||
Bezoldigingen en vergoedingen |
|||||||||||||
1 0 0 0 |
Bezoldigingen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
71 530 000 |
73 643 709 |
69 543 043,78 |
97,22 |
|||||||||
1 0 0 4 |
Normale reiskosten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
72 800 000 |
65 400 000 |
72 343 140,— |
99,37 |
|||||||||
1 0 0 5 |
Overige reiskosten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
5 850 000 |
6 800 000 |
6 154 639,— |
105,21 |
|||||||||
1 0 0 6 |
Algemene kostenvergoeding |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
39 715 000 |
43 418 000 |
39 090 705,22 |
98,43 |
|||||||||
1 0 0 7 |
Ambtsvergoedingen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
179 000 |
180 000 |
173 610,— |
96,99 |
|||||||||
|
Artikel 1 0 0 — Totaal |
190 074 000 |
189 441 709 |
187 305 138,— |
98,54 |
||||||||
1 0 1 |
|||||||||||||
Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen |
|||||||||||||
1 0 1 0 |
Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 358 000 |
3 368 000 |
2 215 738,80 |
65,98 |
|||||||||
1 0 1 2 |
Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
301 000 |
301 000 |
209 016,87 |
69,44 |
|||||||||
|
Artikel 1 0 1 — Totaal |
3 659 000 |
3 669 000 |
2 424 755,67 |
66,27 |
||||||||
1 0 2 |
Overbruggingstoelagen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
11 810 000 |
15 784 819 |
183 008,01 |
1,55 |
|||||||||
1 0 3 |
|||||||||||||
Pensioenen |
|||||||||||||
1 0 3 0 |
Ouderdomspensioenen (KVL) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
11 010 000 |
11 744 000 |
11 941 557,55 |
108,46 |
|||||||||
1 0 3 1 |
Invaliditeitspensioenen (KVL) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
285 000 |
310 000 |
278 102,18 |
97,58 |
|||||||||
1 0 3 2 |
Overlevingspensioenen (KVL) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 782 000 |
2 810 541 |
2 692 560,74 |
96,79 |
|||||||||
1 0 3 3 |
Vrijwillige pensioenregeling van de leden |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
32 000 |
32 000 |
29 327,26 |
91,65 |
|||||||||
|
Artikel 1 0 3 — Totaal |
14 109 000 |
14 896 541 |
14 941 547,73 |
105,90 |
||||||||
1 0 5 |
Talen‐ en informaticacursussen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
600 000 |
500 000 |
560 000,— |
93,33 |
|||||||||
1 0 9 |
Voorziening |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||||
|
HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL |
220 252 000 |
224 292 069 |
205 414 449,41 |
93,26 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 2 |
|||||||||||||
1 2 0 |
|||||||||||||
Salaris en andere rechten |
|||||||||||||
1 2 0 0 |
Salaris en vergoedingen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
604 340 535 |
589 687 598 |
570 669 887,67 |
94,43 |
|||||||||
1 2 0 2 |
Betaalde overuren |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
296 500 |
436 740 |
200 000,— |
67,45 |
|||||||||
1 2 0 4 |
Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 760 000 |
4 400 000 |
3 160 000,— |
84,04 |
|||||||||
|
Artikel 1 2 0 — Totaal |
608 397 035 |
594 524 338 |
574 029 887,67 |
94,35 |
||||||||
1 2 2 |
|||||||||||||
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst |
|||||||||||||
1 2 2 0 |
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
335 600 |
396 000 |
462 018,69 |
137,67 |
|||||||||
1 2 2 2 |
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 000 |
182 000 |
507 442,03 |
50 744,20 |
|||||||||
|
Artikel 1 2 2 — Totaal |
336 600 |
578 000 |
969 460,72 |
288,02 |
||||||||
1 2 4 |
Voorziening |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||||
|
HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL |
608 733 635 |
595 102 338 |
574 999 348,39 |
94,46 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 4 |
|||||||||||||
1 4 0 |
|||||||||||||
Andere personeelsleden en externe personen |
|||||||||||||
1 4 0 0 |
Andere personeelsleden |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
54 199 000 |
43 796 448 |
37 296 238,78 |
68,81 |
|||||||||
1 4 0 2 |
Uitgaven voor tolkendiensten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
49 524 900 |
39 428 991 |
49 599 376,91 |
100,15 |
|||||||||
1 4 0 4 |
Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
7 390 500 |
7 573 000 |
6 444 637,29 |
87,20 |
|||||||||
1 4 0 6 |
Waarnemers |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
312 000,— |
|
|||||||||
|
Artikel 1 4 0 — Totaal |
111 114 400 |
90 798 439 |
93 652 252,98 |
84,28 |
||||||||
1 4 2 |
Externe vertalingsdiensten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
10 000 000 |
7 000 000 |
11 904 660,85 |
119,05 |
|||||||||
1 4 4 |
Voorziening |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||||
|
HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL |
121 114 400 |
97 798 439 |
105 556 913,83 |
87,15 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 6 |
|||||||||||||
1 6 1 |
|||||||||||||
Uitgaven in verband met personeelsbeheer |
|||||||||||||
1 6 1 0 |
Uitgaven in verband met aanwerving |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
328 980 |
446 000 |
303 850,— |
92,36 |
|||||||||
1 6 1 2 |
Bijscholing |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
5 200 000 |
4 990 000 |
4 682 179,92 |
90,04 |
|||||||||
|
Artikel 1 6 1 — Totaal |
5 528 980 |
5 436 000 |
4 986 029,92 |
90,18 |
||||||||
1 6 3 |
|||||||||||||
Voorzieningen voor het personeel van de instelling |
|||||||||||||
1 6 3 0 |
Sociale dienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
764 000 |
719 500 |
607 906,96 |
79,57 |
|||||||||
1 6 3 1 |
Mobiliteit |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
754 000 |
800 000 |
727 371,55 |
96,47 |
|||||||||
1 6 3 2 |
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
255 000 |
271 000 |
298 817,13 |
117,18 |
|||||||||
|
Artikel 1 6 3 — Totaal |
1 773 000 |
1 790 500 |
1 634 095,64 |
92,17 |
||||||||
1 6 5 |
|||||||||||||
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen |
|||||||||||||
1 6 5 0 |
Medische dienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 100 000 |
1 285 000 |
1 106 110,50 |
100,56 |
|||||||||
1 6 5 2 |
Exploitatie van restaurants en kantines |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 500 000 |
4 050 000 |
4 260 000,— |
121,71 |
|||||||||
1 6 5 4 |
Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
6 212 500 |
6 277 500 |
5 843 000,— |
94,05 |
|||||||||
1 6 5 5 |
Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde Europese scholen (type II) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
200 000 |
|
|
|
|||||||||
|
Artikel 1 6 5 — Totaal |
11 012 500 |
11 612 500 |
11 209 110,50 |
101,79 |
||||||||
|
HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL |
18 314 480 |
18 839 000 |
17 829 236,06 |
97,35 |
||||||||
|
Titel 1 — Totaal |
968 414 515 |
936 031 846 |
903 799 947,69 |
93,33 |
||||||||
|
HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING
1 0 0
Bezoldigingen en vergoedingen
1 0 0 0
Bezoldigingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
71 530 000 |
73 643 709 |
69 543 043,78 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 9 en 10.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 1 en 2.
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de in het statuut van de leden voorziene vergoeding.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
1 0 0 4
Normale reiskosten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
72 800 000 |
65 400 000 |
72 343 140,— |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 10 tot en met 21 en artikel 24.
Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met reizen van en naar de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht en andere dienstreizen.
Een deel van deze kredieten is bedoeld om rekening te houden met reiskostenverlagingen die gerealiseerd zijn in het verlengde van de resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2011 (PB L 250 van 27.9.2011, blz. 3) betreffende het gebruik van via werkgelerateerde reizen vergaarde gecumuleerde airmiles voor de aankoop van vliegtickets.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.
1 0 0 5
Overige reiskosten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 850 000 |
6 800 000 |
6 154 639,— |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 22 en 23.
Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van bijkomende reiskosten, de kosten van reizen in het land van verkiezing.
1 0 0 6
Algemene kostenvergoeding
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
39 715 000 |
43 418 000 |
39 090 705,22 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 25 tot en met 28.
Deze vergoeding dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire activiteiten van de leden, overeenkomstig bovengenoemde artikelen van de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.
1 0 0 7
Ambtsvergoedingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
179 000 |
180 000 |
173 610,— |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.
Besluit van het Bureau van 16-17 juni 2009.
Dit krediet dient ter dekking van de vaste verblijfs- en representatievergoedingen in verband met het uitoefenen van de functie van voorzitter van het Europees Parlement.
1 0 1
Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen
1 0 1 0
Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 358 000 |
3 368 000 |
2 215 738,80 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 18 en 19.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 29.
Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ongevallen en beroepsziekten.
Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ziekten.
Besluit van de Commissie houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.
Dit krediet dient ter dekking van de ongevallenverzekering, de vergoeding van medische kosten en de verzekering tegen verlies en diefstal van persoonlijke bezittingen van de leden.
Het dient tevens ter dekking van verzekering en bijstand in geval van repatriëring van de leden bij een officiële reis, als gevolg van ernstige ziekte, ongeval of onvoorziene omstandigheden waardoor voortzetting van de reis onmogelijk is. De bijstand omvat het organiseren van de repatriëring en het voor rekening nemen van de aan de repatriëring verbonden kosten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 140 000 EUR.
1 0 1 2
Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
301 000 |
301 000 |
209 016,87 |
Toelichting
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 30.
Dit krediet dient ter dekking van bepaalde uitgaven die nodig zijn om bijstand te verlenen aan ernstig gehandicapte leden.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
1 0 2
Overbruggingstoelagen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
11 810 000 |
15 784 819 |
183 008,01 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 13.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 45 tot en met 48 en artikel 77.
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de overbruggingstoelage bij ambtsbeëindiging van leden.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
1 0 3
Pensioenen
1 0 3 0
Ouderdomspensioenen (KVL)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
11 010 000 |
11 744 000 |
11 941 557,55 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 14 en 28.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75. Bijlage III bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een ouderdomspensioen na beëindiging van het mandaat van een lid.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
1 0 3 1
Invaliditeitspensioenen (KVL)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
285 000 |
310 000 |
278 102,18 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 15 en 28.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75. Bijlage II bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een pensioen bij invaliditeit van een lid die tijdens het mandaat is ontstaan.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
1 0 3 2
Overlevingspensioenen (KVL)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 782 000 |
2 810 541 |
2 692 560,74 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 17.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75. Bijlage I bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een overlevings- en/of wezenpensioen bij overlijden van een lid of van een voormalig lid.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.
1 0 3 3
Vrijwillige pensioenregeling van de leden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
32 000 |
32 000 |
29 327,26 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 27.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 76. Bijlage VII bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling voor leden van het Parlement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
1 0 5
Talen‐ en informaticacursussen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
600 000 |
500 000 |
560 000,— |
Toelichting
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 44.
Besluit van het Bureau van 4 mei 2009 betreffende talen- en computercursussen voor de leden.
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen en informaticacursussen voor de leden.
1 0 9
Voorziening
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van de eventuele aanpassingen van de vergoedingen van de leden van het Parlement.
Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement naar andere begrotingslijnen is overgeschreven.
HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN
1 2 0
Salaris en andere rechten
1 2 0 0
Salaris en vergoedingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
604 340 535 |
589 687 598 |
570 669 887,67 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:
— |
de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen; |
— |
de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten; |
— |
de forfaitaire vergoedingen voor overuren; |
— |
de overige toelagen en vergoedingen; |
— |
de betaling van de jaarlijkse reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst; |
— |
de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt; |
— |
de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen. |
Het dient tevens ter dekking van de premies voor de verzekering van ongelukken in verband met sportactiviteiten voor gebruikers van het sportcentrum van het Europees Parlement in Brussel en Straatsburg.
Een deel van het krediet is bestemd voor de aanwerving van tijdelijke ambtenaren met een handicap en van tijdelijke ambtenaren die gespecialiseerd zijn op het gebied van de rechten van personen met een handicap en van strategieën tegen discriminatie.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR.
1 2 0 2
Betaalde overuren
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
296 500 |
436 740 |
200 000,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.
1 2 0 4
Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 760 000 |
4 400 000 |
3 160 000,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats; |
— |
de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen; |
— |
de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen; |
— |
de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid; |
— |
de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid; |
— |
het verschil tussen de bijdragen van de contractuele functionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het communautaire stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract. |
1 2 2
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst
1 2 2 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
335 600 |
396 000 |
462 018,69 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 42 quater en 50, alsmede bijlage IV, en artikel 48 bis van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen:
— |
aan ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling; |
— |
aan ambtenaren die op verlof geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instelling; |
— |
aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen van fracties, die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang. |
Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop (met uitzondering van de personen die vallen onder artikel 42 quater, die geen recht hebben op de aanpassingscoëfficiënt).
1 2 2 2
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 000 |
182 000 |
507 442,03 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de vergoedingen die verschuldigd zijn uit hoofde van het Statuut of van de Verordeningen (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 en (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad; |
— |
de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen; |
— |
de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden. |
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 4).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst bij het Europees Parlement zijn aangesteld, en tijdelijke functionarissen van de politieke fracties van het Europees Parlement (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 9).
1 2 4
Voorziening
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.
Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.
HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN
1 4 0
Andere personeelsleden en externe personen
1 4 0 0
Andere personeelsleden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
54 199 000 |
43 796 448 |
37 296 238,78 |
Toelichting
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:
— |
de bezoldiging, met inbegrip van toewijzingen en vergoedingen, van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden; |
— |
het inschakelen van tijdelijke krachten. |
Een deel van het krediet is bestemd voor de aanwerving van contractuele medewerkers met een handicap die deskundig zijn op het gebied van de rechten van gehandicapten en antidiscriminatiebeleid.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 500 EUR.
1 4 0 2
Uitgaven voor tolkendiensten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
49 524 900 |
39 428 991 |
49 599 376,91 |
Toelichting
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Overeenkomst betreffende conferentietolken-hulpfunctionarissen.
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:
— |
de vergoedingen en hiermee gelijkgestelde toelagen, sociale bijdragen en andere kosten van de contractuele conferentietolken die door het Europees Parlement worden aangeworven voor vergaderingen die het Europees Parlement voor zichzelf of andere instellingen of organen organiseert, waarvoor de benodigde diensten niet door de tolken die als ambtenaar of tijdelijk functionaris werkzaam zijn, kunnen worden geleverd; |
— |
de uitgaven voor technisch en ander personeel voor conferenties voor de hierboven genoemde vergaderingen, wanneer de benodigde diensten niet door ambtenaren, tijdelijke functionarissen of andere personeelsleden van het Europees Parlement kunnen worden geleverd; |
— |
de kosten in verband met de voor het Parlement verrichte diensten van tolken die werkzaam zijn bij andere regionale, nationale of internationale instellingen; |
— |
de kosten in verband met vertolkingsactiviteiten, in het bijzonder de voorbereiding op vergaderingen en de opleiding en selectie van tolken. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.
1 4 0 4
Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
7 390 500 |
7 573 000 |
6 444 637,29 |
Toelichting
Regeling inzake de terbeschikkingstelling van ambtenaren van het Europees Parlement en tijdelijke functionarissen van fracties bij nationale administraties, hiermee gelijkgestelde organen of internationale organisaties (besluit van het Bureau van 7 maart 2005).
Regeling inzake de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement (besluit van het Bureau van 4 mei 2009).
Interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1 februari 2013).
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
emolumenten voor stagiairs (beurzen), met inbegrip van eventuele kostwinnerstoelagen en aan stagiairs uitbetaalde vergoedingen; |
— |
reiskosten voor stagiairs; |
— |
de bijkomende kosten voor stagiairs in het kader van het proefprogramma voor stages voor personen met een handicap, die rechtstreeks voortvloeien uit hun handicap, overeenkomstig artikel 24, lid 9 (oud artikel 20, lid 8), van de interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement. Dit omvat ook de kosten van een bijkomende arbeidsongeschiktheidsuitkering (tot 50 % van de beurs); |
— |
de kosten van ziektekosten- en ongevallenverzekeringen voor stagiairs; |
— |
de kosten van het houden van informatiebijeenkomsten en trainingen voor stagiairs (met inbegrip van de kosten van de ontvangst van stagiairs); |
— |
de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Parlement en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd; |
— |
de kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement, met inbegrip van vergoedingen en reiskosten; |
— |
de kosten van ongevallenverzekeringen voor gedetacheerde deskundigen; |
— |
de vergoeding van studiebezoeken; |
— |
de organisatie van opleidingen voor conferentietolken en vertalers, met name in samenwerking met tolkenscholen en universiteiten die een vertalersopleiding aanbieden, alsmede de kosten voor de toekenning van beurzen voor de opleiding en bijscholing van tolken en vertalers, de aankoop van didactisch materiaal alsmede bijkomende kosten; |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
1 4 0 6
Waarnemers
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
312 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de waarnemers, overeenkomstig artikel 13 (oud artikel 11) van het Reglement van orde van het Europees Parlement.
1 4 2
Externe vertalingsdiensten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
10 000 000 |
7 000 000 |
11 904 660,85 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van door derden verrichte diensten op het gebied van vertaling, codering, typewerkzaamheden en technische assistentie.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.
1 4 4
Voorziening
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.
Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.
Rechtsgronden
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
1 6 1
Uitgaven in verband met personeelsbeheer
1 6 1 0
Uitgaven in verband met aanwerving
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
328 980 |
446 000 |
303 850,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en artikel 33, alsmede bijlage III.
Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving; |
— |
de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van personeelsleden. |
In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.
1 6 1 2
Bijscholing
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 200 000 |
4 990 000 |
4 682 179,92 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren, bijvoorbeeld door de organisatie van talencursussen in de officiële werktalen.
1 6 3
Voorzieningen voor het personeel van de instelling
1 6 3 0
Sociale dienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
764 000 |
719 500 |
607 906,96 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.
Dit krediet dient ter financiering van:
— |
in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:
de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend; |
— |
de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren; |
— |
de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité en kleinere uitgaven van sociale aard. De door het Personeelscomité gefinancierde bijdragen of overname van kosten ten behoeve van deelnemers aan een sociale activiteit zijn bestemd voor activiteiten met een sociale, culturele of taaldimensie, maar er wordt geen subsidie verleend aan individuele personeelsleden of gezinsleden. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 125 000 EUR.
1 6 3 1
Mobiliteit
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
754 000 |
800 000 |
727 371,55 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het mobiliteitsplan in de verschillende werklocaties.
1 6 3 2
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
255 000 |
271 000 |
298 817,13 |
Toelichting
Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele verenigingen van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een ontmoetingscentrum (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant) voor vrijetijdsbesteding.
Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.
1 6 5
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen
1 6 5 0
Medische dienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 100 000 |
1 285 000 |
1 106 110,50 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.
Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de medische dienst in de drie vergaderplaatsen, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.
Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht, samen met uitgaven voor medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten of werkend met een vervangopdracht van korte duur.
1 6 5 2
Exploitatie van restaurants en kantines
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 500 000 |
4 050 000 |
4 260 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de beheers- en exploitatiekosten van restaurants en kantines.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 000 EUR.
1 6 5 4
Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 212 500 |
6 277 500 |
5 843 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan het totaal van de kosten voor het kinderdagverblijf en voor de externe crèches waarmee een contract is afgesloten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 312 000 EUR.
1 6 5 5
Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
200 000 |
|
|
Toelichting
Nieuwe Post
Tenuitvoerlegging van Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen of de terugbetaling van de door de Commissie namens het Europees Parlement betaalde bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen, op basis van de met de Commissie gesloten dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor in een type II-Europese school ingeschreven kinderen van personeelsleden van het Europees Parlement die vallen onder het Personeelsstatuut.
TITEL 2
GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 2 0 |
|||||||||||
2 0 0 |
|||||||||||
Gebouwen |
|||||||||||
2 0 0 0 |
Huur |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
28 782 000 |
30 653 000 |
31 684 764,07 |
110,09 |
|||||||
2 0 0 1 |
Erfpacht |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
6 590 000 |
5 419 000 |
69 236 000,— |
1 050,62 |
|||||||
2 0 0 3 |
Aankoop van gebouwen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||
2 0 0 5 |
Oprichting van gebouwen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
18 560 000 |
25 465 000 |
8 065 316,41 |
43,46 |
|||||||
2 0 0 7 |
Inrichting van dienstruimten |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
45 471 000 |
25 471 000 |
36 326 337,83 |
79,89 |
|||||||
2 0 0 8 |
Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
5 561 000 |
5 278 000 |
3 434 255,30 |
61,76 |
|||||||
|
Artikel 2 0 0 — Totaal |
104 964 000 |
92 286 000 |
148 746 673,61 |
141,71 |
||||||
2 0 2 |
|||||||||||
Uitgaven in verband met de gebouwen |
|||||||||||
2 0 2 2 |
Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
62 400 000 |
60 095 000 |
51 891 984,— |
83,16 |
|||||||
2 0 2 4 |
Energieverbruik |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
21 690 000 |
20 937 000 |
17 786 996,60 |
82,01 |
|||||||
2 0 2 6 |
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
20 211 500 |
27 305 000 |
31 097 982,58 |
153,86 |
|||||||
2 0 2 8 |
Verzekeringen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
976 000 |
1 020 000 |
812 974,08 |
83,30 |
|||||||
|
Artikel 2 0 2 — Totaal |
105 277 500 |
109 357 000 |
101 589 937,26 |
96,50 |
||||||
|
HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL |
210 241 500 |
201 643 000 |
250 336 610,87 |
119,07 |
||||||
HOOFDSTUK 2 1 |
|||||||||||
2 1 0 |
|||||||||||
Informatica en telecommunicatie |
|||||||||||
2 1 0 0 |
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
28 560 000 |
31 362 503 |
23 704 452,89 |
83,00 |
|||||||
2 1 0 1 |
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
18 404 000 |
21 978 949 |
26 719 702,— |
145,18 |
|||||||
2 1 0 2 |
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
13 202 500 |
13 315 983 |
8 197 303,75 |
62,09 |
|||||||
2 1 0 3 |
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
18 380 809 |
15 666 000 |
12 680 065,57 |
68,99 |
|||||||
2 1 0 4 |
Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
21 173 000 |
15 743 215 |
25 154 071,29 |
118,80 |
|||||||
2 1 0 5 |
Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
15 454 750 |
11 977 727 |
14 139 425,29 |
91,49 |
|||||||
|
Artikel 2 1 0 — Totaal |
115 175 059 |
110 044 377 |
110 595 020,79 |
96,02 |
||||||
2 1 2 |
Meubilair |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 007 000 |
3 180 000 |
3 090 732,10 |
102,78 |
|||||||
2 1 4 |
Technisch materieel en technische installaties |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
24 159 090 |
22 933 500 |
19 109 020,73 |
79,10 |
|||||||
2 1 6 |
Vervoer van leden, andere personen en goederen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
6 989 000 |
7 265 000 |
5 829 930,66 |
83,42 |
|||||||
|
HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL |
149 330 149 |
143 422 877 |
138 624 704,28 |
92,83 |
||||||
HOOFDSTUK 2 3 |
|||||||||||
2 3 0 |
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 263 000 |
2 021 000 |
2 292 796,60 |
101,32 |
|||||||
2 3 1 |
Financiële kosten |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
40 000 |
65 000 |
16 500,— |
41,25 |
|||||||
2 3 2 |
Juridische kosten en schadevergoedingen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 035 000 |
1 035 000 |
956 159,63 |
92,38 |
|||||||
2 3 6 |
Porto en verzendkosten |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
355 000 |
510 000 |
236 630,94 |
66,66 |
|||||||
2 3 7 |
Verhuizingen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 160 000 |
1 620 000 |
731 303,40 |
63,04 |
|||||||
2 3 8 |
Overige huishoudelijke uitgaven |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
946 000 |
731 500 |
626 297,62 |
66,20 |
|||||||
2 3 9 |
Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
250 000 |
250 000 |
17 823,— |
7,13 |
|||||||
|
HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL |
6 049 000 |
6 232 500 |
4 877 511,19 |
80,63 |
||||||
|
Titel 2 — Totaal |
365 620 649 |
351 298 377 |
393 838 826,34 |
107,72 |
||||||
|
Toelichting
Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van het Europees Parlement zijn blootgesteld door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, dienen deze risico's door de algemene begroting van de Europese Unie te worden gedekt.
Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.
HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN
2 0 0
Gebouwen
2 0 0 0
Huur
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
28 782 000 |
30 653 000 |
31 684 764,07 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen betreffende de onroerende goederen of gedeelten daarvan die door het Europees Parlement worden gebruikt.
Tevens dient het ter dekking van de onroerende voorheffing. De huren zijn berekend over twaalf maanden en op basis van bestaande of in voorbereiding zijnde contracten, die normaliter voorzien in een indexering op basis van de kosten van het levensonderhoud of van de bouwkosten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 500 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
2 0 0 1
Erfpacht
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 590 000 |
5 419 000 |
69 236 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
2 0 0 3
Aankoop van gebouwen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
2 0 0 5
Oprichting van gebouwen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
18 560 000 |
25 465 000 |
8 065 316,41 |
Toelichting
Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen (werkzaamheden, honoraria voor studies en alle hieraan gerelateerde kosten).
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
2 0 0 7
Inrichting van dienstruimten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
45 471 000 |
25 471 000 |
36 326 337,83 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van werkzaamheden in verband met de inrichting van dienstruimten, alsmede van andere hiermee samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria, enz.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 543 000 EUR.
Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.
2 0 0 8
Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 561 000 |
5 278 000 |
3 434 255,30 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer van onroerend goed waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, en met name:
— |
het beheer en de behandeling van afval; |
— |
verplichte controles, kwaliteitscontroles, expertises, audits, toezicht op de naleving van de regelgeving, enz.; |
— |
de technische bibliotheek; |
— |
assistentie bij het beheer (building helpdesk); |
— |
het beheer van de plannen van de gebouwen en het informatiemateriaal; |
— |
de overige uitgaven. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.
2 0 2
Uitgaven in verband met de gebouwen
2 0 2 2
Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
62 400 000 |
60 095 000 |
51 891 984,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen (ruimten en technische installaties) die eigendom zijn van of gehuurd worden door het Europees Parlement, overeenkomstig de lopende contracten.
Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 75 000 EUR.
2 0 2 4
Energieverbruik
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
21 690 000 |
20 937 000 |
17 786 996,60 |
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 82 000 EUR.
2 0 2 6
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
20 211 500 |
27 305 000 |
31 097 982,58 |
Toelichting
Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Europees Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen en de voorlichtingskantoren in gebruik heeft, de ruimten van het Europees Parlement in de Europahuizen in de Unie en de buitenkantoren in derde landen.
Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.
2 0 2 8
Verzekeringen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
976 000 |
1 020 000 |
812 974,08 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.
HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR
Toelichting
Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.
2 1 0
Informatica en telecommunicatie
2 1 0 0
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
28 560 000 |
31 362 503 |
23 704 452,89 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten die nodig zijn voor de goede werking van de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen in het bijzonder de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, het materiaal voor de afdelingen en het beheer van het netwerk.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 140 000 EUR.
2 1 0 1
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
18 404 000 |
21 978 949 |
26 719 702,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer en het onderhoud van de infrastructuur in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de infrastructuur in verband met de netwerken, de bekabeling, de telecommunicatie, de individuele uitrustingen en de stemsystemen.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 90 000 EUR.
2 1 0 2
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
13 202 500 |
13 315 983 |
8 197 303,75 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot de bijstand en algemene ondersteuning van gebruikers in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de ondersteunende diensten voor de leden, alsook de administratieve en wetgevingsapplicaties.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 65 000 EUR.
2 1 0 3
Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
18 380 809 |
15 666 000 |
12 680 065,57 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software en de daarmee verband houdende werkzaamheden, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer van de ict-applicaties van de instelling. Deze uitgaven betreffen met name de applicaties voor de leden, de communicatieapplicaties, alsook de administratieve en de wetgevingsapplicaties.
Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor de ICT-apparatuur die gezamenlijk gefinancierd wordt in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied, als gevolg van de besluiten van het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.
2 1 0 4
Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
21 173 000 |
15 743 215 |
25 154 071,29 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot de informatica- en telecommunicatie-infrastructuur van het Europees Parlement. De investeringen betreffen met name de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, de netwerken, de bekabeling, alsook de videoconferentiesystemen.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 111 000 EUR.
2 1 0 5
Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
15 454 750 |
11 977 727 |
14 139 425,29 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot bestaande of nieuwe ICT-projecten. De investeringen betreffen met name toepassingen voor de leden, toepassingen op wetgevings-, administratief en financieel gebied, alsook toepassingen met betrekking tot het beheer van de informatie- en communicatietechnologieën.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 69 000 EUR.
2 1 2
Meubilair
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 007 000 |
3 180 000 |
3 090 732,10 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines. Het dient tevens ter dekking van de diverse beheersuitgaven in verband met het meubilair van het Europees Parlement.
Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor expertise, het conserveren, inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
2 1 4
Technisch materieel en technische installaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
24 159 090 |
22 933 500 |
19 109 020,73 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties, met name:
— |
diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, beveiliging (inclusief software), kantines, gebouwen, enz.; |
— |
apparatuur, met name voor printshop, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector, enz.; |
— |
speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur), met inbegrip van de eraan verbonden externe prestaties; |
— |
installatie van twee extra telefoonlijnen in kantoren van leden die daarom verzoeken. |
Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten voor het bekendmaken van de verkoop en de verwijdering van afgeschreven goederen, alsmede de kosten van technische assistentie (consulting) voor dossiers waarvoor externe expertise nodig is.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 205 000 EUR.
2 1 6
Vervoer van leden, andere personen en goederen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 989 000 |
7 265 000 |
5 829 930,66 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen, alsook de overige beheerskosten. Bij de vervanging van het wagenpark of de aankoop of de huur van voertuigen moet de voorkeur worden gegeven aan de minst vervuilende typen, zoals hybride auto's.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 175 000 EUR.
HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
Toelichting
Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.
2 3 0
Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 263 000 |
2 021 000 |
2 292 796,60 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbehoeften, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen, enz., alsook de beheerskosten in verband daarmee.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.
2 3 1
Financiële kosten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
40 000 |
65 000 |
16 500,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.
2 3 2
Juridische kosten en schadevergoedingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 035 000 |
1 035 000 |
956 159,63 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
het te betalen bedrag in geval van een veroordeling van het Europees Parlement tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook de nationale rechtbanken vastgestelde proceskosten; |
— |
de kosten voor het inschakelen van externe advocaten die het Europees Parlement vertegenwoordigen voor rechtbanken van de Unie of nationale rechtbanken, en het inschakelen van juridische adviseurs of deskundigen ter assistentie van de juridische dienst; |
— |
de vergoeding van de kosten van advocaten in het kader van tuchtprocedures en daarmee vergelijkbare procedures; |
— |
de uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen; |
— |
het bedrag van bij minnelijke regelingen toegekende vergoedingen, in toepassing van de artikelen 91 en 92 (oude artikelen 69 en 70) van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
2 3 6
Porto en verzendkosten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
355 000 |
510 000 |
236 630,94 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door nationale postdiensten en koeriersdiensten.
Het dient tevens ter financiering van postdiensten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
2 3 7
Verhuizingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 160 000 |
1 620 000 |
731 303,40 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verhuizing en opslag door verhuisbedrijven of door inschakeling van tijdelijke arbeidskrachten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.
2 3 8
Overige huishoudelijke uitgaven
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
946 000 |
731 500 |
626 297,62 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd; |
— |
de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs, receptionisten, magazijnbedienden, verhuizers, alsmede voor het personeel van de diensten bezoekers en studiebijeenkomsten, van het Parlamentarium, de medische dienst, de veiligheidsdienst, de dienst onderhoud gebouwen en diverse technische diensten, |
— |
diverse huishoudelijke en beheersuitgaven, aankoop van goederen en diensten waar niet specifiek in wordt voorzien door een andere post, |
— |
diverse aankopen in verband met Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) (voorlichtingscampagnes, enz.). |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
2 3 9
Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
250 000 |
250 000 |
17 823,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies.
TITEL 3
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||
HOOFDSTUK 3 0 |
|||||||||
3 0 0 |
Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
28 748 281 |
27 600 000 |
25 725 512,47 |
89,49 |
|||||
3 0 2 |
Onthaal en representatie |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 392 690 |
1 333 260 |
885 621,10 |
63,59 |
|||||
3 0 4 |
|||||||||
Diverse uitgaven voor vergaderingen |
|||||||||
3 0 4 0 |
Interne vergaderingen |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 400 000 |
2 250 000 |
2 715 000,— |
193,93 |
|||||
3 0 4 2 |
Vergaderingen, congressen en conferenties |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 435 000 |
1 232 500 |
816 576,98 |
56,90 |
|||||
3 0 4 3 |
Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 200 000 |
1 039 200 |
605 102,77 |
50,43 |
|||||
3 0 4 9 |
Werkingskosten van het reisbureau |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 000 000 |
2 100 000 |
2 068 660,— |
103,43 |
|||||
|
Artikel 3 0 4 — Totaal |
6 035 000 |
6 621 700 |
6 205 339,75 |
102,82 |
||||
|
HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL |
36 175 971 |
35 554 960 |
32 816 473,32 |
90,71 |
||||
HOOFDSTUK 3 2 |
|||||||||
3 2 0 |
Verwerving van expertise |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
8 957 000 |
6 701 000 |
6 020 954,76 |
67,22 |
|||||
3 2 1 |
Expertise voor de EPRS, de bibliotheek en de archieven |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
9 107 200 |
8 851 676 |
8 081 554,37 |
88,74 |
|||||
3 2 2 |
Documentatie |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 308 000 |
2 866 000 |
1 178 739,84 |
51,07 |
|||||
3 2 3 |
Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 340 000 |
1 262 500 |
993 533,26 |
74,14 |
|||||
3 2 4 |
|||||||||
Productie en verspreiding |
|||||||||
3 2 4 0 |
Publicatieblad |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
4 244 000 |
4 586 000 |
3 999 500,— |
94,24 |
|||||
3 2 4 1 |
Digitale en traditionele publicaties |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 705 000 |
3 588 318 |
3 683 127,72 |
99,41 |
|||||
3 2 4 2 |
Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
16 501 034 |
21 036 912 |
25 453 635,41 |
154,25 |
|||||
3 2 4 3 |
Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
4 150 000 |
4 978 023 |
3 844 123,14 |
92,63 |
|||||
3 2 4 4 |
Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
31 739 039 |
30 120 500 |
31 667 742,60 |
99,78 |
|||||
3 2 4 5 |
Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
5 077 120 |
6 300 000 |
6 358 918,76 |
125,25 |
|||||
3 2 4 6 |
Televisiekanaal van het Parlement (Web TV) |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
5 000 000 |
5 000 000 |
7 999 400,— |
159,99 |
|||||
3 2 4 7 |
Huis van de Europese geschiedenis |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
10 000 000 |
9 850 000 |
3 402 394,95 |
34,02 |
|||||
3 2 4 8 |
Audiovisuele voorlichting |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
12 608 000 |
15 620 000 |
20 533 306,06 |
162,86 |
|||||
3 2 4 9 |
Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
250 000 |
275 000 |
101 097,09 |
40,44 |
|||||
|
Artikel 3 2 4 — Totaal |
93 274 193 |
101 354 753 |
107 043 245,73 |
114,76 |
||||
3 2 5 |
Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus |
|
|
|
|
||||
Niet-gesplitste kredieten |
700 000 |
1 100 000 |
830 901,50 |
118,70 |
|||||
|
HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL |
115 686 393 |
122 135 929 |
124 148 929,46 |
107,32 |
||||
|
Titel 3 — Totaal |
151 862 364 |
157 690 889 |
156 965 402,78 |
103,36 |
||||
|
HOOFDSTUK 3 0 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES
3 0 0
Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
28 748 281 |
27 600 000 |
25 725 512,47 |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten van het personeel van de instelling, gedetacheerde nationale deskundigen, stagiairs en personeel van andere Europese of internationale instellingen dat door de instelling is uitgenodigd, tussen de standplaats en een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Luxemburg en Straatsburg), alsook voor dienstreizen naar elke andere plaats buiten de drie vergaderplaatsen. De gedekte uitgaven betreffen de reiskosten, dagvergoedingen en verblijfskosten, en compensatie voor ongebruikelijke arbeidstijden. Bijkomende kosten (met inbegrip van kosten van de annulering van plaatsbewijzen en hotelreserveringen, kosten in verband met elektronische facturering, kosten in verband met verzekeringen) zijn eveneens gedekt.
Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies als gevolg van dienstreizen en verplaatsingen van het personeel.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.
3 0 2
Onthaal en representatie
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 392 690 |
1 333 260 |
885 621,10 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst, met inbegrip van ontvangst in het kader van de werkzaamheden van de afdeling Scientific and Technological Options Assessment (STOA), en representatie van de leden van de instelling; |
— |
de representatiekosten van de voorzitter bij reizen buiten de vergaderplaatsen; |
— |
de representatiekosten en de bijdrage in de secretariaatskosten van het kabinet van de voorzitter; |
— |
de kosten van ontvangst en representatie van het secretariaat-generaal, inclusief de aankoop van artikelen en medailles voor ambtenaren met 15 en/of 25 dienstjaren; |
— |
diverse kosten van het protocol, zoals vlaggen, drukwerk, uitnodigingen, menukaarten, enz.; |
— |
reis- en verblijfkosten van VIP-bezoekers van de instelling; |
— |
kosten van visa van leden en personeelsleden van het Europees Parlement bij officiële reizen; |
— |
kosten van ontvangst en representatie en andere specifieke kosten voor leden die een officiële functie bij het Europees Parlement bekleden. |
3 0 4
Diverse uitgaven voor vergaderingen
3 0 4 0
Interne vergaderingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 400 000 |
2 250 000 |
2 715 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verfrissingen en andere dranken en voor lichte maaltijden die soms tijdens vergaderingen van de instelling worden verstrekt, met inbegrip van het beheer van die diensten.
3 0 4 2
Vergaderingen, congressen en conferenties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 435 000 |
1 232 500 |
816 576,98 |
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking van:
— |
de kosten van het organiseren van vergaderingen buiten de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht (commissies en commissiedelegaties, fracties), met inbegrip, waar passend van representatiekosten; |
— |
de bijdragen aan internationale organisaties waarvan het Europees Parlement of één van zijn organen lid is (Interparlementaire Unie, Vereniging van de secretarissen-generaal van parlementen, Groep 12+ bij de Interparlementaire Unie); |
— |
de terugbetaling aan de Commissie, op basis van een dienstenovereenkomst tussen het Europees Parlement, van het aandeel van het Parlement in de kosten van het produceren van de laissez-passer van de EU (apparatuur, personeel en voorraden), overeenkomstig het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (artikel 6), artikel 23 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, artikelen 11 en 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie en Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez-passer (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26). |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.
3 0 4 3
Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 200 000 |
1 039 200 |
605 102,77 |
Toelichting
Dit krediet dient vooral ter dekking van de kosten, behalve die welke reeds worden gedekt door hoofdstuk 10 en artikel 3 0 0, voor de organisatie van de vergaderingen van:
— |
delegaties naar de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Parlementaire Vergadering van EuroLat, de Parlementaire Vergadering Euronest en hun organen; |
— |
de Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), de commissies en het bureau hiervan; deze uitgave omvat de bijdrage van het Europees Parlement aan de begroting van het autonome secretariaat van de UMZ of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten van het aandeel van het Europees Parlement in de begroting van de UMZ; |
— |
de interparlementaire delegaties, ad-hocdelegaties, de gemengde parlementaire commissies, de parlementaire samenwerkingscommissies, parlementaire delegaties naar de WTO, alsmede de Parlementaire Conferentie van de WTO en haar Stuurcomité. |
3 0 4 9
Werkingskosten van het reisbureau
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 000 000 |
2 100 000 |
2 068 660,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de werking van het reisbureau waarmee het Europees Parlement een contract heeft gesloten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
HOOFDSTUK 3 2 — EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING
3 2 0
Verwerving van expertise
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
8 957 000 |
6 701 000 |
6 020 954,76 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels of hoorzittingen met deskundigen, conferenties) ten behoeve van de organen van het Europees Parlement en de administratie, |
— |
reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen — met inbegrip van personen die een verzoekschrift aan het Europees Parlement hebben gericht — die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies, delegaties en studie- en werkgroepen; |
— |
de uitgaven voor een beroep op externen voor deelname aan de werkzaamheden van organen als de tuchtraad en het speciaal panel voor financiële onregelmatigheden. |
3 2 1
Expertise voor de EPRS, de bibliotheek en de archieven
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
9 107 200 |
8 851 676 |
8 081 554,37 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de activiteiten van het directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS), met name:
— |
de verwerving van gespecialiseerde expertise en ondersteuning voor de onderzoeksactiviteiten van het Europees Parlement (met inbegrip van artikelen, studies, workshops, seminars, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties), indien nodig in het kader van een partnerschap met andere instellingen, internationale organisaties, onderzoeksafdelingen en bibliotheken van nationale parlementen, thinktanks, onderzoeksinstanties en ander gekwalificeerde deskundigen; |
— |
de verwerving van gespecialiseerde expertise op het gebied van impactbeoordeling/evaluatie ex-ante en ex-post, van de Europese meerwaarde en van de evaluatie van wetenschappelijke en technische opties (Scientific and Technological Options Assessment, STOA); |
— |
de verwerving of huur van boeken, tijdschriften, kranten, databanken, producten van persagentschappen en elke andere informatiedrager voor de bibliotheek, in diverse vormen, inclusief kosten als gevolg van de auteursrechten, kwaliteitsbeheerssysteem, materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren en andere relevante diensten; |
— |
de kosten van de externe archiveringsdiensten (organisatie, selectie, beschrijving, omzetting op verschillende informatiedragers en in papierloze vorm, verwerving van primaire archiefbronnen); |
— |
de verwerving, de installatie, de exploitatie en het onderhoud van speciale bibliotheek- en archiveringsdocumentatie en speciaal mediatheekmateriaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of -systemen, alsmede materiaal in verband met het inbinden en conserveren; |
— |
de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties); |
— |
reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en auteurs die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de presentaties, seminars, workshops of andere, soortgelijke activiteiten die door DG EPRS worden georganiseerd; |
— |
de deelname van de STOA aan wetenschappelijke organen; |
— |
de verplichtingen van het Europees Parlement op grond van internationale en/of interinstitutionele samenwerkingsovereenkomsten, inclusief de bijdrage van het Parlement aan de dekking van de kosten als gevolg van het beheer van de historische archieven van de Unie (Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de wijzigingen daarin). |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), en Besluit goedgekeurd door het Bureau van 28 november 2001 over de regeling inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, laatstelijk gewijzigd op 22 juni 2011 (PB C 216 van 22.7.2011, blz. 19).
Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 16 december 2002 over verbetering van de informatie en de transparantie: de archieven van het Europees Parlement.
Besluit van het Bureau van 10 maart 2014 over de regeling inzake de verwerking van persoonlijke archieven van leden en voormalige leden van het Europees Parlement.
3 2 2
Documentatie
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 308 000 |
2 866 000 |
1 178 739,84 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels; |
— |
abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen; |
— |
kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten; |
— |
de aanschaf van nieuwe of vervangende woordenboeken, lexicons, ongeacht het medium, ook voor de nieuwe taalsecties, alsmede andere werken voor de taaldiensten en voor de Afdelingen kwaliteit van de wetgeving. |
3 2 3
Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 340 000 |
1 262 500 |
993 533,26 |
Toelichting
Besluit van het Bureau van 12 december 2012 tot oprichting van het Directoraat democratieondersteuning binnen DG EXPO.
Dit krediet dient ter financiering van:
— |
de kosten als gevolg van de programma's inzake informatie-uitwisseling en samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen van de pretoetredingslanden, met name de westelijke Balkan en Turkije; |
— |
de uitgaven voor het bevorderen van de (niet onder het vorige streepje bedoelde) betrekkingen tussen het Europees Parlement en democratisch verkozen nationale parlementen van derde landen alsook met regionale parlementaire organisaties. De activiteiten in kwestie hebben als doel de parlementaire capaciteit te versterken in nieuwe en ontluikende democratieën, met name in de (zuidelijke en oostelijke) Europese buurlanden; |
— |
de uitgaven voor de bevordering van activiteiten ter ondersteuning van bemiddeling en van programma's ten gunste van jonge politieke leiders uit de Europese Unie en de Europese buurlanden; |
— |
de kosten van de organisatie van de Sacharov-prijs (met name het geldbedrag van de prijs, de kosten in verband met de verplaatsing en het onthaal van de laureaat of laureaten, de werkingskosten van het Sacharov-netwerk en de dienstreizen van de leden van dit netwerk) en van de activiteiten ter bevordering van de mensenrechten. |
Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. De kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen.
3 2 4
Productie en verspreiding
3 2 4 0
Publicatieblad
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 244 000 |
4 586 000 |
3 999 500,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de instelling in de kosten van publicatie, verspreiding en andere bijkomende kosten van het Publicatiebureau voor de teksten die gepubliceerd moeten worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.
3 2 4 1
Digitale en traditionele publicaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 705 000 |
3 588 318 |
3 683 127,72 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de kosten van digitale (intranet) en traditionele (diverse documenten en drukwerk in onderaanneming) uitgaven, met inbegrip van distributie; |
— |
de actualisering en het updaten en corrigeren van de systemen voor publicatie. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 000 EUR.
3 2 4 2
Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
16 501 034 |
21 036 912 |
25 453 635,41 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en in de landen waar het Europees Parlement een verbindingskantoor heeft, alsmede voor de actualisering van het Legislative Observatory (OEIL) en de ontwikkeling van instrumenten of middelen om de toegang ertoe voor het publiek door middel van mobiele apparatuur te verruimen of te vergemakkelijken.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
3 2 4 3
Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 150 000 |
4 978 023 |
3 844 123,14 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het Parlamentarium — het bezoekerscentrum van het Europees Parlement in Brussel, – alsmede van installaties, tentoonstellingen en materiaal dat is aangepast of gekopieerd voor afzonderlijk gebruik buiten Brussel.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 300 EUR.
3 2 4 4
Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
31 739 039 |
30 120 500 |
31 667 742,60 |
Toelichting
Besluit van het Bureau van 16 december 2002, als laatstelijk gewijzigd op 26 februari 2013.
Dit krediet dient ter dekking van subsidies voor bezoekersgroepen, alsmede de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen (EUVP) en de kosten van het functioneren van het Euroscola-, het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma. Het EuroMed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma vinden ieder jaar beurtelings plaats in de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg of Brussel, behalve tijdens verkiezingsjaren.
Dit krediet wordt jaarlijks verhoogd door toepassing van een deflator waarbij rekening wordt gehouden met de wijzigingen van het bni en het prijspeil.
Elk lid van het Europees Parlement heeft het recht om per kalenderjaar ten hoogste vijf bezoekersgroepen uit te nodigen met in totaal honderdentien bezoekers. Het aantal deelnemers per bezoek kan variëren tussen ten minste 10 en ten hoogste 110.
Er wordt ook voorzien in een adequaat bedrag voor bezoekers met een handicap.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.
3 2 4 5
Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 077 120 |
6 300 000 |
6 358 918,76 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de kosten of subsidies in verband met de organisatie van colloquia en studiedagen van nationale of internationale aard voor opiniemakers uit de lidstaten, de toetredingslanden en de landen waar het EP over een kantoor beschikt, alsmede de kosten voor het organiseren van parlementaire colloquia en symposia en de financiering van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film; |
— |
de uitvoering van „vergaderzaalactiviteiten” in Straatsburg en Brussel, overeenkomstig het door het Bureau vastgestelde jaarlijkse programma; |
— |
ondersteunende maatregelen en instrumenten voor meertaligheid, zoals studiedagen en conferenties, vergaderingen met aanbieders van opleidingen voor tolken of vertalers, maatregelen en acties gericht op de bewustmaking voor meertaligheid en de bevordering van het beroep van tolk of vertaler, met inbegrip van een subsidieprogramma voor universiteiten, scholen en andere instellingen die zich met tolken- en vertaalstudies bezighouden waarbij gebruik wordt gemaakt van virtuele communicatie, evenals deelneming aan soortgelijke acties en maatregelen georganiseerd tezamen met andere diensten in het kader van de interinstitutionele en internationale samenwerking. |
Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met de organisatie van deze activiteiten, met inbegrip van cateringdiensten en -kosten, en de kosten voor de uitnodiging van journalisten bij deze werkzaamheden.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.
3 2 4 6
Televisiekanaal van het Parlement (Web TV)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 000 000 |
5 000 000 |
7 999 400,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de productie en de huisvesting door het Europees Parlement (Europarl TV), clips voor het web en audiovisueel materiaal dat „uitzendrijp” is, in overeenstemming met de communicatiestrategie van de instelling.
3 2 4 7
Huis van de Europese geschiedenis
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
10 000 000 |
9 850 000 |
3 402 394,95 |
Toelichting
Dit krediet is bestemd voor de financiering van de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, zoals de specifieke interieurinrichting, de aankoop van collecties, de organisatie van tentoonstellingen en de exploitatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de aanschaf van boeken, tijdschriften en andere publicaties die verband houden met de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis.
Het dient ook ter dekking van de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties) ten behoeve van het Huis van de Europese geschiedenis.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.
3 2 4 8
Audiovisuele voorlichting
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
12 608 000 |
15 620 000 |
20 533 306,06 |
Toelichting
Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2002 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2003 (PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 72).
Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2002 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2003 (PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 150).
Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2003 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2004 (PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 179).
Dit krediet dient ter financiering van:
— |
de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand), zoals technische werkzaamheden bij radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma's, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma's, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector; |
— |
de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Parlement; |
— |
het opzetten van een passend archief om de media en burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.
3 2 4 9
Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
250 000 |
275 000 |
101 097,09 |
Toelichting
Conferenties van de voorzitters van de Europese parlementaire vergaderingen (juni 1977) en van de parlementen van de Europese Unie (september 2000, maart 2001). Bestreken geografisch gebied: landen van de Europese Unie en kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de Europese Unie.
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
uitgaven voor de bevordering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. De uitgaven hebben betrekking op de parlementaire betrekkingen, andere dan die genoemd onder de hoofdstukken 1 0 en 3 0, de uitwisseling van informatie en documentatie en bijstand bij de analyse en het beheer van deze informatie, met inbegrip van uitwisseling met het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD); |
— |
de financiering van samenwerkingsprogramma's en opleidingsactiviteiten voor ambtenaren van de bovengenoemde parlementen en, in het algemeen, activiteiten ter versterking van hun parlementaire capaciteiten. Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. de kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen; |
— |
samenwerkingsacties, met name in verband met de wetgevingsactiviteiten, alsmede de acties in verband met documentatie, analyse, voorlichting en beveiliging van het domein, met inbegrip van de acties die worden uitgevoerd door het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD). |
Dit krediet dient ter voorbereiding op de versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen op het gebied van de parlementaire controle op het GBVB/GVDB, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 9 en 10 van Protocol nr. 1 over de rol van nationale parlementen in de Europese Unie.
3 2 5
Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
700 000 |
1 100 000 |
830 901,50 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven (kantoorbenodigdheden, telecommunicatie, portokosten, behandeling, vervoer, diverse kleine uitgaven) voor de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement.
TITEL 4
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 4 0 |
|||||||||||
4 0 0 |
Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
59 800 000 |
59 800 000 |
58 697 494,— |
98,16 |
|||||||
4 0 2 |
Financiering van de Europese politieke partijen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
28 350 084 |
27 794 200 |
21 585 794,40 |
76,14 |
|||||||
4 0 3 |
Financiering van Europese politieke stichtingen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
16 668 000 |
13 400 000 |
12 400 000,— |
74,39 |
|||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL |
104 818 084 |
100 994 200 |
92 683 288,40 |
88,42 |
||||||
HOOFDSTUK 4 2 |
|||||||||||
4 2 2 |
Assistentie aan de leden |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
192 113 500 |
196 216 430 |
188 301 020,35 |
98,02 |
|||||||
|
HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL |
192 113 500 |
196 216 430 |
188 301 020,35 |
98,02 |
||||||
HOOFDSTUK 4 4 |
|||||||||||
4 4 0 |
Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
200 000 |
200 000 |
200 000,— |
100,00 |
|||||||
4 4 2 |
Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
200 000 |
200 000 |
175 000,— |
87,50 |
|||||||
|
HOOFDSTUK 4 4 — TOTAAL |
400 000 |
400 000 |
375 000,— |
93,75 |
||||||
|
Titel 4 — Totaal |
297 331 584 |
297 610 630 |
281 359 308,75 |
94,63 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN
4 0 0
Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
59 800 000 |
59 800 000 |
58 697 494,— |
Toelichting
Regeling vastgesteld bij besluit van het Bureau van 30 juni 2003, als laatstelijk gewijzigd op 14 april 2014.
Dit krediet dient, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:
— |
secretariaatskosten en administratieve en huishoudelijke uitgaven; |
— |
de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Unie. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.
4 0 2
Financiering van de Europese politieke partijen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
28 350 084 |
27 794 200 |
21 585 794,40 |
Toelichting
Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.
Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).
Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).
Dit krediet dient ter financiering van de politieke partijen op Europees niveau.
4 0 3
Financiering van Europese politieke stichtingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
16 668 000 |
13 400 000 |
12 400 000,— |
Toelichting
Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.
Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).
Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).
Dit krediet dient ter financiering van de politieke stichtingen op Europees niveau.
HOOFDSTUK 4 2 — ASSISTENTIE AAN DE LEDEN
4 2 2
Assistentie aan de leden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
192 113 500 |
196 216 430 |
188 301 020,35 |
Toelichting
Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21.
Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 33 tot en met 44.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 5 bis en de artikelen 125 tot en met 139.
Bepalingen ter uitvoering van titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, goedgekeurd door het Bureau.
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van parlementaire medewerkers.
Dit krediet dient ter dekking van de koersverschillen ten laste van de begroting van het Europees Parlement, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de terugbetaling van de kosten voor parlementaire bijstand.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 400 000 EUR.
HOOFDSTUK 4 4 — VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN
4 4 0
Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
200 000 |
200 000 |
200 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergaderingen van de Vereniging van voormalige leden van het Europees Parlement, alsmede van eventuele andere kosten.
4 4 2
Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
200 000 |
200 000 |
175 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vergaderingen van de Europese Parlementaire Vereniging, alsmede van eventuele bijkomende kosten.
TITEL 10
OVERIGE UITGAVEN
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 0 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 1 |
11 700 000 |
13 000 000 |
0,— |
0 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL |
11 700 000 |
13 000 000 |
0,— |
0 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 3 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 3 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 4 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 4 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 5 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 5 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 6 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 6 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 8 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 8 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Titel 10 — Totaal |
11 700 000 |
13 000 000 |
0,— |
0 |
||||||||||||||
|
TOTAAL-GENERAAL |
1 794 929 112 |
1 755 631 742 |
1 735 963 485,56 |
96,71 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
11 700 000 |
13 000 000 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.
HOOFDSTUK 10 3 — RESERVE VOOR DE UITBREIDING
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten die worden gemaakt om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding.
HOOFDSTUK 10 4 — RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het voorlichtings- en communicatiebeleid.
HOOFDSTUK 10 5 — VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor investeringen in onroerend goed en inrichtingswerken door de instelling. Het Bureau van het Europees Parlement wordt verzocht een coherente en verantwoordelijke strategie voor de lange termijn op het gebied van onroerend goed en gebouwen vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke probleem van stijgende onderhoudskosten, de noodzaak van renovatie en beveiligingskosten, en waarbij de duurzaamheid van de begroting van het Europees Parlement wordt gewaarborgd.
HOOFDSTUK 10 6 — RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de instelling voor prioritaire projecten in ontwikkeling.
HOOFDSTUK 10 8 — RESERVE VOOR EMAS
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Aansluitend op de besluiten die het Bureau moet nemen inzake de tenuitvoerlegging van het EMAS-actieplan, met name na de koolstofaudit van het Europees Parlement, dient dit krediet ter financiering van de relevante huishoudelijke lijnen.
PERSONEEL
Afdeling I — Europees Parlement
Functiegroep en rang |
2014 |
|||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
|||
Overige |
Fracties |
|||
Niet-ingedeeld |
1 |
0 |
0 |
0 |
AD 16 |
11 |
0 |
1 |
7 |
AD 15 |
35 |
0 |
1 |
4 |
AD 14 |
227 |
2 |
6 |
26 |
AD 13 |
478 |
8 |
2 |
41 |
AD 12 |
167 |
0 |
12 |
63 |
AD 11 |
170 |
0 |
5 |
32 |
AD 10 |
200 |
0 |
11 |
27 |
AD 9 |
190 |
0 |
2 |
21 |
AD 8 |
335 |
0 |
6 |
28 |
AD 7 |
418 |
0 |
7 |
47 |
AD 6 |
213 |
0 |
2 |
56 |
AD 5 |
211 |
0 |
11 |
63 |
Totaal AD |
2 655 |
10 |
66 |
415 |
AST 11 |
149 |
10 |
0 |
33 |
AST 10 |
96 |
0 |
18 |
28 |
AST 9 |
290 |
0 |
5 |
41 |
AST 8 |
450 |
0 |
7 |
43 |
AST 7 |
498 |
0 |
1 |
45 |
AST 6 |
353 |
0 |
6 |
66 |
AST 5 |
285 |
0 |
10 |
65 |
AST 4 |
295 |
0 |
15 |
70 |
AST 3 |
319 |
0 |
6 |
74 |
AST 2 |
159 |
0 |
0 |
65 |
AST 1 |
56 |
0 |
0 |
71 |
Totaal AST |
2 950 |
10 |
68 |
601 |
SC 6 |
0 |
0 |
0 |
0 |
SC 5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
SC 4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
SC 3 |
0 |
0 |
0 |
0 |
SC 2 |
25 |
0 |
0 |
0 |
SC 1 |
5 |
0 |
0 |
0 |
Totaal SC |
30 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
5 636 (26) |
20 (27) |
134 |
1 016 |
Algemeen totaal |
6 786 (28) |
Functiegroep en rang |
2015 |
|||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
|||
Overige |
Fracties |
|||
Niet-ingedeeld |
1 |
0 |
0 |
0 |
AD 16 |
13 |
0 |
1 |
7 |
AD 15 |
40 |
0 |
1 |
4 |
AD 14 |
234 |
2 |
7 |
26 |
AD 13 |
456 |
8 |
2 |
43 |
AD 12 |
204 |
0 |
12 |
64 |
AD 11 |
189 |
0 |
6 |
29 |
AD 10 |
180 |
0 |
9 |
27 |
AD 9 |
178 |
0 |
5 |
24 |
AD 8 |
420 |
0 |
3 |
33 |
AD 7 |
328 |
0 |
7 |
47 |
AD 6 |
198 |
0 |
7 |
53 |
AD 5 |
209 |
0 |
6 |
58 |
Totaal AD |
2 649 |
10 |
66 |
415 |
AST 11 |
147 |
10 |
0 |
34 |
AST 10 |
95 |
0 |
20 |
30 |
AST 9 |
364 |
0 |
4 |
44 |
AST 8 |
421 |
0 |
6 |
41 |
AST 7 |
443 |
0 |
1 |
44 |
AST 6 |
311 |
0 |
7 |
71 |
AST 5 |
295 |
0 |
17 |
62 |
AST 4 |
320 |
0 |
6 |
76 |
AST 3 |
270 |
0 |
5 |
71 |
AST 2 |
168 |
0 |
0 |
60 |
AST 1 |
37 |
0 |
0 |
68 |
Totaal AST |
2 871 |
10 |
66 |
601 |
AST/SC 6 |
0 |
0 |
0 |
0 |
AST/SC 5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
AST/SC 4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
AST/SC 3 |
0 |
0 |
0 |
0 |
AST/SC 2 |
50 |
0 |
0 |
0 |
AST/SC 1 |
20 |
0 |
0 |
0 |
Totaal AST/SC |
70 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
5 591 (29) |
20 (30) |
132 |
1 016 |
Algemeen totaal |
6 739 (31) |
AFDELING II
EUROPESE RAAD EN RAAD
ONTVANGSTEN
Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Raad en de Raad voor het begrotingsjaar 2015
Rubriek |
Bedrag |
Uitgaven |
541 791 500 |
Eigen inkomsten |
–57 103 000 |
Te ontvangen bijdrage |
484 688 500 |
EIGEN INKOMSTEN
TITEL 4
DIVERSE UNIALE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||
HOOFDSTUK 4 0 |
|||||||||
4 0 0 |
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden |
22 576 000 |
22 524 000 |
20 940 449,— |
92,76 |
||||
4 0 3 |
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||
4 0 4 |
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
3 170 000 |
2 793 000 |
6 922,— |
0,22 |
||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL |
25 746 000 |
25 317 000 |
20 947 371,— |
81,36 |
||||
HOOFDSTUK 4 1 |
|||||||||
4 1 0 |
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling |
31 357 000 |
30 581 000 |
25 686 521,— |
81,92 |
||||
4 1 1 |
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel |
p.m. |
p.m. |
5 465 752,— |
|
||||
4 1 2 |
Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||
|
HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL |
31 357 000 |
30 581 000 |
31 152 273,— |
99,35 |
||||
|
Titel 4 — Totaal |
57 103 000 |
55 898 000 |
52 099 644,— |
91,24 |
||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL
4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
22 576 000 |
22 524 000 |
20 940 449,— |
Toelichting
Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).
4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis, in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.
4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
3 170 000 |
2 793 000 |
6 922,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.
HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING
4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
31 357 000 |
30 581 000 |
25 686 521,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.
4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
5 465 752,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4 en artikel 11, lid 2.
4 1 2
Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 11, lid 2, en artikel 48.
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 0 |
|||||||||||||||||||
5 0 0 |
|||||||||||||||||||
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen |
|||||||||||||||||||
5 0 0 0 |
Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
4 200,— |
|
||||||||||||||
5 0 0 1 |
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
32 287,— |
|
||||||||||||||
5 0 0 2 |
Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 5 0 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
36 487,— |
|
||||||||||||||
5 0 2 |
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
36 487,— |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 1 |
|||||||||||||||||||
5 1 0 |
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 1 1 |
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten |
p.m. |
p.m. |
680 786,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
680 786,— |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 2 |
|||||||||||||||||||
5 2 0 |
Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling |
p.m. |
p.m. |
38 340,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
38 340,— |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 5 |
|||||||||||||||||||
5 5 0 |
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
1 151 947,— |
|
||||||||||||||
5 5 1 |
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
22 433,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
1 174 380,— |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 7 |
|||||||||||||||||||
5 7 0 |
Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
20 056 910,— |
|
||||||||||||||
5 7 1 |
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 7 2 |
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 7 3 |
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
1 599 133,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
21 656 043,— |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 8 |
|||||||||||||||||||
5 8 0 |
Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
26 340,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
26 340,— |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 9 |
|||||||||||||||||||
5 9 0 |
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer |
p.m. |
p.m. |
2 073,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
2 073,— |
|
||||||||||||||
|
Titel 5 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
23 614 449,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN
5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen
5 0 0 0
Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
4 200,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
32 287,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 0 2
Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 2
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST
5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
680 786,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE
5 2 0
Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
38 340,— |
HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN
5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 151 947,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
22 433,— |
HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
5 7 0
Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
20 056 910,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 599 133,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN
5 8 0
Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
26 340,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER
5 9 0
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
2 073,— |
TITEL 6
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 6 1 |
|||||||||||
6 1 2 |
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
HOOFDSTUK 6 3 |
|||||||||||
6 3 1 |
|||||||||||
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten |
|||||||||||
6 3 1 1 |
Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
1 168 850,— |
|
||||||
|
Artikel 6 3 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
1 168 850,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
1 168 850,— |
|
||||||
HOOFDSTUK 6 6 |
|||||||||||
6 6 0 |
|||||||||||
Overige bijdragen en terugbetalingen |
|||||||||||
6 6 0 0 |
Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
Artikel 6 6 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
Titel 6 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
1 168 850,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN
6 1 2
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN
6 3 1
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten
6 3 1 1
Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 168 850,— |
Toelichting
Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis — Slotakte (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van deze overeenkomst.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN
6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen
6 6 0 0
Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement dient deze post voor ontvangsten die niet voorzien zijn in enig ander onderdeel van titel 6 en gebruikt worden om te voorzien in extra kredieten ter financiering van uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
TITEL 7
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||
HOOFDSTUK 7 0 |
|||||||
7 0 0 |
Intrest voor betalingsachterstand |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||
|
HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||
|
Titel 7 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||
|
HOOFDSTUK 7 0 — INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
7 0 0
Intrest voor betalingsachterstand
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
TITEL 9
DIVERSE ONTVANGSTEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||
HOOFDSTUK 9 0 |
|||||||
9 0 0 |
Diverse ontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||
|
Titel 9 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||
|
TOTAAL-GENERAAL |
57 103 000 |
55 898 000 |
76 882 943,— |
134,64 |
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN
9 0 0
Diverse ontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
UITGAVEN
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel Hoofdstuk |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 |
||||
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
||||
1 0 |
LEDEN VAN DE INSTELLING |
1 392 000 |
1 230 000 |
781 514,— |
1 1 |
AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN |
297 827 000 |
292 989 059 |
276 611 240,— |
1 2 |
ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN |
13 144 000 |
13 039 000 |
11 776 783,— |
1 3 |
OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN |
9 405 000 |
8 949 480 |
7 948 440,— |
|
Titel 1 — Totaal |
321 768 000 |
316 207 539 |
297 117 977,— |
2 |
||||
GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN |
||||
2 0 |
GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN |
52 207 500 |
45 537 800 |
41 793 174,— |
Reserves (10 0) |
|
700 000 |
|
|
|
52 207 500 |
46 237 800 |
41 793 174,— |
|
2 1 |
INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR |
46 421 000 |
42 921 887 |
39 869 492,— |
2 2 |
OPERATIONELE UITGAVEN |
120 395 000 |
126 835 074 |
85 354 412,— |
|
Titel 2 — Totaal |
219 023 500 |
215 294 761 |
167 017 078,— |
Reserves (10 0) |
|
700 000 |
|
|
|
219 023 500 |
215 994 761 |
167 017 078,— |
|
10 |
||||
OVERIGE UITGAVEN |
||||
10 0 |
VOORZIENINGEN |
p.m. |
700 000 |
0,— |
10 1 |
RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN |
1 000 000 |
2 000 000 |
0,— |
|
Titel 10 — Totaal |
1 000 000 |
2 700 000 |
0,— |
|
TOTAAL-GENERAAL |
541 791 500 |
534 202 300 |
464 135 055,— |
TITEL 1
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 0 |
|||||||||||||
1 0 0 |
|||||||||||||
Salaris en andere rechten |
|||||||||||||
1 0 0 0 |
Basissalaris |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
319 000 |
316 000 |
304 221,— |
95,37 |
|||||||||
1 0 0 1 |
Aan het ambt verbonden rechten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
66 000 |
65 000 |
62 650,— |
94,92 |
|||||||||
1 0 0 2 |
Rechten in verband met de persoonlijke situatie |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
21 000 |
20 000 |
8 131,— |
38,72 |
|||||||||
1 0 0 3 |
Sociale zekerheid |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
14 000 |
13 000 |
11 877,— |
84,84 |
|||||||||
1 0 0 4 |
Andere beheersuitgaven |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
675 000 |
675 000 |
394 635,— |
58,46 |
|||||||||
1 0 0 6 |
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
77 000 |
77 000 |
0,— |
0 |
|||||||||
|
Artikel 1 0 0 — Totaal |
1 172 000 |
1 166 000 |
781 514,— |
66,68 |
||||||||
1 0 1 |
|||||||||||||
Beëindiging van de dienst |
|||||||||||||
1 0 1 0 |
Pensioenen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
170 000 |
15 000 |
0,— |
0 |
|||||||||
|
Artikel 1 0 1 — Totaal |
170 000 |
15 000 |
0,— |
0 |
||||||||
1 0 2 |
|||||||||||||
Voorziening |
|||||||||||||
1 0 2 0 |
Voorziening voor gewijzigde rechten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
50 000 |
49 000 |
0,— |
0 |
|||||||||
|
Artikel 1 0 2 — Totaal |
50 000 |
49 000 |
0,— |
0 |
||||||||
|
HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL |
1 392 000 |
1 230 000 |
781 514,— |
56,14 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 1 |
|||||||||||||
1 1 0 |
|||||||||||||
Salaris en andere rechten |
|||||||||||||
1 1 0 0 |
Basissalarissen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
222 569 000 |
219 581 059 |
207 850 887,— |
93,39 |
|||||||||
1 1 0 1 |
Aan het ambt verbonden statutaire rechten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 047 000 |
2 054 000 |
1 732 593,— |
84,64 |
|||||||||
1 1 0 2 |
Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
56 860 000 |
56 747 000 |
54 290 525,— |
95,48 |
|||||||||
1 1 0 3 |
Sociale zekerheid |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
8 983 000 |
9 178 000 |
8 689 220,— |
96,73 |
|||||||||
1 1 0 4 |
Aanpassingscoëfficiënten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
50 000 |
50 000 |
36 934,— |
73,87 |
|||||||||
1 1 0 5 |
Overuren |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 450 000 |
1 587 000 |
1 328 774,— |
91,64 |
|||||||||
1 1 0 6 |
Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 720 000 |
2 991 000 |
1 615 065,— |
59,38 |
|||||||||
|
Artikel 1 1 0 — Totaal |
294 679 000 |
292 188 059 |
275 543 998,— |
93,51 |
||||||||
1 1 1 |
|||||||||||||
Beëindiging van de dienst |
|||||||||||||
1 1 1 0 |
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
166 000 |
200 000 |
401 280,— |
241,73 |
|||||||||
1 1 1 1 |
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
74 000 |
159 661,— |
|
|||||||||
1 1 1 2 |
Rechten van de voormalige secretarissen-generaal |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
500 000 |
527 000 |
506 301,— |
101,26 |
|||||||||
|
Artikel 1 1 1 — Totaal |
666 000 |
801 000 |
1 067 242,— |
160,25 |
||||||||
1 1 2 |
|||||||||||||
Voorziening |
|||||||||||||
1 1 2 0 |
Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 476 000 |
p.m. |
0,— |
0 |
|||||||||
1 1 2 1 |
Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
6 000 |
p.m. |
0,— |
0 |
|||||||||
|
Artikel 1 1 2 — Totaal |
2 482 000 |
p.m. |
0,— |
0 |
||||||||
|
HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL |
297 827 000 |
292 989 059 |
276 611 240,— |
92,88 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 2 |
|||||||||||||
1 2 0 |
|||||||||||||
Andere personeelsleden en externe dienstverlening |
|||||||||||||
1 2 0 0 |
Andere personeelsleden |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
9 259 000 |
9 022 000 |
8 301 364,— |
89,66 |
|||||||||
1 2 0 1 |
Gedetacheerde nationale deskundigen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
953 000 |
953 000 |
805 426,— |
84,51 |
|||||||||
1 2 0 2 |
Stages |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
607 000 |
583 000 |
449 448,— |
74,04 |
|||||||||
1 2 0 3 |
Externe dienstverlening |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 075 000 |
2 306 000 |
2 088 571,— |
100,65 |
|||||||||
1 2 0 4 |
Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
250 000 |
175 000 |
131 974,— |
52,79 |
|||||||||
|
Artikel 1 2 0 — Totaal |
13 144 000 |
13 039 000 |
11 776 783,— |
89,60 |
||||||||
1 2 2 |
Voorziening |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||||
|
HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL |
13 144 000 |
13 039 000 |
11 776 783,— |
89,60 |
||||||||
HOOFDSTUK 1 3 |
|||||||||||||
1 3 0 |
|||||||||||||
Uitgaven voor personeelsbeheer |
|||||||||||||
1 3 0 0 |
Diverse uitgaven voor aanwerving |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
167 000 |
166 000 |
165 250,— |
98,95 |
|||||||||
1 3 0 1 |
Bijscholing |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 950 000 |
1 930 000 |
1 909 085,— |
97,90 |
|||||||||
|
Artikel 1 3 0 — Totaal |
2 117 000 |
2 096 000 |
2 074 335,— |
97,98 |
||||||||
1 3 1 |
|||||||||||||
Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling |
|||||||||||||
1 3 1 0 |
Buitengewone bijstand |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
30 000 |
30 000 |
690,— |
2,30 |
|||||||||
1 3 1 1 |
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
117 000 |
117 000 |
125 361,— |
107,15 |
|||||||||
1 3 1 2 |
Aanvullende steun voor gehandicapten |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
200 000 |
139 000 |
140 000,— |
70,00 |
|||||||||
1 3 1 3 |
Overige sociale uitgaven |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
66 000 |
66 000 |
51 600,— |
78,18 |
|||||||||
|
Artikel 1 3 1 — Totaal |
413 000 |
352 000 |
317 651,— |
76,91 |
||||||||
1 3 2 |
|||||||||||||
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen |
|||||||||||||
1 3 2 0 |
Medische dienst |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
517 000 |
460 480 |
430 769,— |
83,32 |
|||||||||
1 3 2 1 |
Restaurants en kantines |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||||
1 3 2 2 |
Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 593 000 |
2 250 000 |
2 014 000,— |
77,67 |
|||||||||
|
Artikel 1 3 2 — Totaal |
3 110 000 |
2 710 480 |
2 444 769,— |
78,61 |
||||||||
1 3 3 |
|||||||||||||
Dienstreizen |
|||||||||||||
1 3 3 1 |
Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 165 000 |
3 191 000 |
2 645 754,— |
83,59 |
|||||||||
1 3 3 2 |
Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
600 000 |
600 000 |
465 931,— |
77,66 |
|||||||||
|
Artikel 1 3 3 — Totaal |
3 765 000 |
3 791 000 |
3 111 685,— |
82,65 |
||||||||
1 3 4 |
Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2) |
|
|
|
|
||||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
|
|
|
|||||||||
|
HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL |
9 405 000 |
8 949 480 |
7 948 440,— |
84,51 |
||||||||
|
Titel 1 — Totaal |
321 768 000 |
316 207 539 |
297 117 977,— |
92,34 |
||||||||
|
HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING
1 0 0
Salaris en andere rechten
1 0 0 0
Basissalaris
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
319 000 |
316 000 |
304 221,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van de leden van de instelling „Europese Raad”.
Rechtsgronden
Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
1 0 0 1
Aan het ambt verbonden rechten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
66 000 |
65 000 |
62 650,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de rechten die verbonden zijn aan het ambt van de leden van de instelling „Europese Raad”.
Rechtsgronden
Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
1 0 0 2
Rechten in verband met de persoonlijke situatie
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
21 000 |
20 000 |
8 131,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van rechten in verband met de persoonlijke situatie van de leden van de instelling „Europese Raad”.
Rechtsgronden
Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
1 0 0 3
Sociale zekerheid
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
14 000 |
13 000 |
11 877,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdragen voor de leden van de instelling „Europese Raad”.
Rechtsgronden
Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
1 0 0 4
Andere beheersuitgaven
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
675 000 |
675 000 |
394 635,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
reiskosten en daarmee samenhangende dagvergoedingen, alsmede bijkomende of bijzondere kosten in het kader van dienstreizen van de voorzitter van de Europese Raad; |
— |
representatiekosten van de voorzitter van de Europese Raad in de uitoefening van zijn/haar functie en in het kader van de werkzaamheden van de instelling. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
1 0 0 6
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
77 000 |
77 000 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de rechten van de leden van de instelling „Europese Raad” in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst.
1 0 1
Beëindiging van de dienst
1 0 1 0
Pensioenen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
170 000 |
15 000 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
het ouderdomspensioen van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”; |
— |
de overlevingspensioenen (overlevende echtgenoten en wezen) van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”; |
— |
de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”. |
Rechtsgronden
Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
1 0 2
Voorziening
1 0 2 0
Voorziening voor gewijzigde rechten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
50 000 |
49 000 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de rechten van de leden van de instelling „Europese Raad”.
Rechtsgronden
Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).
HOOFDSTUK 1 1 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN
Toelichting
De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad voor dit begrotingsjaar.
Op de salarissen, vergoedingen en toelagen is een forfaitaire verlaging van 6 % toegepast om rekening te houden met onvolledige invulling van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad.
1 1 0
Salaris en andere rechten
1 1 0 0
Basissalarissen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
222 569 000 |
219 581 059 |
207 850 887,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris, niet opgenomen jaarlijks verlof en managementtoelagen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 1 0 1
Aan het ambt verbonden statutaire rechten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 047 000 |
2 054 000 |
1 732 593,— |
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:
— |
secretariaatstoelagen; |
— |
huisvestings- en vervoervergoedingen; |
— |
vaste vergoedingen voor lokaal vervoer; |
— |
vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis; |
— |
overige toelagen en vergoedingen; |
— |
overuren (chauffeurs, beveiligingspersoneel, secretariaatspersoneel voor de secretaris-generaal/de voorzitter van de Europese Raad). |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 1 0 2
Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
56 860 000 |
56 747 000 |
54 290 525,— |
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:
— |
ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland; |
— |
de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage; |
— |
de vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen; |
— |
de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst; |
— |
de overige toelagen en vergoedingen. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 1 0 3
Sociale zekerheid
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
8 983 000 |
9 178 000 |
8 689 220,— |
Toelichting
Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:
— |
de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten; |
— |
de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede de door de instelling te verrichten betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten van tijdelijke functionarissen in hun land van herkomst. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 1 0 4
Aanpassingscoëfficiënten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
50 000 |
50 000 |
36 934,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 1 0 5
Overuren
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 450 000 |
1 587 000 |
1 328 774,— |
Toelichting
Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de onderstaande bepalingen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 1 0 6
Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 720 000 |
2 991 000 |
1 615 065,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats; |
— |
de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen; |
— |
de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen; |
— |
de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef; |
— |
de vergoeding bij opzegging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 1 1
Beëindiging van de dienst
1 1 1 0
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
166 000 |
200 000 |
401 280,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:
— |
die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling; |
— |
die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang. |
Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
1 1 1 1
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
74 000 |
159 661,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de vergoedingen die in toepassing van het Statuut of van Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 moeten worden betaald; |
— |
de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen; |
— |
de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Raad van de Europese Unie (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 5).
1 1 1 2
Rechten van de voormalige secretarissen-generaal
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
500 000 |
527 000 |
506 301,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling; |
— |
de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten of de wezen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling; |
— |
de bedragen die voortvloeien uit de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).
1 1 2
Voorziening
1 1 2 0
Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 476 000 |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.
Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.
1 1 2 1
Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 000 |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.
Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.
HOOFDSTUK 1 2 — ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN
1 2 0
Andere personeelsleden en externe dienstverlening
1 2 0 0
Andere personeelsleden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
9 259 000 |
9 022 000 |
8 301 364,— |
Toelichting
Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 2 0 1
Gedetacheerde nationale deskundigen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
953 000 |
953 000 |
805 426,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met gedetacheerde nationale deskundigen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2003/479/EG (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).
1 2 0 2
Stages
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
607 000 |
583 000 |
449 448,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van een beurs en de kosten voor studiereizen en dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
1 2 0 3
Externe dienstverlening
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 075 000 |
2 306 000 |
2 088 571,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:
— |
tijdelijk personeel voor diverse diensten; |
— |
extra personeel voor de vergaderingen in Luxemburg en Straatsburg; |
— |
deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
1 2 0 4
Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
250 000 |
175 000 |
131 974,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor, enerzijds, het vertaalwerk van externe vertaalbureaus bij tijdelijke werkoverlast in de talendienst van de Raad en, anderzijds, de werkzaamheden bij de verificatie van de versies van overeenkomsten, verdragen en andere regelingen met derde landen in niet-EU-talen.
De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
1 2 2
Voorziening
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.
Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende rubrieken van dit hoofdstuk is overgeschreven.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
HOOFDSTUK 1 3 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
1 3 0
Uitgaven voor personeelsbeheer
1 3 0 0
Diverse uitgaven voor aanwerving
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
167 000 |
166 000 |
165 250,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving; |
— |
de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen; |
— |
de kosten in verband met de werkzaamheden van jury's, en met name de kosten van gespecialiseerde toetsen ter evaluatie van de bekwaamheid van de kandidaten; in gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken; |
— |
de kosten voor het organiseren van outplacementactiviteiten. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).
1 3 0 1
Bijscholing
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 950 000 |
1 930 000 |
1 909 085,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de organisatiekosten van voortgezette beroepsopleiding en bijscholingscursussen, alsmede van talencursussen, op interinstitutionele basis en binnen de instelling zelf, en competentietests; |
— |
de inschrijvingskosten voor de deelname van ambtenaren aan studiebijeenkomsten en conferenties. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
1 3 1
Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling
1 3 1 0
Buitengewone bijstand
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
30 000 |
30 000 |
690,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.
1 3 1 1
Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
117 000 |
117 000 |
125 361,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
1 3 1 2
Aanvullende steun voor gehandicapten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
200 000 |
139 000 |
140 000,— |
Toelichting
Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:
— |
ambtenaren in actieve dienst; |
— |
echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst; |
— |
alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. |
Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.
1 3 1 3
Overige sociale uitgaven
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
66 000 |
66 000 |
51 600,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de overige sociale uitgaven ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
1 3 2
Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen
1 3 2 0
Medische dienst
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
517 000 |
460 480 |
430 769,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van met name:
— |
uitgaven voor medische zorgen in verband met de Europese Raad; |
— |
operationele uitgaven voor de dispensaria, uitgaven voor verbruiksgoederen, zorg en medische apparatuur; |
— |
uitgaven in verband met medische onderzoeken (bij aanwerving en jaarlijks onderzoek); |
— |
uitgaven die onder de titel van de invaliditeitscomités en specifieke expertise moeten worden geplaatst; |
— |
uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Interne richtlijn nr. 2/2010 van de secretaris-generaal betreffende de terugbetaling van uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.
1 3 2 1
Restaurants en kantines
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
1 3 2 2
Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 593 000 |
2 250 000 |
2 014 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
het aan de Commissie te betalen aandeel van de Raad in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen; |
— |
de beheerskosten in verband met de exploitatie van het kinderdagverblijf van de Raad. |
De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 957 000 EUR.
1 3 3
Dienstreizen
1 3 3 1
Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 165 000 |
3 191 000 |
2 645 754,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van de ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.
1 3 3 2
Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
600 000 |
600 000 |
465 931,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad voor specifieke activiteiten van de Europese Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.
1 3 4
Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type 2)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
|
|
TITEL 2
GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 2 0 |
|||||||||||
2 0 0 |
|||||||||||
Gebouwen |
|||||||||||
2 0 0 0 |
Huur |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 806 000 |
1 692 000 |
1 570 071,— |
55,95 |
|||||||
Reserves (10 0) |
|
700 000 |
|
|
|||||||
|
2 806 000 |
2 392 000 |
1 570 071,— |
|
|||||||
2 0 0 1 |
Erfpacht |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||
2 0 0 2 |
Verkrijging van onroerende goederen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 000 000 |
5 000 000 |
5 000 000,— |
500,00 |
|||||||
2 0 0 3 |
Inrichtings- en installatiewerkzaamheden |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
8 236 000 |
7 462 000 |
6 658 723,— |
80,85 |
|||||||
2 0 0 4 |
Beveiligingswerkzaamheden |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 740 000 |
410 000 |
1 254 572,— |
72,10 |
|||||||
2 0 0 5 |
Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
552 000 |
440 000 |
546 950,— |
99,09 |
|||||||
|
Artikel 2 0 0 — Totaal |
14 334 000 |
15 004 000 |
15 030 316,— |
104,86 |
||||||
Reserves (10 0) |
|
700 000 |
|
|
|||||||
|
14 334 000 |
15 704 000 |
15 030 316,— |
|
|||||||
2 0 1 |
|||||||||||
Uitgaven in verband met de gebouwen |
|||||||||||
2 0 1 0 |
Schoonmaak en onderhoud |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
17 647 500 |
14 324 000 |
12 702 881,— |
71,98 |
|||||||
2 0 1 1 |
Water, gas, elektriciteit en verwarming |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
5 316 000 |
4 163 000 |
3 606 601,— |
67,84 |
|||||||
2 0 1 2 |
Beveiliging en bewaking van de gebouwen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
13 890 000 |
11 309 800 |
9 835 722,— |
70,81 |
|||||||
2 0 1 3 |
Verzekeringen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
300 000 |
250 000 |
221 731,— |
73,91 |
|||||||
2 0 1 4 |
Overige uitgaven voor de gebouwen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
720 000 |
487 000 |
395 923,— |
54,99 |
|||||||
|
Artikel 2 0 1 — Totaal |
37 873 500 |
30 533 800 |
26 762 858,— |
70,66 |
||||||
|
HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL |
52 207 500 |
45 537 800 |
41 793 174,— |
80,05 |
||||||
Reserves (10 0) |
|
700 000 |
|
|
|||||||
|
52 207 500 |
46 237 800 |
41 793 174,— |
|
|||||||
HOOFDSTUK 2 1 |
|||||||||||
2 1 0 |
|||||||||||
Informatica en telecommunicatie |
|||||||||||
2 1 0 0 |
Aanschaf van hardware en software |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
9 248 000 |
8 890 430 |
7 854 660,— |
84,93 |
|||||||
2 1 0 1 |
Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
20 010 000 |
20 135 000 |
20 768 059,— |
103,79 |
|||||||
2 1 0 2 |
Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
6 005 000 |
5 214 000 |
4 331 929,— |
72,14 |
|||||||
2 1 0 3 |
Telecommunicatie |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 225 000 |
3 143 000 |
2 987 501,— |
92,64 |
|||||||
|
Artikel 2 1 0 — Totaal |
38 488 000 |
37 382 430 |
35 942 149,— |
93,39 |
||||||
2 1 1 |
Meubilair |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 664 000 |
806 850 |
508 193,— |
19,08 |
|||||||
2 1 2 |
|||||||||||
Technisch materieel en technische installaties |
|||||||||||
2 1 2 0 |
Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 650 000 |
1 686 740 |
2 080 391,— |
78,51 |
|||||||
2 1 2 1 |
Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
100 000 |
66 700 |
48 133,— |
48,13 |
|||||||
2 1 2 2 |
Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
651 000 |
832 950 |
659 120,— |
101,25 |
|||||||
|
Artikel 2 1 2 — Totaal |
3 401 000 |
2 586 390 |
2 787 644,— |
81,97 |
||||||
2 1 3 |
Vervoer |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 868 000 |
2 146 217 |
631 506,— |
33,81 |
|||||||
|
HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL |
46 421 000 |
42 921 887 |
39 869 492,— |
85,89 |
||||||
HOOFDSTUK 2 2 |
|||||||||||
2 2 0 |
|||||||||||
Vergaderingen en conferenties |
|||||||||||
2 2 0 0 |
Reiskosten van de delegaties |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
17 802 000 |
20 302 000 |
2 738 275,— |
15,38 |
|||||||
2 2 0 1 |
Diverse reiskosten |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
404 000 |
456 000 |
389 668,— |
96,45 |
|||||||
2 2 0 2 |
Kosten van vertolking |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
83 900 000 |
86 991 444 |
66 722 808,— |
79,53 |
|||||||
2 2 0 3 |
Representatie |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 265 000 |
2 997 560 |
1 437 822,— |
44,04 |
|||||||
2 2 0 4 |
Diverse kosten voor interne vergaderingen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
3 458 000 |
3 679 000 |
3 255 324,— |
94,14 |
|||||||
2 2 0 5 |
Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
511 000 |
1 588 010 |
310 798,— |
60,82 |
|||||||
|
Artikel 2 2 0 — Totaal |
109 340 000 |
116 014 014 |
74 854 695,— |
68,46 |
||||||
2 2 1 |
|||||||||||
Informatie |
|||||||||||
2 2 1 0 |
Documentatie en bibliotheek |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 461 000 |
1 261 000 |
1 145 051,— |
78,37 |
|||||||
2 2 1 1 |
Publicatieblad |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
4 816 000 |
4 967 000 |
5 358 413,— |
111,26 |
|||||||
2 2 1 2 |
Algemene publicaties |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
380 000 |
455 000 |
327 887,— |
86,29 |
|||||||
2 2 1 3 |
Voorlichting en openbare evenementen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
2 190 000 |
2 207 660 |
1 611 208,— |
73,57 |
|||||||
|
Artikel 2 2 1 — Totaal |
8 847 000 |
8 890 660 |
8 442 559,— |
95,43 |
||||||
2 2 3 |
|||||||||||
Diverse uitgaven |
|||||||||||
2 2 3 0 |
Kantoorbenodigdheden |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
536 000 |
533 700 |
279 565,— |
52,16 |
|||||||
2 2 3 1 |
Porto |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
80 000 |
90 000 |
73 621,— |
92,03 |
|||||||
2 2 3 2 |
Studies, enquêtes en adviezen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
45 000 |
45 000 |
42 236,— |
93,86 |
|||||||
2 2 3 3 |
Interinstitutionele samenwerking |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|||||||
2 2 3 4 |
Verhuizing |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
20 000 |
20 000 |
0,— |
0 |
|||||||
2 2 3 5 |
Financiële kosten |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
10 000 |
10 000 |
5 572,— |
55,72 |
|||||||
2 2 3 6 |
Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
1 250 000 |
1 000 000 |
1 500 000,— |
120,00 |
|||||||
2 2 3 7 |
Overige operationele uitgaven |
|
|
|
|
||||||
Niet-gesplitste kredieten |
267 000 |
231 700 |
156 164,— |
58,49 |
|||||||
|
Artikel 2 2 3 — Totaal |
2 208 000 |
1 930 400 |
2 057 158,— |
93,17 |
||||||
|
HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL |
120 395 000 |
126 835 074 |
85 354 412,— |
70,90 |
||||||
|
Titel 2 — Totaal |
219 023 500 |
215 294 761 |
167 017 078,— |
76,26 |
||||||
Reserves (10 0) |
|
700 000 |
|
|
|||||||
|
219 023 500 |
215 994 761 |
167 017 078,— |
|
|||||||
|
HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN
2 0 0
Gebouwen
2 0 0 0
Huur
|
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 0 0 0 |
2 806 000 |
1 692 000 |
1 570 071,— |
Reserves (10 0) |
|
700 000 |
|
Totaal |
2 806 000 |
2 392 000 |
1 570 071,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen, namelijk:
— |
te Brussel in gebruik zijnde dienstruimten; |
— |
te Luxemburg in gebruik zijnde dienstruimten (Kirchberg). |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 147 000 EUR.
De kredietaanvragen zijn verlaagd met inachtneming van de geraamde bestemmingsontvangsten.
2 0 0 1
Erfpacht
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 0 2
Verkrijging van onroerende goederen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 000 000 |
5 000 000 |
5 000 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 0 3
Inrichtings- en installatiewerkzaamheden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
8 236 000 |
7 462 000 |
6 658 723,— |
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking van de volgende uitgaven:
— |
inrichting en verbouwing van dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten; |
— |
aanpassing van ruimten en technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 0 4
Beveiligingswerkzaamheden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 740 000 |
410 000 |
1 254 572,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden in de gebouwen met betrekking tot de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 0 5
Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
552 000 |
440 000 |
546 950,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van, onder meer, de bijstand van deskundigen in het kader van de studies voor aanpassing en verruiming van de gebouwen van de Raad.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 1
Uitgaven in verband met de gebouwen
2 0 1 0
Schoonmaak en onderhoud
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
17 647 500 |
14 324 000 |
12 702 881,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:
— |
schoonmaken van kantoorruimten; |
— |
diverse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden; |
— |
technische benodigdheden; |
— |
contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, elektrische installaties en beveiligingsinstallaties); |
— |
onderhoud van tuinen en planten. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 1 1
Water, gas, elektriciteit en verwarming
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 316 000 |
4 163 000 |
3 606 601,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 1 2
Beveiliging en bewaking van de gebouwen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
13 890 000 |
11 309 800 |
9 835 722,— |
Toelichting
Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die de Europese Raad en de Raad in gebruik hebben.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 1 3
Verzekeringen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
300 000 |
250 000 |
221 731,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 0 1 4
Overige uitgaven voor de gebouwen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
720 000 |
487 000 |
395 923,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzerings- en informatieborden, controles door gespecialiseerde instanties enz.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR
2 1 0
Informatica en telecommunicatie
2 1 0 0
Aanschaf van hardware en software
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
9 248 000 |
8 890 430 |
7 854 660,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 0 1
Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
20 010 000 |
20 135 000 |
20 768 059,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning en opleiding door dienstverlenende en consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het gebruiken en opzetten van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 0 2
Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 005 000 |
5 214 000 |
4 331 929,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen, en werkzaamheden daaraan.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 0 3
Telecommunicatie
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 225 000 |
3 143 000 |
2 987 501,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de abonnementen en de kosten voor communicatie en de telematicakosten.
Deze ramingen zijn gemaakt met inachtneming van de bedragen die opnieuw kunnen worden aangewend door de terugvordering van kosten van telefoongesprekken.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 1
Meubilair
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 664 000 |
806 850 |
508 193,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de aanschaf van meubilair en van speciaal meubilair; |
— |
de vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is of niet meer kan worden gerepareerd; |
— |
de huur van meubilair; |
— |
onderhoud en reparatie van meubilair. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 2
Technisch materieel en technische installaties
2 1 2 0
Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 650 000 |
1 686 740 |
2 080 391,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf en de vervanging van divers, vast of mobiel, technisch materieel en technische installaties voornamelijk in verband met het archief, de aankoopdienst, de veiligheid, de technische dienst voor conferenties, kantines en gebouwen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 2 1
Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
100 000 |
66 700 |
48 133,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 2 2
Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
651 000 |
832 950 |
659 120,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het onderhoud en de reparatie daarvan, alsmede werkzaamheden daaraan.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 1 3
Vervoer
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 868 000 |
2 146 217 |
631 506,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:
— |
de aanschaf, leasing en vervanging van het wagenpark; |
— |
de huur van auto's; |
— |
de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.); |
— |
de kosten verbonden aan het mobiliteitsbeleid van het Secretariaat-Generaal van de Raad. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
HOOFDSTUK 2 2 — OPERATIONELE UITGAVEN
2 2 0
Vergaderingen en conferenties
2 2 0 0
Reiskosten van de delegaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
17 802 000 |
20 302 000 |
2 738 275,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de terugbetaling van de reiskosten die door het voorzitterschap en de delegaties worden gemaakt bij gelegenheid van:
— |
zittingen van de Raad; |
— |
vergaderingen die in het kader van de Raad worden gehouden. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Besluit nr. 32/2011 van de secretaris-generaal van de Raad betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de lidstaten.
2 2 0 1
Diverse reiskosten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
404 000 |
456 000 |
389 668,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de secretaris-generaal van de Raad of door de voorzitter van de Europese Raad.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Besluit nr. 21/2009 van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie inzake de vergoeding van de kosten van dienstreizen van andere personen dan personeelsleden van de Raad van de Europese Unie.
2 2 0 2
Kosten van vertolking
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
83 900 000 |
86 991 444 |
66 722 808,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de diensten die het DG Tolken van de Commissie (SCIC) voor het secretariaat-generaal van de Raad verricht ten behoeve van vergaderingen van de Europese Raad, de Raad en de voorbereidende instanties, overeenkomstig Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
Rechtsgronden
Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.
2 2 0 3
Representatie
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 265 000 |
2 997 560 |
1 437 822,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de Raad op het gebied van representatie.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 0 4
Diverse kosten voor interne vergaderingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 458 000 |
3 679 000 |
3 255 324,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van catering en maaltijden die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 0 5
Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
511 000 |
1 588 010 |
310 798,— |
Toelichting
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 1
Informatie
2 2 1 0
Documentatie en bibliotheek
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 461 000 |
1 261 000 |
1 145 051,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm; |
— |
abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analysen van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties (met uitzondering van persbureaus); het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties; |
— |
toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken; |
— |
de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten; |
— |
de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 1 1
Publicatieblad
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 816 000 |
4 967 000 |
5 358 413,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de voorbereiding, de uitgave en de verspreiding van de teksten die de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet maken uit hoofde van artikel 297 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met het oog op de inwerkingtreding van rechtshandelingen van de Unie.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 1 2
Algemene publicaties
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
380 000 |
455 000 |
327 887,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of film) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten van de Europese Unie, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de Europese Raad en de Raad die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 1 3
Voorlichting en openbare evenementen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 190 000 |
2 207 660 |
1 611 208,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de kosten van met name de openbare zittingen van de Raad en van bijstand aan de audiovisuele media die zich bezighouden met de werkzaamheden van de instelling (huur van materieel, dienstverleningscontracten met radio en televisie, aanschaf, onderhoud en reparatie van het benodigde materieel voor radio- en televisie-uitzendingen, externe fotografiediensten enz.); |
— |
de kosten van diverse voorlichtings- en publicrelationsactiviteiten; |
— |
de uitgaven betreffende publiciteit en promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de Raad, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3
Diverse uitgaven
2 2 3 0
Kantoorbenodigdheden
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
536 000 |
533 700 |
279 565,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de aanschaf van papier; |
— |
fotokopieën en vaste rechten; |
— |
specifiek papier en kantoorbenodigdheden (gebruikelijke benodigdheden); |
— |
drukwerk; |
— |
benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine, stempels, frames); |
— |
benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten). |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3 1
Porto
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
80 000 |
90 000 |
73 621,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van portokosten.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3 2
Studies, enquêtes en adviezen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
45 000 |
45 000 |
42 236,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3 3
Interinstitutionele samenwerking
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de interinstitutionele activiteiten.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3 4
Verhuizing
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
20 000 |
20 000 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3 5
Financiële kosten
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
10 000 |
10 000 |
5 572,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3 6
Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 250 000 |
1 000 000 |
1 500 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de kosten in geval van een veroordeling van de Raad tot betaling van de proceskosten die door een van drie rechterlijke instanties waaruit het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat (zijnde het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken), worden vastgesteld; |
— |
door externe advocaten in rekening gebrachte honoraria om de Raad voor de rechtbank te vertegenwoordigen of om hem te adviseren in administratiefrechtelijke en contractuele aangelegenheden; |
— |
de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de Raad kunnen komen. |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
2 2 3 7
Overige operationele uitgaven
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
267 000 |
231 700 |
156 164,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
de uitgaven voor andere verzekeringen dan die met betrekking tot de gebouwen, welke zijn opgenomen onder post 2 0 1 3; |
— |
de aankoop van werkkleding voor het personeel overeenkomstig de door DGA vastgestelde regels, van werkmaterieel voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en van het herstel en onderhoud van de werkkleding; |
— |
de deelneming van de Raad in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie; |
— |
de overige operationele uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd (vlaggen, diverse diensten). |
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.
TITEL 10
OVERIGE UITGAVEN
Artikel Post |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
||||
|
HOOFDSTUK 10 0 |
p.m. |
700 000 |
0,— |
|
||||
|
HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL |
p.m. |
700 000 |
0,— |
|
||||
|
HOOFDSTUK 10 1 |
1 000 000 |
2 000 000 |
0,— |
0 |
||||
|
HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL |
1 000 000 |
2 000 000 |
0,— |
0 |
||||
|
Titel 10 — Totaal |
1 000 000 |
2 700 000 |
0,— |
0 |
||||
|
TOTAAL-GENERAAL |
541 791 500 |
534 202 300 |
464 135 055,— |
85,67 |
||||
|
HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
700 000 |
0,— |
Toelichting
In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 000 000 |
2 000 000 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.
PERSONEEL
Europese Raad en Raad
Functiegroep en rang |
2014 |
||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
||
Voorzitter van de Europese Raad |
Overige |
||
Niet ingedeeld |
1 |
— |
— |
AD 16 |
8 |
1 |
— |
AD 15 |
33 (32) |
1 |
— |
AD 14 |
125 (33) |
2 |
1 |
AD 13 |
193 |
3 |
— |
AD 12 |
158 |
2 |
2 |
AD 11 |
108 |
— |
— |
AD 10 |
80 |
3 |
— |
AD 9 |
106 |
1 |
— |
AD 8 |
122 |
— |
— |
AD 7 |
188 |
1 |
— |
AD 6 |
133 |
3 |
— |
AD 5 |
140 |
— |
— |
Totaal AD |
1 394 |
17 |
3 |
AST 11 |
43 |
2 |
— |
AST 10 |
36 |
1 |
— |
AST 9 |
83 |
— |
— |
AST 8 |
155 |
1 |
— |
AST 7 |
241 |
2 |
— |
AST 6 |
196 |
2 |
— |
AST 5 |
198 |
3 |
— |
AST 4 |
222 |
1 |
— |
AST 3 |
242 |
3 |
— |
AST 2 |
181 |
1 |
— |
AST 1 |
58 |
— |
— |
Totaal AST |
1 655 |
16 |
— |
AST/SC 6 |
— |
— |
— |
AST/SC 5 |
— |
— |
— |
AST/SC 4 |
— |
— |
— |
AST/SC 3 |
— |
— |
— |
AST/SC 2 |
— |
— |
— |
AST/SC 1 |
15 |
— |
— |
Totaal AST/SC |
15 |
— |
— |
Totaal |
3 065 |
33 |
3 |
Totaal-generaal |
3 101 |
Functiegroep en rang |
2015 |
||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
||
Voorzitter van de Europese Raad |
Overige |
||
Niet ingedeeld |
1 |
— |
— |
AD 16 |
8 |
1 |
— |
AD 15 |
33 (34) |
1 |
— |
AD 14 |
165 (35) |
2 |
1 |
AD 13 |
151 |
3 |
— |
AD 12 |
139 |
2 |
2 |
AD 11 |
89 |
— |
— |
AD 10 |
90 |
3 |
— |
AD 9 |
128 |
1 |
— |
AD 8 |
176 |
— |
— |
AD 7 |
166 |
1 |
— |
AD 6 |
125 |
3 |
— |
AD 5 |
130 |
— |
— |
Totaal AD |
1 400 |
17 |
3 |
AST 11 |
30 |
— |
— |
AST 10 |
23 |
1 |
— |
AST 9 |
96 |
— |
— |
AST 8 |
191 |
3 |
— |
AST 7 |
170 |
— |
— |
AST 6 |
167 |
3 |
— |
AST 5 |
205 |
4 |
— |
AST 4 |
238 |
1 |
— |
AST 3 |
257 |
3 |
— |
AST 2 |
136 |
1 |
— |
AST 1 |
67 |
— |
— |
Totaal AST |
1 580 |
16 |
— |
AST/SC 6 |
— |
— |
— |
AST/SC 5 |
— |
— |
— |
AST/SC 4 |
— |
— |
— |
AST/SC 3 |
— |
— |
— |
AST/SC 2 |
— |
— |
— |
AST/SC 1 |
55 |
— |
— |
Totaal AST/SC |
55 |
— |
— |
Totaal |
3 036 |
33 |
3 |
Totaal-generaal |
3 072 |
AFDELING III
COMMISSIE
ONTVANGSTEN
TITEL 4
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 4 0 |
|||||||||||
4 0 0 |
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden |
519 310 407 |
494 991 921 |
474 110 583,79 |
91,30 |
||||||
4 0 3 |
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
p.m. |
p.m. |
17 940,10 |
|
||||||
4 0 4 |
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst |
53 683 717 |
46 994 080 |
192 054,66 |
0,36 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL |
572 994 124 |
541 986 001 |
474 320 578,55 |
82,78 |
||||||
HOOFDSTUK 4 1 |
|||||||||||
4 1 0 |
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling |
282 537 089 |
289 546 122 |
315 669 972,25 |
111,73 |
||||||
4 1 1 |
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel |
94 796 621 |
83 762 947 |
86 471 454,13 |
91,22 |
||||||
4 1 2 |
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling |
100 000 |
100 000 |
70 568,82 |
70,57 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL |
377 433 710 |
373 409 069 |
402 211 995,20 |
106,56 |
||||||
HOOFDSTUK 4 2 |
|||||||||||
4 2 0 |
Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling |
21 738 484 |
23 774 384 |
28 239 167,47 |
129,90 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL |
21 738 484 |
23 774 384 |
28 239 167,47 |
129,90 |
||||||
|
Titel 4 — Totaal |
972 166 318 |
939 169 454 |
904 771 741,22 |
93,07 |
||||||
|
HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN
4 0 0
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
519 310 407 |
494 991 921 |
474 110 583,79 |
Toelichting
Deze ontvangsten zijn de opbrengst van de belastingen op de salarissen, lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uitkeringen en kinderbijslagen, die worden betaald aan leden van de Commissie, ambtenaren, andere personeelsleden en personen aan wie een vergoeding wordt uitgekeerd bij de beëindiging van een dienstverband bedoeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven en aan gepensioneerden.
De geraamde ontvangsten omvatten ook de bedragen voor de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).
Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).
4 0 3
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
17 940,10 |
Toelichting
De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Derhalve heeft dit onderdeel betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).
4 0 4
Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
53 683 717 |
46 994 080 |
192 054,66 |
Toelichting
Onder dit artikel wordt de opbrengst geboekt van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).
HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING
4 1 0
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
282 537 089 |
289 546 122 |
315 669 972,25 |
Toelichting
De ontvangsten vertegenwoordigen de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).
4 1 1
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
94 796 621 |
83 762 947 |
86 471 454,13 |
Toelichting
De ontvangsten vertegenwoordigen de betaling aan de Unie van de actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van pensioenrechten die ambtenaren uit hoofde van hun vorige beroepsactiviteiten hebben verworven.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
4 1 2
Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
100 000 |
100 000 |
70 568,82 |
Toelichting
Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen, kunnen pensioenrechten blijven verwerven op voorwaarde dat zij ook de kosten van de werkgeversbijdrage op zich nemen.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
HOOFDSTUK 4 2 — OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING
4 2 0
Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
21 738 484 |
23 774 384 |
28 239 167,47 |
Toelichting
De ontvangsten vertegenwoordigen de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 0 |
|||||||||||||||||||
5 0 0 |
|||||||||||||||||||
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen) |
|||||||||||||||||||
5 0 0 0 |
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
56 275,06 |
|
||||||||||||||
5 0 0 1 |
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
133 920,41 |
|
||||||||||||||
5 0 0 2 |
Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
1 442 908,32 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 5 0 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
1 633 103,79 |
|
||||||||||||||
5 0 1 |
Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 0 2 |
Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
706 189,02 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
2 339 292,81 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 1 |
|||||||||||||||||||
5 1 0 |
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 1 1 |
|||||||||||||||||||
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten |
|||||||||||||||||||
5 1 1 0 |
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
8 529 848,56 |
|
||||||||||||||
5 1 1 1 |
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
2 275 719,99 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 5 1 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
10 805 568,55 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
10 805 568,55 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 2 |
|||||||||||||||||||
5 2 0 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling |
p.m. |
450 000 |
1 804 774,81 |
|
||||||||||||||
5 2 1 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt |
10 000 000 |
10 000 000 |
6 026 158,93 |
60,26 |
||||||||||||||
5 2 2 |
Rente op voorfinancieringen |
40 000 000 |
40 000 000 |
36 260 716,99 |
90,65 |
||||||||||||||
5 2 3 |
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
16 820 928,89 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL |
50 000 000 |
50 450 000 |
60 912 579,62 |
121,83 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 5 |
|||||||||||||||||||
5 5 0 |
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
29 585 663,74 |
|
||||||||||||||
5 5 1 |
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
751,80 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
29 586 415,54 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 7 |
|||||||||||||||||||
5 7 0 |
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
8 257 829,99 |
|
||||||||||||||
5 7 1 |
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 7 2 |
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 7 3 |
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
161 358 669,39 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
169 616 499,38 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 8 |
|||||||||||||||||||
5 8 0 |
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
5 8 1 |
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
465 786,42 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
465 786,42 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 5 9 |
|||||||||||||||||||
5 9 0 |
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer |
4 000 000 |
2 000 000 |
5 611 764,97 |
140,29 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL |
4 000 000 |
2 000 000 |
5 611 764,97 |
140,29 |
||||||||||||||
|
Titel 5 — Totaal |
54 000 000 |
52 450 000 |
279 337 907,29 |
517,29 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN
5 0 0
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)
5 0 0 0
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
56 275,06 |
Toelichting
Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 0 1
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
133 920,41 |
Toelichting
Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 0 2
Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 442 908,32 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 0 1
Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.
5 0 2
Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
706 189,02 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten op elektronische drager.
HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGSTEN
5 1 0
Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 1 1
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten
5 1 1 0
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
8 529 848,56 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 1 1 1
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
2 275 719,99 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN
5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
450 000 |
1 804 774,81 |
Toelichting
Deze ontvangsten hebben uitsluitend betrekking op bankrenten over de rekeningen-courant van de Commissie.
5 2 1
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
10 000 000 |
10 000 000 |
6 026 158,93 |
Toelichting
Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.
5 2 2
Rente op voorfinancieringen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
40 000 000 |
40 000 000 |
36 260 716,99 |
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.
Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien, wordt de rente ofwel hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement ofwel teruggevorderd.
In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 8, lid 4, en artikel 21, lid 3, onder d).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
5 2 3
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
16 820 928,89 |
Toelichting
Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.
De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die programma's van de Unie beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredende landen beheren.
Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor programma's van de Unie aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN
5 5 0
Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
29 585 663,74 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 5 1
Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
751,80 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
5 7 0
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
8 257 829,99 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 7 1
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 7 2
Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.
5 7 3
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
161 358 669,39 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN
5 8 0
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5 8 1
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
465 786,42 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER
5 9 0
Overige ontvangsten uit het administratieve beheer
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
4 000 000 |
2 000 000 |
5 611 764,97 |
Toelichting
Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.
TITEL 6
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 0 |
|||||||||||||||||||
6 0 1 |
|||||||||||||||||||
Diverse onderzoeksprogramma's |
|||||||||||||||||||
6 0 1 1 |
Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 0 1 2 |
European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
17 060 314,18 |
|
||||||||||||||
6 0 1 3 |
Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
527 209 566,75 |
|
||||||||||||||
6 0 1 5 |
Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 0 1 6 |
Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 0 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
544 269 880,93 |
|
||||||||||||||
6 0 2 |
|||||||||||||||||||
Overige programma's |
|||||||||||||||||||
6 0 2 1 |
Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
17 988 984,03 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 0 2 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
17 988 984,03 |
|
||||||||||||||
6 0 3 |
|||||||||||||||||||
Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen |
|||||||||||||||||||
6 0 3 1 |
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
260 787 394,39 |
|
||||||||||||||
6 0 3 2 |
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
190 949,38 |
|
||||||||||||||
6 0 3 3 |
Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
31 735 855,53 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 0 3 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
292 714 199,30 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
854 973 064,26 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 1 |
|||||||||||||||||||
6 1 1 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven |
|||||||||||||||||||
6 1 1 3 |
Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
52 762 018,07 |
|
||||||||||||||
6 1 1 4 |
Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
52 762 018,07 |
|
||||||||||||||
6 1 2 |
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
12 256,60 |
|
||||||||||||||
6 1 4 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie |
|||||||||||||||||||
6 1 4 3 |
Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 4 4 |
Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 4 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand |
|||||||||||||||||||
6 1 5 0 |
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
424 926 415,45 |
|
||||||||||||||
6 1 5 1 |
Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 2 |
Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 3 |
Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
800,— |
|
||||||||||||||
6 1 5 7 |
Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
7 504 528,88 |
|
||||||||||||||
6 1 5 8 |
Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
729 933,78 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 5 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
433 161 678,11 |
|
||||||||||||||
6 1 6 |
Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 1 7 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen |
|||||||||||||||||||
6 1 7 0 |
Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
676 018,51 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 7 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
676 018,51 |
|
||||||||||||||
6 1 8 |
|||||||||||||||||||
Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen |
|||||||||||||||||||
6 1 8 0 |
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
108 962,67 |
|
||||||||||||||
6 1 8 1 |
Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
25 362,22 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 8 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
134 324,89 |
|
||||||||||||||
6 1 9 |
|||||||||||||||||||
Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven |
|||||||||||||||||||
6 1 9 1 |
Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
182 689,33 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 1 9 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
182 689,33 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
486 928 985,51 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 2 |
|||||||||||||||||||
6 2 0 |
Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 2 2 |
|||||||||||||||||||
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten |
|||||||||||||||||||
6 2 2 1 |
Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
8 706 828,74 |
|
||||||||||||||
6 2 2 3 |
Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
8 269 646,52 |
|
||||||||||||||
6 2 2 4 |
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
225 762,99 |
|
||||||||||||||
6 2 2 5 |
Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 2 2 6 |
Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
64 201 319,79 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 2 2 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
81 403 558,04 |
|
||||||||||||||
6 2 4 |
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
81 403 558,04 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 3 |
|||||||||||||||||||
6 3 0 |
Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
293 208 636,— |
|
||||||||||||||
6 3 1 |
|||||||||||||||||||
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis |
|||||||||||||||||||
6 3 1 2 |
Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
4 322 386,95 |
|
||||||||||||||
6 3 1 3 |
Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
37 093 666,75 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 3 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
41 416 053,70 |
|
||||||||||||||
6 3 2 |
Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
87 861 046,04 |
|
||||||||||||||
6 3 3 |
|||||||||||||||||||
Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp |
|||||||||||||||||||
6 3 3 0 |
Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
9 528 537,46 |
|
||||||||||||||
6 3 3 1 |
Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 3 3 2 |
Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 3 3 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
9 528 537,46 |
|
||||||||||||||
6 3 4 |
|||||||||||||||||||
Bijdragen van trustfondsen en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten |
|||||||||||||||||||
6 3 4 0 |
Bijdragen van trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
6 3 4 1 |
Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
|
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 3 4 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
432 014 273,20 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 5 |
|||||||||||||||||||
6 5 0 |
Financiële correcties vóór 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, het Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten |
— |
p.m. |
436 120 128,23 |
|
||||||||||||||
6 5 1 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000 |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
6 5 2 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
6 5 3 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
6 5 4 |
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
|
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
436 120 128,23 |
|
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 6 |
|||||||||||||||||||
6 6 0 |
|||||||||||||||||||
Overige bijdragen en terugbetalingen |
|||||||||||||||||||
6 6 0 0 |
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
512 989 937,39 |
|
||||||||||||||
6 6 0 1 |
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming |
60 000 000 |
60 000 000 |
42 606 139,40 |
71,01 |
||||||||||||||
|
Artikel 6 6 0 — Totaal |
60 000 000 |
60 000 000 |
555 596 076,79 |
925,99 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL |
60 000 000 |
60 000 000 |
555 596 076,79 |
925,99 |
||||||||||||||
HOOFDSTUK 6 7 |
|||||||||||||||||||
6 7 0 |
|||||||||||||||||||
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds |
|||||||||||||||||||
6 7 0 1 |
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
593 564 006,54 |
|
||||||||||||||
6 7 0 2 |
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
155 144 099,11 |
|
||||||||||||||
6 7 0 3 |
Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
80 246 086,87 |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 7 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
828 954 192,52 |
|
||||||||||||||
6 7 1 |
|||||||||||||||||||
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling |
|||||||||||||||||||
6 7 1 1 |
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
212 191 255,33 |
|
||||||||||||||
6 7 1 2 |
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||||||
|
Artikel 6 7 1 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
212 191 255,33 |
|
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
1 041 145 447,85 |
|
||||||||||||||
|
Titel 6 — Totaal |
60 000 000 |
60 000 000 |
3 888 181 533,88 |
6 480,30 |
||||||||||||||
|
HOOFDSTUK 6 0 — BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE
6 0 1
Diverse onderzoeksprogramma's
6 0 1 1
Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 en 08 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.
6 0 1 2
European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
17 060 314,18 |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit de multilaterale EFDA-overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.
6 0 1 3
Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
527 209 566,75 |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost), met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma's te betrekken.
De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50 (werkzaamheden onder contract), en de artikelen 10 02 50 en 10 03 50 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).
Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).
Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER- activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).
Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).
Besluit (EU) 2015/... van de Raad van ... betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L …van…, blz. ...).
Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.
Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Besluit … van de Raad van 10 november 2014 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).
Besluit 2015/... van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröereilanden, teneinde de Faeröereilanden te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L …van …, blz. …).
6 0 1 5
Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.
6 0 1 6
Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Referentiebesluiten
Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).
6 0 2
Overige programma's
6 0 2 1
Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
17 988 984,03 |
Toelichting
Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
6 0 3
Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen
6 0 3 1
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
260 787 394,39 |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Referentiebesluiten
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).
Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).
Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).
Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).
Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).
Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz.1).
Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.
Een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma’s (COM(2013) 218 final), wordt naar verwachting binnenkort ondertekend, en na de ondertekening, kunnen de onderhandelingen over een internationale overeenkomst teneinde Kosovo te associëren met Horizon 2020 van start gaan.
Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij de Unieprogramma's opengesteld worden voor de kandidaat-lidstaten.
6 0 3 2
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
190 949,38 |
Toelichting
Op deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en het project betreffende de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 02, 14 02 51, 14 03 02 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).
Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).
Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).
Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.
Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).
Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).
6 0 3 3
Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
31 735 855,53 |
Toelichting
Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten van de Unie.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN
6 1 1
Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven
6 1 1 3
Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
52 762 018,07 |
Toelichting
In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.
De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2013 zullen in 2015 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2015 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op EUR 47 700 000.
Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).
6 1 1 4
Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.
Rechtsgronden
Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).
6 1 2
Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
12 256,60 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 1 4
Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie
6 1 4 3
Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke winstdeelname als gevolg van de subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het kader van de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 1 4 4
Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en uit het Cohesiefonds.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikelen 14 en 36 bis.
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
6 1 5
Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand
6 1 5 0
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD en het EFMZV — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
424 926 415,45 |
Toelichting
Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).
Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 5 1
Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 5 2
Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 5 3
Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
800,— |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 5 7
Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
7 504 528,88 |
Toelichting
Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van voorschotten in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF)), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).
De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.94, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).
6 1 5 8
Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
729 933,78 |
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
6 1 6
Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling).
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Referentiebesluiten
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.
Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.
Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.
6 1 7
Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen
6 1 7 0
Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
676 018,51 |
Toelichting
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de begrotingsposten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).
6 1 8
Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen
6 1 8 0
Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
108 962,67 |
Toelichting
Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
6 1 8 1
Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
25 362,22 |
Toelichting
Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
6 1 9
Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven
6 1 9 1
Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
182 689,33 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).
Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).
HOOFDSTUK 6 2 — ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN
6 2 0
Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).
6 2 2
Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten
6 2 2 1
Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
8 706 828,74 |
Toelichting
Ontvangsten voortvloeiend uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.
Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Voltooiing van vroegere programma's
De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.
6 2 2 3
Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
8 269 646,52 |
Toelichting
Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren en/of diensten zal verrichten.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.
6 2 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
225 762,99 |
Toelichting
Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).
6 2 2 5
Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en bij de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
6 2 2 6
Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
64 201 319,79 |
Toelichting
Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere diensten van de Commissie.
6 2 4
Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).
HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN
6 3 0
Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
293 208 636,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en in Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
Het totaal van de geraamde bijdrage blijkt uit de ter informatie in een bijlage bij de staat van uitgaven van deze afdeling weergegeven samenvatting.
De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Referentiebesluiten
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).
6 3 1
Bijdragen in het kader van het Schengenacquis
6 3 1 2
Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
4 322 386,95 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).
Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).
Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.
Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).
Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).
Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).
Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).
Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).
Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).
Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).
Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).
Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).
Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).
Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).
6 3 1 3
Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
37 093 666,75 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 18 02 51 en 18 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).
Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.
Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).
Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).
Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).
Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).
Besluit 2011/305/EU van de Raad van 21 maart 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 137 van 25.5.2011, blz. 1).
Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).
Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).
Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).
Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).
6 3 2
Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
87 861 046,04 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).
Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).
Referentiebesluiten
Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837 final).
6 3 3
Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp
6 3 3 0
Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
9 528 537,46 |
Toelichting
Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 3 3 1
Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 3 3 2
Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 3 4
Bijdragen van trustfondsen en financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten
6 3 4 0
Bijdragen van trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen voor elk trusfonds voor het eerst werden gebruikt.
Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 187, lid 7.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 259.
6 3 4 1
Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
|
Toelichting
Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de begroting uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor hetzelfde financieringsinstrument, onverminderd artikel 140, lid 9, van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 6 5 — FINANCIËLE CORRECTIES
6 5 0
Financiële correcties vóór 2015 in verband met het EFRO, het ESF, het EOGFL-afdeling Oriëntatie, het FIOV, het Cohesiefonds, het EVF, het EFMZV, het Sapard en het IPA — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
— |
p.m. |
436 120 128,23 |
Toelichting
Oude post 6 5 0 0
Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden de bedragen van de financiële correcties die voordien werden geboekt onder post 6 5 0 0 per programmeringsperiode opgesplitst over de artikelen 6 5 1 tot en met 6 5 4.
Op post 6 5 0 0 werden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL-afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA).
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement gaven de op deze post opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.
Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).
Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).
Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
6 5 1
Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL-afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds voor de programmeringsperioden vóór 2000.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/1977 van de Raad van 21 december 1977 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.
Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).
Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).
Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).
Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.
Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).
6 5 2
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL-afdeling Oriëntatie), het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds en het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) voor de programmeringsperiode 2000-2006.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.
Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).
Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).
Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).
Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
6 5 3
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) voor de programmeringsperiode 2007-2013.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
6 5 4
Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Nieuw artikel
Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) voor de programmeringsperiode 2014-2020.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).
HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN
6 6 0
Overige bijdragen en terugbetalingen
6 6 0 0
Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
512 989 937,39 |
Toelichting
Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
6 6 0 1
Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
60 000 000 |
60 000 000 |
42 606 139,40 |
Toelichting
Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.
HOOFDSTUK 6 7 — ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING
6 7 0
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds
6 7 0 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
593 564 006,54 |
Toelichting
Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van die verordening.
Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.
Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002). Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.
De op deze post geboekte ontvangsten werden geraamd op 1 198 600 000 EUR, inclusief 330 000 000 EUR die van 2014 naar 2015 werd overgedragen, overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met een bedrag van 469 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 12, met een bedrag van 54 300 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 12 en met het resterende bedrag van 675 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 0 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
155 144 099,11 |
Toelichting
Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgelopen.
Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55, van Verordening (EG) nr. 1306/2013.
Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.
De ontvangsten voor deze post zijn geraamd op 165 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met dit bedrag voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 0 3
Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
80 246 086,87 |
Toelichting
Op deze post worden de bedragen geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig titel 1, deel II, hoofdstuk III, deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007, met name artikel 78.
Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.
De ontvangsten voor deze post zijn geraamd op 405 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met dit bedrag voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 1
Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
6 7 1 1
Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
212 191 255,33 |
Toelichting
Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.
Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.
Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 uitgetrokken.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
6 7 1 2
Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.
Bij de opstelling van de begroting 2015 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 uitgetrokken.
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
TITEL 7
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||
HOOFDSTUK 7 0 |
|||||||||||
7 0 0 |
|||||||||||
Interest voor betalingsachterstand |
|||||||||||
7 0 0 0 |
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten |
5 000 000 |
5 000 000 |
21 269 225,04 |
425,38 |
||||||
7 0 0 1 |
Overige interest voor betalingsachterstand |
3 000 000 |
3 000 000 |
739 442,82 |
24,65 |
||||||
|
Artikel 7 0 0 — Totaal |
8 000 000 |
8 000 000 |
22 008 667,86 |
275,11 |
||||||
7 0 1 |
Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten |
15 000 000 |
329 000 000 |
248 687 696,88 |
1 657,92 |
||||||
|
HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL |
23 000 000 |
337 000 000 |
270 696 364,74 |
1 176,94 |
||||||
HOOFDSTUK 7 1 |
|||||||||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
3 636 000 000 |
2 674 688 673,85 |
2 674,69 |
||||||
7 1 1 |
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen |
p.m. |
p.m. |
27 398 000,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL |
100 000 000 |
3 636 000 000 |
2 702 086 673,85 |
2 702,09 |
||||||
HOOFDSTUK 7 2 |
|||||||||||
7 2 0 |
|||||||||||
Rente op deposito's en boeten |
|||||||||||
7 2 0 0 |
Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
Artikel 7 2 0 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
3 973 000 000 |
2 972 783 038,59 |
2 416,90 |
||||||
|
HOOFDSTUK 7 0 — INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
7 0 0
Interest voor betalingsachterstand
7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
5 000 000 |
5 000 000 |
21 269 225,04 |
Toelichting
Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.
Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.
7 0 0 1
Overige interest voor betalingsachterstand
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
3 000 000 |
3 000 000 |
739 442,82 |
Toelichting
Deze post heeft betrekking op interest voor betalingsachterstand voor vorderingen met uitzondering van de eigen middelen.
Rechtsgronden
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5, van Protocol nr. 32.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.
Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.
7 0 1
Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
15 000 000 |
329 000 000 |
248 687 696,88 |
Toelichting
Onder dit artikel worden de uitstaande rente op bijzondere bankrekeningen voor boeten en de interest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
100 000 000 |
3 636 000 000 |
2 674 688 673,85 |
Toelichting
De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
7 1 1
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.
Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde communautaire benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.
Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), met name artikel 9.
Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).
7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
27 398 000,— |
Rechtsgronden
Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
HOOFDSTUK 7 2 — RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN
7 2 0
Rente op deposito's en boeten
7 2 0 0
Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.
TITEL 8
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||||||||||
HOOFDSTUK 8 0 |
|||||||||||||||
8 0 0 |
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
8 0 1 |
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
8 0 2 |
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 1 |
|||||||||||||||
8 1 0 |
Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal |
p.m. |
151 000 000 |
0,— |
|
||||||||||
8 1 3 |
Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL |
p.m. |
151 000 000 |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 2 |
|||||||||||||||
8 2 7 |
Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
8 2 8 |
Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 3 |
|||||||||||||||
8 3 5 |
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
||||||||||
HOOFDSTUK 8 5 |
|||||||||||||||
8 5 0 |
Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden |
6 890 000 |
2 477 000 |
1 839 600,— |
26,70 |
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL |
6 890 000 |
2 477 000 |
1 839 600,— |
26,70 |
||||||||||
|
Titel 8 — Totaal |
6 890 000 |
153 477 000 |
1 839 600,— |
26,70 |
||||||||||
|
HOOFDSTUK 8 0 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN
8 0 0
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 02, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
8 0 1
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 04 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
8 0 2
Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan lidstaten worden verstrekt, wordt beperkt tot hetgeen in de rechtsgrond is bepaald.
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
HOOFDSTUK 8 1 — DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN
8 1 0
Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
151 000 000 |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.
Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.
De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.
Dit artikel is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
8 1 3
Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor het boeken van de aflossingen op en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de artikelen 21 02 51 en 21 03 51 in het kader van European Community Investment Partners (ECIP) zijn verstrekt.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot invoering van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 21 03 51 van de staat van uitgaven in deze afdeling.
HOOFDSTUK 8 2 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN
8 2 7
Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
8 2 8
Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 04, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.
De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
HOOFDSTUK 8 3 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN
8 3 5
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.
De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 05van de staat van uitgaven van deze afdeling.
HOOFDSTUK 8 5 — OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN
8 5 0
Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
6 890 000 |
2 477 000 |
1 839 600,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze participatie uitgekeerde dividenden.
Rechtsgronden
Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).
Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).
Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelname van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).
TITEL 9
DIVERSE ONTVANGSTEN
Artikel Post |
Rubriek |
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
% 2013-2015 |
||
HOOFDSTUK 9 0 |
|||||||
9 0 0 |
Diverse ontvangsten |
30 000 000 |
30 000 000 |
22 017 690,62 |
73,39 |
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL |
30 000 000 |
30 000 000 |
22 017 690,62 |
73,39 |
||
|
Titel 9 — Totaal |
30 000 000 |
30 000 000 |
22 017 690,62 |
73,39 |
||
|
TOTAAL-GENERAAL |
1 246 056 318 |
5 208 096 454 |
8 068 931 511,60 |
647,56 |
||
|
HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN
9 0 0
Diverse ontvangsten
Begrotingsjaar 2015 |
Begrotingsjaar 2014 |
Begrotingsjaar 2013 |
30 000 000 |
30 000 000 |
22 017 690,62 |
Toelichting
Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.
ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2015 EN 2014) EN VAN DE UITVOERING (2013)
Titel |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
371 022 341 |
459 000 044 |
253 013 066 |
320 994 951 |
516 692 397,59 |
400 139 387,76 |
Reserves (40 02 41) |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
|
|
371 022 341 |
459 000 044 |
255 013 066 |
322 994 951 |
516 692 397,59 |
400 139 387,76 |
|
02 |
ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE |
2 535 531 735 |
2 266 389 455 |
2 515 114 410 |
2 158 422 405 |
1 238 085 555,90 |
1 452 589 303,52 |
03 |
CONCURRENTIE |
97 651 538 |
97 651 538 |
94 449 737 |
94 449 737 |
94 089 015,64 |
94 089 015,64 |
04 |
WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE |
13 096 287 655 |
10 929 478 715 |
13 839 015 158 |
11 290 667 447 |
12 131 114 422,88 |
14 111 172 824,20 |
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
57 603 499 558 |
54 942 151 061 |
58 046 833 802 |
55 607 081 983 |
60 166 941 143,18 |
58 339 418 873,96 |
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
3 281 291 171 |
2 056 297 929 |
2 867 184 572 |
1 003 421 856 |
1 803 988 848,25 |
1 058 026 656,55 |
07 |
MILIEU |
431 362 730 |
397 271 217 |
407 273 961 |
345 906 574 |
455 719 750,54 |
365 801 587,64 |
08 |
ONDERZOEK EN INNOVATIE |
6 699 218 471 |
5 987 288 220 |
6 198 702 491 |
4 090 645 420 |
7 954 956 855,58 |
5 815 310 568,23 |
09 |
COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE |
1 727 107 636 |
1 726 822 969 |
1 637 393 330 |
1 065 238 820 |
2 086 129 428,41 |
1 828 162 250,31 |
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
403 970 215 |
402 052 368 |
419 601 970 |
414 982 955 |
517 956 140,63 |
500 456 078,24 |
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
994 277 718 |
918 939 442 |
945 484 523 |
735 433 493 |
996 754 844,96 |
820 959 947,94 |
Reserves (40 02 41) |
87 802 756 |
87 802 756 |
44 342 000 |
42 775 000 |
|
|
|
|
1 082 080 474 |
1 006 742 198 |
989 826 523 |
778 208 493 |
996 754 844,96 |
820 959 947,94 |
|
12 |
INTERNE MARKT EN DIENSTEN |
119 361 070 |
115 369 982 |
116 892 170 |
115 128 367 |
116 997 837,89 |
116 632 086,03 |
13 |
REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING |
35 346 780 636 |
40 720 763 984 |
33 199 974 062 |
43 017 623 117 |
44 170 117 421,67 |
43 496 250 495,04 |
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
161 232 912 |
137 132 884 |
157 040 580 |
132 361 974 |
147 057 581,66 |
129 288 097,20 |
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
2 917 681 891 |
2 661 096 749 |
2 820 016 221 |
2 420 679 427 |
3 302 510 118,96 |
3 055 079 198,09 |
16 |
COMMUNICATIE |
244 938 742 |
239 530 719 |
246 345 359 |
250 385 333 |
268 748 977,69 |
253 298 743,70 |
17 |
GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING |
615 740 887 |
567 183 072 |
618 152 949 |
555 734 531 |
634 716 546,40 |
601 060 585,90 |
18 |
BINNENLANDSE ZAKEN |
1 171 568 742 |
972 070 083 |
1 201 387 424 |
765 344 466 |
1 419 742 790,59 |
1 035 876 839,77 |
19 |
INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID |
759 243 944 |
577 841 739 |
732 731 450 |
517 534 455 |
697 493 985,91 |
566 030 428,57 |
20 |
HANDEL |
115 119 115 |
123 790 917 |
121 099 618 |
117 577 301 |
107 532 675,62 |
104 022 945,— |
21 |
ONTWIKKELING EN SAMENWERKING |
5 022 821 461 |
4 307 721 853 |
5 083 838 180 |
3 994 827 425 |
5 989 250 791,15 |
4 084 383 078,08 |
22 |
UITBREIDING |
1 524 362 721 |
975 768 540 |
1 519 904 352 |
948 883 056 |
1 149 715 812,38 |
925 863 249,28 |
23 |
HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING |
1 018 951 102 |
998 541 483 |
1 006 460 596 |
1 106 780 137 |
1 338 641 506,93 |
1 250 752 783,43 |
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
79 759 600 |
76 054 787 |
78 220 900 |
76 524 355 |
79 235 877,01 |
75 056 925,13 |
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
191 983 721 |
191 983 721 |
194 089 509 |
194 812 309 |
194 320 249,— |
194 918 694,35 |
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
997 048 573 |
991 791 094 |
1 001 412 220 |
1 000 789 177 |
1 118 913 370,76 |
1 118 022 538,43 |
27 |
BEGROTING |
70 488 939 |
70 488 939 |
95 779 570 |
95 779 570 |
133 659 106,36 |
133 659 106,36 |
28 |
AUDIT |
11 936 916 |
11 936 916 |
11 632 266 |
11 632 266 |
11 782 637,50 |
11 782 637,50 |
29 |
STATISTIEK |
134 393 726 |
116 198 129 |
131 883 729 |
130 895 146 |
133 893 157,29 |
127 498 343,18 |
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
1 567 119 435 |
1 567 119 435 |
1 449 531 000 |
1 449 531 000 |
1 397 244 625,91 |
1 397 244 625,91 |
31 |
TALENDIENSTEN |
389 488 765 |
389 488 765 |
387 604 805 |
387 604 805 |
434 543 315,10 |
434 543 315,10 |
32 |
ENERGIE |
1 063 846 790 |
1 035 180 268 |
933 444 642 |
653 022 040 |
745 596 490,49 |
730 765 647,25 |
33 |
JUSTITIE |
209 146 382 |
194 915 117 |
203 409 105 |
185 843 405 |
224 681 031,10 |
194 968 858,74 |
34 |
KLIMAATACTIE |
127 447 895 |
84 247 010 |
121 468 679 |
51 536 974 |
50 258 586,36 |
45 067 847,44 |
40 |
RESERVES |
553 167 756 |
237 802 756 |
502 523 000 |
194 775 000 |
0,— |
0,— |
|
Totaal |
141 654 852 489 |
137 547 361 900 |
139 158 909 406 |
135 502 851 277 |
151 829 082 897,29 |
144 868 193 563,47 |
Waarvan reserves (40 02 41) |
87 802 756 |
87 802 756 |
46 342 000 |
44 775 000 |
|
|
TITEL XX
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 |
|||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN |
|||||
XX 01 01 |
|||||
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen |
|||||
XX 01 01 01 |
|||||
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling |
|||||
XX 01 01 01 01 |
Salarissen en vergoedingen |
5,2 |
1 847 039 000 |
1 815 674 000 |
1 842 838 293,28 |
XX 01 01 01 02 |
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
5,2 |
12 180 000 |
14 398 000 |
11 550 291,62 |
XX 01 01 01 03 |
Kredieten ter dekking van actualisering van de salarissen |
5,2 |
15 760 000 |
p.m. |
0,— |
|
Subtotaal |
|
1 874 979 000 |
1 830 072 000 |
1 854 388 584,90 |
XX 01 01 02 |
|||||
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 01 02 01 |
Salarissen en vergoedingen |
5,2 |
105 435 000 |
107 033 000 |
105 399 027,76 |
XX 01 01 02 02 |
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
5,2 |
5 676 000 |
7 506 000 |
7 532 000,— |
XX 01 01 02 03 |
Actualisering van de salarissen |
5,2 |
860 000 |
p.m. |
0,— |
|
Subtotaal |
|
111 971 000 |
114 539 000 |
112 931 027,76 |
|
Artikel XX 01 01 — Subtotaal |
|
1 986 950 000 |
1 944 611 000 |
1 967 319 612,66 |
XX 01 02 |
|||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven |
|||||
XX 01 02 01 |
|||||
Aan de instelling verbonden extern personeel |
|||||
XX 01 02 01 01 |
Arbeidscontractanten |
5,2 |
62 714 000 |
62 598 343 |
61 085 074,42 |
XX 01 02 01 02 |
Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten |
5,2 |
23 700 000 |
23 545 000 |
29 963 232,49 |
XX 01 02 01 03 |
Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren |
5,2 |
37 183 000 |
38 076 000 |
42 185 686,88 |
|
Subtotaal |
|
123 597 000 |
124 219 343 |
133 233 993,79 |
XX 01 02 02 |
|||||
Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 02 02 01 |
Salarissen van de andere personeelsleden |
5,2 |
8 869 000 |
8 794 000 |
7 916 497,— |
XX 01 02 02 02 |
Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen |
5,2 |
1 810 000 |
1 792 000 |
2 300 000,— |
XX 01 02 02 03 |
Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten |
5,2 |
340 000 |
337 000 |
501 000,— |
|
Subtotaal |
|
11 019 000 |
10 923 000 |
10 717 497,— |
XX 01 02 11 |
|||||
Overige beheersuitgaven van de instelling |
|||||
XX 01 02 11 01 |
Dienstreizen en representatie |
5,2 |
56 654 500 |
56 654 546 |
58 541 463,52 |
XX 01 02 11 02 |
Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen |
5,2 |
25 842 500 |
26 017 658 |
24 547 212,72 |
XX 01 02 11 03 |
Vergaderingen van comités |
5,2 |
12 215 000 |
12 215 651 |
11 841 526,16 |
XX 01 02 11 04 |
Studies en adviezen |
5,2 |
6 394 000 |
6 394 145 |
5 224 015,31 |
XX 01 02 11 05 |
Informatie- en beheerssystemen |
5,2 |
28 650 000 |
26 974 674 |
32 415 607,54 |
XX 01 02 11 06 |
Bijscholing en managementopleidingen |
5,2 |
12 400 000 |
12 981 983 |
14 579 678,90 |
|
Subtotaal |
|
142 156 000 |
141 238 657 |
147 149 504,15 |
XX 01 02 12 |
|||||
Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 02 12 01 |
Dienstreizen, conferenties en representatie |
5,2 |
5 657 000 |
5 797 000 |
6 306 043,50 |
XX 01 02 12 02 |
Bijscholing voor het personeel van de delegaties |
5,2 |
274 000 |
350 000 |
500 996,42 |
|
Subtotaal |
|
5 931 000 |
6 147 000 |
6 807 039,92 |
|
Artikel XX 01 02 — Subtotaal |
|
282 703 000 |
282 528 000 |
297 908 034,86 |
XX 01 03 |
|||||
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen |
|||||
XX 01 03 01 |
|||||
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie |
|||||
XX 01 03 01 03 |
Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie |
5,2 |
56 169 000 |
54 612 000 |
64 248 697,92 |
XX 01 03 01 04 |
Diensten voor informatie- en communicatietechnologie |
5,2 |
62 866 000 |
63 867 000 |
75 251 111,05 |
|
Subtotaal |
|
119 035 000 |
118 479 000 |
139 499 808,97 |
XX 01 03 02 |
|||||
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 03 02 01 |
Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven |
5,2 |
26 872 000 |
45 057 000 |
46 908 000,— |
XX 01 03 02 02 |
Materieel, meubilair, leveringen en diensten |
5,2 |
906 000 |
8 741 000 |
9 638 000,— |
|
Subtotaal |
|
27 778 000 |
53 798 000 |
56 546 000,— |
|
Artikel XX 01 03 — Subtotaal |
|
146 813 000 |
172 277 000 |
196 045 808,97 |
|
HOOFDSTUK XX 01 — TOTAAL |
|
2 416 466 000 |
2 399 416 000 |
2 461 273 456,49 |
HOOFDSTUK XX 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN
XX 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen
XX 01 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 01 01 |
|||||
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling |
|||||
XX 01 01 01 01 |
Salarissen en vergoedingen |
5,2 |
1 847 039 000 |
1 815 674 000 |
1 842 838 293,28 |
XX 01 01 01 02 |
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
5,2 |
12 180 000 |
14 398 000 |
11 550 291,62 |
XX 01 01 01 03 |
Kredieten ter dekking van actualisering van de salarissen |
5,2 |
15 760 000 |
p.m. |
0,— |
|
Post XX 01 01 01 — Totaal |
|
1 874 979 000 |
1 830 072 000 |
1 854 388 584,90 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:
— |
de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen; |
— |
de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten; |
— |
de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen; |
— |
de overige toelagen en vergoedingen; |
— |
de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis; |
— |
de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef; |
— |
de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen; |
— |
de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie; |
— |
de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd; |
— |
de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt; |
— |
de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats; |
— |
de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen; |
— |
de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen; |
— |
de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen; |
— |
de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie; |
— |
de kosten van een eventuele actualisering van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 49 600 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
XX 01 01 02
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 01 02 |
|||||
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 01 02 01 |
Salarissen en vergoedingen |
5,2 |
105 435 000 |
107 033 000 |
105 399 027,76 |
XX 01 01 02 02 |
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
5,2 |
5 676 000 |
7 506 000 |
7 532 000,— |
XX 01 01 02 03 |
Actualisering van de salarissen |
5,2 |
860 000 |
p.m. |
0,— |
|
Post XX 01 01 02 — Totaal |
|
111 971 000 |
114 539 000 |
112 931 027,76 |
Toelichting
Met betrekking tot de posten 19 01 01 02, 20 01 01 02, 21 01 01 02 en 22 01 01 02, betreffende de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten van de Commissie voorkomt, ter dekking van:
— |
de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen; |
— |
de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten; |
— |
de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen; |
— |
de overige toelagen en vergoedingen; |
— |
de overuren; |
— |
de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen; |
— |
de kosten van een eventuele actualisering van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar; |
— |
de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen; |
— |
de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij vertrek of bij overplaatsing met verandering van standplaats; |
— |
de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen. |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
XX 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven
XX 01 02 01
Aan de instelling verbonden extern personeel
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 02 01 |
|||||
Aan de instelling verbonden extern personeel |
|||||
XX 01 02 01 01 |
Arbeidscontractanten |
5,2 |
62 714 000 |
62 598 343 |
61 085 074,42 |
XX 01 02 01 02 |
Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten |
5,2 |
23 700 000 |
23 545 000 |
29 963 232,49 |
XX 01 02 01 03 |
Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren |
5,2 |
37 183 000 |
38 076 000 |
42 185 686,88 |
|
Post XX 01 02 01 — Totaal |
|
123 597 000 |
124 219 343 |
133 233 993,79 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:
— |
de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn; |
— |
de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden; |
— |
uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten; |
— |
personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel; |
— |
uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen; |
— |
de kosten van een eventuele actualisering van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar. |
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de EVA in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 200 412 EUR.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 1 566 914 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.
Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).
Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
XX 01 02 02
Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 02 02 |
|||||
Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 02 02 01 |
Salarissen van de andere personeelsleden |
5,2 |
8 869 000 |
8 794 000 |
7 916 497,— |
XX 01 02 02 02 |
Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen |
5,2 |
1 810 000 |
1 792 000 |
2 300 000,— |
XX 01 02 02 03 |
Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten |
5,2 |
340 000 |
337 000 |
501 000,— |
|
Post XX 01 02 02 — Totaal |
|
11 019 000 |
10 923 000 |
10 717 497,— |
Toelichting
Met betrekking tot de posten 19 01 02 02, 20 01 02 02, 21 01 02 02 en 22 01 02 02, betreffende extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:
— |
de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen; |
— |
de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen; |
— |
de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten. |
Voor jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen in opleiding in de delegaties van de Unie dient dit krediet ter dekking van:
— |
de financiering of cofinanciering van de uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (academici) bij delegaties van de Unie; |
— |
de kosten van studiebijeenkomsten die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd; |
— |
de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij delegaties van de Unie. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 000 EUR.
Rechtsgronden
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
XX 01 02 11
Overige beheersuitgaven van de instelling
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 02 11 |
|||||
Overige beheersuitgaven van de instelling |
|||||
XX 01 02 11 01 |
Dienstreizen en representatie |
5,2 |
56 654 500 |
56 654 546 |
58 541 463,52 |
XX 01 02 11 02 |
Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen |
5,2 |
25 842 500 |
26 017 658 |
24 547 212,72 |
XX 01 02 11 03 |
Vergaderingen van comités |
5,2 |
12 215 000 |
12 215 651 |
11 841 526,16 |
XX 01 02 11 04 |
Studies en adviezen |
5,2 |
6 394 000 |
6 394 145 |
5 224 015,31 |
XX 01 02 11 05 |
Informatie- en beheerssystemen |
5,2 |
28 650 000 |
26 974 674 |
32 415 607,54 |
XX 01 02 11 06 |
Bijscholing en managementopleidingen |
5,2 |
12 400 000 |
12 981 983 |
14 579 678,90 |
|
Post XX 01 02 11 — Totaal |
|
142 156 000 |
141 238 657 |
147 149 504,15 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende gedecentraliseerde huishoudelijke uitgaven:
Dienstreizen:
— |
vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd (terug te ontvangen bedragen van kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten). |
Representatiekosten:
— |
kosten in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst, die voor vergoeding in aanmerking komen (er bestaat geen representatieverplichting jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie). |
Vergaderingen van deskundigen:
— |
vergoeding van de kosten voor de werking van door de Commissie ingestelde of bijeengeroepen deskundigengroepen: reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe vertegenwoordigingen (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie). |
Conferenties:
— |
uitgaven voor door de Commissie georganiseerde conferenties, congressen en vergaderingen met het oog op de uitvoering van het beleid op de verschillende gebieden, evenals uitgaven voor een netwerk voor organen en instellingen op het gebied van financiële controle, inclusief een jaarlijkse bijeenkomst tussen deze organisaties en leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, zoals gevraagd in paragraaf 88 van de resolutie van het Europees Parlement van 27 april 2006 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2004, afdeling III — Commissie (PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5); |
— |
uitgaven met betrekking tot de organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten, opleidingscursussen en stages voor de ambtenaren van de lidstaten die de door de uniale fondsen gefinancierde acties of de inning van eigen middelen van de Unie beheren of controleren of meewerken aan het systeem van uniale statistieken, alsmede uitgaven voor de ambtenaren van de staten van Midden- en Oost-Europa die de in het kader van de uniale programma's gefinancierde acties beheren of controleren; |
— |
uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren uit derde landen, wanneer de uitoefening van hun beheers- of controlefunctie rechtstreeks verband houdt met de bescherming van de financiële belangen van de Unie; |
— |
uitgaven voor de deelneming door de Commissie aan conferenties, congressen en vergaderingen; |
— |
inschrijvingskosten voor conferenties, met uitsluiting van uitgaven voor vorming; |
— |
de kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties; |
— |
de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt. |
Vergaderingen van comités:
— |
reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die zijn opgeroepen in het kader van de krachtens het Verdrag en krachtens verordeningen van het Europees Parlement en de Raad of verordeningen van de Raad opgerichte comités, en overige kosten van de vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie). |
Studies en raadplegingen:
— |
uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de Commissie niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren; |
— |
uitgaven voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten. |
Een deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van twee studies over:
1. |
De haalbaarheid en levensvatbaarheid op lange termijn van een pan-Europees verklikkernetwerk voor vroegtijdige opsporing van nieuwe risico's op het gebied van allergieën |
Doel van deze studie is de levensvatbaarheid op lange termijn van een pan-Europees verklikkernetwerk voor vroegtijdige opsporing van nieuwe risico's op het gebied van allergieën te bewijzen. Het verklikkernetwerk dient de hierna volgende langetermijndoelstellingen te hebben:
— |
het invoeren van een centrale databank, het inzamelen van gegevens (per lidstaat en voor de gehele Unie), het analyseren en regelmatig publiceren van gegevens; |
— |
het inventariseren van nieuwe trends in allergische aandoeningen vooraleer zij een ernstig volksgezondheidsprobleem worden, dat de Europese zorgstelsels extra onder druk zet; |
— |
het rapporteren aan beleidsmakers en het tijdig waarschuwen ervan voor nieuwe allergenen die actie vereisen; |
— |
het opzetten van een duurzaam systeem van bewustmaking, te beginnen bij de scholen, met als doel de last van allergieën op de samenleving te doen afnemen. |
Acties:
— |
beoordelen van bestaande nationale stelsels van toezicht op allergieën die aan het verklikkernetwerk kunnen worden gekoppeld; |
— |
de bestaande infrastructuur van meer dan 100 allergiecentra bij het project betrekken, zodat het gehele grondgebied van de Unie afgedekt wordt. Dit netwerk bestaat al een paar jaar en groeit nog steeds, wat de levensvatbaarheid van het project bevestigt; |
— |
genormaliseerde series gebruiken voor luchtweg- en voedselallergieën (rekening houdend met regionale verschillen) in 100 centra voor alle patiënten en deze acties uitbreiden in de gehele Unie. Dit maakt het mogelijk op een gestandaardiseerde manier trends op het gebied van allergieën in patiënten te volgen; |
— |
in een proefstudie gebruikmaken van een patiëntensteekproef met zogenaamde „reporters” voor permanent toezicht op allergieën in bepaalde centra, waarbij gebruik wordt gemaakt van internet- en smartphonetechnologie („aeroallergen sentinel network”); |
— |
gevallen van onbekende allergieën op het gebied van luchtweg-, voedsel-, geneesmiddelen- of contactallergieën in een centrale databank invoeren, met als doel nieuwe allergenen in de Unie vroegtijdig op te sporen; |
— |
de bevindingen van de studie verspreiden onder beleidsmakers, beroepsbeoefenaren uit de zorgsector en het publiek. |
2. |
Inzicht in en bepaling van het belang van de culturele en creatieve sectoren voor groei en territoriale ontwikkeling |
De culturele en creatieve sectoren (CCI) dragen aanzienlijk bij aan het vormgeven van de identiteit, de economie en het leven van de burgers van de Europese Unie. Cultureel erfgoed, muziek, film, entertainment, uitgeverij, mode, design, architectuur en ambachten zijn culturele verschijningsvormen op het raakvlak van kunst, technologie en commercie. In haar mededeling van 26 september 2012 over de „Steun aan culturele en creatieve sectoren ten behoeve van groei en banen in de EU” (COM(2012) 537 final) meldt de Commissie dat deze sectoren een economische bijdrage leveren van 3,3 % van het bbp van de Unie en werk bieden aan 6,7 miljoen mensen. Naast hun intrinsieke culturele waarde en hun economisch belang hebben deze sectoren bredere gevolgen voor de economische en sociale ontwikkeling, vanwege hun invloed op andere sectoren, op de regionale aantrekkelijkheid of door het stimuleren van creativiteit en innovatie.
Maar de bijdrage die de culturele en creatieve sectoren kunnen leveren aan de sociale en economische ontwikkeling in de Unie, wordt nog niet volledig erkend.
In zijn resolutie van 12 mei 2011 over de ontsluiting van het potentieel van de cultuurindustrie en de creatieve bedrijfstakken wees het Europees Parlement erop dat het nodig is de impact van de CCI op de Europese economie te analyseren „door middel van een vaststelling, definitie en beschrijving per type activiteit, teneinde de aandacht te vestigen op de verschillende specifieke eigenschappen, een beter begrip te krijgen van de doelstellingen en problemen en efficiëntere maatregelen ten uitvoer te leggen”. In dezelfde resolutie vroeg het Parlement de Commissie „door te gaan met haar streven naar een betere omschrijving van de CCI ten behoeve van een diepgaande analyse van hun effect op de langetermijngroei en het internationale concurrentievermogen, en de waardering van de kenmerkende eigenschappen van deze sector te stimuleren”.
De Unie beschikt niet over informatie of indicatoren om de bijdrage van culturele sectoren aan de economische ontwikkeling te meten, waardoor initiatieven en investeringen in deze sectoren worden gefragmenteerd, belemmerd en ontmoedigd. Zo fungeert bijvoorbeeld het label Europese culturele hoofdsteden als katalysator voor stadsvernieuwing en territoriale aantrekkelijkheid. Er zijn echter geen omvattende gegevens beschikbaar over de impact van investeringen tijdens het labelproject. Daarnaast is er weinig inzicht in de wijze waarop economische en sociale innovatie wordt gestimuleerd door culturele hulpbronnen en actoren die de kern vormen van creatieve ecosystemen.
Informatie- en beheerssystemen:
— |
ontwikkeling en onderhoud onder contract van informatie- en beheerssystemen; |
— |
aanschaf en onderhoud van volledige (bedrijfsklare) administratieve informatie- en beheerssystemen (personeelsbeheer, begroting, financiën, boekhouding enz.); |
— |
studies, documentatie en opleiding in verband met deze systemen, alsmede het beheer van de werkzaamheden; |
— |
verwerving van kennis en deskundigheid op het gebied van de gegevensverwerking in alle diensten: kwaliteit, veiligheid, technologie, ontwikkelingsmethodologie, beheer van computersystemen enz.; |
— |
technische ondersteuning van deze systemen en uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de goede functionering ervan. |
Bijscholing en managementopleidingen:
— |
uitgaven voor algemene opleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren:
|
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de EVA in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 833 500 EUR.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 6 265 900 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
XX 01 02 12
Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 02 12 |
|||||
Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 02 12 01 |
Dienstreizen, conferenties en representatie |
5,2 |
5 657 000 |
5 797 000 |
6 306 043,50 |
XX 01 02 12 02 |
Bijscholing voor het personeel van de delegaties |
5,2 |
274 000 |
350 000 |
500 996,42 |
|
Post XX 01 02 12 — Totaal |
|
5 931 000 |
6 147 000 |
6 807 039,92 |
Toelichting
Met betrekking tot de posten 19 01 02 12, 20 01 02 12, 21 01 02 12 en 22 01 02 12 betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:
— |
diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies; |
— |
de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding; |
— |
de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten; |
— |
de medische kosten van plaatselijke functionarissen met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats; |
— |
de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Commissie/Unie hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding); |
— |
vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden; |
— |
vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken; |
— |
uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen; |
— |
uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren:
|
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 18 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
XX 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen
XX 01 03 01
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 03 01 |
|||||
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie |
|||||
XX 01 03 01 03 |
Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie |
5,2 |
56 169 000 |
54 612 000 |
64 248 697,92 |
XX 01 03 01 04 |
Diensten voor informatie- en communicatietechnologie |
5,2 |
62 866 000 |
63 867 000 |
75 251 111,05 |
|
Post XX 01 03 01 — Totaal |
|
119 035 000 |
118 479 000 |
139 499 808,97 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:
— |
uitrusting op het gebied van telecommunicatie binnen de gebouwen van de Commissie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons; |
— |
informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing); |
— |
aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur; |
— |
aankoop, huur of leasing van apparatuur (waaronder inktpatronen) voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten en scanners; |
— |
aankoop, huur of leasing van in kantoren gebruikte elektronische apparatuur; |
— |
installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur; |
— |
uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken, en voor de verwerving van elektronische informatiedragers, uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning; |
— |
abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en van de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen; |
— |
kosten van technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, opleiding op het gebied van de informatica van algemeen belang, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur; |
— |
uitgaven in verband met het Data Centre:
|
— |
het onder contract ontwikkelen en onderhouden van de voor de werking van het Data Centre benodigde programmatuur. |
De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.
Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 487 000 EUR.
Rechtsgronden
Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).
Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
XX 01 03 02
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
XX 01 03 02 |
|||||
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 03 02 01 |
Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven |
5,2 |
26 872 000 |
45 057 000 |
46 908 000,— |
XX 01 03 02 02 |
Materieel, meubilair, leveringen en diensten |
5,2 |
906 000 |
8 741 000 |
9 638 000,— |
|
Post XX 01 03 02 — Totaal |
|
27 778 000 |
53 798 000 |
56 546 000,— |
Toelichting
Met betrekking tot de posten 19 01 03 02, 20 01 03 02, 21 01 03 02 en 22 01 03 02, betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:
— |
tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen; |
— |
voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen voor ambtenaren die buiten de Unie zijn tewerkgesteld: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen; |
— |
voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren binnen de Unie worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging; |
— |
aankoop, onderhoud en reparatie van apparatuur zoals generatoren en airconditioning voor huisvesting van ambtenaren; |
— |
meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen. |
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
TITEL 01
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel Hoofdstuk |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN” |
86 157 823 |
86 157 823 |
83 080 772 |
83 080 772 |
83 398 017,98 |
83 398 017,98 |
01 02 |
ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE |
12 000 000 |
10 182 544 |
9 000 000 |
9 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
Reserves (40 02 41) |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
|
|
12 000 000 |
10 182 544 |
11 000 000 |
11 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
|
01 03 |
INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES |
222 364 518 |
218 627 579 |
118 432 294 |
81 625 305 |
155 829 269,89 |
156 189 345,19 |
01 04 |
FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN |
50 500 000 |
144 032 098 |
42 500 000 |
147 288 874 |
264 429 569,50 |
148 685 679,50 |
|
Titel 01 — Totaal |
371 022 341 |
459 000 044 |
253 013 066 |
320 994 951 |
516 692 397,59 |
400 139 387,76 |
Reserves (40 02 41) |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
|
|
371 022 341 |
459 000 044 |
255 013 066 |
322 994 951 |
516 692 397,59 |
400 139 387,76 |
HOOFDSTUK 01 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”
De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
01 01 |
||||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN” |
||||||
01 01 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken” |
5,2 |
67 648 566 |
64 439 155 |
63 344 044,90 |
93,64 |
01 01 02 |
||||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken” |
||||||
01 01 02 01 |
Extern personeel |
5,2 |
6 323 049 |
6 403 755 |
6 955 354,37 |
110,00 |
01 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5,2 |
7 591 468 |
7 766 066 |
8 057 581,71 |
106,14 |
|
Artikel 01 01 02 — Subtotaal |
|
13 914 517 |
14 169 821 |
15 012 936,08 |
107,89 |
01 01 03 |
||||||
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken” |
||||||
01 01 03 01 |
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken” |
5,2 |
4 294 740 |
4 171 796 |
4 742 165,49 |
110,42 |
01 01 03 04 |
Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie |
5,2 |
300 000 |
300 000 |
298 871,51 |
99,62 |
|
Artikel 01 01 03 — Subtotaal |
|
4 594 740 |
4 471 796 |
5 041 037,— |
109,71 |
|
Hoofdstuk 01 01 — Totaal |
|
86 157 823 |
83 080 772 |
83 398 017,98 |
96,80 |
01 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
67 648 566 |
64 439 155 |
63 344 044,90 |
01 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”
01 01 02 01
Extern personeel
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 323 049 |
6 403 755 |
6 955 354,37 |
01 01 02 11
Overige beheersuitgaven
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
7 591 468 |
7 766 066 |
8 057 581,71 |
Toelichting
Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om een evenwichtigere vertegenwoordiging van belanghebbenden (het bedrijfsleven, kmo's, vakbonden, consumentenorganisaties enz.) te waarborgen in deskundigengroepen die ten laste van deze post worden gefinancierd, om een verplichte open selectieproces voor leden van deskundigengroepen in te voeren en om belangenconflicten te voorkomen.
01 01 03
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”
01 01 03 01
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 294 740 |
4 171 796 |
4 742 165,49 |
01 01 03 04
Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
300 000 |
300 000 |
298 871,51 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:
— |
uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing); |
— |
aankoop, huur of leasing, installatie en onderhoud van elektronische kantoorapparatuur, computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur alsmede van de benodigde software; |
— |
uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms enz.); |
— |
uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning; |
— |
abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten; |
— |
kosten voor verbinding met telecommunicatienetwerken zoals SWIFT (interbancair) en CoreNet (beveiligd netwerk dat door de ECB is opgezet) en aanverwante infrastructuur en diensten; |
— |
installatie, configuratie, onderhoud, studies, beoordelingen, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur. |
Rechtsgronden
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 01 02 — ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
01 02 |
|||||||||
ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE |
|||||||||
01 02 01 |
Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro |
1,1 |
12 000 000 |
10 182 544 |
9 000 000 |
9 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
116,54 |
Reserves (40 02 41) |
|
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
|
|
|
|
12 000 000 |
10 182 544 |
11 000 000 |
11 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
|
|
01 02 02 |
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
01 02 03 |
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
|
Hoofdstuk 01 02 — Totaal |
|
12 000 000 |
10 182 544 |
9 000 000 |
9 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
116,54 |
Reserves (40 02 41) |
|
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
|
|
|
|
12 000 000 |
10 182 544 |
11 000 000 |
11 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
|
01 02 01
Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro
Cijfers (Gesplitste kredieten)
|
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
01 02 01 |
12 000 000 |
10 182 544 |
9 000 000 |
9 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
Reserves (40 02 41) |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
Totaal |
12 000 000 |
10 182 544 |
11 000 000 |
11 000 000 |
13 035 540,22 |
11 866 345,09 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het geharmoniseerde programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie in de lidstaten en kandidaat-lidstaten. Het programma is in november 1961 bij een besluit van de Commissie in werking gesteld en is middels opeenvolgende besluiten van de Raad en de Commissie gewijzigd. Het is laatstelijk goedgekeurd bij Besluit C (97) 2241 van de Commissie van 15 juli 1997 en op 12 juli 2006 gepresenteerd in Mededeling COM(2006) 379 van de Commissie (PB C 245 van 12.10.2006, blz. 5).
Het dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analyses, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met:
— |
de monitoring van de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid; |
— |
de externe aspecten van de economische en monetaire unie (EMU); |
— |
de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone; |
— |
de monitoring van de structurele hervormingen en de verbetering van de functionering van de markten in de EMU; |
— |
de coördinatie met de financiële instellingen, de analyse en ontwikkeling van de financiële markten en de leen- en uitleenoperaties waarbij lidstaten betrokken zijn; |
— |
het mechanisme voor financiële ondersteuning van de betalingsbalans van de lidstaten en het Europees financieel stabilisatiemechanisme; |
— |
de samenwerking met de economische actoren en besluitvormers op de bovengenoemde gebieden; |
— |
de uitbreiding van de EMU. |
Dit krediet dient voorts ter dekking van de financiering van prioritaire voorlichtingsacties met betrekking tot de uniale beleidsterreinen betreffende alle aspecten van de regels en de werking van de EMU, alsmede met betrekking tot de voordelen van nauwere beleidscoördinatie en structurele hervormingen, en om te voorzien in bij burgers, lagere overheden en ondernemingen bestaande behoeften aan informatie over de euro.
Deze actie wordt gezien als een effectief instrument voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Europese Unie en de instellingen van de Unie. In deze actie wordt rekening gehouden met de specifieke nationale en regionale kenmerken, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten. Er wordt bijzondere nadruk gelegd op de voorbereiding van de burgers in de nieuwe lidstaten op de invoering van de euro.
Daartoe behoren:
— |
partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten die informatiecampagnes over de euro of over de Economische en Monetaire Unie (EMU) willen opzetten; |
— |
nauwe samenwerking met en netwerkvorming tussen alle lidstaten in het kader van het netwerk van voorlichtingsverantwoordelijken voor EMU-aangelegenheden; |
— |
de ontwikkeling van communicatieactiviteiten op centraal niveau (brochures, folders, nieuwsbrieven, ontwerp, ontwikkeling en onderhoud van websites, tentoonstellingen, standen, conferenties, seminars, audiovisuele producten, opiniepeilingen, onderzoeken, studies, promotiemateriaal, jumelageprogramma's enz.); |
— |
voorlichtingsinitiatieven in derde landen om met name te wijzen op de internationale rol van de euro en op het belang van financiële integratie. |
Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).
De Commissie heeft haar voorlichtingsstrategie inzake de euro uiteengezet in een mededeling op 11 augustus 2004 over de uitvoering van een voorlichtings- en communicatiestrategie over de euro en de Economische en Monetaire Unie (COM(2004) 552 final). De voorlichtingsstrategie wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten en het Europees Parlement uitgevoerd.
De Commissie brengt periodiek verslag uit aan de desbetreffende commissie van het Europees Parlement over de uitvoering van het programma en over de planning voor het volgende jaar.
Dit krediet dient ook ter dekking van of ter tijdelijke prefinanciering van de kosten die de Unie heeft gemaakt bij het tot stand brengen en uitvoeren van operaties in verband met de leen- en uitleenoperaties voor macrofinanciële bijstand, Euratom, de betalingsbalans en het Europees financieel stabilisatiemechanisme.
Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).
01 02 02
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
De garantie van de Unie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.
Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.
Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.
In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).
Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije(PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).
Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).
Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).
Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).
01 02 03
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid financiële bijstand van de Unie aan een lidstaat te verstrekken in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.
De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.
Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 moet het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van dit stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, worden beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen van de Unie.
Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.
Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de aflossing van de schulden tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.
In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).
Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).
Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 17 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).
Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).
Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).
Referentiebesluiten
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 122, lid 2.
HOOFDSTUK 01 03 — INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
01 03 |
|||||||||
INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES |
|||||||||
01 03 01 |
|||||||||
Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen |
|||||||||
01 03 01 01 |
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal |
4 |
— |
— |
— |
— |
0,— |
|
|
01 03 01 02 |
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|
|
Artikel 01 03 01 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|
01 03 02 |
Macrofinanciële bijstand |
4 |
77 955 000 |
74 218 061 |
60 000 000 |
23 193 011 |
169 269,89 |
529 345,19 |
0,71 |
01 03 03 |
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
01 03 04 |
Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
01 03 05 |
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
01 03 06 |
Voorziening van het Garantiefonds |
4 |
144 409 518 |
144 409 518 |
58 432 294 |
58 432 294 |
155 660 000,— |
155 660 000,— |
107,79 |
|
Hoofdstuk 01 03 — Totaal |
|
222 364 518 |
218 627 579 |
118 432 294 |
81 625 305 |
155 829 269,89 |
156 189 345,19 |
71,44 |
01 03 01
Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen
01 03 01 01
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
— |
— |
— |
— |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.
Rechtsgronden
Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).
Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).
Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).
01 03 01 02
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.
Het eigen kapitaal van de EBWO bedraagt thans 30 000 000 000 EUR, waarbij in totaal 900 440 000 EUR van het aandelenkapitaal (3 %) is geplaatst door de Unie. Van dit geplaatste aandelenkapitaal is 187 810 000 EUR volgestort, hetgeen betekent dat er nog een opvraagbaar gedeelte van 712 630 000 EUR rest.
Rechtsgronden
Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).
Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).
Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).
01 03 02
Macrofinanciële bijstand
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
77 955 000 |
74 218 061 |
60 000 000 |
23 193 011 |
169 269,89 |
529 345,19 |
Toelichting
Macrofinanciële bijstand (MFB) is een vorm van financiële steun die door de Unie wordt toegekend aan partnerlanden die een betalingsbalanscrisis doormaken. MFB is bestemd voor landen die geografisch, economisch en politiek dicht bij de Unie liggen. Daartoe behoren kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen en, in sommige omstandigheden, andere derde landen. In principe is MFB alleen beschikbaar voor landen die van een programma van het Internationaal Monetair Fonds profiteren.
MFB is uitzonderlijk en wordt per geval ingezet om landen te helpen bij het aanpakken van ernstige betalingsbalansmoeilijkheden. Het doel ervan is de externe financiële situatie weer houdbaar te maken en daarbij economische aanpassingen en structurele hervormingen aan te moedigen.
Hoewel MFB de vorm kan aannemen van leningen of subsidies op middellange/lange termijn of een combinatie daarvan, dient dit artikel alleen ter dekking van het subsidie-element van MFB-operaties.
Kredieten uit hoofde van dit artikel zullen ook worden gebruikt ter dekking van kosten die zijn gemaakt in verband met MFB-operaties, en met name: i) kosten die zijn gemaakt om operationele beoordelingen in de begunstigde landen te verrichten om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over het functioneren van de administratieve procedures en financiële circuits, ii) kosten voor ex post evaluaties van MFB-operaties, en iii) kosten ter dekking van comitologievereisten.
De Commissie zal de begrotingsautoriteit regelmatig op de hoogte brengen van de macrofinanciële situatie in de begunstigde landen en zal eenmaal per jaar uitvoerig verslag uitbrengen van de tenuitvoerlegging van MFB.
Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002).
Besluit nr. 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009).
Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).
Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).
Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).
Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).
01 03 03
Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met de hieronder genoemde leningsbesluiten.
Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.
In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59), voor een bedrag van 40 000 000 EUR in hoofdsom.
Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57), voor een bedrag van maximaal 30 000 000 EUR in hoofdsom in de vorm van een lening voor een periode van 15 jaar.
Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29), voor een bedrag van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom.
Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31), voor een bedrag van maximaal 50 000 000 EUR in hoofdsom.
Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11), voor een bedrag van maximaal 245 000 000 EUR in hoofdsom.
Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).
Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).
Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).
Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).
Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).
Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).
Besluit 2004/861/EG van de Raad van 7 december 2004 tot wijziging van Besluit 2002/883/EG van de Raad tot toekenning van extra macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 80).
Besluit 2004/862/EG van de Raad van 7 december 2004 betreffende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 81).
Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).
Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).
Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).
Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).
Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).
Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).
Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz.1).
Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).
Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).
01 03 04
Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven.
Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.
Het maximumbedrag van de door Euratom opgenomen leningen voor de lidstaten en derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR, zoals vermeld in artikel 01 04 03.
In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).
Zie voor de rechtsgrond voor Euratom-leningen ook artikel 01 04 03.
01 03 05
Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de leningen die door de Europese Investeringsbank (EIB) worden toegekend in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie tegenover de landen van het Middellandse Zeegebied.
Dat besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de EIB die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een totaalgarantie wordt ingevoerd ten belope van 75 % van het totaal van de geopende kredieten uit hoofde van in de volgende landen te verstrekken leningen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Syrië, Israël, Jordanië, Egypte, voormalig Joegoslavië en Libanon.
Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de EIB werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Bulgarije, welke op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.
Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg werd ondertekend.
Overeenkomstig de Besluiten 93/115/EEG en 96/723/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Europese Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Besluit 93/115/EEG ligt ten grondslag aan een waarborgcontract dat werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg. Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.
Overeenkomstig Besluit 95/207/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend aan Zuid-Afrika. Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die is ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg.
Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 25 juli 1997 in Brussel en op 29 juli 1997 in Luxemburg ondertekend, volgens welke de garantie wordt beperkt tot 70 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het algemene plafond van de uitstaande kredieten is gelijk aan 7 105 000 000 EUR.
Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 24 januari 2000 te Brussel en op 17 januari 2000 te Luxemburg ondertekend, welke laatstelijk in 2005 is aangepast en volgens welke de garantie wordt beperkt tot 65 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totaalbedrag aan uitstaande kredieten beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De EIB wordt verzocht 30 % te beschouwen als een streefcijfer voor de dekking van het handelsrisico door middel van niet-soevereine garanties. Dit percentage dient steeds te worden verhoogd zodra de markt dat toelaat.
Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen van de EIB op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR.
Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus. Het totaalbedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 januari 2007. Aangezien bij het verstrijken van deze periode het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet het bovengenoemde plafond bereikt had, is de periode automatisch met zes maanden verlengd.
Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel ondertekend, volgens welke een garantie wordt verleend tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan kredieten dat in het kader van dit besluit voor alle landen tezamen ter beschikking wordt gesteld, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. Dat besluit is vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG.
Besluit nr. 633/2009/EG ligt ten grondslag aan een op 28 oktober 2009 ondertekende wijziging op de garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Voor de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de geannuleerde bedragen, geldt een plafond van 27 800 000 000 EUR, dat is uitgesplitst over een basisplafond van 25 800 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 oktober 2011.
Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR en een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode die begint op 1 februari 2007 en eindigt op 31 december 2013, met een verlenging tot het nieuwe besluit in werking is getreden.
Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 juli 2014 te Luxemburg en op 25 juli 2014 te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties onder de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het maximumplafond van de financieringsverrichtingen van de EIB onder de Uniegarantie, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 30 000 000 000 EUR, opgesplitst over een basisplafond van 27 000 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 3 000 000 000 EUR. Het Europees Parlement en de Raad beslissen volgens de gewone wetgevingsprocedure over de gehele of gedeeltelijke activering van het facultatief mandaat. De Uniegarantie dekt de financieringsverrichtingen van de EIB ondertekend voor een periode die begint op 25 juli 2014 en eindigt op 31 december 2020, met een verlenging van zes maanden indien het Europees Parlement en de Raad geen nieuw besluit aangenomen hebben, volgens welke een Uniegarantie van de EIB wordt verleend voor verliezen op haar financieringsverrichtingen buiten de Unie voor een periode tot eind 2020.
Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.
Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met door de EIB verstrekte leningen.
Rechtsgronden
Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).
Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).
Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).
Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).
Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).
Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).
Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het tweede protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).
Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).
Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).
Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).
Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).
Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).
Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).
Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).
Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).
Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).
Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).
Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5).
Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).
Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).
Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).
Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).
Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).
Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).
Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).
Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).
Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).
Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filippijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) gesloten heeft (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).
Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).
Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).
Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).
Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank (EIB) op leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).
Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).
Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).
Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).
Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).
Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).
Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).
Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).
Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).
Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).
Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).
01 03 06
Voorziening van het Garantiefonds
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
144 409 518 |
58 432 294 |
155 660 000,— |
Toelichting
Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds volgens de voorzieningsregeling van dit fonds en voor de betaling van de operationele kosten die verbonden zijn aan het beheer van het fonds en aan de externe evaluatie die zal plaatsvinden in het kader van de mid-term review van het externe mandaat van de EIB.
Uit hoofde van artikel 810 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement en artikel 10 van Besluit nr. 466/2014/EU.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).
Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).
Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsoperaties ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Europese Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).
HOOFDSTUK 01 04 — FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
01 04 |
|||||||||
FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN |
|||||||||
01 04 01 |
|||||||||
Europees Investeringsfonds |
|||||||||
01 04 01 01 |
Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal |
1,1 |
50 000 000 |
43 514 489 |
42 500 000 |
42 500 000 |
0,— |
0,— |
0 |
01 04 01 02 |
Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
|
Artikel 01 04 01 — Subtotaal |
|
50 000 000 |
43 514 489 |
42 500 000 |
42 500 000 |
0,— |
0,— |
0 |
01 04 02 |
Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
550 000,— |
|
01 04 03 |
Garantie voor door Euratom opgenomen leningen |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
01 04 51 |
Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) (van voor 2014) |
1,1 |
p.m. |
100 267 609 |
p.m. |
104 788 874 |
264 429 569,50 |
148 135 679,50 |
147,74 |
01 04 77 |
|||||||||
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||||
01 04 77 01 |
Proefproject — Versterking van de samenwerking en synergieën tussen nationale stimuleringsbanken teneinde de langetermijnfinanciering van de reële economie te ondersteunen |
1,1 |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
|
|
Artikel 01 04 77 — Subtotaal |
|
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 01 04 — Totaal |
|
50 500 000 |
144 032 098 |
42 500 000 |
147 288 874 |
264 429 569,50 |
148 685 679,50 |
103,23 |
01 04 01
Europees Investeringsfonds
01 04 01 01
Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
50 000 000 |
43 514 489 |
42 500 000 |
42 500 000 |
0,— |
0,— |
Toelichting
Deze post dient ter dekking van de financiering van de terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het door de Unie geplaatste kapitaal.
Het Europees Investeringsfonds (EIF) werd in 1994 opgericht. Het is opgericht door de Europese Gemeenschap (daartoe vertegenwoordigd door de Commissie), de Europese Investeringsbank (EIB) en een aantal financiële instellingen. Momenteel is bij Besluit 94/375/EG bepaald dat de Unie lid is van het EIF.
In de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 december 2013 riep de Europese Raad de Commissie en de EIB op om de capaciteit van het EIF verder te versterken door middel van een verhoging van het kapitaal ervan met als doel tegen mei 2014 een definitief akkoord te bereiken.
Rechtsgronden
Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).
Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).
Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).
01 04 01 02
Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een opvraging ten bedrage van het door de Unie geplaatste kapitaal.
In de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 december 2013 riep de Europese Raad de Commissie en de EIB op om de capaciteit van het EIF verder te versterken door middel van een verhoging van het kapitaal ervan met als doel tegen mei 2014 een definitief akkoord te bereiken.
Rechtsgronden
Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).
Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).
Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).
01 04 02
Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
550 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de technische en juridische bijstand die nodig is voor de beoordeling van de veiligheids- en milieuaspecten en de economische en financiële kanten van de projecten waarvoor om financiering in de vorm van een Euratom-lening is gevraagd, met inbegrip van studies van de Europese Investeringsbank (EIB). De maatregelen moeten het tevens mogelijk maken om leningsovereenkomsten te sluiten en uit te voeren.
De in dit artikel opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor de dekking of tijdelijke voorfinanciering van de kosten die de Unie maakt in het kader van de sluiting en uitvoering van transacties voor het aangaan en verstrekken van Euratom-leningen.
Overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder artikel 5 5 1 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Het bedrag aan bestemmingsontvangsten wordt voor 2014 geraamd op 1 235 000 EUR.
Rechtsgronden
Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).
01 04 03
Garantie voor door Euratom opgenomen leningen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Er werd machtiging verleend tot het opnemen van leningen tot een maximumbedrag van 4 000 000 000 EUR, waarvan 500 000 000 EUR bij Besluit 77/270/Euratom, 500 000 000 EUR bij Besluit 80/29/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 82/170/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 85/537/Euratom en 1 000 000 000 EUR bij Besluit 90/212/Euratom.
Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.
Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.
In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.
Rechtsgronden
Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).
Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).
Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).
Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).
Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).
Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).
01 04 51
Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) (van voor 2014)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
100 267 609 |
p.m. |
104 788 874 |
264 429 569,50 |
148 135 679,50 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.
Ofschoon de vastleggingsperiode is afgelopen, moeten de faciliteiten nog enkele jaren worden beheerd, omdat er betalingen zullen moeten worden verricht voor investeringen en om de garantieverplichtingen na te komen. De rapportage- en toezichtsvoorschriften zullen dus doorlopen totdat de faciliteiten ten einde lopen.
Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen zorg dragen voor de schuldendienst. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), van toepassing.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Eventuele ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen die onder artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten worden geboekt, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op dit artikel overeenkomstig het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43).
Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).
Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).
Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
01 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties
01 04 77 01
Proefproject — Versterking van de samenwerking en synergieën tussen nationale stimuleringsbanken teneinde de langetermijnfinanciering van de reële economie te ondersteunen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Nationale (en regionale) stimuleringsbanken worden, samen met de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF), beschouwd als belangrijke actoren om langetermijnprojecten op Europees niveau te financieren. In haar mededeling van 27 maart 2014 over de langetermijnfinanciering van de Europese economie, een vervolg op een Groenboek, heeft de Commissie bevestigd dat tijdens de raadpleging „werd opgeroepen tot meer gezamenlijke Unienationale of multinationale initiatieven, eenvoudigere procedures voor het bevorderen van samenwerking en synergiën tussen de Uniebegroting en de EIB/het EIF, multilaterale ontwikkelingsbanken en nationale stimuleringsbanken”. In die mededeling heeft de Commissie toegezegd dat zij „de samenwerking tussen de nationale stimuleringsbanken en de EIB/het EIF en mogelijk ook met andere multilaterale ontwikkelingsbanken [zal] aanmoedigen en monitoren zoals de Europese Raad van juni 2013 haar heeft gevraagd, en in december 2014 verslag [zal] uitbrengen aan de Raad”.
In dit verband is het van belang de Commissie in staat te stellen een proefproject te ontwikkelen waarbij, middels zichtbare steun uit de Uniebegroting, een gestructureerd netwerk van nationale en regionale stimuleringsbanken in de lidstaten wordt gecreëerd, teneinde hun samenwerking te versterken en de doelstelling van langetermijnfinanciering van de reële economie te verwezenlijken, om aldus de groei op de lange termijn, het welzijn en de werkgelegenheid in Europa te ondersteunen. Deze samenwerking zal de uitwisseling van beste praktijken stimuleren en bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve systemen om particulier kapitaal naar kmo's te sluizen en naar projecten van publiek belang, zoals investeringen in materiële en immateriële infrastructuur, met name in de regio's die het zwaarst te lijden hebben onder recessie en werkloosheid.
Hiertoe zal het project de volgende activiteiten omvatten:
— |
de bevordering van de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de deelnemers onderling en tussen de deelnemers en de Europese instellingen door middel van vergaderingen, seminars en publicaties; |
— |
de opzet van onderzoeksprogramma's en de organisatie van conferenties voor de deelnemers; |
— |
de ontwikkeling van initiatieven om het concept van langetermijninvestering binnen de economische en financiële sector te ondersteunen; |
— |
de bevordering van het wegnemen van obstakels en de ontwikkeling van stimulansen om langetermijninvesteringen te stimuleren. |
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL
— |
ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
— |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
TITEL 02
ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel Hoofdstuk |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
02 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE” |
115 318 925 |
115 318 925 |
119 518 872 |
119 518 872 |
119 780 399,12 |
119 780 399,12 |
02 02 |
PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME) |
288 603 548 |
214 798 246 |
247 057 275 |
118 952 585 |
91 675 038,39 |
123 136 954,14 |
02 03 |
INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID |
48 156 000 |
40 685 811 |
39 170 000 |
32 330 554 |
48 191 455,03 |
33 735 448,56 |
02 04 |
HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN |
445 593 262 |
430 088 889 |
401 518 263 |
486 556 651 |
898 113 455,77 |
716 840 308,37 |
02 05 |
EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO) |
1 083 990 000 |
955 700 989 |
1 347 417 000 |
1 214 387 928 |
22 839 413,59 |
408 147 668,59 |
02 06 |
EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE |
553 870 000 |
509 796 595 |
360 433 000 |
186 675 815 |
57 485 794,— |
50 948 524,74 |
|
Titel 02 — Totaal |
2 535 531 735 |
2 266 389 455 |
2 515 114 410 |
2 158 422 405 |
1 238 085 555,90 |
1 452 589 303,52 |
HOOFDSTUK 02 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE”
De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
02 01 |
||||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE” |
||||||
02 01 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie” |
5,2 |
65 895 479 |
65 737 929 |
68 298 109,82 |
103,65 |
02 01 02 |
||||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie” |
||||||
02 01 02 01 |
Extern personeel |
5,2 |
5 572 584 |
5 487 197 |
6 084 876,01 |
109,19 |
02 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5,2 |
3 931 053 |
4 125 657 |
4 181 629,96 |
106,37 |
|
Artikel 02 01 02 — Subtotaal |
|
9 503 637 |
9 612 854 |
10 266 505,97 |
108,03 |
02 01 03 |
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie” |
5,2 |
4 183 443 |
4 255 878 |
5 278 562,08 |
126,18 |
02 01 04 |
||||||
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie” |
||||||
02 01 04 01 |
Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) |
1,1 |
3 749 000 |
3 675 000 |
3 218 897,43 |
85,86 |
02 01 04 02 |
Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen |
1,1 |
160 000 |
160 000 |
159 417,71 |
99,64 |
02 01 04 03 |
Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet |
1,1 |
3 400 000 |
3 350 000 |
1 056 714,12 |
31,08 |
02 01 04 04 |
Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus) |
1,1 |
2 500 000 |
2 500 000 |
1 050 819,45 |
42,03 |
|
Artikel 02 01 04 — Subtotaal |
|
9 809 000 |
9 685 000 |
5 485 848,71 |
55,93 |
02 01 05 |
||||||
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie” |
||||||
02 01 05 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 |
1,1 |
10 866 475 |
12 347 430 |
11 186 525,32 |
102,95 |
02 01 05 02 |
Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 |
1,1 |
3 386 714 |
3 637 467 |
3 982 200,— |
117,58 |
02 01 05 03 |
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 |
1,1 |
3 520 000 |
7 217 314 |
9 954 726,87 |
282,80 |
|
Artikel 02 01 05 — Subtotaal |
|
17 773 189 |
23 202 211 |
25 123 452,19 |
141,36 |
02 01 06 |
||||||
Uitvoerende agentschappen |
||||||
02 01 06 01 |
Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) |
1,1 |
8 154 177 |
7 025 000 |
5 327 920,35 |
65,34 |
|
Artikel 02 01 06 — Subtotaal |
|
8 154 177 |
7 025 000 |
5 327 920,35 |
65,34 |
|
Hoofdstuk 02 01 — Totaal |
|
115 318 925 |
119 518 872 |
119 780 399,12 |
103,87 |
02 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
65 895 479 |
65 737 929 |
68 298 109,82 |
02 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”
02 01 02 01
Extern personeel
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 572 584 |
5 487 197 |
6 084 876,01 |
02 01 02 11
Overige beheersuitgaven
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 931 053 |
4 125 657 |
4 181 629,96 |
Toelichting
Een deel van de kredieten wordt gebruikt om een evenwichtigere vertegenwoordiging van belanghebbenden (het bedrijfsleven, kmo's, vakbonden, consumentenorganisaties) te waarborgen in deskundigengroepen die ten laste van deze begrotingslijn worden gefinancierd, om een verplichte open selectieproces voor leden van deskundigengroepen in te voeren en om belangenconflicten te voorkomen.
02 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 183 443 |
4 255 878 |
5 278 562,08 |
02 01 04
Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”
02 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 749 000 |
3 675 000 |
3 218 897,43 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 02 02.
02 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
160 000 |
160 000 |
159 417,71 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.
Rechtsgronden
Zie artikel 02 03 02.
02 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 400 000 |
3 350 000 |
1 056 714,12 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 02 05.
02 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 500 000 |
2 500 000 |
1 050 819,45 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit krediet kan ook activiteiten dekken in verband met het gebruikersforum dat is opgericht bij artikel 17 van Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).
Bij de onder eze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 02 06.
02 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Ondernemingen en industrie”
02 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
10 866 475 |
12 347 430 |
11 186 525,32 |
Toelichting
Dit krediet dekt uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 en, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die naar delegaties van de Unie zijn gedetacheerd.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 02 04.
02 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 386 714 |
3 637 467 |
3 982 200,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 02 04.
02 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 520 000 |
7 217 314 |
9 954 726,87 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.
Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en representatie.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 02 04.
02 01 06
Uitvoerende agentschappen
02 01 06 01
Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
8 154 177 |
7 025 000 |
5 327 920,35 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme).
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.
De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” van deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).
Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).
Referentiebesluiten
Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).
Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).
Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/771/EU van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341van 18.12.2013, blz. 73).
Besluit van de Commissie C (2013) 9414 van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het vlak van energie, milieu, klimaatactie, concurrentievermogen en kmo's, onderzoek en innovatie, ict, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.
HOOFDSTUK 02 02 — PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
02 02 |
|||||||||
PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME) |
|||||||||
02 02 01 |
Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren |
1,1 |
108 561 823 |
72 183 633 |
102 709 687 |
14 575 804 |
|
|
|
02 02 02 |
Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld |
1,1 |
174 791 725 |
99 027 161 |
140 657 588 |
71 204 126 |
|
|
|
02 02 51 |
Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap |
1,1 |
p.m. |
37 284 452 |
p.m. |
26 666 655 |
86 784 452,— |
117 915 798,60 |
316,26 |
02 02 77 |
|||||||||
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||||
02 02 77 02 |
Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
02 02 77 03 |
Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
835 000 |
0,— |
1 169 218,79 |
|
02 02 77 06 |
Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
323 109,97 |
|
02 02 77 07 |
Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
484 905,16 |
|
02 02 77 08 |
Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten |
1,1 |
p.m. |
1 252 000 |
2 000 000 |
2 000 000 |
1 890 586,39 |
999 176,05 |
79,81 |
02 02 77 09 |
Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen |
1,1 |
p.m. |
305 000 |
690 000 |
1 035 000 |
1 000 000,— |
346 162,16 |
113,50 |
02 02 77 10 |
Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering |
1,1 |
p.m. |
1 310 000 |
p.m. |
1 000 000 |
2 000 000,— |
187 032,61 |
14,28 |
02 02 77 11 |
Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren |
1,1 |
p.m. |
374 000 |
p.m. |
286 000 |
0,— |
285 738,— |
76,40 |
02 02 77 12 |
Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen |
1,1 |
p.m. |
337 000 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
580 599,— |
172,28 |
02 02 77 13 |
Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten” |
3 |
p.m. |
350 000 |
p.m. |
350 000 |
0,— |
0,— |
0 |
02 02 77 14 |
Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) |
3 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
500 000 |
0,— |
845 213,80 |
|
02 02 77 15 |
Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
02 02 77 16 |
Proefproject – Over de toekomst van industriële productie |
1,1 |
1 000 000 |
500 000 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
|
02 02 77 17 |
Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's |
1,1 |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
|
02 02 77 18 |
Proefproject — Vrouwelijke business angels |
1,1 |
1 000 000 |
250 000 |
|
|
|
|
|
02 02 77 19 |
Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld |
1,1 |
750 000 |
375 000 |
|
|
|
|
|
02 02 77 20 |
Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC) |
1,1 |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
|
02 02 77 21 |
Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur |
1,1 |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
|
|
|
|
Artikel 02 02 77 — Subtotaal |
|
5 250 000 |
6 303 000 |
3 690 000 |
6 506 000 |
4 890 586,39 |
5 221 155,54 |
82,84 |
|
Hoofdstuk 02 02 — Totaal |
|
288 603 548 |
214 798 246 |
247 057 275 |
118 952 585 |
91 675 038,39 |
123 136 954,14 |
57,33 |
02 02 01
Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
108 561 823 |
72 183 633 |
102 709 687 |
14 575 804 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient om het concurrentievermogen van de ondernemingen, met name de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), te versterken, een ondernemingscultuur aan te moedigen en de oprichting en groei van kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen.
Met name zullen de volgende maatregelen worden genomen:
— |
netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden; |
— |
markttoepassingsprojecten; |
— |
analyse, ontwikkeling en coördinatie van het beleid met de deelnemende landen; |
— |
onderzoeken naar gendergerelateerde discriminatie in verband met vrouwelijk ondernemerschap en de uitvoering van beleidsmaatregelen om vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren; |
— |
uitwisseling en verspreiding van informatie, alsook bewustmakingscampagnes; |
— |
ondersteuning van gezamenlijke acties van ondernemingen door lidstaten of regio's, evenals andere maatregelen van het Cosme-programma. |
De Unie zal initiatieven zoals het Enterprise Europe Network en de acties ter bevordering van de ondernemingsgeest ondersteunen. Zij zal ook steun verlenen aan projecten in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van technieken, producten of praktijken (bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe bedrijfsconcepten voor consumptiegoederen) die van belang zijn voor de Unie en die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de verwerving van een marktaandeel te vergemakkelijken.
De projecten zullen eveneens tot doel hebben de raamvoorwaarden te verbeteren, onder meer door middel van capaciteitsopbouw in clusters en andere bedrijfsnetwerken, met name met het oog op de internationalisatie van het mkb om te garanderen dat de bedrijven in de Unie onder meer in de toeristische sector concurrerend en duurzaam zijn, door coherentie en consistentie bij de implementatie en gefundeerde beleidsvorming op het niveau van de Unie te ondersteunen. Daarnaast komen er ook projecten die de tenuitvoerlegging van de Small Business Act voor Europa ondersteunen. Ook de financiering van ondersteunende acties die rechtstreeks verband houden met de realisatie van deze doelstellingen wordt overwogen: vergaderingen, studies, voorlichting en publicaties, deelname aan studiegroepen, conferenties, workshops.
Wat gendergelijkheid betreft, zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan projecten ter bevordering van de positie van vrouwelijke ondernemers, teneinde hen te helpen op gender gebaseerde obstakels te overwinnen en teneinde in de hele Unie tot een gelijke vertegenwoordiging van mannelijke en vrouwelijke ondernemers te komen.
Bijzondere nadruk zal worden gelegd op duurzame toeristische activiteiten met als eerste prioriteit zachte mobiliteit, fietsnetwerken, ecotoerisme en natuurbescherming. Toegankelijkheid voor iedereen, in het bijzonder voor mensen met beperkte mobiliteit en kansarmen, is in dit verband eveneens van groot belang.
De Unie coördineert, bevordert en ondersteunt acties ten behoeve van duurzaam toerisme, onder meer met betrekking tot:
— |
het waarborgen van duurzaam toerisme op lange termijn door de bescherming van natuurlijk, cultureel, historisch en industrieel erfgoed; |
— |
de coördinatie en ondersteuning van de toegankelijkheid van toeristische informatie en dienstverlening voor kansarme burgers die in armoede leven, alsmede voor personen met beperkte mobiliteit; |
— |
de grensoverschrijdende coördinatie van Europese fietsnetwerken, samen met informatie en dienstverlening met betrekking tot trein- en busvervoer over lange afstanden. |
De actie „Erasmus voor ondernemers” beoogt het ondernemerschap in Europa te stimuleren, kennis en goede praktijken uit te wisselen, alsook zeer nuttige netwerken en partnerschappen te creëren.
Gelet op de huidige moeilijke economische situatie is het absoluut noodzakelijk om de Europese bedrijven – met name jonge innovatieve starters en vrouwelijke ondernemers – te ondersteunen en om het ondernemerschap te bevorderen door voldoende middelen toe te wijzen aan programma's zoals het Programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme). Met name het programma „Erasmus voor jonge ondernemers” is zeer succesvol gebleken en kan op een doeltreffende manier bijdragen tot de bestrijding van de werkloosheid in heel Europa.
De financiële middelen voor het programma „Erasmus voor jonge ondernemers” moeten worden verhoogd om met name de volgende redenen:
— |
het programma draagt bij aan de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen; |
— |
het programma kent veel succes en heeft een toenemend aantal deelnemers over de afgelopen jaren, een aantal dat naar verwacht verder zal toenemen; |
— |
het programma pakt het jeugdwerkloosheidsprobleem doeltreffend aan door werkloze jongeren te helpen als zelfstandige van start te laten gaan en bestaande kmo's te helpen banen te scheppen in het kader van de uitbreiding en/of internationalisering van hun activiteiten; |
— |
het aantal aanvragen overtreft ruimschoots de capaciteit van de Commissie om daar met de huidig beschikbare middelen aan te voldoen. |
Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particulier ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, met name rekening houdend met financiering in natura door CESES als bijdrage aan Unieprojecten.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1 onder a) tot en met c).
02 02 02
Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
174 791 725 |
99 027 161 |
140 657 588 |
71 204 126 |
|
|
Toelichting
Dit krediet moet worden gebruikt om de toegang van kmo's tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld te verbeteren in hun start-up-, groei- en overdrachtsfase.
Een leninggarantiefaciliteit (LGF) zal tegengaranties, directe garanties en andere risicodelingsregelingen bieden voor a) schuldfinanciering, die de specifieke moeilijkheden moet verminderen waarmee levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen worden geconfronteerd om toegang te krijgen tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hogere risico of van onvoldoende beschikbaar onderpand en voor b) effectisering van kmo-schuldfinancieringsportefeuilles.
Een eigenvermogensfaciliteit voor groei (equity facility for growth — EFG) moet investeringen mogelijk maken in durfkapitaalfondsen die investeren in kleine en middelgrote ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name in die welke grensoverschrijdend werken. De mogelijkheid moet bestaan om te investeren in fondsen voor de allereerste beginfase, in combinatie met de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020. In gevallen van gezamenlijke investeringen in meerfasefondsen zullen investeringen pro rata uit de EFG van Cosme en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020 worden geboden. Steun van de EFG wordt verleend rechtstreeks door het Europees Investeringsfonds (EIF) of andere met de tenuitvoerlegging namens de Commissie belaste organisaties, of door paraplufondsen of investeringsmechanismen die grensoverschrijdend investeren.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1 onder d).
02 02 51
Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
37 284 452 |
p.m. |
26 666 655 |
86 784 452,— |
117 915 798,60 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 239 van 16.8.1989, blz. 33).
Besluit 91/179/EEG van de Raad van 25 maart 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor koper (PB L 89 van 10.4.1991, blz. 39).
Besluit 91/319/EEG van de Raad van 18 juni 1991 tot herziening van het programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 175 van 4.7.1991, blz. 32).
Besluit 91/537/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor nikkel (PB L 293 van 24.10.1991, blz. 23).
Besluit 92/278/EEG van de Raad van 18 mei 1992 tot goedkeuring van de consolidatie van het Centrum voor industriële samenwerking EG-Japan (PB L 144 van 26.5.1992, blz. 19).
Besluit 93/379/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende een meerjarenprogramma van communautaire acties ter versterking van de prioritaire krachtlijnen en ter verzekering van de continuïteit en de consolidatie van het beleid ten aanzien van de ondernemingen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 68).
Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55).
Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 25).
Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).
Besluit 2001/221/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende deelname van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor lood en zink (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 21).
Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor rubber (PB L 215 van 10.8.2002, blz. 13).
Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).
Beschikking nr. 593/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 268 van 16.8.2004, blz. 3).
Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).
Besluit 2006/77/EG van de Commissie van 23 december 2005 tot oprichting van een groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 43).
Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
02 02 77
Proefprojecten en voorbereidende acties
02 02 77 02
Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 03
Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
835 000 |
0,— |
1 169 218,79 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 06
Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
323 109,97 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), met name artikel 5.
Artikel 195 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
02 02 77 07
Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
484 905,16 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 08
Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
1 252 000 |
2 000 000 |
2 000 000 |
1 890 586,39 |
999 176,05 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Met het Verdrag van Lissabon heeft de Unie voor het eerst bevoegdheden gekregen op het gebied van toerisme. Deze voorbereidende actie heeft tot doel grensoverschrijdende thematische toeristische producten te steunen die uiting geven aan, met name, het gemeenschappelijk Europees cultureel en industrieel erfgoed, alsmede aan lokale tradities, en zal daarbij voortbouwen op eerdere acties op dit gebied en op de ervaring van andere internationale partners en organisaties, zoals de Raad van Europa, de Wereldorganisatie voor Toerisme van de VN (UNWTO) en de European Travel Commission (ETC).
Met name zal met deze voorbereidende actie de diversificatie van het aanbod van toeristische producten worden bevorderd, teneinde de Europese toeristische sector te stimuleren om concurrerender te worden. Er bestaan uitstekende mogelijkheden voor groei binnen een aantal transnationale thematische toeristische producten en diensten, zoals culturele en industriële routes die verschillende regio's van de lidstaten doorkruisen. Deze Europese en transnationale toeristische producten moeten ook worden bevorderd in derde landen, in nauwe samenwerking met de ETC, om het beeld van Europa als unieke bestemming op de langeafstandsmarkt te versterken.
De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:
— |
bijdragen aan de verbetering van de algemene kwaliteit van toeristische producten en bestemmingen in de gehele Unie, door het financieren van grensoverschrijdende toeristische projecten; |
— |
het verder ontwikkelen van culturele producten en toerisme als integraal onderdeel van een duurzame economie en ter ondersteuning van regionale economieën; |
— |
het bevorderen van toerisme in reconversieregio's, ter bevordering van werkgelegenheid en groei in deze regio's; |
— |
de oprichting van een netwerk van belanghebbenden en beleidsmakers, met name op het gebied van cultureel en industrieel toerisme, op regionaal, nationaal en EU-niveau; |
— |
het bevorderen van de waarde van culturele producten en cultureel toerisme binnen Europa en het versterken van het imago van Europa als de voornaamste toeristische bestemming ter wereld; |
— |
het ondersteunen van transnationale culturele of industriële thema's en producten die kunnen bijdragen aan een groeiend besef van de Europese identiteit. |
In het kader van deze voorbereidende actie moet de steun voor projecten in verband met Europese culturele routes (erkend door de Raad van Europa en andere instanties) worden voortgezet.
Omdat deze routes verschillende regio's of landen doorkruisen, vormen zij een goed uitgangspunt voor het onder de aandacht brengen van de verscheidenheid en complexiteit van het Europese culturele toerisme.
Culturele routes kunnen van groot belang zijn voor het toerisme, maar zijn nog grotendeels onbenut. Ze zijn transnationaal en vertegenwoordigen het gemeenschappelijk Europees erfgoed en de Europese waarden. Daarnaast worden de routes gezien als een duurzaam, ethisch en sociaal model, op basis van lokale kennis, vaardigheden en erfgoed, waarbij vaak minder bekende Europese bestemmingen onder de aandacht worden gebracht.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 09
Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
305 000 |
690 000 |
1 035 000 |
1 000 000,— |
346 162,16 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon behoort ook toerisme tot de bevoegdheden van de Unie, die de maatregelen van de lidstaten op dit gebied kan coördineren en aanvullen. Om deze nieuwe belangrijke taak van de Unie te bevorderen, werd voorgesteld in 2012 een voorbereidende actie te starten gericht op het voorbereiden van toekomstige initiatieven op het gebied van toerisme en toegankelijkheid. Het voornaamste doel is het creëren van een groter bewustzijn van toegankelijkheid in toerisme, met bijzondere aandacht voor handicaps en de speciale behoeften van bepaalde categorieën personen. Het is zo dat, ondanks de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap door alle lidstaten, een groot aantal personen met een handicap nog altijd moeilijk toegang hebben tot toerisme- en vervoersdiensten.
De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:
— |
het vergroten van het bewustzijn bij het publiek, onder andere door middel van voorlichtingscampagnes, van de toegankelijkheid van toerisme en diensten, alsook het verbeteren van de dialoog met en de samenwerking tussen organisaties van personen met een handicap, personen met speciale behoeften in het algemeen en de toerisme-industrie, teneinde een meer inclusieve samenleving en een kwalitatief hoogwaardig vrij verkeer van personen in Europa te bevorderen; |
— |
het bevorderen van het ontwikkelen van specifieke opleidingen voor personeel in het omgaan met personen met een handicap, met name op het gebied van brandpreventie en de veiligheid van accomodaties in het algemeen; |
— |
het ontwikkelen van bekwame, goed opgeleide en goed geïnformeerde burgers en beroepsbeoefenaren in verband met het concept van gastvrijheid en toegankelijkheid, door middel van nauwe samenwerking en synergie-effecten met universiteiten en scholen; |
— |
het stimuleren en belonen van Europese bestemmingen die van toegankelijkheid een topprioriteit van hun aanbod maken; |
— |
het bevorderen van een beter gebruik van innovatie voor het verbeteren van de toegankelijkheid van toerismediensten voor iedereen; |
— |
het bevorderen van het aanpassen van toeristische producten aan de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften in het algemeen; |
— |
het leveren van een bijdrage aan de totstandbrenging van een gunstig en toegankelijk klimaat voor personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften op alle gebieden, in het bijzonder op het gebied van vervoer, accommodatie, de horeca en toerismediensten in het algemeen; |
— |
het bevorderen van campagnes en voorlichtingsacties in verband met de rechten van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften bij buitenlandse reizen, om klanten beter te informeren en een betere toegankelijkheid te waarborgen; |
— |
het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking om de toegankelijkheid in de toerismesector te vergroten en in het bijzonder personen met een handicap en speciale behoeften, zowel Europeanen, als onderdanen van derde landen, beter in staat te stellen hun rechten uit te oefenen; |
— |
het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling (op de lange termijn) van gemeenschappelijke minimumnormen inzake toegankelijkheid, op basis van kwaliteit, voor alle aan toerisme gerelateerde gebieden en alle burgers, met inbegrip van personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften. |
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 10
Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
1 310 000 |
p.m. |
1 000 000 |
2 000 000,— |
187 032,61 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 11
Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
374 000 |
p.m. |
286 000 |
0,— |
285 738,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 12
Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
337 000 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
580 599,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 13
Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
350 000 |
p.m. |
350 000 |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 14
Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
500 000 |
0,— |
845 213,80 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 15
Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 16
Proefproject – Over de toekomst van industriële productie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 000 000 |
500 000 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.
Dit proefproject gaat scenario's onderzoeken om Europa te herindustrialiseren, alsook zaken in verband met werkgelegenheid in lijn met de doelstelling om het aandeel van de industrie in het Europese bbp te verhogen van zijn huidig niveau van ongeveer 16 % naar 20 % tegen 2020.
Het zal tevens de aanbevelingen van de Commissie uitvoeren, de uitwisseling van optimale werkmethoden vergemakkelijken dankzij de expertise en de steun van het EU-agentschap Eurofound en zal tevens het toezicht op de prestaties als onderdeel van het Europese Semester en de landgebonden aanbevelingen worden ondersteund.
In dit proefproject ligt de nadruk op industriële productie — als prioriteit genoemd in de geactualiseerde mededeling van de Commissie over het industriebeleid, waarin de gedetailleerde strategie wordt uiteengezet om een aantal van de factoren aan te pakken die kunnen bijdragen aan economisch herstel. Naast de context van het industriebeleid zal het project een duidelijke werkgelegenheidsdimensie hebben waarin kwesties worden behandeld in verband met nieuwe banen en herintreding op de arbeidsmarkt, de herstructurering van tendensen, de genderdimensie, bijscholing van vaardigheden, ondernemerschap, en de activiteiten van kleine en middelgrote ondernemingen op markten buiten de Unie.
In dit proefproject worden methoden onderzocht en gehanteerd met het oog op de toekomst van industriële productie. Het proefproject moet met name:
— |
een Europese herindustrialiseringsstrategie steunen die in staat is te reageren op de snel veranderende omstandigheden i.v.m. de mondialisering; |
— |
onderzoeken wat de stuwende krachten zijn voor een positieve ontwikkeling in de industriële productie waarbij de gevolgen voor de werkgelegenheid centraal staan. uitgaan van het gegeven dat een opleving van de Europese industriële productie in bepaalde opzichten meer economisch dan technologisch is: stilstaan bij het feit dat, aangezien arbeidsbesparende technologieën de behoefte aan de productieve factor arbeid verkleinen, arbeidskosten in de industriële productie minder van belang zullen zijn voor de locatie van die activiteit. Verder kan de loonkloof tussen Europa en de rest van de wereld mettertijd alleen maar kleiner worden; |
— |
een gedetailleerd kwantitatief onderzoek omvatten van de werkgelegenheidsdimensie: er zijn goede redenen om aan te nemen dat de meeste van de nieuwe banen die worden gecreëerd als gevolg van het behoud en de toename van de industriële productie in Europa in feite verband houden met niet-industriële activiteiten, zoals zakelijke dienstverlening, onderzoek en ontwikkeling, verkoop en marketing, en andere stadia van de industriële toeleveringsketen; hierdoor zullen de positieve effecten op de werkgelegenheid exponentieel toenemen; |
— |
studies uitvoeren die deze neveneffecten voor de werkgelegenheid in kaart brengen, in de vorm van kwantitatieve analyses waarmee een schatting wordt gemaakt van de „vervangende en aanvullende” effecten; |
— |
onderzoeken hoe de vooruitgang in het industriebeleid en de industriële prestaties kan worden omgezet in groei van de werkgelegenheid — om „banenrijke” groei aan te moedigen; |
— |
een groot aantal casestudies omvatten die onderzoeken waarom grote bedrijven hun industriële activiteiten in Europa houden of terughalen naar Europa, waardoor er banen worden gecreëerd in kernsectoren en in de hele toeleveringsketen; |
— |
een aantal cruciale opkomende dimensies van het ondernemerschap opnemen, bv. met betrekking tot „Born Global” (d.w.z. beginnende bedrijven die meteen wereldwijd opereren); deze bedrijven zijn vaak zeer high-tech geöriënteerd, bijvoorbeeld op het vlak van biowetenschappen en ICT; dit aspect is nauw verbonden met het actieplan Ondernemerschap 2020 en een van de streefcijfers daarvan: 25 % van de kmo’s moet actief zijn op markten buiten de Unie; |
— |
onderzoeken wat de bestaande neveneffecten vandaag de dag betekenen voor mannen- en vrouwenbanen en voor de verdeling over de geslachten in de toekomst; |
— |
de kwestie van bijscholing van vaardigheden onderzoeken, met name als een strategisch instrument voor structurele veranderingen, en overwegen om samen met een ander EU-agentschap, Cedefop, een diepteonderzoek in te stellen naar duale stelsels en beroepsopleidingen om zo een centrum te vormen van werknemers en onderzoekers in de industrie. |
Eurofound en het bijbehorende EMCC (Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces) zijn geschikt om het proefproject uit te voeren.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 17
Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Kmo's in Europa hebben te maken met de uitdaging van ouder wordende ondernemers wier bedrijven zullen verdwijnen indien ze geen opvolger hebben. Gezien het grote aantal faillissementen waarbij in ieder geval een deel van de bedrijfsactiviteiten winstgevend is, zijn er aanzienlijke mogelijkheden om bedrijfsactiviteiten en banen te behouden. Bij een bedrijfssluiting gaan niet alleen banen verloren, maar ook kennis, producten en dienstverlening, alsmede indirecte werkgelegenheid bij leveranciers en plaatselijke dienstverleners. Vooral voor kmo’s is het moeilijk om een overname voor te bereiden, vanwege het gebrek aan tijd, geld en kennis. Een gebrekkige voorbereiding van een bedrijfsovername leidt tot moeilijkheden bij het vinden van een rechtsopvolger en fondsen, en bij de reorganisatie van het bedrijf.
Het proefproject dient voor de ontwikkeling en uitvoering van concrete acties om bij te dragen tot succesvolle overdrachten van ondernemingen, met participatie van werknemers. Dit proefproject hangt samen met het verslag van de door commissaris Tajani fn gestarte werkgroep coöperaties. Het proefproject heeft als algemene doelstelling om de overdracht van gezonde bedrijven aan werknemers en buy-outs door het personeel van gefailleerde bedrijven, in de vorm van een coöperatie, te vergemakkelijken. De ervaring leert dat bij hersctructureringen het coöperatiemodel het vaakst gekozen wordt door de werknemers. Dit proefproject zal ertoe bijdragen dat ondernemers, werknemers, vakbonden, bedrijfs- of handelsverenigingen, verleners van bedrijfsondersteunende diensten en de overheid zich meer bewust worden van de meerwaarde van deze wijze van overdracht van ondernemingen. Mislukkingen kunnen vaak worden voorkomen door de overdrachten ruim van tevoren te plannen en hulp van specialisten in te roepen. Maatregelen om te zorgen voor succesvolle overdrachten van ondernemingen moeten daarom worden beschouwd als investering en niet als kostenpost. Het project dient daarnaast voor het ontplooien van ondersteunende activiteiten om bedrijfseigenaars bewust te maken van de noodzaak van een tijdige voorbereiding. Gebleken is dat hoe langer van tevoren de overdracht wordt voorbereid, hoe hoger de kans op succes is. De lidstaten moeten zich actief inzetten voor begeleiding en ondersteuning op het gebied van overdracht van kennis en kernvaardigheden die van belang zijn voor overdrachten van ondernemingen aan werknemers in de vorm van coöperaties. De belangrijkste doelgroepen van dit proefproject zijn ondernemers en werknemers in het midden- en kleinbedrijf.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 18
Proefproject — Vrouwelijke business angels
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 000 000 |
250 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Europa benut zijn ondernemerspotentieel niet volledig en blijft achter wat betreft startende ondernemingen en niet in loondienst verrichte arbeid. Met name vrouwen voelen er weinig voor hun eigen onderneming op te zetten. De Unie beseft dat vrouwelijk ondernemerschap moet worden bevorderd en ondersteund teneinde het concurrentievermogen van Europa te versterken.
Een van de belangrijkste obstakels voor vrouwen in het algemeen is hun gebrekkige toegang tot financiering. Studies laten zien dat het voor vrouwelijke ondernemers aanzienlijk moeilijker is om leningen te krijgen dan voor hun mannelijke partners. Tegelijkertijd ontbreekt het hen ook aan toegang tot de desbetreffende technische, wetenschappelijke en algemene bedrijfsnetwerken. Deze netwerken zijn in veel opzichten van essentieel belang voor het creëren en uitbreiden van een onderneming, allereerst voor het vinden van investeerders, compagnons en mentoren.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 19
Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
750 000 |
375 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Europa kan profiteren van het groeiende aantal toeristen uit de hele wereld, waardoor het BBP van de toeristische sector kan toenemen. Dit kan leiden tot aanzienlijke economische groei, onder meer doordat duurzame werkgelegenheid wordt geschapen. Europa moet voorbereid zijn op de problemen en uitdagingen van de komst van meer bezoekers uit landen met andere culturen, zoals China. Europa moet de concurrentie aangaan om de belangrijkste economie op toeristisch gebied te worden.
De laatste paar decennia is het toerisme een van de grootste en snelst groeiende economische sectoren in de wereld geworden. Het aantal bezoeken door toeristen is toegenomen van 278 miljoen in 1980 tot 1 035 miljoen in 2012, en zal naar verwachting toenemen met gemiddeld 3,3 % per jaar tot aan 2030. Europa blijft 's werelds belangrijkste toeristische bestemming, en is goed voor de helft van alle internationale toeristische bezoeken wereldwijd. Van die bezoeken gaan er driekwart naar de lidstaten. Deze positie wordt echter bedreigd door nieuwe toeristische bestemmingen in opkomende economieën.
De afgelopen paar jaar is het aantal toeristen uit opkomende economieën als Brazilië, Rusland, China en India gestegen. Uit de statistieken blijkt dat het aantal visa dat in 2011 aan Chinese toeristen werd afgegeven 1 026 000 bedroeg, tegenover 560 000 in 2008. In 2011 besteedden buitenlandse bezoekers ruim 330 miljard EUR. Dit zou volgens recente schattingen kunnen oplopen tot 430 miljard EUR in 2022. In 2012 ging de campagne „Europe – Whenever you're ready” van start, waarin aandacht werd besteed aan het cultureel en natuurlijk erfgoed van Europa en die gericht was op toeristen uit met name Brazilië, India en China. Dit programma was een groot succes en heeft belangrijke resultaten bereikt inzake de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van het gemeenschappelijk visabeleid. Visaversoepeling heeft het aantal toeristische bezoeken uit de desbetreffende landen doen toenemen met 5-25 %. Het gaat echter niet alleen om visa, omdat alle buitenlandse bezoekers uiteenlopende behoeften en verwachtingen hebben.
Van de bovengenoemde opkomende economieën moet vooral aandacht zijn voor China, waar de snelst groeiende groep toeristen ter wereld van afkomstig is. Volgens het verslag van de Wereldorganisatie voor Toerisme over de Chinese Outbound Travel Market (2013), zal de geneigdheid van Chinese toeristen om naar het buitenland te reizen naar verwachting de komende decennia toenemen. Bovendien is Europa, buiten Azië en de Pacifische regio, de belangrijkste bestemming voor Chinese reizigers. Aangezien Europa hoog op het wensenlijstje van Chinese toeristen staat, moet worden bekeken hoe de ontvangst van Chinese toeristen in de lidstaten verbeterd kan worden. Er is hierbij behoefte aan wederzijds begrip en permanente training van personeel in de toeristische sector in heel Europa.
Bovendien moet Europa voorbereid zijn op de uitdagingen die het grote aantal Chinese toeristen met zich meebrengt, onder meer wat betreft openbare veiligheid, vreemdelingenrecht en de mogelijkheid van racisme en vreemdelingenhaat, voortvloeiend uit de culturele verschillen tussen onze samenlevingen.
Het proefproject heeft de volgende hoofddoelstellingen:
— |
vergemakkelijken van de ontwikkeling van netwerken en de uitwisseling van beste praktijken tussen overheden en vertegenwoordigers uit de toeristische sector; |
— |
stimuleren van mogelijkheden voor het creëren van nieuwe en duurzame arbeidsplaatsen in de dienstensector in heel Europa; |
— |
starten van een professionele en structurele dialoog tussen Unie-instellingen; |
— |
inventariseren van beste praktijken betreffende het profiel van Chinese reizigers (hoe kunnen we ze beter ontvangen) en bevordering daarvan binnen de Europese toeristische sector, met inbegrip van dienstverleners (hotels, restaurants); |
— |
verbeteren van de dialoog en samenwerking tussen Chinese en Europese touroperators en reisbureaus; |
— |
vergemakkelijken van de ontwikkeling van specifieke training voor werknemers (zoals verbetering van talen- en culturele kennis); |
— |
opzetten van bewustmakingscampagnes op het gebied van multiculturalisme, in samenwerking met Chinese culturele instellingen (Confucius Instituten); |
— |
stimuleren van de aanpassing van toeristische producten en diensten aan de behoeften van Chinese toeristen, onder meer door marketingtools (websites/flyers in het Chinees), en het onder de aandacht brengen daarvan op Chinese sociale netwerken (Weibo); |
— |
verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking om het imago van Europa en van de Europese identiteit te versterken (eventueel door dit project te koppelen aan de voorbereidende actie „Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten”), bijvoorbeeld door een promotiefilm in het Chinees over de Unie te produceren. |
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 20
Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Met het oog op de grote maatschappelijke uitdagingen heeft de Unie het Horizon 2020-programma opgezet, een investeringsprogramma voor O&O om een concurrerend en duurzaam Europa te bereiken; daarnaast heeft de Unie, om de verschillende regio's in de Unie op de goede weg te helpen door middel van slimme regionale specialisatie, het initiatief voor onderzoek en innovatiestrategieën voor slimme specialisatie (RIS3) opgezet.
Dit proefproject dient om Horizon 2020 en RIS3 beter aan elkaar te koppelen, zodat zowel de benutting van O&O-resultaten als de regionale economische convergentie versneld kunnen worden. Hoewel Horizon 2020 en RIS3 beide zeer goed opgezette programma's zijn, zal een koppeling tussen die programma's gericht op sociale en economische convergentie tussen verschillende regio's van de Unie hun doeltreffendheid nog verder vergroten.
Het proefproject TREC omvat een aanbesteding gericht op Europese technologiecentra en de daarmee verband houdende industriële clusters, waarbij aan de volgende vereisten voldaan moet worden:
— |
clusters vertegenwoordigen die zijn geselecteerd in hun regionale strategische RIS3-plannen; |
— |
een gemeenschappelijk voorstel presenteren van clusters uit tenminste drie lidstaten; |
— |
een volledig economisch beeld van de clusters geven; |
— |
bereidheid tot het delen van informatie en beste praktijken. |
Van de kandidaten moeten er tenminste drie worden geselecteerd, die financiering ontvangen voor een project met de volgende elementen:
— |
een volledige benchmark van de clusters; |
— |
de vaststelling van knelpunten en mogelijkheden voor verbetering; |
— |
het inventariseren van beschikbare O&O-resultaten en de mogelijkheden voor toepassing daarvan; |
— |
het opzetten van een investerings- en trainingsplan om aan de vastgestelde behoeften tegemoet te komen; |
— |
de uitvoering van investeringen in technologie en de geformuleerde trainingsplannen; |
— |
het evalueren en verspreiden van de verkregen resultaten. |
Aangezien het lastig is de benodigde duur van en investeringen in het proefproject te bepalen, bestaat het uit twee verschillende fasen: de eerste fase betreft de eerste vier bovengenoemde activiteiten, terwijl de tweede fase betrekking heeft op de implementatie, evaluatie en verspreiding.
De eerste fase kan tot een jaar duren. De benodigde Uniefinanciering bedraagt ongeveer een 500 000 EUR. Inschattingen voor de tweede fase: tot drie jaar en tot 4 000 000 EUR, mede te financieren door de deelnemende ondernemingen en/of landen.
Wat de resultaten betreft moeten de geselecteerde projecten een productiviteitsverhoging per cluster opleveren van minstens 10 %, en een homogenisering van circa +/– 3 % tussen de clusters in de verschillende landen.
Het einddoel van dit voorstel is het analyseren van de gevolgen van specifieke industriebeleidsmaatregelen die uitgevoerd kunnen worden door de Unie. Het proefproject TREC dient om te onderzoeken wat de beste manieren zijn voor een innovatieve entiteit om innovatie toe te passen voor een betere benutting van O&O-resultaten en voor het verlagen van de werkloosheid, om zo bij te dragen aan de groei en werkgelegenheid in de Unie.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 02 77 21
Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
|
|
Toelichting
De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:
— |
het diversifiëren van het toeristische aanbod in Europa; |
— |
het verminderen van de invloed van de seizoenen voor Europese bestemmingen; |
— |
het versterken van het profiel van Europa als één enkele toeristische bestemming. |
Het logo van Unesco is wereldberoemd. Het staat garant voor het bijzondere culturele belang van een locatie, maar er worden tevens nieuwe toeristenstromen mee aangetrokken. Samenwerking met Unesco, een gespecialiseerde VN-organisatie, kan van essentieel belang zijn voor de intensivering van de internationale samenwerking met de VN en de ontwikkeling van een regionale strategie voor de promotie van Europese locaties op de Unesco-lijst. Een kaart met toonaangevende Unesco-locaties die zijn ingedeeld op thema (bijv. middeleeuwse steden, subaquatisch erfgoed, Griekse/Romeinse archeologische vindplaatsen) of op het verhaal waarin hun gemeenschappelijke elementen samenkomen, zal bijdragen aan de bevordering van cultureel toerisme op zowel binnenlandse als langeafstandsmarkten. Er kunnen verschillende communicatie-instrumenten worden ontwikkeld op basis van een Europese kaart met Unesco-locaties. Met deze voorbereidende actie wordt beoogd verder onderzoek te doen naar het verband tussen toerisme en cultuur.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 02 03 — INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
02 03 |
|||||||||
INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID |
|||||||||
02 03 01 |
Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie |
1,1 |
18 696 000 |
14 012 346 |
18 100 000 |
16 210 176 |
20 871 845,95 |
15 929 083,16 |
113,68 |
02 03 02 |
|||||||||
Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen |
|||||||||
02 03 02 01 |
Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI |
1,1 |
17 843 714 |
16 100 331 |
17 370 000 |
12 968 141 |
25 046 337,60 |
17 163 706,81 |
106,60 |
02 03 02 02 |
Ondersteuning van organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen |
1,1 |
3 816 286 |
2 175 774 |
3 700 000 |
2 778 887 |
2 273 271,48 |
269 308,59 |
12,38 |
|
Artikel 02 03 02 — Subtotaal |
|
21 660 000 |
18 276 105 |
21 070 000 |
15 747 028 |
27 319 609,08 |
17 433 015,40 |
95,39 |
02 03 03 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten |
1,1 |
7 800 000 |
7 800 000 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
0 |
02 03 77 |
|||||||||
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||||
02 03 77 01 |
Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie |
2 |
p.m. |
597 360 |
p.m. |
373 350 |
0,— |
373 350,— |
62,50 |
|
Artikel 02 03 77 — Subtotaal |
|
p.m. |
597 360 |
p.m. |
373 350 |
0,— |
373 350,— |
62,50 |
|
Hoofdstuk 02 03 — Totaal |
|
48 156 000 |
40 685 811 |
39 170 000 |
32 330 554 |
48 191 455,03 |
33 735 448,56 |
82,92 |
02 03 01
Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
18 696 000 |
14 012 346 |
18 100 000 |
16 210 176 |
20 871 845,95 |
15 929 083,16 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de maatregelen die moeten bijdragen tot de werking van de interne markt:
— |
harmonisatie van normen en totstandbrenging van een informatiesysteem op het gebied van normen en technische voorschriften; |
— |
financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties; |
— |
onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten, de EVA-staten en Turkije kennisgegeving is gedaan en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften; |
— |
toepassing van het EU-recht op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, geneesmiddelen, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en preparaten, auto’s en veiligheid, speelgoed, wettelijke metrologie en voorverpakking en kwaliteit van het milieu; |
— |
sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren; |
— |
maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel voor de infrastructuren als voor het markttoezicht; |
— |
uitvoeringsmaatregelen voor Verordening (EG) nr. 764/2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht; |
— |
uitvoeringsmaatregelen voor Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie; |
— |
organisatie van partnerschappen met de lidstaten, steun voor administratieve samenwerking tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor markttoezicht en de tenuitvoerlegging van de internemarktwetgeving; |
— |
subsidies ter ondersteuning van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie; |
— |
informatie- en communicatieacties, verbetering van de kennis van de wet- en regelgeving van de Unie; |
— |
uitvoering van het strategische programma voor de interne markt en toezicht op de markt; |
— |
subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor technische goedkeuring (EOTA); |
— |
subsidie voor de Raad van Europa in het kader van het Verdrag inzake een Europese farmacopee; |
— |
deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie; |
— |
maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, in het bijzonder die welke voortvloeien uit het verslag over de evaluatie van REACH (COM(2013) 49). |
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, zoals onderhoud, actualisering en ontwikkeling van IT-systemen die met technische verordeningen verband houden, alsook alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd).
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 34, 35 en 36.
Richtlijn 75/107/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake flessen, gebruikt als tapmaat (PB L 42 van 15.2.1975, blz. 14).
Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (PB L 46 van 21.2.1976, blz. 1).
Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).
Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG (PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40).
Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).
Richtlijn 89/105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg (PB L 40 van 11.2.1989, blz. 8).
Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).
Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).
Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).
Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).
Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 74 van 27.3.1993, blz. 74).
Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).
Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).
Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).
Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).
Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).
Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 60 van 1.3.1997, blz. 59).
Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).
Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).
Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).
Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).
Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).
Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).
Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21).
Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).
Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).
Verordening (EG) nr. 2580/2000 van de Raad van 20 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).
Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).
Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).
Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).
Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).
Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 15).
Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).
Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).
Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).
Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).
Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).
Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (PB L 135 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1).
Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 17).
Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
Richtlijn 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 6).
Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PB L 106 van 28.4.2009, blz. 7).
Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).
Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).
Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).
Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).
Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).
Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, uitstoot van motorvoertuigen, explosieven, pyrotechnische artikelen, kabelbaaninstallaties, enz.
Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.
02 03 02
Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen
02 03 02 01
Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
17 843 714 |
16 100 331 |
17 370 000 |
12 968 141 |
25 046 337,60 |
17 163 706,81 |
Toelichting
In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:
— |
de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor normalisatie (CEN) en Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen; |
— |
de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten; |
— |
de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten; |
— |
versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten; |
— |
bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop; |
— |
steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan; |
— |
acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie; |
— |
de secretariaten van de technische comités; |
— |
de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen; |
— |
onderzoek van de overeenstemming van ontwerpnormen met de betrokken mandaten; |
— |
samenwerkings- en bijstandsprogramma's voor derde landen; |
— |
de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken; |
— |
de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden; |
— |
de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten; |
— |
de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.). |
De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te brengen door overleg met de voornaamste betrokkenen: bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, van het midden- en kleinbedrijf, nationale en Europese normalisatie-instellingen, uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.
In het geval van IT-apparatuur zijn met het oog op de interoperabiliteit in Beschikking 87/95/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de normalisatie op het gebied van de informatietechnologieën en de telecommunicatie (PB L 36 van 7.2.1987, blz. 31) specifieke bepalingen opgenomen volgens welke de lidstaten ervoor moeten zorgen dat in overheidsopdrachten Europese of internationale normen worden vermeld.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
02 03 02 02
Ondersteuning van organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
3 816 286 |
2 175 774 |
3 700 000 |
2 778 887 |
2 273 271,48 |
269 308,59 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de werking en de activiteiten van Europese niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die de belangen van het mkb en de consumenten, alsmede de belangen van het milieu en de samenleving bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen.
Zulke vertegenwoordiging bij normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau maakt deel uit van het statutair doel van deze organisaties en zij hebben van nationale non-profitorganisaties uit ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht gekregen deze belangen te vertegenwoordigen.
Bijdragen aan deze Europese organisaties werden vroeger gedekt door het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het consumentenbeleid en het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+). In Verordening (EU) nr. 1025/2012 zijn de door specifieke programma's gefinancierde acties op het gebied van normalisatie in één rechtshandeling samengebracht.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).
Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 17).
Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
02 03 03
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
7 800 000 |
7 800 000 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).
Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.
In 2015 zullen de „Ontvangsten uit vergoedingen en rechten” van het Agentschap en het overschot dat van het voorgaande jaar werd overgedragen, niet volstaan om de verwachte uitgaven te dekken. Bijgevolg is een subsidie van de Commissie nodig. De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 7 800 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
02 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties
02 03 77 01
Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
597 360 |
p.m. |
373 350 |
0,— |
373 350,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 02 04 — HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
02 04 |
|||||||||
HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN |
|||||||||
02 04 02 |
|||||||||
Industrieel leiderschap |
|||||||||
02 04 02 01 |
Leiderschap in de ruimte |
1,1 |
176 847 152 |
113 594 175 |
161 352 331 |
14 704 483 |
|
|
|
02 04 02 02 |
De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
02 04 02 03 |
Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen |
1,1 |
35 905 989 |
17 650 787 |
32 512 243 |
2 962 930 |
|
|
|
|
Artikel 02 04 02 — Subtotaal |
|
212 753 141 |
131 244 962 |
193 864 574 |
17 667 413 |
|
|
|
02 04 03 |
|||||||||
Maatschappelijke uitdagingen |
|||||||||
02 04 03 01 |
Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen |
1,1 |
77 604 264 |
30 583 047 |
69 306 327 |
5 986 022 |
|
|
|
02 04 03 02 |
Veilige Europese samenlevingen bevorderen |
1,1 |
153 235 857 |
51 650 398 |
138 347 362 |
10 865 760 |
|
|
|
|
Artikel 02 04 03 — Subtotaal |
|
230 840 121 |
82 233 445 |
207 653 689 |
16 851 782 |
|
|
|
02 04 50 |
|||||||||
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
|||||||||
02 04 50 01 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020) |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
02 04 50 02 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014) |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
49 488 811,88 |
29 980 793,09 |
|
|
Artikel 02 04 50 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
49 488 811,88 |
29 980 793,09 |
|
02 04 51 |
Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013) |
1,1 |
p.m. |
179 347 726 |
p.m. |
410 942 214 |
778 917 543,17 |
623 488 946,47 |
347,64 |
02 04 52 |
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007) |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
502 883,55 |
|
02 04 53 |
Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013) |
1,1 |
p.m. |
36 262 756 |
p.m. |
41 095 242 |
69 707 100,72 |
62 867 685,26 |
173,37 |
02 04 77 |
|||||||||
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||||
02 04 77 01 |
Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's |
1,1 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
|
|
|
02 04 77 02 |
Proefproject — GVDB-onderzoek |
1,1 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
|
|
|
|
Artikel 02 04 77 — Subtotaal |
|
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 02 04 — Totaal |
|
445 593 262 |
430 088 889 |
401 518 263 |
486 556 651 |
898 113 455,77 |
716 840 308,37 |
166,67 |
Toelichting
Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.
Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.
Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europees onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.
Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor communautaire actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.
Dit krediet zal worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).
Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Aanvullende kredieten zullen onder post 02 04 50 01 worden opgevoerd.
De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 02 01 05 worden opgevoerd.
02 04 02
Industrieel leiderschap
Toelichting
Deze prioriteit van Horizon 2020 moet Europa aantrekkelijker maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, en de ontwikkeling te versnellen van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Europese bedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.
02 04 02 01
Leiderschap in de ruimte
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
176 847 152 |
113 594 175 |
161 352 331 |
14 704 483 |
|
|
Toelichting
Het doel van dit krediet is:
— |
het bevorderen van een concurrerende en innovatieve ruimtevaartindustrie en onderzoeksgemeenschap om infrastructuren in de ruimte te ontwikkelen en te exploiteren die voldoen aan de toekomstige behoeften van de Unie op beleids- en maatschappelijk gebied. De grote lijnen van de activiteiten zijn: bevorderen van het Europees concurrentievermogen en van de onafhankelijkheid en innovatie van de Europese ruimtevaartsector, bevorderen van nieuwe ontwikkelingen in de ruimtevaarttechnologieën, bevorderen van de exploitatie van ruimtevaartgegevens en bevorderen van Europees onderzoek ter ondersteuning van internationale ruimtevaartpartnerschappen; |
— |
het transformeren van de huidige industriële productiemethoden tot een duurzamere en koolstofluwere productie en verwerking, met meer innovatieve producten, processen en diensten als resultaat. De nadruk zal met name worden gelegd op duurzame en koolstofarme technologieën in energie-intensieve procesindustrieën om het concurrentievermogen van procesindustrieën te vergroten door een drastische verbetering van de middelen- en energie-efficiëntie en het terugdringen van de milieugevolgen van dergelijke industriële activiteiten in de gehele waardeketen, en om koolstofarme technologieën te bevorderen. |
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).
Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder a) vi).
02 04 02 02
De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Dit krediet moet de te beperkte toegang op de markt tot risicofinanciering voor onderzoek en innovatie helpen verbeteren. De eigenvermogensfaciliteit beoogt met name investeringen in risisokapitaalfondsen die aanloopinvesteringen doen. Het zal het mogelijk maken eigen vermogen te investeren in onder meer startkapitaalfondsen, grensoverschrijdende startkapitaalfondsen, medefinancieringsfaciliteiten van „business angels” en risicokapitaalfondsen gericht op de eerste bedrijfsstadia. De eigenvermogensfaciliteit zal vraag gestuurd zijn en zal gebruikmaken van een portefeuillemethode, waarbij risicokapitaalfondsen en andere vergelijkbare intermediairs de bedrijven selecteren waarin zal worden geïnvesteerd.
Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).
Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder b).
02 04 02 03
Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
35 905 989 |
17 650 787 |
32 512 243 |
2 962 930 |
|
|
Toelichting
Het doel van dit krediet is:
— |
financiering te verstrekken voor het in het kader van het Cosme-programma ingestelde Enterprise Europe Network voor zijn versterkte diensten in verband met Horizon 2020. De steun kan variëren van betere voorlichtings- en adviesdiensten door hulpverlening bij het zoeken van de juiste partners voor kleine en middelgrote ondernemingen die grensoverschrijdende innovatieprojecten willen ontwikkelen, tot het verstrekken van innovatieondersteunende diensten; |
— |
de aanvulling en tenuitvoerlegging van specifieke kmo-maatregelen in het kader van Horizon 2020 te ondersteunen, met name om de innovatiecapaciteit van kleine en middelgrote ondernemingen te vergroten. Bij die activiteiten kan het gaan om bewustmakings-, voorlichtings- en verspreidingsactiviteiten, het vormen van netwerken en de uitwisseling van beste praktijken, de ontwikkeling van hoogwaardige mechanismen ter bevordering van innovatie en diensten met een sterke Europese toegevoegde waarde voor kleine en middelgrote ondernemingen (bv. op het gebied van het beheer van intellectuele eigendom en innovatiebeheer, kennisoverdracht), alsmede bijstand aan kleine en middelgrote ondernemingen om contacten aan te knopen met onderzoeks- en innovatiepartners in de hele Unie, zodat zij in staat worden gesteld zich vertrouwd te maken met nieuwe technologie en hun innovatievermogen kunnen vergroten. Bemiddelende organisaties die groepen innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigen, zullen worden uitgenodigd om met kleine en middelgrote ondernemingen die over elkaar wederzijds versterkende competenties beschikken, sector- en regio-overschrijdende activiteiten te ontplooien, om zo nieuwe industriële waardeketens tot stand te brengen; |
— |
marktgestuurde innovatie te ondersteunen met het oog op de vergroting van het innovatievermogen van bedrijven door een verbetering van de randvoorwaarden voor innovatie en het wegnemen van specifieke belemmeringen voor de groei van innovatieve bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen en middelgrote ondernemingen met een hoog groeipotentieel. Daarnaast zal gespecialiseerde steun worden verleend voor innovatie (bv. op het gebied van de exploitatie van intellectuele eigendom, netwerken van aankopende instanties, steun voor bureaus voor technologieoverdracht, strategisch ontwerp) en voor de doorlichting van overheidsbeleid met betrekking tot innovatie. |
Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particulier ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het nieuwe Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor Unieprojecten.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).
Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder c).
02 04 03
Maatschappelijke uitdagingen
Toelichting
Deze prioriteit van Horizon 2020 stemt rechtstreeks overeen met de beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen die in de Europa 2020-strategie zijn vastgesteld. Bij het uitvoeren van die activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.
02 04 03 01
Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
77 604 264 |
30 583 047 |
69 306 327 |
5 986 022 |
|
|
Toelichting
Dit krediet heeft tot doel de grondstoffenvoorziening te helpen garanderen om tegemoet te komen aan de behoeften van een groeiende wereldbevolking binnen de duurzame grenzen van de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. De activiteiten zullen gericht zijn op een verbetering van de kennisbasis over grondstoffen en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor de kosteneffectieve en milieuvriendelijke exploratie, winning, verwerking, recycling en terugwinning van grondstoffen en voor hun vervanging door economisch aantrekkelijke alternatieven.
Tevens wordt steun verleend om belemmeringen aan te pakken die in de weg staan aan de invoering van op de kringloopeconomie gerichte bedrijfsmodellen, met name door kmo's, zoals het gebruik van materialen uit afvalstromen, de ontwikkeling van industriële symbiotische processen en de opbouw van eco-industriële clusters.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).
Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder e).
02 04 03 02
Veilige Europese samenlevingen bevorderen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
153 235 857 |
51 650 398 |
138 347 362 |
10 865 760 |
|
|
Toelichting
Het doel van dit krediet is:
— |
EU-beleidsmaatregelen voor interne en externe veiligheid te steunen, en tegelijkertijd het concurrentievermogen en de technologiebasis van de veiligheidssector in de Unie te verbeteren en samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen te stimuleren. De activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van innovatieve technologieën en oplossingen die veiligheidslacunes opvullen en leiden tot de preventie van veiligheidsbedreigingen. De activiteiten hebben in het bijzonder tot doel terrorisme te bestrijden, met inbegrip van de bescherming van kritieke infrastructuur; de veiligheid te verbeteren door middel van grensbeheer; Europa beter bestand te maken tegen crises en rampen en tegelijkertijd persoonsgegevens en fundamentele mensenrechten te beschermen; |
— |
steun te verlenen voor de versterking van de empirische onderbouwing, alsook voor de Innovatie-Unie en de EOR, die nodig zijn om de ontwikkeling van innovatieve samenlevingen en beleidsmaatregelen in Europa te stimuleren door burgers, ondernemingen en gebruikers te betrekken bij onderzoek en innovatie en door gecoördineerd onderzoeks- en innovatiebeleid in de context van de mondialisering te bevorderen. |
Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particulier ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, met name rekening houdend met financiering in natura door CESES als bijdrage aan Unieprojecten.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).
Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder g).
02 04 50
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling
02 04 50 01
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
02 04 50 02
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
49 488 811,88 |
29 980 793,09 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
02 04 51
Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
179 347 726 |
p.m. |
410 942 214 |
778 917 543,17 |
623 488 946,47 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
02 04 52
Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
502 883,55 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met kaderprogramma’s voor onderzoek van vóór 2003.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).
Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).
Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).
Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).
Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).
Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).
Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).
Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).
Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).
02 04 53
Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
36 262 756 |
p.m. |
41 095 242 |
69 707 100,72 |
62 867 685,26 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
02 04 77
Proefprojecten en voorbereidende acties
02 04 77 01
Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Mensen gebruiken smartphones en apps voor hun dagelijkse activiteiten. Het gebruik van smartphones breidt zich snel uit en de samenleving profiteert duidelijk van deze digitale omgeving, maar hoe het doen van noodoproepen via apps er in de toekomst zal uitzien is nog onduidelijk. Accurate en betrouwbare locatiegegevens op basis van GNSS worden gebruik voor commerciële en andere doeleinden, maar zijn niet toegankelijk voor noodhulpdiensten wanneer burgers een noodmelding doen.
Als gevolg is een groot aantal 112-apps ontwikkeld en momenteel beschikbaar. Deze apps hebben echter beperkte functies en een beperkte toegankelijkheid. Bijna alle Europese noodhulpdiensten zijn de afgelopen tijd door ontwikkelaars van apps benaderd met voorstellen voor de ontwikkeling van 112-apps waarmee een gesprek kan worden gevoerd met een 112-centrale en rechtstreeks locatie- en andere gegevens gestuurd kunnen worden.
Deze apps kunnen helaas alleen worden gebruikt door burgers die in bepaalde geografische gebieden wonen en functioneren vaak niet op dezelfde manier als ze worden gebruikt buiten het bereik van een bepaald Public Service Answering Point (PSAP). Het is daarom meestal zo dat een app die in een bepaalde regio of land is ontworpen niet werkt in een andere regio of land, waardoor die app onbruikbaar wordt buiten de eigen regio of land.
Om die reden bestaat er momenteel geen uniale gezamenlijke architectuur voor het gebruiken van 112-apps.
Vicevoorzitters Kroes en Kallas hebben besloten om gezamenlijk aan dit onderwerp te werken en verklaarden in 2010 ervoor wilden zorgen dat elke Europeaan toegang krijgt tot een 112 smartphone app in zijn eigen taal. De afgelopen paar jaar zijn tal van 112 mobiele apps ontwikkeld maar er kan op dit gebied nog veel meer worden gedaan.
Beide vicevoorzitters hebben duidelijk gewezen op de noodzaak van een gezamenlijke aanpak voor de ontwikkeling van een uniale architectuur voor 112-apps.
Dit proefproject dient om te zorgen PSAP's in gereedheid worden gebracht, door het financieren van een gezamenlijke uniale architectuur voor de snelle verzending van gegevens, waaronder GNSS locatiegegevens en andere essentiële informatie, naar de juiste PSAP met gebruikmaking van 112-apps. Dit zal directe maatschappelijke voordelen bieden, met inachtneming van de marktvrijheid. Ook kan op nationaal en Unieniveau een aantal tests inzake interoperabiliteit en functies worden uitgevoerd van zowel de apps als de platforms waarop ze gebruikt worden.
De maatschappelijke voordelen strekken zich uit tot alle burgers en zullen vooral van belang zijn voor burgers met een handicap.
Het proefproject zal worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie die momenteel onderzoek doen naar het gebruik van GNSS-locatiegegevens via EGNOS en Galileo voor 112-diensten. De technische architectuur die met het project wordt opgezet moet de vereisten van deze diensten nauwgezet volgen. Tevens moeten de 112 PSAP's hierbij betrokken worden en moet het mogelijk worden om op geharmoniseerde wijze aanvullende gegevens te verzenden.
Het project heeft tot doel om:
— |
vast te stellen wat de belangrijkste vereisten op de middellange termijn zijn van de noodhulpdiensten (aan de vraagkant), voortbouwend op uitgebreid onderzoek dat reeds is verricht, alsmede nieuw onderzoek uit te voeren; |
— |
een methode te ontwerpen en uit te voeren voor het doen van interoperabiliteitstests van 112-apps en platforms in een aantal lidstaten; |
— |
gereedheids- en compatibiliteitstests uit te voeren van een aantal PSAP's in lidstaten die aan het proefproject zullen deelnemen; |
— |
voordeel te bieden aan burgers, waaronder burgers met een handicap of bijzondere behoeften, door de omgeving en infrastructuur te creëren waarmee apps en providers (de aanbodkant) GNSS-locatiegegevens en andere gegevens kunnen doorsturen naar de daarvoor bestemde PSAP; |
— |
voort te bouwen op het succesvolle REACH112-project, waarmee de vereisten werden vastgesteld om burgers met een handicap betere toegang te kunnen bieden tot 112-diensten, en het PEACE-onderzoeksproject, waarin noodtoepassingen en diensten op IP-basis voor netwerken van de volgende generatie zijn onderzocht; |
— |
samen te werken met Europese autoriteiten voor gegevensbescherming, Europese technologieaanbieders, vrije softwaregemeenschappen, noodhulpdienstverleners, onderzoeks- en ontwikkelingscentra, appontwikkelaars, providers van telecommunicatienetwerken, Voice Over IP-providers en andere softwareproviders, bij het gebruikmaken van expertise op dit gebied; |
— |
de toekomst van 112-apps uitstippelen op zodanige wijze dat wordt tegemoet gekomen aan de behoeften en vereisten van burgers en noodhulpdiensten, teneinde praktische uitwerking te geven aan het streven naar grotere efficiency en doeltreffender dienstverlening in onze samenleving. |
Momenteel is de meerderheid van de 112 PSAP's in Europa gebaseerd op oude analoge technologieën en netwerken van vorige generaties. Het gevolg is dat PSAP's een zeer beperkte capaciteit hebben voor de afhandeling van andere dan telefonische noodoproepen en ver achterlopen bij de snelle ontwikkeling van moderne communicatiesystemen. De verwachtingen van de burgers zijn ook aanzienlijk groter dan noodhulpdiensten kunnen waarmaken en voor veel burgers met een handicap is de dienstverlening ontoereikend. In het COCOM-rapport 2014 wordt gewezen op het gebrek aan toegang voor burgers met een handicap en aan precieze, betrouwbare en actuele informatie over de locatie van de beller.
Veel lidstaten hebben weinig inzicht in de effecten en het bereik van diensten op basis van apps en dan vooral in de wijze waarop dergelijke diensten toegang hebben tot en gegevens uitwisselen met 112. Europese nationale autoriteiten hebben weinig ervaring met dienstverlening op basis van apps en moeten dringend regels vaststellen om de consumenten passende bescherming te bieden via doeltreffende en proportionele regelgeving. Vanwege het gebrek aan samenhang en coördinatie met app-diensten en -technologieën moeten dergelijke diensten worden ontwikkeld en getest om de functionaliteiten van die diensten in te kaderen in een passende en doeltreffende standaardisatie en regelgeving, waarbinnen een beoordeling plaatsvindt van risico's met betrekking tot privacy, datadiefstal en toezicht.
Een en ander moet ertoe leiden dat belanghebbenden de beschikking krijgen over een neutrale, niet-discriminerende, innovatieve architectuur, om de interoperabiliteit te waarborgen en de ontwikkeling van apps mogelijk te maken waarmee een doeltreffender en efficiëntere 112-dienstverlening mogelijk wordt, waar Europese burgers en toeristen van kunnen profiteren.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
02 04 77 02
Proefproject — GVDB-onderzoek
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Het project heeft ten doel:
— |
de samenwerking te ontwikkelen tussen de Commissie en het Europees Defensieagentschap (EDA) waarbij het Agentschap de doelstellingen van de Unie ten uitvoer legt en Uniemiddelen beheert, overeenkomstig Besluit 2011/411/GBVB van de Raad; |
— |
twee onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te financieren:
|
— |
de bovengenoemde processen monitoren teneinde lering te trekken met het oog op toekomstig Unie-optreden ter ondersteuning van de opbouw van defensiecapaciteiten die van belang zijn voor het GVDB en voor de lidstaten. De militaire personeel van de Europese Unie dient onderdeel uit te maken van het monitoringteam. |
In voorkomend geval dient de secretaris-generaal van de NAVO te worden uitgenodigd een waarnemer af te vaardigen naar de vergaderingen in het kader van dit proefproject.
In het kader van dit proefproject wordt geen financiering verstrekt voor werkzaamheden met betrekking tot wapens die, vanwege hun aard, niet verenigbaar zijn met het humanitair recht, voor werkzaamheden met betrekking tot dodelijke of buitengewoon destructieve wapens en met betrekking tot raketkoptechnologieën, of voor werkzaamheden met betrekking tot autonome doelherkenning en gevechtshandelingen zonder menselijke interactie.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 02 05 — EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
02 05 |
|||||||||
EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO) |
|||||||||
02 05 01 |
Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2019 |
1,1 |
817 199 000 |
650 499 661 |
1 097 830 000 |
737 658 621 |
|
|
|
02 05 02 |
Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos) |
1,1 |
240 000 000 |
200 824 669 |
225 000 000 |
170 148 008 |
|
|
|
02 05 11 |
Europees GNSS-Agentschap |
1,1 |
26 791 000 |
26 791 000 |
24 587 000 |
24 587 000 |
13 973 518,59 |
13 973 518,59 |
52,16 |
02 05 51 |
Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) |
1,1 |
p.m. |
77 585 659 |
p.m. |
281 994 299 |
8 865 895,— |
394 174 150,— |
508,05 |
|
Hoofdstuk 02 05 — Totaal |
|
1 083 990 000 |
955 700 989 |
1 347 417 000 |
1 214 387 928 |
22 839 413,59 |
408 147 668,59 |
42,71 |
02 05 01
Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2019
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
817 199 000 |
650 499 661 |
1 097 830 000 |
737 658 621 |
|
|
Toelichting
De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op financiering van activiteiten in verband met:
— |
de voltooiing van de stationeringsfase van het Galileo-programma, die bestaat in de bouw, de installatie en de bescherming van alle ruimte- en grondinfrastructuren alsmede de voorbereidende activiteiten voor de exploitatiefase, waaronder activiteiten die verband houden met de voorbereiding van dienstverlening; |
— |
de exploitatiefase van het Galileo-programma, die bestaat in het beheer, het onderhoud, de permanente verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de ruimte- en grondinfrastructuren, de ontwikkeling van toekomstige generaties van het systeem en de ontwikkeling van de door het systeem verstrekte diensten, certificering en normalisatieoperaties, verstrekking en marketing van de door het systeem verleende diensten en alle andere activiteiten die nodig zijn om te garanderen dat het programma vlot loopt. |
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b) en d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), en met name artikel 2, lid 4.
02 05 02
Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
240 000 000 |
200 824 669 |
225 000 000 |
170 148 008 |
|
|
Toelichting
De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma's wordt toegekend met het oog op de financiering van activiteiten die verband houden met de exploitatie van het Egnos-systeem, met inbegrip van alle elementen waarmee de betrouwbaarheid van het systeem en de exploitatie ervan wordt aangetoond.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b) en d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), en met name artikel 1, lid 5.
02 05 11
Europees GNSS-Agentschap
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
26 791 000 |
24 587 000 |
13 973 518,59 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).
Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.
De personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap is opgenomen in de bijlage „personeel” bij deze afdeling III.
De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 26 840 000 EUR. Een bedrag van 49 000 EUR afkomstig uit de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 26 791 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 512/2014 van het Europees Parlement en de Raad vanf 16 april 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010 tot oprichting van het Europees GNSS-Agentschap (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 72).
02 05 51
Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
77 585 659 |
p.m. |
281 994 299 |
8 865 895,— |
394 174 150,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).
HOOFDSTUK 02 06 — EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
02 06 |
|||||||||
EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE |
|||||||||
02 06 01 |
Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus) |
1,1 |
113 650 000 |
81 952 171 |
58 500 000 |
54 927 050 |
|
|
|
02 06 02 |
Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus) |
1,1 |
440 220 000 |
427 844 424 |
301 933 000 |
112 727 494 |
|
|
|
02 06 51 |
Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
17 962 958 |
57 485 794,— |
49 598 537,74 |
|
02 06 77 |
|||||||||
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||||
02 06 77 01 |
Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten |
1,1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
1 058 313 |
0,— |
1 349 987,— |
|
|
Artikel 02 06 77 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
1 058 313 |
0,— |
1 349 987,— |
|
|
Hoofdstuk 02 06 — Totaal |
|
553 870 000 |
509 796 595 |
360 433 000 |
186 675 815 |
57 485 794,— |
50 948 524,74 |
9,99 |
02 06 01
Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
113 650 000 |
81 952 171 |
58 500 000 |
54 927 050 |
|
|
Toelichting
Het doel van dit krediet is:
— |
operationele Copernicus-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd; |
— |
bij te dragen tot het garanderen van de vereiste toegang tot gegevens van de observatie-infrastructuur om Copernicus-diensten te exploiteren; |
— |
mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen. |
Met dit krediet zullen met name het opzetten, de instelling en de werking van de zes in de Verordening (EU) nr. 377/2014 vermelde diensten en de gerelateerde activiteiten worden gefinancierd.
Met dit krediet kunnen eveneens dienstoverschrijdende activiteiten worden gefinancierd, alsook het op elkaar aansluiten en coördineren van activiteiten, in-situ coördinatie, acceptatie door de gebruikers, opleiding en communicatie.
De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.
Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.
Bovendien kunnen met dit krediet met het oog op de ondersteuning van het concurrentievermogen en de groei ook gegevensverspreiding en de begeleiding van start-ups worden gefinancierd door middel van ondersteuning van sterkere en innovatievere IT-structuren in Europa.
Copernicus-diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op het niveau van de Unie, en op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten voor het Copernicus-programma overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt. Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 03 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).
02 06 02
Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
440 220 000 |
427 844 424 |
301 933 000 |
112 727 494 |
|
|
Toelichting
Het doel van dit krediet is:
— |
de Unie van een autonome aardobservatiecapaciteit te voorzien door ruimte-infrastructuur te financieren en de Europese industrie in dat opzicht te stimuleren, met name bij de bouw en de lancering van satellieten |
— |
bij te dragen tot de beschikbaarheid van de observatiecapaciteit die nodig is om de Copernicus-diensten operationeel te maken, met name door de operationele diensten van het grondsegment van de ruimte-infrastructuur |
— |
mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen. |
De ontwikkeling van een Europese ruimte-infrastructuur is zeer belangrijk voor de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie en vereist consequent overheidsoptreden om de inspanningen van de sector te ondersteunen.
Met dit krediet zullen de ontwikkeling, de bouw en de werking van satellieten worden gefinancierd. De gegevens en informatie die dankzij de ruimte-infrastructuur werden verkregen, vallen onder het beleid inzake gratis, volledige en open toegang tot gegevens, waardoor deze beschikbaarder zullen zijn en de downstreammarkt zullen stimuleren.
Ter aanvulling van de gegevens die de gebruikers nodig hebben, kan met dit krediet ook de aankoop van gegevens van derde partijen en de toegang tot bijdragende missies van lidstaten worden gefinancierd, alsook het speciale verspreidingsplatform (belangrijkste grondsegment), dat prioritair zal dienen voor de in het kader van artikel 02 06 01 gefinancierde operationele diensten.
De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.
Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).
02 06 51
Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
17 962 958 |
57 485 794,— |
49 598 537,74 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).
Referentiebesluiten
Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).
02 06 77
Proefprojecten en voorbereidende acties
02 06 77 01
Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
1 058 313 |
0,— |
1 349 987,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement, werd deze voorbereidende actie gevolgd door de aanneming op 22 september 2010 van het Europees programma voor monitoring van de aarde (zie artikel 02 06 51).
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL
— |
ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE |
— |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE |
TITEL 03
CONCURRENTIE
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel Hoofdstuk |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
03 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE” |
97 651 538 |
94 449 737 |
94 089 015,64 |
|
Titel 03 — Totaal |
97 651 538 |
94 449 737 |
94 089 015,64 |
HOOFDSTUK 03 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”
De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
03 01 |
||||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE” |
||||||
03 01 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie” |
5,2 |
78 992 075 |
76 427 835 |
76 727 548,89 |
97,13 |
03 01 02 |
||||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie” |
||||||
03 01 02 01 |
Extern personeel |
5,2 |
5 492 792 |
5 627 112 |
5 187 382,79 |
94,44 |
03 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5,2 |
8 151 777 |
7 446 847 |
6 412 839,60 |
78,67 |
|
Artikel 03 01 02 — Subtotaal |
|
13 644 569 |
13 073 959 |
11 600 222,39 |
85,02 |
03 01 03 |
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie” |
5,2 |
5 014 894 |
4 947 943 |
5 761 244,36 |
114,88 |
03 01 07 |
Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken |
5,2 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
|
|
Hoofdstuk 03 01 — Totaal |
|
97 651 538 |
94 449 737 |
94 089 015,64 |
96,35 |
03 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
78 992 075 |
76 427 835 |
76 727 548,89 |
03 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”
03 01 02 01
Extern personeel
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 492 792 |
5 627 112 |
5 187 382,79 |
03 01 02 11
Overige beheersuitgaven
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
8 151 777 |
7 446 847 |
6 412 839,60 |
03 01 03
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
5 014 894 |
4 947 943 |
5 761 244,36 |
03 01 07
Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Om ervoor te zorgen dat de regels inzake mededinging betreffende overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), misbruik van een machtspositie (artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), steunmaatregelen van de staten (artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en concentraties van ondernemingen (Verordening (EG) nr. 139/2004) worden gehandhaafd, kan de Commissie besluiten vaststellen, onderzoeken voeren en sancties of terugvorderingen opleggen.
De besluiten van de Commissie zijn overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderworpen.
Bij wijze van voorzorg is het passend rekening te houden met de mogelijke budgettaire gevolgen van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden toegekend aan eisers en die het gevolg zijn van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken.
Aangezien vooraf geen redelijke raming van de financiële gevolgen voor de algemene begroting kan worden opgesteld, wordt in dit artikel een pro-memorievermelding („p.m.”) opgenomen. In voorkomend geval zal de Commissie voorstellen de kredieten voor de werkelijke behoeften beschikbaar te stellen door middel van overschrijvingen of door een ontwerp van gewijzigde begroting.
Rechtsgronden
Artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:
— |
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1); |
— |
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1). |
Artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1).
ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL
— |
ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE |
— |
BELEIDSSTRATEGIE- EN COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE |
— |
TOEZICHT OP STAATSSTEUN |
— |
CONCENTRATIECONTROLE |
— |
KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING |
TITEL 04
WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel Hoofdstuk |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
04 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE” |
93 173 629 |
93 173 629 |
91 394 258 |
91 394 258 |
93 687 106,80 |
93 687 106,80 |
04 02 |
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
12 266 260 317 |
10 212 703 337 |
13 035 200 000 |
10 500 159 699 |
11 685 706 210,83 |
13 763 798 109,17 |
04 03 |
WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE |
212 196 000 |
160 978 363 |
211 140 900 |
172 933 326 |
197 022 631,25 |
146 993 637,23 |
04 04 |
EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING |
p.m. |
25 000 000 |
p.m. |
50 000 000 |
41 541 397,— |
41 541 397,— |
04 05 |
INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL |
p.m. |
74 547 800 |
p.m. |
69 900 164 |
113 157 077,— |
65 152 574,— |
04 06 |
FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN |
524 657 709 |
363 075 586 |
501 280 000 |
406 280 000 |
|
|
|
Titel 04 — Totaal |
13 096 287 655 |
10 929 478 715 |
13 839 015 158 |
11 290 667 447 |
12 131 114 422,88 |
14 111 172 824,20 |
HOOFDSTUK 04 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”
De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
04 01 |
||||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE” |
||||||
04 01 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie” |
5.2 |
60 739 337 |
59 643 683 |
60 174 282,90 |
99,07 |
04 01 02 |
||||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie” |
||||||
04 01 02 01 |
Extern personeel |
5.2 |
3 932 556 |
3 918 717 |
4 645 744,27 |
118,14 |
04 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5.2 |
4 520 635 |
4 670 521 |
5 665 451,82 |
125,32 |
|
Artikel 04 01 02 — Subtotaal |
|
8 453 191 |
8 589 238 |
10 311 196,09 |
121,98 |
04 01 03 |
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie” |
5.2 |
3 856 101 |
3 861 337 |
4 519 373,90 |
117,20 |
04 01 04 |
||||||
Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie” |
||||||
04 01 04 01 |
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand |
1.2 |
15 400 000 |
15 500 000 |
14 049 819,84 |
91,23 |
04 01 04 02 |
Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing |
1.1 |
4 300 000 |
3 800 000 |
2 743 657,13 |
63,81 |
04 01 04 03 |
Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen |
4 |
p.m. |
p.m. |
1 325 610,80 |
|
04 01 04 04 |
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering |
9 |
p.m. |
p.m. |
563 166,14 |
|
04 01 04 05 |
Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen |
1.2 |
425 000 |
|
|
|
|
Artikel 04 01 04 — Subtotaal |
|
20 125 000 |
19 300 000 |
18 682 253,91 |
92,83 |
|
Hoofdstuk 04 01 — Totaal |
|
93 173 629 |
91 394 258 |
93 687 106,80 |
100,55 |
04 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
60 739 337 |
59 643 683 |
60 174 282,90 |
04 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”
04 01 02 01
Extern personeel
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 932 556 |
3 918 717 |
4 645 744,27 |
04 01 02 11
Overige beheersuitgaven
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 520 635 |
4 670 521 |
5 665 451,82 |
04 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 856 101 |
3 861 337 |
4 519 373,90 |
04 01 04
Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”
04 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
15 400 000 |
15 500 000 |
14 049 819,84 |
Toelichting
Dit krediet is bestemd ter dekking van door het Europees Sociaal Fonds (ESF) gefinancierde technische bijstandsmaatregelen in het kader van de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bij de technische bijstand kan het gaan om financiering van maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het ESF door de Commissie. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:
— |
uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen); |
— |
uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 5 000 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel. |
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).
04 01 04 02
Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 300 000 |
3 800 000 |
2 743 657,13 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, comités, vergaderingen van deskundigen, conferenties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 04 03.
04 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 325 610,80 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc; |
— |
de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het pretoetredingsinstrument. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 04 05.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 04 05.
04 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
563 166,14 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld om op initiatief van de Commissie te worden gebruikt tot een plafond van 0,5 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), zoals aangegeven in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013. Het krediet kan gebruikt worden voor het financieren van de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het EFG. Het mag tevens worden gebruikt ter financiering van administratieve en technische bijstand, informatie- en communicatieactiviteiten alsook boekhoudkundige controle en evaluatiewerkzaamheden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de activiteiten van het EFG.
Rechtsgronden
Zie hoofdstuk 04 04.
04 01 04 05
Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
425 000 |
|
|
Toelichting
Nieuwe post
Dit krediet dient ter dekking van de van technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.
Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.
Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:
— |
uitgaven voor ondersteuning (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen); |
— |
de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het FEAD; |
— |
contracten voor dienstverleners en studies. |
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).
HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
04 02 |
|||||||||
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
|||||||||
04 02 01 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
816 115 611,69 |
|
04 02 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
8 961 283,88 |
|
04 02 03 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
1 942 038,43 |
3 605 029,03 |
|
04 02 04 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
2 054 979,13 |
|
04 02 05 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
206 324,49 |
285 268,57 |
|
04 02 06 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
259 504 148,42 |
|
04 02 07 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
668 030,04 |
756 299,39 |
|
04 02 08 |
Voltooiing van Equal (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
16 250 785,18 |
|
04 02 09 |
Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
162 986,60 |
|
04 02 10 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
— |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
04 02 11 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000) |
1.2 |
— |
— |
— |
— |
0,— |
0,— |
|
04 02 17 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013) |
1.2 |
p.m. |
4 917 020 000 |
p.m. |
6 769 000 000 |
8 337 649 354,— |
9 098 872 467,35 |
185,05 |
04 02 18 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
04 02 19 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013) |
1.2 |
p.m. |
2 357 168 235 |
p.m. |
2 997 183 133 |
3 333 462 956,— |
3 546 246 209,68 |
150,45 |
04 02 20 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013) |
1.2 |
p.m. |
5 752 675 |
p.m. |
6 000 000 |
11 777 507,87 |
10 983 040,25 |
190,92 |
04 02 60 |
Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid |
1.2 |
6 500 532 038 |
1 029 000 000 |
5 636 300 000 |
364 000 000 |
|
|
|
04 02 61 |
Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid |
1.2 |
1 668 335 386 |
284 757 420 |
1 832 300 000 |
108 366 526 |
|
|
|
04 02 62 |
Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid |
1.2 |
2 675 531 087 |
583 896 529 |
3 752 500 000 |
219 610 040 |
|
|
|
04 02 63 |
|||||||||
Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand |
|||||||||
04 02 63 01 |
Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand |
1.2 |
14 700 000 |
8 629 013 |
10 000 000 |
6 000 000 |
|
|
|
04 02 63 02 |
Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
|
Artikel 04 02 63 — Subtotaal |
|
14 700 000 |
8 629 013 |
10 000 000 |
6 000 000 |
|
|
|
04 02 64 |
Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren |
1.2 |
1 407 161 806 |
1 026 479 465 |
1 804 100 000 |
30 000 000 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 04 02 — Totaal |
|
12 266 260 317 |
10 212 703 337 |
13 035 200 000 |
10 500 159 699 |
11 685 706 210,83 |
13 763 798 109,17 |
134,77 |
Toelichting
In artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is voorzien dat de verwezenlijking van de in artikel 174 aangegeven doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang ondersteund moet worden door het optreden van de Unie via de structuurfondsen, waaronder het ESF. De taken, prioritaire doelstellingen en organisatie van de structuurfondsen worden bepaald overeenkomstig artikel 177 VWEU.
Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.
In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende criteria voor financiële correcties door de Commissie zijn specifieke regels vastgelegd voor financiële correcties in verband met het ESF.
Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.
Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.
In artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zijn specifieke regels voor terugbetaling van voorfinanciering vastgelegd die van toepassing zijn op het ESF.
Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 inzake het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.
Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.
Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.
04 02 01
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
816 115 611,69 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 02
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
8 961 283,88 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000-2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49).
Referentiebesluiten
Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).
Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, met name punt 49.
04 02 03
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
1 942 038,43 |
3 605 029,03 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 1 en 6.
Rechtsgronden
Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).
Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 04
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
2 054 979,13 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 05
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
206 324,49 |
285 268,57 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 2 en 5 b).
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 06
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
259 504 148,42 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 07
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
668 030,04 |
756 299,39 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 3 en 4.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 08
Voltooiing van Equal (2000-2006)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
16 250 785,18 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief Equal betreffende transnationale samenwerking voor de bevordering van nieuwe praktijken voor de bestrijding van discriminaties en ongelijkheden van welke aard ook wat de arbeidsmarkt betreft (PB C 127 van 5.5.2000, blz. 2).
04 02 09
Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
162 986,60 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen die in het kader van vorige communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (kmo-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautaire initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997)0642).
04 02 10
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
— |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2000-2006 voor innovatieve acties en technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innovatieve acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van :
— |
ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen en dienstreizen); |
— |
uitgaven voor informatie en publicatie; |
— |
uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie; |
— |
contracten voor de verlening van diensten en het maken van studies; |
— |
beurzen. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 11
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
— |
— |
— |
— |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit artikel dient ter dekking van de afwikkeling van ESF-vastleggingen van vorige programmeringsperioden voor innovatieve acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, evaluatie, controle en beheer, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de relevante verordeningen voorzien.
Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, met name die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen.
Rechtsgronden
Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).
Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).
Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 17
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
4 917 020 000 |
p.m. |
6 769 000 000 |
8 337 649 354,— |
9 098 872 467,35 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de convergentiedoelstelling van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio's te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.
Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 als gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 18
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor het Peace-programma in het kader van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013.
Omdat het belang van de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland werd erkend, werd voor de periode 2007-2013 een totaalbedrag van 200 000 000 EUR aan het Peace-programma toegewezen. Dit programma wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.
04 02 19
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
2 357 168 235 |
p.m. |
2 997 183 133 |
3 333 462 956,— |
3 546 246 209,68 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de doelstelling inzake regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.
Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de vergrijzing van de bevolking.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 20
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
5 752 675 |
p.m. |
6 000 000 |
11 777 507,87 |
10 983 040,25 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 voor technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.
De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:
— |
ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen); |
— |
uitgaven voor informatie en publicatie; |
— |
uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie; |
— |
uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand; |
— |
uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling; |
— |
contracten voor dienstverleners en studies; |
— |
beurzen. |
Dit krediet dient ook ter ondersteuning van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 60
Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
6 500 532 038 |
1 029 000 000 |
5 636 300 000 |
364 000 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de minder ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces voor deze economisch en sociaal achteropgeraakte regio's vereist aanhoudende inspanningen op de lange termijn. Deze categorie regio's omvat regio's met een bbp per inwoner van minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder c).
04 02 61
Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 668 335 386 |
284 757 420 |
1 832 300 000 |
108 366 526 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de programmeringsperiode 2014-2020 in een nieuwe categorie regio's, de „overgangsregio's”, die in de plaats komen van het systeem van in- en uitfaseren in de periode 2007-2013. Deze categorie omvat alle regio's met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de EU-27.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder b).
04 02 62
Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
2 675 531 087 |
583 896 529 |
3 752 500 000 |
219 610 040 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de meer ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Hoewel steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio's de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om te kunnen reageren op belangrijke uitdagingen waarmee alle lidstaten geconfronteerd worden, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en de sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie heeft betrekking op de regio's met een bbp per inwoner van meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder a).
04 02 63
Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen).
Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).
04 02 63 01
Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
14 700 000 |
8 629 013 |
10 000 000 |
6 000 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, evaluatie, audit en controle die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen).
Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.
Dit krediet dient ook ter financiering van onder andere:
— |
instrumenten voor elektronische projectaanvraag en verslaglegging en gestandaardiseerde documentatie en procedures voor het beheer en de uitvoering van de operationele programma’s; |
— |
intercollegiale toetsing van de prestaties van elke lidstaat op het gebied van financieel management en kwaliteit; |
— |
standaarddocumentatie voor openbare aanbestedingen; |
— |
een gemeenschappelijk systeem van resultaat- en impactindicatoren; |
— |
een handboek met beproefde praktijken om het absorptieproces te optimaliseren en het foutenpercentage te verlagen. |
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).
04 02 63 02
Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
Deze post dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. De post dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in die lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).
04 02 64
Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 407 161 806 |
1 026 479 465 |
1 804 100 000 |
30 000 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet is bedoeld voor aanvullende steun voor maatregelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid die gefinancierd worden door het ESF. Het vertegenwoordigt de specifieke toewijzing voor het Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in regio's waar de werkloosheid onder jongeren in 2012 meer dan 25 % bedroeg, of voor lidstaten waar het werkloosheidspercentage onder jongeren in 2012is gestegen tot meer dan 30 %. De aanvullende 3 000 000 000 EUR voor dit onderdeel voor de periode 2014-2020 is bedoeld om matchingfinanciering te bieden voor steunverlening van het ESF in dergelijke regio's. Dit krediet dient ter financiering van het scheppen van volwaardige werkgelegenheid.
Marges die beschikbaar blijven onder de maxima van het meerjarig financieel kader (MFK) voor vastleggingskredieten voor de jaren 2014-2017 vormen een overkoepelende MFK-marge voor vastleggingen, die beschikbaar worden gesteld boven de maxima die in de bijlage zijn vastgesteld voor de jaren 2016 tot en met 2020 voor beleidsdoelstellingen met betrekking tot groei en werkgelegenheid, in het bijzonder voor jongeren, zoals bepaald in de Verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).
HOOFDSTUK 04 03 — WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
04 03 |
|||||||||
WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE |
|||||||||
04 03 01 |
|||||||||
Prerogatieven en specifieke bevoegdheden |
|||||||||
04 03 01 01 |
Vooroverleg met vakorganisaties |
1.1 |
434 000 |
304 602 |
425 000 |
225 000 |
450 000,— |
403 020,67 |
132,31 |
04 03 01 03 |
Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten |
1.1 |
8 000 000 |
5 482 852 |
6 400 000 |
5 000 000 |
6 210 604,28 |
4 694 765,36 |
85,63 |
04 03 01 04 |
Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin |
1.1 |
4 000 000 |
2 697 911 |
3 687 000 |
2 487 000 |
3 333 341,44 |
2 003 785,61 |
74,27 |
04 03 01 05 |
Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties |
1.1 |
18 257 000 |
12 793 321 |
18 600 000 |
14 675 010 |
18 414 356,30 |
16 795 366,63 |
131,28 |
04 03 01 06 |
Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen |
1.1 |
7 116 000 |
3 481 176 |
7 250 000 |
6 146 352 |
3 832 477,74 |
2 262 882,13 |
65,00 |
04 03 01 07 |
Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
740 000 |
0,— |
1 612 677,50 |
|
04 03 01 08 |
Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog |
1.1 |
15 641 000 |
8 876 998 |
15 935 000 |
10 320 293 |
16 170 020,37 |
9 942 330,66 |
112,00 |
|
Artikel 04 03 01 — Subtotaal |
|
53 448 000 |
33 636 860 |
52 297 000 |
39 593 655 |
48 410 800,13 |
37 714 828,56 |
112,12 |
04 03 02 |
|||||||||
Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) |
|||||||||
04 03 02 01 |
Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden |
1.1 |
72 494 000 |
22 666 588 |
71 176 000 |
17 824 736 |
|
|
|
04 03 02 02 |
EURES — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen |
1.1 |
21 392 000 |
9 424 939 |
21 300 000 |
12 077 585 |
|
|
|
04 03 02 03 |
Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen |
1.1 |
26 457 000 |
11 815 018 |
26 500 000 |
2 332 442 |
|
|
|
|
Artikel 04 03 02 — Subtotaal |
|
120 343 000 |
43 906 545 |
118 976 000 |
32 234 763 |
|
|
|
04 03 11 |
Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden |
1.1 |
20 371 000 |
20 371 000 |
19 854 000 |
19 854 000 |
20 371 886,— |
20 371 886,— |
100,00 |
04 03 12 |
Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk |
1.1 |
14 534 000 |
14 534 000 |
14 013 900 |
14 013 900 |
14 920 346,— |
14 845 233,— |
102,14 |
04 03 51 |
Voltooiing van Progress |
1.1 |
p.m. |
24 802 431 |
p.m. |
31 294 613 |
55 805 119,13 |
40 358 399,35 |
162,72 |
04 03 52 |
Voltooiing van Eures |
1.1 |
p.m. |
8 579 394 |
p.m. |
10 082 958 |
22 015 381,85 |
8 406 133,52 |
97,98 |
04 03 53 |
Voltooiing van andere activiteiten |
1.1 |
p.m. |
8 180 353 |
p.m. |
14 894 437 |
26 542 047,64 |
18 582 523,22 |
227,16 |
04 03 77 |
|||||||||
Proefprojecten en voorbereidende acties |
|||||||||
04 03 77 02 |
Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting |
1.1 |
p.m. |
523 430 |
p.m. |
600 000 |
500 000,— |
0,— |
0 |
04 03 77 03 |
Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
04 03 77 04 |
Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
— |
65 000 |
0,— |
0,— |
|
04 03 77 05 |
Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
20 000 |
0,— |
0,— |
|
04 03 77 06 |
Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
— |
350 000 |
0,— |
430 868,38 |
|
04 03 77 07 |
Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan |
1.1 |
p.m. |
1 308 576 |
p.m. |
3 880 000 |
5 000 000,— |
3 166 773,34 |
242,00 |
04 03 77 08 |
Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie |
1.1 |
p.m. |
348 954 |
p.m. |
600 000 |
0,— |
597 570,— |
171,25 |
04 03 77 09 |
Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten |
1.1 |
p.m. |
523 430 |
1 000 000 |
600 000 |
457 050,50 |
0,— |
0 |
04 03 77 10 |
Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
263 278,78 |
|
04 03 77 11 |
Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
168 145,26 |
|
04 03 77 12 |
Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
200 000 |
0,— |
650 000,— |
|
04 03 77 13 |
Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging” |
1.1 |
p.m. |
1 292 053 |
p.m. |
2 000 000 |
2 000 000,— |
1 437 997,82 |
111,30 |
04 03 77 14 |
Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap |
1.1 |
p.m. |
697 907 |
1 000 000 |
650 000 |
1 000 000,— |
0,— |
0 |
04 03 77 15 |
Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen |
1.1 |
p.m. |
523 430 |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
|
04 03 77 16 |
Voorbereidende actie — Microkredieten specifiek bedoeld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
|
04 03 77 17 |
Proefproject — Socialezekerheidskaart |
1.1 |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
|
04 03 77 18 |
Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie |
1.1 |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
|
|
|
04 03 77 19 |
Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie |
1.1 |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
|
04 03 77 20 |
Proefproject — Gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen |
1.1 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
|
|
|
|
Artikel 04 03 77 — Subtotaal |
|
3 500 000 |
6 967 780 |
6 000 000 |
10 965 000 |
8 957 050,50 |
6 714 633,58 |
96,37 |
|
Hoofdstuk 04 03 — Totaal |
|
212 196 000 |
160 978 363 |
211 140 900 |
172 933 326 |
197 022 631,25 |
146 993 637,23 |
91,31 |
04 03 01
Prerogatieven en specifieke bevoegdheden
04 03 01 01
Vooroverleg met vakorganisaties
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
434 000 |
304 602 |
425 000 |
225 000 |
450 000,— |
403 020,67 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende vergaderingen van vertegenwoordigers van de Europese vakorganisaties ter vergemakkelijking van hun meningsvorming en om hun standpunten over de ontwikkeling van de beleidslijnen van de Unie nader tot elkaar te kunnen brengen.
Rechtsgronden
Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 01 03
Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
8 000 000 |
5 482 852 |
6 400 000 |
5 000 000 |
6 210 604,28 |
4 694 765,36 |
Toelichting
De doelstelling van deze activiteit is het bevorderen van de geografische en beroepsmobiliteit (met inbegrip van de coördinatie van socialezekerheidsstelsels) van werknemers in Europa teneinde de belemmeringen voor vrij verkeer voor werknemers weg te nemen en een werkelijke arbeidsmarkt op Europees niveau tot stand te brengen.
Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van het toezicht op de naleving van de Uniewetgeving, door het financieren van een netwerk van deskundigen inzake vrij verkeer van werknemers en sociale zekerheid dat regelmatig verslag uitbrengt over de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie in de lidstaten en op Unieniveau, en de belangrijkste trends in wetgeving van de lidstaten analyseert ten aanzien van het vrije verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van de governance van rechtshandelingen van de Unie door vergaderingen van de comités, bewustmakingsacties en tenuitvoerlegging, en andere specifieke technische bijstand en de ontwikkeling van de EESSI (Electronic exchange of social security information) en de tenuitvoerlegging daarvan.
Dit krediet dient ter dekking van met name:
— |
de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc; |
— |
analyse en beoordeling van de overheersende tendensen in de wetgeving van de lidstaten betreffende het vrije verkeer van werknemers, en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, alsmede de financiering van deskundigennetwerken op die gebieden; |
— |
analyse van en onderzoek naar nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, bijvoorbeeld in verband met het aflopen van overgangsperiodes en de modernisering van bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels; |
— |
steun voor het werk van de Administratieve Commissie en haar subgroepen, en follow-up van de genomen besluiten, alsmede steun voor het werk van het Technisch Comité en het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers; |
— |
steun voor acties ter voorbereiding van de toepassing van de nieuwe verordeningen inzake sociale zekerheid, waaronder transnationale uitwisselingen van ervaringen en informatie, alsook op nationaal niveau ontwikkelde opleidingsinitiatieven; |
— |
financiering van acties die tot doel hebben de dienstverlening aan en de bewustmaking van het publiek te verbeteren, inclusief maatregelen die een inventarisering van de problemen inzake de sociale zekerheid van migrerende werknemers beogen, alsmede acties ter versnelling en vereenvoudiging van de administratieve procedures, het analyseren van de belemmeringen voor het vrije verkeer van werknemers en het gebrek aan coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de gevolgen daarvan voor mensen met een handicap, inclusief de aanpassing van administratieve procedures aan de nieuwe informatieverwerkingstechnieken, ter verbetering van de regelingen voor de verwerving van rechten en de vaststelling en de betaling van de uitkeringen die voortvloeien uit de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72, Verordening (EG) nr. 859/2003, alsook Verordening (EG) nr. 883/2004, de uitvoeringsverordening daarvan (Verordening (EG) nr. 987/2009) en Verordening (EU) nr. 1231/2010, |
— |
ontwikkeling van informatie en acties om de burgers bewust te maken van hun rechten inzake vrij verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels; |
— |
ondersteuning van de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsinformatie tussen lidstaten, ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 883/2004 en van de verordening tot vaststelling van de wijze van toepassing van die Verordening (EG) nr. 987/2009). Dit omvat ook het onderhoud van de centrale node van het EESSI-systeem, het testen van componenten van het systeem, helpdeskactiviteiten, ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het systeem en de opleiding. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 45 en 48.
Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).
Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden, zelfstandigen en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1).
Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46).
Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 (zoals gewijzigd) betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 (zoals gewijzigd) tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB L 344 van 29.12.2010, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).
04 03 01 04
Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
4 000 000 |
2 697 911 |
3 687 000 |
2 487 000 |
3 333 341,44 |
2 003 785,61 |
Toelichting
Het doel van deze activiteit is het bevorderen van betere beleidsreacties in de lidstaten op demografische en sociale uitdagingen door middel van het produceren en verspreiden van vergelijkende informatie in de context van de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie, en door het identificeren van toekomstige prioriteiten voor sociaal beleid, met inbegrip van genderspecifieke maatregelen.
Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter bevordering van de ontwikkeling van vergelijkende analyse en de uitwisseling van gezichtspunten en ervaringen op alle relevante niveaus (regionaal, nationaal, Unie en internationaal) met betrekking tot de sociale en demografische situatie, de sociaal-economische trends in de Unie evenals de genderloonkloof en de discriminatie van vrouwen op de werkplek. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van de acties ter ondersteuning van een Waarnemingscentrum voor de sociale situatie, de samenwerking op het gebied van relevante activiteiten in de lidstaten en met internationale organisaties, en het beheer van een groep voor technische ondersteuning voor de Europese Alliantie voor het gezin.
Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.
Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor verslagen van de Commissie, (waaronder een jaarlijks verslag over de sociale situatie en een tweejaarlijks verslag over demografische veranderingen en de gevolgen daarvan overeenkomstig artikel 159 VWEU), alsmede verslagen van de Commissie over problemen betreffende de sociale situatie (die kunnen worden verlangd door het Europees Parlement uit hoofde van artikel 161 VWEU).
Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van uitgaven voor analysen ten behoeve van de in het VWEU bedoelde verslagen, alsmede voor de verspreiding van kennis betreffende belangrijke sociale en demografische uitdagingen. Met name kunnen de volgende activiteiten worden nagestreefd, waarbij voldoende rekening moet worden gehouden met het genderaspect:
— |
de analyse van het effect van de vergrijzing van de bevolking in het kader van een „samenleving voor alle leeftijden”, met betrekking tot ontwikkeling van de behoeften op het gebied van zorg en sociale bescherming, het gedrag en het flankerende beleid, en met inbegrip van onderzoek betreffende ouderen bij minderheden of migranten en de situatie van mantelzorgers; |
— |
de analyse van de gevolgen van demografische veranderingen op beleid, maatregelen en programma's van de Unie en de lidstaten, en het formuleren van aanbevelingen voor aanpassingen in het economisch beleid en andere beleidsmaatregelen en -programma's op Unie- en nationaal niveau, teneinde negatieve gevolgen van de vergrijzing te voorkomen; |
— |
analyse van de verbanden tussen de gezinnen en de demografische trends; |
— |
analyse van de trends inzake armoede, inkomen en verdeling van de rijkdom en de bredere gevolgen daarvan voor de samenleving; |
— |
vaststelling van de bestaande verbanden tussen de technologische ontwikkeling (impact op de communicatietechnologieën, de geografische en de beroepsmobiliteit) en de gevolgen voor de gezinnen en de maatschappij in haar geheel; |
— |
de analyse van de band tussen handicap en demografische trends, analyse van de sociale situatie van personen met een handicap en hun gezinnen en de behoeften van kinderen met een handicap binnen hun gezinnen en gemeenschappen; |
— |
de analyse van de ontwikkeling van de sociale vraag (wat het behoud of de vermeerdering van verworven rechten betreft) zowel ten aanzien van goederen als ten aanzien van diensten, rekening houdend met zowel de nieuwe maatschappelijke uitdagingen als de demografische ontwikkelingen en de verandering van de verhoudingen tussen de generaties; |
— |
de ontwikkeling van passende methodologische instrumenten (reeksen sociale indicatoren, simulatietechnieken, gegevensverzameling over beleidsinitiatieven op alle niveaus, enz.) om de verslagen over de sociale situatie, sociale bescherming en sociale integratie kwantitatief en wetenschappelijk stevig te onderbouwen; |
— |
bewustmaking van en organisatie van debatten over de belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen, teneinde betere beleidsmaatregelen te bevorderen; |
— |
aandacht voor demografische trends, het gezinsleven en het kind bij de uitvoering van het desbetreffende EU-beleid, zoals het vrije verkeer van personen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. |
Referentiebesluiten
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 159 en 161.
04 03 01 05
Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
18 257 000 |
12 793 321 |
18 600 000 |
14 675 010 |
18 414 356,30 |
16 795 366,63 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de sociale dimensie. Deze maatregelen moeten de werknemersorganisaties helpen een bijdrage te leveren aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa 2020-strategie en de Sociale Agenda, in de context van de initiatieven van de Unie om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden.
Dit krediet dient ter dekking van met name:
— |
ondersteuning van de werkprogramma's van de twee vakbondsinstellingen ETUI (European Trade Union Institute) en EZA (European Centre for Workers' Questions), die zijn opgericht ter bevordering van capaciteitsopbouw door middel van opleiding en onderzoek op Europees niveau om de participatie van werknemersvertegenwoordigers bij het besluitvormingsproces te versterken; |
— |
voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de sociale dimensie; |
— |
maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, met het specifieke doel de sociale dialoog op het niveau van de Unie te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen. |
Rechtsgronden
Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.
Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.
Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de desbetreffende bijzondere richtlijnen.
Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).
04 03 01 06
Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
7 116 000 |
3 481 176 |
7 250 000 |
6 146 352 |
3 832 477,74 |
2 262 882,13 |
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van acties, met name :
— |
acties voor een grotere betrokkenheid van werknemers in ondernemingen, om de tenuitvoerlegging te bevorderen van Richtlijn 2009/38/EG betreffende de Europese ondernemingsraden, de Richtlijnen 2001/86/EG en 2003/72/EG betreffende de betrokkenheid van de werknemers in de Europese vennootschap respectievelijk de Europese coöperatieve vennootschap, Richtlijn 2002/14/EG tot instelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap, Richtlijn 98/59/EG inzake collectief ontslag en artikel 16 van Richtlijn 2005/56/EG betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen; |
— |
maatregelen ter versterking van de transnationale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers inzake voorlichting, raadpleging en participatie van werknemers in ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn. Korte trainingen voor onderhandelaars en vertegenwoordigers in transnationale informatie-, raadplegings- en participatieorganen kunnen in dit kader worden gefinancierd. Ook de sociale partners uit de kandidaat-lidstaten komen in aanmerking; |
— |
maatregelen die het sociale partners mogelijk maken hun rechten en plichten ten aanzien van de inspraak van werknemers uit te oefenen, in het bijzonder in Europese ondernemingsraden en in kmo's, om hen vertrouwd te maken met transnationale bedrijfsovereenkomsten en meer samen te werken op het gebied van de naleving van het Unierecht betreffende de inspraak van werknemers; |
— |
activiteiten ter bevordering van de actieve betrokkenheid van werknemers in ondernemingen en voor de follow-up van de bevindingen van de geschiktheidscontrole van Uniehandelingen op het gebied van de voorlichting en raadpleging van werknemers; |
— |
innovatieve acties met betrekking tot de rol van werknemers, met het oog op ondersteuning van het anticiperen op verandering en de preventie en oplossing van geschillen in de context van herstructureringen, fusies, overnames en verplaatsingen bij ondernemingen en groepen van ondernemingen op Unieschaal; |
— |
maatregelen ter stimulering van de samenwerking tussen de sociale partners voor de ontwikkeling van de betrokkenheid van werknemers bij het zoeken naar oplossingen voor de gevolgen van de economische crisis, zoals massale ontslagen, of de noodzaak van een overschakeling naar een inclusieve, duurzame en koolstofarme economie; |
— |
transnationale uitwisseling van informatie en goede praktijken in aangelegenheden die van belang zijn voor het sociale overleg op bedrijfsniveau. |
Rechtsgronden
Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.
Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.
Richtlijn 97/74/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 10 van 16.1.1998, blz. 22).
Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag (PB L 225 van 12.8.1998, blz. 16).
Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).
Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).
Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).
Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25).
Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).
Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).
04 03 01 07
Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
740 000 |
0,— |
1 612 677,50 |
Toelichting
Het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties had tot doel het algemene bewustzijn van de waarde van actief ouder worden te vergroten, het debat te stimuleren, informatie uit te wisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en belanghebbenden op alle niveaus te ontwikkelen, een kader te bieden voor engagement en concrete actie om de Unie, de lidstaten en de belanghebbenden op alle niveaus in staat te stellen vernieuwende oplossingen, beleidsmaatregelen en langetermijnstrategieën te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten, en specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties na te streven, en activiteiten aan te moedigen die helpen discriminatie op grond van leeftijd te bestrijden.
Dit krediet dient ter dekking, op het niveau van de Unie, van activiteiten die met de doelstellingen van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties stroken, alsmede ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de afsluitende EU-conferentie door het fungerende voorzitterschap. Een deel van dit krediet dient daarnaast ter dekking van de kosten in verband met de evaluatie van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5).
04 03 01 08
Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
15 641 000 |
8 876 998 |
15 935 000 |
10 320 293 |
16 170 020,37 |
9 942 330,66 |
Toelichting
De doelstelling van deze activiteit is de rol van het sociale overleg te versterken en de vaststelling van overeenkomsten en andere gezamenlijke acties tussen de sociale partners op Unieniveau te bevorderen. De gefinancierde acties dienen de organisaties van sociale partners te helpen de horizontale uitdagingen aan te gaan waarmee de Europese werkgelegenheid en het sociale beleid zoals vervat in de Europa 2020-strategie worden geconfronteerd, alsmede om in de context van initiatieven van de Unie de gevolgen van de economische crisis aan te pakken en bij te dragen aan de verbetering en verspreiding van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen.
Dit krediet strekt er met name toe de volgende activiteiten te omvatten:
— |
studies, raadplegingen, vergaderingen van deskundigen, onderhandelingen, voorlichting, publicaties en andere activiteiten die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van bovengenoemde doelstelling of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc; |
— |
acties van de sociale partners met het oog op de bevordering van het sociale overleg (met inbegrip van competenties van de sociale partners) op sectoraal en intersectoraal niveau; |
— |
acties ter bevordering van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen in de EU en verspreiding van de resultaten; |
— |
maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten worden betrokken met het specifieke oogmerk het sociale overleg op het niveau van de Unie te bevorderen. De bedoeling is tevens de gelijke participatie van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen; |
— |
acties ter ondersteuning van maatregelen inzake arbeidsverhoudingen die met name gericht zijn op de ontwikkeling van deskundigheid en de uitwisseling van voor de ganse Unie relevante informatie. |
Rechtsgronden
Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.
04 03 02
Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)
04 03 02 01
Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
72 494 000 |
22 666 588 |
71 176 000 |
17 824 736 |
|
|
Toelichting
De algemene doelstelling van het Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.
Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI in termen van het bevorderen van een hoog werkgelegenheidsniveau, het garanderen van adequate sociale bescherming, het bestrijden van sociale uitsluiting en armoede, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verwezenlijken, zijn de specifieke doelstellingen van de Progress-pijler:
— |
hoogwaardige vergelijkbare analytische kennis ontwikkelen en verspreiden om ervoor te zorgen dat het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk zijn gebaseerd op betrouwbare gegevens en zijn afgestemd op de behoeften, uitdagingen en omstandigheden in de afzonderlijke lidstaten en de andere deelnemende landen; |
— |
doeltreffende en inclusieve informatie-uitwisseling, van elkaar leren en dialoog over het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk op Europees, nationaal en internationaal niveau bevorderen om de lidstaten en de andere deelnemende landen te helpen bij de ontwikkeling van hun beleid en de uitvoering van de wetgeving van de Unie; |
— |
beleidsmakers financiële steun bieden om hervormingen van het sociaal en arbeidsmarktbeleid te bevorderen, de capaciteit van de belangrijkste actoren voor het ontwikkelen en uitvoeren van sociale experimenten vergroten, en de relevante kennis en deskundigheid toegankelijk maken; |
— |
de tenuitvoerlegging van de Europese richtsnoeren en aanbevelingen voor de werkgelegenheid controleren en evalueren, toezien op hun effecten, met name door middel van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, en de wisselwerking tussen de EWS en het algemene economische en sociale beleid bestuderen; |
— |
Europese en nationale organisaties financiële steun bieden om de uitvoering van het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk te ontwikkelen, te stimuleren en te ondersteunen; |
— |
de bewustwording vergroten, goede werkwijzen uitwisselen, informatie verspreiden en de discussie — ook tussen de sociale partners — over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden, gendergelijkheid, de veiligheid en de gezondheid op het werk, het combineren van werk en gezinsleven en de vergrijzende samenleving bevorderen; |
— |
stimuleren van het scheppen van nieuwe banen, bevordering van jeugdwerkgelegenheid en bestrijding van armoede door sociale convergentie te versterken, met behulp van een sociaal keurmerk. |
Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSi) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).
04 03 02 02
EURES — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
21 392 000 |
9 424 939 |
21 300 000 |
12 077 585 |
|
|
Toelichting
De algemene doelstelling van het Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.
EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.
Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, en met name de geografische mobiliteit van werknemers te bevorderen en arbeidskansen te vergroten, door arbeidsmarkten van de Unie te ontwikkelen die open en voor iedereen toegankelijk zijn, alsook bij te dragen aan de bevordering van gendergelijkheid en gendermainstreaming, zijn de specifieke doelstellingen van de Eures-pijler:
— |
ervoor zorgen dat aanvragen om en aanbiedingen van werk en alle gerelateerde informatie transparant zijn voor werkzoekenden en werkgevers; dit wordt bereikt door deze uit te wisselen en te verspreiden op transnationaal, interregionaal en grensoverschrijdend niveau door middel van standaard-interoperabiliteitsformulieren; |
— |
ervoor helpen zorgen dat vacatures en mobiliteitsopties op Europees niveau gelijktijdig met nationale vacatures en werkaanvragen worden aangekondigd en niet alleen nadat plaatselijke of nationale mogelijkheden zijn uitgeput; |
— |
diensten voor de aanwerving en plaatsing van werknemers ontwikkelen door het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk op Unie-niveau; dit heeft betrekking op alle fasen van de bemiddeling, van de voorbereiding voor de werving tot steun na plaatsing, met inbegrip van opties voor de ontwikkeling van de talenkennis, met als doel werkzoekenden te helpen succesvol te integreren op de arbeidsmarkt; deze diensten omvatten gerichte mobiliteitsregelingen om vacatures te vervullen waar de arbeidsmarkt tekortkomingen vertoont en/of om bepaalde groepen werknemers zoals jongeren te helpen. |
— |
hulp bieden voor ondersteunende activiteiten die op nationaal en grensoverschrijdend niveau door de Eures-partners in grensregio's worden georganiseerd; |
— |
initiële scholing en bijscholing van de Eures-adviseurs in de lidstaten; |
— |
contacten tussen de Eures-adviseurs en samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, inclusief die in de kandidaat-lidstaten; |
— |
bevordering van de bekendheid van Eures bij ondernemingen en het publiek; |
— |
ontwikkeling van specifieke samenwerkings- en dienstenstructuren in de grensgebieden, overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1612/68; |
— |
maatregelen om belemmeringen van de mobiliteit uit de weg te ruimen, met name op het gebied van werkgerelateerde sociale zekerheid. |
Tot de doelstellingen moeten behoren een gendergevoelige benadering, inclusief genderbudgettering en een beoordeling van de genderimpact.
Dit programma moet ook de selectie en plaatsing van jongeren met een leercontract en stagiairs vereenvoudigen, wat immers cruciaal is voor een vlotte overgang voor jonge mensen van school naar een baan, zoals dat al begonnen is met de voorbereidende actie „Je eerste EURES-baan”, dat een vervolg heeft gekregen in het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI). Bedrijven, en met name het kmo's, zullen worden aangemoedigd om meer jongeren aan te nemen, met name door middel van financiële steun.
Doelgroepen:
— |
jongeren tot 30 jaar, ongeacht hun kwalificaties en werkervaring, aangezien de regeling niet enkel is bedoeld voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt; |
— |
alle wettelijk gevestigde bedrijven, en met name kmo's, om hen te helpen de kosten van internationale aanwervingen te drukken, die met name kleinere bedrijven treffen. |
Banen die voor subsidie uit hoofde van dit onderdeel van het programma in aanmerking komen, zullen stageplaatsen voor jongeren, eerste werkervaringen of gespecialiseerde banen omvatten. De regeling is niet bedoeld ter ondersteuning van vervanging van werkgelegenheid en onzeker werk, en is in geen geval in strijd met de nationale arbeidsregelgeving.
Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de banen eveneens voldoen aan de volgende criteria:
— |
ze moeten gevestigd zijn in een land dat lid is van Eures en dat niet het land van oorsprong is van de jonge werkzoekende (transnationale vacatures); |
— |
de duur van het contract bedraagt minimaal zes maanden. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).
Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).
Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSi) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).
04 03 02 03
Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
26 457 000 |
11 815 018 |
26 500 000 |
2 332 442 |
|
|
Toelichting
De algemene doelstelling van het EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.
EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.
Teneinde de algemene doelstellingen van EaSI te verwezenlijken, met name het bevorderen van werkgelegenheid en sociale integratie door het verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen, en door het verbeteren van de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen, alsook het bevorderen van gendergelijkheid en gendermainstreaming, zijn de specifieke doelstellingen van de pijler Microfinanciering en sociaal ondernemerschap:
— |
de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden; en ook voor bestaande micro-ondernemingen, met name die waar dergelijke personen in dienst zijn; |
— |
de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen; |
— |
de ontwikkeling van sociale ondernemingen ondersteunen, met name door de toegang tot financiering te verbeteren middels een benadering die rekening houdt met gender. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Terugbetalingen van financiële instrumenten uit hoofde van artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaling van kapitaal, vrijgegeven garanties, en terugbetaling van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden terugbetaald en worden opgevoerd in post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding zijn tot verstrekking van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSi) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).
04 03 11
Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
20 371 000 |
19 854 000 |
20 371 886,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).
Eurofound stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.
De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 20 371 000 EUR.
Een deel van dit krediet is bestemd voor de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces (EWVP), dat is opgericht overeenkomstig het besluit van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, en dat tot doel heeft de technologische, sociale (in het bijzonder demografische) en economische ontwikkelingen te begrijpen en te anticiperen en er een adequaat antwoord op mogelijk te maken. Hiertoe wordt informatie van hoge kwaliteit vergaard, verwerkt en geanalyseerd.
Een deel van dit krediet is ook bestemd voor werkzaamheden op het gebied van drie voor het gezinsbeleid belangrijke onderwerpen:
— |
gezinsvriendelijke beleidsmaatregelen op de arbeidsplaats (evenwicht tussen werk en gezinsleven, arbeidsomstandigheden enz.); |
— |
factoren die van invloed zijn op de situatie van gezinnen in sociale woningen (toegang van gezinnen tot goede huisvesting); |
— |
levenslange ondersteuning van gezinnen, bv. voor kinderopvang en andere kwesties die tot de bevoegdheden van de Stichting behoren. |
Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van onderzoeken naar de effecten van nieuwe technologieën op de werkplek en op beroepsziekten.
De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).
04 03 12
Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
14 534 000 |
14 534 000 |
14 013 900 |
14 013 900 |
14 920 346,— |
14 845 233,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).
Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.
Het Agentschap streeft ernaar aan de instellingen van de Unie, de lidstaten en de belanghebbende partijen technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken die nuttig is op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2015 in totaal 14 679 000 EUR. Een bedrag van 145 000 EUR, afkomstig van de reserve van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 534 000 EUR.
Dit krediet is bestemd voor acties die nodig zijn om de in Verordening (EG) nr. 2062/94 vastgestelde taken van het Agentschap uit te voeren, en met name:
— |
anticiperende en voorlichtingsacties met bijzondere aandacht voor de kmo's; |
— |
de werking van de Europese waarnemingspost voor risico's op basis van voorbeelden van goede praktijken in ondernemingen of specifieke sectoren; |
— |
de voorbereiding en de verstrekking van passende instrumenten waarmee kleinere ondernemingen de gezondheid en de veiligheid op het werk kunnen beheren; |
— |
de werking van het netwerk, bestaande uit de belangrijkste samenstellende elementen van de nationale informatienetwerken, waaronder de organisaties van de nationale sociale partners, overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken, alsook de nationale steunpunten; |
— |
de organisatie van uitwisseling van ervaringen, informatie en goede praktijkvoorbeelden, onder meer in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie en andere internationale organisaties; |
— |
de integratie van de kandidaat-lidstaten in deze informatienetwerken en de ontwikkeling van aan hun specifieke situatie aangepaste instrumenten; |
— |
de organisatie en het beheer van de Europese campagnes voor gezondheid op de werkplek en van de Europese week over gezondheid en veiligheid, waarbij de nadruk wordt gelegd op specifieke risico's en behoeften van gebruikers en eindbegunstigden. |
De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).
04 03 51
Voltooiing van Progress
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
24 802 431 |
p.m. |
31 294 613 |
55 805 119,13 |
40 358 399,35 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van eerdere vastleggingen in het kader van het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress).
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma's van de Unie, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).
04 03 52
Voltooiing van Eures
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
8 579 394 |
p.m. |
10 082 958 |
22 015 381,85 |
8 406 133,52 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het oude artikel 04 03 04.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).
Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).
Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).
04 03 53
Voltooiing van andere activiteiten
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
8 180 353 |
p.m. |
14 894 437 |
26 542 047,64 |
18 582 523,22 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de oude artikelen 04 04 07, 04 04 12 en 04 04 15.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).
Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).
Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).
Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.
Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).
Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).
Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).
Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).
Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).
Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).
Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).
Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 20).
Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).
Referentiebesluiten
Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.
Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.
04 03 77
Proefprojecten en voorbereidende acties
04 03 77 02
Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
523 430 |
p.m. |
600 000 |
500 000,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 03
Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 04
Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
— |
65 000 |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 05
Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
— |
p.m. |
— |
20 000 |
0,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 06
Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
— |
350 000 |
0,— |
430 868,38 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 07
Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
1 308 576 |
p.m. |
3 880 000 |
5 000 000,— |
3 166 773,34 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 08
Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
348 954 |
p.m. |
600 000 |
0,— |
597 570,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 09
Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
523 430 |
1 000 000 |
600 000 |
457 050,50 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Dit krediet dient voor de voortgezette dekking van acties met als algemene doelstelling om te zorgen voor de gelijke behandeling en niet-discriminatie van arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt in het gastland door middel van informatiecentra in de lidstaten waar gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten informatie, advies en ondersteuning (inclusief rechtsbijstand) kunnen krijgen.
Deze voorbereidende actie heeft tot doel te zorgen voor een gelijke behandeling en niet-discriminatie van arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt in het gastland door middel van informatiecentra in de lidstaten waar arbeidsmigranten informatie, advies en ondersteuning (met inbegrip van rechtsbijstand) kunnen krijgen.
Deze voorbereidende actie sluit aan bij het komende EU-initiatief inzake de vrijheid van verkeer binnen de Unie. Dit initiatief is erop gericht de uitvoerbaarheid van Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie te verbeteren (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1). Het moet de bestaande hindernissen voor de mobiliteit van werknemers in de Unie wegnemen door de uitoefening van hun rechten uit hoofde van het EU-recht te verbeteren en migranten die op grond van hun nationaliteit gediscrimineerd worden informatie en rechtsbijstand te bieden. De voorbereidende actie bouwt voort op het geleverde werk in het kader van het inmiddels afgeronde proefproject „Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers” (artikel 04 03 77 03) en op acties waarmee in 2013 in het kader van de voorbereidende actie een aanvang is gemaakt.
Acties:
— |
een studie om de modaliteiten voor de opzetting van een netwerk van centra in de hele Unie te onderzoeken; |
— |
de lancering van 3 proefmaatregelen om het netwerk van centra in een aantal geselecteerde lidstaten te testen; |
— |
een conferentie met de belanghebbenden. |
De informatiecentra kunnen de opzet volgen van voorlichtingsactiviteiten van vakbonden en moeten met steun van de Commissie de volgende taken hebben:
— |
ondersteuning van en verstrekking van informatie aan immigranten inzake arbeidskwesties en de situatie in het gastland; |
— |
verstrekking van juridische diensten aan EU-migranten die mogelijk het slachtoffer zijn van uitbuiting en intimidatie en in overeenstemming met de huidige wetgeving het recht hebben om schadevergoeding te eisen of formeel een klacht in te dienen; |
— |
bestrijding van discriminatie en intolerantie, die de integratie op de arbeidsmarkt en in de maatschappij negatief beïnvloeden; |
— |
ondersteuning van personen die niet over de juiste papieren beschikken door hun rechtsbijstand te bieden, met als doel hun situatie te regulariseren en hun grondrechten te verdedigen; |
— |
permanente actualisering en verstrekking van juridische informatie om met name op het vlak van arbeid de volledige erkenning van de rechten van gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten te garanderen; |
— |
verstrekking van rechtsbijstand in volgende gevallen: uitwijzingsbesluiten, illegale arbeidsmigranten, arbeidsmigranten zonder documenten en de hernieuwing van werk- en verblijfsvergunningen; |
— |
ontwikkeling van acties ter bestrijding van illegale tewerkstelling en ter bewustmaking van werkgevers ter zake van de illegale tewerkstelling; |
— |
uitwerking van campagnes over tekorten op de arbeidsmarkt en aanwerving van personeel in het land van oorsprong; |
— |
uitwerking van informatiecampagnes en organisatie van conferenties, seminars enz.; |
— |
bevordering van de samenwerking en uitwisseling van informatie tussen arbeidsbureaus en immigratiediensten. |
Verwachte resultaten van deze voorbereidende actie zijn: de probleemloze integratie van arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt van hun gastland bevorderen en hen tegelijk helpen om hun rechten op gelijke behandeling te verdedigen en uit te oefenen. De voorbereidende actie heeft eveneens als doel de administratieve situatie te verbeteren door de samenwerking tussen arbeidsbureaus en immigratiediensten op het niveau van de Commissie en de lidstaten te stimuleren.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 10
Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
263 278,78 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 11
Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
168 145,26 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 12
Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
200 000 |
0,— |
650 000,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van het proefproject.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 13
Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
1 292 053 |
p.m. |
2 000 000 |
2 000 000,— |
1 437 997,82 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 14
Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
697 907 |
1 000 000 |
650 000 |
1 000 000,— |
0,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorafgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Deze voorbereidende actie gaat uit van het belang van sociale innovatie en de opkomst van sociale ondernemingen. Deze twee factoren van verandering zijn gebaseerd op levensvatbare bedrijfsmodellen die een inclusieve, sociaal rechtvaardigere en ecologisch duurzame groei bevorderen. Via activiteiten om aan de sociale behoeften in de context van duurzame en inclusieve ontwikkeling te voldoen, scheppen ze ook banen. Deze voorbereidende actie heeft als doel de goede praktijken van nationale, regionale en plaatselijke overheden en financiële tussenpersonen bij de ondersteuning van jonge of sociale ondernemers in de huidige context van hoge jongerenwerkloosheid vast te stellen, te ontwikkelen, te bevorderen en te verspreiden. Op die manier draagt de voorbereidende actie bij tot de benutting van het potentieel van jong en sociaal ondernemerschap, dat ook benadrukt wordt in de jaarlijkse groeianalyse 2012 en in de mededeling van de Commissie van 18 april 2012„Op weg naar een banenrijk herstel” (COM(2012) 173 final). Het doel is de economische en sociale situatie op plaatselijk niveau te verbeteren en te tonen hoe de ondersteuning van jong en sociaal ondernemerschap zo efficiënt mogelijk in regionale, stedelijke en plaatselijke ontwikkelingsstrategieën kan worden geïntegreerd. Hierbij wordt bijzondere nadruk gelegd op het gebruik van de financiële instrumenten van de Unie, met name van de structuurfondsen, in de periode 2014-2020.
De belangrijkste opdracht bestaat erin om in een beperkt aantal proefgebieden samen te werken met potentiële kredietverstrekkers (in het bijzonder de instanties die de door de structuurfondsen en met name het ESF gefinancierde programma's beheren) en financiële tussenpersonen, waaronder de EIB-groep. Deze samenwerking zal bijdragen tot de uitwerking en het opzetten van realistische, passende en betrouwbare regelingen of fondsen die aandelen- of mezzaninefinanciering verstrekken (inclusief durffilantropie). Dergelijke regelingen of fondsen kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van structuren die bedrijfsontwikkelingsdiensten en netwerkfaciliteiten aanbieden, met als doel de opkomende ontwikkeling en groei van sociale ondernemingen aan te moedigen en te faciliteren. Mogelijke acties zijn haalbaarheidsstudies, wederzijds leren, verspreiding van goede praktijken en gerichte steun aan nationale of regionale instanties. Deze acties kunnen eventueel voortbouwen op de resultaten van eerdere acties van regionale instanties en financiële tussenpersonen inzake capaciteitsopbouw en wederzijds leren, zoals het netwerkplatform Jessica (36). De resultaten van deze proefleerprojecten zullen bijdragen tot de tenuitvoerlegging van de relevante Europa 2020-vlaggenschipinitiatieven (37) en de weg effenen voor een doeltreffend gebruik van het ESF en de andere EU-fondsen na 2014.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 15
Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
523 430 |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject. Dit proefproject heeft tot doel de haalbaarheid en de toegevoegde waarde te evalueren van de invoering van een Europese werkloosheidsverzekerings- of -uitkeringsregeling, die mogelijk de vorm zal krijgen van een minimumwerkloosheidsuitkering. Het uiteindelijke doel is om de weg vrij te maken voor de concrete uitvoering van dit idee, als belangrijk onderdeel van de sociale dimensie van de Economische en Monetaire Unie.
De te financieren acties/maatregelen zijn:
— |
een diepgaande studie in drie delen over de opties, haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese sociale zekerheidsregeling. Ten eerste zal de studie de verschillende opties onderzoeken voor het bereik en de inhoud van de regeling, waaronder een minimumwerkloosheidsuitkering. Ten tweede zal de studie de haalbaarheid van die opties onderzoeken, rekening houdend met uiteenlopende praktijken, collectieve arbeidsovereenkomsten en wetgeving in de verschillende lidstaten. Ten derde zal de Europese toegevoegde waarde worden beoordeeld en met name de wijze waarop een dergelijke regeling economische groei mogelijk maakt, armoede voorkomt, mensen een basis biedt om op waardige manier te leven, een volwaardige rol in de maatschappij te spelen en met succes een baan te vinden, en een automatische stabiliserende invloed heeft op de economie; |
— |
oprichting van een netwerk voor de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten, lokale en territoriale besturen, vakbonden en verenigingen in verband met nationale werkloosheidsverzekeringen. De verzamelde en uitgewisselde informatie moet het opstellen van een studie vergemakkelijken; |
— |
de organisatie van een conferentie op hoog niveau aan het einde van het project om de resultaten van de studie bekend te maken en te bediscussiëren. |
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 16
Voorbereidende actie — Microkredieten specifiek bedoeld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.
Er bestaat momenteel geen faciliteit voor microfinanciering die specifiek gericht is op werkgelegenheid voor jongeren. Deze voorbereidende actie moet rechtstreeks worden toegewezen aan het Europees Investeringsfonds.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 17
Proefproject — Socialezekerheidskaart
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Dit proefproject dient om onderzoek te doen naar de voordelen van de invoering en, indien passend, beschikbaarstelling van een fraudebestendig Europees elektronisch document met persoonlijke gegevens inzake de sociale zekerheid van een persoon, waarop alle gegevens zijn opgeslagen die voor het controleren van de arbeidsstatus van de kaarthouder relevant zijn, zoals bijzonderheden inzake sociale verzekering en arbeidstijden, en waarvoor strenge regels van gegevensbescherming gelden, in het bijzonder waar privacygevoelige persoonsgegevens worden verwerkt.
De maatregelen omvatten onder meer het volgende:
— |
een verslag over beste praktijken in lidstaten die reeds soortgelijke systemen hebben ingevoerd; |
— |
een opzet of een voorbereidende actie, op basis van het verslag, om dit document te helpen invoeren in een specifieke sector of bepaalde landen; |
— |
een effectbeoordeling en kosten-batenanalyse van de invoering van een dergelijk elektronisch document; |
— |
een vergelijkende analyse van de verschillende sociale zekerheidsstelsels in de EU-28, om inzicht te krijgen in de verschillen tussen de lidstaten wat betreft economische structuur, omvang en opbouw van de sociale stelsels. |
Dit proefproject kan tevens een ontwerp van een elektronische kaart naar EU model dekken, waarop de relevante informatie van de arbeidsstatus van de kaarthouder opgeslagen is, zoals bijzonderheden inzake sociale verzekering en arbeidstijden.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 18
Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Deze nieuwe voorbereidende actie dient om de capaciteit te vergroten van nationale minimum inkomen-netwerken voor het ontwikkelen van een strategie ter uitvoering van de aanbevelingen die het proefproject heeft opgeleverd, en de koppeling met het EU 2020-strategie te versterken door de uitvoering van de relevante landenspecifieke aanbevelingen te volgen; de bewustwording inzake minimum inkomensstelsels te vergroten, met nadruk op dekking, toereikendheid en benutting; actoren op Unieniveau in te zetten door middel van een voortgezette dialoog over inkomensstelsels; de gezamenlijke methodologie voor referentiebegrotingen te bevorderen (in voorbereiding als onderdeel van een ander proefproject „Netwerk referentiebegrotingen”) op lokaal, nationaal en EU-niveau, om de toereikendheid van minimum inkomenssteun te waarborgen.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 19
Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
500 000 |
250 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Deze post houdt verband met de prioriteiten inzake werkgelegenheid en sociale zaken en met wetgevingsinitiatieven op Unieniveau.
Deze voorbereidende actie dient om een bijdrage te leveren aan het algemene Uniebeleid inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, met name onder kansarme groepen, zoals migranten. De actie vormt in het bijzonder een aanvulling op de mededelingen van de Commissie getiteld „het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting” (COM(2010)758) en „Naar sociale investering voor groei en cohesie” (COM(2013)83), alsmede op de verordening betreffende het Europees Sociaal Fonds (Verordening nr. 1304/2013).
Doel
Deze voorbereidende actie dient om een bijdrage te leveren aan het welzijn en de volledige sociale en economische integratie van migranten in Europa (zowel Europese ingezetenen als onderdanen van derde landen), met name degenen die zich in uiterst moeilijke sociale en economische situaties bevinden (werkloosheid, herhaalde uitsluiting, gezondheidsproblemen, verslavingen en andere vormen van marginalisering) door het ontwikkelen en testen van proefcentra voor integratie in lidstaten met uiteenlopende sociale zekerheidsstelsels en arbeidsmarktstructuren. Deze centra zullen deel uitmaken van het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting en zullen gericht zijn op het versterken van de vaardigheden en capaciteiten van migranten, om ze beter in staat te stellen volledig deel te nemen aan het arbeids- en sociale leven, door middel van het leveren van een geïntegreerd pakket activiteiten en diensten.
Te financieren acties/maatregelen
De maatregelen omvatten onder meer het volgende:
— |
De oprichting van proefcentra voor sociale integratie, die:
|
Deze proefcentra zullen bijstaan met het testen van geschikte voorwaarden voor de latere opzet van lokale centra voor sociale en economische integratie in alle lidstaten, als onderdeel van het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting. Deze lokale centra zullen een tweeledig doel hebben: 1) het aanmoedigen en in staat stellen van migranten om hun kansen van hernieuwde deelname aan de economie en voor volledige integratie in de ontvangende gemeenschappen en samenleving te vergroten, en 2) het helpen van lokale autoriteiten, sociale partners en maatschappelijke organisaties om barrières te slechten, de mobiliteit te vergroten en de sociale en economische integratie van kansarme migranten te bevorderen.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
04 03 77 20
Proefproject — Gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
|
|
Toelichting
Dit proefproject heeft tot doel onderzoek te doen naar de gevolgen van verlaging van sociale uitkeringen (gezinstoelage, langdurige werkloosheidsuitkering, aanvullende ziekte-uitkering, sociale-integratiebetaling), wat betreft toegenomen armoede en genderongelijkheid.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 04 04 — EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
04 04 |
|||||||||
EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING |
|||||||||
04 04 01 |
EFG - ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden |
9 |
p.m. |
25 000 000 |
p.m. |
50 000 000 |
|
|
|
04 04 51 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013) |
9 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
41 541 397,— |
41 541 397,— |
|
|
Hoofdstuk 04 04 — Totaal |
|
p.m. |
25 000 000 |
p.m. |
50 000 000 |
41 541 397,— |
41 541 397,— |
166,17 |
04 04 01
EFG - ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
25 000 000 |
p.m. |
50 000 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het EFG teneinde de Unie de mogelijkheid te bieden solidariteit te betonen met en steun te verlenen aan werknemers en zelfstandigen die werkloos zijn geworden als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, als gevolg van het voortduren van de wereldwijde financiële en economische crisis, een bij Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26) ingevoerd criterium, of als gevolg van een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, alsook om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame terugkeer op de arbeidsmarkt.
De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds en er mag uit deze instrumenten geen dubbele financiering zijn. Acties en maatregelen die door het EFG worden gesteund, moeten beogen dat het grootst mogelijke aantal begunstigden dat aan deze maatregelen (met inbegrip van die met een genderbenadering) deelneemt, zo snel mogelijk duurzaam werk vindt voordat het eindverslag moet worden ingeleverd.
De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.
Referentiebesluiten
Interinstitutioneel Akkoord 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
04 04 51
Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
41 541 397,— |
41 541 397,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het EFG, om de Unie in staat te stellen in de tijd beperkte en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Het dient ter dekking van alle aanvragen die tot en met 31 december 2013 werden ingediend. Voor aanvragen die tussen 1 mei 2009 en 31 december 2011 werden ingediend, kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.
De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds. Dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan.
De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12 2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).
Referentiebesluiten
Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
HOOFDSTUK 04 05 — INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
04 05 |
|||||||||
INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL |
|||||||||
04 05 01 |
|||||||||
Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië |
|||||||||
04 05 01 01 |
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
04 05 01 02 |
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
|
Artikel 04 05 01 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
04 05 02 |
|||||||||
Steun voor IJsland |
|||||||||
04 05 02 01 |
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
04 05 02 02 |
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
|
Artikel 04 05 02 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
04 05 03 |
|||||||||
Steun voor Turkije |
|||||||||
04 05 03 01 |
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
04 05 03 02 |
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
|
Artikel 04 05 03 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
04 05 51 |
Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijke potentieel |
4 |
p.m. |
74 547 800 |
p.m. |
69 900 164 |
113 157 077,— |
65 152 574,— |
87,40 |
|
Hoofdstuk 04 05 — Totaal |
|
p.m. |
74 547 800 |
p.m. |
69 900 164 |
113 157 077,— |
65 152 574,— |
87,40 |
04 05 01
Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
04 05 01 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet in de Westelijke Balkan gebruikt worden voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:
— |
steun voor politieke hervormingen; |
— |
versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).
04 05 01 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:
— |
steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei; |
— |
versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).
04 05 02
Steun voor IJsland
04 05 02 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
In het kader van IPA II zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:
— |
steun voor politieke hervormingen; |
— |
versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).
04 05 02 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in IJsland:
— |
steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei; |
— |
versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).
04 05 03
Steun voor Turkije
04 05 03 01
Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
In het kader van IPA II zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:
— |
steun voor politieke hervormingen; |
— |
versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).
04 05 03 02
Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
Toelichting
In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:
— |
steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei; |
— |
versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).
04 05 51
Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijke potentieel
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
74 547 800 |
p.m. |
69 900 164 |
113 157 077,— |
65 152 574,— |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen van vóór 2014.
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, als gewijzigd bij punt 7 van bijlage III, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
HOOFDSTUK 04 06 — FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
04 06 |
|||||||||
FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN |
|||||||||
04 06 01 |
Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie |
1.2 |
523 247 709 |
362 116 807 |
500 000 000 |
405 000 000 |
|
|
|
04 06 02 |
Technische bijstand |
1.2 |
1 410 000 |
958 779 |
1 280 000 |
1 280 000 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 04 06 — Totaal |
|
524 657 709 |
363 075 586 |
501 280 000 |
406 280 000 |
|
|
|
Toelichting
Artikel 174 VWEU geeft de doelstelling van de Unie van economische, sociale en territoriale samenhang aan, en artikel 175 zet de rol van de structuurfondsen bij de verwezenlijking van deze doelstelling uiteen en voorziet in de mogelijkheid van vaststelling van specifieke maatregelen buiten de structuurfondsen om.
Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.
De artikelen 56 en 57 van Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende de criteria voor financiële correcties door de Commissie voorzien in specifieke regels voor op het FEAD toe te passen financiële correcties.
Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.
Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.
Artikel 44 van de FEAD-verordening voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die op het FEAD van toepassing zijn.
Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.
In artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de herziening van het MFK om de toegewezen bedragen die in 2014 niet zijn gebruikt over te dragen naar daaropvolgende jaren, boven de vastgestelde uitgavenmaxima, indien na 1 januari 2014 nieuwe regels of programma's worden vastgesteld.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 175.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.
Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.
04 06 01
Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
523 247 709 |
362 116 807 |
500 000 000 |
405 000 000 |
|
|
Toelichting
Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) vervangt de regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, die eind 2013 afliep.
Met het oog op de continuïteit tussen de twee programma's zullen de uitgaven in aanmerking komen voor steun uit een operationeel programma van het FEAD indien deze door een begunstigde zijn gedaan en tussen 1 december 2013 en 31 december 2023 werden betaald.
Het FEAD bevordert de sociale samenhang, versterkt de sociale inclusie en draagt daarmee uiteindelijk bij aan de uitbanning van de armoede in de Unie doordat het een bijdrage levert aan de verwezenlijking van de doelstelling van de Europa 2020-strategie om ten minste 20 miljoen minder mensen bloot te stellen aan het risico op armoede en sociale uitsluiting, en vormt een aanvulling op de structuurfondsen. Aangezien vrouwen meer kans lopen op armoede of sociale uitsluiting dan mannen, volgt het FEAD een genderbewuste aanpak, door de maatregelen af te stemmen op de verschillende groepen die aan het risico op armoede en sociale uitsluiting zijn blootgesteld, met inbegrip van vrouwen en ouderen. Het FEAD draagt bij tot de verwezenlijking van het specifieke doel van verlichting en uitroeiing van de ergste vormen van armoede door het verstrekken van niet-financiële bijstand aan de meest behoeftigen: voedselhulp en/of fundamentele materiële bijstand en sociale-inclusieactiviteiten die gericht zijn op de sociale integratie van de meest behoeftigen.
Dit doel en de resultaten van de uitvoering van het Fonds worden kwalitatief en kwantitatief beoordeeld.
Het FEAD wordt gebruikt ter aanvulling, en niet ter vervanging of afzwakking, van nationale beleidsmaatregelen op het gebied van armoedebestrijding en sociale re-integratie, die de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijven.
Voor vastlegging in de begroting voor de periode 2014-2020 is voor het Fonds een bedrag van 3 395 684 880 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2011, beschikbaar.
Een deel van deze kredieten is bestemd voor werkzaamheden van de Confederation of European Senior Expert Services (CESES) en de verenigingen die daar lid van zijn, met inbegrip van technische ondersteuning, adviesdiensten en training in selecte openbare en particuliere ondernemingen en instellingen. Hiertoe worden ordonnateurs van de Unie aangemoedigd ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het Financieel Reglement biedt, waaronder bijdragen in natura door CESES voor projecten van de Unie.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).
04 06 02
Technische bijstand
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 410 000 |
958 779 |
1 280 000 |
1 280 000 |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.
Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.
Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:
— |
ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen); |
— |
uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties; |
— |
uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie; |
— |
contracten voor de levering van diensten en studies; |
— |
subsidies; |
— |
audit-, controle- en evaluatieactiviteiten. |
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).
ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL
— |
ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE |
— |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE |
TITEL 05
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel Hoofdstuk |
Rubriek |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
05 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
131 384 520 |
131 384 520 |
129 034 743 |
129 034 743 |
131 568 850,35 |
131 568 850,35 |
05 02 |
VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN |
2 400 689 000 |
2 400 752 166 |
2 233 400 000 |
2 232 941 971 |
3 193 228 899,81 |
3 193 183 830,72 |
05 03 |
RECHTSTREEKSE STEUN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT ERVAN TE BEPERKEN EN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE BEREIKEN |
40 908 597 789 |
40 908 597 789 |
41 447 275 640 |
41 447 275 640 |
41 658 276 625,69 |
41 658 276 625,69 |
05 04 |
PLATTELANDSONTWIKKELING |
13 819 166 077 |
11 162 302 959 |
13 987 271 059 |
11 591 354 028 |
14 795 454 673,84 |
13 151 819 724,47 |
05 05 |
INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
94 000 000 |
177 168 992 |
90 000 000 |
110 997 038 |
234 042 533,— |
47 636 861,88 |
05 06 |
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
4 675 000 |
4 201 456 |
6 696 000 |
1 806 026 |
3 062 748,84 |
3 062 748,84 |
05 07 |
AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS GEFINANCIERDE (ELGF) LANDBOUWUITGAVEN |
87 300 000 |
87 300 000 |
60 200 000 |
60 200 000 |
119 577 848,19 |
119 577 848,19 |
05 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
56 231 373 |
51 366 940 |
40 793 360 |
32 848 523 |
31 728 963,46 |
34 292 383,82 |
05 09 |
HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW |
101 455 799 |
19 076 239 |
52 163 000 |
624 014 |
|
|
|
Titel 05 — Totaal |
57 603 499 558 |
54 942 151 061 |
58 046 833 802 |
55 607 081 983 |
60 166 941 143,18 |
58 339 418 873,96 |
HOOFDSTUK 05 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”
De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% 2013-2015 |
05 01 |
||||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
||||||
05 01 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling” |
5,2 |
98 894 779 |
97 408 025 |
100 081 988,75 |
101,20 |
05 01 02 |
||||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling” |
||||||
05 01 02 01 |
Extern personeel |
5,2 |
3 394 913 |
3 399 499 |
4 249 935,54 |
125,19 |
05 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5,2 |
7 204 827 |
7 338 776 |
7 843 141,22 |
108,86 |
|
Artikel 05 01 02 — Subtotaal |
|
10 599 740 |
10 738 275 |
12 093 076,76 |
114,09 |
05 01 03 |
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling” |
5,2 |
6 278 438 |
6 306 203 |
7 518 471,48 |
119,75 |
05 01 04 |
||||||
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling” |
||||||
05 01 04 01 |
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand |
2 |
8 100 000 |
7 931 000 |
7 477 496,61 |
92,31 |
05 01 04 03 |
Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPA) |
4 |
497 475 |
545 000 |
0,— |
0 |
05 01 04 04 |
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand |
2 |
4 450 000 |
3 735 000 |
4 397 816,75 |
98,83 |
|
Artikel 05 01 04 — Subtotaal |
|
13 047 475 |
12 211 000 |
11 875 313,36 |
91,02 |
05 01 05 |
||||||
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling” |
||||||
05 01 05 01 |
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 |
1,1 |
1 277 088 |
1 238 086 |
|
|
05 01 05 02 |
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 |
1,1 |
321 000 |
420 000 |
|
|
05 01 05 03 |
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 |
1,1 |
800 000 |
713 154 |
|
|
|
Artikel 05 01 05 — Subtotaal |
|
2 398 088 |
2 371 240 |
|
|
05 01 06 |
||||||
Uitvoerende agentschappen |
||||||
05 01 06 01 |
Uitvoerend agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding - Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten |
2 |
166 000 |
|
|
|
|
Artikel 05 01 06 — Subtotaal |
|
166 000 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 05 01 — Totaal |
|
131 384 520 |
129 034 743 |
131 568 850,35 |
100,14 |
Toelichting
De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
05 01 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
98 894 779 |
97 408 025 |
100 081 988,75 |
05 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”
05 01 02 01
Extern personeel
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
3 394 913 |
3 399 499 |
4 249 935,54 |
05 01 02 11
Overige beheersuitgaven
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
7 204 827 |
7 338 776 |
7 843 141,22 |
05 01 03
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 278 438 |
6 306 203 |
7 518 471,48 |
05 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).
Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).
Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).
Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).
05 01 04 01
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
8 100 000 |
7 931 000 |
7 477 496,61 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met name de maatregelen die zijn opgesomd in artikel 6, onder a) en onder d) tot en met f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
Het omvat ook de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma inzake genetische hulpbronnen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 870/2004. Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de kosten van het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen in de context van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (uren, materiaal, reiskosten, vergaderingen), alsmede studies en andere uitgaven voor communicatie en de ondersteuning van audits en controles, bijvoorbeeld bijstand door auditkantoren.
Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.
05 01 04 03
Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPA)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
497 475 |
545 000 |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc; |
— |
uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post; |
— |
uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatiesystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken en andere uitgaven voor publicatieactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die direct aan de doelstellingen van het programma zijn gekoppeld; |
— |
onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan; |
— |
informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie. |
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Dit krediet dient voor de financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 05 05.
05 01 04 04
Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
4 450 000 |
3 735 000 |
4 397 816,75 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uit het Elfpo gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand omvat maatregelen op het vlak van voorbereiding, monitoring, administratieve ondersteuning, evaluatie, audit en toezicht. Dit krediet kan met name worden aangewend voor de financiering van:
— |
uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen); |
— |
uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties; |
— |
uitgaven voor IT en telecommunicatie; |
— |
audit- en controlemaatregelen, zoals bijstand door auditkantoren; |
— |
contracten met dienstverleners; |
— |
uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 850 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel. |
Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.
05 01 05
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965) en met name artikel 3, lid 3, onder b).
05 01 05 01
Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 277 088 |
1 238 086 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.
Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
05 01 05 02
Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
321 000 |
420 000 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.
Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
05 01 05 03
Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
800 000 |
713 154 |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.
Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of de projecten, zoals, maar niet uitsluitend, uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordiging.
Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
05 01 06
Uitvoerende agentschappen
05 01 06 01
Uitvoerend agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding - Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
166 000 |
|
|
Toelichting
Nieuwe post
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage in de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten.
De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).
Zie hoofdstuk 05 02.
Referentiebesluiten
Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).
Uitvoeringsbesluit 2014/927/EU van de Commissie van 17 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU teneinde het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding” om te vormen tot het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding” (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 183).
Besluit C(2014) 9594 van de Commissie van 19 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9505 wat betreft het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding met het oog op het uitvoeren van taken in verband met de tenuitvoerlegging van voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen en opleidingsmaatregelen voor voedselveiligheid krachtens Besluit C(2014) 1269, met name wat betreft de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie.
HOOFDSTUK 05 02 — VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Rubriek |
FK |
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
% Betalingen 2013-2015 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||||
05 02 |
|||||||||
VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN |
|||||||||
05 02 01 |
|||||||||
Granen |
|||||||||
05 02 01 01 |
Uitvoerrestituties voor granen |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 01 02 |
Interventie in de vorm van opslag van granen |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
88 853,98 |
88 853,98 |
|
05 02 01 99 |
Overige maatregelen (granen) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
– 774,63 |
– 774,63 |
|
|
Artikel 05 02 01 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
88 079,35 |
88 079,35 |
|
05 02 02 |
|||||||||
Rijst |
|||||||||
05 02 02 01 |
Uitvoerrestituties voor rijst |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 02 02 |
Interventie in de vorm van opslag van rijst |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 02 99 |
Overige maatregelen (rijst) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
|
Artikel 05 02 02 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 03 |
Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten |
2 |
100 000 |
100 000 |
4 000 000 |
4 000 000 |
4 879 804,92 |
4 879 804,92 |
4 879,80 |
05 02 04 |
|||||||||
Voedselprogramma's |
|||||||||
05 02 04 99 |
Overige maatregelen (voedselprogramma’s) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
491 528 729,02 |
491 528 729,02 |
|
|
Artikel 05 02 04 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
491 528 729,02 |
491 528 729,02 |
|
05 02 05 |
|||||||||
Suiker |
|||||||||
05 02 05 01 |
Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
45 046,27 |
45 046,27 |
|
05 02 05 03 |
Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
–9 166,13 |
–9 166,13 |
|
05 02 05 08 |
Particuliere opslag van suiker |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 05 99 |
Overige maatregelen (suiker) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
– 182 648,61 |
– 182 648,61 |
|
|
Artikel 05 02 05 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
– 146 768,47 |
– 146 768,47 |
|
05 02 06 |
|||||||||
Olijfolie |
|||||||||
05 02 06 03 |
Particuliere opslag van olijfolie |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
17 204 146,15 |
17 204 146,15 |
|
05 02 06 05 |
Acties ter verbetering van de kwaliteit |
2 |
46 000 000 |
46 000 000 |
45 000 000 |
45 000 000 |
43 169 172,74 |
43 169 172,74 |
93,85 |
05 02 06 99 |
Overige maatregelen (olijfolie) |
2 |
600 000 |
600 000 |
300 000 |
300 000 |
565 210,07 |
565 210,07 |
94,20 |
|
Artikel 05 02 06 — Subtotaal |
|
46 600 000 |
46 600 000 |
45 300 000 |
45 300 000 |
60 938 528,96 |
60 938 528,96 |
130,77 |
05 02 07 |
|||||||||
Vezelgewassen |
|||||||||
05 02 07 02 |
Particuliere opslag van vlasvezels |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
05 02 07 03 |
Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s |
2 |
6 100 000 |
6 100 000 |
6 100 000 |
6 100 000 |
10 102 598,83 |
10 102 598,83 |
165,62 |
05 02 07 99 |
Overige maatregelen (vezelgewassen) |
2 |
100 000 |
100 000 |
100 000 |
100 000 |
7 037 678,43 |
7 037 678,43 |
7 037,68 |
|
Artikel 05 02 07 — Subtotaal |
|
6 200 000 |
6 200 000 |
6 200 000 |
6 200 000 |
17 140 277,26 |
17 140 277,26 |
276,46 |
05 02 08 |
|||||||||
Groenten en fruit |
|||||||||
05 02 08 03 |
Actiefondsen van de producentenorganisaties |
2 |
541 500 000 |
541 500 000 |
285 000 000 |
285 000 000 |
726 755 567,69 |
726 755 567,69 |
134,21 |
05 02 08 11 |
Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen |
2 |
150 000 000 |
150 000 000 |
269 000 000 |
269 000 000 |
343 373 666,75 |
343 373 666,75 |
228,92 |
05 02 08 12 |
Schoolfruitregeling |
2 |
144 000 000 |
144 000 000 |
122 000 000 |
122 000 000 |
66 736 818,29 |
66 736 818,29 |
46,35 |
05 02 08 99 |
Overige maatregelen (groenten en fruit) |
2 |
700 000 |
700 000 |
700 000 |
700 000 |
1 220 275,45 |
1 220 275,45 |
174,33 |
|
Artikel 05 02 08 — Subtotaal |
|
836 200 000 |
836 200 000 |
676 700 000 |
676 700 000 |
1 138 086 328,18 |
1 138 086 328,18 |
136,10 |
05 02 09 |
|||||||||
Producten van de wijnbouwsector |
|||||||||
05 02 09 08 |
Nationale steunprogramma's voor de wijnsector |
2 |
1 094 000 000 |
1 094 000 000 |
1 083 000 000 |
1 083 000 000 |
1 046 416 618,18 |
1 046 416 618,18 |
95,65 |
05 02 09 99 |
Overige maatregelen (wijnbouwsector) |
2 |
1 000 000 |
1 000 000 |
2 000 000 |
2 000 000 |
–2 184 549,97 |
–2 184 549,97 |
– 218,45 |
|
Artikel 05 02 09 — Subtotaal |
|
1 095 000 000 |
1 095 000 000 |
1 085 000 000 |
1 085 000 000 |
1 044 232 068,21 |
1 044 232 068,21 |
95,36 |
05 02 10 |
|||||||||
Afzetbevordering |
|||||||||
05 02 10 01 |
Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten |
2 |
64 000 000 |
64 000 000 |
60 000 000 |
60 000 000 |
50 129 077,60 |
50 129 077,60 |
78,33 |
05 02 10 02 |
Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie |
2 |
1 189 000 |
1 252 166 |
1 500 000 |
1 041 971 |
1 346 726,99 |
1 301 657,90 |
103,95 |
05 02 10 99 |
Overige maatregelen (afzetbevordering) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
|
Artikel 05 02 10 — Subtotaal |
|
65 189 000 |
65 252 166 |
61 500 000 |
61 041 971 |
51 475 804,59 |
51 430 735,50 |
78,82 |
05 02 11 |
|||||||||
Overige plantaardige producten/overige maatregelen |
|||||||||
05 02 11 03 |
Hop — Steun aan producentenorganisaties |
2 |
2 300 000 |
2 300 000 |
2 300 000 |
2 300 000 |
2 277 000,— |
2 277 000,— |
99,00 |
05 02 11 04 |
POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun) |
2 |
231 000 000 |
231 000 000 |
238 000 000 |
238 000 000 |
225 393 907,76 |
225 393 907,76 |
97,57 |
05 02 11 99 |
Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen) |
2 |
100 000 |
100 000 |
100 000 |
100 000 |
–25 616,72 |
–25 616,72 |
–25,62 |
|
Artikel 05 02 11 — Subtotaal |
|
233 400 000 |
233 400 000 |
240 400 000 |
240 400 000 |
227 645 291,04 |
227 645 291,04 |
97,53 |
05 02 12 |
|||||||||
Melk en zuivelproducten |
|||||||||
05 02 12 01 |
Restituties voor melk en zuivelproducten |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
62 670,33 |
62 670,33 |
|
05 02 12 02 |
Opslagmaatregelen voor magere-melkpoeder |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 12 04 |
Opslagmaatregelen voor boter en room |
2 |
p.m. |
p.m. |
6 000 000 |
6 000 000 |
7 102 012,02 |
7 102 012,02 |
|
05 02 12 06 |
Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
|
|
05 02 12 08 |
Schoolmelk |
2 |
77 000 000 |
77 000 000 |
75 000 000 |
75 000 000 |
63 177 530,31 |
63 177 530,31 |
82,05 |
05 02 12 99 |
Overige maatregelen (melk en zuivelproducten) |
2 |
100 000 |
100 000 |
100 000 |
100 000 |
7 285,— |
7 285,— |
7,29 |
|
Artikel 05 02 12 — Subtotaal |
|
77 100 000 |
77 100 000 |
81 100 000 |
81 100 000 |
70 349 497,66 |
70 349 497,66 |
91,24 |
05 02 13 |
|||||||||
Rund- en kalfsvlees |
|||||||||
05 02 13 01 |
Restituties voor rund- en kalfsvlees |
2 |
100 000 |
100 000 |
1 000 000 |
1 000 000 |
4 578 186,47 |
4 578 186,47 |
4 578,19 |
05 02 13 02 |
Opslagmaatregelen voor runds- en kalfsvlees |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 13 04 |
Restituties voor levende runderen |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
1 911 057,57 |
1 911 057,57 |
|
05 02 13 99 |
Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees) |
2 |
p.m. |
p.m. |
100 000 |
100 000 |
–56,49 |
–56,49 |
|
|
Artikel 05 02 13 — Subtotaal |
|
100 000 |
100 000 |
1 100 000 |
1 100 000 |
6 489 187,55 |
6 489 187,55 |
6 489,19 |
05 02 14 |
|||||||||
Schapen- en geitenvlees |
|||||||||
05 02 14 01 |
Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 14 99 |
Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
|
Artikel 05 02 14 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 15 |
|||||||||
Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten |
|||||||||
05 02 15 01 |
Restituties voor varkensvlees |
2 |
p.m. |
p.m. |
100 000 |
100 000 |
3 474 173,74 |
3 474 173,74 |
|
05 02 15 02 |
Particuliere opslag van varkensvlees |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
0,— |
0,— |
|
05 02 15 04 |
Restituties voor eieren |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
84 375,60 |
84 375,60 |
|
05 02 15 05 |
Restituties voor slachtpluimvee |
2 |
1 000 000 |
1 000 000 |
1 000 000 |
1 000 000 |
46 111 351,89 |
46 111 351,89 |
4 611,14 |
05 02 15 06 |
Bijzondere steun voor de bijenteelt |
2 |
31 000 000 |
31 000 000 |
31 000 000 |
31 000 000 |
29 759 580,19 |
29 759 580,19 |
96,00 |
05 02 15 99 |
Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten) |
2 |
8 800 000 |
8 800 000 |
p.m. |
p.m. |
1 092 590,12 |
1 092 590,12 |
12,42 |
|
Artikel 05 02 15 — Subtotaal |
|
40 800 000 |
40 800 000 |
32 100 000 |
32 100 000 |
80 522 071,54 |
80 522 071,54 |
197,36 |
|
Hoofdstuk 05 02 — Totaal |
|
2 400 689 000 |
2 400 752 166 |
2 233 400 000 |
2 232 941 971 |
3 193 228 899,81 |
3 193 183 830,72 |
133,01 |
Toelichting
Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.
In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is met een bedrag van 523 600 000 EUR uit post 6 7 0 1 van de algemene staat van ontvangsten rekening gehouden, waarvan 469 300 000 EUR voor artikel 05 02 08 (in het bijzonder voor posten 05 02 08 03 en 05 02 08 99) en 54 300 000 EUR voor artikel 05 02 12 (in het bijzonder voor posten 05 02 12 02, 05 02 12 04 en 05 02 12 99).
De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 12).
05 02 01
Granen
05 02 01 01
Uitvoerrestituties voor granen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor granen die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 01 02
Interventie in de vorm van opslag van granen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
88 853,98 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van granen overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 01 99
Overige maatregelen (granen)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
– 774,63 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van resterende bedragen en andere uitgaven in verband met interventiemaatregelen voor granen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Verordening (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 01.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 02
Rijst
05 02 02 01
Uitvoerrestituties voor rijst
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rijst die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 02 02
Interventie in de vorm van opslag van rijst
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van rijst overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16 en 19 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 02 99
Overige maatregelen (rijst)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven uit hoofde van andere interventiemaatregelen voor rijst op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 02.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 03
Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
100 000 |
4 000 000 |
4 879 804,92 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking, overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, van de restituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken, alsmede overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1216/2009, van de restituties voor goederen die zijn verkregen door de verwerking van granen en rijst, suiker en isoglucose, ondermelk, boter en eieren.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1216/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 10).
05 02 04
Voedselprogramma's
05 02 04 99
Overige maatregelen (voedselprogramma’s)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
491 528 729,02 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden en van op de EU-markt aangeschafte producten aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie.
05 02 05
Suiker
05 02 05 01
Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
45 046,27 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose die worden toegekend overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, alsook van resterende uitgaven voor restituties op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).
Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).
05 02 05 03
Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
–9 166,13 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven inzake productierestituties voor industriële suiker overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, en van resterende uitgaven voor restituties voor gebruik in de chemische industrie overeenkomstig artikel 97 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
05 02 05 08
Particuliere opslag van suiker
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van suiker overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 05 99
Overige maatregelen (suiker)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
– 182 648,61 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor suiker op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen, met inbegrip van correcties daarop, die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 1260/2001, (EG) nr. 318/2006 en (EG) nr. 320/2006 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 05. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor maatregelen inzake steun voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker, overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001, en voor de steun voor de aanpassing van de raffinaderijen, overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede alinea, artikel 33, lid 2, en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).
05 02 06
Olijfolie
05 02 06 03
Particuliere opslag van olijfolie
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
17 204 146,15 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van olijfolie overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 06 05
Acties ter verbetering van de kwaliteit
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
46 000 000 |
45 000 000 |
43 169 172,74 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor steun aan organisaties van marktdeelnemers overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 31 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 06 99
Overige maatregelen (olijfolie)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
600 000 |
300 000 |
565 210,07 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor olijfolie op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EU) nr. 1308/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening nr. 136/66/EEG en Verordening (EG) nr. 865/2004 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 06. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 07
Vezelgewassen
05 02 07 02
Particuliere opslag van vlasvezels
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
|
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van vlasvezels overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 07 03
Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
6 100 000 |
6 100 000 |
10 102 598,83 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgave overeenkomstig artikel 66, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
05 02 07 99
Overige maatregelen (vezelgewassen)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
100 000 |
100 000 |
7 037 678,43 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog te betalen productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001, alsmede alle andere uitgaven voor vezelgewassen, waaronder resterende uitgaven voor steun voor de verwerking van vlasvezels en hennepvezels, die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 07.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).
05 02 08
Groenten en fruit
05 02 08 03
Actiefondsen van de producentenorganisaties
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
541 500 000 |
285 000 000 |
726 755 567,69 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering, overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 38 en de artikelen 152 tot en met 160 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, van de steun van de Unie voor de actiefondsen van telersverenigingen.
05 02 08 11
Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
150 000 000 |
269 000 000 |
343 373 666,75 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de steun voor producentengroeperingen die voorlopig zijn erkend overeenkomstig titel III, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 1182/2007 en deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
05 02 08 12
Schoolfruitregeling
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
144 000 000 |
122 000 000 |
66 736 818,29 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met de bijdrage van de Unie aan de schoolfruitregeling op grond van de artikelen 22 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, waarbij voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.
05 02 08 99
Overige maatregelen (groenten en fruit)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
700 000 |
700 000 |
1 220 275,45 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor groenten en fruit op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende uitgaven voor maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 399/94, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2202/96 en (EG) nr. 1782/2003 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 08.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 09
Producten van de wijnbouwsector
05 02 09 08
Nationale steunprogramma's voor de wijnsector
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 094 000 000 |
1 083 000 000 |
1 046 416 618,18 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor steunprogramma's voor de wijnsector overeenkomstig de artikelen 39 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 09 99
Overige maatregelen (wijnbouwsector)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 000 000 |
2 000 000 |
–2 184 549,97 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 882/87, (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 479/2008, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 09.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).
05 02 10
Afzetbevordering
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).
05 02 10 01
Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
64 000 000 |
60 000 000 |
50 129 077,60 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de medefinanciering van door de lidstaten uitgevoerde programma’s voor afzetbevordering die betrekking hebben op landbouwproducten, de methoden voor de productie daarvan en levensmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3/2008.
05 02 10 02
Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie
Cijfers (Gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 189 000 |
1 252 166 |
1 500 000 |
1 041 971 |
1 346 726,99 |
1 301 657,90 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van rechtstreeks door de Commissie beheerde afzetbevorderingsacties en van de technische bijstand die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3/2008 voor de uitvoering van de programma’s voor afzetbevordering nodig is, zoals voorbereiding, toezicht, evaluatie, controle en beheer.
05 02 10 99
Overige maatregelen (afzetbevordering)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van de overige op grond van de verordeningen inzake afzetbevordering genomen maatregelen die niet worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 10.
05 02 11
Overige plantaardige producten/overige maatregelen
05 02 11 03
Hop — Steun aan producentenorganisaties
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
2 300 000 |
2 300 000 |
2 277 000,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de artikelen 58 tot en met 60 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde steun voor producentenorganisaties in de hopsector.
05 02 11 04
POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
231 000 000 |
238 000 000 |
225 393 907,76 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die worden gedaan overeenkomstig Verordeningen (EU) nr. 228/2013 en (EU) nr. 229/2013, alsmede de resterende uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de regelgeving inzake POSEI en eilanden van de Egeïsche Zee op grond van de Verordeningen (EG) nr. 247/2006 en (EG) nr. 1405/2006.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).
Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).
05 02 11 99
Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
100 000 |
100 000 |
–25 616,72 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle andere resterende bedragen en andere uitgaven voor overige plantaardige producten/overige maatregelen op grond van Verordeningen (EEG) nr. 2075/92, (EG) nr. 1786/2003, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 11.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).
Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).
05 02 12
Melk en zuivelproducten
05 02 12 01
Restituties voor melk en zuivelproducten
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
62 670,33 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 12 02
Opslagmaatregelen voor magere-melkpoeder
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van magere-melkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van steun voor de particuliere opslag van magere-melkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 12 04
Opslagmaatregelen voor boter en room
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
6 000 000 |
7 102 012,02 |
Toelichting
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 12 06
Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
|
|
Toelichting
Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor de particuliere opslag van bepaalde kaassoorten overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 12 08
Schoolmelk
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
77 000 000 |
75 000 000 |
63 177 530,31 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor de in artikel 26 tot en met 28 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 bedoelde steun van de Unie voor de uitreiking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen van onderwijsinstellingen, waarbij voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.
05 02 12 99
Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
100 000 |
100 000 |
7 285,— |
Toelichting
Oude posten 05 02 12 03 en 05 02 12 99
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle resterende bedragen en andere uitgaven voor maatregelen in de zuivelsector op grond van Verordening (EEG) nr. 1234/2007, (EG) nr. 1233/2009, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 12.
Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor schadeloosstelling van bepaalde producenten van melk of zuivelproducten (de zogenoemde „SLOM”-boeren) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2330/98.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4).
Verordening (EU) nr. 1233/2009 van de Commissie van 15 december 2009 tot vaststelling van een specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector (PB L 330 van 16.12.2009, blz. 70).
05 02 13
Rund- en kalfsvlees
05 02 13 01
Restituties voor rund- en kalfsvlees
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
100 000 |
1 000 000 |
4 578 186,47 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor runds- en kalfsvlees op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 13 02
Opslagmaatregelen voor runds- en kalfsvlees
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van runds- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van runds- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 13 04
Restituties voor levende runderen
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
1 911 057,57 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor levende dieren op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 13 99
Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
100 000 |
–56,49 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de rundvleessector op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 13.
Het dient ook ter dekking van resterende betalingen voor het voor rekening van de Unie komende gedeelte van de kosten voor het vrijwillig slachten van runderen vóór 23 januari 2006 die ouder zijn dan 30 maanden (OTMS) alsmede voor het slachten van runderen na 23 januari 2006 die zijn geboren vóór 1 augustus 1996 (OCDS), ingevolge Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14).
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 263 van 18.10.2000, blz. 34).
05 02 14
Schapen- en geitenvlees
05 02 14 01
Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van schapen- en geitenvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 14 99
Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sector schapen- en geitenvlees op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 2529/2001 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 14.
Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 15
Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten
05 02 15 01
Restituties voor varkensvlees
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
100 000 |
3 474 173,74 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor varkensvlees die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 15 02
Particuliere opslag van varkensvlees
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
0,— |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de particuliere opslag van varkensvlees overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 15 04
Restituties voor eieren
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
p.m. |
p.m. |
84 375,60 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor eieren die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 15 05
Restituties voor slachtpluimvee
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
1 000 000 |
1 000 000 |
46 111 351,89 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor slachtpluimvee die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.
05 02 15 06
Bijzondere steun voor de bijenteelt
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |
31 000 000 |
31 000 000 |
29 759 580,19 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking, door middel van bijzondere maatregelen, van steun in de bijenteeltsector, de compensatie van het inkomensverlies en de verbetering van de voorlichting van de consument, van de doorzichtigheid van de markt en van de kwaliteitscontrole overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 57 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
05 02 15 99
Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)
Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)
Kredieten 2015 |
Kredieten 2014 |
Uitvoering 2013 |