Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992Y0625(02)

Resolutie van de Raad van 15 juni 1992 betreffende de vernieuwing van het communautaire actieplan op het gebied van radioactieve afvalstoffen

PB C 158 van 25/06/1992, p. 3–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document In force

31992Y0625(02)

Resolutie van de Raad van 15 juni 1992 betreffende de vernieuwing van het communautaire actieplan op het gebied van radioactieve afvalstoffen

Publicatieblad Nr. C 158 van 25/06/1992 blz. 0003 - 0005


RESOLUTIE VAN DE RAAD van 15 juni 1992 betreffende de vernieuwing van het communautaire actieplan op het gebied van radioactieve afvalstoffen (92/C 158/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien de door de Commissie ingediende ontwerp-resolutie,

Overwegende dat de Commissie de Raad een mededeling heeft voorgelegd betreffende de vernieuwing van het in de resolutie van de Raad van 18 februari 1980 (1) vervatte communautaire actieplan op het gebied van radioactieve afvalstoffen, dat in 1992 afloopt;

Overwegende dat de Commissie bij de tenuitvoerlegging van het nieuwe actieplan zal worden bijgestaan door een Raadgevend Comité voor het beheer van het plan, als bedoeld in voornoemde resolutie;

Overwegende dat door het gebruik van kernenergie en door het gebruik van radionucliden in de geneeskunde en bij andere industriële activiteiten radioactieve afvalstoffen ontstaan;

Overwegende dat bij het beheer en de opslag van deze radioactieve afvalstoffen ten volle rekening moet worden gehouden met de veiligheid van de werknemers en de bevolking, alsmede met de bescherming van het milieu;

Overwegende dat het communautaire actieplan op het gebied van radioactieve afvalstoffen positieve resultaten heeft opgeleverd, met name omdat de technische, juridische, bestuurlijke en sociale vraagstukken in één en hetzelfde kader konden worden behandeld, meer bepaald die met betrekking tot de voorlichting van de bevolking;

Overwegende dat de huidige communautaire inspanningen ter zake moeten worden voortgezet en aangevuld, en dat daarbij rekening moet worden gehouden met de resultaten van de onderzoekprogramma's en de noodzaak van een diepgaande bestudering van de vraagstukken met betrekking tot veiligheid en milieubescherming, alsmede met de nieuwe context die is ontstaan door de technische en praktische problemen die het gevolg zijn van de afschaffing van de grenscontroles binnen de Gemeenschap en de steeds verdere uitbreiding van de Gemeenschap;

Overwegende dat de samenwerking tussen de Gemeenschap en de derde landen, met name die van Midden- en Oost-Europa, met inbegrip van de Republieken van de voormalige Sowjetunie, moet worden ontwikkeld op het gebied van het beheer en de opslag van radioactief afval, met inachtneming van de nieuwe uitdagingen die kunnen ontstaan ingevolge de toekomstige ontmanteling van verscheidene technologisch verouderde kerncentrales,

BEVESTIGT NOGMAALS de belangrijke rol van de onderzoekprogramma's van de Gemeenschap op het gebied van radioactief afval bij het wekken van meer begrip en het bijdragen tot een ruimere verspreiding van kennis, ten einde te zorgen voor vormen van beheer, tussenopslag en definitieve opberging die veiliger en op het vlak van de industriële veiligheid en de bescherming van de bevolking en het milieu doeltreffender zijn,

HECHT ZIJN GOEDKEURING AAN het communautaire actieplan, dat een integrerend bestanddeel uitmaakt van deze resolutie,

NEEMT ER AKTE VAN dat de Commissie de nodige maatregelen zal nemen voor een succesvolle uitvoering van dit plan.

(1) PB nr. C 51 van 29. 2. 1980, blz. 1.

BIJLAGE

ACTIEPLAN OP HET GEBIED VAN RADIOACTIEVE AFVALSTOFFEN Het plan bestrijkt de problematiek van de radioactieve afvalstoffen die ontstaan door de elektriciteitsproduktie uit kernenergie, het gebruik van radioisotopen voor medische, industriële en onderzoekdoeleinden en de eventuele concentratie van natuurlijke radioisotopen bij industriële activiteiten. Het plan loopt van 1993 tot en met 1999 en wordt elke drie jaar opnieuw bezien. Het berust op de volgende zeven punten:

1. Permanente analyse van de situatie

De Commissie zal de Raad op gezette tijden een analyse verstrekken van de stand van zaken en de perspectieven op het gebied van het beheer van radioactieve afvalstoffen in de Lid-Staten, waarbij zal worden gekeken naar de eisen ten aanzien van veiligheid en milieubescherming en naar de behoeften van de kernenergieprogramma's en de activiteiten waarbij radioisotopen worden gebruikt. De Commissie houdt ook het Europese Parlement op de hoogte van deze analyse.

Deze analyse omvat onder meer:

- een overzicht van de lopende of geplande werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, met bijbehorend tijdschema;

- een overzicht van de technieken, werken en installaties die reeds gerealiseerd, nog in ontwikkeling of uitvoering dan wel gepland zijn, met bijbehorend tijdschema;

- een lijst van de opslaginstallaties die de Lid-Staten denken te bouwen en in bedrijf te stellen, rekening houdend met de aard van de produkten die moeten worden opgeslagen, met eventueel het tijdschema daarvoor;

- een lijst van de beheerspraktijken en -strategieën die in de Lid-Staten zijn of moeten worden opgesteld overeenkomstig de in elke Lid-Staat geldende veiligheidsvoorschriften;

- een overzicht van de bestuurs-, regelgevings- en juridische structuren en -kaders met betrekking tot het beheer van radioactieve afvalstoffen in elke Lid-Staat en in de Gemeenschap.

2. Ontwikkeling van de technische samenwerking in de Gemeenschap op het gebied van langdurige of definitieve opslag van radioactieve afvalstoffen

Overleg en informatie-uitwisseling met betrekking tot onderzoek naar en inrichting van plaatsen voor langdurige of definitieve opslag.

Bestudering van de technische opties en programma's voor demonstratieactiviteiten in de verschillende Lid-Staten.

Stimulering van technische samenwerking op het gebied van opslag.

3. Overleg inzake de veiligheid van het beheer en de opslag van radioactieve afvalstoffen

Het overleg tussen de verantwoordelijke nationale instanties, met name inzake veiligheid, moet worden voortgezet en zo nodig geïntensiveerd.

Hiermee moet de mogelijkheid worden geschapen om:

- telkens wanneer dat mogelijk is, een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen, alsmede te trachten de voor radioactieve afvalstoffen gevolgde beheersstrategieën en -praktijken op communautair niveau te harmoniseren;

- de nationale praktijken en regelgevingen op het gebied van de veiligheid van opslag nader tot elkaar te brengen, met name voor wat betreft de verschillende categorieën afvalstoffen;

- aanbevelingen te formuleren inzake de beoordeling van de veiligheid van de opslag van radioactieve afvalstoffen en de daarvoor geldende criteria;

- in het algemeen voor werknemers, bevolking en milieu een gelijkwaardig en voldoende beschermingsniveau te verkrijgen met de hoogste graad van veiligheid die in de praktijk haalbaar is.

4. Overleg over de beheerspraktijken en -strategieën in het kader van de afschaffing van de grenscontroles binnen de Gemeenschap

Nagegaan zal worden welke bestaande of nog op te stellen nationale voorschriften op het gebied van het beheer en de opslag van radioactieve afvalstoffen bekeken dienen te worden in verband met de afschaffing van deze controles, ten einde zo nodig de geschikte oplossingen te vinden die voldoen aan de eisen op het gebied van veiligheid en de bescherming van de bevolking, de werknemers en het milieu tegen de gevaren van ioniserende stralingen.

5. Continue wisselwerking tussen onderzoekprogramma's en wettelijke en bestuursrechtelijke vraagstukken

In het Raadgevend Comité voor het beheer van het plan zal regelmatig overleg worden gepleegd met de bedoeling:

- in één en hetzelfde kader de vraagstukken te behandelen die betrekking hebben op de dank zij de vooruitgang van de techniek mogelijk geworden verbetering van de technieken voor de definitieve opslag van genoemde afvalstoffen en de juridische, bestuursrechtelijke en sociale vraagstukken waarvoor een oplossing moet worden gevonden;

- bij te dragen tot het richting geven aan de onderzoekwerkzaamheden op het gebied van radioactieve afvalstoffen.

6. Voorlichting van de bevolking

De bevolking moet worden voorgelicht over de situatie op het gebied van radioactieve afvalstoffen.

Daartoe zullen de Lid-Staten zich nog meer beijveren om de bevolking zo goed mogelijk voor te lichten over het beleid dat op het gebied van het beheer en de opslag van radioactieve afvalstoffen wordt gevoerd en daarbij voor zover mogelijk een gemeenschappelijke voorlichtingsstrategie uitwerken.

De Commissie zal hetzelfde doen met de acties waarbij zij betrokken is; zij zal meer bepaald de resultaten en de kennis die is verkregen in het kader van het communautaire onderzoek zoveel mogelijk ter beschikking stellen van de besluitvormers en van de bevolking.

7. Totstandkoming van een internationale consensus

Het overleg tussen de Lid-Staten inzake de standpunten die moeten worden ingenomen in internationale organisaties, zoals het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (AIEA), de Internationale Normalisatieorganisatie (ISO) en het Agentschap voor Kernenergie van de OESO (AEN), zal bevorderd dienen te worden volgens de bestaande communautaire procedures.

Deze communautaire aanpak zal moeten bijdragen tot de totstandkoming van een internationale consensus op het gebied van het beheer van radioactieve afvalstoffen.

Top