Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0375

    Zaak C-375/17: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 19 december 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Stanley International Betting Ltd, Stanleybet Malta Ltd / Ministero dell'Economia e delle Finanze, Agenzia delle Dogane e dei Monopoli (Prejudiciële verwijzing — Artikelen 49 en 56 VWEU — Vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten — Kansspelen — Concessie voor de exploitatie van het geautomatiseerde lottospel en van andere cijferspelen tegen vaste notering volgens het model met één enkele concessiehouder — Beperking — Dwingende redenen van algemeen belang — Evenredigheid)

    PB C 65 van 18.2.2019, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.2.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/9


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 19 december 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Stanley International Betting Ltd, Stanleybet Malta Ltd / Ministero dell'Economia e delle Finanze, Agenzia delle Dogane e dei Monopoli

    (Zaak C-375/17) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Artikelen 49 en 56 VWEU - Vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten - Kansspelen - Concessie voor de exploitatie van het geautomatiseerde lottospel en van andere cijferspelen tegen vaste notering volgens het model met één enkele concessiehouder - Beperking - Dwingende redenen van algemeen belang - Evenredigheid))

    (2019/C 65/10)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Consiglio di Stato

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Stanley International Betting Ltd, Stanleybet Malta Ltd

    Verwerende partijen: Ministero dell'Economia e delle Finanze, Agenzia delle Dogane e dei Monopoli

    in tegenwoordigheid van: Lottomatica SpA, Lottoitalia Srl

    Dictum

    1)

    De artikelen 49 en 56 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling als aan de orde in het hoofdgeding, die voor de concessie van de exploitatie van het geautomatiseerde lottospel en andere cijferspelen tegen vaste notering voorziet in een model met één enkele concessiehouder, anders dan voor andere spelen en weddenschappen, waarvoor een model met verschillende concessiehouders geldt, voor zover de nationale rechter vaststelt dat met de nationale wettelijke regeling daadwerkelijk op een samenhangende en stelselmatige wijze de legitieme doelstellingen worden nagestreefd waarop de betrokken lidstaat zich beroept.

    2)

    De artikelen 49 en 56 VWEU en de beginselen van non-discriminatie, transparantie en evenredigheid moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling en de uitvoeringsbesluiten daarvan, als aan de orde in het hoofdgeding, die voor de concessie van de exploitatie van het geautomatiseerde lottospel en andere cijferspelen tegen vaste notering voorzien in een hoge basisaanbestedingswaarde, mits deze waarde duidelijk, precies en ondubbelzinnig is geformuleerd en objectief gerechtvaardigd is, hetgeen de nationale rechter dient na te gaan.

    3)

    De artikelen 49 en 56 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een bepaling als aan de orde in het hoofdgeding, die in een modelconcessieovereenkomst bij een aanbesteding is opgenomen en voorziet in de vervallenverklaring van de concessie voor de exploitatie van het geautomatiseerde lottospel en andere cijferspelen tegen vaste notering:

    wanneer een strafbaar feit is gepleegd, ten aanzien waarvan de voorgeleiding aan een rechter is bevolen en ten aanzien waarvan de aanbestedende dienst meent dat het, wegens de aard en de ernst ervan, de wijze waarop het is gepleegd en het verband ervan met het voorwerp van de in concessie gegeven activiteit, uitsluit dat de concessiehouder betrouwbaar en beroepsbekwaam is en moreel handelt,

    of wanneer de concessiehouder de voorschriften voor het tegengaan van onregelmatige, illegale en clandestiene spelen schendt en, in het bijzonder, wanneer hij zelf dan wel via ondernemingen waarover hij zeggenschap uitoefent of via verbonden ondernemingen, ongeacht waar die zijn gevestigd, andere spelen die vergelijkbaar zijn met het geautomatiseerde lottospel en met andere cijferspelen tegen vaste notering in de handel brengt zonder in het bezit te zijn van de daartoe vereiste vergunning,

    mits deze clausules zijn gerechtvaardigd, evenredig aan het nagestreefde doel blijken te zijn en stroken met het transparantiebeginsel, hetgeen de nationale rechter in het licht van de in het onderhavige arrest verschafte aanwijzingen dient na te gaan.


    (1)  PB C 330 van 2.10.2017.


    Top