EUR-Lex Přístup k právu Evropské unie

Zpět na úvodní stránku EUR-Lex

Tento dokument je výňatkem z internetových stránek EUR-Lex

Dokument 52022PC0549

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks

COM/2022/549 final

Straatsburg, 18.10.2022

COM(2022) 549 final

2022/0339(NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks


TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Reageren op een veranderende context

De aanvalsoorlog die Rusland zonder aanleiding tegen Oekraïne is begonnen, en het feit dat Rusland de energievoorziening als wapen gebruikt, hebben aangetoond hoe afhankelijk de Unie is van Russische fossiele brandstoffen, en hebben onze instrumenten ter waarborging van de voorzieningszekerheid op de proef gesteld en de energieprijzen opgedreven tot ongekend hoge niveaus.

Het afgelopen jaar heeft de Commissie verschillende initiatieven voorgesteld en uitgevoerd, waarbij de focus geleidelijk is verschoven van het bieden van richtsnoeren aan de lidstaten naar het uittekenen van een geïntegreerde strategie voor voorzieningszekerheid 1 , waar nodig op basis van rechtsinstrumenten. Daarbij ging het meest recentelijk om de noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen 2 , met onder meer een gecoördineerde reductie van de vraag naar elektriciteit (met name in piekuren), een verbeterd instrumentarium van de lidstaten om consumenten en bedrijven te beschermen tegen hoge energieprijzen, en een solidariteitsbijdrage van de fossielebrandstoffensector.

Naar aanleiding van de REPowerEU-mededeling hebben de Commissie en de lidstaten aangedrongen op de oprichting van een EU-Energieplatform 3 om de voorzieningszekerheid te waarborgen. Vanuit onderlinge solidariteit moet dit platform de lidstaten en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap en hun gasbedrijven helpen extra leveringen van vloeibaar aardgas (lng) en pijpleidinggas te verkrijgen ter vervanging van ontbrekende gasleveringen uit Rusland.

De noodzaak van verdere noodmaatregelen

De huidige situatie veroorzaakt economische en sociale ellende en legt een zware last op de burgers en de economie. Door de oplopende energiekosten krijgen burgers te maken met een lagere koopkracht 4 en verliezen bedrijven aan concurrentievermogen 5 . Het tekort aan gas- en elektriciteitsvoorziening en de relatief inelastische vraag naar energie hebben geleid tot significante stijgingen en volatiliteit van de gas- en elektriciteitsprijzen in de EU. Nationale maatregelen om deze ontwikkelingen tegen te gaan, zouden kunnen leiden tot versnippering van de interne markt en bieden geen garantie op solidariteit.

Tegelijk hebben de inzet van de gasvoorziening als wapen en de manipulatie van de markten door de Russische Federatie door opzettelijke verstoringen van de gasstromen de energieprijzen in de Unie omhoog doen schieten, waardoor niet alleen de economie van de Unie in gevaar komt maar ook de voorzieningszekerheid ernstig wordt ondermijnd. Daarom is een gecoördineerd en snel antwoord van de EU nodig. De Russische gasleveringen zijn aanzienlijk gedaald: in september 2022 was 9 % van ons leidinggas afkomstig uit Rusland, met lng erbij 14 %, tegenover respectievelijk 41 % en 45 % in 2021. De kennelijke sabotage van de Nord Stream 1-pijpleiding vergroot de noodzaak om de gasvolumes uit Rusland snel en op duurzame basis te vervangen. Naast vraagreductie, energie-efficiëntiemaatregelen en de toename van hernieuwbare energiebronnen, zullen de leveringstekorten moeten worden weggewerkt door equivalente gasvolumes, en voornamelijk lng, aan te kopen bij andere leveranciers.

In vergelijking met deze winter zouden ondernemingen voor de winter van 2023/2024 ernstige moeilijkheden kunnen ondervinden met twee extra uitdagingen in verband met het vullen van gasopslagplaatsen. Ten eerste is het, gezien de huidige politieke situatie, zeer waarschijnlijk dat er minder, en hoogstwaarschijnlijk geen pijpleidinggas uit Rusland aan de EU zal worden geleverd. Ten tweede zal het doel zijn om 90 % van de gasopslagcapaciteit van de EU aan te vullen, terwijl dat voor deze winter 80 % is, zoals bepaald in de gasopslagverordening (Verordening (EU) 2022/1032). In deze situatie, en voortbouwend op bestaande wetgeving en andere initiatieven, zouden bundeling van de vraag in de EU en gezamenlijke aankopen van nut kunnen zijn om de lidstaten te helpen de in de gasopslagverordening vastgelegde vultrajecten en -doelstellingen te behalen.

Doelstellingen van dit voorstel

De Commissie stelt bijgevolg deze noodverordening voor, die tot doel heeft de impact op de gasprijs te verminderen door in te spelen op vraag en aanbod 6 , de voorzieningszekerheid in de hele Europese Unie te waarborgen en de solidariteit te versterken.

De verordening bevat vier belangrijke elementen die op coherente wijze moeten bijdragen tot lagere prijzen en een grotere solidariteit en voorzieningszekerheid.

Ten eerste zullen bundeling van de gasvraag in de EU en de gezamenlijke aankoop van gas de EU in staat stellen haar collectieve koopkracht te gebruiken om betere prijzen te bedingen en het risico te verkleinen dat lidstaten tegen elkaar opbieden op de al krappe markt, met het averechtse effect dat ze op die manier de prijzen opdrijven. Zo zal de transparantie verbeteren en zullen vooral kleinere lidstaten geholpen worden, die als kopers in een minder gunstige positie verkeren. In het kader van artikel 122 VWEU zal de nadruk op korte termijn liggen op het coördineren en bundelen van de vraag ter ondersteuning van het vullen van gasopslagplaatsen voor het volgende, snel naderende vulseizoen. 

Ten tweede bevat het voorstel een volledig pakket maatregelen in verband met de gasprijzen om buitensporig hoge tarieven aan te pakken en om ook in crisissituaties redelijke gas- en elektriciteitsprijzen te waarborgen. Dit voorstel biedt zekerheid over de te hanteren prijs in een context van gasschaarste wanneer een noodsituatie wordt afgekondigd. Daarnaast wordt een aanvullende benchmark voor de levering van lng voorgesteld, die moet zorgen voor een representatieve benchmark voor lng-invoer en niet wordt beïnvloed door Russische manipulatie. Om de overmatige volatiliteit op de markten aan te pakken, omvat het voorstel mechanismen om de schommelingen op de termijnmarkten af te vlakken door middel van een mechanisme voor de beheersing van dagelijkse prijsvolatiliteit, dat erop gericht is grote schommelingen binnen korte tijdspannes te beperken (“circuit breaker”).

Ten derde is er voor een gezamenlijke aanpak van prijsbeperkingen solidariteit nodig tussen de lidstaten. Aangezien niet alle lidstaten overeenkomsten inzake wederzijds solidariteit hebben gesloten, stelt de Commissie bij ontstentenis van dergelijke solidariteitsovereenkomsten regelingen voor die rechtstreeks toepasselijk zijn. Zij stelt ook voor om de solidariteitsverplichting uit te breiden tot niet-verbonden lidstaten met lng-installaties. Dit zal ervoor zorgen dat wij voorbereid zijn en klaarstaan om snel te handelen als die overeenkomsten nodig worden. De Commissie onderzoekt eveneens of er behoefte is aan verdere voorstellen voor situaties waarin sommige regio’s met een grotere aanbodschaarste te maken hebben dan andere.

Tot slot moet het mogelijk zijn de gasvraag verder te verminderen en tegelijkertijd te waarborgen dat consumenten voldoende beschermd blijven tegen leveringstekorten. De EU heeft haar instrumenten voor gas- en elektriciteitsbesparingen reeds versterkt. Nu is het echter nodig de overeengekomen regelgeving zo volledig mogelijk toe te passen om de noodzakelijke doelstellingen voor vraagreductie te halen. Dit zal helpen om het hoofd te bieden aan verdere verstoringen van de gasvoorziening en de druk op de internationale gasmarkten, en dus ook op de prijzen, te verlichten. De Commissie zal nauwlettend toezien op de maatregelen ter vermindering van de vraag en staat klaar om het EU-alarm in gang te zetten of zelfs de doelstellingen voor reductie van de gasvraag bij te stellen, indien vrijwillige maatregelen ter vermindering van de vraag ontoereikend blijken om in de winter voldoende gasvoorziening te waarborgen.

Belangrijkste elementen van het voorstel

(1)Gezamenlijke aankopen en efficiënte exploitatie van de gasinfrastructuur

a) Gezamenlijke aankopen

Deze dringende kwesties worden met dit voorstel aangepakt door de ontwikkeling van een tijdelijk instrument voor gezamenlijke aankopen, in overeenstemming met het verzoek van de lidstaten 7 . Er is een aanzienlijke tijdsdruk om dit instrument ten laatste begin voorjaar 2023 klaar te hebben, met name voor de aanloop naar het volgende vulseizoen. Met het oog hierop wordt voorgesteld om krachtens artikel 122 VWEU snel over te gaan tot het bepalen van de belangrijkste principes van gezamenlijke aankopen. Derhalve moeten een aantal van deze elementen voorlopig van toepassing zijn.

Het voorstel voor gezamenlijke aankopen voorziet in een procedure die in twee fasen verloopt: i) bundeling van de vraag naar aardgas; ii) mogelijke gezamenlijke aankopen in het kader van het Energieplatform.

i)Eerste fase: bundeling van de vraag

Eerst zouden gasaankopende ondernemingen hun vraag bundelen via een dienstverlener, die door de Commissie via een openbare aanbestedingsprocedure gecontracteerd is om dat proces te leiden. Ondernemingen kunnen hun vraag naar gas (in termen van volume, leveringstijd, duur en plaats) bij de dienstverlener indienen via een IT-instrument waarmee deze gegevens worden verzameld. De dienstverlener zou deze gegevens vervolgens publiceren op zijn website, met de passende bescherming van vertrouwelijke informatie, om via een aanbestedingsprocedure te zoeken naar aanbiedingen van hoeveelheden aardgas om aan de gebundelde vraag te voldoen. Dit zou een vrijwillige fase zijn, behalve dat de lidstaten – gezien hoe belangrijk het is om de voorraden aan te vullen – van hun bedrijven zouden moeten verlangen dat zij volumes die overeenkomen met ten minste 15 % (ongeveer 13,5 miljard m³ voor de hele EU) van hun vuldoelstellingen voor volgend jaar, opnemen in de procedure voor de bundeling van de vraag 8 . De ondernemingen die verplicht waren om aan de vraagbundeling deel te nemen, zouden nog steeds kunnen beslissen of zij het gas al dan niet daadwerkelijk zullen kopen na de bundelingsprocedure. Bovendien hoeft het aangekochte gas niet noodzakelijk te worden gebruikt voor het vullen van opslagfaciliteiten.

Aangezien het belangrijk is om de voorraden in het komende jaar aan te vullen, zou dit mechanisme voor de gezamenlijke aankoop van gas profiteren van de marktkracht van gezamenlijke aankopen en de onzekerheden en abnormaal hoge prijzen van het laatste vulseizoen van dit jaar helpen afzwakken.

Gezien de urgentie moet de dienstverlener een bestaand bedrijf zijn met grondige kennis van de energiemarkten en met de IT-instrumenten en deskundigheid die nodig zijn om deze taken uit te voeren. Gezamenlijke aankopen staan open voor deelname van ondernemingen uit de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap (Westelijke Balkan, Oekraïne, Moldavië en Georgië).

ii)Tweede fase: gecoördineerde aankoop van gas

Daarna kunnen bedrijven die hebben deelgenomen aan het hierboven beschreven procedure voor de bundeling van de vraag besluiten een consortium voor de aankoop van gas te vormen, teneinde contracten te sluiten met de leveranciers die in het kader van deze procedure gas hebben aangeboden. Zij kunnen aldus besluiten het gas aan te kopen op gezamenlijke basis en bepaalde elementen in verband met hun posities, zoals volume, prijs, leveringspunten en leveringstermijnen, te coördineren. Met één enkel consortium voor gasaankopen met sterke afnemersmacht vergroot de kans om betere prijzen te bedingen, maar er zou meer dan één gasaankoopconsortium kunnen ontstaan, gezien het zeer uiteenlopende vraagpatroon van ondernemingen in de EU. Naleving van de mededingingsregels zou moeten worden gewaarborgd (zie “Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie”).

(iii) Ad-hoc-governanceregelingen

De bovengenoemde maatregelen moeten hand in hand gaan met een passende governancestructuur om een doeltreffende coördinatie te waarborgen met het oog op de doelstellingen. Daarom moet op ad-hoc-basis een stuurgroep worden opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de Commissie en de lidstaten, om toezicht te houden op zowel de procedure van bundeling van de vraag als van de gecoördineerde gasaankoop. De stuurgroep kan bij de procedure zorgen voor transparantie en richtsnoeren verstrekken om te waarborgen dat gezamenlijke aankopen de voorzieningszekerheid en het beginsel van energiesolidariteit werkelijk eerbiedigen.

Het voorstel is zorgvuldig afgewogen en is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Er zijn bepaalde noodzakelijke verplichte elementen — bijvoorbeeld inzake de bundeling van de vraag naar het aanvullen van gasopslagplaatsen — maar die beperken geenszins de vrijheid van ondernemingen om al dan niet over te gaan tot aankoop op basis van de voorwaarden die via de procedure voor de bundeling van de vraag zijn geboden. Het doel van gezamenlijke aankopen is EU-ondernemingen te ondersteunen bij hun inspanningen om extra gas te verkrijgen en te helpen zorgen voor een gelijkere toegang tot nieuwe of aanvullende gasbronnen in het licht van het huidige acute gevaar voor de voorzieningszekerheid. Bovendien komt het voorstel tegemoet aan de grote belangstelling in een aantal lidstaten voor deelname aan consortia voor gasaankopen, met inachtneming van de relevante concurrentieoverwegingen.

Zoals beschreven zou met name de aanbesteding van de gebundelde vraag naar gas door de dienstverlener een centrale rol kunnen spelen bij het helpen van de lidstaten om gasopslagplaatsen aan te vullen voor de winter van 2023/2024. Ook zou een en ander de solidariteit in de EU kunnen versterken door bij te dragen aan een eerlijkere gasdistributie. Bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen zouden voor afzonderlijke aardgasbedrijven in bepaalde lidstaten ook het risico kunnen verminderen van te veel te betalen voor gas dat op krappe kortetermijnmarkten is gecontracteerd. Ook kleinere ondernemingen in de EU zouden erbij gebaat zijn, ook in landen zonder zeekust die niet over de nodige ervaring met lng-contracten beschikken, hun vraag te bundelen om lng-ladingen te contracteren (die mogelijk voor individuele ondernemingen te groot zijn om in één keer te kunnen afhandelen). Een en ander zou eveneens nuttig zijn om het lng-aanbod te structureren op basis van hun specifieke behoeften. Gezamenlijke aankoop zou met name een hulp kunnen zijn voor ondernemingen die voorheen alleen of hoofdzakelijk gas kochten van Russische leveranciers. Gezamenlijke aankoop zou kunnen leiden tot een gunstigere behandeling of steun voor de levering van duurzaam gas, zoals biomethaan en waterstof, en van gas dat anders zou worden afgeblazen of afgefakkeld. Ondernemingen die contracten sluiten op grond van deze verordening, moeten worden aangemoedigd om de norm van het Oil and Gas Methane Partnership 2.0 van de VN te gebruiken om de methaanuitstoot in de toeleveringsketen van de EU te meten, te rapporteren en te verifiëren. Ten slotte zou gezamenlijke aankoop in de toekomst het potentieel van hernieuwbare energievoorziening kunnen vergroten door de toegang te verzekeren tot toekomstige invoer van waterstof uit niet EU-bronnen.

b)Efficiënte exploitatie van pijpleidingen en lng-terminals

De voorgestelde verordening gaat ook in op manieren om pijpleidingen en lng-terminals zo efficiënt mogelijk te exploiteren.

De diversificatie van de bevoorradingsbronnen om af te stappen van Russische bronnen houdt veranderingen in voor de gasstroompatronen in de EU. Bijgevolg zouden de routes van lng-terminals naar consumptiecentra relevanter kunnen worden dan de huidige overheersende richting van de pijplijnstromen van oost naar west. Dergelijke veranderingen in de gasstromen kunnen echter leiden tot (contractuele en fysieke) congestie van de bestaande pijpleidingen en de lng-terminals van de EU.

De bestaande maatregelen voor congestiebeheer voor pijpleidingen voorzien in “use-it-or-lose-it” -procedures, waarbij het ten minste zes maanden duurt voor er enig resultaat merkbaar is. Bovendien is er een administratieve omslachtige procedure nodig die door de nationale regulerende instantie in de betrokken lidstaten moet worden uitgevoerd. Dit voorstel biedt beheerders van gassystemen instrumenten waarmee zij snel kunnen reageren op veranderingen in gasstromen en mogelijke contractuele congestie. De nieuwe regels zouden met name het op de markt brengen van ongebruikte langetermijncapaciteit kunnen versnellen in geval van congestie op korte termijn.

Bovendien is het van het grootste belang de lng-absorptiecapaciteit van de lng-terminals van de EU en het gebruik van opslagfaciliteiten te optimaliseren. Er is behoefte aan een transparantieplatform en de ontwikkeling van een georganiseerde markt van secundaire capaciteiten, vergelijkbaar met die voor het transport van gas via pijpleidingen. Het voorstel van de Commissie tot herziening van de gasverordening van het pakket “Koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt” 9 bevat reeds bepalingen in die zin in artikel 10 en artikel 31. In het huidige voorstel worden deze bepalingen gefrontload als onderdeel van de huidige crisisrespons, ter voorkoming van toekomstige situaties waarin nieuwe gasbronnen worden aangesproken maar lng-terminals of gasopslaginstallaties inefficiënt en zonder de nodige transparantie worden gebruikt.

(2) Voorzieningszekerheid

a)Terugdringing van de vraag

Een integraal onderdeel van de EU-respons op het gebied van voorzieningszekerheid in de huidige moeilijke context is de vraag naar gas proactief terug te dringen, om voorbereid te zijn op mogelijke verstoringen van de voorziening en tegelijk te voorkomen dat de opslagfaciliteiten uitgeput raken. Indien nodig zal de Commissie voorstellen het Unie-alarm op grond van de verordening ter reductie van de vraag (Verordening (EU) 2022/1369) in werking te stellen.

Elke reductie van de gasvraag die nu kan worden verwezenlijkt, is gunstig om zo goed mogelijk te anticiperen en voorbereid te zijn op de winter van 2023/2024 en ondergrondse opslagplaatsen tot 90 % te vullen, zoals overeengekomen in Verordening (EU) 2022/1032. Daarom moeten de inspanningen om de vraag naar gas te verminderen na maart 2023 worden voortgezet, teneinde ondergrondse opslagplaatsen tot 90 % te vullen, zoals overeengekomen in Verordening (EU) 2022/1032. De Commissie zal nauwlettend toezien op de maatregelen ter vermindering van de vraag en staat klaar om het EU-alarm in gang te zetten of zelfs de doelstellingen voor reductie van de gasvraag bij te stellen, indien vrijwillige maatregelen ter vermindering van de vraag ontoereikend blijken om in de winter voldoende gasvoorziening te waarborgen. Om de vraag naar gas te verminderen, moeten de lidstaten ondertussen actief alle mogelijke maatregelen nemen in lijn met de verordening ter reductie van de gasvraag en met het vraagreductieplan “Gas besparen om de winter goed door te komen” van de EU, dat in juli 2022 is aangenomen. Dergelijke maatregelen omvatten bewustmakingscampagnes en vraagreductiemaatregelen in overheidsgebouwen, handelsruimten en buitenruimten.

Om de paraatheid voor mogelijke noodsituaties in de winter te vergroten, voorziet het voorstel in de onderstaande nieuwe bepalingen met betrekking tot de voorzieningszekerheid. Gezien het belang dat alle consumentengroepen binnen hun mogelijkheden bijdragen aan het besparen van gas, omvat dit voorstel bepalingen op grond waarvan de lidstaten bij wijze van uitzondering maatregelen kunnen nemen om het “niet-essentiële verbruik” van beschermde afnemers te reduceren, mits dit geen afbreuk doet aan de bescherming van hun essentiële verbruik. Deze maatregelen zullen geen enkele impact hebben op kwetsbare consumenten die geen marge hebben om hun verbruik te verminderen, en zullen niet leiden tot het afschakelen van beschermde afnemers. De lidstaten zouden de definitie van beschermde consumenten kunnen herzien, zolang kwetsbare huishoudens onder alle omstandigheden beschermd blijven.

b)Uitbreiding van de solidariteitsverplichting tot kritieke gasgestookte elektriciteitscentrales

In lidstaten waar kritieke gasgestookte energiecentrales een belangrijke rol spelen voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening zouden deze, volgens het huidige regelgevingskader, als eerste beperkingen moeten worden opgelegd, hetgeen mogelijk nadelig is voor de elektriciteitsvoorzieningszekerheid van andere lidstaten, voordat de lidstaten solidariteitsmaatregelen kunnen verzoeken uit hoofde van Verordening (EU) 2017/1938. Om het risico op negatieve overloopeffecten voor de elektriciteitsopwekking te beperken, wordt voorgesteld dat de lidstaten, onder bepaalde voorwaarden, een solidariteitsverzoek in gang kunnen zetten, indien gasgestookte elektriciteitscentrales, die nodig zijn om de toereikendheid van het elektriciteitssysteem te waarborgen, het risico lopen niet met kritieke gasvolumes te worden bevoorraad. Om dezelfde reden zullen de solidariteit verstrekkende lidstaten ook het recht hebben ervoor te zorgen dat de exploitatie van hun eigen kritieke gasgestookte elektriciteitscentrales niet in het gedrang komt doordat zij solidariteit verstrekken aan een andere lidstaat.

c)Standaardregels voor bilaterale solidariteit

Met specifieke maatregelen in dit voorstel wordt een standaardmechanisme tussen de lidstaten ingevoerd om ervoor te zorgen dat ze elkaar helpen bij het bevoorraden van de door solidariteit beschermde afnemers (huishoudens, stadsverwarming en onder bepaalde voorwaarden ook essentiële maatschappelijke diensten) en kritieke gasgestookte energiecentrales, in een noodsituatie die tot een zeer ernstig tekort aan gas leidt. De bestaande regels inzake voorzieningszekerheid hebben het beginsel van dergelijke solidariteit ingevoerd, maar voor de daadwerkelijke toepassing ervan in geval van crisis zijn gedetailleerde technische en financiële regelingen nodig, die de lidstaten geacht werden bilateraal overeen te komen. Tot dusver is slechts overeenstemming bereikt over zes van de meer dan veertig vereiste regelingen. De voorgestelde verordening bepaalt daarom de regels en procedures die automatisch van toepassing zullen zijn tussen de lidstaten die geen bilaterale solidariteitsregelingen zijn overeengekomen. Er wordt voortgebouwd op Aanbeveling (EU) 2018/177 van de Commissie en het door de Commissie voorgestelde standaardmodel in bijlage 2 bij het voorstel COM(2021) 804, met de nodige actualiseringen om rekening te houden met de aanzienlijk verslechterde situatie op het gebied van voorzieningszekerheid sinds dan.

Dit standaardsolidariteitsmechanisme dat bij ontstentenis van andere bilaterale regelingen van toepassing is, omvat het volgende:

·De solidariteitscompensatie die moet worden betaald door de lidstaat die om solidariteit verzoekt aan de solidariteit verstrekkende lidstaat zal gebaseerd zijn op de gemiddelde marktprijs van gas gedurende de laatste dertig dagen voorafgaand aan het verzoek om bijstand van de verzoekende lidstaat op het meest relevante beursplatform. Deze gemiddelden weerspiegelen de vermoedelijke extreme prijsvolatiliteit die zich in een noodsituatie kan voordoen.

·Eventuele kosten die na het opleggen van beperkingen aan ondernemingen voortvloeien uit gerechtelijke of arbitrageprocedures, zullen niet worden opgenomen in de solidariteitscompensatie die tussen de lidstaten moet worden betaald. Eventuele dergelijke kosten zouden daarom moeten worden gedragen door de verstrekkende lidstaat overeenkomstig zijn eigen nationale regels. De reden hiervoor is dat de kosten van compensatie voor ondernemingen als gevolg van opgelegde beperking gedeeltelijk worden gedekt door de gasprijs en indien daarvan na een geding een deel zou overblijven, zou dat overschot hoogst onzeker zijn en de kosten van het gas ruimschoots kunnen overtreffen. De onzekerheid over indirecte compensatiekosten is dan ook een groot obstakel gebleken voor solidariteitsovereenkomsten. De lidstaten zullen echter nog steeds overeenstemming kunnen bereiken over andere compensatievoorwaarden.

·De procedure voor het verzoeken om en verstrekken van solidariteit moet, voor zover mogelijk, vrijwillige marktgebaseerde maatregelen prioriteren en tegelijkertijd invulling geven aan het feit dat solidariteit als laatste middel in een crisissituatie eventueel maatregelen zoals vrijgave van strategische voorraden of het opleggen van beperkingen kan omvatten. Het voorstel verduidelijkt dat de verbonden lidstaten, na ontvangst van een verzoek om solidariteit, binnen twaalf uur moeten reageren en de overeengekomen solidariteitsmaatregelen binnen drie dagen moeten verstrekken.

De huidige solidariteitsverplichting is van toepassing tussen de lidstaten die rechtstreeks of via een derde land verbonden zijn. Dit voorstel zal deze verplichting ook toepasbaar maken op lidstaten met lng-installaties die, zelfs als zij niet rechtstreeks verbonden zijn, solidariteit zou kunnen verstrekken aan een lidstaat in nood, indien die over de nodige infrastructuur beschikt om dit lng te ontvangen.

d)Toewijzing van capaciteit in een noodsituatie op regionaal of Unieniveau

Tot slot wordt in het voorstel gewezen op de mogelijkheid van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau met ernstige verstoringen van de gaslevering en voorzieningstekorten. In dergelijke gevallen moet de Unie voorbereid zijn om op regionaal gecoördineerde wijze snel solidariteitsmechanismen toe te passen om de noodsituatie te beperken. In deze buitengewone omstandigheden moet de Raad op basis van een voorstel van de Commissie een besluit kunnen nemen over een efficiënte toewijzing van de beschikbare gascapaciteit aan de lidstaten die getroffen zijn door een noodsituatie op regionaal of Unieniveau. In dat geval, en bij ontstentenis van een bilaterale solidariteitsovereenkomst, moet de prijs van het in het kader van solidariteit geleverde gas dezelfde zijn als de gemiddelde marktprijs van gas op het meest relevante beursplatform gedurende de laatste dertig dagen voorafgaand aan het verzoek om bijstand van de verzoekende lidstaat (zie ook het onderstaande punt 3a).

(3)Maatregelen op het niveau van de gasprijzen

a)Prijsformule in de standaardsolidariteitsovereenkomsten

Zoals hierboven vermeld moet de solidariteit gebaseerd zijn op een billijke compensatie, zowel voor de verzoekende als voor de verstrekkende lidstaten. De gasprijs is sinds 2021 veel volatieler geworden, waardoor de spotmarktprijs in crisissituaties minder geschikt is als basis voor een billijke compensatie. Daarom wordt in deze verordening voorgesteld om gebruik te maken van de gemiddelde markprijs van de maand voorafgaand aan het verzoek om bijstand van de verzoekende lidstaat op het meest relevante beursplatform, teneinde de verschillende partijen zekerheid te bieden.

Met de gemiddelde marktprijs van de voorafgaande maand is de compensatie nog steeds gebaseerd op de “marktprijs”, zoals bepaald in de aanbeveling van 2018. De maandelijkse gemiddelde marktprijs wordt echter minder beïnvloed door een instabiele context en de zeer hoge spotmarktprijzen in crisissituaties, en beperkt als zodanig mogelijke averechtse prikkels. De solidariteit verstrekkende lidstaten krijgen nog steeds een billijke compensatie, aangezien de gasstromen afkomstig zijn van langetermijncontracten en opslag en dus zullen zijn aangekocht tegen lagere prijzen dan de crisisprijzen op de spotmarkt.

b)Ontwikkeling van een nieuwe aanvullende benchmark voor lng

De lng-markt van de EU is nog steeds in opkomst en marktgebaseerde prijsstelling (hub-indexed pricing) blijft sterk beïnvloed door pijplijnaanvoer, en dus door Russische manipulatie van de aardgasleveringen aan de EU, alsook door bestaande infrastructuurknelpunten. De prijsstelling van de lng-invoer in de EU wordt geacht ten onrechte te worden beïnvloed door deze beperkingen en er blijven vragen bestaan over de representativiteit van de huidige indexen. Tegelijkertijd ondermijnt de perceptie van het slecht functioneren van de financiële markten voor energie het publieke vertrouwen.

Er moet worden voorzien in een stabiele en voorspelbare prijsstelling voor lng-invoer, die onontbeerlijk is om de tekorten in de aanvoer als gevolg van de waarschijnlijke stopzetting van de invoer van gas uit Rusland te compenseren. Dit voorstel draagt het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) op om binnen een korte tijdspanne een objectief instrument voor prijsbeoordeling, en geleidelijk aan een benchmark voor de invoer van lng in de EU te creëren door realtime-informatie over alle dagelijkse lng-transacties te verzamelen. Deze nieuwe benchmark zal gebaseerd zijn op zelfdedagrapportage van lng-invoer — met inbegrip van lng-biedingen, -aanbiedingen en -transacties die levering in de EU specificeren of worden geleverd in de EU— door eenieder die een dergelijke activiteit uitoefent, ongeacht de plaats van oprichting of woonplaats. Dit zal kopers uitgebreidere informatie verschaffen en de prijstransparantie vergroten.

De voorgestelde verordening verleent ACER de nodige bevoegdheden om de vereiste transactiegegevens te verzamelen voor het bepalen van de lng-benchmark, voortbouwend op en ter versterking van de taken en bevoegdheden waarmee ACER reeds belast is krachtens Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie van 17 december 2014 inzake de informatieverstrekking overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 6, van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (hierna gezamenlijk “Remit” genoemd).

c)Correctiemechanisme voor de gasmarkt

De Title Transfer Facility (TTF) is een virtuele prijsbepalingslocatie in Nederland, die vanwege zijn hoge liquiditeit vaak dient als prijsreferentie voor de Europese gasmarkt, met gevolgen voor contracten en afdekkingstransacties in de hele EU. De TTF is in wezen echter een index die gekoppeld is aan fysieke gasinjectie in het Nederlandse netwerk en fungeert voornamelijk als hub voor Noordwest-Europa. Momenteel hanteert de TTF een meerprijs in vergelijking met de meeste handelshubs in de EU, hetgeen grotendeels het gevolg is van het tekort aan leveringen uit Rusland en de infrastructuurknelpunten in de regio.

Het feit dat de TTF wordt gebruikt als prijsreferentie en als basis voor het afdekken van gascontracten in de verschillende hubs van de EU toont de relevantie ervan aan voor de vaststelling van de aardgasprijs in de EU.

Als een laatste redmiddel is dit noodvoorstel erop gericht situaties met buitensporige aardgasprijzen aan te pakken door de Commissie de bevoegdheid te verlenen om een maatregel van de Raad voor te stellen om een maximale dynamische prijs vast te stellen waartegen transacties op de spotmarkt voor aardgas onder bepaalde voorwaarden kunnen plaatsvinden in het kader van de TTF. Andere EU-handelshubs voor gas zullen via een dynamische prijscorridor worden gekoppeld aan de gecorrigeerde spotmarktprijs van de TTF. Om ervoor te zorgen dat er geen negatieve effecten zijn, moet de maatregel over-the-counter-transacties mogelijk maken, en mag die geen invloed hebben op de gasleveringszekerheid van de EU en de stromen binnen de EU, niet leiden tot een toename van het gasverbruik en geen afbreuk doen aan de stabiliteit en de ordelijke werking van de markten voor energiederivaten.

(4)Maatregelen om prijsvolatiliteit te temperen

a)Mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse prijsvolatiliteit:

De financiële regelgeving (MiFID II) vereist reeds een reeks mechanismen die door gereglementeerde markten moeten worden opgezet om aanzienlijke volatiliteit op de financiële markten in te dammen en foutieve handelspatronen te voorkomen. Het aantal keren dat die mechanismen door handelsplatformen zijn geïnitieerd, blijkt echter laag te blijven, wat voornamelijk te wijten is aan het feit dat de bestaande mechanismen bedoeld zijn om foutieve orders te voorkomen en niet ter voorkoming van snelle prijsschommelingen die de onzekerheid van de markt weerspiegelen. Grote volatiliteitspieken op de gas- en elektriciteitsmarkten maken het voor energiebedrijven moeilijk om in deze markten actief te blijven en aan hun hedgingbehoeften te voldoen en tegelijkertijd de continuïteit van de energievoorziening voor de eindverbruikers te waarborgen. Daarom bevat dit voorstel een vereiste voor handelsplatformen om een nieuw tijdelijk mechanisme voor de beheersing van dagelijkse prijsvolatiliteit in te stellen, met als doel grote prijsschommelingen in contracten voor elektriciteits- en gasderivaten binnen dezelfde handelsdag te beperken. Om de nadruk te leggen op de meest liquide contracten en om onbedoelde verstoringen op de markten voor minder liquide derivaten te voorkomen, moet het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit bovendien vooral gericht zijn op energiegerelateerde front month-derivaten. Om handelsplatformen de nodige tijd te geven om het mechanisme op te zetten, worden de platformen geacht voorlopige instrumenten in te voeren waarmee in grote lijnen dezelfde doelstelling kan worden bereikt als met het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit.

Dit nieuwe mechanisme moet een aanvulling vormen op statische of dynamische handelsonderbrekers (“circuit breakers”) die handelsplatformen reeds hebben ingevoerd en is in aanvulling daarop van toepassing. Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van het nieuwe mechanisme voor de beheersing van volatiliteit te waarborgen, moet de Commissie bepaalde technische elementen van de afstemming ervan in een uitvoeringshandeling kunnen specificeren. Om er bovendien voor te zorgen dat het nieuwe mechanisme goed is aangepast aan de specifieke kenmerken van de betrokken derivatencontracten, moet het de handelsplatformen vrij staan contractspecifieke limieten op volatiliteit toe te passen, met inachtneming van de wettelijke vereisten. De Europese Autoriteit voor effecten en markten zal worden belast met de coördinatie van de toepassing van dit mechanisme in de hele Unie en met het documenteren van verschillen in de wijze waarop dit mechanisme wordt toegepast, op basis van regelmatige verslagen van de bevoegde nationale autoriteiten.

(b)Niet-wetgevende maatregelen bij dit voorstel

De in deze verordening voorgestelde acties worden aangevuld met andere maatregelen die de ESMA en het ACER moeten treffen om de energiemarkten en de transparantie ervan te versterken.

De ESMA en het ACER intensiveren hun samenwerking met het oog op een sterkere capaciteit op het gebied van toezicht op en opsporing van mogelijke marktmanipulatie en mogelijk marktmisbruik. De ESMA en de bevoegde nationale autoriteiten versterken ook hun respectieve controles en markttoezicht op de markt voor energiederivaten.

Energiebedrijven vinden het steeds moeilijker om hun zakelijke risico’s doeltreffend af te dekken op centraal geclearde energiemarkten in de EU. De toenemende margevereisten en de moeilijkheden waarmee bepaalde energiebedrijven worden geconfronteerd om voldoende liquiditeit voor die margevereisten te reserveren, kunnen hen ertoe aanzetten hun hedging te beperken en dus meer risico te lopen. Om deze druk te verlichten, heeft de Commissie een gedelegeerde handeling vastgesteld die het mogelijk maakt om in specifieke omstandigheden niet door zekerheden gedekte bankgaranties en overheidsgaranties als beleenbaar onderpand voor margin calls te gebruiken. Deze gedelegeerde handeling is conform het voorstel van de ESMA van 14 oktober. De ESMA heeft ook verduidelijkt dat commercial papers en EU-obligaties in de lijst van beleenbare zekerheden voor niet-contante zekerheden zijn opgenomen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorgestelde initiatief voorziet in tijdelijke, evenredige en buitengewone maatregelen. Het vormt een aanvulling op relevante bestaande EU-initiatieven en -wetgeving, zodat burgers van gasvoorziening verzekerd kunnen zijn en afnemers tegen ernstige voorzieningsverstoringen worden beschermd.

Het vloeit logischerwijs voort uit bestaande initiatieven, zoals het “REPowerEU-plan” en het voorstel voor een pakket inzake het koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt 10 . Daarnaast zijn bij de onlangs vastgestelde gasopslagverordening (Verordening (EU) 2022/1032 11 ) opslagverplichtingen ingevoerd als reactie op de Russische invasie van Oekraïne. Krachtens artikel 6 bis van Verordening (EU) 2022/1032 zijn verplichtingen vastgelegd om gasopslaginstallaties conform vooraf vastgestelde vultrajecten en vuldoelstellingen te vullen. Het voorgestelde initiatief vormt een aanvulling op de EU-wetgeving inzake de interne markt en de voorzieningszekerheid.

Naar aanleiding van de Russische invasie van Oekraïne heeft de Unie het REPowerEU-plan ontwikkeld om zo snel mogelijk, en uiterlijk 2027, een einde te maken aan de afhankelijkheid van de EU van Russische fossiele brandstoffen. Daartoe is in het REPowerEU-plan het door de Commissie en de lidstaten opgerichte EU-Energieplatform aangeduid om gezamenlijk gas, lng en waterstof aan te kopen. In het plan is aangekondigd dat de Commissie een gezamenlijk aankoopmechanisme zou ontwikkelen. In die opzichten is het voorgestelde initiatief volledig in overeenstemming met de doelstellingen van REPowerEU.

Het voorstel versterkt en vormt een aanvulling op de verordening betreffende de veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid (Verordening (EU) 2017/1938). Deze bevat reeds een verplichting om solidariteit te verstrekken, evenals het begrip “door solidariteit beschermde afnemers”, dat huishoudens en onder bepaalde voorwaarden essentiële publieke diensten en stadsverwarming omvat. In het voorstel wordt deze solidariteitsverplichting uitgebreid om de levering van kritische volumes voor gasgestookte energiecentrales veilig te stellen, en geactiveerd door middel van een standaardmechanisme bij ontstentenis van bilateraal overeengekomen solidariteitsregelingen.

Het voorstel weerspiegelt ook ten volle de doelstelling van de verordening ter reductie van de gasvraag (Verordening (EU) 2022/1369) om de vraag naar gas proactief te verlagen teneinde mogelijke voorzieningsverstoringen als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne te beperken. Vraagreductie blijft een belangrijke pijler van onze respons op het gebied van voorzieningszekerheid en het voorstel versterkt deze pijler door de lidstaten op niet-essentieel verbruik te laten besparen maar kwetsbare en andere beschermde afnemers te beschermen.

Het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof, vastgesteld in het kader van het pakket inzake het koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt, bevat maatregelen om de transparantie te verhogen en de toegang tot lng-terminals en gasopslaginstallaties te verbeteren. Het onderhavige voorstel bevat dezelfde bepalingen met kortere uitvoeringstermijnen, zodat het volledig met de gasverordening strookt. Bovendien is het ook conform de voorwaarden van de onlangs vastgestelde gasopslagverordening (Verordening (EU) 2022/1032), waarbij opslagverplichtingen zijn ingevoerd als reactie op de Russische invasie van Oekraïne.

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 bevat in bijlage I, punt 2.2.5. een mechanisme voor langetermijn-“use-it-or-lose-it”. Dit mechanisme is vastgesteld om te voorkomen dat marktdeelnemers de transportcapaciteit blokkeren wanneer zij deze niet kunnen of willen gebruiken. Vanwege de crisissituatie verlaagt het onderhavige voorstel de administratieve lasten en loopt het vooruit op de toepassing van deze bepalingen. In het bijzonder wordt in dit voorstel de termijn van onbenutte capaciteit van zes maanden tot één maand teruggebracht. Het voorstel is derhalve conform de regels van de interne markt om inefficiënt gebruik van gasnetwerken te voorkomen.

De bepalingen die het ACER in staat stellen een lng-benchmark te publiceren, bouwen voort op en vormen een aanvulling op de bestaande taken van het ACER binnen het REMIT-rechtskader. 

Naast de noodinterventie op de elektriciteitsmarkt om de hoge prijzen aan te pakken, zal de Commissie het ontwerp van de elektriciteitsmarkt voor de langere termijn verbeteren.

De belangrijkste doelstelling van deze hervorming van het ontwerp van de elektriciteitsmarkt bestaat erin de consument de voordelen van betaalbare niet-fossiele technologieën te bieden en tegelijkertijd de voordelen van een gemeenschappelijk, marktgebaseerd elektriciteitssysteem te behouden. Het doel van deze hervorming is te waarborgen dat geen enkele energiedrager de markt kan verstoren, zoals momenteel het geval is voor aardgas, met inachtneming van de ingrijpende veranderingen die nodig zijn met het oog op een koolstofvrij en grotendeels geëlektrificeerd continent.

De Commissie heeft toegezegd de belangrijkste elementen van de hervorming eind 2022 bekend te maken. Deze zullen als basis dienen om de ministers en andere belanghebbenden te raadplegen over de ideeën die de Commissie heeft voorgelegd. Dit proces zal naar verwachting leiden tot een voorstel van de Commissie in 2023.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De Europese Green Deal

Het voorstel, dat erop gericht is de voorzieningszekerheid fundamenteel te versterken en hoge en volatiele energieprijzen te beteugelen, is ook in overeenstemming met de langetermijndoelstelling van de Green Deal, aangezien de inspanningen om de vraag terug te dringen de energie-efficiëntiemaatregelen en structurele veranderingen zullen versnellen.

Internemarktbeleid

Het voorstel is verenigbaar met de regels inzake de interne markt voor energie, met inbegrip van de mededingingsregels van de EU. Functionerende grensoverschrijdende energiemarkten zijn van cruciaal belang om ten tijde van voorzieningstekorten de voorzieningszekerheid te waarborgen.

Mededingingsbeleid

Wat de regels inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankoop betreft, is het vaststellen van manieren om gas gezamenlijk op een meer gecoördineerde manier aan te kopen ook in overeenstemming met het in de Green Deal en RepowerEU aangegeven decarbonisatietraject. Het Energieplatform omvat ook hernieuwbare waterstof.

De bepalingen die het ACER in staat stellen een lng-benchmark vast te stellen, dragen bij tot markttransparantie en onrechtstreeks tot lagere groothandelsprijzen voor gas, en zijn derhalve in overeenstemming met het EU-mededingingsbeleid.

De regels inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke inkoop kunnen worden toegepast op een wijze die verenigbaar is met de EU-mededingingsregels, die gezamenlijke aankopen tussen concurrerende ondernemingen onder bepaalde voorwaarden toestaan en die in het licht van de actuele marktomstandigheden worden toegepast.

Om het risico op mededingingsklachten te beperken, maakt de dienstverlener geen deel uit van een verticaal geïntegreerd bedrijf dat actief is in de productie, levering of verbruik van aardgas in de Unie of de verdragsluitende partijen bij de Energiegemeenschap.

In het geval van een ernstige verstoring van of een ernstig tekort in de voorziening, zijn gezamenlijke aankopen door aardgasbedrijven die op groothandelsniveau actief zijn, waarschijnlijk verenigbaar met de EU-mededingingsregels indien die crisissamenwerking i) noodzakelijk is om een ernstige verstoring van of een ernstig tekort in de voorziening aan te pakken; ii) tijdelijk van aard is; en iii) in verhouding tot het nagestreefde doel staat.

In het algemeen is het minder waarschijnlijk dat gezamenlijke aankoop aanleiding geeft tot mededingingsklachten indien de deelnemende ondernemingen geen marktmacht hebben op de aan- en verkoopmarkten. Onder de huidige uitzonderlijke marktomstandigheden worden de Europese gasbedrijven en gasverbruikende bedrijven wel geconfronteerd met ernstige leveringsbeperkingen die de partijen aan de aanbodzijde een zeer sterke onderhandelingspositie geven. Een op een sterkere onderhandelingspositie voor gasafnemers gericht aankoopconsortium moet onder niet-discriminerende voorwaarden toegankelijk zijn voor alle geïnteresseerde marktdeelnemers en op allerlei uiteenlopende product- en geografische markten actieve deelnemers bijeenbrengen, zodat de vertegenwoordiging van een bepaalde groep concurrenten, zelfs indien deze een groot marktaandeel heeft op een bepaalde downstream- of verwante markt, beperkt is ten opzichte van alle deelnemers. Het inkoopconsortium moet zo worden opgezet dat er geen risico van verstoring van de mededinging ontstaat op de downstream- of verwante markten waarop de deelnemers eventueel concurreren.

De deelname van ondernemingen die een beroep doen op de dienstverlener in het vraagbundelingsmechanisme van de dienstverlener zal als een positieve factor worden beschouwd bij het afwegen van de mogelijke risico’s en voordelen van samenwerkingsregelingen voor gasaankopen krachtens de mededingingsregels van de Unie, voor zover die deelname bijdraagt tot een grotere efficiëntie, zodat eventuele mededingingsrisico’s bij de algehele afweging in hoge mate worden gemitigeerd.

Het is met name van belang om te waarborgen dat de transparantie die nodig is om de bundeling van de vraag te laten functioneren, zoals tussen de afzonderlijke deelnemende ondernemingen en de dienstverlener, de Commissie en de bevoegde nationale autoriteiten, niet leidt tot transparantie over volumes, leveringsschema’s of gerealiseerde prijzen voor individuele deelnemende ondernemingen, of zelfs op het niveau van een bepaalde sector of subsector die een downstream- of verwante markt zou kunnen vertegenwoordigen waarop de mededinging moet blijven spelen. 

Ofschoon in de richtsnoeren van de Commissie inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten 12 wordt gesteld dat een gezamenlijk marktaandeel op de inkoop- en de afzetmarkt of -markten van minder dan 15 % een gebrek aan marktmacht doet vermoeden, wijst een gezamenlijk marktaandeel boven die drempel op een van beide markten of beide markten er niet automatisch op dat de gezamenlijke aankoopregeling waarschijnlijk mededingingsbeperkende gevolgen zal hebben. Een gezamenlijke aankoopregeling die niet binnen deze “veilige zone” valt, vereist een analyse van de gevolgen ervan voor de markt, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals een mogelijke tegenmacht van sterke aanbieders en de nodige regelingen inzake governance en informatie-uitwisseling om te waarborgen dat de mededinging op downstreammarkten, tegen de achtergrond van de huidige uitzonderlijke marktomstandigheden, wordt voortgezet.

De Commissie is bereid ondernemingen te begeleiden bij het opzetten van een dergelijk consortium en snel een besluit te nemen, overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1/2003, over de niet-toepasselijkheid van de artikelen 101 en/of 102 VWEU, indien relevante waarborgen worden opgenomen en nageleefd. De Commissie is ook bereid informele richtsnoeren te verstrekken indien de deelnemende ondernemingen in andere consortia onzeker zijn over de beoordeling van een of meer elementen van de gezamenlijke aankoopregeling krachtens de EU-mededingingsregels 13 .

Deelnemers aan de gezamenlijke aankoop van gas kunnen financiële garanties nodig hebben indien een van de ondernemingen uiteindelijk niet in staat is het overeengekomen definitieve bedrag te betalen. De lidstaten of andere belanghebbenden kunnen financiële steun, waaronder garanties, verlenen aan aardgasbedrijven of gasverbruikende bedrijven. Het wetsvoorstel vermeldt deze mogelijkheid van financiële steun aan ondernemingen die deelnemen aan gezamenlijke aankopen. In het voorstel wordt benadrukt dat dergelijke steun in voorkomend geval in overeenstemming moet zijn met de regels voor staatssteun.

Het vaststellen van manieren om gas gezamenlijk op een gecoördineerdere manier aan te kopen, is ook in overeenstemming met het in de Green Deal en RepowerEU aangegeven decarbonisatietraject. Het Energieplatform omvat ook hernieuwbare waterstof.

De bepalingen die het ACER in staat stellen een lng-benchmark vast te stellen, dragen bij tot markttransparantie en onrechtstreeks tot lagere groothandelsprijzen voor gas, en zijn derhalve in overeenstemming met het EU-mededingingsbeleid.

RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit instrument is artikel 122, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Dit artikel kan alleen worden toegepast bij ernstige moeilijkheden en moet in een geest van solidariteit worden toegepast.

Het huidige gasleveringstekort vanuit de Russische Federatie vormt een ernstige moeilijkheid bij de levering van een energieproduct in de zin van artikel 122. De EU-leiders en de Commissie hebben aangedrongen op aanvullende maatregelen voor tijdelijke gecoördineerdere actie om beter voorbereid te zijn op mogelijke verdere verstoringen van de gasvoorziening in de komende twee winters.

Het huidige regelgevingskader voor gasvoorzieningszekerheid, met name de verordening betreffende de veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid (Verordening (EU) 2017/1938), was ontworpen met het oog op kortetermijnverstoringen van de levering en niet een langdurige vermindering door onze belangrijkste leverancier. Daarom zijn aanvullende tijdelijke noodinstrumenten nodig voor de gasvoorzieningszekerheid, onder meer tegen ongewenste grensoverschrijdende beperkingen en om te voorkomen dat een langdurige verstoring van de gasvoorziening grote schadelijke overloopeffecten heeft voor de toereikendheid van het elektriciteitssysteem. Ook het begrip beschermde afnemer is bedoeld voor korte perioden van tekorten, terwijl de lidstaten in geval van een langdurige verstoring ook beschermde afnemers moeten kunnen laten bijdragen aan vraagreductie door middel van een vermindering van niet-essentieel verbruik.

De solidariteitsregels van de verordening betreffende de veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid (Verordening (EU) 2017/1938) moeten vergezeld gaan van bilateraal overeengekomen solidariteitsregelingen, waarin de juridische, technische en financiële details voor solidariteit zijn opgenomen. Deze solidariteitsverplichting is wegens een gebrek aan overeenkomsten niet operationeel en rechtvaardigt dat de bestaande bepalingen bij ontstentenis van bilateraal overeengekomen regelingen met een standaard solidariteitsmechanisme moeten worden aangevuld.

Met de maatregelen op grond van het instrument kunnen ondernemingen in alle lidstaten zich op gecoördineerde wijze op mogelijke verdere leveringstekorten voorbereiden en de gasinfrastructuur efficiënter gebruiken. Naar verwachting kunnen de meeste Europese gasopslaginstallaties in de winter uitgeput raken. Zonder leveringen uit de Russische Federatie zouden de lidstaten moeite kunnen hebben om hun opslaginstallaties tot het noodzakelijke niveau te vullen. Deze situatie vereist coördinatie bij de aankoop van gas en het opzetten van een gezamenlijk aankoopproces om gezamenlijke aankopen in de praktijk mogelijk te maken.

Middels gezamenlijke aankopen krijgen ondernemingen in alle lidstaten gelijkere toegang tot nieuwe of aanvullende gasbronnen in dringende omstandigheden waarin solidariteit vereist is. Hiermee kunnen, in een geest van solidariteit, schadelijke en prijsopdrijvende effecten van tegen elkaar opbieden, worden beteugeld, en kunnen kleinere ondernemingen ook profiteren van uit een gebundelde vraag voortvloeiende gunstigere aankoopvoorwaarden.

Door middel van gezamenlijke aankoop kunnen de lidstaten bij het vullen van gasopslaginstallaties minder last hebben van de afnemende gasleveringen uit de Russische Federatie. Met gezamenlijke aankopen kunnen gasaankopen beter worden gecoördineerd en de prijzen op een houdbaar niveau worden gehandhaafd. Met het oog op het volgende vulseizoen zou het ook mogelijk kunnen zijn om, via de ad-hocstuurgroep, het vullen en opslaan gezamenlijk te beheren en te coördineren. Gezamenlijke aankoop zou daarom de solidariteit van de EU bij de aankoop en de distributie van gas kunnen versterken. In een geest van solidariteit zou gezamenlijke aankoop met name steun kunnen bieden aan ondernemingen die uitsluitend of hoofdzakelijk gas van Russische leveranciers kochten.

De spoedeisende situatie rechtvaardigt volledig het gebruik van artikel 122 VWEU om zo spoedig mogelijk een entiteit op te richten door de benodigde diensten van bestaande instanties te contracteren.

Het succes van de gezamenlijke aankoop van gas zal afhangen van de beschikbaarheid van capaciteit in lng-terminals en pijpleidingen. Dit is des te prangender in de huidige omstandigheden, waarin congestie van pijpleidingen en terminals zorgt voor knelpunten in de gasvoorziening, onder meer bij het vullen van opslaginstallaties. Met gebruik van de regels inzake transparantie en de verkoop van ongebruikte capaciteit van lng-terminals en pijpleidingen kan de beschikbare gasinfrastructuurcapaciteit worden geoptimaliseerd. Door een open, efficiënter en niet-discriminerend gebruik van infrastructuur stijgen de grensoverschrijdende en interne gasstromen en kan lng consumenten in de hele EU bereiken. De huidige regels zijn onvoldoende om dit te waarborgen. Er moeten regels worden vastgesteld die het mogelijk maken om de capaciteit van lng-terminals en pijpleidingen zo snel mogelijk te benutten.

De lng-prijsbeoordeling moet dagelijks worden gepubliceerd en uiterlijk twee weken na de inwerkingtreding van deze verordening beginnen, om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers vanaf het winterseizoen 2022/23 over een objectieve prijsreferentie kunnen beschikken. Deze prijsbeoordeling moet uiterlijk 1 maart 2023 worden aangevuld met de publicatie van een lng-benchmark. De permanente invoering van een dergelijk instrument moet naderhand in een uitgebreidere herziening van het rechtskader van REMIT worden opgenomen, maar de huidige crisissituatie vereist nu al dringende maatregelen om de spoedeisende ernstige problemen bij de levering en de nauwkeurige prijsstelling van lng-leveringen aan de Unie tijdelijk aan te pakken, tot het moment van herziening van het REMIT-rechtskader. In die zin moet het voorstel voor de lng-benchmark ook als een voorlopige brug worden beschouwd naar een permanentere regeling krachtens de gewone wetgevingsprocedure.

Daarom is het gerechtvaardigd het voorgestelde instrument op artikel 122, lid 1, VWEU te baseren.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De in het kader van dit initiatief geplande maatregelen zijn volledig in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Gezien de omvang en de aanzienlijke gevolgen van een verdere vermindering van de gasvoorziening door de Russische Federatie is er behoefte aan optreden op EU-niveau. Een gecoördineerde aanpak via gezamenlijke aankopen met regionale en bredere reikwijdte en een efficiënter gebruik van LNG-terminals, gasopslagplaatsen en pijpleidingen is nodig om het risico op mogelijke ernstige verstoringen tijdens deze en de volgende winter tot een minimum te beperken, zolang de lidstaten en hun ondernemingen een vervanging van de Russische leveringen moeten zoeken. Dit kan efficiënt worden geregeld op EU-niveau in plaats van op nationaal niveau.

Een gecoördineerde aanpak op EU-niveau is ook nodig met betrekking tot maatregelen voor de voorzieningszekerheid, met inbegrip van maatregelen ter vermindering van de vraag. Een dergelijke coördinatie is van cruciaal belang om te waarborgen dat de lidstaten efficiënt en tijdig op solidariteitsverzoeken kunnen reageren. Hoewel de lidstaten de mogelijkheid behouden om bilaterale solidariteitsregelingen aan te gaan, zullen standaardregels van kracht zijn totdat dergelijke regelingen zijn overeengekomen, zodat alle EU-lidstaten baat kunnen hebben van solidariteit. Dit zal er uiteindelijk toe leiden dat bilaterale solidariteit niet door een gebrek aan administratieve en financiële regelingen tussen de lidstaten wordt belemmerd, terwijl de lidstaten ook de mogelijkheid krijgen om de standaardregels met onderhandelde voorwaarden aan te vullen.

De ongekende aard van de gasvoorzieningscrisis en de grensoverschrijdende effecten ervan, en het integratieniveau van de interne energiemarkt van de EU, rechtvaardigen optreden op Unieniveau, aangezien de lidstaten alleen het risico van ernstige economische problemen als gevolg van prijsstijgingen of aanzienlijke verstoringen van de gasvoorziening niet doeltreffend en gecoördineerd kunnen aanpakken.

Dit voorstel stelt het te verwezenlijken eindresultaat vast in de vorm van een uitbreiding van de solidariteitsbescherming en een vaststelling van de standaard solidariteitsregels, maar laat de lidstaten de vrijheid bij hun keuze voor de doeltreffendste middelen om aan die verplichtingen te voldoen en om bilateraal solidariteitsmaatregelen overeen te komen. De bepalingen met betrekking tot vraagreductie gaan niet verder dan wat nodig is om de voorzieningszekerheid te waarborgen door het aan de autoriteiten in de lidstaten over te laten om te beslissen over de besparingen van het niet-essentiële verbruik door beschermde afnemers, op voorwaarde dat dit geen gevolgen heeft voor kwetsbare afnemers.

Er zij op gewezen dat in het huidige voorstel is bepaald dat particuliere ondernemingen partij blijven bij de gasleveringscontracten die in het kader van de gezamenlijke aankoop zijn gesloten. Noch de Unie, noch de Commissie zal als partij gasleveringscontracten sluiten.

Vanwege de omvang en de gevolgen ervan kan de maatregel beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt, dus kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen.

Ook de vaststelling van een EU-brede benchmark voor lng-transacties is niet mogelijk op het niveau van de lidstaten, maar kan beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt. Uit eerdere ervaringen met de TTF-benchmark, die aan een handelsknooppunt in één lidstaat gekoppeld is, blijkt dat het mogelijk is dat een systeem van gedecentraliseerde benchmarks marktdeelnemers onvolledige informatie verschaft, wat tot hogere prijzen kan leiden.

Evenredigheid

Het initiatief is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De beleidsinterventie staat in verhouding tot de omvang en de aard van de vastgestelde problemen en de verwezenlijking van de gestelde doelen.

Gezien de unieke geopolitieke situatie en de aanzienlijke bedreiging voor de burgers en de economie van de EU is er duidelijk behoefte aan gecoördineerde actie. De in het voorstel vervatte maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken en staan in verhouding tot die doelstellingen. Zij bouwen met name zoveel mogelijk voort op bestaande benaderingen, zoals de bestaande regelingen voor de interne gasmarkt.

Meer in het bijzonder is in het huidige voorstel bepaald dat de vraagbundeling en de gezamenlijke aankoop van gas op vrijwillige basis plaatsvinden, met slechts een beperkte uitzondering inzake de verplichte deelname aan vraagbundeling met het oog op het vullen van gasopslaginstallaties. Particuliere ondernemingen blijven partij bij de gasleveringscontracten die in het kader van gezamenlijke aankopen worden gesloten.

Aardgas dat via de entrypunten uit de Russische Federatie komt, is uitgesloten van deelname aan het mechanisme, aangezien de opname ervan in strijd zou zijn met de doelstelling van de voorgestelde verordening, namelijk het bieden van alternatieve bronnen voor Russische leveringen. Bovendien worden ondernemingen die onder zeggenschap staan van de Russische regering of een Russische natuurlijke of rechtspersoon, of ondernemingen die onder zeggenschap staan van een andere natuurlijke of rechtspersoon die wordt genoemd in de conform artikel 215 VWEU vastgestelde sanctielijsten van de Unie, worden uitgesloten van deelname aan gezamenlijke aankopen en aan deelname aan de dienstverlener die gezamenlijke aankopen verricht.

De maatregelen die de lidstaten kunnen nemen om het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers te verminderen, moeten noodzakelijk en evenredig zijn, met name in situaties van een afgekondigde crisis overeenkomstig artikel 11, lid 1, en artikel 12 van Verordening (EU) 2017/1938 of van een Unie-alarm overeenkomstig Verordening (EU) 2022/1369. Ook als niet-essentiële maatregelen ter vermindering van het verbruik worden getroffen, zullen beschermde afnemers van afsluiting gevrijwaard blijven. Bovendien mogen die maatregelen geen beperking opleggen aan de bescherming die nodig is voor kwetsbare afnemers, wier huidige verbruik als essentieel moet worden beschouwd.

De uitbreiding van solidariteit tot cruciale gasgestookte energiecentrales legt marktdeelnemers beperkingen op die noodzakelijk zijn om de gasvoorzieningszekerheid te waarborgen in een situatie van verminderde gaslevering en een grotere vraag tijdens het winterseizoen. Die beperkingen bouwen voort op bestaande maatregelen in respectievelijk Verordening (EU) 2022/1369 en Verordening (EU) 2017/1938 en zijn erop gericht die maatregelen in de huidige omstandigheden doeltreffender te maken.

De verplichting voor marktdeelnemers om het ACER informatie over lng-transacties te verstrekken, is noodzakelijk en evenredig voor de doelstelling om het ACER een lng-benchmark te laten vaststellen. Die verplichting is afgestemd op de bestaande verplichtingen van marktdeelnemers in het kader van REMIT en het ACER zal gevoelige bedrijfsinformatie vertrouwelijk houden.

De maatregel ter beperking van de intradayprijsvolatiliteit bevat voorwaarden voor handelsplatformen en handelaren die nodig zijn om energiebedrijven in staat te stellen aan de gas- en elektriciteitsmarkten te blijven deelnemen en aan hun hedgingbehoeften te voldoen, zodat de continuïteit van de energievoorziening voor de eindverbruikers wordt gewaarborgd.

Keuze van het instrument

Met inachtneming van de omvang van de energiecrisis en de maatschappelijke, economische en financiële gevolgen ervan, acht de Commissie het passend te handelen door middel van een verordening van algemene strekking die rechtstreeks en onmiddellijk van toepassing is. Dit resulteert in een snel, uniform en Uniebreed samenwerkingsmechanisme.

EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadplegingen van belanghebbenden

Vanwege het politiek gevoelige karakter van het voorstel en de urgentie om het voor te bereiden zodat het tijdig door de Raad kan worden vastgesteld, kon er geen raadpleging van belanghebbenden plaatsvinden.

Grondrechten

Er zijn geen negatieve effecten op de grondrechten vastgesteld. De maatregelen op grond van dit initiatief laten de rechten van afnemers die als beschermd zijn gekwalificeerd overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1938, met inbegrip van alle huishoudelijke afnemers, onverlet. Maatregelen ter vermindering van het verbruik zijn alleen gericht op niet-essentiële toepassingen en leiden niet tot afsluiting van huishoudelijke afnemers of tot verminderde bescherming van de kwetsbaarste afnemers. De uitsluiting van gezamenlijke aankopen van ondernemingen uit staten waaraan door de EU sancties zijn opgelegd, blijft beperkt tot de looptijd van de sancties. Het initiatief laat toe de aan gastekorten verbonden risico’s te verminderen die anders grote gevolgen voor de economie en de samenleving zouden hebben. De verplichting voor marktdeelnemers om het ACER informatie over lng-transacties te verstrekken, is noodzakelijk en evenredig voor de doelstelling om het ACER een lng-benchmark te laten vaststellen. Die verplichting is afgestemd op de bestaande verplichtingen van marktdeelnemers in het kader van REMIT en het ACER zal gevoelige bedrijfsinformatie vertrouwelijk houden.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen voor de begroting zijn beperkt tot de noodzaak om, door middel van dienstverleningscontracten of andere rechtstreeks door de Commissie beheerde initiatieven, financiering te verstrekken aan de oprichting van het mechanisme door de dienstverlener die de vraag voor gezamenlijke aankopen zal bundelen. Noch de Commissie, noch de dienstverlener die de gezamenlijk aankoop uitvoert, zal gas kopen voor rekening van de deelnemende ondernemingen. Deze ondernemingen sluiten aankoopcontracten met leveranciers die via het aankoopmechanisme zijn geselecteerd. Zie het financieel memorandum voor meer details.

De gevolgen van dit voorstel voor de EU-begroting hebben ook betrekking op de personele middelen en andere administratieve uitgaven van het directoraat-generaal (DG) Energie van de Europese Commissie en van het ACER.

Het voorstel voorziet in een verbeterde architectuur voor de veiligstelling van de gasvoorziening, met nieuwe verplichtingen voor de lidstaten en dienovereenkomstig een grotere rol voor DG Energie op een groot aantal gebieden, namelijk:

·algemeen beheer en uitvoering van de verordening (3 VTE);

·voorbereiding en uitvoering van een voorstel voor een maatregel van de Raad voor een mechanisme voor de toewijzing van gascapaciteit om lidstaten te bevoorraden waarvoor op regionaal of Unieniveau een noodsituatie is afgekondigd; beheer en uitvoering van het voorstel, met inbegrip van de betrokkenheid van de groep crisisbeheersing (2 VTE);

·werkzaamheden om mededingingswetgeving te ontwerpen die in overeenstemming is met de implementatie van een gasaankoopconsortium, waarvoor contacten met de sector nodig zijn (2 VTE);

·beoordeling van de verzoeken van de lidstaten om vrijstelling voor hogere kritieke gasvolumes (1 VTE);

·follow-up van solidariteitsverzoeken; facilitering van de uitvoering van solidariteitsovereenkomsten (1 VTE);

·administratieve ondersteuning (1 VTE);

·het voorstel bevat ook nieuwe taken voor het ACER om lng-transactiegegevens te verzamelen om een lng-benchmark te bepalen (5 VTE).

OVERIGE ELEMENTEN

Niet van toepassing.

2022/0339 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 122, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne en de ongekende beperking van aardgasleveringen van de Russische Federatie aan de lidstaten vormen een gevaar voor de voorzieningszekerheid van de Unie en haar lidstaten. Tegelijk hebben de inzet van de gastoevoer als wapen en de manipulatie van de markten door de Russische Federatie door opzettelijke verstoringen van de gasstromen de energieprijzen in de Unie omhoog doen schieten, waardoor niet alleen de economie van de Unie in gevaar komt maar ook de voorzieningszekerheid ernstig wordt ondermijnd.

(2)De Unie moet krachtig en verenigd optreden om haar burgers en economie te beschermen tegen buitensporige en gemanipuleerde marktprijzen en te waarborgen dat gas over de grenzen heen blijft stromen naar alle consumenten die er behoefte aan hebben, ook in situaties van gasschaarste. Om de afhankelijkheid van de levering van aardgas vanuit de Russische Federatie te verminderen en de buitensporige prijzen te verlagen, is een beter gecoördineerde aankoop van gas bij externe leveranciers van cruciaal belang.

(3)Volgens artikel 122, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan de Raad op voorstel van de Commissie in een geest van solidariteit tussen de lidstaten bij besluit de voor de economische situatie passende maatregelen vaststellen, met name indien zich bij de voorziening van bepaalde producten, in het bijzonder op energiegebied, ernstige moeilijkheden voordoen. Die ernstige moeilijkheden zijn er: het grote risico van een volledige stopzetting van de gastoevoer vanuit Rusland en de extreme stijging van de energieprijzen waardoor de economie van de Unie wordt ondermijnd.

(4)In haar mededeling over REPowerEU kondigde de Commissie aan dat ze samen met de lidstaten een EU-Energieplatform 14 zou oprichten voor de gezamenlijke aankoop van gas, vloeibaar aardgas (lng) en waterstof. Die aankondiging werd bekrachtigd door de Europese Raad van 30 en 31 mei 2022. Als onderdeel van het REPowerEU-plan presenteerde de Commissie ook de EU-strategie inzake externe betrokkenheid op energiegebied 15 . Daarin wordt uitgelegd hoe de EU een wereldwijde, schone en rechtvaardige energietransitie ondersteunt om voor duurzame, zekere en betaalbare energie te zorgen, onder meer door diversificatie van de energievoorziening in de EU, met name door met bestaande of nieuwe gasleveranciers te onderhandelen over politieke toezeggingen om de gasleveringen aan Europa te vergroten.

(5)Het EU-Energieplatform kan een cruciale rol spelen bij het streven naar wederzijds voordelige partnerschappen die bijdragen tot de voorzieningszekerheid en leiden tot lagere invoerprijzen voor gas dat van derde landen wordt gekocht, waarbij het collectieve gewicht van de Unie ten volle wordt benut. Intensere internationale contacten met gasleveranciers (van zowel leidinggas als lng) en toekomstige leveranciers van groene waterstof zijn daarvoor van essentieel belang. Vooral een veel sterkere samenwerking met en tussen de lidstaten ten opzichte van derde landen via het EU-Energieplatform zou het collectieve gewicht van de Unie doeltreffender maken.

(6)Als de ernstige problemen bij het waarborgen van de voorzieningszekerheid aanhouden, moet gezamenlijke aankoop ertoe bijdragen dat ondernemingen in alle lidstaten en in de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap gelijker toegang hebben tot nieuwe of aanvullende gasbronnen en dat lagere prijzen worden gewaarborgd voor diegenen die gas kopen via de dienstverlener, ten voordele van de eindgebruikers.

(7)Gezamenlijke aankoop zou kunnen leiden tot een gunstigere behandeling of steun voor de levering van duurzaam gas, zoals biomethaan en waterstof, voor zover die veilig in het gassysteem kunnen worden ingebracht, en voor de levering van gas dat anders zou worden afgeblazen of afgefakkeld. Bij gebrek aan een formele wettelijke verplichting in de relevante rechtspraak worden ondernemingen die contracten sluiten op grond van deze verordening, aangemoedigd om de norm van het Oil and Gas Methane Partnership 2.0 van de VN te gebruiken om de methaanuitstoot in de toeleveringsketen van de Europese Unie te meten, te melden en te controleren.

(8)Een gezamenlijke aankoop in het kader van deze verordening verloopt in twee fasen. Eerst zouden aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen die in de Unie of de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap zijn gevestigd, hun vraag naar gas bundelen via een door de Commissie gecontracteerde dienstverlener. Daardoor zouden gasleveranciers een offerte kunnen doen op basis van grote gezamenlijke volumes, in plaats van de vele kleinere offertes voor afnemers die hen individueel benaderen. Daarna kunnen aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen die in de Unie of in de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap zijn gevestigd, afzonderlijk of op gecoördineerde wijze met anderen, koopcontracten voor gas sluiten met aardgasleveranciers of -producenten die aan de gezamenlijke vraag voldoen.

(9)Als de ernstige problemen bij het waarborgen van de voorzieningszekerheid aanhouden, moet gezamenlijke aankoop ertoe bijdragen dat ondernemingen in alle lidstaten en in de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap gelijker toegang hebben tot nieuwe of aanvullende gasbronnen en dat lagere prijzen worden gewaarborgd voor diegenen die gas kopen via de dienstverlener, ten voordele van de eindgebruikers. De mogelijkheid van een zeer beperkte vorm van gezamenlijke aankoop van gas voor balanceringsdoeleinden is al een eerste keer vermeld in het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof 16 . Dat voorstel dateert echter van voor de militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne; bovendien werd geen gedetailleerd concept opgenomen in het voorstel, dat alleen betrekking had op de zeer specifieke behoeften van transmissiesysteembeheerders wat betreft balanceringsenergie. Aangezien er een onmiddellijke en veel uitgebreidere oplossing nodig is voor het probleem van ontbrekende structuren voor gecoördineerde gasaankoop, is het passend een tijdelijke, versnelde oplossing voor te stellen.

(10)Gezamenlijke aankoop zou derhalve de solidariteit van de Unie bij de aankoop en distributie van gas kunnen versterken. In een geest van solidariteit moet gezamenlijke aankoop voornamelijk ondernemingen ondersteunen die vroeger uitsluitend of hoofdzakelijk gas van Russische leveranciers kochten, door die ondernemingen te helpen zich bij andere aardgasleveranciers of -producenten te bevoorraden onder gunstige voorwaarden als gevolg van de aanbesteding van de gezamenlijke vraag.

(11)De aanbesteding van de gezamenlijke vraag naar gas door de dienstverlener moet in de huidige noodsituatie bijdragen tot het vullen van de Europese gasopslagplaatsen indien de meeste daarvan na deze winter uitgeput zouden zijn. Het moet er bovendien toe bijdragen dat gas op gecoördineerdere wijze en in een geest van solidariteit wordt aangekocht.

(12)Dit voorstel is gebaseerd op artikel 122 VWEU, gezien de dringende noodzaak aan een snelle en tijdelijke gezamenlijke aankoop. Er zou snel een dienstverlener kunnen worden aangesteld, zodat de vraag kan worden gebundeld. De door de Commissie gecontracteerde dienstverlener zou alleen enkele basisfuncties hebben. De procedure die hij opzet, zou alleen verplichte elementen met betrekking tot deelname aan de bundeling van de vraag bevatten, maar nog geen verplichte coördinatie van de contractuele voorwaarden of de verplichting bindende offertes voor de aankoop van gas via de dienstverlener in te dienen.

(13)Aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen mogen niet worden verplicht om gas via de dienstverlener te kopen door gasleveringscontracten of memoranda van overeenstemming te sluiten met gasleveranciers of -producenten die voldoen aan de gezamenlijke vraag. Aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen worden echter sterk aangemoedigd om onderzoek te doen naar samenwerkingsvormen die verenigbaar zijn met het mededingingsrecht en om een beroep te doen op de dienstverlener om de voordelen van een gezamenlijke aankoop ten volle te benutten. Er zou derhalve een mechanisme tussen de dienstverlener en de deelnemende bedrijven kunnen worden ontwikkeld waarbij de belangrijkste voorwaarden worden vastgelegd waaronder de deelnemende bedrijven zich ertoe verbinden gas te kopen dat aan de gezamenlijke vraag voldoet.

(14)Voor de Commissie en de lidstaten is het belangrijk dat zij een duidelijk beeld hebben van de geplande en gesloten gasleveringscontracten in de hele Unie, zodat zij kunnen beoordelen of de doelstellingen van voorzieningszekerheid en energiesolidariteit worden bereikt. Daarom moeten bedrijven de Commissie in kennis stellen van grote geplande gasaankopen van meer dan 5 TWh. De Commissie moet derhalve aanbevelingen doen aan de betrokken lidstaten en waarschuwen voor eventuele negatieve gevolgen van geplande aankopen voor de werking van gezamenlijke aankopen, de voorzieningszekerheid, de interne markt of energiesolidariteit.

(15)De lidstaten moeten de Commissie helpen bij het beoordelen of de desbetreffende gasaankopen de voorzieningszekerheid in de Unie verbeteren en voldoen aan het beginsel van energiesolidariteit. Er moet een ad-hocstuurgroep worden opgericht met vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie, die meewerkt bij de coördinatie.

(16)De procedure voor het bundelen van de vraag met het oog op een gezamenlijke aankoop moet worden uitgevoerd door een geschikte dienstverlener. De Commissie moet derhalve via een openbare aanbesteding 17 een dienstverlener contracteren die een geschikt IT-instrument kan ontwikkelen en de procedure voor het bundelen van de vraag kan opzetten. Om de exploitatiekosten te dekken, kan een vergoeding worden gevraagd van de deelnemers aan de gezamenlijke aankoop.

(17)De bundeling van de vraag en de aankoop van aardgas zijn complexe processen waarbij rekening moet worden gehouden met verschillende elementen, niet alleen prijzen maar ook volumes, leveringspunten en andere parameters. Daarom moet de geselecteerde dienstverlener beschikken over de nodige ervaring met het beheren en bundelen van aankopen van aardgas of met bijbehorende diensten op EU-niveau. De bundeling van de vraag en de aankoop van aardgas zijn ook van cruciaal belang om de levering van gas aan de Unie te verzekeren.

(18)Een gezamenlijke aankoop kan verschillende vormen aannemen. Hij kan worden verricht via aanbestedingen of veilingen die worden georganiseerd door de dienstverlener, die de vraag van aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen bundelt teneinde ze af te stemmen op de offertes van aardgasleveranciers of producenten, door middel van een IT-instrument voor gezamenlijke aankoop.

(19)Een van de doelstellingen van de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankoop is het risico te verminderen van onnodige prijsstijgingen als gevolg van biedingen op dezelfde gastranche door verschillende bedrijven. Waarborgen dat de voordelen van gezamenlijke aankoop ten volle worden doorberekend aan de eindverbruikers, hangt uiteindelijk af van de beslissingen van de ondernemingen zelf. Grote bedrijven moeten zich terughoudend opstellen, ook al kunnen zij gas tegen hogere prijzen verkopen. Ondernemingen die door een gezamenlijke aankoop profiteren van lagere aankoopprijzen voor gas, moeten dat voordeel doorberekenen aan de consumenten. De doorberekening van lagere prijzen zou een belangrijke indicator voor het succes van gezamenlijke aankopen zijn; dat is van cruciaal belang voor consumenten.

(20)Elke actie die in het kader van de voorgestelde verordening wordt ondernomen, moet in overeenstemming zijn met de beperkende maatregelen van de Unie op grond van artikel 215 VWEU. Met name ondernemingen die onder zeggenschap staan van de Russische regering of een Russische natuurlijke of rechtspersoon, of ondernemingen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen (sancties) van de Unie die zijn vastgesteld op grond van artikel 215 VWEU, of die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van andere natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die onderworpen zijn aan dergelijke beperkende maatregelen, moeten worden uitgesloten van deelname aan gezamenlijke aankopen en van het organiseren van de procedure van gezamenlijke aankopen. Die beperkende maatregelen zijn vastgesteld met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie, met name de vrede handhaven, conflicten voorkomen en de internationale veiligheid en de veiligheid van de Unie versterken, overeenkomstig de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties. Dit geldt onverminderd toekomstige sancties tegen Rusland of andere landen.

(21)Aardgas uit de Russische Federatie dat de lidstaten of verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap binnenkomt via toegangspunten vanuit de Russische Federatie, mag niet via gezamenlijke aankoop worden aangekocht. Dat is in overeenstemming met de doelstelling van de voorgestelde verordening, namelijk zich verzekeren van alternatieve bronnen voor Russische leveringen.

(22)Deelnemers aan de gezamenlijke aankoop van gas kunnen financiële garanties nodig hebben als een van de ondernemingen de uiteindelijke contractprijs niet zou kunnen betalen. De lidstaten of andere belanghebbenden kunnen de deelnemers aan een gezamenlijke aankoop financiële steun verlenen, met inbegrip van garanties. Financiële steun moet worden verleend conform de staatssteunregels, waaronder de tijdelijke kaderregeling voor crisissteun, indien van toepassing.

(23)Het vullen van gasopslagplaatsen is essentieel om de voorzieningszekerheid in de Unie te waarborgen. Door de daling van de aardgastoevoer vanuit de Russische Federatie kunnen de lidstaten problemen ondervinden bij het vullen van de opslaginstallaties om de gasleveringszekerheid voor de winter van 2023/2024 te waarborgen, zoals voorgeschreven in Verordening (EU) 2022/1032 18 . De lidstaten zouden die problemen kunnen verkleinen door een beroep te doen op de dienstverlener om de vraag te bundelen; binnen de grenzen van het mededingingsrecht zou met name een gecoördineerd vul- en opslagbeheer met het oog op het volgende vulseizoen kunnen worden ondersteund, waarbij buitensporige prijspieken als gevolg van onder meer het ongecoördineerd vullen van opslagplaatsen worden vermeden.

(24)Om te waarborgen dat een gezamenlijke aankoop bijdraagt tot het vullen van gasopslagplaatsen conform de tussentijdse vuldoelstellingen van Verordening (EU) 2022/1032, moeten de lidstaten passende maatregelen treffen om te garanderen dat aardgasbedrijven die onder hun jurisdictie vallen, de door de dienstverlener georganiseerde procedure als een mogelijk middel aanwenden om de vuldoelstellingen te halen.

(25)Volgens Verordening (EU) 2022/1032 moeten de lidstaten ten laatste in november 2023 hun opslagfaciliteiten voor 90 % hebben gevuld. Die vuldoelstelling ligt hoger dan die voor november 2022 (80 %). Gezamenlijke aankoop kan de lidstaten helpen om die nieuwe doelstelling te halen. Daarbij moeten de lidstaten van binnenlandse ondernemingen verlangen dat zij een beroep doen op de dienstverlener om de vraag tot een voldoende groot gasvolume te bundelen, zodat het risico dat de opslagfaciliteiten niet gevuld raken, wordt verkleind. De lidstaten moeten van hun bedrijven verlangen dat zij volumes die overeenkomen met ten minste 15 % (ongeveer 13,5 miljard m³ voor de hele EU) van de vuldoelstelling voor volgend jaar, opnemen in de procedure voor de bundeling van de vraag. Lidstaten die op hun grondgebied niet over ondergrondse opslag beschikken, moeten aan de procedure voor de bundeling van de vraag deelnemen met volumes die overeenkomen met hun verplichtingen inzake lastenverdeling.

(26)Om de gezamenlijke aankoop doeltreffend te benutten en om gasovereenkomsten te sluiten met leveranciers die gas aan de dienstverlener aanbieden, kunnen ondernemingen de aankoopvoorwaarden, zoals volume, gasprijs, leveringspunten en termijnen, coördineren binnen de grenzen van het Unierecht. Aardgasbedrijven die deel uitmaken van een consortium voor gasaankopen, moeten echter garanderen dat de direct of indirect uitgewisselde informatie beperkt blijft tot wat strikt noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken, conform artikel 101 VWEU. Bovendien zullen de bepalingen inzake transparantie en governance in deze verordening ervoor zorgen dat de contracten van het consortium voor aankopen de voorzieningszekerheid of de energiesolidariteit niet in gevaar brengen, met name als lidstaten direct of indirect bij de aankoopprocedure betrokken zijn.

(27)Hoewel meer dan één consortium voor gasaankopen kan worden gevormd, zou de meest effectieve optie de oprichting van één enkel consortium voor gasaankopen zijn dat zoveel mogelijk ondernemingen bevat om de vraag via de dienstverlener te bundelen en dat zo is ontworpen dat het verenigbaar is met het mededingingsrecht van de EU. Bovendien zal de bundeling van krachten in één consortium voor gasaankopen de onderhandelingspositie van de Unie op de markt versterken en gunstige voorwaarden mogelijk maken die nauwelijks zouden worden verkregen door kleinere ondernemingen uit de Unie of door een versnipperd optreden.

(28)De oprichting en uitvoering van consortia voor gasaankopen uit hoofde van deze verordening gebeurt conform de mededingingsregels van de Unie, zoals van toepassing in het licht van de huidige uitzonderlijke marktomstandigheden. De Commissie heeft aangegeven dat zij bereid is om ondernemingen te begeleiden bij het opzetten van een consortium voor gasaankopen en om overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1/2003 een besluit te nemen over de niet-toepasselijkheid van de artikelen 101 en 102 VWEU indien relevante waarborgen worden opgenomen en geëerbiedigd. De Commissie heeft ook verklaard dat zij bereid is informele richtsnoeren te verstrekken voor zover de deelnemende ondernemingen in eventuele andere consortia worden geconfronteerd met onzekerheid over de toetsing van een of meer elementen van hun gezamenlijke aankoopregeling aan de mededingingsregels van de EU 19 .

(30)Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan de maatregelen met betrekking tot de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankoop niet verder dan wat nodig is om het doel ervan te bereiken, aangezien zij zullen worden uitgevoerd op vrijwillige basis, met slechts een beperkte uitzondering wat betreft de verplichte deelname aan de bundeling van de vraag voor het vullen van gasopslaginstallaties, en particuliere ondernemingen partij blijven bij de gasleveringscontracten die in het kader van de gezamenlijke aankoop worden gesloten.

(31)Om de opnamecapaciteit van lng-terminals in de EU en het gebruik van opslaginstallaties te optimaliseren, zijn betere transparantieregelingen en een georganiseerde markt nodig die de secundaire handel in gasopslagcapaciteit en capaciteit van lng-installaties vergemakkelijken, vergelijkbaar met de regelingen voor het transport van gas via pijpleidingen. Dat is vooral belangrijk in tijden van nood en als de gasstromen worden verlegd van leidinggas uit de Russische Federatie naar lng. Het voorstel van de Commissie tot herziening van de gasverordening in het pakket “Koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt” 20 bevat bepalingen in die zin in artikel 10 en artikel 31. Frontloaden van die bepalingen als onderdeel van de crisisrespons is van cruciaal belang om lng-terminals en gasopslaginstallaties efficiënter en met de nodige transparantie te gebruiken.

(32)Met betrekking tot langetermijnboekingen van gastransportcapaciteit voorzien de bestaande regels voor congestiebeheer in “use-it-or-lose-it”-procedures. Die procedures zijn echter langzaam (het duurt ten minste zes maanden voor er enig resultaat merkbaar is) en er zijn zware administratieve procedures van de nationale regelgevende instanties voor nodig. De regels moeten derhalve worden aangescherpt en vereenvoudigd om de beheerders van gassystemen instrumenten te geven waarmee ze snel kunnen reageren op veranderende gasstromen en eventuele congestie kunnen aanpakken. De nieuwe regels zouden er met name voor kunnen zorgen dat ongebruikte langetermijncapaciteit die anders onbenut zou blijven, sneller op de markt wordt gebracht waardoor pijpleidingen efficiënter worden gebruikt.

(33)De transmissiesysteembeheerders moeten de beschikbare informatie over het gebruik van het transmissienet door de netgebruikers analyseren en bepalen of er sprake is van onderbenutting van de geboekte vaste capaciteit. Een dergelijke onderbenutting kan worden gedefinieerd als de situatie waarin een netgebruiker de afgelopen 30 dagen gemiddeld minder dan 80 % van de geboekte vaste capaciteit heeft gebruikt of aangeboden op de markt. In geval van onderbenutting moet de transmissiesysteembeheerder de beschikbare capaciteit bekendmaken voor de volgende maandelijkse veiling en die vervolgens veilen.

(34)De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde invasie van Oekraïne door de Russische Federatie heeft voor grote onzekerheid en verstoringen op de Europese aardgasmarkten gezorgd. Die onzekerheid over de levering en de daaruit voortvloeiende marktverwachtingen hebben de voorbije maanden geleid tot extreem hoge en volatiele aardgasprijzen. Dat heeft op zijn beurt de marktdeelnemers extra onder druk gezet en de goede werking van de energiemarkten in de Unie ondermijnd.

(35)Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad 21 bevat regels om de goede werking te waarborgen van handelsplatformen waarop ook energiegerelateerde grondstoffenderivaten worden verhandeld. Die richtlijn bepaalt dat de lidstaten moeten eisen dat een gereglementeerde markt over mechanismen beschikt om een billijke en ordelijke werking van de financiële markten te garanderen. Dergelijke mechanismen zijn echter niet bedoeld om de dagelijkse prijsontwikkeling te beperken en zijn er niet in geslaagd perioden van uitzonderlijke volatiliteit op de markten voor gas- en elektriciteitsderivaten te voorkomen.

(36)Gezien de moeilijkheden waarmee marktdeelnemers worden geconfronteerd op de handelsplatformen waar energiegerelateerde grondstoffenderivaten worden verhandeld en aangezien dringend moet worden gewaarborgd dat markten voor energiederivaten hun rol blijven vervullen bij het voorzien in de indekkingsbehoeften van de reële economie, is het passend van handelsplatformen waar energiegerelateerde grondstoffenderivaten worden verhandeld te verlangen dat zij tijdelijke mechanismen voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit instellen om buitensporige prijsschommelingen doeltreffender te beteugelen. Om te waarborgen dat het mechanisme van toepassing is op de meest liquide contracten en om onbedoelde verstoringen op de markten voor minder liquide derivaten te voorkomen, mag het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit alleen van toepassing zijn op energiegerelateerde front month-derivaten.

(37)Handelsplatformen die energiegerelateerde front month-grondstoffenderivaten aanbieden, laten vaak verschillende energiebedrijven uit alle lidstaten deelnemen. Die energiebedrijven zijn sterk afhankelijk van derivaten die op dergelijke handelsplatformen worden verhandeld om cruciale gas- en elektriciteitsleveringen in de hele Unie te verzekeren. Buitensporige prijsschommelingen op handelsplatformen voor grondstoffen hebben dus gevolgen voor de activiteiten van energiebedrijven in de hele Unie en uiteindelijk ook negatieve gevolgen voor de eindverbruikers. Daarom moet in een geest van solidariteit tussen de lidstaten worden gezorgd voor een gecoördineerde invoering en toepassing van het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit, zodat exploitanten die essentieel zijn voor de voorzieningszekerheid in alle lidstaten worden beschermd tegen grote prijsschommlingen die nadelig zijn voor de voortzetting van hun activiteiten en ook nadelig zouden zijn voor de eindverbruikers.

(38)Het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit moet buitensporige prijsschommelingen binnen een handelsdag vermijden. Het mechanisme moet gebaseerd zijn op de met regelmatige tussenpozen waargenomen marktprijs. Gezien de grote verscheidenheid aan instrumenten op de markten voor energiederivaten en de typische kenmerken van de handelsplatformen die met die instrumenten verband houden, moeten de mechanismen voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit worden aangepast aan de specifieke kenmerken van die instrumenten en markten. De handelsplatformen moeten derhalve prijslimieten opstellen waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van elk energiegerelateerd front month-grondstoffenderivaat, het liquiditeitsprofiel van de markt voor dat derivaat en zijn volatiliteitsprofiel.

(39)Het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit moet statische of dynamische handelsonderbrekers aanvullen die handelsplatformen reeds vóór de inwerkingtreding van deze verordening hebben ingevoerd overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU.

(40)Om transparantie te waarborgen over de werking van het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit dat zij invoeren, moeten de handelsplatformen een beschrijving van de algemene kenmerken ervan bekendmaken. Om een billijke en ordelijke handel te waarborgen, mag van de handelsplatformen echter niet worden verlangd dat zij alle technische parameters bekendmaken van het mechanisme dat zij invoeren.

(41)Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit te waarborgen en om de goede werking te verzekeren van handelsplatformen die handel in energiegerelateerde front month-grondstoffenderivaten aanbieden, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend tot nadere bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit, met inbegrip van het specificeren van de frequentie waarmee de prijslimieten worden verlengd of van de maatregelen die moeten worden genomen als de handel die prijslimieten overschrijdt. De Commissie moet rekening kunnen houden met de specifieke kenmerken van elk energiegerelateerd grondstoffenderivaat, het liquiditeitsprofiel van de markt voor dat derivaat en zijn volatiliteitsprofiel.

(42)Om handelsplatformen voldoende tijd te geven om het in deze verordening gespecificeerde mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit op degelijke wijze in te voeren, moeten ze tot en met 31 januari 2023 de tijd krijgen om dat mechanisme in te stellen. Om te verzekeren dat handelsplatformen reeds vóór de invoering van het mechanisme buitensporige prijsschommelingen kunnen aanpakken, moeten ze beschikken over een voorlopig mechanisme waarmee in grote lijnen dezelfde doelstelling kan worden bereikt als met het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit.

(43)De verplichtingen en beperkingen die door deze maatregel aan handelsplatformen en handelaren worden opgelegd, gaan niet verder dan wat nodig is om energiebedrijven in staat te stellen deel te blijven nemen aan gas- en elektriciteitsmarkten en te voldoen aan hun indekkingsbehoeften, en aldus bij te dragen tot de energievoorzieningszekerheid voor eindverbruikers.

(44)Met het oog op een efficiënte toepassing van het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit moeten de bevoegde autoriteiten toezicht houden op de toepassing door handelsplatformen en daarover regelmatig verslag uitbrengen aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA). Met het oog op een consistente toepassing van het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit moeten de bevoegde autoriteiten er ook voor zorgen dat verschillen in de toepassing van het mechanisme door handelsplatformen naar behoren worden gemotiveerd.

(45)Om eventuele verschillen in de toepassing van het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit tussen de lidstaten aan te pakken, en op basis van de door de bevoegde autoriteiten ingediende verslagen, moet de EMSA het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten coördineren en alle geconstateerde verschillen documenteren in de wijze waarop het mechanisme door handelsplatformen in de verschillende rechtsgebieden van de Unie wordt toegepast.

(46)Gezien de ongekende daling van de aardgastoevoer vanuit de Russische Federatie en het aanhoudende risico op nog meer plotselinge verstoringen van de voorziening, wordt de Unie geconfronteerd met de dringende noodzaak om haar gasvoorziening te diversifiëren. De lng-markt voor Europa is echter nog steeds in opkomst en de nauwkeurigheid van de prijzen op die markt is moeilijk in te schatten. Om een nauwkeurige, objectieve en betrouwbare raming van de prijs voor lng-leveringen in de Unie te verkrijgen, moet het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) alle lng-marktgegevens verzamelen die nodig zijn om een dagelijkse lng-prijsraming vast te stellen.

(47)Die prijsraming moet worden uitgevoerd op basis van alle transacties met betrekking tot lng-leveringen in de Unie. Het ACER moet de bevoegdheid krijgen om die marktgegevens te verzamelen bij alle deelnemers die betrokken zijn bij lng-leveringen in de Unie. Al die deelnemers moeten worden verplicht al hun lng-marktgegevens, zo goed als technologisch mogelijk is, in bijna-realtime te rapporteren aan het ACER, hetzij na het sluiten van een transactie, hetzij na het doen van een bieding of offerte om een transactie aan te gaan. De prijsraming van het ACER moet de meest volledige dataset omvatten, waaronder transactieprijzen en, vanaf 1 maart 2023, prijzen van biedingen en offertes voor lng-leveringen aan de Unie. De dagelijkse publicatie van die objectieve prijsraming en van het verschil dat is vastgesteld in vergelijking met andere referentieprijzen op de markt in de vorm van een lng-benchmark, effent de weg voor het vrijwillige gebruik ervan door marktdeelnemers als referentieprijs in hun contracten en transacties. Zodra de lng-prijsraming en de lng-benchmark zijn vastgesteld, kunnen die ook een referentietarief worden voor derivatencontracten die worden gebruikt om de prijs van lng of het prijsverschil tussen de lng-prijs en andere gasprijzen in te dekken. Gezien de urgentie van de maatregel moet de eerste lng-prijsraming uiterlijk twee weken na de inwerkingtreding van deze verordening worden gepubliceerd.

(48)De huidige bevoegdheden die aan het ACER zijn verleend bij Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie tot uitvoering van artikel 8, lid 2, en artikel 8, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1227/2011 (hierna samen “REMIT” genoemd), volstaan niet om een volledige en uitgebreide dataset van alle lng-leveringen in de Unie te creëren. Een dergelijke uitgebreide en volledige dataset voor dagelijkse prijsraming is echter noodzakelijk opdat de Unie, in een geest van solidariteit, haar aanbestedingsbeleid voor de internationale lng-invoer kan beheren, met name tijdens de huidige crisissituatie. Relevante gegevens en informatie over lng-contracten zijn ook nodig om de prijsontwikkelingen te monitoren en de kwaliteit van de gegevens te controleren en te waarborgen. Dankzij dit ad-hocinstrument moet het ACER alle marktgegevens kunnen verzamelen die nodig zijn voor een uitgebreide en representatieve raming van de prijs van lng-leveringen aan de Unie.

(49)Hoewel de vaststelling van een dagelijkse lng-prijsraming en een permanente lng-benchmark in een later stadium moet worden opgenomen in een uitgebreidere herziening van het rechtskader voor REMIT, vereist de huidige crisissituatie nu al dringende maatregelen om de ernstige problemen bij de aanvoer en nauwkeurige prijsstelling van lng-leveringen aan de Unie tijdelijk aan te pakken totdat een dergelijke herziening kan worden goedgekeurd volgens de gewone wetgevingsprocedure.

(50)Om de prijstransparantie en planningszekerheid op de invoermarkt voor lng onmiddellijk te vergroten, moet worden gespecificeerd dat de relevante dataset informatie moet bevatten over de prijs en de hoeveelheid van voltooide lng-transacties, prijzen en hoeveelheden van biedingen en offertes met betrekking tot lng-leveringen naar de Unie, en de prijsformule in het langetermijncontract waaruit de prijs wordt afgeleid, indien van toepassing.

(51)Alle aan een rapportageverplichting onderworpen marktdeelnemers moeten worden gedefinieerd als marktdeelnemers die zich bezighouden met de aankoop of verkoop van lng-ladingen die bestemd zijn voor levering in de Unie. Deze lng-marktdeelnemers moeten onderworpen zijn aan de verplichtingen en verbodsbepalingen die van toepassing zijn op marktdeelnemers uit hoofde van Remit.

(52)Het ACER moet, in samenwerking met de Commissie, een breed mandaat krijgen om de kwaliteit en de inhoud te specificeren van de marktgegevens die het verzamelt om een dagelijkse prijsbeoordeling voor lng-leveringen in de Unie vast te stellen. Het moet ook over een ruime discretionaire bevoegdheid beschikken om het gewenste transmissieprotocol te kiezen. Met het oog op de hoogst mogelijke kwaliteit van de te rapporteren marktgegevens moet het ACER de bevoegdheid krijgen om alle parameters van de aan het ACER te rapporteren marktgegevens te specificeren. Die parameters moeten betrekking hebben op, zonder beperkt te zijn tot, de referentie-eenheden waarin prijsgegevens worden gerapporteerd, de referentie-eenheden waarin hoeveelheidsgegevens worden gerapporteerd, de transactietermijnen of de bied- en laatgegevens voorafgaand aan de transactie, alsmede de transmissieprotocollen die moeten worden gebruikt om de vereiste gegevens aan het ACER door te geven.

(53)Het ACER moet ook de methode vaststellen die het gebruikt om een dagelijkse lng-prijsbeoordeling en lng-benchmark te verstrekken, alsmede de procedure voor een regelmatige herziening van deze methode.

(54)De krachtens deze verordening gepubliceerde prijsbeoordeling moet de lidstaten en andere marktdeelnemers meer transparantie bieden over de gangbare prijs van in Europa ingevoerd lng. Meer prijstransparantie moet de lidstaten en in de Unie gevestigde particuliere entiteiten op hun beurt in staat stellen op een meer geïnformeerde en gecoördineerde wijze te werk te gaan bij het aankopen van lng op de wereldmarkten, met name wanneer een beroep wordt gedaan op de dienstverlener. Door meer coördinatie bij het aankopen van lng moeten de lidstaten kunnen voorkomen dat ze elkaar overbieden of dat ze prijzen bieden die niet in overeenstemming zijn met de gangbare marktprijs. Daarom zijn de krachtens deze verordening gepubliceerde prijsbeoordelingen en benchmarkspreads van cruciaal belang met het oog op meer solidariteit tussen de lidstaten bij de aankoop van beperkte lng-leveringen.

(55)De verplichting voor marktexploitanten om het ACER informatie over lng-transacties te verstrekken is noodzakelijk en evenredig met het oog op de doelstelling om het ACER in staat te stellen een lng-benchmark vast te stellen, met name omdat zij in overeenstemming is met de bestaande verplichtingen van de marktdeelnemers uit hoofde van Remit en omdat het ACER gevoelige bedrijfsinformatie vertrouwelijk zal behandelen.

(56)De Title Transfer Facility (TTF) is een virtuele prijsbepalingslocatie in Nederland, die vanwege zijn hoge liquiditeit vaak dient als prijsreferentie voor de Europese gasmarkt, met gevolgen voor contracten en afdekkingstransacties in de hele EU. Onder specifieke omstandigheden kan, nadat de andere maatregelen inzake gasprijzen zijn doorgevoerd, een gerichte noodinterventie in de TTF-spotmarktprijzen nodig zijn. Op voorstel van de Commissie moet de Raad een besluit vaststellen tot instelling van een mechanisme voor dynamische marktcorrectie voor aardgastransacties op de TTF-spotmarkt. De vast te stellen maximumprijs moet de voorzieningszekerheid van de Unie en de aardgasstromen binnen de EU waarborgen en moet rekening houden met het effect van de gasprijzen op de elektriciteitsprijzen. Om geen invloed te hebben op de stromen binnen de EU, die ervoor moeten zorgen dat aardgas onverminderd daar terechtkomt waar dat het meest nodig is, kunnen andere gashandelshubs in de Unie via een dynamische prijscorridor aan de gecorrigeerde TTF-spotmarktprijs worden gekoppeld. Bij de besluitvorming over voorstellen tot invoering van een marktcorrectiemechanisme voor gashandelshubs in de Unie moeten alternatieve opties worden overwogen, zoals regulerend ingrijpen in het prijsbepalingsmechanisme dat in gasaankoopcontracten wordt gebruikt.

(57)De Unie is een aantrekkelijke markt voor internationale gasleveringen en wordt gezien als een betrouwbare partner in de energiehandel. Voordat wordt overgegaan tot marktinterventies met gevolgen voor de invoer, moeten maatregelen worden genomen die gericht zijn op samenwerking met internationale partners en op onderhandelde benaderingen om mogelijke risico’s te beperken.

(58)Gezien de mogelijkheid van ernstige verstoringen van de gasvoorziening en leveringstekorten moet de Unie bereid zijn snel verschillende solidariteitsmechanismen in te zetten om noodsituaties te verzachten. In deze buitengewone omstandigheden moet de Raad op basis van een voorstel van de Commissie een besluit kunnen nemen over een efficiënt mechanisme voor de toewijzing van gas, met inbegrip van regels inzake tarieven, dat ter beschikking staat van de lidstaten in geval van een noodtoestand op regionaal of Unieniveau.

(59)Verordening (EU) 2017/1938 biedt de lidstaten reeds de mogelijkheid om gedurende een noodsituatie de gaslevering aan bepaalde cruciale gasgestookte energiecentrales te laten prevaleren, gezien het belang van die centrales om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening te waarborgen en onevenwichtigheden op het net te voorkomen. De cruciale gasgestookte energiecentrales en de daarmee samenhangende gasvolumes kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de gasvolumes die beschikbaar zijn in het kader van solidariteit tijdens een noodsituatie. In dat verband moeten de lidstaten tijdelijk kunnen verzoeken om noodmaatregelen op het gebied van solidariteit wanneer ze niet in staat zijn de kritieke gasvolumes veilig te stellen die nodig zijn om de voortzetting van de elektriciteitsproductie in cruciale gasgestookte energiecentrales te waarborgen. Om dezelfde reden moeten solidariteit verstrekkende lidstaten ook het recht hebben ervoor te zorgen dat bij het verstrekken van solidariteit aan een andere lidstaat de exploitatie van hun cruciale gasgestookte energiecentrales niet in gevaar komt.

(60)Wanneer het solidariteitsmechanisme wordt geactiveerd, mogen alleen gasvolumes worden aangevraagd die nodig zijn voor elektriciteitscentrales die door de lidstaten als kritiek voor de toereikendheid van het elektriciteitssysteem in Europa zijn aangemerkt. Er moet een bovengrens worden vastgesteld voor de kritieke gasvolumes die in elke lidstaat nodig zijn om de voorzieningszekerheid te waarborgen. De in de Winter Outlook van het ENTSB-E gebruikte methode biedt een basis voor die begrenzing. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om de in deze verordening vastgestelde bovengrens te overschrijden. 

(61)De door deze maatregel aan de marktdeelnemers opgelegde beperkingen zijn noodzakelijk om de gasvoorzieningszekerheid te waarborgen in een situatie van verminderde gaslevering en een toegenomen vraag tijdens het winterseizoen. Ze bouwen voort op bestaande maatregelen die zijn vastgesteld in respectievelijk Verordening (EU) 2022/1369 en Verordening (EU) 2017/1938 en zijn erop gericht die maatregelen in de huidige omstandigheden doeltreffender te maken.

(62)Bepaalde afnemers, waaronder huishoudens en afnemers die essentiële sociale diensten verlenen, zijn bijzonder gevoelig voor de negatieve effecten van verstoringen van de gaslevering. Daarom is bij Verordening (EU) 2017/1938 een solidariteitsmechanisme tussen de lidstaten ingesteld om de gevolgen van een ernstige noodsituatie binnen de Unie te beperken en de gastoevoer naar door solidariteit beschermde afnemers te waarborgen. In bepaalde gevallen zou ook het verbruik van gas door beschermde afnemers als niet-essentieel kunnen worden beschouwd; de beperking van dit soort verbruik dat de behoeften duidelijk overschrijdt, zou de doelstellingen van Verordening (EU) 2017/1938 niet ondermijnen, met name omdat gastekorten als gevolg van verbruik voor niet-essentiële doeleinden tot ernstige schade in andere particuliere of commerciële sectoren zouden kunnen leiden. De lidstaten moeten daarom de mogelijkheid hebben ook gasbesparingen te realiseren door het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers in specifieke omstandigheden te beperken. Beperkingsmaatregelen van de lidstaten moeten echter strikt beperkt blijven tot niet-essentieel verbruik en mogen in geen geval het basisverbruik van beschermde afnemers beperken noch hun verhinderen om hun woning naar behoren te verwarmen.

(63)De lidstaten en hun bevoegde autoriteiten moeten vrij kunnen bepalen welke beperkingsmaatregelen van toepassing zijn en welke activiteiten overeenkomen met niet-essentieel verbruik, zoals verwarming buitenshuis, verwarming van particuliere zwembaden en andere aanvullende particuliere faciliteiten. Dankzij de mogelijkheid om niet-essentieel verbruik te beperken, moeten de lidstaten de waarborgen kunnen versterken en ervoor kunnen zorgen dat gas wordt geleverd aan andere essentiële sectoren, diensten en industrieën, zodat deze hun activiteiten tijdens een crisis kunnen voortzetten.

(64)Elke maatregel om het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers te beperken, moet noodzakelijk en evenredig zijn, en moet met name van toepassing zijn in situaties waarin een crisis is afgekondigd op grond van artikel 11, lid 1, en artikel 12 van Verordening (EU) 2017/1938 of waarin een Unie-alarm is afgekondigd op grond van Verordening (EU) 2022/1369. Ondanks de toepassing van maatregelen tot beperking van niet-essentieel verbruik moeten beschermde afnemers bescherming blijven genieten tegen afsluiting. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat dergelijke maatregelen geen beperking inhouden van de bescherming die vereist is voor kwetsbare afnemers van wie het huidige verbruik als essentieel moet worden beschouwd.

(65)In noodgevallen moeten de lidstaten en de Unie de gasstromen binnen de interne markt veiligstellen. Dit betekent dat maatregelen op nationaal niveau geen aanleiding mogen geven tot problemen met de voorzieningszekerheid in een andere lidstaat en dat de toegang tot grensoverschrijdende infrastructuur te allen tijde veilig en technisch mogelijk moet blijven. Het huidige wetgevingskader voorziet niet in een procedure voor het doeltreffend oplossen van conflicten tussen twee lidstaten over maatregelen die een negatieve invloed hebben op grensoverschrijdende stromen. Aangezien de gas- en elektriciteitsnetten van de EU onderling verbonden zijn, zou dit niet alleen tot ernstige problemen op het gebied van de voorzieningszekerheid kunnen leiden, maar ook de eenheid van de Unie ten aanzien van derde landen kunnen verzwakken. Daarom moet de Commissie de bevoegdheid worden verleend om de nationale maatregelen te evalueren en zo nodig binnen een redelijke termijn tot arbitrage over te gaan. Daartoe moet de Commissie om wijziging van de maatregelen kunnen verzoeken wanneer zij bedreigingen voor de gasvoorzieningszekerheid van andere lidstaten of de Unie constateert. Gezien de uitzonderlijke aard van de huidige energiecrisis moet het besluit van de Commissie worden nageleefd zonder vertraging die de gasvoorziening van de Unie zou kunnen belemmeren. Daarom moeten verzoeningsprocedures voor de periode waarin deze verordening van toepassing is, worden opgeschort om de werking van de interne markt veilig te stellen.

(66)Het beginsel van energiesolidariteit is een algemeen beginsel van het recht van de Unie 22 dat geldt voor alle lidstaten, en niet alleen voor aangrenzende lidstaten. Bovendien is efficiënt gebruik van de bestaande infrastructuur, met inbegrip van grensoverschrijdende transmissiecapaciteit en lng-installaties, belangrijk om de gasvoorzieningszekerheid in een geest van solidariteit veilig te stellen. In tijden waarin de gasvoorziening op nationaal, regionaal of Unieniveau is verstoord en er in aanzienlijke mate wordt overgeschakeld van gas via pijpleidingen naar lng, moeten de lidstaten niet alleen kunnen profiteren van leveringsmogelijkheden via naburige pijpleidingen, maar ook van leveringen uit landen die over een lng-installatie beschikken. Sommige lidstaten moeten in staat zijn solidariteit te verstrekken aan andere lidstaten, ook al zijn ze niet rechtstreeks verbonden via een gaspijpleiding of via een derde land of andere lidstaten. Daarom moet de solidariteitsverplichting worden uitgebreid tot niet-verbonden lidstaten met lng-installaties.

(67)Voor de toepassing van het beginsel van energiesolidariteit is bij Verordening (EU) 2017/1938 een solidariteitsmechanisme ingevoerd dat de samenwerking en het vertrouwen tussen de lidstaten in geval van een ernstige crisis moet versterken. Bij de vaststelling van de maatregelen die nodig zijn om het solidariteitsmechanisme toe te passen, moeten de lidstaten krachtens artikel 13, lid 10, van die verordening overeenstemming bereiken over een aantal technische, juridische en financiële aspecten in hun bilaterale regelingen.

(68)Echter, ondanks een wettelijke verplichting om uiterlijk op 1 december 2018 bilaterale solidariteitsregelingen te sluiten, zijn slechts enkele van dergelijke regelingen afgerond, waardoor de uitvoering van de wettelijke verplichting om in noodsituaties solidariteitssteun te verlenen, in gevaar komt. Het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof van december 2020 bevatte een eerste model voor een solidariteitsovereenkomst 23 . Aangezien dit model echter is ontwikkeld vóór de niet-uitgelokte agressie van Rusland tegen Oekraïne, is het, met het oog op de huidige situatie van extreme gasschaarste en exploderende prijzen en de dringende noodzaak om reeds voor de komende winter over tijdelijke standaardregels te beschikken, passend om een tijdelijk kader van standaardregels te creëren voor het verstrekken van de vereiste solidariteitsmaatregelen uit hoofde van artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2017/1938 die doeltreffend en snel uitvoerbaar zijn, die niet afhankelijk zijn van lange bilaterale onderhandelingen en die zijn aangepast aan de huidige situatie van buitensporige prijzen en sterk schommelende gasprijzen.

(69)De solidariteit moet in beginsel worden verstrekt op basis van een billijke compensatie die rechtstreeks door de verzoekende lidstaat of zijn gedelegeerde entiteiten wordt betaald. De compensatie moet de gasprijs, de werkelijke/potentiële opslagkosten, het grensoverschrijdend transport en de daaraan verbonden kosten dekken. De compensatie moet billijk zijn, zowel voor de verzoekende als voor de verstrekkende lidstaten.

(70)De huidige crisis leidt tot prijsniveaus en regelmatige prijspieken die veel verder gaan dan de situatie van een mogelijke voorzieningscrisis ten tijde van de vaststelling van de verordening inzake voorzieningszekerheid. Bij het bepalen van het compensatiebedrag voor solidariteit verstrekkende lidstaten moet daarom rekening worden gehouden met de prijsvolatiliteit die de gasmarkt momenteel kenmerkt als gevolg van de bestaande gascrisis. Op basis van solidariteit en om te vermijden dat de prijs wordt bepaald onder extreme marktomstandigheden, zou het problematisch zijn om de standaardprijs van de solidariteitsmaatregel te baseren op de schommelende marktprijs. De gasprijs moet de gemiddelde prijs op de markt van de solidariteitsverstrekkende lidstaat gedurende een bepaalde periode weerspiegelen. Als de gemiddelde marktprijs van de periode van dertig dagen voorafgaand aan het verzoek wordt genomen, is de compensatie nog steeds gebaseerd op de “marktprijs”, zoals bepaald in Aanbeveling (EU) 2018/177 van de Commissie van 2 februari 2018. De gemiddelde marktprijs wordt minder beïnvloed door de volatiliteit en de zeer hoge spotmarktprijzen in crisissituaties, en beperkt als zodanig mogelijke averechtse prikkels. Als de zeer hoge crisisprijzen op de spotmarkt als basis voor de compensatie zouden worden gebruikt, zou dat de solidariteitsdimensie ondermijnen. De solidariteit verstrekkende lidstaten zullen nog steeds een billijke compensatie krijgen, aangezien het grootste deel van het gas afkomstig zal zijn van langetermijncontracten en opslag en dus zal zijn aangekocht tegen lagere prijzen dan de crisisprijzen op de spotmarkt.

(71)Zoals benadrukt in Aanbeveling (EU) 2018/177 van de Commissie van 2 februari 2018, kunnen de kosten van de schade die is geleden door de ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd, alleen worden gedekt door compensatie indien ze niet zijn verrekend in de gasprijs die moet worden betaald door de om solidariteit verzoekende lidstaat. Deze lidstaat zou niet tweemaal compensatie moeten betalen voor dezelfde kosten. Rekening houdend met de uitzonderlijke omstandigheden met ongekend hoge gasprijzen mag een solidariteit ontvangende lidstaat niet automatisch worden verplicht andere kosten, zoals schadevergoedingen of kosten van gerechtelijke procedures, te dekken die zich voordoen in de verstrekkende lidstaat.

(72)De lidstaten behouden echter de mogelijkheid om bilateraal aanvullende compensatie overeen te komen ter dekking van andere kosten, zoals de kosten die voortvloeien uit een verplichting om compensatie te betalen in de verstrekkende lidstaat, ook voor de schade die is geleden door ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd. Dergelijke kosten kunnen worden opgenomen in de compensatie indien het nationale rechtskader voorziet in de verplichting om een schadevergoeding te betalen aan de ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd, met inbegrip van compensatie voor de economische schade, boven op de gasprijs.

(73)Als een laatste redmiddel kan het solidariteitsmechanisme alleen in werking worden gesteld door een verzoekende lidstaat indien de markt niet in staat is de benodigde gasvolumes aan te bieden, met inbegrip van de volumes die op vrijwillige basis worden aangeboden door niet-beschermde afnemers, om te voldoen aan de vraag van de door solidariteit beschermde afnemers. Daarnaast moeten alle maatregelen in het noodplan van de verzoekende lidstaat zijn uitgeput, met inbegrip van de gedwongen beperkingen tot op het niveau van de door solidariteit beschermde afnemers.

(74)Gezien het dringende karakter en de gevolgen van een mogelijke activering van het solidariteitsmechanisme moet nauw worden samengewerkt tussen de betrokken lidstaten, de Commissie en de bevoegde crisismanagers die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt g), van Verordening (EU) 2017/1938. Het verzoek moet daarom tijdig aan alle partijen worden meegedeeld en een minimumaantal elementen bevatten dat de verstrekkende lidstaten in staat stelt onverwijld te reageren. Het antwoord van de verstrekkende lidstaat moet informatie bevatten over de hoeveelheid gas die aan de verzoekende lidstaat kan worden geleverd, met inbegrip van de volumes die kunnen worden vrijgemaakt wanneer niet-marktgebaseerde maatregelen worden toegepast. De lidstaten kunnen aanvullende technische en coördinatieregelingen overeenkomen die een tijdige reactie op een solidariteitsverzoek vergemakkelijken. Bij het verstrekken van solidariteit moeten de lidstaten en hun bevoegde autoriteiten de operationele veiligheid en betrouwbaarheid van het netwerk waarborgen.

(75)De verzoekende lidstaat moet solidariteit van meerdere lidstaten kunnen ontvangen. Het standaardsolidariteitsmechanisme mag alleen worden toegepast wanneer de verstrekkende lidstaat geen bilaterale regeling met de verzoekende lidstaat heeft gesloten. In geval van een bilaterale overeenkomst tussen de verzoekende en de verstrekkende lidstaat moet deze regeling prevaleren en tussen hen van toepassing zijn.

(76)De Commissie moet de toepassing van het standaardsolidariteitsmechanisme kunnen monitoren en, indien dat nodig wordt geacht, de matching van verzoeken om solidariteit kunnen vergemakkelijken. Daartoe moet de Commissie voorzien in een interactief platform, dat als model moet dienen en het mogelijk moet maken voortdurend en in real time verzoeken om solidariteit in te dienen en deze te koppelen aan de respectieve beschikbare volumes.

(77)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

(78)Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en samenwerking op Unieniveau vereist, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in het voornoemde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I – ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Bij deze verordening worden regels vastgesteld voor het versneld opzetten van een faciliteit voor het gezamenlijk bundelen van de vraag en aankopen van gas door in de Unie of in de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap gevestigde ondernemingen, alsmede een boekings- en een transparantieplatform voor lng en voor gasopslag, en regels voor congestiebeheer in gastransmissienetten;

tevens worden mechanismen ingevoerd om de burgers en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen, door middel van een door het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (“ACER”) te ontwikkelen ad-hocprijsbenchmark voor lng, een tijdelijk mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit in het geval van extreme prijsbewegingen en de ontwikkeling van een marktcorrectiemechanisme voor gasbeurzen;

er worden regels vastgesteld om ervoor te zorgen dat, wanneer een gasnoodtoestand wordt afgekondigd, het gas eerlijk over de grenzen heen wordt verdeeld, dat gas wordt veiliggesteld voor de meest cruciale afnemers en dat grensoverschrijdende solidariteitsmaatregelen worden verstrekt.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

1)“aardgasbedrijf”: natuurlijke persoon of rechtspersoon die ten minste een van de volgende functies vervult: productie, transmissie, distributie, levering, aankoop of opslag van aardgas, met inbegrip van lng, en die verantwoordelijk is voor de met deze functies verband houdende commerciële, technische en/of onderhoudswerkzaamheden, maar die geen eindafnemer is;

1)“lng-installatie”: terminal die wordt gebruikt voor het vloeibaar maken van aardgas of de invoer, de verlading en de hervergassing van lng, met inbegrip van ondersteunende diensten en installaties voor tijdelijke opslag die nodig zijn voor de hervergassing en de daaropvolgende doorlevering aan het transmissiesysteem, met uitsluiting van alle gedeelten van lng-terminals die voor opslag worden gebruikt;

2)“gasopslaginstallatie”: installatie die wordt gebruikt voor de opslag van aardgas en die eigendom is van en/of geëxploiteerd wordt door een aardgasbedrijf, met inbegrip van het gedeelte van lng-installaties dat voor opslag wordt gebruikt, maar met uitzondering van het gedeelte dat in gebruik is voor productiedoeleinden en met uitzondering van installaties die uitsluitend ten dienste staan van transmissiesysteembeheerders bij de uitoefening van hun functies;

3)“dienstverlener”: een in de Unie gevestigde onderneming die door de Commissie via een openbare aanbestedingsprocedure overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1046 is gecontracteerd om de gezamenlijke aankoop te organiseren en de in artikel 7 opgesomde taken te vervullen;

4)“IT-instrument voor gezamenlijke aankopen”: een IT-instrument aan de hand waarvan de door de Commissie gecontracteerde onderneming als dienstverlener optreedt door de vraag van aardgasbedrijven en ondernemingen die gas verbruiken, te bundelen en offertes van aardgasleveranciers of -producenten aan te vragen om aan die gebundelde vraag tegemoet te komen;

5)“ACER”: het bij Verordening (EU) 2019/942 opgerichte Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators;

6)“handel in lng”: biedingen, aanbiedingen of transacties voor de aankoop of verkoop van lng:

a)die levering in de Unie specificeren, of

b)die leiden tot levering in de Unie, of

c)waarbij één tegenpartij het lng in een terminal in de Unie hervergast;

7)“lng-marktgegevens”: registraties van biedingen, aanbiedingen of transacties voor de handel in lng met de bijbehorende informatie als gespecificeerd in artikel 21, lid 1;

8)“lng-marktdeelnemer”: elke natuurlijke of rechtspersoon, ongeacht de plaats van oprichting of woonplaats, die zich bezighoudt met de handel in lng;

9)“lng-prijsbeoordeling”: de bepaling van een dagelijkse referentieprijs voor de handel in lng volgens een door het ACER vast te stellen methode;

10)“lng-benchmark” voor de toepassing van deze verordening: de bepaling van een spread tussen de dagelijkse lng-prijsbeoordeling en de dagelijkse afwikkelingsprijs voor het TTF Gas Futures front month-contract die door ICE voor iedereen gratis op zijn website beschikbaar wordt gesteld in de vorm van een eindedagrapport;

11)“handelsplatform”: een van de volgende begrippen:

a)“gereglementeerde markt” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 21, van Richtlijn 2014/65/EU;

b)“multilaterale handelsfaciliteit” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 22, van Richtlijn 2014/65/EU;

c)“georganiseerde handelsfaciliteit” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 23, van Richtlijn 2014/65/EU;

12)“energiegerelateerd front month-grondstoffenderivaat”: een grondstoffenderivaat zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 30, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad 24 , dat op een handelsplatform wordt verhandeld met als onderliggende waarde elektriciteit of gas en die van de derivaten met een looptijd van één maand die op een bepaald handelsplatform worden verhandeld, de dichtstbijzijnde vervaldatum heeft;

13)“bevoegde autoriteit”: een bevoegde autoriteit zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 26, van Richtlijn 2014/65/EU;

14)“kritiek gasvolume voor elektriciteitsopwekking”: het maximale gasverbruik dat in de elektriciteitssector nodig is om de toereikendheid te waarborgen in een worstcasescenario als gesimuleerd in de wintertoereikendheidsbeoordeling op grond van artikel 9 van Verordening (EU) 2019/941 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector;

15)“beschermde afnemer”: een beschermde afnemer zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) 2017/1938;

16)“door solidariteit beschermde afnemer”: een door solidariteit beschermde afnemer zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 6, van Verordening (EU) 2017/1938.

HOOFDSTUK II – Betere coördinatie van gasaankopen

Afdeling 1

Coördinatie van gasaankopen in de Unie

Artikel 3

Transparantie en informatie-uitwisseling

1)In de EU gevestigde aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen of autoriteiten of gereglementeerde entiteiten van de lidstaten die voornemens zijn onderhandelingen aan te knopen met aardgasproducenten of -leveranciers over de aankoop, verhandeling of levering van gas met een volume van meer dan 5 TWh, stellen de Commissie overeenkomstig dit artikel in kennis van hun voornemen om een gasleveringscontract of een memorandum van overeenstemming te sluiten voordat zij een dergelijk contract of memorandum van overeenstemming sluiten.

2)De in de EU gevestigde aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen of autoriteiten of gereglementeerde entiteiten van de lidstaten stellen de Commissie ten minste zes weken vóór het sluiten van een juridisch bindend contract of memorandum van overeenstemming als bedoeld in lid 1 in kennis van de identiteit van de contractpartner of -partners, de betrokken volumes, de betrokken data en, in voorkomend geval, de dienstverlener die deze aankopen namens een lidstaat organiseert.

3)Indien de Commissie van oordeel is dat geplande gasaankopen van in de EU gevestigde aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen of van autoriteiten of gereglementeerde entiteiten van de lidstaten negatieve gevolgen kunnen hebben voor de werking van gezamenlijke aankopen, de interne markt, de voorzieningszekerheid of de energiesolidariteit, kan de Commissie de betrokken lidstaten aanbevelen passende maatregelen te nemen om die negatieve gevolgen te voorkomen.

4)Voordat de Commissie een in lid 3 bedoelde aanbeveling doet, brengt zij de in artikel 4 bedoelde ad-hocstuurgroep daarvan op de hoogte.

5)Een entiteit die overeenkomstig de leden 1 en 2 informatie verstrekt aan de Commissie, mag aangeven of er een gedeelte van de informatie, commerciële of andere, waarvan de bekendmaking schade zou toebrengen aan de activiteiten van de betrokken partijen, vertrouwelijk behandeld moet worden en of de verstrekte informatie gedeeld kan worden met andere lidstaten.

6)Verzoeken om vertrouwelijke behandeling in het kader van dit artikel houden geen beperking in van de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie. De Commissie garandeert dat de toegang tot vertrouwelijke informatie strikt beperkt blijft tot de Commissiediensten die absoluut over deze informatie moeten kunnen beschikken. De vertegenwoordigers van de Commissie behandelen gevoelige informatie met de nodige vertrouwelijkheid.

7)Onverminderd artikel 346 VWEU wordt vertrouwelijke informatie alleen met de Commissie en andere bevoegde autoriteiten uitgewisseld wanneer zulks noodzakelijk is voor de toepassing van deze verordening. De uitgewisselde informatie wordt beperkt tot hetgeen relevant is voor en evenredig is met het doel van die uitwisseling. Bij een dergelijke uitwisseling van informatie wordt de vertrouwelijkheid van die informatie gewaarborgd en worden de veiligheids- en de commerciële belangen van de onder deze verordening vallende entiteiten beschermd. De faciliteit gebruikt de verzamelde informatie niet voor andere doeleinden dan voor de uitvoering van het contract.

8)Alle servers en gegevens bevinden zich fysiek en worden opgeslagen op het grondgebied van de Unie.

Artikel 4

Ad-hocstuurgroep

1)Er wordt een ad-hocstuurgroep opgericht om de coördinatie van de vraagbundeling en gezamenlijke aankopen te vergemakkelijken.

2)De Commissie richt de ad-hocstuurgroep op binnen zes weken na de inwerkingtreding van deze verordening; de groep wordt samengesteld uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en van de Commissie. De vertegenwoordigers van de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap kunnen op uitnodiging van de Commissie aan de stuurgroep deelnemen voor aangelegenheden van wederzijds belang. De ad-hocstuurgroep wordt voorgezeten door de Commissie.

3)De ad-hocstuurgroep stelt binnen een maand na de inwerkingtreding van deze verordening met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zijn reglement van orde vast.

4)De ad-hocstuurgroep verleent bijstand bij de beoordeling van de op grond van artikel 3 aan de Commissie verstrekte informatie, met name met betrekking tot de vraag of de betrokken gasaankopen de voorzieningszekerheid in de Unie vergroten en verenigbaar zijn met het beginsel van energiesolidariteit. De ad-hocstuurgroep houdt rekening met de positieve gevolgen van de deelname van de ondernemingen aan de door de dienstverlener georganiseerde gezamenlijke aankoop voor de voorzieningszekerheid in de Unie en de energiesolidariteit, indien van toepassing.

Afdeling 2

Gezamenlijke aanbestedingen en bundeling van de vraag

Artikel 5

Tijdelijk dienstencontract met een dienstverlener

(1)De Commissie sluit via een openbare aanbestedingsprocedure op grond van Verordening (EU) 2018/1046 een contract met een in de EU gevestigde entiteit, die als dienstverlener optreedt om de in artikel 7 genoemde taken uit te voeren.

(2)Het dienstenscontract met de geselecteerde dienstverlener bepaalt de eigendom van de door de dienstverlener verkregen informatie en voorziet in de eventuele overdracht van die informatie aan de Commissie bij de beëindiging of afloop van het dienstencontract.

(3)De Commissie stelt in het dienstencontract de praktische aspecten vast inzake de activiteiten van de dienstverlener, waaronder het gebruik van het IT-instrument voor gezamenlijke aankoop, de beveiligingsmaatregelen, de valuta of valuta’s, de betalingsregeling en de aansprakelijkheid.

(4)Het dienstencontract met de dienstverlener doet geen afbreuk aan het recht van de Commissie om controles en audits van die contractant te verrichten. Daartoe krijgt de Commissie volledige toegang tot de informatie waarover de dienstverlener beschikt.

(5)De Commissie kan de dienstverlener verzoeken alle informatie te verstrekken die nodig is voor de uitvoering van de in artikel 7 genoemde taken en om haar in staat te stellen na te gaan of de aardgasbedrijven en gasverbruikende bedrijven hun verplichtingen uit hoofde van artikel 6 ter van Verordening (EU) 2017/1938 nakomen.

Artikel 6

Criteria voor de selectie van de dienstverlener

(1)De dienstverlener wordt door de Commissie geselecteerd op basis van de volgende toelatingscriteria:

a)De dienstverlener is gevestigd en heeft zijn operationele zetel op het grondgebied van een lidstaat.

b)De dienstverlener mag niet:

i)het voorwerp uitmaken van restricties op grond van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

ii)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn; of

iii)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

(2)Onverminderd andere zorgvuldigheidsverplichtingen, worden contractuele verplichtingen vastgesteld om ervoor te zorgen dat de dienstverlener direct of indirect geen tegoeden of economische middelen beschikbaar stelt van of ten behoeve van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die:

a)het voorwerp uitmaken van restricties op grond van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

b)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn; of

c)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

(3)De dienstverlener maakt geen deel uit van een verticaal geïntegreerd bedrijf dat in de Unie of de verdragsluitende partijen bij de Energiegemeenschap actief is in de productie of levering van aardgas.

(4)De Commissie stelt haar selectie- en gunningscriteria vast met inachtneming van onder meer de volgende in de aanbesteding te specificeren criteria:

a)ervaring met het opzetten en organiseren van aanbestedings- of veilingprocessen voor aardgas of aanverwante diensten, zoals transportdiensten, door het gebruik van specifieke IT-instrumenten;

b)ervaring met het afstemmen van aanbestedings- of veilingprocessen op verschillende behoeften, zoals geografische focus of timing;

c)ervaring met de ontwikkeling van IT-instrumenten om de vraag van meerdere deelnemers te bundelen en te koppelen aan het aanbod;

d)de kwaliteit van de beveiliging van het informatiesysteem, met name op het gebied van gegevensbescherming en internetbeveiliging; alsmede

e)de mogelijkheid om de deelnemers te identificeren en te accrediteren, zowel wat de juridische entiteit als de financiële draagkracht betreft.

Artikel 7

Taken van de dienstverlener:

(1)De dienstverlener organiseert de gezamenlijke aankoop en met name:

a)bundelt de vraag van aardgasbedrijven en gasverbruikende bedrijven met de steun van het IT-instrument voor gezamenlijke aankoop;

b)vraagt offertes van aardgasleveranciers of -producenten aan om, ondersteund door het IT-instrument voor gezamenlijke aankoop, tegemoet te komen aan de gebundelde vraag, en verleent toegangsrechten voor levering;

c)verifieert, accrediteert en registreert zijn gebruikers; alsmede

d)verleent aan zijn gebruikers of aan de Commissie alle ondersteunende diensten die nodig zijn voor de correcte uitvoering van de verrichtingen waarin het in artikel 5 bedoelde contract voorziet.

(2)De voorwaarden voor registratie van gebruikers, publicatie en rapportage worden in het contract vastgelegd.

Artikel 8

Deelname aan de gezamenlijke aankoop

(1)Deelname aan de gezamenlijke aankoop staat open voor alle aardgasbedrijven en gasverbruikende bedrijven die gevestigd zijn in de Unie of de partijen van de Energiegemeenschap. Aardgasbedrijven en gasverbruikende bedrijven nemen niet deel aan de bundeling van de vraag indien zij:

a)het voorwerp uitmaken van restricties op grond van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

b)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn; of

c)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

(2)Er worden contractuele verplichtingen vastgesteld om ervoor te zorgen dat geen tegoeden of economische middelen die uit de deelname aan het door de dienstverlener georganiseerde gezamenlijke aankoopproces voortvloeien, direct of indirect ter beschikking worden gesteld van of ten behoeve van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die:

a)het voorwerp uitmaken van restricties op grond van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

b)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn; of

c)direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

(3)De lidstaten of andere belanghebbenden kunnen aan partijen die aan het door de dienstverlener georganiseerde proces van gezamenlijke aankoop deelnemen liquiditeitssteun, met inbegrip van garanties, verlenen, met inachtneming van de staatssteunregels. Dit kan garanties omvatten ter dekking van zekerheidsbehoeften of ter dekking van het risico van extra kosten na insolventie van andere kopers in het kader van dezelfde gezamenlijke aankoopovereenkomst.

(4)De in de leden 1 en 2 vastgestelde beperkingen zijn van toepassing op de afdelingen 2 en 3 inzake de aankoopconsortia voor gas en met name op de artikelen 5, 7, 10, 11 en 12.

Artikel 9

Aardgasvoorziening uitgesloten van gezamenlijke aankoop

(1)Aardgasleveringen vanuit de Russische Federatie die de lidstaten of partijen bij de Energiegemeenschap via de volgende entrypunten binnenkomen, vallen niet onder de gezamenlijke aankoop:

a)Greifswald

b)Lubmin II

c)Imatra

d)Narva

e)Värska

f)Luhamaa

g)Sakiai

h)Kotlovka

i)Kondratki

j)Wysokoje

k)Tieterowka

l)Mozyr

m)Kobryn

n)Sudha (RU)/Oekraïne

o)Belgorod RU/Oekraïne

p)Valuyki RU/Oekraïne

q)Serebryanka RU/Oekraïne

r)Pisarevka RU/Oekraïne

s)Sokhranovka RU/Oekraïne

t)Prokhorovka RU/Oekraïne

u)Platovo RU/Oekraïne

v)Strandzha 2 (BG) /Malkoclar (TR)

Artikel 10

Verplicht beroep op de dienstverlener

(1)De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen de onder hun jurisdictie vallende aardgasbedrijven deelnemen aan het door de dienstverlener georganiseerde proces voor het bundelen van de vraag als een van de mogelijke middelen om de in artikel 6 bis van Verordening (EU) 2017/1938 genoemde vuldoelstellingen te halen en daartoe de in artikel 6 ter van die verordening vastgestelde maatregelen uit te voeren.

(2)Lidstaten die over ondergrondse opslaginstallaties beschikken, verplichten de onder hun jurisdictie vallende aardgasbedrijven deel te nemen aan het door de dienstverlener georganiseerde proces voor het bundelen van de vraag met volumes die gelijk zijn aan minstens 15 % van het totale volume dat nodig is om het in artikel 6 bis, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1938 bedoelde streefcijfer van 90 % van de opslaginstallaties te halen.

(3)Lidstaten die niet over ondergrondse opslaginstallaties beschikken verplichten de onder hun jurisdictie vallende aardgasbedrijven om deel te nemen aan de door het dienstverlener georganiseerde proces voor het bundelen van de vraag met volumes die gelijk minstens zijn aan 15 % van de volumes die overeenstemmen met de in artikel 6 quater, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1938 bedoelde grensoverschrijdende opslagverplichtingen.

Artikel 11

Consortium voor gasaankopen

Aardgasbedrijven en gasverbruikende bedrijven die deelnemen aan de door de dienstverlener georganiseerde bundeling van de vraag kunnen elementen van de voorwaarden van het aankoopcontract coördineren of gebruikmaken van gezamenlijke aankoopcontracten om betere voorwaarden te bedingen bij hun leveranciers, mits zij voldoen aan het Unierecht, met inbegrip van het mededingingsrecht van de Unie, met name de artikelen 101 en 102 VWEU, zoals door de Commissie kan worden gespecificeerd in een besluit overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1/2003, alsook aan de transparantievereiste uit hoofde van artikel 3.

Deel 3

Maatregelen om het gebruik van lng-terminals en -pijpleidingen te bevorderen

Artikel 12

Secundair boekingsplatform voor gebruikers van lng- en opslaginstallaties

Gebruikers van lng- en opslaginstallaties die hun gecontracteerde capaciteit wensen door te verkopen op de secundaire markt, als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 715/2009, hebben het recht dat te doen. Beheerders van lng-installaties en opslaginstallaties zetten, afzonderlijk of op regionaal niveau, een transparant en niet-discriminerend boekingsplatform op voor gebruikers van lng-installaties en opslaginstallaties om hun gecontracteerde capaciteit uiterlijk twee maanden na [inwerkingtreding van deze verordening] op de secundaire markt door te verkopen.

Artikel 13

Transparantieplatform voor lng- en opslaginstallaties

(1)Beheerders van lng-installaties en opslaginstallaties richten binnen twee maanden na [datum van inwerkingtreding van de verordening] respectievelijk een Europees lng-transparantieplatform en een transparantieplatform voor opslag op om de bij artikel 19 van Verordening (EG) nr. 715/2009 vereiste informatie op transparante en gebruikersvriendelijke wijze te publiceren. De regulerende instanties kunnen die beheerders verzoeken relevante aanvullende informatie voor systeemgebruikers te publiceren.

(2)Lng-installaties die overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn 2003/55/EG en artikel 36 van Richtlijn 2009/73/EG zijn vrijgesteld van de regels inzake de toegang voor derden en beheerders van opslaginstallaties voor aardgas in het kader van de in artikel 33, lid 3, van Richtlijn 2009/73/EG bedoelde regeling voor de toegang van derden op basis van onderhandelingen maken de infrastructuurtarieven openbaar binnen een maand na [datum van inwerkingtreding van de verordening].

Artikel 14

Doeltreffender gebruik van transmissiecapaciteit

(1)Transmissiesysteembeheerders bieden onderbenutte gecontracteerde vaste capaciteit overeenkomstig lid 2 aan als maandcapaciteitsproduct en als dagcapaciteits- en within-day-capaciteitsproduct voor die maand in geval van onderbenutting overeenkomstig lid 2.

(2)Gecontracteerde vaste capaciteit wordt als onderbenut beschouwd als een netgebruiker de afgelopen 30 dagen gemiddeld minder dan 80 % van de geboekte vaste capaciteit heeft gebruikt of aangeboden. De transmissiesysteembeheerder monitort voortdurend de ongebruikte capaciteit en stelt de netgebruiker uiterlijk vóór de kennisgeving van de hoeveelheid capaciteit die zal worden aangeboden voor de komende doorlopende maandcapaciteitsveiling overeenkomstig Verordening (EU) 2017/459 van de Commissie in kennis van de hoeveelheid capaciteit die moet worden ingetrokken.

(3)De hoeveelheid capaciteit die moet worden aangeboden is gelijk aan het verschil tussen de gemiddelde benuttingsgraad in de voorgaande maand en 80 % van de vaste capaciteit die voor een periode van meer dan een maand is gecontracteerd.

(4)Beschikbare capaciteit die op een veiling wordt aangeboden, heeft bij de toewijzing van capaciteit voorrang op capaciteit die uit hoofde van dit mechanisme in een veiling is opgenomen.

(5)Indien de door de transmissiesysteembeheerder aangeboden capaciteit wordt verkocht, wordt deze aan de oorspronkelijke houder van de gecontracteerde capaciteit onttrokken. De oorspronkelijke houder mag de ingetrokken vaste capaciteit op afschakelbare basis gebruiken.

Hoofdstuk III — Maatregelen ter voorkoming van buitensporige gasprijzen en buitensporige dagelijkse volatiliteit op de markten voor energiederivaten

Afdeling 1

Tijdelijk intra-day-instrument voor het beheer van buitensporige volatiliteit op de markten voor energiederivaten

Artikel 15

Mechanisme voor het beheer van de dagelijkse volatiliteit

(1)Elk handelsplatform waarop energiegerelateerde front-month-grondstoffenderivaten worden verhandeld, zet uiterlijk 31 januari 2023 voor elk energiegerelateerd front-month-grondstoffenderivaat dat op het handelsplatform wordt verhandeld een mechanisme op voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit op basis van een boven- en onderprijsgrens (“prijslimieten”) die de prijzen definiëren waaronder en waarboven geen orders kunnen worden uitgevoerd (“mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit”). Handelsplatformen zorgen ervoor dat het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse prijsvolatiliteit voor dergelijke energiegerelateerde front-month-grondstoffenderivaten buitensporige prijsbewegingen binnen een handelsdag voorkomt.

(2)Voor elk energiegerelateerde front-month-grondstoffenderivaat dat op die handelsplatformen wordt verhandeld, bepalen die platformen de toepasselijke berekeningsmethode om de prijslimieten ten opzichte van een referentieprijs te bepalen. De openingsprijs is de eerste referentieprijs van de dag. Daarna is de referentieprijs de laatste marktprijs die met regelmatige tussenpozen wordt genoteerd. Als de handel tijdens de handelsdag wordt onderbroken, is de eerste referentieprijs na de onderbreking de openingsprijs bij de hervatting van de handel.

(3)De prijslimieten worden uitgedrukt in absolute waarde of in relatieve termen als procentuele afwijking ten opzichte van de referentieprijs. Handelsplatformen passen die berekeningsmethode aan aan de specifieke kenmerken van elk front-month energiegerelateerd grondstoffenderivaat, aan het liquiditeitsprofiel van de markt voor dat derivaat en aan het volatiliteitsprofiel daarvan. Het handelsplatform stelt de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van die methode.

(4)Handelsplatformen herzien de prijslimieten met regelmatige tussenpozen tijdens de handelstijden, op basis van de referentieprijs.

(5)Handelsplatformen maken onverwijld de kenmerken openbaar van het door hen ingestelde mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit.

(6)Het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit komt niet in de plaats van de handelsonderbrekers die handelsplatformen vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening reeds overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU hebben ingesteld, maar vormt een aanvulling daarop.

(7)Wanneer een handelsplatform voornemens is de berekeningsmethode voor de prijslimieten die van toepassing zijn op een bepaald energiegerelateerd front-month-grondstoffenderivaat te wijzigen, stelt het de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van de voorgenomen wijzigingen.

(8)De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen tot nadere bepaling van de uniforme voorwaarden voor de toepassing van het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elk energiegerelateerd front-month-grondstoffenderivaat, het liquiditeitsprofiel van de markt voor dat derivaat en het volatiliteitsprofiel daarvan. Met name kan de Commissie, om de soepele werking van handelsplatformen waarop energiegerelateerde front-month-grondstoffenderivaten worden verhandeld te waarborgen, bepalen met welke intervallen de prijslimieten worden herzien of welke maatregelen moeten worden genomen indien de handel die prijslimieten overschrijdt. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 16

Rol van de bevoegde autoriteiten

(1)De bevoegde autoriteiten houden toezicht op de uitvoering van het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit. De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat verschillen in de toepassing van de mechanismen de beheersing van de dagelijkse volatiliteit door in hun lidstaat gevestigde handelsplatformen naar behoren worden gerechtvaardigd door de specifieke kenmerken van de betrokken handelsplatformen of grondstoffenderivaten.

(2)Tot het in artikel 15, lid 1, bedoelde mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit is opgezet, zorgen de bevoegde autoriteiten ervoor dat handelsplatformen passende voorlopige mechanismen invoeren om ervoor te zorgen dat buitensporige volatiliteit in de markten voor energiegerelateerde front-month-grondstoffenderivaten wordt beperkt.

(3)De bevoegde autoriteiten brengen binnen drie weken na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens met regelmatige tussenpozen aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) verslag uit over de toepassing van het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit door handelsplatformen waarop zij toezicht uitoefenen.

Artikel 17

Coördinerende rol van de ESMA

(1)De ESMA coördineert en monitort de toepassing van de mechanismen voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit op basis van de verslagen die de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 3, lid 3, hebben ingediend.

(2)De ESMA documenteert alle verschillen in de toepassing van de mechanismen voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit tussen rechtsgebieden in de Unie op basis van de verslagen van de nationale bevoegde autoriteiten. Uiterlijk [OJ: please insert the date = 6 months after the entry into force of this Regulation] dient de ESMA bij de Commissie een rapport in waarin de efficiency van de mechanismen voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit wordt geëvalueerd. Op basis van dat verslag bekijkt de Commissie of een voorstel tot wijziging van deze verordening moet worden ingediend bij de Raad.

Afdeling 2

Het ACER belasten met het verzamelen en publiceren van objectieve prijsgegevens

 Artikel 18

Taken en bevoegdheden van het ACER om prijsbeoordelingen en benchmarks uit te voeren

(1)Bij hoogdringendheid worden dagelijkse lng-prijsbeoordelingen verricht en gepubliceerd door het ACER, vanaf uiterlijk twee weken na de inwerkingtreding van deze verordening. Met het oog op de beoordeling van de lng-prijs verzamelt en verwerkt het ACER systematisch lng-marktgegevens over transacties.

(2) Uiterlijk 31 maart wordt door het ACER een dagelijkse lng-benchmark opgesteld en gepubliceerd. Met het oog op de lng-benchmark verzamelt en verwerkt het ACER systematisch lng-marktgegevens.

(3)Met het oog hierop bezit het ACER voor de uitvoering van zijn taken uit hoofde van deze afdeling de bevoegdheden die haar krachtens Verordening (EU) nr. 1227/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie zijn verleend, en zijn de verplichtingen en verbodsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1227/2011 voor marktdeelnemers van toepassing op lng-marktdeelnemers.

Artikel 19

Beoordeling van de lng-prijs en benchmark

(1)De lng-prijsbeoordeling wordt dagelijks gepubliceerd, uiterlijk om 18:00 uur MET voor de beoordeling van de prijzen van rechtstreekse transacties. Uiterlijk op 1 maart 2023, bovenop de publicatie van lng-prijsbeoordeling. Het ACER publiceert ook dagelijks de lng-benchmark, uiterlijk om 19:00 uur, dan wel zo snel als technisch mogelijk.

(2)Voor de toepassing van dit artikel kan het ACER een beroep doen op de diensten van een derde partij.

Artikel 20

Verstrekking van lng-marktgegevens aan het ACER 

(1)Lng-marktdeelnemers verstrekken het ACER dagelijks lng-marktgegevens overeenkomstig de specificaties van artikel 21, in een gestandaardiseerd formaat, middels een hoogwaardig transmissieprotocol en zo dicht mogelijk bij realtime als technologisch haalbaar is vóór de publicatie van de dagelijkse prijsbeoordeling (18:00).

(2)De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen tot nadere bepaling van het tijdstip waarop marktgegevens moeten worden ingediend vóór de dagelijkse publicatie van de in lid 1 bedoelde lng-prijsbeoordeling. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(3)In voorkomend geval verstrekt het ACER, na raadpleging van de Commissie, richtsnoeren over:

a) de bijzonderheden van de te rapporteren informatie, naast de huidige bijzonderheden van te rapporteren transacties en fundamentele gegevens uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie, met inbegrip van biedingen en aanbiedingen, en

b) de procedure, het standaardformaat en het elektronisch formaat en de technische en organisatorische vereisten voor het indienen van gegevens die moeten worden gebruikt om de vereiste marktgegevens te verstrekken.

(4)Lng-marktdeelnemers verstrekken de vereiste lng-marktgegevens kosteloos en via de door het ACER opgezette rapportagekanalen aan het ACER.

Artikel 21

Kwaliteit van marktgegevens 

(1)De lng-marktgegevens omvatten:

a)de partijen bij het contract, met inbegrip van de aan-/verkoopindicator;

b)de rapporterende partij;

c)de transactieprijs;

d)het contractuele volume;

e)de waarde van het contract;

f)het aankomstvenster voor de lng-lading;

g)de leveringsvoorwaarden;

h)de leveringspunten;

i)de tijdstempelinformatie op alle volgende punten:

i)het tijdstip waarop de bieding of de aanbieding wordt gedaan;

ii)de transactietijd;

iii)het tijdstip van melding van de bieding, de aanbieding of de transactie;

iv)de ontvangst van lng-marktgegevens door het ACER

(2)Lng-marktdeelnemers verstrekken het ACER lng-marktgegevens in de volgende eenheden en valuta’s:

a)de transactie-, bied- en eenheidsprijzen worden gerapporteerd in de in het contract gespecificeerde valuta en in EUR/MWh en omvatten, indien van toepassing, de toegepaste omrekenings- en wisselkoersen;

b)de contractuele volumes worden gerapporteerd in de eenheden als gespecificeerd in de contracten en in MWh;

c)aankomstvensters worden gerapporteerd als leveringsdata, uitgedrukt in UTC-formaat;

d)een geldige in de lijst van het ACER opgenomen identificatiecode voor het leveringspunt (lijst van lng-installaties die onderworpen zijn aan rapportage en Verordening (EU) nr. 1227/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie); de tijdstempelinformatie wordt gerapporteerd in UTC-formaat;

e)indien relevant, wordt de prijsformule in het langetermijncontract waarvan de prijs is afgeleid, integraal vermeld.

(3)Het ACER verstrekt richtsnoeren met betrekking tot de criteria op grond waarvan één indiener een aanzienlijk deel van de binnen een bepaalde referentieperiode ingediend lng-marktgegevens voor zijn rekening neemt en hoe die situatie moet worden aangepakt in zijn dagelijkse lng-prijsbeoordeling en lng-benchmarks.

Artikel 22

Bedrijfscontinuïteit

Het ACER evalueert en actualiseert regelmatig zijn beoordeling van de lng-referentieprijzen en lng-benchmarkmethodologie, alsook de methodologie die wordt gebruikt voor de rapportage van marktgegevens en de publicatie van zijn lng-prijsbeoordelingen en lng-benchmarks, rekening houdend met de standpunten van de partijen die marktgegevens verstrekken.

Deel 3

Artikel 23

Marktcorrectiemechanisme 

(1)De Raad kan, op voorstel van de Commissie, een besluit vaststellen waarbij een tijdelijk mechanisme om buitensporige gasprijzen te beperken wordt ingesteld.

(2)Het in lid 1 bedoelde besluit:

a)voorziet in de vaststelling van een dynamisch marktcorrectiemechanisme voor aardgastransacties in het virtueel handelspunt van de title Transfer Facility (TTF) van Gasunie Transport Services B.V. Andere EU-handelsknooppunten voor gas worden via een dynamische prijscorridor gekoppeld aan de gecorrigeerde spotmarktprijs van de TTF.

b)mag geen afbreuk doen aan de over-the-counter-handel in gas;

c)mag de gasleveringszekerheid van de Unie niet in gevaar brengen;

d)is afhankelijk van de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen om het gasverbruik te verminderen;

e)mag niet tot een algemene toename van het gasverbruik leiden;

f)wordt zodanig ontworpen dat marktgebaseerde gasstromen binnen de EU niet worden verhinderd;

g)mag geen afbreuk doen aan de stabiliteit en de correcte werking van de markten voor energiederivaten; en

h) houdt rekening met de prijzen op de gas op de verschillende georganiseerde markten in de Unie.

Artikel 24

Opschorting van het marktcorrectiemechanisme

De Raad stelt, op voorstel van de Commissie en in antwoord op een eventuele aanbeveling van het ACER, onverwijld een besluit vast om het marktcorrectiemechanisme op te schorten indien de redenen voor de invoering daarvan niet langer gelden, met name buitensporige gasprijzen, of indien onbedoelde marktverstoringen een negatieve impact hebben op de voorzieningszekerheid en gasstromen binnen de EU Het marktcorrectiemechanisme is slechts van toepassing zolang deze verordening van kracht is.

HOOFDSTUK IV — MAATREGELEN IN GEVAL VAN EEN GASNOODSITUATIE

Afdeling 1 

Toewijzingsmechanisme in geval van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau 

Artikel 25

Voorstel voor een toewijzingsmechanisme

(1)Op voorstel van de Commissie kan de Raad een besluit vaststellen dat voorziet in een mechanisme voor prijsstelling, in overeenstemming met de standaardvoorwaarden voor solidariteitsregelingen, en inzake de toewijzing van gascapaciteit aan lidstaten waarvoor op regionaal of Unieniveau een noodsituatie is afgekondigd overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1938.

(2)Het besluit waarborgt dat tijdens een aanzienlijke verstoring van de gasvoorziening die een hele regio treft, de toegang tot beschikbare gasbronnen op passende wijze wordt verdeeld over de lidstaten.

Artikel 26

Betrokkenheid van de crisismanagementgroep

Het voorstel voorziet in de betrokkenheid van de in artikel 12, lid 4, van Verordening (EU) 2017/1938 bedoelde crisismanagementgroep bij de vaststelling en toepassing van het toewijzingsmechanisme.

Afdeling 2 

Gassolidariteit voor de elektriciteitsvoorziening, essentiële sectoren en beschermde afnemers 

Artikel 27

Uitbreiding van de solidariteitsbescherming tot kritieke gasvolumes voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening

(1)Een solidariteitsmaatregel uit hoofde van artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2017/1938 is alleen van toepassing als de verzoekende lidstaat niet in staat was:

a)het tekort in de gaslevering aan haar door solidariteit beschermde afnemers te dekken, of

b)het kritieke gasvolume voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening als vermeld in bijlage 1 te dekken, ondanks de toepassing van de in artikel 11, lid 3, bedoelde maatregel. De procedure van artikel 13, lid 3, punt b), zijn van toepassing.

(2)De lidstaten die op grond van artikel 13, lid 1 of 2, van Verordening (EU) 2017/1938 verplicht zijn solidariteit te verstrekken, kunnen het volgende uitsluiten van het solidariteitsaanbod:

a)leveringen aan hun beschermde afnemers die deel uitmaken van de essentiële volumes; en

b)leveringen van kritieke gasvolumes voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening.

(3)De kritieke gasvolumes voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening mogen niet groter zijn dan de in bijlage 1 vermelde volumes. Als een lidstaat kan aantonen dat een groter gasvolume nodig is om een elektriciteitscrisis van een lidstaat te voorkomen, kan de Commissie in antwoord op een naar behoren gemotiveerd verzoek besluiten om de uitsluiting van grotere volumes toe te staan.

Artikel 28

Vraagreductiemaatregelen met betrekking tot beschermde afnemers

(1)De lidstaten kunnen, bij wijze van uitzondering en voor de toepassingsperiode van deze verordening, maatregelen nemen om het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) 2017/1938, te verminderen, met name wanneer een van de crisisniveaus overeenkomstig artikel 11, lid 1, en artikel 12 van Verordening (EU) 2017/1938 of het Unie-alarm uit hoofde van Verordening (EU) 2022/1369 is afgekondigd. Dergelijke maatregelen mogen uitsluitend betrekking hebben op niet-essentieel gebruik van gas en moeten rekening houden met de elementen van artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad van 5 augustus 2022 inzake gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag.

(2)Het verbruik van kwetsbare afnemers, zoals door de lidstaten gedefinieerd overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas, wordt in geen geval verminderd en de lidstaten mogen beschermde afnemers niet loskoppelen als gevolg van de toepassing van lid 1.

Artikel 29

Waarborgen voor grensoverschrijdende stromen

Als de Commissie op grond van artikel 12, lid 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2017/1938 verzoekt om een einde te maken aan onnodige beperkingen van grensoverschrijdende gasstromen of van toegang tot gasinfrastructuur, of maatregelen die de gaslevering in een andere lidstaat in gevaar brengen, wijzigt de bevoegde instantie, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 7, van Verordening (EU) 2017/1938, haar maatregelen of neemt zij maatregelen om ervoor te zorgen dat artikel 12, lid 5, van Verordening (EU) 2017/1938 wordt nageleefd. De procedure van artikel 12, lid 6, tweede alinea, van die verordening is niet van toepassing.

Afdeling 3

Regels voor de toepassing van solidariteitsmaatregelen 

Artikel 30

Tijdelijke uitbreiding van solidariteitsverplichtingen tot lidstaten met lng-installaties

(1)De verplichting om solidariteitsmaatregelen toe te passen overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1938 geldt niet alleen voor lidstaten die rechtstreeks verbonden zijn met de verzoekende lidstaat, maar ook voor lidstaten met lng-installaties, mits de nodige infrastructuur beschikbaar is om het gas naar de verzoekende lidstaat te vervoeren.

(2)Lidstaten met lng-installaties die niet rechtstreeks verbonden zijn met een verzoekende lidstaat kunnen bilateraal met andere lidstaten afspraken maken over de nodige technische, juridische en financiële solidariteitsregelingen die van toepassing zijn op het verstrekken van solidariteit.

(3)De standaardregels voor de toepassing van solidariteitsmaatregelen overeenkomstig artikel 31 zijn ook van toepassing op de niet-verbonden lidstaten, voor zover die op het tijdstip van ontvangst van een solidariteitsverzoek geen bilaterale overeenkomst hebben gesloten.

Artikel 31

Standaardregels voor solidariteitsmaatregelen

(1)Als twee lidstaten geen overeenstemming bereiken over de nodige technische, juridische en financiële regelingen overeenkomstig artikel 13, lid 10, van Verordening (EU) 2017/1938 (“solidariteitsovereenkomst”), is de levering van gas uit hoofde van de verplichting van artikel 13, lid 1, in geval van een noodsituatie onderworpen aan de voorwaarden van dit artikel.

(2)De compensatie voor de solidariteitsmaatregel overeenkomstig artikel 13, lid 8, van Verordening (EG) nr. 2017/1938 mag niet meer bedragen dan de redelijke kosten. Ze omvat in elk geval:

a)de prijs in de solidariteit verstrekkende lidstaat;

b)de kosten voor opslag en transport naar het leveringspunt;

c)andere kosten, indien overeengekomen tussen de verzoekende lidstaat en de solidariteit verstrekkende lidstaat.

(3)Tenzij de verzoekende lidstaat en de solidariteit verstrekkende lidstaat een andere prijs overeenkomen, komt de prijs voor het aan de verzoekende lidstaat geleverde gas overeen met de gemiddelde marktprijs in de verstrekkende lidstaat in de 30 dagen voorafgaand aan het verzoek om solidariteit; of de overeenkomstige gemiddelde marktprijs op het dichtstbijzijnde toegankelijke virtuele handelspunt, of op een overeengekomen hub in de afgelopen maand.

(4)De lidstaten die om solidariteit verzoeken, dragen de transport- en opslagkosten. Het staat de verzoekende lidstaat en de solidariteit verstrekkende lidstaat vrij om afspraken te maken over extra kosten en voorwaarden.

(5)Tenzij de verzoekende lidstaat en de solidariteit verstrekkende lidstaat andere compensatievoorwaarden overeenkomen, zijn de volgende kosten niet inbegrepen in de op grond van artikel 13, lid 8, van Verordening (EG) nr. 2017/1938 verschuldigde compensatie:

a)de kosten voor financiële of andere schade die voortvloeit uit de gedwongen afschakeling van klanten vanwege het verstrekken van solidariteit;

b)de kosten voor gerechtelijke of arbitrageprocedures in de solidariteit verstrekkende lidstaat.

(6)De compensatie voor de gasvolumes die worden geleverd in het kader van een solidariteitsverzoek overeenkomstig artikel 13, lid 8, van Verordening (EU) 2017/1938, wordt rechtstreeks door de om solidariteit verzoekende lidstaat betaald aan de solidariteit verstrekkende lidstaat of aan de door die lidstaat in zijn solidariteitsaanbod vermelde entiteit.

(7)De lidstaat waaraan het verzoek om een solidariteitsmaatregel is gericht, verstrekt de solidariteitsmaatregelen zo spoedig mogelijk en uiterlijk [3] dagen na het verzoek. Een lidstaat kan alleen weigeren solidariteit te verstrekken aan een om solidariteit verzoekende lidstaat indien hij aantoont dat hij:

a)zelf niet voldoende gas heeft voor zijn door solidariteit beschermde afnemers of om de kritieke gasvolumes voor de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening te leveren, of

b)niet over voldoende interconnectiecapaciteit beschikt, zoals bepaald in artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2017/1938, en niet in staat is lng te leveren.

(8)Naast de standaardregels waarin dit artikel voorziet, kunnen lidstaten afspraken maken over technische regelingen en coördinatie van het verstrekken van solidariteit.

(9)De bepalingen in dit artikel doen geen afbreuk aan de bestaande regelingen voor de veilige en betrouwbare werking van het gassysteem.

Artikel 32

Procedure voor solidariteitsmaatregelen als er geen solidariteitsovereenkomst is gesloten

(1)De lidstaat die overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2017/1938 om toepassing van de solidariteitsmaatregelen verzoekt, richt een solidariteitsverzoek aan een andere lidstaat; in dat verzoek wordt ten minste de volgende informatie vermeld: de gevraagde gasvolumes, informatie over de gasdruk, de calorische waarde, het leveringspunt, het tijdstip van de eerste mogelijke levering en de verwachte duur van de leveringen.

(2)Het solidariteitsverzoek wordt tegelijkertijd gericht aan de lidstaten die potentieel solidariteitsmaatregelen kunnen toepassen, aan de Commissie en aan de overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt g), van Verordening (EU) 2017/1938 aangewezen nationale crisismanagers.

(3)De lidstaten die een solidariteitsverzoek ontvangen, sturen een antwoord waarin zij vermelden welk volume zij aan de leveringspunten en op het gevraagde tijdstip kunnen leveren, met inbegrip van het volume dat het gevolg is van een eventuele beperking of vrijgave van strategische voorraden als het volume dat met vrijwillige marktmaatregelen kan worden geleverd, ontoereikend is.

(4)Solidariteitsverzoeken worden ten minste 24 uur vóór de aangegeven leveringstermijn ingediend. Solidariteitsverzoeken worden binnen 24 uur beantwoord. De ontvangstbevestiging en de door de verzoekende lidstaat afgenomen hoeveelheid worden binnen 24 uur na de benodigde leveringstermijn gedaan.

(5)Het verzoek kan worden ingediend voor een periode van één dag of meerdere dagen, en het antwoord komt overeen met de gevraagde duur.

(6)Indien er verscheidene solidariteit verstrekkende lidstaten zijn en er met één of meer daarvan bilaterale regelingen bestaan, prevaleren die regelingen tussen de lidstaten die een bilaterale regeling hebben gesloten. De standaardregels waarin dit artikel voorziet, zijn alleen van toepassing op de andere solidaire lidstaten.

(7)De Commissie kan de uitvoering van solidariteitsovereenkomsten faciliteren, met name door middel van een model in de vorm van een beveiligd onlineplatform waarmee verzoeken en aanbiedingen in realtime kunnen worden verzonden.

HOOFDSTUK V — SLOTBEPALINGEN

Artikel 33

Comitéprocedure

(1)De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

(2)Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 34

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 14 wordt van toepassing drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

Na haar inwerkingtreding geldt zij voor een termijn van één jaar.

Artikel 35

Evaluatie 

Uiterlijk 1 oktober 2023 voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening in het licht van de algemene stand van de gasleveringen aan de Unie en brengt zij verslag uit aan de Raad van de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. Op basis van dat verslag kan de Commissie voorstellen de geldigheidsduur van deze verordening te verlengen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Straatsburg,

Voor de Raad

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

1.4.4.Prestatie-indicatoren

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten

3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

3.2.5.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende gezamenlijke aankoop van gassen en efficiënt gebruik van aardgasinfrastructuur tijdens de energiecrisis

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) 

Beleidsterrein: Energie

Activiteit:

EU-Energieplatform

Vaststelling van lng-prijsbeoordeling/benchmark

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

X een nieuwe actie 

 een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 25  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

In de context van de verstoring van de gasvoorziening vanuit de Russische Federatie wordt in de mededeling “REPowerEU” opgeroepen om gezamenlijke aankoopregelingen te ontwikkelen voor de gezamenlijke aankoop van gas, lng en waterstof.

Daarom moet dit voorstel de gasbedrijven in de lidstaten en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap helpen extra lng- en leidinggas te verkrijgen ter vervanging van ontbrekende gasleveringen vanuit de Russische Federatie. Dit mechanisme moet ook de basis leggen voor de gezamenlijke aankoop van waterstof in de toekomst.

Het voorstel heeft tevens tot doel de bestaande maatregelen voor congestiebeheer voor pijpleidingen te versterken teneinde de gassysteembeheerders instrumenten aan te reiken om snel te reageren op veranderingen in de gasstromen en mogelijke contractuele congestie. De nieuwe regels zouden met name het op de markt brengen van ongebruikte langetermijncapaciteit kunnen versnellen.

Bovendien is het van het grootste belang de lng-absorptiecapaciteit van de lng-terminals van de EU en het gebruik van opslagfaciliteiten te optimaliseren. Er is behoefte aan een transparantieplatform en een georganiseerde markt van secundaire capaciteiten, vergelijkbaar met die voor het transport van gas via pijpleidingen.

Lng-benchmark

Voorts moet worden voorzien in stabiele en voorspelbare prijzen voor lng-invoer, die onontbeerlijk is om de tekorten in de aanvoer als gevolg van de waarschijnlijke stopzetting van de invoer van gas uit Rusland te compenseren. In dit voorstel wordt het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (European Agency for the Cooperation of Energy Regulators — “ACER”) opgedragen een objectief prijsbeoordelingsinstrument voor de invoer van lng in de EU te ontwikkelen door realtime-informatie over alle dagelijkse transacties te verzamelen. Dit zal kopers uitgebreidere informatie verschaffen en de prijstransparantie vergroten.

Grotere voorzieningszekerheid

Een integraal onderdeel van de respons van de EU op het gebied van voorzieningszekerheid in de huidige moeilijke context is de proactieve reductie van de vraag naar gas, om ons voor te bereiden op mogelijke verstoringen van de voorziening en tegelijk te voorkomen dat de opslagfaciliteiten uitgeput raken. Elke reductie van de gasvraag die nu kan worden verwezenlijkt, is gunstig om zo goed mogelijk te anticiperen en voorbereid te zijn op de winter van 2023-24 en onze ondergrondse opslagplaatsen tot 90 % te vullen. Daarom moet de geldigheid van de verordening ter reductie van de vraag tot na augustus 2023 worden verlengd en moeten de inspanningen om de vraag naar gas terug te dringen na maart 2023 worden voortgezet.

In de tussentijd bevat dit voorstel, om de paraatheid voor mogelijke noodsituaties in de winter te versterken, en gezien het belang dat alle consumentengroepen binnen hun mogelijkheden bijdragen aan het besparen van gas, bepalingen op grond waarvan de lidstaten bij wijze van uitzondering maatregelen kunnen nemen om het “niet-essentiële verbruik” van beschermde afnemers te reduceren, op voorwaarde dat dit geen afbreuk doet aan de bescherming van kwetsbare consumenten die geen marge hebben om hun verbruik te verminderen, en op voorwaarde dat dit niet leidt tot het afschakelen van beschermde afnemers.

Met dit voorstel wordt een standaardmechanisme tussen de lidstaten ingevoerd om ervoor te zorgen dat ze elkaar helpen bij het bevoorraden van in het kader van de solidariteit beschermde afnemers en kritieke gasgestookte energiecentrales, in een noodsituatie die tot een zeer ernstig tekort aan gas leidt. Voorts wordt voorgesteld dat de lidstaten, onder bepaalde voorwaarden, een solidariteitsverzoek in gang kunnen zetten indien gasgestookte elektriciteitscentrales die nodig zijn om de toereikendheid van het elektriciteitssysteem te waarborgen, het risico lopen niet met kritieke gasvolumes te worden bevoorraad.

Tot slot wordt in het voorstel gewezen op de mogelijkheid van een noodsituatie op Unie- of regionaal niveau met ernstige verstoringen van de gaslevering en voorzieningstekorten. In een dergelijk geval moet de Unie voorbereid zijn om snel verschillende solidariteitsmechanismen op regionaal gecoördineerde wijze toe te passen om de noodsituatie te mitigeren.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

Specifieke doelstelling 1

Oprichting van een faciliteit die de gemeenschappelijke aankoop van aardgas en lng zal verrichten.

Specifieke doelstelling 2

Ondersteuning bij het vermijden van (contractuele en fysieke) congestie van de bestaande pijpleidingen en de lng-terminals van de EU.

Specifieke doelstelling 3

Versnelling van het op de markt brengen van onbenutte langetermijncapaciteiten in de gasstromen.

Specifieke doelstelling 4

Totstandbrenging van een transparantieplatform en een georganiseerde markt van secundaire capaciteiten voor lng, vergelijkbaar met die voor het transport van gas via pijpleidingen.

Specifieke doelstelling 5

Vaststelling van een dagelijkse lng-prijsbeoordeling/benchmark door het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (“ACER”).

Specifieke doelstelling 6

Totstandbrenging van een standaardmechanisme voor solidariteit tussen de lidstaten in geval van een noodsituatie die tot een zeer ernstig tekort aan gas leidt; vaststelling van specifieke voorstellen voor gasgestookte energiecentrales in dit verband.

Specifieke doelstelling 7

De lidstaten in staat stellen bij wijze van uitzondering maatregelen te nemen om het “niet-essentiële verbruik” van beschermde afnemers te reduceren, op voorwaarde dat dit geen afbreuk doet aan de bescherming van kwetsbare consumenten.

Specifieke doelstelling 8

Aanpakken van de mogelijkheid van een noodsituatie op Unie- of regionaal niveau met ernstige verstoringen van de gasvoorziening en leveringstekorten, zodat de Unie voorbereid is om snel verschillende solidariteitsmechanismen op regionaal gecoördineerde wijze toe te passen om de noodsituatie te mitigeren.

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

Het voorstel is een buitengewone maatregel om het efficiënte gebruik van de gasinfrastructuur van de Unie te verbeteren in een geest van solidariteit en om te helpen bij het zoeken naar nieuwe bronnen en manieren voor het leveren van gas, en zo nodig in de toekomst ook waterstof.

Het voorstel creëert een lng-benchmark, die kopers uitgebreidere informatie zal verschaffen en de prijstransparantie zal vergroten.

Het voorstel versterkt de gasleveringsarchitectuur van de Unie, zodat zij beter voorbereid is om het hoofd te bieden aan een noodsituatie, mocht deze zich voordoen.

1.4.4.Prestatie-indicatoren

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

Specifieke doelstelling 1

Oprichting van de faciliteit en gezamenlijk gebruik ervan door verschillende marktdeelnemers.

Specifieke doelstelling 2

Niveau van (contractuele en fysieke) congestie van de bestaande pijpleidingen en de lng-terminals van de EU.

Specifieke doelstelling 3

Verbetering van het op de markt brengen van onbenutte langetermijncapaciteiten in de gasstromen.

Specifieke doelstelling 4

Oprichting van een transparantieplatform en een georganiseerde markt van secundaire lng-capaciteiten, vergelijkbaar met die voor het transport van gas via pijpleidingen.

Specifieke doelstelling 5

Dagelijkse publicatie door ACER van de lng-prijsbeoordeling/benchmark.

Specifieke doelstelling 6

De lidstaten kunnen het hoofd bieden aan een noodsituatie die tot een zeer ernstig tekort aan gas leidt door middel van een standaardsolidariteitsmechanisme.

Specifieke doelstelling 7

Definitie door de lidstaten van het “niet-essentiële verbruik” van beschermde afnemers, op zodanige wijze dat geen afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van kwetsbare consumenten.

Specifieke doelstelling 8

Vermogen van de lidstaten om op een regionaal gecoördineerde wijze op te treden om een noodsituatie te mitigeren.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

Rekening houdend met de omvang van de energiecrisis en de maatschappelijke, economische en financiële gevolgen ervan, acht de Commissie het passend te handelen door middel van een verordening van algemene strekking die rechtstreeks en onmiddellijk van toepassing is. Dit resulteert in een snel, uniform en Uniebreed samenwerkingsmechanisme.

Voor het voorstel zijn extra middelen nodig voor DG ENER, DG COMP en het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators, ACER.

Het voorstel bevat met name nieuwe taken voor ACER om een dagelijkse lng-prijsbeoordeling en lng-benchmark vast te stellen en te publiceren. ACER zal zich moeten houden aan de Iosco-beginselen voor bureaus voor prijsnoteringen (Price Reporting Agencies – PRA), die ervaren beoordelaars, continuïteits- en opvolgingsplanning, beoordelaarstoezicht, auditsporen en klachtenbehandeling vereisen. Er zullen vijf extra voltijdequivalenten in de vorm van vijf tijdelijke functionarissen (TA) nodig zijn om te voldoen aan de Iosco-vereisten.

De nieuwe TA’s moeten richtsnoeren verstrekken voor de intradayrapportage over lng, met inbegrip van biedingen en aanbiedingen, om de gegevenskwaliteit van de gerapporteerde lng-gegevens te waarborgen en om de beste praktijken van andere bureaus voor prijsnotereringen die voldoen aan de Iosco-beginselen in acht te nemen — een permanente taak die momenteel niet door de bestaande middelen van ACER wordt gedekt. Prijsbeoordelingen volgens de Iosco-beginselen worden vastgesteld door een eerste rapporteur die de specifieke markt in kwestie dekt, worden aan collegiale toetsing onderworpen door een tweede rapporteur, en worden altijd vóór de publicatie afgetekend door een senior rapporteur of redacteur. Er moet worden gezorgd voor backups om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen en klachtenprocedures moeten onafhankelijk worden behandeld. Dit proces van collegiale toetsing voor prijsbeoordelingen moet worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat prijsstellingsprocedures en -methodologieën volgens de Iosco-beginselen correct en consistent worden toegepast en om de integriteit en kwaliteit van de gepubliceerde prijzen te waarborgen.

ACER heeft ook extra middelen nodig (1) voor consultancy om de prijsbeoordelingsmethode in het eerste jaar te ontwikkelen, (2) voor IT-consultancy om het IT-rapportagesysteem van ACER aan te passen van de huidige verzameling van ex-postgegevens in het kader van Remit naar het verzamelen en analyseren van intradaygegevens over biedingen, aanbiedingen en handel die vereist zijn uit hoofde van de nieuwe wetgeving, (3) om het auditspoor te waarborgen, (4) voor externe consultancy-audits vanaf het tweede jaar van uitvoering, en (5) voor IT-infrastructuur en IT-gebruikersondersteuning vanaf het tweede jaar van uitvoering, op basis van de veronderstelling dat het mogelijk zal zijn de huidige Remit-infrastructuur te hergebruiken/te verbeteren.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

De ongekende afname van de aardgasleveringen vanuit de Russische Federatie aan de lidstaten noopt tot een gecoördineerd antwoord van de EU. De Russische gasleveringen zijn aanzienlijk gedaald: in september 2022 was 9 % van ons leidinggas afkomstig uit Rusland, met lng erbij 14 %, tegenover respectievelijk 41 % en 45 % in 2021.

Dit voorstel moet de lidstaten en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap en hun gasbedrijven helpen extra leveringen van lng en leidinggas te verkrijgen ter vervanging van ontbrekende gasleveringen vanuit de Russische Federatie. Behalve door gasvraagreductie, energie-efficiëntiemaatregelen en de inzet van hernieuwbare energie zal deze kloof moeten worden overbrugd door de aankoop van extra bronnen van gas, voornamelijk lng.

Daarnaast kan dit mechanisme dienen als basis voor de gezamenlijk aankoop van waterstof in de toekomst.

De vaststelling van een lng-prijsbeoordeling/benchmark door ACER zal kopers uitgebreidere informatie verschaffen en de prijstransparantie vergroten.

De bepalingen voor een versterkt kader voor gasvoorzieningszekerheid zouden het mogelijk maken om mogelijke toekomstige noodsituaties beter op gecoördineerde wijze en in een geest van solidariteit aan te pakken en zo een meerwaarde te bieden vanuit sociaal, economisch en politiek oogpunt.

 

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De ervaring met gezamenlijke aankoop op het gebied van aardgas is vrij beperkt. Uit de ervaring met de aankoop van COVID-19-vaccins is gebleken dat gezamenlijke aankoop een nuttig instrument is. Het is evenwel belangrijk te benadrukken dat vaccins werden aangekocht door de lidstaten en dat gas moet worden aangekocht door ondernemingen. Dit brengt specifieke uitdagingen met zich mee.

ACER heeft ruime ervaring met het verzamelen en verwerken van marktgegevens in het kader van Verordening (EU) nr. 1227/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie (“Remit”).

De bepalingen voor een versterkt kader voor gasvoorzieningszekerheid zijn gebaseerd op de ervaring met de uitvoering van het huidige rechtskader en de paraatheidswerkzaamheden die in 2022 zijn verricht.

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Het voorstel is verenigbaar met het meerjarig financieel kader, maar vereist herprogrammering binnen rubriek 1 wat betreft de bijdrage aan ACER. De beleidskredieten die DG ENER nodig heeft, zullen worden gedekt door de bestaande toewijzing in de begrotingsonderdelen voor DG ENER.

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

De extra personeelsbehoeften zijn nodig voor nieuwe taken die permanent zullen worden voor gasvoorzieningszekerheid en voor een met het mededingingsrecht in overeenstemming zijnde implementatie van het consortium voor gasaankopen, terwijl de bestaande taken in de nabije toekomst niet zullen afnemen. In het kader van het huidige MFK moet de Commissie echter werken in een context van stabiele personeelsbezetting, zodat binnen de instelling naar herschikking moet worden gezocht.

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

X beperkte geldigheidsduur

X    van kracht vanaf [dag van inwerkingtreding] tot en met [twee jaar na de inwerkingtreding]

X    financiële gevolgen vanaf 2022 tot en met 2027 voor vastleggingskredieten en vanaf 2022 tot en met 2028 voor betalingskredieten

 onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 26

X Direct beheer door de Commissie

X door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen;

 Gedeeld beheer met lidstaten

X Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

X de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De taken die rechtstreeks door DG ENER en DG COMP worden uitgevoerd, volgen de jaarlijkse planning- en monitoringcyclus, zoals die wordt gevolgd in de Commissie en de uitvoerende agentschappen, met inbegrip van de verslaglegging over de resultaten via de jaarlijkse activiteitenverslagen van DG ENER en DG COMP.

Voorts zal de werking van het mechanisme worden gemonitord overeenkomstig artikel 5 van het voorstel.

Het voorstel bevat ook, op grond van artikel 6 quater, specifieke rapportagevereisten.

Overeenkomstig het Financieel Reglement moet ACER in het kader van zijn programmeringsdocument een jaarlijks werkprogramma opstellen met details over de financiële en personele middelen voor elk van de uitgevoerde activiteiten. ACER brengt maandelijks verslag uit aan DG ENER over de uitvoering van de begroting, met inbegrip van vastleggingen, en over betalingen per begrotingstitel en vacaturepercentages per personeelstype. DG ENER wordt rechtstreeks vertegenwoordigd in de bestuursorganen van ACER. Via zijn vertegenwoordigers in de raad van bestuur wordt DG ENER op elke vergadering tijdens het jaar op de hoogte gesteld van het gebruik van de begroting en de personeelsformatie.

Tot slot moet ACER, ook in overeenstemming met de financiële regels, in de raad van bestuur en via het jaarlijkse activiteitenverslag, jaarlijks verslag uitbrengen over zijn activiteiten en het gebruik van middelen.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De Commissie zal, door middel van dienstverleningscontracten of andere direct beheerde instrumenten, financiering verstrekken voor het opzetten van het mechanisme door de entiteit die de gezamenlijke aankoop zal beheren. De Commissie, of de entiteit die de gezamenlijke aankoop beheert, zal echter geen gas kopen namens de deelnemende ondernemingen.

De Commissie zal trachten deze entiteit te selecteren uit bestaande energiebeurzen en capaciteitstoewijzingsplatforms. De uitgaven zullen worden uitgevoerd onder direct beheer, met volledige toepassing van de bepalingen van het Financieel Reglement. De controlestrategie voor aanbestedingen en subsidies in DG ENER omvat specifieke juridische, operationele en financiële ex-antecontroles van de procedures (inclusief, voor aanbestedingsprocedures en wanneer passend, een toetsing door de raadgevende commissie voor aankopen en overeenkomsten) en van de ondertekening van contracten en overeenkomsten. Bovendien zijn uitgaven voor de aankoop van goederen en diensten onderworpen aan ex-antecontroles en, indien nodig, ex-post- en financiële controles.

Wat betreft de lng-prijsbeoordeling en -benchmarking en op basis van de deskundigheid van ACER, is het kosteneffectiever om de nieuwe taak toe te wijzen aan een bestaand agentschap dat reeds soortgelijke taken uitvoert. DG ENER heeft een controlestrategie opgezet om zijn betrekkingen met ACER te beheren, als onderdeel van het internecontrolekader van de Commissie van 2017. ACER heeft in december 2018 een eigen internecontrolekader herzien en vastgesteld.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Wat de uitvoering van de taken in verband met het opzetten van het mechanisme betreft, houden de geïdentificeerde risico’s verband met het gebruik van aanbestedingsprocedures: vertraging, beschikbaarheid van gegevens, tijdige informatie voor de markt enz. Deze risico’s worden gedekt door het Financieel Reglement en worden beperkt door de door DG ENER uitgevoerde reeks interne controles voor aanbestedingen van deze waarde.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

DG ENER brengt jaarlijks, in zijn jaarlijks activiteitenverslag, verslag uit over de kosten van de controle van zijn activiteiten. Het risicoprofiel en de kosten van controles voor aanbestedingsactiviteiten activiteiten zijn in overeenstemming met de vereisten.

De door DG ENER en DG COMP toegewezen taken in verband met het opzetten van het mechanisme zullen niet leiden tot aanvullende controles of tot een wijziging in de verhouding van de controlekosten. Evenzo schept de toewijzing van extra taken voor het bestaande mandaat van ACER naar verwachting geen specifieke aanvullende controles bij ACER, zodat de verhouding van controlekosten ten opzichte van de waarde van de beheerde middelen ongewijzigd blijft.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

DG ENER heeft in 2020 een herziene fraudebestrijdingsstrategie vastgesteld. De fraudebestrijdingsstrategie van DG ENER is gebaseerd op de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie en er is intern een specifieke risico-evaluatie uitgevoerd ter identificatie van de meest fraudegevoelige gebieden, van de reeds bestaande controles en van maatregelen ter verbetering van de capaciteit van DG ENER om fraude tegen te gaan, op te sporen en te corrigeren.

ACER past de fraudebestrijdingsbeginselen van gedecentraliseerde EU-agentschappen toe, in overeenstemming met de benadering van de Commissie. ACER heeft in maart 2019 een nieuwe fraudebestrijdingsstrategie vastgesteld en daarbij Besluit 13/2014 van de raad van bestuur van ACER ingetrokken. De nieuwe strategie kent een termijn van drie jaar en is op de volgende elementen gebaseerd: een jaarlijkse risico-evaluatie, preventie en beheer van belangenverstrengeling, interne voorschriften inzake klokkenluiders, beleid en een procedure voor het beheer van gevoelige functies, en maatregelen inzake ethiek en integriteit.

Zowel de ACER-verordening als de contractuele bepalingen die voor openbare aanbestedingen gelden, waarborgen dat controles en inspecties ter plaatse kunnen worden uitgevoerd door de diensten van de Commissie, waaronder OLAF, met gebruik van de door OLAF aanbevolen standaardbepalingen.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort  
uitgave

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK 27

van EVA-landen 28

van kandidaat-lidstaten 29

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

01

02 20 04 02

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

01

02 10 06

GK

JA

NEE

NEE

NEE

·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort 
uitgave

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

[XX.YY.YY.YY]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

DG: ENER

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

□ Beleidskredieten

Begrotingsonderdeel 30 02 20 04 02.

Vastleggingen

(1a)

1,000

1,000

Betalingen

(2 a)

0,500

0,500

1,000

Begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1b)

Betalingen

(2b)

Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 31  

Begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten 
voor DG ENER

Vastleggingen

=1a+1b +3

1,000

1,000

Betalingen

=2a+2b

+3

0,500

0,500

1,000

 



TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

1,000

1,000

Betalingen

(5)

0,500

0,500

1,000

□ TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten 
onder RUBRIEK 1 
van het meerjarig financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

1,000

1,000

Betalingen

=5+ 6

0,500

0,500

1,000

Betalingen

=5+ 6

Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

2023

2024

2025

2026

2027

2028

TOTAAL

Titel 1:

Vastleggingen

(1)

0,785

0,785

0,785

0,785

0,785

3,925

Betalingen

(2)

0,785

0,785

0,785

0,785

0,785

3,925

Titel 2:

Vastleggingen

(1a)

0,100

0,100

0,100

0,100

0,400

Betalingen

(2a)

0,100

0,100

0,100

0,100

0,400

Titel 3:

Vastleggingen

(3a)

1,045

0,102

0,104

0,106

0,108

1,465

Betalingen

(3b)

1,045

0,1020

0,104

0,106

0,108

1,465

TOTAAL kredieten 
voor het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

Vastleggingen

=1+1a +3a

1,830

0,987

0,989

0,991

0,993

5,790

Betalingen

=2+2a

+3b

1,830

0,987

0,989

0,991

0,993

5,790





Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

7

“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG ENER

□ Personele middelen

1,413

1,413

1,413

1,413

5,652

□ Andere administratieve uitgaven

0,030

0,030

0,030

0,030

0,120

TOTAAL DG ENER

Kredieten

1,443

1,443

1,443

1,443

5,772

DG COMP

□ Personele middelen

0,314

0,314

0,314

0,314

1,256

□ Andere administratieve uitgaven

0,000

0,000

0,000

0,000

0,000

TOTAAL DG COMP

Kredieten

0,314

0,314

0,314

0,314

1,256

TOTAAL kredieten 
onder RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

1,757

1,757

1,757

1,757

7,028

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

TOTAAL

TOTAAL kredieten 
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 
van het meerjarig financiële kader 

Vastleggingen

2,757

3,587

2,744

2,746

0,991

0,993

13,818

Betalingen

1,757

4,087

3,244

2,746

0,991

0,993

13,818

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten

Vastleggingskredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 32

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 33

- Output

- Output

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

TOTAAL

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de personele middelen van ACER 

3.2.3.1.Samenvatting

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)

0,785

0,785

0,785

0,785

0,785

3,925

Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)

Arbeidscontractanten

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

0,785

0,785

0,785

0,785

0,785

3,925

Personeelsvereisten (vte):

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)

5

5

5

5

5

5

Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)

Arbeidscontractanten

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

5

5

5

5

5

5

De aanwerving is gepland voor de eerste helft van 2023.

3.2.3.2.Geraamde behoefte aan personele middelen voor de Commissie

Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 34

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader

Personele middelen

1,727

1,727

1,727

1,727

6,908

Andere administratieve uitgaven

0,030

0,030

0,030

0,030

0,120

Subtotaal RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader

1,757

1. 757

1,757

1,757

7,028

Buiten RUBRIEK 7 35   
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

0

0

0

0

0

Andere administratieve  
uitgaven

0

0

0

0

0

Subtotaal  
buiten RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader

0

0

0

0

0

TOTAAL

1,757

1. 757

1,757

1,757

7,028

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Raming in voltijdequivalenten

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar N+2

Jaar N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

□ Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 (hoofdkantoor en vertegenwoordigingen van de Commissie)

11

11

11

11

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek onder contract)

01 01 01 11 (eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

 Extern personeel (in voltijdequivalenten: vte) 36

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

XX 01 xx yy zz   37

- centrale diensten

- delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT - onderzoek onder contract)

01 01 01 12 (AC, END, INT - eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

11

11

11

11

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Het voorstel voorziet in een verbeterde architectuur voor gasvoorzieningszekerheid, met nieuwe verplichtingen voor de lidstaten en dienovereenkomstig een grotere rol voor DG Energie op een groot aantal gebieden, namelijk:

·Algemeen beheer en uitvoering van de verordening (3 vte’s);

·Opstellen van een voorstel voor een maatregel van de Raad die voorziet in een mechanisme voor de toewijzing van gascapaciteiten ter bevoorrading van lidstaten waarvoor een noodsituatie op regionaal of Unieniveau is afgekondigd; beheer en uitvoering van het voorstel, met inbegrip van de betrokkenheid van de crisismanagementgroep (2 vte’s);

·Beoordeling van verzoeken van de lidstaten om quota voor hogere kritieke gasvolumes (1 vte);

·Follow-up van solidariteitsverzoeken; facilitering van de uitvoering van solidariteitsovereenkomsten (1,5 vte);

·Administratieve bijstand (1,5 vte’s).

Daarnaast voorziet het voorstel in een grotere rol voor DG Concurrentie, namelijk:

·Werkzaamheden ter ontwikkeling van een met het mededingingsrecht in overeenstemming zijnde implementatie van het consortium voor gasaankopen, waarvoor uitwisselingen met de industrie vereist zijn (2 vte’s).

Extern personeel

n.v.t.

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

X    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader.

X    Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financiële kader.

DG ENER zal begrotingsonderdeel 02 20 04 02 “Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt” gebruiken voor de operationele uitgaven in verband met het mechanisme voor gezamenlijke aankopen, maar voor de aan ACER toegewezen taken zal een herprogrammering van de bijdrage aan ACER nodig zijn, die wordt gecompenseerd door begrotingsonderdelen van door DG ENER beheerde programma’s.

   Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financiële kader 38 .

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5.Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

X    voorziet niet in medefinanciering door derden

   voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 39

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten

 

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 40

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

(1)    De Commissie presenteerde in oktober 2021 de toolbox voor energieprijzen en in maart en mei 2022 de REPowerEU-mededeling en het REPowerEU-plan, waaronder wetgevingsvoorstellen in het kader van Fit for 55, de verordening inzake gasopslag, het plan “Gas besparen om de winter goed door te komen” met een verordening inzake de vermindering van de gasvraag en de verordening noodmaatregelen inzake hoge elektriciteitsprijzen.
(2)    Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen, 14.9.2022, COM(2022) 473.
(3)    COM(2022) 230 final.
(4)    Uit recente publicaties van Eurostat blijkt dat energie verantwoordelijk was voor ongeveer een half procentpunt van de totale jaarinflatie van 9,1 % in de eurozone in augustus 2022.
(5)    In vergelijking met China bijvoorbeeld, is het prijsverschil in de EU-industrie in het tweede kwartaal van 2022 bijvoorbeeld toegenomen met respectievelijk 42 en 60 procentpunten voor elektriciteit en gas ten opzichte van het tweede kwartaal van 2021; het prijsverschil met de Verenigde Staten is nog veel groter.
(6)    Om de problemen in verband met de gasprijzen in de EU aan te pakken, richt dit voorstel zich niet alleen op de feitelijke gasprijzen maar ook op de prijsvolatiliteit op de energiemarkten, door een instrument in te voeren om de bestaande volatiliteitsmechanismen aan te vullen en opwaartse prijspieken te beperken.
(7)    Zoals bepaald door de Europese Raad [ref. conclusies] moet het Energieplatform ook openstaan voor deelname van de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap.
(8)    De vuldoelstelling is 90 % voor landen met ondergrondse opslaginstallaties; voor andere lidstaten geldt een gelijkwaardige verplichting voor de winter van 2023/2024.
(9)    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (COM(2021) 803 final); voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (herschikking), COM(2021) 804 final.
(10)     Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof, COM/2021/803 final; voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (herschikking), COM(2021) 804 final.
(11)     Verordening (EU) 2022/1032 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2022 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2017/1938 en (EG) nr. 715/2009 wat betreft gasopslag (PB L 173 van 30.6.2022, blz. 17).
(12)     Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (Voor de EER relevante tekst) (PB C 11 van 14.1.2011, blz. 1).
(13)     Mededeling van de Commissie over informeel advies betreffende nieuwe of onopgeloste vragen met betrekking tot de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die in individuele gevallen rijzen (adviesbrieven) (PB C xx).
(14)    COM(2022) 108 final.
(15)    JOIN(2022) 23 final.
(16)    Zie artikel 64 van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (herschikking) (COM(2021) 804 final).
(17)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(18)    Verordening (EU) 2022/1032 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2022 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2017/1938 en (EG) nr. 715/2009 wat betreft gasopslag (PB L 173 van 30.6.2022, blz. 17).
(19)    Mededeling van de Commissie over informele richtsnoeren betreffende nieuwe of onopgeloste vragen in verband met de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die zich in individuele gevallen voordoen (adviesbrieven) (PB C xx).
(20)    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (COM(2021) 803 final); voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (herschikking) (COM(2021) 804 final.
(21)

   Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(22)

   Arrest van het Hof van Justitie van 15 juli 2021, Duitsland/Polen, C-848/19 P, ECLI:EU:C:2021:598.

(23)    Zie artikel 64 van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (herschikking) (COM(2021) 804 final).
(24)    Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).
(25)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(26)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(27)    GK = Gedifferentieerde kredieten / NGK = Niet-gedifferentieerde kredieten.
(28)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(29)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(30)    Volgens de officiële begrotingsnomenclatuur.
(31)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.
(32)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(33)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)...”
(34)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(35)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.
(36)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(37)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(38)    Zie de artikelen 12 en 13 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027.
(39)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(40)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
Nahoru

Straatsburg, 18.10.2022

COM(2022) 549 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een verordening van de Raad

inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks




BIJLAGE 1

a) Maximale kritieke gasvolumes voor elektriciteitsvoorzieningszekerheid uit hoofde van artikel 27 voor de periode van december 2022 tot en met maart 2023 1

Waarden in mkm

December 2022

Januari 2023

Februari 2023

Maart 2023

AT

23,63

190,62

128,70

92,15

BE

301,43

385,33

355,18

351,35

BG

52,20

71,07

60,89

60,32

CY

-

-

-

-

CZ

4,47

49,64

34,80

28,28

DE

954,00

1 486,91

1 278,59

1 174,13

DK

223,49

266,47

229,26

240,13

EE

0,46

5,15

5,00

1,05

EL

191,87

272,49

257,23

180,03

ES

1 378,23

1 985,66

1 523,00

1 189,29

IE

327,82

336,05

325,06

337,76

FI

8,76

39,55

44,66

12,97

FR

757,04

786,51

737,04

670,75

HR

8,11

52,73

47,18

26,28

HU

12,01

77,83

53,59

34,50

IT

1 614,02

2 595,56

2 455,07

2 085,03

LV

71,54

72,70

70,46

63,05

LT

2,24

20,22

18,81

4,21

LU

-

-

-

-

MT

16,77

20,49

20,40

17,66

NL

284,60

550,35

413,20

402,55

PL

62,04

61,08

52,16

59,19

PT

384,15

397,92

350,12

380,53

RO

102,70

179,35

162,41

159,71

SI

11,17

13,67

11,86

9,27

SK

31,81

47,26

34,80

34,76

SE

14,99

16,15

14,23

13,50



b) Maximale kritieke gasvolumes voor elektriciteitsvoorzieningszekerheid uit hoofde van artikel 27 voor de periode van april 2023 tot en met december 2023

Waarden in mkm

Maandelijkse waarde

AT

108,78

BE

348,32

BG

61,12

CY

-

CZ

29,29

DE

1 223,41

DK

239,84

EE

2,91

EL

225,40

ES

1 519,05

IE

331,67

FI

26,48

FR

737,83

HR

33,57

HU

44,48

IT

2 187,42

LV

69,44

LT

11,37

LU

-

MT

18,83

NL

412,68

PL

58,62

PT

378,18

RO

151,04

SI

11,49

SK

37,16

SE

14,72

(1)      De cijfers in bijlage I, punten a) en b), zijn gebaseerd op gegevens van de wintertoereikendheidsbeoordeling uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EU) 2019/941 door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB-E). Bijlage I a) geeft de individuele maandelijkse volumes weer die door ENTSB-E zijn berekend voor de maanden december 2022 tot en met maart 2023; de cijfers in tabel 1 b) voor de maanden april 2023 tot en met december 2023 geven het gemiddelde weer van de waarden in de periode tussen december 2022 en maart 2023.
Nahoru