This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0737
2014/737/EU: Council Decision of 9 October 2014 on the position to be adopted on behalf of the European Union within the Stabilisation and Association Council established by the Stabilisation and Association Agreement between the European Communities and their Member States, of the one part, and the Republic of Albania, of the other part, as regards the replacement of Protocol 4 to that Agreement, concerning the definition of the concept of ‘originating products’ and methods of administrative cooperation, by a new protocol which, as regards the rules of origin, refers to the Regional Convention on pan-Euro-Mediterranean preferential rules of origin
2014/737/EU: Besluit van de Raad van 9 oktober 2014 over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en associatieraad die is opgericht bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, inzake de vervanging van Protocol 4 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
2014/737/EU: Besluit van de Raad van 9 oktober 2014 over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en associatieraad die is opgericht bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, inzake de vervanging van Protocol 4 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
PB L 305 van 24/10/2014, p. 109–114
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
24.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 305/109 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 9 oktober 2014
over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en associatieraad die is opgericht bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, inzake de vervanging van Protocol 4 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
(2014/737/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Protocol 4 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds (1), („de overeenkomst”), heeft betrekking op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking („Protocol 4”). |
(2) |
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen bij de conventie worden verhandeld. Albanië en andere deelnemers uit de Westelijke Balkan aan het stabilisatie- en associatieproces zijn in de door de Europese Raad in juni 2003 vastgestelde „agenda van Thessaloniki” uitgenodigd om deel te nemen aan het pan-Europese systeem van diagonale cumulatie van oorsprong. Zij zijn bij besluit van de Euro-mediterrane ministeriële conferentie van oktober 2007 uitgenodigd om partij te worden bij de conventie. |
(3) |
De Unie en Albanië hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 27 juni 2011 ondertekend. |
(4) |
De Unie en Albanië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 5 maart 2012 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Als gevolg daarvan is de conventie op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie, zowel voor de Unie als voor Albanië op 1 mei 2012 in werking getreden. |
(5) |
In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij bij de conventie de nodige maatregelen moet nemen om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient de bij de overeenkomst opgerichte Stabilisatie- en associatieraad een besluit vast te stellen om Protocol 4 te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen. |
(6) |
Het standpunt van de Unie in de Stabilisatie- en associatieraad moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en associatieraad die is opgericht bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, inzake de vervanging van Protocol 4 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen, moet worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Stabilisatie- en associatieraad.
2. Minder belangrijke wijzigingen van het ontwerpbesluit van de Stabilisatie- en associatieraad kunnen door de vertegenwoordigers van de Unie in de Stabilisatie- en associatieraad worden goedgekeurd zonder dat daarvoor een nieuw besluit van de Raad vereist is.
Artikel 2
Het besluit van de Stabilisatie- en associatieraad wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 9 oktober 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
A. ALFANO
(1) PB L 107 van 28.4.2009, blz. 166.
(2) PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.
ONTWERP
BESLUIT Nr. … VAN DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-ALBANIË
van
tot vervanging van Protocol 4 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-ALBANIË,
Gezien de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, die is ondertekend te Luxemburg op 12 juni 2006 (1), en met name artikel 41,
Gezien Protocol 4 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 41 van Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, („de overeenkomst”) wordt verwezen naar Protocol 4 bij de overeenkomst („Protocol 4”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in de cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Albanië, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie. |
(2) |
Krachtens artikel 38 van Protocol 4 kan de bij artikel 116 van de overeenkomst opgerichte Stabilisatie- en associatieraad besluiten de bepalingen van Protocol 4 te wijzigen. |
(3) |
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane oorsprongsregels (2) („de conventie”) is opgesteld om de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied door één rechtshandeling te vervangen. Albanië en andere deelnemers uit de Westelijke Balkan aan het stabilisatie- en associatieproces zijn in de door de Europese Raad in juni 2003 vastgestelde „agenda van Thessaloniki” uitgenodigd om deel te nemen aan het pan-Europese systeem van diagonale cumulatie van oorsprong. Zij zijn bij besluit van de Euro-mediterrane ministeriële conferentie van oktober 2007 uitgenodigd om partij te worden bij de conventie. |
(4) |
De Europese Unie en Albanië hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 27 juni 2011 ondertekend. |
(5) |
De Europese Unie en Albanië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 5 maart 2012 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Vervolgens is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie, de conventie zowel voor de Europese Unie als voor Albanië op 1 mei 2012 in werking getreden. |
(6) |
Indien de overgang naar de conventie niet gelijktijdig is voor alle partijen bij de conventie binnen de cumulatiezone, mag dit niet leiden tot een minder gunstige situatie dan de eerdere situatie op grond van Protocol 4. |
(7) |
Protocol 4 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Protocol 4 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing met ingang van …
Gedaan te …,
Voor de Stabilisatie- en associatieraad EU-Albanië
De voorzitter
(1) PB L 107 van 28.4.2009, blz. 166.
(2) PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.
BIJLAGE
Protocol 4
betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
Artikel 1
Toepasselijke regels van oorsprong
1. Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) („de conventie”), van toepassing.
2. Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.
Artikel 2
Geschillenregeling
1. Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I van de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die die controle moet uitvoeren, wordt het aan de Stabilisatie- en associatieraad voorgelegd.
2. In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.
Artikel 3
Wijzigingen van het protocol
De Stabilisatie- en associatieraad kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.
Artikel 4
Opzegging van de conventie
1. Indien ofwel de Europese Unie ofwel Albanië de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie, te willen opzeggen, onderhandelen de Europese Unie en Albanië onmiddellijk over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.
2. Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven op deze overeenkomst de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie van toepassing. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie echter zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en Albanië toestaan.
Artikel 5
Overgangsbepalingen — cumulatie
1. Niettegenstaande artikel 3 van aanhangsel I van de conventie blijven de in de artikelen 3 en 4 van dit protocol, gewijzigd bij het Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (2), van toepassing tussen de Europese Unie en Albanië tot de conventie met betrekking tot alle in de artikelen 3 en 4 van dit protocol genoemde overeenkomstsluitende partijen in werking is getreden.
2. Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I van de conventie, mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de Europese Unie, Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn betrokken.