This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014R0312
Commission Regulation (EU) No 312/2014 of 26 March 2014 establishing a Network Code on Gas Balancing of Transmission Networks Text with EEA relevance
Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie van 26 maart 2014 tot vaststelling van een netcode inzake gasbalancering van transmissienetten Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie van 26 maart 2014 tot vaststelling van een netcode inzake gasbalancering van transmissienetten Voor de EER relevante tekst
PB L 91 van 27/03/2014, p. 15–35
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32014R0312R(01) | (RO) | |||
Corrected by | 32014R0312R(02) | (ES) |
27.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 91/15 |
VERORDENING (EU) Nr. 312/2014 VAN DE COMMISSIE
van 26 maart 2014
tot vaststelling van een netcode inzake gasbalancering van transmissienetten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (1), en met name artikel 6, lid 11,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Een spoedig voltooide, volledig operationele en onderling verbonden interne markt voor energie die bijdraagt aan de zekerstelling van een betaalbare en duurzame energievoorziening van de economie in de Unie is van essentieel belang voor versterking van het concurrentievermogen en het waarborgen dat alle consumenten energie tegen de scherpste prijzen kunnen kopen. |
(2) |
Voor grotere marktintegratie is het van belang dat regels inzake gasbalancering van transmissienetten de handel in gas tussen balanceringszones vergemakkelijken, wat bijdraagt tot de ontwikkeling van marktliquiditeit. In deze verordening worden derhalve geharmoniseerde Europese regels inzake balancering vastgesteld waarmee netgebruikers de zekerheid moeten krijgen dat zij hun balansposities in verschillende balanceringszones in de gehele Unie op een economisch efficiënte en niet-discriminerende wijze kunnen beheren. |
(3) |
Met deze verordening wordt de ontwikkeling van een concurrerende kortetermijngroothandelsmarkt voor gas in de Europese Unie ondersteund, waarmee flexibiliteit in gasvoorziening uit elke bron kan worden geboden en gas via marktmechanismen te koop kan worden aangeboden en kan worden aangekocht, zodat netgebruikers hun balanceringsportfolio’s efficiënt in balans kunnen brengen of de transmissiesysteembeheerder de gasflexibiliteit kan inzetten bij het in balans brengen van het transmissienet. |
(4) |
Bij Verordening (EG) nr. 715/2009 zijn, met het oog op een goede werking van de interne gasmarkt, niet-discriminerende regels vastgesteld betreffende de toegang tot de aardgastransmissienetten. Met op de markt gebaseerde balanceringsregels worden netgebruikers er financieel toe aangespoord om hun balanceringsportfolio’s in balans te brengen met kostengeoriënteerde onbalansheffingen. |
(5) |
Netgebruikers hebben de verantwoordelijkheid om hun invoedingen in balans te brengen met hun onttrekkingen, aan de hand van de balanceringsregels die zijn opgesteld ter bevordering van een kortetermijngroothandelsmarkt voor gas en van handelsplatforms waarmee de handel in gas tussen netgebruikers en de transmissiesysteembeheerder wordt vergemakkelijkt. De transmissiesysteembeheerders voeren een eventueel noodzakelijke restbalancering uit van de transmissienetten. Hierbij moeten de transmissiesysteembeheerders de rangorde volgen. De rangorde is zodanig vastgesteld dat transmissiesysteembeheerders bij hun aanschaf van gas zowel economische als operationele overwegingen in ogenschouw zullen nemen, door gebruik te maken van producten die kunnen worden geleverd uit het grootste aanbod van bronnen, waaronder producten uit LNG- en opslagfaciliteiten. De transmissiesysteembeheerders zouden ernaar moeten streven hun gasbalanceringsbehoeften te maximaliseren door gestandaardiseerde kortetermijnproducten te kopen en te verkopen op de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas. |
(6) |
Ter uitvoering van een op de markt gebaseerd balanceringsregime worden in deze verordening ook minimumeisen vastgesteld voor de verstrekking van informatie zodat netgebruikers hun balanceringsportfolio’s in balans kunnen brengen. Ter ondersteuning van het systeem van dagbalancering worden krachtens deze verordening dan ook informatiestromen verstrekt waarmee de netgebruiker zijn risico’s en mogelijkheden op kostenefficiënte wijze kan beheren. |
(7) |
Naast de bescherming van commercieel gevoelige informatie dienen transmissiesysteembeheerders op grond van deze verordening de vertrouwelijkheid te waarborgen van gegevens die voor de tenuitvoerlegging van deze verordening aan hen zijn verstrekt; zij mogen deze gegevens niet doorgeven aan derden, ook niet gedeeltelijk, tenzij zij hiertoe wettelijk gemachtigd zijn. |
(8) |
Deze verordening is vastgesteld op basis van Verordening (EG) nr. 715/2009, waarop zij een aanvulling vormt en waarvan zij een integraal onderdeel is. Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 715/2009 in andere wetgeving dienen tevens te worden verstaan als verwijzingen naar deze verordening. Deze verordening is van toepassing op niet-vrijgestelde capaciteiten in grote nieuwe infrastructuren waarvoor ontheffing is verleend van artikel 32 van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) of van voormalig artikel 18 van Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) voor zover de toepassing van deze verordening een dergelijke ontheffing niet ondermijnt. Deze verordening wordt ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke aard van interconnectoren. |
(9) |
Deze verordening is opgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009. Zij vormt een verdere harmonisering van de balanceringsregels van artikel 21 van Verordening (EG) nr. 715/2009 ter vergemakkelijking van de handel in gas. |
(10) |
Deze verordening omvat bepalingen die van toepassing zijn op distributiesysteembeheerders met als doel hun rol alleen te harmoniseren wanneer en voor zover dat noodzakelijk is voor een correcte tenuitvoerlegging van deze bepalingen. |
(11) |
Nationale regulerende instanties en transmissiesysteembeheerders moeten handelen met inachtneming van de goede praktijken en streven naar het harmoniseren van processen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) moeten het Agentschap en de nationale regulerende instanties ervoor zorgen dat balanceringsregels in de gehele Unie zo efficiënt mogelijk ten uitvoer worden gelegd. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 51 van Richtlijn 2009/73/EG, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
In deze verordening wordt een netcode vastgesteld waarin balanceringsregels voor gas zijn vastgelegd, waaronder netgerelateerde voorschriften voor de nominatieprocedures, onbalansheffingen, vereffeningsprocedures in verband met de dagelijkse onbalansheffingen en operationele balancering tussen de netten van transmissiesysteembeheerders.
Artikel 2
Werkingssfeer
1. Deze verordening is van toepassing op balanceringszones binnen de grenzen van de Unie.
2. Deze verordening is niet van toepassing op balanceringszones in lidstaten die over een afwijking beschikken op grond van artikel 49 van Richtlijn 2009/73/EG.
3. Deze verordening is niet van toepassing op de eventueel noodzakelijke afrekening van het verschil tussen de voorschotten en het werkelijke gasverbruik dat daaropvolgend is afgeleid van meterstanden bij de eindafnemer wanneer deze zijn verkregen.
4. Deze verordening geldt niet in noodsituaties waarin de transmissiesysteembeheerder specifieke maatregelen ten uitvoer legt die zijn vastgesteld op grond van de toepasselijke nationale regelgeving en op basis van Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering (5).
5. De respectieve rechten en plichten die uit deze verordening voortvloeien voor netgebruikers, gelden alleen voor netgebruikers die een wettelijk bindende overeenkomst — een transportovereenkomst of een andere overeenkomst — hebben gesloten, hetgeen hen in staat stelt handelsberichten overeenkomstig artikel 5 in te dienen.
Artikel 3
Definities
Voor de doeleinden van deze verordening gelden de definities van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 715/2009, artikel 3 van Verordening (EU) nr. 984/2013 van de Commissie van 14 oktober 2013 tot vaststelling van een netcode met betrekking tot capaciteitstoewijzingsmechanismen in gastransmissiesystemen en tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6), alsmede van artikel 2 van Richtlijn 2009/73/EG. Voorts zijn de volgende definities van toepassing:
1. „balanceringszone”: een entry-exitsysteem waarop een specifiek balanceringsregime van toepassing is en dat distributiesystemen of een deel daarvan kan omvatten;
2. „balanceringsactie”: een actie die wordt ondernomen door de transmissiesysteembeheerder om de gasstromen naar of uit het transmissienet te wijzigen, met uitzondering van acties in verband met gas dat als onttrokken aan het systeem is geregistreerd en gas dat door de transmissiesysteembeheerder is gebruikt voor de werking van het systeem;
3. „neutraliteitsheffing voor balancering”: heffing ter hoogte van het verschil tussen de ontvangen of te ontvangen bedragen en de betaalde of te betalen bedragen door de transmissiesysteembeheerder voor het uitvoeren van diens balanceringsactiviteiten, die wordt betaald aan of wordt geïnd bij de desbetreffende netgebruikers;
4. „handelsplatform”: een elektronisch platform dat wordt aangeboden en geëxploiteerd door een handelsplatformexploitant waarbij handelsdeelnemers biedingen en aanbiedingen voor gas waarmee kortetermijnschommelingen in de vraag naar of het aanbod van gas worden opgevangen, kunnen bekendmaken en accepteren, met het recht van herziening en intrekking, overeenkomstig de voorwaarden die gelden voor het handelsplatform, en waarop de transmissiesysteembeheerder handel drijft met het oog op het ondernemen van balanceringsacties;
5. „handelsdeelnemer”: een netgebruiker of een transmissiesysteembeheerder die een overeenkomst heeft met de handelsplatformexploitant en die voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden om op het handelsplatform transacties te verrichten;
6. „balanceringsplatform”: een handelsplatform waarop een transmissiesysteembeheerder een handelsdeelnemer voor alle transacties is;
7. „balanceringsdienst”: een dienst die aan een transmissiesysteembeheerder wordt verleend op basis van een overeenkomst voor gas waarmee kortetermijnschommelingen in de vraag naar of het aanbod van gas worden opgevangen, en die geen gestandaardiseerd kortetermijnproduct vormt;
8. „bevestigde hoeveelheid”: de door een transmissiesysteembeheerder bevestigde hoeveelheid gas die op gasdag D zoals gepland of zoals opnieuw gepland zal stromen;
9. „dagelijkse onbalansheffing”: het geldelijke bedrag dat een netgebruiker betaalt of ontvangt met betrekking tot een dagelijkse onbalanshoeveelheid;
10. „dagelijks gemeten”: de hoeveelheid gas wordt eenmaal per gasdag gemeten en uitgelezen;
11. „binnen de dag gemeten”: de hoeveelheid gas wordt minimaal twee keer binnen de gasdag gemeten en uitgelezen;
12. „niet dagelijks gemeten”: de hoeveelheid gas wordt minder vaak dan eenmaal per gasdag gemeten en uitgelezen;
13. „balanceringsportfolio”: een groepering van de invoedingen en onttrekkingen van een netgebruiker;
14. „berichthoeveelheid”: de hoeveelheid gas die wordt overgedragen tussen een transmissiesysteembeheerder en een netgebruiker of netgebruikers of balanceringsportfolio’s, naargelang van het geval;
15. „allocatie”: de hoeveelheid gas die door een transmissiesysteembeheerder wordt toegekend aan een netgebruiker als invoeding of onttrekking, uitgedrukt in kWh, ter bepaling van de dagelijkse onbalanshoeveelheid;
16. „hernominatiecyclus”: de procedure volgens welke de transmissiesysteembeheerder een netgebruiker het bericht verstrekt over de bevestigde hoeveelheden na ontvangst van een hernominatie;
17. „binnen-de-dag-heffing”: heffing die door een transmissiesysteembeheerder wordt geheven bij of een betaling die door hem wordt gedaan aan een netgebruiker als gevolg van een binnen-de-dag-verplichting;
18. „binnen-de-dag-verplichting”: een reeks regels met betrekking tot invoedingen en onttrekkingen van netgebruikers binnen de gasdag die door een transmissiesysteembeheerder worden opgelegd aan netgebruikers;
19. „basisgeval”: het model voor informatieverstrekking waarbij de informatie over niet dagelijks gemeten onttrekkingen bestaat uit een dag-vooruit-prognose en een binnen-de-dag-prognose;
20. „variant 1”: het model voor de informatieverstrekking waarbij de informatie over niet dagelijks gemeten en dagelijks gemeten onttrekkingen is gebaseerd op de verdeling van gemeten stromen tijdens de gasdag;
21. „variant 2”: het model voor informatieverstrekking waarbij de informatie over niet dagelijks gemeten onttrekkingen bestaat uit een dag-vooruit-prognose.
HOOFDSTUK II
BALANCERINGSSYSTEEM
Artikel 4
Algemene beginselen
1. De netgebruikers dragen de verantwoordelijkheid om hun balanceringsportfolio’s in balans te brengen om zo de noodzaak tot het nemen van balanceringsacties door transmissiesysteembeheerders, zoals vastgelegd in deze verordening, tot een minimum te beperken.
2. Overeenkomstig deze verordening vastgestelde balanceringsregels zijn een reële afspiegeling van de systeembehoeften, waarbij rekening wordt gehouden met de middelen die transmissiesysteembeheerders ter beschikking staan; de regels sporen netgebruikers ertoe aan om hun balanceringsportfolio’s efficiënt in balans te brengen.
3. Netgebruikers hebben de mogelijkheid om een juridisch bindende overeenkomst aan te gaan met een transmissiesysteembeheerder die hen in staat stelt handelsberichten te verzenden, onafhankelijk van de vraag of zij contractueel vastgelegde transportcapaciteit hebben of niet.
4. In een balanceringszone waar meerdere transmissiesysteembeheerders actief zijn, is deze verordening van toepassing op alle transmissiesysteembeheerders binnen die balanceringszone. Wanneer de verantwoordelijkheid voor het in balans houden van hun transmissienetten aan een entiteit is overgedragen, is deze verordening van toepassing op die entiteit voor zover bepaald in de toepasselijke nationale regelgeving.
Artikel 5
Handelsberichten en allocaties
1. Gasoverdracht tussen twee balanceringsportfolio’s binnen één balanceringszone vindt plaats door middel van handelsberichten voor verkoop en inkoop die aan de transmissiesysteembeheerder worden verstuurd met betrekking tot de gasdag.
2. Het tijdstip van verzending, intrekking en wijziging van handelsberichten wordt vastgesteld door de transmissiesysteembeheerder in de transportovereenkomst of een andere juridisch bindende overeenkomst met netgebruikers, waarbij rekening wordt gehouden met de eventuele tijd voor de verwerking van de handelsberichten. De transmissiesysteembeheerder stelt de netgebruiker in staat handelsberichten te verzenden tot korte tijd vóór het tijdstip waarop het handelsbericht ingaat.
3. De transmissiesysteembeheerder beperkt de tijd die de verwerking van handelsberichten in beslag neemt tot een minimum. De verwerking mag niet meer dan dertig minuten in beslag nemen, behalve wanneer het tijdstip waarop het handelsbericht ingaat het mogelijk maakt de verwerkingstijd met maximaal twee uur te verlengen.
4. In een handelsbericht dient ten minste de volgende informatie te worden verstrekt:
a) |
de gasdag waarvoor gas wordt overgedragen; |
b) |
de identificatie van de betrokken balanceringsportfolio’s; |
c) |
de vermelding of het een handelsbericht voor verkoop of inkoop is; |
d) |
de berichthoeveelheid uitgedrukt in kWh/d voor de dagelijkse berichthoeveelheid of in kWh/u voor de berichthoeveelheid per uur, zoals vereist door de transmissiesysteembeheerder. |
5. Als de transmissiesysteembeheerder een overeenkomende reeks handelsberichten voor verkoop en inkoop ontvangt en de berichthoeveelheden gelijk zijn, wijst de transmissiesysteembeheerder de berichthoeveelheid toe aan de betrokken balanceringsportfolio’s:
a) |
als een onttrekking aan de balanceringsportfolio van de netgebruiker die het handelsbericht voor verkoop opstelt, en |
b) |
als een invoeding in de balanceringsportfolio van de netgebruiker die het handelsbericht voor inkoop opstelt; |
6. Wanneer de in lid 5 bedoelde berichthoeveelheden niet gelijk zijn, wijst de transmissiesysteembeheerder de lagere berichthoeveelheid zoals aangegeven in het betrokken handelsbericht toe of wijst hij beide handelsberichten af. De toepasselijke regel wordt door de transmissiesysteembeheerder vastgesteld in de transportovereenkomst of in een andere juridisch bindende overeenkomst.
7. Een dienstverlener mag niet worden belemmerd om namens een netgebruiker op te treden voor de doeleinden van lid 5, mits vooraf goedkeuring is verkregen van de transmissiesysteembeheerder.
8. Een netgebruiker mag een handelsbericht op een gasdag opstellen, ongeacht de vraag of er door deze netgebruiker een nominatie is gemaakt voor die gasdag.
9. De leden 1 tot en met 8 zijn mutatis mutandis van toepassing op de transmissiesysteembeheerders die handelen overeenkomstig artikel 6, lid 3, onder a).
HOOFDSTUK III
OPERATIONELE BALANCERING
Artikel 6
Algemene bepalingen
1. De transmissiesysteembeheerder onderneemt balanceringsacties met het doel:
a) |
het transmissienet binnen de operationele grenzen te houden; |
b) |
aan het einde van de dag een leidingbufferpositie in het transmissienet te bereiken die afwijkt van de geanticipeerde positie op basis van verwachte invoedingen en onttrekkingen voor die gasdag, in overeenstemming met de economische en efficiënte exploitatie van het transmissienet. |
2. Bij balanceringsacties neemt de transmissiesysteembeheerder ten minste het volgende in overweging met betrekking tot de balanceringszone:
a) |
de eigen schattingen van de transmissiesysteembeheerder van de vraag naar gas gedurende en binnen de gasdag waarvoor de balanceringsacties worden overwogen; |
b) |
informatie over nominaties en allocaties en gemeten gasstromen; |
c) |
gasdruk overal in het (de) transmissienet(ten). |
3. De transmissiesysteembeheerder onderneemt balanceringsacties door middel van:
a) |
het kopen of verkopen van gestandaardiseerde kortetermijnproducten op een handelsplatform, en/of |
b) |
het gebruik van balanceringsdiensten. |
4. Bij het ondernemen van balanceringsacties houdt de transmissiesysteembeheerder rekening met de volgende beginselen:
a) |
de balanceringsacties verlopen op niet-discriminerende wijze; |
b) |
de balanceringsacties hebben betrekking op elke verplichting die transmissiesysteembeheerders hebben om een economisch en efficiënt transmissienet te exploiteren. |
Artikel 7
Gestandaardiseerde kortetermijnproducten
1. De gestandaardiseerde kortetermijnproducten worden zeven dagen per week verhandeld voor levering op een binnen-de-dag- of dag-vooruit-basis overeenkomstig de toepasselijke regels van het handelsplatform zoals afgesproken door de handelsplatformexploitant en de transmissiesysteembeheerder.
2. De initiërende handelsdeelnemer is de handelsdeelnemer die een bod of een handelsaanbieding plaatst op het handelsplatform en de accepterende handelsdeelnemer is de handelsdeelnemer die het bod of de aanbieding aanvaardt.
3. Wanneer een titelproduct wordt verhandeld:
a) |
stelt één handelsdeelnemer een handelsbericht voor inkoop op en stelt de andere deelnemer een handelsbericht voor verkoop op; |
b) |
wordt in beide handelsberichten de hoeveelheid gas vermeld die wordt overgedragen van de handelsdeelnemer die een handelsbericht voor verkoop opstelt naar de handelsdeelnemer die een handelsbericht voor inkoop opstelt; |
c) |
wordt, wanneer er een berichthoeveelheid per uur wordt gebruikt, deze hoeveelheid in gelijke mate toegepast op alle resterende uren van de gasdag vanaf een bepaald startmoment en is deze gelijk aan nul voor alle uren vóór dit startmoment. |
4. Wanneer een locatiegebonden product wordt verhandeld:
a) |
bepaalt de transmissiesysteembeheerder de betrokken entry- en exitpunten of groepen daarvan die kunnen worden gebruikt; |
b) |
is aan alle in lid 3 vermelde voorwaarden voldaan; |
c) |
wijzigt de initiërende handelsdeelnemer de hoeveelheid gas die moet worden geleverd of onttrokken aan het transmissienet op het opgegeven entry- of exitpunt met een hoeveelheid die gelijk is aan de berichthoeveelheid, en levert hij het bewijs aan de transmissiesysteembeheerder dat de hoeveelheid dienovereenkomstig werd gewijzigd; |
5. Wanneer een op tijd gebaseerd product wordt verhandeld:
a) |
moet aan de voorwaarden van lid 3, onder a) en b), worden voldaan; |
b) |
wordt een berichthoeveelheid per uur toegepast op de uren van de gasdag vanaf een bepaald startmoment tot een bepaald eindmoment, en is die hoeveelheid gelijk aan nul voor alle uren vóór het startmoment en voor alle uren ná het eindmoment. |
6. Wanneer een op tijd gebaseerd, locatiegebonden product wordt verhandeld, dient te worden voldaan aan de voorwaarden van lid 4, onder a) en c), en lid 5.
7. Bij het vaststellen van de gestandaardiseerde kortetermijnproducten werken de transmissiesysteembeheerders uit aangrenzende balanceringszones samen bij het bepalen van de betrokken producten. Elke transmissiesysteembeheerder informeert de betrokken handelsplatformexploitant zonder onnodige vertraging over het resultaat van die samenwerking.
Artikel 8
Balanceringsdiensten
1. De transmissiesysteembeheerder mag balanceringsdiensten aanschaffen in situaties waarin gestandaardiseerde kortetermijnproducten niet of waarschijnlijk niet de noodzakelijke oplossing zullen bieden om het transmissienet binnen zijn operationele grenzen te houden of bij gebrek aan liquiditeit van de handel in gestandaardiseerde kortetermijnproducten.
2. Voor het ondernemen van balanceringsacties door middel van balanceringsdiensten neemt de transmissiesysteembeheerder bij de aanschaf van deze diensten ten minste het volgende in overweging:
a) |
de manier waarop balanceringsdiensten het transmissienet binnen zijn operationele grenzen houden; |
b) |
de responstijd van de balanceringsdiensten in vergelijking met de responstijden van beschikbare gestandaardiseerde kortetermijnproducten; |
c) |
de geschatte kosten van de aanschaf en het gebruik van balanceringsdiensten in vergelijking met de geschatte kosten van het gebruik van gestandaardiseerde kortetermijnproducten; |
d) |
het gebied waar het gas moet worden geleverd; |
e) |
de kwaliteitseisen die de transmissiesysteembeheerder stelt aan gas; |
f) |
de mate waarin de aanschaf en het gebruik van balanceringsdiensten van invloed kunnen zijn op de liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas. |
3. Balanceringsdiensten worden op marktconforme wijze aangeschaft, door middel van een transparante en niet-discriminerende openbareaanbestedingsprocedure overeenkomstig de toepasselijke nationale regelgeving, in het bijzonder:
a) |
voorafgaand aan het aangaan van een contractuele verbintenis voor een balanceringsdienst maakt de transmissiesysteembeheerder een niet-restrictieve aanbesteding bekend waarin het doel, de werkingssfeer en desbetreffende instructies aan inschrijvers worden bekendgemaakt, zodat zij aan de aanbestedingsprocedure kunnen deelnemen; |
b) |
de resultaten worden bekendgemaakt met inachtneming van de bescherming van commercieel gevoelige informatie en de individuele resultaten worden aan iedere inschrijver bekendgemaakt. |
4. Onder specifieke omstandigheden kan de nationale regulerende instantie een andere transparante en niet-discriminerende procedure dan een openbare aanbesteding toestaan.
5. Tenzij de nationale regulerende instantie besluit een langere duur voor een balanceringsdienst toe te staan, is de duur van een dergelijke dienst niet langer dan één jaar en valt de startdatum niet later dan twaalf maanden na de desbetreffende bindende overeenkomst tussen de contractpartijen.
6. De transmissiesysteembeheerder beoordeelt het gebruik van zijn balanceringsdiensten jaarlijks en bekijkt dan of beschikbare gestandaardiseerde kortetermijnproducten beter voldoen aan zijn operationele vereisten en of het gebruik van balanceringsdiensten voor het volgende jaar kan worden beperkt.
7. Ieder jaar maakt de transmissiesysteembeheerder de informatie over de aangeschafte balanceringsdiensten en de desbetreffende kosten bekend.
Artikel 9
Rangorde
1. Overeenkomstig de beginselen van artikel 6, lid 4, doet de transmissiesysteembeheerder het volgende bij het nemen van een besluit over de gepaste balanceringsacties:
a) |
hij gebruikt bij voorkeur titelproducten wanneer en voor zover dat gepast is in plaats van enige andere beschikbare gestandaardiseerde kortetermijnproducten; |
b) |
hij gebruikt andere gestandaardiseerde kortetermijnproducten wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
c) |
hij maakt alleen gebruik van balanceringsdiensten wanneer hij heeft geoordeeld dat gestandaardiseerde kortetermijnproducten niet of waarschijnlijk niet de noodzakelijke oplossing zullen bieden om het transmissienet binnen zijn operationele grenzen te houden. |
De transmissiesysteembeheerder houdt rekening met de kostenefficiëntie binnen de respectievelijke niveaus van de onder a), b) en c), bedoelde rangorde.
2. Bij de handel in gestandaardiseerde kortetermijnproducten kiest de transmissiesysteembeheerder in eerste instantie voor het gebruik van binnen-de-dag-producten in plaats van dag-vooruit-producten wanneer en voor zover dit gepast is.
3. De transmissiesysteembeheerder kan om goedkeuring door de bevoegde nationale regulerende instantie verzoeken om gas te verhandelen in een aangrenzende balanceringszone en te laten vervoeren naar en van die balanceringszone als alternatief voor de handel in titelproducten en/of locatiegebonden producten in zijn eigen balanceringszone(s). Bij het besluit over de goedkeuring kan de nationale regulerende instantie andere oplossingen overwegen ter verbetering van de werking van de thuismarkt. De toepasselijke voorwaarden worden jaarlijks heroverwogen door de transmissiesysteembeheerder en de nationale regulerende instantie. Het gebruik van deze balanceringsactie mag geen beperking vormen voor de toegang tot en het gebruik van capaciteit door de netgebruikers op het betrokken interconnectiepunt.
4. De transmissiesysteembeheerder maakt de informatie over de kosten en de frequentie en het aantal van de overeenkomstig elk van de bepalingen van lid 1 ondernomen balanceringsacties en van de overeenkomstig lid 3 ondernomen balanceringsacties jaarlijks bekend.
Artikel 10
Handelsplatform
1. Voor de aanschaf van gestandaardiseerde kortetermijnproducten handelt de transmissiesysteembeheerder op een handelsplatform dat voldoet aan alle volgende criteria:
a) |
het biedt gedurende de gasdag toereikende ondersteuning, aan zowel de netgebruikers voor de handel in gestandaardiseerde kortetermijnproducten als de transmissiesysteembeheerders voor het ondernemen van gepaste balanceringsacties door middel van de handel in de betrokken gestandaardiseerde kortetermijnproducten; |
b) |
het biedt op transparante en niet-discriminerende wijze toegang; |
c) |
het biedt diensten aan op basis van gelijke behandeling; |
d) |
het waarborgt anonieme handel ten minste totdat een transactie wordt gesloten; |
e) |
het biedt alle handelsdeelnemers een gedetailleerd overzicht van de huidige biedingen en aanbiedingen; |
f) |
het waarborgt dat de transmissiesysteembeheerder naar behoren in kennis wordt gesteld van alle transacties. |
2. De transmissiesysteembeheerder zorgt ervoor dat op ten minste één handelsplatform wordt voldaan aan de criteria van lid 1. Wanneer de transmissiesysteembeheerder er niet voor heeft kunnen zorgen dat op ten minste één balanceringsplatform aan deze criteria is voldaan, treft hij de nodige maatregelen voor het instellen van een balanceringsplatform of een gezamenlijk balanceringsplatform zoals bepaald in artikel 47.
3. Na de afsluiting van een transactie stelt de handelsplatformexploitant toereikende gegevens ter beschikking van de handelsdeelnemers ter bevestiging van de transactie.
4. De handelsdeelnemer draagt de verantwoordelijkheid voor de verzending van een handelsbericht aan de transmissiesysteembeheerder zoals vastgesteld in artikel 5, tenzij de verantwoordelijkheid is toegewezen aan een handelsplatformexploitant of een externe partij overeenkomstig de toepasselijke regels van het handelsplatform.
5. De handelsplatformexploitant doet het volgende:
a) |
hij maakt de ontwikkeling van de marginale inkoopprijs en de marginale verkoopprijs na iedere transactie zonder onnodige vertraging bekend, of |
b) |
hij verstrekt de transmissiesysteembeheerder de informatie wanneer de beheerder in kwestie ervoor kiest de ontwikkeling van de marginale inkoopprijs en de marginale verkoopprijs bekend te maken. De transmissiesysteembeheerder maakt deze informatie zonder onnodige vertraging bekend. |
Wanneer er meerdere handelsplatformexploitanten in dezelfde balanceringszone zijn, is punt b) van toepassing.
6. De handelsplatformexploitant laat netgebruikers alleen op zijn handelsplatform handelen als zij handelsberichten mogen opstellen.
7. De transmissiesysteembeheerder stelt de handelsplatformexploitant zonder onnodige vertraging op de hoogte wanneer de netgebruiker het recht van het opstellen van handelsberichten op grond van de toepasselijke contractuele overeenkomst verliest, wat leidt tot schorsing van het recht van de netgebruiker om te handelen op het handelsplatform, onverminderd de andere oplossingen die in een dergelijk geval krachtens de toepasselijke handelsplatformregels beschikbaar kunnen zijn voor de handelsplatformexploitant.
Artikel 11
Stimuleringsmaatregelen
1. Ter bevordering van de liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas kan de nationale regulerende instantie de transmissiesysteembeheerder stimuleren om balanceringsacties efficiënt uit te voeren of de uitvoering van balanceringsacties te maximaliseren door middel van de handel in gestandaardiseerde kortetermijnproducten.
2. De transmissiesysteembeheerder kan aan de bevoegde nationale regulerende instantie een stimuleringsmechanisme ter goedkeuring voorleggen dat strookt met de algemene beginselen in deze verordening.
3. Voorafgaand aan de indiening van het in lid 2 bedoelde voorstel, kan de transmissiesysteembeheerder de partijen op eigen initiatief of op verzoek van de nationale regulerende instantie raadplegen.
4. Voor het stimuleringsmechanisme geldt het volgende:
a) |
het is gebaseerd op de prestaties van de transmissiesysteembeheerder door middel van geplafonneerde betalingen aan de beheerder voor bovenmaatse prestaties en door de beheerder voor ondermaatse prestaties, die worden gemeten aan de hand van vooraf bepaalde prestatiedoelen die onder meer kostendoelen kunnen omvatten; |
b) |
het houdt rekening met de middelen die de transmissiesysteembeheerder ter beschikking staan voor het beheersen van de prestaties; |
c) |
het zorgt ervoor dat de toepassing een nauwkeurige afspiegeling is van de toewijzing van verantwoordelijkheden tussen de betrokken partijen; |
d) |
het is aangepast aan de stand van de ontwikkeling van de gasmarkt waar het ten uitvoer moeten worden gelegd; |
e) |
het wordt regelmatig door de nationale regulerende instantie herzien, in nauwe samenwerking met de transmissiesysteembeheerder, zodat kan worden bepaald op welk punt en in welke mate wijzigingen moeten worden doorgevoerd. |
HOOFDSTUK IV
NOMINATIES
Artikel 12
Algemene bepalingen
1. De in de nominatie en hernominatie op te geven hoeveelheid gas wordt uitgedrukt in kWh/d voor dagelijkse nominaties en hernominaties, en in kWh/u voor nominaties en hernominaties per uur.
2. De transmissiesysteembeheerder kan van netgebruikers eisen dat deze nadere informatie over nominaties en hernominaties verstrekken in aanvulling op hetgeen overeenkomstig deze verordening is vereist, waaronder een nauwkeurige, bijgewerkte en voldoende gedetailleerde prognose van de verwachte invoedingen en onttrekkingen overeenkomstig de specifieke behoeften van de beheerder.
3. De artikelen 13 tot en met 16 betreffende nominaties en hernominaties voor ontbundelde capaciteitsproducten zijn mutatis mutandis van toepassing op enkelvoudige nominaties en hernominaties voor gebundelde capaciteitsproducten. Transmissiesysteembeheerders werken samen aan de tenuitvoerlegging van regels voor nominatie en hernominatie voor gebundelde capaciteitsproducten op interconnectiepunten.
4. Artikel 15, lid 3, en artikel 17, lid 1, laten de regel voor minimale aanlooptijd tot afschakeling onverlet, zoals bedoeld in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 984/2013 van de Commissie van 14 oktober 2013 tot vaststelling van een netcode met betrekking tot capaciteitstoewijzingsmechanismen in gastransmissiesystemen en tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2009 (7).
Artikel 13
Informatie betreffende nominaties en hernominaties op interconnectiepunten
Nominaties en hernominaties betreffende interconnectiepunten die door netgebruikers worden verstrekt aan de transmissiesysteembeheerders, bevatten ten minste de volgende informatie:
1. |
de identificatie van het interconnectiepunt; |
2. |
de richting van de gasstroom; |
3. |
de identificatie van de netgebruiker of eventueel de identificatie van zijn balanceringsportfolio; |
4. |
de identificatie van de tegenpartij van de netgebruiker of eventueel de identificatie van diens balanceringsportfolio; |
5. |
het start- en eindmoment van de gasstroom waarvoor de nominatie of hernominatie wordt ingediend; |
6. |
gasdag D; |
7. |
de hoeveelheid gas die moet worden vervoerd. |
Artikel 14
Nominatieprocedure op interconnectiepunten
1. Een netgebruiker heeft het recht vóór de gestelde nominatietermijn op gasdag D-1 een nominatie voor gasdag D in te dienen bij de transmissiesysteembeheerder. De uiterste nominatietermijn is 13:00 uur UTC (wintertijd) of 12:00 uur UTC (zomertijd) op gasdag D-1.
2. De laatste nominatie die vóór de nominatietermijn door de transmissiesysteembeheerder is ontvangen van een netgebruiker, wordt door de transmissiesysteembeheerder in acht genomen.
3. De transmissiesysteembeheerder stuurt het bericht over de bevestigde hoeveelheden binnen de gestelde bevestigingstermijn op gasdag D-1 naar de respectieve netgebruikers. De bevestigingstermijn is 15:00 uur UTC (wintertijd) of 14:00 uur UTC (zomertijd) op gasdag D-1.
4. De transmissiesysteembeheerders aan beide zijden van het interconnectiepunt kunnen een prenominatiecyclus aanbieden waarbinnen:
a) |
netgebruikers niet verplicht zijn nominaties in te dienen; |
b) |
netgebruikers de nominaties voor gasdag D uiterlijk om 12:00 uur UTC (wintertijd) of 11:00 uur UTC (zomertijd) op gasdag D-1 mogen indienen bij transmissiesysteembeheerders; |
c) |
de transmissiesysteembeheerder het bericht over de verwerkte hoeveelheden uiterlijk om 12:30 uur UTC (wintertijd) of om 11:30 uur UTC (zomertijd) op gasdag D-1 aan de respectieve netgebruikers stuurt. |
5. Wanneer een geldige nominatie van de netgebruiker vóór de nominatietermijn ontbreekt, passen de respectieve transmissiesysteembeheerders de standaardregel voor nominatie toe die zij zijn overeengekomen. De standaardregel voor nominatie die geldt op een interconnectiepunt wordt beschikbaar gesteld aan de netgebruikers van de transmissiesysteembeheerders.
Artikel 15
Hernominatieprocedure op interconnectiepunten
1. Netgebruikers hebben het recht om hernominaties in te dienen binnen de hernominatieperiode die onmiddellijk na de bevestigingstermijn ingaat en niet eerder dan drie uur vóór het einde van gasdag D eindigt. De transmissiesysteembeheerder begint een hernominatiecyclus aan het begin van ieder uur binnen de hernominatieperiode.
2. De transmissiesysteembeheerder houdt in de hernominatiecyclus rekening met de laatste hernominatie die hij vóór het begin van de hernominatiecyclus van een netgebruiker heeft ontvangen.
3. De transmissiesysteembeheerder stuurt het bericht over de bevestigde hoeveelheden binnen twee uur vanaf het begin van iedere hernominatiecyclus naar de respectieve netgebruikers. Het startmoment van de effectieve wijziging van de gasstroom is twee uur na het begin van de hernominatiecyclus, tenzij:
a) |
de netgebruiker heeft verzocht om een later tijdstip, of |
b) |
de transmissiesysteembeheerder een vroeger tijdstip toestaat. |
4. Er wordt aangenomen dat wijzigingen van de gasstroom aan het begin van ieder uur plaatsvinden.
Artikel 16
Specifieke bepalingen op interconnectiepunten
1. Wanneer op een interconnectiepunt nominaties en hernominaties per dag en per uur naast elkaar bestaan, kunnen de transmissiesysteembeheerders of nationale regulerende instanties (naargelang van het geval) de partijen raadplegen om vast te stellen of geharmoniseerde nominaties en hernominaties aan weerszijden van dit interconnectiepunt moeten worden verstuurd. In deze raadpleging worden in elk geval de volgende elementen meegenomen:
a) |
de financiële gevolgen voor transmissiesysteembeheerders en netgebruikers; |
b) |
de gevolgen voor de grensoverschrijdende handel; |
c) |
de gevolgen voor het systeem van dagbalancering op het (de) interconnectiepunt(en). |
2. Naar aanleiding van deze raadpleging worden de eventuele voorgestelde wijzigingen goedgekeurd door de nationale regulerende instanties. Nadat de voorgestelde wijzigingen zijn goedgekeurd, passen de transmissiesysteembeheerders de bestaande interconnectieovereenkomsten en transportovereenkomsten of andere juridisch bindende overeenkomsten dienovereenkomstig aan, en maken zij die wijzigingen bekend.
Artikel 17
Afwijzing van nominaties en hernominaties of wijziging van de gevraagde hoeveelheid gas op interconnectiepunten
1. De transmissiesysteembeheerder kan het volgende afwijzen:
a) |
een nominatie of hernominatie uiterlijk twee uur na de nominatietermijn of het begin van de hernominatiecyclus in de volgende gevallen:
|
b) |
een hernominatie uiterlijk twee uur na het begin van de hernominatiecyclus in de volgende aanvullende gevallen:
|
2. De transmissiesysteembeheerder wijst de nominatie en hernominatie van een netgebruiker niet enkel en alleen af omdat de geplande invoedingen van deze netgebruiker niet gelijk zijn aan zijn geplande onttrekkingen.
3. Indien een hernominatie wordt afgewezen, maakt de transmissiesysteembeheerder gebruik van de laatste bevestigde hoeveelheid van de netgebruiker, als daarvan sprake is.
4. Onverminderd de specifieke voorwaarden die van toepassing zijn op afschakelbare capaciteit en capaciteit waarvoor congestiebeheersregels gelden, mag de transmissiesysteembeheerder in principe de via een nominatie of hernominatie gevraagde hoeveelheid gas alleen via een nominatie of hernominatie wijzigen bij uitzonderlijke gebeurtenissen of in noodsituaties waarin er een duidelijk gevaar is voor de veiligheid en de stabiliteit van het systeem. Transmissiesysteembeheerders stellen de nationale regulerende instantie in kennis van dergelijke acties.
Artikel 18
Nominatie- en hernominatieprocedure op andere punten dan interconnectiepunten
1. De nationale regulerende instantie bepaalt, indien dat niet reeds is bepaald, na raadpleging van de transmissiesysteembeheerder op welke andere punten dan interconnectiepunten nominaties en hernominaties zijn vereist.
2. Wanneer nominaties en hernominaties op andere punten dan interconnectiepunten zijn vereist, gelden de volgende beginselen:
a) |
netgebruikers mogen hernominaties voor de gasdag indienen; |
b) |
de transmissiesysteembeheerder bevestigt de ingediende nominaties en hernominaties of wijst deze af met inachtneming van de in artikel 17 bedoelde termijnen. |
HOOFDSTUK V
DAGELIJKSE ONBALANSHEFFINGEN
Artikel 19
Algemene bepalingen
1. Netgebruikers zijn verplicht om dagelijkse onbalansheffingen te betalen of hebben het recht deze te ontvangen (naargelang van de situatie) voor hun dagelijkse onbalanshoeveelheid voor iedere gasdag.
2. Dagelijkse onbalansheffingen worden afzonderlijk vermeld op de facturen van de transmissiesysteembeheerder aan netgebruikers.
3. De dagelijkse onbalansheffing is een afspiegeling van de kosten en in die heffing wordt rekening gehouden met de prijzen voor eventuele balanceringsacties van de transmissiesysteembeheerder en met de in artikel 22, lid 6, bedoelde kleine aanpassing.
Artikel 20
Methode voor berekening van het dagelijkse onbalansheffing
1. De transmissiesysteembeheerder dient de berekeningsmethode voor de dagelijkse onbalansheffing, die in zijn balanceringszone moet worden toegepast, ter goedkeuring in bij de nationale regulerende instantie.
2. Na goedkeuring wordt de berekeningsmethode voor de dagelijkse onbalansheffing op de desbetreffende website bekendgemaakt. Wijzigingen worden tijdig bekendgemaakt.
3. In de berekeningsmethode voor de dagelijkse onbalansheffing wordt het volgende gedefinieerd:
a) |
de berekening van de dagelijkse onbalanshoeveelheid als bedoeld in artikel 21; |
b) |
de afleiding van de in artikel 22 bedoelde toepasselijke prijs, en |
c) |
eventuele andere noodzakelijke parameters. |
Artikel 21
Berekening van de dagelijkse onbalanshoeveelheid
1. De transmissiesysteembeheerder berekent per gasdag een dagelijkse onbalanshoeveelheid voor de balanceringsportfolio van iedere netgebruiker, overeenkomstig de volgende formule:
dagelijkse onbalanshoeveelheid = invoedingen - onttrekkingen
2. De berekening van de dagelijkse onbalanshoeveelheid wordt dienovereenkomstig aangepast, wanneer:
a) |
een leidingbufferflexibiliteitsdienst wordt aangeboden, en/of |
b) |
er een andere afspraak is gemaakt waarbij netgebruikers gas leveren, waaronder gas in natura, om
|
3. Wanneer de som van de invoedingen van een netgebruiker voor de gasdag gelijk is aan de som van de onttrekkingen voor die dag, wordt een netgebruiker geacht in balans te zijn voor de gasdag in kwestie.
4. Wanneer de som van de invoedingen van een netgebruiker voor de gasdag niet gelijk is aan de som van de onttrekkingen voor die dag, wordt een netgebruiker geacht in onbalans te zijn voor de gasdag in kwestie, en worden overeenkomstig artikel 23 dagelijkse onbalansheffingen toegepast.
5. De transmissiesysteembeheerder verstrekt een netgebruiker zijn aanvankelijke en zijn definitieve dagelijkse onbalanshoeveelheden overeenkomstig artikel 37.
6. De dagelijkse onbalansheffing is gebaseerd op de definitieve dagelijkse onbalanshoeveelheid.
Artikel 22
Toepasselijke prijs
1. Ter berekening van de dagelijkse onbalansheffing als vastgelegd in artikel 23 wordt de toepasselijke prijs als volgt bepaald:
a) |
de marginale verkoopprijs wanneer de dagelijkse onbalanshoeveelheid positief is (d.w.z. de invoedingen van de netgebruiker voor de gasdag in kwestie zijn groter dan de onttrekkingen voor die gasdag), of |
b) |
de marginale inkoopprijs wanneer de dagelijkse onbalanshoeveelheid negatief is (d.w.z. de onttrekkingen van de netgebruiker voor de gasdag in kwestie zijn groter dan de invoedingen voor die gasdag). |
2. Een marginale verkoopprijs en een marginale inkoopprijs worden berekend voor iedere gasdag, met inachtneming van het volgende:
a) |
een marginale verkoopprijs is het laagste bedrag van:
|
b) |
een marginale inkoopprijs is het hoogste bedrag van:
|
3. Ter bepaling van de marginale verkoopprijs, de marginale inkoopprijs en de gewogen gemiddelde prijs worden de betrokken transacties verricht op handelsplatforms die vooraf door de transmissiesysteembeheerder zijn vastgesteld en door de nationale regulerende instantie zijn goedgekeurd. De gewogen gemiddelde prijs is de op basis van energie gewogen gemiddelde prijs van transacties met titelproducten die worden uitgevoerd op het virtuele handelspunt met betrekking tot een gasdag.
4. Er wordt een standaardregel vastgesteld voor het geval er geen marginale verkoopprijs en/of marginale inkoopprijs kan worden afgeleid op grond van lid 2, onder a) en b).
5. Onder voorbehoud van goedkeuring door de nationale regulerende instantie mag de prijs van locatiegebonden producten worden meegewogen in de bepaling van de marginale verkoopprijs, de marginale inkoopprijs en de gewogen gemiddelde prijs, wanneer dit wordt voorgesteld door de transmissiesysteembeheerder; de mate waarin de transmissiesysteembeheerder gebruik maakt van locatiegebonden producten wordt hierbij dienovereenkomstig in aanmerking genomen.
6. De kleine aanpassing:
a) |
vormt een stimulans voor netgebruikers om hun invoedingen en onttrekkingen in balans te brengen; |
b) |
wordt op niet-discriminerende wijze ontworpen en toegepast teneinde:
|
c) |
mag geen negatieve gevolgen hebben voor grensoverschrijdende handel; |
d) |
mag netgebruikers niet overmatig financieel blootstellen aan dagelijkse onbalansheffingen. |
7. De waarde van de kleine aanpassing mag verschillend zijn voor de bepaling van de marginale inkoopprijs en de marginale verkoopprijs. De waarde van de kleine aanpassing bedraagt niet meer dan tien procent van de gewogen gemiddelde prijs, tenzij de betrokken transmissiesysteembeheerder een ander bedrag kan rechtvaardigen bij de nationale regulerende instantie en hiervoor krachtens artikel 20 goedkeuring verkrijgt.
Artikel 23
Dagelijkse onbalansheffing
1. Ter berekening van de dagelijkse onbalansheffingen voor iedere netgebruiker vermenigvuldigt de transmissiesysteembeheerder de dagelijkse onbalanshoeveelheid van een netgebruiker met de overeenkomstig artikel 22 bepaalde toepasselijke prijs.
2. Dagelijkse onbalansheffingen worden als volgt toegepast:
a) |
als de dagelijkse onbalanshoeveelheid van een netgebruiker voor de gasdag positief is, wordt ervan uitgegaan dat deze netgebruiker gas heeft verkocht aan de transmissiesysteembeheerder ter hoogte van de dagelijkse onbalanshoeveelheid, en heeft hij recht op een creditering voor de dagelijkse onbalansheffingen van de transmissiesysteembeheerder, en |
b) |
als de dagelijkse onbalanshoeveelheid van een netgebruiker voor de gasdag negatief is, wordt ervan uitgegaan dat deze netgebruiker gas heeft gekocht van de transmissiesysteembeheerder ter hoogte van de dagelijkse onbalanshoeveelheid, en is hij de dagelijkse onbalansheffingen verschuldigd aan de transmissiesysteembeheerder. |
HOOFDSTUK VI
BINNEN-DE-DAG-VERPLICHTINGEN
Artikel 24
Algemene bepalingen
1. Een transmissiesysteembeheerder mag binnen-de-dag-verplichtingen alleen toepassen om netgebruikers ertoe aan te sporen hun binnen-de-dag-positie te beheren teneinde de systeemintegriteit van zijn transmissienet te waarborgen en noodzakelijke balanceringsacties tot een minimum te beperken.
2. Wanneer de transmissiesysteembeheerder informatie aan netgebruikers moet verstrekken om hun risico in verband met binnen-de-dag-posities te beheersen, wordt deze regelmatig verstrekt. In voorkomende gevallen wordt deze informatie verstrekt op eenmalig verzoek van iedere netgebruiker.
Artikel 25
Soorten binnen-de-dag-verplichtingen
Er zijn drie soorten binnen-de-dag-verplichtingen, die elk de netgebruiker aansporen tot een specifieke doelstelling, zoals uiteengezet in dit artikel:
1. |
Een binnen-de-dag-verplichting voor het gehele systeem is zodanig ontworpen dat netgebruikers ertoe worden aangezet om het transmissienet binnen zijn operationele grenzen te houden, en omvat het volgende:
|
2. |
Een binnen-de-dag-verplichting voor de balanceringsportfolio is zodanig ontworpen dat netgebruikers ertoe worden aangezet hun individuele positie tijdens de gasdag binnen een vooraf vastgesteld bereik te houden en omvat het volgende:
|
3. |
Een binnen-de-dag-verplichting voor het entry-exitpunt is zodanig ontworpen dat netgebruikers ertoe worden aangezet om de gasstroom of de variatie daarvan onder specifieke omstandigheden te beperken bij specifieke entry-exitpunten, en omvat het volgende:
|
Deze verplichting vormt een aanvulling op eventuele andere overeenkomsten met eindafnemers die onder meer gelokaliseerde specifieke beperkingen en verplichtingen met betrekking tot de fysieke gasstroom omvatten.
Artikel 26
Vereisten voor binnen-de-dag-verplichtingen
1. De transmissiesysteembeheerder kan de nationale regulerende instantie een binnen-de-dag-verplichting of een wijziging daarvan voorstellen. Hij kan elementen van de verschillende in artikel 25 beschreven soorten combineren, mits het voorstel aan de in lid 2 vastgestelde criteria voldoet. Het recht van de transmissiesysteembeheerder om een voorstel te doen laat het recht van de nationale regulerende instantie om op eigen initiatief een besluit te nemen onverlet.
2. Een binnen-de-dag-verplichting dient aan de volgende criteria te voldoen:
a) |
een binnen-de-dag-verplichting en eventuele bijbehorende binnen-de-dag-heffingen mogen geen overmatige belemmering vormen voor grensoverschrijdende handel en toetreding van nieuwe netgebruikers tot de betrokken markt; |
b) |
een binnen-de-dag-verplichting wordt alleen toegepast wanneer de netgebruikers adequate informatie ontvangen voordat mogelijke binnen-de-dag-heffingen met betrekking tot hun invoeding en/of onttrekking worden toegepast en zij over redelijke middelen beschikken om hun risico te beheersen; |
c) |
de voornaamste kosten die de netgebruikers moeten maken met betrekking tot hun balanceringsverplichtingen houden verband met hun positie aan het einde van de gasdag; |
d) |
voor zover mogelijk vormen binnen-de-dag-heffingen een afspiegeling van de kosten van de transmissiesysteembeheerder voor het ondernemen van bijbehorende balanceringsacties; |
e) |
een binnen-de-dag-verplichting mag er niet toe leiden dat netgebruikers gedurende de gasdag door een financiële transactie een gaspositie van nul krijgen; |
f) |
de voordelen van de invoering van een binnen-de-dag-verplichting wegen, wat economische en efficiënte exploitatie van het transmissienet betreft, op tegen eventuele negatieve gevolgen, onder meer voor de liquiditeit van de transacties op het virtuele handelspunt. |
3. De transmissiesysteembeheerder kan verschillende binnen-de-dag-verplichtingen voorleggen voor afzonderlijke categorieën entry- of exitpunten om betere stimulansen te bieden voor verschillende categorieën netgebruikers om kruissubsidies te voorkomen. Het recht van de transmissiesysteembeheerder om een voorstel te doen laat het recht van de nationale regulerende instantie om op eigen initiatief een besluit te nemen onverlet.
4. De transmissiesysteembeheerder raadpleegt de betrokken partijen, waaronder de nationale regulerende instanties, de betrokken distributiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders in aangrenzende balanceringszones, over eventuele binnen-de-dag-verplichtingen die hij voornemens is in te voeren, waaronder de methoden en aannames op basis waarvan is geconcludeerd dat wordt voldaan aan de criteria van lid 2.
5. Naar aanleiding van de raadpleging stelt de transmissiesysteembeheerder een aanbevelingsdocument op met het definitieve voorstel en een analyse van:
a) |
de noodzaak van de binnen-de-dag-verplichting, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het transmissienet en de flexibiliteit waarover de beheerder beschikt door middel van de koop en verkoop van gestandaardiseerde kortetermijnproducten of het gebruik van balanceringsdiensten overeenkomstig hoofdstuk III; |
b) |
de beschikbare informatie waarmee netgebruikers hun binnen-de-dag-posities tijdig kunnen beheren; |
c) |
de verwachte financiële gevolgen voor netgebruikers; |
d) |
de gevolgen voor nieuwe netgebruikers die tot de betrokken markt toetreden, waaronder eventuele negatieve gevolgen; |
e) |
de gevolgen voor grensoverschrijdende handel, inclusief de mogelijke gevolgen voor balancering in aangrenzende balanceringszones; |
f) |
de gevolgen voor de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas, inclusief de liquiditeit van deze markt; |
g) |
het niet-discriminerende karakter van de binnen-de-dag-verplichting. |
6. De transmissiesysteembeheerder stuurt het aanbevelingsdocument aan de nationale regulerende instantie ter goedkeuring van het voorstel overeenkomstig de procedure van artikel 27. De transmissiesysteembeheerder maakt dit aanbevelingsdocument bekend, met inachtneming van eventuele vertrouwelijkheidsverplichtingen waaraan hij is gebonden, en stuurt het ter informatie naar ENTSOG.
Artikel 27
Besluitvorming door nationale regulerende instanties
1. De nationale regulerende instantie neemt binnen zes maanden na de ontvangst van het volledige aanbevelingsdocument een gemotiveerd besluit en maakt dit bekend. Bij het al dan niet goedkeuren van de voorgestelde binnen-de-dag-verplichting beoordeelt de nationale regulerende instantie of deze verplichting voldoet aan de criteria van artikel 26, lid 2.
2. Voordat de nationale regulerende instantie een gemotiveerd besluit neemt, pleegt zij overleg met de nationale regulerende instanties van aangrenzende lidstaten en houdt zij rekening met hun opvattingen. Overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 713/2009 mogen de nationale regulerende instanties uit aangrenzende lidstaten het Agentschap om zijn mening vragen over het in lid 1 bedoelde besluit.
Artikel 28
Bestaande binnen-de-dag-verplichtingen
Wanneer de transmissiesysteembeheerder op de datum van inwerkingtreding van deze verordening binnen-de-dag-verplichtingen heeft, volgt hij binnen zes maanden vanaf die datum de procedure die is vastgelegd in artikel 26, leden 5 tot en met 7, en dient hij de binnen-de-dagverplichtingen overeenkomstig artikel 27 ter goedkeuring in bij de nationale regulerende instantie om het gebruik ervan te kunnen voortzetten.
HOOFDSTUK VII
NEUTRALITEITSOVEREENKOMSTEN
Artikel 29
Neutraliteitsbeginselen
1. De transmissiesysteembeheerder boekt geen winst of verlies met de betaling en ontvangst van dagelijkse onbalansheffingen, binnen-de-dag-heffingen, heffingen voor balanceringsacties en andere heffingen in verband met zijn balanceringsactiviteiten, die worden beschouwd als alle activiteiten die door de transmissiesysteembeheerder worden ondernomen om aan de verplichtingen in deze verordening te voldoen.
2. De transmissiesysteembeheerder berekent het volgende door aan netgebruikers:
a) |
kosten van en inkomsten uit dagelijkse onbalansheffingen en binnen-de-dag-heffingen; |
b) |
kosten van en inkomsten uit de balanceringsacties die op grond van artikel 9 zijn ondernomen, tenzij de nationale regulerende instantie van oordeel is dat die kosten en inkomsten inefficiënt zijn gemaakt respectievelijk gegenereerd overeenkomstig de toepasselijke nationale regelgeving. Deze overweging wordt gebaseerd op een beoordeling:
|
c) |
eventuele andere kosten van en inkomsten uit de balanceringsactiviteiten die door de transmissiesysteembeheerder zijn ondernomen, tenzij de nationale regulerende instantie van oordeel is dat deze kosten en inkomsten volgens de toepasselijke nationale regelgeving inefficiënt zijn gemaakt respectievelijk gegenereerd. |
3. Wanneer er een stimulerende maatregel ten uitvoer wordt gelegd ter bevordering van efficiënte balanceringsacties, wordt het totale financiële verlies beperkt tot de op inefficiënte wijze gemaakte kosten en gegenereerde inkomsten van de transmissiesysteembeheerder.
4. Transmissiesysteembeheerders maken de relevante gegevens over de totale heffingen als bedoeld in lid 1 en de totale neutraliteitsheffingen voor balancering met ten minste dezelfde regelmaat bekend als waarmee de respectieve heffingen aan netgebruikers in rekening worden gebracht, maar minimaal één keer per maand.
5. Onverminderd de paragrafen 1 en 2 kan er voor de transmissiesysteembeheerder in zijn balanceringstaak een stimuleringsmechanisme gelden als bedoeld in artikel 11.
Artikel 30
Kasstromen voor balanceringsneutraliteit
1. De neutraliteitsheffingen voor balancering worden door of aan de betrokken netgebruiker betaald.
2. De nationale regulerende instantie stelt de methode voor de berekening van de neutraliteitsheffingen voor balancering vast of keurt deze goed, en maakt deze bekend, inclusief de verdeling onder netgebruikers en de regels voor kredietrisicobeheer.
3. De neutraliteitsheffing voor balancering staat in verhouding tot de mate waarin de netgebruiker gebruik maakt van de betrokken entry- of exitpunten of van het transmissienet.
4. De neutraliteitsheffing voor balancering wordt afzonderlijk vastgesteld wanneer deze in rekening wordt gebracht bij netgebruikers; bij de factuur wordt voldoende ondersteunende informatie gevoegd zoals vastgesteld in de in lid 2 bedoelde methode.
5. Wanneer het informatiemodel variant 2 wordt toegepast, zodat de neutraliteitsheffing voor balancering kan zijn gebaseerd op verwachte kosten en inkomsten, bevat de methode van de transmissiesysteembeheerder voor de berekening van de neutraliteitsheffing voor balancering regels voor een afzonderlijke neutraliteitsheffing voor balancering met betrekking tot niet dagelijks gemeten onttrekking.
6. In voorkomend geval bevat de methode van de transmissiesysteembeheerder voor de berekening van de neutraliteitsheffing voor balancering voorschriften voor de opsplitsing van bestanddelen van de neutraliteitsheffing voor balancering en de daaruit voortvloeiende verdeling van dergelijke bedragen onder de netgebruikers om kruissubsidies te beperken.
Artikel 31
Afspraken over kredietrisicobeheer
1. De transmissiesysteembeheerder heeft het recht om noodzakelijke maatregelen te treffen en relevante contractuele eisen, inclusief financiële veiligheidsgaranties, op te leggen aan netgebruikers om zich in te dekken tegen wanbetaling van de in de artikelen 29 en 30 bedoelde heffingen.
2. De contractvereisten worden op basis van transparante en gelijke behandeling en proportionaliteit opgesteld en worden gedefinieerd in de in artikel 30, lid 2, bedoelde methode.
3. Wanneer wanbetaling te wijten is aan een netgebruiker, is de transmissiesysteembeheerder niet aansprakelijk voor enig verlies, mits de maatregelen en vereisten zoals opgenomen in de leden 1 en 2 naar behoren ten uitvoer zijn gelegd. Een dergelijk verlies wordt teruggevorderd overeenkomstig de in artikel 30, lid 2, bedoelde methode.
HOOFDSTUK VIII
INFORMATIEVERSTREKKING
Artikel 32
Informatieverplichtingen van transmissiesysteembeheerders aan netgebruikers
De informatie die de transmissiesysteembeheerder verstrekt aan netgebruikers betreft:
1. |
de algemene status van het transmissienet overeenkomstig punt 3.4, onder 5), van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009; |
2. |
de balanceringsacties van de transmissiesysteembeheerder zoals bedoeld in hoofdstuk III; |
3. |
de invoedingen en onttrekkingen van de netgebruiker voor de gasdag als bedoeld in de artikelen 33 tot en met 42. |
Artikel 33
Algemene bepalingen
1. De transmissiesysteembeheerder verstrekt alle in artikel 32 bedoelde informatie, voor zover deze niet reeds door hem is verstrekt op grond van punt 3.1.2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009, als volgt:
a) |
via de website van de transmissiesysteembeheerder of een ander systeem waarin deze informatie elektronisch beschikbaar wordt gesteld; |
b) |
gratis toegankelijk voor de netgebruikers; |
c) |
op een gebruiksvriendelijke wijze; |
d) |
duidelijk, kwantificeerbaar en gemakkelijk toegankelijk; |
e) |
op een niet-discriminerende wijze; |
f) |
in consistente eenheden, ofwel in kWh ofwel in kWh/d en kWh/u; |
g) |
in de officiële taal (talen) van de lidstaat en in het Engels. |
2. Wanneer een gemeten hoeveelheid niet van een meter kan worden afgelezen, mag een vervangende waarde worden gebruikt. Deze vervangende waarde wordt gebruikt als alternatieve verwijzing zonder enige verdere garantie van de transmissiesysteembeheerder.
3. Het verlenen van toegang tot de informatie mag niet worden opgevat als het geven van enige specifieke andere garantie dan dat deze informatie in een vastgesteld formaat en via een vastgesteld instrument zoals een website of een webadres beschikbaar is, en dat de netgebruikers onder normale gebruiksomstandigheden toegang hebben tot deze informatie. In geen geval zijn de transmissiesysteembeheerders ertoe gehouden enige verdere garantie te bieden, met name wat betreft het IT-systeem van de netgebruikers.
4. De nationale regulerende instantie besluit per balanceringszone tot één informatiemodel. Voor informatieverstrekking over invoedingen en onttrekkingen die binnen de dag zijn gemeten, gelden dezelfde regels voor alle modellen.
5. Voor balanceringszones waar het de bedoeling is na de inwerkingtreding van deze verordening het informatiemodel variant 2 toe te passen, wordt een voorafgaande marktraadpleging uitgevoerd door de transmissiesysteembeheerder of de nationale regulerende instantie.
Artikel 34
Binnen de dag gemeten invoedingen en onttrekkingen
1. Voor binnen de dag gemeten invoedingen in en onttrekkingen aan de balanceringszone, waar de allocatie aan een netgebruiker gelijk is aan zijn bevestigde hoeveelheid, is de transmissiesysteembeheerder niet verplicht andere informatie te verstrekken dan de bevestigde hoeveelheid.
2. Voor binnen de dag gemeten invoedingen in en onttrekkingen aan de balanceringszone waar een allocatie aan een netgebruiker niet gelijk is aan zijn bevestigde hoeveelheid, verstrekt de transmissiesysteembeheerder op gasdag D netgebruikers minimaal twee updates van hun gemeten stromen voor ten minste de samengevoegde, binnen de dag gemeten invoedingen en onttrekkingen, volgens een van de volgende twee opties zoals besloten door de transmissiesysteembeheerder:
a) |
iedere update betreft gasstromen vanaf het begin van deze gasdag D, of |
b) |
iedere update betreft de incrementele gasstromen na de vermelding in de voorgaande update. |
3. De eerste updates omvatten ten minste vier uur gasstromen binnen gasdag D. Deze updates worden zonder onnodige vertraging, maar ten minste binnen vier uur na de gasstroom verstrekt, en uiterlijk om 17:00 uur UTC (wintertijd) of 16:00 uur UTC (zomertijd).
4. Het tijdstip van verstrekking van de tweede update wordt vastgesteld na goedkeuring door de nationale regulerende instantie en bekendgemaakt door de transmissiesysteembeheerder.
5. De transmissiesysteembeheerder kan de netgebruikers verzoeken aan te geven tot welke in lid 2 bedoelde informatie zij toegang hebben. Op basis van het antwoord op die vraag verstrekt de transmissiesysteembeheerder de netgebruiker de informatie waartoe hij geen toegang heeft, overeenkomstig de leden 2 tot en met 4.
6. Wanneer de transmissiesysteembeheerder niet verantwoordelijk is voor verdeling van de gashoeveelheden tussen netgebruikers als onderdeel van de allocatieprocedure, verstrekt de beheerder, in afwijking van lid 2, ten minste informatie over samengevoegde invoedingen en onttrekkingen, minimaal twee keer per gasdag D op die gasdag D.
Artikel 35
Dagelijks gemeten onttrekkingen
1. Wanneer het informatiemodel variant 1 wordt toegepast, verstrekt de transmissiesysteembeheerder op gasdag D aan onttrekkingen minimaal twee updates van hun verdeling van gemeten stromen voor ten minste de samengevoegde dagelijks gemeten onttrekking overeenkomstig een van de twee volgende opties, zoals besloten door de transmissiesysteembeheerder:
a) |
iedere update betreft gasstromen vanaf het begin van deze gasdag D, of |
b) |
iedere update betreft de incrementele gasstromen na de vermelding in de voorgaande update. |
2. Iedere update wordt binnen twee uur na het einde van het laatste uur van de gasstromen verstrekt.
Artikel 36
Niet dagelijks gemeten onttrekkingen
1. Wanneer het informatiemodel „basisgeval” wordt toegepast:
a) |
op gasdag D-1 verstrekt de transmissiesysteembeheerder uiterlijk om 12:00 uur UTC (wintertijd) of 11:00 uur UTC (zomertijd) aan de netgebruikers een prognose van hun niet dagelijks gemeten onttrekkingen voor gasdag D; |
b) |
op gasdag D verstrekt de transmissiesysteembeheerder minimaal twee updates van de prognose van hun niet dagelijks gemeten onttrekkingen aan de netgebruikers. |
2. De eerste update wordt uiterlijk om 13:00 uur UTC (wintertijd) of om 12:00 uur UTC (zomertijd) verstrekt.
3. Het tijdstip van verstrekking van de tweede update wordt vastgesteld na goedkeuring door de nationale regulerende instantie en bekendgemaakt door de transmissiesysteembeheerder. Hierbij wordt rekening gehouden met:
a) |
de toegang tot gestandaardiseerde kortetermijnproducten op een handelsplatform; |
b) |
de nauwkeurigheid van de prognose met betrekking tot de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker in vergelijking met het moment van de verstrekking; |
c) |
het tijdstip waarop de hernominatieperiode afloopt, als bedoeld in artikel 15, lid 1; |
d) |
het tijdstip van de eerste update van de prognose voor de niet dagelijks gemeten onttrekking van een netgebruiker. |
4. Wanneer het informatiemodel variant 1 wordt toegepast, verstrekt de transmissiesysteembeheerder op gasdag D aan netgebruikers minimaal twee updates van hun verdeling van gemeten stromen voor ten minste de in artikel 35 bedoelde samengevoegde niet dagelijks gemeten onttrekkingen.
5. Wanneer het informatiemodel variant 2 wordt toegepast, verstrekt de transmissiesysteembeheerder op gasdag D-1 aan netgebruikers een prognose van hun niet dagelijks gemeten onttrekkingen voor gasdag D zoals bedoeld in lid 1, onder a).
Artikel 37
Invoedingen en onttrekkingen na de gasdag
1. Uiterlijk aan het einde van gasdag D+1 verstrekt de transmissiesysteembeheerder aan iedere netgebruiker een aanvankelijke allocatie voor zijn invoedingen en onttrekkingen op gasdag D en een aanvankelijke dagelijkse onbalanshoeveelheid:
a) |
voor de informatiemodellen „basisgeval” en „variant 1” wordt al het gas dat aan het distributiesysteem wordt geleverd, toegewezen; |
b) |
voor het informatiemodel variant 2 is de niet dagelijks gemeten onttrekkingen gelijk aan de prognose van de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker die een dag tevoren wordt verstrekt; |
c) |
voor het informatiemodel variant 1 worden een aanvankelijke allocatie en een aanvankelijke dagelijkse onbalanshoeveelheid beschouwd als de definitieve allocatie en de definitieve dagelijkse onbalanshoeveelheid. |
2. Wanneer er een voorlopige maatregel van toepassing is als bedoeld in de artikelen 47 tot en met 51, kunnen binnen drie gasdagen na gasdag D een aanvankelijke allocatie en een aanvankelijke dagelijkse onbalanshoeveelheid worden verstrekt indien het technisch of operationeel niet haalbaar is om te voldoen aan lid 1.
3. De transmissiesysteembeheerder verstrekt iedere netgebruiker de definitieve allocatie voor zijn invoedingen en onttrekkingen en de definitieve dagelijkse onbalanshoeveelheid binnen een krachtens de toepasselijke nationale regelgeving vastgesteld tijdsbestek.
Artikel 38
Kosten-batenanalyse
1. Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening beoordelen de transmissiesysteembeheerders de kosten en baten van:
a) |
verhoging van de frequentie van informatieverstrekking aan netgebruikers; |
b) |
verkorting van de bijbehorende termijnen voor informatieverstrekking; |
c) |
verbetering van de nauwkeurigheid van de verstrekte informatie. |
In deze kosten-batenanalyse worden de kosten en baten voor de categorieën betrokken partijen uitgesplitst.
2. De transmissiesysteembeheerder raadpleegt de betrokken partijen over deze beoordeling, in samenwerking met de eventuele distributiesysteembeheerders.
3. Op basis van de uitkomst van de raadpleging besluit de nationale regulerende instantie over eventuele wijzigingen inzake informatieverstrekking.
Artikel 39
Informatieverplichtingen van de distributiesysteembeheerder(s) en de partij(en) die de prognose opstelt (opstellen) jegens de transmissiesysteembeheerder
1. Iedere distributiesysteembeheerder die verbonden is aan een balanceringszone en elke partij die de prognoses opstelt, verstrekt de transmissiesysteembeheerder in de respectieve balanceringszone de benodigde informatie voor informatieverstrekking aan de netgebruikers op grond van deze verordening. Deze omvat invoedingen en onttrekkingen van het distributiesysteem, ongeacht de vraag of dat systeem al dan niet deel uitmaakt van de balanceringszone.
2. De informatie, het formaat en de procedure van verstrekking worden bepaald in overleg met de transmissiesysteembeheerder, de distributiesysteembeheerders en de partij die de prognoses opstelt, voor zover relevant, om te waarborgen dat informatie op de juiste wijze door de transmissiesysteembeheerder wordt verstrekt aan de netgebruikers op grond van dit hoofdstuk, in het bijzonder de criteria van artikel 33, lid 1.
3. Deze informatie wordt aan de transmissiesysteembeheerder verstrekt in hetzelfde formaat als vastgesteld in de toepasselijke nationale regelgeving en komt overeen met het formaat waarin de betrokken transmissiesysteembeheerder de informatie aan de netgebruikers verstrekt.
4. De nationale regulerende instantie kan de transmissiesysteembeheerder, de distributiesysteembeheerder en de partij die de prognoses opstelt, vragen een stimuleringsmechanisme voor de verstrekking van een nauwkeurige prognose van de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker voor te stellen, dat moet voldoen aan de in artikel 11, lid 4, voor de transmissiesysteembeheerder vastgestelde criteria.
5. De nationale regulerende instantie wijst de partij aan die de prognoses opstelt in een balanceringszone na voorafgaande raadpleging van de betrokken transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders. De partij die de prognoses opstelt, is verantwoordelijk voor de prognose van de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker en, in voorkomend geval, van de daaruit voortvloeiende allocaties. Dit kan een transmissiesysteembeheerder, een distributiesysteembeheerder of een externe partij zijn.
Artikel 40
Informatieverplichtingen van de distributiesysteembeheerder(s) jegens de transmissiesysteembeheerder
De distributiesysteembeheerder verstrekt de transmissiesysteembeheerder informatie over de binnen de dag en de dagelijks gemeten invoedingen en onttrekkingen van het distributiesysteem volgens de informatievoorschriften van artikel 34, leden 2 tot en met 6, en de artikelen 35 en 37. Deze informatie wordt tijdig aan de transmissiesysteembeheerder verstrekt, zodat deze voldoende gelegenheid heeft om de informatie aan de netgebruikers door te geven.
Artikel 41
Informatieverplichtingen van de distributiesysteembeheerder(s) jegens de partij die de prognose opstelt
1. Distributiesysteembeheerders hebben de taak de partij die de prognose opstelt, toereikende en geactualiseerde informatie te verstrekken voor de toepassing van de methode voor de prognose van de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker zoals uiteengezet in artikel 42, lid 2. Deze informatie wordt tijdig verstrekt binnen de door de partij die de prognose opstelt vastgestelde termijnen, zodat hij er op tijd over kan beschikken.
2. Lid 1 is mutatis mutandis ook van toepassing op variant 1.
Artikel 42
Informatieverplichtingen van de partij die de prognose opstelt jegens de transmissiesysteembeheerder
1. De partij die de prognoses opstelt, verstrekt de transmissiesysteembeheerder een of meer prognoses van de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van netgebruikers en daaruit voortvloeiende allocaties volgens de informatievoorschriften van de artikelen 36 en 37. Deze informatie wordt tijdig aan de transmissiesysteembeheerder verstrekt, zodat deze voldoende gelegenheid heeft om de informatie aan netgebruikers door te geven; voor dag-vooruit- en binnen-de-dag-prognoses en niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker is dit uiterlijk één uur vóór de uiterste termijn zoals bepaald in artikel 36, lid 1, onder a) en b), tenzij de transmissiesysteembeheerder en de partij die prognoses opstelt een later tijdstip zijn overeengekomen waarop de beheerder deze informatie kan doorgeven aan netgebruikers.
2. De methode voor de prognose van niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker is gebaseerd op een statistisch vraagmodel, waarbij voor iedere niet dagelijks gemeten onttrekking een capaciteitsprofiel wordt toegekend dat bestaat uit een formule van de schommelingen in de vraag naar gas afgezet tegen variabelen zoals de temperatuur, de dag van de week, het type klant en vakantieperiodes. Over de methode vindt voorafgaand aan de goedkeuring een raadpleging plaats.
3. De partij die prognoses opstelt, maakt ten minste om de twee jaar een verslag bekend over de nauwkeurigheid van de prognose van de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker.
4. In voorkomend geval verstrekken de transmissiesysteembeheerders de gegevens over gasstromen tijdig aan de partij die de prognose opstelt, zodat deze kan voldoen aan haar verplichtingen op grond van dit artikel.
5. De leden 2 tot en met 4 zijn mutatis mutandis van toepassing op variant 1.
HOOFDSTUK IX
LEIDINGBUFFERFLEXIBILITEITSDIENST
Artikel 43
Algemene bepalingen
1. Een transmissiesysteembeheerders kan een leidingbufferflexibiliteitsdienst aan netgebruikers verlenen nadat de betrokken voorwaarden zijn goedgekeurd door de bevoegde nationale regulerende instantie.
2. De voorwaarden voor een leidingbufferflexibiliteitsdienst moeten in overeenstemming zijn met de verantwoordelijkheid van een netgebruiker om zijn invoedingen en onttrekkingen gedurende de gasdag in balans te brengen.
3. De leidingbufferflexibiliteitsdienst is beperkt tot het niveau van de in het transmissienet beschikbare leidingbufferflexibiliteit die, volgens de beoordeling van de betrokken transmissiesysteembeheerder, als niet vereist voor de uitvoering van de doorgiftefunctie wordt beschouwd.
4. Gas dat in het kader van deze dienst door netgebruikers aan het transmissienet wordt geleverd en onttrokken, wordt meegenomen in de berekening van hun dagelijkse onbalanshoeveelheid.
5. Het neutraliteitsmechanisme van hoofdstuk VII is niet van toepassing op de leidingbufferflexibiliteitsdienst, tenzij anderszins besloten door de nationale regulerende instantie.
6. Netgebruikers stellen de betrokken transmissiesysteembeheerder in kennis van het gebruik van de leidingbufferflexibiliteitsdienst door nominaties en hernominaties in te dienen.
7. De transmissiesysteembeheerder mag ervan afzien van de netgebruikers te eisen dat zij de in lid 6 bedoelde nominaties en hernominaties indienen wanneer het ontbreken van een dergelijk bericht de ontwikkeling van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas niet ondermijnt en de transmissiesysteembeheerder over voldoende informatie beschikt om een nauwkeurige allocatie te verstrekken van het gebruik van een leidingbufferflexibiliteitsdienst op de volgende gasdag.
Artikel 44
Voorwaarden voor de verlening van een leidingbufferflexibiliteitsdienst
1. Een leidingbufferflexibiliteitsdienst kan alleen worden verleend als aan alle volgende criteria wordt voldaan:
a) |
de transmissiesysteembeheerder hoeft voor de verlening van een leidingbufferflexibiliteitsdienst geen overeenkomsten af te sluiten met andere aanbieders van infrastructuur, zoals opslagsysteembeheerder of een LNG-systeembeheerder; |
b) |
de inkomsten van de transmissiesysteembeheerder uit de verlening van een leidingbufferflexibiliteitsdienst dienen ten minste gelijk te zijn aan de kosten die zijn of moeten worden aangegaan voor het verlenen van deze dienst; |
c) |
de leidingbufferflexibiliteitsdienst wordt aangeboden op transparante en niet-discriminerende wijze en kan op basis van concurrerende mechanismen worden aangeboden; |
d) |
de transmissiesysteembeheerder brengt een netgebruiker noch direct, noch indirect, kosten in rekening die zijn aangegaan voor de verlening van een leidingbufferflexibiliteitsdienst, als deze netgebruiker hiertoe geen overeenkomst is aangegaan, en |
e) |
de verlening van een leidingbufferflexibiliteitsdienst heeft geen negatief effect op de grensoverschrijdende handel. |
2. De transmissiesysteembeheerder stelt de beperking van binnen-de-dag-verplichtingen boven de verlening van een leidingbufferflexibiliteitsdienst.
HOOFDSTUK X
VOORLOPIGE MAATREGELEN
Artikel 45
Voorlopige maatregelen: algemene bepalingen
1. Bij gebrek aan voldoende liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas leggen de transmissiesysteembeheerders gepaste voorlopige maatregelen ten uitvoer zoals bedoeld in de artikelen 47 tot en met 50. In het geval van voorlopige maatregelen wordt de liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas voor zover mogelijk bevorderd met balanceringsacties van de transmissiesysteembeheerder.
2. Het gebruik van een voorlopige maatregel laat de tenuitvoerlegging van andere voorlopige maatregelen als alternatief of aanvulling onverlet, mits deze maatregelen tot doel hebben de concurrentie op en de liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas te bevorderen en overeenstemmen met de algemene beginselen van deze verordening.
3. De voorlopige maatregelen, zoals bedoeld in de leden 1 en 2, worden overeenkomstig het in artikel 46, lid 1, bedoelde verslag opgesteld en uitgevoerd door elke transmissiesysteembeheerder en overeenkomstig de in artikel 46 vastgestelde procedure door de nationale regulerende instantie goedgekeurd.
4. Het verslag voorziet in de beëindiging van de voorlopige maatregelen, en wel uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 46
Voorlopige maatregelen: jaarlijks verslag
1. Wanneer de transmissiesysteembeheerder voornemens is voorlopige maatregelen ten uitvoer te (blijven) leggen, stelt hij een verslag op waarin het volgende wordt uiteengezet:
a) |
een beschrijving van de stand van de ontwikkeling en de huidige liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas ten tijde van de opstelling van het verslag, aan de hand van onder meer de volgende informatie, indien de transmissiesysteembeheerder hierover beschikt:
|
b) |
de uit te voeren voorlopige maatregelen; |
c) |
de redenen voor toepassing van de voorlopige maatregelen:
|
d) |
een overzicht van de stappen die worden genomen om de voorlopige maatregelen te vervangen, met inbegrip van de criteria voor het ondernemen van deze stappen en een beoordeling van de bijbehorende timing. |
2. De transmissiesysteembeheerder raadpleegt de partijen over het voorgestelde verslag.
3. Naar aanleiding van de raadpleging dient de transmissiesysteembeheerder het verslag ter goedkeuring in bij de nationale regulerende instantie. Het eerste verslag wordt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ingediend; de daaropvolgende verslagen, waarin het eerste indien nodig wordt bijgewerkt, worden jaarlijks ingediend.
4. De nationale regulerende instantie neemt binnen zes maanden na de ontvangst van het volledige verslag een gemotiveerd besluit en maakt dit bekend. Dat besluit wordt onverwijld aan het Agentschap en de Commissie bekendgemaakt. Bij het al dan niet goedkeuren van het verslag beoordeelt de nationale regulerende instantie de volgende aspecten: de gevolgen voor de harmonisering van de balanceringsregimes, de bevordering van marktintegratie en het waarborgen van non-discriminatie, effectieve concurrentie en het efficiënt functioneren van de gasmarkt.
5. De in artikel 27, lid 2, vastgestelde procedure is van toepassing.
Artikel 47
Balanceringsplatform
1. Wanneer de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas onvoldoende liquiditeit heeft of naar verwachting zal hebben, of wanneer door de transmissiesysteembeheerder benodigde, op tijd gebaseerde producten en locatiegebonden producten niet redelijkerwijs kunnen worden aangeschaft op deze markt, wordt een balanceringsplatform ingesteld voor balancering door de transmissiesysteembeheerder.
2. De transmissiesysteembeheerders overwegen of een gezamenlijk balanceringsplatform kan worden ingevoerd voor aangrenzende balanceringszones in het kader van samenwerking tussen de transmissiesysteembeheerders of bekijken waar voldoende interconnectiecapaciteit is en de invoering van een dergelijk gezamenlijk balanceringsplatform efficiënt wordt geacht. Indien een gezamenlijk balanceringsplatform wordt opgericht, wordt het beheerd door de betrokken transmissiesysteembeheerders.
3. Wanneer de in lid 1 beschreven situatie na vijf jaar niet wezenlijk is veranderd, kan de nationale regulerende instantie, onverminderd het bepaalde in artikel 45, lid 4, en na de nodige wijziging van het verslag te hebben ingediend, besluiten de exploitatie van het balanceringsplatform voor nog een periode van niet meer dan vijf jaar voort te zetten.
Artikel 48
Alternatief voor een balanceringsplatform
Wanneer de transmissiesysteembeheerder kan aantonen dat de liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas door onvoldoende interconnectiecapaciteit tussen balanceringszones niet met behulp van een balanceringsplatform kan worden verhoogd, en de transmissiesysteembeheerder met dit platform geen efficiënte balanceringsacties kan ondernemen, kan hij een alternatief gebruiken, zoals balanceringsdiensten, op voorwaarde dat de nationale regulerende instantie daarmee instemt. Wanneer een dergelijk alternatief wordt gebruikt, worden de voorwaarden van de vervolgens overeen te komen contractuele afspraken, de toepasselijke prijzen en de contractduur gespecificeerd.
Artikel 49
Voorlopige onbalansheffing
1. Wanneer voorlopige maatregelen zoals bedoeld in artikel 45 noodzakelijk blijken, kan de prijsafleiding worden berekend overeenkomstig de in artikel 46 bedoelde verslag, die in de plaats komt van de berekeningsmethode voor de dagelijkse onbalansheffing.
2. In dat geval mag de prijsafleiding worden gebaseerd op een gereguleerde prijs of een benaderingswaarde voor een marktprijs of een prijs die is afgeleid van transacties op een balanceringsplatform.
3. Er wordt naar gestreefd met de benaderingswaarde voor een marktprijs te voldoen aan de voorwaarden van artikel 22, lid 6. Bij de opstelling van deze benaderingswaarde wordt rekening gehouden met het mogelijke risico van marktmanipulatie.
Artikel 50
Tolerantie
1. Toleranties mogen alleen worden toegepast in gevallen waarin netgebruikers geen toegang hebben:
a) |
tot een kortetermijngroothandelsmarkt voor gas die voldoende liquiditeit heeft; |
b) |
tot gas waarmee kortetermijnschommelingen in de vraag naar of het aanbod van gas worden opgevangen, of |
c) |
tot voldoende informatie betreffende hun invoeding en onttrekking. |
2. Toleranties worden toegepast:
a) |
met betrekking tot de dagelijkse onbalanshoeveelheid van netgebruikers; |
b) |
op transparante en niet-discriminerende wijze; |
c) |
alleen voor zover noodzakelijk en voor de minimaal vereiste duur. |
3. Door de toepassing van toleranties kan de financiële blootstelling van een netgebruiker aan de marginale verkoopprijs of de marginale inkoopprijs voor een deel van of de gehele dagelijkse onbalanshoeveelheid van de netgebruiker voor de gasdag worden beperkt.
4. Het tolerantieniveau bedraagt de maximale hoeveelheid gas die door iedere netgebruiker wordt gekocht of verkocht tegen een gewogen gemiddelde prijs. Als er een resterende hoeveelheid gas is ter hoogte van de dagelijkse onbalanshoeveelheid van iedere netgebruiker en die het tolerantieniveau overschrijdt, wordt deze verkocht of gekocht tegen de marginale verkoopprijs of de marginale inkoopprijs.
5. De opzet van het tolerantieniveau:
a) |
vormt een afspiegeling van de flexibiliteit van het transmissienet en de behoeften van de netgebruiker; |
b) |
vormt een afspiegeling van het risiconiveau voor de netgebruiker bij het beheer van de balancering van zijn invoedingen en onttrekkingen; |
c) |
mag de ontwikkeling van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas niet ondermijnen; |
d) |
mag niet leiden tot een buitensporige verhoging van de kosten voor balanceringsacties van de transmissiesysteembeheerder. |
6. Het tolerantieniveau wordt berekend op basis van de invoedingen en onttrekkingen van iedere netgebruikers, exclusief transacties op het virtuele handelspunt, voor iedere gasdag. De subcategorieën worden gedefinieerd op grond van de toepasselijke nationale regelgeving.
7. Het toepasselijke tolerantieniveau voor niet dagelijks gemeten onttrekking zoals vastgesteld in de toepasselijke nationale regelgeving is gebaseerd op het verschil tussen de betrokken prognose van de niet dagelijks gemeten onttrekkingen van een netgebruiker en de allocatie voor niet dagelijks gemeten onttrekkingen.
8. Het tolerantieniveau kan een component bevatten die wordt berekend op basis van de toepassing van de afwijking van de prognose van de niet dagelijks gemeten onttrekking van een netgebruiker, die de hoeveelheid is waarmee de betrokken prognose:
a) |
hoger is dan de allocatie voor niet dagelijks gemeten onttrekking wanneer de dagelijkse onbalanshoeveelheid positief is; |
b) |
lager is dan de allocatie voor niet dagelijks gemeten onttrekking wanneer de dagelijkse onbalanshoeveelheid negatief is. |
HOOFDSTUK XI
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 51
Vrijgave van een flexibiliteitsoverschot van de transmissiesysteembeheerder
1. Wanneer langetermijncontracten voor de aanschaf van flexibiliteit die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening van kracht zijn, de transmissiesysteembeheerder het recht verlenen op onttrekking of invoeding van specifieke gasvolumes, streeft de beheerder ernaar om deze flexibiliteitshoeveelheden in te perken.
2. Bij het bepalen van het flexibiliteitsoverschot dat krachtens een geldend langetermijncontract beschikbaar is voor invoeding of onttrekking, houdt de transmissiesysteembeheerder rekening met het gebruik van de gestandaardiseerde kortetermijnproducten.
3. Het flexibiliteitsoverschot mag worden vrijgegeven:
a) |
onder de voorwaarden van de bestaande overeenkomst indien deze bepalingen bevat op grond waarvan de vastgelegde hoeveelheid gas kan worden beperkt en/of de bestaande overeenkomst kan worden beëindigd, of |
b) |
als volgt, bij gebrek aan dergelijke contractuele rechten:
|
4. Voor zover de geldende overeenkomst de gelegenheid biedt voor beperking van de flexibiliteit met hoeveelheden die overeenkomen met de beschikbaarheid van het overschot, beperkt de transmissiesysteembeheerder deze flexibiliteit zodra dit redelijkerwijs mogelijk is na de inwerkingtreding van deze verordening of zodra het bestaan van het overschot kan worden vastgesteld.
5. De transmissiesysteembeheerders raadplegen de partijen over specifieke voorstellen die als voorlopige maatregelen ten uitvoer moeten worden gelegd voor de vrijgave van een flexibiliteitsoverschot krachtens een dan geldend langetermijncontract.
6. De transmissiesysteembeheerder maakt informatie over de door hem ondernomen balanceringsacties op grond van het dan geldende langetermijncontract bekend.
7. De nationale regulerende instantie kan doelstellingen vaststellen voor de mate waarin de langetermijncontracten moeten worden beperkt om de liquiditeit van de kortetermijngroothandelsmarkt voor gas te verhogen.
Artikel 52
Overgangsbepalingen
1. De nationale regulerende instantie kan de transmissiesysteembeheerder op basis van een gemotiveerd verzoek toestaan om deze verordening binnen een termijn van vierentwintig maanden na 1 oktober 2014 na te leven, mits door de transmissiesysteembeheerder geen voorlopige maatregel als bedoeld in hoofdstuk X ten uitvoer wordt gelegd. Wanneer de nationale regulerende autoriteit van deze mogelijkheid gebruik maakt, is deze verordening niet van toepassing in de balanceringszone van die transmissiesysteembeheerder voor de onderwerpen en voor de duur van de in het besluit van de nationale regulerende autoriteit vastgestelde overgangsperiode.
2. De nationale regulerende instantie neemt binnen drie maanden na de ontvangst van een dergelijk verzoek overeenkomstig lid 1 een gemotiveerd besluit en maakt dit bekend. Dat besluit wordt onverwijld aan het Agentschap en de Commissie bekendgemaakt.
Artikel 53
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Onverminderd artikel 28, artikel 33, lid 5, artikel 38, lid 1, artikel 45, lid 4, artikel 46, lid 3, artikel 51 en artikel 52 is deze verordening van toepassing met ingang van 1 oktober 2015.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 maart 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36.
(2) Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).
(3) Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57).
(4) Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).
(5) PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1.
(6) PB L 273 van 15.10.2013, blz. 5.
(7) PB L 273 van 15.10.2013, blz. 5.