Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981R1938

Verordening (EEG) nr. 1938/81 van de Raad van 30 juni 1981 betreffende een gemeenschappelijke actie voor versnelde uitvoering van de verbetering van de infrastructuur in bepaalde agrarische probleemgebieden van de Bondsrepubliek Duitsland

PB L 197 van 20/07/1981, p. 1–5 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/07/1987

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1981/1938/oj

31981R1938

Verordening (EEG) nr. 1938/81 van de Raad van 30 juni 1981 betreffende een gemeenschappelijke actie voor versnelde uitvoering van de verbetering van de infrastructuur in bepaalde agrarische probleemgebieden van de Bondsrepubliek Duitsland

Publicatieblad Nr. L 197 van 20/07/1981 blz. 0001 - 0005
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0159
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0159


++++

VERORDENING ( EEG ) NR . 1938/81 VAN DE RAAD

VAN 30 JUNI 1981

BETREFFENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE VOOR VERSNELDE UITVOERING VAN DE VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR IN BEPAALDE AGRARISCHE PROBLEEMGEBIEDEN VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 43 ,

GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,

GEZIEN HET ADVIES VAN HET EUROPESE PARLEMENT ( 1 ) ,

OVERWEGENDE DAT KRACHTENS ARTIKEL 39 , LID 2 , SUB A ) , VAN HET VERDRAG , BIJ HET TOT STAND BRENGEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID REKENING MOET WORDEN GEHOUDEN MET DE MAATSCHAPPELIJKE STRUCTUUR VAN DE LANDBOUW EN DE STRUCTURELE EN NATUURLIJKE ONGELIJKHEID TUSSEN DE VERSCHILLENDE LANDBOUWGEBIEDEN ;

OVERWEGENDE DAT , OM DE IN ARTIKEL 39 , LID 1 , SUB A ) EN B ) , VAN HET VERDRAG VERMELDE DOELEINDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID TE VERWEZENLIJKEN , OP GEMEENSCHAPSNIVEAU BIJZONDERE BEPALINGEN DIENEN TE WORDEN VASTGESTELD DIE ZIJN AFGESTEMD OP DE SITUATIE IN DE LANDBOUWGEBIEDEN MET DE MINST GUNSTIGE PRODUKTIEOMSTANDIGHEDEN ;

OVERWEGENDE DAT EEN AANTAL AGRARISCHE PROBLEEMGEBIEDEN VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND IN DE ZIN VAN RICHTLIJN 75/268/EEG VAN DE RAAD VAN 28 APRIL 1975 BETREFFENDE DE LANDBOUW IN BERGSTREKEN EN IN SOMMIGE PROBLEEMGEBIEDEN ( 2 ) GEKENMERKT WORDEN DOOR TEKORTKOMINGEN OP HET GEBIED VAN DE INFRASTRUCTUUR , MET INBEGRIP VAN DE WATERHUISHOUDING IN DE LANDBOUW ;

OVERWEGENDE DAT DEZE TEKORTKOMINGEN OP HET GEBIED VAN DE INFRASTRUCTUUR VOLLEDIG OF ALTHANS GEDEELTELIJK MOETEN WORDEN WEGGEWERKT OM DE STRUCTUUR IN DEZE GEBIEDEN TE KUNNEN VERBETEREN EN OM TE BEREIKEN DAT DE HERVORMING VAN DE LANDBOUW ER EFFECT SORTEERT ;

OVERWEGENDE DAT HET WENSELIJK LIJKT OM DOOR MIDDEL VAN COMMUNAUTAIRE STEUN TE VOORZIEN IN DE AANLEG VAN EEN DEUGDELIJK WEGENNET EN IN EEN VERBETERING VAN DE WATERHUISHOUDING ;

OVERWEGENDE DAT DE PROJECTEN , OM VOOR COMMUNAUTAIRE FINANCIERING IN AANMERKING TE KOMEN , MET NAME MOETEN BIJDRAGEN TOT EEN DUURZAME VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUWBEDRIJVEN , ECONOMISCH VERANTWOORD MOETEN ZIJN EN EEN HARMONISCH GEHEEL MOETEN VORMEN MET ANDERE MAATREGELEN TOT STIMULERING VAN DE LANDBOUW EN TOT VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR ; DAT DE PROJECTEN BOVENDIEN MOETEN PASSEN IN KADERPROGRAMMA'S WAARIN DE DIVERSE PROGRAMMA'S OF MAATREGELEN MET HET OOG OP DE HARMONISCHE ONTWIKKELING VAN DE LANDBOUW EN MET NAME VAN DE INFRASTRUCTUUR IN DE BETROKKEN GEBIEDEN , TOT EEN SAMENHANGEND GEHEEL WORDEN VERWERKT ;

OVERWEGENDE DAT MET HET OOG OP DE NODIGE HARMONISATIE VAN DE MAATREGELEN VAN DE GEMEENSCHAP EN DIE VAN DE BETROKKEN LID-STAAT , DE UIT HET EUROPEES ORIENTATIE - EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW , HIERNA TE NOEMEN HET FONDS , TE FINANCIEREN PROJECTEN VOORAF DOOR DE BETROKKEN LID-STAAT MOETEN ZIJN GOEDGEKEURD EN DEZE LID-STAAT MOET DEELNEMEN IN DE FINANCIERING ERVAN ;

OVERWEGENDE DAT , OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BIJ DE TOEKENNING VAN BIJSTAND UIT HET FONDS GESTELDE VOORWAARDEN DOOR DE BEGUNSTIGDEN IN ACHT WORDEN GENOMEN , MOET WORDEN VOORZIEN IN EEN DOELTREFFENDE CONTROLEPROCEDURE EN IN DE MOGELIJKHEID OM DE BIJSTAND UIT HET FONDS TE SCHORSEN , TE VERLAGEN OF IN TE TREKKEN ;

OVERWEGENDE DAT , REKENING HOUDENDE MET DE BIJZONDERE MOEILIJKHEDEN IN DE BETROKKEN GEBIEDEN , DE VERLENING VAN BIJSTAND UIT HET FONDS IN DE VORM VAN EEN KAPITAALSUBSIDIE VAN 30 % VAN HET INVESTERINGSBEDRAG EEN PASSENDE FINANCIELE DEELNEMING VAN DE GEMEENSCHAP VORMT ;

OVERWEGENDE DAT UIT HET BOVENSTAANDE VOLGT DAT BOVENBEDOELDE MAATREGELEN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE VORMEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 VAN DE RAAD VAN 21 APRIL 1970 BETREFFENDE DE FINANCIERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID ( 3 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 3509/80 ( 4 ) ;

OVERWEGENDE DAT DE VERLENING VAN BIJSTAND UIT HET FONDS GEDURENDE VIJF JAAR EN VOOR EEN BEDRAG DAT VOORLOPIG OP 45 MILJOEN ECU WORDT GERAAMD , ZAL BIJDRAGEN TOT DE VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR IN DEZE GEBIEDEN ;

OVERWEGENDE DAT MET BETREKKING TOT DE GOEDKEURING VAN DE PROJECTEN MOET WORDEN VOORZIEN IN EEN PROCEDURE IN HET KADER WAARVAN DOOR DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE NAUW WORDT SAMENGEWERKT IN HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR DAT IS INGESTELD BIJ ARTIKEL 1 VAN DE BESCHIKKING VAN DE RAAD VAN 4 DECEMBER 1962 BETREFFENDE DE COORDINATIE VAN HET STRUCTUURBELEID IN DE LANDBOUW ( 5 ) ; DAT BOVENDIEN MOET WORDEN BEPAALD DAT HET IN ARTIKEL 11 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 BEDOELDE COMITE VAN HET FONDS DIENT TE WORDEN GERAADPLEEGD ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

1 . TEN EINDE IN BEPAALDE AGRARISCHE PROBLEEMGEBIEDEN VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND DE ARBEIDS - EN PRODUKTIEOMSTANDIGHEDEN IN DE LANDBOUW TE VERBETEREN WORDT EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE , IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 INGESTELD , DIE GERICHT IS OP EEN VERSNELDE UITVOERING VAN DE VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR .

2 . DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE WORDT GEVOERD IN SOMMIGE AGRARISCHE PROBLEEMGEBIEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 3 VAN RICHTLIJN 75/268/EEG .

DEZE GEBIEDEN OMVATTEN :

- GEBIEDEN DIE VOORKOMEN IN RICHTLIJN 75/270/EEG ( 6 ) EN DEEL UITMAKEN VAN DE GEBIEDEN BEDOELD IN ARTIKEL 92 , LID 2 , SUB C ) , VAN HET VERDRAG ;

- GEBIEDEN DIE DEEL UITMAKEN VAN DE AGRARISCHE PROBLEEMGEBIEDEN , IN DE ZIN VAN ARTIKEL 3 , LEDEN 4 EN 5 , VAN RICHTLIJN 75/268/EEG , GERANGSCHIKT ONDER DE NUMMERS 12 , 13 , 15 , 16 EN 25 VAN DE BIJLAGE BIJ RICHTLIJN 75/270/EEG , WAARIN OP DE DATUM VAN INWERKINGTREDING VAN DE ONDERHAVIGE VERORDENING , EEN COMPENSERENDE VERGOEDING WORDT TOEGEKEND OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4 , LID 1 , EERSTE STREEPJE , VAN RICHTLIJN 75/268/EEG ;

- DE GEBIEDEN VAN HET HUNSRUECKGEBIED DIE VOORKOMEN IN RICHTLIJN 75/270/EEG .

3 . DE COMMISSIE KAN OVEREENKOMSTIG DE TITELS III EN IV BIJSTAND VERLENEN VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE DOOR UIT HET FONDS , AFDELING ORIENTATIE , PROJECTEN TE FINANCIEREN DIE PASSEN IN HET IN TITEL I OMSCHREVEN KADERPROGRAMMA EN DIE AAN DE VEREISTEN VAN TITEL II VOLDOEN .

TITEL I

KADERPROGRAMMA

ARTIKEL 2

HET KADERPROGRAMMA HEEFT BETREKKING OP DE VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR DOOR MIDDEL VAN :

- MAATREGELEN VOOR DE WATERHUISHOUDING IN DE LANDBOUW MET INBEGRIP VAN DE AANLEG VAN OPVANGBEKKENS , HET REGULEREN VAN WATERLOPEN EN NORMALISEREN VAN BERGBEKEN ;

- AANLEG EN VERBETERING VAN BEDRIJFS - EN VERBINDINGSWEGEN DIE HOOFDZAKELIJK DIENEN VOOR LAND - EN BOSBOUW .

HET PROGRAMMA WORDT OPGESTELD DOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND .

ARTIKEL 3

1 . HET KADERPROGRAMMA BEVAT TEN MINSTE DE VOLGENDE GEGEVENS :

A ) DE BESCHRIJVING VAN DE VOORGENOMEN MAATREGELEN , DE WIJZE WAAROP ZIJ KUNNEN BIJDRAGEN TOT DE VERSNELDE UITVOERING VAN DE WERKZAAMHEDEN , EN DE FINANCIELE MIDDELEN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN HET KADERPROGRAMMA ;

B ) DE BEGRENZING VAN DE GEBIEDEN WAAROP HET PROGRAMMA BETREKKING HEEFT ;

C ) DE VOORGENOMEN TERMIJN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA ;

D ) DE BEPALINGEN WAARDOOR HET KADERPROGRAMMA WORDT GEHARMONISEERD MET EVENTUELE ANDERE PROGRAMMA'S OF MAATREGELEN TER STIMULERING VAN DE HARMONISCHE ONTWIKKELING VAN DE LANDBOUW EN DE VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR IN DE BETROKKEN GEBIEDEN EN DE BEPALINGEN WAARDOOR VOORRANG WORDT VERLEEND AAN PROJECTEN DIE DEZE PROGRAMMA'S OF MAATREGELEN AANVULLEN ;

E ) EEN GARANTIE DAT DE BEOOGDE ACTIES VERENIGBAAR ZIJN MET DE MILIEUBESCHERMING .

2 . ALLE MET DEZE ACTIE BEOOGDE MAATREGELEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN IN HET REGIONALE ONTWIKKELINGSPROGRAMMA WANNEER DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND GEHOUDEN IS DIT MEDE TE DELEN AAN DE COMMISSIE UIT HOOFDE VAN ARTIKEL 6 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 724/75 VAN DE RAAD VAN 18 MAART 1975 HOUDENDE OPRICHTING VAN EEN EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING ( 7 ) .

ARTIKEL 4

1 . HET KADERPROGRAMMA EN DE EVENTUELE AANPASSINGEN DAARVAN WORDEN DOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND TOEGEZONDEN AAN DE COMMISSIE .

2 . OP VERZOEK VAN DE COMMISSIE VERSTREKT DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND AANVULLENDE BEOORDELINGSGEVENS IN HET KADER VAN DE KRACHTENS ARTIKEL 3 VEREISTE GEGEVENS .

ARTIKEL 5

DE COMMISSIE NEEMT VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 15 EEN BESLISSING OVER DE GOEDKEURING VAN HET KADERPROGRAMMA EN VAN EVENTUELE WIJZIGINGEN DAARVAN .

TITEL II

PROJECTEN

ARTIKEL 6

1 . ONDER PROJECT WORDT IN DEZE VERORDENING VERSTAAN ELK PROJECT MET BETREKKING TOT EEN MATERIELE INVESTERING VAN DE OVERHEID , VAN SEMI-OVERHEIDSINSTANTIES OF PARTICULIEREN DAT GEHEEL OF GEDEELTELIJK GERICHT IS OP IN ARTIKEL 2 BEDOELDE MAATREGELEN .

2 . DE PROJECTEN KUNNEN BETREKKING HEBBEN OP EEN OF MEER VAN DE IN ARTIKEL 2 BEDOELDE MAATREGELEN VOOR EEN IN HET KADERPROGRAMMA AANGEGEVEN GEBIED OF EEN GEDEELTE ERVAN .

ARTIKEL 7

DE PROJECTEN MOETEN :

A ) PASSEN IN HET KADERPROGRAMMA ;

B ) BIJDRAGEN TOT EEN DUURZAME VERBETERING VAN DE VOOR LANDBOUWBEDRIJVEN NOODZAKELIJKE INFRASTRUCTUUR ;

C ) VOLDOENDE WAARBORGEN BIEDEN TEN AANZIEN VAN HUN ECONOMISCHE DOELTREFFENDHEID ;

D ) EEN SAMENHANGEND GEHEEL VORMEN MET ANDERE MAATREGELEN TOT STIMULERING VAN DE ONTWIKKELING VAN DE LANDBOUW EN TOT VERBETERING VAN DE INFRASTRUCTUUR .

TITEL III

PROCEDURE VOOR HET ONDERZOEK VAN DE PROJECTEN

ARTIKEL 8

1 . DE VERZOEKEN OM BIJSTAND UIT HET FONDS MOETEN VIA DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND WORDEN INGEDIEND .

2 . DE PROJECTEN KOMEN SLECHTS VOOR BIJSTAND UIT HET FONDS IN AANMERKING INDIEN ER EEN GUNSTIG ADVIES OVER IS UITGEBRACHT DOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND .

3 . DE VERZOEKEN OM BIJSTAND MOETEN VERGEZELD GAAN VAN GEGEVENS AAN DE HAND WAARVAN KAN WORDEN VASTGESTELD DAT HET PROJECT AAN DE IN TITEL I GESTELDE VOORWAARDEN VOLDOET .

4 . DE GEGEVENS WELKE IN DE VERZOEKEN MOETEN VOORKOMEN , ALSMEDE DE VORM WAARIN ZIJ MOETEN WORDEN VERSTREKT , WORDEN VASTGESTELD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 15 , NA RAADPLEGING VAN HET COMITE VAN HET FONDS OVER DE FINANCIELE ASPECTEN .

ARTIKEL 9

1 . DE COMMISSIE NEEMT VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 15 EEN BESLISSING OVER DE BIJSTAND UIT HET FONDS , NA RAADPLEGING VAN HET COMITE VAN HET FONDS OVER DE FINANCIELE ASPECTEN .

2 . DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE WORDT TER KENNIS GEBRACHT VAN DE BETROKKEN LID-STAAT , ALSMEDE VAN DE BEGUNSTIGDE .

ARTIKEL 10

PROJECTEN WAARVOOR COMMUNAUTAIRE STEUN WORDT VERLEEND IN HET KADER VAN ANDERE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIES IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 OF WAARVOOR STEUN WORDT VERLEEND UIT HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING , VALLEN NIET BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN DEZE VERORDENING .

TITEL IV

FINANCIELE EN ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 11

1 . DE BEOOGDE TERMIJN VOOR DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE IS VIJF JAAR , TE REKENEN VANAF DE INWERKINGTREDING VAN DEZE VERORDENING .

2 . VOOR HET EINDE VAN DE IN LID 1 GENOEMDE PERIODE WORDT DEZE VERORDENING DOOR DE RAAD OP VOORSTEL VAN DE COMMISSIE OPNIEUW BEZIEN .

3 . VOOR DE IN LID 1 BEDOELDE PERIODE WORDEN DE KOSTEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE DIE TEN LASTE VAN HET FONDS KOMEN , OP 45 MILJOEN ECU GERAAMD .

4 . ARTIKEL 6 , LID 5 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 IS VAN TOEPASSING OP DEZE VERORDENING .

ARTIKEL 12

1 . DE BIJSTAND UIT HET FONDS BESTAAT UIT KAPITAALSUBSIDIES DIE AL DAN NIET INEENS WORDEN UITGEKEERD .

2 . VOOR ELK PROJECT EN IN VERHOUDING TOT DE GEDANE INVESTERING :

A ) MAG DE FINANCIELE DEELNEMING VAN DE BEGUNSTIGDE NIET MINDER DAN 10 % BEDRAGEN ;

B ) MAG DE FINANCIELE DEELNEMING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND NIET MINDER DAN 20 % BEDRAGEN ;

C ) BELOOPT DE DOOR HET FONDS VERSTREKTE SUBSIDIE 30 % .

ARTIKEL 13

1 . DE BIJSTAND UIT HET FONDS WORDT VERLEEND AAN DE NATUURLIJKE EN RECHTSPERSONEN OF AAN DE GROEPERINGEN DAARVAN DIE UITEINDELIJK DE AAN DE UITVOERING VAN HET PROJECT VERBONDEN KOSTEN DRAGEN .

DE BIJSTAND UIT HET FONDS WORDT UITGEKEERD VIA DAARTOE DOOR DE BETROKKEN LID-STAAT AANGEWEZEN LICHAMEN .

2 . TIJDENS DE GEHELE DUUR VAN DE BIJSTAND UIT HET FONDS VERSTREKT DE INSTANTIE OF HET LICHAAM DAT DAARTOE DOOR DE BETROKKEN LID-STAAT IS AANGEWEZEN , AAN DE COMMISSIE OP HAAR VERZOEK ALLE BEWIJSSTUKKEN EN BESCHEIDEN WAARUIT BLIJKT DAT AAN DE VOOR ELK PROJECT OPGELEGDE FINANCIELE OF ANDERE VOORWAARDEN IS VOLDAAN . DE COMMISSIE KAN ZO NODIG TER PLAATSE EEN ONDERZOEK INSTELLEN .

NA HET COMITE VAN HET FONDS OVER DE FINANCIELE ASPECTEN TE HEBBEN GERAADPLEEGD , KAN DE COMMISSIE VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 15 BESLISSEN DE BIJSTAND UIT HET FONDS TE SCHORSEN , TE VERLAGEN OF IN TE TREKKEN :

- INDIEN HET PROJECT NIET WORDT UITGEVOERD ZOALS BEOOGD , OF

- INDIEN AAN BEPAALDE OPGELEGDE VOORWAARDEN NIET IS VOLDAAN , OF

- INDIEN DE BEGUNSTIGDE IN TEGENSTELLING TOT DE IN ZIJN VERZOEK EN IN DE BIJSTANDSBESCHIKKING VERMELDE GEGEVENS , NIET BINNEN TWEE JAAR NA DE KENNISGEVING VAN DEZE BESCHIKKING MET DE UITVOERING VAN DE WERKZAAMHEDEN BEGINT EN INDIEN HIJ NIET VOOR HET VERSTRIJKEN VAN DIE TERMIJN VOLDOENDE WAARBORGEN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROJECT HEEFT GEGEVEN .

DE BESCHIKKING WORDT TER KENNIS GEBRACHT VAN DE BETROKKEN LID-STAAT , ALSMEDE VAN DE BEGUNSTIGDE .

DE COMMISSIE VORDERT DE BEDRAGEN TERUG WAARVAN DE BETALING NIET GERECHTVAARDIGD WAS OF NIET MEER GERECHTVAARDIGD IS .

3 . DE KREDIETEN DIE BESCHIKBAAR KOMEN DOOR EEN OVEREENKOMSTIG LID 2 , TWEEDE ALINEA , GEGEVEN BESCHIKKING OF DOOR HET FEIT DAT DE BEGUNSTIGDE AFZIET VAN DE UITVOERING VAN HET PROJECT DAN WEL DE IN DE BIJSTANDSBESCHIKKING BEDOELDE INVESTERINGEN VERMINDERT , KUNNEN WORDEN AANGEWEND VOOR DE FINANCIERING VAN ANDERE PROJECTEN .

4 . DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN DIT ARTIKEL WORDT VASTGESTELD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 13 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 .

ARTIKEL 14

DE AANVRAGEN OM BIJSTAND UIT HET FONDS DIE BIJ DE COMMISSIE ZIJN INGEDIEND EN DIE BETREKKING HEBBEN OP PROJECTEN WAARVOOR DEZE BIJSTAND NIET KON WORDEN VERLEEND IN VERBAND MET EEN TEKORT AAN BESCHIKBARE MIDDELEN , KUNNEN DOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND IN OVERLEG MET DE AANVRAGERS WORDEN OVERGEBOEKT NAAR HET VOLGENDE BEGROTINGSJAAR .

DE AANVRAGEN OM OVERBOEKING MOETEN BIJ DE COMMISSIE WORDEN INGEDIEND BINNEN EEN TERMIJN VAN DERTIG DAGEN NA DE DATUM WAAROP DE LID-STAAT IN KENNIS IS GESTELD VAN HET RESULTAAT VAN DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 15 . EEN AANVRAAG OM BIJSTAND KAN EVENWEL SLECHTS EENMAAL WORDEN OVERGEBOEKT .

ARTIKEL 15

1 . WANNEER WORDT VERWEZEN NAAR DE IN DIT ARTIKEL OMSCHREVEN PROCEDURE , WORDT HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR INGESCHAKELD DOOR DE VOORZITTER , HETZIJ OP DIENS INITIATIEF , HETZIJ OP VERZOEK VAN DE VERTEGENWOORDIGER VAN EEN LID-STAAT .

2 . DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE COMMISSIE LEGT EEN ONTWERP VAN TE TREFFEN MAATREGELEN VOOR . HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR BRENGT OVER DEZE MAATREGELEN EEN ADVIES UIT BINNEN EEN TERMIJN DIE DE VOORZITTER KAN VASTSTELLEN NAAR GELANG VAN HET DRINGENDE KARAKTER VAN DE TE ONDERZOEKEN VRAAGSTUKKEN , EN SPREEKT ZICH UIT MET EEN MEERDERHEID VAN VIJFENVEERTIG STEMMEN ; DE STEMMEN VAN DE LID-STATEN WORDEN GEWOGEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 148 , LID 2 , VAN HET VERDRAG . DE VOORZITTER NEEMT NIET AAN DE STEMMING DEEL .

3 . DE COMMISSIE STELT DE MAATREGELEN VAST , DIE ONMIDDELLIJK VAN TOEPASSING ZIJN . INDIEN DEZE MAATREGELEN ECHTER NIET IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET HET ADVIES VAN HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR , WORDEN ZIJ DOOR DE COMMISSIE ONVERWIJLD TER KENNIS VAN DE RAAD GEBRACHT . IN DIT GEVAL KAN DE COMMISSIE DE TOEPASSING VAN DE MAATREGELEN WAARTOE ZIJ HEEFT BESLOTEN , TOT TEN HOOGSTE EEN MAAND NA DEZE KENNISGEVING UITSTELLEN .

DE RAAD KAN BINNEN EEN MAAND MET GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID VAN STEMMEN EEN ANDERSLUIDEND BESLUIT NEMEN .

ARTIKEL 16

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE LUXEMBURG , 30 JUNI 1981 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

G . BRAKS

( 1 ) PB NR . C 101 VAN 4 . 5 . 1981 , BLZ . 56 .

( 2 ) PB NR . L 128 VAN 19 . 5 . 1975 , BLZ . 1 .

( 3 ) PB NR . L 94 VAN 28 . 4 . 1970 , BLZ . 13 .

( 4 ) PB NR . L 367 VAN 31 . 12 . 1980 , BLZ . 87 .

( 5 ) PB NR . L 136 VAN 17 . 12 . 1962 , BLZ . 2892/62 .

( 6 ) PB NR . L 128 VAN 19 . 5 . 1975 , BLZ . 10 .

( 7 ) PB NR . L 73 VAN 21 . 3 . 1975 , BLZ . 1 .

Top