Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0297

1999/297/EG: Beschikking van de Raad van 26 april 1999 inzake de totstandbrenging van een infrastructuur voor communautaire statistische informatie betreffende de industrie en de markten in de audiovisuele en aanverwante sectoren

PB L 117 van 05/05/1999, p. 39–41 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 26/04/2004

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/297/oj

31999D0297

1999/297/EG: Beschikking van de Raad van 26 april 1999 inzake de totstandbrenging van een infrastructuur voor communautaire statistische informatie betreffende de industrie en de markten in de audiovisuele en aanverwante sectoren

Publicatieblad Nr. L 117 van 05/05/1999 blz. 0039 - 0041


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 26 april 1999

inzake de totstandbrenging van een infrastructuur voor communautaire statistische informatie betreffende de industrie en de markten in de audiovisuele en aanverwante sectoren

(1999/297/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gezien de door de Commissie ingediende ontwerp-beschikking,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

(1) Overwegende dat het voor de uitvoering van het communautaire beleid betreffende de industrie en de markten in de audiovisuele en aanverwante sectoren noodzakelijk is een infrastructuur voor communautaire statistische informatie tot stand te brengen;

(2) Overwegende dat de Europese Raad, met name in het Witboek over groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid, de nadruk legt op het economisch belang van de audiovisuele sector en dat het verslag van de Groep Bangemann, getiteld "Europa en de wereldwijde informatiemaatschappij - Aanbevelingen aan de Europese Raad", aan de audiovisuele programma-industrie een strategisch belang toekent;

(3) Overwegende dat een betrouwbare infrastructuur voor informatie tot stand moet worden gebracht door middel van specifieke statistische maatregelen;

(4) Overwegende dat Beschikking 93/464/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende het kaderprogramma van prioritaire maatregelen op het gebied van de statistische informatie (1993-1997)(2) bepaalt dat de audiovisuele sector moet worden beschouwd als een van de prioritaire dienstensectoren op communautair niveau en voorziet in de totstandbrenging van een informatiesysteem dat gericht is op een op de ondernemingen berustende benadering en de functionele statistieken;

(5) Overwegende dat bijlage I, titel III, van het communautair statistisch programma 1998-2002(3) het verrichten van analyses naar de behoeften van de gebruiker, bronnenevaluatie, verzameling en toetsing van methodes door middel van modelstudies in de audiovisuele sector vermeldt;

(6) Overwegende dat deze modelstudies moeten worden bezien om te zorgen dat zij aan de behoeften van de gebruiker beantwoorden; dat dit kan plaatsvinden binnen twee en een half jaar; dat de resultaten van deze herziening aan de Raad en het Europees Parlement moeten worden meegedeeld; dat in alle stadia extra lasten voor de KMO's tot een minimum moeten worden beperkt;

(7) Overwegende dat voor de specifieke statistische maatregelen Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek(4) geldt;

(8) Overwegende dat, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, het doel van de voorgestelde specifieke statistische maatregelen slechts door middel van een communautair juridisch instrument kan worden verwezenlijkt, omdat alleen de Commissie de op communautair niveau vereiste harmonisatie van de gegevens kan coördineren;

(9) Overwegende dat binnen het kader van de Raad van Europa het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector, waarvan de Commissie lid is, onder meer voor de leden ervan en hun deskundigen een belangrijke informatiebron is en dat moet worden gezorgd dat de werkzaamheden uit hoofde van deze beschikking en de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum elkaar aanvullen;

(10) Overwegende dat de voor de audiovisuele sector voorgestelde statistische methodologieën verenigbaar en in overeenstemming moeten zijn met de bestaande Europese normen en methodologieën;

(11) Overwegende dat het Comité statistisch programma, opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom(5), is geraadpleegd overeenkomstig artikel 3 van genoemd besluit,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

Deze beschikking heeft ten doel de infrastructuur voor communautaire statistische informatie tot stand te brengen die nodig is voor de vaststelling en tenuitvoerlegging van een communautair beleid op het gebied van de industrie en de markten in de audiovisuele en aanverwante sectoren.

Artikel 2

Specifieke statistische maatregelen

Het in artikel 1 omschreven doel wordt ten uitvoer gelegd door middel van specifieke statistische maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 322/97 en wel als volgt:

1. door de nationale autoriteiten:

a) analyse en evaluatie van de vraag naar statistische gegevens betreffende de audiovisuele sector (statistieken betreffende de ondernemingen, de functies en de producten) die uitgaat van de gebruikers (Gemeenschapsinstellingen, nationale bestuursinstellingen, nationale sectorale organisaties, internationale organisaties, bedrijfsleven) en de gevolgen voor het bedrijfsleven, met name het midden- en kleinbedrijf, van het verzamelen van statistische gegevens over de gehele audiovisuele sector;

b) analyse van de bestaande statistische gegevens (statistieken betreffende de ondernemingen, de functies en de producten) en van de bronnen daarvan;

c) jaarlijkse toezending aan Eurostat van de statistische gegevens die reeds beschikbaar of verkrijgbaar zijn bij de bevoegde nationale autoriteiten (statistieken betreffende de ondernemingen, de functies en de producten);

d) medewerking op vrijwillige basis aan de uitvoering van modelstudies die ten doel hebben de methodologische werkzaamheden (statistieken betreffende de ondernemingen, de functies en de producten) concreet te testen en de totstandbrenging van een communautaire statistiek te bevorderen;

2. door Eurostat:

a) het opzetten van een communautair institutioneel en functioneel methodologisch kader (statistieken betreffende de ondernemingen, de functies en de producten);

b) het aanleggen van een gegevensbank betreffende de overeenkomstig punt 1, onder c), ingezonden statistieken, en betreffende de bij internationale organisaties ingewonnen gegevens;

c) vergelijking van de bestaande statistische stelsels van de lidstaten en van bepaalde niet-lidstaten, met name de pre-toetredingsstaten;

d) beoordeling van de relevantie van en de toekomstige behoefte aan statistische gegevens in de audiovisuele sector, met name de nodige gegevens voor de ontwikkeling en het bijhouden van werkgelegenheid, opleiding en het beleid inzake gelijke kansen.

Artikel 3

Tenuitvoerlegging

De maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de in artikel 2 bedoelde specifieke statistische maatregelen worden volgens de in artikel 4 vastgestelde procedure goedgekeurd.

Artikel 4

Procedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité statistisch programma.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor betreffende de maatregelen die moeten worden genomen. Het comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de betrokken aangelegenheid. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

3. a) De Commissie stelt de maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn.

b) Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval:

- stelt de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten uit voor een periode van drie maanden, te rekenen vanaf de kennisgeving;

- kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen de in het eerste streepje genoemde termijn een andersluidend besluit nemen.

Artikel 5

Verslagen

De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad een interim-verslag en een definitief verslag voor over de tenuitvoerlegging van de in artikel 2 bedoelde maatregelen. Het interim-verslag kan worden opgesteld uiterlijk twee en een half jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking. Het definitieve verslag wordt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze beschikking uitgebracht.

Deze verslagen behandelen onder meer de relevantie van de verzamelde statistische gegevens over de audiovisuele sector in het licht van de voor het communautaire statistische programma voor 1998-2002 vastgestelde prioriteiten, de zowel bij Eurostat als de nationale bureaus voor de statistiek beschikbare middelen.

Aan de hand van deze verslagen kan de Commissie eventuele nodige wijzigingen voorstellen om de werking van de onderhavige beschikking te verbeteren.

Artikel 6

Begrotingsmiddelen

De kredieten die bestemd zijn voor de tenuitvoerlegging van de in artikel 2 van deze beschikking bedoelde maatregelen worden door de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vastgesteld.

Artikel 7

Toepassingstermijn

Deze beschikking vervalt vijf jaar nadat zij is aangenomen.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 26 april 1999.

Voor de Raad

De voorzitter

J. FISCHER

(1) Advies uitgebracht op 9 maart 1999 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(2) PB L 219 van 28.8.1993, blz. 1.

(3) PB L 42 van 16.2.1999, blz. 12.

(4) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1.

(5) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

Top