EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0513

2007/513/Euratom: Besluit van de Raad van 10 juli 2007 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie tot het gewijzigde Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en nucleaire faciliteiten - Verklaring van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie overeenkomstig artikel 18, lid 4, en artikel 17, lid 3, van het VFBK

PB L 190 van 21/07/2007, p. 12–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/513/oj

Related international agreement

21.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/12


BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 juli 2007

tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie tot het gewijzigde Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en nucleaire faciliteiten

(2007/513/Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 101, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 2, onder e), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna: het Euratom-Verdrag) moet de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna: de Gemeenschap) door passende controle waarborgen, dat de kernmaterialen niet voor andere doeleinden worden aangewend dan waarvoor zij bestemd zijn.

(2)

Het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (hierna: het VFBK) is in 1979 ondertekend en is in 1987 in werking getreden. Op 27 juni 2006 waren 118 staten en de Gemeenschap partij bij het VFBK. Alle lidstaten zijn partij bij het VFBK.

(3)

Onder de auspiciën van de IAEA is op 4 juli 2005 in overeenstemming met artikel 20 van het VFBK een wijzigingsconferentie bijeengeroepen. De slotakte met betrekking tot de wijzigingen van het VFBK is op 8 juli 2005 namens de Gemeenschap ondertekend door de Europese Commissie.

(4)

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het Hof van Justitie) (1) is tot de conclusie gekomen dat de deelneming van de lidstaten aan het VFBK slechts verenigbaar is met de bepalingen van het Euratom-Verdrag indien de Gemeenschap als zodanig voor de gebieden waarop zij eigen bevoegdheden bezit, op dezelfde voet als de staten partij is bij het VFBK. En dat sommige verbintenissen in het VFBK ten aanzien van de Gemeenschap geen werking kunnen verkrijgen wanneer de Gemeenschap en de lidstaten niet tezamen optreden, zowel bij de onderhandelingen als bij de uitvoering van de aangegane verbintenissen.

(5)

Het Hof van Justitie heeft voorts bevestigd dat artikel 2, onder e), van het Euratom-Verdrag de Gemeenschap de taak geeft door passende controle te waarborgen dat de nucleaire stoffen niet voor andere doeleinden worden aangewend dan waarvoor zij bestemd zijn, zonder dat daarbij onderscheid wordt gemaakt naargelang de aard en de omstandigheden van zulk verkeerd gebruik, en dat ten slotte ook de term „veiligheidscontrole”, waarmee in het Verdrag de bepalingen van hoofdstuk 7 worden gekarakteriseerd, veel meer situaties dekt dan het enkele feit dat de gebruiker van nucleaire stoffen deze voor een ander dan het door hem aangegeven doel aanwendt. Dus vallen hieronder volgens het Hof van Justitie ook externe beveiligingsmaatregelen (2). Het Hof van Justitie stelde in arrest 1/78 ook dat bepalingen die over strafvervolging en uitlevering handelen een materie betreffen ten aanzien waarvan de lidstaten bevoegd zijn (3).

(6)

Volgens artikel 18, lid 4, van het VFBK moet de Gemeenschap, wanneer zij partij wordt bij het Verdrag, aan de depositaris mededelen welke artikelen van het VFBK niet op haar van toepassing zijn. Deze verklaring staat in de bijlage bij dit besluit.

(7)

Volgens artikel 7 van het VFBK moet iedere partij op bepaalde strafbare feiten straffen stellen die beantwoorden aan de ernst van deze feiten. Deze bepaling laat de keuze van de aard, het soort en de maat van de straffen die moeten worden ingevoerd over aan de partijen. Met name houdt zij voor de partijen geen verplichting in om de erin omschreven gedragingen strafrechtelijk strafbaar te stellen. Bijgevolg is artikel 7 op zijn minst tot op zekere hoogte van toepassing op de Gemeenschap.

(8)

De toetreding van de Gemeenschap tot het gewijzigde VFBK moet derhalve worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Enig artikel

De toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie tot het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en nucleaire faciliteiten, als gewijzigd bij de op 8 juli 2005 ondertekende Slotakte, wordt hierbij goedgekeurd.

De tekst van het gewijzigde Verdrag en de verklaring van de Gemeenschap overeenkomstig de artikelen 18, lid 4, en 17, lid 3, van dat Verdrag is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

F. TEIXEIRA DOS SANTOS


(1)  Arrest 1/78 van 14 november 1978, Jurispr. 1978, blz. 2151, met name punt 1 van het dictum en overweging 34.

(2)  Punt 21.

(3)  Punt 31.


Verklaring van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie overeenkomstig artikel 18, lid 4, en artikel 17, lid 3, van het VFBK

De volgende staten zijn momenteel lid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie: het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

De Gemeenschap verklaart dat de artikelen 8 tot en met 13 en artikel 14, leden 2 en 3, van het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en nucleaire faciliteiten niet van toepassing zijn op de Gemeenschap.

Op grond van artikel 17, lid 3, van het Verdrag verklaart de Gemeenschap bovendien dat aangezien alleen staten zich partij mogen stellen in zaken voor het Internationaal Gerechtshof, de Gemeenschap uitsluitend is gebonden door de in artikel 17, lid 2, bedoelde arbitrageprocedure.


Top