Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2013_308_R_NS0032

    2013/566/EU: Besluit van het Europees Parlement van 17 april 2013 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011
    Resolutie van het Europees Parlement van 17 april 2013 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011

    PB L 308 van 16.11.2013, p. 196–201 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB L 308 van 16.11.2013, p. 32–32 (HR)

    16.11.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 308/196


    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 17 april 2013

    over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011

    (2013/566/EU)

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011,

    gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

    gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013),

    gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

    gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208,

    gezien Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (4), en met name artikel 64,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94,

    gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0113/2013),

    1.

    verleent de uitvoerend directeur van de Europese Bankautoriteit kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2011;

    2.

    formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

    3.

    verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Bankautoriteit, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

    De voorzitter

    Martin SCHULZ

    De secretaris-generaal

    Klaus WELLE


    (1)  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 60.

    (2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

    (4)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

    (5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.


    RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 17 april 2013

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011,

    gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Bankautoriteit voor het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

    gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013),

    gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

    gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208,

    gezien Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (4), en met name artikel 64,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94,

    gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0113/2013),

    A.

    overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit) („de Autoriteit”) voor het begrotingsjaar 2011 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

    B.

    overwegende dat de Autoriteit, een pas opgericht agentschap dat in Londen is gevestigd, bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 is opgericht en op 1 januari 2011 officieel met haar werkzaamheden als onafhankelijke autoriteit is begonnen;

    C.

    overwegende dat de Autoriteit de wettelijke opvolger is van het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBT) en derhalve, naast een eigen mandaat, alle taken en verantwoordelijkheden van het CEBT heeft overgenomen;

    D.

    overwegende dat de Autoriteit integraal deel uitmaakt van het Europees Systeem van financiële toezichthouders en nauw samenwerkt met haar zusterautoriteiten, te weten de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten, binnen het Gemengd Comité, en met het Europees Comité voor systeemrisico’s;

    E.

    overwegende dat de totale begroting voor 2011 van de Autoriteit 12 685 000 EUR bedroeg;

    F.

    overwegende dat overeenkomstig de oprichtingsverordening (6) 60 % van de begroting 2011 werd gefinancierd door bijdragen van de lidstaten en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) en 40 % afkomstig was van de begroting van de Unie;

    G.

    overwegende dat de Autoriteit eind 2011 een positief begrotingsresultaat van 3 579 861 EUR (7) vertoonde, dat vervolgens in de rekeningen als passivum ten opzichte van de Commissie werd geboekt;

    Financieel en begrotingsbeheer

    1.

    verneemt uit de jaarrekening (8) dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Autoriteit voor 2011 aanvankelijk 5 073 000 EUR bedroeg; merkt op dat dit het jaar was waarin de Autoriteit van start ging;

    2.

    neemt kennis van de informatie in de jaarrekening dat de begroting van de Autoriteit voor 2011 in totaal 12 865 000 EUR bedroeg (met inbegrip van 7 413 000 EUR als bijdrage van nationale toezichthoudende autoriteiten en 199 000 EUR als bijdrage van waarnemers);

    3.

    vraagt de Commissie na te gaan of er een voorstel kan worden ingediend om te waarborgen dat de begrotingen van de drie Europese toezichthoudende autoriteiten volledig worden gefinancierd uit de begroting van de Unie;

    4.

    stelt met bezorgdheid vast dat de bepalingen van het Financieel Reglement en de wijze van financiering van de Autoriteit niet volledig op elkaar aansluiten, aangezien 60 % van de begroting wordt gefinancierd door bijdragen van de lidstaten en de leden van de EVA; is van mening dat deze kwestie uiterlijk bij de volgende herziening van het Financieel Reglement voor wat betreft agentschappen moet worden aangepakt en roept de Commissie op deze situatie te evalueren en hierover verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit;

    5.

    verneemt uit de jaarrekening dat de Autoriteit zich in 2011 vooral heeft beziggehouden met de start en uitbreiding van haar werkzaamheden;

    6.

    benadrukt het belang van een juiste afstemming van de toegewezen begroting en de beschikbare posten enerzijds en de aan de Autoriteit toevertrouwde taken anderzijds, aangezien een wanverhouding op dit punt kan leiden tot een onevenwichtige personeelssituatie wat betreft de aanwerving van personeel voor de Autoriteit enerzijds en de gebruikmaking van nationale deskundigen anderzijds; is bezorgd over het feit dat de Commissie de personeelsformatie zoals voorgesteld door de Autoriteit heeft gewijzigd zonder dit duidelijk aan te geven; dringt bij de Commissie aan op volledige transparantie op dit punt en op andere gebieden;

    7.

    wijst op de bedenkingen die het IMF naar voren heeft gebracht in de voorlopige conclusies van zijn beoordeling van de financiële sector in de EU van december 2012, waarin verhoging van de middelen en uitbreiding van de bevoegdheden van de Autoriteit wordt aanbevolen, teneinde deze in staat te stellen haar mandaat te vervullen, en tegelijkertijd haar functionele onafhankelijkheid te vergroten;

    8.

    stelt op basis van de informatie van de jaarrekening vast dat de Raad van bestuur van de Autoriteit op zijn oprichtingsvergadering van 12 januari 2011 de belangrijkste financiële regels en het Financieel Reglement van de Autoriteit heeft aangenomen en goedgekeurd, om de Autoriteit in staat te stellen haar bevoegdheden als Europese autoriteit uit te oefenen;

    9.

    stelt vast dat de beide gehuurde kantoren met een totale oppervlakte van 1 089 m21 016 512,64 EUR hebben gekost, en vraagt de Autoriteit ervoor te zorgen dat de huur en kosten van de kantoren de plaatselijke marktprijzen niet overschrijden en ook jaarlijks te proberen de kosten te drukken als de marktvoorwaarden beter worden;

    Boekhoudsysteem

    10.

    stelt op basis van de jaarrekening (9) vast dat de standaard en algemene begrotingsstructuur zoals begin 2011 door de Autoriteit goedgekeurd, aangepast moet worden overeenkomstig de behoeften van de Autoriteit (aangezien de begroting is opgesteld voordat de Autoriteit van start ging, kon niet worden teruggegrepen op eerder opgedane ervaring);

    11.

    neemt kennis van de informatie in de jaarrekening dat de Autoriteit op 10 juni 2011 het systeem voor begrotingsboekhouding van de Commissie (ABAC) heeft overgenomen, hetgeen een boekhoudsysteem is op basis van periodetoerekening per begrotingsjaar; stelt verder vast dat tijdens de overgangsperiode van 1 januari tot 10 juni 2011 de Autoriteit gebruik heeft gemaakt van een Excel-instrument voor haar jaarlijkse begrotingsboekhouding en dat tijdens de overstap een verslag is opgesteld met de vastleggingen en betalingen die in ADAC zijn ingevoerd;

    12.

    neemt kennis van het feit dat betalingen die zijn verricht voor de invoering van ABAC slechts zijn geregistreerd in het overgangssysteem en niet in ABAC; neemt kennis van het feit dat telkens wanneer vanuit ABAC melding wordt gemaakt van gebruikmaking en uitvoering van de begroting, er een handmatige registratie in een Excel-spreadsheet wordt aangebracht om de oorspronkelijke begroting en het gebruik van vastleggingen en betalingen voor het gehele begrotingsjaar volledig te verantwoorden;

    13.

    neemt kennis van de informatie in de jaarrekening dat vanaf 2012 alle financiële transacties volledig in ABAC worden opgenomen;

    14.

    neemt kennis van de informatie in de jaarrekening dat de Autoriteit op 10 juni 2011 voor de algemene boekhouding het SAP-systeem heeft ingevoerd, dat direct gekoppeld is aan ABAC, het systeem dat ook door de Commissie wordt gebruikt; stelt verder vast dat de Autoriteit tot dat moment gebruikmaakte van SAGE (10), het systeem ingevoerd door het CEBT voor financiële boekhouding, en dat per 10 juni 2011 een overgangsbalans is ingevoerd;

    15.

    stelt vast dat de Autoriteit op 28 augustus 2011 het door de Commissie gehanteerde systeem voor registratie van activa heeft overgenomen (ABAC Assets) teneinde de afzonderlijke elementen van de vaste activa fysiek te kunnen volgen (ABAC Assets is geïntegreerd in het boekhoudsysteem van de Autoriteit); stelt verder vast dat de CEBT niet beschikt over een dergelijk systeem;

    16.

    neemt kennis van de informatie in de jaarrekening (11) dat de Autoriteit in augustus en september 2011 een fysieke inventaris heeft gemaakt van de vaste activa ontvangen van de CEBT en daarbij vaststelde dat er geen wezenlijke afwijkingen zijn geconstateerd;

    17.

    verwelkomt de validering door de externe controleur Deloitte Consulting van het boekhoudsysteem van de Autoriteit (12); wijst erop dat de evaluatie van het boekhoudsysteem van de Autoriteit plaatsvond in november 2012;

    18.

    wijst erop dat in het rapport van Deloitte wordt gemeld dat „op basis van de uitgevoerde procedures voor het valideren van de conformiteit Deloitte tot de algemene slotsom komt dat het boekhoudsysteem van de EBA in overeenstemming is met de criteria die zijn gespecificeerd door de Europese Commissie (DG Budget). Er is reeds een aantal interne controlemaatregelen ingevoerd, die op adequate wijze door de verantwoordelijke van de EBA zijn uitgevoerd voor het boekhoudkundig proces en voor het verlenen van toegang tot de belangrijkste onderdelen van de IT-infrastructuur, overeenkomstig goede praktijken”;

    Vastleggingen

    19.

    verneemt uit de jaarrekening dat de Autoriteit eind 2011 een uitvoeringspercentage van 71 % voor de betalingskredieten noteerde en van 59 % voor de vastleggingskredieten;

    20.

    wijst erop dat het uitvoeringspercentage van de vastleggingen voor titel I (Personeelsuitgaven) 91 % bedraagt en in overeenstemming is met het aantal bezette posten per 31 december 2011 (41 van de 46 in de personeelsformatie vermelde posten); wijst er tevens op dat het lagere percentage voor de betalingen (83 %) voornamelijk het gevolg is van late facturering van bij nationale toezichthoudende autoriteiten gedetacheerd personeel; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen zijn genomen om deze tekortkoming te verhelpen;

    21.

    neemt kennis van de informatie uit de jaarrekening dat het lagere uitvoeringspercentage in titel III (Beleidsuitgaven) voornamelijk betrekking heeft op IT, wat wordt verklaard door het feit dat zowel de aanwerving van IT-personeel als de aanbestedingsprocedure langer duurden dan verwacht; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen zijn genomen om het uitvoeringspercentage van titel III te verhogen;

    22.

    neemt kennis van de informatie uit het jaarverslag van de Autoriteit (13) dat in 2011 slechts niet-gesplitste kredieten zijn gebruikt; merkt tevens op dat de vastleggingen 9 054 030 EUR bedroegen, oftewel 71 % van de begroting 2011, waarvan 7 436 217 EUR is betaald en 1 617 813 EUR automatisch is overgedragen, overeenkomstig artikel 10 van het Financieel Reglement van de Autoriteit;

    23.

    neemt met bezorgdheid kennis van de opmerking van de Rekenkamer dat de vastleggingspercentages laag waren, met name voor titel II (Administratieve uitgaven) (57 %) en titel III (Beleidsuitgaven) (46 %), hetgeen tot gevolg had dat de IT-doelstellingen van de Autoriteit niet volledig zijn bereikt; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen zijn genomen om deze percentages te verbeteren, daar de lage uitvoeringspercentages wijzen op problemen bij de planning en de uitvoering van de begroting;

    24.

    wijst erop dat de Rekenkamer tekortkomingen heeft geconstateerd ten aanzien van drie juridische verbintenissen die voorafgaand aan de begrotingsvastleggingen waren aangegaan (742 000 EUR); verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen zijn genomen om deze tekortkoming te verhelpen;

    Aanbestedingsprocedures

    25.

    wijst erop dat het jaarverslag van de Autoriteit (14) meldt dat er in 2011 een aantal aanwervingsprocedures voor goederen en diensten is gestart; wijst er verder op dat de Autoriteit gebruik heeft gemaakt van bestaande kadercontracten van de Commissie, met name in de IT-sector, waar een aantal interne IT-systemen, zoals e-mail en intranet zijn geïnstalleerd, alsmede een IT-platform voor het vergaren en analyseren van gegevens van nationale toezichthoudende autoriteiten;

    26.

    erkent dat de Autoriteit aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij het actualiseren van haar aanbestedingsprocedures om deze in overeenstemming te brengen met de regels van de Unie; wijst erop dat de achterstand op het gebied van lopende aanbestedingsprocedures aanzienlijk is ingelopen en dat, volgens de Autoriteit, de resterende achterstand/gebieden die niet aan de eisen voldoen, zullen worden gecorrigeerd in 2013; verzoekt de Autoriteit deze kwestie verder aan te pakken en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de geboekte vooruitgang;

    27.

    merkt op dat een aantal afwijkingen van de aanbestedingsregels is toegekend; wijst er echter op dat dit aantal in 2012 veel lager was dan in 2011 en dat de meeste gebieden die niet aan een groot aantal eisen voldeden, zijn gecorrigeerd; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit mee te delen welke verdere maatregelen zijn genomen om deze tekortkoming te verhelpen;

    Aanwervingsprocedures

    28.

    wijst erop dat in het verslag van de Rekenkamer wordt aangegeven dat de Autoriteit de transparantie van haar aanwervingsprocedures moet verbeteren; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen zijn genomen om dit gebrek aan transparantie te verhelpen; is van mening dat een aantal bepalingen van het Statuut van de ambtenaren een aanzienlijke administratieve last kunnen vormen; moedigt de Commissie daarom aan om ten aanzien van de agentschappen een bepaalde mate van vereenvoudiging toe te staan in het kader van artikel 110 van het Statuut;

    29.

    neemt kennis van de informatie uit het jaarverslag van de Autoriteit (15) dat 2011 een zeer belangrijk jaar was voor de Autoriteit wat betreft het opzetten en uitbreiden van het humanresourcesteam, teneinde een adequate uitvoering van de nieuwe functies en taken van dit team mogelijk te maken; wijst er tevens op dat in totaal 33 aanwervingsprocedures zijn afgerond, en dat het personeel van de Autoriteit tussen 1 januari en 31 december 2011 is toegenomen van 31 tot 52 en 19 nationaliteiten omvat;

    30.

    verwijst wat de andere opmerkingen betreft die deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting, die horizontaal van aard zijn, naar zijn resolutie van 17 april 2013 (16) over de prestaties, het financieel beheer en de controle van de agentschappen.


    (1)  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 60.

    (2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

    (4)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

    (5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

    (6)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12, artikel 62, lid 1.

    (7)  Jaarrekening 2011, blz. 19.

    (8)  Jaarrekening 2011, blz. 18.

    (9)  Jaarrekening 2011, blz. 31.

    (10)  SAGE is een op maat gemaakt boekhoudsysteem voor kleine en middelgrote ondernemingen, organisaties en instellingen.

    (11)  Jaarrekening 2011, blz. 26.

    (12)  European Banking Authority (EBA), Validation of accounting systems, 7.12.2012, Deloitte.

    (13)  Jaarverslag 2011, blz. 41.

    (14)  Jaarverslag 2011, blz. 36.

    (15)  Jaarverslag 2011, blz. 36.

    (16)  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0134 (zie bladzijde 374 van dit Publicatieblad).


    Top