EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2013_168_R_0001_01

2013/296/EU: Besluit van de Raad van 13 mei 2013 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa
Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa

PB L 168 van 20.6.2013, p. 1–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 mei 2013

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa

(2013/296/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a), in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit 2012/353/EU van de Raad (1) is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa („de overeenkomst”) ondertekend op 27 juni 2012, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

(2)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd.

(3)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (2). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(4)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (3). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Europese Unie de in artikel 2 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten, waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting wordt gebracht (4).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 mei 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

S. COVENEY


(1)  PB L 174 van 4.7.2012, blz. 4.

(2)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(3)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

(4)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa

DE EUROPESE UNIE,

en

DE REPUBLIEK MOLDAVIË,

hierna „de partijen” genoemd,

GEZIEN de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa, die op 1 januari 2008 in werking is getreden,

GELEID door de wens de contacten tussen mensen te vergemakkelijken,

ERKENNEND dat het van belang is op termijn een visumvrije regeling in te voeren voor de burgers van de Republiek Moldavië, mits aan alle voorwaarden voor een goed beheerde en veilige mobiliteit wordt voldaan,

REKENING HOUDEND MET het Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie en het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

REKENING HOUDEND met het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op Denemarken,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake de versoepeling van de afgifte van visa, hierna „de overeenkomst” genoemd, wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van dit artikel:

1)

In de titel wordt het woord „Gemeenschap” vervangen door „Unie”.

2)

In artikel 2, lid 1, wordt het woord „Gemeenschap” vervangen door „Unie”, en in artikel 2, lid 2, en artikel 3, onder e), wordt het woord „Gemeenschapsrecht” vervangen door „recht van de Europese Unie”.

3)

Artikel 4, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt d) wordt vervangen door:

„d)

voor chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de Republiek Moldavië:

een schriftelijke uitnodiging van de nationale vereniging van vervoerders van de Republiek Moldavië die internationaal goederenvervoer over de weg verzorgen, waarin het doel, het traject, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;”;

b)

punt f) wordt vervangen door:

„f)

voor journalisten en het technisch personeel dat hen beroepshalve vergezelt:

een certificaat of ander document van een beroepsorganisatie of van de werkgever van de aanvrager waaruit blijkt dat de betrokkene een gekwalificeerd journalist is en dat de reis is bedoeld om journalistiek werk te verrichten, of waaruit blijkt dat de betrokkene behoort tot het technisch personeel dat de journalist beroepshalve vergezelt;”;

c)

punt k) wordt vervangen door:

„k)

voor naaste familieleden — echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen — die op bezoek gaan bij burgers van de Republiek Moldavië die legaal in de lidstaten verblijven of bij burgers van de Europese Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn:

een schriftelijke uitnodiging van de gastheer of -vrouw;”;

d)

het volgende punt wordt toegevoegd:

„p)

voor deelnemers aan officiële grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s van de Europese Unie, bijvoorbeeld in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI):

een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie.”.

4)

In artikel 5 worden de leden 1 tot en met 3 vervangen door:

„1.   De diplomatieke en consulaire beroepsposten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van vijf jaar aan de volgende categorieën personen:

a)

leden van nationale en regionale regeringen en parlementen, van het constitutionele hof en de hoogste rechterlijke instantie in de uitoefening van hun functie, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht;

b)

permanente leden van officiële delegaties van de Republiek Moldavië die op officiële uitnodiging regelmatig moeten deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties in de lidstaten worden gehouden;

c)

echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen) die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de aanvrager, en ouders (inclusief voogden) die op bezoek gaan bij burgers van de Republiek Moldavië die legaal in de lidstaten verblijven of bij burgers van de Europese Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn;

d)

zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen;

e)

journalisten en het technisch personeel dat hen beroepshalve vergezelt.

Wanneer duidelijk is dat de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen slechts voor een kortere periode geldt, wordt, in afwijking van de eerste alinea, de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die kortere periode, met name wanneer

in het geval van de onder a) bedoelde personen: de ambtstermijn,

in het geval van de onder b) bedoelde personen: de geldigheidsduur van de status als lid van een officiële delegatie,

in het geval van de onder c) bedoelde personen: de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning van burgers van de Republiek Moldavië die legaal in de Europese Unie verblijven,

in het geval van de onder d) bedoelde personen: de geldigheidsduur van de status als vertegenwoordiger van een bedrijfsorganisatie of die van de arbeidsovereenkomst,

in het geval van de onder e) bedoelde personen: de duur van de arbeidsovereenkomst,

korter is dan vijf jaar.

2.   De diplomatieke en consulaire beroepsposten van de lidstaten verstrekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van een jaar aan de volgende categorieën personen, mits deze in het voorafgaande jaar ten minste één visum hebben verkregen waarvan zij gebruik hebben gemaakt overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat:

a)

leden van officiële delegaties die na een officiële, aan de Republiek Moldavië gerichte uitnodiging regelmatig moeten deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties in de lidstaten worden gehouden;

b)

vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;

c)

beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die regelmatig naar de lidstaten reizen;

d)

chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregistreerd in de Republiek Moldavië;

e)

personeel van wagons, koelwagons en locomotieven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen;

f)

deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, inclusief universitaire en andere uitwisselingsprogramma’s, die regelmatig naar de lidstaten reizen;

g)

studenten en postdoctoraal studenten die regelmatig reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;

h)

deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden;

i)

deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden of andere plaatsen;

j)

deelnemers aan officiële grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s van de Europese Unie, bijvoorbeeld in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI).

Wanneer duidelijk is dat de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen slechts voor een kortere periode geldt, wordt, in afwijking van de eerste alinea, de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die kortere periode.

3.   De diplomatieke en consulaire beroepsposten van de lidstaten verstrekken de in lid 2 genoemde personen meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste twee en ten hoogste vijf jaar, mits deze personen in de voorafgaande twee jaar overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat gebruik hebben gemaakt van het meervoudig visum voor één jaar, tenzij duidelijk is dat de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen voor een kortere periode geldt; in dat geval wordt de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die kortere periode.”.

5)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2,

i)

worden de inleidende woorden vervangen door:

„2.   Onverminderd lid 4 hoeven de volgende categorieën personen geen leges te betalen voor de behandeling van een visumaanvraag:”;

ii)

worden in punt a) de volgende woorden toegevoegd:

„of burgers van de Europese Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn”;

iii)

worden in punt j) de volgende woorden toegevoegd:

„en het technisch personeel dat hen beroepshalve vergezelt”;

iv)

worden de volgende punten toegevoegd:

„p)

deelnemers aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of educatieve evenementen die 25 jaar of jonger zijn;

q)

vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;

r)

deelnemers aan officiële grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s van de Europese Unie, bijvoorbeeld in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI).”;

v)

wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De eerste alinea is ook van toepassing in geval van doorreis.”;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„4.   Indien een lidstaat bij het afgeven van visa samenwerkt met een externe dienstverlener mag deze dienstverlener dienstverleningskosten in rekening brengen. Deze kosten moeten in verhouding staan tot de kosten die de externe dienstverlener moet maken voor het uitvoeren van zijn taken en mogen ten hoogste 30 EUR bedragen. De lidstaten handhaven voor alle aanvragers de mogelijkheid rechtstreeks een aanvraag in te dienen bij hun consulaat. De externe dienstverlener verricht zijn werkzaamheden overeenkomstig de Visumcode en met volledige eerbiediging van de Moldavische wetgeving.”.

6)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 6 bis

Indiening van een aanvraag zonder dat de aanvrager persoonlijk hoeft te verschijnen

De consulaten van de lidstaten kunnen een visumaanvrager vrijstellen van de verplichting persoonlijk te verschijnen, wanneer de aanvrager bij hen als integer en betrouwbaar te boek staat, tenzij de aanvrager persoonlijk moet verschijnen voor de afname van biometrische kenmerken.”.

7)

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

Vertrek in geval van verloren of gestolen documenten

Burgers van de Europese Unie en burgers van de Republiek Moldavië die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van de Republiek Moldavië respectievelijk de lidstaten, kunnen het grondgebied van de Republiek Moldavië of van de lidstaten zonder visum of een andere machtiging verlaten met een door een diplomatieke of consulaire beroepspost van de lidstaten respectievelijk de Republiek Moldavië afgegeven geldig identiteitsbewijs dat hun het recht geeft de grens over te gaan.”.

8)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

„Diplomatieke paspoorten en dienstpaspoorten”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Burgers van de Republiek Moldavië die houder zijn van een geldig biometrisch dienstpaspoort hebben geen visum nodig voor een inreis in, een uitreis uit of een doorreis over het grondgebied van de lidstaten.”;

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde personen mogen ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.”.

9)

Artikel 12, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de eerste zin wordt het woord „Gemeenschap” vervangen door „Unie”;

b)

in de tweede zin wordt het woord „Gemeenschap” vervangen door „Europese Unie”, en worden de woorden „Commissie van de Europese Gemeenschappen” vervangen door „Europese Commissie”.

10)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de bestaande alinea wordt genummerd als lid 1;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„2.   De bepalingen van voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst gesloten bilaterale overeenkomsten of regelingen tussen afzonderlijke lidstaten en de Republiek Moldavië op grond waarvan houders van niet-biometrische dienstpaspoorten zijn vrijgesteld van de visumplicht blijven van toepassing, onverminderd het recht van de betrokken lidstaten of de Republiek Moldavië om deze bilaterale overeenkomsten of regelingen op te zeggen of op te schorten.”.

11)

In artikel 14 wordt de volgende eerste alinea ingevoegd:

„De Republiek Moldavië mag de visumplicht alleen opnieuw invoeren voor de burgers of bepaalde categorieën burgers van alle lidstaten en niet voor de burgers of bepaalde categorieën burgers van afzonderlijke lidstaten.”.

Artikel 2

Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de laatste partij de andere partij ervan in kennis stelt dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.

Gedaan te Brussel op zevenentwintig juli in het jaar tweeduizend twaalf, in tweevoud in elk van de officiële talen van de partijen, alle teksten zijnde gelijkelijk authentiek.

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Pentru Uniunea Europeană

Image

Image

3a Република Молдова

Por la República de Moldavia

Za Moldavskou republiku

For Republikken Moldova

Für die Republik Moldau

Moldova Vabariigi nimel

Για τη Δημοκρατία της Μολδαβίας

For the Republic of Moldova

Pour la République de Moldavie

Per la Repubblica moldova

Moldovas Republikas vārdā –

Moldovos Respublikos vardu

A Moldovai Köztársaság részéről

Għar-Repubblika tal-Moldova

Voor de Republiek Moldavië

W imieniu Republiki Mołdawii

Pela República da Moldova

Pentru Republica Moldova

Za Moldavskú republiku

Za Republiko Moldavijo

Moldovan tasavallan puolesta

För Republiken Moldavien

Pentru Republica Moldova

Image

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING OVER DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN REISDOCUMENTEN

De partijen komen overeen dat het bij artikel 12 van deze overeenkomst opgerichte Gemengd Comité bij het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst nagaat welk effect het beveiligingsniveau van de respectieve reisdocumenten hebben op de werking van de overeenkomst. Daartoe komen de partijen overeen elkaar regelmatig op de hoogte te houden van de maatregelen om de wildgroei van reisdocumenten tegen te gaan, de technische aspecten van reisdocumentenbeveiliging te ontwikkelen en de afgifte van reisdocumenten verder te personaliseren.

VERKLARING VAN DE EUROPESE UNIE OVER DE DOCUMENTEN DIE MOETEN WORDEN OVERGELEGD BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN VISUM VOOR KORT VERBLIJF

De Europese Unie zal overeenkomstig artikel 48, lid 1, onder a), van de Visumcode een geharmoniseerde lijst van bewijsstukken opstellen om ervoor te zorgen dat aanvragers uit de Republiek Moldavië in principe dezelfde documenten moeten overleggen. De Europese Unie zal de Republiek Moldavië in het Comité inlichten wanneer deze lijst gereed is. De Europese Unie zal tevens de burgers van de Republiek Moldavië inlichten overeenkomstig artikel 47, lid 1, onder a, van de Visumcode.

VERKLARING VAN DE EUROPESE UNIE OVER DE SAMENWERKING MET EXTERNE DIENSTVERLENERS

De Europese Unie verbindt zich ertoe de inontvangstneming van visumaanvragen alleen als uiterste maatregel uit te besteden, wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden en redenen die verband houden met de plaatselijke situatie, bijvoorbeeld wanneer vanwege het grote aantal aanvragers de aanvragen en gegevens niet tijdig en in fatsoenlijke omstandigheden in ontvangst kunnen worden genomen, of wanneer het niet mogelijk is op een andere wijze te zorgen voor een goede territoriale dekking van het betrokken derde land, en wanneer andere vormen van samenwerking niet passend blijken te zijn voor de betrokken lidstaat.

VERKLARING VAN DE EUROPESE UNIE OVER VERSOEPELING VAN DE AFGIFTE VAN VISA AAN FAMILIELEDEN

De Europese Unie neemt nota van de suggestie van de Republiek Moldavië om de categorie familieleden op wie de visumversoepeling van toepassing is, ruimer te definiëren en van het belang dat de Republiek Moldavië hecht aan vereenvoudiging van het verkeer van deze categorie personen.

Ter bevordering van de mobiliteit van een grotere groep personen met familiebanden (met name zussen en broers en hun kinderen) met burgers van de Republiek Moldavië die legaal in de lidstaten verblijven, of met burgers van de Europese Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, nodigt de Europese Unie de consulaire posten van de lidstaten uit ten volle gebruik te maken van de in de Visumcode bestaande mogelijkheden om de afgifte van visa aan deze categorie personen te vereenvoudigen, met name door middel van vereenvoudigingen ten aanzien van de vereiste bewijsstukken, vrijstelling van leges en zo mogelijk de afgifte van meervoudige visa.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN

De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Unie en Zwitserland en Liechtenstein, die met name voortvloeien uit de overeenkomst van 26 oktober 2004 inzake de betrokkenheid van deze twee staten bij de uivoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van Zwitserland en Liechtenstein en van de Republiek Moldavië onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met deze gewijzigde overeenkomst.


Top