Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R1202

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1202/2009 van de Raad van 7 december 2009 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op furfurylalcohol van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad

    PB L 323 van 10.12.2009, p. 48–61 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/12/2011: This act has been changed. Current consolidated version: 11/03/2010

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2009/1202/oj

    10.12.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 323/48


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1202/2009 VAN DE RAAD

    van 7 december 2009

    tot instelling van een definitief antidumpingrecht op furfurylalcohol van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name op artikel 9 en artikel 11, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   PROCEDURE

    1.   Geldende maatregelen

    (1)

    In oktober 2003 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1905/2003 (2) definitieve antidumpingmaatregelen ingesteld in de vorm van een specifiek recht op furfurylalcohol („FA”) van oorsprong uit de Volksrepubliek China („China”). Het specifieke recht liep voor vier medewerkende Chinese producenten uiteen van 84 tot 160 euro/ton, terwijl het recht voor het hele land op 250 euro/ton werd vastgesteld („het oorspronkelijke onderzoek”).

    2.   Verzoek om een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen

    (2)

    Na de publicatie in mei 2008 van een bericht dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van FA van oorsprong uit China op korte termijn zouden vervallen (3), ontving de Commissie op 30 juli 2008 een verzoek om een nieuwe onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

    (3)

    Het verzoek werd ingediend door International Furan Chemicals BV („de indiener van het verzoek”) namens de enige producent in de Unie, die de totale productie van FA in de Unie voor zijn rekening neemt. Het verzoek werd ingediend omdat gevreesd werd dat het vervallen van de maatregelen zou leiden tot voortzetting van de dumping en het opnieuw optreden van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

    (4)

    Nadat de Commissie, na overleg met het Raadgevend Comité, had vastgesteld dat er voldoende bewijs was om overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te openen, heeft zij een bericht van opening van dit nieuwe onderzoek in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4) gepubliceerd.

    3.   Onderzoek

    3.1.   Procedure

    (5)

    De Commissie heeft de producent in de Unie die het verzoek had ingediend, de producenten-exporteurs in China, de Chinese autoriteiten, de producent in het voorgestelde referentieland, de Verenigde Staten van Amerika, en de haar bekende importeurs, handelaren en gebruikers in de Unie officieel van de opening van het nieuwe onderzoek in kennis gesteld. Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en konden binnen de in het bericht van opening vermelde termijn een verzoek indienen om te worden gehoord.

    (6)

    Er werden vragenlijsten gezonden naar alle partijen die officieel van de opening van het nieuwe onderzoek in kennis waren gesteld en naar degenen die binnen de in het bericht van opening genoemde termijn een vragenlijst aanvroegen.

    (7)

    Ingevulde vragenlijsten werden ontvangen van de producent in de Unie die het verzoek had ingediend, twee handelaren, tien gebruikers, twee verenigingen van gebruikers, één producent-exporteur in China en de producent in het referentieland.

    3.2.   Belanghebbenden en controlebezoeken

    (8)

    De Commissie verzamelde en controleerde alle gegevens die zij nodig achtte om vast te stellen of voortzetting of herhaling van de dumping en de daaruit voortvloeiende schade waarschijnlijk was en om het belang van de Unie te bepalen. Bij de volgende ondernemingen werd ter plaatse een controle uitgevoerd:

    producent in de Unie en verbonden ondernemingen:

    TransFurans Chemicals BVBA, Geel, België

    International Furan Chemicals BV, Rotterdam, Nederland

    Central Romana Corporation, LTD, La Romana, Dominicaanse Republiek;

    producenten-exporteurs in China:

    Zhucheng Taisheng Chemical Co. Ltd;

    producent in het referentieland:

    Penn Speciality Chemicals Inc., Verenigde Staten van Amerika („Verenigde Staten”);

    niet-verbonden importeurs en handelaren:

    S. Chemicals, Nederland;

    gebruikers:

    Kiilto OY, Finland

    Mazzon Flli., Italië

    SATEF Hüttenes-Albertus, Italië

    Ashland Südchemie Kernfest, Duitsland

    Hüttenes-Albertus, Duitsland.

    3.3.   Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

    (9)

    Het onderzoek naar de voortzetting of herhaling van dumping en schade had betrekking op de periode van 1 oktober 2007 tot en met 30 september 2008 (het tijdvak van het nieuwe onderzoek of „TNO”).

    (10)

    Het onderzoek naar de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling of het waarschijnlijk is dat de schade zal voortduren of opnieuw zal optreden, had betrekking op de periode van 1 januari 2005 tot het eind van het TNO („de beoordelingsperiode”).

    B.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

    1.   Betrokken product

    (11)

    Het betrokken product is hetzelfde als in het oorspronkelijke onderzoek, nl. FA van oorsprong uit China, momenteel ingedeeld onder GN-code ex 2932 13 00.

    (12)

    FA is een chemisch product. Het is een kleurloze tot lichtgele vloeistof die oplosbaar is in veel gangbare organische solventen. De grondstof voor de productie van FA is furfural (FF), een vloeistof die wordt verkregen uit allerlei landbouwafval zoals suikerriet, maïskolven of rijstvlies.

    (13)

    FA is een basisproduct. Het wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van synthetische harsen die bestemd zijn voor de productie van gietvormen voor de vervaardiging van metalen gietstukken voor industriële doeleinden.

    2.   Soortgelijk product

    (14)

    Evenals bij het vorige onderzoek is ook bij dit onderzoek gebleken dat FA die door de bedrijfstak van de Unie in de Unie wordt geproduceerd en verkocht, FA die in China wordt geproduceerd en verkocht, FA die uit China in de Unie wordt ingevoerd en FA die in de Verenigde Staten wordt geproduceerd en verkocht, dezelfde fysische en technische basiseigenschappen en voor dezelfde doeleinden worden aangewend.

    (15)

    Derhalve luidt de conclusie dat al deze producten één soortgelijk product in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening zijn.

    C.   WAARSCHIJNLIJKHEID VAN VOORTGEZETTE DUMPING

    (16)

    Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening werd onderzocht of het waarschijnlijk is dat het vervallen van de maatregelen tot een voortzetting of herhaling van dumping zou leiden.

    (17)

    Overeenkomstig artikel 11, lid 9, van de basisverordening is op dezelfde wijze te werk gegaan als bij het oorspronkelijke onderzoek. Aangezien een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen geen onderzoek naar gewijzigde omstandigheden omvat, werd niet opnieuw nagegaan of producenten al dan niet in aanmerking komen voor een behandeling als marktgerichte onderneming (BMO).

    1.   Opmerkingen vooraf

    (18)

    In het oorspronkelijke onderzoek verleenden vier Chinese producenten-exporteurs hun medewerking; zij vroegen om een BMO op grond van artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening. Geen van hen voldeed evenwel aan alle voorwaarden voor toekenning van een BMO, zodat alle verzoeken moesten worden afgewezen. Wel werd hun allemaal een individuele behandeling (IB) toegekend omdat uit het onderzoek was gebleken dat zij aan de voorwaarden hiervoor voldeden. Ook aan de enige Chinese exporteur die aan dit nieuwe onderzoek medewerkte, was in het oorspronkelijke onderzoek een IB toegekend.

    (19)

    Deze medewerkende producent-exporteur vertegenwoordigde 23,1 % van de invoer in de Unie tijdens het TNO. Voor de andere producenten-exporteurs was het niet mogelijk rechtstreeks betrouwbare informatie over de invoer van het betrokken product in de Unie gedurende het TNO te verzamelen. In overeenstemming met artikel 18 van de basisverordening moest de Commissie voor de omvang en de prijzen van de totale invoer gebruikmaken van de beschikbare gegevens, namelijk gegevens van Eurostat en de documentatie die de indiener van het verzoek had verstrekt in zijn verzoek om opening van het nieuwe onderzoek.

    (20)

    De bestaande antidumpingrechten, die uiteenlopen van 84 tot 160 euro/ton en een residueel recht voor het gehele land van 250 euro/ton, komen overeen met de tijdens het vorige onderzoek vastgestelde schademarge.

    2.   Dumping tijdens het onderzoektijdvak

    2.1.   Referentieland

    (21)

    Bij het oorspronkelijke onderzoek werden de Verenigde Staten van Amerika („de Verenigde Staten”) als geschikt land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor China vast te stellen. In het bericht van opening van het huidige onderzoek gaf de Commissie aan ook nu de Verenigde Staten als referentieland te willen gebruiken. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hierover opmerkingen te maken. De Verenigde Staten werden geschikt geacht wegens de omvang en openheid van hun binnenlandse markt en omdat één producent in de Verenigde Staten zich bereid had verklaard volledig aan het onderzoek mede te werken.

    (22)

    Een vereniging van importeurs verzette zich tegen de keus van de Verenigde Staten als referentieland omdat er in dat land maar een belangrijke producent zou zijn en de prijzen op de binnenlandse markt er uiterst hoog waren. Een Chinese producent-exporteur voerde aan dat het concurrentieniveau in de Verenigde Staten lager was dan in China, zodat de markten niet vergelijkbaar waren. Vastgesteld werd evenwel, dat er in de Verenigde Staten weliswaar maar één producent op de markt was, maar dat de invoer ook een rol speelde zodat er toch een voldoende mate van concurrentie op deze omvangrijke markt was. Bovendien wilde geen van de bekende producenten in andere mogelijke referentielanden, waaronder Thailand, Turkije en Zuid-Afrika, medewerking verlenen.

    (23)

    Op grond van bovenstaande overwegingen werd geconcludeerd dat de Verenigde Staten het meest geschikte en redelijke referentieland zijn overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening.

    2.2.   Normale waarde

    (24)

    Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening werd de normale waarde bepaald aan de hand van de gecontroleerde gegevens van de producent in de Verenigde Staten.

    (25)

    Eerst stelde de Commissie vast dat de binnenlandse verkoop van de producent in de Verenigde Staten groot genoeg was om in de zin van artikel 2, lid 2, van de basisverordening als representatief te worden beschouwd.

    (26)

    Vervolgens werd onderzocht of het op de binnenlandse markt van het referentieland in representatieve hoeveelheden verkochte betrokken product overeenkomstig artikel 2, lid 4, van de basisverordening kon worden beschouwd als verkoop in het kader van een normale handelstransactie. Vastgesteld werd dat per soort ten minste 80 % van de totale verkochte hoeveelheden werd verkocht tegen een nettoprijs die gelijk was aan of hoger was dan de productiekosten; ook de gewogen gemiddelde prijs van elke soort was gelijk aan of hoger dan de productiekosten. Daarom konden de werkelijke prijzen op de binnenlandse markt, berekend als het gewogen gemiddelde van de prijzen van alle binnenlandse verkopen in het TNO, worden gebruikt, ongeacht of die verkopen winstgevend waren of niet.

    (27)

    De normale waarde werd daarom overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de basisverordening vastgesteld op basis van de door onafhankelijke afnemers op de binnenlandse markt van het referentieland in het kader van normale handelstransacties betaalde of te betalen prijzen.

    2.3.   Uitvoerprijs

    (28)

    Aan de enige Chinese producent-exporteur die medewerking verleende, werd bij het oorspronkelijke onderzoek een IB toegekend. In overeenstemming met artikel 2, lid 8, van de basisverordening werd de uitvoerprijs van het betrokken product voor deze onderneming vastgesteld op basis van de door de eerste onafhankelijke afnemer in de Unie werkelijk betaalde of te betalen uitvoerprijzen.

    (29)

    Omdat de medewerking in China zeer gering was, werd de dumpingmarge voor alle andere exporteurs in China berekend aan de hand van de Chinese uitvoerstatistiek.

    2.4.   Vergelijking

    (30)

    Om een billijke vergelijking tussen de normale waarde en de uitvoerprijs te kunnen maken, werden overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening correcties toegepast om rekening te houden met verschillen die van invloed zijn op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. Correcties voor vervoer, verzekeringen en kredietkosten werden toegepast in alle gevallen waarin deze redelijk en nauwkeurig bleken te zijn en met bewijsmateriaal waren gestaafd.

    2.5.   Dumpingmarge

    (31)

    In overeenstemming met artikel 2, lid 11, van de basisverordening werd de voor de Verenigde Staten vastgestelde gewogen gemiddelde normale waarde vergeleken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs af fabriek van de medewerkende Chinese producent-exporteur Hierbij bleek dat de mate van dumping hoog was, met een dumpingmarge van meer dan 40 %.

    (32)

    Op grond van gegevens van Eurostat en van de Chinese statistiek werd voor alle andere Chinese uitvoer naar de Unie ook vastgesteld dat de dumpingmarge aanzienlijk was, in dezelfde orde van grootte als hierboven.

    3.   Ontwikkeling van de invoer indien de maatregelen vervallen

    3.1.   Opmerking vooraf

    (33)

    De maatregelen zijn sedert oktober 2003 van kracht.

    3.2.   Ontwikkeling van de productie en de bezettingsgraad in China

    (34)

    Omdat de Chinese producenten-exporteurs nauwelijks medewerking verleenden aan het lopende onderzoek, waren er geen controleerbare gegevens over hun capaciteit en bezettingsgraad beschikbaar.

    (35)

    Volgens een schatting van de indiener van het verzoek bedroeg de totale productiecapaciteit in China in 2006 ongeveer 364 900 t FA per jaar.

    (36)

    Het China National Chemical Information Center (5) meldt: „De Chinese productiecapaciteit voor furfural en furfurylalcohol heeft de laatste jaren een uiterst snelle ontwikkeling doorgemaakt. De algemene slapte in de verbruikende sectoren zoals de productie van furaanharsen heeft tot een ernstig overaanbod van furfural en furfurylalcohhol geleid. […] De productie van furfural en vooral furfurylalcohol is nog steeds afhankelijk van de uitvoer.”. Volgens dezelfde bron waren er in 2005 in China meer dan 300 FA-producenten. De totale jaarlijkse productiecapaciteit voor FA bedroeg 240 000 t, terwijl de productie op ongeveer 140 000 t lag.

    (37)

    Volgens de schatting van de enige medewerkende Chinese producent-exporteur bedroeg de totale FA-productie in 2008 200 000 t.

    (38)

    In ieder geval blijft de Chinese productiecapaciteit groot. Verder bleef de Chinese uitvoer naar de Unie ondanks de genomen maatregelen toenemen. Welke informatiebron ook wordt gebruikt, duidelijk is dat de Chinese productiecapaciteit het verbruik in de Unie ruimschoots overstijgt.

    (39)

    De markt van de Unie voor FA is groot en stabiel en omdat de Verenigde Staten hoge antidumpingrechten voor invoer uit China hanteren (van 43 % tot 50 %, verlengd in juli 2006), zullen de Chinese producenten, mochten de huidige maatregelen vervallen, vermoedelijk geen verdere stimulansen nodig hebben om hun overtollige capaciteit voor uitvoer naar de Unie te benutten.

    (40)

    Op grond van bovenstaande overwegingen kan worden geconcludeerd dat in het licht van de enorme capaciteit die in China beschikbaar is en gezien de antidumpingrechten op een andere belangrijke markt, namelijk de Verenigde Staten, het zeer waarschijnlijk is dat bij het vervallen van de maatregelen de invoer met dumping in de Unie zal toenemen.

    3.3.   Omvang en prijs van de invoer uit China in de Unie

    (41)

    In het TNO bedroeg de invoer van het betrokken product uit China ongeveer 21 000 t. De prijs bedroeg gemiddeld 1 210 euro/ton (zie overweging 57). In dezelfde periode lag de gemiddelde verkoopprijs per ton in de Unie ver boven deze prijs, zodat de markt van de Unie voor de Chinese exporteurs zeer aantrekkelijk wordt wanneer de maatregelen zouden vervallen.

    3.4.   Omvang en prijzen van de Chinese uitvoer naar derde landen

    (42)

    Op basis van de door de medewerkende Chinese producent-exporteur verstrekte gegevens werd vastgesteld dat deze onderneming grotere hoeveelheden naar derde landen uitvoerde dan naar de Unie, en dat tegen prijzen die aanzienlijk onder die van de producenten in de Unie op de markt van de Unie lagen en ook onder de Chinese prijzen bij uitvoer naar de Unie.

    (43)

    Dit wordt bevestigd door openbare Chinese statistieken, waaruit blijkt dat gedurende het grootste deel van het onderzoektijdvak Chinese ondernemingen vooral naar Aziatische landen exporteerden tegen prijzen die ver onder die voor hun uitvoer naar de markt van de Unie lagen. Bij het vervallen van de maatregelen zouden de Chinese producenten-exporteurs deze verkopen dan ook kunnen verleggen naar de markt van de Unie waar hogere prijzen worden betaald, maar daarvoor nog steeds dumpingprijzen kunnen vragen die de prijzen van de bedrijfstak van de Unie onderbieden.

    (44)

    Er is weinig informatie over de binnenlandse prijzen in China.

    (45)

    Uit de antwoorden op de vragenlijst van de enige medewerkende Chinese producent-exporteur blijkt evenwel dat deze onderneming het betrokken product op haar binnenlandse markt verkocht tegen een prijs die ver onder de prijs voor zijn uitvoer naar derde landen of naar de Unie lag.

    3.5.   Conclusie

    (46)

    Uit het onderzoek bleek dat bij een vrij omvangrijke invoer van het betrokken product in het TNO de dumpingmarge aanzienlijk was.

    (47)

    Gezien de reservecapaciteit in China, die het totale verbruik in de Unie ruimschoots overtreft, het aanmerkelijke verschil tussen de prijzen die aan de Unie en die welke aan derde landen in rekening worden gebracht en de hieruit voortvloeiende attractiviteit van de markt van de Unie voor de Chinese producenten-exporteurs (zie overweging 41), luidt de conclusie dat het zeer waarschijnlijk is dat de invoer met dumping in de Unie zal toenemen wanneer de maatregelen vervallen.

    D.   DEFINITIE VAN DE BEDRIJFSTAK VAN DE UNIE

    (48)

    Evenals bij het oorspronkelijke onderzoek, is er maar een producent van FA in de Unie: TransFurans Chemicals, België („TFC”). De productie van TFC vormt dus de totale productie van de Unie in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

    (49)

    De productie van de Unie is volledig geïntegreerd in een enkele, uit drie ondernemingen bestaande economische eenheid, die als volgt functioneert.

    (50)

    TFC verwerkt de door de moederonderneming, Central Romana Corporation („CRC”) in de Dominicaanse Republiek, geleverde grondstof, furfural, tot het betrokken product. International Furan Chemicals („IFC”), gevestigd in Nederland, is de wereldwijde verkoopagent voor het door TFC geproduceerde betrokken product. TFC, IFC en CRC hebben dezelfde eigenaar.

    (51)

    Op grond van bovenstaande overwegingen vormen TFC en haar verbonden onderneming IFC de bedrijfstak van de Unie in de zin van artikel 5, lid 4, en artikel 4, lid 1, van de basisverordening. Om een zinvolle beoordeling van enkele schade-indicatoren te kunnen maken, moest ook rekening worden gehouden met bepaalde gegevens van CRC.

    E.   SITUATIE OP DE MARKT VAN DE UNIE

    1.   Opmerking vooraf

    (52)

    Omdat de bedrijfstak van de Unie uit slechts een onderneming bestaat, zijn specifieke gegevens over de bedrijfstak van de Unie, zoals vermeld in de gecontroleerde antwoorden op de vragenlijst, over het verbruik en over het marktaandeel van de Chinese producenten-exporteurs en van de invoer uit andere derde landen geïndexeerd, teneinde overeenkomstig artikel 19 van de basisverordening de vertrouwelijkheid van de ingediende gegevens te bewaren.

    2.   Verbruik in de Unie

    (53)

    Het verbruik in de Unie werd berekend door de omvang van de verkoop door de bedrijfstak van de Unie in de Unie van zelf geproduceerd FA, de invoer uit China en de invoer uit andere derde landen bij elkaar op te tellen.

    (54)

    Wat de omvang van de invoer uit het betrokken land betreft, werd, evenals bij het oorspronkelijke onderzoek, gebruikgemaakt van de officiële Chinese uitvoerstatistieken en niet van de invoerstatistieken van Eurostat; de Chinese statistieken leken namelijk nauwkeuriger omdat bepaalde Eurostatgegevens over het betrokken product als „geheim” waren aangemerkt en dus niet bekend mochten worden gemaakt. Voor de omvang van de invoer uit andere derde landen werden wel Eurostatstatistieken gebruikt omdat er geen andere, betrouwbaardere informatie beschikbaar was.

    Tabel 1 –   Verbruik in de Unie (op basis van het omvang van de verkoop)

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    108

    158

    166

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    8 %

    47 %

    5 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst, Eurostat en officiële Chinese uitvoerstatistieken.

    (55)

    Zoals uit tabel 1 blijkt, is het verbruik in de Unie, aldus berekend, in de beoordelingsperiode aanzienlijk toegenomen, namelijk met 66 %.

    (56)

    Overigens zijn bovenstaande cijfers wellicht beïnvloed door het mogelijke bestaan van geheime gegevens over de invoer uit Thailand (zie overweging 61).

    3.   Omvang, marktaandeel en prijzen van de invoer uit China

    Tabel 2 –   Invoer uit China: omvang, marktaandeel en invoerprijs

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Invoer (ton)

    16 010

    10 635

    19 245

    21 002

    Index

    100

    66

    120

    131

    Marktaandeel (index)

    100

    62

    76

    79

    Cif-invoerprijs (euro/ton)

    887

    738

    893

    1 210

    Index

    100

    83

    101

    136

    Bron: Officiële Chinese uitvoerstatistiek.

    (57)

    De omvang van de invoer uit China nam in de beoordelingsperiode met 31 % toe, van 16 010 t in 2005 tot 21 002 t in het TNO, terwijl het marktaandeel in dezelfde periode met 21 % afnam. Deze ontwikkeling moet worden gezien tegen de achtergrond van de aanzienlijke toename (66 %) van het verbruik in de Unie in die periode.

    (58)

    Opgemerkt zij dat de bedrijfstak van de Unie in het TNO zelf tussen 5 000 en 9 000 t van het betrokken product uit China invoerde en op de markt van de Unie verkocht. Daarmee was de bedrijfstak van de Unie de belangrijkste importeur van het betrokken product uit China. Deze invoer door de bedrijfstak van de Unie vond plaats omdat hij, hoewel hij op volle capaciteit produceerde (zie overwegingen 64 en 65), niet in staat was aan de vraag op de markt van de Unie te voldoen.

    (59)

    De gemiddelde prijs van de invoer uit China nam in de beoordelingsperiode met 36 % toe, van 887 euro/ton in 2005 tot 1 210 euro/ton in het TNO.

    (60)

    Uit de vergelijking van de cif-invoerprijs, grens Unie, die aan onafhankelijke afnemers in rekening werd gebracht, inclusief kosten na invoer, met de prijzen af fabriek van de bedrijfstak van de Unie voor dezelfde productsoorten bleek dat de prijzen van de invoer uit China de verkoopprijs van de bedrijfstak van de Unie in het TNO niet onderboden.

    4.   Omvang, marktaandeel en prijzen van de invoer uit andere derde landen

    Tabel 3 –   Invoer uit andere derde landen

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Thailand

    Ton

    673

    208

    10 660

    11 450

    Index

    100

    31

    1 584

    1 701

    Marktaandeel (index)

    100

    28

    1 017

    1 044

    Invoerprijs (euro/ton)

    1 059

    822

    1 086

    1 302

    Index

    100

    78

    103

    123

    Zuid-Afrika

    Ton

    890

    0

    123

    2 695

    Index

    100

    0

    14

    303

    Marktaandeel (index)

    100

    0

    8

    183

    Invoerprijs (euro/ton)

    682

    0

    930

    1 301

    Index

    100

    0

    136

    191

    Andere derde landen

    Ton

    160

    11

    193

    239

    Index

    100

    7

    120

    149

    Marktaandeel (index)

    100

    0

    75

    100

    Invoerprijs (euro/ton)

    1 790

    7 500

    3 051

    3 368

    Index

    100

    419

    170

    188

    Bron: Eurostat.

    (61)

    Uit de Eurostatgegevens blijkt dat de invoer uit Thailand steeg van onbeduidende hoeveelheden in 2005 en 2006 tot 10 600 t in 2007 en 11 450 t in het TNO, zodat het indexcijfer voor het marktaandeel van deze invoer in de beoordelingsperiode sterk steeg, van 100 tot 1 044. Voor 2005 en 2006 bevatten de Eurostatgegevens voor de invoer uit Thailand evenwel enkele geheime gegevens, zodat de toename van de invoer en het marktaandeel in werkelijkheid geringer waren dan uit bovenstaande cijfers blijkt. De prijzen van de invoer uit Thailand stegen in de beoordelingsperiode met 23 % en lagen in het TNO zowel boven de Chinese prijzen als boven de prijzen van de bedrijfstak van de Unie.

    (62)

    Ook de invoer uit Zuid-Afrika nam in de beoordelingsperiode toe, maar bleef toch op een vrij laag peil, terwijl de prijzen vergelijkbaar waren met die voor de invoer uit Thailand.

    (63)

    De invoer uit andere derde landen was niet groot.

    5.   Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie

    5.1.   Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

    (64)

    De productie van de bedrijfstak van de Unie nam in de beoordelingsperiode met 8 % toe. Zijn productiecapaciteit bleef in dezelfde periode onveranderd.

    (65)

    De bezettingsgraad nam in de beoordelingsperiode met 8 % toe totdat de volledige capaciteit was bereikt. Sedert 2006 produceert de bedrijfstak van de Unie meer dan de theoretische capaciteit van zijn installaties.

    Tabel 4 –   Productie van de Unie

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    104

    106

    108

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    4 %

    1 %

    2 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.


    Tabel 5 –   Productiecapaciteit van de Unie

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    100

    100

    100

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    0 %

    0 %

    0 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.


    Tabel 6 –   Bezettingsgraad

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    104

    106

    108

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    4 %

    1 %

    2 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    5.2.   Voorraden

    (66)

    Als gevolg van de grote vraag in de beoordelingsperiode, met name in het TNO, en de ontoereikende capaciteit van de bedrijfstak van de Unie om aan de vraag op de markt van de Unie te voldoen, liepen de voorraden voortdurend, in totaal met 50 %, terug.

    Tabel 7 –   Voorraden

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    81

    89

    50

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    –19 %

    10 %

    –44 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    5.3.   Verkoop, marktaandeel en prijzen

    Tabel 8 –   Omvang en waarde van de verkoop

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Omvang van de verkoop (index)

    100

    151

    147

    134

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    51 %

    –2 %

    9 %

    Waarde van de verkoop (index)

    100

    127

    156

    175

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    27 %

    23 %

    12 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    (67)

    De omvang van de verkoop van de bedrijfstak van de Unie nam tussen 2005 en 2006 met 51 % toe; in 2006 bereikte de verkoop een piek, waarna hij weer afnam. Terzelfder tijd daalde het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie met 19 %. Dit is te wijten aan het feit dat de vraag bij de bedrijfstak van de Unie sterker toenam dan de totale stijging van het verkoopvolume. Zoals hierboven al is gezegd, was de bedrijfstak van de Unie, die al op volle capaciteit produceerde, niet in staat zijn verkoop in gelijke tred met de groei van het verbruik te vergroten.

    Tabel 9 –   Marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    140

    93

    81

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    40 %

    –34 %

    –13 %

    Bron: gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst, Eurostat en Chinese uitvoerstatistieken.

    (68)

    De verkoopprijzen per ton van de bedrijfstak van de Unie daalden tussen 2005 en 2006 met 16 % om daarna voortdurend te stijgen. Over de gehele beoordelingsperiode genomen stegen de gemiddelde prijzen van de bedrijfstak van de Unie dus met 31 %.

    Tabel 10 –   Verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    84

    106

    131

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    –16 %

    26 %

    23 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    5.4.   Factoren die van invloed zijn op de prijzen in de Unie

    (69)

    Omdat de vraag in de gehele beoordelingsperiode hoog was, stegen de prijzen aanzienlijk. Door de grote vraag ontstonden er in het TNO zelfs tijdelijke tekorten op de markt van de Unie.

    (70)

    Het prijspeil op de markt van de Unie was in de gehele beoordelingsperiode in het algemeen hoog. De invoer met dumping uit China veroorzaakte in deze periode geen significante prijsdruk. Er kan dan ook een toename van de invoer uit China en uit andere derde landen worden waargenomen, behalve in 2006 toen zowel de hoeveelheden als de prijzen inzakten.

    (71)

    De verkoopmarges werden minder beïnvloed door de totale productiekosten en de prijsstijging was vooral het gevolg van marktontwikkelingen. Dit blijkt ook uit het feit dat de uitzonderlijke kostenstijging in 2006 (als gevolg van een buitengewone stijging van de brandstofprijzen voor de productie van FF) geen directe gevolgen had voor de verkoopprijs van de bedrijfstak van de Unie, die dat jaar daalde.

    5.5.   Werkgelegenheid, productiviteit en lonen

    (72)

    De werkgelegenheid bleef in de gehele beoordelingsperiode stabiel, terwijl de productiviteit door de grotere productie in dezelfde periode met 6 % toenam. De verwerking van FF tot FA is vrij eenvoudig en daarom niet erg arbeidsintensief. De gemiddelde lonen namen in de beoordelingsperiode met 4 % af.

    Tabel 11 –   Werkgelegenheid

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    106

    105

    102

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    6 %

    -1 %

    -3 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.


    Tabel 12 –   Productiviteit

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    98

    100

    106

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    –2 %

    2 %

    6 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.


    Tabel 13 –   Lonen

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    102

    95

    96

    Ontwikkeling op jaarbasis

    2 %

    –6 %

    1 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    5.6.   Winstgevendheid

    (73)

    De winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie nam tussen 2005 en het eind van het TNO met 43 % toe en bereikt dan een zeer hoog niveau, veel hoger dan het winstniveau waarnaar in het oorspronkelijke onderzoek werd gestreefd (15,17 %). De winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie bereikte in de gehele beoordelingsperiode een hoog niveau, behalve in 2006. Toen resulteerden uitzonderlijk hoge brandstofkosten - brandstoffen zijn een van de belangrijkste kostenposten voor de productie van FF - in combinatie met lage verkoopprijzen in verliezen voor de bedrijfstak van de Unie.

    Tabel 14 –   Winstgevendheid

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    –27

    125

    143

    Ontwikkeling op jaarbasis

    – 127 %

    562 %

    14 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    5.7.   Investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

    (74)

    De investeringen namen in de beoordelingsperiode toe, maar met slechts een klein deel van de behaalde winst. De bedrijfstak van de Unie investeerde niet in nieuwe capaciteit, maar in reparaties en onderhoud. Uit het onderzoek bleek ook dat het rendement van investeringen, d.w.z. de nettowinst vóór belastingen op het soortgelijke product uitgedrukt als percentage van de nettoboekwaarde van de aan het soortgelijke product toegerekende vaste activa, in de beoordelingsperiode sterk toenam.

    Tabel 15 –   Investeringen

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    116

    150

    187

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    16 %

    29 %

    25 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.


    Tabel 16 –   Rendement van investeringen

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Rendement van investeringen

    4,3 %

    –6,1 %

    8,3 %

    18,4 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    (75)

    Bij het onderzoek kon niet worden aangetoond dat de bedrijfstak van de Unie grote problemen heeft om kapitaal aan te trekken.

    5.8.   Kasstroom

    (76)

    De trend voor de kasstroom kwam min of meer overeen met die voor de winstgevendheid en gaf in de beoordelingsperiode een aanzienlijke stijging te zien.

    Tabel 17 –   Kasstroom

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    – 167

    294

    661

    Ontwikkeling op jaarbasis

     

    – 267 %

    276 %

    125 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    5.9.   Groei

    (77)

    De bedrijfstak van de Unie profiteerde niet rechtstreeks van de groei van de markt in de beoordelingsperiode, want ook al namen zijn verkopen toe, zij boette wel in aan marktaandeel. Deze situatie is evenwel te wijten aan het besluit van de bedrijfstak van de Unie om zijn productiecapaciteit in de beoordelingsperiode niet te vergroten. Hoewel er veel winst werd gemaakt en de vraag aantrok, werd er niet geïnvesteerd in uitbreiding van de capaciteit.

    5.10.   Hoogte van de dumpingmarge

    (78)

    In het TNO was er ondanks de van kracht zijnde maatregelen nog steeds sprake van aanmerkelijke dumping, ook al de dumpingmarge lager dan bij het oorspronkelijke onderzoek; dit blijkt zowel uit de cijfers van de enige producent-exporteur die medewerking verleende als uit berekeningen op basis van de beschikbare feiten (Chinese statistiek).

    5.11.   Herstel van de effecten van eerdere dumping

    (79)

    Ook al had de bedrijfstak van de Unie de kans van eerdere dumping te herstellen, vooral wat het omvang van de verkoop, de verkoopprijzen en de winstgevendheid betreft, toch zijn de dumpingmarges nog aanzienlijk.

    5.12.   Uitvoer door de bedrijfstak van de Unie

    Tabel 18 –   Omvang van de uitvoer door de bedrijfstak van de Unie

     

    2005

    2006

    2007

    TNO

    Index

    100

    82

    78

    96

    Ontwikkeling op jaarbasis

    –18 %

    –5 %

    23 %

    Bron: gecontroleerd antwoord van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst.

    (80)

    De belangrijkste exportmarkt voor de bedrijfstak van de Unie zijn de Verenigde Staten. In 2006 en 2007 nam de uitvoer af, maar in het TNO werd het niveau van 2005 weer bijna bereikt. De uitvoer naar de Verenigde Staten was aanzienlijk en bedroeg 25 % van de totale productie van de bedrijfstak van de Unie in het TNO; daar staat tegenover dat de bedrijfstak van de Unie grote hoeveelheden van het betrokken product uit China invoerde om aan de vraag van zijn afnemers in de Unie te voldoen. De bedrijfstak van de Unie voerde zijn eigen productie van FA uit naar de lucratievere Verenigde Staten-markt, waar de prijzen hoger waren dan op de markt van de Unie.

    6.   Conclusie over de situatie van de bedrijfstak van de Unie

    (81)

    De antidumpingmaatregelen hadden een duidelijk positief effect op de situatie van de bedrijfstak van de Unie. Alle belangrijke schade-indicatoren, zoals productie (+ 8 %), verkoopvolume (+ 34 %), waarde van de verkopen (+ 75 %), gemiddelde verkoopprijs (+ 31 %), investeringen (+ 87 %), winstgevendheid (+ 43 %), kasstroom (+ 561 %), voorraden (- 50 %) en productiviteit (+ 6 %), hebben zich positief ontwikkeld. Vooral de winstgevendheid bereikte in de gehele beoordelingsperiode, behalve in 2006, een hoog niveau.

    (82)

    Het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie is weliswaar gedaald, maar lijkt niet te duiden op schade. De bedrijfstak van de Unie, die al op zijn maximale capaciteit produceerde, kon immers niet aan de grotere vraag voldoen, wat zich ondanks een toename van de verkoop negatief uitwerkte op zijn marktaandeel.

    (83)

    Conclusie: gezien de positieve ontwikkeling van de indicatoren was de situatie van de bedrijfstak van de Unie goed, terwijl niet kon worden vastgesteld dat er nog sprake was van aanmerkelijke schade. Daarom werd onderzocht of het waarschijnlijk is dat er opnieuw schade ontstaat wanneer de maatregelen vervallen.

    F.   WAARSCHIJNLIJKHEID VAN HERHALING VAN DE SCHADE

    1.   Samenvatting van de analyse van de waarschijnlijkheid van voortzetting van dumping en herhaling van schade veroorzakende dumping

    (84)

    Zoals in overweging 31 wordt uiteengezet, vond er ondanks de van kracht zijnde maatregelen toch op grote schaal dumping door de producenten-exporteurs in China plaats. Zonder maatregelen zouden de dumpingmarges bij een evenredige daling van de uitvoerprijzen mogelijk nog toenemen.

    (85)

    Zoals hierboven al is vermeld, is de stimulans om de uitvoer naar de Unie op te voeren groot omdat de belangrijkste exportmarkt voor China, de Verenigde Staten, hoge prohibitieve antidumpingrechten tegen China hanteert, zodat deze markt praktisch ontoegankelijk is voor de Chinese uitvoer.

    (86)

    Verder werd vastgesteld dat de Chinese producenten omvangrijke reservecapaciteiten hebben als gevolg van een structurele overcapaciteit in China die werd veroorzaakt door een daling van de binnenlandse vraag als gevolg van een krimpende markt na de Olympische Spelen in 2008 en de wereldwijde economische crisis.

    (87)

    Ook werd vastgesteld dat de Chinese prijzen voor de uitvoer naar derde landen onder die voor uitvoer naar de Unie lagen.

    (88)

    Daarom luidde de conclusie dat voortzetting van de dumping waarschijnlijk is en dat het gevaar bestaat dat, wanneer de maatregelen worden ingetrokken, de omvang van de invoer toeneemt waardoor de prijzen in de Unie onder druk komen te staan, althans op korte termijn.

    (89)

    Gewoonlijk is het zo dat door een toename van de invoer met dumping druk op de verkoopprijzen ontstaat en de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie en het tijdens het TNO waargenomen financiële herstel hiervan te lijden hebben.

    2.   Effect van de invoer met dumping op de bedrijfstak van de Unie - aanwijzingen en waarschijnlijke ontwikkeling na afloop van het TNO

    (90)

    Het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie liep ondanks een toename van het verbruik al vanaf 2006 terug, terwijl vanaf hetzelfde jaar het aandeel van de invoer uit China toenam. Gezien deze tegengestelde indicatoren (algemeen herstel van de bedrijfstak van de Unie, maar verlies van marktaandeel) werd een onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen na het TNO, teneinde een duidelijker beeld te krijgen van de waarschijnlijke toekomstige trend. Niet uit het oog mag worden verloren dat de waarschijnlijkheid dat er als gevolg van de prijsdruk opnieuw schade zal ontstaan, ook kan worden beïnvloed of versterkt door de ontwikkeling van de mondiale economie en de gevolgen daarvan voor vraag en aanbod.

    (91)

    Er werd aanvullende informatie verzameld om te bepalen of de op basis van de analyse van de beoordelingsperiode en meer in het bijzonder van het TNO getrokken conclusies ook na het TNO hun geldigheid behouden. Hiertoe verstrekte de bedrijfstak van de Unie informatie over de ontwikkeling van zijn verkoopprijzen in de Unie in de periode tussen oktober 2008 en april 2009, alsmede over de omvang van de invoer uit China en de gemiddelde invoerprijzen in dezelfde periode.

    (92)

    Aan de hand van deze gegevens kon een duidelijke en gestage daling van de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie worden vastgesteld: de prijzen lagen in april 200935 % onder de gemiddelde verkoopprijzen in het TNO. Weliswaar daalde het verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie niet voortdurend, maar de verkopen lagen in april 2009 wel 33 % onder die in maart 2009. Er waren aanwijzingen dat de orders bij de bedrijfstak van de Unie terugliepen.

    (93)

    Wat de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie betreft, is er sprake van een significante negatieve ontwikkeling. Het winstpeil daalde voortdurend en was in april 2009 bijna 80 % lager dan in het TNO. Het heeft het bij het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde streefcijfer sinds maart 2009 niet meer gehaald en bleef er in april 2009 ver onder.

    (94)

    De prijzen van de invoer uit China zijn voortdurend gedaald, maar minder uitgesproken dan de daling van het invoervolume en de daling van de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie. Hoewel de prijzen van de invoer uit China meestentijds iets boven de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie lagen, was er in enkele maanden sprake van prijsonderbieding, waaruit blijkt dat de prijsdruk op de markt door deze invoer is toegenomen. Ook aan het eind van deze periode bleken de Chinese prijzen onder de prijzen van de bedrijfstak van de Unie te liggen.

    (95)

    Op grond van bovenstaande overwegingen en de duidelijke verslechtering van de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie luidde de conclusie dat er waarschijnlijk opnieuw schade zal optreden wanneer de maatregelen vervallen.

    (96)

    Door de wereldwijde economische crisis is de vraag in de Unie sterk teruggelopen, wat negatief uitpakte voor het verkoopvolume, de verkoopprijzen en de winstgevendheid op de markt van de Unie. De financiële positie van de bedrijfstak van de Unie is verslechterd, waardoor deze buitengewoon kwetsbaar is geworden en dus eerder nadeel zal ondervinden van invoer met dumping uit China. De situatie zou waarschijnlijk nog verder verslechteren als de invoer wegens het vervallen van de maatregelen sterk toeneemt.

    3.   Conclusies betreffende de waarschijnlijkheid van herhaling van de schade

    (97)

    Samenvattend kan worden gesteld dat, mochten de maatregelen worden ingetrokken, de invoer met dumping uit China in de Unie waarschijnlijk op korte termijn aanzienlijk zou toenemen, wat leidt tot een druk op de prijzen en herhaling van de schade voor de bedrijfstak van de Unie.

    (98)

    In het algemeen was de situatie van de bedrijfstak van de Unie in de beoordelingsperiode positief, was hij over het geheel genomen in staat te herstellen van eerdere dumping en behaalde hij tegen het eind van de periode aanzienlijke winsten. Daarom heeft de bedrijfstak van de Unie wellicht minder tijd dan de gebruikelijke vijf jaar nodig om te herstellen van de huidige precaire situatie, die vermoedelijk van tijdelijke aard is, en om te vermijden dat er opnieuw schade ontstaat wanneer de maatregelen vervallen. Op middellange termijn kan de vraag bij de bedrijfstak van de Unie weer toenemen. Mocht dat zo zijn, dan kan de bedrijfstak van de Unie, gezien de specifieke kenmerken van de markt van de Unie en in het bijzonder de behoefte van de gebruikers in de Unie aan snelle, betrouwbare leveringen, wellicht herstellen van de ondervonden schade en is het niet langer waarschijnlijk dat er opnieuw schade ontstaat. De situatie kan dan opnieuw worden onderzocht.

    G.   BELANG VAN DE UNIE

    1.   Opmerking vooraf

    (99)

    Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening werd onderzocht of handhaving van de bestaande antidumpingmaatregelen in strijd is met het belang van de Unie als geheel. Dit werd vastgesteld aan de hand van een afweging van de belangen van alle betrokkenen, d.w.z. de bedrijfstak van de Unie, de importeurs en handelaren en de gebruikers van het betrokken product.

    (100)

    Bij het oorspronkelijke onderzoek werden antidumpingmaatregelen niet in strijd met het belang van de Unie geacht. Omdat het bij het huidige onderzoek gaat om een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen, wordt een situatie geanalyseerd waarin er al antidumpingmaatregelen zijn.

    (101)

    Op grond hiervan werd onderzocht of er, ondanks de conclusies inzake de waarschijnlijkheid van voortzetting van de dumping en herhaling van de schade, dwingende redenen zijn die tot de conclusie leiden dat handhaving van de maatregelen in dit bijzondere geval niet in het belang van de Unie is.

    2.   Belang van de bedrijfstak van de Unie

    (102)

    In het TNO was er nog sprake van dumping en het is waarschijnlijk dat de dumping van het betrokken product van oorsprong uit China wordt voortgezet en dat er opnieuw schade voor de bedrijfstak van de Unie optreedt.

    (103)

    De bedrijfstak van de Unie heeft bewezen levensvatbaar en concurrerend te zijn, wat wordt bevestigd door de positieve ontwikkeling van alle belangrijke schade-indicatoren in de beoordelingsperiode. De eerder ingestelde antidumpingmaatregelen hebben ertoe bijgedragen dat in het TNO een prijspeil tot stand is gekomen waarbij de bedrijfstak van de Unie zijn winstgevendheid kon herstellen.

    (104)

    Daarom is het in het belang van de bedrijfstak van de Unie dat de maatregelen tegen de invoer met dumping uit China worden gehandhaafd.

    3.   Belang van niet-verbonden importeurs en handelaren

    (105)

    De Commissie heeft alle haar bekende niet-verbonden importeurs en handelaren een vragenlijst toegezonden. Slechts een van hen verleende medewerking aan het onderzoek.

    (106)

    Bij het onderzoek werd vastgesteld dat de door de medewerkende niet-verbonden importeur verhandelde hoeveelheden in de beoordelingsperiode niet significant waren en dat de verkoop van het betrokken product slechts een klein deel van zijn totale omzet uitmaakte.

    (107)

    Er wordt van uitgegaan dat handhaving van de maatregelen de huidige situatie van de importeurs en handelaren niet zal veranderen. Het is duidelijk dat de importeurs ook bij andere leveranciers terecht kunnen, getuige het marktaandeel van andere derde landen, en met name Thailand, waaruit blijkt dat de concurrentie op de markt van de Unie gewaarborgd is.

    (108)

    Op grond van bovenstaande overwegingen werd de invloed van handhaving van de maatregelen op de importeurs en handelaren gering geacht.

    4.   Belang van de gebruikers

    (109)

    De Commissie heeft alle haar bekende niet-verbonden gebruikers een vragenlijst toegezonden. Acht van hen hebben medewerking verleend aan het onderzoek; zij vertegenwoordigen 44 % van de totale invoer uit China. Bij het onderzoek werd vastgesteld dat deze gebruikers het betrokken product rechtstreeks uit China invoerden. Verder gaven twee verenigingen van gebruikers commentaar.

    (110)

    De belangrijkste industriële gebruikers van FA in de Unie zijn de producenten van furaanhars. Uit het onderzoek bleek dat ten minste enkele van de gebruikers ondanks de van kracht zijnde maatregelen in het TNO nog vrij hoge winsten behaalden.

    (111)

    Ook wezen de gebruikers erop dat de bedrijfstak van de Unie een belangrijke leverancier zal blijven omdat hij het betrokken product op korte termijn beschikbaar heeft en een betrouwbare leverancier is.

    (112)

    Op grond van bovenstaande overwegingen wordt geconcludeerd dat handhaving van de maatregelen geen grote negatieve gevolgen voor de industriële gebruikers zal hebben.

    5.   Conclusie inzake het belang van de Unie

    (113)

    Gezien het bovenstaande wordt geconcludeerd dat er geen dwingende redenen van belang voor de Unie zijn om de bestaande antidumpingmaatregelen niet te handhaven.

    H.   ANTIDUMPINGMAATREGELEN

    (114)

    Alle partijen zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie wilde aanbevelen de bestaande maatregelen te handhaven. Zij konden hierover binnen een bepaalde termijn opmerkingen maken en argumenten naar voren brengen.

    (115)

    Het is duidelijk dat de bedrijfstak van de Unie profijt had van de maatregelen en dat zijn situatie ten aanzien van de meeste schade-indicatoren in de beoordelingsperiode aanzienlijk verbeterde. De bedrijfstak van de Unie behaalde in het TNO hoge winstmarges, terwijl de verkochte en geproduceerde hoeveelheden groter waren dan ooit. Op grond van de positieve economische ontwikkeling van de bedrijfstak van de Unie in de beoordelingsperiode kon niet worden vastgesteld dat er nog steeds sprake was van aanmerkelijke schade.

    (116)

    Toch bleek uit het onderzoek enerzijds dat de bedrijfstak van de Unie ondanks een toename van het verbruik marktaandeel aan de Chinese invoer verloor. Anderzijds werd aangetoond dat er in China nog reservecapaciteit bestaat en dat er in het TNO nog steeds sprake was van omvangrijke dumping.

    (117)

    Bovendien bleek uit het onderzoek naar de waarschijnlijkheid van het opnieuw optreden van schade dat de situatie van de bedrijfstak van de Unie na het TNO verslechterde en er aan het begin van het tweede kwartaal van 2009 ook sprake was van schade. Ook kwam een omvangrijke reservecapaciteit in China aan het licht en bleek dat de stimulans om deze reservecapaciteit bij het vervallen van de maatregelen te gebruiken voor uitvoer naar de Unie, groot is. Deze verwachte sterke toename van de invoer met dumping zal waarschijnlijk leiden tot een grotere prijsdruk in de Unie met negatieve gevolgen voor het prijs- en winstpeil van de bedrijfstak van de Unie. Daarom werd vastgesteld dat er waarschijnlijk opnieuw schade zal optreden wanneer de maatregelen vervallen, in elk geval op korte termijn.

    (118)

    De negatieve gevolgen nemen nog toe in de context van de huidige economische crisis, die heeft geleid tot een afname van de vraag na het TNO. In dit scenario zal een toename van de invoer met dumping nog veel grotere negatieve gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie hebben.

    (119)

    Ten slotte wordt ervan uitgegaan dat bij herstel van de economie op middellange termijn de vraag naar FA in de Unie zal toenemen. Dan zal de bedrijfstak van de Unie zijn verkoopvolume weer kunnen vergroten.

    (120)

    Daarom volgt uit bovenstaande overwegingen dat, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, de bij Verordening (EG) nr. 1905/2003 van de Raad ingestelde antidumpingmaatregelen met betrekking tot de invoer van FA uit China, behoudens de andere bepalingen van artikel 11 van de basisverordening, met nog eens twee jaar moeten worden verlengd.

    (121)

    Na de mededeling van de feiten en overwegingen voerde de bedrijfstak van de Unie aan dat de definitieve maatregelen met vijf jaar moeten worden verlengd omdat uit de plotselinge verandering in de marktomstandigheden na het TNO zou blijken dat het onzeker en zeer moeilijk te voorspellen is hoe de markt zich in de toekomst zal ontwikkelen. Daarom is de beoordeling van de instellingen van de Unie dat de economie zich op middellange termijn kan herstellen en de vraag naar FA in de Unie vervolgens kan aantrekken, volgens de bedrijfstak van de Unie niet nauwkeurig genoeg. Zoals in de overwegingen 117 tot en met 119 is vermeld, werd overwogen dat de ontwikkelingen na het TNO, met inbegrip van de gevolgen van de economische crisis, waarschijnlijk van korte duur zijn, zodat het niet gerechtvaardigd is maatregelen voor een termijn langer dan twee jaar in te stellen. De argumenten van de bedrijfstak van de Unie ter zake moesten dan ook worden afgewezen.

    (122)

    Om, gelet op het grote verschil tussen de hoogte van de rechten, het gevaar van ontwijking zoveel mogelijk te beperken, moeten in dit geval bijzondere maatregelen worden genomen om een goede toepassing van de antidumpingrechten te garanderen. De bijzondere maatregelen omvatten onder meer:

    De overlegging aan de douaneautoriteiten van de lidstaten van een geldige handelsfactuur die voldoet aan de vereisten die zijn vermeld in de bijlage bij deze verordening. Voor invoer die niet van een dergelijke factuur vergezeld gaat, geldt het residuele antidumpingrecht dat van toepassing is op alle andere exporteurs.

    (123)

    Indien het volume van de uitvoer door een van de vier ondernemingen die een lager individueel recht genieten, na de instelling van de maatregelen in kwestie aanzienlijk toeneemt, kan dit op zich worden beschouwd als een verandering in de structuur van het handelsverkeer als gevolg van de instelling van maatregelen in de zin van artikel 13, lid 1, van de basisverordening. In dergelijke omstandigheden kan, mits aan de voorwaarden is voldaan, een onderzoek naar ontwijking van de maatregelen worden geopend. Hierbij kan onder meer worden onderzocht of het nodig is individuele rechten in te trekken en in plaats daarvan het voor het gehele land geldende recht te heffen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op furfurylalcohol, momenteel ingedeeld onder GN-code ex 2932 13 00 (Taric-code 2932130090), van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

    2.   Het definitieve antidumpingrecht op het in lid 1 omschreven product bedraagt:

    Ondernemingen

    Antidumpingrecht (euro/ton)

    Aanvullende Taric-code

    Gaoping Chemical Industry Co. Ltd

    160

    A442

    Linzi Organic Chemical Inc.

    84

    A440

    Zhucheng Taisheng Chemical Co. Ltd

    97

    A441

    Henan Huilong Chemical Industry Co. Ltd

    156

    A484

    Alle andere ondernemingen

    250

    A999

    3.   Wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en de werkelijk betaalde of te betalen prijs derhalve overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (6) verhoudingsgewijs is verminderd, wordt het op basis van lid 2 berekende antidumpingrecht met hetzelfde percentage verminderd als de werkelijk betaalde of te betalen prijs.

    4.   De individuele rechten voor de in lid 2 genoemde vier ondernemingen zijn uitsluitend van toepassing indien aan de douaneautoriteiten van de lidstaten een geldige handelsfactuur, opgesteld conform de voorwaarden in de bijlage bij deze verordening, wordt overgelegd. Als een dergelijke factuur niet wordt overgelegd, wordt het antidumpingrecht dat voor alle andere ondernemingen geldt, toegepast.

    5.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen betreffende douanerechten van toepassing.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij verstrijkt op 10 december 2011.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 7 december 2009.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    C. MALMSTRÖM


    (1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

    (2)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 1.

    (3)  PB C 111 van 6.5.2008, blz. 50.

    (4)  PB C 275 van 30.10.2008, blz. 21.

    (5)  Het China National Chemical Information Center (Chem China) werd in oktober 1992 opgericht na de fusie van het in 1959 opgerichte Scientific and Technological Information Research Institute van het ministerie voor de Chemische Industrie en het in 1984 opgerichte Economic Information Center van hetzelfde ministerie. http://www.chemchina.com.cn/chempwas/en/7under_8.htm

    (6)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


    BIJLAGE

    De in artikel 1, lid 4, van deze verordening bedoelde geldige handelsfactuur moet een door een medewerker van de onderneming ondertekende verklaring bevatten met de volgende gegevens:

    1.

    De naam en functie van de medewerker van de onderneming die de handelsfactuur heeft opgesteld.

    2.

    De volgende verklaring: „Ondergetekende verklaart dat [de hoeveelheid] furfurylalcohol, die momenteel wordt ingedeeld onder GN-code ex 2932 13 00 (aanvullende Taric-code), die naar de Europese Unie is uitgevoerd en waarop deze factuur betrekking heeft, is vervaardigd door [naam en adres van de onderneming] in de Volksrepubliek China. Ondergetekende verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is.”.

    3.

    Datum en handtekening.


    Top