EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996R0788

Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad van 22 april 1996 betreffende de indiening door de Lid-Staten van statistieken over de aquacultuurproduktie

PB L 108 van 01/05/1996, p. 1–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2008; opgeheven door 32008R0762

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1996/788/oj

31996R0788

Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad van 22 april 1996 betreffende de indiening door de Lid-Staten van statistieken over de aquacultuurproduktie

Publicatieblad Nr. L 108 van 01/05/1996 blz. 0001 - 0007


VERORDENING (EG) Nr. 788/96 VAN DE RAAD van 22 april 1996 betreffende de indiening door de Lid-Staten van statistieken over de aquacultuurproduktie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende dat de aquacultuur een zich snel ontwikkelende tak van de visserij-industrie is, die de beperkte aanvoer uit de traditionele visvangst zou kunnen aanvullen;

Overwegende dat toezicht moet worden gehouden op de aquacultuurproduktie en dat deze zo nodig moet worden gereguleerd, zodat bevredigende marktvoorwaarden gewaarborgd zijn;

Overwegende dat de gevolgen van de aquacultuur voor de regionale ontwikkeling en het milieu leiden tot een groeiende vraag naar statistieken om de ontwikkeling van deze sector te kunnen volgen;

Overwegende dat er ook in het kader van de tenuitvoerlegging van het communautaire structuurbeleid voor de visserij statistieken nodig zijn over de produktie in de aquacultuursector;

Overwegende dat de doelstellingen van de voorgestelde maatregel alleen kunnen worden bereikt met communautaire wetgeving op grond waarvan de Commissie de noodzakelijke harmonisering van de statistische informatie op communautair niveau kan coördineren, terwijl het verzamelen van statistieken over de aquacultuurproduktie en de vereiste infrastructuur voor het verwerken en controleren van de betrouwbaarheid van deze statistieken in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van de Lid-Staten vallen;

Overwegende dat de specifieke methode voor het opstellen van de desbetreffende communautaire statistieken over de aquacultuurproduktie, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande nationale statistieken die zijn verzameld om aan bestaande nationale en internationale verplichtingen te voldoen, een hechte samenwerking tussen de Commissie en de Lid-staten vereist, voornamelijk in het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek, dat is ingesteld bij Besluit 72/279/EEG (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Algemeen

Elke Lid-Staat dient jaarlijks statistieken over de aquacultuurproduktie in alle wateren van die Lid-Staat bij de Commissie in.

Artikel 2

Indiening van gegevens

De Lid-Staten dienen de in artikel 1 bedoelde gegevens in de in bijlage I aangegeven vorm binnen negen maanden na het einde van het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, bij de Commissie in, met inbegrip van de door de Lid-Staten ingevolge hun wetgeving of praktijken op het gebied van de statistische geheimhouding vertrouwelijk verklaarde gegevens, overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (3).

De gegevens kunnen worden ingediend op een magnetische gegevensdrager of in een andere dan de in bijlage I beschreven vorm, het formaat dat door de Lid-Staten en de Commissie (Eurostat) is overeengekomen.

Onverminderd maatregelen om het statistisch geheim te bewaren, zal de Commissie (Eurostat) de in het kader van deze verordening verstrekte gegevens ter beschikking van de Lid-Staten stellen.

Artikel 3

Definities

De voor de indiening van de gegevens te gebruiken definities zijn vermeld in bijlage II. Indien door de nationale praktijken of administratieve procedures een strikte toepassing van deze definities niet mogelijk is, stelt de Lid-Staat de Commissie (Eurostat) op de hoogte van de in gebruik zijnde definities.

Artikel 4

Opstelling van gegevens

De Lid-Staten kunnen voor de produktie van gegevens over de belangrijkste bestanddelen van de aquacultuurproduktie gebruik maken van steekproefenquêtes of van andere relevante bronnen, terwijl voor de overige bestanddelen schattingen kunnen worden gemaakt.

Lid-Staten met een totale jaarproduktie van minder dan 1 000 ton kunnen schattingen voor de totale produktie indienen.

De Lid-Staten verschaffen gegevens voor elk van de in bijlage III genoemde soorten afzonderlijk. De produktie van soorten waarvan het gewicht niet meer dan 1 000 ton bedraagt en die afzonderlijk niet meer dan 10 % van het gewicht van de totale produktie uitmaakt, mag evenwel worden geschat en geaggregeerd.

Artikel 5

Overgangsperiode en afwijkingen

1. Indien een Lid-Staat niet aan de eisen van deze verordening kan voldoen, kan de Commissie een overgangsperiode van maximaal drie jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, vaststellen, gedurende welke volledige uitvoering aan deze verordening moet worden gegeven.

Tijdens deze overgangsperiode kan een Lid-Staat toestemming worden verleend om tijdelijk van de bepalingen van deze verordening af te wijken. De Commissie brengt alle Lid-Staten van de bijzonderheden van dergelijke afwijkingen op de hoogte.

2. In gevallen waarin het meerekenen van een bepaalde sector van de aquacultuurindustrie de nationale overheden problemen zou opleveren die niet in verhouding staan tot het belang van die sector voor het desbetreffende land, kan overeenkomstig de procedure van artikel 7 een afwijking worden toegestaan, waarbij de betrokken Lid-Staat toestemming krijgt om gegevens voor die sector bij de indiening van de nationale gegevens buiten beschouwing te laten.

3. De ingevolge lid 2 toegestane afwijkingen worden toegestaan voor een periode van ten hoogste drie jaar, maar deze periode kan telkens met drie jaar worden verlengd. Bij het indienen van een verzoek om verlenging doet de Lid-Staat de Commissie de resultaten van een steekproefenquête toekomen, waaruit blijkt welke problemen zich bij de toepassing van deze verordening voordoen. Het verzoek wordt vervolgens overeenkomstig de procedure van artikel 7 afgehandeld.

Artikel 6

Comité

De regelingen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, zoals wijzigingen in het formaat van de ingediende gegevens (bijlage I), de definities (bijlage II) en de lijst met soorten (bijlage III), worden vastgesteld door de Commissie na raadpleging, volgens de procedure van artikel 7, van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek.

Artikel 7

Procedure

1. In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, leidt de voorzitter deze procedure, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, in bij het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek (hierna "het Comité" genoemd).

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van de materie. Het spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De Voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

3. De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval:

- kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten uitstellen voor een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving:

- kan de Raad binnen de in voorgaande alinea genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 8

Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1996.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 april 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. LUCHETTI

(1) Advies van 27 maart 1993 (nog niet in het Publikatieblad verschenen).

(2) PB nr. L 179 van 7. 8. 1972, blz. 1.

(3) PB nr. L 151 van 15. 6. 1990, blz. 1.

BIJLAGE I

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE II

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- "Aquacultuur": de teelt van aquatische organismen, met inbegrip van vis, week- en schaaldieren en waterplanten. Het woord teelt impliceert een vorm van ingrijpen in het groeiproces, teneinde de produktie door middel van bij voorbeeld het regelmatig aanvullen van de visbestanden, voederen en beschermen tegen roofdieren te stimuleren. Teelt impliceert ook de volle eigendom of mede-eigendom van of uit contractuele regelingen voortvloeiende rechten op de gekweekte visbestanden. Voor statistische doeleinden worden aquatische organismen die gedurende de groeiperiode eigendom waren van een individu of een coöperatie en door deze worden geoogst, tot de aquacultuurproduktie gerekend, terwijl aquatische organismen die door het publiek, al dan niet met een vergunning, als gemeenschappelijk eigendom wordt geëxploiteerd, tot de visserijproduktie worden gerekend.

- "Zoet water": het water van rivieren, beken, meren, vijvers en waterreservoirs en dergelijke, waar het water steeds een verwaarloosbaar zoutgehalte heeft.

- "Overig water": water dat niet het gehele jaar een verwaarloosbaar zoutgehalte heeft. Het zoutgehalte kan steeds hoog zijn (b.v. zeewater) of periodiek variëren (b.v. door getijdewerking of door seizoensinvloeden).

- "Zeewater": water met een hoog zoutgehalte dat nauwelijks onderhevig is aan veranderingen.

- "Brak water": water met een aanzienlijk, doch niet altijd even hoog zoutgehalte. Het zoutgehalte kan sterk variëren door de instroom van zoet water of zeewater.

- "Aquacultuurproduktie": de voor eindverbruik bestemde produktie met behulp van extensieve of intensieve teelttechnieken, inclusief de produktie van waterplanten voor industriële doeleinden. Kwekerijprodukten die ook daarna nog in de aquacultuur worden gebruikt, blijven buiten beschouwing. De produktie wordt opgetekend in tonnen levend gewicht voor dierlijke produkten en in nat gewicht voor waterplanten.

BIJLAGE III

Aquacultuurprodukten waarvoor produktiestatistieken moeten worden ingediend

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top