EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2009_323_R_0012_01

Besluit 2009/916/GBVB van de Raad van 23 oktober 2009 betreffende de sluiting en de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen over de status van een door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Republiek der Seychellen in het kader van de militaire operatie Atalanta van de EU
Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen inzake de status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Republiek der Seychellen in het kader van de militaire operatie Atalanta van de EU

PB L 323 van 10.12.2009, p. 12–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 323/12


BESLUIT 2009/916/GBVB VAN DE RAAD

van 23 oktober 2009

betreffende de sluiting en de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen over de status van een door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Republiek der Seychellen in het kader van de militaire operatie Atalanta van de EU

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 24,

Gezien de aanbeveling van het voorzitterschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 15 mei 2008 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1814 (2008) aangenomen, waarin de landen en regionale organisaties wordt verzocht maatregelen te nemen ter bescherming van de schepen die betrokken zijn bij het vervoer en het leveren van humanitaire hulp voor Somalië en bij door de VN toegestane activiteiten.

(2)

Op 2 juni 2008 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1816 (2008) aangenomen, waarbij de staten die met de federale overgangsregering van Somalië samenwerken, toestemming wordt gegeven om, gedurende zes maanden vanaf de aanneming van de resolutie, de territoriale wateren van Somalië binnen te gaan en alle middelen te gebruiken die noodzakelijk zijn om piraterij en gewapende overvallen op zee te bestrijden, overeenkomstig het toepasselijk internationaal recht. Deze bepalingen zijn bij Resolutie 1846 (2008) van de VN-Veiligheidsraad, die op 2 december 2008 is aangenomen, met twaalf maanden verlengd.

(3)

Op 10 november 2008 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB aangenomen inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (1) (operatie „Atalanta”).

(4)

In artikel 11 van Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB wordt bepaald dat de status van de door de Europese Unie geleide troepen die op het grondgebied van derde landen zijn gestationeerd of opereren in de territoriale of binnenwateren van derde landen, wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 24 van het Verdrag.

(5)

Hiertoe op 18 september 2007 door de Raad gemachtigd overeenkomstig artikel 24 van het Verdrag, heeft het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, onderhandeld over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Somalië over de status van een door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Republiek Somalië.

(6)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen over de status van een door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Republiek der Seychellen in het kader van de militaire operatie Atalanta van de EU wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Europese Unie te binden.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

T. BILLSTRÖM


(1)  PB L 301 van 12.11.2008, blz. 33.


VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen inzake de status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Republiek der Seychellen in het kader van de militaire operatie Atalanta van de EU

DE EUROPESE UNIE (EU),

enerzijds, en

DE REPUBLIEK DER SEYCHELLEN, hierna „de gaststaat” genoemd,

anderzijds,

hierna „de partijen” genoemd,

REKENING HOUDEND MET:

Resoluties 1814 (2008), 1838 (2008), 1846 (2008) en 1851 (2008) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR),

de brieven van de Republiek der Seychellen van 2 april 2009 en 21 augustus 2009 met het verzoek om een EU-zeestrijdmacht op haar grondgebied,

Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van 10 november 2008 inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust,

het feit dat deze overeenkomst de rechten en verplichtingen van de partijen krachtens internationale overeenkomsten en andere regelgeving tot instelling van internationale tribunalen, waaronder het statuut van het Internationaal Strafhof, onverlet laat,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Werkingssfeer en definities

1.   Deze overeenkomst is van toepassing op de door de Europese Unie geleide troepenmacht en op het personeel daarvan.

2.   Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de gaststaat, met inbegrip van zijn wateren en luchtruim.

3.   In deze overeenkomst gelden de volgende definities:

a)

„door de Europese Unie geleide troepenmacht” (EUNAVFOR), het militaire hoofdkwartier van de Europese Unie en de nationale contingenten die bijdragen tot de operatie Atalanta van de Europese Unie, alsmede hun schepen, hun luchtvaartuigen, hun materieel en middelen en hun vervoermiddelen;

b)

„operatie”, de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en ondersteuning van de militaire missie in aansluiting op het mandaat op grond van de Resoluties 1814 (2008), 1838 (2008), 1846 (2008), 1851 (2008) en eventuele toepasselijke vervolgresoluties van de VN-Veiligheidsraad, alsmede op grond van het VN-Verdrag inzake het recht van de zee en de verzoekschriften van de Republiek der Seychellen van 2 april 2009 en 21 augustus 2009;

c)

„operationele commandant”, de commandant van de operatie;

d)

„commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht”, de commandant in het inzetgebied;

e)

„militair hoofdkwartier van de Europese Unie”, het militaire hoofdkwartier en de verschillende onderdelen daarvan, ongeacht waar deze zich bevinden, die onder het gezag staan van de militaire commandanten van de Europese Unie die het militaire commando of de militaire controle over de operatie uitoefenen;

f)

„nationale contingenten”, de eenheden, schepen, luchtvaartuigen en onderdelen, met inbegrip van de aan boord van koopvaardijschepen ingescheepte beschermingsdetachementen van de lidstaten van de Europese Unie en van derde staten die aan deze operatie deelnemen;

g)

„EUNAVFOR-personeel”, het burgerpersoneel en het militaire personeel dat is toegewezen aan EUNAVFOR, personeel dat wordt ingezet om de operatie voor te bereiden, personeel dat de door EUNAVFOR gevangengenomen personen begeleidt en personeel op missie voor een zendstaat of een EU-instelling in het kader van de operatie, en dat aanwezig is op het grondgebied van de gaststaat, behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst, met uitzondering van het ter plaatse aangeworven personeel en het personeel in dienst van internationale commerciële contractanten;

h)

„ter plaatse aangeworven personeel”, personeel dat onderdaan is van de gaststaat of er permanent verblijft;

i)

„faciliteiten”, alle gebouwen, huisvesting en terreinen die nodig zijn voor EUNAVFOR en voor het EUNAVFOR-personeel;

j)

„zendstaat”, een staat die een nationaal contingent levert voor EUNAVFOR, met inbegrip van lidstaten van de Europese Unie en derde staten die aan de operatie deelnemen;

k)

„wateren”, de binnenwateren en territoriale zee van de gaststaat en het luchtruim boven deze wateren.

l)

„officiële briefwisseling”, alle op de operatie en de functies ervan betrekking hebbende briefwisseling.

Artikel 2

Algemene bepalingen

1.   EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel eerbiedigen de wetten en regels van de gaststaat en onthouden zich van alle acties en activiteiten die onverenigbaar zijn met de doeleinden van de operatie.

2.   EUNAVFOR informeert de regering van de gaststaat vooraf en op gezette tijden over het aantal EUNAVFOR-personeelsleden dat het grondgebied van de gaststaat transiteert of op dat grondgebied is gestationeerd, en over de identiteit van de vaartuigen, luchtvaartuigen en eenheden die in de wateren van de gaststaat opereren of de havens van de gaststaat aandoen.

Artikel 3

Identificatie

1.   Het EUNAVFOR-personeel dat aanwezig is op het grondgebied van de gaststaat moet te allen tijde zijn paspoort of militaire identiteitskaart bij zich dragen.

2.   Voertuigen, luchtvaartuigen, schepen en andere vervoermiddelen van EUNAVFOR zijn voorzien van een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken en/of kentekenplaten, waarvan de bevoegde autoriteiten van de gaststaat vooraf in kennis worden gesteld.

3.   EUNAVFOR mag de vlag van de Europese Unie voeren en herkenningstekens zoals militaire tekens, titels en officiële symbolen aanbrengen op haar faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen. Op de uniformen van het EUNAVFOR-personeel wordt een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken aangebracht. Nationale vlaggen of tekens van de nationale contingenten die deel uitmaken van de operatie, mogen op de faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen en de uniformen van EUNAVFOR worden aangebracht, een en ander overeenkomstig het besluit van de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht.

Artikel 4

Overschrijding van de grenzen en verplaatsingen op het grondgebied van de gaststaat

1.   De leden van het EUNAVFOR-personeel, met uitzondering van de bemanning van EUNAVFOR-vaartuigen en -vliegtuigen, komen het grondgebied van de gaststaat uitsluitend binnen op vertoon van de in artikel 3, lid 1, bepaalde documenten. Zij zijn bij het betreden en verlaten van, en tijdens het verblijf op het grondgebied van de gaststaat vrijgesteld van paspoort- en visumvoorschriften, inspecties in het kader van immigratie en douanecontroles.

2.   De leden van het EUNAVFOR-personeel zijn vrijgesteld van de voorschriften van de gaststaat inzake de registratie van en het toezicht op vreemdelingen, maar verwerven geen permanent verblijfs- of woonrecht op het grondgebied van de gaststaat.

3.   Bij het binnenkomen van een luchthaven of haven van de gaststaat leeft EUNAVFOR de wetten en voorschriften inzake volksgezondheid en milieuhygiëne van de gaststaat na. Hiertoe kan een uitvoeringsbepaling worden vastgesteld, zoals bepaald in artikel 18.

4.   De gaststaat ontvangt ter informatie een algemene lijst van het EUNAVFOR-materieel dat het grondgebied van de gaststaat binnenkomt. Dit materieel is voorzien van een duidelijk EUNAVFOR-herkenningsteken. EUNAVFOR-materieel en -vervoermiddelen die ter ondersteuning van de operatie het grondgebied van de gaststaat binnenkomen, oversteken of verlaten, zijn vrijgesteld van de verplichting om inventarissen en andere douanedocumenten te verschaffen en zijn niet aan controles onderworpen.

5.   Het EUNAVFOR-personeel kan, mits het de wetten en voorschriften van de gaststaat respecteert, binnen het grondgebied van de gaststaat motorvoertuigen, schepen en luchtvaartuigen besturen, op voorwaarde dat het in het bezit is van een geldig nationaal, internationaal of militair rijbewijs, vaarbewijs of vliegbrevet.

6.   De gaststaat garandeert dat EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel zich voor de operatie op zijn grondgebied, en in zijn wateren en zijn luchtruim vrij kunnen verplaatsen en er vrij kunnen reizen. Vrij verkeer binnen de wateren van de gaststaat houdt in dat in alle omstandigheden mag worden gestopt en voor anker mag worden gegaan.

7.   EUNAVFOR kan, voor de operatie op het grondgebied van de gaststaat, met inbegrip van zijn territoriale zee en zijn luchtruim, behoudens goedkeuring van de gaststaat die verantwoordelijk is voor vluchtveiligheid, luchtvaartuigen of militaire apparatuur doen opstijgen, doen landen of aan boord nemen.

8.   EUNAVFOR-onderzeeërs hoeven voor de operatie in de territoriale zee van de gaststaat niet aan de oppervlakte te varen en hun vlag te tonen.

EUNAVFOR kan voor de operatie, met de vervoermiddelen die zij huurt, zonder betaling van rechten, kosten, tolgelden, belastingen en soortgelijke heffingen gebruikmaken van openbare wegen, bruggen, veerponten, luchthavens en havens. EUNAVFOR is niet vrijgesteld van betaling van een redelijke vergoeding voor op verzoek ontvangen diensten, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de strijdkrachten van de gaststaat.

Artikel 5

Door de gaststaat aan EUNAVFOR verleende voorrechten en immuniteiten

1.   De faciliteiten en de schepen en luchtvaartuigen van EUNAVFOR zijn onschendbaar. Vertegenwoordigers van de gaststaat mogen deze niet betreden zonder toestemming van de commandant van de EU-troepenmacht.

2.   De faciliteiten van EUNAVFOR, alsmede het meubilair en andere goederen die zich daarin bevinden en de vervoermiddelen, genieten immuniteit van onderzoek, vordering, beslaglegging of executoriale maatregelen.

3.   EUNAVFOR, haar bezittingen en goederen, ongeacht waar deze zich bevinden en door wie ze worden gehouden, genieten algehele immuniteit van rechtsmacht.

4.   Het archief en de documenten van EUNAVFOR zijn, te allen tijde en waar ze zich ook bevinden, onschendbaar.

5.   De officiële briefwisseling van EUNAVFOR is onschendbaar.

6.   Wat betreft aangekochte of ingevoerde goederen, verleende diensten en faciliteiten die EUNAVFOR voor de operatie gebruikt, geniet EUNAVFOR, alsook haar leveranciers en contractanten, vrijstelling van alle nationale, regionale en gemeentelijke belastingen en heffingen en vergelijkbare rechten. EUNAVFOR geniet geen vrijstelling van heffingen, belastingen of rechten die gelden als betaling van verleende diensten.

7.   De gaststaat laat toe dat alle voor de operatie bestemde goederen zijn grondgebied binnenkomen en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, kosten, tolheffingen, belastingen en soortgelijke heffingen, met uitzondering van kosten voor opslag, vervoer en andere gevraagde en geleverde diensten.

Artikel 6

Door de gaststaat verleende voorrechten en immuniteiten van het EUNAVFOR-personeel

1.   Het EUNAVFOR-personeel is gevrijwaard van enigerlei vorm van aanhouding of vrijheidsbeneming.

2.   De papieren, briefwisseling en bezittingen van EUNAVFOR-personeel zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen die op grond van lid 6 geoorloofd zijn.

3.   Het EUNAVFOR-personeel geniet in alle omstandigheden strafrechtelijke immuniteit in de gaststaat.

De betrokken zendstaat of EU-instelling kan afstand doen van deze strafrechtelijke immuniteit van het EUNAVFOR-personeel. De afstand dient altijd schriftelijk te geschieden.

4.   Het EUNAVFOR-personeel geniet in de gaststaat civielrechtelijke en bestuursrechtelijke immuniteit ten aanzien van uitspraken of geschriften en alle handelingen die het verricht bij de uitoefening van zijn officiële functies. Indien tegen EUNAVFOR-personeel een burgerlijke procedure wordt aangespannen voor een rechter van de gaststaat, worden de commandant van de EU-troepenmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de EU-instelling daarvan onmiddellijk in kennis gesteld. Voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid, verklaren de commandant van de EU-troepenmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of EU-instelling dat het EUNAVFOR-personeel de bewuste handeling al dan niet in de uitoefening van zijn officiële functies heeft gepleegd.

Indien de handeling in de uitoefening van officiële functies is gepleegd, wordt de procedure niet ingeleid en gelden de bepalingen van artikel 15. Indien de handeling niet in de uitoefening van officiële functies is gepleegd, kan de procedure worden voortgezet. De verklaring van de commandant van de EU-troepenmacht en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de EU-instelling is bindend voor de rechter van de gaststaat, die de verklaring niet kan aanvechten.

Indien EUNAVFOR-personeel een procedure inleidt, kan het zich niet beroepen op immuniteit van de rechtsmacht wanneer er een tegenvordering wordt ingesteld die direct verband houdt met de hoofdvordering.

5.   Het EUNAVFOR-personeel kan niet worden verplicht als getuige op te treden. EUNAVFOR en de zendstaten trachten evenwel te zorgen voor al dan niet beëdigde getuigenverklaringen van EUNAVFOR-personeelsleden die betrokken zijn geweest bij incidenten in verband waarmee personen zijn overgedragen op grond van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de gaststaat inzake de voorwaarden waaronder personen die verdacht worden van piraterij en gewapende roofovervallen, alsmede de in beslag genomen goederen, door EUNAVFOR aan de gaststaat kunnen worden overgedragen.

6.   Tegen EUNAVFOR-personeelsleden mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen hen een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met hun officiële functies. De bezittingen van EUNAVFOR-personeelsleden waarvan de commandant van de EU-troepenmacht heeft verklaard dat zij nodig zijn voor de vervulling van de officiële functies van de personeelsleden, kunnen niet in beslag worden genomen ter uitvoering van een vonnis, beslissing of bevel. In burgerlijke procedures gelden voor EUNAVFOR-personeelsleden geen beperking van de persoonlijke vrijheid, noch andere dwangmaatregelen.

7.   De immuniteit van rechtsmacht van het EUNAVFOR-personeel inde gaststaat houdt geen immuniteit van rechtsmacht in de respectieve zendstaten in.

8.   Het EUNAVFOR-personeel is ten aanzien van diensten die door EUNAVFOR zijn verleend, niet onderworpen aan de in de gaststaat geldende voorschriften op het gebied van de sociale zekerheid.

9.   Het EUNAVFOR-personeel is vrijgesteld van elke vorm van belasting in de gaststaat over het salaris en de emolumenten die EUNAVFOR of de zendstaten aan het personeel betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die van buiten de gaststaat worden ontvangen.

De gaststaat laat, overeenkomstig zijn mogelijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, de binnenkomst toe van goederen voor persoonlijk gebruik door EUNAVFOR-personeel en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende vergoedingen, met uitzondering van vergoedingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten.

De persoonlijke bagage van EUNAVFOR-personeel wordt vrijgesteld van onderzoek, tenzij er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door EUNAVFOR-personeel of goederen waarvan de in- of uitvoer bij wet verboden is of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de gaststaat. Onderzoek mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken EUNAVFOR-personeel of een gemachtigde vertegenwoordiger van EUNAVFOR.

Artikel 7

Plaatselijk aangeworven personeel

Het plaatselijk aangeworven personeel geniet slechts voorrechten en immuniteiten voor zover deze door de gaststaat worden toegestaan. De gaststaat moet zijn rechtsmacht over het personeel evenwel uitoefenen op een wijze die de uitoefening van de functies van de operatie niet onnodig bemoeilijkt.

Artikel 8

Strafrechtelijke rechtsmacht

De bevoegde autoriteiten van een zendstaat kunnen op het grondgebied van de gaststaat de rechtsmacht in strafzaken en de tuchtrechtelijke rechtsmacht uitoefenen die hun door de wetgeving van de zendstaat verleend wordt met betrekking tot alle EUNAVFOR-personeelsleden die onder deze wetgeving vallen. De gaststaat zorgt ervoor dat de bevoegde autoriteiten van de zendstaat zo goed mogelijk hun rechtsmacht kunnen uitoefenen.

Artikel 9

Uniform en wapens

1.   Voor het dragen van het uniform gelden de door de commandant van de EU-troepenmacht uitgevaardigde voorschriften.

2.   Het militair EUNAVFOR-personeel en het politiepersoneel dat door EUNAVFOR gevangengenomen personen begeleidt, kunnen ter zee de voor de operatie benodigde wapens en munitie dragen, op voorwaarde dat de bevelen daarin voorzien, en dat dit strikt beperkt blijft tot de operationele behoeften

3.   Te land kan het EUNAVFOR-personeel op de Seychellen de voor de operatie benodigde wapens en munitie dragen binnen de kampen van EUNAVFOR, wanneer het tussen de kampen en de schepen en vliegtuigen van EUNAVFOR reist, en wanneer het gevangengenomen vermoedelijke piraten begeleidt. In alle andere gevallen kunnen wapens slechts worden gedragen indien daartoe op grond van de Seychelse vuurwapen- en munitiewet toestemming is verleend.

Artikel 10

Steun van de gaststaat en het sluiten van contracten

1.   De gaststaat gaat ermee akkoord EUNAVFOR op verzoek bij te staan bij het vinden van geschikte faciliteiten.

2.   Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden stelt de gaststaat kosteloos faciliteiten die zijn eigendom zijn — met uitzondering van openbare voorzieningen en brandstof — ter beschikking, voor zover EUNAVFOR daarom verzoekt voor het verrichten van haar administratieve en operationele activiteiten.

3.   Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden helpt de gaststaat bij het voorbereiden, opzetten, uitvoeren en ondersteunen van de operatie. De hulp en ondersteuning van de gaststaat voor de operatie wordt verleend onder de voorwaarden die ook gelden voor hulp en ondersteuning aan de strijdkrachten van de gaststaat.

4.   In elk contract dat EUNAVFOR in de gaststaat sluit, wordt vastgelegd welk recht op het contract van toepassing is.

5.   In het contract kan worden bepaald dat bij geschillen die voortvloeien uit de toepassing van het contract, de in artikel 15, leden 3 en 4, bedoelde procedure voor het beslechten van geschillen wordt gehanteerd.

6.   De gaststaat faciliteert de uitvoering van de contracten die EUNAVFOR ten behoeve van de operatie sluit met commerciële instellingen.

Artikel 11

Veranderingen aan faciliteiten

1.   EUNAVFOR mag, mits zij de wetten en voorschriften van de gaststaat respecteert, faciliteiten bouwen of veranderen naargelang van de operationele vereisten.

2.   De gaststaat verzoekt EUNAVFOR niet om een vergoeding voor de bouw- of aanpassingswerken.

Artikel 12

Overleden EUNAVFOR-personeelsleden

1.   De commandant van de EU-troepenmacht mag passende regelingen treffen voor de repatriëring van overleden EUNAVFOR-personeelsleden en hun persoonlijke bezittingen.

2.   Op overleden EUNAVFOR-personeelsleden wordt geen lijkschouwing verricht zonder dat de staat waarvan de overledene onderdaan was daarmee heeft ingestemd, en zonder dat een vertegenwoordiger van EUNAVFOR en/of van de staat waarvan de overledene onderdaan was daarbij aanwezig is.

3.   De gaststaat en EUNAVFOR verlenen elkaar alle medewerking om overleden EUNAVFOR-personeelsleden zo spoedig mogelijk te repatriëren.

Artikel 13

Veiligheid van EUNAVFOR en de militaire politie

1.   De gaststaat neemt alle passende maatregelen om de veiligheid en de beveiliging van EUNAVFOR en EUNAVFOR-personeel te waarborgen.

2.   De commandant van de EU-troepenmacht kan een militaire politie-eenheid instellen met het oog op de ordehandhaving binnen de EUNAVFOR-faciliteiten.

3.   De militaire politie-eenheid kan, in overleg en in samenwerking met de militaire politie of de politie van de gaststaat, ook buiten deze faciliteiten optreden om de orde en tucht onder het EUNAVFOR-personeel te handhaven.

4.   Het EUNAVFOR-personeel dat over het grondgebied van de gaststaat reist om door de EUNAVFOR gevangengenomen personen te begeleiden, kan te hunnen aanzien de nodige lichamelijke dwangmaatregelen nemen.

Artikel 14

Mededelingen

1.   EUNAVFOR kan zend- en ontvangststations voor radiocommunicatie en satellietsystemen installeren en gebruiken. EUNAVFOR overlegt met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat teneinde conflicten te vermijden bij het gebruik van de nodige frequenties. De gaststaat verleent, overeenkomstig zijn wetten en voorschriften, kosteloos toegang tot het frequentiespectrum.

2.   EUNAVFOR heeft het recht op onbeperkte communicatie via radio (met inbegrip van satelliet-, cellulaire en draagbare systemen), telefoon, telegraaf, fax of anderszins, en om de noodzakelijke apparatuur voor de instandhouding van die communicatie binnen en tussen EUNAVFOR-faciliteiten te installeren, inclusief het recht te voorzien in de voor de operatie benodigde kabels en grondverbindingen.

3.   EUNAVFOR kan, wat de eigen installaties betreft, de nodige voorzieningen treffen voor het bezorgen van post aan en van EUNAVFOR en EUNAVFOR-personeel.

Artikel 15

Vorderingen bij overlijden, lichamelijk letsel, beschadiging en verlies

1.   EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel zijn niet aansprakelijk voor schade of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid, voortvloeiend uit door EUNAVFOR ondernomen activiteiten tijdens de uitoefening van officiële functies, of uit activiteiten in verband met verstoring van de openbare orde of de bescherming van EUNAVFOR.

2.   Met het oog op een minnelijke schikking worden verzoeken om schadevergoeding bij beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid die niet onder lid 1 vallen, alsmede vorderingen bij overlijden of lichamelijk letsel van personen en bij beschadiging of verlies van EUNAVFOR-bezittingen, via de bevoegde autoriteiten van de gaststaat ingediend bij EUNAVFOR, indien het gaat om verzoeken van natuurlijke of rechtspersonen van de gaststaat, of bij de bevoegde autoriteiten van de gaststaat indien het gaat om verzoeken van EUNAVFOR.

3.   Indien geen minnelijke schikking kan worden getroffen, wordt het verzoek om schadevergoeding voorgelegd aan een schadevergoedingscommissie die bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van EUNAVFOR en van de gaststaat. De vorderingen worden geregeld bij onderlinge overeenstemming.

4.   Indien binnen de schadevergoedingscommissie geen minnelijke schikking wordt bereikt, worden verzoeken:

a)

over bedragen tot en met 40 000 EUR langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de Europese Unie;

b)

over bedragen die het onder a) genoemde bedrag overstijgen, voorgelegd aan een scheidsgerecht waarvan de beslissingen bindend zijn.

5.   Het scheidsgerecht bestaat uit drie scheidsrechters waarvan er een wordt benoemd door de gaststaat, een door EUNAVFOR en een door de gaststaat en EUNAVFOR tezamen. Indien een van beide partijen niet binnen twee maanden een scheidsrechter benoemt of indien de gaststaat en EUNAVFOR het niet eens kunnen worden over de benoeming van de derde scheidsrechter, wordt de scheidsrechter benoemd door de president van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.

De operationele commandant/commandant van de troepenmacht van de Europese Unie en de overheid van de gaststaat treffen een administratieve regeling waarin het mandaat van de schadevergoedingscommissie en het scheidsgerecht worden vastgelegd, evenals de procedures die binnen deze twee instanties worden gehanteerd en de voorwaarden voor het indienen van verzoeken om schadevergoeding.

Artikel 16

Contacten en geschillen

1.   Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door vertegenwoordigers van EUNAVFOR en van de bevoegde autoriteiten van de gaststaat.

2.   Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de vertegenwoordigers van de Europese Unie en de gaststaat.

Artikel 17

Overige bepalingen

1.   Wanneer in deze overeenkomst wordt verwezen naar de immuniteiten, voorrechten en rechten van EUNAVFOR en het EUNAVFOR-personeel, is de overheid van de gaststaat verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan en naleving ervan door de bevoegde lokale autoriteiten van de gaststaat.

2.   Niets in deze overeenkomst is bedoeld of kan worden geïnterpreteerd als een afwijking van eventueel voor een EU-lidstaat of een andere staat die bijdraagt tot EUNAVFOR geldende rechten uit andere overeenkomsten.

Artikel 18

Tenuitvoerlegging

Ter uitvoering van deze overeenkomst kunnen operationele, administratieve en technische aangelegenheden worden behandeld in afzonderlijke regelingen die worden gesloten tussen de commandant van de EU-troepenmacht en de administratieve autoriteiten van de gaststaat.

Artikel 19

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de dag waarop zij wordt ondertekend en blijft van kracht tot de door EUNAVFOR opgegeven datum van vertrek van het laatste element en van het laatste personeelslid van EUNAVFOR. Elke partij kan deze overeenkomst op een vroeger tijdstip beëindigen, door middel van een schriftelijke opzegging van zes maanden.

2.   Niettegenstaande lid 1 worden de bepalingen van artikel 4, lid 8, artikel 5, leden 1, 2, 3, 6 en 7, artikel 6, leden 1, 3, 4, 6, 8, 9 en 10, artikel 10, lid 2, artikel 11, artikel 13, leden 1 en 2, en artikel 15 geacht van toepassing te zijn vanaf de datum waarop het eerste EUNAVFOR-personeelslid is ingezet, indien deze datum eerder valt dan de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

3.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van schriftelijke onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

4.   De opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst vóór de opzegging ervan.

Gedaan te Victoria, Seychellen, in tweevoud, in de Engelse taal, op 10 november 2009.

Voor de Europese Unie

Voor de Republiek der Seychellen


Top