This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Btw-teruggaaf: in een ander EU-land gevestigde belastingplichtigen
SAMENVATTING VAN:
WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?
In deze richtlijn worden de nadere voorschriften vastgesteld voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) krachtens Richtlijn 2006/112/EG, het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) van de EU, aan niet in het EU-land van teruggaaf* maar in een ander EU-land gevestigde belastingplichtigen.
KERNPUNTEN
De richtlijn is van toepassing op de niet in het EU-land van teruggaaf (maar in een ander EU-land) gevestigde belastingplichtige die tijdens het tijdvak van teruggaaf:
Elk EU-land moet iedere niet in dat land (maar in een ander EU-land) gevestigde belastingplichtige teruggaaf verlenen van de btw die werd geheven voor de voor hem door andere belastingplichtigen in dat EU-land verrichte goederenleveringen of diensten, of voor de invoer van goederen in dat land, voor zover deze worden gebruikt voor de in Richtlijn 2006/112/EC genoemde handelingen.
Om in het EU-land van teruggaaf recht te hebben op teruggaaf moet een niet in dat land gevestigde belastingplichtige handelingen verrichten die in zijn eigen EU-land een recht op aftrek doen ontstaan. Wanneer een niet in het EU-land van teruggaaf gevestigde belastingplichtige in zijn eigen EU-land handelingen verricht die in dat land een recht op aftrek doen ontstaan en handelingen die in dat land geen recht op aftrek doen ontstaan, betaalt het EU-land van teruggaaf slechts het gedeelte van de btw dat voor teruggaaf in aanmerking komt.
Teruggaafverzoek
De richtlijn voorziet in een volledig elektronische procedure. Een niet in het EU-land van teruggaaf (maar in een ander EU-land) gevestigde belastingplichtige stuurt langs elektronische weg een teruggaafverzoek naar het EU-land van teruggaaf via het elektronische portaal van zijn eigen EU-land. Het teruggaafverzoek heeft betrekking op de btw op verwervingen van goederen of afnames van diensten die gedurende het teruggaaftijdvak gefactureerd zijn, en de invoer van goederen die tijdens het teruggaaftijdvak heeft plaatsgevonden.
Het teruggaafverzoek moet uiterlijk 30 september van het kalenderjaar volgend op het teruggaaftijdvak bij het EU-land van vestiging worden ingediend. Het btw-bedrag waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft mag in beginsel niet lager zijn dan 400 EUR (of 50 EUR als aan bepaalde voorwaarden is voldaan). Indien de teruggaaf door het land te laat plaatsvindt, heeft de aanvrager recht op rente over het bedrag van de teruggaaf. Het EU-land van vestiging moet de aanvrager onverwijld langs elektronische weg een ontvangstbevestiging sturen.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn is sinds 20 februari 2008 van toepassing en moest voor 1 januari 2010 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving. De richtlijn strekt tot intrekking van Richtlijn 79/1072/EEG.
ACHTERGROND
Zie voor meer informatie:
KERNBEGRIPPEN
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn (PB L 44 van 20.2.2008, blz. 23-28)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2008/9/EG zijn opgenomen in de originele tekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 79/2012 van de Commissie van 31 januari 2012 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 29 van 1.2.2012, blz. 13-32)
De achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) nr. 79/2012 zijn opgenomen in de originele tekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1-18)
Zie de geconsolideerde versie.
Laatste bijwerking 19.10.2018