EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0202

2011/202/EU: Besluit van de Raad van 28 februari 2011 inzake de sluiting van een vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Congo inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout en houtproducten in de Europese Unie (FLEGT)

PB L 92 van 06/04/2011, p. 126–126 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/202/oj

Related international agreement

6.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 92/126


BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 februari 2011

inzake de sluiting van een vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Congo inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout en houtproducten in de Europese Unie (FLEGT)

(2011/202/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 3, eerste alinea, en lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v) en lid 7,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In mei 2003 heeft de Commissie een EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) gepresenteerd, waarin werd opgeroepen tot maatregelen ter bestrijding van illegale houtkap door middel van vrijwillige partnerschapsovereenkomsten met houtproducerende landen. In oktober 2003 zijn de conclusies van de Raad over het actieplan goedgekeurd (1) en in juli 2005 heeft het Parlement een resolutie goedgekeurd (2).

(2)

Overeenkomstig Besluit 2010/615/EU van de Raad (3) is de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Republiek Congo en de Europese Unie inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout en houtproducten in de Unie („de overeenkomst”) ondertekend door de Commissie op 17 mei 2010, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(3)

De overeenkomst dient te worden gesloten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Congo inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout en houtproducten in de Europese Unie („de overeenkomst”) wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om namens de Unie de in artikel 28 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten, teneinde de Unie te binden.

Artikel 3

In het bij artikel 19 van de overeenkomst ingestelde gezamenlijk comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst wordt de Unie vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van de Commissie.

De lidstaten kunnen als leden van de delegatie van de Unie deelnemen aan de vergaderingen van het gezamenlijk comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

Artikel 4

Voor de toepassing van artikel 26 van de overeenkomst wordt de Commissie gemachtigd volgens de procedure van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2173/2005van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (4) wijzigingen van de bijlagen bij de overeenkomst goed te keuren.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag dat het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

FELLEGI T.


(1)  PB C 268 van 7.11.2003, blz. 1.

(2)  PB C 157 E van 6.7.2006, blz. 482.

(3)  PB L 271 van 15.10.2010, blz. 1.

(4)  PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1.


Top

6.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 92/127


VRIJWILLIGE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek Congo inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout en houtproducten in de Europese Unie (FLEGT)

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” genoemd,

en

DE REPUBLIEK CONGO, hierna „Congo” genoemd,

hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,

OVERWEGENDE dat de Unie en Congo nauw samenwerken, met name in het kader van de partnerschapsovereenkomst tussen de landen van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, die op 23 juni 2000 in Cotonou is ondertekend (1) en op 25 juni 2005 in Luxemburg herzien (hierna „de Overeenkomst van Cotonou” genoemd);

KENNIS NEMEND van de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) (2), als eerste stap in de aanpak van het grote probleem van de illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel;

VERWIJZEND naar de ministeriële verklaring van Yaoundé van 16 oktober 2003 inzake wetshandhaving en governance in de bosbouw in Afrika;

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen inzake duurzaam bosbeheer zoals vastgelegd in het in juni 1992 in Rio de Janeiro ondertekende verdrag inzake biologische diversiteit en in de Verklaring van Rio de Janeiro van 1992, en met name beginsel 10 inzake het belang van publieke bewustwording van en inspraak in milieuvraagstukken en beginsel 22 inzake de cruciale rol van inheemse bevolkingsgroepen en gemeenschappen en andere lokale organisaties in milieubeheer en ontwikkeling, en in de verklaring van de Verenigde Naties over de rechten van inheemse volken van 13 september 2007;

GEZIEN de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites), en met name de eis dat partijen bij Cites voor de in de bijlagen I, II of III vermelde soorten alleen onder bepaalde voorwaarden een uitvoervergunning mogen afgeven, en met name dat bij de verwerving van deze soorten de flora- en faunabeschermingswetten van de betreffende staat niet zijn geschonden;

GEZIEN het belang dat de partijen hechten aan de op internationaal vlak overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen en aan de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling van de Verenigde Naties;

GEZIEN het belang dat de partijen hechten aan de beginselen en regels van het multilaterale handelssysteem, en met name aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de GATT 1994 en de andere multilaterale overeenkomsten tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en aan de noodzaak deze op transparante en niet-discriminerende wijze toe te passen;

GEZIEN Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (3);

OVERWEGENDE dat het Congolese systeem ter controle van de wettigheid van hout en houtproducten van toepassing is voor alle uitvoer, niet alleen de uitvoer naar de Unie;

GEZIEN de bereidheid van Congo om te streven naar duurzaam bosbeheer overeenkomstig de internationale overeenkomsten en verdragen, met name het verdrag van 5 februari 2005 inzake het behoud en duurzaam beheer van de bosecosystemen, waarbij de Midden-Afrikaanse Boscommissie is opgericht, de grondwettelijke bepalingen van 20 januari 2002 en Wet nr. 16-2000 van 20 november 2000 inzake de bosbouw,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Doel

Overeenkomstig de gezamenlijke verbintenis van de partijen tot duurzaam beheer van alle soorten bossen wordt met deze overeenkomst beoogd een juridisch kader te bieden om ervoor te zorgen dat alle onder deze overeenkomst vallende hout en houtproducten die uit Congo in de Unie worden ingevoerd op legale wijze zijn geproduceerd, en daardoor de handel in hout en houtproducten te stimuleren.

Daarnaast vormt deze overeenkomst de basis voor dialoog en samenwerking tussen de partijen om volledige tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te vergemakkelijken en te bevorderen en de wetshandhaving en governance in de bosbouw te verbeteren.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   „invoer in de Unie”: het in de Unie in het vrije verkeer brengen van hout en houtproducten als bedoeld in artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4), en die niet kunnen worden beschouwd als „goederen waaraan elk handelskarakter vreemd is” zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 6, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2193/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5);

b)   „uitvoer”: het feit dat hout of een houtproduct het grondgebied van Congo verlaat dan wel daaruit wordt verzonden, met uitzondering van hout en houtproducten die onder controle van de Congolese douane worden doorgevoerd over het Congolese grondgebied;

c)   „hout en houtproducten”: alle producten van de lijst in bijlage I;

d)   „GS-nomenclatuur”: code van zes cijfers volgens het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen, zoals vastgesteld bij het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codificering van goederen van de Werelddouaneorganisatie;

e)   „FLEGT-vergunning”: een vergunning voor een lading legaal geproduceerd(e) hout(producten);

f)   „vergunningverlenende autoriteit”: de autoriteit die bevoegd is om FLEGT-vergunningen af te geven en geldig te verklaren;

g)   „bevoegde autoriteiten”: de autoriteiten die door de lidstaten van de Unie worden aangewezen om FLEGT-vergunningen te ontvangen, te aanvaarden en te controleren;

h)   „lading”: een hoeveelheid hout en houtproducten die is gedekt door een FLEGT-vergunning en die door een expediteur is verzonden en bij een douanekantoor wordt aangeboden voor toelating tot het vrije verkeer in de Unie;

i)   „legaal geproduceerd hout”: wordt als legaal hout beschouwd, het hout dat verworven, geproduceerd en verhandeld is overeenkomstig alle geldende Congolese wet- en regelgeving die van toepassing is op het beheer en de exploitatie van bossen, zoals beschreven in bijlage II.

Artikel 3

FLEGT-vergunningensysteem

1.   Tussen de partijen wordt een vergunningensysteem ingesteld in het kader van wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (hierna „FLEGT-vergunningensysteem” genoemd). Dit omvat een pakket procedures en vereisten waarmee door middel van FLEGT-vergunningen wordt gecontroleerd en verklaard dat naar de Unie verzonden hout en houtproducten legaal zijn geproduceerd. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 aanvaardt de Unie dergelijke ladingen uit Congo alleen als zij gedekt zijn door een FLEGT-vergunning.

2.   Het FLEGT-vergunningensysteem geldt voor het hout en de houtproducten van bijlage I.

Artikel 4

Vergunningverlenende autoriteit

1.   Congo wijst een vergunningverlenende autoriteit aan en deelt de contactgegevens van die vergunningverlenende autoriteit mee aan de Commissie. Beide partijen maken deze informatie toegankelijk voor het publiek.

2.   De vergunningverlenende autoriteit controleert of het hout en de houtproducten legaal zijn geproduceerd volgens de in bijlage II vermelde wetgeving. De vergunningverlenende autoriteit geeft volgens de in bijlage III vastgestelde voorwaarden een FLEGT-vergunning af voor een lading hout of houtproducten die legaal zijn geproduceerd, verworven of ingevoerd in Congo en die wordt uitgevoerd naar de Unie en verstrekt in voorkomend geval de noodzakelijke documenten voor hout en houtproducten die onder controle van de Congolese douane worden doorgevoerd over het Congolese grondgebied.

3.   De vergunningverlenende autoriteit geeft geen FLEGT-vergunning af voor hout en houtproducten die volledig of gedeeltelijk bestaan uit hout of houtproducten die uit een derde land in Congo zijn ingevoerd, tenzij wordt aangetoond dat het(de) volgens de voorwaarden van bijlage III ingevoerde hout(houtproducten) is(zijn) geproduceerd en uitgevoerd volgens de wetgeving van het betrokken derde land.

4.   De vergunningverlenende autoriteit bewaart de gegevens met betrekking tot de afgifte van FLEGT-vergunningen en maakt deze openbaar toegankelijk. De vergunningverlenende autoriteit bewaart ook de gegevens van alle ladingen waarvoor een FLEGT-vergunning is afgegeven, en met inachtneming van de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming stelt zij deze ter beschikking van onafhankelijke controle-instanties, waarbij de vertrouwelijkheid van informatie die verband houdt met de industriële eigendomsrechten van de exporteur in acht wordt genomen.

Artikel 5

Bevoegde autoriteiten van de Unie

1.   De Commissie deelt aan Congo de contactgegevens mee van de door de lidstaten van de Unie aangewezen bevoegde autoriteiten.

2.   De bevoegde autoriteiten controleren of een lading wordt gedekt door een geldige FLEGT-vergunning voordat deze wordt toegelaten tot het vrije verkeer in de Unie. Als er twijfel bestaat over de geldigheid van de FLEGT-vergunning kan de toelating worden geschorst en kan de lading worden vastgehouden. De procedures voor toelating tot het vrije verkeer in de Unie voor ladingen met een FLEGT-vergunning worden beschreven in bijlage IV.

3.   De bevoegde autoriteiten bewaren alle ontvangen FLEGT-vergunningen en publiceren hier jaarlijks een overzicht van.

4.   Met inachtneming van de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming geven de bevoegde autoriteiten de door Congo als onafhankelijke auditor aangewezen personen of organen toegang tot de relevante documenten en gegevens.

5.   De bevoegde autoriteiten van de Unie voeren de in lid 2 van dit artikel beschreven procedure niet uit voor ladingen hout en houtproducten die afkomstig zijn van de soorten die worden genoemd in de bijlagen bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites), aangezien deze moeten worden gecontroleerd zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (6). Met het FLEGT-vergunningensysteem kan dan wel zekerheid worden verkregen over de vraag of het hout legaal gekapt is.

Artikel 6

FLEGT-vergunningen

1.   De vergunningverlenende autoriteit geeft een FLEGT-vergunning af als bewijs dat het hout of de houtproducten legaal geproduceerd zijn.

2.   De FLEGT-vergunning wordt opgesteld en ingevuld in het Frans.

3.   De partijen kunnen overeenkomen een elektronisch systeem op te zetten voor de afgifte, het doorsturen en de ontvangst van FLEGT-vergunningen.

4.   De procedure voor de afgifte van een FLEGT-vergunning en de technische specificaties worden beschreven in bijlage V.

Artikel 7

Wettigheidstabellen

Met het oog op de toepassing van dit akkoord, bestaat bijlage II uit een documentatie die wettigheidstabellen alle criteria en indicatoren die als bewijs dienen dat aan de wetgeving is voldaan, bevat en die „wettigheidstabellen” wordt genoemd.

Artikel 8

Controle van legaal geproduceerd hout

1.   Congo zet een systeem op om te controleren dat het te verzenden hout en de te verzenden houtproducten legaal zijn geproduceerd en dat alleen gecontroleerde ladingen naar de Unie worden uitgevoerd. Met dit controlesysteem moet worden nagegaan of aan de wetgeving is voldaan, zodat de zekerheid wordt verkregen dat het hout of de houtproducten die bestemd zijn voor uitvoer naar de Unie legaal geproduceerd zijn en er geen FLEGT-vergunning wordt afgegeven voor een lading hout of houtproducten die niet legaal is geproduceerd of waarvan de oorsprong onbekend is. Het systeem omvat ook procedures om te voorkomen dat illegaal hout of hout van onbekende oorsprong in de toeleveringsketen terecht komt.

2.   Het systeem waarmee wordt gecontroleerd of ladingen hout en houtproducten legaal zijn geproduceerd, wordt beschreven in bijlage III.

Artikel 9

Toepassing van het systeem ter controle van de wettigheid van hout en houtproducten uit Congo

Congo gebruikt het systeem ter controle van de wettigheid voor alle hout en houtproducten, ongeacht voor welke markt ze bestemd zijn.

Artikel 10

Overleg over de geldigheid van een vergunning

1.   Als er twijfel rijst over de geldigheid van een vergunning, kan de betrokken bevoegde autoriteit de vergunningverlenende autoriteit om aanvullende informatie vragen. Als binnen 21 kalenderdagen geen antwoord is ontvangen, handelt de bevoegde autoriteit overeenkomstig de geldende nationale wetgeving en wordt de vergunning niet aanvaard. Als uit de aanvullende informatie blijkt dat de gegevens op de vergunning niet overeenstemmen met de lading, handelt de bevoegde autoriteit overeenkomstig de geldende nationale wetgeving en wordt de vergunning niet aanvaard.

2.   Wanneer er herhaaldelijk meningsverschillen of problemen ontstaan bij het overleg over FLEGT-vergunningen, kan de zaak worden verwezen naar het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

Artikel 11

Onafhankelijke auditor

1.   De partijen spreken af op gezette tijden een onafhankelijke auditor in te schakelen om de resultaten en de doeltreffendheid van het FLEGT-vergunningensysteem te evalueren zoals beschreven in bijlage VI.

2.   De onafhankelijke auditor deelt zijn bevindingen in verslagen mee aan de partijen volgens de in bijlage VI beschreven procedure.

3.   De partijen helpen de onafhankelijke auditor door ervoor te zorgen dat deze op het respectievelijke grondgebied van beide partijen toegang heeft tot de noodzakelijke informatie. Een partij kan echter gegevens achterhouden die overeenkomstig de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming niet mogen worden meegedeeld.

Artikel 12

Onregelmatigheden

De partijen stellen elkaar op de hoogte wanneer zij vermoeden of weten dat het FLEGT-vergunningensysteem wordt omzeild of dat er sprake is van onregelmatigheden, onder meer in geval van:

a)

omzeiling van de handelsbetrekkingen, bijvoorbeeld door de handel van Congo naar de Unie om te leiden via een derde land, wanneer het waarschijnlijk is dat dit gebeurt om het vergunningensysteem te omzeilen;

b)

afgifte van FLEGT-vergunningen voor ladingen die hout of houtproducten omvatten uit verdachte bronnen uit derde landen, of

c)

fraude bij de verkrijging of het gebruik van een FLEGT-vergunning.

Artikel 13

Inwerkingtreding van het FLEGT-vergunningensysteem

1.   De partijen stellen elkaar via het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst op de hoogte wanneer zij van mening zijn dat ze de noodzakelijke voorbereidingen hebben getroffen zodat het FLEGT-vergunningensysteem volledig operationeel kan worden.

2.   De partijen laten via het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst een onafhankelijke evaluatie van het FLEGT-vergunningensysteem uitvoeren aan de hand van de criteria van bijlage VII. In deze evaluatie moet worden nagegaan of het in bijlage III beschreven systeem ter controle van de wettigheid, dat ten grondslag ligt aan het FLEGT-vergunningensysteem, adequaat functioneert en of de EU-systemen voor het ontvangen, aanvaarden en controleren van FLEGT-vergunningen, zoals beschreven in artikel 5 en bijlage IV, daadwerkelijk operationeel zijn.

3.   Op grond van de aanbevelingen van het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst besluiten de partijen op welke datum het FLEGT-vergunningensysteem volledig operationeel zal worden.

Artikel 14

Tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst

1.   De partijen keuren het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van bijlage VIII goed.

2.   De partijen beoordelen via het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst de vorderingen met betrekking tot de uitvoering van het tijdschema van bijlage VIII.

Artikel 15

Overige relevante maatregelen

1.   De partijen komen overeen de volgende maatregelen te treffen, die worden uitgewerkt in bijlage IX van deze overeenkomst:

a)

versterking van de capaciteit van de algemene bosbouwinspectie;

b)

versterking van de capaciteit van het maatschappelijk middenveld;

c)

completering van de wet- en regelgeving;

d)

uitvoering van een communicatieplan;

e)

oprichting van een technisch secretariaat aan Congolese zijde om toezicht te houden op de overeenkomst.

2.   Volgens de partijen moeten ten behoeve van de domeinen van bijlage IX extra technische en financiële middelen worden toegewezen om deze overeenkomst uit te voeren.

3.   Voor deze middelen gelden de gebruikelijke procedures die van toepassing zijn op de programmering van de steun aan Congo van de Unie en de lidstaten en de eigen begrotingsprocedures van Congo.

4.   De partijen overwegen een gemeenschappelijke regeling om de financiering en de technische bijdragen van de Commissie en de lidstaten van de Unie op elkaar af te stemmen ter ondersteuning van deze processen.

5.   Congo zorgt ervoor dat in de nationale planningsinstrumenten, zoals de armoedebestrijdingsstrategieën, wordt voorzien in meer capaciteit voor de uitvoering van deze overeenkomst.

6.   De partijen zien erop toe dat de in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde activiteiten worden afgestemd op de bestaande en toekomstige ontwikkelingsprogramma’s en -initiatieven.

7.   Voor deze middelen gelden de procedures die van toepassing zijn op de steun van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Cotonou en op de bilaterale steun van de lidstaten van de Unie aan Congo.

Artikel 16

Participatie van de belanghebbenden in de tenuitvoerlegging van de overeenkomst

1.   Congo betrekt de belanghebbenden bij de uitvoering van de overeenkomst conform de internationale en subregionale verbintenissen die het land is aangegaan, zoals het verdrag inzake biologische diversiteit van juni 1992 en het verdrag van 5 februari 2005 inzake het behoud en duurzaam beheer van de bosecosystemen, waarbij de Midden-Afrikaanse Boscommissie is opgericht.

2.   De Unie overlegt regelmatig met de belanghebbenden betreffende de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en houdt daarbij rekening met haar verplichtingen in het kader van het Verdrag van Aarhus van 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak van het publiek bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden.

Artikel 17

Sociale waarborgen

1.   Om eventuele negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken, komen de partijen overeen meer kennis te verzamelen over de levenswijze van de inheemse en lokale gemeenschappen die mogelijk worden getroffen, inclusief degenen die betrokken zijn bij illegaal kappen.

2.   De partijen houden toezicht op de gevolgen die deze overeenkomst heeft op deze gemeenschappen en treffen redelijke maatregelen om eventuele negatieve gevolgen te verzachten. De partijen kunnen afspraken maken over aanvullende maatregelen om negatieve gevolgen aan te pakken.

Artikel 18

Marktprikkels

Rekening houdend met haar internationale verplichtingen streeft de Unie naar bevordering van gunstige markttoegang voor het hout en de houtproducten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, onder meer door:

a)

de overheid en de particuliere sector aan te moedigen om er bij hun aankopen op te letten dat de oorsprong van bosproducten, met name hout en houtproducten, legaal is, en

b)

producten met een FLEGT-vergunning op de Europese houtmarkt te promoten.

Artikel 19

Gezamenlijk comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst

1.   De partijen zetten een gezamenlijk comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst op om het toezicht op en de evaluatie van deze overeenkomst te vergemakkelijken. Het comité bevordert ook de dialoog en uitwisseling van informatie tussen de partijen.

2.   Elke partij benoemt vertegenwoordigers in het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Het comité besluit bij consensus.

3.   Het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst:

a)

komt ten minste twee keer per jaar samen, op door de partijen te bepalen data en plaatsen;

b)

stelt de agenda voor zijn werkzaamheden en het mandaat voor gezamenlijk optreden op;

c)

stelt zijn reglement van orde vast;

d)

wordt tijdens zijn vergaderingen voorgezeten door een gezamenlijk voorzitterschap;

e)

zorgt ervoor dat zijn werkzaamheden zo transparant mogelijk zijn en dat informatie over zijn werkzaamheden en besluiten toegankelijk zijn voor het publiek;

f)

kan indien nodig werkgroepen of andere suborganen instellen voor werkzaamheden waarvoor specifieke deskundigheid vereist is;

g)

publiceert een jaarverslag zoals nader beschreven in bijlage X.

4.   In bijlage XI worden de taken van het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst nader beschreven.

5.   Gedurende de periode tussen het paraferen van de overeenkomst en de inwerkingtreding wordt een gezamenlijk mechanisme voor overleg en toezicht ingesteld om de uitvoering van de overeenkomst te vergemakkelijken.

Artikel 20

Communicatie over de uitvoering van de overeenkomst

1.   De volgende vertegenwoordigers van de partijen zijn verantwoordelijk voor officiële mededelingen over de uitvoering van de overeenkomst:

Voor Congo

Voor de Europese Unie

Ministerie van duurzame ontwikkeling, bosbouw en milieu

Hoofd van de delegatie van de Unie in Congo

2.   De partijen delen elkaar de informatie mee die noodzakelijk is voor de uitvoering van deze overeenkomst.

Artikel 21

Verslaglegging en openbaarmaking

1.   Het informeren van het publiek is een van de belangrijkste elementen van deze overeenkomst ter bevordering van de governance. Door informatie wordt het systeem transparanter, wat de uitvoering van en het toezicht op het systeem vergemakkelijkt. Hierdoor wordt ook beter rekenschap afgelegd en wordt de verantwoordingsplicht van alle betrokkenen vergroot. De informatie die openbaar zal worden gemaakt, wordt vermeld in bijlage X.

2.   Elke partij bepaalt op welke wijze de informatie het best openbaar kan worden gemaakt (media, documenten, internet, workshops, jaarverslagen). Er zal vooral naar worden gestreefd om de verschillende actoren in de bosbouwsector betrouwbare, relevante en actuele informatie te verstrekken. De wijze waarop dit zal gebeuren, wordt beschreven in bijlage X.

Artikel 22

Vertrouwelijke informatie

1.   De partijen verbinden zich ertoe de vertrouwelijkheid te bewaren van de informatie die in het kader van deze overeenkomst wordt uitgewisseld in de mate waarin dit verplicht is op grond van hun eigen wetgeving. De partijen publiceren geen in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde informatie die bedrijfsgeheimen of vertrouwelijke commerciële informatie bevat en staan hun autoriteiten ook niet toe deze te publiceren.

2.   In verband met lid 1 wordt de volgende informatie niet als vertrouwelijk beschouwd:

a)

het aantal door Congo afgegeven en door de Unie ontvangen FLEGT-vergunningen en de hoeveelheid hout en houtproducten die daarmee uit Congo zijn uitgevoerd en in de Unie ingevoerd;

b)

naam en adres van de vergunninghouder en de importeur.

Artikel 23

Territoriaal toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, enerzijds, en het grondgebied van Congo, anderzijds.

Artikel 24

Regeling van geschillen

1.   De partijen streven ernaar geschillen over de toepassing of de interpretatie van deze overeenkomst op te lossen door middel van snel overleg.

2.   Als een geschil niet binnen drie maanden na het oorspronkelijke verzoek tot overleg kan worden opgelost, kan een partij het geschil verwijzen naar het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, dat het geschil zal proberen op te lossen. Aan het comité wordt alle informatie verstrekt die van belang is voor een grondig onderzoek van de situatie dat gericht is op het vinden van een aanvaardbare oplossing. Daartoe dient het comité alle mogelijkheden om de goede werking van deze overeenkomst te waarborgen, te onderzoeken.

3.   Als het comité niet in staat is het geschil op te lossen, kunnen de partijen:

a)

gezamenlijk een beroep doen op de bijstand of de bemiddeling van een derde;

b)

arbitrage inschakelen. Als het geschil niet overeenkomstig lid 3, onder a), kan worden opgelost, mag elk van beide partijen de andere van de benoeming van een arbiter in kennis stellen; de andere partij moet dan een tweede arbiter aanwijzen binnen dertig kalenderdagen na de benoeming van de eerste arbiter. De partijen benoemen samen een derde arbiter binnen twee maanden na de aanstelling van de tweede arbiter. De arbiters nemen binnen zes maanden na de benoeming van de derde arbiter een besluit met meerderheid van stemmen. Hun besluit is bindend voor beide partijen en hiertegen kan geen beroep worden aangetekend.

4.   Het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst stelt de werkwijze van de arbiters vast.

Artikel 25

Schorsing

1.   Een partij kan de toepassing van deze overeenkomst schorsen. Dit besluit moet worden gemotiveerd en schriftelijk worden meegedeeld aan de andere partij.

2.   Dertig kalenderdagen na de datum van de mededeling houdt deze overeenkomst dan op van toepassing te zijn.

3.   Dertig kalenderdagen nadat de schorsende partij de andere partij heeft meegedeeld dat de redenen voor de schorsing niet langer gelden, wordt de toepassing van deze overeenkomst hervat.

Artikel 26

Wijzigingen

1.   Als een partij deze overeenkomst wil wijzigen, moet daartoe ten minste drie maanden voor de volgende vergadering van het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst een voorstel worden ingediend. Het comité bespreekt het voorstel; als er overeenstemming wordt bereikt, wordt een aanbeveling geformuleerd. Elke partij neemt de aanbeveling in overweging en als zij het ermee eens is, wordt het voorstel goedgekeurd volgens haar eigen procedures.

2.   De aldus door beide partijen goedgekeurde wijziging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

3.   Het comité is bevoegd om wijzigingen van de bijlagen bij deze overeenkomst goed te keuren.

4.   Alle wijzigingen moeten worden meegedeeld aan de gezamenlijke depositarissen van de overeenkomst.

Artikel 27

Bijlagen

De bijlagen vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 28

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

2.   Deze mededeling wordt gericht aan het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en het ministerie van Buitenlandse Zaken en Francofonie van Congo, die de gezamenlijke depositarissen van deze overeenkomst zijn.

Artikel 29

Duur en verlenging

De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar en wordt telkens met vijf jaar verlengd, tenzij een partij afziet van verlenging en dit ten minste één jaar voordat de overeenkomst verstrijkt schriftelijk meedeelt aan de andere partij.

Artikel 30

Opzegging

Onverminderd artikel 29 kan een partij deze overeenkomst opzeggen door de andere partij daarvan in kennis te stellen. Twaalf maanden na de datum van die kennisgeving houdt de overeenkomst dan op van toepassing te zijn.

Artikel 31

Authentieke teksten

Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Slowaakse, de Sloveense, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten authentiek. Bij interpretatieverschillen, heeft de Franse tekst voorrang boven de andere taalversies.

Съставено в Брюксел на седемнайсети май две хиляди и десета година.

Hecho en Bruselas, el diecisiete de mayo de dos mil diez.

V Bruselu dne sedmnáctého května dva tisíce deset.

Udfærdiget i Bruxelles den syttende maj to tusind og ti.

Geschehen zu Brüssel am siebzehnten Mai zweitausendzehn.

Kahe tuhande kümnenda aasta maikuu seitsmeteistkümnendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα εφτά Μαΐου δύο χιλιάδες δέκα.

Done at Brussels on the seventeenth day of May in the year two thousand and ten.

Fait à Bruxelles, le dix-sept mai deux mille dix.

Fatto a Bruxelles, addì diciassette maggio duemiladieci.

Briselē, divi tūkstoši desmitā gada septiņpadsmitajā maijā

Priimta du tūkstančiai dešimtų metų gegužės septynioliktą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-tizedik év május havának tizenhetedik napján.

Magħmul fi Brussell, fis-sbatax-il jum ta’ Mejju tas-sena elfejn u għaxra.

Gedaan te Brussel, de zeventiende mei tweeduizend tien.

Sporządzono w Brukseli dnia siedemnastego maja roku dwa tysiące dziesiątego.

Feito em Bruxelas, em dezassete de Maio de dois mil e dez.

Întocmit la Bruxelles, la șaptesprezece mai două mii zece.

V Bruseli dňa sedemnásteho mája dvetisícdesať.

V Bruslju, dne sedemnajstega maja leta dva tisoč deset.

Tehty Brysselissä seitsemäntenätoista päivänä toukokuuta vuonna kaksituhattakymmenen.

Som skedde i Bryssel den sjuttonde maj tjugohundratio.

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l’Union européenne

Per l’Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

За Република Конго

Por la República de Congo

Za Konžskou republiku

For Republikken Congo

Für die Republik Kongo

Kongo Vabariigi nimel

Για τη Δημοκρατία του Κονγκό

For the Republic of Congo

Pour la Répubique du Congo

Per la Repubblica del Congo

Kongo Republikas vārdā

Kongo Respublikos vardu

A Kongói Köztársaság részéről

Għar-Repubblika tal-Kongo

Voor de Republiek Congo

W imieniu Republiki Konga

Pela República do Congo

Pentru Republica Congo

Za Konžskú republiku

Za Republiko Kongo

Kongon tasavallan puolesta

För republiken Kongo

Image


(1)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(2)  COM(2003) 251 definitief van 21.5.2003.

(3)  PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1.

(4)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 38.

(5)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(6)  PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.


BIJLAGE I

LIJST VAN PRODUCTEN DIE ONDER HET FLEGT-VERGUNNINGENSYSTEEM VALLEN

Voor de volgende producten is een FLEGT-vergunning vereist:

GN-codes

Omschrijving van de goederen

4403

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

4406

Houten dwarsliggers en wisselhouten

4407

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm.

4408

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm

4412

Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout

44 09

Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste een zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden

44 01 10

Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

44 01 30

Zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen

44 02 90

Houtskool (houtskool uit schalen van vruchten of van noten daaronder begrepen), ook indien samengeperst

44 10 11

Spaanplaat

44 14 00

Houten lijsten voor schilderijen, voor foto’s, voor spiegels en dergelijke

44 15 10

Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen van hout; kabelhaspels van hout

44 15 20

Laadborden, laadkisten en andere laadplateaus van hout; opzetranden voor laadborden, van hout

44 17 00

Gereedschap, alsmede monturen en stelen voor gereedschap, borstelhouten, borstel- en bezemstelen, van hout; schoenleesten en schoenspanners, van hout

44 18 10

Schrijn- en timmerwerk: vensters en vensterdeuren, alsmede kozijnen daarvoor

44 18 20

Schrijn- en timmerwerk: deuren en kozijnen daarvoor, alsmede drempels

44 18 90

Schrijn- en timmerwerk: panelen voor vloerbedekking

94 03 30

Meubelen van hout, van de soort gebruikt in kantoren

94 03 40

Meubelen van hout, van de soort gebruikt in keukens

94 03 50

Meubelen van hout, van de soort gebruikt in slaapkamers

94 03 60

Andere meubelen van hout


BIJLAGE II

WETTIGHEIDSTABELLEN VOOR HOUT AFKOMSTIG UIT NATUURLIJKE BOSSEN EN AANPLANTINGEN IN CONGO

Inleiding

Bijlage II van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst bestaat uit de volgende onderdelen:

tabel ter beoordeling van de wettigheid voor legaal hout uit natuurlijke bossen;

tabel ter beoordeling van de wettigheid voor legaal hout uit aanplantingen.

Deze twee wettigheidstabellen omvatten dus alle hout en houtproducten die in Congo worden geproduceerd en op de markt gebracht (1).

Het begrip „wettigheid” wordt als volgt gedefinieerd:

 

Legaal hout is hout dat verworven, geproduceerd en verhandeld is overeenkomstig alle geldende Congolese wet- en regelgeving die van toepassing is op het beheer en de exploitatie van bossen.

 

Aan de hand van de wettigheidstabellen wordt nagegaan of hout legaal is.

 

Deze tabellen zijn opgesteld in het kader van een inspraakprocedure waarbij vertegenwoordigers waren betrokken van alle partijen die belang hebben bij duurzaam bosbeheer, te weten de overheid, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld van Congo. Deze tabellen zijn ook de tabel in februari 2009 in de praktijk getest om na te gaan of de indicatoren en verificatiepunten relevant zijn en om deze te verbeteren.

 

Als de wet- en regelgeving wordt gewijzigd, worden de wettigheidstabellen ook aangepast. Voorstellen tot wijziging van deze bijlage worden met een toelichting ter goedkeuring voorgelegd aan het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, overeenkomstig bijlage XI van deze overeenkomst.

 

Het beheersplan voor elke concessie moet met een apart besluit worden goedgekeurd. De referentie naar deze besluiten is dan ook niet in de tabellende tabel opgenomen.

 

Naast de wet- en regelgeving inzake exploitatie van bossen en de verwerking van en handel in hout wordt, overeenkomstig de definitie van wettigheid, in de wettigheidstabellen rekening gehouden met de volgende aspecten:

voorwaarden waaraan bosbouwbedrijven moeten voldoen;

eerbiediging van de fiscale regelgeving;

milieubescherming en -behoud;

arbeidsvoorwaarden;

betrokkenheid van inheemse en lokale bevolkingsgroepen en eerbiediging van hun rechten;

bepalingen inzake het vervoer van hout.

 

De wettigheidstabellen zijn van toepassing op alle exploitatievergunningen, zoals gedefinieerd in Wet 16-2000, en met name de artikelen 65 tot en met 70:

overeenkomsten inzake exploitatie en verwerking (CAT);

overeenkomsten inzake industriële verwerking (CTI);

kapvergunningen voor aanplantingen;

bijzondere vergunningen (PS).

1.   Wettigheidstabel voor hout uit natuurlijke bossen in Congo

De wettigheidstabel voor hout uit natuurlijke bossen omvat 5 beginselen, 23 criteria, 65 indicatoren en 162 verificatiepunten.

De tabel geldt voor alle vormen van houtkap:

de exploitatie van de percelen voor de jaarlijkse kap (vergunningen voor de jaarlijkse kap, de voltooiing van de kap en het afvoeren van het resterende hout);

bijzondere vergunningen voor bosexploitatie;

bouwvergunningen voor de aanleg van hoofd- of secundaire wegen binnen concessies en de aanleg van basiskampen en industrieterreinen;

ontbossingsvergunningen voor ontwikkelingsprojecten in de vorm van sociale en economische infrastructuur (wegen, waterkrachtcentrales, enz.).

 

Referentie van de wet-/regelgeving

Artikel

Type vergunning

Beginsel 1:

Het bedrijf bestaat wettelijk in Congo.

Criterium 1.1:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de bevoegde instanties.

Indicator 1.1.1:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de bevoegde economische, fiscale en gerechtelijke instanties.

Verificatiepunt 1.1.1.1.

Beroepskaart voor handelaars

Decreet nr. 2008-446 van 15 november 2008

1, 3 en 9

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 1.1.1.2.

Handels-, krediet- en onroerendgoedregister

Wet 19-2005 van 24 november 2005

18 en 40

CAT, CTI

Indicator 1.1.2:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de dienst voor sociale zekerheid en de arbeidsadministratie.

Verificatiepunt 1.1.2.1.

Bewijs van inschrijving bij de CNSS

Wet 004/86 van 25 februari 1986

172

CAT, CTI

Wet 19-2005 van 24 november 2005

18 en 40

CAT, CTI

Verificatiepunt 1.1.2.2.

Verklaring van oprichting

Wet 45/75 van 15 maart 1975

181

CAT, CTI

Besluit nr. 3020/IGT/LS van 29 september 1953

artikel 1, lid 2

CAT, CTI

Indicator 1.1.3:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de dienst voor bosbeheer.

Verificatiepunt 1.1.3.1.

Goedkeuring

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 1.1.3.2.

Beroepskaart

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

CAT, CTI, PS

Criterium 1.2:

Op het bedrijf is geen rechterlijke uitspraak of administratieve maatregel van toepassing op grond waarvan de activiteiten tijdelijk of definitief moeten worden gestaakt.

Indicator 1.2.1:

De activiteiten van het bedrijf zijn niet geschorst op grond van een rechterlijke uitspraak.

Verificatiepunt 1.2.1.1.

Rechterlijke uitspraak

uniform besluit van de OHADA van 10 april 1998 inzake de organisatie van collectieve procedures voor het aanzuiveren van de passiva

8

CAT, CTI, PS

Wet 19-2005 van 24 november 2005

28, 42 en 43

CAT, CTI, PS

Wet 6-1994 van 1 juni 1994

26

 

Indicator 1.2.2:

De activiteiten van het bedrijf zijn niet geschorst op grond van een administratieve maatregel.

Verificatiepunt 1.2.2.1.

Bericht van schorsing

Uniform besluit van de OHADA inzake het algemene handelsrecht

10

CAT, CTI

Wet 6-1994 van 1 juni 1994

26

CAT, CTI

Beginsel 2:

Het bedrijf heeft wettige bosbouwrechten voor zijn exploitatiegebied.

Criterium 2.1:

De bevoegde autoriteiten hebben een officiële vergunning voor bosbouwactiviteiten afgegeven.

Indicator 2.1.1:

Het bedrijf heeft alle fasen van de procedure voor de toekenning van de exploitatievergunning volgens de regels doorlopen en zich gehouden aan de in de wet- en regelgeving vastgelegde termijnen.

Verificatiepunt 2.1.1.1.

Bericht van aanbesteding

Wet 16-2000 van 20 november 2000

73

CAT, CTI

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

148

CAT, CTI

Verificatiepunt 2.1.1.2.

Notulen van de Bosbouwcommissie

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

164

CAT, CTI

Verificatiepunt 2.1.1.3.

Bericht van goedkeuring van het dossier van de directeur-generaal bosbouw

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

165

CAT, CTI

Indicator 2.1.2:

Het bedrijf beschikt over een geldige exploitatievergunning.

Verificatiepunt 2.1.2.1.

Overeenkomst

Wet 16-2000 van 20 november 2000

65 en 66

CAT, CTI

Verificatiepunt 2.1.2.2.

Bijzondere vergunning

Wet 16-2000 van 20 november 2000

77

PS

Criterium 2.2:

Het bedrijf beschikt over alle periodieke vergunningen om zijn activiteiten uit te voeren.

Indicator 2.2.1:

Alle fasen van de procedure voor de toekenning van de vergunningen voor installatie, jaarlijkse kap, voltooiing en afvoer zijn volgens de regels doorlopen.

Verificatiepunt 2.2.1.1.

Dossier voor de aanvraag van een vergunning voor installatie, jaarlijkse kap, voltooiing en berging

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

71

CAT, CTI

Verificatiepunt 2.2.1.2.

Controleverslagen over de jaarlijkse kap, voltooiing en niet-afgevoerd hout

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

72, 74, 101 en 172

CAT, CTI

Indicator 2.2.2:

De door de bevoegde dienst voor bosbeheer afgegeven vergunningen voor installatie, jaarlijkse kap, voltooiing en berging zijn geldig.

Verificatiepunt 2.2.2.1.

Vergunningen voor installatie, jaarlijkse kap, voltooiing en afvoer

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

74, 75, 101 en 172

CAT, CTI

Indicator 2.2.3:

De door de bevoegde economische, fiscale, gerechtelijke en bosbouwinstanties afgegeven periodieke documenten en andere vergunningen zijn geldig.

Verificatiepunt 2.2.3.1.

Bedrijfsbelasting

Algemeen belastingwetboek

277 en 314

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 2.2.3.2.

Goedkeuring van de bevoegde douaneambtenaar

Douanewetboek

112-119

CAT, CTI

Verificatiepunt 2.2.3.3.

Goedkeuring

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

CAT, CTI, PS

Beginsel 3:

Het bedrijf betrekt het maatschappelijk middenveld en de inheemse en lokale bevolkingsgroepen bij het beheer van de concessie en eerbiedigt de rechten van deze bevolkingsgroepen en de werknemers.

Criterium 3.1:

Het bedrijf betrekt het maatschappelijk middenveld en de inheemse en lokale bevolkingsgroepen bij het beheer van de concessie.

Indicator 3.1.1:

Het bedrijf beschikt over een operationeel mechanisme voor overleg met de belanghebbenden over het duurzame beheer van de concessie.

Verificatiepunt 3.1.1.1.

Verslag of notulen van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

CAT

Indicator 3.1.2:

De inheemse en lokale bevolkingsgroepen zijn voldoende op de hoogte van hun rechten en worden voldoende geïnformeerd over het beheer van de concessie.

Verificatiepunt 3.1.2.1.

Verslagen of notulen van informatiebijeenkomsten

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Criterium 3.2:

Het bedrijf eerbiedigt de rechten, gewoonten en gebruiken van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen volgens de nationale wet- en regelgeving en de internationale verdragen.

Indicator 3.2.1:

Het bedrijf eerbiedigt de rechten, gewoonten en gebruiken van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen.

Verificatiepunt 3.2.1.1.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Verificatiepunt 3.2.1.2.

Verslag van de controlemissie van het districtsdirectoraat bosbouw (Direction Départementale de l’Economie Forestière, DDEF)

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 81

CAT, CTI

Indicator 3.2.2:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen jegens de inheemse en lokale bevolkingsgroepen na.

Verificatiepunt 3.2.2.1.

Concessieovereenkomst/memorandum van overeenstemming

Wet 16-2000 van 20 november 2000

72

CAT, CTI

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

168

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.2.2.2.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 81

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.2.2.3.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Indicator 3.2.3:

Als het bedrijf schade toebrengt aan de eigendommen van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen, wordt een schadevergoeding betaald volgens de geldende wet- en regelgeving

Verificatiepunt 3.2.3.1.

Schadeverslag

Decreet 86/970 van 27 september 1986

10

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 3.2.3.2.

Kwitanties van de schadevergoeding

Decreet 86/970 van 27 september 1986

1 en 9

CAT, CTI, PS

Criterium 3.3:

Het bedrijf, het maatschappelijk middenveld en de lokale bevolking hebben mechanismen voor toezicht en geschillenbeslechting ingesteld.

Indicator 3.3.1:

Binnen het bedrijf is een procedure ingesteld voor het registreren en behandelen van verzoeken en klachten.

Verificatiepunt 3.3.1.1.

Notulen van de vergaderingen van de overlegorganen tussen bedrijf en bevolking

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Indicator 3.3.2:

Het maatschappelijk middenveld en de inheemse en lokale bevolkingsgroepen worden geïnformeerd over de procedures voor conflictbeheersing en worden betrokken bij de geschillenbeslechting.

Verificatiepunt 3.3.2.1.

Notulen van de vergaderingen van de overlegorganen tussen bedrijf en bevolking

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Criterium 3.4:

De sociale partners van het bedrijf zijn voldoende op de hoogte van hun rechten.

Indicator 3.4.1:

Het bedrijf garandeert vrijheid voor vakbondsactiviteiten en eerbiedigt de daarmee verband houdende wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 3.4.1.1.

Bestaan van personeelsvertegenwoordiging en vakbondsafdelingen

Wet 06/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 173, nieuw, en artikel 210-3

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.4.1.2.

Aanwezigheid van een ruimte voor de vakbonden

Wet 06/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

210-5

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.4.1.3.

Aanwezigheid van klachtenboeken

Wet 06/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 210-7 en 179, nieuw

CAT, CTI

Besluit 1110/MTFPSS/DGT van 24 juni 1996

27

CAT, CTI

Indicator 3.4.2:

Personeelsvertegenwoordigers en vakbondsafgevaardigden zijn opgeleid voor hun taken.

Verificatiepunt 3.4.2.1.

Verlofbrief in verband met bijscholing

Wet 06/96 van 6 maart 1996

179, nieuw

CAT, CTI

Indicator 3.4.3:

De werknemers hebben toegang tot de documenten inzake de rechten van werknemers, arbeidsrechten en socialezekerheidsrechten.

Verificatiepunt 3.4.3.1.

Beschikbaarheid van documenten

Overeenkomst nr. 98 (OIT, 1949)

7

CAT, CTI

Criterium 3.5:

Het bedrijf eerbiedigt de rechten van zijn werknemers.

Indicator 3.5.1:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen jegens de sociale partners na.

Verificatiepunt 3.5.1.1.

Notulen van de vergaderingen

Besluit 1110/MTFPSS/DGT van 24 juni 1996

26

CAT, CTI

Indicator 3.5.2:

De verhoudingen tussen bedrijf en werknemers zijn formeel vastgelegd volgens de arbeidswet en de socialezekerheidswet.

Verificatiepunt 3.5.2.1.

Werkgeversregister ondertekend

Wet 45/75 van 15 maart 1975

182

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.2.2.

Arbeidsovereenkomsten

Wet 022/88 van 17 september 1988

13-16

CAT, CTI

Wet 45/75 van 15 maart 1975

75

CAT, CTI

Algemeen besluit nr. 3815 van 1 december 1953

6

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.2.3.

Reglement van orde op een zichtbare plaats

Wet 004/86 van 25 februari 1986

172

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.2.4.

Lijst van werknemers die zijn ingeschreven bij de nationale dienst voor sociale zekerheid

Wet 004/86 van 25 februari 1986

172

CAT, CTI

Indicator 3.5.3:

Het bedrijf betaalt zijn werknemers volgens de wet- en regelgeving op het gebied van arbeid en de geldende collectieve arbeidsovereenkomst.

Verificatiepunt 3.5.3.1.

Salarisregistratie ondertekend

Wet 45/75 van 15 maart 1975

90

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.3.2.

Salarisstroken

Wet 45/75 van 15 maart 1975

90

CAT, CTI

Indicator 3.5.4:

De veiligheids- en gezondheidsomstandigheden van de werknemers voldoen aan de wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 3.5.4.1.

Verslagen van het comité voor gezondheid en veiligheid

Besluit 9030 van 10 december 1986

9

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.4.2.

Register van medische consulten

Wet 6/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 145-1 nieuw

CAT, CTI

Besluit 9033 van 12 december 1986

22

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.4.3.

Register van arbeidsongevallen

Wet 6/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 141-2 nieuw

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.4.4.

Veiligheidsregisters

Wet 6/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 141-2 nieuw

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.4.5.

Verslagen over het toezicht op en de evaluatie van het beheersplan

Besluit tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Indicator 3.5.5:

Het bedrijf respecteert de werktijden volgens de wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 3.5.5.1.

Werktijden op een zichtbare plaats

Decreet 78-361 van 12 mei 1978

5

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.5.2.

Vergunning voor overwerk van het districtsdirectoraat voor arbeid

Decreet 78-361 van 12 mei 1978

10

CAT, CTI

Indicator 3.5.6:

Werknemers worden aangeworven volgens de voorwaarden zoals vastgelegd in de nationale wetgeving en door de Internationale Arbeidsorganisatie.

Verificatiepunt 3.5.6.1.

Een kopie van de vacature wordt aan de ONEMO gestuurd

Wet 022-88 van 10 september 1988

9 en 10

CAT, CTI

Verificatiepunt 3.5.6.2.

Arbeidsovereenkomsten

Wet 022-88 van 10 september 1988

16

CAT, CTI

Beginsel 4:

Het bedrijf eerbiedigt de wet- en regelgeving op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening, bosbouw, houtverwerking en belasting.

Criterium 4.1:

De milieueffectstudies zijn uitgevoerd volgens de eisen van de wet- en regelgeving en de maatregelen tot vermindering van deze effecten zijn uitgevoerd.

Indicator 4.1.1:

De milieueffectstudies zijn uitgevoerd volgens de procedures.

Verificatiepunt 4.1.1.1.

Goedkeuring van het ingenieursbureau

Wet 003-91 van 23 april 1991

2

CAT, CTI

Decreet 86/775 van 7 juni 1986

1 en 4

CAT, CTI

Besluit 835/MIME/DGE van 6 september 1999

4 en 5

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.1.1.2.

Milieueffectrapportage

Wet 003-91 van 23 april 1991

2

CAT, CTI

Decreet 86/775 van 7 juni 1986

1 en 4

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.1.1.3.

Verslag van de vergadering die de milieueffectrapportage heeft goedgekeurd

Wet 003-91 van 23 april 1991

2

CAT, CTI

Indicator 4.1.2:

De in de milieueffectrapportages goedgekeurde maatregelen ter bescherming van de biodiversiteit worden geëerbiedigd.

Verificatiepunt 4.1.2.1.

Verslagen van controles ter plaatse en auditverslagen

Wet 003-91 van 23 april 1991

39

CAT, CTI

Besluit 1450/MIME/DGE van 19 november 1999

16, 17 en 18

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.1.2.2.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 82

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.1.2.3.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Indicator 4.1.3:

De maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de sanering van basiskampen en industrieterreinen worden geëerbiedigd.

Verificatiepunt 4.1.3.1.

Besluit tot goedkeuring van het personeel van het centrum voor sociale zaken en gezondheid

Wet 45/75 van 15 maart 1975

142 en 143

CAT, CTI

Besluit 9033/MTERFPPS/DGEF/DSS van 10 december 1986

12

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.1.3.2.

Goedkeuring van het ministerie voor Volksgezondheid

Besluit 3092 MSP/MEFB van 9 juli 2003

2

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.1.3.3.

Notulen van de vergaderingen van het comité voor gezondheid en veiligheid

Besluit 9030/MTERFPPS/MTERFPPS/DGEF/DSS van 10 december 1986

9

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.1.3.4.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Criterium 4.2:

De nationale wet- en regelgeving en de door Congo geratificeerde internationale verdragen en overeenkomsten op milieugebied worden geëerbiedigd.

Indicator 4.2.1:

Het bedrijf verwerkt zijn afval volgens de voorschriften van de wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 4.2.1.1.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 82

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.2.1.2.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Indicator 4.2.2:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen op het gebied van faunabescherming en het bestrijden van stroperij na.

Verificatiepunt 4.2.2.1.

Reglement van orde van het bedrijf

Wet 45/75 van 15 maart 1975

74

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.2.2.2.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 82

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.2.2.3.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

CAT

Criterium 4.3:

De beheersplannen worden opgesteld volgens de normen en binnen de geldende termijnen en worden door de dienst voor bosbeheer en de belanghebbenden goedgekeurd.

Indicator 4.3.1:

Het inventarisatieverslag, het verslag van aanvullende studies en het beheersplan zijn opgesteld volgens de door de dienst voor bosbeheer opgestelde normen en de richtsnoeren voor het beheer van bosbouwconcessies.

Verificatiepunt 4.3.3.1.

Inventarisatieverslag

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

CAT

Verificatiepunt 4.3.3.2.

Verslag van aanvullende studies

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

CAT

Verificatiepunt 4.3.3.3.

Beheersplan

Wet 16-2000 van 20 november 2000

55 en 56

CAT

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

54

CAT

Indicator 4.3.2:

Het inventarisatieverslag en het verslag van aanvullende studies zijn goedgekeurd door de dienst voor bosbeheer en het beheersplan is goedgekeurd door de belanghebbenden.

Verificatiepunt 4.3.2.1.

Notulen van de vergadering die het inventarisatieverslag en het verslag van aanvullende studies heeft goedgekeurd

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

CAT

Verificatiepunt 4.3.2.2.

Verslag van de vergadering die het beheersplan heeft goedgekeurd

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

CAT

Indicator 4.3.3:

De bestuurs- en exploitatieplannen worden goedgekeurd volgens de nationale richtsnoeren voor het beheer van bosbouwconcessies en de voorschriften van de dienst voor bosbouw.

Verificatiepunt 4.3.3.1.

Verslag van de vergadering die het bestuursplan heeft goedgekeurd

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

CAT

Verificatiepunt 4.3.3.2.

Vergunning voor de jaarlijkse kap

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

8

CAT

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

68

CAT

Criterium 4.4:

De grenzen van de verschillende onderdelen van de concessie zijn duidelijk gedefinieerd en worden geëerbiedigd.

Indicator 4.4.1:

De boskaarten zijn opgesteld volgens de door de dienst voor bosbouw vastgestelde normen en de op de kaarten aangegeven grenzen worden ter plaatse gemarkeerd en regelmatig onderhouden volgens de geldende regelgeving.

Verificatiepunt 4.4.1.1.

Boskaarten

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

24

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.4.1.2.

Controleverslagen van het DDEF en de centrale overheidsdienst

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

80, 81

CAT, CTI

Indicator 4.4.2:

Het bedrijf voert al zijn bosbouwactiviteiten uit binnen zijn concessie en binnen de grenzen van de percelen voor de jaarlijkse kap.

Verificatiepunt 4.4.2.1.

Vergunning voor de jaarlijkse kap

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81, 82

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.4.2.2.

Controleverslagen van het DDEF en de centrale overheidsdienst

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

80 en 81

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.4.2.3.

Activiteitenverslagen van het DDEF en de centrale overheidsdienst

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

82

CAT, CTI

Criterium 4.5:

Wegen worden aangelegd volgens de regels voor activiteiten in bosgebieden.

Indicator 4.5.1:

Het wegennet wordt gepland, in kaart gebracht en opengesteld volgens de regelgeving en het beheersplan.

Verificatiepunt 4.5.1.1.

Beheersplan

Wet 16-2000 van 20 november 2000

55, 56

CAT

Verificatiepunt 4.5.1.2.

Exploitatieplan

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

24

CAT

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

68

CAT, CTI

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

8

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.5.1.3.

Wegenkaart

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

99

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.5.1.4.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37, 81

CAT, CTI

Criterium 4.6:

Het bedrijf eerbiedigt de regelgeving inzake het vellen en markeren van bomen.

Indicator 4.6.1:

Het bedrijf respecteert de regels inzake te oogsten soorten, diameter van en aantal te vellen bomen, zoals vastgesteld in de regelgeving en het beheersplan.

rificatiepunt 4.6.1.1.

Beheersplan

Wet 16-2000 van 20 november 2000

55, 56

CAT

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

24

CAT

Verificatiepunt 4.6.1.2.

Exploitatieplan

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

8

CAT, CTI

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

68

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.6.1.3.

Vergunning voor de jaarlijkse kap

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

72, 74

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.6.1.4.

Register van de kapplaats

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

87

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.6.1.5.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37, 81

CAT, CTI

Indicator 4.6.2:

De stronken, stammen en blokken worden gemarkeerd volgens de geldende regelgeving op bosbouwgebied.

Verificatiepunt 4.6.2.1.

Register van de kapplaats

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

87

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.6.2.2.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37, 81

CAT, CTI

Indicator 4.6.3:

Het register van de kapplaats en de documenten inzake het vervoer van het hout worden ingevuld en regelmatig bijgewerkt.

Verificatiepunt 4.6.3.1.

Register van de kapplaats

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

87

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.6.3.2.

Vrachtbrief

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

121

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.6.3.3.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81

CAT, CTI

Criterium 4.7:

Het bedrijf laat geen hout met handelswaarde achter.

Indicator 4.7.1:

Hout wordt achtergelaten volgens de geldende voorschriften.

Verificatiepunt 4.7.1.1.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.7.1.2.

Controle- en activiteitenverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

82

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.7.1.3.

Register van de kapplaats

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

87

CAT, CTI

Criterium 4.8:

Het bedrijf eerbiedigt de wet- en regelgeving inzake houtverwerking.

Indicator 4.8.1:

Het bedrijf houdt zich aan de verwerkingsquota van de geldende regelgeving.

Verificatiepunt 4.8.1.1.

Jaarlijkse productieoverzichten

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

90

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.1.2.

Verslag van de dienst voor controle van houtproducten voor de export

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

130, 131

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.1.3.

Verslag van de controle van de jaarproductie van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

88

CAT, CTI

Indicator 4.8.2:

De verwerkingseenheid is opgezet volgens de voorschriften.

Verificatiepunt 4.8.2.1.

Overeenkomst

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

65, 66, 67

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.2.2.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81

CAT, CTI

Indicator 4.8.3:

De verwerkte stammen worden op de juiste wijze geregistreerd in de voorgeschreven documenten.

Verificatiepunt 4.8.3.1.

Register van het binnenkomende hout

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

119

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.3.2.

Vrachtbrief

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

121

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.3.3.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81 en 82

CAT, CTI

Indicator 4.8.4:

Als het bedrijf hout betrekt van andere bedrijven, ziet het erop toe dat alle hout afkomstig is uit bekende en legale bronnen.

Verificatiepunt 4.8.4.1.

Exploitatievergunning van het partnerbedrijf

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

65

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.4.2.

Contract

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

118

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.4.3.

Vergunning voor de jaarlijkse kap

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

71 en 72

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.8.4.4.

Controle- en activiteitenverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81 en 82

CAT, CTI

Criterium 4.9:

Het bedrijf komt zijn formele verplichtingen na wat betreft bijdragen aan de lokale ontwikkeling.

Indicator 4.9.1:

Het bedrijf eerbiedigt de contractbepalingen inzake zijn bijdrage aan de verwezenlijking of verbetering van sociale, economische en culturele infrastructuur.

Verificatiepunt 4.9.1.1.

Concessieovereenkomst

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

168

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.9.1.2.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.9.1.3.

Controle- en activiteitenverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

82

CAT, CTI

Indicator 4.9.2:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen na wat betreft de financiering van een fonds voor lokale ontwikkeling in het kader van het beheer van het ontwikkelingsplan voor de gemeenschap zoals vastgelegd in het beheersplan.

Verificatiepunt 4.9.2.1.

Kopie van cheques

Besluit inzake organisatie en werking van het fonds voor lokale ontwikkeling

CAT

Verificatiepunt 4.9.2.2.

Verslagen van de vergaderingen van het beheerscomité van het fonds

Besluit inzake organisatie en werking van het mechanisme voor overleg over het ontwikkelingsplan voor de gemeenschap

CAT

Indicator 4.9.3:

Het bedrijf eerbiedigt de plannen en de nationale normen inzake de verwezenlijking van sociale en culturele infrastructuur zoals beschreven in de concessieovereenkomst.

Verificatiepunt 4.9.3.1.

Concessieovereenkomst

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

169 en 170

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.9.3.2.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.9.3.3.

Activiteitenverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

82

CAT, CTI

Criterium 4.10:

De belastingaangiften stemmen overeen met de activiteiten van het bedrijf.

Indicator 4.10.1:

De belastingaangiften zijn opgesteld volgens de regels en op tijd ingediend.

Verificatiepunt 4.10.1.1.

Aangifte inkomstenbelasting

Algemeen belastingwetboek, deel I

124 - 124 b

CAT, CTI

Indicator 4.10.2:

De in- en/of uitvoerverklaringen zijn in overeenstemming met de regelgeving.

Verificatiepunt 4.10.2.1.

Douaneaangifte

CEMAC-douanewetboek

110 en 111

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.10.2.2.

Uitvoeraangifte

Wet 003/2007 van 24 januari 2007

14 en 27

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.10.2.3.

Invoeraangifte

Wet 003/2007 van 24 januari 2007

6 en 27

CAT, CTI

Indicator 4.10.3:

Het bedrijf geeft op tijd zijn balans over het afgelopen jaar door aan de belastingdienst en dient bij de CNSS een salarisjaaroverzicht in.

Verificatiepunt 4.10.3.1.

Balans van het bedrijf

Algemeen belastingwetboek

31, 46, 47

CAT, CTI

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

191

CAT, CTI

Uniform besluit inzake handelsondernemingen en economische belangengroeperingen

137

CAT, CTI

Uniform besluit tot harmonisatie van de bedrijfsrekeningen

23

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.10.3.2.

Jaaroverzicht van de salarissen

Algemeen belastingwetboek

179

CAT, CTI

Criterium 4.11:

Het bedrijf heeft al zijn belastingen en sociale bijdragen op tijd voldaan.

Indicator 4.11.1:

Het bedrijf betaalt alle concessierechten en belastingen op bosbouwgebied op tijd.

Verificatiepunt 4.11.1.1.

Kopie van cheques

Wet 16-2000 van 20 november 2000

87

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 4.11.1.2.

Belastingregister/kwitanties

Algemeen belastingwetboek, deel I

124 - 124 b

CAT, CTI, PS

Wet 16-2000 van 20 november 2000

87

CAT, CTI, PS

Indicator 4.11.2:

Het bedrijf voldoet volgens de regels alle belastingen en rechten in verband met de invoer van producten.

Verificatiepunt 4.11.2.1.

Rekeningoverzicht van belastingen en rechten

CEMAC-douanewetboek

132-135

CAT, CTI

Algemeen belastingwetboek

461

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.11.2.2.

Kopie van cheques

Algemeen belastingwetboek, deel I

462

CAT, CTI

CEMAC-douanewetboek

134

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.11.2.3.

Kwitanties

CEMAC-douanewetboek

134

CAT, CTI

Algemeen belastingwetboek

462 en 463

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.11.2.4.

Vestigingsovereenkomst

Decreet 2004-30 van 18 februari 2004

33

CAT, CTI

Indicator 4.11.3:

Het bedrijf voldoet op tijd alle belastingen, heffingen en rechten waarvoor het bedrijf niet is vrijgesteld en die van toepassing zijn op het nationale grondgebied.

Verificatiepunt 4.11.3.1.

Kopie van cheques

Algemeen belastingwetboek, deel I

462

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.11.3.2.

Kwitanties

Algemeen belastingwetboek, deel I

461, 462 en 463

CAT, CTI

Indicator 4.11.4:

Het bedrijf betaalt alle sociale bijdragen op tijd.

Verificatiepunt 4.11.4.1.

Betalingsbewijs

Wet 004/86 van 24 februari 1986

171

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.11.4.2.

Kopies van cheques/overschrijvingsformulieren

Algemeen belastingwetboek, deel I

461-463

CAT, CTI

Wetboek sociale zekerheid, wet 004/86 van 24 februari 1986

147 bis

CAT, CTI

Indicator 4.11.5:

Het bedrijf verricht op tijd alle transacties met betrekking tot bosbouw, douane, belastingen, handel en sociale zekerheid.

Verificatiepunt 4.11.5.1.

Inbreukverslagen

Wet 6-94 van 1 juni 1994

21, 22, 23 en 26

CAT, CTI

Wet 16-2000 van 20 november 2000

111

CAT, CTI, PS

Algemeen belastingwetboek, deel I

artikel 387, lid 5, en artikel 399

CAT, CTI

CEMAC-douanewetboek

308

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.11.5.2.

Transactiecertificaat

Wet 6-94 van 1 juni 1994

21, 22, 23 en 26

CAT, CTI, PS

Algemeen belastingwetboek, deel I

463

CAT, CTI, PS

Wet 16-2000 van 20 november 2000

134

CAT, CTI, PS

CEMAC-douanewetboek

327 en 328

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.11.5.3.

Kopie van cheques

CEMAC-douanewetboek

134

CAT, CTI

Algemeen belastingwetboek, deel I

426,463

CAT, CTI, PS

Wet 16-2000 van 20 november 2000

 

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 4.11.5.4.

Kwitanties

Algemeen belastingwetboek, deel I

461, 462 en 463

CAT, CTI, PS

CEMAC-douanewetboek

134

CAT, CTI

Criterium 4.12:

Het bedrijf besteedt werkzaamheden uit aan bedrijven die zich aan de regels houden.

Indicator 4.12.1:

Het bedrijf vergewist zich ervan dat alle onderaannemers over de vereiste vergunningen beschikken en hun werknemers volgens de voorschriften betalen.

Verificatiepunt 4.12.1.1.

Vergunningen afgegeven door de bevoegde autoriteiten

Uniform besluit van 17 april 1997 inzake handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen

10 en 15

CAT, CTI

Uniform besluit inzake het algemene handelsrecht

16, 17, 18, 23, 24 en 40

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.12.1.2.

Contract met het bedrijf

Uniform besluit van 17 april 1997 inzake handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen

173

CAT, CTI

Indicator 4.12.2:

Het bedrijf stimuleert en ondersteunt onderaanneming met betrekking tot het recyclen van achtergelaten hout en bijproducten van de verwerking.

Verificatiepunt 4.12.2.1.

Contract

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

118

CAT, CTI

Indicator 4.12.3:

Het bedrijf houdt zich aan zijn contracten met onderaannemers.

Verificatiepunt 4.12.3.1.

Contract met het bedrijf

Uniform besluit inzake handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen

173

CAT, CTI

Verificatiepunt 4.12.3.2.

Contract voor de detachering van personeel

Wet 6-96 van 6 maart 1996

artikel 73, lid 3

CAT, CTI

Beginsel 5:

Het bedrijf eerbiedigt de regelgeving inzake het houttransport en de houthandel.

Criterium 5.1:

Het hout wordt vervoerd volgens de geldende wet- en regelgeving.

Indicator 5.1.1:

De verschillende voertuigen waarmee bosproducten worden vervoerd, zijn ingeschreven bij de bevoegde instanties.

Verificatiepunt 5.1.1.2.

Kentekenbewijs

Decreet 2003-61 van 6 maart 2003

2 en 3

CAT, CTI, PS

Besluit 2844 van 12 december 2005

10 en 11

 

Verificatiepunt 5.1.1.3.

Verzekering

Algemeen belastingwetboek, deel V

503

CAT, CTI, PS

Indicator 5.1.2:

De goedkeuringen en vergunningen voor het vervoer van bosproducten zijn in overeenstemming met de regelgeving en worden regelmatig vernieuwd.

Verificatiepunt 5.1.2.1.

Vervoersvergunning

Decreet 90/135 van 31 maart 1990

5

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 5.1.2.2.

Certificaat dat het vaartuig geschikt is voor de vaart

Wetboek binnenscheepvaart CEMAC

23

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 5.1.2.3.

Goedkeuring

Besluit 5694 van 17 september 2001

1-9

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 5.1.2.4.

Goedkeuring

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

CAT, CTI, PS

Indicator 5.1.3:

De vervoersmiddelen worden regelmatig gecontroleerd.

Verificatiepunt 5.1.3.1.

Verslag van de technische controle

Besluit nr. 11599 van 15 november 2004

9

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 5.1.3.2.

Certificaat van de technische voertuigcontrole

Besluit nr. 11599 van 15 november 2004

1-24

CAT, CTI, PS

Wegenverkeersreglement CEMAC

23

CAT, CTI, PS

Indicator 5.1.4:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen op het gebied van houtvervoer na.

Verificatiepunt 5.1.4.1.

Vrachtbrief

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

121

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 5.1.4.2.

Vervoersdocument/vrachtbrief

Wetboek binnenscheepvaart CEMAC/RDC

1, 2, 3, 4

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.1.4.3.

Identificatieformulier van de lading

Besluit 1033 van 14 mei 2008

3

CAT, CTI

Decreet 98-39 van 29 januari 1998

3 en 4

CAT, CTI

Criterium 5.2:

De op de markt gebrachte producten zijn duidelijk herkenbaar en de oorsprong is traceerbaar.

Indicator 5.2.1:

Het door het bedrijf vervoerde hout is gemarkeerd volgens de geldende regelgeving, waardoor het hout traceerbaar is tot de plaats waar het gekapt is.

Verificatiepunt 5.2.1.1.

Markering van het hout

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

86

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 5.2.1.2.

Boomhamer van het bedrijf

Wet 16-2000 van 20 november 2000

75

CAT, CTI, PS

Verificatiepunt 5.2.1.3.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81

CAT, CTI, PS

Indicator 5.2.2:

De begeleidende documenten bij het vervoerde en op de markt gebrachte hout zijn volgens de geldende regelgeving ingevuld en worden bijgewerkt.

Verificatiepunt 5.2.2.1.

Certificaat van oorsprong

Wet 3/2007 van 24 januari 2007

20 en 27

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.2.2.2.

Specificatieformulier

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

135

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.2.2.3.

Fytosanitair certificaat

Besluit 1142 van 12 juni 1945

3 en 8

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.2.2.4.

Pro-formafactuur

Wet 3/2007 van 24 januari 2007

18 en 27

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.2.2.5.

Douaneaangifte

CEMAC-douanewetboek

110 en 111

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.2.2.6.

Uitvoeraangifte

Wet 3/2007 van 24 januari 2007

6, 14 en 27

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.2.2.7.

Invoeraangifte

Wet 3/2007 van 24 januari 2007

6, 14 en 27

CAT, CTI

Verificatiepunt 5.2.2.8.

Leveringsbon

Wet 3-2007 van 24 januari 2007

27

CAT, CTI

2.   Wettigheidstabel voor hout uit aanplantingen

De wettigheidstabel voor hout uit aanplantingen omvat 5 beginselen, 20 criteria, 56 indicatoren en 141 verificatiepunten.

 

Referentie van de wet-/regelgeving

Artikel

Beginsel 1:

Het bedrijf bestaat wetttelijk in Congo.

Criterium 1.1:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de bevoegde instanties.

Indicator 1.1.1:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de bevoegde economische, fiscale en gerechtelijke instanties.

Verificatiepunt 1.1.1.1.

Beroepskaart voor handelaars

Decreet 2008-446 van 15 november 2008

1, 3 en 9

Verificatiepunt 1.1.1.2.

Handels-, krediet- en onroerendgoedregister

Wet 19-2005 van 24 november 2005

18 en 40

Indicator 1.1.2:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de dienst voor sociale zekerheid en de arbeidsadministratie.

Verificatiepunt 1.1.2.1.

Bewijs van inschrijving bij de CNSS

Wet nr. 004/86 van 25 februari 1986

172

Verificatiepunt 1.1.2.2.

Verklaring van oprichting

Wet 19-2005 van 24 november 2005

18 en 40

Wet 45/75 van 15 maart 1975

181

Besluit 3020/IGT/LS du 29 september 1951

artikel 1, lid 2

Indicator 1.1.3:

Het bedrijf is op de juiste wijze geregistreerd bij de dienst voor bosbeheer.

Verificatiepunt 1.1.3.1.

Goedkeuring

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

Verificatiepunt 1.1.3.2.

Beroepskaart

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

Criterium 1.2:

Op het bedrijf is geen rechterlijke uitspraak of administratieve maatregel van toepassing op grond waarvan de activiteiten tijdelijk of definitief moeten worden gestaakt.

Indicator 1.2.1:

De activiteiten van het bedrijf zijn niet geschorst op grond van een rechterlijke uitspraak.

Verificatiepunt 1.2.1.1.

Rechterlijke uitspraak

Uniform besluit van de OHADA van 10 april 1998 inzake de organisatie van collectieve procedures voor het aanzuiveren van de passiva

8

Wet 19-2005 van 24 november 2005

28, 42 en 43

Wet 6-1994 van 1 juni 1994

26

Indicator 1.2.2:

De activiteiten van het bedrijf zijn niet geschorst op grond van een administratieve maatregel.

Verificatiepunt 1.2.2.1.

Bericht van schorsing

Uniform besluit inzake het algemene handelsrecht

10

Wet 6-1994 van 1 juni 1994

26

Beginsel 2:

De staat bezit de rechten op de grond waarop het bos is aangeplant.

Criterium 2.1:

De eigendomsakte voor de aanplanting is volgens de regels afgegeven door de bevoegde autoriteiten.

Indicator 2.1.1:

Het bedrijf heeft alle fasen van de procedure voor de toekenning van de eigendomsakte volgens de regels doorlopen en zich gehouden aan de in de wet- en regelgeving vastgelegde termijnen.

Verificatiepunt 2.1.1.1.

Dossier met de originele notariële of andere authentieke akten

Wet 17-2000 van 31 december 2000

60

Verificatiepunt 2.1.1.2.

Kaart waarop de afgebakende gebieden staan aangegeven

Wet 17-2000 van 31 december 2000

24

Verificatiepunt 2.1.1.3.

Proces-verbaal betreffende de afbakening

Wet 17-2000 van 31 december 2000

24

Indicator 2.1.2:

De staat beschikt over een geldige eigendomsakte.

Verificatiepunt 2.1.2.1.

Kadaster of landmeting

Wet 17-2000 van 31 december 2000

102

Verificatiepunt 2.1.2.2.

Kopie van de eigendomsakte

Wet 17-2000 van 31 december 2000

37

Criterium 2.2:

De aanplanting is geclassificeerd volgens de wet- en regelgeving op bosbouwgebied.

Indicator 2.2.1:

De classificatieprocedure voor aanplantingen is geëerbiedigd.

Verificatiepunt 2.2.1.1.

Verslag van het overleg tussen de dienst voor bosbeheer, de overheid en de lokale en autochtone bevolkingsgroepen

Wet 16-2000 van 20 november 2000

15

Verificatiepunt 2.2.1.2.

Verslagen van de dienst voor bosbeheer over de omvang van het te classificeren gebied

Wet 16-2000 van 20 november 2000

15

Verificatiepunt 2.2.1.3.

Bezwaarschriften van de lokale bevolking aan de classificeringscommissie

Wet 16-2000 van 20 november 2000

17

Verificatiepunt 2.2.1.4.

Notulen van de vergadering over de classificatie

Wet 16-2000 van 20 november 2000

19

Verificatiepunt 2.2.1.5.

- Decreet inzake de classificatie

Wet 16-2000 van 20 november 2000

14

Criterium 2.3:

De exploitatierechten voor de aanplantingen van de staat zijn volgens de regels toegewezen.

Indicator 2.3.1:

Alle fasen van de procedure voor de toekenning van een exploitatievergunning voor het kappen van bomen in aanplantingen van de staat door een derde zijn volgens de regels doorlopen.

Verificatiepunt 2.3.1.1.

Verslag over de controle van de beschikbaarheid van de percelen door het directoraat-generaal bosbouw

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

61

Verificatiepunt 2.3.1.2.

Bekendmaking van het ministerie voor Bosbouw

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

62

Verificatiepunt 2.3.1.3.

Bevelschrift

Wet 27 van 20 augustus 1992

2

Uniform besluit van de OHADA van 10 april 1998 tot vaststelling van de procedures voor inning en uitvoering

92

Verificatiepunt 2.3.1.4.

Gezamenlijk besluit van de minister van Bosbouw en de minister van Financiën tot vaststelling van de verkoopprijzen

Wet 16-2000 van 20 november 2000

102

Verificatiepunt 2.3.1.5.

Notulen van de Verkoopcommissie

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

64

Indicator 2.3.2:

Het bedrijf beschikt over een geldige exploitatievergunning.

Verificatiepunt 2.3.2.1.

Kapvergunningen voor aanplantingen

Wet 16-2000 van 20 november 2002

65, 76

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

178

Criterium 2.4:

Het bedrijf beschikt over alle periodieke vergunningen om zijn activiteiten uit te voeren.

Indicator 2.4.1:

De door de bevoegde financiële en fiscale instanties afgegeven periodieke documenten en andere vergunningen zijn geldig.

Verificatiepunt 2.4.1.1.

Bedrijfsbelasting

Algemeen belastingwetboek

277 en 314

Verificatiepunt 2.4.1.2.

Goedkeuring van de erkende douane-expediteur

Douanewetboek

112-119

Verificatiepunt 2.4.1.3.

Goedkeuring

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

Beginsel 3:

De staat betrekt als beheerder van de aanplantingen het maatschappelijk middenveld en de lokale bevolking bij het beheer en eerbiedigt de rechten van deze bevolkingsgroepen en de werknemers.

Criterium 3.1:

De staat betrekt het maatschappelijk middenveld en de lokale bevolking bij de bescherming van de aanplantingen en bij de uitwerking van en het toezicht op de ontwikkelingsplannen.

Indicator 3.1.1:

De staat beschikt over een operationeel mechanisme voor overleg met de belanghebbenden over het beheer van de aanplantingen.

Verificatiepunt 3.1.1.1.

Comité voor het toezicht op en de evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Verificatiepunt 3.1.1.2.

Overlegplatform tussen de staat en de lokale bevolking

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Indicator 3.1.2:

De lokale bevolkingsgroepen zijn voldoende op de hoogte van hun rechten en worden voldoende geïnformeerd over het beheer van de aanplantingen.

Verificatiepunt 3.1.2.1.

Verslag van de vergaderingen van het overlegplatform

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Criterium 3.2:

De staat eerbiedigt de rechten, gewoonten en gebruiken van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen volgens de nationale wet- en regelgeving en de internationale verdragen.

Indicator 3.2.1:

De staat eerbiedigt de rechten, gewoonten en gebruiken van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen.

Verificatiepunt 3.2.1.1.

Verslag van het overlegplatform

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Verificatiepunt 3.2.1.2.

Verslag van het comité voor het toezicht op en de evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Verificatiepunt 3.2.1.3.

Verslag van de controlemissie van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 81

Indicator 3.2.2:

De staat komt zijn verplichtingen jegens de inheemse en lokale bevolkingsgroepen na.

Verificatiepunt 3.2.2.1.

Concessieovereenkomst/memorandum van overeenstemming

Wet 16-2000 van 20 november 2000

72

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

168

Verificatiepunt 3.2.2.2.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 81

Verificatiepunt 3.2.2.3.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Verificatiepunt 3.2.2.4.

Verslag van het overlegplatform

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Indicator 3.2.3:

Als het bedrijf schade toebrengt aan de eigendommen van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen, wordt een schadevergoeding betaald volgens de geldende wet- en regelgeving

Verificatiepunt 3.2.3.1.

Schadeverslag

Decreet 86/970 van 27 september 1986

10

Verificatiepunt 3.2.3.2.

Kwitanties van de schadevergoeding

Decreet 86/970 van 27 september 1986

1 en 9

Criterium 3.3:

De sociale partners van het bedrijf zijn voldoende op de hoogte van hun rechten.

Indicator 3.3.1:

Het bedrijf garandeert vrijheid voor vakbondsactiviteiten en eerbiedigt de daarmee verband houdende wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 3.3.1.1.

Bestaan van personeelsvertegenwoordiging en vakbondsafdelingen

Wet 06/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 173, nieuw, en artikel 210-3

Verificatiepunt 3.3.1.2.

Aanwezigheid van een ruimte voor de vakbonden

Wet 06/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 210-5

Verificatiepunt 3.3.1.3.

Aanwezigheid van klachtenboeken

Wet 06/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 210-7 en 179, nieuw

Besluit 1110/MTFPSS/DGT van 24 juni 1996

27

Indicator 3.3.2:

Personeelsvertegenwoordigers en vakbondsafgevaardigden zijn opgeleid voor hun taken.

Verificatiepunt 3.3.2.1.

Verlofbrief in verband met bijscholing

Wet 06/96 van 6 maart 1996

179, nieuw

Indicator 3.3.3:

De werknemers hebben toegang tot de documenten inzake de rechten van werknemers, arbeidsrechten en socialezekerheidsrechten.

Verificatiepunt 3.3.3.1.

Beschikbaarheid van documenten

Overeenkomst nr. 98 (OIT, 1949)

7

Criterium 3.4:

Het bedrijf eerbiedigt de rechten van zijn werknemers.

Indicator 3.4.1:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen jegens de sociale partners na.

Verificatiepunt 3.4.1.1.

Notulen van de vergaderingen

Besluit 1110/MTFPSS/DGT van 24 juni 1996

26

Indicator 3.4.2:

De verhoudingen tussen bedrijf en werknemers zijn formeel vastgelegd volgens de arbeidswet en de socialezekerheidswet.

Verificatiepunt 3.4.2.1.

Werkgeversregister ondertekend

Wet 45/75 van 15 maart 1975

182

Verificatiepunt 3.4.2.2.

Arbeidsovereenkomsten

Wet nr. 022/88 van 17 september 1988

13-16

Wet 45/75 van 15 maart 1975

75

Algemeen besluit nr. 3815 van 1 december 1953

6

Verificatiepunt 3.4.2.3.

Reglement van orde op een zichtbare plaats

Wet nr. 004/86 van 25 februari 1986

172

Verificatiepunt 3.4.2.4.

Lijst van werknemers die zijn ingeschreven bij de nationale dienst voor sociale zekerheid

Wet nr. 004/86 van 25 februari 1986

172

Indicator 3.4.3:

Het bedrijf betaalt zijn werknemers volgens de wet- en regelgeving op het gebied van arbeid en de geldende collectieve arbeidsovereenkomst.

Verificatiepunt 3.4.3.1.

Salarisregistratie ondertekend

Wet nr. 45/75 van 15 maart 1975

90

Verificatiepunt 3.4.3.2.

Salarisstroken

Wet nr. 45/75 van 15 maart 1975

90

Indicator 3.4.4:

De veiligheids- en gezondheidsomstandigheden van de werknemers voldoen aan de wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 3.4.4.1.

Verslagen van het comité voor gezondheid en veiligheid

Besluit 9030 van 10 december 1986

9

Verificatiepunt 3.4.4.2.

Register van medische consulten

Wet 6/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 145, lid 1, nieuw

Besluit 9033 van 12 december 1986

22

Verificatiepunt 3.4.4.3.

Register van arbeidsongevallen

Wet 6/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 141, lid 2, nieuw

Verificatiepunt 3.4.4.4.

Veiligheidsregisters

Wet 6/96 van 6 maart 1996 tot aanvulling en wijziging van sommige bepalingen van wet 45/75 van 15 maart 1975

artikel 141, lid 2, nieuw

Verificatiepunt 3.4.4.5.

Verslag over het toezicht op en de evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Indicator 3.4.5:

Het bedrijf respecteert de werktijden volgens de wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 3.4.5.1.

Werktijden op een zichtbare plaats

Decreet 78-361 van 12 mei 1978

5

Verificatiepunt 3.4.5.2.

Vergunning voor overwerk van het districtsdirectoraat voor arbeid

Decreet 78-361 van 12 mei 1978

10

Indicator 3.4.6:

Werknemers worden aangeworven volgens de voorwaarden zoals vastgelegd in de nationale wetgeving en door de Internationale Arbeidsorganisatie.

Verificatiepunt 3.4.6.1.

Een kopie van de vacature wordt aan de ONEMO gestuurd

Wet 022-88 van 10 september 1988

9 en 10

Verificatiepunt 3.4.6.2.

Arbeidsovereenkomst

Wet 022-88 van 10 september 1988

16

Beginsel 4:

De staat eerbiedigt de wet- en regelgeving op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening, bosbouw, houtverwerking en belasting.

Criterium 4.1:

De milieueffectstudies zijn uitgevoerd volgens de eisen van de wet- en regelgeving en de maatregelen tot vermindering van deze effecten zijn uitgevoerd.

Indicator 4.1.1:

De milieueffectstudies zijn uitgevoerd volgens de procedures.

Verificatiepunt 4.1.1.1.

Goedkeuring van het ingenieursbureau

Wet 003-91 van 23 april 1991

2

Decreet 86/775 van 7 juni 1986

1 en 4

Besluit 835/MIME/DGE van 6 september 1999

4 en 5

Wet 003-91 van 23 april 1991

 

Verificatiepunt 4.1.1.2.

milieueffectrapportage

Decreet 86/775 van 7 juni 1986

1 en 4

Verificatiepunt 4.1.1.3.

Verslag van de vergadering die de milieueffectrapportage heeft goedgekeurd

Wet 003-91 van 23 april 1991

2

Indicator 4.1.2:

De in de milieueffectrapportages goedgekeurde maatregelen ter bescherming van de biodiversiteit worden geëerbiedigd.

Verificatiepunt 4.1.2.1.

Verslagen van controles ter plaatse en auditverslagen

Wet 003-91 van 23 april 1991

39

Besluit 1450/MIME/DGE van 19 november 1999

16, 17 en 18

Verificatiepunt 4.1.2.2.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 82

Verificatiepunt 4.1.2.3.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Indicator 4.1.3:

De maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de sanering van basiskampen en industrieterreinen worden geëerbiedigd.

Verificatiepunt 4.1.3.1.

Besluit tot goedkeuring van het personeel van het centrum voor sociale zaken en gezondheid

Wet 45/75 van 15 maart 1975

142 en 143

Besluit nr. 9033/MTERFPPS/DGEF/DSS van 10 december 1986

12

Verificatiepunt 4.1.3.2.

Goedkeuring van het ministerie voor Volksgezondheid

Besluit nr. 3092 MSP/MEFB van 9 juli 2003

2

Verificatiepunt 4.1.3.3.

Notulen van de vergaderingen van het comité voor gezondheid en veiligheid

Besluit nr. 9030/MTERFPPS/MTERFPPS/DGEF/DSS van 10 december 1986

9

Verificatiepunt 4.1.3.4.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Criterium 4.2:

De nationale wet- en regelgeving en de door Congo geratificeerde internationale verdragen en overeenkomsten op milieugebied worden geëerbiedigd.

Indicator 4.2.1:

Het bedrijf verwerkt zijn afval volgens de voorschriften van de wet- en regelgeving.

Verificatiepunt 4.1.1.1.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 82

Verificatiepunt 4.1.1.2.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Besluit tot goedkeuring van het beheersplan

Indicator 4.2.2:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen op het gebied van faunabescherming na.

Verificatiepunt 4.2.2.1.

Reglement van orde van het bedrijf

Wet 45/75 van 15 maart 1975

74

Verificatiepunt 4.2.2.2.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 82

Verificatiepunt 4.2.2.3.

Verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Criterium 4.3:

De beheersplannen worden opgesteld volgens de geldende normen en binnen de geldende termijnen en worden door de dienst voor bosbeheer en de belanghebbenden goedgekeurd.

Indicator 4.3.1:

Het inventarisatieverslag, het verslag van aanvullende studies en het beheersplan zijn opgesteld volgens de door de dienst voor bosbeheer opgestelde normen en de richtsnoeren voor het beheer van bosbouwconcessies.

Verificatiepunt 4.3.3.1.

Inventarisatieverslag

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

Verificatiepunt 4.3.3.2.

Verslag van aanvullende studies

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

Verificatiepunt 4.3.3.3.

Beheersplan

Wet 16-2000 van 20 november 2000

55 en 56

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

54

Indicator 4.3.2:

Het inventarisatieverslag en het verslag van aanvullende studies zijn goedgekeurd door de dienst voor bosbeheer en het beheersplan is goedgekeurd door de belanghebbenden.

Verificatiepunt 4.3.2.1.

Notulen van de vergadering die het inventarisatieverslag en het verslag van aanvullende studies heeft goedgekeurd

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

Verificatiepunt 4.3.2.2.

Verslag van de vergadering die het beheersplan heeft goedgekeurd

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

Indicator 4.3.3:

De jaarlijkse bestuurs- en kapplannen worden goedgekeurd volgens de nationale richtsnoeren voor het beheer van bosbouwconcessies en de voorschriften van de dienst voor bosbouw.

Verificatiepunt 4.3.3.1.

Verslag van de vergadering die het bestuursplan heeft goedgekeurd

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

5

Verificatiepunt 4.3.3.2.

Vergunning voor de jaarlijkse kap

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

8

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

68

Criterium 4.4:

De grenzen van de aanplantingen en de exploitatienormen zijn duidelijk gedefinieerd en worden geëerbiedigd.

Indicator 4.4.1:

De boskaarten zijn opgesteld volgens de door de dienst voor bosbouw vastgestelde normen en de grenzen worden ter plaatse gemarkeerd en regelmatig onderhouden volgens de geldende regelgeving.

Verificatiepunt 4.4.1.1.

Boskaarten

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

24

Verificatiepunt 4.4.1.2.

Controle- en activiteitenverslagen van het DDEF en de centrale overheidsdienst

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37 en 82

Indicator 4.4.2:

De bomen worden gekapt en geregistreerd volgens het jaarlijkse kapplan.

Verificatiepunt 4.4.2.1.

Jaarlijkse kapplan/exploitatieplan

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

68

Besluit 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007

8

Verificatiepunt 4.4.2.2.

Register van de kappplaats

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

183

Verificatiepunt 4.4.2.3.

Controle- en activiteitenverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

37, 81, 82

Indicator 4.4.3:

De aangeplante percelen worden geëxploiteerd volgens het beheersplan.

Verificatiepunt 4.4.3.1.

Roulatie

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Verificatiepunt 4.4.3.2.

Aantal geëxploiteerde percelen

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Verificatiepunt 4.4.3.3.

Geëxploiteerd volume

Decreet tot goedkeuring van het beheersplan

Indicator 4.4.4:

Voordat het hout wordt afgevoerd, zijn de vrachtbrieven ingevuld.

Verificatiepunt 4.4.4.1.

Vrachtbrieven

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

121

Verificatiepunt 4.4.4.2.

Controleverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81 en 82

Criterium 4.5:

Het bedrijf eerbiedigt de wet- en regelgeving inzake houtverwerking.

Indicator 4.5.1:

De verwerkingseenheid is opgezet volgens de voorschriften.

Verificatiepunt 4.5.1.1.

Goedkeuring voor de opzet van de verwerkingseenheid

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

114, 115

Verificatiepunt 4.5.1.2.

Verslagen van de inspecties ter plaatse en activiteitenverslagen van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81 en 82

Indicator 4.5.2:

De verwerkte stammen worden op de juiste wijze geregistreerd in een document van de dienst voor bosbouw.

Verificatiepunt 4.5.2.1.

Vrachtbrief

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

121

Verificatiepunt 4.5.2.2.

Register van het binnenkomende hout

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

119

Verificatiepunt 4.5.2.3.

Verslag van de inspecties ter plaatse van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81 en 82

Indicator 4.5.3:

Het bedrijf stimuleert en ondersteunt onderaanneming met betrekking tot het recyclen van de bijproducten van de verwerking.

Verificatiepunt 4.5.3.1.

Contract van onderaanneming

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

118

Criterium 4.6:

De belastingaangiften stemmen overeen met de activiteiten van het bedrijf.

Indicator 4.6.1:

De belastingaangiften zijn opgesteld volgens de regels en op tijd ingediend.

Verificatiepunt 4.6.1.1.

Aangifte inkomstenbelasting

Algemeen belastingwetboek, deel I

124 - 124 b

Indicator 4.6.2:

De in- en/of uitvoerverklaringen zijn in overeenstemming met de regelgeving.

Verificatiepunt 4.6.2.1.

Douaneaangifte

CEMAC-douanewetboek

110 en 111

Verificatiepunt 4.6.2.2.

Aangifte ten uitvoer/invoer

Wet 003/2007 van 24 januari 2007

6, 14 en 27

Douanewetboek

49

Indicator 4.6.3:

Het bedrijf geeft op tijd zijn balans over het afgelopen jaar door aan de belastingdienst en dient bij de CNSS een salarisjaaroverzicht in.

Verificatiepunt 4.6.3.1.

Balans

Algemeen belastingwetboek

31, 46 en 47

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

191

Uniform besluit inzake handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen

137

Uniform besluit tot harmonisatie van de bedrijfsrekeningen

23

Verificatiepunt 4.6.3.2.

Jaaroverzicht van de salarissen

Algemeen belastingwetboek

179

Criterium 4.7:

Het bedrijf heeft al zijn belastingen en sociale bijdragen op tijd voldaan.

Indicator 4.7.1:

Het bedrijf betaalt alle concessierechten en belastingen op bosbouwgebied op tijd.

Verificatiepunt 4.7.1.1.

Kopie van cheques

Wet 16-2000 van 20 november 2000

87

Indicator 4.7.2:

Het bedrijf voldoet volgens de regels alle belastingen en rechten in verband met de invoer van producten.

Verificatiepunt 4.7.2.1.

Rekeningoverzicht van belastingen en rechten

CEMAC-douanewetboek

132-135

Algemeen belastingwetboek

461

Verificatiepunt 4.7.2.2.

Kopie van cheques

CEMAC-douanewetboek

134

Algemeen belastingwetboek

462 en 463

Verificatiepunt 4.7.2.3.

Kwitanties

CEMAC-douanewetboek

134

Algemeen belastingwetboek

46 en 463

Indicator 4.7.3:

Het bedrijf voldoet op tijd alle belastingen, heffingen en rechten waarvoor het bedrijf niet is vrijgesteld en die van toepassing zijn op het nationale grondgebied.

Verificatiepunt 4.7.3.1.

Inkomstenregister

Algemeen belastingwetboek, deel I

462

Verificatiepunt 4.7.3.2.

Kopie van cheques

Algemeen belastingwetboek, deel I

462

Verificatiepunt 4.7.3.3.

Kwitanties

Algemeen belastingwetboek, deel I

461, 462 en 463

Indicator 4.7.4:

Het bedrijf betaalt alle sociale bijdragen op tijd.

Verificatiepunt 4.7.4.1.

Betalingsbewijs

Wet 004/86 van 24 februari 1986

171

Verificatiepunt 4.7.4.2.

Kopies van cheques/overschrijvingsformulieren

Algemeen belastingwetboek, deel I

461-463

Wetboek sociale zekerheid, wet 004/86 van 24 februari 1986

147 bis

Indicator 4.7.5.:

Het bedrijf verricht op tijd alle transacties met betrekking tot bosbouw, douane, belastingen, handel en sociale zekerheid.

Verificatiepunt 4.7.5.1.

Inbreukverslagen

Wet 6-94 van 1 juni 1994

21, 22, 23 en 26

Wet 16-2000 van 20 november 2000

111

Algemeen belastingwetboek, deel I

461

CEMAC-douanewetboek

308

Verificatiepunt 4.7.5.2.

Transactiecertificaat

Wet 6-94 van 1 juni 1994

21, 22, 23 en 26

Algemeen belastingwetboek, deel I

463

Wet 16-2000 van 20 november 2000

134

CEMAC-douanewetboek

327 en 328

Verificatiepunt 4.7.5.3.

Kopie van cheques of kwitanties

CEMAC-douanewetboek

134

Algemeen belastingwetboek, deel I

426 en 463

Criterium 4.8:

Het bedrijf besteedt werkzaamheden uit aan bedrijven die zich aan de regels houden.

Indicator 4.8.1:

Het bedrijf vergewist zich ervan dat alle onderaannemers over de vereiste vergunningen beschikken en hun werknemers volgens de voorschriften betalen.

Verificatiepunt 4.8.1.1.

Vergunningen afgegeven door de bevoegde autoriteiten

Uniform besluit van 17 april 1997 inzake handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen

10 en 15

Uniform besluit inzake het algemene handelsrecht

16, 17, 18, 23, 24 en 40

Verificatiepunt 4.8.1.2.

Contract met het bedrijf

Uniform besluit van 17 april 1997 inzake handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen

173

Indicator 4.8.2:

Het bedrijf houdt zich aan zijn contracten met onderaannemers.

Verificatiepunt 4.8.2.1.

Contract met het bedrijf

Uniform besluit inzake handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen

10 en 15

Verificatiepunt 4.8.2.2.

Contract voor de detachering van personeel

Wet nr. 6-96 van 6 maart 1996

73-3

Beginsel 5:

Het bedrijf eerbiedigt de regelgeving inzake het houttransport en de houthandel.

Criterium 5.1:

Het hout wordt vervoerd volgens de geldende wet- en regelgeving.

Indicator 5.1.1:

De verschillende voertuigen waarmee verwerkte stammen worden vervoerd, zijn ingeschreven bij de bevoegde instanties.

Verificatiepunt 5.1.1.1.

Voertuigenregister

Decreet 261-59 van 20 januari 1959

1, 2, 3 en 4

Verificatiepunt 5.1.1.2.

Kentekenbewijs

Besluit 2844 van 12 december 2005

1-5

CEMAC-douanewetboek

77 en 78

Verificatiepunt 5.1.1.3.

Verzekering

CIMA-wetboek, deel V (belastingen)

503

Indicator 5.1.2:

De goedkeuringen en vergunningen voor het vervoer van de stammen zijn in overeenstemming met de regelgeving en worden regelmatig vernieuwd.

Verificatiepunt 5.1.2.1.

Vervoersvergunning

Decreet 90/135 van 31 maart 1990

5

Verificatiepunt 5.1.2.2.

Certificaat dat het vaartuig geschikt is voor de vaart

Wetboek binnenscheepvaart CEMAC/RDC

23

Verificatiepunt 5.1.2.3.

Goedkeuring

Besluit 5694 van 17 september 2001

1-9

Verificatiepunt 5.1.2.4.

Goedkeuring

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

48

Indicator 5.1.3:

De vervoersmiddelen worden regelmatig gecontroleerd.

Verificatiepunt 5.1.3.1.

Verslag van de technische controle

Besluit 11599 van 15 november 2004

9

Verificatiepunt 5.1.3.2.

Certificaat van de technische voertuigcontrole

Besluit 11599 van 15 november 2004

1-24

Wegenverkeersreglement CEMAC

23

Indicator 5.1.4:

Het bedrijf komt zijn verplichtingen op het gebied van houtvervoer na.

Verificatiepunt 5.1.4.1.

Vrachtbrief

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

121

Verificatiepunt 5.1.4.2.

Vervoersdocument/vrachtbrief

Wetboek binnenscheepvaart CEMAC/RDC

1, 2, 3 en 4

Verificatiepunt 5.1.4.3.

Identificatieformulier van de lading

Besluit 1033 van 14 mei 2008

3

Decreet nr. 98-39 van 29 januari 1998

3 en 4

Criterium 5.2:

De op de markt gebrachte producten zijn duidelijk herkenbaar en de oorsprong is traceerbaar.

Indicator 5.2.1:

Het door het bedrijf vervoerde hout is gemarkeerd volgens de geldende regelgeving, waardoor het hout traceerbaar is tot de plaats waar het gekapt is.

Verificatiepunt 5.2.1.1.

Markering van het hout/pakket

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

86

Verificatiepunt 5.2.1.2.

Boomhamer van het bedrijf

Wet 16-2000 van 20 november 2000

75

Verificatiepunt 5.2.1.3.

Controleverslag van het DDEF

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

81

Indicator 5.2.2:

De begeleidende documenten bij het vervoerde en op de markt gebrachte hout zijn volgens de geldende regelgeving ingevuld en worden bijgewerkt.

Verificatiepunt 5.2.2.1.

Certificaat van oorsprong

Wet 003/2007 van 24 januari 2007

20 en 27

Verificatiepunt 5.2.2.2.

Specificatieformulier

Decreet 2002-437 van 31 december 2002

135

Verificatiepunt 5.2.2.3.

Pro-formafactuur

Wet 3/2007 van 24 januari 2007

18 en 27

Verificatiepunt 5.2.2.4.

Douaneaangifte

CEMAC-douanewetboek

110 en 111

Verificatiepunt 5.2.2.5.

Uitvoeraangifte

Wet 3/2007 van 24 januari 2007

14 en 27

Verificatiepunt 5.2.2.6.

Invoeraangifte

Wet 3-2007 van 24 januari 2007

6 en 27

Verificatiepunt 5.2.2.7.

Leveringsbon

Wet 3-2007 van 24 januari 2007

27

OVERZICHT VAN WETTEN, BELANGRIJKSTE REGELGEVING, REGIONALE EN INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN OP HET GEBIED VAN DE BOSBOUW

1.   Bossen

Wet nr. 16-2000 van 20 november 2000 inzake de bosbouw,

Decreet nr. 2002-434 van 31 december 2002 inzake organisatie en werking van het bosbouwfonds,

Decreet nr. 2002-435 van 31 december 2002 inzake bevoegdheden, organisatie en werking van het nationaal centrum voor de inventarisatie en het beheer van bossen en fauna,

Decreet nr. 2002-436 van 31 december 2002 inzake bevoegdheden, organisatie en werking van de controledienst voor hout dat voor de uitvoer is bestemd,

Decreet nr. 2002-437 van 31 december 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor beheer en gebruik van bossen,

Besluit nr. 5053/MEF/CAB van 19 juni 2007 tot vaststelling van de nationale richtsnoeren inzake duurzaam beheer van de bosbouwconcessies.

2.   Milieu

Wet nr. 003/91 van 23 april 1991 inzake milieubescherming,

Decreet nr. 86/775 van 7 juni 1986 tot verplichtstelling van milieueffectrapportages,

Besluit nr. 1450/MIME/DGE van 18 november 1999 inzake de toepassing van sommige bepalingen op installaties die op grond van wet nr. 003/91 onder de milieubescherming vallen,

Besluit nr. 835/MIME/DGE van 6 september 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor erkenning met betrekking tot de uitvoering van milieueffectrapportages in de Republiek Congo.

3.   Werk, gezondheid en veiligheid

Wet nr. 45-75 van 15 maart 1975 tot vaststelling van een arbeidswet voor de Volksrepubliek Congo,

Wet nr. 6-96 van 6 maart 1996 tot wijziging en aanvulling van sommige bepalingen van wet nr. 45-75 van 15 maart 1975 tot vaststelling van een arbeidswet voor de Volksrepubliek Congo,

Wet nr. 004/86 van 25 februari 1986 tot vaststelling van de socialezekerheidswet voor de Volksrepubliek Congo,

Wet nr. 022/88 van 17 september 1988 tot wijziging van wet nr. 001/86 van 22 februari 1986 tot vervanging en aanvulling van wet nr. 03/85 van 14 februari 1985 tot oprichting van de nationale dienst voor arbeid en werkgelegenheid (ONEMO) en tot wijziging van de arbeidswet,

Decreet nr. 78/359/MJT.SGFPT.DTPS.ST.3/8 van 12 mei 1978 tot vaststelling van de uitzonderingen in de zin van artikel 105 van de arbeidswet,

Decreet nr. 78/360/MJT.SGFPT.DTPS.ST. 3/8 van 12 mei 1978 tot vaststelling van de arbeidsduur, de regels voor overuren en de vergoeding daarvan voor niet-agrarische ondernemingen,

Decreet nr. 78/361/MJT.SGFPT.DTPS.ST.3/8 van 12 mei 1978 tot vaststelling van de regels voor overuren en de vergoeding daarvan voor agrarische en daarmee gelijkgestelde ondernemingen,

Besluit nr. 9028/MTERFPPS/DGT/DSSHST van 10 december 1986 inzake de bijzondere gezondheids- en veiligheidsmaatregelen voor bosbouwbedrijven,

Besluit nr. 9030/MTERFPPS/DGT/DSSHST van 10 december 1986 tot instelling van comités voor gezondheid en veiligheid binnen ondernemingen,

Besluit nr. 9033/MTERFSPPS/DGT/DSSHST van 10 december 1986 inzake organisatie en werking van de centra voor sociale zaken en gezondheid binnen ondernemingen in de Volksrepubliek Congo,

Decreet nr. 2008-942 van 31 december 2008 tot vaststelling van de hoogte van het gewaarborgd minimumloon (SMIG),

Besluit nr. 3092 van 9 juli 2003 inzake de voorwaarden voor oprichting en opening van particuliere instellingen voor gezondheidszorg.

4.   Handel

Wet nr. 6-94 van 1 juni 1994 tot vaststelling van de regels inzake prijzen, handelsnormen en het opsporen en bestrijden van fraude,

Wet nr. 19-2005 van 24 november 2005 tot vaststelling van de regels voor het beroep van handelaar in de Republiek Congo,

Wet nr. 3-2007 van 24 januari 2007 tot vaststelling van de regels voor invoer, uitvoer en wederuitvoer,

Decreet 2008-446 van 15 november 2008 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verkrijgen van een beroepskaart voor handelaars.

5.   Grondbeheer

Wet nr. 17-2000 van 31 december 2000 inzake grondeigendom.

6.   Landbouw en veeteelt

Decreet nr. 55/1219 van 13 september 1955 tot vaststelling van de overheidsregels inzake de toepassingsvoorschriften van de wet van 26 november 1952 inzake de florabescherming in gebieden die onder het ministerie voor Franse overzeese gebiedsdelen vallen,

Decreet nr. 86/970 van 27 september 1986 tot vaststelling van de schadevergoeding in geval van vernietiging van fruitbomen of oogstschade,

Besluit 1 142 van 12 juni 1945 tot instelling van fytosanitaire controle in Frans Equatoriaal Afrika (AEF),

Besluit 1 143 van 12 juin 1945 tot instelling van inspecties en een fytosanitair beleid in Frans Equatoriaal Afrika (AEF),

Besluit nr. 2866/MAE/MEFB van 3 juli 2008 tot vaststelling van de kosten van inspecties, fytosanitaire en diergeneeskundige diensten en de verplichte gezondheidsdocumenten.

7.   Vervoer

Wet nr. 018/89 van 31 oktober 1989 ter definitie van de verschillende activiteiten in het wegvervoer en activiteiten die verband houden met vervoer per motorvoertuig en tot vaststelling van de tarieven voor vergunningen voor het uitoefenen voor die activiteiten,

Wegenverkeersreglement CEMAC zoals herzien in 2001,

Wetboek binnenscheepvaart CEMAC/RDC,

Decreet nr. 90/135 van 31 maart 1990 tot vaststelling van de regels voor toegang tot beroepen in het wegvervoer en activiteiten die verband houden met vervoer per motorvoertuig in de Republiek Congo,

Decreet nr. 98-39 van 29 januari 1998 inzake de organisatie en regelgeving voor het zeevervoer van en naar de Republiek Congo,

Decreet nr. 2003-61 van 6 mei 2003 tot vaststelling van de regels voor de registratie van motorvoertuigen,

Besluit nr. 5694 van 17 september 2001 tot vaststelling van voorwaarden voor het verkrijgen van de erkenning voor de uitoefening van een beroep in het wegvervoer en beroepen die verband houden met het vervoer per motorvoertuig,

Besluit nr. 11599 van 15 november 2004 tot vaststelling van de regels voor de technische keuring van voertuigen,

Besluit nr. 2844 van 12 april 2005 tot vaststelling van de regels voor het opstellen en de afgifte van kentekenbewijzen voor motorvoertuigen,

Besluit nr. 1033/MTMMM-CAB van 14 mei 2008 tot instelling van het ladingstraceringsdocument voor het internationale goederenvervoer van en naar Congo.

8.   Economie

Wet nr. 6-2003 van 18 januari 2003 inzake het investeringshandvest,

Decreet 2004-30 van 18 februari 2004 tot vaststelling van de voorwaarden voor toekenning van de voordelen van het investeringshandvest.

9.   Internationale, regionale en subregionale overeenkomsten

Uniform besluit van de OHADA inzake het algemene handelsrecht,

Uniform besluit van 17 april 1997 inzake het handelsrecht voor handelsvennootschappen en economische belangengroeperingen,

Uniform besluit van de OHADA van 10 april 1998 inzake de organisatie van collectieve procedures voor het aanzuiveren van de passiva,

Uniform besluit van de OHADA van 10 april 1998 tot vaststelling van de procedures voor inning en uitvoering,

Afrikaans verdrag inzake de bescherming van de fauna en de natuurlijke hulpbronnen, ook „het Verdrag van Algiers van 1968” genoemd, geratificeerd bij Wet nr. 27/80 van 21 april 1980,

de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites), die is geratificeerd bij wet nr. 34/82 van 7 juli 1982 en waartoe Congo op 31 januari 1983 is toegetreden,

Biodiversiteitsverdrag, Rio 1992, geratificeerd bij wet nr. 29/96 van 25 juni 1996,

Internationale overeenkomst inzake tropisch hardhout, geratificeerd bij wet nr. 28/96 van 25 juni 1996,

Kaderovereenkomst inzake klimaatverandering, geratificeerd bij wet nr. 26/96 van 25 juni 1996,

Overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis, in het bijzonder als habitat voor watervogels (de Overeenkomst van Ramsar), geratificeerd bij wet nr. 28/96 van 25 juni 1996,

Verdrag van Bonn inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten, 1985, geratificeerd bij wet nr.14/99 van 3 maart 1999,

Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming, geratificeerd bij wet nr. 8/99 van 8 januari 1999,

Kyotoprotocol inzake de bestrijding van klimaatverandering, geratificeerd bij Wet nr. 24-2006 van 12 september 2006,

Verdrag tot oprichting van de Midden-Afrikaanse Boscommissie, ondertekend op 5 februari 2005 te Brazzaville en geratificeerd bij wet nr. 35-2006 van 26 oktober 2006 tot ratificering van het verdrag inzake het behoud en duurzaam beheer van de Midden-Afrikaanse bosecosystemen, waarbij de Midden-Afrikaanse Boscommissie is opgericht.


(1)  Het geval van „Eucalyptus Fibre Congo” (EFC) is momenteel de enige uitzondering, waar regularisatie gaande is (zie bijlage IX). Dit betreft de overdracht van staatsaanplantingen van ongeveer 48 000 hectare in april 2008, die in erfpacht door EFC zullen worden beheerd. Daartoe moet een tekst worden goedgekeurd inzake de voorwaarden voor de overdracht van aanplantingen aan derden. Op termijl zal de wettigheid van deze houtproducten worden moeten aangetoond aan de hand van de wettigheidstabel de wettigheidstabel voor hout afkomstig uit aanplantingen.


BIJLAGE III

SYSTEEM TER CONTROLE VAN DE WETTIGHEID

HOOFDSTUK 1

INLEIDING

Het systeem ter controle van de wettigheid van de Republiek Congo is gebaseerd op wet- en regelgeving, richtsnoeren en normen. Het systeem ter controle van de wettigheid kent twee hoofdonderdelen:

administratieve controle,

inspecties ter plaatse.

Het hier beschreven systeem ter controle van de wettigheid berust op de al bestaande activiteiten wat betreft volgen, controleren en inspecteren in het kader van het toezicht van de regering op het beheer en het gebruik van de bossen, maar dan in een versterkte vorm om de betrouwbaarheid van het bij deze overeenkomst ingestelde FLEGT-vergunningensysteem te garanderen. Het systeem ter controle van de wettigheid bestaat uit:

1.

twee wettigheidstabellen,

2.

houttraceringssysteem,

3.

controle van de wettigheid van de bosbouwentiteit,

4.

verificatie van de controle van de leveringsketen,

5.

afgifte van FLEGT-vergunningen,

6.

onafhankelijke audit.

Het systeem ter controle van de wettigheid wordt uitgevoerd door:

twee (2) centrale directoraten onder verantwoordelijkheid van het directoraat-generaal bosbouw (DGEF): het bosdirectoraat en het directoraat voor de ontwikkeling van de bosrijkdommen,

drie (3) inspectiediensten onder verantwoordelijkheid van de algemene bosbouwinspectie (Inspection Générale de l’Economie Forestière, IGEF): de bosinspectie, de inspectiedienst voor fauna en beschermde gebieden en de administratieve en juridische inspectiedienst,

twaalf (12) districtskantoren met vertegenwoordigingen in elk departement van het land (Brazzaville, Pointe-Noire, Kouilou, Niari, Lékoumou, Bouenza, Pool, Plateaux, Cuvette-Ouest, Cuvette, Sangha en Likouala) en de bijbehorende controlebrigades en -posten,

twee (2) organismen met autonoom beheer: de dienst voor controle van houtproducten voor de export (SCPFE) en zijn bijkantoren en het nationaal centrum voor de inventarisatie en het beheer van bossen en fauna (CNIAF),

de overheidsdienst voor handel,

de justitiële diensten,

de douanediensten,

de belastingdienst,

de arbeidsadministratie,

de milieu-administratie,

de gezondheidsinstanties,

de socialezekerheidsinstanties (de Caisse Nationale de Sécurité Sociale, CNSS),

de bosbouwbedrijven.

Daarnaast wordt binnen het maatschappelijk middenveld een structuur opgezet om toe te zien op de activiteiten van bosbouwbedrijven en bij te dragen aan de ontwikkeling van controleprocedures.

Daarnaast wordt het systeem ter controle van de wettigheid gecontroleerd door een onafhankelijke auditor.

De taken van de verschillende entiteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van het systeem ter controle van de wettigheid worden in de volgende hoofdstukken nader beschreven.

Tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zullen de taken van de verschillende entiteiten en de benodigde personele middelen en het voor elke functie vereiste competentieniveau nauwkeurig worden uitgewerkt.

Bij de verdeling van de taken op het gebied van controle en verificatie zal bijzondere aandacht worden besteed aan de mechanismen voor het beheer en de controle van eventuele belangenconflicten.

HOOFDSTUK 2

TOEPASSINGSGEBIED

Het systeem ter controle van de wettigheid is van toepassing op ALLE in Congo geproduceerd hout en op ingevoerde producten. Alle hout dat in Congo in de handel is, valt dus onder het systeem ter controle van de wettigheid.

De controle van de wettigheid van hout beslaat dus de nationale markt en de uitvoer van alle producten van bijlage I, ongeacht het land van bestemming.

Ook hout van Congolese oorsprong dat via andere landen (met name Kameroen) wordt doorgevoerd valt onder het systeem.

HOOFDSTUK 3

3.1.   Wettigheidstabellen

Het systeem ter controle van de wettigheid voor Congo omvat twee wettigheidstabellen: i) de wettigheidstabel voor legaal hout uit natuurlijke bossen in Congo en ii) de wettigheidstabel voor legaal hout uit aanplantingen (zie bijlage II). Deze schema’s omvatten indicatoren en verificatiepunten inzake de volgende aspecten:

het juridische statuut van het bosbouwbedrijf;

kaprechten en periodieke vergunningen;

eerbiediging van de regelgeving inzake bosbeheer;

eerbiediging van de regelgeving inzake exploitatie en bewerking;

eerbiediging van de regelgeving inzake milieu;

overeenstemming van de belastingaangiften en tijdige betaling van belastingen en sociale bijdragen;

informatie aan en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de inheemse en lokale bevolkingsgroepen bij het beheer van de concessie;

eerbiediging van de rechten van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen en de werknemers;

eerbiediging van de verplichtingen inzake de bijdrage aan de sociaaleconomische ontwikkeling.

In de wettigheidstabellen zijn de eisen vastgelegd waaraan bedrijven moeten voldoen die actief zijn in de bosbouw en die hout en daarvan afgeleide producten produceren of bewerken. De indicatoren en verificatiepunten kunnen in twee categorieën worden verdeeld: i) indicatoren en verificatiepunten die niet te maken hebben met het houttraceringssysteem en ii) indicatoren en verificatiepunten die worden gecontroleerd in het kader van het houttraceringssysteem.

In hoofdstuk 3.2 wordt de eerste categorie behandeld en in hoofdstuk 4 komen de indicatoren en verificatiepunten van de tweede categorie aan bod.

3.2.   Controleprocedures

De wettigheid wordt gecontroleerd aan de hand van documenten (papieren controle) en/of door middel van werkbezoeken. Sommige indicatoren en verificatiepunten worden één maal tijdens het bestaan van een bedrijf gecontroleerd (geldigheid van de exploitatievergunning, uitwerking van het beheersplan). Andere indicatoren en verificatiepunten moeten periodiek (iedere maand of ieder kwartaal) of één keer per jaar worden gecontroleerd.

In tabel 1 worden in grote lijnen de bevoegdheden, de methoden en de frequentie met betrekking tot de controle van hout uit natuurlijke bossen, weergegeven.

De controlestrategie kan als volgt worden samengevat:

3.2.a)

Eerste niveau: controle door de bevoegde diensten

De overheidsinstanties op het gebied van handel, arbeid en belastingen controleren het juridische statuut van het bosbouwbedrijf.

Als het bedrijf over een overeenkomst inzake exploitatie en bewerking (CAT) of een overeenkomst inzake industriële bewerking (CTI) beschikt, bevat het door de Bosbouwcommissie goedgekeurde dossier voor de aanvraag van een bosbouwvergunning de belangrijkste informatie daarover, conform de bosbouwwet (statuten, bedrijfsbelasting, inschrijfnummer bij het handelsregister, erkenning, beroepskaart, enz.). Op grond hiervan kan de dienst voor bosbouw ook de feiten controleren die verband houden met het juridische statuut van het bosbouwbedrijf.

De periodieke vergunningen (bedrijfsvergunning, vergunningen voor jaarlijkse kap, voltooiing van de kap en afvoeren van het resterende hout) worden verleend door het DDEF, op basis van een dossier dat de door de geldende regelgeving vereiste documenten bevat, zoals het deskundigenrapport over de jaarlijkse kap. Een kopie van de afgegeven vergunningen en de daarmee verband houdende dossiers worden overgedragen aan het directoraat-generaal bosbouw.

Andere vergunningen worden afgegeven en gecontroleerd door de overheidsdiensten op het gebied van belastingen en douane.

De lokale dienst voor bosbouw voert inspecties ter plaatse uit om na te gaan of de regels inzake de exploitatie en de bewerking van hout worden geëerbiedigd.

Het opstellen, goedkeuren en controleren van de uitvoering van het beheersplan voor een concessie gebeurt aan de hand van de richtsnoeren en normen op het gebied van bosbeheer.

De uitvoering van de werkzaamheden ter plaatse wordt via inspecties ter plaatse gecontroleerd en geëvalueerd door het bosdirectoraat en door het nationaal centrum voor de inventarisatie en het beheer van bossen en fauna en de verslagen worden overgedragen aan de algemene bosbouwinspectie (IGEF).

Inventarisatieverslagen over verschillende hulpbronnen, sociaaleconomische en milieustudies en de opsplitsing van de bosbeheerseenheid (Unité forestière d’aménagement, UFA) in kleinere vakken worden onderzocht en goedgekeurd door een interministeriële commissie waarin de administraties voor water- en bosbeheer, landbouw, ruimtelijke ordening en milieu zijn vertegenwoordigd.

Voordat het beheersplan wordt goedgekeurd, wordt de plaatselijke bevolking geïnformeerd.

Het beheersplan wordt goedgekeurd na een vergadering tussen de dienst voor bosbouw, de lokale autoriteiten (prefectuur, onderprefectuur, districtsraad, dorpscomités), de districtsdiensten, de ngo’s en vertegenwoordigers van de inheemse bevolking.

Of wordt voldaan aan de milieuregelgeving wordt gecontroleerd door het districtsdirectoraat milieu (eerbiediging van de wet- en regelgeving) en door het DDEF (in het kader van het toezicht op de uitvoering van de beheersplannen voor de concessie).

Het comité voor toezicht en evaluatie van het beheersplan van een concessie, waarin alle partners zijn vertegenwoordigd die betrokken zijn bij het bosbeheer, kan ook nagaan of wordt voldaan aan de regels en maatregelen inzake milieubehoud en -bescherming.

Of de lokale en inheemse bevolking voldoende wordt geïnformeerd, of zij voldoende worden betrokken bij het proces en of hun rechten worden geëerbiedigd, wordt gecontroleerd aan de hand van de verslagen van de vergaderingen die hebben plaatsgevonden tussen het bosbouwbedrijf en deze groepen. De dienst voor bosbouw kan tijdens inspecties ter plaatse ook praten met de bevolking.

Ook aan de hand van de verslagen van de vergaderingen van de comités voor toezicht en evaluatie van de beheersplannen kan worden nagegaan of deze verplichtingen worden nagekomen.

Het districtsdirectoraat voor arbeid en het districtsdirectoraat voor sociale zekerheid (CNSS) controleren of de rechten van de werknemers worden geëerbiedigd.

De overheidsinstantie op het gebied van vervoer zal documenten controleren om zich ervan te vergewissen dat de gebruikte vervoersmiddelen en de vervoerde goederen in overeenstemming zijn met de regelgeving.

De verslagen van deze instanties (districtsdirectoraat voor arbeid en het districtsdirectoraat van de CNSS), de verslagen van de vakbondsvergaderingen of van de vergaderingen tussen de vakbonden en het bosbouwbedrijf zijn goede bronnen voor controle.

Tijdens de eerste ontwikkelingsfase van het systeem zal worden uitgewerkt hoe de controleresultaten van het eerste niveau zullen worden meegedeeld aan de IGEF. Dan zal ook worden bepaald hoe een administratie een inbreuk kan melden bij de IGEF.

3.2.b)

Tweede niveau: verificatie door de IGEF

De IGEF is algemeen verantwoordelijk voor het tweede niveau in het kader van de verificatie van

de wettigheid van de bosbouwentiteit, en

de controle van de leveringsketen.

Wat de verificatie van de wettigheid van de bosbouwentiteit betreft, verifieert de IGEF de onder punt 3.2.a) beschreven controles door middel van:

gesprekken met de gedecentraliseerde dienst voor bosbouw (DDEF en bosbouwbrigades), de andere betrokken overheden, de bosbouwbedrijven,

verificatie van de documenten op het niveau van de gedecentraliseerde dienst voor bosbouw (DDEF en bosbouwbrigades), de andere betrokken overheden, de bosbouwbedrijven,

eventuele inspecties ter plaatse. Het maatschappelijk middenveld kan eventueel deelnemen aan de inspecties ter plaatse en een onafhankelijk verslag opstellen.

In dit verband moet de IGEF erop toezien dat alle andere betrokken overheidsinstellingen (handel, arbeid, belastingen, landbouw, ruimtelijke ordening, milieu, CNSS, enz.) hun taken hebben uitgevoerd en de nodige gegevens hebben ontvangen voor hun controles. Hiertoe zullen uiteraard inspecties ter plaatse worden uitgevoerd bij de betrokken instellingen, de documenten zullen worden gecontroleerd en de beschikbare databanken zullen worden geverifieerd.

De gegevens uit de controle op het eerste niveau worden geverifieerd en vervolgens goedgekeurd door de IGEF. Van deze verificatie op het tweede niveau en van de goedkeuring wordt een schriftelijk bewijs bewaard en gearchiveerd volgens de regels die zullen worden uitgewerkt tijdens de ontwikkelingsfase.

Na afloop van dit verificatieproces wordt een wettigheidscertificaat verstrekt aan de aanvrager.

Of een bedrijf aan de wet voldoet, is gegrond op de naleving van de indicatoren en verificatiepunten volgens een gemengd systeem, dat wil zeggen dat voor het jaar dat aan de aanvraag van een wettigheidscertificaat voorafgaat aan de indicatoren en verificatiepunten moet worden voldaan en dat tijdens het lopende jaar geen inbreuk mag worden gemeld.

Het wettigheidscertificaat is één jaar geldig. Voordat het certificaat verstrijkt, voert de IGEF een nieuwe inspectie uit om een certificaat voor het volgende jaar te kunnen afgeven. Als die inspectie buiten de schuld van het bedrijf niet op tijd kan plaatsvinden, kan het certificaat met maximaal zes maanden worden verlengd.

3.3.   Verificatie van de wettigheid van gecertificeerde bosbouwconcessies

De verschillende normen die worden gehanteerd door de particuliere instanties voor de certificering van bosbouwconcessies in Congo (FSC, OLB, TLTV) bevatten de belangrijkste criteria, indicatoren en verificatiepunten met betrekking tot:

het juridische statuut van het bosbouwbedrijf,

de periodieke vergunningen voor de uitvoering van activiteiten,

eerbiediging van de wet- en regelgeving op bosbouwgebied,

eerbiediging van de regelgeving wat betreft bosbeheer, bosbouw, houtbewerking en belastingen,

eerbiediging van de regelgeving inzake milieu,

onderaanneming volgens de geldende regels.

Tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zal de IGEF de particuliere certificeringsnormen van de genoemde organisaties en eventuele andere normen formeel toetsen aan de wettigheidstabel. Over deze evaluatie zal een verslag worden opgesteld, dat toegankelijk zal zijn voor het publiek.

Als het resultaat van deze evaluatie positief is, wordt de particuliere certificering goedgekeurd door de IGEF. De goedkeuring zal openbaar worden gemaakt. Zo kan de IGEF ook een wettigheidscertificaat verstrekken aan bedrijven die volgens een dergelijk systeem zijn gecertificeerd, zonder dat de IGEF een aparte controle moet uitvoeren, zodat de wettigheid voor deze gecertificeerde bosbouwconcessies niet dubbel hoeft te worden gecontroleerd.

Een bedrijf dat op dergelijke wijze is gecertificeerd, moet echter wel aan de IGEF alle verslagen van de audits van de particuliere certificering doen toekomen, zodat de IGEF kan nagaan of dit proces volgens de wet is verlopen en het wettigheidscertificaat voor het bedrijf kan afgeven. Daarnaast moet het bedrijf de IGEF onmiddellijk in kennis stellen van schorsing of intrekking van het particuliere certificaat. Tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zullen de voorwaarden voor corrigerende maatregelen in het kader van particuliere certificeringssystemen nader worden uitgewerkt.

3.4.   Niet-eerbiediging van de wettigheidstabel

Wanneer niet aan de wetgeving is voldaan wordt in het kader van het systeem ter controle van de wettigheid gehandeld volgens de wet- en regelgeving van het land. De huidige bepalingen zullen worden aangevuld met een pakket aanvullende maatregelen.

Wanneer niet voldaan is aan de wettigheidstabel, worden alle maatregelen genomen voor de intrekking van het wettigheidscertificaat, en eventueel de ladingen hout waarvoor een FLEGT-vergunning is aangevraagd in beslag te nemen. De IGEF kan het wettigheidscertificaat annuleren bij praktijken die in strijd zijn met de eisen in het kader van het FLEGT-systeem en die op de juiste wijze zijn vastgesteld door de IGEF en/of door het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

Tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zal een handboek worden opgesteld waarin wordt uitgelegd hoe moet worden gehandeld wanneer de indicatoren van de wettigheidstabel en/of het houttraceringssysteem niet worden geëerbiedigd. Daarin zal ook worden bepaald hoe inbreuken, inclusief overschrijding van termijnen, moeten worden behandeld, welke corrigerende maatregelen eventueel kunnen worden genomen en wie daarvoor verantwoordelijk is. Ook wordt dan vastgesteld hoe de informatie over inbreuken zal worden beheerd en verspreid.

Tabel 1:   Controle en verificatie van de verificatiepunten die geen verband houden met het houttraceringssysteem voor hout uit natuurlijke bossen

Aspect van wettigheid

Indicator/verificatiepunt

Bevoegd voor controle op het eerste niveau

Wijze van controle

Frequentie van de controle

Juridisch statuut van het bedrijf

Registratie bij de bevoegde autoriteiten (1.1):

 

 

 

beroepskaart voor handelaars (1.1.1);

Overheidsdienst voor de handel

Controle van documenten

1 × per jaar

bewijs van inschrijving bij de CNSS (1.1.2.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

erkenning (1.1.3.1);

DDEF/brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

beroepskaart (1.1.3.2);

DDEF/brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

rechterlijke uitspraak (1.2.1.1);

Justitie

Controle van documenten

1 × per jaar

bericht van schorsing (1.2.2.1);

Justitie

Controle van documenten

1 × per jaar

verklaring van oprichting (1.1.2.2);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

handels-, krediet- en onroerendgoedregister (1.1.1.2).

Overheidsdienst voor de handel

Controle van documenten

1 × per jaar

Wettige kaprechten voor bosrijkdommen (2)

Eerbiediging van de fasen van de procedure voor de toekenning van de exploitatievergunning (2.1.1):

 

 

 

perceelvergunning (besluit aanbesteding (2.1.1.1), notulen van de Bosbouwcommissie (2.1.1.2), bericht van erkenning (2.1.1.3), onderhandeling over overeenkomst (2.1.2.1), bijzondere vergunning (2.1.2.2).

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × gedurende de looptijd van de CTI/CAT

Periodieke vergunningen voor de uitvoering van activiteiten (2.2):

 

 

 

vergunningen voor installatie, jaarlijkse kap, voltooiing en afvoer (2.2.2.1);

DDEF

Brigades

Controle van documenten en inspectie bij het DDEF

1 × per jaar

controleverslagen over de jaarlijkse kap, voltooiing en niet-afgevoerd hout (2.2.1.2);

DDEF

Brigades

Controle van documenten en inspectie bij het DDEF

1 × per jaar

bedrijfsbelasting (2.2.3.1), erkenning van de douane-expediteur; (2.2.3.2)

Douaneadministratie, belastingadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

erkenning (2.2.3.3).

DDEF/brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

Eerbiediging van de regelgeving inzake bosbeheer

Conformiteit van het inventarisatieverslag, het verslag van de aanvullende studies en het beheersplan met de normen en richtsnoeren voor het beheer van bosbouwconcessies (4.3.1) (verslag van aanvullende studies (4.3.3.2), inventarisatieverslag (4.3.3.1), beheersplan (4.3.3.3)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten (onderzoek van verslagen)

1 × gedurende de periode dat het beheersplan wordt uitgewerkt

Goedkeuring van het inventarisatieverslag, het verslag van de aanvullende studies en het beheersplan door de dienst voor bosbeheer en de belanghebbenden bij de concessie (jaarlijkse kapvergunning (4.3.3.2), verslagen van de vergadering die het inventarisatieverslag, het verslag van de aanvullende studies en het beheersplan heeft goedgekeurd (4.3.2.1/4.3.2.2), verslag van de vergadering die het bestuursplan heeft goedgekeurd (4.3.3.1)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten (onderzoek van verslagen)

1 × gedurende de periode dat het beheersplan wordt uitgewerkt

Eerbiediging van de regelgeving wat betreft bosbeheer en houtbewerking (4)

Boskaarten opgesteld volgens de normen (4.4.1), boskaarten (4.4.1.1), controleverslagen van het DDEF en de centrale overheidsdienst (4.4.1.2).

DDEF

Brigades

Controle van documenten en inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Het bedrijf voert al zijn bosbouwactiviteiten uit binnen zijn concessie en binnen de grenzen van de percelen voor de jaarlijkse kap (4.4.2) (Jaarlijkse kapvergunning (4.4.2.1), controleverslagen van het DDEF en de centrale overheidsdienst (4.4.2.2), activiteitenverslagen van het DDEF en de centrale overheidsdienst (4.4.2.3)).

DDEF

Brigades

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Wegen aangelegd volgens de regels (4.5) (beheersplan (4.5.1.1), exploitatieplan (4.5.1.2), wegenkaart (4.5.1.3), controleverslagen van het DDEF (4.5.1.4)).

DDEF

Brigades

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Het bedrijf respecteert de regels inzake te oogsten soorten en aantal te vellen bomen, zoals vastgesteld in de regelgeving en het beheersplan (4.6.1) (beheersplan, jaarlijks exploitatieplan, jaarlijkse kapvergunning, register van de kapplaats en controleverslagen van het DDEF).

DDEF

Brigades

Controle van documenten, inspectie ter plaatse, raadpleging van SIGEF

1 × per jaar

Het bedrijf respecteert de regels inzake de diameter van de te vellen bomen, zoals vastgesteld in de regelgeving en het beheersplan (4.6.1) (beheersplan, jaarlijks exploitatieplan, jaarlijkse kapvergunning, register van de kapplaats en controleverslagen van het DDEF (4.6.1.5)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten, inspectie ter plaatse, raadpleging van SIGEF

1 × per jaar

Er wordt geen hout achtergelaten (4.7) (controleverslagen van het DDEF (4.7.1.1/4.7.1.2), register van de kapplaats (4.7.1.3)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten en inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Het bedrijf houdt zich aan de verwerkingsquota van de geldende regelgeving (4.8.1) (jaarlijkse productieoverzichten (4.8.1.1), verslag van de dienst voor controle van houtproducten voor de export (4.8.1.2), verslag van de controle van de jaarproductie van het DDEF (4.8.1.3)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten, inspectie ter plaatse, raadpleging van SIGEF

1 × per jaar

De verwerkingseenheid voldoet aan de concessieovereenkomst (4.8.2) (overeenkomst (4.8.2.1), controleverslag van het DDEF (4.8.2.2)).

DDEF

Brigades

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Onderaanbesteding voor het recyclen van achtergelaten hout en bijproducten van de verwerkingen wordt aangemoedigd (4.12.2) (contract (4.12.2.1)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten en inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Het bedrijf vergewist zich ervan dat alle onderaannemers over de vereiste vergunningen beschikken en hun werknemers volgens de voorschriften betalen (4.12.1) (vergunningen afgegeven door de bevoegde autoriteiten (4.12.1.1), contract met het bedrijf (4.12.1.2)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten en inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Bijdrage aan de sociaaleconomische ontwikkeling (4.9.1) (concessieovereenkomst (4.9.1.1), controleverslagen van het DDEF (4.9.1.2), controle- en activiteitenverslagen van het DDEF (4.9.1.3)).

Controle van documenten en inspectie ter plaatse

Controle van documenten en inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Financiële bijdrage aan het fonds voor lokale ontwikkeling (4.9.2) (kopie van cheques (4.9.2.1), verslagen van de vergaderingen van het beheerscomité van het fonds (4.9.2.2)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten en inspectie ter plaatse

2 × per jaar

Sociale en culturele infrastructuur uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen en de nationale normen (4.9.3) (concessieovereenkomst (4.9.3.1), controleverslagen van het DDEF (4.9.3.2/4.9.3.3), verslagen van de dienst voor urbanisme en woonomgeving (4.9.3.4)).

DDEG

Brigades

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

De belastingaangiften stemmen overeen met de activiteiten van het bedrijf en de belastingen en sociale bijdragen worden betaald.

Overeenstemming van de belastingaangiften (4.10):

 

 

 

aangifte inkomstenbelasting (4.10.1.1);

Belastingdienst

Controle van documenten

1 × per jaar

douaneaangifte (4.10.2.1);

Douaneadministratie

Controle van documenten

1 × per maand

uitvoeraangifte (4.10.2.2);

Douaneadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

invoeraangifte (4.10.2.3);

Douaneadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

balans van het bedrijf (4.10.3.1);

Belastingdienst en DDEF

Controle van documenten

1 × per jaar

jaaroverzicht van de salarissen (4.10.3.2).

Brigades

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

De concessierechten en belastingen op bosbouwgebied worden op tijd betaald (4.11.1) (kopie van cheques (4.11.1.1), belastingregister/ kwitanties (4.11.1.2)).

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

Inspectie ter plaatse

2 × per jaar

Het bedrijf voldoet volgens de regels alle belastingen en rechten in verband met de invoer (4.11.2) (rekeningoverzicht van belastingen en rechten (4.11.2.1), kopie van cheques (4.11.2.2), kwitanties (4.11.2.3), vestigingsovereenkomst (4.11.2.4).

Belastingdienst en douaneadministratie

Controle van documenten

1 × per maandag

Inspectie ter plaatse

2 × per jaar

Het bedrijf voldoet op tijd alle belastingen, heffingen en rechten waarvoor het bedrijf niet is vrijgesteld en die van toepassing zijn op het nationale grondgebied (4.11.3) (kopie van cheques (4.11.3.1), kwitanties (4.11.3.2).

Belastingdienst

Controle van documenten

1 × per maand

Inspectie ter plaatse

2 × per jaar

Het bedrijf betaalt alle sociale bijdragen op tijd (4.11.4) (betalingsbewijs (4.11.4.2), kopie van cheques/overschrijvingsformulier (4.11.4.2).

Belastingdienst

Controle van documenten

1 × per maandag

Inspectie ter plaatse

2 × per jaar

Het bedrijf verricht op tijd alle transacties met betrekking tot douane, belastingen, handel en sociale zekerheid (4.11.5) (inbreukverslagen (4.11.5.1), transactiecertificaat (4.11.5.2), kopie van cheques (4.11.5.3), kwitanties (4.11.5.4)).

Belastingdienst, DDEF en brigades

Controle van documenten

1 × per maand

Inspectie ter plaatse

2 × per jaar

Eerbiediging van de wet- en regelgeving op milieugebied

De milieueffectstudies zijn uitgevoerd volgens de procedures (4.1.1) (erkenning van het ingenieursbureau (4.1.1.1), milieueffectrapportage (4.1.1.2), verslag van de vergadering die de milieueffectrapportage heeft goedgekeurd (4.1.1.3)):

Milieudiensten

Controle van documenten

1 × tijdens de uitvoering van de studie

biodiversiteit (4.1.2) (verslagen van controles ter plaatse en auditverslagen (4.1.2.1), activiteiten- en controleverslagen van het DDEF (4.1.2.2), verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan (4.1.2.3);

Milieudiensten

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Verslag van het comité voor toezicht op het beheersplan

1 × per jaar

gezondheid en sanering van basiskampen en industrieterreinen (4.1.3) (besluit tot goedkeuring van het personeel van het centrum voor sociale zaken en gezondheid (4.1.3.1), goedkeuring van het ministerie voor Volksgezondheid (4.1.3.2), notulen van de vergaderingen van het comité voor gezondheid en veiligheid (4.1.3.3), verslag van het comité voor het toezicht op en de evaluatie van het beheersplan (4.1.3.4)).

Gezondheidsdiensten

Milieudiensten

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

Eerbiediging van de regelgeving op het gebied van:

 

 

 

afvalverwerking (4.2.1) (controleverslagen van het DDEF (4.2.1.1), verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan (4.2.1.2);

Gezondheidsdiensten

Milieudiensten

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

faunabescherming (reglement van orde van het bedrijf (4.2.2.1), controleverslag van het DDEF (4.2.2.2), verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan (4.2.2.3)).

Dienst voor bosbeheer

USLAB-verslagen

2 × per jaar

Verslag van het comité voor toezicht op het beheersplan

1 × per jaar

Informatie aan en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de inheemse en lokale bevolkingsgroepen bij het beheer van de concessie

Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de lokale bevolking (3.1):

 

 

 

verslag of notulen van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan (3.1.1.1);

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

verslagen of notulen van informatiebijeenkomsten (3.1.2.1).

DDEF

Brigades

Inspectie ter plaatse en controle van documenten

1 × per jaar

Toezicht en geschillenbeslechting (3.3):

 

 

 

notulen van de vergaderingen van de overlegorganen tussen bedrijf en bevolking (3.3.1.1/3.3.2.1).

DDEF

Brigades

Inspectie ter plaatse en controle van documenten

1 × per jaar

Eerbiediging van de rechten van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen en de werknemers

Het bedrijf eerbiedigt de rechten, gewoonten en gebruiken van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen (3.2.1):

 

 

 

verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan (3.2.1.1);

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

verslag van de controlemissie van het DDEF (3.2.1.2).

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

Het bedrijf komt zijn verplichtingen jegens de inheemse en lokale bevolkingsgroepen na (3.2.2):

 

 

 

verslag van het comité voor toezicht op en evaluatie van het beheersplan (3.2.2.3);

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

concessieovereenkomst/memorandum van overeenstemming (3.2.2.1);

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

controleverslag van het DDEF (3.2.2.2).

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

Als het bedrijf schade toebrengt aan de eigendommen van de inheemse en lokale bevolkingsgroepen, wordt een schadevergoeding betaald volgens de geldende wet- en regelgeving (3.2.3):

 

 

 

register van schadevergoedingen en schadeverslagen (3.2.3.1);

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

kwitanties van de schadevergoedingen (3.2.3.2).

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

De sociale partners van het bedrijf zijn voldoende op de hoogte van hun rechten (3.4 inclusief indicatoren 3.4.1/3.4.2/3.4.3):

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1 × per jaar

bestaan van personeelsvertegenwoordiging en vakbondsafdelingen (3.4.1.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

aanwezigheid van een ruimte voor de vakbonden (3.4.1.2);

Dienst voor bosbeheer, arbeidsadministratie

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

aanwezigheid van een klachtenboek (3.4.1.3);

Dienst voor bosbeheer, arbeidsadministratie

Inspectie ter plaatse

1 × per jaar

verlofbrief in verband met bijscholing (3.4.2.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

beschikbaarheid van documenten (3.4.3.1).

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

Het bedrijf eerbiedigt de rechten van zijn werknemers (3.5 inclusief indicatoren 3.5.1 - 3.5.5):

 

 

 

notulen van de vergaderingen (3.5.1.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

klachtenboek;

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

werkgeversregister (3.5.2.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

arbeidsovereenkomsten (3.5.2.2);

Dienst voor bosbeheer, arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

reglement van orde op een zichtbare plaats (3.5.2.3);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

lijst van werknemers die zijn ingeschreven bij de CNSS (3.5.2.4);

Arbeidsadministratie, dienst voor bosbeheer

Controle van documenten

1 × per jaar

ondertekend salarisregistratie (3.5.3.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

salarisstroken (3.5.3.2);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

verslagen van het comité voor gezondheid en veiligheid (3.5.4.1);

Gezondheidsdienst

Controle van documenten

1 × per jaar

register van medische consulten (3.5.4.2);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1× per jaar

register van arbeidsongevallen (3.5.4.3);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1× per jaar

sociale zekerheidsregister (3.5.4.4);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1× per jaar

verslag over het toezicht op en de evaluatie van het beheersplan (3.5.4.5);

DDEF

Brigades

Controle van documenten

1× per jaar

werktijden op een zichtbare plaats (3.5.5.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1× per jaar

vergunning voor overwerk van het districtsdirectoraat voor arbeid (3.5.5.2);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

kopie van de vacature aan de ONEMO gestuurd (3.5.6.1);

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

arbeidsovereenkomsten (3.5.6.2).

Arbeidsadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

Het bedrijf besteedt werkzaamheden uit aan bedrijven die zich aan de regels houden (4.12 inclusief indicatoren 4.12.1— 4.12.3):

 

 

 

vergunningen afgegeven door de bevoegde autoriteiten (4.12.1.1);

Arbeidsadministratie, DDEF

Controle van documenten

1 × per jaar

contract met het bedrijf (4.12.1.2/4.12.3.1);

Arbeidsadministratie, DDEF

Controle van documenten

1 × per jaar

contract (4.12.2.1);

Arbeidsadministratie, DDEF

Controle van documenten

1 × per jaar

contract voor de detachering van personeel (4.12.3.2).

Arbeidsadministratie, DDEF

Controle van documenten

1 × per jaar

Het bedrijf eerbiedigt de regelgeving inzake het houttransport en de houthandel

Het hout wordt vervoerd volgens de geldende wet- en regelgeving (5.1 inclusief indicatoren 5.1.1-5.1.4):

 

 

 

voertuigenregister (5.1.1.1);

Vervoersadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

kentekenbewijs (5.1.1.2);

Vervoersadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

verzekering (5.1.1.3);

Vervoersadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

vervoersvergunning (5.1.2.1);

Vervoersadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

certificaat dat het vaartuig geschikt is voor de vaart (5.1.2.2);

Vervoersadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

erkenning (5.1.2.3/5.1.2.4);

Vervoersadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

certificaat van de technische voertuigcontrole (5.1.3.1).

Vervoersadministratie

Controle van documenten

1 × per jaar

Tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zal een vergelijkbaar schema worden opgesteld voor de bijzondere vergunningen en voor hout uit aanplantingen.

Image

HOOFDSTUK 4

4.1.   Beginselen voor de controle van de toeleveringsketen/traceringssysteem

Congo beschikt over een traceringssysteem voor hout dat gebaseerd is op de volgende vier belangrijke aspecten:

de oorsprong of herkomst van het product;

de identificatie van het product met een merkteken;

de registratie van de basisgegevens betreffende deze producten op een informatiedrager die zelf goed traceerbaar is;

het toezicht op de producten.

Dit systeem is gebaseerd op Wet 16-2000 van 20 november 2000 betreffende de bosbouw en de voornaamste toepassingsbesluiten, met name - Decreet 2002-437 van 31 december 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor het beheer en gebruik van bossen. De regelgeving inzake traceerbaarheid heeft betrekking op vier belangrijke aspecten (oorsprong of herkomst, identificatie van het product met een merkteken, registratie van de basisgegevens, toezicht op de producten). In deze regelgeving wordt het volgende vastgesteld:

het houtbedrijf is verplicht op een welbepaalde oppervlakte voor de jaarlijkse kap een volume hout weg te nemen dat overeenstemt met het maximale jaarlijkse volume dat door de dienst voor bosbeheer is toegestaan. Deze op basis van het geografische informatiesysteem (GIS) definieerbare oppervlakte is het punt van oorsprong of het vertrekpunt voor producten die voor de kap zijn toegestaan. Deze jaarlijkse kap gebeurt op oppervlakten waarop vooraf alle in aanmerking komende bomen werden geteld en onderaan de stam gemarkeerd met witte verf. De telresultaten worden op een kaart met schaal 1/20 000 en op een kaart of schets met schaal 1/50 000 aangegeven, tezamen met het totale aantal opslagplaatsen, wegen en pistes (bestaande of nog te openen). Op basis van de gegevens die door de houtbedrijven worden opgegeven, gaat de dienst voor bosbeheer na of de telling en de begrenzing voor de jaarlijkse kap correct zijn geschied, alvorens de vergunning voor de kap af te geven;

het houtbedrijf moet voor elke gekapte boom:

aangeven waar de boom werd gekapt: kaart met telling voor de jaarlijkse kap;

de gekapte bomen registreren volgens het maximale jaarlijkse volume in de kaartdocumenten: kaart met telling met voor elk perceel het aantal bomen per soort;

markeren van de stam, de tronk, de wortelstam en de blokken afkomstig van de genoemde stam met het merkteken dat het houtbedrijf heeft neergelegd: driehoekig merkteken met vermelding van de afkorting van het bedrijf, de tariefzone en het kapnummer;

de stammen en blokken registreren in de documenten van de kapplaats, de fabriek en de uitvoer (register van de kapplaats, vrachtbrief, register van het hout dat naar de fabriek werd gebracht, specificatieblad);

het houtbedrijf is verplicht elke maand aan de dienst voor bosbeheer een bestandsopname te verstrekken per houtsoort en bestemming van de verrichte productie. Op het einde van het jaar moet het aan de dienst voor bosbeheer een jaarlijkse stand van zaken per houtsoort en bestemming overleggen met het volume van de productie;

het toezicht en de controles worden verricht door de bevoegde diensten van de dienst voor bosbeheer, namelijk:

het directoraat-generaal bosbouw, via:

de centrale directoraten: directoraat bossen, directoraat bosexploitatie,

twaalf (12) districtsdirectoraten (DDEF) (Brazzaville, Pointe-Noire, Kouilou, Niari, Lékoumou, Bouenza, Pool, Plateaux, Cuvette-Ouest, Cuvette, Sangha, Likouala) met hun brigades en controleposten;

de algemene bosbouwinspectie (IGEF) met drie ondergeschikte inspecties;

de dienst controle op de bosbouwproducten voor uitvoer (SCPFE) en diens agentschappen op het niveau van de districten.

Voorts kunnen de maatschappelijke organisaties op het terrein de algemene bosbouwinspectie bijstaan en zelf ter plaatse observaties uitvoeren.

4.2.   Schema: Stappen voor de traceerbaarheid van hout uit natuurlijke bossen

4.2.a)   Overeenkomsten

De traceerbaarheid van hout uit natuurlijke bossen dat is gewonnen uit concessies uit hoofde van overeenkomsten (overeenkomst tot ontwikkeling en verwerking of overeenkomst voor industriële verwerking) omvat acht stappen:

—   stap 1: voorbereiding en aanvraag van de jaarlijkse kap (kaart met telling, kaart van het wegennet, …);

—   stap 2: nagaan van de afbakening en de resultaten van de telling, daarna vergunning van de jaarlijkse kap;

—   stap 3: weghalen van het hout (kappen, knotten/afzagen, afvoeren, in stukken zagen of voorbereiding van de houtblokken);

—   stap 4: opslag van de houtblokken op de verschillende productieterreinen (bos, uitvoer, fabriek);

—   stap 5: transport van de producten: houtblokken uit het bos naar de eenheden voor verwerking/haven voor uitvoer/lokale markt; verwerkte houtblokken uit de eenheden voor verwerking naar de haven voor uitvoer/lokale markt;

—   stap 6: lokale verwerking van de houtblokken (eerste, tweede, enz.);

—   stap 7: uitvoer van de producten uit de haven voor uitvoer (haven van Pointe-Noire in Congo of Douala in Kameroen);

—   stap 8: lokale netwerken voor het in de handel brengen op de nationale markten.

Er zullen in het systeem ter controle van de wettigheid verbeteringen in het bestaande systeem worden aangebracht naar aanleiding van de volgende stappen:

—   stap 1: De markering van de bomen zal worden gedaan door middel van een prospectienummer voor elke boom dat later op een kaart moet worden aangebracht. De registratie zal worden verbeterd door de instelling van een fichesysteem of een register met nummering van de uitgezochte bomen en door de fiches en/of kaarten van de percelen met precieze geografische aanduiding van de bomen;

—   stap 2: De brigades voor bosbeheer en/of de antennes van het nationale centrum voor de inventarisatie en het beheer van de bossen en fauna (CNIAF) brengen hun expertise aan voor de versterking van de werkwijzen van de dienst voor bosbeheer inzake het toezicht op de correctheid van de resultaten van de systematische inventarisatie van de jaarlijkse kap;

—   stap 3: De markering van de stammen wordt verbeterd door de datum of het jaar van de kap aan te geven en het nummer van de jaarlijkse kap. De brigades voor bosbeheer en/of de antennes van CNIAF brengen hun expertise aan voor de versterking van de werkwijzen van de dienst voor bosbeheer inzake het toezicht op de jaarlijkse kap. Voorts worden de dagelijkse verslagen van de productie (kappen, knotten/afzagen, uitslepen/afvoeren, …), de fiches of kaarten van de percelen met de positie van de bomen volgens het maximale jaarlijkse volume en de verslagen van de kapplaats opgenomen in de lijst van verplichte documenten voor de kapplaats. Controle op de stronken kan alleen gebeuren bij geconstateerde betwistingen. Hiertoe gaan de agenten van de brigade over tot controle van de stronken ter verificatie;

—   stap 4: De markering van de houtblokken zal worden verbeterd door een code waarop de bestemming wordt aangegeven (fabriek of uitvoer). Voorts moeten de houtblokken worden gestapeld/verpakt volgens hun bestemming (lokale fabriek of uitvoer). De brigades voor bosbeheer en/of de antennes van CNIAF brengen hun expertise aan voor de versterking van de werkwijzen van de dienst voor bosbeheer inzake het toezicht op de jaarlijkse kap. Voorts worden de dagelijkse verslagen van de productie (kappen, knotten/afzagen, …), de fiches of kaarten van de percelen met de positie van de bomen volgens het maximale jaarlijkse volume en de verslagen van de kapplaats opgenomen in de lijst van verplichte documenten voor de kapplaats;

—   stap 6: de registratie van het hout zal worden verbeterd door de instelling van een dagelijks fichesysteem voor de productie en een register van verwerkt hout dat uit de fabriek komt.

Het nieuwe structuurschema van de traceerbaarheidsketen voor hout dat wordt gewonnen uit natuurlijke bossen uit hoofde van een overeenkomst, ziet er als volgt uit:

Tabel 2:   Structuurschema van de traceerbaarheidsketen voor hout dat wordt gewonnen uit natuurlijke bossen uit hoofde van een overeenkomst

Stappen

Operaties

Verantwoordelijkheden voor de operaties

In te voeren gegevens

Verantwoordelijkheden voor de invoering/bestaande documenten

Verificatie (fysieke en documentaire controle) en frequentie

Overeenstemming van de gegevens

1.

Voorbereiding en aanvraag van de jaarlijkse kap

Inventarisatie van de winning.

Opstellen van het inventarisatieverslag en van de thematische kaarten voor de jaarlijkse kap.

Opstelling en indiening van de aanvragen voor de jaarlijkse kap.

Markering van de boven met een prospectienummer.

Precieze geografische bepaling van de uitgezochte bomen.

Het houtbedrijf verricht systematische tellingen van de in aanmerking komende bomen en markeert deze met witte verf.

Oppervlakte van de percelen voor de jaarlijkse kap.

Aantal te kappen bomen (gemiddeld volume op kuberingstabel en soorten).

Nummer van de percelen voor de jaarlijkse kap.

Geografische positie van de te kappen bomen.

Gemiddeld volume op kuberingstabel (indicatief volume).

Het houtbedrijf voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de te kappen bomen in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten die betrekking hebben op deze stap zijn: de tellingsverslagen en de deskundigenverslagen van de jaarlijkse kap, de kaart van de jaarlijkse kap.

Brigade via deskundigencontrole van de jaarlijkse kap/houtbedrijven en geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via controleverslagen/bezoeken, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest met de beheersinventaris bij sluiting van het laatste kapperceel van de eenheid voor houtproductie. De eenheid voor houtproductie is een onderverdeling van het beheersplan die 5 percelen voor de jaarlijkse kap omvat.

2.

Verificatie en toekenning van de jaarlijkse kap

Verificatie van de systematische tellingen.

Verificatie van de productiecapaciteit van het houtbedrijf.

Opstelling van het deskundigenverslag van de jaarlijkse kap.

Districtsdirectoraat bosbouw/brigade gaat de juistheid na van de resultaten van de telling door een hertelling van 5 % van de getelde percelen

Resultaten (aantallen en soorten) van de hertelling van de te kappen bomen.

Geografische positie van de bomen.

De resultaten worden door de brigades bij de algemene bosbouwinspectie ingediend via deskundigenverslagen.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: de vergunning van de jaarlijkse kap, de kaart van de jaarlijkse kap.

Districtsdirectoraat bosbouw via bezoeken/verslagen van bezoeken ter plaatse en geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via controleverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens van het aantal bomen van de tellingsfase met het aantal bomen van de hertellingsfase

3.

Weghalen van het hout

Sorteringswerkzaamheden/ telling vóór kap.

Productie van het hout (kappen, knotten/afzagen, uitslepen, afvoeren, in stukken zagen of voorbereiding van de houtblokken).

Markering van de stammen, tronken en blokken met een kapnummer, door middel van een etiket met streepjescode en het stempel van het bedrijf.

Registratie van de stammen en blokken in de documenten van de kapplaats.

Markering van het kapjaar en het nummer van de jaarlijkse kap.

Het houtbedrijf meet elk blok en markeert het met een streepjescode.

Het nummer van de streepjescode verschilt van het prospectienummer.

Houtsoort.

Lengte.

Diameter.

Volume.

Kapzone.

Kapnummer van de bomen/streepjescode.

De streepjescode wordt gelinkt met de volgende gegevens: nummer van de vergunning voor de jaarlijkse kap, naam van het houtbedrijf, jaar van de exploitatie, oppervlakte van de percelen voor de jaarlijkse kap, nummer van de betrokken percelen, met name met het oog op de overeenstemmingstest.

Het houtbedrijf voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de gekapte bomen in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF, de kaart van de jaarlijkse kap en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

Brigade/districtsdirectoraat bosbouw via productie-, controle- en bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via controleverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van het aantal gekapte bomen per boomsoort met het aantal bomen aangegeven in de jaarlijkse kapvergunning in stap 1.

Het maximale jaarlijkse volume (m3) is geen pertinente indicator omdat de jaarlijkse kap geschiedt op basis van een indicatief volume op kuberingstabel.

4.

Opslag van de blokken

In stukken zagen en bestemming van de blokken (lokale fabrieken of uitvoer).

Opstelling van de specificatiebladen.

Vaststelling van de controlecertificaten voor de uitvoer.

Markering van de blokken met een streepjescode gelinkt met de streepjescode op de stam.

Sortering van de blokken volgens bestemming (lokale fabriek of uitvoer).

Het houtbedrijf scant alle streepjescodes.

Nummer van de blokken/ streepjescodes.

Het houtbedrijf voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de blokken in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

Brigade/districtsdirectoraat bosbouw via bezoeken op het terrein en geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

SCPFE-antennes via controleverslagen van de dimensie en het volume van de blokken.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van de nummers van de bomen/streepjescodes van stap 3 (weghalen) met de nummers van de bomen/streepjescodes van stap 4 (opslag).

5.

Vervoer van de producten (gekapt stamhout en producten na verwerking bij stap 6)

Opstellen van de vrachtbrief.

Vervoer van de blokken.

Vervoer van de planken, baddings en andere gepolijste stukken.

Het vervoersbedrijf scant alle streepjescodes.

Nummer van de blokken/ streepjescodes (zelfde nummer). (Niet nodig opnieuw in te voeren.)

Nummerplaat van voertuig.

De plaats van vertrek.

De bestemming.

De brigade/het bedrijf (hout-, vervoers-) stuurt de gegevens door voor de controle op de traceerbaarheid van de verwerkte producten in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

Brigade/controlepost/ SCPFE-antennes via productie- en controleverslagen en geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Op het niveau van de controleposten, controle van het vervoerde hout (soorten en markeringen).

 

6.

Lokale verwerking (primair, secundair, enz.)

Meting van het volume in de volgende vier stappen:

1)

bij het binnenkomen van de fabriek,

2)

bij het binnenkomen in de verwerkingseenheid,

3)

bij het verlaten van de verwerkingseenheid,

4)

bij het verlaten van de fabriek.

Verwerking van het hout.

Producten/pakketten worden gemarkeerd.

Het bedrijf noteert de volumes en scant alle streepjescodes bij aankomst in de fabriek.

Het bedrijf stelt de dagelijkse productieverslagen op.

Het bedrijf moet de voorraad blokken en afgewerkte producten volgen en controleren.

Nummer van de blokken/ streepjescodes

(Niet nodig opnieuw in te voeren).

Volume bij aankomst in de fabriek.

Volume bij aankomst in de productielijn.

Volume bij verlaten van de productielijn.

Dimensies en volume/ nummers van de streepjescodes van de afgewerkte producten/pakketten die vertrekken uit het bedrijf.

Het bedrijf zendt de gegevens voor de controle op de traceerbaarheid van de afgewerkte producten door naar de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

Brigade/districtsdirectoraat bosbouw via controleverslagen, productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Controle van het rendement van het hout op basis van de dagelijkse verslagen.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van:

de nummers van de bomen/streepjescodes van stap 6 (verwerking) met de nummers van de bomen/streepjescodes van stap 5 (vervoer) van het hout dat bestemd is voor verwerking.

Overeenstemmingstest tussen de volgende drie stappen:

rendement (volume bij binnenkomst in de productielijn en volume bij verlaten van de productielijn);

inventarisatie van de verwerkte producten;

volume van de geleverde waren (bij verlaten fabriek).

7.

Uitvoer van de producten

Opstellen van de dossiers van het uit te voeren hout: vrachtbrieven, specificatiebladen, controlecertificaat voor de uitvoer, EX1 (ex-D6), EX8 (ex-D15), oorsprongscertificaat, verzendingsborderellen, fytosanitair certificaat, aangifte tot verzending, vervoersdocument/

zeevrachtbrief, pro-formafactuur, douanedeclaratie en leveringsbon.

Het vervoersbedrijf verantwoordelijk voor de export scant alle streepjescodes.

SCPFE controleert de overeenstemming tussen de verklaringen en de fysieke controles. Voorts controleert SCPFE op basis van de validering door de algemene bosbouwinspectie de overeenstemming van de declaraties met de gegevens die zijn ingevoerd in de SIGEF-gegevensbank en geeft een FLEGT-vergunning af.

Nummer van de streepjescodes (blokken of pakketten afgewerkte producten).

SCPFE stuurt de gegevens voor de controle op de traceerbaarheid van de afgewerkte producten naar de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

SCPFE/douane via controleverslagen, productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van:

a)

in het geval van uitgevoerd gekapt stamhout:

het nummer van de bomen/de streepjescodes van stap 3 (weghalen), 4 (opslag), en 5 (vervoer) met het nummer van de bomen/ de streepjescodes van stap 7 (uitvoer);

b)

in het geval van verwerkte producten:

de uitvoervolumes met stap 6,

de verslagen van de verschillende stappen met SIGEF,

met de gegevens van SCPFE.

8.

Lokale netwerken voor de commercialisering van producten

Lokale verkoop van verwerkte producten (planken, baddings, balken en andere gepolijste stukken).

Het bedrijf houdt boek van de lokale verkoop.

Aantal/nummer van de pakketten.

Het bedrijf stuurt de gegevens voor de controle op de traceerbaarheid van de afgewerkte producten naar de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

SCPFE/douane via controleverslagen, productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van de productieverslagen van stap 6 (verwerking) en stap 8 (lokale handel).

N.B.: Door gebruikmaking van een uniek kapnummer wordt de identiteit van het product gewaarborgd langs de productieketen. Alle in beslag genomen hout wordt in het traceringssysteem opgenomen en gebruikt voor caritatieve activiteiten ten bate van lokale gemeenschappen en sociaal-sanitaire structuren (scholen, ziekenhuizen, enz.). Het directoraat-generaal bosbouw zorgt voor een passende codificering.

Halfafgewerkte producten (zaag-, fineer- en schilfineerproducten, enz.) worden gemarkeerd per pakket volgens het product en/of de klant. Het „rendement materie” moet worden verbeterd om de traceerbaarheid van het hout naar de fabriek te verbeteren.

De dienst controle op de bosbouwproducten voor uitvoer (SCPFE) stuurt overeenkomstig de bepalingen van artikel 130 van Decreet 2002-437 van 31 december 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor het beheer en gebruik van bossen een maandelijks verslag aan het kabinet van de minister voor Bosbeheer, het directoraat-generaal bosbouw en de algemene bosbouwinspectie; in dit verslag worden de volumes of hoeveelheden van uitgevoerd hout en van hout in doorvoer per soort, per commerciële kwaliteit, per land van bestemming (hout uitvoer), per land van oorsprong (hout doorvoer) en per leverancier aangegeven. De details over het hout in doorvoer worden opgenomen in punt 4.4.

De bedrijven die over hun eigen traceringssysteem beschikken, zullen worden verbonden met het nationale traceringssysteem om de overdracht van gegevens mogelijk te maken.

Voor alle hout dat niet direct uit de haven van Pointe-Noire wordt uitgevoerd, worden de modaliteiten voor de overeenstemming van de gegevens met de gegevens die afkomstig zijn van de société des parcs à bois de Douala en de organen voor de controle van de wettigheid in de buurlanden gedetailleerd in de ontwikkelingsfase van het systeem.

4.2.b)   Bijzondere vergunningen

Hout uit natuurlijke bossen dat wordt gekapt uit hoofde van bijzondere vergunningen, moet voldoen aan de traceerbaarheidsketen die uit de volgende vijf voornaamste stappen bestaat:

—   stap 1: aanvraag en afgifte van de exploitatievergunning (bijzondere vergunning);

—   stap 2: weghalen van het hout (kappen, knotten/afzagen, afvoeren, in stukken zagen of voorbereiding van de houtblokken);

—   stap 3: verwerking van de producten;

—   stap 4: vervoer van het verwerkte hout;

—   stap 5: lokale markt van het verwerkte hout.

Aan de volgende stappen worden verbeteringen aangebracht:

—   stap 1: De registratie van de getelde en gemarkeerde bomen in een werkdocument (inventarisatie- of identificatieverslag van de gestempelde bomen en kaart met de positie van de gestempelde bomen). Het verslag van de stempeling moet worden opgenomen in de lijst van verplichte documenten van de kapplaats;

—   stap 2: De registratie van de gekapte bomen in de documenten van de kapplaats (productieverslag, register van de kapplaats). De productieverslagen en het register van de kapplaats moeten worden opgenomen in de lijst van verplichte documenten van de kapplaats;

—   stap 3: De registratie van het verwerkte hout in een register van verwerkte producten. De productieverslagen en het register van verwerkt hout of hout dat naar de fabriek is gevoerd, moeten worden opgenomen in de lijst van verplichte documenten van de kapplaats;

—   stap 4: De registratie van de vervoerde producten op een vrachtbrief. De bijzondere vergunning heeft betrekking op het aantal bomen of stammen. Daarbij moet de vrachtbrief worden gevoegd waarin gedetailleerd aantal, volume, oorsprong, bestemming, productiedatum van de vervoerde stukken moeten worden aangegeven;

—   stap 5: De registratie van de producten op de lokale markt op een vrachtbrief.

Er dient te worden benadrukt dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 186 van Decreet 2002-437 van 31 december 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor het beheer en gebruik van bossen de bijzondere vergunning voor de exploitatie van houtsoorten voor commerciële doeleinden volgens artikel 70 van de bosbouwwet alleen in gebieden wordt verleend waar de bevolking niet over bewerkt hout kan beschikken. Deze producten worden alleen in de betrokken gebieden gecommercialiseerd, op basis van een besluit van de minister van Bosbouw.

Volgens de wet zijn alle buiten de betrokken gebieden aangetroffen houtproducten onwettig en worden deze in beslag genomen en gebruikt voor caritatieve activiteiten ten bate van lokale gemeenschappen en sociaal-sanitaire structuren (scholen, ziekenhuizen, enz.). Het directoraat-generaal bosbouw zorgt voor een passende codificering.

Voor de controle van de verificatiepunten voor de wettigheid van de geëxploiteerde producten op basis van de gekapte bomen uit hoofde van bijzondere vergunningen, ziet het structuurschema van de in te stellen traceerbaarheidsketen er als volgt uit:

Tabel 3:   Structuurschema van de traceerbaarheidsketen voor hout dat wordt gewonnen uit hoofde van een bijzondere vergunning

Stappen

Operaties

Verantwoordelijkheden voor de operaties

In te voeren gegevens

Verantwoordelijkheden voor de invoering/bestaande documenten

Verificatie (fysieke en documentaire controle) en frequentie

Overeenstemming van de gegevens

1.

Aanvraag en afgifte van een bijzondere vergunning

Stempeling van de te kappen bomen.

Opstellen van het verslag ter zake.

Markering van de staande bomen met een stempelnummer.

Precieze geografische lokalisering van de gestempelde bomen.

Districtsdirectoraat bosbouw en de aanvrager van de bijzondere vergunning stempelen de aangevraagde bomen.

Aantal bomen ter exploitatie.

Geografische positie van de te exploiteren bomen.

Stempelnummer.

Districtsdirectoraat bosbouw voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de te kappen bomen in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: de stempelverslagen, de kaart van de kapzone.

Brigade via stempelcontrolebezoeken en geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via controleverslagen/missieverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

 

2.

Weghalen van het hout

Productie van het hout (kappen, knotten/afzagen).

Markering van de stammen, tronken en blokken met een kapnummer.

Registratie van de stammen in de documenten van de kapplaats.

Markering van het kapjaar en het nummer van de jaarlijkse kap.

De houder van de bijzondere vergunning neemt de maat en het volume van elk blok en markeert het met een nummer.

Houtsoort.

Lengte.

Diameter.

Volume.

Kapzone.

Kapnummer van de bomen.

De houder van de bijzondere vergunning voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de gekapte bomen aan districtsdirectoraat bosbouw die deze in de SIGEF-gegevensbank via internet invoert.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF, de kaart van de jaarlijkse kap en de productieverslagen.

De houder van de bijzondere vergunning via productieverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via productieverslagen en de SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via productie-/ missieverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van het aantal gekapte bomen per boomsoort met het aantal bomen aangegeven in het stempelverslag.

3.

Verwerking van de blokken ter plaatse

Verwerking van het hout.

Producten worden gemarkeerd.

De houder van de bijzondere vergunning meet het volume van de verkregen producten.

Volume van de verwerkte producten.

Typen verkregen producten.

De houder van de bijzondere vergunning stuurt het productieverslag naar districtsdirectoraat bosbouw voor het verzamelen van de gegevens voor de controle op de traceerbaarheid van de verwerkte producten in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productieverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via stempelverslagen en de SIGEF-gegevensbank.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van de hoeveelheden producten en het equivalent aantal bomen van stap 3 (verwerking) met het volume van de bomen van stap 2 (weghalen).

4.

Vervoer van het verwerkte hout

Opstellen van de vrachtbrief.

Vervoer van de blokken.

Vervoer van de planken, baddings en andere gepolijste stukken.

De houder van de bijzondere vergunning registreert alle verwerkte producten van de gekapte bomen.

Volume van de verwerkte producten.

Typen vervoerde producten.

Nummerplaat van voertuig.

De plaats van vertrek.

De bestemming.

Districtsdirectoraat bosbouw stuurt de gegevens door voor de controle op de traceerbaarheid van de verwerkte producten in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productieverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via stempelverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van de hoeveelheden producten en het equivalent aantal bomen van stap 3 (verwerking) met het aantal/nummers van de bomen van stap 2 (weghalen).

5.

Lokale netwerken voor de commercialisering van verwerkte houtproducten

Lokale verkoop van verwerkte producten (planken, baddings, balken en andere gepolijste stukken).

De houder van de bijzondere vergunning houdt boek van de lokale verkoop.

Aantal producten verkregen per categorie (plank, badding, balk, latten).

Districtsdirectoraat bosbouw stuurt de gegevens door voor de controle op de traceerbaarheid van de verwerkte producten in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productieverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via missieverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van de hoeveelheden producten en het equivalent aantal bomen van stap 3 (verwerking) met het aantal/nummers van de bomen van stap 2 (weghalen).

De zogenaamde artisanale productie valt onder de tenuitvoerlegging van de bijzondere vergunningen. Zij heeft betrekking op het gebruik van boomstammen waarvoor door de dienst voor bosbeheer een bijzondere vergunning is afgegeven. Er dient echter over te worden gewaakt dat de gegevensbank volledig is, door middel van de documenten van de kapplaats en SIGEF. Voor de toepassing hiervan is het volgende noodzakelijk:

markering van de bomen overeenkomstig de geldende regelgeving (stempeling van de staande bomen en markering van de gekapte bomen);

registratie van de stammen en blokken overeenkomstig de geldende regelgeving (register van de kapplaats);

declaratie van de verwerkte producten (geëxploiteerd hout uit hoofde van bijzondere vergunningen wordt systematisch op de kapplaats verwerkt). Dit betreft gezaagd hout (plank, balk, badding, lat), de vervoersmiddelen (prauw), enz.).

Deze werkwijze draagt bij tot een goede traceerbaarheid van het hout en daarvoor is een markering van de tronk en de stam noodzakelijk.

4.3.   Schema: Stappen voor de traceerbaarheid van hout uit bosaanplantingen

Het hout van de aanplantingen moet voldoen aan de traceerbaarheidsketen die uit de volgende zeven voornaamste stappen bestaat:

—   stap 1: aanvraag en afgifte van de exploitatievergunning (vergunning voor hout van aanplantingen);

—   stap 2: weghalen van het hout (kappen, knotten/afzagen, afvoeren, in stukken zagen of voorbereiding van de ronde blokken, palen en/of stères);

—   stap 3: opslag van de producten (ronde blokken, palen en/of stères) in de diverse productieterreinen;

—   stap 4: vervoer van de producten (ronde blokken, palen, …) naar de verwerkingseenheden/havens voor de uitvoer, naar de lokale markt;

—   stap 5: lokale verwerking van de producten (ronde blokken, …);

—   stap 6: uitvoer van de producten (ronde blokken, palen, …) vanaf de haven voor uitvoer (Pointe-Noire);

—   stap 7: lokale netwerken voor de commercialisering van de bijproducten.

Aan de volgende stappen worden tijdens de tenuitvoerleggingsfase de volgende verbeteringen aangebracht:

—   stap 1: De jaarlijkse kap moet verplicht worden gedocumenteerd op de kapplaats;

—   stap 2: De productieverslagen (kapverslagen, …) en de registers van de kapplaats moeten worden opgenomen in de lijst van verplichte documenten van de kapplaats;

—   stap 3: De productieverslagen (goederenbehandelingsverslagen/klassering, …) en de registers van de kapplaats moeten worden opgenomen in de lijst van verplichte documenten van de kapplaats;

—   stap 4: De registratie van de vervoerde producten op een vrachtbrief. De kapvergunning voor hout van aanplantingen moet worden aangevuld met de vrachtbrief waarin gedetailleerd aantal, volume, oorsprong, bestemming, productiedatum, … van de vervoerde producten moeten worden aangegeven;

de markering van de houtblokken zal worden verbeterd door een code waarop de bestemming wordt aangegeven (fabriek of uitvoer). De brigades voor bosbeheer en/of de antennes van CNIAF brengen hun expertise aan voor de versterking van de werkwijzen van de dienst voor bosbeheer inzake het toezicht op de jaarlijkse kap. Voorts worden de dagelijkse verslagen van de productie (kappen, knotten, afzagen, …), de fiches of kaarten van de percelen met de positie van de bomen volgens het maximale jaarlijkse volume en de verslagen van de kapplaats opgenomen in de lijst van verplichte documenten voor de kapplaats;

—   stap 5: De registratie van het hout zal worden verbeterd door de invoering van een register van hout dat de fabriek binnenkomt, een register van hout binnen de fabriek (blokken die in de fabriek zijn binnengekomen) en een register van verwerkte producten (producten verkregen van de blokken die in de fabriek zijn binnengekomen). Een controlepost zal aan de ingang van de fabriek worden geplaatst;

—   stap 6: De registratie van de uitvoerproducten zal worden verbeterd door gebruikmaking van vrachtbrieven, specificatiebladen, controlecertificaten voor de uitvoer, cognossementen en andere documenten, die deel uitmaken van het dossier hout voor uitvoer;

In het kader van een duurzaam bosbeheer worden voor aanplantingen bestuursplannen en jaarlijkse kapplannen opgesteld. Elk jaarlijkse kapplan wordt geconsolideerd op basis van een evaluatie (inventarisatie). De tracering van de producten verkregen uit deze jaarlijkse kap kan gebeuren door markering van de pakketten.

Het structuurschema van de traceerbaarheidsketen voor hout dat wordt gewonnen uit aanplantingen uit hoofde van een kapvergunning voor hout van aanplantingen, ziet er als volgt uit:

Tabel 4:   Structuurschema van de traceerbaarheidsketen voor hout dat wordt gewonnen uit bosaanplantingen

Stappen

Operaties

Verantwoordelijkheden voor de operaties

In te voeren gegevens

Verantwoordelijkheden voor de invoering/informatiebronnen voor de bestaande documenten

Verificatie (fysieke en documentaire controle) en frequentie

Overeenstemming van de gegevens

1.

Aanvraag en afgifte van de exploitatievergunning

Opstellen en indienen van de aanvraagdossiers voor een vergunning voor hout van aanplantingen.

Onderneming.

Aantal kappercelen en betrokken oppervlakte.

Aantal bomen ter exploitatie.

Nummer van de kappercelen.

Geografische positie van de productiezone.

Het houtbedrijf voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de te kappen bomen in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: aanvraagdossier voor een kapvergunning van hout van aanplantingen.

Districtsdirectoraat bosbouw via aanvraagdossier voor een kapvergunning van hout van aanplantingen en geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via controleverslagen/ bezoeken, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Er wordt een exhaustief overzicht opgesteld van de bomen die niet voor commercialisering geschikt zijn (aantallen en motivering).

2.

Weghalen van het hout

Productie van het hout (kappen, knotten/afzagen, uitslepen, afvoeren, in stukken zagen van de houtblokken).

Registratie van de stammen en blokken in de documenten van de kapplaats.

Het bedrijf neemt de maat van elk rond blok.

Houtsoort.

Lengte.

Volume.

Kapzone.

Nummer van het hout/pakket.

Het houtbedrijf voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de gekapte bomen in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF, de kaart van de kapzone en de productieverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via productie-, controle- en bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van het aantal gekapte bomen per boomsoort met het aantal bomen aangegeven in de kapvergunning.

3.

Opslag van de blokken

In stukken zagen en bestemming van de blokken (lokale fabrieken of uitvoer).

Opstelling van de specificatiebladen.

Vaststelling van de controlecertificaten voor de uitvoer.

Markering van de pakketten of producten (paal, rond blok) met een streepjescode die de bestemming aangeeft.

Het houtbedrijf scant alle streepjescodes.

Nummer van de pakketten of producten/streepjescodes.

Het houtbedrijf voert de gegevens in en stuurt deze door voor de controle op de traceerbaarheid van de blokken in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via bezoeken, productieverslagen en geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van het aantal bomen van stap 2 (weghalen) met het aantal bomen van stap 3 (opslag).

Overeenstemming op basis van de volumes.

4.

Transport van de producten

Opstellen van de vrachtbrief.

Vervoer van de producten van de aanplanting (ronde blokken, palen, enz.).

Het vervoersbedrijf scant alle streepjescodes.

Nummer van de pakketten of producten/streepjescodes.

Nummerplaat van voertuig.

De plaats van vertrek.

De bestemming.

De brigade/het bedrijf (hout-, vervoers-) stuurt de gegevens door voor de controle op de traceerbaarheid van de verwerkte producten in de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

Brigade via controleverslagen, productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Op het niveau van de controleposten, controle van het vervoerde hout.

 

5.

Lokale verwerking van de producten (ronde blokken)

Meting van het volume in de volgende vier stappen:

1)

bij het binnenkomen van de fabriek,

2)

bij het binnenkomen in de verwerkingseenheid,

3)

bij het buitenkomen van de verwerkingseenheid,

4)

bij het verlaten van de fabriek:

verwerking van het hout;

producten/pakketten worden gemarkeerd.

Het bedrijf meet het volume bij de volgende drie stappen: bij het binnenkomen van de fabriek, bij het binnenkomen van de productielijn, bij het verlaten van de productielijn op het eind van de keten. Het bedrijf stelt de dagelijkse productieverslagen op.

Volume bij aankomst in de fabriek.

Volume bij aankomst in de productielijn.

Volume bij verlaten van de productielijn.

Het bedrijf zendt de gegevens voor de controle op de traceerbaarheid van de afgewerkte producten naar de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via controleverslagen, productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Controle van het rendement van het hout op basis van de dagelijkse verslagen.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van:

het aantal bomen van stap 5 (verwerking) met het aantal bomen van stap 4 (vervoer) van het hout dat bestemd is voor verwerking.

Overeenstemmingstest tussen de volgende drie stappen:

rendement (volume bij binnenkomst in de productielijn en volume bij verlaten van de productielijn),

inventarisatie van de verwerkte producten,

volume van de geleverde waren (bij verlaten fabriek).

6.

Uitvoer van de producten

Opstellen van de dossiers van het uit te voeren hout: vrachtbrieven, specificatiebladen, controlecertificaat voor de uitvoer, EX1 (ex-D6), EX8 (ex-D15), oorsprongscertificaat, verzendingsborderellen, fytosanitair certificaat, aangifte tot verzending, vervoersdocument/ zeevrachtbrief, pro-formafactuur, douanedeclaratie en leveringsbon.

Het vervoersbedrijf scant alle streepjescodes.

SCPFE controleert de overeenstemming van de gegevens van de uitvoerproducten en geeft een controlecertificaat voor de uitvoer af.

Nummer van de streepjescodes (blokken of pakketten afgewerkte producten).

SCPFE stuurt door: de gegevens voor de controle op de traceerbaarheid van de afgewerkte producten naar de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productie-, controle- en bezoekverslagen.

SCPFE/douane via controleverslagen, productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van (gekapt stamhout):

het aantal bomen van stap 2 (weghalen), 3 (opslag) en 4 (vervoer) met het aantal bomen van stap 6 (uitvoer),

de verslagen voor de verschillende stappen en SIGEF.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking (verwerkte producten): volume bij verlaten van de fabriek en volume bij uitvoer.

7.

Lokale netwerken voor de commercialisering van de bijproducten

Lokale verkoop van de bijproducten (stoofhout, houtskool).

Het bedrijf houdt boek van de lokale verkoop.

Aantal verkregen pakketten per categorie (stères stoofhout, zakken houtskool).

Het bedrijf stuurt de gegevens voor de controle op de traceerbaarheid van de afgewerkte producten naar de SIGEF-gegevensbank via internet.

De voornaamste documenten in verband met deze stap zijn: SIGEF en de productieverslagen.

Districtsdirectoraat bosbouw via productieverslagen en de geactualiseerde SIGEF-gegevensbank.

Algemene bosbouwinspectie via bezoekverslagen, SIGEF-gegevensbank en traceringssysteem.

Overeenstemmingstest van de gegevens door vergelijking van de productieverslagen van stap 5 (verwerking), stap 6 (uitvoer) en stap 8 (lokale handel).

4.4.   Hout van vreemde oorsprong in doorvoer op het Congolese grondgebied of ingevoerd voor verwerking in Congo

De verplaatsingen op het Congolese grondgebied van hout dat is ingevoerd uit andere landen zullen worden gecontroleerd door het systeem ter controle van de wettigheid.

Momenteel wordt er geen hout uit andere landen in Congo ingevoerd om in Congolese fabrieken te worden verwerkt. Er bevindt zich echter op het ogenblik wel hout in doorvoer op het Congolese grondgebied, dat met andere woorden is ingevoerd om als zodanig weer te worden uitgevoerd via de haven Pointe-Noire.

In alle gevallen wordt de wettigheid van het geïmporteerde hout aan de grens van de Republiek Congo gecontroleerd.

De toeleveringsketen van hout in doorvoer of ingevoerd hout voor binnenkomst in het Congolese grondgebied kan niet op dezelfde manier worden gecontroleerd als het hout uit de nationale bossen.

De controleprocedures aan de grens voor hout in doorvoer of ingevoerd hout, de markering en de diverse verantwoordelijkheden voor de controle zullen worden gepreciseerd in aanvullende teksten die nog moeten worden gepubliceerd en ten uitvoer gelegd in de ontwikkelingsfase van het systeem. In deze procedures zal rekening worden gehouden met het bestaan of de afwezigheid van systemen ter controle van de wettigheid in het land van oorsprong. Alle hout dat wordt ingevoerd of dat in doorvoer is, wordt opgenomen in het traceringssysteem volgens de modaliteiten die tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zullen worden vastgesteld.

4.5.   Niet-eerbiediging van de aspecten van de wettigheid in het traceringssysteem

De toeleveringsketen van elke lading hout en houtproducten wordt gecontroleerd in het traceringssysteem. Om eventueel geconstateerde problemen te verhelpen, worden in het systeem ter controle van de wettigheid tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem procedures daartoe ontwikkeld.

Indien de wettigheidstabel niet wordt geëerbiedigd, zullen alle nodige maatregelen worden getroffen om de procedure voor de afgifte van een FLEGT-vergunning op te schorten en eventueel de betrokken ladingen in beslag te nemen.

Tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zal een handboek worden opgesteld met richtsnoeren voor de behandeling van gevallen van niet-eerbiediging van de indicatoren van de tabel en/of van het traceringssysteem.

De traceerbaarheid van hout wordt gevolgd via een gegevensbank (SIGEF) die beschikt over een zelfblokkeringssysteem. Bij niet-eerbiediging van de aspecten van de wettigheid in het traceringssysteem, kan dit aspect in de SIGEF-gegevensbank worden aangegeven, waartoe de algemene bosbouwinspectie op het ogenblik van de behandeling van een aanvraag tot afgifte van een vergunning in real-time toegang heeft.

Image

HOOFDSTUK 5

5.1.   Beheer van de gegevens met betrekking tot de verificatie volgens de wettigheidstabel

Het beheer van de gegevens met betrekking tot de verificatie volgens de wettigheidstabel wordt verricht door de algemene bosbouwinspectie met gebruikmaking van de elektronische bestanden van het type Microsoft Excel of andere gegevensbestanden. Tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem moeten gedetailleerde procedures worden ontwikkeld voor het beheer van de gegevens met betrekking tot de verificatie volgens de wettigheidstabellen, de protocollen voor toegang tot de gegevens door de diverse betrokkenen, de gevolgen bij niet-naleving van een van de criteria voor de wettigheid (zelfblokkeringssysteem), alsook het formaat van het wettigheidscertificaat.

5.2.   Het beheer van de gegevens in de traceerbaarheidsketen voor hout

Het verbeterde SIGEF is het traceringssysteem dat is ontwikkeld op basis van het in 2009 bestaande SIGEF-systeem en dat bestaat uit een informatiesysteem over de gegevens die op heden zijn opgeslagen in de gegevensbanken van het districtsdirectoraat bosbouw, het nationale centrum voor de inventarisatie en het beheer van de bossen en fauna en de dienst controle op de bosbouwproducten voor uitvoer. In heel dit document wordt het systeem SIGEF genoemd.

De basisgegevens in verband met de tracering van het hout in de gegevensbank worden door de houtbedrijven zo mogelijk dagelijks via internet verstrekt aan de centrale gegevensbank SIGEF van het directoraat-generaal bosbouw. Voorts wordt de validering van de gegevens na analyse van de maandelijkse productiecijfers door het districtsdirectoraat bosbouw eveneens (bij voorkeur via internet) ingevoerd in het systeem.

Het beheer van de gegevens in de toeleveringsketen zal geschieden met een gecentraliseerde gegevensbank (SIGEF) die synergieën tussen de voornaamste betrokkenen bevordert. Het beheer van deze gecentraliseerde gegevensbank impliceert:

het opzetten van een beheersstructuur voor informatie binnen het ministerie onder auspiciën van het directoraat-generaal. Deze structuur zal zich ook bezighouden met de productie van de streepjescodes;

de ontwikkeling van programmatuur voor informatiebeheer die beantwoordt aan de vereisten van de traceerbaarheid;

de ontwikkeling van een internetsite van het ministerie met een venster dat toegang biedt tot de gegevensbank waartoe alle betrokken op bepaalde voorwaarden toegang krijgen.

De verantwoordelijke instanties voor de gegevensverzameling zijn de volgende:

het nationale centrum voor de inventarisatie en het beheer van de bossen en fauna (CNIAF),

de onderaannemers (voorbereiding van de jaarlijkse kap),

de houtbedrijven (registers van de kapplaats),

de districtdirectoraten,

controlepost bij het verlaten van de kapplaats (brigade),

controlepost bij het binnenkomen van de fabriek (brigade),

bij binnenkomst in de productielijn en verlaten van de productielijn (brigade),

controlepost bij het verlaten van de fabriek (brigade),

controlepost bij het binnenkomen van de haven (SCPFE),

post voor het verzamelen van gegevens (brigade/districtsdirectoraat),

de houtbedrijven (verklaring).

Het directoraat-generaal bosbouw, waarin SIGEF zal zijn ondergebracht, wordt de verantwoordelijke instantie voor toezicht en beheer van het traceringssysteem.

De verifiëring van de gegevens zal regelmatig geschieden door de lokale structuren (districtdirectoraten) bij elke validering van gegevens bestemd voor SIGEF en de traceerbaarheidsketen van de producten. Hiertoe is een project in de maak. Tijdens de tenuitvoerlegging (2009-2010) zal hierdoor het verbeterde traceringssysteem van de Republiek Congo gespecificeerd en uitgevoerd kunnen worden. De passende programmatuur en computeruitrusting alsook de protocollen voor het beheer van de gegevens zullen worden vastgesteld en gevalideerd op het ogenblik van de lancering van genoemd project.

HOOFDSTUK 6

AFGIFTE VAN FLEGT-VERGUNNINGEN

De afgifte van FLEGT-vergunningen heeft alleen betrekking op hout en houtproducten die naar de Unie worden uitgevoerd. Hout en houtproducten in doorvoer onder controle van de douaneautoriteiten van Congo zijn niet onderworpen aan de afgifte van een FLEGT-vergunning voor uitvoer naar de Unie. De Congolese autoriteiten zullen documentatie ter beschikking stellen van de douaneautoriteiten waarmee kan worden aangetoond dat het hout van de betrokken ladingen geen FLEGT-vergunning behoeft. Aard en vorm van deze documentatie zullen tijdens de ontwikkeling van het systeem worden vastgesteld.

Elke lading van hout en houtproducten van bijlage I uit natuurlijke bossen en bosaanplantingen van de Republiek Congo moet zijn gedekt door een FLEGT-vergunning. De FLEGT-vergunning wordt afgegeven door de dienst controle op de bosbouwproducten voor uitvoer, op instructie van de algemene bosbouwinspectie, en aan de aanvrager verstrekt.

De FLEGT-vergunning wordt afgegeven voor een lading hout en houtproducten op de volgende voorwaarden:

1.

het aanvragende bedrijf moet beschikken over een geldig wettigheidscertificaat;

2.

de SIGEF-gegevensbank moet alle gegevens omvatten die op de lading betrekking hebben.

De algemene bosbouwinspectie moet er zich ook op voorhand van vergewissen dat de controle van de wettigheid door de bevoegde diensten is uitgevoerd, met name:

dat een wettigheidscertificaat is afgegeven volgens de geldende procedures van hoofdstuk 3,

dat de toeleveringsketen door de bevoegde diensten is gecontroleerd volgens de geldende procedures van hoofdstuk 4,

dat de afgifte van een FLEGT-vergunning geschiedt door de antennes van SCPFE in de buurt van de productiecentra, op basis van een document uit SIGEF, volgens de modaliteiten die tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem zijn vastgesteld.

Elektronische vergunningen worden in het kader van deze overeenkomst niet gevaloriseerd.

Informatie in verband met de afgegeven vergunningen wordt bijgehouden in een papieren dossier en een elektronisch bestand in de algemene bosbouwinspectie. De vergunning wordt afgegeven in een papieren versie op lokaal niveau overeenkomstig artikel 6 van bijlage V. De lokale archivering is in handen van SCPFE die het afschrift bijhoudt dat is bestemd voor de afgifteautoriteit van de FLEGT-vergunningen, overeenkomstig artikel 6 van bijlage V. Daar wordt een fotokopie van gemaakt voor de algemene bosbouwinspectie met het oog op archivering op centraal niveau. Hierdoor kan de algemene bosbouwinspectie de overeenstemming nagaan tussen de vergunningsaanvragen en de feitelijk afgegeven FLEGT-vergunningen.

De informatie met betrekking tot de vergunningen wordt op een website geplaatst krachtens de bepalingen van bijlage X.

De specificaties van de FLEGT-vergunningen en de procedures voor de afgifte ervan staan uitgelegd in de bijlage V en zullen tijdens de ontwikkelingsfase van het systeem nog verder worden uitgewerkt, meer bepaald wat betreft de termijnen voor afgifte en de delegaties voor ondertekening van de vergunningen. De procedures voor de afgifte van het wettigheidscertificaat worden eveneens ontwikkeld tijdens de uitvoeringsfase.

Image

HOOFDSTUK 7

ONAFHANKELIJKE CONTROLE VAN HET SYSTEEM

Er is voorzien in een onafhankelijke controle van het systeem. Het mandaat daarvoor wordt afzonderlijk in bijlage VI uitgewerkt.


BIJLAGE IV

VOORWAARDEN VOOR TOELATING TOT HET VRIJE VERKEER IN DE UNIE VAN HOUT EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN UITGEVOERD UIT EEN PARTNERLAND EN GEDEKT DOOR EEN FLEGT-VERGUNNING

Algemeen kader

In Verordening (EG) nr. 2173/2005 en de toepassingsverordening (EG) nr. 1024/2008 van de Commissie van 17 oktober 2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2173/2005 (1) worden de voorwaarden geregeld voor invoer in de Unie van hout en houtproducten uit Congo waarvoor een FLEGT-vergunning is afgegeven. De procedures in deze verordeningen voorzien in een mogelijke aanpassing aan de nationale voorwaarden, meer bepaald in de mogelijkheid dat de bevoegde autoriteiten die zijn belast met het aanvaarden van de FLEGT-vergunningen bij binnenkomst op de uniale markt, de douaneautoriteiten of een ander bestuur kunnen zijn. Om deze reden worden in het proces twee stappen voor de verificatie beschreven: 1) de documentaire controle van de vergunningen, en 2) de overeenstemmingscontrole van de levering zelf met de vergunning. Dit proces beoogt de controles die door Congo al zijn ingesteld, te versterken en na te gaan of de FLEGT-vergunningen die worden gepresenteerd bij binnenkomst op de uniale markt, wel degelijk vergunningen zijn die zijn afgegeven en geregistreerd door de afgifteautoriteit in Congo, en de ladingen bestrijken zoals door de Congolese autoriteiten bedoeld. De bevoegde autoriteiten hebben niet de bevoegdheid om het systeem ter controle van de wettigheid van Congo en de geldigheid van de afgifte van de vergunningen in vraag te stellen; deze kwesties moeten eventueel worden behandeld door het gezamenlijk comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst overeenkomstig de artikelen 12, 19 en 24 van onderhavige overeenkomst.

Artikel 1

Behandeling van vergunningen

1.   De FLEGT-vergunning (hierna „de vergunning” genoemd) wordt ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van de Unie waar de door die vergunning gedekte lading (2) tot het vrije verkeer wordt toegelaten (3).

2.   De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten brengen de douaneautoriteiten overeenkomstig de geldende nationale procedures op de hoogte wanneer een vergunning is aanvaard.

Artikel 2

Documentaire controle van de vergunningen

1.   Papieren vergunningen stemmen overeen met het in bijlage V beschreven model van de vergunning.

2.   Een vergunning wordt als nietig beschouwd als de datum waarop zij wordt ingediend, later is dan de in de vergunning vermelde vervaldatum.

3.   De vergunning mag geen doorhalingen of wijzigingen bevatten, tenzij zij door de vergunningverlenende autoriteit zijn gevalideerd.

4.   Geen enkele verlenging van de geldigheid van een vergunning wordt aanvaard tenzij zij door de vergunningverlenende autoriteit is gevalideerd.

5.   Geen enkel duplicaat van de vergunning of vervangingsdocument wordt aanvaard tenzij het door de vergunningverlenende autoriteit is afgegeven en gevalideerd.

Artikel 3

Verzoek om aanvullende informatie

1.   In geval van twijfel over een vergunning, een duplicaat of een vervangingsdocument kunnen de bevoegde autoriteiten de vergunningverlenende autoriteit om extra informatie verzoeken.

2.   Samen met het verzoek wordt eventueel een kopie van de vergunning, het duplicaat of het vervangingsdocument in kwestie verstuurd.

Artikel 4

Fysieke verificatie

1.   De verificatie van de overeenstemming van de realiteit van de lading met de overeenstemmende vergunning wordt in voorkomend geval door de bevoegde autoriteiten verricht.

2.   Als verder onderzoek van de lading noodzakelijk wordt geacht, kunnen controles worden uitgevoerd om na te gaan of de desbetreffende lading strookt met de in de vergunning verstrekte informatie en met de archiefgegevens van de vergunningverlenende autoriteit met betrekking tot de vergunning.

3.   Als het volume of het gewicht van de houtproducten in de voor toelating tot het vrije verkeer aangeboden lading niet meer dan 10 % afwijkt van het volume of het gewicht dat in de desbetreffende vergunning is vermeld, wordt de lading geacht in overeenstemming te zijn met de in de vergunning verstrekte informatie betreffende volume of gewicht.

4.   De kosten die worden gemaakt tijdens de verificatie zijn voor rekening van de invoerder, tenzij in de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat van de Unie anders wordt bepaald.

Artikel 5

Voorafgaande verificatie

Een vóór de aankomst van de lading ingediende vergunning kan worden aanvaard als zij voldoet aan alle in de bijlage V van deze overeenkomst bepaalde vereisten en geen verdere controle overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van onderhavige bijlage noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 6

In het vrije verkeer brengen

1.   In vak 44 van het enig document voor de aangifte voor de toelating tot het vrije verkeer wordt het nummer van de vergunning voor het betrokken hout of de betrokken houtproducten vermeld.

Als bij de douaneaangifte gebruik wordt gemaakt van een elektronische gegevensverwerkingstechniek, wordt het referentienummer daarvan vermeld in het geschikte vak.

2.   Hout en houtproducten worden slechts tot het vrije verkeer toegelaten indien voldaan is aan de in deze bijlage omschreven procedure.


(1)  PB L 277 van 18.10.2008, blz. 23.

(2)  Onder „lading” wordt verstaan: een hoeveelheid hout of houtproducten, als bedoeld in bijlage II en III bij Verordening (EG) nr. 2173/2005, die gedekt is door een FLEGT-vergunning, die door een verzender of vervoerder vanuit een partnerland is verzonden en bij een douanekantoor voor toelating tot het vrije verkeer in de Unie wordt aangeboden.

(3)  De toelating tot het vrije verkeer is een douaneregeling van de Unie. Volgens artikel 129, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) impliceert de toelating tot het vrije verkeer: 1) de inning van verschuldigde invoerrechten; 2) de inning, voor zover van toepassing, van andere heffingen, overeenkomstig de relevante voorschriften met betrekking tot de inning van deze heffingen; 3) de toepassing van handelspolitieke maatregelen en verboden en beperkingen voor zover deze niet in een eerder stadium werden toegepast (meer bepaald wordt hier nagegaan of er een FLEGT-vergunning is); 4) de vervulling van de andere formaliteiten voor de invoer van de goederen. Niet-communautaire goederen die in het vrije verkeer worden gebracht, verkrijgen daardoor de douanestatus van communautaire goederen.


BIJLAGE V

VOORWAARDEN VOOR DE AFGIFTE VAN FLEGT-VERGUNNINGEN EN SPECIFICATIES

HOOFDSTUK 1

FORMALITEITEN VOOR DE VERGUNNINGSAANVRAAG

Congo verbindt zich ertoe in het kader van het door Congo aanvaarde FLEGT-proces de uitvoer van zijn hout naar de Unie aan een FLEGT-vergunning te onderwerpen. Deze bepaling heeft tot gevolg dat de FLEGT-voorwaarden door producenten en exporteurs van hout verplicht aanvaard dienen te worden.

Het toezicht op de controle van de wettigheid met het oog op de afgifte van de FLEGT-vergunningen voor de uitvoer van hout en houtproducten naar de Unie wordt toevertrouwd aan de algemene bosbouwinspectie.

De procedure voor het verkrijgen van een FLEGT-vergunning verloopt in twee opeenvolgende stappen:

1.

aanvraag van een wettigheidscertificaat gericht tot de algemene bosbouwinspectie;

A.

Na deze aanvraag organiseert de algemene bosbouwinspectie een bezoek ter controle van de wettigheid, met de volgende stappen:

vergadering voor de planning van de verificatie;

documentaire analyse;

bezoek ter plaatse;

onderhoud met de betrokkenen (en de betrokken partnerbesturen);

verificatierapport.

B.

Indien de voorwaarden zijn vervuld, wordt een wettigheidscertificaat voor de duur van twaalf (12) maanden aan de aanvrager afgegeven door de algemene bosbouwinspectie.

2.

aanvraag van een FLEGT-vergunning voor een bepaalde lading, langs elektronische weg gericht tot de algemene bosbouwinspectie. Indien de aanvrager beschikt over een geldig wettigheidscertificaat, raadpleegt de algemene bosbouwinspectie de SIGEF-gegevensbank van het directoraat-generaal bosbouw, wint zij het advies in van de dienst controle op de bosbouwproducten voor uitvoer (SCPFE), controleert zij de volledigheid van de gegevensbank met betrekking tot deze lading en de afwezigheid van een blokkering, bewaart er een geschreven bewijs van en draagt SCPFE op de FLEGT-vergunning af te geven en aan de aanvrager te bezorgen. Toch kunnen van tijd tot tijd bezoeken ter controle van de wettigheid van de ladingen worden gehouden.

De procedure voor afgifte van de vergunningen wordt nader gedetailleerd in de ontwikkelingsfase van het systeem, voorts door de algemene bosbouwinspectie aan de betrokkenen medegedeeld, met name aan potentiële exporteurs, en op een website geplaatst.

HOOFDSTUK 2

HEFFINGEN

De afgifte van een vergunning is onderworpen aan de betaling van een heffing waarvan het bedrag en de betalingsvoorwaarden worden vastgesteld door een besluit van de minister voor Bosbouw.

HOOFDSTUK 3

EISEN MET BETREKKING TOT FLEGT-VERGUNNINGEN

Artikel 1

1.   Een FLEGT-vergunning wordt op papier afgegeven.

2.   De vergunning bevat de gegevens van aanhangsel 1, overeenkomstig de toelichting van aanhangsel 2.

Artikel 2

1.   De FLEGT-vergunning geldt vanaf de feitelijke dag van afgifte.

2.   Een FLEGT-vergunning is maximaal negen (9) maanden geldig. De vervaldatum wordt op de vergunning vermeld.

3.   Na de vervaldatum wordt de vergunning als nietig beschouwd.

4.   Als de houtproducten waarop de FLEGT-vergunning betrekking had, worden vernietigd, vervalt de vergunning en moet zij worden teruggezonden aan de vergunningverlenende autoriteit.

EISEN MET BETREKKING TOT PAPIEREN FLEGT-VERGUNNINGEN

Artikel 3

Voor papieren vergunningen geldt het model van aanhangsel 1.

Artikel 4

1.   Het papierformaat is standaard A4.

2.   De volgende papierkleuren moeten worden gebruikt:

a)

wit voor formulier nr. 1, het origineel;

b)

geel voor formulier nr. 2, het afschrift dat is bestemd voor de douaneautoriteit van de Europese Unie;

c)

groen voor formulier nr. 3, het afschrift dat is bestemd voor de vergunningverlenende autoriteit.

Artikel 5

1.   De vergunning wordt met de computer of de schrijfmachine ingevuld.

2.   Voor het stempelen maakt de vergunningverlenende autoriteit gebruik van een metalen droogstempel. De toegewezen hoeveelheid wordt door de vergunningverlenende autoriteit in letters en cijfers vermeld zo dat geen vervalsing mogelijk is en geen cijfers of vermeldingen kunnen worden toegevoegd.

3.   Op het formulier mogen geen doorhalingen of wijzigingen worden aangebracht, tenzij deze zijn gevalideerd door middel van het stempel en de handtekening van de vergunningverlenende autoriteit.

4.   De vergunningen worden gedrukt en ingevuld in het Frans.

Artikel 6

1.   De vergunning wordt in drievoud opgesteld en twee exemplaren worden ter beschikking gesteld van de aanvrager.

2.   Het eerste exemplaar („original”) wordt ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit en aan de aanvrager gegeven voor indiening bij de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaat waar de lading waarop de vergunning betrekking heeft, wordt aangegeven voor toelating tot het vrije verkeer.

3.   Het tweede exemplaar („copie destinée aux douanes de l’Union européenne”) wordt ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit en aan de aanvrager gegeven voor indiening bij de douaneautoriteit van de lidstaat van de Unie waar de lading waarop de vergunning betrekking heeft, wordt aangegeven voor toelating tot het vrije verkeer.

4.   Na te zijn ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit wordt het derde exemplaar („copie destinée à l’autorité de délivrance des autorisations”) gearchiveerd door de vergunningverlenende autoriteit.

VERLIES, DIEFSTAL OF VERNIETIGING VAN EEN FLEGT-VERGUNNING

Artikel 7

1.   In geval van verlies, diefstal of vernietiging van het origineel of van de kopie voor de douane kan de houder of zijn gemachtigde vertegenwoordiger op basis van het document dat nog in zijn bezit is een verzoek tot afgifte van een vervangingsdocument indienen bij de vergunningverlenende autoriteit.

2.   In geval van verlies, diefstal of vernietiging van zowel het origineel als de kopie voor de douane kan de houder of zijn gemachtigde vertegenwoordiger voor beide exemplaren een verzoek tot afgifte van vervangingsdocumenten indienen bij de vergunningverlenende autoriteit.

3.   De vergunningverlenende autoriteit verstrekt het (de) vervangingsdocument(en) binnen twee (2) weken na ontvangst van het verzoek van de houder.

4.   Op de vervangingsdocumenten worden alle gegevens vermeld die ook op het origineel stonden, inclusief het nummer van de vergunning. Op het vervangingsdocument wordt „Duplicata” vermeld.

5.   Als ook bij het duplicaat verlies, diefstal of vernietiging optreedt, wordt niet nogmaals een duplicaat afgegeven.

6.   Als de verloren of gestolen vergunning wordt teruggevonden, mag deze niet worden gebruikt, maar moet worden teruggestuurd naar de vergunningverlenende autoriteit.

PROCEDURE BIJ TWIJFEL OVER DE GELDIGHEID VAN DE VERGUNNING

Artikel 8

1.   Indien bij twijfel over de geldigheid van de vergunning of een vervangingsdocument de bevoegde autoriteiten hebben verzocht om verder onderzoek, bevestigt de vergunningverlenende autoriteit schriftelijk de afgifte van de vergunning en verstrekt zij de nodige informatie.

2.   De vergunningverlenende autoriteit kan als zij dat nodig acht de bevoegde autoriteiten vragen een kopie van de betreffende vergunning of het duplicaat op te sturen.

3.   Als de vergunningverlenende autoriteit het noodzakelijk acht, wordt de vergunning ingetrokken en wordt een gecorrigeerde kopie afgegeven, die wordt gevalideerd met het stempel „Double” en doorgezonden naar de bevoegde autoriteit.

4.   Als de vergunning wel geldig is, stelt de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteiten daarvan onverwijld in kennis, bij voorkeur langs elektronische weg, en stuurt zij de kopie van de betreffende vergunning terug. De exemplaren die worden teruggezonden, worden gevalideerd met het stempel „Validé le …”.

5.   Als de betwiste vergunning niet geldig is, stelt de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteiten daarvan onverwijld in kennis, bij voorkeur langs elektronische weg.


BIJLAGE VI

MANDAAT VOOR DE ONAFHANKELIJKE FLEGT-SYSTEEMAUDIT

I.   Taken

De onafhankelijke auditor heeft als belangrijkste taak om door middel van controles van documenten en inspecties ter plaatse:

het systeem ter controle van de wettigheid en het functioneren ervan te auditen door middel van beoordeling van de toepassing van de wettigheidstabel en controles van het traceringssysteem en het systeem voor de afgifte van vergunningen,

het gebruik van de vergunningen bij de binnenkomst op de uniale markt te verifiëren,

eventuele lacunes en tekortkomingen van het systeem ter controle van de wettigheid vast te stellen en daarover verslag uit te brengen aan het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst (CCM),

de effectiviteit te beoordelen van de correctiemaatregelen die zijn genomen naar aanleiding van in de auditverslagen vastgestelde tekortkomingen.

II.   Vereiste kwalificaties

De onafhankelijke audit wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau met aantoonbare bekwaamheden op auditgebied en een diepgaande kennis van de bosbouwsector in Congo en/of het Congobekken.

Het bureau moet voorts aan de volgende eisen voldoen:

het mag niet rechtstreeks betrokken zijn bij bosbeheer, bij de verwerking van of handel in hout of houtproducten of bij de controle op bosbouwactiviteiten in Congo. Dienstverleners die bij de Congolese regering onder contract staan in het kader van de bosbouwcontrole komen niet in aanmerking,

het dient over een intern kwaliteitssysteem te beschikken dat voldoet aan de ISO 17021-norm of een daarmee gelijkgestelde norm,

het beschikt over personeelsleden die deskundig zijn op het gebied van audits betreffende bosbouw, verwerkingsindustrie, traceringssystemen, uitvoer van hout en internationale markten, waaronder de uniale markt,

het beschikt over personeelsleden die deskundig zijn en voldoende ervaring hebben opgedaan in Congo en/of elders in het Congobekken. De betrokkenheid van deskundigen uit de subregio wordt aangemoedigd naast de inzet van internationale deskundigen,

het mag zich niet in een administratieve of financiële situatie bevinden waardoor het onderzoeksbureau of de voorgestelde deskundigen gevaar lopen in een belangenconflict te raken.

III.   Methode

De onafhankelijke audit wordt verricht volgens gedocumenteerde procedures en procedures op het terrein:

de onafhankelijke systeemauditor handelt overeenkomstig deze overeenkomst en beschikt over een gedocumenteerde beheersstructuur, een beleid en een procedurehandleiding die voldoen aan de normen ISO 17021, 19011 of daarmee gelijkgestelde normen en publiek toegankelijk zijn. De auditor legt zijn procedurehandleiding en de bijlagen daarbij, die als leidraad dienen voor de steekproefsgewijze controles van documenten en op het terrein, ter goedkeuring voor aan het CCM,

de onafhankelijke systeemauditor stelt een driejaarlijks tijdschema voor de auditactiviteiten op, waarbij de frequentie in overleg met het CCM wordt vastgesteld. De eerste twee jaar wordt ten minste driemaal per jaar een audit uitgevoerd. Voor het derde jaar kan de frequentie worden verminderd, maar moeten onaangekondigde controles worden verricht. De frequentie en de intensiteit van de controles kunnen door het CCM worden herzien wanneer dat vergadert over de ingediende auditverslagen,

de onafhankelijke systeemauditor zet een systeem op om bij hem ingediende klachten te verzamelen en af te handelen. Het klachtenbeheersysteem en de leidende beginselen voor de rapportage over klachten en het gevolg dat daaraan is gegeven, dienen door het CCM te worden goedgekeurd. Het systeem moet waarborgen dat klachten beveiligd worden verwerkt en de vertrouwelijkheid van de indiener behouden blijft,

de onafhankelijke systeemauditor verricht een analyse van de systeemproblemen die hij heeft geconstateerd,

de onafhankelijke systeemauditor waarborgt de vertrouwelijkheid van de gegevens die hij verzamelt bij de verschillende organisaties die hij tijdens zijn missies bezoekt,

de auditverslagen bevatten alle relevante informatie over het programma en de bevindingen. In de procedurehandleiding wordt een model voor de auditverslagen en samenvattingen ervan verstrekt,

de onafhankelijke systeemauditor brengt verslag uit over zijn conclusies volgens de door het CCM vastgestelde procedure.

IV.   Informatiebronnen

De onafhankelijke systeemauditor gebruikt voor zijn werkzaamheden alle beschikbare informatiebronnen (missieverslagen, jaarverslagen, overige documentatie, gesprekken, geautomatiseerde databases, bezoeken ter plaatse enz.). Met name krijgt hij toegang tot alle documenten en databases die hij nuttig acht bij de volgende diensten en instanties die geaccrediteerd zijn voor het systeem ter controle van de wettigheid en de onderdelen daarvan (controle van de wettigheid, controle van het traceringssysteem, controle van het systeem voor de afgifte van vergunningen):

1.

alle diensten van het ministerie van Bosbouw (DGEF, DVRF, IGEF, SCPFE, DDEF, brigades en controleposten enz. op het grondgebied van Congo en in voorkomend geval in de buurlanden) die belast zijn met de permanente controle op de bosbouw in het kader van de nationale controlestrategie (die het ministerie van Bosbouw moet vaststellen voor de tenuitvoerlegging van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst),

2.

instanties die betrokken zijn bij het toezicht of de controle op de bosbouw:

erkende particuliere instanties en systemen voor vrijwillige certificatie van wettigheid, traceerbaarheid en duurzaam beheer;

een structuur binnen het maatschappelijk middenveld in Congo, die functioneert op basis van het project voor het onafhankelijke toezicht van de bossen, dat de organisaties Resource Extraction Monitoring en Forest Monitor tussen 2007 en 2009 hebben uitgevoerd. Deze structuur zal gedurende ten minste drie jaar onafhankelijk toezicht houden op de toepassing van de wet- en regelgeving inzake de bosbouw, eventueel ondersteund door internationale ngo’s (zie bijlage IX);

3.

andere ministeriële diensten, zoals het ministerie van Handel, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Financiën en Begroting (o.a. douane en belastingdienst, enz.), het ministerie van Vervoer en het ministerie van Arbeid (ONEMO - nationale dienst voor arbeid en werkgelegenheid, CNSS - nationale socialezekerheidskas);

4.

instanties die belast zijn met de controle van de wettigheid en met de onafhankelijke FLEGT-systeemaudit in de buurlanden van Congo, alsmede hun informatiebronnen;

5.

de gezamenlijke comités voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomsten tussen de Unie en de buurlanden van Congo;

6.

overige bronnen:

bosbouwondernemingen,

vakbonden,

universiteiten,

plaatselijke overheden,

plaatselijke gemeenschappen,

nationale en internationale ngo’s,

projecten in Congo in de sector bosbouw en milieu,

indieners van klachten, tenzij zij anoniem zijn,

alle andere bronnen die de onafhankelijke auditor relevant acht;

7.

bevoegde autoriteiten in de Unie.

De onafhankelijke systeemauditor kan personen die betrokken zijn bij het systeem ter controle van de wettigheid of werkzaam zijn bij in het kader van het systeem geaccrediteerde instanties horen en getuigenverklaringen verzamelen die hij voor het vervullen van zijn taak nodig acht, onverminderd zijn taak om klachten af te handelen die onder zijn aandacht worden gebracht over de uitvoering of het functioneren van het systeem ter controle van de wettigheid en/of de geaccrediteerde instanties.

De partijen zien erop toe dat de onafhankelijke systeemauditor op het grondgebied van beide partijen toegang heeft tot alle voor de uitvoering van zijn taak noodzakelijke informatie.

V.   Rapportage

Het verslag van de onafhankelijke systeemauditor bevat alle relevante informatie over het auditprogramma en het functioneren van het systeem ter controle van de wettigheid en het systeem voor de afgifte van FLEGT-vergunningen. In een bijlage bij het verslag worden de ontvangen klachten, de daaraan gegeven antwoorden en de te ondernemen acties in extenso opgenomen. Het verslag wordt door het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst (CCM) gepubliceerd.

Binnen een maand na het afronden van een inspectie ter plaatse dient de onafhankelijke systeemauditor bij beide partijen een voorlopig verslag in. Er kan een mondelinge uiteenzetting van het auditverslag worden gegeven aan het CCM. De opmerkingen van de partijen ten behoeve van de afronding van het verslag worden doorgegeven aan de onafhankelijke systeemauditor binnen een met het CCM overeen te komen termijn, die niet langer mag zijn dan één maand na de ontvangst van het verslag. De onafhankelijke systeemauditor verstrekt alle noodzakelijke informatie en geeft antwoord op verzoeken van de partijen om toelichting binnen een met het CCM overeen te komen termijn, die niet langer mag zijn dan 15 dagen na de ontvangst van de opmerkingen van de partijen. Het definitieve verslag wordt gebaseerd op het voorlopige verslag met toevoeging van alle door de partijen verstrekte toelichtingen en eventuele reacties van de onafhankelijke systeemauditor op die toelichtingen.

Het definitieve verslag wordt door het CCM gepubliceerd.

Op basis van het auditverslag en andere gegevens waarover het CCM beschikt, waaronder kritiek op en klachten over het functioneren van het systeem ter controle van de wettigheid, stelt het CCM vast welke correctiemaatregelen moeten worden genomen, en ziet het toe op de uitvoering ervan.

De notulen van de vergaderingen van het CCM over het verslag van de onafhankelijke systeemauditor worden gepubliceerd.

VI.   Institutioneel opzet

De betrokkenen bij het CCM-proces selecteren door middel van een passende en transparante aanbestedingsprocedure de organisatie die gekwalificeerd is voor het uitvoeren van de onafhankelijke systeemaudit. Bij het selectieproces worden de bekwaamheden van de inschrijvers beoordeeld op het gebied van audits en op het gebied van de bosbouwsector in Congo of het Congobekken, alsmede de internationale geloofwaardigheid van de inschrijver, met name wat zijn onafhankelijkheid betreft. De geselecteerde inschrijver sluit vervolgens met de regering, die hem in staat stelt op transparante en doeltreffende wijze zijn taken te vervullen, een contract voor drie jaar, dat met de goedkeuring van het CCM kan worden verlengd. Indien nodig wordt een nieuwe aanbesteding gestart.

De onafhankelijke auditor dient voor de duur van het contract een permanent kantoor in Brazzaville te hebben of te vestigen. Dit kantoor dient gedurende de looptijd van het contract permanent open te blijven. Het dient als contactpunt voor de betrokkenen en organiseert de zendingen van de controleurs, die het tijdens overeengekomen periodes ontvangt.

De verslagen van de onafhankelijke systeemauditor en de eventuele corrigerende maatregelen worden besproken in het CCM. De corrigerende maatregelen worden vervolgens ter kennis gebracht van de onafhankelijke systeemauditor. De procedurehandleiding wordt zo nodig gewijzigd.


BIJLAGE VII

CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN HET SYSTEEM TER CONTROLE VAN DE WETTIGHEID VAN CONGO

De FLEGT-partnerschapsovereenkomst tussen de Unie en Congo voorziet in de ontwikkeling en implementatie van een systeem ter controle van de wettigheid om ervoor te zorgen dat alle houtproducten die in de overeenkomst worden gespecificeerd en die van Congo naar de Unie worden uitgevoerd, binnen de wetttelijke normen geproduceerd zijn. Het systeem ter controle van de wettigheid moet de volgende elementen omvatten: een definitie van legaal geproduceerd hout, waarin de wetten worden beschreven waaraan moet worden voldaan voor afgifte van een vergunning; controles van de leveringsketen om het hout te traceren vanaf het bos tot het punt van uitvoer; toezicht op de naleving van alle elementen van de wettigheidsdefinitie en de controle van de leveringsketen; procedures voor vergunningenverlening en afgifte van FLEGT-vergunningen; en de onafhankelijke systeemaudit om ervoor te zorgen dat het systeem werkt als bedoeld.

De verwachtingen van de Unie met betrekking tot het systeem ter controle van de wettigheid worden uiteengezet in een reeks instructies („briefing notes”) opgesteld door een door de Commissie samengestelde deskundigengroep (1).

Beoordelingscriteria

Het systeem ter controle van de wettigheid zal aan een onafhankelijke technische beoordeling worden onderworpen, alvorens het vergunningensysteem volledig operationeel wordt; over het mandaat wordt gezamenlijk beslist door de partijen en het gezamenlijke comité. In deze beoordelingscriteria wordt omschreven welke resultaten het systeem ter controle van de wettigheid moet opleveren; zij dienen tevens als basis voor het mandaat met betrekking tot de beoordeling. De beoordeling is bedoeld om:

i)

de systeembeschrijving te herzien, met bijzondere aandacht voor eventuele herzieningen die zijn doorgevoerd na de ondertekening van de FLEGT-vrijwillige partnerschapsovereenkomst;

ii)

het functioneren van het systeem in de praktijk te onderzoeken.

Deel 1:   Definitie van wettigheid

Legaal geproduceerd hout moet worden gedefinieerd op basis van de bestaande Congolese wetgeving. De gebruikte definitie moet ondubbelzinnig, objectief controleerbaar en operationeel uitvoerbaar zijn en ten minste de wetten omvatten die betrekking hebben op:

—   oogstrechten: verlenen van wetttelijke rechten om hout te oogsten binnen wetttelijk vastgelegde gebieden;

—   bosbouwactiviteiten: naleving van wetttelijke eisen betreffende bosbeheer, bijvoorbeeld naleving van de relevante milieu- en arbeidswetgeving;

—   rechten en belastingen: naleving van wetttelijke eisen betreffende belastingen, heffingen en rechten die rechtstreeks verband houden met de houtoogst en oogstrechten;

—   andere gebruikers: eerbiediging van de eventuele wetttelijke eigendomsrechten of gebruiksrechten van andere partijen op grond en andere rijkdommen, waarop de oogstrechten van invloed kunnen zijn;

—   handel en douane: naleving van wetttelijke eisen betreffende handel en douaneprocedures.

Is het duidelijk welk rechtsinstrument aan de basis ligt van elk element van de definitie?

Zijn er criteria en indicatoren gespecificeerd die gebruikt kunnen worden om de naleving van elk element van de definitie na te gaan?

Zijn de criteria/indicatoren duidelijk, objectief en operationeel uitvoerbaar?

Identificeren de indicatoren en de criteria duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren en worden de prestaties van alle relevante actoren bij de controle beoordeeld?

Omvat de wettigheidsdefinitie de belangrijkste hierboven geschetste gebieden van bestaande wetgeving? Zo niet, waarom zijn bepaalde wetgevingsgebieden niet in de definitie opgenomen?

Hebben de belanghebbenden bij het opstellen van de definitie rekening gehouden met alle belangrijke gebieden van de toepasselijke wetgeving?

Omvat het systeem ter controle van de wettigheid de belangrijkste wettelijke bepalingen die tijdens de bespreking met de belanghebbenden zijn gedefinieerd?

Zijn de wettigheidsdefinitie en de handhavingstabel of -matrix gewijzigd sinds de ondertekening van de FLEGT-vrijwillige partnerschapsovereenkomst? Zijn er indicatoren en criteria ontwikkeld om te zorgen dat deze wijzigingen worden uitgevoerd?

Deel 2:   Controle van de leveringsketen

De systemen ter controle van de leveringsketen moeten er op een geloofwaardige manier voor zorgen dat houtproducten door de hele leveringsketen kunnen worden getraceerd, vanaf de oogst of de invoer tot aan de uitvoer. Het zal niet steeds noodzakelijk zijn de fysieke traceerbaarheid van stammen, ladingen hout of houtproducten van het bos van oorsprong tot het punt van de uitvoer te garanderen, maar wel steeds vanaf het bos tot het eerste punt van vermenging (bijvoorbeeld houtterminal of verwerkingsbedrijf).

2.1.   Gebruiksrechten

De gebieden waarvoor bosbouwrechten zijn verleend en de identificatie van de houders van die rechten zijn duidelijk afgebakend.

Zorgt het controlesysteem ervoor dat alleen hout dat afkomstig is uit een bosgebied waar geldige en toegestane gebruiksrechten gelden, in de leveringsketen terechtkomt?

Zorgt het controlesysteem ervoor dat de ondernemingen die oogstactiviteiten verrichten de aangewezen gebruiksrechten hebben gekregen voor de desbetreffende bosgebieden?

Zijn de procedures voor het toekennen van gebruiksrechten en de informatie over toegekende gebruiksrechten en de houders daarvan openbaar gemaakt?

2.2.   Systemen ter controle van de leveringsketen

Er bestaan effectieve mechanismen voor het traceren van hout over de hele leveringsketen, van de oogst tot aan de uitvoer.

De benadering voor het identificeren van hout kan variëren van het gebruik van labels voor individuele goederen tot het raadplegen van de documentatie voor een lading of een partij goederen. De gekozen methode dient te beantwoorden aan het type en de waarde van het hout en het risico van vermenging met illegaal of ongecontroleerd hout.

Zijn alle alternatieven in de leveringsketen geïdentificeerd en beschreven in het controlesysteem?

Zijn alle stappen van de leveringsketen geïdentificeerd en beschreven in het controlesysteem?

Zijn de methodes bepaald en gedocumenteerd om a) de oorsprong van het product vast te stellen en b) vermenging met hout van onbekende bron in de volgende stappen van de leveringsketen te voorkomen:

hout in het bos,

vervoer,

tussentijdse opslag,

aankomst bij primair verwerkingsbedrijf,

verwerkingsbedrijven,

tussentijdse opslag,

vervoer,

aankomst op punt van uitvoer?

Welke organisaties zijn verantwoordelijk voor het controleren van de houtstromen? Beschikken zij over adequate personele en andere middelen voor het correct uitvoeren van de controleactiviteiten?

2.3.   Hoeveelheden

Er bestaan krachtige en effectieve mechanismen voor het meten en registreren van de hoeveelheden hout of houtproducten in elke stap van de leveringsketen, inclusief betrouwbare en nauwkeurige ramingen vóór de oogst van het volume van nog niet gevelde bomen op elk kapperceel.

Zorgt het controlesysteem voor kwantitatieve gegevens over input en output bij de volgende stappen van de leveringsketen:

nog niet gevelde bomen,

gevelde stammen in het bos,

hout tijdens vervoer en opslag,

aankomst bij verwerkingsbedrijf,

binnenkomst in productielijn/verwerkingsinstallatie,

verlaten van productielijn/verwerkingsinstallatie,

vertrek uit verwerkingsbedrijf,

aankomst op punt van uitvoer?

Welke organisaties zijn verantwoordelijk voor de invoer van de kwantitatieve gegevens in het controlesysteem? Hoe is de kwaliteit van de gecontroleerde gegevens?

Worden alle kwantitatieve gegevens geregistreerd op een manier die het mogelijk maakt de hoeveelheden tijdig te harmoniseren met de eerdere en latere stappen van de leveringsketen?

Welke informatie over de controle van de leveringsketen is openbaar gemaakt? Hoe krijgen belanghebbenden toegang tot deze informatie?

2.4.   Vermenging van wettelijk gecontroleerd hout met ander goedgekeurd hout

Als vermenging van stammen of hout uit gecontroleerde legale bronnen met hout uit andere bronnen is toegelaten, bestaan er dan voldoende controle-instrumenten om hout uit onbekende bronnen of hout dat zonder wettelijke oogstrechten is geoogst, uit te sluiten?

Is vermenging van gecontroleerd hout met ander goedgekeurd hout (bijvoorbeeld met ingevoerd hout of hout uit een bosgebied met wettelijke oogstrechten, dat echter nog niet aan het volledige controleproces is onderworpen) toegelaten onder het controlesysteem?

Welke controlemaatregelen worden toegepast voor deze gevallen? Zorgen de controles er bijvoorbeeld voor dat het gecontroleerde outputvolume het gecontroleerde inputvolume bij elke stap niet overschrijdt?

2.5.   Ingevoerde houtproducten

Er worden adequate controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat ingevoerd hout en ingevoerde houtproducten legaal zijn ingevoerd.

Hoe wordt aangetoond dat hout en houtproducten legaal zijn ingevoerd?

Welk bewijsmateriaal is vereist om aan te tonen dat de ingevoerde producten afkomstig zijn van bomen die in een derde land legaal zijn gekapt?

Identificeert het systeem ter controle van de wettigheid ingevoerd hout en houtproducten gedurende de hele leveringsketen?

Wanneer het ingevoerd hout betreft, kan het land waar de oogst plaatsvond worden geïdentificeerd aan de hand van de FLEGT-vergunning, inclusief componenten van dat hout in samengestelde producten?

Deel 3:   Controle

In het kader van de controleprocedure worden controles uitgevoerd om de wettigheid van het hout te garanderen. De controle moet voldoende efficiënt zijn om ervoor te zorgen dat niet-naleving van de vereisten, hetzij in het bos, hetzij in de leveringsketen, geïdentificeerd wordt en dat tijdig actie wordt ondernomen om de situatie te corrigeren.

3.1.   Organisatie

De controle wordt uitgevoerd door een overheid, een derdenorganisatie of een combinatie daarvan, die over adequate middelen, beheersystemen en bekwaam en opgeleid personeel beschikt, alsmede over krachtige en efficiënte mechanismen om belangenconflicten te controleren.

Heeft de overheid een of meer organisaties aangewezen om de controletaken uit te voeren? Is het mandaat (en de bijbehorende verantwoordelijkheden) duidelijk en openbaar?

Beschikt de controle-instantie over adequate middelen voor het uitvoeren van de controle van de wettigheidsdefinitie en over systemen voor de controle van de houtleveringsketen?

Beschikt de controle-instantie over een gedocumenteerd beheersysteem dat:

ervoor zorgt dat het personeel van de controle-instantie over de voor een effectieve controle nodige competenties en ervaring beschikt?

intern(e) controle/toezicht uitvoert?

mechanismen omvat om belangenconflicten te controleren?

de transparantie van het systeem garandeert?

een controlemethodologie definieert en toepast?

3.2.   Toetsing aan de wettigheidsdefinitie

Er bestaat een duidelijke definitie die bepaalt wat precies moet worden gecontroleerd. De controlemethodologie is gedocumenteerd en moet ervoor zorgen dat het proces systematisch en transparant verloopt, op bewijs is gebaseerd, op regelmatige tijdstippen wordt uitgevoerd en alle in de definitie bepaalde aspecten omvat.

Omvat de controlemethodologie alle elementen van de wettigheidsdefinitie en wordt de naleving van alle gespecificeerde indicatoren gecontroleerd?

Zijn de volgende elementen vereist bij de controle:

controle (ook onaangekondigd) van documenten, houtkapregisters en activiteiten op het terrein?

verzamelen van gegevens bij externe belanghebbende partijen?

bijhouden van controleverslagen, zodat ook interne controleurs en de onafhankelijke systeemauditor controle kunnen uitoefenen?

Worden de institutionele rollen en verantwoordelijkheden duidelijk bepaald en toegepast?

Worden de resultaten van de toetsing aan de wettigheidsdefinitie openbaar gemaakt? Hoe krijgen belanghebbenden toegang tot deze informatie?

3.3.   Toezicht op de systemen ter controle van de leveringsketen

Er is duidelijk afgebakend waarop toezicht moet worden gehouden tijdens de volledige leveringsketen, van oogst tot uitvoer. De toezichtmethodologie is gedocumenteerd en moet ervoor zorgen dat het proces systematisch verloopt, transparent is, op bewijs is gebaseerd, op regelmatige tijdstippen wordt uitgevoerd en alle vereiste aspecten omvat; De methode omvat tevens regelmatige en tijdige harmonisatie van de gegevens van elke stap van de keten.

Worden de institutionele rollen en verantwoordelijkheden duidelijk bepaald en toegepast?

Omvat de toezichtmethodologie controles van de volledige leveringsketen? Wordt dit duidelijk vooropgesteld in de toezichtmethodologie?

Welk bewijsmateriaal is er om aan te tonen dat het toezicht op de leveringsketen adequaat is verricht?

Verificatie van gegevens:

Welke organisatie is verantwoordelijk voor de verificatie van gegevens? Beschikt zij over adequate personele en andere middelen voor het uitvoeren van het gegevensbeheer?

Zijn er methodes ontwikkeld om de coherentie tussen de hoeveelheid ongevelde bomen en de hoeveelheid hout bij aankomst in verwerkingsbedrijven of op het punt van uitvoer te beoordelen?

Zijn er methodes ontwikkeld om de coherentie tussen de input van ruw hout en de output van verwerkte producten in zagerijen en andere bedrijven te beoordelen?

Is betrouwbare verificatie per individueel artikel of per partij houtproducten mogelijk gedurende de volledige leveringsketen?

Welke informatiesystemen en -technologieën worden toegepast voor de opslag en verificatie van de gegevens en voor de vastlegging ervan? Zijn er doeltreffende systemen om de gegevens te beveiligen?

Worden de resultaten van de controle van de leveringsketen openbaar gemaakt? Hoe hebben belanghebbende partijen toegang tot deze informatie?

3.4.   Niet-naleving

Er bestaat een efficiënt en goed werkend mechanisme voor het instellen en uitvoeren van corrigerende maatregelen bij niet-naleving.

Wordt bovengenoemde eis in het controlesysteem gedefinieerd?

Zijn er mechanismen ontwikkeld voor de aanpak van niet-naleving? Worden deze in de praktijk toegepast?

Worden inbreuken en de naar aanleiding daarvan genomen corrigerende maatregelen adequaat geregistreerd? Wordt de doeltreffendheid van de corrigerende maatregelen beoordeeld?

Welke informatie over geïdentificeerde gevallen van niet-naleving wordt openbaar gemaakt?

Deel 4:   Vergunningen

Congo heeft een vergunningverlenende instantie aangewezen, die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor het verlenen van FLEGT-vergunningen. FLEGT-vergunningen worden verleend hetzij voor ladingen, hetzij aan bedrijven.

4.1.   Organisatie

Welke organisatie is belast met de afgifte van FLEGT-vergunningen?

Zijn de rollen van de vergunningverlenende instantie en haar personeel met betrekking tot de afgifte van FLEGT-vergunningen duidelijk gedefinieerd en openbaar?

Zijn de competentievereisten gedefinieerd en bestaat er interne controle voor het personeel belast met de afgifte van de vergunningen?

Beschikt de vergunningverlenende instantie over adequate middelen voor het uitvoeren van haar taken?

4.2.   Afgifte van vergunningen

Beschikt de vergunningverlenende instantie over gedocumenteerde procedures voor het verlenen van de vergunningen? Zijn deze procedures, met inbegrip van eventueel te betalen rechten, openbaar?

Welk bewijsmateriaal bestaat er om aan te tonen dat deze procedures in de praktijk naar behoren worden toegepast?

Is er een adequate registratie van verleende en geweigerde vergunningen? Bevat de registratie het nodige bewijsmateriaal op grond waarvan de vergunningen zijn verleend?

4.3.   Vergunningen per lading

Worden vergunningen verleend voor individuele ladingen?

Wordt de wettigheid van een uitvoerlading aangetoond door de controle- en traceringssystemen van de overheid?

Worden de vereisten voor de afgifte van vergunningen duidelijk gespecificeerd en aan de exporteur en andere belanghebbenden meegedeeld?

Welke informatie over verleende vergunningen wordt openbaar gemaakt?

Deel 5:   Richtsnoeren voor de onafhankelijke systeemaudit

De onafhankelijke systeemaudit staat los van de regelgevingsinstanties voor de Congolese bosbouwsector. Dit moet het FLEGT-vergunningensysteem geloofwaardiger maken door ervoor te zorgen dat alle aspecten van het Congolese systeem ter controle van de wettigheid naar behoren werken.

5.1.   Institutionele regelingen

5.1.1.   Verlenen van toestemming

Congo heeft de onafhankelijke systeemauditor officieel erkend; deze kan op efficiënte en transparante wijze functioneren.

5.1.2.   Onafhankelijkheid ten opzichte van andere elementen van het systeem ter controle van de wettigheid

Er is een duidelijke scheiding tussen organisaties en personen die betrokken zijn bij het beheer of de regulering van de bosbouw en die welke betrokken zijn bij de onafhankelijke audit.

Heeft de overheid gedocumenteerde eisen opgesteld voor de onafhankelijkheid van de onafhankelijke auditor? Wordt ervoor gezorgd dat organisaties of personen met een commercieel belang of een institutionele rol in de Congolese bosbouwsector niet in aanmerking komen om de functie van onafhankelijk auditor uit te oefenen?

5.1.3.   Aanwijzing van de onafhankelijke auditor

De onafhankelijke auditor is benoemd via een transparant mechanisme en er zijn duidelijke en openbare regels betreffende zijn activiteiten.

Heeft de overheid het mandaat van de onafhankelijke auditor openbaar gemaakt?

Hanteert de overheid gedocumenteerde procedures voor de benoeming van de onafhankelijke auditor en zijn die openbaar gemaakt?

5.1.4.   Instelling van een mechanisme voor de verwerking van klachten

Er bestaat een mechanisme om klachten en geschillen die resulteren uit de onafhankelijke audit te behandelen. Dit mechanisme is bedoeld om eventuele klachten over de werking van het vergunningensysteem adequaat te behandelen.

Bestaat er een gedocumenteerd klachtenmechanisme dat beschikbaar is voor alle belanghebbende partijen?

Is het duidelijk hoe de klachten worden ontvangen, gedocumenteerd en doorgestuurd naar het hogere niveau (indien noodzakelijk) en welk gevolg eraan wordt gegeven?

5.2.   Onafhankelijke auditor

5.2.1.   Organisatorische en technische vereisten

De onafhankelijke auditor werkt onafhankelijk van andere componenten van het systeem ter controle van de wettigheid en overeenkomstig een gedocumenteerde beheerstructuur en overeenkomstig een beleid en procedures die voldoen aan de internationaal overeengekomen beste praktijken.

Werkt de onafhankelijke auditor volgens een gedocumenteerd beheersysteem dat voldoet aan de vereisten van ISO Guide 62, 65 of gelijkwaardige normen?

5.2.2.   Methode voor de audit

De methoden die de onafhankelijke auditor toepast zijn gebaseerd op bewijs. De controles worden uitgevoerd met gespecificeerde en frequente intervallen.

Wordt in de methodologie van de onafhankelijke audit bepaald dat alle bevindingen gebaseerd dienen te zijn op objectief bewijsmateriaal betreffende het functioneren van het systeem ter controle van de wettigheid?

Worden de maximumintervallen voor de controle van elk element van het systeem ter controle van de wettigheid vastgesteld in de methodologie?

5.2.3.   Toepassingsgebied van de audit

De onafhankelijke auditor werkt volgens zijn mandaat, waarin duidelijk wordt bepaald wat moet worden gecontroleerd en waarin alle overeengekomen vereisten voor de afgifte van FLEGT-vergunningen zijn opgenomen.

Omvat de methodologie van de onafhankelijke audit alle elementen van het systeem ter controle van de wettigheid en worden de belangrijkste effectiviteitstests erin gespecificeerd?

5.2.4.   Rapportageverplichtingen

De onafhankelijke auditor brengt regelmatig verslag uit aan het gezamenlijk comité over de integriteit van het systeem ter controle van de wettigheid, inclusief gevallen van niet-naleving, en over zijn beoordeling van de corrigerende maatregelen.

Worden de vereisten en de frequentie van de rapportage gespecificeerd in het mandaat van de onafhankelijke auditor?


(1)  http://ec.europa.eu/development/policies/9interventionareas/environment/forest/flegt_briefing_notes_en.cfm


BIJLAGE VIII

Periode

Actie

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

5

6

7

8

9

10

11

12

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

1

Parafering van de overeenkomst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

Instelling van het gezamenlijke mechanisme voor overleg en toetsing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

Start van de ratificatieprocedure

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

Instelling en uitrusting van het technisch secretariaat aan Congolese zijde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

Verwerven van aanvullende financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

Ontwikkeling van het systeem ter controle van de wettigheid en uitwerking van alle noodzakelijke maatregelen (zie bijlage V)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

Aanwerving van de consultant voor tracering (EU-project tracering)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

Uitvoering van het traceringsproject (project van de EU)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

Completering van de wet- en regelgeving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

Gedetailleerd uitwerken van de taken van de verschillende controle- en toezichtstructuren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

Versterking van de capaciteit van de algemene bosbouwinspectie (IGEF)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

Versterking van de capaciteit van DGEF, DDEF en brigades

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

Versterking van de capaciteit van het maatschappelijk middenveld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

Uitvoering van het communicatieplan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15

Eerste beoordeling van particuliere certificatiesystemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16

Uitwerken van de procedurehandleiding voor niet-naleving van de wettigheidseisen en sancties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

17

Voortzetting van de uitwerking en de validering van de beheersplannen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

18

Publicatie van FLEGT-informatie op het web

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

19

Ratificatie van de overeenkomst (p.m.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20

Installatie van het gezamenlijke comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst (p.m.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

21

Aanwerving van de onafhankelijke systeemauditor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

22

Eerste IGEF-missie voor de opstelling van wettigheidscertificaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

23

Operationele evaluatie van het systeem ter controle van de wettigheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24

Verklaring van beide partijen dat de FLEGT-vergunningen operationeel zijn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

25

Afgifte van de eerste FLEGT-vergunning

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Periode

Actie

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

5

6

7

8

9

10

11

12

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

1

Routinematige werking van het systeem ter controle van de wettigheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

Follow-up van de invoering van het systeem ter controle van de wettigheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

Functioneren van het technisch secretariaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

Functioneren van het gezamenlijke comité

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

Onafhankelijke systeemaudits

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

Toezicht op de markt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

Beoordeling van de effecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

Beheer van de website en verspreiding van informatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

Evaluatie van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


BIJLAGE IX

OVERIGE RELEVANTE MAATREGELEN

Voor een doeltreffende uitvoering van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst zijn begeleidende maatregelen op de volgende gebieden nodig:

1.

versterking van de capaciteit van IGEF (algemene bosbouwinspectie);

2.

versterking van de capaciteit van het maatschappelijk middenveld;

3.

aanvulling van wet- en regelgeving;

4.

implementatie van een informatieplan;

5.

opzetten van een technisch secretariaat.

Deze maatregelen worden in onderstaande hoofdstukken nader toegelicht.

Voor de vaststelling van deze maatregelen en van bepaalde delen van het systeem voor wettigheidscontrole moeten de partijen nagaan of de nodige steun in de vorm van menselijke, technische en financiële hulpbronnen wordt verstrekt. De partijen verbinden zich ertoe zo nodig te zorgen voor aanvullende financiering, die in overeenstemming met artikel 15 van deze overeenkomst zal worden aangewend.

1.   Versterking van de capaciteit van de algemene bosbouwinspectie

Met het oog op de controle van de wettigheid van het hout moet de algemene inspectie bezoeken ter plaatse verrichten en controles uitvoeren van de verificatiepunten in de wettigheidstabellen en van de traceringsketen, in de bosbouwbedrijven, de districtsdirectoraten bosbouw, de bosbouwbrigades en andere gedecentraliseerde overheidsdiensten die zich met bosbeheer bezighouden met name in de sectoren milieu, douane, belastingen, arbeid en handel.

Na afloop van deze controle zorgt de algemene inspectie voor de afgifte van de wettigheidscertificaten en geeft zij opdracht tot de afgifte van FLEGT-vergunningen door de dienst controle van bosbouwproducten voor uitvoer (SCPFE).

Een herstructurering van IGEF zal dan ook nodig zijn om de organisatie in staat te stellen haar taken te vervullen.

Daartoe zal binnen die structuur een eenheid worden opgericht die wordt belast met de wettigheidscontrole, de afgifte van wettigheidscertificaten en het onderzoek van de afgifte van FLEGT-vergunningen. Om die taken te kunnen uitvoeren, zal de capaciteit van de diensten worden versterkt. Het personeelsbestand van de eenheid zal worden vastgesteld naarmate het systeem wordt uitgewerkt.

Tijdens de ontwikkeling van het systeem zullen functiebeschrijvingen worden vastgesteld en aanvullende opleidingen gecreëerd. Er moeten opleidingen komen op de volgende gebieden: kennis van het FLEGT-schema, audit van bosbeheer en toeleveringsketen, bediening van een GPS, gebruik van bepaalde geografische informatiesystemen, beginselen van het beheer van databanken en gebruik van SIGEF (informaticasysteem voor de bosbouw).

Voorts zal ook uitrusting nodig zijn zoals vervoermiddelen, kantoorinrichting en materieel voor op het terrein.

Voor zover nodig voor de goede werking van de overeenkomst kunnen bij uitbreiding specifieke opleidingen worden georganiseerd voor andere ambtenaren die zich bezighouden met de controle van de wettigheid.

2.   Versterking van de capaciteit van het maatschappelijk middenveld

De tenuitvoerlegging van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst hangt onder meer af van de goede werking van een systeem voor wettigheidscontrole, de tracering van het hout en een onafhankelijke audit van het systeem. Het Congolese maatschappelijk middenveld neemt deel aan het proces en is van plan tot deze tenuitvoerlegging bij te dragen via een lokale formele structuur. Daarbij zal het zich baseren op de resultaten van en de ervaring opgedaan bij het project voor de onafhankelijke waarneming van de bossen (OIF), dat de organisaties Resource Extraction Monitoring en Forest Monitor tussen 2007 en 2009 in Congo hebben uitgevoerd.

Deze structuur bestaat uit een of meer binnenlandse ngo’s onder begeleiding van een internationale ngo die ervaring heeft met onafhankelijke waarneming. Voorts kunnen de binnenlandse ngo’s gebruikmaken van de deskundigheid van de overeenkomstige teams van het OIF-project.

De lokale formele structuur stelt zich tot doel bij te dragen tot het goed bestuur van de bosbouwsector in het algemeen. De specifieke doelstellingen zijn:

de systemen voor de toepassing van de bosbouwwetgeving door de staat verbeteren,

de capaciteit van het maatschappelijk middenveld met het oog op onafhankelijke waarneming versterken,

de toepassing van de bosbouwwetgeving en het goed bestuur helpen verbeteren,

informatie verzamelen en de verzamelde informatie ter beschikking stellen van de autoriteit die bevoegd is voor de afgifte van certificaten en FLEGT-vergunningen,

informatie verzamelen en de verzamelde informatie ter beschikking stellen van het gezamenlijk uitvoeringscomité.

Afgezien van deze formele structuur voor onafhankelijke waarneming moet ook worden overwogen de capaciteit van de maatschappelijke organisaties in het algemeen te versterken.

De capaciteit van het maatschappelijk middenveld zal daarbij op de volgende gebieden worden versterkt:

opleiding over onafhankelijke waarneming, kennis van het FLEGT-schema, informatiebeheer en -verwerking, beheer van websites, communicatietechnieken, kennisverspreiding onder plaatselijke gemeenschappen en autochtone bevolkingsgroepen, technieken voor conflictbeslechting en beginselen van bosbeheer.

De nadere praktische modaliteiten zullen na overleg onder de betrokkenen worden vastgesteld.

De partijen streven ernaar de toegang tot specifieke financiële middelen voor deze versterking te vergemakkelijken.

3.   Aan te vullen — wet- en regelgeving

Bij de opstelling van de wettigheidstabellen voor hout is gebleken dat in de bosbouwwetgeving geen rekening is gehouden met sommige aspecten die direct of indirect verband houden met duurzaam bosbeheer en dat bijgevolg geen voorschriften ter zake bestaan. Het gaat onder meer om de betrokkenheid van plaatselijke en autochtone bevolkingsgroepen en het maatschappelijk middenveld bij het bosbeheer, het beheer van de bosaanplantingen van de staat en de vaststelling van normen voor de bosbouw. In het kader van de tenuitvoerlegging van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst moet de boswetgeving worden bijgewerkt en moeten aanvullende voorschriften worden opgesteld. Ook op andere gebieden moeten voorschriften worden uitgewerkt.

Voor deze taak zullen een internationale consultant en twee binnenlandse consultants worden aangetrokken.

Tijdens werkvergaderingen op districtsniveau en een nationale werkvergadering in Brazzaville zullen de uitgewerkte ontwerpteksten worden goedgekeurd door alle partijen die bij het bosbeheer zijn betrokken (plaatselijke overheden, openbare diensten, particuliere sector, plaatselijke en autochtone bevolking en maatschappelijk middenveld).

De lijst van ontwerpvoorschriften hierna is niet volledig en zal worden aangevuld naarmate nieuwe behoeften worden vastgesteld.

3.1.   Betrokken ministeries

Ministerie van Milieu

1.

Besluit tot vaststelling van de toepassingsvoorschriften voor de uitvoering en goedkeuring van effectstudies,

2.

Besluit betreffende de procedures voor de controle/inspectie van de naleving van wet- en regelgeving op milieugebied door het algemeen directoraat milieu.

Ministerie van Justitie

1.

Wet tot bevordering en bescherming van de rechten van autochtone bevolkingsgroepen in de Republiek Congo.

Ministerie van Arbeid

1.

Voorschriften betreffende de afgifte van opleidingscertificaten,

2.

Modellen van loonregisters,

3.

Modellen van registers van arbeidsongevallen en veiligheid.

Ministerie van Bosbouw

1.

Voorschriften betreffende de voorwaarden voor de overdracht van staatsplantages aan derden,

2.

Besluit betreffende de beginselen van de tracering van hout,

3.

Besluit tot vaststelling van bosbouwnormen voor aanplantingen,

4.

Kaderbesluit tot vaststelling van de voorwaarden voor gezamenlijk en participatief bosbeheer als vastgesteld bij artikel 1, lid 2, van het bosbouwwetboek, met name betreffende:

de betrokkenheid van plaatselijke en autochtone bevolkingsgroepen en het maatschappelijk middenveld bij de toekenning of onttrekking van de status van bossen,

de betrokkenheid van plaatselijke bevolkingsgroepen en het maatschappelijk middenveld bij het beheer van bosconcessies,

5.

Besluit tot vaststelling van de betrokkenheid van plaatselijke en autochtone bevolkingsgroepen en het maatschappelijk middenveld bij de besluitvorming voor de opstelling van de concessievoorwaarden,

6.

Uitvoeringsbepalingen waarin de drie aspecten betreffende gemeenschappelijke bossen worden vastgesteld: het begrip gemeenschappelijk bos, bestemmingsplannen alsook beheersprocedures voor deze bossen, waarbij de betrokkenheid van alle betrokkenen wordt gewaarborgd,

7.

Uitvoeringsbepalingen tot vaststelling van de betrokkenheid van plaatselijke gemeenschappen en autochtone bevolkingsgroepen bij het beheersplan (bestemmingsplannen voor gemeenschappelijke en andere bossen),

8.

Uitvoeringsbepalingen tot vaststelling van de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en/of de benoeming van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in de verschillende commissies (toewijzing van bosbouwconcessies, toewijzing van erkenningen voor de uitoefening van een beroep in de bosbouwsector, enz.). In deze bepalingen worden ook de selectiecriteria voor deze vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld vastgesteld,

9.

Bepalingen tot vaststelling van de controleprocedures,

10.

Besluit betreffende controleprocedures voor ingevoerd en uitgevoerd hout en hout in doorvoer,

11.

Besluiten betreffende procedures voor de ontvangst van goederen of de oplevering van werken aan de hand waarvan kan worden aangetoond dat de concessievoorwaarden en de protocollen zijn nageleefd,

12.

Andere bepalingen die moeten worden aangevuld met het oog op de toepassing van het bosbouwwetboek volgens de FLEGT-beginselen inzake goed bestuur in de bosbouw.

Met het oog daarop en voor de goede uitvoering van de verbintenissen in het kader van de vrijwillige FLEGT-partnerschapsovereenkomst tussen Congo en de Unie moeten de voorgestelde uitvoeringsbepalingen de beginselen van goed bestuur in de bosbouw garanderen.

Beginselen die deel van de aanvullende teksten moeten uitmaken

Met het oog op de doeltreffendheid en de naleving van de wettigheidstabel en de FLEGT-beginselen moeten de aanvullende bepalingen bij het bosbouwwetboek uiterlijk bij de afgifte van de eerste vergunning van kracht zijn.

Erkenning van de gemeenschapsrechten

Deelname

Deelname van het maatschappelijk middenveld, de plaatselijke gemeenschappen en de autochtone bevolkingsgroepen aan de opstelling, de toepassing en de controle van de wetten en programma’s is noodzakelijk. De uitvoeringsbepalingen tot vaststelling van de betrokkenheid van de plaatselijke gemeenschappen, de autochtone bevolkingsgroepen en het maatschappelijk middenveld moeten worden uitgewerkt.

Transparantie

Er moeten bepalingen worden opgenomen betreffende de transparantie van het bosbeheer en het bekendmaken van informatie. De procedures voor de voorlichting en raadpleging van de plaatselijke gemeenschappen en autochtone bevolkingsgroepen moeten deel van deze bepalingen uitmaken.

Gemeenschappelijke bossen

Het begrip is niet gedefinieerd in wet 16-2000 van 20.11.2000 houdende het bosbouwwetboek.

Het begrip kan op twee wijzen worden uitgelegd: 1) bossen van gemeenschappelijke aanplantingen in het kader van het beheersplan 2) bossen van plaatselijke gemeenschappen.

Onafhankelijke waarneming

Bepalingen betreffende de instelling van de functie van onafhankelijke waarnemer van het maatschappelijk middenveld, die moet deelnemen aan de toekenning van exploitatievergunningen, de uitwerking en uitvoering van de beheersplannen en het comité voor het beheer van de bosbouwmiddelen. De waarnemers moeten op competitieve en transparante wijze worden aangeworven.

3.2.   Methodologie

Het indienen van nieuwe wet- en regelgeving is het eindpunt van een algemeen proces waarbij alle betrokken partijen worden geraadpleegd.

Raadpleging van de gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld

Met het oog op de betrokkenheid van plaatselijke gemeenschappen en autochtone bevolkingsgroepen bij de opstelling van bepalingen ter aanvulling van het bosbouwwetboek moeten de plaatselijke gemeenschappen, autochtone bevolkingsgroepen en het maatschappelijk middenveld zich organiseren en een effectief participatie- en vertegenwoordigingsproces ontwikkelen.

Oprichting van een commissie voor het uitwerken van voorstellen

Met het oog op de deelname van alle betrokken partijen aan de uitwerking van bepalingen ter aanvulling van het bosbouwwetboek wordt voorgesteld een commissie voor de uitwerking van ontwerpteksten op te richten, waarin vertegenwoordigers van alle betrokken partijen zetelen. Deze opstelling van uitvoeringsbepalingen zou gepaard moeten gaan met de raadpleging van de gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld over de lopende besprekingen. Die raadpleging moet een periode van ten minste twaalf maanden bestrijken.

De raadpleging en de participatie van de plaatselijke gemeenschappen, de autochtone bevolkingsgroepen en het maatschappelijk middenveld aan het proces moeten worden gesteund door financiële middelen en bevorderd door een comité van deskundigen waarin leden van het nationaal en subregionaal maatschappelijk middenveld zijn vertegenwoordigd.

Raadplegingsfases die deel moeten uitmaken van het project ter ondersteuning van de raadpleging

Workshops voor voorlichting en raadpleging van de plaatselijke en autochtone gemeenschappen over de uitwerking van bepalingen ter aanvulling van het wetboek en verzameling van hun standpunten over de bepalingen die tot bevordering van hun situatie moeten worden genomen;

Workshops voor de bepaling van de procedures betreffende participatie en vertegenwoordiging van de gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld in de commissie voor de uitwerking van de bepalingen ter aanvulling van het bosbouwwetboek;

Opstelling van het voorontwerp van bepalingen ter aanvulling van het bosbouwwetboek, met deelname van de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en van de plaatselijke en autochtone gemeenschappen;

Workshops voor de raadpleging van plaatselijke en autochtone gemeenschappen over het voorontwerp van bosbouwwetboek;

Tweede onderzoek van het voorontwerp door de commissie voor de uitwerking van de bepalingen ter aanvulling van het bosbouwwetboek, teneinde rekening te houden met de vraagstukken die de gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld hebben aangehaald;

Workshops voor de evaluatie van de bepalingen in het voorontwerp van wetgeving en het vaststellen van strategieën voor de verdediging in het parlement.

4.   Informatieplan

Het informatieplan heeft tot doel bekendheid aan de vrijwillige partnerschapsovereenkomst te geven.

Context:

De vrijwillige partnerschapsovereenkomst betreft de bosbouw, een zeer belangrijke economische activiteit, en moet dus ter kennis van het publiek worden gebracht. Er moet derhalve een programma worden opgesteld en uitgevoerd voor de voorlichting en bewustmaking van de leiders van bosbouwbedrijven, de betrokken districtsdirectoraten en het publiek.

Het informatieplan heeft de volgende doelstellingen:

het Congolese publiek bewustmaken van:

het bestaan van de overeenkomst,

de inhoud van de overeenkomst,

de voordelen van de overeenkomst;

de ratificatie van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst door Congo voorbereiden;

de behoeften aan aanvullende informatie omschrijven;

na de inwerkingtreding van de overeenkomst, zorgen voor de medewerking van alle actoren.

Op strategisch gebied zijn de volgende maatregelen nodig:

de verschillende actoren en medewerkers in de bosbouw bewustmaken van de noodzaak en het belang van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst voor Congo,

het brede publiek informeren over de stappen die al met het oog op de sluiting van de overeenkomst zijn afgelegd,

de ratificatie en tenuitvoerlegging van de overeenkomst bekendmaken in de media,

brede informatie over de overeenkomst verstrekken,

duidelijk maken wat de gevolgen van de overeenkomst zijn.

4.1.   Doelgroepen

Hierna volgt een overzicht van de doelgroepen. Er wordt specifieke informatie per groep opgesteld en er zal gebruik worden gemaakt van passende communicatiekanalen.

4.1.1.   Lokale actoren:

regeringsinstanties,

bosbouwbestuur,

andere administratieve diensten in de sector,

plaatselijke overheden,

plaatselijke en autochtone bevolkingsgroepen in de bosbouwgebieden,

bosbouwbedrijven,

maatschappelijk middenveld,

ngo’s voor de instandhouding en bescherming van het bosbestand.

4.1.2.   Internationale actoren:

importeurs en tussenpersonen,

federaties en andere instellingen die actief zijn in de bosbouw,

ngo’s voor de instandhouding en bescherming van het bosbestand,

investeerders,

banken, enz.

4.2.   Vereiste maatregelen

Ten behoeve van deze actoren zullen de volgende maatregelen worden genomen:

4.2.1.

Op lokaal niveau:

lezingen en uiteenzettingen met debat,

symposia, workshops en voorlichtingsbijeenkomsten,

publicatie van artikelen in de pers,

verspreiding van documentaires,

productie en verspreiding van radio- en tv-uitzendingen,

internetfora,

productie van (toneel)voorstellingen enz.

4.2.2.

Op internationaal niveau

 

Public relations:

bedrijfsbezoeken,

lezingen voor bedrijfsverenigingen en andere instellingen die actief zijn in de bosbouw,

deelname aan beurzen en andere evenementen in de bosbouwsector,

bevordering van het bosbouwbeleid van Congo in de Unie.

 

Media:

Publicatie en verspreiding in de Europese media:

persartikelen,

documentaires,

interviews en getuigenissen,

informatie over het bosbouwbeleid van Congo.

4.3.   Inhoud van de informatie

De informatie zal met name betrekking hebben op:

de sociale en sociaal-culturele voordelen van een goed functionerende vrijwillige partnerschapsovereenkomst voor Congo,

de milieuvoordelen van een goed functionerende vrijwillige partnerschapsovereenkomst voor de Congolese bossen,

de commerciële voordelen van een goed functionerende vrijwillige partnerschapsovereenkomst voor het Congolese bedrijfsleven,

de doelstellingen die Congo via de vrijwillige partnerschapsovereenkomst wil bereiken,

de economische voordelen voor Congo,

de andere mogelijke effecten van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst voor Congo.

4.4.   Verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging

Het technisch secretariaat van de FLEGT-partnerschapsovereenkomst van Congolese zijde dat ressorteert onder het ministerie van Bosbouw, is onder meer bevoegd voor de tenuitvoerlegging van het informatieplan.

Een team bestaande uit de verschillende betrokkenen zet maatregelen op ten behoeve van de overheid, het parlement en de bosbouwbedrijven.

De maatschappelijke organisaties zetten maatregelen op ten behoeve van de plaatselijke en autochtone bevolkingsgroepen.

5.   Technisch secretariaat belast met de follow-up van de overeenkomst (Congo)

Congo van zijn kant richt een ondersteuningsorgaan voor de follow-up van de overeenkomst op, waarin alle partijen bij het FLEGT-proces zijn vertegenwoordigd (overheidsdiensten, particuliere sector en middenveld), dat Congo steun moet verlenen bij zijn voorbereiding op het gezamenlijk comité voor de uitvoering van de overeenkomst en dat de follow-up van de besluiten van het gezamenlijke comité moet vergemakkelijken. Dat orgaan wordt het technisch secretariaat genoemd.

5.1.   Taken

Van Congolese zijde is het technisch secretariaat met de volgende taken belast:

zorgen voor de naleving van het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst;

bestuderen van de verslagen van de onafhankelijke auditor;

opstellen van de Congolese documenten voor het gezamenlijk tenuitvoerleggingscomité;

voorbereiden van de bijeenkomsten van het gezamenlijk tenuitvoerleggingscomité en de nationale raadgevende groep;

toezien op de correcte uitvoering van de wettigheidscontrole door de algemene bosbouwinspectie en de andere betrokken instanties;

beoordelen van de behoeften waarin voor de goede werking van de Congolese actoren moet worden voorzien;

zorgen voor de uitvoering van het informatieplan;

onderzoeken en goedkeuren van de aanvullende ontwerpbepalingen die bij de beoordeling van de wettigheid in aanmerking worden genomen;

voorstellen van maatregelen om de inwerkingtreding en tenuitvoerlegging van de overeenkomst te vergemakkelijken;

erop toezien dat periodieke verslagen over de houtmarkt worden opgesteld;

erop toezien dat maatregelen om de capaciteit van de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld te versterken ten uitvoer worden gelegd;

voorstellen van passende maatregelen om eventuele door het gezamenlijk comité aangewezen problemen in verband met de tenuitvoerlegging van de overeenkomst op te lossen;

erop toezien dat periodieke verslagen over de situatie op de houtmarkt worden opgesteld.

5.2.   Samenstelling van het technisch secretariaat

Het technisch secretariaat bestaat uit:

een voorzitter,

een vicevoorzitter,

een rapporteur,

een adjunct-rapporteur,

de volgende leden: vertegenwoordigers van de overheid, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld.


BIJLAGE X

GEPUBLICEERDE INFORMATIE

1.   Inleiding

Voor de tenuitvoerlegging van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst moet onder meer informatie beschikbaar zijn over de overeenkomst, de doelstellingen, de tenuitvoerlegging, de follow-up en de controle. Deze informatie moet worden bekendgemaakt door het gezamenlijk comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en door elk van de partijen, teneinde ervoor te zorgen dat alle actoren een goed inzicht in het FLEGT-vergunningensysteem hebben en goed bestuur in de bosbouwsector te garanderen.

2.   Relevante informatie die door de dienst voor bosbeheer en andere actoren wordt bekendgemaakt

De volgende gegevens moeten worden bekendgemaakt:

 

Juridische informatie:

wettigheidstabellen,

bosbouwwetboek en alle uitvoeringsbepalingen (decreten en besluiten),

door Congo ondertekende en geratificeerde internationale verdragen en overeenkomsten die van toepassing zijn op de vrijwillige partnerschapsovereenkomst (Verklaring 61/295 van de Verenigde Naties over inheemse volkeren, Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren, Cites, biodiversiteitsverdrag enz.),

teksten van alle andere wet- of regelgeving die van toepassing is op de vrijwillige partnerschapsovereenkomst, als vermeld aan het eind van bijlage II,

documenten met informatie over het recht inzake arbeid, werkgelegenheid en sociale zekerheid,

tekst van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst zelf, met alle bijlagen en de latere wijzigingen,

lijst van de erkende en goedgekeurde particuliere systemen voor certificering van wettigheid of duurzaamheid,

lijsten en kaarten van de bosbouwconcessies en de beschermde zones.

 

Informatie over de jaarlijkse bosbouwproductie in Congo:

productie naar exploitatievergunning (CAT, CTI, PS en kapvergunning voor aanplantingen), naar boomsoort, naar productcategorie en naar onderneming,

jaarverslag van de dienst controle van bosbouwproducten voor uitvoer (SCPFE): uitvoer naar boomsoort, productcategorie, bedrijf en bestemming, uitgedrukt in volume en waarde,

jaarverslagen van de districtsdirectoraten bosbouw,

afgegeven kapvergunningen,

hoeveelheden hout en afgeleide producten die in/door Congo zijn ingevoerd/doorgevoerd*,

ontbossingsvergunning (ontbossing voor infrastructuur en projecten).

 

Informatie over het proces voor de toewijzing van certificaten en de vergunninghouders:

aanbestedingsbesluiten,

verslagen van de bosbouwcommissie voor de toewijzing van bosbouwpercelen,

van kracht zijnde overeenkomsten (CAT en CTI), met inbegrip van de concessievoorwaarden,

lijst en kaart van alle bosbouwconcessies,

lijst van de van kracht zijnde erkenningen afgegeven aan natuurlijke en rechtspersonen,

oppervlakte en kaarten van de jaarlijks voor exploitatie beschikbare terreinen,

aantal toegekende speciale vergunningen, aantal gebruikers, verwacht volume.

 

Informatie over het bosbeheer:

lijst en kaart van de concessies (met opgave van oppervlakte),

potentieel van de bosbouwproductie-eenheden,

lijst en kaart van de gecertificeerde zones,

goedgekeurde milieueffectstudies.

 

Informatie over verwerking:

verwerkingsbedrijven, ligging, aandeelhouders, capaciteit, volume en voorraden, …

 

Informatie over de wettigheidscontrole:

lijst van de controlestructuren en bevoegdheden,

jaarverslagen van alle bij de controle betrokken diensten (met name IGEF, SCPFE, DGEF, DDEF-districtsdirectoraten voor bosbeheer),

procedures voor de afgifte van wettigheidscertificaten en FLEGT-vergunningen,

lijst van bedrijven die houder van een wettigheidscertificaat zijn.

 

Informatie over inkomsten uit de bosbouw:

bosbouwtransacties;

belastingen op de bosbouw (onder meer grondbelasting, hakbelasting en uitvoerbelasting), betaling van plaatselijke en nationale belastingen;

geschillen en follow-up daarvan.

 

Informatie over de handel met de Unie:

de hoeveelheden hout en afgeleide producten die overeenkomstig het FLEGT-vergunningensysteem naar de Unie zijn uitgevoerd, ingedeeld naar de desbetreffende GS-codes en de lidstaat van de Unie van bestemming*;

het aantal door Congo afgegeven FLEGT-vergunningen*.

 

De Unie maakt de volgende informatie bekend:

de hoeveelheden hout en afgeleide producten die in het kader van het FLEGT-vergunningensysteem in de Unie zijn ingevoerd, ingedeeld naar de desbetreffende GS-codes en de lidstaat van de Unie waarin de invoer heeft plaatsgevonden*;

het aantal door de Unie ontvangen FLEGT-vergunningen*.

Gegevens over de op de markt van de Unie toegepaste prijzen voor hout en afgeleide producten zullen regelmatig ter kennis van Congo worden gebracht.

3.   Informatie die door het gezamenlijk comité zal worden bekendgemaakt

3.1   Verslagen van de bijeenkomsten van het gezamenlijk comité en overzicht van de besluiten

3.2   Een gezamenlijk verslag met onder meer de volgende gegevens:

a)

de maatregelen van beide partijen om de invoer van hout en afgeleide producten van illegale oorsprong te voorkomen, teneinde de integriteit van het FLEGT-vergunningensysteem te handhaven;

b)

gevallen van niet-naleving van het FLEGT-vergunningensysteem in Congo en corrigerende maatregelen;

c)

aantal gevallen, met opgave van de desbetreffende hoeveelheden hout en afgeleide producten, waarin artikel 9, lid 1 (1), is toegepast;

d)

maatregelen ter voorkoming van iedere uitvoer van hout en afgeleide producten van illegale oorsprong naar andere markten dan de Unie en ter voorkoming van de afzet op de binnenlandse markt;

e)

vorderingen bij de tenuitvoerlegging van doelstellingen en maatregelen van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst die binnen de vastgestelde termijn moeten worden uitgevoerd en bij alle onderwerpen betreffende de uitvoering van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst;

f)

structuur en werking van het gezamenlijk comité;

g)

bepaalde gegevens die door een partij zijn bekendgemaakt en in punt 2 zijn vermeld (2).

3.3   Taakomschrijving, missie- en auditverslagen door de onafhankelijke auditor

4.   Informatiekanalen

Bovengenoemde informatie is beschikbaar:

op de website van het ministerie van Bosbouw,

op het technisch secretariaat van Congo dat is belast met de follow-up van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst,

in de jaarverslagen van de dienst voor bosbeheer, die kunnen worden geraadpleegd op het ministerie en in de districtsdirectoraten,

in de geschreven nationale en internationale pers.

Voorts zullen in het kader van het informatieplan publieke voorlichtingsbijeenkomsten plaatsvinden waarop deze informatie zal worden uitgedeeld, met name aan personen in het veld en gemeenschappen die geen toegang tot internet hebben.


(1)  Artikel 9, lid 1 — Link naar de hoofdtekst (verwijst naar gevallen waarin hout zonder vergunning bij de douane van de Unie aankomt).

(2)  Deze gegevens worden aangeduid met een asterisk*.


BIJLAGE XI

TAKEN VAN HET GEZAMENLIJK COMITE VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE OVEREENKOMST

Het gezamenlijk comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst is belast met het beheer van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst („de overeenkomst”) en de follow-up en evaluatie van de tenuitvoerlegging daarvan.

Het comité heeft met name de volgende taken:

a)

betreffende het beheer van de overeenkomst:

publiceren van een jaarlijks verslag over de tenuitvoerlegging van de overeenkomst conform bijlage X van de overeenkomst,

onderzoeken en oplossen van ieder probleem dat door een van beide partijen wordt aangebracht; oplossen van ieder geschil tussen de partijen conform artikel 24 van de overeenkomst,

voorstellen en/of nemen van maatregelen voor de goede tenuitvoerlegging van de overeenkomst,

toezicht houden op de goede werking van de procedure voor het aanbrengen van wijzigingen in de bijlagen bij de overeenkomst, conform artikel 26 van de overeenkomst,

b)

betreffende de controle en evaluatie van de overeenkomst:

regelmatig uitvoeren van inspecties, met deelname van alle betrokken partijen, om de doeltreffendheid en de impact van de overeenkomst na te gaan,

evalueren van de sociale, economische en ecologische effecten van de overeenkomst in overeenstemming met goede praktijken en criteria die door de partijen moeten worden bestudeerd en aangenomen, en de nodige maatregelen nemen om alle problemen die bij deze evaluatie aan het licht komen, op te lossen,

zorgen voor regelmatige evaluaties van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en eventueel onaangekondigde controles,

opvolgen en analyseren van de periodieke verslagen over de marktsituatie en studies op dit gebied laten uitvoeren; zorgen voor de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen die na de goedkeuring zijn gedaan,

identificeren van eventuele problemen in verband met de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, en passende oplossingen voorstellen en/of nemen;

c)

betreffende de onafhankelijke audits:

goedkeuren van de procedurehandleiding van de onafhankelijke auditor overeenkomstig bijlage VI,

bestuderen van de verslagen van de onafhankelijke auditor en besluiten of en hoe zij worden bekendgemaakt, overeenkomstig bijlage VI,

onderzoeken van alle klachten over de werking van het FLEGT-vergunningensysteem op het grondgebied van een partij, vaststellen en

eventueel controleren van de maatregelen die zijn of moeten worden genomen om de door de onafhankelijke auditor aangewezen problemen op te lossen,

informeren van de onafhankelijke auditor over deze maatregelen en over alle gegevens betreffende het systeem ter controle van de wettigheid of de audit,

onderzoeken van klachten betreffende de werkzaamheden van de onafhankelijke auditor;

d)

betreffende de betrokkenheid van andere actoren bij het beheer van de overeenkomst:

eventuele aanbevelingen formuleren inzake de behoeften aan versterking van de capaciteit en de deelname van de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld aan de controle van de naleving van de wet- en regelgeving betreffende het bosbeheer in Congo,

passende maatregelen nemen ter bevordering van de deelname van het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbende groeperingen aan de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

Top