Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2000_336_R_0092_01

    2000/822/EG: Besluit van de Raad van 22 december 2000 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Tunesië inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de wijziging van de landbouwprotocollen bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en de Republiek Tunesië - Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Tunesië inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de wijziging van de landbouwprotocollen bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en de Republiek Tunesië

    PB L 336 van 30.12.2000, p. 92–109 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    22000A1230(01)

    2000/822/EG: Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Tunesië inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de wijziging van de landbouwprotocollen bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en de Republiek Tunesië

    Publicatieblad Nr. L 336 van 30/12/2000 blz. 0093 - 0109


    Overeenkomst

    in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Tunesië inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de wijziging van de landbouwprotocollen bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en de Republiek Tunesië

    Brief nr. 1

    Brief van de Europese Gemeenschap

    Brussel, 22 december 2000

    Mevrouw,

    Mijnheer,

    Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd met betrekking tot artikel 16 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, die op 1 maart 1998 in werking is getreden, bepalende dat de Gemeenschap en Tunesië geleidelijk een grotere liberalisering instellen van het onderlinge handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten.

    Deze onderhandelingen hebben plaatsgevonden ter uitvoering van artikel 18 van de Euro-mediterrane overeenkomst, bepalende dat de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2000 de situatie onderzoeken met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2001 toe te passen liberaliseringsmaatregelen.

    Ten vervolge op deze onderhandelingen is door de partijen het volgende overeengekomen:

    1. de in artikel 1, lid 5, van het Protocol nr. 1 genoemde data worden vervangen door: "vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2005";

    2. in artikel 2:

    a) wordt in de tweede alinea de benaming "Coteaux de Teboura" vervangen door "Coteaux de Tebourba";

    b) wordt de volgende alinea toegevoegd:"Wijnen uit Tunesië die een gecontroleerde oorsprongsbenaming dragen, moeten vergezeld zijn van een oorsprongscertificaat overeenkomstig het in de preferentiële overeenkomst opgenomen model of van een document V I 1 of V I 2 waarin de vermeldingen als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3590/85 betreffende het bij invoer van wijn, druivensap en druivenmost voorgeschreven attest en analyseverslag zijn aangebracht";

    3. artikel 3 van Protocol nr. 1 wordt vervangen door:

    "Artikel 3

    1. Met ingang van 1 januari 2001 mag, tot een hoeveelheid van ten hoogste 50000 ton, geheel in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerde ruwe olijfolie van de onderverdelingen 15091010 en 1509 10 90 van de gecombineerde nomenclatuur vrij van recht in de Gemeenschap worden ingevoerd.

    2. Deze hoeveelheid wordt met ingang van 1 januari 2002 gedurende een periode van vier jaar met telkens 1500 ton per jaar verhoogd, zodat zij vanaf 1 januari 2005 56000 ton per jaar bedraagt.

    3. Indien de invoer van olijfolie in het kader van deze regeling het evenwicht op de markt van de Gemeenschap dreigt te verstoren, met name in het licht van de verbintenissen die de Gemeenschap ten aanzien van dit product in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is aangegaan, dan plegen de overeenkomstsluitende partijen met elkaar overleg over passende, voor beide partijen acceptabele maatregelen om deze dreiging weg te nemen.";

    4. de bijlagen bij de protocollen nr. 1 en nr. 3 worden vervangen door de bijlagen 1 A en 1 B respectievelijk bij deze overeenkomst, en aan protocol nr. 1 wordt een bijlage 2 toegevoegd met het model van het voor wijnen met gecontroleerde oorsprongsbenaming te gebruiken certificaat;

    5. met ingang van 1 januari 2005 onderzoeken de Gemeenschap en Tunesië de situatie met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2006 toe te passen liberaliseringsmaatregelen in overeenstemming met de in artikel 16 opgenomen doelstelling.

    Deze overeenkomst zal door elk van de overeenkomstsluitende partijen volgens zijn eigen procedures worden goedgekeurd.

    De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2001.

    Ik moge U verzoeken te willen bevestigen dat Uw regering met de inhoud van deze brief instemt.

    Hoogachtend,

    Namens de Raad van de Europese Unie

    >PIC FILE= "L_2000336NL.009401.EPS">

    Brief nr. 2

    Brief van de Republiek Tunesië

    Brussel, 22 december 2000

    Mevrouw,

    Mijnheer,

    Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:

    "Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd met betrekking tot artikel 16 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, die op 1 maart 1998 in werking is getreden, bepalende dat de Gemeenschap en Tunesië geleidelijk een grotere liberalisering instellen van het onderlinge handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten.

    Deze onderhandelingen hebben plaatsgevonden ter uitvoering van artikel 18 van de Euro-mediterrane overeenkomst, bepalende dat de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2000 de situatie onderzoeken met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2001 toe te passen liberaliseringsmaatregelen.

    Ten vervolge op deze onderhandelingen is door de partijen het volgende overeengekomen:

    1. de in artikel 1, lid 5, van het Protocol nr. 1 genoemde data worden vervangen door: 'vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2005';

    2. in artikel 2:

    a) wordt in de tweede alinea de benaming 'Coteaux de Teboura' vervangen door 'Coteaux de Tebourba';

    b) wordt de volgende alinea toegevoegd:'Wijnen uit Tunesië die een gecontroleerde oorsprongsbenaming dragen, moeten vergezeld zijn van een oorsprongscertificaat overeenkomstig het in de preferentiële overeenkomst opgenomen model of van een document V I 1 of V I 2 waarin de vermeldingen als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3590/85 betreffende het bij invoer van wijn, druivensap en druivenmost voorgeschreven attest en analyseverslag zijn aangebracht';

    3. artikel 3 van Protocol nr. 1 wordt vervangen door:

    'Artikel 3

    1. Met ingang van 1 januari 2001 mag, tot een hoeveelheid van ten hoogste 50000 ton, geheel in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerde ruwe olijfolie van de onderverdelingen 15091010 en 1509 10 90 van de gecombineerde nomenclatuur vrij van recht in de Gemeenschap worden ingevoerd.

    2. Deze hoeveelheid wordt met ingang van 1 januari 2002 gedurende een periode van vier jaar met telkens 1500 ton per jaar verhoogd, zodat zij vanaf 1 januari 2005 56000 ton per jaar bedraagt.

    3. Indien de invoer van olijfolie in het kader van deze regeling het evenwicht op de markt van de Gemeenschap dreigt te verstoren, met name in het licht van de verbintenissen die de Gemeenschap ten aanzien van dit product in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is aangegaan, dan plegen de overeenkomstsluitende partijen met elkaar overleg over passende, voor beide partijen acceptabele maatregelen om deze dreiging weg te nemen.';

    4. de bijlagen bij de protocollen nr. 1 en nr. 3 worden vervangen door de bijlagen 1 A en 1 B respectievelijk bij deze overeenkomst, en aan protocol nr. 1 wordt een bijlage 2 toegevoegd met het model van het voor wijnen met gecontroleerde oorsprongsbenaming te gebruiken certificaat;

    5. met ingang van 1 januari 2005 onderzoeken de Gemeenschap en Tunesië de situatie met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2006 toe te passen liberaliseringsmaatregelen in overeenstemming met de in artikel 16 opgenomen doelstelling.

    Deze overeenkomst zal door elk van de overeenkomstsluitende partijen volgens zijn eigen procedures worden goedgekeurd.

    De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2001.

    Ik moge U verzoeken te willen bevestigen dat Uw regering met de inhoud van deze brief instemt.".

    Ik heb de eer U de instemming van de Republiek Tunesië te bevestigen.

    Hoogachtend,

    Voor de regering van de Republiek Tunesië

    >PIC FILE= "L_2000336NL.009601.EPS">

    BIJLAGE 1 (A)

    PROTOCOL Nr. 1

    1. Regeling van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Tunesië

    2. Certificaat van oorsprongsbenaming

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >PIC FILE= "L_2000336NL.010501.EPS">

    >PIC FILE= "L_2000336NL.010601.EPS">

    BIJLAGE 1 (B)

    PROTOCOL Nr. 3

    betreffende de regeling die van toepassing is bij de invoer in Tunesië van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap

    Enig artikel

    Voor de in de bijlage vermelde producten van oorsprong uit de Gemeenschap zijn de douanerechten bij invoer in Tunesië niet hoger dan de rechten vermeld in kolom (a) in het kader van de tariefcontingenten vermeld in kolom (b)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top