Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0741

Verordening (EU, Euratom) nr. 741/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 augustus 2012 houdende wijziging van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie en van bijlage I daarbij

PB L 228 van 23/08/2012, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 47 van 24/02/2016, p. 20–22 (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/741/oj

23.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 228/1


VERORDENING (EU, EURATOM) Nr. 741/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 augustus 2012

houdende wijziging van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie en van bijlage I daarbij

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 257, eerste en tweede alinea, en artikel 281, tweede alinea,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, lid 1,

Gezien het verzoek van het Hof van Justitie,

Gezien het advies van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Teneinde de betrokkenheid van alle rechters in de beslissingen van de grote kamer van het Hof van Justitie te vergroten, dient het aantal rechters dat van deze formatie deel kan uitmaken, te worden uitgebreid en dient de automatische betrokkenheid van al de presidenten van de kamers van vijf rechters te worden afgeschaft.

(2)

De quorums van de grote kamer en de voltallige zitting moeten dienovereenkomstig worden aangepast.

(3)

De verzwaring van de taken die aan de president van het Hof van Justitie en de president van het Gerecht toekomen, noopt tot de instelling bij elk van deze gerechten van het ambt van vicepresident, die tot taak heeft de president in de uitoefening van zijn taken bij te staan.

(4)

Ten gevolge van de geleidelijke uitbreiding van zijn bevoegdheden sinds de instelling ervan, wordt het Gerecht in een steeds groter aantal zaken aangezocht.

(5)

Het aantal zaken dat bij het Gerecht aanhangig wordt gemaakt, is groter dan het aantal zaken dat deze jaarlijks berecht, met als gevolg dat het aantal bij het Gerecht aanhangige zaken aanzienlijk is toegenomen en de duur van de procedures langer is geworden.

(6)

Er is een blijvende noodzaak om de vertragingen als gevolg van de zware werklast van het Gerecht aan te pakken, en het is dan ook passend ervoor te ijveren dat maatregelen worden doorgevoerd voordat de leden van het Gerecht gedeeltelijk worden vervangen in 2013.

(7)

Gelet op de gedeeltelijke vervanging van de leden van het Hof van Justitie op 7 oktober 2012 en in overeenstemming met de brief van de president van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 mei 2012, dienen in eerste instantie alleen de wijzigingen van het statuut betreffende de organisatie van het Hof van Justitie en het Gerecht te worden vastgesteld. Beoordeling van het deel van het door het Hof van Justitie gedane verzoek dat betrekking heeft op de samenstelling van het Gerecht zal op een later tijdstip plaatsvinden.

(8)

Gezien de spoed waarmee een oplossing voor de goede werking ervan moet worden gevonden, moeten de wijzigingen betreffende het Gerecht voor ambtenarenzaken tegelijk met de wijzigingen betreffende het Hof van Justitie worden vastgesteld.

(9)

Om ervoor te zorgen dat de gespecialiseerde rechtbanken op bevredigende wijze kunnen blijven functioneren bij afwezigheid van een rechter die, zonder zich in een toestand van invaliditeit te bevinden, die als volledig wordt beschouwd, langdurig niet aan de berechting van zaken kan deelnemen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om aan deze recht-banken rechter-plaatsvervangers toe te voegen.

(10)

Het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie en bijlage I daarbij dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 9 bis

De rechters wijzen uit hun midden, voor drie jaar, de president en de vicepresident van het Hof van Justitie aan. Deze zijn herbenoembaar.

De vicepresident staat de president van het Hof bij overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering. Hij vervangt de president ingeval deze verhinderd is of het presidentschap vacant is.”.

2)

In artikel 16 wordt de tweede alinea vervangen door:

„De grote kamer bestaat uit vijftien rechters. Zij wordt voorgezeten door de president van het Hof. Voorts maken van de grote kamer deel uit de vicepresident van het Hof en, overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering, drie van de presidenten van de kamers van vijf rechters en andere rechters.”.

3)

In artikel 17 worden de derde en de vierde alinea vervangen door:

„De beslissingen van de grote kamer zijn geldig wanneer elf rechters tegenwoordig zijn.

De in voltallige zitting genomen beslissingen van het Hof zijn geldig wanneer zeventien rechters tegenwoordig zijn.”.

4)

In artikel 20 wordt de vierde alinea vervangen door:

„De mondelinge behandeling omvat het horen door het Hof van de gemachtigden, raads-lieden en advocaten, en van de advocaat-generaal in zijn conclusie, benevens, zo nodig, het horen van getuigen en deskundigen.”.

5)

In artikel 39 wordt de tweede alinea vervangen door de volgende twee alinea's:

„De in de eerste alinea bedoelde bevoegdheden kunnen door de vicepresident van het Hof van Justitie worden uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering.

Bij verhindering van de president en de vicepresident worden deze vervangen door een andere rechter overeenkomstig de bepalingen van het reglement voor de procesvoering.”.

6)

In artikel 47 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Artikel 9, eerste alinea, artikel 9 bis, de artikelen 14 en 15, artikel 17, eerste, tweede, vierde en vijfde alinea, en artikel 18 zijn van overeenkomstige toepassing op het Gerecht en de leden ervan.”.

7)

Aan artikel 62 quater wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Het Europees Parlement en de Raad kunnen, handelend overeenkomstig artikel 257 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aan de gespecialiseerde recht-banken rechter-plaatsvervangers toevoegen om bij afwezigheid rechters te vervangen die, zonder zich in een toestand van volledige invaliditeit die als volledig wordt beschouwd, te bevinden, langdurig niet aan de berechting van zaken kunnen deelnemen. In dat geval stellen het Europees Parlement en de Raad de voorwaarden waaronder de rechter-plaats-vervangers worden benoemd, de rechten en plichten van deze rechters, nadere regels met betrekking tot het uitoefenen van hun ambt en de omstandigheden die de ambtsuitoefening van deze rechters beëindigen, vast.”.

Artikel 2

In artikel 2 van bijlage I bij het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt de huidige tekst lid 1 en wordt het volgende lid toegevoegd:

„2.   Aan de in lid 1, eerste alinea, bedoelde rechters worden rechter-plaatsvervangers toege-voegd om bij afwezigheid rechters te vervangen, die, zonder zich in een toestand van invaliditeit die als volledig wordt beschouwd, te bevinden, langdurig niet aan de berechting van zaken kunnen deelnemen.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na die van de bekend-making ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Punten 1, 2, 3, 5 en 6 van artikel 1 zijn van toepassing vanaf de eerstvolgende gedeeltelijke vervanging van de rechters als bedoeld in de eerste alinea van artikel 9 van het Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 augustus 2012.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 5 juli 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 24 juli 2012.


Top