This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document JOL_2013_308_R_NS0064
2013/598/EU: Decision of the European Parliament of 17 April 2013 on discharge in respect of the implementation of the budget of the European Agency for Safety and Health at Work for the financial year 2011#Resolution of the European Parliament of 17 April 2013 with observations forming an integral part of its Decision on discharge in respect of the implementation of the budget of the European Agency for Safety and Health at Work for the financial year 2011
2013/598/EU: Besluit van het Europees Parlement van 17 april 2013 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011
Resolutie van het Europees Parlement van 17 april 2013 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011
2013/598/EU: Besluit van het Europees Parlement van 17 april 2013 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011
Resolutie van het Europees Parlement van 17 april 2013 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011
PB L 308 van 16.11.2013, p. 295–297
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 308 van 16.11.2013, p. 64–64
(HR)
16.11.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 308/295 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 17 april 2013
over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011
(2013/598/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011, |
— |
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1), |
— |
gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013), |
— |
gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185, |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208, |
— |
gezien Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (4), en met name artikel 14, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94, |
— |
gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0085/2013), |
1. |
verleent de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2011; |
2. |
formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie; |
3. |
verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L). |
De voorzitter
Martin SCHULZ
De secretaris-generaal
Klaus WELLE
(1) PB C 388 van 15.12.2012., blz. 219.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(4) PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1.
(5) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 17 april 2013
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2011, |
— |
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1), |
— |
gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013), |
— |
gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185, |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208, |
— |
gezien Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (4), en met name artikel 14, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94, |
— |
gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0085/2013), |
A. |
overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en gezondheid op het werk („het Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2011 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn; |
Financieel en begrotingsbeheer
1. |
verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat de begroting van het Agentschap voor 2011 16,4 miljoen EUR beliep, in vergelijking met 15,5 miljoen EUR in 2010, hetgeen een daling is van 5,8 %; |
2. |
betreurt dat het percentage kredietannuleringen tegelijkertijd verdubbelde van 4 % in 2010 tot 8 % (1,3 miljoen EUR) van de totale begroting 2011, hetgeen wijst op problemen met de uitvoering van de in het jaarlijks werkprogramma opgenomen acties en met de inachtneming van het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit, en pleit er daarom voor dat in de toekomst een meer realistisch en haalbaar programma wordt gepresenteerd; |
3. |
verneemt van het Agentschap dat de niveaus van begrotingsuitvoering in 2011 in het algemeen beter waren dan in 2010, met name met betrekking tot de annuleringen van C8-kredieten en het reduceren van de overdrachten van C1-kredieten voor titel III „Operationele activiteiten”; merkt op dat het hogere percentage kredietannuleringen voor 2011 deels wordt veroorzaakt door een aantal vacatures en door de noodzaak niet deel te nemen aan een grootschalige activiteit (het OSHwiki-project: een online encyclopedie voor veiligheid en gezondheid op het werk) totdat de internationale samenwerking zeker gesteld was; verzoekt het Agentschap de situatie aan te pakken en aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de getroffen maatregelen; |
4. |
stelt met bezorgdheid vast dat hoewel in het Financieel Reglement en de overeenkomstige uitvoeringsbepalingen van het Agentschap bepaald is dat er ten minste elke drie jaar een fysieke inventaris moet worden opgemaakt, de laatste fysieke inventaris op het moment van de controle van de Rekenkamer dateerde van 2006; |
5. |
verneemt van het Agentschap dat de fysieke inventaris is uitgevoerd in 2012; |
Zetelovereenkomst
6. |
wijst met bezorgdheid op de bevinding van de Rekenkamer dat het Agentschap geen zetelovereenkomst heeft gesloten; |
7. |
neemt nota van het antwoord van het Agentschap dat de onderhandelingen over de zetelovereenkomst van het Agentschap gaande zijn en dat er opnieuw wordt overlegd over de ontwerpregeling waarover eerder was onderhandeld, onder meer door een aantal ministeries; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de voortgang van de onderhandelingen en roept de lidstaat waar het Agentschap gevestigd is op maatregelen te nemen om de onderhandelingen te versnellen en in de nabije toekomst een zetelovereenkomst te sluiten; |
Prestaties
8. |
verzoekt de Commissie samen met de Europese Stichting voor opleiding, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden en het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk om de synergieën tussen deze agentschappen nader te onderzoeken en aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de mogelijkheid van verdere integratie van deze vier agentschappen; verzoekt deze agentschappen en de Commissie na te gaan of nauwere samenwerking kan leiden tot schaalvoordelen en optimalisering van hun prestaties; |
Interne controle
9. |
merkt op dat de dienst Interne Audit in 2011 een auditverslag heeft opgesteld over de „Online en externe communicatie in de EU-OSHA”, waarin geen kritieke aanbevelingen, twee „zeer belangrijke” aanbevelingen en vijf „belangrijke” aanbevelingen werden gedaan; merkt op dat de zeven aanbevelingen allemaal zijn aanvaard door de raad van bestuur en reeds zijn toegepast (zes van de zeven in 2011 en de laatste aanbeveling in 2012); merkt op dat het Agentschap een „IT-taakbeoordeling in de EU-OSHA” heeft uitgevoerd en naar aanleiding daarvan een verslag heeft gepubliceerd en dat het ook de stand van zaken met betrekking tot aanbevelingen uit eerdere controles heeft geëvalueerd; |
10. |
verwijst wat de andere opmerkingen betreft die deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting, die horizontaal van aard zijn, naar zijn resolutie van 17 april 2013 (6) over de prestaties, het financieel beheer en de controle van de agentschappen. |
(1) PB C 388 van 15.12.2012, blz. 219.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(4) PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1.
(5) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(6) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0134 (zie bladzijde 374 van dit Publicatieblad).