This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31981L0561
Council Directive 81/561/EEC of 13 July 1981 amending Directives 66/402/EEC and 66/403/EEC on, respectively, the marketing of cereal seed and of seed potatoes
Richtlijn 81/561/EEG van de Raad van 13 juli 1981 tot wijziging van de Richtlijnen 66/402/EEG en 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, respectievelijk pootaardappelen
Richtlijn 81/561/EEG van de Raad van 13 juli 1981 tot wijziging van de Richtlijnen 66/402/EEG en 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, respectievelijk pootaardappelen
PB L 203 van 23/07/1981, p. 52–52
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(ES, PT)
No longer in force, Date of end of validity: 24/06/1988; stilzwijgende opheffing door 31988L0380
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 31966L0402 | wijziging | artikel 2.2 | 17/07/1981 | |
Modifies | 31966L0403 | wijziging | artikel 15.2BIS | 17/07/1981 | |
Implicit repeal | 31980L0052 | 18/07/1981 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Implicitly repealed by | 31988L0380 | 25/06/1988 |
Richtlijn 81/561/EEG van de Raad van 13 juli 1981 tot wijziging van de Richtlijnen 66/402/EEG en 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, respectievelijk pootaardappelen
Publicatieblad Nr. L 203 van 23/07/1981 blz. 0052 - 0052
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0203
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0203
RICHTLIJN VAN DE RAAD van 13 juli 1981 tot wijziging van de Richtlijnen 66/402/EEG en 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen , respectievelijk pootaardappelen ( 81/561/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 , Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) , Overwegende dat krachtens Richtlijn 66/402/EEG ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/126/EEG ( 4 ) , machtiging kan worden verleend om tot en met 31 december 1980 zaad waarvoor geen officiële veldkeuring heeft plaatsgevonden op bepaalde voorwaarden toch officieel goed te keuren ; dat deze termijn moet worden verlengd om de nodige ervaring te kunnen opdoen met het oog op een meer algemene en definitieve oplossing ; Overwegende dat in Richtlijn 66/403/EEG ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/52/EEG ( 6 ) , is bepaald dat de Lid-Staten in principe vanaf 1 juli 1975 niet meer onder eigen verantwoordelijkheid kunnen beslissen over de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte keuringen en controles ; Overwegende evenwel dat , aangezien de werkzaamheden met betrekking tot de communautaire vaststelling van de gelijkwaardigheid nog niet beëindigd zijn , aan de Lid-Staten de mogelijkheid is verleend de geldigheidsduur van de reeds gedane vaststellingen van gelijkwaardigheid te verlengen ; dat deze verlenging in de praktijk uitsluitend is toegepast ten aanzien van Canada ; Overwegende dat bij een dergelijke verlenging de communautaire fytosanitaire regeling in acht moet worden genomen ; Overwegende dat krachtens deze regeling en gezien de huidige situatie de verlenging van de geldigheidsduur van de door de Lid-Staten gedane vaststellingen geen uitwerking heeft voor de Gemeenschap der Negen ; Overwegende evenwel dat Griekenland als nieuwe Lid-Staat de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen ten uitvoer moet leggen om met ingang van 1 januari 1983 aan de communautaire fytosanitaire regeling te voldoen ; dat Griekenland onder eigen verantwoordelijkheid had voorzien in de mogelijkheid om pootaardappelen uit Canada in te voeren ; dat de geldigheidsduur van deze maatregelen moet worden verlengd om Griekenland in de gelegenheid te stellen voornoemde periode te gebruiken voor de pootaardappelen in kwestie ; Overwegende dat deze mogelijkheid niet mag worden uitgesloten voor andere daarbij betrokken Lid-Staten wanneer op communautair niveau is vastgesteld dat de fytosanitaire regels in acht zijn genomen ; Overwegende dat de bovengenoemde richtlijnen derhalve gewijzigd dienen te worden , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 In artikel 2 , lid 2 , sub d ) , van Richtlijn 66/402/EEG wordt " 31 december 1980 " vervangen door " 31 december 1982 " . Artikel 2 In artikel 15 , lid 2 bis , van Richtlijn 66/403/EEG wordt " 31 maart 1980 " vervangen door " 31 december 1982 , onverminderd het bepaalde in Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen ( 7 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/7/EEG ( 8 ) . Artikel 3 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 13 juli 1981 . Voor de Raad De Voorzitter Lord CARRINGTON ( 1 ) PB nr. C 61 van 20 . 3 . 1981 , blz. 4 . ( 2 ) PB nr. C 144 van 15 . 6 . 1981 , blz. 116 . ( 3 ) PB nr. 125 van 11 . 7 . 1966 , blz. 2309/66 . ( 4 ) PB nr. L 67 van 12 . 3 . 1981 , blz. 36 . ( 5 ) PB nr. L 125 van 11 . 7 . 1966 , blz. 2320/66 . ( 6 ) PB nr. L 18 van 24 . 1 . 1980 , blz. 29 . ( 7 ) PB nr. L 26 van 31 . 1 . 1977 , blz. 20 . ( 8 ) PB nr. L 14 van 16 . 1 . 1981 , blz. 23 .