—

gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

—

gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

—

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (1), en met name artikel 44,

—

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024, definitief vastgesteld op 22 november 2023  (2),

—

gezien Verordening (EU, Euratom) 2024/765 van de Raad van 29 februari 2024 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (3),

—

gezien Verordening (EU) 2024/792 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot vaststelling van de faciliteit voor Oekraïne (4),

—

gezien Verordening (EU) 2024/795 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG en Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241 (5),

—

gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (“MFK-verordening”) (6),

—

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (7),

—

gezien Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (8),

—

gezien het voorstel van 8 november 2023 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van de hervormings- en groeifaciliteit voor de Westelijke Balkan (COM(2023)0692),

—

gezien zijn resolutie van 27 februari 2024 over de ontwerpverordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (9),

—

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024, goedgekeurd door de Commissie op 29 februari 2024 (COM(2024)0080),

—

gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024, vastgesteld door de Raad op 19 maart 2024 en toegezonden aan het Europees Parlement op 21 maart 2024 (07432/2024 – C9-0048/2024),

—

gezien de artikelen 94 en 96 van zijn Reglement,

—

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A9-0174/2024),

A.

overwegende dat het Parlement en de Raad in een gezamenlijke verklaring die is gehecht aan het akkoord over de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024, de Commissie hebben verzocht een gewijzigde begroting voor te stellen zodra overeenstemming was bereikt over de herziening van de MFK-verordening, teneinde de begroting 2024 in overeenstemming te brengen met een herziene MFK-verordening, en van hun kant hebben toegezegd het ontwerp van gewijzigde begroting onverwijld te zullen behandelen, rekening houdend met de urgentie van de zaak;

B.

overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024 er daarom op gericht is in de begroting 2024 de nodige wijzigingen op te nemen die voortvloeien uit de onlangs overeengekomen herziening van het MFK; overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024 de uitgaven met 5 833,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 4 143,6 miljoen EUR aan betalingskredieten verhoogt;

C.

overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024, naast de wijzigingen die voortvloeien uit de herziening van het MFK, ook wijzigingen bevat van de begrotingstoelichting bij de ondersteunende uitgaven in het kader van het programma Digitaal Europa, zodat het de kosten kan dekken van extern personeel dat nodig is voor het Europees Bureau voor artificiële intelligentie, dat moet worden opgericht in overeenstemming met de onlangs overeengekomen verordening artificiële intelligentie;

1.

is ingenomen met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024, waarin belangrijke extra middelen zijn opgenomen die het Parlement in zijn lezing van de begroting heeft voorgesteld en die niet in de begroting 2024 konden worden opgenomen vanwege vertragingen bij de goedkeuring van de herziene MFK-verordening;

2.

benadrukt dat met de goedkeuring van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024 de begroting van de Unie voor 2024 geschikter zal zijn voor het beoogde doel, en flexibeler en beter toegerust zal zijn om de Unie in staat te stellen het hoofd te bieden aan de uitdagingen waarmee zij wordt geconfronteerd;

3.

is ingenomen met het voorstel om 4,8 miljard EUR uit de nieuw opgerichte reserve voor Oekraïne vrij te maken om de betaling van subsidies aan Oekraïne mogelijk te maken; herinnert eraan dat voor de verstrekking van leningen geen gewijzigde begroting nodig is en dat de Unie derhalve reeds steun verleent aan de Oekraïense regering opdat zij essentiële diensten kan handhaven; benadrukt dat financiële steun op basis van subsidies en leningen via de faciliteit voor Oekraïne zal helpen om de staat en essentiële diensten draaiende te houden, en Oekraïne tegelijkertijd zal steunen op zijn weg naar wederopbouw, herstel, hervorming en lidmaatschap van de Unie;

4.

beklemtoont dat de begrotingsnomenclatuur voor de faciliteit voor Oekraïne, die wordt ingevoerd met ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024, zal helpen ervoor te zorgen dat de begrotingsautoriteit de uitgaven naar behoren kan controleren; is ingenomen met het feit dat in de faciliteit rentesubsidies voor macrofinanciële bijstand (MFB) aan Oekraïne in 2022 zijn opgenomen, waardoor de druk in rubriek 6 (Nabuurschap en internationaal beleid) zal afnemen, met name in de buffer van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking - Europa in de wereld;

5.

herinnert eraan dat de rentesubsidie voor MFB+-leningen aan Oekraïne moet worden gedekt door de lidstaten; betreurt dat er nog drie nationale bijdrageovereenkomsten ontbreken; onderstreept dat de opname van 5 miljoen EUR in de begroting 2024 voorlopig was, in afwachting van een alternatieve financieringsoplossing, in overeenstemming met de unilaterale verklaringen van de Commissie en het Parlement die aan de begrotingsovereenkomst van 2024 waren gehecht; verwacht daarom dat deze 5 miljoen EUR in een volgend ontwerp van gewijzigde begroting voor 2024 worden afgetrokken van de desbetreffende begrotingslijn;

6.

is ingenomen met de verhoging van 376 miljoen EUR voor het Europees Defensiefonds (EDF) in 2024, die voortvloeit uit de verordening betreffende het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) (10); merkt op dat de Commissie, in tegenstelling tot wat zij stelde in het financieel memorandum bij het STEP-voorstel, thans van mening is dat er in 2024 geen extra betalingskredieten nodig zijn; vraagt de Commissie nauwlettend toezicht te houden op betalingsbehoeften;

7.

wijst erop dat de Commissie op 5 maart 2024 een voorstel heeft ingediend tot vaststelling van een nieuw defensieprogramma, het programma voor de Europese defensie-industrie, voor de periode 2025-2027, met een geplande overdracht van 1,5 miljard EUR uit het EDF, het exacte bedrag van de in het kader van STEP overeengekomen verhoging van het EDF; herhaalt zijn reeds lang bestaande standpunt dat er voor elke nieuwe beleidsprioriteit nieuw geld nodig is; dringt erop aan dat de extra middelen die voor de rest van de MFK-periode aan het EDF zijn toegewezen, worden gebruikt voor STEP-doelstellingen, in overeenstemming met de overeenkomst tussen de medewetgevers;

8.

is ingenomen met de extra 500 miljoen EUR voor de Westelijke Balkan, welk bedrag opzij is gezet in afwachting van de goedkeuring van de voorgestelde verordening tot oprichting van de hervormings- en groeifaciliteit voor de Westelijke Balkan; wijst erop dat het de nomenclatuur zoals opgenomen in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024 niet geschikt acht voor het beoogde doel en is voornemens samen met de Raad de nomenclatuur in het kader van de begrotingsprocedure 2025 te herzien om een passende politieke en begrotingscontrole te waarborgen;

9.

merkt op dat van de in totaal 3,1 miljard EUR aan extra middelen voor rubriek 6 tussen 2024 en 2027 die in de herziening van het MFK zijn overeengekomen, slechts 500 miljoen EUR is opgenomen in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024; wijst er voorts op dat geplande herschikkingen van middelen binnen die rubriek niet zijn opgenomen; herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om de begrotingsautoriteit gedetailleerde informatie te verstrekken over de wijze waarop zij voornemens is alle wijzigingen in programma’s en speciale instrumenten als gevolg van de herziening van het MFK te verwezenlijken;

10.

is ingenomen met het feit dat de Unie beter in staat zal zijn te reageren op crises, dankzij de verhoogde financiering voor natuurrampen en andere noodsituaties die is opgenomen in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024; wijst erop dat met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024 nieuwe begrotingslijnen worden ingevoerd overeenkomstig het besluit om de reserve voor solidariteit en noodhulp te splitsen in twee delen: de Europese solidariteitsreserve voor natuurrampen en noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid in de Unie en in toetredingslanden en de reserve voor noodhulp voor snelle respons op noodsituaties binnen en buiten de Unie; is van mening dat de nieuwe structuur het beheer van de fondsen zal vergemakkelijken en herinnert aan het belang van een snelle behandeling van de aanvragen in het kader van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie en een tijdige mobilisatie van de twee reserves om een snelle uitbetaling van de middelen te garanderen;

11.

brengt in herinnering dat humanitaire hulp voor Oekraïne niet wordt gedekt door de faciliteit voor Oekraïne en verwacht ten stelligste dat de behoeften wereldwijd hoog zullen blijven en in 2024 waarschijnlijk verder zullen toenemen terwijl er te weinig middelen zijn uitgetrokken voor humanitaire hulp; verzoekt de Commissie, rekening houdend met de begrotingsuitvoering van de afgelopen jaren, nauwlettend toe te zien op de behoeften aan humanitaire hulp en tijdig de nodige maatregelen voor te stellen aan de begrotingsautoriteit; herinnert er in dit verband aan dat het flexibiliteitsinstrument in het kader van de herziening van het MFK voor 2024 met ongeveer 500 miljoen EUR is verhoogd;

12.

wijst erop dat de toewijzing voor 2024 voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) wordt verlaagd tot 33,8 miljoen EUR, overeenkomstig de herziene MFK-verordening; verzoekt de Commissie toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van het EFG en verzoekt alle instellingen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat alle gerechtvaardigde aanvragen voor EFG-steun, als blijk van solidariteit van de Unie, kunnen worden ingewilligd;

13.

neemt kennis van de wijziging in de begrotingstoelichting die erop gericht is het mogelijk te maken om met het programma Digitaal Europa de kosten te financieren van de aanwerving van arbeidscontractanten voor het Bureau voor artificiële intelligentie dat is opgericht in het kader van de onlangs overeengekomen verordening artificiële intelligentie; benadrukt dat een dergelijke alternatieve oplossing uitsluitend nodig is omdat er onvoldoende middelen zijn in rubriek 7 (Administratie), de Commissie voor zichzelf heeft bepaald dat het aantal personeelsleden niet zal worden verhoogd, en de Raad heeft geweigerd de administratieve uitgaven aan te pakken bij de herziening van het MFK; beklemtoont dat het op deze manier dekken van de personeelskosten voor het nieuwe Bureau alleen aanvaardbaar is als tijdelijke oplossing en geen precedent inhoudt, dat er een structurele langetermijnoplossing in rubriek 7 moet worden gevonden die verder gaat dan het huidige MFK en dat de uitgaven onder rubriek 7 voldoende hoog moeten worden vastgelegd om te waarborgen dat de Unie over een doeltreffende en efficiënte administratie beschikt;

14.

herinnert eraan dat de Commissie in haar uitvoerbaarheidsnota waarin de respectieve lezingen van het Parlement en de Raad over de begroting 2024 worden beoordeeld, heeft verklaard dat de begrotingstoelichtingen in de regel de rechtsgrondslag moeten weerspiegelen en alleen moeten worden herzien indien dit nodig is om wijzigingen in de toepasselijke rechtsgrondslagen te weerspiegelen, en dat zij geen aanpassingen of wijzigingen van de algemene en specifieke doelstellingen of acties van het programma mogen voorstellen die niet uitdrukkelijk worden genoemd in de basishandelingen; verwacht dat, aangezien de Commissie duidelijk beschikt over flexibiliteit bij het wijzigen van de toelichting inzake het programma Digitaal Europa ten behoeve van de aanwerving van extern personeel los van de uitvoering van het programma, zij dezelfde mate van flexibiliteit zal betrachten bij de beoordeling van eventuele wijzigingen in de begrotingstoelichtingen die het Parlement of de Raad in de begrotingsprocedure 2025 zou kunnen voorstellen;

15.

keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024 goed;

16.

verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 1/2024 definitief is vastgesteld, en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

17.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.