EUR-Lex Hozzáférés az európai uniós joghoz

Vissza az EUR-Lex kezdőlapjára

Ez a dokumentum az EUR-Lex webhelyről származik.

Dokumentum C:2012:257:FULL

Publicatieblad van de Europese Unie, C 257, 25 augustus 2012


A Hivatalos Lap e számában közzétett összes dokumentum megjelenítése
 

ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2012.257.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 257

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
25 augustus 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 257/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6640 — Delphi/FCI MVL) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 257/02

Wisselkoersen van de euro

2

2012/C 257/03

Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2013 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contigenten die de Gemeenschap heeft geopend voor producten van de sector vlees van pluimvee

3

 

V   Adviezen

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2012/C 257/04

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

4

2012/C 257/05

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

10

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

25.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6640 — Delphi/FCI MVL)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 257/01

Op 27 juli 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6640. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

25.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/2


Wisselkoersen van de euro (1)

24 augustus 2012

2012/C 257/02

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2507

JPY

Japanse yen

98,16

DKK

Deense kroon

7,4477

GBP

Pond sterling

0,78960

SEK

Zweedse kroon

8,2441

CHF

Zwitserse frank

1,2009

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,3020

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,906

HUF

Hongaarse forint

277,98

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6963

PLN

Poolse zloty

4,1022

RON

Roemeense leu

4,4825

TRY

Turkse lira

2,2508

AUD

Australische dollar

1,2031

CAD

Canadese dollar

1,2424

HKD

Hongkongse dollar

9,7013

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5435

SGD

Singaporese dollar

1,5636

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 419,45

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,5118

CNY

Chinese yuan renminbi

7,9492

HRK

Kroatische kuna

7,4835

IDR

Indonesische roepia

11 898,61

MYR

Maleisische ringgit

3,8790

PHP

Filipijnse peso

52,806

RUB

Russische roebel

39,8755

THB

Thaise baht

39,059

BRL

Braziliaanse real

2,5397

MXN

Mexicaanse peso

16,5368

INR

Indiase roepie

69,3950


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


25.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/3


Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2013 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contigenten die de Gemeenschap heeft geopend voor producten van de sector vlees van pluimvee

2012/C 257/03

Bij Verordening (EG) nr. 616/2007 van de Commissie (1) zijn tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector vlees van pluimvee. De in de eerste zeven dagen van juli 2012 voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2012 ingediende invoercertificaataanvragen hebben, voor de contingenten 09.4212, 09.4214, 09.4217 en 09.4218, betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (2) worden de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode, van 1 januari tot en met 31 maart 2013, vastgestelde hoeveelheid. De betrokken hoeveelheden zijn opgenomen in de bijlage bij deze mededeling.


(1)  PB L 142 van 5.6.2007, blz. 3.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE

Contingentnummer

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari 2013 t/m 31 maart 2013 vastgestelde hoeveelheid

(in kg)

09.4212

23 592 912

09.4214

18 005 200

09.4217

11 492 000

09.4218

6 957 600


V Adviezen

ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

25.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/4


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 257/04

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

AANVRAAG TOT REGISTRATIE VAN EEN GTS

VERORDENING (EG) Nr. 509/2006 VAN DE RAAD

TORTAS DE ACEITE DE CASTILLEJA DE LA CUESTA

EG-nummer: ES-TSG-007-0058-03.09.2008

1.   Naam en adres van de aanvragende groepering:

Naam van de groepering/organisatie (indien relevant):

Asociación de Empresarios de Confitería, Pastelería, Bollería, Heladería, Repostería y Platos Cocinados de Sevilla. (A.P.E.C.O.P.A.S.)

Adres:

Avenida Recaredo 20, modulo 5

41003 Sevilla

ESPAÑA

Tel.

+34 954576427

E-mail:

jproman@inesrosales.com

2.   Lidstaat of derde land:

Spanje

3.   Productdossier:

3.1.   Benaming(en) waarvoor de registratie wordt aangevraagd (artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

„Tortas de Aceite de Castilleja de la Cuesta”

3.2.   Geef aan of de naam:

zelf specifiek is

de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking brengt.

De benaming „Tortas de Aceite de Castilleja de la Cuesta” is een traditionele benaming die is opgenomen in de „Inventario Español de Productos Tradicionales” (Spaanse inventaris van traditionele producten) die in 1996 door het Secretariaat-generaal Landbouw en Voeding van het ministerie van Landbouw, Visserij en Voeding in het kader van het door de Europese Unie gefinancierde „Euroterroirs”-project werd gepubliceerd.

3.3.   Aanvraag tot registratie met of zonder reservering overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006:

Registratie met reservering van de benaming

Registratie zonder reservering van de benaming

3.4.   Productcategorie (volgens bijlage II):

Categorie 2.3.

Suikerwerk, brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren

3.5.   Beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel waarvoor de in punt 3.1 vermelde benaming geldt (artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

In de benaming „Tortas de Aceite de Castilleja de la Cuesta” is het specifieke van het product reeds vervat: het betreft namelijk een gebakje dat 27,7 % — met een tolerantie van ± 2 % — extra olijfolie van eerste persing bevat. Voeg daaraan toe dat het gebakje volledig met de hand wordt bereid en één en ander zorgt voor de meest gewaardeerde kenmerken van het product, namelijk de lichte, delicate, bladerige textuur en de onmiskenbare olijfoliesmaak en dito geur.

Organoleptische kenmerken

Kleur

Een niet-uniforme, geroosterd-bruine kleur, met donkerdere vlekken waar het deeg dunner is

Geur

Karakteristiek, mild aroma van anijs en olijfolie.

Smaak

Karakteristieke, zoete smaak.

Textuur

Stevig, zonder wekere plekken, brokkelige consistentie.

Microbiologische kenmerken

Parameter

Waarde

Schimmels en gisten

< 500 CFU/g

Aerobe mesofiele bacteriën

< 500 000 CFU/g

Enterobacteriaceae

< 500 CFU/g

E. coli

Afwezig in 1 g

Salmonella-Shigella

Afwezig in 30 g

Sulfietreducerende clostridia

< 1 000 CFU/g

Staphylococcus aureus

Afwezig in 0,1 g

Fysisch-chemische kenmerken

Waarden per 100 g van het product

Torta de aceite

Toleranties

Voedingswaarde

495 Kcal/100 g

± 10

Eiwitten (N × 6,25)

6,5 g/100 g

± 1

Koolhydraten

70 g/100 g

± 5

Vetten

22 g/100 g

± 2

Verzadigde

14 %

± 2

Onverzadigde

85 %

± 5

Enkelvoudig onverzadigde

75 %

± 5

Meervoudig onverzadigde

9 %

± 2

Cholesterol

0

 

Vochtgehalte

< 6 %

 

As

< 1,5 %

 

3.6.   Beschrijving van de methode waarmee het landbouwproduct of het levensmiddel met de in punt 3.1 vermelde benaming wordt geproduceerd (artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

Ingrediënten

Verhouding

Tolerantie

Tarwemeel

66,8 %

± 5 %

Extra olijfolie van eerste persing

27,7 %

± 2 %

Invertsuiker

2,7 %

± 0,5 %

Anijszaad

1,0 %

± 0,25 %

Witte suiker

0,8 %

± 0,25 %

Sesamzaad

0,7 %

± 0,25 %

Zout

0,3 %

± 0,25 %

Natuurlijk anijsextract

0,03 %

± 0,01 %

Water en gist worden eveneens aan het mengsel toegevoegd in hoeveelheden die overeenstemmen met respectievelijk 34-40 % en 1-3 % van het gewicht aan meel.

Eerst worden de vloeibare ingrediënten — olijfolie van eerste persing, water en invertsuiker — bij het meel gevoegd en samen tot een deeg gemengd. Vervolgens worden de overige ingrediënten toegevoegd en wordt het deeg gekneed tot de verlangde consistentie is bereikt. Aan het eind van de bewerking moet het deeg een temperatuur hebben van 25 °C tot 28 °C. Is de temperatuur hoger, dan gist het deeg reeds in de trechter van de verdeelmachine; is hij lager, dan gist het deeg in het geheel niet. In beide gevallen zou het product er niet uitzien zoals het hoort. Om deze constante eindtemperatuur te bereiken, wordt de temperatuur van het water dat bij het deeg wordt gevoegd, aangepast en kunnen dus zowel ijsschilfers als heet water worden toegevoegd. De gemaakte keuze zal de tijd dat het deeg moet worden gekneed, beïnvloeden. De temperatuur kan ook op peil worden gehouden door middel van voor voedingsmiddelen geschikt koelgas.

Vormen van het gebakje met de hand

Zodra het deeg is gekneed, wordt het met een verdeelmachine in porties met een gelijk gewicht verdeeld. Vervolgens wordt het gebakje met de hand als volgt gevormd:

1.

De deegbal wordt met de ene hand in de palm van de andere hand geplaatst.

2.

Terwijl de deegbal op de palm van de ene hand, waarvan de vingers gesloten zijn, rust, wordt met het achterste van de palm van de andere hand een lichte druk op het midden van de deegbal uitgeoefend en wordt die hand eerst in de richting van de pols en nadien in de richting van de vingertoppen bewogen. Op deze wijze wordt het deeg over de hele hand uitgespreid.

3.

Naast iedere persoon staat een schaal met witte suiker. Het op een handpalm uitgespreide deeg wordt vervolgens tegen de suiker aangedrukt zodat het oppervlak van het gebakje met een dun laagje suiker is bedekt.

4.

Om het gebakje op de baklijn te plaatsen, wordt de hand waarin het gebakje ligt, met de handpalm naar boven een paar centimeter boven de band gehouden. Het gedeelte van het gebakje dat aan de pink plakt, wordt dan tussen de vingers van de andere hand gepakt en op de band geplaatst terwijl de vingers van de hand waarop het gebakje rust, worden gespreid. Zo krijgt het gebakje zijn ronde vorm. De hand waarmee het gebakje wordt gepakt, draait (de handpalm wordt naar de band gericht) en wordt tezelfdertijd zo bewogen dat het gebakje op de band terecht komt met het gesuikerde oppervlak naar boven.

Door de deegballen op deze wijze vorm te geven, krijgt het met olijfolie bereide gebakje zijn karakteristieke voorkomen, namelijk een min of meer ronde vorm, en een nauwelijks variërende dikte van enkele millimeter. Door de eigenschappen van het deeg, namelijk het hoge gehalte aan vetten (olijfolie in dit geval), is het van essentieel belang dat het gebakje met de hand wordt gevormd; mocht het op een andere wijze worden gevormd, zou de olie uit het deeg worden gedrukt en zou een product met andere kenmerken ontstaan.

Bakken van het gebakje

Het eindproduct is een gebakje in de vorm van een schijf met een diameter van ongeveer 13 cm en een dikte van slechts enkele millimeters. Dankzij de vorm van het product, dat een groot, blootgesteld oppervlak heeft maar heel dun is, moet het gebakje slechts enkele minuten bakken. Wanneer het uit de oven komt, moet het met olijfolie bereide gebakje een relatief vochtgehalte hebben van minder dan 6 %. Het resultaat is een rond gebakje met een niet-gelijkmatige dikte van slechts enkele millimete en meestal wat dikkere randen. Het gebakje heeft een niet-uniforme, geroosterd-bruine kleur, met donkerdere vlekken waar het deeg dunner is. Het moet knapperig en vast van consistentie zijn, zonder weke delen, en zacht maar aangenaam ruiken naar anijs en olijfolie.

Afkoelen en verpakken van het gebakje

Na het bakken laat men het gebakje afkoelen alvorens het te verpakken. Omdat het product zeer dun is en een groot oppervlak heeft, kan het reeds een paar minuten later worden verpakt. Het verpakken verloopt in twee fasen:

 

Ieder gebakje apart: Ieder gebakje wordt afzonderlijk in waspapier ingepakt. Het gebakje wordt op de waspapieren verpakking geplaatst en de bovenste en de onderste zijde van de verpakking worden over het gebakje gevouwen. De linker- en de rechterhoeken van de verpakking worden omgeslagen zodat telkens een punt wordt gevormd en vervolgens worden die punten onder het gebakje gevouwen.

 

Verschillende gebakjes samen: Elke verzameling van vijf of zes afzonderlijk in waspapier verpakte gebakjes wordt ter bescherming in een bakje geplaatst. Dat wordt vervolgens verpakt in polypropyleen dat onder invloed van warmte wordt gedicht en zo een zakje vormt dat precies rond het bakje past.

3.7.   Specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel (artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

„Tortas de Aceite de Castilleja de la Cuesta” verschillen op twee belangrijke punten van de andere met olie vervaardigde gebakjes die op de markt zijn: ze worden met de hand vervaardigd en er wordt gebruik gemaakt van extra olijfolie van eerste persing.

3.8.   Traditioneel karakter van het landbouwproduct of het levensmiddel (artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

„Tortas de Aceite de Castilleja de la Cuesta” komen in talrijke geschreven teksten aan bod, gaande van receptenboeken en advertenties tot teksten waarin de lof van de uitstekende smaak van het gebakje wordt gezongen.

In de „Inventario Español de Productos Tradicionales” is de historische achtergrond van de traditionele productie van de befaamde „Tortas de Aceite de Castilleja de la Cuesta” opgenomen en worden de ingrediënten van het gebakje — die nog steeds dezelfde zijn — te boek gesteld:

 

Historische achtergrond: Het product wordt van oudsher geproduceerd op deze plaats in de provincie Sevilla en heeft zich geleidelijk verspreid over het westelijke gedeelte van Andalusië. Oorspronkelijk was het gebakje een huisbereid product dat met Pasen werd gegeten. In 1914 zorgde een dame uit Sevilla, Inés Rosales, ervoor dat een familierecept voor een banketbakkersproduct dat typisch is voor de regio Aljarafe niet in vergetelheid raakte; zij begon het gebakje te produceren en bracht het op de markt. Het gebakje wordt nog steeds geproduceerd en Inés Rosales is het bekendste merk.

 

Ingrediënten: meel, tarwemeel, olijfolie, suiker, zaden, gist, sesamzaad en anijszaad, zout en anijsextract en soms gemalen amandelen.

In het kader van het onderzoekproject „Catalogisering en beschrijving van typische Andalusische agrovoedingproducten” dat de prijs voor onderzoek naar economische ontwikkelingen en studies van het platteland in de wacht sleepte die voor de zevende maal werd uitgereikt in opdracht van de Analistas Económicos de Andalucía (economische analisten van Andalusië), werd „Tortas de Aceite de Castilleja de la Cuesta” opgevoerd als een traditioneel product.

Dit product wordt van oudsher geproduceerd in de regio Aljarafe van de provincie Sevilla en heeft zich geleidelijk verspreid over het westelijke gedeelte van Andalusië.

Oorspronkelijk was het een gebakje dat thuis werd bereid en dat met Pasen werd gegeten. Aan het begin van de 20ste eeuw nam de populariteit van het gebakje toe.

3.9.   Minimumeisen en procedures voor de controle van de specificiteit (artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):

Het met olijfolie vervaardigde gebakje dat in dit productdossier is beschreven moet aan de volgende minimumeisen voldoen:

 

Het is een rond gebakje met een diameter van 13 ± 2 cm en een ongelijkmatige dikte variërend van 1 mm tot 7 mm, met vaak wat dikkere randen.

 

Het heeft een geroosterd-bruine kleur, met donkerdere vlekken waar het deeg dunner is. Het moet knapperig en vast van consistentie zijn, zonder weke delen, en zacht maar prettig ruiken naar anijs en olijfolie.

 

Additieven zijn als ingrediënten niet toegestaan.

 

Voor de bereiding mag uitsluitend extra olijfolie van eerste persing worden gebruikt.

Welke specifieke controles worden toegepast, welke procedures daarbij worden gevolgd en hoe vaak dergelijke controles plaatsvinden, wordt hierna uiteengezet.

Vochtgehalte: droging. Vastgesteld per partij product.

Gehalte aan extra olijfolie van eerste persing: chromatografie. Jaarlijks.

Afwezigheid van bewaarmiddelen (sorbaten, benzoaten): chromatografie. Jaarlijks.

Afwezigheid van kleurstoffen: chromatografie. Jaarlijks.

Organoleptische kenmerken: proefpanel. Driemaandelijks.

4.   Autoriteiten of organen die de naleving van het productdossier controleren:

4.1.   Naam en adres:

Naam:

SGS ICS Ibérica SA

Adres:

C/ Trespaderne, 29

Edificio Barajas (Barrio Aeropuerto)

28042 Madrid

ESPAÑA

Tel.

+34 913138115 / 955602300

Fax

E-mail:

ysolina.berbel@sgs.com

 Openbaar

☒ Particulier

4.2.   Specifieke taken van de autoriteit of het orgaan:

Het enige aangestelde controleorgaan is verantwoordelijk voor de controle op de naleving van alle bepalingen van het productdossier.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


25.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/10


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 257/05

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„PRES-SALES DE LA BAIE DE SOMME”

EG-nummer: FR-PDO-0005-0604-11.05.2007

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Prés-salés de la baie de Somme”

2.   Lidstaat:

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.1.

Vers vlees en slachtafvallen

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Het vlees met de benaming „Prés-salés de la baie de Somme” is vlees van lammeren die minder dan 12 maanden oud zijn, minstens 75 dagen werden gehouden op de kwelders (gorzen, schorren) — met inachtneming van het natuurlijke evenwicht van dit milieu — en op deze kwelders hoofdzakelijk met de aldaar voorkomende zoutplanten werden gevoed.

De fokrammen behoren tot de rassen „Suffolk”, „Hampshire”, „Roussin”, „Ile de France”, „Rouge de l'Ouest”, „Boulonnais” en „Vendéen”. Tenzij er sprake is van herbevolking van de kudde en nieuwe dieren bij de controlestructuren worden aangegeven, worden de fokooien geboren uit ooien die op de kwelders werden gehouden door schapenhouderijen die over een vergunning beschikken om hun dieren op deze plekken te laten grazen.

De karkassen moeten aan de volgende criteria voldoen:

een minimumgewicht hebben van 16 kg;

een bevleesdheid hebben die zorgt voor een recht, lichtjes concaaf profiel alsook een gemiddelde tot stevige spierontwikkeling (U, R, O, indelingsschema EUROP);

een vetheidsklasse 2-3 in het indelingsschema EUROP, m.a.w. een „dun tot zeer dun vetlaagje” hebben;

stevig, wit tot romig wit vet aan de buiten- en de binnenzijde hebben.

Kenmerkend voor het vlees is de roze kleur. Het is sappig vlees; dat blijkt zowel bij het bakken als bij het kauwen. De smaak is intens en blijft lang in de mond hangen. Het vlees wordt gekoeld aangeboden met uitzondering van het ontdooide gekoelde vlees.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

De lammeren en de ooien vinden hun voedsel hoofdzakelijk door te grazen op weiden aan zee, dus op kwelders.

Het houderijsysteem bestaat uit 3 opeenvolgende fasen:

een postnatale periode waarin de lammeren hoofdzakelijk met melk van het moederdier worden gevoed. Deze periode duurt minimum 60 dagen en maximum 90 dagen. In de eerste levensdagen kan het melkdieet van het lam worden aangevuld met melkpoeder, voedergewassen en krachtvoer.

een periode van minstens 75 dagen op de kwelders tijdens welke de dieren dagelijks minstens 4 uren — en 60 dagen lang zelfs minstens 7 uren — op deze plekken grazen. Tijdens deze periode verblijven de dieren op de geïdentificeerde autonome graasweiden. De periode dat de dieren op kwelders grazen, kan worden onderbroken hetzij omdat het eind van de dag is aangebroken en de dieren zich terugtrekken op andere percelen die zich bevinden op minder dan 1 km van de betrokken autonome graasweiden, hetzij omdat de kwelders onderlopen als gevolg van springtij en de dieren zich om deze reden op andere percelen terugtrekken. Tijdens de periode dat de lammeren grazen op de kwelders, mogen ze geen krachtvoer krijgen. Hun voedsel mag dan slechts worden aangevuld met voedergewassen.

De dagen dat de dieren zich terugtrekken op andere percelen worden niet in aanmerking genomen als dagen dat ze op de kwelders hebben gegraasd.

een facultatieve afmestperiode die hetzij even lang is als de periode dat de dieren op de kwelders hebben gegraasd, hetzij per 4 graasdagen 1 dag minder bedraagt, en die maximaal 6 weken duurt.

In het geval een afmestperiode wordt doorlopen, krijgen de lammeren voedergewassen en krachtvoer. Wanneer een afmestfase wordt doorlopen, beslaat de periode op de kwelders, met inbegrip van de dagen dat deze als gevolg van springtij onder komen te staan, minstens de helft van de levensduur van het dier.

Alle voedergewassen en minstens 65 % van het dagelijks verstrekte droogvoer is van oorsprong uit het geografische gebied en afkomstig van percelen met een geringe hoogte en met gronden die uit recente mariene afzettingen zijn samengesteld en stuifwater uit de zee over zich heen krijgen.

De voedergewassen bestaan uit groenvoer — dat de dieren door grazen tot zich nemen of dat is geconserveerd in de vorm van hooi of voorgedroogd baalvoer met een drogestofgehalte van meer dan 50 % — alsook uit wortelen, knollen en leguminosen.

Het krachtvoer bestaat uit granen, tarwezemelen, soja-, koolzaad-, zonnebloem- en lijnzaadkoeken, pulp van planten, melasse, gedroogde luzerne, mineralen en vitamines.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De dieren moeten geboren, gehouden en geslacht worden in het afgebakende geografische gebied.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Om het vlees met de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” te identificeren en te etiketteren, wordt op beide zijden van het karkas dat onder bovengenoemde benaming wordt ingedeeld, nadat het vlees is uitgezegen, een identificatieband aangebracht met daarop in onuitwisbare inkt de vermelding „Prés-salés BS”.

Tot en met de uiteindelijke distributeur moeten het karkas en de uitgesneden delen voorzien zijn van een etiket waarop minstens de volgende gegevens zijn aangebracht:

de oorsprongsbenaming;

het BOB-logo van de Europese Unie en de vermelding „appellation d’origine protégée”;

de naam van de veehouder;

het nummer van het bedrijf;

het nationaal identificatienummer van het lam;

de slachtdatum.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het geografische gebied waar de kwelders van de baai van de Somme en van de baai van Authie gelegen zijn en waar de lammeren geboren, gehouden en geslacht worden, beslaat de volgende kantons en gemeenten van de departementen Pas-de-Calais en Somme:

Departement Pas-de-Calais:

De kantons Campagne-lès-Hesdin, Hesdin, en Berk in hun geheel.

Het kanton Fruges met uitzondering van de gemeenten Ambricourt, Coupelle-Vieille, Crépy, Hézecques, Lugy, Matringhem, Mencas, Radinghem, Senlis, Verchin, Vincly. Het kanton Montreuil met uitzondering van de gemeenten Calotterie, Cucq, Merlimont, Saint-Josse, Touquet-Paris-Plage.

De gemeenten Azincourt, Fontaine-l'Étalon, Gennes-Ivergny, Grigny, Humbert, Le Quesnoy-en-Artois, Saint-Georges, Tollent, Tramecourt, Vacqueriette-Erquières, Wamin.

Departement Somme:

De kantons Abbeville-Nord, Abbeville-Sud, Crécy-en-Ponthieu, Friville-Escarbotin, Nouvion, Rue, Saint-Valéry-sur-Somme in hun geheel.

Het kanton Ailly-le-Haut-Clocher met uitzondering van de gemeenten Long en Mouflers. Het kanton Ault met uitzondering van de gemeenten Mers-les-Bains en Oust-Marest. Het kanton Moyenneville met uitzondering van de gemeenten Grebault-Mesnil, Saint-Maxent en Tours-en-Vimeu.

De gemeenten Beaumetz, Domart-en-Ponthieu, Érondelle, Franqueville, Fransu, Ribeaucourt, Surcamps, Vauchelles-lès-Domart.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

De dieren die bestemd zijn voor de productie van het vlees met de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” worden gehouden op gronden die zich op de grens tussen land en zee bevinden, m.a.w. op kwelders, die in het lokale taalgebruik „mollières” worden genoemd, en op gronden van de aangrenzende gemeenten die de maritieme vlakte van Picardië vormen. De kwelders, gronden die bestaan uit zeeslib — dat in het lokale taalgebruik „tangue” wordt genoemd — worden minstens 50 dagen per jaar overspoeld door de zee, waardoor een vegetatie van zoutplanten tot ontwikkeling komt (puccinellia maritima, halimione portulacoïdes, triglochin maritima, …) die door de schapen zeer wordt gesmaakt. De kwelders worden gedraineerd door een netwerk van natuurlijke en onregelmatige geulen die een obstakel voor de schapen vormen. Wanneer de dieren niet op de kwelders verblijven — in de perioden dat deze onderlopen en ook tijdens de winter — verblijven ze op de maritieme vlakte van Picardië die uit polders en duinformaties bestaat.

De onmogelijkheid om duurzame omheiningen op de kwelders te plaatsen aangezien deze gronden tot de openbare ruimte behoren en bovendien regelmatig onderlopen, het systeem van de seizoenstrek dat wordt toegepast omdat de schaapskooien ver weg liggen en het feit dat dieren door de geulen in de modder kunnen wegzakken, hebben ertoe geleid dat de schapenkudden collectief worden gehoed door herders. Omdat het moeilijk stappen is op de losse, met geulen doorsneden gronden hebben de schapenhouders ervoor geopteerd om enerzijds schapenrassen te selecteren die flink kunnen lopen en een goed moederinstinct hebben en anderzijds op deze kwelders schapen te houden die oud genoeg zijn om tegen de ongemakken van dit milieu op te kunnen.

De schapenhouders zijn rond de baai weilanden gaan inrichten en exploiteren om de dieren beschutting te bieden en van voedsel te voorzien wanneer de kwelders bij springtij onderlopen.

Rekening houdend met de van nature heterogene groei van deze schapen en met het feit dat de kudde dus zowel zeer jonge als wat oudere lammeren telt, hebben de schapenhouders een aangepaste knowhow ontwikkeld om deze lammeren in de schaapskooien af te mesten.

Dit bijzondere houderijsysteem met zijn typische lokale contacten tussen de schapenhouders, groothandelaren in slachtvlees en slachthuizen, heeft ertoe geleid dat steevast slachthuizen worden gekozen die nog steeds over de voor de slacht van schapen vereiste middelen en vaardigheden beschikken. Deze know-how komt met name tot uiting in de korte wachttijd die de dieren in comfortabele omstandigheden doorbrengen tussen het tijdstip van aankomst in het slachthuis en het tijdstip van de slacht, en in de bijzondere zorg die wordt besteed aan de slacht zelf en aan de versnijding en de evisceratie van het karkas waarbij het dekvet niet wordt verwijderd en het karkas op geen enkele wijze vuil wordt. Ook voor het koelen en het rijpen van het karkas gelden voorschriften. Wanneer deze bewerkingen achter de rug zijn, oordelen de producenten of de karkassen de kenmerken bezitten om voor de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” in aanmerking te komen, met name wat de kwaliteit van het vet en het voorkomen van de karkassen betreft.

Het lokale belang van deze schapenteelt blijkt ook uit het feit dat het lamsvlees „Prés-salés de la baie de Somme” een centrale plaats inneemt bij toeristische en gastronomische activiteiten. Zo is er het feest van het schaap tijdens het eerste weekend van oktober. Duizenden mensen nemen dan deel aan animatieactiviteiten die met deze veeteelt verband houden: degustaties, demonstraties met schaapshonden, optochten van de kuddes, enz.

5.2.   Specificiteit van het product

De term „pré-salé” verwijst naar een schaap dat werd vetgemest op kwelders die periodiek door de zee worden overspoeld. De lammeren die bestemd zijn om de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” te dragen, zijn redelijk oud (135 dagen tot 1 jaar). De meerderheid van deze lammeren wordt in de handel gebracht in de periode van juli tot november. De lammeren worden geboren op de schapenhouderijen in het geografische gebied uit kruisingen van rassen die aan de omgeving zijn aangepast en die ooien produceren met een goed moederinstinct en een grote melkgift. De karkassen worden gekenmerkt door een bevleesdheid die zorgt voor een recht, lichtjes concaaf profiel en een gemiddelde tot stevige spierontwikkeling. Wat de vetheid betreft, is er sprake van een dun tot zeer dun vetlaagje en het vet is aan de buiten- en de binnenzijde stevig en wit tot romig wit van kleur. Het vlees is rozig van kleur, langvezelig en dooraderd (intramusculair vet). Het is een sappig vlees; dat blijkt zowel bij het bakken als bij het kauwen. De smaak is intens en blijft lang in de mond hangen.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

Wat het vlees „Prés-salés de la baie de Somme” met de bovengenoemde kenmerken en het productiegebied aan elkaar linkt, is hoofdzakelijk het feit dat de schapen de speciale vegetatie van de kwelders, met name het gewone kweldergras (puccinellia maritima), eten en veel in beweging zijn om in dit vaak vijandige milieu aan dat voedsel te komen (gevaar om in de diepe geulen in de modder weg te zakken, geen bescherming tegen stuifwater en tegen de zomerzon en -warmte).

Het verband met het geografische gebied wordt nog sterker en significanter door de plaatselijke herderspraktijken en door de specifieke voorschriften voor de slacht. Bij de plaatselijke vaardigheden die aan de basis liggen van de beschermde oorsprongsbenaming „Prés-salés de la baie de Somme” spelen de selectie en het gebruik van dieren die dankzij hun trage spieropbouw en hun goede moederinstinct aangepast zijn aan deze kwelders waar het moeilijk grazen is, een doorslaggevende rol.

Voor het overige worden de lammeren na afloop van de winter naar de kwelders gebracht. Daar blijven zij dag en nacht zonder enige onderbreking afgezien van de perioden dat de kwelders onderlopen, totdat ze worden geslacht of worden weggebracht om te worden afgemest. Op deze wijze is een op de seizoenstrek gebaseerde herderstraditie ontstaan waarbij de herders, die met de kwelders vertrouwd zijn, de dieren, ondanks de gevaren, laten grazen en zich voortdurend met hen verplaatsen om zo het natuurlijke evenwicht dat voor dit voedsel zorgt niet te verstoren. De lange periode dat de schapen in dit teeltsysteem worden gehoed (minimaal 75 dagen op de kwelders), de beschikbaarheid van percelen waar de dieren zich kunnen terugtrekken wanneer de kwelders onderlopen, het afstemmen van de productieperiode van de lammeren op de vegetatieperiode op de kwelders en de capaciteit van de schapenhouders om die dieren te identificeren die moeten worden afgemest om voor de BOB „Prés-salés de la baie de Somme” in aanmerking te komen, zorgen uiteindelijk voor lammeren die weliswaar zwaar maar niet dik zijn en die donkerroze spierweefsel en vast, wit vet hebben.

Dankzij deze schapenteelt konden in de slachthuizen van het geografische gebied specifieke vaardigheden worden ontwikkeld en gehandhaafd die enerzijds het bewaren van de kwaliteit van deze grondstof ten doel hebben, zoals het ongemoeid laten van het dekvet en het niet douchen van het karkas, en anderzijds de controle van de conformiteit van de karkassen door de plaatselijke slagers en schapenhouders vergemakkelijken. Het feit dat de slachthuizen zich op een afstand bevinden die in minder dan één uur kan worden afgelegd (waardoor de stress ten gevolge van het vervoer tot een minimum wordt beperkt), draagt eveneens bij aan de handhaving van de door de schapenhouderijen bereikte organoleptische kenmerken. Deze kwaliteit ligt aan de oorsprong van de faam van het vlees „Prés-salés de la baie de Somme” die tot uiting komt in een veel hogere verkoopprijs dan die van het standaard lamsvlees (50 tot 100 % hoger naargelang van de periode).

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://agriculture.gouv.fr/IMG/pdf/CDC_Pres-sales_de_la_baie_de_Somme-2_cle4e6ec2.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Az oldal tetejére