Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007L0045

    Richtlijn 2007/45/EG Van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad

    PB L 247 van 21/09/2007, p. 17–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2007/45/oj

    21.9.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 247/17


    RICHTLIJN 2007/45/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 5 september 2007

    tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

    Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud (3), alsook in Richtlijn 80/232/EEG van de Raad van 15 januari 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten (4), worden nominale hoeveelheden vastgelegd voor een aantal vloeibare en niet-vloeibare voorverpakte producten met het oog op het waarborgen van het vrije verkeer van producten die aan de eisen van die richtlijnen voldoen. Voor de meeste producten zijn naast de communautaire nominale hoeveelheden nationale nominale hoeveelheden toegestaan. Voor sommige producten zijn echter communautaire nominale hoeveelheden vastgesteld met uitsluiting van nationale nominale hoeveelheden.

    (2)

    Gezien de verschuivingen in consumentenvoorkeuren en de innovatie van voorverpakkingen en in de detailhandel op nationaal en Gemeenschapsniveau moest worden beoordeeld of de bestaande wetgeving nog gepast is.

    (3)

    Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft in zijn arrest van 12 oktober 2000 in zaak C-3/99, Cidrerie Ruwet (5), verklaard dat een lidstaat niet het in de handel brengen mag verbieden van een in een andere lidstaat rechtmatig vervaardigde en in de handel gebrachte voorverpakking met een nominaal volume dat niet in de communautaire reeks wordt genoemd, tenzij dit verbod ertoe strekt te voldoen aan een dwingende vereiste van consumentenbescherming, zonder onderscheid van toepassing is op nationale en ingevoerde producten en noodzakelijk is om te voldoen aan het betrokken vereiste en evenredig is aan het nagestreefde doel, en indien dit doel niet kan worden bereikt met maatregelen die het intracommunautaire handelsverkeer minder beperken.

    (4)

    De consumentenbescherming wordt bevorderd door een aantal richtlijnen die na de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG zijn aangenomen, en met name door Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten (6). De lidstaten die dit nog niet hebben gedaan, dienen te overwegen Richtlijn 98/6/EG toe te passen met betrekking tot bepaalde kleine detailhandelszaken.

    (5)

    Uit een effectbeoordeling, waarbij alle betrokken belangengroepen uitvoerig zijn geraadpleegd, bleek dat in een groot aantal sectoren vrije nominale hoeveelheden leiden tot meer vrijheid voor de producenten om goederen naar de wensen van de consument te produceren en tot verhoogde concurrentie op het gebied van kwaliteit en prijs op de interne markt. In andere sectoren is het echter beter om, in het belang van de consument en het bedrijfsleven, vooralsnog verplichte nominale hoeveelheden te handhaven.

    (6)

    De uitvoering van deze richtlijn dient gepaard te gaan met meer informatie voor de consument en de industrie, zodat de prijzen per meeteenheid beter worden begrepen.

    (7)

    Daarom dienen nominale hoeveelheden in het algemeen niet op nationaal of Gemeenschapsniveau te worden geregeld en deze voorverpakte producten in iedere nominale hoeveelheid in de handel te kunnen worden gebracht.

    (8)

    In sommige sectoren zou een dergelijke deregulering echter tot onevenredig hoge extra kosten leiden, vooral voor kleine en middelgrote ondernemingen. Voor die sectoren moeten daarom de bestaande Gemeenschapsvoorschriften aan de hand van de opgedane ervaring worden aangepast, vooral om ervoor te zorgen dat ten minste communautaire nominale hoeveelheden worden vastgesteld voor de producten die het meest aan de consument worden verkocht.

    (9)

    Aangezien de handhaving van verplichte nominale hoeveelheden als een afwijking is te beschouwen, met uitzondering van de sector wijnen en gedistilleerde dranken die specifieke kenmerken heeft, dient zij op gezette tijden opnieuw te worden geëvalueerd op grond van de opgedane ervaring en om tegemoet te komen aan de behoeften van consumenten en producenten. Voor sectoren waarvoor verplichte nominale hoeveelheden kunnen worden behouden, dient de Commissie, wanneer zij een verstoring van de markt en/of een destabilisering van het gedrag van de consumenten, in het bijzonder de meest kwetsbare consumenten, vaststelt, te overwegen of zij de lidstaten hoeft toe te staan de overgangstermijnen te behouden en met name de meest verkochte hoeveelheden van de verplichte reeks te handhaven.

    (10)

    In lidstaten waar voorverpakt brood een hoog percentage van de geregelde consumptie vormt, bestaat er een nauw verband tussen de grootte van de verpakking en het gewicht van het brood. Net als bij andere voorverpakte producten is deze richtlijn niet van invloed op de bestaande, traditioneel gebruikte verpakkingsgrootte voor voorverpakt brood, die dan ook verder kan worden gebruikt.

    (11)

    Met het oog op de transparantie dienen alle nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten in een enkel wetgevingsbesluit te worden opgenomen en dienen de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG dus te worden ingetrokken.

    (12)

    Ter verbetering van de bescherming van de consumenten, met name kwetsbare consumenten zoals gehandicapten en ouderen, dient ervoor te worden gezorgd dat gewichts- en volumeaanduidingen op de etiketten van consumptieartikelen bij een normale presentatie beter leesbaar en zichtbaar zijn op de voorverpakking.

    (13)

    Voor bepaalde vloeibare producten bevat Richtlijn 75/106/EEG metrologische eisen die overeenkomen met die van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (7). Richtlijn 76/211/EEG dient daarom te worden gewijzigd door de thans onder Richtlijn 75/106/EEG vallende producten in haar werkingssfeer op te nemen.

    (14)

    Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (8) worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen die, voor zover mogelijk, het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken.

    (15)

    Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, gezien de intrekking om de communautaire reeksen en de invoering waar nodig van eenvormige communautaire nominale hoeveelheden, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

    HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Voorwerp en werkingssfeer

    1.   Bij deze richtlijn worden voorschriften voor nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten vastgesteld. Zij is van toepassing op voorverpakte producten en voorverpakkingen in de zin van artikel 2 van Richtlijn 76/211/EEG.

    2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op de in de bijlage genoemde producten die in belastingvrije winkels worden verkocht voor consumptie buiten de Europese Unie.

    Artikel 2

    Vrij verkeer van goederen

    1.   Behoudens andersluidende bepalingen in de artikelen 3 en 4 is het de lidstaten niet toegestaan het in de handel brengen van voorverpakte producten te weigeren, te verbieden of te beperken om redenen die verband houden met de nominale hoeveelheid van de verpakking.

    2.   Met inachtneming van de in het Verdrag genoemde beginselen, met name het vrij verkeer van goederen, kunnen de lidstaten die thans verplichte nominale hoeveelheden voor melk, boter, gedroogde pasta en koffie voorschrijven, zulks blijven doen tot 11 oktober 2012.

    De lidstaten die thans verplichte nominale hoeveelheden voor witte suiker voorschrijven, kunnen zulks blijven doen tot 11 oktober 2013.

    HOOFDSTUK II

    BIJZONDERE BEPALINGEN

    Artikel 3

    In de handel brengen en vrij verkeer van bepaalde producten

    De lidstaten zien erop toe dat de in punt 2 van de bijlage vermelde producten die in voorverpakkingen binnen de in punt van de bijlage vermelde intervallen zijn verpakt, uitsluitend in de handel worden gebracht indien zij in de in punt 1 van de bijlage vermelde nominale hoeveelheden zijn voorverpakt.

    Artikel 4

    Aërosols

    1.   Op aërosols wordt de nominale totale capaciteit van de houder vermeld. Deze vermelding moet zodanig zijn dat er geen verwarring met het nominale volume van de inhoud kan ontstaan.

    2.   In afwijking van artikel 8, lid 1, onder e), van Richtlijn 75/324/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aërosols (9) behoeft op producten die in aërosols worden verkocht het nominale gewicht van de inhoud niet te worden vermeld.

    Artikel 5

    Meervoudige verpakkingen en voorverpakkingen bestaande uit individuele verpakkingen die niet voor individuele verkoop zijn bestemd

    1.   Voor de toepassing van artikel 3 zijn bij twee of meer individuele voorverpakkingen die samen een meervoudige verpakking vormen, de in punt 1 van de bijlage opgenomen nominale hoeveelheden van toepassing op elke individuele voorverpakking.

    2.   Indien een voorverpakking bestaat uit twee of meer individuele verpakkingen die niet voor individuele verkoop zijn bestemd, zijn de in punt 1 van de bijlage opgenomen nominale hoeveelheden van toepassing op de voorverpakking.

    HOOFDSTUK III

    INTREKKING, WIJZIGING EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 6

    Intrekking

    De Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG worden ingetrokken.

    Artikel 7

    Wijziging van Richtlijn 76/211/EEG

    In artikel 1 van Richtlijn 76/211/EEG wordt de tekst „met uitzondering van die welke zijn bedoeld in Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud,” geschrapt.

    Artikel 8

    Omzetting

    1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 11 oktober 2008 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Zij passen die bepalingen toe met ingang van 11 april 2009.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naarœ deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 9

    Verslaggeving, kennisgeving van afwijkingen en toezicht

    1.   De Commissie brengt uiterlijk op 11 oktober 2015, en vervolgens om de tien jaar, aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing en de gevolgen van deze richtlijn. Voor zover nodig gaat het verslag vergezeld van een voorstel tot herziening van deze richtlijn.

    2.   De in artikel 2, lid 2, bedoelde lidstaten stellen de Commissie vóór 11 april 2009 in kennis van de onder de afwijking van dat lid vallende sectoren, de desbetreffende periode, de reeks toegepaste verplichte nominale hoeveelheden en het betrokken interval.

    3.   De Commissie ziet toe op de toepassing van artikel 2, lid 2, op basis van haar eigen bevindingen en van de verslagen van de betrokken lidstaten. Meer in het bijzonder observeert de Commissie de marktontwikkelingen na de omzetting van deze richtlijn en overweegt zij, in het licht van de resultaten van deze observaties, de toepassing van maatregelen voor de follow-up van deze richtlijn door behoud van verplichte nominale hoeveelheden van de goederen bedoeld in artikel 2, lid 2.

    Artikel 10

    Inwerkingtreding

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    De artikelen 2, 6 en 7 zijn van toepassing met ingang van 11 april 2009.

    Artikel 11

    Adressaten

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Straatsburg, 5 september 2007.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    H.-G. PÖTTERING

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. LOBO ANTUNES


    (1)  PB C 255 van 14.10.2005, blz. 36.

    (2)  Advies van het Europees Parlement van 2 februari 2006 (PB C 288 E van 25.11.2006, blz. 52), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 4 december 2006 (PB C 311 E van 19.12.2006, blz. 21), standpunt van het Europees Parlement van 10 mei 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 16 juli 2007.

    (3)  PB L 42 van 15.2.1975, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

    (4)  PB L 51 van 25.2.1980, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/356/EEG (PB L 192 van 11.7.1987, blz. 48).

    (5)  Jurispr. 2000, blz. I-8749.

    (6)  PB L 80 van 18.3.1998, blz. 27.

    (7)  PB L 46 van 21.2.1976, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 78/891/EEG van de Commissie (PB L 311 van 4.11.1978, blz. 21).

    (8)  PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.

    (9)  PB L 147 van 9.6.1975, blz. 40. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).


    BIJLAGE

    REEKSEN VAN NOMINALE HOEVEELHEDEN VAN DE INHOUD VAN VOORVERPAKKINGEN

    1.   Per volume verkochte producten (hoeveelheid in ml)

    Niet-mousserende wijn

    In het interval 100 ml — 1 500 ml uitsluitend de volgende 8 nominale hoeveelheden:

    ml: 100 — 187 — 250 — 375 — 500 — 750 — 1 000 — 1 500

    Gele wijn

    In het interval 100 ml — 1 500 ml uitsluitend de volgende nominale hoeveelheid:

    ml: 620

    Mousserende wijn

    In het interval 125 ml — 1 500 ml uitsluitend de volgende 5 nominale hoeveelheden:

    ml: 125 — 200 — 375 — 750 — 1 500

    Likeurwijn

    In het interval 100 ml — 1 500 ml uitsluitend de volgende 7 nominale hoeveelheden:

    ml: 100 — 200 — 375 — 500 — 750 — 1 000 — 1 500

    Gearomatiseerde wijn

    In het interval 100 ml — 1 500 ml uitsluitend de volgende 7 nominale hoeveelheden:

    ml: 100 — 200 — 375 — 500 — 750 — 1 000 — 1 500

    Gedistilleerde dranken

    In het interval 100 ml — 2 000 ml uitsluitend de volgende 9 nominale hoeveelheden:

    ml: 100 — 200 — 350 — 500 — 700 — 1 000 — 1 500 — 1 750 — 2 000

    2.   Definities van producten

    Niet-mousserende wijn

    Wijn als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1) (GN-code ex 2204)

    Gele wijn

    Wijn als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1493/1999 (GN-code ex 2204) met de oorsprongsaanduiding „Côtes du Jura”, „Arbois”, „L’Étoile” en „Château-Chalon” in flessen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 753/2002 van de Commissie van 29 april 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad wat betreft de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten (2)

    Mousserende wijn

    Wijn als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder b), en in bijlage I, punten 15, 16, 17 en 18 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 (GN-code 2204 10)

    Likeurwijn

    Wijn als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder b), en in bijlage I, punt 14, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 (GN-code 2204 21 — 2204 29)

    Gearomatiseerde wijn

    Gearomatiseerde wijn als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (3) (GN-code 2205)

    Gedistilleerde dranken

    Gedistilleerde dranken als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (4) (GN-code 2208)


    (1)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

    (2)  PB L 118 van 4.5.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 382/2007 (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 12).

    (3)  PB L 149 van 14.6.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2005.

    (4)  PB L 160 van 12.6.1989, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2005.


    Top