Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31978R1117

    Verordening (EEG) nr. 1117/78 van de Raad van 22 mei 1978 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

    PB L 142 van 30.5.1978, p. 1–5 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/1995; opgeheven door 31995R0603

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1978/1117/oj

    31978R1117

    Verordening (EEG) nr. 1117/78 van de Raad van 22 mei 1978 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

    Publicatieblad Nr. L 142 van 30/05/1978 blz. 0001 - 0005
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0246
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 21 blz. 0081
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0246
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0057
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0057


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 1117/78 VAN DE RAAD

    van 22 mei 1978

    houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 42 en 43 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 1067/74 ( 3 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1420/75 ( 4 ) , een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector kunstmatig gedroogde voedergewassen is ingesteld ; dat uit de ervaring is gebleken dat de bij die verordening ingestelde regeling inzake steun voor de produktie niet aan de eisen van de markt is aangepast ; dat derhalve een nieuwe steunregeling moet worden ingesteld ;

    Overwegende dat sommige andere uit groenvoedergewassen verkregen produkten tot verruiming van de eiwitvoorziening van de Gemeenschap kunnen bijdragen ; dat de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen derhalve ook voor deze produkten dient te gelden ;

    Overwegende dat het duidelijkheidshalve wenselijk is Verordening ( EEG ) nr . 1067/74 door een nieuwe verordening te vervangen ;

    Overwegende dat de verwerking van groenvoedergewassen bijzonder belangrijk is voor de diervoeding ; dat de produktie van deze gewassen aanmerkelijk geringer is dan de afzetmogelijkheden in de Gemeenschap ; dat de eiwitvoorziening van de markt van de Gemeenschap derhalve door passende maatregelen dient te worden verbeterd ; dat , ten einde de produktie van groenvoedergewassen te bevorderen , forfaitaire steun moet worden toegekend ;

    Overwegende dat bij de produktie van gedroogde voedergewassen rechtstreekse concurrentie wordt ondervonden van soortgelijke produkten die vrij van rechten uit derde landen worden ingevoerd tegen prijzen welke aanzienlijke schommelingen ondergaan ; dat het in deze situatie dienstig is , ten einde de producenten van gedroogde voedergewassen via de afzet van hun produktie een billijke beloning te waarborgen , een streefprijs voor kunstmatig gedroogde voedergewassen vast te stellen ; dat anderzijds als gevolg van de produktieomstandigheden de produkten uit de Gemeenschap over het algemeen tegen een hogere prijs worden verkocht dan de ingevoerde produkten ; dat het derhalve wenselijk is steun toe te kennen die gelijk is aan een bepaald percentage van het verschil tussen de streefprijs en de wereldmarktprijs ; dat de toepassing van een dergelijk percentage eveneens de mogelijkheid biedt de produktie beter aan de eisen van de markt aan te passen ;

    Overwegende dat door het verschil in verwerkingskosten de prijzen van in de zon gedroogde voedergewassen lager zijn dan die van kunstmatig gedroogde voedergewassen ; dat ook de in de zon gedroogde voedergewassen concurrentie van uit derde landen ingevoerde produkten ondervinden ; dat derhalve aan de producenten van in de zon gedroogde voedergewassen een deel van de voor kunstmatig gedroogde voedergewassen vastgestelde steun moet worden toegekend ;

    Overwegende dat vanwege de beperkte produktie van kunstmatig gedroogde aardappelen in de Gemeenschap en de bijzondere kenmerken van de markt voor deze produkten , hiervoor slechts de forfaitaire steun moet worden verleend ;

    Overwegende dat , ten einde de regelmatige voorziening van de bedrijven voor de verwerking van groenvoedergewassen te bevorderen en de telers voordeel uit de steunregeling te laten trekken , de toekenning van deze steun in bepaalde gevallen afhankelijk dient te worden gesteld van het sluiten van contracten tussen de telers en deze bedrijven ;

    Overwegende dat de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen leidt tot de instelling van een uniforme regeling van het handelsverkeer aan de buitengrenzen van de Gemeenschap ; dat het gemeenschappelijk douanetarief krachtens het Verdrag vanaf 1 januari 1970 van rechtswege van toepassing is en dat dank zij deze regeling kan worden afgezien van alle andere beschermende maatregelen ; dat evenwel , ten einde de markt van de Gemeenschap niet zonder bescherming te laten tegen verstoringen tengevolge van in - of uitvoer , de Gemeenschap in staat dient te worden gesteld snel vereiste maatregelen te nemen ;

    Overwegende dat het dienstig is dat de bepalingen van het Verdrag die het mogelijk maken de door de Lid-Staten verleende steun te beoordelen en steunmaatregelen welke onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt te verbieden , van toepassing worden verklaard op de sector gedroogde voedergewassen ;

    Overwegende dat , om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken , dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een comité van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht ;

    Overwegende dat , gelet op de instelling van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen , de bijlage van Verordening ( EEG ) nr . 827/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II van het Verdrag vermelde produkten ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2560/77 ( 6 ) , dient te worden aangepast ;

    Overwegende dat de nieuwe gemeenschappelijke marktordening voor gedroogde voedergewassen voorziet in een gunstiger steunregeling dan die van Verordening ( EEG ) nr . 1067/74 ; dat deze nieuwe ordening evenwel niet voor de aanvang van het verkoopseizoen 1978/1979 kon worden ingesteld ; dat men de nieuwe steunregeling zoveel mogelijk vanaf het begin van het verkoopseizoen 1978/1979 dient toe te passen voor de produkten waarvoor de steunregeling van Verordening ( EEG ) nr . 1067/74 geldt , zodat zij kunnen profiteren van het verschil tussen deze steunregelingen ;

    Overwegende dat de uitgaven die de Lid-Staten verrichten op grond van de verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze verordening , overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 7 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2788/72 ( 8 ) , voor rekening komen van de Gemeenschap ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    In de sector gedroogde voedergewassen wordt een gemeenschappelijke marktordening tot stand gebracht die geldt voor de volgende produkten :

    Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

    a ) ex 07.04 B * Aardappelen , kunstmatig gedroogd door middel van een warmtebehandeling , ook indien in stukken of in schijven gesneden , dan wel fijngemaakt of in poedervorm , doch niet op andere wijze bereid , niet geschikt voor menselijke consumptie *

    ex 11.05 * Meel , gries en vlokken , van aardappelen , niet geschikt voor menselijke consumptie *

    b ) ex 12.10 B * - Luzerne , hanekammetjes ( esparcette ) , klaver , lupine , wikke en andere dergelijke voedergewassen , kunstmatig gedroogd en door middel van een warmtebehandeling , met uitzondering van hooi en voederkool , alsmede van produkten welke hooi bevatten *

    * - Luzerne , hanekammetjes ( esparcette ) , klaver , lupine en wikke , anders gedroogd en vermalen *

    c ) ex 23.07 C * Eiwitconcentraten , verkregen uit sap van luzerne en van gras *

    Artikel 2

    1 . Het verkoopseizoen voor de in artikel 1 , sub a ) , genoemde produkten begint elk jaar op 1 juli en eindigt op 30 juni van het daarop volgende jaar .

    2 . Het verkoopseizoen voor de in artikel 1 , sub b ) en c ) , genoemde produkten begint elk jaar op 1 april en eindigt op 31 maart van het daarop volgende jaar .

    Voor de in artikel 1 , sub b ) , tweede streepje , en sub c ) , genoemde produkten echter begint het verkoopseizoen 1978/1979 op 1 juli 1978 en eindigt het op 31 maart 1979 .

    TITEL I

    Steunregeling

    Artikel 3

    1 . Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 wordt forfaitaire steun toegekend voor de produktie van de in artikel 1 genoemde produkten , verkregen uit in de Gemeenschap geoogste voedergewassen .

    Deze forfaitaire steun , die voor de gehele Gemeenschap gelijk is , wordt elk jaar voor 1 augustus vastgesteld voor het verkoopseizoen dat in het daarop volgende jaar begint . De steun voor het verkoopseizoen 1978/1979 wordt evenwel voor 1 juni 1978 vastgesteld .

    De forfaitaire steun voor de in artikel 1 , sub a ) , genoemde produkten kan anders zijn dan die voor de andere produkten

    2 . De forfaitaire steun wordt op een zodanig peil vastgesteld dat de eiwitvoorziening van de Gemeenschap daardoor wordt verbeterd .

    3 . De forfaitaire steun wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    Artikel 4

    1 . Volgens de procedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag wordt elk jaar voor 1 augustus voor het verkoopseizoen dat in het daarop volgende jaar begint , een voor de Gemeenschap geldende streefprijs vastgesteld voor de in artikel 1 , sub b ) , eerste streepje , genoemde produkten .

    Deze prijs wordt vastgesteld op een voor de producenten billijk peil .

    De streefprijs voor het verkoopseizoen 1978/1979 wordt evenwel voor 1 juni 1978 vastgesteld .

    2 . De streefprijs blijft gedurende het gehele betrokken verkoopseizoen van toepassing .

    3 . De streefprijs heeft betrekking op een standaardkwaliteit .

    Artikel 5

    1 . Wanneer de streefprijs voor een verkoopseizoen hoger is dan de gemiddelde wereldmarktprijs , vastgesteld op basis van de gunstigste aankoopmogelijkheden op de wereldmarkt en eventueel omgerekend voor de in artikel 4 bedoelde standaardkwaliteit van de betrokken produkten , wordt voor de in artikel 1 , sub b ) en c ) , genoemde , uit in de Gemeenschap geoogste voedergewassen verkregen produkten aanvullende steun verleend .

    2 . Deze steun is gelijk aan een vast te stellen percentage van het verschil tussen deze twee prijzen . Het percentage wordt door de Raad gelijk met de streefprijs en volgens dezelfde procedure vastgesteld .

    3 . Het bedrag van de aanvullende steun wordt op gezette tijden door de Commissie vastgesteld .

    Artikel 6

    1 . De in de artikelen 3 en 5 bedoelde steun wordt slechts toegekend aan bedrijven voor de verwerking van de in artikel 1 bedoelde produkten die :

    - gedroogde voedergewassen van een nader te bepalen minimumkwaliteit produceren ;

    - voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld om aanspraak op de steun te kunnen maken en

    - met de producenten van de te drogen voedergewassen contracten hebben gesloten of wel hun eigen oogst of , wanneer het groeperingen betreft , de oogst van hun leden verwerken .

    Deze steun wordt uitbetaald door de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de gedroogde voedergewassen worden geproduceerd .

    2 . Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vast :

    - de criteria voor de bepaling van de gemiddelde wereldmarktprijs ;

    - de algemene voorschriften betreffende het verlenen van de in de artikelen 3 en 5 bedoelde steun , welke met name de mogelijkheid kunnen behelzen om de in artikel 5 bedoelde steun vooraf te bepalen ;

    - de algemene voorschriften betreffende de controle van het recht op deze steun ;

    - de criteria voor de bepaling van de minimumkwaliteit ;

    - de in lid 1 , tweede streepje , bedoelde voorwaarden ;

    - de criteria voor het sluiten van de in lid 1 bedoelde contracten .

    3 . De uitvoeringsbepalingen van de artikelen 3 tot en met 5 en van dit artikel , met name inzake de kaderbepalingen waaraan de in lid 2 bedoelde contracten moeten voldoen , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12 .

    TITEL II

    Regeling van het handelsverkeer met derde landen

    Artikel 7

    1 . De algemene bepalingen voor de interpretatie van het gemeenschappelijk douanetarief en de bijzondere bepalingen voor de toepassing ervan gelden voor de indeling van de onder deze verordening vallende produkten ; de tariefnomenclatuur die uit de toepassing van deze verordening vootvloeit , wordt opgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief .

    2 . Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening of afwijkingen waartoe de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit , zijn in het handelsverkeer met derde landen verboden :

    - de toepassing van enige heffing van gelijke werking als een douanerecht ;

    - de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking .

    Artikel 8

    1 . Indien in de Gemeenschap de markt voor de in artikel 1 genoemde produkten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , die de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen , kunnen in het handelsverkeer met derde landen passende maatregelen worden toegepast totdat deze verstoring opgeheven of het gevaar daarvoor geweken is .

    Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de uitvoeringsbepalingen van dit lid vast en bepaalt hij in welke gevallen en binnen welke grenzen de Lid-Staten conservatoire maatregelen kunnen treffen .

    2 . Indien de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet , neemt de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of eigener beweging de noodzakelijke maatregelen die aan de Lid-Staten worden medegedeeld en die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien bij de Commissie een dergelijk verzoek van een Lid-Staat wordt ingediend , neemt zij hierover binnen vierentwintig uur na ontvangst van het verzoek een beslissing .

    3 . Iedere Lid-Staat kan een maatregel van de Commissie binnen drie werkdagen , volgende op de dag van de mededeling daarvan , aan de Raad voorleggen . De Raad komt onverwijld bijeen . Hij kan de betrokken maatregel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of vernietigen .

    TITEL III

    Algemene bepalingen

    Artikel 9

    Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening zijn de artikelen 92 , 93 en 94 van het Verdrag van toepassing op de produktie van en de handel in de in artikel 1 genoemde produkten .

    Artikel 10

    De Lid-Staten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens . De wijze waarop deze gegevens worden medegedeeld en verspreid , wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 12 .

    Artikel 11

    1 . Er wordt een Comité van beheer voor gedroogde voedergewassen ingesteld , hierna te noemen het " Comité " , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een vertegenwoordiger van de Commissie .

    2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt niet deel aan de stemming .

    Artikel 12

    1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in , hetzij op eigen initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

    2 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan het onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van 41 stemmen .

    3 . De Commissie stelt maatregelen vast , die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het door het Comité uitgebrachte advies , worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht ; in dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten , tot ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen .

    De Raad kan binnen één maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen .

    Artikel 13

    Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat , aan de orde wordt gesteld .

    Artikel 14

    Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat gelijkelijk en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden .

    Artikel 15

    1 . In de bijlage bij Verordening ( EEG ) nr . 827/68 wordt onderverdeling 12.10 ex B als volgt gelezen :

    " ex B . andere , met uitzondering van :

    - Luzerne , hanekammetjes ( esparcette ) , klaver , lupine , wikke en andere dergelijke voedergewassen , kunstmatig gedroogd door middel van een warmtebehandeling , met uitzondering van hooi en voederkool alsmede van produkten welke hooi bevatten

    - Luzerne , hanekammetjes ( esparcette ) , klaver , lupine en wikke , anders gedroogd en vermalen " .

    2 . In de bijlage bij Verordening ( EEG ) nr . 827/68 wordt onderverdeling 23.07 C als volgt gelezen :

    " ex C . overige , met uitzondering van eiwitconcentraten , verkregen uit sap van luzerne en van gras " .

    Artikel 16

    1 . Verordening ( EEG ) nr . 1067/74 wordt ingetrokken met ingang van 1 juli 1978 .

    2 . Indien er overgangsmaatregelen noodzakelijk zijn om de overgang van de in Verordening ( EEG ) nr . 1067/74 omschreven steunregeling naar die van onderhavige verordening te vergemakkelijken , worden deze maatregelen vastgesteld volgens de procedure van artikel 12 .

    Artikel 17

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1978 , met uitzondering van de in titel I vastgestelde steunregeling voor de in artikel 1 , sub b ) , eerste streepje , genoemde produkten , welke van toepassing is vanaf het begin van het verkoopseizoen 1978/1979 .

    Voor de in artikel 1 , sub a ) , genoemde produkten is zij van toepassing tot en met 30 juni 1979 .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 22 mei 1978 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    K . HEINESEN

    ( 1 ) PB nr . C 85 van 10 . 4 . 1978 , blz . 31 .

    ( 2 ) PB nr . C 101 van 26 . 4 . 1978 , blz . 10 .

    ( 3 ) PB nr . L 120 van 1 . 5 . 1974 , blz . 2 .

    ( 4 ) PB nr . L 141 van 3 . 6 . 1975 , blz . 1 .

    ( 5 ) PB nr . L 151 van 30 . 6 . 1968 , blz . 16 .

    ( 6 ) PB nr . L 303 van 28 . 11 . 1977 , blz . 1 .

    ( 7 ) PB nr . L 94 van 28 . 4 . 1970 , blz . 13 .

    ( 8 ) PB nr . L 295 van 30 . 12 . 1972 , blz . 1 .

    Top