This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C:2017:425:FULL
Official Journal of the European Union, C 425, 12 December 2017
Publicatieblad van de Europese Unie, C 425, 12 december 2017
Publicatieblad van de Europese Unie, C 425, 12 december 2017
| 
                ISSN 1977-0995  | 
         ||
| 
                Publicatieblad van de Europese Unie  | 
            
                C 425  | 
         |
                
             | 
            ||
| 
                Uitgave in de Nederlandse taal  | 
            
                Mededelingen en bekendmakingen  | 
            
                60e jaargang  | 
         
| 
                Nummer  | 
            
                Inhoud  | 
            
                Bladzijde  | 
         
| 
                
  | 
            
                I Resoluties, aanbevelingen en adviezen  | 
            |
| 
                
  | 
            
                RESOLUTIES  | 
            |
| 
                
  | 
            
                Raad  | 
            |
| 
                2017/C 425/01  | 
            
| 
                
  | 
            
                II Mededelingen  | 
            |
| 
                
  | 
            
                MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE  | 
            |
| 
                
  | 
            
                Europese Commissie  | 
            |
| 
                2017/C 425/02  | 
            
                Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8239 — NKT Holding A/S/ABB High Voltage Cable Business) ( 1 )  | 
            
| 
                
  | 
            
                IV Informatie  | 
            |
| 
                
  | 
            
                INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE  | 
            |
| 
                
  | 
            
                Raad  | 
            |
| 
                2017/C 425/03  | 
            ||
| 
                2017/C 425/04  | 
            ||
| 
                2017/C 425/05  | 
            ||
| 
                
  | 
            
                Europese Commissie  | 
            |
| 
                2017/C 425/06  | 
            ||
| 
                2017/C 425/07  | 
            ||
| 
                2017/C 425/08  | 
            ||
| 
                2017/C 425/09  | 
            ||
| 
                
  | 
            
                Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen  | 
            |
| 
                2017/C 425/10  | 
            
| 
                
  | 
            
                | 
         
| 
                
  | 
            
                (1) Voor de EER relevante tekst.  | 
         
| 
                NL  | 
            
                
  | 
         
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen
RESOLUTIES
Raad
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/1  | 
            
Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake de verdere ontwikkeling van de gestructureerde EU-dialoog over sport
(2017/C 425/01)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN,
HERINNEREND AAN:
| 
                   1.  | 
               
                   de resolutie van de Raad van 18 november 2010 inzake de gestructureerde EU-dialoog over sport, en de ervaring die de afgelopen zeven jaar met de toepassing ervan is opgedaan;  | 
            
| 
                   2.  | 
               
                   het 3e werkplan van de Europese Unie voor sport voor 2017-2020, waarin de noodzaak wordt erkend van passende samenwerking met belanghebbenden in de sport, onder meer via de gestructureerde dialoog, en de uitnodiging aan de voorzitterschappen van de Raad om zich te beraden op de evaluatie van de gestructureerde dialoog met de sportwereld;  | 
            
WIJZEND OP:
| 
                   3.  | 
               
                   het debat tijdens de informele bijeenkomst van de EU-directeuren-generaal van de ministeries van Sport in Tallinn van 12 en 13 juli 2017, waar er van gedachten werd gewisseld over de toepassing van de resolutie uit 2010;  | 
            
ZIJN DE VOLGENDE MENING TOEGEDAAN:
| 
                   4.  | 
               
                   de resolutie uit 2010 heeft de verschillende onderdelen van de dialoog op EU-niveau tussen overheden en belanghebbenden in de sport met succes geconsolideerd, en een belangrijk onderdeel op hoog niveau toegevoegd, waardoor een belangrijk fundament is gelegd voor een EU-sportbeleid en andere samenwerking van de EU op het gebied van sport;  | 
            
| 
                   5.  | 
               
                   niettemin is een hernieuwde inspanning nodig om de werking van deze dialoog te optimaliseren, teneinde ervoor te zorgen dat deze voldoet aan de doelstelling van een permanente en goed gestructureerde gedachtewisseling tussen belanghebbenden in de sport in de EU over prioriteiten, uitvoering en follow-up van de EU-samenwerking op sportgebied;  | 
            
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
| 
                   6.  | 
               
                   de toepassing van de resolutie uit 2010 moet worden verbeterd. Er moet werk worden gemaakt van een grotere algehele flexibiliteit, meer openheid voor de deelname van de sportwereld en beter gecoördineerde planning en voorbereiding door de voorzitterschappen van de Raad, in samenwerking met de Commissie;  | 
            
| 
                   7.  | 
               
                   daarnaast moet de bestaande dialoog op hoog niveau worden verbeterd middels een beter geplande agenda met onderwerpen met een EU-meerwaarde, en moet de feedback ten aanzien van de belanghebbenden worden verbeterd;  | 
            
| 
                   8.  | 
               
                   voorts moet het bestaande model voor de gestructureerde EU-dialoog over sport worden aangevuld met een operationele component, die in de marge van de bestaande evenementen praktischer besprekingen op uitvoerend niveau mogelijk maakt;  | 
            
REKENING HOUDEND MET HETGEEN VOORAFGAAT, KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
| 
                   9.  | 
               
                   de gestructureerde EU-dialoog over sport is een regelmatige dialoog tussen de EU en haar lidstaten, vertegenwoordigers van de internationale en met name Europese sportwereld, en andere belangrijke belanghebbenden in de sport, zoals organisaties die sporters of coaches vertegenwoordigen, die wederzijdse samenwerking en de succesvolle formulering en uitvoering van een sportbeleid beoogt;  | 
            
| 
                   10.  | 
               
                   de belangrijkste structuren van de gestructureerde EU-dialoog over sport zijn: 
 
 
  | 
            
VERZOEKEN HET VOORZITTERSCHAP VAN DE RAAD DERHALVE:
| 
                   11.  | 
               
                   de gestructureerde EU-dialoog op hoog niveau over sport, die in de marge van de zitting van de Raad van de EU wordt gehouden, verder te ontwikkelen door blijk te geven van een grotere flexibiliteit in vergelijking met de voorwaarden van de resolutie van 2010, met name wat het format van de bijeenkomst betreft;  | 
            
| 
                   12.  | 
               
                   ruim van te voren te bezien wat de beste manier is om te komen tot een gestructureerde dialoog met de sportwereld en andere relevante belanghebbenden in de sport, voor zover passend met gebruikmaking van gestructureerde dialogen in de marge van de zitting van de Raad en/of de deelname van vooraanstaande gasten aan zittingen van de Raad, aan informele bijeenkomsten van de ministers van Sport of aan bijeenkomsten van de EU-directeuren-generaal van de ministeries van Sport, en ervoor te zorgen dat de agenda en de praktische modaliteiten van de gekozen optie ruim van tevoren worden voorbereid;  | 
            
| 
                   13.  | 
               
                   de transparantie met betrekking tot de bijeenkomsten in het kader van de dialoog op hoog niveau te vergroten, met name door aan alle lidstaten uitvoerig te rapporteren over de bijeenkomsten in het kader van de gestructureerde dialoog over sport wanneer de deelname beperkt is;  | 
            
| 
                   14.  | 
               
                   waar passend, in samenwerking met de voorzitterschapstrio’s een langetermijnaanpak te overwegen bij het plannen van onderwerpen voor de gestructureerde dialoog, rekening houdend met het EU-werkplan voor sport;  | 
            
VERZOEKEN DE LIDSTATEN:
| 
                   15.  | 
               
                   EU-sportbeleidsdocumenten te ondersteunen, te verspreiden en regelmatig te bespreken met de sportwereld op nationaal niveau;  | 
            
VERZOEKEN DE EUROPESE COMMISSIE:
| 
                   16.  | 
               
                   waar passend, met de sportwereld te communiceren over horizontale kwesties die van belang kunnen zijn voor sport;  | 
            
| 
                   17.  | 
               
                   waar passend, vertegenwoordigers van de sportwereld en andere relevante belanghebbenden in de sport als deelnemer of waarnemer te betrekken bij de werkzaamheden van de deskundigengroepen van de Europese Commissie en andere relevante evenementen;  | 
            
| 
                   18.  | 
               
                   een structuur op te zetten voor het op regelmatige basis toezenden van EU-sportbeleids-documenten aan de Europese en internationale sportwereld, bijvoorbeeld; 
 
  | 
            
VERZOEKEN DE SPORTWERELD:
| 
                   19.  | 
               
                   actiever deel te nemen aan de gestructureerde dialoog op EU-niveau, en met name te zorgen voor deelname aan de relevante structuur op een passend niveau;  | 
            
| 
                   20.  | 
               
                   de mogelijkheden van de gestructureerde dialoog beter te benutten om eigen beleidsvoorstellen, documenten en ideeën mee te delen aan de EU-instellingen en overheden van de EU-lidstaten.  | 
            
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/3  | 
            
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8239 — NKT Holding A/S/ABB High Voltage Cable Business)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 425/02)
Op 27 februari 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
| 
                   —  | 
               
                   op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;  | 
            
| 
                   —  | 
               
                   in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8239. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.  | 
            
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/4  | 
            
Conclusies van de Raad over het bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg, met de nadruk op publieksontwikkeling
(2017/C 425/03)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
GEZIEN:
| 
                   1.  | 
               
                   de conclusies van de Raad van 25 november 2014 (1), waarin de voorzitterschappen van de Raad wordt verzocht om in het kader van het voorzitterschapstrio rekening te houden met de prioriteiten van het werkplan van de Raad voor cultuur 2015-2018; WIJST in dit verband met name OP het prioriteitsgebied A van het werkplan voor cultuur „Toegankelijke en inclusieve cultuur”, met inbegrip van het punt inzake het bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg, en op het verslag van de Groep open coördinatiemethode (OCM) Promoting access to culture via digital means: policies and strategies for audience development (bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg: beleidsmaatregelen en strategieën voor publieksontwikkeling), waarin bestaande beleidsmaatregelen, programma’s en goede praktijken in de EU in kaart worden gebracht en aanbevelingen voor verschillende bestuursniveaus worden gedaan, alsmede op de studie Audience Development. How to Place Audiences at the Centre of Cultural Organisations (Publieksontwikkeling. Het publiek in culturele organisaties centraal stellen);  | 
            
| 
                   2.  | 
               
                   het programma Creatief Europa (2014-2020) (2), en met name de doelstelling om publieksontwikkeling te steunen als een middel om de toegang tot cultureel erfgoed en culturele en creatieve werken te bevorderen;  | 
            
| 
                   3.  | 
               
                   de strategie voor een digitale eengemaakte markt (3), die erop gericht is nieuwe digitale kansen in heel Europa, ook op het gebied van cultuur, tot stand te brengen;  | 
            
BEKLEMTOONT HETGEEN VOLGT:
| 
                   4.  | 
               
                   digitale technologieën zorgen voor een snelle en ingrijpende wijziging van de manier waarop culturele inhoud wordt gecreëerd, toegankelijk wordt gemaakt en wordt gebruikt. De distributie is niet langer lineair, aangezien inhoud steeds meer wordt verspreid via met elkaar verbonden netwerken van personen, publieksgroepen, gemeenschappen en instellingen, zowel in de openbare als in de particuliere sector, waardoor de productie- en distributieketen van inhoud wordt gevormd. Als gevolg daarvan stellen publieksgroepen hun gedrag en verwachtingen bij: zij zijn op zoek naar een ruimere toegang tot digitale inhoud en naar een meer participatieve relatie met aanbieders van inhoud. In antwoord daarop gaan culturele organisaties (4) de toegang tot culturele inhoud steeds meer faciliteren, terwijl zij ook gatekeeper zijn;  | 
            
| 
                   5.  | 
               
                   sommige publieksgroepen hebben een beperkte toegang tot culturele inhoud, bijvoorbeeld vanwege bijzondere behoeften, taalbarrières, gebrek aan informatie, digitale vaardigheden, tijd, middelen en belangstelling, en geografische locatie of sociale achtergrond. In vele gevallen kunnen deze barrières met behulp van digitale middelen worden weggenomen;  | 
            
| 
                   6.  | 
               
                   een publieksontwikkelingsaanpak (5) helpt culturele organisaties nieuwe publieksgroepen te bereiken en de relatie met bestaande publieksgroepen te verdiepen, en biedt de mogelijkheid om de samenhang van gemeenschappen te versterken;  | 
            
| 
                   7.  | 
               
                   het digitale tijdperk noopt culturele organisaties en publieksgroepen ertoe nieuwe vaardigheden en kennis te verwerven;  | 
            
| 
                   8.  | 
               
                   het beheer van digitale hulpmiddelen, systemen en workflows vergt een andere aanpak van culturele organisaties, waarbij de organisatiestructuren mogelijkerwijs moeten worden herzien;  | 
            
| 
                   9.  | 
               
                   culturele organisaties moeten hun publieksgroepen begrijpen om op een zinvolle manier met hen in contact te treden. Onvoldoende informatie over publieksprofielen en over hoe publieksgroepen toegang hebben tot culturele inhoud langs digitale weg, blijft een punt van zorg. Culturele organisaties nemen zeer uiteenlopende vormen aan maar worden alle geconfronteerd met dezelfde uitdagingen bij het verzamelen en beheren van culturele gegevens, in het bijzonder met betrekking tot digitale publieksgroepen;  | 
            
ERKENT HETGEEN VOLGT:
| 
                   10.  | 
               
                   door zich aan te passen aan een voortdurend veranderende digitale omgeving kan cultuur haar relevantie voor de samenleving verder versterken. Digitale technologieën bieden culturele organisaties de mogelijkheid om zinvolle en interactieve betrekkingen met verschillende publieksgroepen te ontwikkelen, maar tegelijkertijd leidt dit tot uitdagingen wat betreft strategische visie, nieuwe vaardigheden en kennis, het gebrek aan gegevens over digitale publieksgroepen, organisatorische hervormingen en financiële modellen. Culturele organisaties zullen opnieuw moeten nadenken over de manier waarop zij deze uitdagingen aanpakken, teneinde de mogelijkheden die zich aandienen door mee te gaan met digitale publieksontwikkeling, optimaal te benutten;  | 
            
VERZOEKT DE LIDSTATEN, MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL, OM:
| 
                   11.  | 
               
                   na te denken over de totstandbrenging van gunstige beleidskaders en -voorwaarden die culturele organisaties helpen voorrang te verlenen aan publieksontwikkeling naarmate zij zich aanpassen aan de huidige digitale omwenteling;  | 
            
| 
                   12.  | 
               
                   culturele organisaties aan te moedigen om publieksontwikkeling te omarmen als integraal onderdeel van hun werking;  | 
            
| 
                   13.  | 
               
                   innovatieve benaderingen en participatieve initiatieven ten aanzien van publieksontwikkeling, capaciteitsopbouw en financiering te bevorderen;  | 
            
| 
                   14.  | 
               
                   te erkennen hoe belangrijk het is gegevens over digitale en mogelijk digitale publieksgroepen te verzamelen, als instrument voor beleidsvorming en voor culturele organisaties zodat zij betere diensten kunnen verstrekken;  | 
            
| 
                   15.  | 
               
                   publieksontwikkeling langs digitale weg in overweging te nemen bij de opstelling van een nieuw werkplan van de Raad voor cultuur;  | 
            
VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE, BINNEN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN, OM:
| 
                   16.  | 
               
                   samenwerking en het delen van kennis en beste praktijken tussen verschillende stakeholders, diverse sectoren en op verschillende niveaus aan te moedigen met betrekking tot innovatieve digitale benaderingen van publieksontwikkeling, onder meer met het oog op het verhogen van de efficiëntie en het terugdringen van de kosten;  | 
            
| 
                   17.  | 
               
                   EU-brede, vrijwillige richtsnoeren op te stellen voor het verzamelen en beheren van gegevens over digitale publieksgroepen, met het oog op een betere en gebruikersgerichtere verstrekking van diensten door culturele organisaties en als bijdrage tot een op feiten gebaseerde beleidsvorming. Deze niet-bindende richtsnoeren dienen de diversiteit van culturele organisaties, culturele sectoren en tradities van de lidstaten te eerbiedigen. Naleving van gegevensbeschermingsvoorschriften moet een voorwaarde zijn voor elke gegevensverzameling;  | 
            
| 
                   18.  | 
               
                   culturele organisaties bewuster te maken van de mogelijkheden op het gebied van innovatieve en alternatieve financieringsmodellen die een positief effect kunnen hebben op publieksontwikkeling in de culturele en creatieve sectoren;  | 
            
| 
                   19.  | 
               
                   de capaciteit, vaardigheden en kennis van culturele organisaties en hun publieksgroepen te vergroten om nieuwe digitale uitdagingen aan te gaan;  | 
            
| 
                   20.  | 
               
                   te erkennen hoe belangrijk het is rekening te houden met publieksontwikkeling en de digitale omwenteling bij het toekennen van financiële middelen;  | 
            
| 
                   21.  | 
               
                   aandacht te blijven besteden aan de digitalisering van culturele inhoud en de ontwikkeling van nieuwe digitaliseringstechnieken, als middel voor een meer divers cultureel aanbod en een groter hergebruik van digitale inhoud ten voordele van uiteenlopende maatschappelijke sectoren;  | 
            
| 
                   22.  | 
               
                   de interoperabiliteit van inhoud en technologie te bevorderen teneinde een ruime toegang door culturele organisaties en hun gebruikers aan te moedigen;  | 
            
| 
                   23.  | 
               
                   te erkennen dat auteursrechten en naburige rechten moeten worden geëerbiedigd en dat de rechten van makers belangrijk zijn, en tegelijkertijd te streven naar een zo ruim mogelijke toegang tot inhoud;  | 
            
| 
                   24.  | 
               
                   het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in 2018 te benutten om de toegang van het publiek tot digitale erfgoedbronnen en -diensten, waaronder Europeana, te stimuleren, en om de deelname aan het beheer van cultureel erfgoed door alle maatschappelijke geledingen te verhogen door een beter gebruik van digitale middelen.  | 
            
(1) Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan voor cultuur (2015-2018) van 25 november 2014 (PB C 463 van 23.12.2014, blz. 4).
(2) Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).
(3) COM(2015) 192 final.
(4) Publieke, private en niet-gouvernementele organisaties die, ongeacht hun omvang, actief zijn in alle culturele sectoren.
(5) Publieksontwikkeling is een geplande, organisatiebrede aanpak om de reikwijdte en de aard van de betrekkingen met het publiek te verruimen door zich toe te leggen op zijn behoeften. Hiermee wordt een culturele organisatie geholpen om haar sociaal doel, financiële houdbaarheid en creatieve ambities te verwezenlijken. (Bron: verslag van de OCM-groep (alleen in het Engels)).
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/7  | 
            
Kennisgeving aan de personen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2010/788/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2017/2282 van de Raad, en Verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo
(2017/C 425/04)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die vermeld staan in bijlage II bij Besluit 2010/788/GBVB van de Raad (1) en in bijlage Ia bij Verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad (2) betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen die in de bovengenoemde bijlagen voorkomen, opgenomen moeten blijven in de lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2010/788/GBVB en van Verordening (EG) nr. 1183/2005 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo. De redenen voor de opneming van die personen in de lijst staan in de desbetreffende vermeldingen in die bijlagen.
De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat of lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1183/2005, om toestemming te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 3 van de verordening).
De betrokken personen kunnen vóór 1 oktober 2018, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:
| 
                   Raad van de Europese Unie  | 
            
| 
                   Secretariaat-generaal  | 
            
| 
                   DG C 1C  | 
            
| 
                   Wetstraat 175  | 
            
| 
                   1048 Brussel  | 
            
| 
                   BELGIË  | 
            
| 
                   e-mail: sanctions@consilium.europa.eu  | 
            
Met ingekomen opmerkingen zal rekening worden gehouden in het kader van de volgende toetsing door de Raad, overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2010/788/GBVB.
Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 336 van 21.12.2010, blz. 30.
(2) PB L 193 van 23.7.2005, blz. 1.
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/8  | 
            
Kennisgeving aan de betrokkenen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo
(2017/C 425/05)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1):
De rechtsgrond voor deze verwerking is Verordening (EG) nr. 1183/2005 (2).
De verantwoordelijke voor de verwerking is de Raad van de Europese Unie, vertegenwoordigd door de directeur-generaal van DG C (Buitenlandse Zaken, Uitbreiding, Civiele Bescherming) van het secretariaat-generaal van de Raad. Eenheid 1C van DG C, de dienst die belast is met de verwerking, is bereikbaar op het volgende adres:
| 
                   Raad van de Europese Unie  | 
            
| 
                   Secretariaat-generaal  | 
            
| 
                   DG C 1C  | 
            
| 
                   Wetstraat 175  | 
            
| 
                   1048 Brussel  | 
            
| 
                   BELGIË  | 
            
| 
                   e-mail: sanctions@consilium.europa.eu  | 
            
Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn in overeenstemming met Verordening (EG) 1183/2005.
De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in die verordening.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokken persoon, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden gedeeld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen bedoeld in artikel 20, lid 1, punten a) en d), van Verordening (EG) nr. 45/2001 zullen de verzoeken om toegang, alsmede verzoeken om rectificatie of bezwaarschriften, worden beantwoord in overeenstemming met afdeling 5 van Besluit 2004/644/EG van de Raad (3).
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende 5 jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de bevriezing van tegoeden van toepassing is of totdat de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.
De betrokkenen kunnen zich overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 wenden tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
(1) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(2) PB L 193 van 23.7.2005, blz. 1.
(3) PB L 296 van 21.9.2004, blz. 16.
Europese Commissie
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/9  | 
            
Wisselkoersen van de euro (1)
11 december 2017
(2017/C 425/06)
1 euro =
         
      
| 
                   
  | 
               
                   Munteenheid  | 
               
                   Koers  | 
            
| 
                   USD  | 
               
                   US-dollar  | 
               
                   1,1796  | 
            
| 
                   JPY  | 
               
                   Japanse yen  | 
               
                   133,66  | 
            
| 
                   DKK  | 
               
                   Deense kroon  | 
               
                   7,4433  | 
            
| 
                   GBP  | 
               
                   Pond sterling  | 
               
                   0,88250  | 
            
| 
                   SEK  | 
               
                   Zweedse kroon  | 
               
                   10,0160  | 
            
| 
                   CHF  | 
               
                   Zwitserse frank  | 
               
                   1,1679  | 
            
| 
                   ISK  | 
               
                   IJslandse kroon  | 
               
                   
  | 
            
| 
                   NOK  | 
               
                   Noorse kroon  | 
               
                   9,8825  | 
            
| 
                   BGN  | 
               
                   Bulgaarse lev  | 
               
                   1,9558  | 
            
| 
                   CZK  | 
               
                   Tsjechische koruna  | 
               
                   25,601  | 
            
| 
                   HUF  | 
               
                   Hongaarse forint  | 
               
                   313,95  | 
            
| 
                   PLN  | 
               
                   Poolse zloty  | 
               
                   4,2033  | 
            
| 
                   RON  | 
               
                   Roemeense leu  | 
               
                   4,6323  | 
            
| 
                   TRY  | 
               
                   Turkse lira  | 
               
                   4,5084  | 
            
| 
                   AUD  | 
               
                   Australische dollar  | 
               
                   1,5674  | 
            
| 
                   CAD  | 
               
                   Canadese dollar  | 
               
                   1,5168  | 
            
| 
                   HKD  | 
               
                   Hongkongse dollar  | 
               
                   9,2093  | 
            
| 
                   NZD  | 
               
                   Nieuw-Zeelandse dollar  | 
               
                   1,7049  | 
            
| 
                   SGD  | 
               
                   Singaporese dollar  | 
               
                   1,5936  | 
            
| 
                   KRW  | 
               
                   Zuid-Koreaanse won  | 
               
                   1 285,61  | 
            
| 
                   ZAR  | 
               
                   Zuid-Afrikaanse rand  | 
               
                   16,0618  | 
            
| 
                   CNY  | 
               
                   Chinese yuan renminbi  | 
               
                   7,8069  | 
            
| 
                   HRK  | 
               
                   Kroatische kuna  | 
               
                   7,5420  | 
            
| 
                   IDR  | 
               
                   Indonesische roepia  | 
               
                   15 978,86  | 
            
| 
                   MYR  | 
               
                   Maleisische ringgit  | 
               
                   4,8004  | 
            
| 
                   PHP  | 
               
                   Filipijnse peso  | 
               
                   59,392  | 
            
| 
                   RUB  | 
               
                   Russische roebel  | 
               
                   69,7954  | 
            
| 
                   THB  | 
               
                   Thaise baht  | 
               
                   38,490  | 
            
| 
                   BRL  | 
               
                   Braziliaanse real  | 
               
                   3,8654  | 
            
| 
                   MXN  | 
               
                   Mexicaanse peso  | 
               
                   22,3042  | 
            
| 
                   INR  | 
               
                   Indiase roepie  | 
               
                   75,9805  | 
            
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/10  | 
            
Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 30 mei 2017 betreffende een ontwerpbesluit met betrekking tot zaak AT.38238 — Ruwe tabak — Spanje
Rapporteur: Polen
(2017/C 425/07)
| 
                   (1)  | 
               
                   Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de beschikking van 20 oktober 2004 kan worden gewijzigd bij een besluit op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003.  | 
            
| 
                   (2)  | 
               
                   Het Adviescomité deelt de beoordeling van de Commissie, zoals geformuleerd in haar op 30 mei 2017 aan het Adviescomité meegedeelde ontwerpbesluit, dat op de geldboete die hoofdelijk is opgelegd aan Alliance One International Inc., haar rechtsopvolgers en haar dochtermaatschappij World Wide Tobacco España, S.A, dezelfde korting moet worden toegepast als die welke aan World Wide Tobacco España, SA is toegekend ingevolge haar beroep tegen de beschikking van 20 oktober 2004.  | 
            
| 
                   (3)  | 
               
                   Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.  | 
            
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/11  | 
            
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)
Zaak AT.38238 — Ruwe tabak — Spanje — Besluit tot wijziging van een geldboete
(2017/C 425/08)
In Beschikking C(2004) 4030 final van 20 oktober 2004 in zaak AT.38238 — Ruwe tabak — Spanje (hierna „de beschikking van 2004” genoemd) heeft de Commissie onder andere vastgesteld dat World Wide Tobacco España, SA (hierna „WWTE” genoemd) in de periode 1996-2001 inbreuk heeft gemaakt op artikel 81, lid 1, EG. Bij de beschikking van 2004 zijn de toenmalige moedermaatschappijen van WWTE, Standard Commercial Corporation (hierna „SCC” genoemd), Standard Commercial Tobacco Co. Inc. (hierna „SCTC” genoemd) en Trans-Continental Leaf Tobacco Corporation Ltd (hierna „TCLT” genoemd) met WWTE hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk gesteld voor de geldboete in verband met het inbreukmakende gedrag van WWTE. Nadat WWTE die boete voorlopig had betaald namens haarzelf en die moedermaatschappijen, heeft het Gerecht ze verlaagd met 243 000 EUR (2). In een afzonderlijk beroep dat Alliance One International Inc. (hierna „AOI” genoemd) (3) samen met SCTC (4) en TCLT heeft ingesteld, heeft het Gerecht de beschikking van 2004 nietig verklaard voor TCLT, maar niet voor AOI of SCTC (5).
In het licht van de verlaging van de geldboete van WWTE strekt het ontwerpbesluit ertoe de beschikking van 2004 te wijzigen door een verlaging, in overeenstemming met de aan WWTE toegekende korting, van het bedrag van de geldboete waarvoor SCC en SCTC hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk zijn gesteld. Aangezien SCC en SCTC gezamenlijk aansprakelijk waren voor hetzelfde bedrag, achten de diensten van de Commissie het toereikend om één enkele verlaagde geldboete op te leggen aan AOI, die, als rechtsopvolger van SCC en SCTC, de bij de beschikking van 2004 aan die entiteiten opgelegde aansprakelijkheid heeft overgenomen. Toen AOI in december 2015 de gelegenheid kreeg haar standpunten kenbaar te maken, heeft zij bevestigd dat een dergelijk besluit tot haar moest worden gericht, en niet tot SCC en SCTC.
Het ontwerpbesluit verandert niets aan de bezwaren die ten grondslag liggen aan de beschikking van 2004. Het heeft uitsluitend betrekking op boetekwesties in verband met de aansprakelijkheid van de moedermaatschappijen SCC en SCTC voor het gedrag van WWTE. Het is niet van invloed op het bedrag van de geldboete waarvoor WWTE definitief aansprakelijk is gesteld. Hoewel de Commissie er ondanks herhaalde inspanningen, zoals blijkt uit overweging 9 van het ontwerpbesluit, niet is in geslaagd de standpunten van WWTE in te winnen, is zij haar verplichtingen ten aanzien van WWTE op het vlak van het recht te worden gehoord, meer dan nagekomen. AOI heeft gebruikgemaakt van de haar geboden mogelijkheid om haar standpunten kenbaar te maken. Alles in aanmerking genomen ben ik van mening dat de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten tot dusver is geëerbiedigd in de procedure betreffende dit ontwerpbesluit.
Brussel, 31 mei 2017.
Joos STRAGIER
(1) Opgesteld overeenkomstig artikel 16 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures, PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29.
(2) Arrest van het Gerecht van 8 maart 2011, World Wide Tobacco España/Commissie, T-37/05, ECLI:EU:T:2011:76, in hogere voorziening bevestigd bij beschikking Hof van 3 mei 2012, World Wide Tobacco España, SA/Commissie, C-240/11 P, ECLI:EU:C:2012:269.
(3) AOI is ontstaan uit de fusie van SCC en Dimon Inc. in mei 2005.
(4) Die in juni 2005 is gefuseerd met AOI.
(5) Arrest van het Gerecht van 27 oktober 2010, Alliance One International e.a./Commissie, T-24/05, ECLI:EU:T:2010:453, hogere voorziening bevestigd bij arrest van het Hof van 19 juli 2012, Alliance One e.a./Commissie, C-628/10 P en C-14/11 P, ECLI:EU:C:2012:479.
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/12  | 
            
Samenvatting van het besluit van de Commissie
van 16 juni 2017
tot wijziging van Beschikking C(2004) 4030 final inzake een procedure op grond van artikel 81, lid 1, van het EG-verdrag
(Zaak AT.38238 — Ruwe tabak — Spanje)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 4098)
(Slechts de teksten in de Engelse en de Spaanse taal zijn authentiek)
(2017/C 425/09)
Op 16 juni 2017 heeft de Commissie een besluit vastgesteld tot wijziging van Beschikking C(2004) 4030 final van 20 oktober 2004 inzake een procedure op grond van artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag (nu artikel 101, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna „VWEU” genoemd). Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.
1. INLEIDING
| 
                   (1)  | 
               
                   Bij beschikking van 20 oktober 2004 (2) in een procedure op grond van artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag (nu artikel 101, lid 1, VWEU) — zaak AT.38238 — Ruwe tabak — Spanje (hierna „beschikking ruwe tabak Spanje” genoemd) heeft de Commissie een geldboete van in totaal 1 822 500 EUR opgelegd aan World Wide Tobacco España, SA (hierna „WWTE” genoemd) en aan haar moedermaatschappijen, die hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk zijn, in verband met praktijken die in strijd met het EU-mededingingsrecht zijn bevonden.  | 
            
2. PROCEDURE
| 
                   (2)  | 
               
                   WWTE heeft de beschikking ruwe tabak Spanje aangevochten in zaak T-37/05. Bij arrest van 8 maart 2011 heeft het Gerecht het verzoek tot nietigverklaring van WWTE gedeeltelijk ingewilligd en haar geldboete met 243 000 EUR verlaagd tot 1 579 500 EUR door de clementiekorting voor WWTE te verhogen van 25 % tot 35 %. Dit arrest is door het Hof van Justitie bevestigd op 3 mei 2012 in zaak C-240/11 P.  | 
            
| 
                   (3)  | 
               
                   Alliance One International Inc. (hierna „AOI” genoemd), de rechtsopvolger van SCC, heeft de beschikking ruwe tabak Spanje samen met SCTC en TCLT aangevochten in zaak T-24/05. Anders dan WWTE hebben de moedermaatschappijen van WWTE het bedrag van de clementiekorting niet betwist. Bij arrest van 24 oktober 2010 heeft het Gerecht het verzoek van AOI en SCTC in zijn geheel verworpen, maar heeft het TCLT volledig van haar aansprakelijkheid ontheven. Het Hof van justitie heeft het arrest van het Gerecht op 19 juli 2012 bevestigd in zaak C-628/10 P.  | 
            
| 
                   (4)  | 
               
                   Hoewel het Gerecht in zaak T-24/05 het verzoek van SCC en SCTC tot nietigverklaring van de beschikking ruwe tabak Spanje heeft verworpen, acht de Commissie het in het licht van de relevante rechtspraak niettemin passend de clementiekorting van 35 % ook toe te passen op de geldboeten van SCC en SCTC (allebei opgevolgd door AOI).  | 
            
| 
                   (5)  | 
               
                   Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities heeft op 30 mei 2017 een positief advies uitgebracht.  | 
            
3. ADRESSATEN
| 
                   (6)  | 
               
                   Het besluit is gericht tot World Wide Tobacco España, SA, en Alliance One International Inc.  | 
            
4. BESLUIT
| 
                   (7)  | 
               
                   Artikel 3, derde streepje, van Beschikking C(2004) 4030 final wordt als volgt gewijzigd: 
  | 
            
| 
                   (8)  | 
               
                   De sinds de voorlopige betaling op 11 februari 2005 opgebouwde rente over het bedrag van de verlaging (243 000 EUR), die is toegekomen aan de Commissie, wordt aan AOI terugbetaald.  | 
            
(1) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2004 (PB L 68 van 6.3.2004, blz. 1).
(2) C(2004) 4030 final, samenvatting in PB L 102 van 19.4.2007, blz. 14.
Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
| 
                   12.12.2017  | 
               
                   NL  | 
               
                   Publicatieblad van de Europese Unie  | 
               
                   C 425/14  | 
            
Besluit van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
van 31 augustus 2017
om de Foundation for European Progressive Studies te registreren
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(2017/C 425/10)
DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (1), en met name artikel 9,
Gezien de aanvraag van de Foundation for European Progressive Studies,
Overwegende hetgeen volgt:
| 
                   (1)  | 
               
                   De Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen („de Autoriteit”) heeft een aanvraag ontvangen voor registratie als een Europese politieke stichting overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van de Foundation for European Progressive Studies („verzoekende partij”) op 24 juli 2017 en een herziene versie van een deel van die aanvraag op 23 augustus 2017 en op 28 augustus 2017.  | 
            
| 
                   (2)  | 
               
                   Verzoekende partij heeft documenten overgelegd waaruit blijkt dat zij voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014, met een verklaring opgesteld volgens het standaardformulier in de bijlage bij die verordening, alsmede haar statuten met daarin de bepalingen zoals voorgeschreven in artikel 5 van die verordening.  | 
            
| 
                   (3)  | 
               
                   De aanvraag gaat verder vergezeld van een verklaring van notaris Jean-Pierre Marchant krachtens artikel 15, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014, waarin deze verklaart dat verzoekende partij gevestigd is in België en dat de statuten van verzoekende partij conform de relevante bepalingen van de nationale wetgeving zijn.  | 
            
| 
                   (4)  | 
               
                   Verzoekende partij heeft aanvullende documenten overgelegd conform de artikelen 1 en 2 van Gedelegeerde Verordening (EU, Euratom) 2015/2401 van de Commissie (2).  | 
            
| 
                   (5)  | 
               
                   Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 heeft de Autoriteit de aanvraag en ondersteunende documentatie onderzocht en vastgesteld dat verzoekende partij voldoet aan de in artikel 3 vastgelegde voorwaarden voor registratie en dat de statuten de in artikel 5 van die verordening voorgeschreven bepalingen bevatten,  | 
            
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Foundation for European Progressive Studies wordt hierbij geregistreerd als Europese politieke stichting.
Zij verkrijgt Europese rechtspersoonlijkheid op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot:
| 
                   Foundation for European Progressive Studies  | 
            
| 
                   Montoyerstraat 40  | 
            
| 
                   1000 Brussel  | 
            
| 
                   BELGIË  | 
            
Gedaan te Brussel, 31 augustus 2017.
Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
De directeur
M. ADAM
(1) PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU, Euratom) 2015/2401 van de Commissie van 2 oktober 2015 betreffende de inhoud en de werking van het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 333 van 19.12.2015, blz. 50).
BIJLAGE
| 
                         «FONDATION EUROPÉENNE D’ETUDES PROGRESSISTES»  | 
                  
| 
                         - en abrégé «FEPS»,  | 
                  
| 
                         Fondation Politique européenne (FPEU)  | 
                  
| 
                         à 1000 Bruxelles, rue Montoyer 40.  | 
                  
| 
                         Numéro d’entreprise: 0896.230.213 (RPM Bruxelles).  | 
                  
Constitution : suivant acte reçu par le Notaire Michel Cornelis, à Anderlecht, le 13 novembre 2007 publié au Moniteur Belge le 17 mars 2008 sous le numéro 08041733
1ière modification : suivant assemblée générale en date du 25 juin 2008, publié par extraits à l’annexe du Moniteur Belge du 28 octobre 2008 sous le numéro 08170722.
2ième modification : suivant acte reçu par le Notaire Michel Cornelis, à Anderlecht, le 25 juin 2014, publié par extraits à l’annexe du Moniteur Belge le 08 août suivant sous le numéro 14150950.
3e modification : suivant acte reçu par le Notaire Jean-Pierre Marchant, à Uccle, le 28 juin 2017.
CHAPITRE I
DISPOSITIONS GENERALES
Article 1
Dénomination et logo
| 
                         1.1.  | 
                     
                         Une Fondation Politique européenne est constituée sous le nom de «Fondation européenne d’études progressistes» ci-après également dénommée «FEPS», l’abrégé en langue anglaise.  | 
                  
| 
                         1.2.  | 
                     
                         Ce nom pourra être traduit dans toutes les langues parlées de l’Union européenne. Tant la forme complète du nom que l’abrégé en langue anglaise peuvent être utilisés de manière indifférente.  | 
                  
| 
                         1.3.  | 
                     
                         L’association utilise comme logo: 
                             | 
                  
| 
                         1.4.  | 
                     
                         Tous les actes, factures, annonces, publications et autres documents émanant de la FEPS doivent mentionner sa dénomination, complète ou en abrégé, précédée ou suivie immédiatement des mots «Fondation Politique européennne» ou l’abréviation «FPEU», ainsi que l’adresse du siège de la FEPS et le logo de l’association.  | 
                  
| 
                         1.5.  | 
                     
                         La FEPS est régie par les titres III et IIIquater de la loi belge du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les fondations, les partis politiques européens et les fondations politiques européennes ainsi que par le règlement 1141/2014 du Parlement européen et du Conseil du 22 octobre 2014 relatif au statut et au financement des partis politiques européens et des fondations politiques européennes.  | 
                  
Article 2
Siège
| 
                         2.1.  | 
                     
                         Le siège de la FEPS est situé Rue Montoyer, 40, 1000 Bruxelles, dans l’arrondissement judiciaire de Bruxelles.  | 
                  
| 
                         2.2.  | 
                     
                         Il peut être transféré en tout autre lieu de Belgique par décision de l’Assemblée générale délibérant à la majorité spéciale prévue pour la modification des statuts. La décision doit être publiée aux Annexes du Moniteur belge.  | 
                  
Article 3
Durée
La FEPS est constituée pour une durée illimitée.
Article 4
Objet et buts
| 
                         4.1.  | 
                     
                         La FEPS est la Fondation Politique européenne affiliée au Parti Socialiste européen (PES).  | 
                  
| 
                         4.2.  | 
                     
                         La FEPS a pour objet l’élaboration de travaux de recherche, d’information et de formation dans les domaines des sciences politiques, sociales, juridiques et économiques, et plus particulièrement dans la dimension européenne et internationale de ces disciplines.  | 
                  
| 
                         4.3.  | 
                     
                         La FEPS peut effectuer toutes les activités liées directement ou indirectement à ces buts mais ne se livre pas à des opérations industrielles ou commerciales et ne cherche pas à procurer un gain matériel à ses membres. D’une manière générale, elle ne poursuit pas de buts lucratifs.  | 
                  
| 
                         4.4.  | 
                     
                         Elle pourra notamment: 
 
 
 
  | 
                  
| 
                         4.5.  | 
                     
                         La FEPS poursuit des buts d’utilité internationale dans le respect des principes sur lesquels l’Union européenne est fondée, à savoir les principes de liberté, d’égalité, de solidarité, de démocratie, de dignité humaine, du respect des droits de l’homme et des libertés fondamentales, notamment les droits des personnes appartenant à des minorités ainsi que l’État de droit. Elle a pour objectif de contribuer au développement de la pensée progressiste et de renforcer les idées socialistes, sociales-démocrates, travaillistes et démocrates progressistes, tant dans l’Union européenne que dans l’ensemble de l’Europe.  | 
                  
CHAPITRE II
MEMBRES
Article 5
Critères d’admission des membres, catégories de membres et droits et obligations des membres
| 
                         5.1.  | 
                     
                         La FEPS est composée de membres effectifs et consultatifs, personnes morales légalement constituées selon les lois et usages de leur pays d’origine. La FEPS doit être composée d’au moins trois membres effectifs. Si un membre ne dispose pas de la personnalité juridique selon les lois et usages de son pays d’origine, il doit désigner une personne physique qui agira au nom et pour compte de tous les membres dudit membre, en qualité de mandataire commun.  | 
                  
| 
                         5.2.  | 
                     
                         Les membres effectifs ont le droit de prendre part aux réunions de l’Assemblée générale, de faire valoir leur opinion et de voter. Les membres consultatifs ont le droit de prendre part aux réunions de l’Assemblée générale, de faire valoir leur opinion mais ils n’ont pas le droit de vote.  | 
                  
| 
                         5.3.  | 
                     
                         Les membres effectifs de la FEPS sont les fondations politiques nationales et les «think tanks» du courant progressiste et proches du Parti socialiste européen et de ses membres. Les organisations qui sont membres effectifs du Parti socialiste européen sont membres effectifs de la FEPS. Les partis membres effectifs du Parti socialiste européen sont représentés au sein de la FEPS par le Parti socialiste européen.  | 
                  
| 
                         5.4.  | 
                     
                         Peuvent devenir membres consultatifs de la FEPS tous les partis et organisations qui respectent les objectifs politiques de la FEPS spécifiés sous l’article 4.4 des présents statuts.  | 
                  
| 
                         5.5.  | 
                     
                         Tous les membres de la FEPS doivent en accepter et respecter les statuts et, le cas échéant, le règlement d’ordre intérieur.  | 
                  
| 
                         5.6.  | 
                     
                         Sans préjudice des articles 3 § 2 et 11 de la loi du 2 mai 2002, les membres effectifs et consultatifs ne contractent, en cette qualité, aucune obligation personnelle relativement aux engagements de la FEPS.  | 
                  
| 
                         5.7.  | 
                     
                         Les membres effectifs sont tenus de payer leur cotisation annuelle.  | 
                  
Article 6
Registre des membres
Un registre contenant une liste à jour de tous les membres effectifs et consultatifs de la FEPS est conservé au siège de la FEPS. Les membres effectifs et consultatifs ont le droit d’avoir accès au registre au siège de la FEPS.
Article 7
Admission des membres
| 
                         7.1.  | 
                     
                         Toute candidature comme membre effectif ou consultatif est adressée au/à la secrétaire général(e), accompagnée de tous les documents nécessaires démontrant que le candidat remplit les conditions d’éligibilité. Le/la secrétaire général soumettra la candidature à la prochaine Assemblée générale.  | 
                  
| 
                         7.2.  | 
                     
                         L’Assemblée générale, après avoir vérifié si la candidature remplit ou non les conditions d’éligibilité, se prononce à la majorité de deux tiers des voix émises. La décision de l’Assemblée générale d’admettre un candidat ou non est définitive et l’Assemblée générale n’est pas tenue de motiver sa décision.  | 
                  
Article 8
Démission et exclusion de membres
| 
                         8.1.  | 
                     
                         Tout membre effectif ou consultatif peut démissionner de la FEPS par courrier d’une personne physique représentant valablement le membre adressé au/à la secrétaire général(e) qui en fera part au Bureau et à l’Assemblée générale suivants. La démission entre en vigueur immédiatement.  | 
                  
| 
                         8.2.  | 
                     
                         Tout membre peut être exclu pour chacune des raisons suivantes: 
 
 L’exclusion est décidée par l’Assemblée générale avec une majorité de deux tiers des voix émises. L’exclusion prend effet immédiatement. Un membre démissionnaire ou exclu n’a aucun droit à faire valoir sur l’avoir social de la FEPS.  | 
                  
| 
                         8.3.  | 
                     L’Assemblée générale a le droit d’exclure les membres qui n’ont pas payé leur cotisation annuelle. | 
CHAPITRE III
ORGANES
Article 9
Les organes de la FEPS sont:
| 
                         —  | 
                     
                         L’Assemblée générale,  | 
                  
| 
                         —  | 
                     
                         Le Bureau,  | 
                  
| 
                         —  | 
                     
                         Le Conseil scientifique.  | 
                  
CHAPITRE IV
ASSEMBLEE GENERALE
Article 10
Composition et pouvoirs
| 
                         10.1.  | 
                     
                         L’Assemblée générale est composée de tous les membres effectifs et consultatifs de la FEPS. Les membres du Bureau et du Conseil scientifique sont membres de droit de l’Assemblée générale sans droit de vote. Des tiers peuvent être invités par le Bureau à prendre part aux réunions de l’Assemblée générale sans droit de vote.  | 
                  
| 
                         10.2.  | 
                     
                         Les pouvoirs suivants sont réservés à l’Assemblée générale: 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  | 
                  
| 
                         10.3.  | 
                     
                         Chaque membre effectif est représenté à l’assemblée générale par deux délégués au plus, la composition de la délégation devant respecter la parité des genres.  | 
                  
| 
                         10.4.  | 
                     
                         Chaque membre effectif peut autoriser un autre membre effectif à voter en son nom par procuration à l’Assemblée générale; chaque membre effectif ne peut être porteur de plus de deux procurations.  | 
                  
Article 11
Réunions
| 
                         11.1.  | 
                     
                         L’Assemblée générale ordinaire se tiendra chaque année calendaire et est convoquée par le/la président(e)  | 
                  
| 
                         11.2.  | 
                     
                         L’ordre du jour de l’Assemblée générale, qui tient lieu de convocation, reprend les points qui ont été placés à celui-ci par le Bureau ou qui ont été proposés par au moins 1/3 des membres effectifs au moins 10 jours avant l’Assemblée générale. Il doit contenir le lieu, la date et l’heure de l’Assemblée générale. L’ordre du jour doit être adressé à tous les membres, par lettre, télécopie ou courrier électronique, au moins 15 jours calendrier avant la date de l’Assemblée générale.  | 
                  
| 
                         11.3.  | 
                     
                         Une Assemblée générale extraordinaire peut être convoquée par le/la président(e) ou à la demande d’au moins 1/3 des membres du Bureau ou encore à la demande d’au moins 1/3 de tous les membres effectifs.  | 
                  
Article 12
Décisions
| 
                         12.1.  | 
                     
                         L’Assemblée délibère valablement si au moins un tiers des membres effectifs sont présents. Lorsque ce quorum n’est pas atteint, une nouvelle réunion de l’Assemblée générale est convoquée au plus tôt 15 jours calendrier après la première réunion. La seconde réunion de l’Assemblée générale délibère valablement, quel que soit le nombre des présents.  | 
                  
| 
                         12.2.  | 
                     
                         Chaque délégué à l’Assemblée générale a droit à une voix. Sauf disposition contraire prévue dans les présents statuts, les décisions de l’Assemblée générale sont prises à la majorité simple des voix émises.  | 
                  
| 
                         12.3.  | 
                     
                         Les décisions de l’Assemblée générale sont consignées dans des procès-verbaux. Les procès-verbaux sont approuvés à l’occasion de la réunion suivante du Bureau et signés par le/la président(e) et le/la secrétaire général(e). Les procès-verbaux incluent une liste de présence de la réunion. Les procès-verbaux de toutes les réunions sont envoyés à tous les membres et sont conservés dans un registre à la disposition des membres au siège de la FEPS.  | 
                  
CHAPITRE V
BUREAU
Article 13
Composition et pouvoirs
| 
                         13.1.  | 
                     
                         Le Bureau est composé des membres suivants ayant un droit de vote: 
 
  | 
                  
| 
                         13.2.  | 
                     
                         Parmi les membres élus du Bureau, chacun des deux sexes doit être représenté à concurrence de 40 % au moins. Le Bureau doit en outre être composé de membres provenant d’au moins un quart des États membres de l’Union européenne.  | 
                  
| 
                         13.3.  | 
                     
                         Les membres du Bureau sont élus pour un mandat d’un an, qui prend fin à la clôture de l’Assemblée générale suivante. Les membres du Bureau sont rééligibles.  | 
                  
| 
                         13.4.  | 
                     
                         Les pouvoirs suivants sont réservés au Bureau: 
 
 
 
 
 
 
  | 
                  
Article 14
Réunions
| 
                         14.1.  | 
                     
                         Le Bureau est convoqué au moins trois fois par an et chaque fois que nécessaire pour l’intérêt de la FEPS.  | 
                  
| 
                         14.2.  | 
                     
                         Les réunions du Bureau sont convoquées par le/la président(e) ou si 1/3 des membres du Bureau en font la demande.  | 
                  
| 
                         14.3.  | 
                     
                         L’ordre du jour du Bureau, qui tient lieu de convocation, doit contenir le lieu, la date et l’heure de la réunion. Il doit être adressé à tous les membres du Bureau, par lettre, télécopie ou courrier électronique, au moins huit jours calendrier avant la date de la réunion.  | 
                  
| 
                         14.4.  | 
                     
                         Les réunions du Bureau sont présidées par le/la président(e) ou en son absence, par un(e) Vice-président(e) ou un autre membre du Bureau désigné à cet effet par le/la président(e).  | 
                  
Article 15
Décisions
| 
                         15.1.  | 
                     
                         Le Bureau peut valablement délibérer si au moins la moitié des membres sont présents ou représentés. Si ce quorum n’est pas atteint, une nouvelle réunion est convoquée au plus tôt huit jours calendrier après la première réunion. La seconde réunion du Bureau peut valablement prendre des décisions, quel que soit le nombre de membres du Bureau présents ou représentés.  | 
                  
| 
                         15.2.  | 
                     
                         Chaque membre du Bureau dispose d’une voix. Un membre du Bureau ne peut pas accorder de procuration à un autre membre du Bureau. Les décisions du Bureau sont prises à la majorité simple des voix émises.  | 
                  
| 
                         15.3.  | 
                     
                         Les décisions du Bureau sont consignées dans des procès-verbaux. Les procès-verbaux sont approuvés à l’occasion de la réunion suivante du Bureau et sont signés par la personne qui préside cette réunion et par le/la secrétaire général(e). Les procès-verbaux incluent une liste de présence de la réunion. Les procès-verbaux de toutes les réunions sont adressés à tous les membres de la FEPS et sont conservés dans un registre à la disposition des membres au siège de la FEPS.  | 
                  
Article 16
Gestion journalière: secrétaire général(e)
Le Bureau nomme et révoque, sur proposition du/de la président(e), un(e) secrétaire général(e) qui recevra par délégation la responsabilité d’assurer la gestion journalière et d’assurer la mise en œuvre des décisions de la FEPS.
CHAPITRE VI
CONSEIL SCIENTIFIQUE
Article 17
Composition et pouvoirs
| 
                         17.1.  | 
                     
                         Le Conseil Scientifique est composé de personnes physiques ou morales, membres ou non de la FEPS, élus par l’Assemblée générale. Les membres du Conseil scientifique doivent être des fondations politiques nationales ou leurs représentants, des groupes de réflexion ou leurs représentants, des représentants du monde académique et autres intellectuels.  | 
                  
| 
                         17.2.  | 
                     
                         L’Assemblée générale recherchera une représentation équilibrée des deux sexes au sein du Conseil scientifique.  | 
                  
| 
                         17.3.  | 
                     
                         Les membres du Conseil Scientifique sont élus pour une durée d’une année jusqu’à la clôture de l’Assemblée générale suivante. Ils sont ensuite rééligibles.  | 
                  
| 
                         17.4.  | 
                     
                         Le Conseil scientifique est chargé de l’activité scientifique de la FEPS. Il débat des programmes, effectue des travaux de recherche et répond à toute question d’ordre scientifique émanant de l’Assemblée générale ou du Bureau.  | 
                  
Article 18
Réunions
| 
                         18.1.  | 
                     
                         Le Conseil Scientifique se réunit au moins deux fois par an.  | 
                  
| 
                         18.2.  | 
                     
                         Les réunions du Conseil Scientifique sont convoquées par le/la président(e) ou par le Bureau.  | 
                  
| 
                         18.3.  | 
                     
                         L’ordre du jour de la réunion, qui tient lieu de convocation, doit contenir le lieu, la date, et l’heure de la réunion. Il doit être adressée à tous les membres du Conseil Scientifique, par lettre, télécopie ou courrier électronique, au moins huit jours calendrier avant la date de la réunion.  | 
                  
| 
                         18.4.  | 
                     
                         Les réunions sont présidées par le/la président(e) ou en son absence, par un(e) Vice-président(e) ou un membre du Bureau désigné à cet effet par le/la président(e).  | 
                  
Article 19
Délibérations du Conseil Scientifique
| 
                         19.1.  | 
                     
                         Chaque membre du Conseil Scientifique dispose d’une voix. Un membre du Conseil Scientifique ne peut pas accorder de procuration à un autre membre. Les décisions du Conseil Scientifique sont prises à la majorité simple des voix émises.  | 
                  
| 
                         19.2.  | 
                     
                         Les décisions du Conseil Scientifique sont consignées dans des procès-verbaux. Les procès-verbaux sont approuvés à l’occasion de la réunion suivante et signés par la personne qui préside cette réunion et par le/la secrétaire général(e). Les procès-verbaux incluent une liste de présence de la réunion. Les procès-verbaux de toutes les réunions sont adressés à tous les membres de la FEPS et sont conservés dans un registre à la disposition des membres au siège de la FEPS.  | 
                  
CHAPITRE VIII
FINANCEMENT
Article 20
Financement de la FEPS
Le financement de la FEPS est assuré par:
| 
                         —  | 
                     
                         le budget général de l’Union européenne,  | 
                  
| 
                         —  | 
                     
                         les cotisations des membres effectifs,  | 
                  
| 
                         —  | 
                     
                         des contributions de membres ou d’autres organisations ou individus,  | 
                  
| 
                         —  | 
                     
                         les dons,  | 
                  
| 
                         —  | 
                     
                         toute autre forme de ressource financière autorisée.  | 
                  
Article 21
Exercice social
L’exercice social débute le 1er janvier et se termine le 31 décembre.
Article 22
Comptes
Le Bureau prépare les comptes annuels à la fin de chaque exercice. Le Trésorier, au nom du Bureau, émet le rapport annuel justifiant des comptes et de la gestion de la FEPS. Les comptes, le rapport annuel et le rapport des commissaires aux comptes sont présentés à l’Assemblée générale pour approbation.
Article 23
Audit
Le contrôle de la situation financière, des comptes annuels et la vérification que les opérations décrites dans les comptes annuels sont conformes à la loi, aux statuts et aux réglementations de l’Union européenne sont confiés à un ou plusieurs commissaires, nommés par le Bureau parmi les membres de l’Institut des Réviseurs d’Entreprises belge.
CHAPITRE IX
REPRESENTATION ET RESPONSABILITE LIMITEE
Article 24
Représentation de la FEPS
| 
                         24.1.  | 
                     
                         La FEPS est valablement représentée dans tous ses actes, en ce compris en justice, soit par le/la président(e), soit par tout autre mandataire agissant dans les limites de son mandat.  | 
                  
| 
                         24.2.  | 
                     
                         Le/la secrétaire général(e) peut valablement représenter la FEPS individuellement dans tous les actes de gestion journalière en ce compris en justice.  | 
                  
Article 25
Responsabilité limitée
| 
                         25.1.  | 
                     
                         Les membres de la FEPS, les membres du Bureau et les personnes chargées de la gestion journalière ne sont pas personnellement tenus des obligations de la FEPS.  | 
                  
| 
                         25.2.  | 
                     
                         La responsabilité des membres du Bureau ou des personnes chargées de la gestion journalière de la FEPS est limitée à l’exécution conforme de leur mandat.  | 
                  
CHAPITRE X
MODIFICATION AUX SATUTS, DISSOLUTION ET LIQUIDATION
Article 26
| 
                         26.1.  | 
                     
                         Toute proposition d’amendement aux statuts et de dissolution de la FEPS doit être présentée par le Bureau ou sur proposition d’un tiers des membres effectifs. Les projets d’amendements aux statuts doivent être adressés aux membres en même temps que l’ordre du jour de l’Assemblée générale.  | 
                  
| 
                         26.2.  | 
                     
                         Un quorum de présence d’au moins deux-tiers des membres effectifs est requis pour les décisions relatives aux modifications des statuts ou à la dissolution de la FEPS. Si ce quorum n’est pas atteint, une nouvelle réunion de l’Assemblée générale est convoquée au plus tôt 15 jours calendrier après la première réunion. La seconde réunion de l’Assemblée générale peut valablement prendre des décisions quel que soit le nombre de membres effectifs présents.  | 
                  
| 
                         26.3.  | 
                     
                         Les décisions relatives aux modifications des statuts et à la dissolution de la FEPS sont prises à la majorité des deux-tiers des voix émises. Elles devront être soumises au Ministère de la Justice et publiée aux Annexes du Moniteur belge.  | 
                  
| 
                         26.4.  | 
                     
                         Si la FEPS est dissoute, l’actif net de l’association après liquidation sera attribué à concurrence de 80 % au Parlement européen et de 20 % aux membres ayant la qualité de membre effectif à la date de la mise en liquidation, à la condition que ceux-ci ne poursuivent aucun but lucratif et affectent les actifs ainsi obtenus à des fins non lucratives.  | 
                  
CHAPITRE XI
DISPOSITIONS FINALES
Article 27
Les statuts sont rédigés en français et en anglais. La version française est la version officielle des statuts et prévaut.
Article 28
Tout ce qui n’est pas réglé par les statuts est réglé par la loi ainsi que par le règlement 1141/2014 du Parlement européen et du Conseil du 22 octobre 2014 relatif au statut et au financement des partis politiques européens et des fondations politiques européennes.