EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024H0915

Aanbeveling (EU) 2024/915 van de Commissie van 19 maart 2024 over maatregelen ter bestrijding van namaak en ter verbetering van de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten

C/2024/1739

PB L, 2024/915, 26.3.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2024/915/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2024/915/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/915

26.3.2024

AANBEVELING (EU) 2024/915 VAN DE COMMISSIE

van 19 maart 2024

over maatregelen ter bestrijding van namaak en ter verbetering van de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een efficiënt stelsel voor intellectuele-eigendomsrechten ligt aan de basis van elke solide industriële strategie. Sectoren die intensief gebruikmaken van intellectuele eigendom spelen een prominente rol bij de ondersteuning van een veerkrachtige, groene en concurrerende economie in de EU, en dragen voor 47 % bij aan het totale bbp en voor bijna 40 % aan de totale werkgelegenheid. Europese creatieve en innovatieve sectoren zijn koplopers op het gebied van groene technologieën en duurzame producten. Wereldwijd beschikken zij over een fors aantal groene octrooien en over sterke portefeuilles van intellectuele eigendom in technologieën voor bijvoorbeeld aanpassing aan klimaatverandering, koolstofafvang en -opslag, en behandeling van afval (1). Tegelijkertijd is de inschrijving van groene merken in de EU de afgelopen tien jaar aanzienlijk toegenomen (2). Een billijke bescherming van intellectuele-eigendomsrechten vertaalt zich in een toename van de economische activiteit, investeringen, werkgelegenheid en productiviteit, ook voor kleine en middelgrote ondernemingen (“kmo’s”) (3).

(2)

De aanzienlijke marktwaarde van door intellectuele eigendom beschermde producten heeft criminele netwerken aangetrokken, wat heeft geleid tot een toename van namaakgoederen en piraterij. Namaak wordt aangemerkt als een misdrijf met grote gevolgen in de strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit 2021-2025, die tot doel heeft criminele netwerken en hun bedrijfsmodellen te ontmantelen (4) .. Deze criminele activiteit leidt niet alleen tot derving van inkomsten voor de houders van intellectuele-eigendomsrechten (“rechthebbenden”), maar brengt ook aanzienlijke risico’s met zich mee voor de veiligheid van de consument, de volksgezondheid en het milieu. De COVID-19-pandemie heeft nieuwe kansen gecreëerd voor nagemaakte en door piraterij verkregen goederen om de markten te infiltreren als gevolg van de toename van de onlineverkoop en tekorten aan essentiële producten in die periode. Dat heeft geleid tot levensbedreigende incidenten, zoals onder meer door piraterij verkregen halfgeleidercomponenten in automatische externe defibrillators (5). Bovendien zijn namaaklagers in verschillende sectoren terechtgekomen, wat een bedreiging vormt voor bijvoorbeeld de energiesector en de goede werking van windturbines. Een robuust beleid ter bestrijding van namaak en piraterij is dan ook noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het potentieel van intellectuele-eigendomsrechten ten volle kan worden benut om innovatie, concurrentievermogen en een groenere en duurzamere economie te ondersteunen.

(3)

Ondanks inspanningen om deze praktijken te beteugelen, blijven activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom in verband met namaakgoederen en piraterij een groeiend verschijnsel met ernstige economische en sociale gevolgen voor de werkgelegenheid en de groei in de EU (6). Activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom vormen een bedreiging voor verschillende sectoren en verschillende soorten goederen, waaronder producten die vaak worden geconsumeerd en producten voor de zakelijke markt. Nog belangrijker is dat deze activiteiten nauw verband kunnen houden met crimineel gedrag (7). Criminele netwerken die betrokken zijn bij criminaliteit op het gebied van intellectuele eigendom infiltreren elke stap in de toeleveringsketen en de misdrijven zijn moeilijk te onderzoeken, aangezien de meeste nagemaakte goederen die binnen de EU worden verhandeld, afkomstig zijn uit het buitenland, waardoor het moeilijker wordt de belangrijkste belanghebbenden op te sporen. Bijgevolg ondermijnen activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom de eengemaakte markt van de EU en de EU-regels inzake milieu-, veiligheids- en ethische normen voor consumptiegoederen. Bovendien hebben zij aanzienlijke gevolgen voor Europese ondernemingen, met name kmo’s, die een 34 % lagere overlevingskans hebben als hun intellectuele eigendom wordt geschonden.

(4)

De Commissie heeft zich er in haar actieplan inzake intellectuele eigendom van 2020 (8) toe verbonden de handhaving van intellectuele eigendom te verbeteren door allereerst Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (9) vast te stellen, wat een grote sprong voorwaarts betekent bij de bestrijding van illegale online-inhoud, en ten tweede door een EU-toolbox tegen namaakpraktijken op te zetten, die met deze aanbeveling zal worden aangenomen. Met de toolbox moet een doeltreffende samenwerking tussen rechthebbenden, aanbieders van tussenhandelsdiensten en bevoegde autoriteiten worden bevorderd en gefaciliteerd, en moeten goede praktijken en het gebruik van passende instrumenten en nieuwe technologieën worden bevorderd. Het Europees Parlement (10) en de Raad (11) waren ingenomen met dit initiatief.

(5)

Met deze aanbeveling wordt voortgebouwd op de resultaten van een brede raadpleging die sinds 2021 is gehouden. Deze raadpleging omvat met name workshops voor belanghebbenden die in 2021 en 2022 werden georganiseerd, bijdragen aan het verzoek om input van 2022 (12), een rondetafelconferentie op hoog niveau die in juni 2022 werd georganiseerd door lid van de Commissie Thierry Breton, vergaderingen van deskundigengroepen, en de internationale top voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (International IP Enforcement Summit) in juni 2023. Uit deze brede raadpleging is gebleken hoe belangrijk het is om de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen alle relevante belanghebbenden, met name overheidsinstanties, rechthebbenden en aanbieders van tussenhandelsdiensten, te intensiveren. In de raadpleging werd ook de noodzaak erkend om met het toekomstige beleid inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten voort te bouwen op bestaande instrumenten en bestaande EU-wetgeving, met name: i) Verordening (EU) 2022/2065 (de digitaledienstenverordening); ii) Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad (13) betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie; iii) Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (14) betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, en iv) Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad (15) inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (16) tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie.

(6)

Richtlijn 2004/48/EG is van toepassing op alle intellectuele-eigendomsrechten die onder het recht van de Unie en/of het nationale recht van de betrokken lidstaat vallen, zoals bepaald in artikel 2. Met die richtlijn wordt beoogd een hoog, gelijk en uniform niveau van bescherming op de eengemaakte markt te waarborgen, rekening houdend met de behoefte aan gemeenschappelijke praktijken op het gebied van de handhaving van intellectuele eigendom. Volgens deze coherente aanpak van de handhaving van intellectuele eigendom heeft deze aanbeveling betrekking op alle activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom die op commerciële schaal worden verricht en die direct of indirect economisch of commercieel voordeel opleveren. Voor de toepassing van deze aanbeveling hebben activiteiten die op commerciële schaal inbreuk maken op intellectuele eigendom betrekking op zowel nagemaakte als door piraterij verkregen goederen en inhoud, waarvoor inbreuk is gemaakt op een merk, een geografische aanduiding, een octrooi, een model of een auteursrecht. Zonder afbreuk te doen aan aspecten die worden aangepakt in Aanbeveling (EU) 2023/1018 (17) inzake de bestrijding van onlinepiraterij van sport- en andere live-evenementen, kunnen de meeste leidende beginselen, goede praktijken en instrumenten die in het kader van deze aanbeveling zijn ontwikkeld, ook relevant zijn voor de bestrijding van inbreukmakende activiteiten die betrekking hebben op door intellectuele eigendom beschermde online-inhoud, bijvoorbeeld op het gebied van vrijwillige acties van onlinetussenpersonen, nauwere samenwerking tussen bevoegde nationale autoriteiten en het delen van informatie en gegevens.

(7)

Verordening (EU) 2022/2065 voorziet in geharmoniseerde regels voor een veilige, voorspelbare en betrouwbare onlineomgeving. In dat verband wordt in Verordening (EU) 2022/2065 verwezen naar informatie over illegale activiteiten zoals de verkoop van namaakproducten als een voorbeeld van illegale inhoud en worden specifieke verplichtingen opgelegd aan bepaalde specifieke categorieën aanbieders van onlinetussenhandelsdiensten. Sommige van deze verplichtingen dragen bij tot een betere bestrijding van namaak en piraterij. Dit is bijvoorbeeld het geval voor: i) de aanwijzing van contactpunten en wettelijke vertegenwoordigers; ii) de vereisten inzake algemene voorwaarden; iii) de rapportageverplichtingen inzake transparantie; iv) meldings- en actiemechanismen; v) het klachten- en verhaalmechanisme; vi) het mechanisme voor betrouwbare flaggers; vii) maatregelen en bescherming tegen misbruik; viii) maatregelen om de traceerbaarheid van handelaren te eisen, bekend als “ken uw klant”-verplichtingen, en ix) maatregelen om risico’s te beoordelen en te beperken.

(8)

De Commissie ondersteunt de uitvoering van het memorandum van overeenstemming over de verkoop van namaakgoederen via internet (“MoU inzake namaak”) en het memorandum van overeenstemming over onlinereclame en intellectuele-eigendomsrechten (“MoU inzake reclame”). Beide zijn vrijwillige instrumenten die openstaan voor rechthebbenden, onlineplatforms en bedrijfsverenigingen. De deelnemers aan deze memoranda van overeenstemming verbinden zich ertoe de beginselen te eerbiedigen en de actie te ondernemen die in de memoranda van overeenstemming zijn vastgesteld, met inbegrip van bilaterale samenwerking en informatie-uitwisseling. De memoranda van overeenstemming zijn succesvolle initiatieven vanuit het bedrijfsleven gebleken. De inwerkingtreding van Verordening (EU) 2022/2065 biedt echter een gelegenheid om na te denken over de toekomst van de memoranda van overeenstemming om ervoor te zorgen dat zij geschikt blijven voor het beoogde doel. Daarom is het noodzakelijk een proces voor de modernisering van de memoranda van overeenstemming op gang te brengen en alle ondertekenaars en andere belanghebbenden aan te moedigen actief aan dit proces deel te nemen. Van belang is artikel 45 van Verordening (EU) 2022/2065, dat voorziet in de mogelijkheid om op EU-niveau vrijwillige gedragscodes op te stellen om bij te dragen tot de correcte toepassing van Verordening (EU) 2022/2065. Artikel 46 voorziet ook in gedragscodes voor onlinereclame om bij te dragen tot meer transparantie voor actoren in de waardeketen van onlinereclame. Tot slot moedigt artikel 17 van Richtlijn 2004/48/EG ook de ontwikkeling aan van gedragscodes om de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te verbeteren als aanvullend middel om het regelgevingskader te versterken.

(9)

Rechthebbenden bevinden zich in een unieke positie om activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom met betrekking tot nagemaakte of door piraterij verkregen goederen op te sporen, te identificeren en te melden. Ondertekenaars van het door het bedrijfsleven geïnitieerde MoU inzake namaak hebben in de loop der jaren aanzienlijke bekwaamheid en ervaring opgedaan, aangezien zij regelmatig meldingen indienen die volgens de beginselen van het memorandum van overeenstemming onverwijld moeten worden verwerkt. Bovendien hebben de ondertekenaars van het memorandum van overeenstemming toegezegd commercieel redelijke en beschikbare maatregelen te zullen nemen om op verantwoorde en nauwkeurige wijze en met de nodige nauwkeurigheid melding te doen om namaakgoederen te identificeren en ongerechtvaardigde, ongegronde en onjuiste meldingen te vermijden. Daarom zouden rechthebbenden die het memorandum van overeenstemming hebben ondertekend, kunnen overwegen de status van betrouwbare flagger aan te vragen om in aanmerking te komen voor de specifieke behandeling in de zin van artikel 22 van Verordening (EU) 2022/2065. In dit verband moeten de digitaledienstencoördinatoren beoordelen of de aanvrager voldoet aan de criteria van artikel 22, lid 2, namelijk i) of hij over bijzondere deskundigheid en bekwaamheid beschikt om illegale inhoud op te sporen, te identificeren en te melden; ii) of hij onafhankelijk is van enige aanbieder van onlineplatforms, en iii) of hij zijn activiteiten uitvoert met als doel meldingen zorgvuldig, nauwkeurig en objectief te doen. De Commissie kan, na raadpleging van de Raad voor digitale diensten, richtsnoeren uitvaardigen over de toepassing van het mechanisme voor betrouwbare flaggers uit hoofde van artikel 22 van Verordening (EU) 2022/2065.

(10)

Samenwerking en intensievere informatie-uitwisseling zijn van essentieel belang en moeten op alle niveaus verder worden bevorderd, in overeenstemming met het recht van de Unie, de bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid van ondernemerschap in de zin van artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”). Goede praktijken moeten in kaart worden gebracht en aan alle actoren worden aanbevolen, met inbegrip van elektronische marktplaatsen, aanbieders van vervoers- en logistieke diensten, betalingsdienstaanbieders, aanbieders van sociale media, aanbieders van domeinnaamdiensten enz. In de tweede plaats moeten verdere samenwerking en informatie-uitwisseling worden aangemoedigd. Dit heeft betrekking op alle bevoegde autoriteiten, met inbegrip van markttoezichtautoriteiten die momenteel mogelijk niet bevoegd zijn voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, en het verder bevorderen van het gebruik van specifieke instrumenten zoals het portaal voor de handhaving van intellectuele eigendom (IP Enforcement Portal — “IPEP”), het informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht (“ICSMS”) en het systeem voor snelle waarschuwingen (“Safety Gate”) voor gevaarlijke producten die namaakgoederen kunnen zijn.

(11)

Aanbieders van vervoers- en logistieke diensten spelen een sleutelrol bij de verkoop en distributie van goederen en zijn van essentieel belang voor het behoud van betrouwbare toeleveringsketens. Vervoers- en logistieke diensten kunnen echter door inbreukmakers worden misbruikt.

(12)

Op dezelfde manier kunnen betalingsdiensten centraal staan in de activiteiten van rechthebbenden, maar ook worden gebruikt ter ondersteuning van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. In bepaalde gevallen kan het gebruik van verschillende betalingsdiensten praktijken doen ontstaan die: i) het moeilijker maken om de geldstroom te traceren, en ii) het opsporen van elk mogelijk gebruik van betalingsdiensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom bemoeilijken.

(13)

Door de toenemende populariteit van sociale media worden nieuwe strategieën ontwikkeld die het misbruik van sociale media voor het uitvoeren van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom verder kunnen bevorderen. Dit brengt nieuwe uitdagingen met zich mee voor aanbieders van sociale media, rechthebbenden en bevoegde autoriteiten, en benadrukt de noodzaak van gezamenlijke inspanningen. In dit verband kan het bevorderen van goede praktijken bij de belangrijkste aanbieders van tussenhandelsdiensten bijdragen tot de ondersteuning van een samenhangend beleid tegen activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom.

(14)

Hoewel domeinnamen van het allergrootste belang zijn in de onlineomgeving, kunnen zij worden gebruikt ter ondersteuning van onlineactiviteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Dit is het geval wanneer intellectuele-eigendomsrechten worden misbruikt in de naam van het domein zelf (d.w.z. cybersquatting of typosquatting) of wanneer de domeinnaam leidt naar een website die inbreuken op intellectuele eigendom ondersteunt. Domeinnaamregistratiegegevens (WHOIS-gegevens) zijn van cruciaal belang voor de veiligheid, stabiliteit en veerkracht van het domeinnaamsysteem. Daarom verplicht Richtlijn (EU) 2022/2555 de lidstaten om voor te schrijven dat registers voor topleveldomeinnamen en entiteiten die domeinnaamomzettingsdiensten verlenen nauwkeurige en volledige domeinnaamregistratiegegevens verzamelen en bijhouden in een speciale database aan de hand waarvan de houders van de domeinnamen kunnen worden geïdentificeerd en er contact met hen kan worden opgenomen. Toegang tot specifieke domeinnaamregistratiegegevens moet worden verleend op rechtmatige en naar behoren gemotiveerde verzoeken van verzoekers om legitieme toegang. Een antwoord moet onverwijld en in ieder geval binnen 72 uur na ontvangst van een verzoek om toegang worden toegezonden. Op grond van Richtlijn (EU) 2022/2555 wordt onder verzoeker om legitieme toegang verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die een verzoek indient krachtens het Unie- of nationale recht. De nauwkeurigheid en volledigheid van domeinnaamregistratiegegevens kan ook een centrale rol spelen bij de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. Alleen wanneer de identiteit van een vermeende inbreukmaker en zijn contactgegevens openbaar mogen worden gemaakt in overeenstemming met het Unierecht, en met name met inachtneming van de bescherming van persoonsgegevens, het grondrecht op eerbiediging van het privéleven en het recht op ondernemerschap, kan worden ingestaan voor inbreuken en relevante schade. Dit doet geen afbreuk aan de rechten van de verdediging, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak in kwestie en met de waarborgen die nodig zijn om de kosten en de aan de verweerder toegebrachte schade te dekken, overeenkomstig artikel 9, lid 7, van Richtlijn 2004/48/EG.

(15)

Het monitoren van de onlinemarkt voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom kan een dure en hulpbronnenintensieve taak zijn voor rechthebbenden. Daarom moeten vrijwillige goede praktijken, zoals het huidige informatie- en waarschuwingssysteem voor domeinnamen voor het topleveldomein.eu dat wordt beheerd door het European Registry for Internet Domains (“EURid”) en het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO), worden uitgebreid. Het doel van deze samenwerking is de bewustmaking te bevorderen teneinde de intellectuele-eigendomsrechten van houders van Uniemerken te beschermen en betrouwbare informatie te verstrekken over de.eu-domeinnamen en de beschikbaarheid daarvan.

(16)

Samenwerking tussen openbare en particuliere actoren is van essentieel belang voor de bestrijding van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Een van de eerste belemmeringen voor het opzetten van een samenwerking is het gebrek aan aangewezen contactpunten voor de behandeling van onderwerpen die verband houden met intellectuele-eigendomsrechten en activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, in een lidstaat dan wel over de grens. Dit gebrek aan een contactpunt verhindert een snelle en flexibele handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en heeft gevolgen voor de samenwerking tussen belanghebbenden. Zoals in de antwoorden op het verzoek om input werd benadrukt, kan dit probleem echter gemakkelijk worden verholpen door één contactpunt voor de handhaving van intellectuele eigendom aan te wijzen.

(17)

De coördinatie en informatie-uitwisseling zouden aanzienlijk kunnen worden verbeterd als bestaande instrumenten zoals het ICSMS, de Safety Gate en het IPEP door de betrokken marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten op grotere schaal zouden worden gebruikt om activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom te bestrijden. Het IPEP wordt ontwikkeld door het EUIPO en maakt veilige communicatie mogelijk tussen rechthebbenden en bevoegde autoriteiten, bijvoorbeeld met het elektronisch beheer door de douaneautoriteiten van verzoeken tot optreden met betrekking tot goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten. Sommige lidstaten hebben ook hun eigen portaal voor bedrijven voor hetzelfde doel ontwikkeld. Dergelijke instrumenten vergemakkelijken het werk van zowel rechthebbenden als douaneautoriteiten door te voorzien in centrale toegangspunten voor rechthebbenden met betrekking tot de bescherming van intellectuele eigendom in alle lidstaten. Het EUIPO is gestart met de uitbreiding van het IPEP-platform en heeft het toegankelijk gemaakt voor tussenpersonen, te beginnen met elektronische marktplaatsen. Dit betekent dat elektronische marktplaatsen nu gemakkelijk intellectuele-eigendomsrechten kunnen verifiëren en waar nodig kunnen communiceren met relevante rechthebbenden. Om het potentieel van dit instrument ten volle te benutten, moet het op grotere schaal worden gebruikt door rechthebbenden en bevoegde nationale autoriteiten.

(18)

Veel markttoezichtautoriteiten nemen als zij bewijs van vermeende nagemaakte of door piraterij verkregen goederen vinden, geen maatregelen, zoals i) het melden van de bevindingen in het ICSMS; ii) samenwerken met rechthebbenden of bevoegde autoriteiten via het IPEP, of iii) waarschuwingen doen uitgaan over gevaarlijke producten via de Safety Gate, te weten het EU-systeem voor snelle waarschuwingen over gevaarlijke non-foodproducten, met inbegrip van namaakgoederen. Dit leidt tot een gemiste kans om verder bij te dragen aan de bestrijding van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Bovendien zijn veel markttoezichtautoriteiten niet bevoegd om intellectuele-eigendomsrechten te handhaven, hoewel zij een belangrijke rol kunnen spelen bij de bestrijding van namaak (18). Namaakgoederen worden vaak aan de grenzen in beslag genomen, maar kunnen ook in de toeleveringsketen worden opgespoord, bijvoorbeeld tijdens kwaliteitscontroles. De lidstaten moeten daarom de rol van de markttoezichtautoriteiten in de strijd tegen namaakgoederen bevorderen. Om de capaciteit van de markttoezichtautoriteiten of andere handhavingsautoriteiten te versterken, kan op verzoek van een lidstaat technische ondersteuning worden verleend overeenkomstig Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad (19) tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning.

(19)

Het EUIPO werkt samen met verschillende deelnemende nationale bureaus voor intellectuele eigendom in de lidstaten om belangrijke nationale beslissingen over de handhaving van intellectuele eigendom te verzamelen. Sinds 2014 zijn de deelnemende bureaus, samen met het Communautair Bureau voor plantenrassen van de EU, betrokken bij de systematische verzameling van belangrijke met handhaving verband houdende beslissingen die beschikbaar worden gesteld in de eSearch Case Law Database. Deze verzameling omvat belangrijke beslissingen over alle soorten intellectuele-eigendomsrechten uit alle lidstaten en heeft betrekking op zowel civiele zaken als strafzaken. De beslissingen worden als “belangrijk” beschouwd omdat zij een nieuwe trend of ontwikkeling in de rechtspraak vormen. Strafzaken worden ook gevolgd in het kader van het Europees netwerk van procureurs-generaal op het gebied van intellectuele eigendom. Door bewustmaking, regelmatige bijdragen van bureaus voor intellectuele eigendom en een veelvuldiger gebruik van dergelijke databanken te bevorderen, zou de handhaving van intellectuele eigendom aanzienlijk kunnen worden verbeterd.

(20)

Voortzetting van de samenwerking tussen het EUIPO en de handhavingsinstanties van de EU is belangrijk om de inspanningen tegen inbreuken op intellectuele eigendom te stroomlijnen. Dit omvat het ondersteunen van samenwerkingsinspanningen zoals het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact), een door de lidstaten aangestuurd samenwerkingsplatform om dreigingen van georganiseerde en zware internationale criminaliteit, zoals criminaliteit op het gebied van intellectuele eigendom, op te sporen, te prioriteren en aan te pakken. De gemeenschap voor de handhaving van intellectuele eigendom moet dit multidisciplinaire samenwerkingsplatform omarmen.

(21)

Procedures voor alternatieve geschillenbeslechting bieden een kosteneffectief, sneller en efficiënter alternatief voor traditionele gerechtelijke procedures, met name voor grensoverschrijdende geschillen en voor kmo’s. De toegang tot procedures voor alternatieve geschillenbeslechting moet daarom worden uitgebreid tot alle soorten geschillen over intellectuele eigendom, ook in de context van geschillen over domeinnamen.

(22)

Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (20) en Richtlijn 2004/48/EG bieden de rechthebbenden de mogelijkheid een vordering in te stellen tegen een aanbieder van tussenhandelsdiensten wier diensten door een derde worden gebruikt om inbreuk te maken op hun intellectuele-eigendomsrechten. Richtlijn 2004/48/EG voorziet voor dreigende inbreuken ook in voorlopige inbreukprocedures of inbreukprocedures in kort geding. Zij bepaalt dat wanneer bij rechterlijke uitspraak inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht is vastgesteld, de bevoegde rechterlijke instanties een bevel tot staking van de inbreuk tegen de inbreukmaker kunnen uitvaardigen. Tot dusver worden slechts in enkele lidstaten dynamische bevelen uitgevaardigd. De reikwijdte en de vereisten van deze rechterlijke bevelen verschillen van rechtsgebied tot rechtsgebied, onder meer wat betreft de mate waarin een rechterlijk bevel specifieke technische maatregelen tot uitvoering van het bevel kan bevatten (21). In 2017 werd in de mededeling van de Commissie van 29 november 2017“Richtsnoeren inzake bepaalde aspecten van Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten” (22) aangegeven dat rechterlijke bevelen in sommige gevallen een deel van hun effectiviteit kunnen verliezen onder invloed van wijzigingen in de materie met betrekking waartoe het bevel werd uitgevaardigd. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer “identieke” websites met een andere domeinnaam opduiken die niet onder het bevel vallen. Daarom kunnen dynamische bevelen, met inachtneming van bepaalde waarborgen, een doeltreffend middel zijn om voortzetting van een inbreuk op intellectuele eigendom, zowel online als offline, te voorkomen. Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Justitie (23) moet bij het uitvaardigen van dynamische bevelen rekening worden gehouden met de grondrechten, met name het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie uit hoofde van artikel 11 en de vrijheid van ondernemerschap uit hoofde van artikel 16 van het Handvest.

(23)

Activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom vallen vaak onder meerdere rechtsgebieden en hebben betrekking op verschillende soorten tussenhandelsdiensten, zowel online als offline. In dat verband is het vergemakkelijken van de toegang tot informatie — en het delen van deze informatie — voor alle relevante belanghebbenden gedurende de gehele cyclus van de handhaving van intellectuele eigendom van essentieel belang voor het opsporen, onderzoeken en vervolgen van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, op voorwaarde dat die toegang en uitwisseling plaatsvindt met volledige inachtneming van het Unierecht, met inbegrip van de bescherming van persoonsgegevens en het recht op een persoonlijke levenssfeer. Artikel 8 van Richtlijn 2004/48/EG voorziet reeds in een recht op informatie over de herkomst en de distributiekanalen van de goederen of diensten die inbreuk maken in gevallen die betrekking hebben op activiteiten die op commerciële schaal inbreuk maken op intellectuele eigendom. Dit recht geldt alleen in het kader van een procedure betreffende een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht op commerciële schaal en in antwoord op een met redenen omkleed en evenredig verzoek van de eiser. Het belang van het recht op informatie mag niet worden onderschat. Zoals onlangs door het Hof van Justitie in herinnering is gebracht (24), speelt het recht op informatie een rol bij de handhaving van het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en waarborgt het uiteindelijk de daadwerkelijke uitoefening van het grondrecht op eigendom in de zin van artikel 17 van het Handvest, dat intellectuele-eigendomsrechten omvat.

(24)

Tijdens de raadpleging van belanghebbenden wezen de belanghebbenden echter op onzekerheid op het gebied van het recht op informatie en verzochten zij om nadere richtsnoeren met betrekking tot de voorwaarden, het soort informatie en het verband met gegevensbescherming, op grond waarvan het recht op informatie tussen rechthebbenden en tussenpersonen kan worden verbeterd.

(25)

Het Hof heeft in zaak C-597/19 geoordeeld dat het recht op informatie in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2004/48/EG ten gunste van de rechthebbende een procedure is die losstaat van de inbreukprocedure. Dit kan in afzonderlijke procedures worden aangevoerd, aangezien het niet altijd mogelijk is om alle relevante informatie op te vragen in het kader van een procedure aan het einde waarvan wordt vastgesteld dat er inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht is gemaakt. In het bijzonder kan de houder van een intellectuele-eigendomsrecht pas kennisnemen van de omvang van de inbreuk op dat recht nadat die procedure definitief is beëindigd (25). De uitoefening van het in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2004/48/EG bedoelde recht op informatie is niet beperkt tot een procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht. Het in artikel 8 van de richtlijn genoemde verzoek om informatie heeft een ander doel dan het verzoek om een procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht. In zaak C-628/21 oordeelde het Hof dat indien voor dit verzoek om informatie dezelfde bewijsstandaard gold als voor de gerechtelijke procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht, de afzonderlijke procedure die door artikel 8 van de richtlijn is ingesteld en die specifiek is voor het Unierecht, veel van haar praktische nut zou verliezen. Daarom moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de functie van een verzoek om inlichtingen op grond van artikel 8 van Richtlijn 2004/48/EG en die van een gerechtelijke procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht.

(26)

Een rechtvaardige schadevergoeding in geval van een gerechtelijke vaststelling van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht is een ander belangrijk element van het beleid inzake de handhaving van intellectuele eigendom, zoals bepaald in artikel 13 van Richtlijn 2004/48/EG. Tijdens de raadpleging van belanghebbenden hebben belanghebbenden verklaard dat een schadevergoeding vaak niet passend is om de werkelijke schade die de rechthebbende heeft geleden, te herstellen. Zoals het Hof van Justitie in zaak C-99/15 heeft verklaard, maakt morele schade, zoals afbreuk aan de reputatie van de auteur van een werk, mits die schade is bewezen, deel uit van de door de rechthebbende werkelijk geleden schade (26). Richtlijn 2004/48/EG is van toepassing ongeacht de middelen waarin met name de nationale wetgeving voorziet, voor zover deze middelen gunstiger kunnen zijn voor rechthebbenden. In Richtlijn 2004/48/EG wordt een minimumnorm vastgesteld voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en wordt het de lidstaten niet belet om maatregelen vast te stellen die meer bescherming bieden, mits deze in overeenstemming zijn met het Unierecht. Het feit dat Richtlijn 2004/48/EG voor de lidstaten geen verplichting inhoudt om te voorzien in een “niet-compensatoire” schadevergoeding, mag de invoering van een dergelijke maatregel op nationaal niveau derhalve niet in de weg staan.

(27)

Op grond van Verordening (EU) nr. 608/2013, samen met de algemene regels die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 952/2013, die momenteel wordt herzien, kunnen douaneautoriteiten goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten, vasthouden of in beslag nemen. Richtlijn 2004/48/EG staat toe dat goederen in beslag worden genomen door andere bevoegde autoriteiten als maatregel om bewijsmateriaal te beschermen, en de rechtbank kan de vernietiging van die goederen gelasten als gevolg van een beslissing ten principale. Goederen die worden vastgehouden door de douaneautoriteiten moeten, indien de houder van de goederen zich tegen de vernietiging verzet en de rechthebbende een gerechtelijke procedure inleidt, tijdens de gehele procedure opgeslagen blijven. Tijdens de raadpleging van belanghebbenden deelden rechthebbenden hun bezorgdheid over de kosten in verband met de opslag en vernietiging van goederen die door de douaneautoriteiten en andere bevoegde autoriteiten in beslag zijn genomen of worden vastgehouden. Deze kosten zijn niet beperkt tot opslag en vernietiging, maar omvatten ook andere daarmee verband houdende kosten, zoals afhandelings-, verificatie- en vervoerskosten. In sommige gevallen worden deze kosten door rechthebbenden als te hoog beschouwd, zodat de rechthebbenden kunnen besluiten hun intellectuele-eigendomsrechten niet te doen gelden (27).

(28)

Een belangrijk aspect van de vernietiging van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom heeft betrekking op de milieukosten van deze vernietiging. Het is belangrijk dat goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom worden opgeslagen en vernietigd op een wijze die geen gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid en niet schadelijk is voor het milieu. De milieutechnisch veilige verwijdering van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom blijft hoog op de agenda van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom staan. Daarnaast heeft de Werelddouaneorganisatie richtsnoeren ontwikkeld voor de milieuvriendelijke verwijdering van vastgehouden goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom. In de EU is de recycling of verwijdering van door douaneautoriteiten vastgehouden goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom onderworpen aan een besluit van de douaneautoriteiten en aan de vervulling van de bijbehorende douaneformaliteiten. Ook moet de instemming van de rechthebbende worden verkregen. De relevante belanghebbenden moeten alles in het werk stellen om te zorgen voor een milieutechnisch veilige en verantwoorde verwijdering van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom.

(29)

Activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom zijn bijzonder lucratief vanwege de hoge waarde die aan intellectuele eigendom kan worden toegeschreven en vanwege het relatief lage risico wat de waarschijnlijkheid van opsporing en handhaving betreft. Dit kan ertoe leiden dat criminele organisaties activiteiten verrichten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, samen met misdrijven zoals witwassen van geld, belastingontduiking, mensenhandel en dwangarbeid.

(30)

Het Hof heeft in zaak C-655/21 (28) geoordeeld dat wanneer de lidstaten hun verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom van de Wereldhandelsorganisatie (“Trips-overeenkomst”) nakomen — met inbegrip van de uit artikel 61 daarvan voortvloeiende verplichtingen — zij moeten worden verondersteld het recht van de Unie ten uitvoer te brengen in de zin van artikel 51, lid 1, van het Handvest. Er bestaan verschillen tussen de lidstaten wat betreft de strafrechtelijke sancties in artikel 61 van de Trips-overeenkomst voor opzettelijke namaak van handelsmerken of inbreuk op auteursrechten op commerciële schaal. De maximale gevangenisstraf varieert in de EU voor de ernstigste vormen van dergelijke strafbare feiten, dat wil zeggen die welke worden gepleegd door criminele organisaties in de zin van artikel 1 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad (29). De lidstaten worden aangemoedigd om opnieuw te beoordelen of de beschikbare strafrechtelijke sancties voor dergelijke strafbare feiten in hun nationale recht volstaan om afschrikkend te zijn in overeenstemming met het niveau van de sancties die worden toegepast op strafbare feiten van dezelfde ernst, teneinde een doeltreffende handhaving te waarborgen en het evenredigheidsbeginsel te eerbiedigen, rekening houdend met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU, met inbegrip van zaak C-655/21. Zij moeten ook worden gevraagd te beoordelen of de strafrechtelijke sancties voor dergelijke strafbare feiten naar behoren overeenstemmen met de veroorzaakte schade, en tegelijkertijd de naleving van de toepasselijke regels van het Unierecht en het internationaal recht te waarborgen, onder meer wat de bescherming van de grondrechten van alle betrokken partijen betreft.

(31)

Bovendien beschikken sommige lidstaten niet over gespecialiseerde eenheden op het gebied van rechtshandhaving of openbare vervolging die zich bezighouden met strafbare feiten in verband met intellectuele-eigendomsrechten. Dit belemmert doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van handhaving en maakt het voor de bevoegde autoriteiten moeilijk om kennis vast te houden. Dankzij het gebruik van onderzoeksmethoden (bv. via aftapping van telefoons, onderschepping van gegevens en undercoveroperaties), met inachtneming van de toepasselijke regels van het Unierecht en het internationaal recht, onder meer wat betreft de bescherming van de grondrechten van alle betrokken partijen, kunnen grensoverschrijdende onderzoeken naar door criminele organisaties gepleegde strafbare feiten doeltreffender worden uitgevoerd. Evenzo zijn financiële onderzoeken, met inbegrip van onderzoeken naar praktijken op het gebied van onlinereclame en het gebruik van cryptovaluta (30), en voldoende gespecialiseerde bevoegde onderzoekseenheden en aanklagers, van groot belang. Specialisatie van de relevante onderzoekseenheden in de lidstaten zou het ook gemakkelijker maken om EU-brede focusgroepen van politie, douane en openbare aanklagers op te zetten in samenwerking met het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (“Europol”), het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en Eurojust. Daarom moet het gebruik van gespecialiseerde onderzoekseenheden met passende middelen sterk worden aangemoedigd, met inachtneming van de toepasselijke regels van het Unierecht en het internationaal recht, onder meer voor de bescherming van de grondrechten van alle betrokken partijen.

(32)

Opkomende en zich snel ontwikkelende technologieën kunnen uitdagingen met zich meebrengen en nieuwe kansen bieden om intellectuele-eigendomsrechten te handhaven. AI-systemen zoals geautomatiseerde systemen voor de herkenning van inhoud en algoritmen voor machinaal leren kunnen worden gebruikt om nagemaakte of door piraterij verkregen producten te herkennen, of patronen die verband houden met de promotie of distributie van dergelijke producten, en kunnen sleuteltechnologieën worden in de strijd tegen activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Marktdeelnemers worden aangemoedigd om voorzichtigheid te betrachten bij het gebruik van AI-systemen en geen niet-openbaar gemaakte vertrouwelijke informatie, knowhow of bedrijfsgeheimen te verstrekken als input voor het systeem, aangezien dit ervoor kan zorgen dat zij in een later stadium geen bescherming van de intellectuele eigendom voor dergelijke informatie verkrijgen. Het kan, met name voor kmo’s, moeilijk zijn om met de uitdagingen en kansen die AI met zich meebrengt, om te gaan. De lidstaten en belanghebbenden uit de sector worden daarom aangemoedigd deel te nemen aan de ontwikkeling van een alomvattende controlelijst die kmo’s moet voorzien van waardevolle inzichten, richtsnoeren en praktische strategieën, waarbij innovatie wordt bevorderd, intellectuele eigendom wordt beschermd en een verantwoorde toepassing van AI-technologieën in het ondernemingslandschap van de EU wordt gewaarborgd.

(33)

De markt voor technologieën ter bestrijding van namaak en piraterij is complex en verandert snel. Rechthebbenden kunnen problemen ondervinden om hun weg te vinden op deze markt en bij het vinden van passende technische oplossingen of technologieleveranciers. Niettemin kunnen middelen zoals de gids voor technologie ter bestrijding van namaak en piraterij van het EUIPO ondersteuning bieden aan rechthebbenden die bereid zijn technologieën ter bestrijding van namaak te gebruiken. “Distributed ledger”-technologie (met inbegrip van maar niet beperkt tot op blockchain gebaseerde technologieën) is zeer geschikt om de traceerbaarheid en transparantie van toeleveringsketens te vergroten, in overeenstemming met het digitale productpaspoort (31), wat kan helpen bij het opsporen en beëindigen van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Getokeniseerde gegevens van het traject van een goed langs de toeleveringsketen die op een blockchain zijn geregistreerd, zijn onveranderlijk en transparant en documenteren elke transactie en beweging van het product en kunnen als bewijsmiddel in overeenstemming met het nationale procesrecht worden aangevoerd.

(34)

De Europese infrastructuur voor blockchaindiensten (European Blockchain Service Infrastructure — “EBSI”) bestaat uit een openbaar peer-to-peernetwerk van onderling verbonden knooppunten die een op blockchain gebaseerde diensteninfrastructuur beheren. De EBSI is op iteratieve wijze ontworpen, waarbij de nadruk ligt op een klein aantal specifieke gebruikssituaties (toepassingen), die vervolgens in de loop der tijd zullen worden uitgebreid. Uiteindelijk zullen particuliere bedrijven en organisaties zich bij de EBSI kunnen aansluiten en deze als dienst kunnen gebruiken.

(35)

Het Europese programma voor de authenticatie van producten en logistieke diensten van EUIPO (“EBSI-ELSA”) is een proefprogramma voor een op blockchain gebaseerd systeem dat alle belanghebbende partijen en hun systemen met elkaar zou verbinden om de authenticiteit van producten in de hele toeleveringsketen, en uiteindelijk daarbuiten, te waarborgen. Wanneer goederen gekoppeld zijn aan de Blockathoninfrastructuur, wordt er een digitale tweeling gecreëerd, waarbij de informatie die de authenticiteit ervan aantoont, wordt opgeslagen. Dit zal belanghebbenden de middelen verschaffen om een goed over te dragen naast het virtuele equivalent ervan, waarbij het laatste wordt afgestempeld met een onveranderlijke digitale handtekening van de merkeigenaar. Het systeem biedt ook de mogelijkheid om digitale informatie uit te wisselen met betrokken partijen in de logistieke keten, waaronder tussenpersonen en bevoegde autoriteiten.

(36)

De recente mededeling over Web 4.0 en virtuele werelden (32) bevat de EU-strategie inzake Web 4.0, een baanbrekende technologische overgang naar een wereld waarin alles naadloos met elkaar is verbonden. Naarmate de ontwikkeling van virtuele werelden vordert, zullen zich naar verwachting nieuwe uitdagingen voordoen op het gebied van de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en de opsporing van vermeende inbreukmakers, bv. de handhaving van intellectuele eigendom in verband met niet-verwisselbare tokens (“NFT’s”). Deze uitdagingen vereisen verder toezicht en een dialoog met de belanghebbenden.

(37)

Een NFT is een digitaal actief dat de uniciteit en de authenticiteit van een specifiek digitaal object of specifieke digitale inhoud vertegenwoordigt met behulp van blockchaintechnologie. Elk NFT heeft een unieke cryptografische identificatiecode die het onderscheidt van andere tokens, waardoor het schaars en controleerbaar is. NFT’s kunnen onder meer makers in staat stellen hun (digitale of fysieke) creaties te tokeniseren en te verkopen en daarbij kopers een bewijs te leveren van het unieke karakter van het object en hen de mogelijkheid te bieden om deze activa op veilige en gedecentraliseerde wijze op onlineplatforms te verhandelen of onder de aandacht te brengen. De eigendom van een NFT komt echter niet neer op de eigendom van het onderliggende actief dat erin is opgenomen of waarnaar wordt verwezen. Hoewel het bezit van een NFT de eigenaar in het algemeen exclusieve rechten op het NFT zelf verleent (waardoor een recht wordt verleend om de getokeniseerde weergave van het actief over te dragen, te verkopen of te tonen), verleent het niet noodzakelijkerwijs rechten met betrekking tot het oorspronkelijke fysieke of digitale actief, aangezien deze afzonderlijke juridische begrippen blijven.

(38)

Op 1 januari 2021 hebben de Commissie en het EUIPO het kmo-fonds opgericht (33), dat financiële steun biedt aan kmo’s die gevolgen hebben ondervonden van COVID-19 en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, met als doel kmo’s te helpen bij het beheer van hun portefeuilles van intellectuele eigendom. Om kmo’s verder te ondersteunen bij de handhaving van hun intellectuele-eigendomsrechten, vergoedt het kmo-fonds in 2024 ook de kosten van het initiële advies van een door een nationaal bureau voor intellectuele eigendom aangewezen deskundige op het gebied van de handhaving van intellectuele-eigendomsscans (IP Scan Enforcement-voucher) (34). Dit advies of dit richtsnoer omvat aanbevolen maatregelen om bestaande inbreuken op intellectuele eigendom op te lossen en mogelijke toekomstige inbreuken te voorkomen. De IP Scan Enforcement-voucher omvat geen formele handhavingsactiviteiten, zoals het opstellen van bevelen tot “stopzetting en niet-herhaling” of het instellen van gerechtelijke procedures. Met dit extra instrument profiteren kmo’s van advies of richtsnoeren: i) wanneer een kmo kennis krijgt van een inbreuk op haar intellectuele-eigendomsrecht door een derde; ii) wanneer een kmo het risico loopt door een derde te worden beschuldigd van vermeende inbreuk op activa uit intellectuele eigendom van de derde, of iii) wanneer de kmo preventieve maatregelen moet nemen in verband met de handhaving van intellectuele eigendom.

(39)

Naarmate de wereldeconomie steeds meer gedigitaliseerd wordt, is het risico van onrechtmatige verwerving, gebruik en openbaarmaking van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (handelsgeheimen) door middel van cyberaanvallen toegenomen. Dergelijke cyberaanvallen omvatten het uitvoeren van economische activiteiten die gericht zijn op het verkrijgen van handelsgeheimen, die later in aanmerking zouden kunnen komen voor bescherming van intellectuele eigendom. Kmo’s worden meer blootgesteld aan cyberaanvallen dan grotere bedrijven vanwege hun gebrek aan bewustzijn op het gebied van cyberveiligheid en hun onvoldoende degelijke cyberbeveiligingsmaatregelen. Cyberaanvallen berokkenen kmo’s ook ernstige economische schade en ondermijnen hun algehele concurrentievermogen. Zoals aangekondigd in het actieplan inzake intellectuele eigendom van 2020 werkt de Commissie aan een bewustmakingstoolkit voor kmo’s om hen te helpen cyberaanvallen tegen handelsgeheimen te voorkomen of erop te reageren.

(40)

De meeste Europese burgers zeggen een goed begrip te hebben van het begrip intellectuele-eigendomsrechten en een nog grotere meerderheid (93 %) vindt het belangrijk intellectuele-eigendomsrechten te beschermen. Het Europese publiek is zich ook op grote schaal bewust van de negatieve gevolgen van namaak, waarbij een grote meerderheid (ongeveer 80 %) van de Europeanen van mening is dat activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom: i) onethisch gedrag en criminele organisaties ondersteunen; ii) gevolgen hebben voor bedrijven en banen in gevaar brengen, en iii) een bedreiging vormen voor de gezondheid, de veiligheid en het milieu. Desondanks heeft meer dan een kwart van de jonge Europeanen (tussen 15 en 24 jaar) opzettelijk ten minste één nagemaakt product online gekocht (35). Dit toont aan dat er gerichte acties nodig zijn om deze trend tegen te gaan en om het verzamelen van bewijsmateriaal en de bewustmaking over de gezondheids- en veiligheidsrisico’s bij het kopen van namaakproducten verder te verbeteren. In dat verband heeft het EUIPO een netwerk van deskundigen van de ministeries van Onderwijs van de lidstaten en vertegenwoordigers van nationale bureaus voor intellectuele eigendom opgezet, met als doel de relevante besluitvormers bijeen te brengen en een gemeenschappelijke aanpak van intellectuele eigendom in het onderwijs te formuleren. Een van de meest zichtbare resultaten van dit netwerk is het project “Ideas Powered @School”, in het kader waarvan onderwijs- en opleidingsmateriaal over intellectuele eigendom wordt geproduceerd en verzameld.

(41)

Om ervoor te zorgen dat bevoegde autoriteiten, zoals douaneautoriteiten, politie en openbare ministeries, efficiënt en doeltreffend functioneren, moeten zij over de nodige grondige kennis van de bescherming en handhaving van intellectuele eigendom beschikken en altijd op de hoogte zijn van de laatste trends en technologische ontwikkelingen op dit gebied. In dat verband hebben het EUIPO en het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) reeds het virtuele opleidingscentrum inzake intellectuele-eigendomsrechten voor douaneautoriteiten, politiediensten, openbare ministeries en markttoezichtautoriteiten opgericht. Het EUIPO en het Cepol hebben ook op maat gesneden opleidingsmiddelen en -materiaal voor deze groepen gecreëerd. Daarnaast kan op verzoek van een lidstaat technische ondersteuning worden verleend aan de bevoegde nationale autoriteiten, overeenkomstig Verordening (EU) 2021/240.

(42)

De handel in namaakgeneesmiddelen in de EU is de afgelopen jaren toegenomen (36), waarbij geneesmiddelen in 2020 de op zes na meest in beslag genomen productcategorie aan de buitengrenzen van de EU waren. Namaakgeneesmiddelen worden ook op grote schaal online te koop aangeboden. Zij bevatten vaak giftige ingrediënten, ingrediënten van slechte kwaliteit of verkeerd gedoseerde ingrediënten en daarom worden zij ook beschouwd als vervalst geneesmiddel in de zin van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (37). Het moet consumenten makkelijker worden gemaakt om websites die online namaakgeneesmiddelen verkopen, te identificeren. Ondanks het feit dat Richtlijn 2001/83/EG sinds 2011 regels bevat voor een gemeenschappelijk logo aan de hand waarvan consumenten legale onlineapotheken kunnen identificeren, blijft de bewustmaking van de consument op dit gebied zeer laag.

(43)

Het verslag van de Commissie over de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen (38) heeft tot doel rechthebbenden, met name kmo’s, te informeren over mogelijke risico’s voor hun intellectuele-eigendomsrechten wanneer zij in bepaalde niet-EU-landen zakelijke activiteiten verrichten. Met het verslag wordt dus beoogd hen in staat te stellen bedrijfsstrategieën en -activiteiten uit te werken om de waarde van hun immateriële activa, zoals intellectuele eigendom, te beschermen. De Commissie heeft in China, Latijns-Amerika, Zuidoost-Azië, India en Afrika mkb-helpdesks op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten opgericht om EU-bedrijven te ondersteunen die hun intellectuele-eigendomsrechten in deze regio’s willen beschermen en handhaven. Deze diensten helpen marktdeelnemers uit de EU om zich vertrouwd te maken met het juridische kader voordat zij in deze regio’s een zakelijke activiteit starten.

(44)

De officiële watchlist inzake namaak en piraterij van de Commissie bevat voorbeelden van marktplaatsen of dienstverleners waarvan de exploitanten of eigenaars zich buiten de EU bevinden en die zich zouden bezighouden met namaakpraktijken en piraterij dan wel die zouden faciliteren of daarvan zouden profiteren. Het doel van deze watchlist is exploitanten en eigenaars, alsook de bevoegde nationale autoriteiten en regeringen, aan te moedigen de nodige acties te ondernemen en maatregelen te treffen om de beschikbaarheid van goederen of diensten die inbreuk maken op intellectuele eigendom op deze markten te verminderen. De watchlist is ook bedoeld om de consument bewuster te maken van de risico’s voor het milieu en voor de productveiligheid en andere risico’s van aankopen op potentieel problematische marktplaatsen. De watchlist wordt opgesteld in samenwerking met Europol en het EUIPO, wier deskundigheid, met name op het gebied van sociale media en onlineplatforms, bijdraagt tot een grondigere analyse van trends en uitdagingen met betrekking tot piraterij en namaak op onlinediensten van derde landen en de genomen maatregelen.

(45)

De toename van het aantal vrijhandelszones buiten de EU kan de verkoop van vermeende nagemaakte en door piraterij verkregen goederen vergemakkelijken omdat vrijhandelszones: i) voorzien in vrijstellingen van rechten en belastingen; ii) eenvoudigere administratieve procedures hebben, en iii) de rechtenvrije invoer van grondstoffen, machines, onderdelen en apparaten mogelijk maken. Sommige marktdeelnemers kunnen van het vermeende ontoereikende toezicht, ontoereikende controles en een gebrek aan transparantie in vrijhandelszones profiteren om activiteiten uit te voeren die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Om de situatie te verbeteren, heeft de Raad van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in 2019 zijn Aanbeveling inzake de bestrijding van illegale handel: meer transparantie in vrije zones aangenomen. Die aanbeveling bevat een bijlage over een gedragscode voor integere vrije zones met aanbevelingen voor marktdeelnemers in vrijhandelszones over de wijze waarop de beschikbaarheid van illegale goederen in hun vrijhandelszones kan worden beperkt. Vervolgens werd de OESO-aanbeveling bij een besluit van de Raad bekrachtigd (39). Het is in het belang van zowel rechthebbenden als consumenten in de EU dat marktdeelnemers in vrijhandelszones in de EU: i) zich houden aan de gedragscode voor integere vrije zones; ii) de transparantie van hun vrijhandelszones verbeteren, en zo iii) helpen de beschikbaarheid van goederen die vermoedelijk inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten in hun vrijhandelszones te verminderen.

(46)

Het is van essentieel belang dat de lidstaten en belanghebbenden relevante informatie uitwisselen over het vervolg dat aan deze aanbeveling en de uitvoering ervan is gegeven. Het EUIPO, dat een centrale rol speelt in de inspanningen van de EU om namaak te bestrijden en de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te verbeteren, moet de verspreiding en uitvoering van en het toezicht op deze aanbeveling ondersteunen. Met zijn brede expertise en netwerk van vertegenwoordigers van de openbare en particuliere sectoren moet het EUIPO worden aangemoedigd om informatie te helpen verzamelen, goede praktijken te monitoren en contacten met zijn netwerk te onderhouden om de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van handhaving tussen alle relevante belanghebbenden te versterken. Aangezien alternatieve geschillenbeslechting een eenvoudige, snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing voor geschillen over intellectuele eigendom biedt, moet het gebruik ervan worden uitgebreid en bevorderd. Het bemiddelingscentrum van het EUIPO zou dergelijke taken doeltreffend kunnen uitvoeren.

(47)

Om de eerbiediging van het grondrecht op bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en het vrije verkeer van persoonsgegevens te waarborgen, moet de verwerking van persoonsgegevens in het kader van maatregelen ter uitvoering van deze aanbeveling volledig in overeenstemming zijn met de regels inzake gegevensbescherming. Zij moet met name volledig in overeenstemming zijn met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (40) en Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad (41) en moet worden gemonitord door de bevoegde toezichthoudende autoriteiten.

(48)

Deze aanbeveling eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest zijn erkend. Deze aanbeveling moet met name waarborgen dat de artikelen 8, 11, 16, 17, 47 en 49 van het Handvest ten volle worden nageleefd.

(49)

Vanwege de complementariteit tussen deze aanbeveling, Verordening (EU) 2022/2065 en Aanbeveling (EU) 2023/1018 moeten de effecten van deze aanbeveling uiterlijk drie jaar na de goedkeuring van deze aanbeveling worden beoordeeld, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de bevindingen van het EUIPO,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

DOEL

1.

Deze aanbeveling moedigt de lidstaten, met inbegrip van de bevoegde nationale autoriteiten, rechthebbenden en andere marktdeelnemers, waaronder aanbieders van tussenhandelsdiensten, aan om doeltreffende, passende en evenredige maatregelen te nemen ter bestrijding van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, in zowel online- als offlineomgevingen, in overeenstemming met deze aanbeveling. Bij de uitvoering van aanbevolen maatregelen uit hoofde van deze aanbeveling moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de rechten en verplichtingen uit hoofde van het Unierecht, met name artikel 52 van het Handvest, worden geëerbiedigd.

2.

In deze aanbeveling wordt gewezen op de verplichtingen van de lidstaten, de rechthebbenden, de aanbieders van tussenhandelsdiensten en de afnemers van die diensten uit hoofde van het Unierecht, met name de Richtlijnen 98/44/EG (42), 98/71/EG (43), 2000/31/EG (44), 2001/29/EG, 2002/58/EG (45), 2004/48/EG, (EU) 2015/2436 (46) en (EU) 2019/790 (47), en de Verordeningen (EG) nr. 1610/96 (48), (EG) nr. 469/2009 (49), (EU) nr. 608/2013, (EU) 2017/1001 (50) en (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad.

3.

In deze aanbeveling worden geen maatregelen aanbevolen die binnen het toepassingsgebied van bindende bepalingen van het Unierecht vallen, noch wordt beoogd die bindende bepalingen uit te leggen. Wanneer er sprake is van strijdigheid of overlapping tussen een aanbeveling en een bindende bepaling van het Unierecht, is de bindende bepaling van het Unierecht van toepassing.

4.

De aanbeveling is niet van toepassing op legitiem handelsverkeer, waaronder:

a)

gevallen waar de relevante rechten zijn uitgeput in de zin van artikel 15 van Richtlijn (EU) 2015/2436, artikel 15 van Verordening (EU) 2017/1001, artikel 15 van Richtlijn 98/71/EG, artikel 21 van Verordening (EU) nr. 6/2002, en Richtlijn 2001/29/EG, Richtlijn (EU) 2019/790 en Richtlijn 2004/48/EG;

b)

elk rechtmatig gebruik van inhoud, zoals het gebruik van auteursrechtelijk beschermde inhoud onder beperkingen en uitzonderingen.

DEFINITIES

5.

Voor de toepassing van deze aanbeveling wordt verstaan onder:

a)

“activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom”: activiteiten zoals het vervaardigen, aanprijzen, verkopen of distribueren van namaakgoederen die het voorwerp zijn van een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op een merk, een octrooi of een geografische aanduiding, en door piraterij verkregen goederen of inhoud, die het voorwerp zijn van een handeling waarmee inbreuk wordt gemaakt op een model of auteursrecht, met inbegrip van daarmee verband houdende diensten, wanneer die handelingen op commerciële schaal worden verricht en het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven;

b)

“marktdeelnemers”: fabrikanten, gemachtigde vertegenwoordigers, importeurs, distributeurs, fulfilmentdienstverleners of andere natuurlijke of rechtspersonen, met inbegrip van rechthebbenden en aanbieders van tussenhandelsdiensten;

c)

“aanbieder van tussenhandelsdiensten”: een marktdeelnemer die een dienst aanbiedt die door een of meer personen kan worden gebruikt voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom en die niet noodzakelijkerwijs een specifieke relatie heeft, bijvoorbeeld via een contractuele band, met die andere personen, en die, in voorkomend geval, diensten kan omvatten die worden verleend door aanbieders van vervoers- en logistieke diensten, betalingsdienstaanbieders, aanbieders van sociale media en aanbieders van domeinnamen (51);

d)

“aanbieder van sociale media”: een aanbieder van tussenhandelsdiensten die gebruikers in staat stelt online-inhoud, -informatie of -communicatie te creëren, te delen of erop te reageren;

e)

“aanbieder van vervoers- en logistieke diensten”: een tussenpersoon die het vervoer van goederen organiseert en/of uitvoert vanaf een punt van oorsprong, bv. de verzender, tot een punt van bestemming, bv. de ontvanger, met behulp van een schip, aak, weg-, spoor- of luchtvervoer of andere vervoermiddelen;

f)

“bevoegde autoriteiten”: overheidsinstanties met bevoegdheden op het gebied van onderzoek en/of handhaving van intellectuele-eigendomsrechten op nationaal en EU-niveau.

HOOFDSTUK 2

BEVORDERING VAN SAMENWERKING, COÖRDINATIE EN INFORMATIE-UITWISSELING TER BESCHERMING VAN INNOVATIE EN INVESTERINGEN

Samenwerking bevorderen door middel van vrijwillige instrumenten

6.

Rechthebbenden en aanbieders van tussenhandelsdiensten worden aangemoedigd:

a)

deel te nemen aan vrijwillige samenwerkingsinstrumenten op EU- of nationaal niveau, zoals het MoU inzake namaak en het MoU inzake reclame;

b)

deel te nemen aan het proces inzake de modernisering van de MoU’s inzake namaak en het MoU inzake reclame en zich te houden aan de gemoderniseerde MoU’s zodra deze zijn opgezet.

7.

De lidstaten worden aangemoedigd om de deelname te bevorderen van marktdeelnemers, zoals aanbieders van tussenhandelsdiensten, met inbegrip van elektronische marktplaatsen, aanbieders van vervoers- en logistieke diensten, betalingsdienstaanbieders, aanbieders van sociale media, aanbieders van domeinnaamdiensten en belanghebbenden uit de onlinereclamesector, aan deze vrijwillige samenwerkingsinstrumenten en aan de modernisering van het MoU inzake namaak en het MoU inzake reclame, met inbegrip van de mogelijke omzetting ervan in gedragscodes overeenkomstig de artikelen 45 en 46 van Verordening (EU) 2022/2065.

Versterking van de rol van de ondertekenaars van het MoU inzake namaak als “betrouwbare flaggers”

8.

Rechthebbenden en hun vertegenwoordigers die het MoU inzake namaak hebben ondertekend, worden aangemoedigd om de status van betrouwbare flagger aan te vragen om in aanmerking te komen voor de specifieke behandeling in Verordening (EU) 2022/2065 met betrekking tot meldingen die door betrouwbare flaggers worden ingediend, voor zover zij voldoen aan de eisen van artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2065.

Aanbieders van vervoers- en logistieke diensten: voorkomen van misbruik van hun diensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom

9.

Om misbruik van hun diensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom te voorkomen — hetzij voor goederen die de EU binnenkomen, hetzij met betrekking tot het handelsverkeer binnen de EU —, worden aanbieders van vervoers- en logistieke diensten die rechtstreekse contractuele betrekkingen onderhouden met de verzender of ontvanger, aangemoedigd om de volgende goede praktijken toe te passen in volledige overeenstemming met het Unierecht, onder meer voor de verwerking van persoonsgegevens:

a)

in hun algemene voorwaarden duidelijk het volgende vermelden:

1)

onder welke omstandigheden zij, in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving, het recht hebben een zending te openen en te inspecteren om na te gaan of die zending goederen bevat die inbreuk maken op intellectuele eigendom;

2)

de procedure om de ontvanger of eigenaar van de goederen in kennis te stellen van het resultaat van die beoordeling in alle omstandigheden, ongeacht of er bewijs van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom wordt gevonden;

3)

de rechtsmiddelen en de schadevergoeding waarover de ontvanger of eigenaar van de zending beschikt wanneer de zendingen worden geopend en er geen bewijs is van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom;

b)

beschikken over een systeem voor het verifiëren van gegevens in verband met de zending, met als doel vóór aankomst betrouwbare gegevens aan de douaneautoriteiten toe te zenden wanneer deze daarom verzoeken en zo bij te dragen tot een doeltreffende douanerisicobeoordeling ten aanzien van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Deze verificatie omvat, voor zover dit praktisch haalbaar is, de volgende elementen:

1)

het controleren van de verstrekte bedrijfsgegevens, voor zover deze openbaar en kosteloos zijn;

2)

het controleren van de informatie van de verzender en de ontvanger aan de hand van gegevens die openbaar en gratis zijn en die de opsporing van illegale goederen en mogelijke inbreuken op intellectuele eigendom ondersteunen.

Betalingsdienstaanbieders: voorkomen van misbruik van hun diensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom

10.

Om misbruik van hun diensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom te voorkomen, worden betalingsdienstaanbieders aangemoedigd de volgende goede praktijken toe te passen:

a)

het in hun algemene voorwaarden, als grond voor schorsing of beëindiging van hun overeenkomst met verkopers, duidelijk vermelden van alle bevindingen, ook van de bevoegde autoriteit, van het gebruik van hun betalingsdiensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom;

b)

het opzetten van meldingsmechanismen waarmee rechthebbenden die van hun betalingsdiensten gebruikmaken melding kunnen maken van elke inbreuk op intellectuele eigendom;

c)

voor zover dit technisch en economisch haalbaar is, het beschikken over een informatiesysteem aan de hand waarvan marktdeelnemers kunnen worden geïdentificeerd die betrokken zijn bij activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, in verschillende betalingsdiensten, wanneer één betalingsdienstaanbieder zijn diensten met die marktdeelnemers heeft beëindigd op grond van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom;

d)

het met andere betalingsdienstaanbieders uitwisselen van informatie over trends met betrekking tot activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom en het nemen van specifieke maatregelen tegen herhaald misbruik van hun diensten, met name wanneer een bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat hun diensten zijn gebruikt voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom.

11.

Elke verwerking van persoonsgegevens moet plaatsvinden met volledige inachtneming van het Unierecht. Deze aanbeveling mag er niet toe leiden dat betalingsdienstaanbieders verplicht worden een systeem te installeren voor het filteren van alle of bepaalde betalingen die via hun diensten voor al hun klanten verlopen.

Aanbieders van sociale media: voorkomen van misbruik van hun diensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom

12.

Om misbruik van hun diensten voor activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom te voorkomen, worden aanbieders van sociale media aangemoedigd de volgende goede praktijken toe te passen:

a)

het ondersteunen van rechthebbenden, met name merkhouders, en bevoegde autoriteiten bij de bestrijding van illegaal gebruik van hun merken in namen van socialemedia-accounts, met name in privécommunicatie of gesloten groepen, onder meer door merkhouders geverifieerde accounts te verstrekken;

b)

het beschikken over passende systemen om natuurlijke personen of rechtspersonen te identificeren die hun diensten zouden misbruiken om activiteiten te verrichten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, en om naar aanleiding van die identificatie actie te ondernemen;

c)

het hanteren van een beleid dat beheerders van socialemediagroepen bewust maakt van het risico van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom door gebruikers van sociale media in privécommunicatie of in gesloten groepen.

13.

Elke verwerking van persoonsgegevens moet plaatsvinden met volledige inachtneming van het Unierecht. Deze aanbeveling heeft op geen enkele wijze gevolgen voor het legitieme gebruik van de dienst en mag er niet toe leiden dat aanbieders van sociale media maatregelen nemen die gevolgen zouden hebben voor de vrijheid van meningsuiting en van informatie van de gebruikers van hun diensten.

Aanbieders van domeinnamen: waarborgen van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten in het domeinnaamsysteem

14.

Registers voor topleveldomeinnamen en entiteiten die domeinnaamregistratiediensten verlenen die in de EU zijn gevestigd en/of diensten aanbieden in de EU, worden aangemoedigd om de volgende goede praktijken toe te passen:

a)

het in hun algemene voorwaarden bepalen dat de vaststelling door de bevoegde autoriteit van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom met betrekking tot een domeinnaam of het gebruik daarvan kan leiden tot beëindiging van de registratie en/of schorsing en schrapping van de delegatie van de domeinnaam;

b)

het tijdens het registratieproces aan registranten verstrekken van links naar relevante openbare en online doorzoekbare IP-registers om registranten in staat te stellen de domeinnaam te controleren op mogelijke conflicten met geregistreerde intellectuele-eigendomsrechten. In dit verband worden registers voor topleveldomeinnamen die in de EU zijn gevestigd en/of diensten aanbieden in de EU aangemoedigd om samen te werken met het EUIPO op basis van vrijwillige overeenkomsten om voor de topleveldomeinen onder hun beheer het bestaande informatie- en waarschuwingssysteem over te nemen dat momenteel wordt beheerd door het EUIPO en het EURid voor Uniemerken en het topleveldomein “.eu”, en ze uit te breiden naar geografische aanduidingen;

c)

het beschikbaar stellen van verificatieprocedures voor domeinnaamregistratiegegevens, bv. door gebruik te maken van oplossingen voor elektronische identificatie en/of openbaar toegankelijke registers, zoals registers van de burgerlijke stand en handelsregisters, om de identiteit van de registrant te verifiëren met volledige inachtneming van het recht op gegevensbescherming;

d)

het nemen van vrijwillige maatregelen om onjuiste registratiegegevens voor bestaande domeinnamen op te sporen en registranten een redelijke termijn toe te staan om dergelijke gegevens te corrigeren of aan te vullen, waarna een kennisgeving van schorsing van de delegatie van hun domeinnaam kan worden gedaan.

15.

Wanneer er toegang wordt gevraagd tot domeinnaamregistratiegegevens die persoonsgegevens zijn, worden registers voor topleveldomeinnamen en entiteiten die domeinnaamregistratiediensten verlenen die in de EU zijn gevestigd en/of diensten aanbieden in de EU, aangemoedigd om natuurlijke of rechtspersonen die een verzoek inzake een recht op informatie overeenkomstig Richtlijn 2004/48/EG indienen, te erkennen als verzoekers om legitieme toegang.

16.

Met het oog op de herziening van de regeling inzake geografische aanduidingen voor landbouwproducten en de nieuwe regeling inzake geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten, die vanaf december 2025 volledig van toepassing zal zijn (52), wordt het EUIPO aangemoedigd het huidige informatie- en waarschuwingssysteem uit te breiden tot geografische aanduidingen.

17.

Registranten moeten het recht hebben beroep in te stellen tegen elke schorsing of schrapping van de door hen geregistreerde domeinnaam.

18.

Elke verwerking van persoonsgegevens moet plaatsvinden met volledige inachtneming van het Unierecht.

Aanwijzing van één contactpunt voor de handhaving van intellectuele eigendom

19.

Bevoegde autoriteiten, rechthebbenden en aanbieders van tussenhandelsdiensten worden aangemoedigd een contactpunt voor de handhaving van intellectuele eigendom aan te wijzen en dit duidelijk aan te geven op hun website en andere relevante communicatiekanalen. Zij worden voorts aangemoedigd om het IPEP te gebruiken om hun aangewezen contactpunt voor de handhaving van intellectuele eigendom te delen.

Bevordering van bestaande instrumenten om samenwerking en informatie-uitwisseling te vergemakkelijken

20.

De lidstaten worden aangemoedigd het gebruik van technische instrumenten te bevorderen om de coördinatie, informatie-uitwisseling en communicatie tussen rechthebbenden en bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken door:

a)

het gebruik van het IPEP voor veilige informatie-uitwisseling te bevorderen, onder meer door rechthebbenden voor de indiening van elektronische verzoeken tot optreden via een portaal voor bedrijven, dat het IPEP-portaal voor bedrijven voor het Copis (53) kan zijn, of een van de door de lidstaten ontwikkelde nationale portalen;

b)

de markttoezichtautoriteiten aan te moedigen het ICSMS te gebruiken en alle bevoegde autoriteiten aan te moedigen de Safety Gate van de EU te gebruiken voor het signaleren en doorgeven van producten die zijn nagemaakt of door piraterij zijn verkregen;

c)

nationale rechterlijke instanties aan te moedigen de verzameling belangrijke beslissingen inzake handhaving van het EUIPO te raadplegen.

21.

Wanneer de relevante bevoegde autoriteiten, met inbegrip van markttoezichtautoriteiten, onvoldoende gebruikmaken van deze instrumenten, worden de lidstaten aangemoedigd de nodige personele en technische middelen in te zetten om het gebruik van de bovengenoemde instrumenten te doen toenemen.

22.

Het EUIPO wordt aangemoedigd om te zoeken naar manieren voor verdere samenwerking met andere partners bij de uitwisselingen in het IPEP, waaronder tussenpersonen zoals betalingsdienstaanbieders.

Bevorderen van doeltreffende informatie-uitwisseling tussen alle actoren in de waardeketen

23.

De lidstaten worden aangemoedigd inlichtingen en gegevens uit te wisselen over nieuwe trends op het gebied van namaak en piraterij, inbeslagnemingen, risicobeoordelingen, lijsten van websites waarop volgens bevoegde autoriteiten activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom hebben plaatsgevonden (websites die inbreuk maken op intellectuele eigendom), en goede praktijken om activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom aan te pakken, zoals bepaald in het Unierecht. Zij moeten deze delen met EU-organen die actief zijn op dit gebied, zoals het OLAF, Europol, het EUIPO en de Commissie, en daarbij optimaal gebruikmaken van de beschikbare juridische en technische instrumenten.

24.

Marktdeelnemers worden aangemoedigd om overeenkomstig het Unierecht informatie uit te wisselen met de bevoegde autoriteiten, onder meer over de oorsprong en distributiekanalen van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom, alsook over de tactieken en gedragingen van vermeende inbreukmakers. Zij worden ook aangemoedigd om nieuwe manieren te verkennen om informatie uit te wisselen over personen die online of offline herhaaldelijk activiteiten verrichten die inbreuk maken op intellectuele eigendom.

25.

De relevante bevoegde autoriteiten worden aangemoedigd om, spontaan of op speciaal verzoek, strategische of technische informatie op nationaal en EU-niveau uit te wisselen of te delen, om bij te dragen aan hun risicoanalyse en andere inlichtingen met behulp van instrumenten die hun ter beschikking worden gesteld (54).

26.

De relevante EU-organen en bevoegde autoriteiten worden aangemoedigd om na te gaan of hun risicoanalyse en andere inlichtingensystemen openbaar en interoperabel kunnen worden gemaakt, zodat mogelijke raakvlakken met eerdere inbreuken op intellectuele eigendom en misdrijven in verband met intellectuele eigendom kunnen worden doorzocht. In dit verband wordt het EUIPO aangemoedigd om het verzamelen van gegevens, het zoeken naar gegevens en het opzetten en gebruiken van “gegevensdashboards” te ondersteunen door middel van de werkzaamheden van de technische groep inzake de handhaving van intellectuele eigendom en gegevensuitwisseling.

27.

Met de samenwerking tussen het EUIPO en verschillende met handhaving verband houdende EU-organen, waaronder Europol, het OLAF, het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (“Eurojust”), het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) en het Cepol, moet de strijd tegen activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom ondersteund en gestroomlijnd blijven. Het EUIPO moet bijdragen tot en steun verlenen aan de versterking van het netwerk. Het delen van informatie tussen alle actoren die worden getroffen door activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom moet in overeenstemming zijn met het Unierecht, met inbegrip van de mededingingsregels, en met de beginselen van de richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten, met name de beginselen inzake informatie-uitwisseling en de verwerking van persoonsgegevens, het recht op een persoonlijke levenssfeer en het recht op ondernemerschap en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte (55).

De markttoezichtautoriteiten nauwer betrekken bij de strijd tegen namaak

28.

De lidstaten worden aangemoedigd om markttoezichtautoriteiten de vaardigheden en middelen toe te vertrouwen om in hun onderzoeken toezicht te houden op activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom.

29.

De lidstaten worden aangemoedigd een betere coördinatie en samenwerking te bevorderen tussen markttoezichtautoriteiten en andere autoriteiten die belast zijn met de handhaving van intellectuele eigendom, met name door meer informatie-uitwisseling en betere coördinatie te eisen bij het nemen van maatregelen ter bestrijding van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Het EUIPO wordt aangemoedigd deze samenwerking te ondersteunen door middel van opleidingen, onder meer voor instrumenten voor informatie-uitwisseling, en gezamenlijke acties om namaakgoederen op te sporen en verder bewijsmateriaal te verzamelen over de gezondheids- en veiligheidsrisico’s van namaakgoederen.

HOOFDSTUK 3

VERDERE ONTWIKKELING VAN PROCEDURES VOOR DE HANDHAVING VAN INTELLECTUELE EIGENDOM

Bevordering van procedures voor alternatieve geschillenbeslechting

30.

Nationale bureaus voor intellectuele eigendom die bemiddelingsdiensten aanbieden en andere aanbieders van alternatieve geschillenbeslechting worden aangemoedigd bemiddelingsdiensten te verlenen voor andere met intellectuele eigendom verband houdende geschillen dan inschrijvings- en oppositieprocedures.

31.

Registers voor topleveldomeinnamen die in de EU zijn gevestigd en/of diensten aanbieden in de EU, worden aangemoedigd om te voorzien in een procedure voor alternatieve geschillenbeslechting waarin intellectuele-eigendomsrechten kunnen worden ingeroepen door:

a)

rekening te houden met de internationale goede praktijken op dit gebied en met name met de desbetreffende aanbevelingen van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom om ervoor te zorgen dat speculatieve en onrechtmatige inschrijvingen zo veel mogelijk worden vermeden;

b)

zich te houden aan uniforme procedureregels in overeenstemming met die van het door de ICANN vastgestelde eenvormige beleid voor de beslechting van geschillen inzake domeinnamen.

32.

Na een procedure voor alternatieve geschillenbeslechting waarin de rechthebbende heeft gewonnen en die als definitief kan worden beschouwd of waartegen geen beroep kan worden ingesteld, wordt het register aangemoedigd de domeinnaam in te trekken of op verzoek over te dragen aan de winnende partij.

33.

Elke procedure voor alternatieve geschillenbeslechting moet in overeenstemming zijn met het toepasselijke Unierecht of nationale recht, onder meer met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, het recht op een persoonlijke levenssfeer, het recht op ondernemerschap en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte.

Bevordering van het gebruik van dynamische rechterlijke bevelen

34.

De lidstaten worden aangemoedigd te voorzien in de mogelijkheid om een rechterlijk bevel uit te vaardigen tegen een inbreukmaker of een bepaalde aanbieder van tussenhandelsdiensten, dat kan worden uitgebreid tot activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom die nog niet zijn geïdentificeerd op het moment van het verzoek om een bevel, maar die betrekking hebben op zeer vergelijkbare feitelijke omstandigheden die aanleiding geven tot de vermeende inbreuk op het betrokken intellectuele-eigendomsrecht.

35.

Marktdeelnemers wordt verzocht technische oplossingen verder te ontwikkelen en te gebruiken voor het opsporen van herhaalde inbreuken op hetzelfde intellectuele-eigendomsrecht door dezelfde natuurlijke of rechtspersoon en met soortgelijke middelen, bijvoorbeeld door identieke websites te maken, door het gebruik van een dominerend element van een merk online of offline of door herhaalde opslag van namaakgoederen in dezelfde opslagruimte.

36.

Bij het invoeren of toepassen van regels inzake bevelen worden de lidstaten aangemoedigd rekening te houden met het feit dat de in het bevel vervatte maatregelen niet onredelijk belastend mogen zijn voor de adressaten.

37.

De lidstaten worden aangemoedigd te bepalen dat de duur van het bevel niet langer is dan wat nodig is om de rechthebbenden effectief te beschermen.

38.

Elke bevelprocedure moet in overeenstemming zijn met het toepasselijke Unierecht of nationale recht, onder meer met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, het recht op een persoonlijke levenssfeer, het recht op ondernemerschap en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte.

Waarborgen van het recht op informatie voor de handhaving van intellectuele eigendom

39.

De lidstaten worden aangemoedigd te voorzien in de mogelijkheid voor de bevoegde rechterlijke instanties om, op gerechtvaardigd en redelijk verzoek van de eiser in een procedure, openbaarmaking van de relevante informatie te gelasten teneinde inbreuken op intellectuele eigendom die niet op commerciële schaal plaatsvinden, doeltreffend te bestrijden. Daartoe kan de relevante informatie bestaan uit dezelfde informatie waarom overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2004/48/EG kan worden verzocht, met inbegrip van het e-mailadres, het telefoonnummer en het IP-adres met betrekking tot vermeende inbreukmakers of deelnemers aan vermeende inbreukmakende activiteiten.

40.

De lidstaten worden aangemoedigd ervoor te zorgen dat het voor een verzoek om informatie op grond van artikel 8 van Richtlijn 2004/48/EG volstaat dat aan de bevoegde rechter redelijkerwijs beschikbaar bewijsmateriaal wordt verstrekt waaruit met voldoende zekerheid blijkt dat de verzoeker de rechthebbende is.

41.

Het uitwisselen van informatie, die persoonsgegevens kan omvatten, is van het grootste belang voor een efficiënte en doeltreffende bestrijding van activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom. Om rechthebbenden in staat te stellen eerlijke en billijke civiele handhavingsprocedures in te leiden tegen partijen die inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten, moeten marktdeelnemers worden aangemoedigd relevante informatie en bewijsmateriaal te delen met rechthebbenden met het oog op civielrechtelijke handhaving. Daarnaast worden marktdeelnemers aangemoedigd rekening te houden met:

a)

het feit dat het belang van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde om de persoonsinformatie te verkrijgen van een persoon die schade zou hebben toegebracht aan zijn eigendom, teneinde tegen die persoon een vordering tot schadevergoeding of de invordering van schuldvorderingen in te stellen, een rechtmatig belang kan vormen in de zin van artikel 6, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2016/679;

b)

de besluitvormingspraktijk van de nationale autoriteiten voor gegevensbescherming en alle relevante richtsnoeren van het Europees Comité voor gegevensbescherming.

Ervoor zorgen dat een passende schadevergoeding wordt toegekend

42.

De lidstaten worden aangemoedigd ervoor te zorgen dat de rechthebbenden in het kader van procedures inzake de handhaving van intellectuele eigendom een passende schadevergoeding kunnen ontvangen om de daadwerkelijk veroorzaakte schade te vergoeden, met behulp van een methode voor het berekenen van de schadevergoeding die alle aspecten van de geleden schade bestrijkt, met inbegrip van:

a)

een vergoeding van de morele schade die de rechthebbende heeft geleden;

b)

een vergoeding van de kosten die verband houden met het onderzoeken en opsporen van mogelijke inbreuken;

c)

een vergoeding die de rente over de verschuldigde bedragen dekt.

43.

De lidstaten worden eraan herinnerd dat het feit dat Richtlijn 2004/48/EG voor de lidstaten geen verplichting inhoudt om te voorzien in een zogenaamde “niet-compensatoire” schadevergoeding volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie (56) niet kan worden uitgelegd als een verbod om in passende gevallen een dergelijke maatregel in te voeren. De lidstaten worden daarom aangemoedigd om, in overeenstemming met hun constitutionele en juridische tradities en in volledige overeenstemming met het Handvest, te overwegen een niet-compensatoire schadevergoeding toe te kennen als een rechtsmiddel in de meest schadelijke gevallen van inbreuk op intellectuele eigendom.

Snellere, goedkopere en milieuvriendelijkere opslag en verwijdering van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom

44.

De lidstaten en de marktdeelnemers worden aangemoedigd om de Commissie en het EUIPO te ondersteunen bij:

a)

het onderzoeken de mogelijke vermindering van de duur en de kosten van de opslag en vernietiging van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom die aan de grenzen van de EU worden vastgehouden of op de interne markt in beslag worden genomen en waarvoor een bevel tot vernietiging is uitgevaardigd;

b)

het verzamelen en delen van goede praktijken inzake milieuveilige opslag- en verwijderingsmethoden en -praktijken van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom waarvoor een bevel tot vernietiging is uitgevaardigd, teneinde kennis op te bouwen, nationale praktijken op elkaar af te stemmen en de bewustmaking te vergroten van de relevante actoren die belast zijn met de opslag en verwijdering van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom, met inbegrip van goede praktijken op het gebied van milieuveilige opslag.

45.

De lidstaten en marktdeelnemers worden aangemoedigd ervoor te zorgen dat goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom waarvoor een bevel tot vernietiging is uitgevaardigd, worden voorbereid voor hergebruik, recycling of andere nuttige toepassing en slechts als laatste oplossing worden verbrand of afgevoerd naar stortplaatsen, wanneer dergelijke oplossingen het beste resultaat opleveren voor het milieu en de menselijke gezondheid. In dergelijke gevallen moet bijzondere aandacht worden besteed aan goederen die gevaarlijke stoffen of mengsels bevatten.

46.

De lidstaten worden aangemoedigd de Commissie en het EUIPO informatie te verstrekken over de kosten en de beschikbare marktdeelnemers die opslag- en/of milieuveilige verwijderingsdiensten aanbieden, ook in het geval van recycling.

Verhoging van de doeltreffendheid van strafrechtelijke sancties en onderzoeken

47.

De lidstaten worden aangemoedigd de beschikbare maximale straf van vrijheidsontneming voor de ernstigste vormen van misdrijven in verband met opzettelijke namaak en piraterij die door criminele organisaties op commerciële schaal worden gepleegd, opnieuw te beoordelen en waar nodig te verhogen.

48.

De lidstaten worden aangemoedigd ervoor te zorgen dat bij het bepalen van de passende hoogte van de sanctie in individuele gevallen rekening kan worden gehouden met het bedrag van de illegale voordelen die worden gegenereerd of verwacht, en met het bedrag van de veroorzaakte schade. De lidstaten worden aangemoedigd ervoor te zorgen dat de wereldwijde groepsomzet van een rechtspersoon in aanmerking kan worden genomen bij de vaststelling van passende financiële sancties in een individueel geval.

49.

De lidstaten worden aangemoedigd opnieuw na te gaan of het noodzakelijk is om, met inachtneming van de nodige waarborgen in het Unierecht of het nationale recht, te voorzien in infiltratieoperaties of deze toe te staan bij onderzoeken naar de ernstigste vormen van misdrijven in verband met opzettelijke namaak en piraterij die door criminele organisaties op commerciële schaal worden gepleegd.

50.

De lidstaten worden aangemoedigd om overeenkomstig de toepasselijke regels onderzoek te doen naar de financiële gevolgen van strafbare feiten in verband met intellectuele-eigendomsrechten en om, waar mogelijk en passend, de “follow-the-money”-onderzoeksstrategie toe te passen.

51.

De lidstaten worden aangemoedigd te zorgen voor volledige of gedeeltelijke specialisatie van de eenheden binnen hun bevoegde autoriteiten en openbare ministeries die verantwoordelijk zijn voor het onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten in verband met intellectuele-eigendomsrechten.

52.

De lidstaten worden aangemoedigd ervoor te zorgen dat hun bevoegde autoriteiten systematisch gebruikmaken van de grensoverschrijdende aspecten van hun onderzoeken en samenwerken met de relevante tegenhangers via passende EU-organen en -agentschappen, zoals Eurojust, het OLAF en Europol.

53.

Alle maatregelen die in dit hoofdstuk aan de lidstaten worden aanbevolen, zouden in overeenstemming moeten zijn met de toepasselijke regels van het Unierecht, het nationaal recht en het internationaal recht, ook wat betreft de bescherming van de grondrechten van alle betrokken partijen.

HOOFDSTUK 4

PRAKTIJKEN OP HET GEBIED VAN INTELLECTUELE EIGENDOM AANPASSEN AAN AI EN VIRTUELE WERELDEN

Optimaal gebruikmaken van nieuwe technologieën om activiteiten die inbreuk maken op intellectuele eigendom te bestrijden

54.

Rechthebbenden en aanbieders van tussenhandelsdiensten worden aangemoedigd EU-brede oplossingen vast te stellen voor geavanceerde traceringssystemen (zoals het digitale productpaspoort en tokeniseringsoplossingen — op basis van blockchain of andere) die marktdeelnemers en douaneautoriteiten zullen helpen door pakketten in de waardeketen te volgen, maar die ook het delen van gegevens overeenkomstig het Unierecht zullen vergemakkelijken.

55.

Marktdeelnemers, met name aanbieders van tussenhandelsdiensten en rechthebbenden, worden aangemoedigd om gebruik te maken van geavanceerde methoden en technologieën zoals methoden voor gegevensanalyse, geautomatiseerde systemen voor de herkenning van inhoud en algoritmen voor machinaal leren (met inbegrip van deep learning) om online namaakgoederen, met inbegrip van goederen die inbreuk maken op modellen, op te sporen.

56.

De lidstaten worden aangemoedigd AI-systemen te gebruiken om namaak te bestrijden, de handhavingsmaatregelen te verbeteren en de diensten voor aanvragers van intellectuele-eigendomsrechten te verbeteren. In dit verband worden de lidstaten ertoe aangemoedigd:

a)

AI-systemen toe te passen om het proces van het aanvragen van intellectuele-eigendomsrechten doeltreffend te vereenvoudigen en te verbeteren, door aanvragers een soepelere en gebruiksvriendelijkere ervaring te bieden;

b)

de bevoegde autoriteiten aan te moedigen om AI-systemen te gebruiken om het proces van het opsporen en bestrijden van nagemaakte en door piraterij verkregen goederen en online-inhoud te stroomlijnen en te verbeteren.

57.

Elk gebruik van technologie zou in overeenstemming moeten zijn met het toepasselijke Unierecht of nationale recht, onder meer met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, het recht op een persoonlijke levenssfeer, het recht op ondernemerschap en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte.

De bewustmaking over nieuwe technologieën vergroten en kmo’s in staat stellen deze technologieën te gebruiken

58.

De lidstaten worden aangemoedigd om het publiek bewuster te maken van de technologieën en oplossingen die moeten worden gebruikt bij de bestrijding van namaak en piraterij, zoals die welke worden genoemd in de gids voor technologie ter bestrijding van namaak en piraterij van het EUIPO. In dit verband wordt de governance van het EBSI aangemoedigd om de strijd tegen van namaak en piraterij te aan te nemen als een nieuwe use case van het EBSI, wat anderen zou kunnen aanmoedigen om tot nieuwe oplossingen ter bestrijding van namaak te komen op basis van “distributed ledger”-technologieën.

59.

De lidstaten en belanghebbenden uit de sector worden aangemoedigd nauw samen te werken met de Commissie bij de ontwikkeling van een uitgebreide controlelijst die is toegesneden op kmo’s. Deze controlelijst is bedoeld om kmo’s houvast te bieden bij de uitdagingen en de kansen die AI-technologieën met zich meebrengen. De controlelijst zal er met name op gericht zijn kmo’s in staat te stellen hun intellectuele-eigendomsrechten en handelsgeheimen bij het gebruik van AI-systemen doeltreffend te beschermen, en hen praktische inzichten te verschaffen om hen te helpen contractbepalingen door te nemen, waardoor zij een grondig inzicht krijgen in de gevolgen van AI voor intellectuele eigendom.

Bescherming en eerbiediging van intellectuele-eigendomsrechten in virtuele werelden en andere online-omgevingen

60.

De lidstaten worden aangemoedigd om marktdeelnemers bewuster te maken van de momenteel geldende regels voor intellectuele eigendom (bv. toestemming van de rechthebbenden verkrijgen bij het invoeren van door intellectuele eigendom beschermd materiaal in virtuele werelden) en van de gevolgen van het gebruik van NFT’s in virtuele werelden voor intellectuele eigendom.

61.

Rechthebbenden, bureaus voor intellectuele eigendom en andere belanghebbenden worden aangemoedigd om met de Commissie in dialoog te treden over de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met name merken en modellen, met inbegrip van NTFS, in dergelijke nieuwe omgevingen. Om het volledige potentieel van nieuwe technologieën te onderzoeken en de introductie daarvan te stimuleren, zal de Commissie een sectorale dialoog bevorderen die als klankbord moet fungeren en gelijke tred houdt met de talrijke initiatieven op dit vlak, in overeenstemming met het actieplan inzake intellectuele eigendom van 2020.

HOOFDSTUK 5

KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN INSTRUMENTEN BIEDEN OM HUN IMMATERIËLE ACTIVA BETER TE BESCHERMEN

Kmo-fonds: nieuwe ondersteunende diensten voor kmo’s op het gebied van de handhaving van intellectuele eigendom (voucher voor de handhaving van intellectuele-eigendomsscans)

62.

In het kader van het kmo-fonds zal een deskundige op het gebied van de handhaving van intellectuele-eigendomsscans initieel advies verstrekken aan kmo’s:

a)

de lidstaten worden aangemoedigd om via hun bureaus voor intellectuele eigendom deel te nemen aan de dienst voor de handhaving van intellectuele-eigendomsscans en om het kmo-fonds en de bijbehorende handhavingsvoucher onder de aandacht te brengen;

b)

marktdeelnemers die kmo’s zijn, wordt verzocht gebruik te maken van de dienst voor de handhaving van intellectuele-eigendomsscans om hun strategie voor de handhaving van intellectuele eigendom te verbeteren;

c)

kmo-verenigingen wordt verzocht het kmo-fonds en de bijbehorende handhavingsvoucher onder hun respectieve leden onder de aandacht te brengen.

Toolkit voor de preventie van cyberdiefstal

63.

De lidstaten en het EUIPO worden aangemoedigd hun innovatieve kmo’s bewust te maken van het belang van cyberbeveiliging in verband met hun niet-openbaar gemaakte informatie, handelsgeheimen en knowhow die in bedrijfsactiviteiten worden gebruikt. Daartoe worden de lidstaten en het EUIPO aangemoedigd om:

a)

de bewustmakingstoolkit onder de aandacht te brengen die door de Commissie wordt ontwikkeld ter voorkoming van het illegaal verkrijgen van handelsgeheimen van kmo’s door middel van inbreuken op de cyberveiligheid, hacking en andere cyberaanvallen;

b)

de instrumenten in de toolkit te verspreiden (met name de sectorale handleiding voor bedrijven, veelgestelde vragen, casestudy’s en goede praktijken op het gebied van cyberbeveiliging die door bedrijven worden toegepast) en contact op te nemen met kamers van koophandel en bedrijfsverenigingen om kmo’s aan te moedigen deel te nemen aan gratis onlinecursussen en webinars over cyberbeveiliging;

c)

de andere bewustmakingsinstrumenten die op het portaal met informatie over cyberbeveiliging beschikbaar zijn gesteld, te bevorderen om kmo’s te helpen hun intellectuele eigendom en handelsgeheimen beter te beschermen en cyberaanvallen doeltreffender te voorkomen.

64.

Marktdeelnemers worden aangemoedigd om:

a)

hun bescherming tegen cyberaanvallen te verbeteren door onder meer gebruik te maken van instrumenten van overheidsinstanties, waaronder de toolkit van de Commissie die gericht is op het voorkomen van en reageren op cyberaanvallen die tot doel hebben handelsgeheimen te bemachtigen;

b)

hun personeel op te leiden in het voorkomen en beheren van en het reageren op cyberaanvallen die gericht zijn op hun handelsgeheimen, door gebruik te maken van de gratis opleidingscursussen en ander opleidings- en informatiemateriaal dat de Commissie daarvoor heeft ontwikkeld in het kader van de toolkit voor de preventie van cyberdiefstal.

HOOFDSTUK 6

BEVORDERING VAN DE BEWUSTMAKING, DE OPLEIDING EN HET ONDERWIJS OP HET GEBIED VAN INTELLECTUELE EIGENDOM BIJ ALLE RELEVANTE BELANGHEBBENDEN

Bevordering van kennis en opleiding op het gebied van intellectuele eigendom in de nationale onderwijsprogramma’s

65.

De lidstaten worden aangemoedigd om in hun nationale onderwijsprogramma’s en in de beroepsopleiding, met name voor bedrijfsstudies in de onderwijsprogramma’s voor het hoger onderwijs, de kernbegrippen intellectuele-eigendomsrechten, het ethisch gebruik van door intellectuele eigendom beschermd materiaal en inbreuken op intellectuele eigendom op te nemen. Zij worden ook aangemoedigd om creativiteit, innovatie, ondernemerschap en verantwoorde digitale betrokkenheid te bevorderen.

66.

De lidstaten worden aangemoedigd om de bewustmaking over intellectuele eigendom in leer- en studieboeken en de verspreiding van opleidingsmateriaal over intellectuele-eigendomsrechten onder relevante instellingen voor lerarenopleidingen te bevorderen. Daartoe worden de lidstaten aangemoedigd om in hun onderwijsinstellingen, waaronder universiteiten en organisaties voor wetenschappelijk onderzoek, het onderwijs- en opleidingsmateriaal te promoten dat wordt geproduceerd en verzameld via het door het EUIPO beheerde project “Ideas Powered @ School”, dat ook gegevens moet bevatten over de gezondheids- en veiligheidsrisico’s van namaakproducten.

Opleiding op het gebied van de handhaving van intellectuele eigendom voor rechtshandhavers aanmoedigen

67.

De lidstaten worden aangemoedigd om door het EUIPO en het Cepol toegesneden inhoud over de bescherming en handhaving van intellectuele eigendom op onder andere de volgende gebieden op te nemen:

a)

in het verplichte nationale opleidingsprogramma voor bevoegde autoriteiten, waaronder politie, douanediensten en het openbaar ministerie;

b)

in het nationale opleidingsprogramma voor markttoezichts- en grens- en kustwachtautoriteiten.

68.

De bevoegde autoriteiten, met inbegrip van markttoezichtsautoriteiten en grens- en kustwachtautoriteiten, worden aangemoedigd om: i) de deelname van hun personeel aan regelmatige door het EUIPO en het Cepol georganiseerde opleidingssessies over de handhaving van intellectuele eigendom te bevorderen, en ii) het door deze EU-agentschappen opgestelde opleidingsmateriaal te verspreiden onder hun personeel.

Onlineapotheken

69.

De lidstaten worden aangemoedigd om, in samenwerking met consumentenorganisaties, consumenten te helpen illegale onlineapotheken te vermijden door meer bekendheid te geven aan het gemeenschappelijke logo op websites waarop geneesmiddelen op afstand aan het publiek te koop worden aangeboden.

Watchlist inzake namaak en piraterij

70.

De lidstaten worden in het kader van hun activiteiten ter bestrijding van namaak aangemoedigd om in voorkomend geval rekening te houden met de informatie op de watchlist inzake namaak en piraterij, rekening houdend met het feit dat de watchlist geen bevindingen van juridische schendingen bevat.

Bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten op markten buiten de EU

71.

Alvorens een nieuwe zakelijke activiteit op te zetten in een land buiten de EU, worden marktdeelnemers in de EU aangemoedigd zich vertrouwd te maken met het zakelijke en juridische kader van dat land door de informatie te raadplegen die door de helpdesks op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten beschikbaar is gesteld en bekendgemaakt is in het verslag van de Commissie over de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen. In dit tweejaarlijkse verslag worden de derde landen vermeld waar de stand van zaken op het gebied van de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (zowel online als offline) voor de EU aanleiding geeft tot grote bezorgdheid. Dit zal de marktdeelnemers helpen om met kennis van zaken zakelijke beslissingen te nemen. Zij worden ook aangemoedigd gebruik te maken van de bestaande technische instrumenten (bv. TMview en DesignView van het EUIPO) of om kwesties in verband met intellectuele eigendom te melden die gevolgen kunnen hebben voor hun toekomstige zakelijke activiteiten buiten de EU (bv. via het Access2Markets Portal (57)).

Vrijhandelszones

72.

Marktdeelnemers in vrijhandelszones in de EU worden aangemoedigd zich te houden aan de gedragscode voor integere vrije zones die is gehecht aan de aanbeveling inzake de bestrijding van illegale handel: meer transparantie in vrije zones van de OESO.

HOOFDSTUK 7

FOLLOW-UP EN TOEZICHT

73.

Op verzoek zouden de lidstaten aan de Commissie verslag moeten uitbrengen over de maatregelen die zijn genomen om gevolg te geven aan de tot de lidstaten gerichte aanbevelingen.

74.

De Commissie verzoekt het EUIPO de bewustmaking over deze aanbeveling te vergroten en communicatie- en outreachactiviteiten in verband met deze aanbeveling uit te voeren. Zij verzoekt het EUIPO ook de Commissie te ondersteunen bij het toezicht op de uitvoering en de effecten van deze aanbeveling.

75.

Het EUIPO-waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten wordt aangemoedigd om:

de aanbevelingen te verspreiden binnen zijn netwerk van belanghebbenden, met inbegrip van zijn netwerk van rechters;

informatie en relevante rechtspraak over de toepassing van Richtlijn 2004/48/EG te verzamelen;

ervoor te zorgen dat alle relevante belanghebbenden binnen zijn netwerk hun aangewezen contact voor de handhaving van intellectuele eigendom beschikbaar stellen via het IPEP;

het IPEP verder te ontwikkelen, met inbegrip van nieuwe functionaliteiten, en bestaande functionaliteiten uit te breiden naar nieuwe belanghebbenden, en het gebruik van het IPEP te blijven monitoren;

door bevoegde autoriteiten en tussenhandelsdiensten toegepaste goede praktijken te monitoren en uit te wisselen en, voor zover mogelijk, toezicht te houden op de uitvoering van de goede praktijken waarop deze aanbeveling van toepassing is;

de Commissie te ondersteunen in haar dialoog met belanghebbenden, met name in het kader van de modernisering van de memoranda van overeenstemming;

de Commissie te ondersteunen in haar dialogen met belanghebbenden over de nieuwe technologieën die gericht zijn op het aanpassen van praktijken en strategieën op het gebied van intellectuele eigendom aan virtuele werelden en AI, met name om onderzoek, goede praktijken en dialoog tussen alle belanghebbende partijen, met inbegrip van kmo’s, te bevorderen om uitdagingen op het gebied van AI aan te pakken;

de Commissie te ondersteunen bij het verzamelen en uitwisselen van goede praktijken met betrekking tot de opslag en vernietiging van goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendom, met inbegrip van milieuveilige opslag- en verwijderingsmethoden;

analyses en besprekingen te ondersteunen over systemen voor informatie-uitwisseling via de technische groep inzake de handhaving van intellectuele eigendom en gegevensuitwisseling;

samen te werken met handhavingsinstanties in de EU, markttoezichtautoriteiten en andere bevoegde nationale autoriteiten, en hun netwerken te versterken;

de Commissie te ondersteunen met betrekking tot trends op het gebied van namaak en piraterij op onlineplatforms en socialemediadiensten van derde landen;

toezicht te houden op het effect van specifieke opleidingscursussen over intellectuele eigendom op rechtshandhavers en toezicht te houden op de mogelijke opneming van cursussen over intellectuele eigendom door de lidstaten in hun nationale opleidingsprogramma’s voor de bevoegde autoriteiten;

marktdeelnemers in vrijhandelszones in de EU aan te moedigen zich te houden aan de OESO-aanbeveling inzake meer transparantie in vrijhandelszones.

76.

Het EUIPO wordt verzocht het succes van de handhaving van intellectuele-eigendomsscans te volgen op basis van het aantal nationale bureaus voor intellectuele eigendom dat de dienst verleent en het aantal kmo’s dat er gebruik van maakt.

77.

Het EUIPO wordt verzocht de samenwerking met het EURid en andere registers op het gebied van domeinnamen uit te breiden, met name met betrekking tot het informatie- en waarschuwingssysteem, geografische aanduidingen en andere topleveldomeinen.

78.

Het EUIPO wordt verzocht de bewustmaking over cyberbeveiliging te vergroten en bij te dragen tot de verspreiding en bevordering van de toolkit voor de preventie van cyberdiefstal, met inbegrip van het bijbehorende materiaal voor bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

79.

Het bemiddelingscentrum van het EUIPO wordt aangemoedigd om: i) de relevante netwerken voor het bevorderen en uitbreiden van het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting in geschillen met betrekking tot intellectuele eigendom op te zetten en in stand te houden, ook met betrekking tot inbreuken, met het oog op een doeltreffendere bestrijding van namaak, en ii) toezicht te houden op de uitvoering van maatregelen in verband met alternatieve geschillenbeslechting.

80.

De Commissie zal de effecten van deze aanbeveling uiterlijk drie jaar na de goedkeuring van de aanbeveling beoordelen en daarbij terdege rekening houden met de bevindingen van het EUIPO. Op basis hiervan zal de Commissie beoordelen of aanvullende maatregelen op EU-niveau nodig zijn, rekening houdend met: i) technologische ontwikkelingen; ii) de resultaten van de follow-upstudie over de toepassing van Richtlijn 2004/48/EG, en iii) eventuele gevolgen van de uitvoering van Verordening (EU) 2022/2065 en Aanbeveling (EU) 2023/1018 voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en de bestrijding van namaak en piraterij.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2024.

Voor de Commissie

Thierry BRETON

Lid van de Commissie


(1)  Science, research and innovation performance of the EU 2020: A fair, green and digital Europe.

(2)  EUIPO (2021): Green EU trade marks: Analysis of goods and services specifications, 1996-2021.

(3)  EUIPO/EPO (2021): Intellectual property rights and firm performance in the European Union.

(4)  COM(2021) 170 final.

(5)  OECD/EUIPO (2022): Dangerous Fakes: Trade in counterfeit goods that pose health, safety and environmental risks.

(6)  In 2019 vertegenwoordigde de invoer van nagemaakte en door piraterij verkregen producten in de EU een waarde van 119 miljard EUR, wat neerkomt op 5,8 % van de invoer naar de EU. OECD/EUIPO (2021): Global Trade in Fakes: A Worrying Threat, OECD Publishing.

(7)  Europol/EUIPO (maart 2022), Intellectual Property Crime Threat Assessment 2022.

(8)  COM(2020) 760 final.

(9)  Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2065/oj).

(10)  Europees Parlement: Verslag “Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen”, 2021/2007 (INI).

(11)  Conclusies van de Raad 12750/20 van 10 november 2020 en 9932/21 van juni 2021.

(12)  EU-toolbox tegen namaakpraktijken — Verzoek om input (https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12915-EU-toolbox-tegen-namaakpraktijken_nl).

(13)  Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn) (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 80, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2022/2555/oj).

(14)  Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2004/48/oj).

(15)  Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 15, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/608/oj).

(16)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (herschikking) (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/952/oj).

(17)  Aanbeveling (EU) 2023/1018 van de Commissie van 4 mei 2023 over de bestrijding van onlinepiraterij van sport- en andere live-evenementen (PB L 136 van 24.5.2023, blz. 83, ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2023/1018/oj).

(18)  Zie overweging 17 van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2019/1020/oj).

(19)  Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/240/oj).

(20)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2001/29/oj).

(21)  Zie de beslissing van de gespecialiseerde afdeling Bedrijven en Intellectuele Eigendom van de rechtbank van Bologna van 7 januari 2020, “Coop Italia”, waarbij de reikwijdte van het bevel wordt uitgebreid tot het gebruik van elk onderscheidend teken dat het dominerende bestanddeel van het merk waarop inbreuk is gemaakt, bevat.

(22)  COM(2017) 708 final.

(23)  Zie met name het arrest van het Hof van Justitie van 27 maart 2014, UPC Telekabel Wien, C-314/12, ECLI:EU:C:2014:192, en het arrest van het Hof van Justitie van 15 september 2016, Tobias Mc Fadden C-484/14, ECLI:EU:C:2016:689.

(24)  Arrest van het Hof van Justitie van 27 april 2023, Castorama Polska en Knor, C-628/21, ECLI:EU:C:2023:342, punt 43.

(25)  Arrest van het Hof van Justitie (Vijfde kamer) van 17 juni 2021, M.I.C.M., C-597/19, ECLI:EU:C:2021:492.

(26)  Arrest van het Hof van Justitie van 17 maart 2016, Liffers, C-99/15, ECLI:EU:C:2016:173, punt 17.

(27)  EUIPO (2023): Storage and destruction of seized counterfeit goods in the EU.

(28)  Arrest van het Hof van Justitie van 19 oktober 2023 in zaak C-655/21 (G. ST. T.), ECLI:EU:C:2023:356.

(29)  Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (PB L 300 van 11.11.2008, blz. 42, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_framw/2008/841/oj).

(30)  Elke vorm van valuta die digitaal of virtueel bestaat en gebruik maakt van cryptografie om transacties te beveiligen.

(31)  COM(2022) 140 final, mededeling van 30 maart 2022 over “Van duurzame producten de norm maken”.

(32)  Mededeling van de Commissie van 11 juli 2023 over “EU-initiatief voor Web 4.0 en virtuele werelden: een voorsprong bij de volgende technologische transitie” (COM(2023) 442 final).

(33)  Bijlage II bij Uitvoeringsbesluit C(2023) 1119 final van de Commissie — De concurrentiepositie van ondernemingen, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, verbeteren en hun toegang tot de markt ondersteunen.

(34)  Deskundigen op het gebied IP Scan Enforcement zijn deskundigen die door de bureaus voor intellectuele eigendom van de lidstaten zijn aangewezen om kmo’s een eerste advies te geven over de wijze waarop intellectuele-eigendomsrechten kunnen worden gehandhaafd in geval van een inbreuk op intellectuele eigendom of waarop kan worden voorkomen dat inbreuk wordt gemaakt op de intellectuele-eigendomsrechten van anderen.

(35)  EUIPO: European citizens and intellectual property: Perception, awareness, and behaviour (2023).

(36)  EUIPO-OESO-studie over de handel in namaakgeneesmiddelen.

(37)  Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2001/83/oj).

(38)  SWD(2023) 153 final, verslag over de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen.

(39)  COM(2019) 294 final.

(40)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/679/oj).

(41)  Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2016/680/oj).

(42)  Richtlijn 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (PB L 213 van 30.7.1998, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1998/44/oj).

(43)  Richtlijn 98/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 inzake de rechtsbescherming van modellen (PB L 289 van 28.10.1998, blz. 28, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1998/71/oj).

(44)  Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2000/31/oj).

(45)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2002/58/oj).

(46)  Richtlijn (EU) 2015/2436 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (herschikking) (PB L 336 van 23.12.2015, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2015/2436/oj).

(47)  Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2019/790/oj).

(48)  Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (PB L 198 van 8.8.1996, blz. 30, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1996/1610/oj).

(49)  Verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen (gecodificeerde versie) (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/469/oj).

(50)  Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (codificatie) (PB L 154 van 16.6.2017, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/1001/oj).

(51)  Zie het arrest van het Hof van Justitie van 27 maart 2014, UPC Telekabel, C-314/12, ECLI:EU:C:2014:192, punten 32 en 35, het arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011 en het arrest van het Hof van Justitie van 7 juli 2016, Tommy Hilfiger Licencing e.a., C-494/15, EU:C:2016:528, punt 23.

(52)  Verordening (EU) 2023/2411 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten en tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2017/1001 en (EU) 2019/1753 (PB L, 2023/2411, 27.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2411/oj).

(53)  Copis (informatiesysteem ter bestrijding van namaak en piraterij) is een door de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 608/2013 opgezette EU-databank die douaneautoriteiten in staat stelt hun wettelijke verplichtingen uit hoofde van de verordening na te komen door de verwerking, de opslag en het beheer van verzoeken om optreden en van inbreukdossiers die relevante informatie bevatten over goederen waarvan de vrijgave is geschorst, of over goederen die worden vastgehouden.

(54)  Bijvoorbeeld Copis, zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 608/2013 inzake grensmaatregelen op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten; het douane-informatiesysteem zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 515/97 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften; het douane-informatiesysteem plus zoals vastgesteld in Besluit 2009/917/JBZ van de Raad inzake het gebruik van informatica op douanegebied; het Europol-informatiesysteem en het portaal voor gegevensanalyse, zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) enz.

(55)  Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (PB C 259 van 21.7.2023, blz. 1).

(56)  Arrest van 25 januari 2017, zaak C-367/15, Stowarzyszenie “Oławska Telewizja Kablowa”, punt 28.

(57)  Welkomstpagina — Access2Markets (europa.eu).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2024/915/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top