Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023DC0062

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S Een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk

    COM/2023/62 final

    Brussel, 1.2.2023

    COM(2023) 62 final

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

    Een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk




    1.Inleiding: een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk

    In dit decennium zal de wereld doortastend moeten optreden om de stijging van de mondiale temperaturen te beperken en de nodige stappen te zetten om nettonul te bereiken. De inzet is hoog en de uitdagingen zijn complex, maar we hebben een unieke gelegenheid om deze dwingende noodzaak te gebruiken als katalysator voor investeringen in een op schone energie gebaseerde economie en industrie van het nettonultijdperk.

    De Europese Green Deal heeft onze ambities inzake de groene transitie in marmer gebeiteld, met inbegrip van onze klimaatdoelstellingen om tegen 2050 nettonul te bereiken. Het “Fit for 55”-pakket bevat een concreet plan om de Europese economie stevig op het spoor daarnaartoe te zetten, en het REPowerEU-plan zorgt voor een snellere afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen. Samen met het actieplan voor de circulaire economie vormt dit het kader voor de transformatie van de EU-industrie met het oog op het nettonultijdperk.

    In de komende jaren zal het nettonultijdperk economisch gestalte worden gegeven. Er zullen nieuwe markten zijn gecreëerd, baanbrekende schone technologieën zullen zijn bedacht, ontwikkeld en op de markt gebracht, en onze energiesystemen zullen getransformeerd zijn. Daarom zullen degenen die vandaag als eersten en sneller investeren, hun plaats in deze nieuwe economie veiligstellen en banen scheppen voor nieuw geschoolde arbeidskrachten, de industriële productie verjongen, de kosten voor mensen en bedrijven verlagen en in een uitstekende positie verkeren om andere delen van de wereld te ondersteunen bij het koolstofvrij maken van hun eigen economie.

    De omvang van de kansen voor de Europese industrie richt de schijnwerper op deze behoefte. Het Internationaal Energieagentschap schat dat de mondiale markt voor belangrijke, massaal geproduceerde schone energietechnologieën tegen 2030 ongeveer 650 miljard USD (ongeveer 600 miljard EUR) per jaar zal vertegenwoordigen — meer dan drie keer het huidige niveau. Het aantal daarmee samenhangende banen in de energieproductie zou in dezelfde periode meer dan verdubbelen 1 . De nettonulindustrie groeit wereldwijd sterk, en zelfs zodanig dat de vraag soms groter is dan het aanbod.

    De EU is goed toegerust om de uitdaging aan te gaan en de door nettonul geboden kansen aan te grijpen. Het Europese economische model, dat is gebaseerd op de eengemaakte markt, heeft de afgelopen decennia voor toenemende welvaart gezorgd. Europa is een toonaangevende speler op het gebied van innovatie, durfkapitaal en de uitrol van nettonultechnologieën en duurzame producten. Het heeft een sterk uitgangspunt — een industrie met een staat van dienst als bewezen trendsetter en normsteller, die in toenemende mate gedigitaliseerd is en hoogwaardige en innovatieve producten vervaardigt die overal ter wereld worden gebruikt. Het heeft wereldwijd toonaangevende wetenschappers en onderzoekers, die voortdurend baanbrekende oplossingen ontwikkelen of bestaande technologieën verfijnen.

    De EU heeft ook getoond hoe de groene transitie het concurrentievermogen kan versterken. De uitfasering van Russische fossiele brandstoffen heeft geleid tot een versnelling van een nieuwe industriële revolutie die beoogt een einde te maken aan het tijdperk van fossiele brandstoffen. In onze hele economie wordt een breed scala aan nieuwe nettonultechnologieën ontwikkeld en uitgerold: in de transportsector, de bouw, de productie en de energiesector; er worden zelfs volledig nieuwe markten gecreëerd. Ons nettonulecosysteem was in 2021 meer dan 100 miljard EUR waard, een verdubbeling sinds 2020 2 .

    De EU heeft ook bewezen bestand te zijn tegen aanhoudende veranderingen en uitdagingen. De industrie staat onder druk op alle fronten: hoge inflatie, tekorten aan arbeidskrachten, demografische veranderingen, verstoringen van de toeleveringsketens na COVID-19, stijgende rentetarieven, pieken in de energiekosten en inputprijzen. Dit gaat gepaard met hevige, maar niet altijd eerlijke concurrentie op de gefragmenteerde wereldmarkt. Ondanks deze tegenwind heeft de economie van de EU tot nu toe goed standgehouden en de politieke eenheid werpt vruchten af. De gas- en olieprijzen zijn nu tot onder het niveau van voor de oorlog gezakt. In december 2022 is de inflatie in heel Europa voor de tweede achtereenvolgende maand sterk gedaald. De werkloosheid is lager dan vóór de financiële crisis van 2008 en de arbeidsmarkten blijven goed presteren.

    De EU is ervan overtuigd dat zij de interne industriële transformatie naar nettonul kan versnellen en is vastbesloten dat te doen. Behalve bij behoeften en kansen zoals de uitrol van hernieuwbare energiebronnen, de transformatie van energie- en vervoersinfrastructuur zoals netwerken, de massale omschakeling naar waterstof uit niet-fossiele bronnen als opslagmedium, brandstof en grondstoffen, kan de EU ook een voortrekkersrol spelen in de nettonulindustrieën van de toekomst. We kunnen met onze buitenlandse partners ook nieuwe vormen van samenwerking op het gebied van schone technologie creëren. Door met partners samen te werken bij de ontwikkeling van nettonultechnologieën, door de diversificatie en versterking van toeleveringsketens en door anderen te ondersteunen bij hun groene transitie, kan de wedloop naar nettonul goed zijn voor de planeet en het bedrijfsleven.

    Er zijn ook bemoedigende tekenen dat ook de partners van Europa de kansen van een nettonulindustrie beginnen aan te grijpen. De Inflation Reduction Act van de Verenigde Staten zal tegen 2032 meer dan 360 miljard USD (ongeveer 330 miljard EUR) mobiliseren. De Japanse plannen voor groene transformatie beogen 20 biljoen JPY (ongeveer 140 miljard EUR) op te halen door middel van “groenetransitieobligaties”. India heeft het Production Linked Incentive Scheme voorgesteld om het concurrentievermogen in sectoren als fotovoltaïsche zonne-energie en batterijen te vergroten. Ook het Verenigd Koninkrijk, Canada en vele andere hebben hun plannen voor investeringen in schone technologieën voorgesteld. Europa is vastbesloten om in het algemeen belang met al deze partners samen te werken.

    Handel en concurrentie op het gebied van de nettonulindustrie moeten echter eerlijk verlopen. Sommige initiatieven van onze partners kunnen ongewenste neveneffecten hebben voor onze eigen nettonulindustrieën. Belangrijker is dat de Chinese subsidies, in verhouding tot het bbp 3 , al lang twee keer zo hoog zijn als die in de EU. Dit heeft de markt verstoord en heeft ervoor gezorgd dat de productie van een aantal nettonultechnologieën momenteel wordt gedomineerd door China, dat van subsidiëring van innovatie en productie op het gebied van schone technologie een prioriteit van zijn vijfjarenplan heeft gemaakt. De geplande investeringen in schone technologieën in China bedragen meer dan 280 miljard USD (ongeveer 260 miljard EUR). Europa en zijn partners moeten meer doen om het effect van die oneerlijke subsidies en de langdurige verstoring van de markt tegen te gaan. Wanneer de voetafdruk van de overheid op de particuliere markten te groot is, creëren verstoringen een ongelijk speelveld en ontstaat er oneerlijke concurrentie. De Commissie zal ten volle gebruik blijven maken van handelsbeschermingsinstrumenten om de eengemaakte markt en de op regels gebaseerde internationale handel te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping en verstorende subsidies.

    Ook in de toekomst zullen uitdagingen op het gebied van concurrentievermogen blijven bestaan. Het tijdperk van goedkope fossiele brandstoffen is voorbij, en dat vergt een versnelling van de groene transitie om ervoor te zorgen dat de industrie toegang heeft tot overvloedige en betaalbare schone energie. De EU moet voortbouwen op haar grootste kracht, de eengemaakte markt, en versnippering voorkomen. Daarom is de Commissie vastbesloten met een alomvattende Europese aanpak te komen op basis van gemeenschappelijke strategische prioriteiten en een beoordeling van de investeringsbehoeften. Daartoe moeten verschillende opties worden onderzocht om tot een gezamenlijke respons van de EU te komen, met inbegrip van EU-financiering. Er moet ook meer worden gedaan om de toegang van bedrijven tot particuliere financiering te vergemakkelijken, met name door de kapitaalmarktenunie te voltooien. Een groter concurrentievermogen moet hand in hand gaan met goed betaalde hoogwaardige banen en investeringen in menselijk kapitaal.

    De besluiten die vandaag worden genomen, zullen het industriële nettonultijdperk vorm geven. De EU moet klaar zijn om het voortouw te nemen, en daarbij blijk geven van snelheid, ambitie en een gezamenlijk gevoel van richting. Een gezamenlijke respons, die verankerd is in het beleid en de instrumenten van de EU, zal veel doeltreffender zijn dan de optelsom van 27 nationale benaderingen.

    2.Een industrieel plan voor de Green Deal – voorop blijven

    Tegen deze achtergrond van kolossale kansen en uitdagingen heeft Europa een nieuw industrieel plan voor de Green Deal nodig. Het plan zal deel uitmaken van de Europese Green Deal, waarmee wij onze weg banen naar klimaatneutraliteit, en zal Europa in staat stellen wereldwijd het voortouw te nemen in het industriële nettonultijdperk.

    Het uitgangspunt van het plan is de noodzaak om de technologische ontwikkeling, de productie en de installatie van nettonulproducten en van een nettonulenergievoorziening in het komende decennium aanzienlijk te versnellen, en de toegevoegde waarde van een EU-brede aanpak om deze uitdaging samen aan te gaan. Dit wordt bemoeilijkt door de wereldwijde wedloop om grondstoffen en geschoold personeel. Het plan wil deze tweedeling aanpakken door zich te concentreren op de gebieden waar Europa het grootste verschil kan maken. Het is ook bedoeld om door een mix van diversificatie en eigen ontwikkeling en productie te voorkomen dat we het risico lopen dat onze afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen wordt vervangen door andere strategische afhankelijkheden die onze toegang tot belangrijke technologieën en input voor de groene transitie zouden kunnen belemmeren. Het plan zal een aanvulling vormen op de lopende inspanningen om de industrie te transformeren in het kader van de Europese Green Deal en de industriestrategie van de EU, met name het actieplan voor de circulaire economie. Ook het moderniseren en koolstofvrij maken van energie-intensieve industrieën blijft een topprioriteit, evenals het waarborgen van beroepsmobiliteit en het scheppen van hoogwaardige banen door middel van opleiding en onderwijs.

    Daarom is een krachtige gezamenlijke Europese respons nodig om de nettonulindustrie een impuls te geven. Het industrieel plan voor de Green Deal zal uitgaan van onze sterke punten: openheid, innovatie, inclusiviteit en duurzaamheid. Onder de juiste omstandigheden zal de nettonulindustrie in Europa een cruciale rol spelen bij de omvorming van het continent tot een groene economie, die welvaart in de EU oplevert en wereldwijd een voortrekkersrol speelt op het gebied van technologie en de bestrijding van klimaatverandering en milieuvervuiling.

    Deze schets voor een nieuw industrieel plan voor de Green Deal steunt op vier pijlers:

    ·een voorspelbaar en vereenvoudigd regelgevingskader;

    ·snellere toegang tot voldoende financiering;

    ·vaardigheden, en

    ·open handel voor veerkrachtige toeleveringsketens.

    2.1.Een voorspelbaar, coherent en vereenvoudigd regelgevingskader

    De EU vertrouwt van oudsher op een sterk regelgevingskader voor het scheppen van gunstige voorwaarden voor het bedrijfsleven, het bieden van hoogwaardige werkgelegenheid voor onze werknemers en een hoog niveau van bescherming van ons milieu. Deze drie dimensies kunnen elkaar versterken als de regelgeving evenwichtig is en slim is ontworpen, hetgeen voortdurende aandacht vergt. Daarom heeft de Commissie dit jaar voor alle nieuwe regelgeving een aanvullende “concurrentievermogenstoets” ingevoerd om ervoor te zorgen dat alle potentiële gevolgen voor het concurrentievermogen worden aangepakt en onnodige lasten worden vermeden. Een eenvoudig, voorspelbaar en duidelijk regelgevingskader is essentieel om investeringen te bevorderen. Maatregelen op EU-niveau voorkomen versnippering tussen 27 regelgevingsbenaderingen.

    Dit voorjaar zal de Commissie drie belangrijke voorstellen voor het concurrentievermogen van de industrie indienen, die gebaseerd zijn op de noodzaak van hervormingen:

    Ten eerste neemt de Commissie zich voor om, als onderdeel van het industrieel plan voor de Green Deal, wetgeving voor een nettonulindustrie voor te stellen ter ondersteuning van de industriële productie van belangrijke technologieën in de EU. De wetgeving zou een vereenvoudigd regelgevingskader bieden voor de productiecapaciteit voor producten die van cruciaal belang zijn om onze doelstellingen inzake klimaatneutraliteit te halen, zoals batterijen, windmolens, warmtepompen, zonnecellen, elektrolyse-installaties en technologieën voor koolstofafvang en -opslag 4 . De wetgeving voor een nettonulindustrie zou met name:

    ·na een sectorspecifieke analyse doelstellingen voor industriële capaciteit tegen 2030 vaststellen waar dat nodig is om ervoor te zorgen dat strategische afhankelijkheden de groene transitie niet in gevaar brengen. Daarbij zal de hele toeleverings- en waardeketen over de grenzen heen in aanmerking worden genomen, zodat leveringen geen knelpunt worden;

    ·de duur van vergunningsprocedures verminderen en de voorspelbaarheid ervan vergroten door specifieke termijnen vast te stellen voor de verschillende fasen van de vergunningverlening, en de administratieve capaciteit van de lidstaten aanzienlijk versterken, bijvoorbeeld door een éénloketsysteem in te voeren — een enig contactpunt voor investeerders en belanghebbenden uit het bedrijfsleven tijdens de hele administratieve procedure.

    Aangezien de Europese waardeketens in de eengemaakte markt sterk geïntegreerd en onderling verbonden zijn (zie figuur 1), zouden in de wetgeving voor een nettonulindustrie eenvoudige en operationele criteria worden vastgesteld voor het identificeren van projecten voor nettonultoeleveringsketen van strategisch belang. Dit moet ervoor zorgen dat alle lidstaten blijven profiteren van innovatieve industriële toepassingen door het bevorderen van strategische projecten, met inbegrip van meerlandenprojecten, die toegankelijk zijn voor zowel ontwikkelde als minder ontwikkelde regio’s. Voor deze projecten zouden versnelde vergunningsprocedures kunnen gelden en zij zouden particuliere, EU- en nationale overheidsfinanciering kunnen aantrekken 5 .

    Europese normen kunnen de uitrol van schone en digitale technologieën helpen bevorderen. Met name voor nieuwe industriële waardeketens zou het anticiperen op en ontwikkelen van hoogwaardige Europese normen voor de EU-industrie een belangrijk concurrentievoordeel kunnen opleveren, ook op mondiaal niveau. Die normen kunnen het “afzetvermogen” aantonen en investeringen aantrekken in ondernemingen die zich eraan houden. Europese normen zouden EU-industrieën in staat stellen hun technologieën in de hele eengemaakte markt op te schalen — wat van groot belang is voor start-ups en kmo’s.

    ·De wetgeving zou de Commissie in staat kunnen stellen te verzoeken om Europese normen die de snelle uitrol van belangrijke technologieën bevorderen 6 .

    Figuur 1 De toeleveringsketens voor en banen in de windmolensector zijn in de EU en Europa sterk geïntegreerd

    Bron: Wind Europe. De kaart toont de windturbineproductiefaciliteiten in de EU voor alle segmenten.

    De omvang van de cirkels staat in verhouding tot het aantal banen per faciliteit (kleine cirkels: 10 tot 50 werknemers; grote cirkels: meer dan 1000 werknemers).

    Om innovatie te bevorderen, zal de Commissie nagaan of testomgevingen voor regelgeving kunnen worden opgezet om snelle experimenten en disruptieve innovatie voor het testen van nieuwe technologieën mogelijk te maken 7 . Dergelijke testomgevingen voor regelgeving kunnen ook de weg vrijmaken voor vereenvoudiging van het vergunnings- of certificeringsproces voor het in de handel brengen van producten. Die procedures kunnen nu lang duren, waardoor de invoering van innovatieve producten wordt vertraagd en vooral kmo’s en start-ups een aanzienlijke last ondervinden. De Commissie zal testinstallaties blijven financieren als een belangrijke stap om technologie op de markt te brengen.

    Om de vraag naar nettonulproducten op grote schaal verder te stimuleren, kunnen verschillende vormen van overheidsoptreden, zoals overheidsopdrachten, concessies en stimulansen voor bedrijven en eindgebruikers om op duurzaamheid en circulariteit gebaseerde nettonultechnologieën te gebruiken, een grote rol spelen. Overheden in de EU besteden ongeveer 14 % van het bbp (ongeveer 2 biljoen EUR per jaar) aan de aankoop van diensten, werken en producten. Het aanbestedingsbeleid en andere vormen van overheidssteun kunnen een rol spelen bij het maximaliseren van het rendement van overheidsgeld in het algemeen belang en het bevorderen van de voorzieningszekerheid door diversificatie van de bronnen. Daartoe zou de Commissie duurzaamheidskenmerken en mogelijke vereisten voor nettonulproducten kunnen vaststellen, met gebruikmaking van de beschikbare juridische instrumenten en bestaande EU-normen. Dat zou een meer voorspelbare en uniforme vraag naar nettonuloplossingen bevorderen en overheden in staat stellen ambitieuze duurzaamheidsvereisten vast te stellen.

    Ten tweede zal de Commissie wetgeving inzake kritieke grondstoffen voorstellen. De vervaardiging van nettonultechnologieën in de EU is alleen mogelijk als de toegang tot de desbetreffende kritieke grondstoffen wordt gewaarborgd, onder meer door de bevoorrading te diversifiëren en grondstoffen te recycleren om de afhankelijkheid van de EU van sterk geconcentreerde leveringen uit derde landen te verminderen en hoogwaardige banen en groei in de circulaire economie te stimuleren. Deze wetgeving heeft tot doel de voorzieningszekerheid van de EU te waarborgen, onder meer door de internationale betrokkenheid te versterken, winning (in voorkomend geval), verwerking en recyclage te vergemakkelijken, en tegelijkertijd hoge milieunormen te waarborgen en onderzoek en innovatie voort te zetten, bijvoorbeeld om het gebruik van materialen te verminderen en biogebaseerde vervangingsproducten te ontwikkelen. Er zijn al tastbare successen geboekt: momenteel gebruiken sommige EU-bedrijven lignine uit hout in batterijen, in plaats van grafiet.

    Ten derde, energie. Het Russische gebruik van energie als wapen was een waarschuwing dat we de energievoorziening veilig moeten stellen en de afhankelijkheden moeten aanpakken. Het concurrentievermogen van veel bedrijven is ernstig verzwakt door de hoge energieprijzen en de verstoringen in verschillende toeleveringsketens. Dit was met name het geval voor de energie-intensieve bedrijfstakken 8 . Om de hoge energiekosten het hoofd te bieden en dure fossiele brandstoffen te vervangen door goedkopere hernieuwbare energiebronnen, zijn in overeenstemming met het REPowerEU-plan belangrijke stappen gezet. Zo bedroeg de productiecapaciteit voor hernieuwbare wind- en zonne-energie in de EU in 2022 meer dan 400 GW, een stijging van meer dan 25 % ten opzichte van 2020 9 . We hebben het EU-energieplatform opgezet om de vraag naar gas te bundelen, het gebruik van infrastructuur te coördineren en met internationale partners te onderhandelen, besparingen gerealiseerd, opslagfaciliteiten gevuld en een plafond voor kortetermijnmarkten ingevoerd. Verschillende infrastructuurprojecten en interconnecties zijn voltooid, zowel op het gebied van elektriciteit als op dat van gas. In maart zal de Commissie een hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt voorstellen, waarover momenteel een openbare raadpleging loopt. Prijscontracten op lange termijn kunnen een belangrijke rol spelen om alle elektriciteitsverbruikers in staat te stellen te profiteren van meer voorspelbare en lagere kosten van hernieuwbare energie. Zoals uiteengezet in het REPowerEU-plan vereist het stimuleren van het industriële concurrentievermogen zowel een transformatie van industriële processen, een grootschalige versnelling en opschaling van hernieuwbare energie en grotere inspanningen voor energie-efficiëntie en vermindering van de vraag naar energie, als omscholing en bijscholing van de beroepsbevolking.

    Het nieuwe EU-regelgevingskader voor batterijen is een cruciaal element in de transitie van de EU naar een klimaatneutrale economie, doordat het zorgt voor concurrerende en veerkrachtige waardeketens voor de productie, het hergebruik en de recyclage van batterijen in de EU. In de toekomst zal de verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten 10 van toepassing zijn op een breder scala aan producten en zal het scala aan duurzaamheidsvereisten, waarin de industrie in de EU uitblinkt, verder worden uitgebreid. De Commissie zal in het kader van de bestaande en toekomstige werkplannen inzake ecologisch ontwerp hoge prioriteit geven aan werkzaamheden op het gebied van nettonultechnologieën.

    Bovendien is het van essentieel belang dat consumenten hun keuzes kunnen baseren op transparante en betrouwbare informatie over de duurzaamheid en de koolstofvoetafdruk van de producten. Markttransparantie is een instrument om het gebruik van technologisch en ecologisch superieure nettonulproducten gemakkelijker ingang te doen vinden. Zo zal de Commissie bijvoorbeeld tegen het einde van dit jaar een uniform energielabel voor warmtepompen voorstellen, zodat gebruikers verschillende technologieën kunnen vergelijken 11 . Ook het voorstel van de Commissie ter versterking van de positie van de consument voor de groene transitie gaat in die richting.

    Tot slot is infrastructuur van cruciaal belang voor het gunstige nettonulondernemingsklimaat dat met het industrieel plan voor de Green Deal wordt nagestreefd. Grote investeringen zijn nodig om de TEN-T-netwerken helemaal uit te rusten met oplaad- en tankpunten, voor de ontwikkeling en versterking van een Europese waterstofvoorzieningsstructuur en voor de uitbreiding en versterking van slimme elektriciteitsnetten zodat zij grotere hoeveelheden hernieuwbare energie aankunnen 12 . Daarvoor moet echter ook ons regelgevingskader worden versterkt. Nu is het tijd om de benodigde infrastructuur vanuit een Europese optiek in kaart te brengen. De Commissie dringt er bij de medewetgevers op aan de verordening inzake infrastructuur voor alternatieve brandstoffen zo spoedig mogelijk vast te stellen, teneinde een toekomstbestendig oplaad- en tanknetwerk te helpen creëren. Om de infrastructuur voor waterstof en elektriciteit te ontwikkelen en te versterken, zal de Commissie de behoeften aan middelen van de Connecting Europe Facility verder onderzoeken en zal zij de herziene TEN-E-verordening ten volle benutten om de planning, financiering en uitrol van cruciale (grensoverschrijdende) infrastructuur te versnellen. De komende jaren moet met name de ontwikkeling en implementatie van de grensoverschrijdende infrastructuur worden versneld. De Commissie zal ook nadenken over verdere manieren, met inbegrip van mogelijke wetgevingsmaatregelen, om ervoor te zorgen dat de lidstaten grensoverschrijdende energie-infrastructuur beschikbaar maken, zodat er geen onnodige vertragingen zijn bij de uitrol van de strategische infrastructuur.

    Het industrieel plan voor de Green Deal zal erin slagen het concurrentievermogen te vergroten als alle actoren (overheden, sociale partners, investeerders, consumenten) hun krachten bundelen om dezelfde doelstellingen te bereiken. Het onlangs opgerichte platform Clean Tech Europe, het Industrieel platform schone energie, zou samen met andere belanghebbenden het plan ondersteunen, maatregelen coördineren om de investerings- en productiedoelstellingen te halen en matchmakingmogelijkheden verder bevorderen. De Commissie zal nauw met het Europees Parlement blijven samenwerken om van het industrieel plan voor de Green Deal een succes te maken.

    2.2.Snellere toegang tot financiering

    De wereldwijde nettonulindustrie heeft een sterke groei doorgemaakt, waarbij de investeringen in schone energie in 2022 op jaarbasis met 10 % zijn gestegen. De nettonulindustrie van de EU kan concurreren in sommige sectoren, zoals windenergie of warmtepompen, zelfs in onze omgeving met relatief hoge energieprijzen, terwijl zij in andere segmenten, zoals zonnepanelen, slechts beperkte voet aan de grond heeft. Bovendien vereist een tijdige overgang naar een nettonuleconomie een snellere ontwikkeling van die sectoren. Het marktaandeel van de EU-industrie staat onder sterke druk, vooral omdat buitenlandse subsidies het speelveld verstoren. Daarom moet de toegang tot financiering voor de nettonulindustrie worden uitgebreid en versneld. Dit is de tweede pijler van het industrieel plan voor de Green Deal.

    Ook gerichte overheidsfinanciering moet een rol spelen. De financiering door de EU en de lidstaten speelt nu al een belangrijke rol bij het bevorderen van nettonulinnovatie, -productie en -uitrol en de daarmee verband houdende versterking van netwerken en infrastructuur. Particuliere financiering zal van cruciaal belang zijn om investeringen voor de nettonulindustrie te ontsluiten.

    In het kader van NextGenerationEU wordt in de 27 nationale herstel- en veerkrachtplannen die uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) worden gefinancierd, al 250 miljard EUR beschikbaar gesteld voor groene maatregelen, waaronder investeringen ter ondersteuning van het koolstofvrij maken van de industrie. Horizon Europa besteedt 40 miljard EUR aan onderzoek en innovatie in het kader van de Green Deal, ook in partnerschap met het bedrijfsleven.

    Het cohesiebeleid, met inbegrip van het Fonds voor een rechtvaardige transitie, maakt ongeveer 100 miljard EUR vrij voor de groene transitie. De Commissie zal de snelle mobilisering van cohesie-investeringen ter ondersteuning van het plan voor een nettonulindustrie blijven faciliteren, onder meer door het ontwerp van en de terugbetaling voor projecten op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie te versnellen door middel van standaardterugbetalingsregelingen.

    Tot op heden zijn deze EU-financieringsbronnen grotendeels ten goede gekomen aan onderzoek en innovatie en de uitrol van hernieuwbare energie en aanverwante infrastructuur, eerder dan aan de productiecapaciteit in de sector.

    De omvang en snelheid van de financiering voor nettonul industriële waardeketens kan worden opgevoerd door gerichte staatssteun. Om te voorkomen dat de eengemaakte markt versnipperd raakt als gevolg van de uiteenlopende niveaus van nationale steun en de uiteenlopende mogelijkheden om dergelijke steun te verlenen, moet er echter ook voldoende financiering op EU-niveau beschikbaar zijn om de bloei van dergelijke industriële waardeketens in de hele Unie te bevorderen.

    2.2.1 Nationale financiering

    Te beginnen met staatssteun: het mededingingsbeleid van de EU biedt instrumenten ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitrol van cruciale geavanceerde technologieën die van strategisch belang zijn voor de groene en de digitale transitie, met behoud van de integriteit van de eengemaakte markt en met inachtneming van de internationale verplichtingen van de EU. Alleen al in 2022 keurde de Commissie steunregelingen voor in totaal 51 miljard EUR goed om nieuwe productiecapaciteit voor hernieuwbare energie op te zetten en de industriële productie in de Unie koolstofvrij te maken. Al in maart 2022, na de Russische agressie tegen Oekraïne, heeft de Commissie een tijdelijk crisiskader vastgesteld dat de lidstaten een instrument biedt om de negatieve economische gevolgen van de oorlog te verhelpen en structurele aanpassingen mogelijk te maken om beter te kunnen reageren op de daaruit voortvloeiende economische situatie. Het kader is tweemaal gewijzigd en bevat reeds specifieke bepalingen inzake vereenvoudigde steun voor hernieuwbare energie, decarbonisatietechnologieën en energie-efficiëntiemaatregelen.

    De Commissie wil de lidstaten nu nog meer flexibiliteit bieden om steun toe te kennen, maar uitsluitend op zorgvuldig afgebakende gebieden en op tijdelijke basis. De Commissie zal de lidstaten raadplegen over een voorstel om de staatssteunregels tijdelijk, tot eind 2025, aan te passen met het oog op meer snelheid en vereenvoudiging, met gemakkelijkere berekeningen, eenvoudigere procedures en snellere goedkeuringen. Deze wijzigingen zullen de lidstaten ook helpen bij het uitvoeren van specifieke projecten in het kader van de nationale herstelplannen die binnen het toepassingsgebied ervan vallen.

    De Commissie is voornemens de staatssteunregels op vijf gebieden aan te passen, onder voorwaarden die nodig zijn om verstoringen van de eengemaakte markt te beperken, grotere regionale verschillen te voorkomen en de naleving van internationale verplichtingen te waarborgen. Vier daarvan zullen ten uitvoer worden gelegd via de voorgestelde wijziging van het tijdelijke crisiskader, dat zal worden omgezet in het tijdelijke crisis- en overgangskader voor staatssteun:

    1.Vereenvoudiging van de steun voor de uitrol van hernieuwbare energie;

    Het tijdelijk crisiskader heeft de steun voor de uitrol van hernieuwbare energie al vereenvoudigd. Het ontwerp van een tijdelijk crisis- en overgangskader voor staatssteun zou verder gaan door:

    -de bepalingen ervan uit te breiden tot alle hernieuwbare technologieën (in het kader van de richtlijn hernieuwbare energie) en tot de opslag van hernieuwbare waterstof en biobrandstoffen;

    -het vereiste van open aanbestedingen voor minder ontwikkelde technologieën (waarvoor aanbestedingen mogelijk minder geschikt zijn) af te schaffen, en

    -de termijnen voor de voltooiing van projecten te verlengen.

    2.Vereenvoudiging van de steun voor het koolstofvrij maken van industriële processen;

    De steun voor het koolstofvrij maken van de industrie was al vereenvoudigd door het tijdelijk crisiskader. Het tijdelijk crisis- en overgangskader voor staatssteun zou verder gaan met een aantal bepalingen, zoals:

    -het toestaan van steun op basis van standaardpercentages van investeringskosten, op basis van praktijkervaring, voor waterstofgebruik, energie-efficiëntie en elektrificatie.

    -flexibelere steunplafonds per begunstigde in regelingen die aan specifieke voorwaarden voldoen. 

    3.Versterkte steunregelingen voor investeringen voor de productie van nettonultechnologieën van strategisch belang, inclusief de mogelijkheid om hogere steun toe te kennen ter evenaring van de steun die concurrenten buiten de EU voor soortgelijke projecten hebben ontvangen, waarbij de evenredigheid van dergelijke steun wordt gewaarborgd;

    4.Gerichtere steun voor grote nieuwe productieprojecten in strategische nettonulwaardeketens, rekening houdend met mondiale financieringstekorten.

    Het ontwerp van tijdelijk crisis- en overgangskader voor staatssteun moet zorgen voor een gelijk speelveld met andere rechtsgebieden en binnen de interne markt, gericht op de sectoren waar een risico van verplaatsing naar een derde land is vastgesteld, dat ook evenredig is in termen van steunbedragen. Het tijdelijk crisis- en overgangskader voor staatssteun zou de lidstaten in staat stellen regelingen in te voeren ter ondersteuning van nieuwe investeringen in productiefaciliteiten in welomschreven strategische nettonulsectoren, onder meer via belastingvoordelen. Het toegestane steunbedrag zou worden gemoduleerd met hogere steunintensiteiten en steunplafonds indien de investering plaatsvindt in steungebieden, om bij te dragen tot de doelstelling van convergentie tussen lidstaten en regio’s. Er zouden passende voorwaarden gelden om de concrete risico’s van verlegging van de investering buiten de EER te verifiëren en om na te gaan of er geen risico van verplaatsing binnen de EER bestaat. De lidstaten kunnen hun nationale fiscale stimulansen afstemmen op een gemeenschappelijke regeling die de Commissie bereid is voor te bereiden, en zo een gemeenschappelijke regeling opzetten die bedrijven in de hele EU meer transparantie en voorspelbaarheid biedt.

    Daarnaast zouden de lidstaten onder bepaalde voorwaarden ook de door een derde land verleende steun kunnen evenaren voor individuele initiële investeringen in dezelfde doelsectoren die relevant zijn voor het leiderschap op het gebied van nettonultechnologie, zoals de deelneming aan samenwerking tussen verschillende landen, met materiële positieve overloopeffecten tussen de lidstaten en met bijzondere aandacht voor steungebieden. Dergelijke steun moet tegemoetkomen aan het aangetoonde risico dat bepaalde investeringen naar derde landen buiten de EER worden verlegd, en mag de verplaatsing van productieactiviteiten tussen lidstaten niet vergemakkelijken. De steun zou beperkt blijven tot wat noodzakelijk is om het project in de EER uit te voeren.

    De Commissie zal zich blijven inzetten voor snelle procedures in het kader van het tijdelijk crisis- en overgangskader voor staatssteun, zoals nu al het geval is voor steun die is goedgekeurd op grond van het tijdelijke crisiskader, waarvoor de mediane goedkeuringstermijn 19 dagen is.

    5.Aanzienlijk hogere aanmeldingsdrempels voor staatssteun op deze gebieden

    De Commissie zal de staatssteunregels op dit vijfde gebied aanpassen door de algemene groepsvrijstellingsverordening voor de Green Deal verder te herzien. Naast de bepalingen in verband met belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (zie hieronder) zou dit de lidstaten meer flexibiliteit bieden:

    -om maatregelen in belangrijke sectoren, zoals waterstof, koolstofafvang en -opslag, emissievrije voertuigen en de energieprestatie van gebouwen, te ondersteunen door een verdere verhoging van de drempels die aanleiding geven tot aanmelding bij de Commissie, 

    -om het toepassingsgebied van investeringssteun voor oplaad- en tankinfrastructuur te verruimen,

    -om opleidingssteun voor vaardigheden verder te vergemakkelijken.

    Momenteel heeft de EU vijf belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang, grote ontwikkelingsprojecten van verschillende lidstaten om nieuwe technologieën op strategische gebieden te financieren, met sterke positieve overloopeffecten over de grenzen heen en voor innovatie, werknemers en klanten: een inzake micro-elektronica, twee inzake batterijen en twee inzake waterstof, en meer projecten worden voorbereid 13 . Overheidssteun van 18 miljard EUR voor goedgekeurde belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang zal naar verwachting nog eens 36 miljard EUR aan particuliere investeringen vrijmaken, een hefboomfactor van 2.

    Om de uitrol van nieuwe projecten te versnellen, zal de goedkeuring van projecten in verband met belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang verder worden gestroomlijnd en vereenvoudigd;

    ·Een code van goede praktijken voor een transparant, inclusief en sneller ontwerp van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang zal een gestroomlijnde beoordeling mogelijk maken en moet dit voorjaar door de lidstaten en de Commissie worden goedgekeurd.

    ·De Commissie bereidt zich ook voor om de uitvoering van kleinere, aan belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang gerelateerde innovatieve projecten, met name door kleine en middelgrote ondernemingen, te versnellen door middel van hogere aanmeldingsdrempels en hogere steunintensiteiten in het kader van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

    2.2.2 EU-financiering

    Om de transitie naar de verwezenlijking van de EU- nettonuldoelstellingen en de REPowerEU-doelstellingen met gediversifieerde bronnen te ondersteunen en de voorziening veilig te stellen, zal de EU moeten blijven vertrouwen op een concurrerende nettonulindustrie. Gezien de ambitieuze Europese doelstellingen en de internationale concurrentie zijn er tegen 2030 meer investeringen in de productie van nettonultechnologieën nodig.

    Binnen de EU zijn er grote verschillen wat de steun van de lidstaten betreft. Zo ging in 2020 0,57 % van het bbp van de EU naar de ondersteuning van hernieuwbare energiebronnen, waarbij één land daar bijna 1 % van zijn bbp aan besteedde en tien andere minder dan de helft van het EU-gemiddelde 14 .

    Om versnippering van de eengemaakte markt als gevolg van uiteenlopende nationale steunniveaus te voorkomen, de groene transitie in de hele Unie te vergemakkelijken, regionale verschillen niet te verergeren en de kloof tussen de momenteel beschikbare financiering en de financieringsbehoeften voor de opschaling van de nettonulindustrie aan te pakken, moeten we ook de EU-financiering opvoeren. In het kader van het industrieel plan voor de Green Deal zal de EU-begroting blijven bijdragen aan gerichte en snelle financiering van de nettonulindustrie van de EU. REPowerEU is ons specifieke instrument daarvoor, dat nog wordt versterkt door andere EU-fondsen.

    De Commissie zal de lidstaten blijven ondersteunen bij het ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren van hervormingen en zal de administratieve capaciteit van de lidstaten helpen versterken om te zorgen voor een doeltreffende uitvoering van de financiering.

    REPowerEU

    Dankzij het eind 2022 bereikte akkoord zal de EU-steun voor de transitie nu worden verhoogd met de aanvullende financiering voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit door het REPowerEU-initiatief: extra subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit (20 miljard EUR) zullen voor de lidstaten beschikbaar zijn om de vergroening van de industrie te bevorderen, om EU-projecten voor een nettonulindustrie te ondersteunen en om energie-intensieve industrieën te helpen om het hoofd te bieden aan de hoge energieprijzen. De lidstaten zullen ook subsidies uit de reserve voor aanpassing aan de brexit (5,4 miljard EUR) aan deze doelstellingen kunnen besteden. Voorts zullen zij de resterende RRF-leningen (225 miljard EUR) met aanzienlijke voorfinanciering kunnen gebruiken voor deze investeringen en hervormingen 15 .

    Om de lidstaten te helpen bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de REPowerEU-component ervan, heeft de Commissie vandaag de richtsnoeren voor herstel- en veerkrachtplannen gepubliceerd. De richtsnoeren voorzien in flexibiliteit om de plannen aan de huidige context aan te passen en REPowerEU-hoofdstukken voor te bereiden. Zij erkennen de problemen die voortvloeien uit de verstoring van toeleveringsketens, energieprijzen en inflatie, en bieden de lidstaten doeltreffende oplossingen om de ambitie van de oorspronkelijke plannen te handhaven. De Commissie moedigt de lidstaten ten zeerste aan om in hun gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen eenvoudige en doeltreffende maatregelen op te nemen om ondernemingen onmiddellijk te ondersteunen en hun concurrentievermogen te vergroten:

    ·i) centrale aanspreekpunten voor het verlenen van vergunningen voor hernieuwbare energiebronnen en nettonulprojecten, om de processen voor het verkrijgen van de nodige goedkeuringen en vergunningen voor de bouw en exploitatie van projecten voor nettonultechnologie te versnellen, te digitaliseren en te stroomlijnen; in combinatie met een gerichte versterking van de administratieve capaciteit om administratieve knelpunten bij het verlenen van vergunningen weg te nemen; ii) belastingvoordelen of andere vormen van steun voor investeringen in groene nettonultechnologieën door bedrijven, in de vorm van een belastingkrediet, een versnelde afschrijving of een subsidie in verband met de verwerving of verbetering van groene investeringsactiva,

    ·iii) en investeren in het uitrusten van de beroepsbevolking met de vaardigheden die voor deze industriële transitie nodig zijn.

    De groep van de Europese Investeringsbank (EIB-groep) zal de verwezenlijking van alle doelstellingen van het  REPowerEU-plan  ondersteunen met aanvullende leningen en eigen vermogen 16 . De Commissie en de EIB-groep zullen blijven samenwerken om na te gaan hoe de EIB-groep haar activiteiten op het gebied van schone technologie en andere activiteiten die bijdragen tot de Green Deal kan opvoeren.

    InvestEU-programma

    Het InvestEU-programma is bij uitstek geschikt om nettonulinvesteringen in de EU te stimuleren. InvestEU is het instrument van de Unie dat werkt als een katalysator om particuliere investeringen op prioritaire gebieden van de EU te bevorderen. Via de EIB, het EIF, de EBWO en 14 andere uitvoerende partners ondersteunt de EU particuliere en overheidsinvesteringen in nettonultechnologie en industriële innovatie. Voorbeelden van projecten die kunnen worden gesteund zijn onderzoek, ontwikkeling en innovatie op het gebied van batterijtechnologie, recycling van kritieke grondstoffen, demonstratie-installaties voor de productie van materiaal in de toeleveringsketen van batterijen voor elektrische voertuigen, waterstofaandrijvingstechnologie, innovatieve installaties voor geavanceerde biobrandstoffen, geavanceerde productieapparatuur voor staalverwerking. InvestEU kan meer dan 372 miljard EUR aan publieke, maar vooral particuliere financiering mobiliseren door deze met een EU-begrotingsgarantie van 26,2 miljard EUR te ondersteunen.

    Tot dusverre heeft de Commissie InvestEU-garantieovereenkomsten gesloten voor een totaalbedrag van 21 miljard EUR. Dankzij deze garantieovereenkomsten heeft het EIF al InvestEU-garantieovereenkomsten gesloten met 48 financiële intermediairs uit 19 lidstaten voor 2,3 miljard EUR aan leningen aan Europese kmo’s en kleine midcaps, en 54 overeenkomsten met financiering uit 14 lidstaten voor kapitaalinvesteringen ter waarde van 1,9 miljard EUR 17 .

    Voorbeelden van door InvestEU ondersteunde investeringen van de EIB en het EIF op het gebied van schone technologie:

    ·Een investering van 37 miljoen EUR door de EIB in een demonstratiecentrale op commerciële schaal die p-CAM (precursor cathode active material) produceert. P-Cam wordt gebruikt in de toeleveringsketen van batterijen voor elektrische voertuigen (hoogtechnologische lithium-ionbatterijcellen).

    ·Een lening van 315 miljoen EUR van de EIB aan een joint venture voor de ontwikkeling van technologie en producten op het gebied van aandrijvingstechnologie voor waterstofauto’s en actieve veiligheidssystemen.

    ·Een investering van 32 miljoen EUR door de EIB ter ondersteuning van O&O-projecten van een productiebedrijf op het gebied van elektrificatietechnologie voor landbouwmachines en krachtoverbrengingssystemen voor tractoren en terreinvoertuigen.

    ·Een garantie van 101 miljoen EUR door het EIF voor een fonds ter ondersteuning van startende technologiebedrijven (durfkapitaal), industriële bedrijven met een hoog groeipotentieel, en bedrijven in de decarbonisatiesector (hernieuwbare-energieprojecten en duurzaamheidsbedrijven).

    ·Een lening van 125 miljoen EUR aan een greenfieldproductiefaciliteit voor kathodematerialen. De kathodematerialen zullen worden geleverd aan fabrikanten van hoogtechnologische lithium-ionbatterijen die voornamelijk in elektrische voertuigen worden gebruikt.

    Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van het industrieel plan voor de Green Deal tijdig worden verwezenlijkt, moeten de InvestEU-procedures worden vereenvoudigd en moeten de producten ervan worden afgestemd op de huidige behoeften. Garantieovereenkomsten en financiële producten moeten worden afgestemd op het herziene staatssteunkader, terwijl specifieke bepalingen van de algemene groepsvrijstellingsverordening de staatssteunaspecten voor nationale compartimenten in InvestEU aanzienlijk zullen vereenvoudigen. De Commissie zal met de EIB (de bank van de EU) en andere partners blijven samenwerken om op efficiënte en tijdige wijze tegemoet te komen aan de financieringsbehoeften van prioritaire projecten, zoals belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang.

    De financiering via InvestEU wordt sterk vervroegd, aangezien het grootste deel van de financiering afkomstig is van NextGenerationEU. Eind 2023 moet 14,83 miljard EUR van de EU-garantie worden vastgelegd, waardoor voor de periode 2024-2027 slechts 11,37 miljard EUR overblijft. Tegelijkertijd kan worden verwacht dat de vraag naar steun van InvestEU aanzienlijk zal toenemen, gezien de herziene subsidiabiliteitsvoorwaarden waarin het komende tijdelijke crisis- en transitiekader (TCTK) voorziet. Met name het opheffen van de huidige financieringsbeperkingen voor productieprojecten op de gebieden die onder het TCTK vallen, zou leiden tot een toename van de vraag naar en het gebruik van de EU-garantie door uitvoerende partners. Daarom onderzoekt de Commissie hoe de totale financiering voor InvestEU kan worden verhoogd, met name voor de periode 2024-2027.

     

    Innovatiefonds

    Het innovatiefonds ondersteunt de ontwikkeling en eerste uitrol van technologieën en oplossingen die energie-intensieve industrie koolstofvrij maken, hernieuwbare energie en energieopslag (met inbegrip van batterijen en waterstof) stimuleren en de toeleveringsketens voor nettonultechnologie versterken door de productie van kritieke componenten voor batterijen, wind- en zonne-energie, elektrolyse-installaties, brandstofcellen en warmtepompen te ondersteunen. In de loop van het decennium zal naar schatting 40 miljard EUR beschikbaar zijn in het kader van het innovatiefonds.

    De herziene en verbeterde richtlijn betreffende het emissiehandelssysteem, zoals eind 2022 overeengekomen als onderdeel van het Fit for 55-pakket, stelt het innovatiefonds in staat om via openbare aanbestedingen 100 % van de financieringskloof voor het opschalen van de uitrol en productie van schone technologie te subsidiëren. Het innovatiefonds kan dus fungeren als een Europees éénloketsysteem voor dergelijke steun, waardoor investeerders minder moeite hebben om verschillende inkomstenstromen en financieringsbronnen op te slaan.

    De Commissie zal in het najaar van 2023 een eerste veiling — of een openbare aanbesteding — lanceren om de productie van hernieuwbare waterstof te ondersteunen. De winnaars van deze veiling zullen tien jaar lang voor elke kilo hernieuwbare waterstof die zij produceren een vaste premie ontvangen. Dit zal een vergelijkbaar effect hebben als het productiebelastingkrediet in de Amerikaanse IRA, met dit verschil dat de premie, op basis van de ontvangen offertes, de EU-steun kosteneffectief, snel en administratief licht zal maken. De voorwaarden voor deze eerste proefveiling, met een indicatief budget van 800 miljoen EUR, zullen in juni 2023 worden bekendgemaakt. Deze proefveiling zal worden gevolgd door verdere veilingen of andere vormen van steun voor de productie en het gebruik van waterstof die bijdragen tot de verwezenlijking van de waterstofdoelstellingen van REPowerEU, waardoor het binnenlandse deel van de waterstofbank van de EU wordt bestreken.

    Voortbouwend op deze ervaring is de Commissie voornemens het nieuwe mechanisme voor openbare aanbesteding voor de opschaling van de productie van componenten voor zonne- en windenergie, batterijen en elektrolyse-installaties uit te breiden op basis van een analyse van de behoeften van de nettonulsector, de omvang van de markt en de potentiële projectenpijplijn in de EU. Ook hier zou de steun uit het innovatiefonds de vorm aannemen van een productiesubsidie, in plaats van het aandeel van 60 % van de relevante kosten dat de huidige praktijk van het fonds is.

    De inkomsten uit het emissiehandelssysteem van de EU zullen de komende jaren toenemen. Het grootste deel van dit bedrag zal de vorm hebben van nationale inkomsten, die de lidstaten moeten gebruiken voor klimaatactie. De Commissie moedigt de lidstaten aan om een deel van die inkomsten te besteden aan het opschalen van de productie van nettonultechnologieën. Een deel van de verhoogde ETS-inkomsten zou ook de versterking van een efficiënt EU-investeringsvehikel voor klimaatneutraliteit, zoals het innovatiefonds, kunnen ondersteunen 18 .

    Er zijn dus tal van middelen beschikbaar, die voornamelijk gericht zijn op innovatie en uitrol. De Commissie onderzoekt momenteel manieren om meer gemeenschappelijke financiering op EU-niveau te bereiken ter ondersteuning van investeringen in de productie van nettonultechnologieën, op basis van een lopende beoordeling van de investeringsbehoeften. Een alomvattende Europese aanpak zal van essentieel belang zijn om de eengemaakte markt tegen versnippering te beschermen en maximale synergieën en omvang tot stand te brengen. De Commissie zal op korte termijn met de lidstaten samenwerken, met bijzondere aandacht voor de bovengenoemde instrumenten — REPowerEU, InvestEU en het innovatiefonds — aan een overbruggingsoplossing om snelle en gerichte steun te verlenen waar die het hardst nodig is, in aanvulling op de hierboven geschetste tijdelijke en gerichte wijzigingen in de staatssteun. Hoewel deze verschillende elementen misschien niet tegelijkertijd operationeel zullen worden, zijn wij vastbesloten deze alomvattende Europese aanpak te verwezenlijken.

    Voor de middellange termijn is de Commissie voornemens een structureel antwoord te bieden op de investeringsbehoeften door in het kader van de herziening van het meerjarig financieel kader vóór de zomer van 2023 een Europees soevereiniteitsfonds voor te stellen. Het doel is een Europese voorsprong te behouden op het gebied van kritieke en opkomende technologieën die relevant zijn voor de groene en de digitale transitie, variërend van computergerelateerde technologieën, waaronder micro-elektronica, kwantumcomputing en kunstmatige intelligentie, tot biotechnologie en biomanufacturing en nettonultechnologieën. Dit structurele instrument bouwt voort op de ervaring met gecoördineerde meerlandenprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang en beoogt de toegang van alle lidstaten tot dergelijke projecten te verbeteren en aldus de cohesie en de eengemaakte markt te beschermen tegen risico’s als gevolg van de ongelijke beschikbaarheid van staatssteun. De Commissie zal bij de opzet van het soevereiniteitsfonds met de lidstaten samenwerken om ervoor te zorgen dat het voorziet in hun respectieve behoeften.

    2.2.3 Particuliere financiering

    Het overgrote deel van de investeringen die nodig zijn voor de transitie naar nettonul zal afkomstig moeten zijn van particuliere financiering. Overheidsfinanciering kan particuliere investeringen aantrekken, maar dit zal niet volstaan om de investeringskloof te dichten. Voor een succesvolle transformatie naar nettonul hebben we grote bedragen aan financiering uit de particuliere sector nodig, met name financiering die via kapitaalmarkten wordt aangetrokken bij een breed scala aan beleggers, zoals kleine niet-professionele beleggers en grote institutionele beleggers. Goed functionerende kapitaalmarkten en het kader voor duurzame financiering zijn daarom van essentieel belang. De EU moet ervoor zorgen dat haar kapitaalmarkten het noodzakelijke volume en de verscheidenheid aan financiering voor EU-bedrijven kunnen ondersteunen, met name in strategische industriële segmenten.

    De EU moet haar inspanningen opvoeren om een volledig ontwikkelde kapitaalmarktenunie (KMU) tot stand te brengen. De KMU is gericht op het vergroten van de omvang van individuele kapitaalmarkten en de grensoverschrijdende integratie ervan om de financierings- en investeringsmogelijkheden voor personen en ondernemingen – met inbegrip van die welke actief zijn in de sector schone technologie – te verbeteren. 

    Een diepere en werkelijk geïntegreerde eengemaakte markt voor kapitaal zou EU-bedrijven de middelen verschaffen om zichzelf te financieren, op te schalen en minder afhankelijk te worden van financiering door banken en om financiering te verkrijgen om te slagen in de groene transitie. Het bevorderen van de Kapitaalmarktenunie is dus een essentiële bijdrage aan de politieke doelstellingen van de Commissie inzake het groene en digitale mondiale concurrentievermogen van Europese bedrijven en de open strategische autonomie van de EU.

    Om een volledig geïntegreerde EU-kapitaalmarkt tot stand te brengen, moeten alle belangrijke belanghebbenden meer ambitie en engagement tonen om snel overeenstemming te bereiken over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie ter uitvoering van het KMU-actieplan van 2020. 

    Het EU-kader voor duurzame financiering ondersteunt de inspanningen van investeerders en bedrijven om hun investeringen op te schalen, in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal. Het EU-beleid inzake duurzame financiering zal de groene transitie ondersteunen door particuliere financiering van groene projecten en bedrijven gemakkelijker te verkrijgen en aantrekkelijker te maken, zoals vermeld in de vernieuwde strategie voor duurzame financiering 19 .

    2.3.Verbeteren van vaardigheden

    De groene transitie moet mensgericht en inclusief zijn om billijke en rechtvaardige resultaten te waarborgen, hoogwaardige banen te creëren en niemand aan zijn lot over te laten. De Europese economie telde in 2019 4,5 miljoen groene banen 20 , tegenover 3,2 miljoen in 2000. De groene transitie zal de vraag naar nieuwe vaardigheden op alle niveaus doen toenemen, waarvoor een grootschalige bijscholing en omscholing van de beroepsbevolking noodzakelijk is. Alleen al de batterij-industrie schat tegen 2025 nog eens 800 000 werknemers nodig te hebben. In het komende decennium zal er een felle strijd om talenten worden gevoerd. De productiviteit van onze industrie, de welvaart van onze samenleving en ons vermogen om de nettonuldoelstellingen te halen, zullen afhangen van ons vermogen om werknemers te behouden en aan te trekken. Daarom moet de derde pijler van het industrieel plan voor de Green Deal gericht zijn op groene en digitale vaardigheden, op alle niveaus en voor alle mensen, waarbij de inclusiviteit van vrouwen 21 en jongeren 22 centraal staat in het plan.

    De vraag naar talent is acuut. Het tekort aan arbeidskrachten, zoals blijkt uit de vacaturegraad 23 , is tussen 2015 en 2021 verdubbeld in sectoren die van cruciaal belang worden geacht voor de groene transitie 24 , en de vraag naar technische vaardigheden in verband met de groene transitie neemt toe 25 . Aangezien naar schatting tussen 35 % en 40 % van alle banen zou bijdragen tot de dubbele transitie, zijn de vereisten voor technische — ook digitale — vaardigheden en de onderwijsniveaus in de groene economie hoger dan in de economie in het algemeen 26 . De totale arbeidsproductiviteit is hoger in de groene sectoren, met bijvoorbeeld de productiviteit in de sector schone energie ongeveer 20 % hoger dan gemiddeld in de hele economie, waardoor groene vaardigheden nog belangrijker worden voor toekomstige welvaart. 27 .

    De EU neemt maatregelen voor het aanpakken van de uitdagingen in verband met vaardigheden die voortvloeien uit de dubbele groene en digitale transitie via haar overkoepelende kader — de Europese vaardighedenagenda, die in synergie met de Europese onderwijsruimte functioneert 28 . Het Europees pact voor vaardigheden, dat nu twee jaar bestaat, ondersteunt 14 grootschalige partnerschappen in Europese industriële ecosystemen, die hen helpen de beroepsbevolking de vaardigheden te geven die nodig zijn voor de transitie naar een koolstofneutrale en digitale economie. De partnerschappen bevorderen gecoördineerde actie van bedrijven, werknemers, overheidsinstanties, sociale partners, aanbieders van onderwijs en opleiding en diensten voor arbeidsvoorziening. Tot dusver hebben meer dan 1 000 leden zich aangesloten, waaronder grote multinationale ondernemingen, kmo’s, lokale aanbieders van opleidingen en kamers van koophandel. Samen hebben zij toegezegd 6 miljoen mensen bij te scholen en om te scholen. Daarnaast verbindt het industrieel platform schone energie zich ertoe de inspanningen en investeringen in de ontwikkeling van vaardigheden op te voeren.

    Het actieplan voor digitaal onderwijs, het digitaal decennium en de gestructureerde dialoog over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden die in 2022 heeft plaatsgevonden, hebben het pad geëffend voor snellere maatregelen voor de hervorming van onderwijsstelsels en het aanbod van basis- en geavanceerde digitale vaardigheden in de hele economie en op alle leeftijden. Dit vormt een sterk uitgangspunt om ervoor te zorgen dat zowel de samenleving als het bedrijfsleven digitale vaardigheden kunnen gebruiken voor een nauwkeuriger en efficiënter gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met het oog op een positievere impact op het milieu.

    De recente mededeling over het benutten van talenten in de Europese regio’s ondersteunt beleid om te helpen bij het verwerven en ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie in alle regio’s van de EU 29 .

    Het Europees Jaar van de vaardigheden 2023 is een unieke kans om de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om te gedijen in een snel veranderende economie en om de inspanningen op te voeren. Het is tijd dat de EU en haar lidstaten krachtdadiger en ambitieuzer zijn bij het doorvoeren van stapsgewijze veranderingen in de agenda voor onderwijs en vaardigheden, en de kansen die het EU-kader biedt, benutten 30 :

    ·De Commissie werkt samen met de lidstaten om streefcijfers en indicatoren vast te stellen voor het monitoren van vraag en aanbod op het gebied van vaardigheden en banen in de sectoren die relevant zijn voor de groene transitie. In de sector van de nettonultechnologie blijft er een genderkloof bestaan. Zo zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs op het gebied van wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM) die zeer relevant zijn voor de energiesector 31 . In de sector hernieuwbare energie vormen vrouwen slechts een derde van de beroepsbevolking 32 , en er is dus alle reden om daar meer vrouwelijk talent in te zetten.

    ·De Commissie werkt samen met de lidstaten en de hogeronderwijssector aan de uitvoering van de Europese strategie voor universiteiten 33 , die een sleutelrol speelt bij het waarborgen van toekomstbestendige vaardigheden. De EU verleent hiervoor aanzienlijke financiële steun, onder meer via het Erasmus+- initiatief “Europese universiteiten” (1,1 miljard EUR).

    ·Bovendien moeten we toptalent aantrekken en behouden, en vooral op het gebied van wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM). We moeten nieuwe trajecten openen voor internationale STEM-studenten en -onderzoekers om naar Europa te komen.

    ·In februari 2023 zal in het kader van het pact voor vaardigheden een grootschalig vaardighedenpartnerschap voor hernieuwbare onshore-energie worden opgezet. Het partnerschap zal toezeggingen en streefcijfers vaststellen en een visie ontwikkelen op concrete bij- en omscholingsbehoeften voor de sector hernieuwbare energie in Europa.

    ·Tegen het einde van dit jaar zal een partnerschap voor vaardigheden voor warmtepompen worden opgezet, en er worden inspanningen geleverd om een vaardighedenpartnerschap op het gebied van energie-efficiëntie tot stand te brengen.

    ·Naar het voorbeeld van de European Battery Alliance Academy 34  zal de Commissie de oprichting voorstellen van Net-Zero Industry Academies (opleidingsinstellingen voor een nettonulindustrie) voor de uitrol van bij- en omscholingsprogramma’s in strategische sectoren voor de groene transitie, zoals grondstoffen, waterstof en zonne-energietechnologieën, zal de Commissie zal een opleidingsinstelling opzetten om on- en offline-opleidingen voor duurzaam bouwen aan te bieden, met de nadruk op het gebruik van biogebaseerde materialen, circulariteit en digitale technologieën.

    De validatie van vaardigheden kan, naast inspanningen ter ondersteuning van de erkenning van kwalificaties in de lidstaten en uit derde landen, alsook het beleid inzake arbeidsmobiliteit, helpen om de vaardigheden van mensen af te stemmen op de behoeften van werkgevers. Mensen leren op verschillende manieren en in verschillende contexten buiten de formele onderwijs- en opleidingsstructuren. Om dit te ondersteunen:

    ·zal de Commissie, in het kader van de vaardighedenagenda van de EU, de erkenning van kwalificaties vergemakkelijken. Dit zou een “versnelde procedure” voor de erkenning van kwalificaties mogelijk kunnen maken en de administratieve rompslomp kunnen verminderen door een snelle authenticatie van kwalificaties door werkgevers en aanbieders van opleidingen te ondersteunen;

    ·zal de Commissie verder nagaan hoe een “vaardigheden eerst”-benadering kan worden gecombineerd met bestaande, op kwalificaties gebaseerde, benaderingen in het belang van mobiele EU-burgers en onderdanen van derde landen;

    ·onderzoekt de Commissie, met name om talent van buiten de EU aan te trekken, een op vaardigheden gebaseerde aanpak om de toegang van onderdanen van derde landen tot de arbeidsmarkten van de EU in prioritaire sectoren te vergemakkelijken door middel van de ontwikkeling van een EU-talentenpool en zal zij een voorstel indienen over de erkenning van kwalificaties van onderdanen van derde landen.

    Er kan meer worden gedaan om mensen te ondersteunen bij het verwerven van nieuwe vaardigheden. De EU beschikt over solide beleidskaders om de ontwikkeling van vaardigheden financieel te ondersteunen, met aanbevelingen van de Raad ter ondersteuning van een aantal hervormingen inzake vaardigheden op het gebied van individuele leerrekeningen en microcredentials, voor hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen en beroepsonderwijs en -opleiding. Om te zorgen dat deze beleidshervormingen in heel Europa op gecoördineerde wijze concrete resultaten kunnen opleveren, moeten zowel overheids-als particuliere financiering daarop worden afgestemd, met inbegrip van de volgende maatregelen:

    ·Het plafond van de algemene groepsvrijstellingsverordening voor steun aan kmo’s voor opleiding zal stijgen van 2 miljoen EUR tot 3 miljoen EUR.

    ·Maatregelen die in het kader van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang mogelijkheden bieden om werknemers op te leiden, zullen in aanmerking worden genomen bij de beoordeling of dergelijke projecten in overeenstemming zijn met de staatssteunregels. 35  

    ·Om een toename van investeringen in opleiding in nieuwe nettonultechnologieën en -productieprocessen te stimuleren, zal de Commissie onderzoeken of opleidingsuitgaven van bedrijven eerder als een investering dan als een uitgave of exploitatiekosten kunnen worden beschouwd.

    Er is ook EU-financiering beschikbaar. Het meerjarig financieel kader 2021-2027 en NextGenerationEU ondersteunen investeringen van ongeveer 64,8 miljard EUR in scholing, omscholing en bijscholing 36 . Van deze 64,8 miljard EUR is het cohesiebeleid via het Europees Sociaal Fonds + (ESF+) het belangrijkste EU-instrument om investeringen in vaardigheden te ondersteunen; het stelt 5,8 miljard EUR beschikbaar voor groene vaardigheden en groene banen. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) vult het ESF + aan met investeringen in vaardigheden, onderwijs en opleiding, met inbegrip van infrastructuur. Het mechanisme voor een rechtvaardige transitie ondersteunt met 3 miljard EUR de opleiding en de ontwikkeling van vaardigheden voor werknemers om zich aan de groene transitie aan te passen.

    De faciliteit voor herstel en veerkracht biedt aanzienlijke financiële steun. 14 lidstaten nemen in hun nationale plannen voor herstel en veerkracht maatregelen op voor opleiding op het gebied van groene vaardigheden en banen, die samen ongeveer 1,5 miljard EUR vertegenwoordigen.

    2.4.Handel en veerkrachtige toeleveringsketens

    De EU is ingenomen met initiatieven die overal ter wereld worden ontplooid op weg naar klimaatneutraliteit en milieuduurzaamheid. De nettonuldoelstelling kan het best worden bereikt als stimulansen voor nettonultechnologieën worden geschraagd door de beginselen van eerlijke concurrentie en open handel. De vierde pijler van het industrieel plan voor de Green Deal bestaat uit wereldwijde samenwerking en het bevorderen van handel met het oog op een schone transitie. 

    De EU ontleent haar concurrentiepositie en politieke kracht aan het feit dat zij een handelsmogendheid is. De EU blijft een aantrekkelijke bestemming voor wereldwijde investeringen. We zouden onze veerkracht niet hebben bereikt en de uitdagingen van de afgelopen jaren niet hebben aangepakt zonder de efficiëntie die de handel met zich meebrengt en zonder de win-winpartnerschappen die we met derde landen hebben ontwikkeld. Tegelijkertijd hebben we door de toename van oneerlijke en dwingende praktijken nieuwe instrumenten moeten ontwikkelen en onze rechten moeten afdwingen om een gelijk speelveld te handhaven 37 . Alles bij elkaar weerspiegelt dit het streven van de EU naar open strategische autonomie.

    Openheid van de handel is een essentieel onderdeel van onze strategie om de positie van de EU als leider op het gebied van nettonultechnologieën te handhaven. Het handelsbeleid verbindt de eengemaakte markt met groeicentra buiten ons continent en waarborgt tegelijkertijd de toegang tot de input die van cruciaal belang is voor de groene transitie. Enerzijds creëert open handel kansen voor onze industrie door nieuwe exportmarkten te openen en schaalvoordelen te creëren. Anderzijds biedt open handel toegang tot grondstoffen, onderdelen, componenten en diensten die onze industrie nodig heeft, aangezien twee derde van onze invoer uit tussenproducten bestaat.

    De EU zal met haar partners samenwerken om stabiliteit in de internationale handel te bevorderen en de rechtszekerheid voor investeerders en bedrijven te vergroten door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te blijven steunen, onder meer door de hervorming ervan. De WTO speelt een rol bij het ondersteunen van klimaatneutraliteit door een forum te bieden voor beraadslagingen over handelsaspecten van de groene transitie, door te verduidelijken hoe groene investeringen kunnen worden bevorderd op een manier die handelsverstoringen tot een minimum beperkt, en door de regels inzake subsidies die zowel de handel als het klimaat negatief beïnvloeden, te versterken.

    De Commissie zal ook het netwerk van vrijhandelsovereenkomsten van de EU blijven bevorderen en tegelijkertijd de reeds bestaande overeenkomsten optimaal benutten door middel van doeltreffende uitvoering en handhaving. De Commissie zal zich met name inspannen om de onderhandelingen met Australië uiterlijk in de zomer van 2023 af te ronden en aanzienlijke vooruitgang te boeken met India en Indonesië, en tegelijkertijd de mogelijkheden onderzoeken met andere partners in de Indo-Pacifische regio. De Commissie zal ook de overeenkomsten met Chili, Mexico en Nieuw-Zeeland ter ratificatie voorleggen en ernaar streven vooruitgang te boeken met Mercosur. De Commissie zal er ook naar streven haar economische partnerschapsovereenkomst met Kenia af te ronden.

    De Commissie zal de schone transitie ondersteunen door andere vormen van samenwerking met partners te blijven ontwikkelen, naast meer traditionele handelsovereenkomsten. De Handels- en Technologieraad met de VS en de Raad die met India wordt voorbereid, vormen een nieuw samenwerkingsinstrument. Via de werkzaamheden van de speciale EU-VS-taskforce over de Inflation Reduction Act werken de EU en de VS aan pragmatische oplossingen voor de zorgpunten van de EU, teneinde trans-Atlantische waardeketens in stand te houden en te versterken en te zorgen voor positieve samenwerking aan het gedeelde belang om klimaatneutraliteit te bereiken.

    De EU heeft overeenkomsten ter bevordering van duurzame investeringen gesloten, met name met partners in Afrika, om het gemakkelijker te maken investeringen aan te trekken en uit te breiden en tegelijkertijd verbintenissen op het gebied van milieu en arbeidsrechten te integreren. Klimaat en energie is een belangrijk gebied voor partnerschappen in het kader van Global Gateway, de bijdrage van de EU aan het verkleinen van de mondiale investeringskloof wereldwijd. Bovendien zal de EU ontwikkelingslanden ondersteunen bij hun inspanningen om zich aan te passen aan en te voldoen aan de autonome duurzaamheidsvereisten van de EU. De EU zal haar beleidsdialoog en concrete acties op het gebied van onderzoek en innovatie met de Unie voor het Middellandse Zeegebied en de Afrikaanse Unie verder ontwikkelen om de samenwerking op het gebied van hernieuwbare energie en groene waterstof te bevorderen 38 . De Commissie stelt voor om investeringen in andere belangrijke partnerschapsgebieden, zoals digitaal of vervoer, verder af te stemmen op de ettonuldoelstelling. De Commissie zal duurzame investeringen in energie, vervoer en digitale connectiviteit blijven ondersteunen door de uitvoering van economische en investeringsplannen voor de Westelijke Balkan, het Oostelijk Partnerschap en het Zuidelijk Nabuurschap.

    Er zal ook een aantal nieuwe initiatieven worden ontwikkeld:

    ·Wij zullen samenwerken met gelijkgestemde partners om een Club voor kritieke grondstoffen (Critical Raw Materials Club) op te richten om te zorgen voor een veilige, duurzame en betaalbare wereldwijde grondstoffenvoorziening die essentieel is voor onze groene en digitale transitie met een concurrerende en gediversifieerde industriële basis. Voortbouwend op bestaande internationale initiatieven zal de club beginselen ontwikkelen om verbruikers van grondstoffen en grondstoffenrijke landen samen te brengen en samenwerking te bevorderen zodat grondstoffenrijke ontwikkelingslanden hogerop in de waardeketen kunnen komen.

    ·Wij zullen industriële partnerschappen voor schone technologie en nettonul 39 ontwikkelen die de wereldwijde toepassing van nettonultechnologieën bevorderen en de rol van de industriële capaciteiten van de EU bij het effenen van de weg voor de wereldwijde transitie naar schone energie ondersteunen.

    ·Wij zullen een strategie voor exportkredieten ontwikkelen, met inbegrip van een EU-exportkredietfaciliteit en een betere coördinatie van de financiële instrumenten van de EU. Deze kunnen de samenhang bevorderen met EU-beleid zoals de Europese Green Deal of Global Gateway, die heeft toegezegd te zullen investeren in infrastructuur die is afgestemd op trajecten naar nettonuluitstoot.

    Openheid gedijt alleen als eerlijkheid overeind blijft. Landen over de hele wereld hebben nieuwe initiatieven ontwikkeld om de groene transitie te ondersteunen. Wanneer de voetafdruk van de overheid op de particuliere markten overmatig is, leiden verstoringen tot een ongelijk speelveld en ontstaat er oneerlijke concurrentie.Vooral de niet-markteconomieën zijn een bron van zorg. De EU wil het voortouw nemen om deze tendensen aan te pakken.

    In de eerste plaats zal de Commissie ten volle gebruik blijven maken van handelsbeschermingsinstrumenten om de eengemaakte markt te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping en verstorende subsidies, met bijzondere aandacht voor sectoren die van cruciaal belang zijn voor de verwezenlijking van de nettonuldoelstelling van de EU. Wij zullen ook verdere stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat onze maatregelen niet worden omzeild.

    Naarmate groene stimulansen zich over de hele wereld verspreiden, zal de Commissie ervoor zorgen dat buitenlandse subsidies het concurrentievermogen van de Europese industrie niet op oneerlijke wijze ondermijnen. De verordening inzake buitenlandse subsidies is op 12 januari 2023 in werking getreden en biedt een aanvullend instrument om door derde landen verleende subsidies te onderzoeken door rekening te houden met de specifieke impact ervan op de interne markt. De EU zal ook samenwerken met partners om verstorende subsidies of oneerlijke handelspraktijken in verband met diefstal van intellectuele eigendom of gedwongen technologieoverdracht in niet-markteconomieën, zoals China, op te sporen en aan te pakken.

    De Commissie zal ook wederkerigheid bij de toegang tot de markten voor overheidsopdrachten bevorderen. De Commissie staat klaar om het instrument voor internationale overheidsopdrachten in 2023 voor het eerst in te zetten om ervoor te zorgen dat EU-bedrijven gelijke toegang hebben tot aanbestedingsmarkten in derde landen.

    Ten slotte moeten de EU en haar lidstaten in een tijd van toenemende geopolitieke spanningen gezamenlijk optreden om hun belangen te verdedigen. Het EU-kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen maakt doeltreffende coördinatie mogelijk om belangrijke Europese activa veilig te stellen en de collectieve veiligheid te beschermen. Wij evalueren de werking van het mechanisme en beoordelen hoe de doeltreffendheid ervan verder kan worden verbeterd zonder onze openheid voor buitenlandse directe investeringen in gevaar te brengen. Tegelijkertijd zullen wij samenwerken met bondgenoten, onder meer in het werkprogramma inzake economische veiligheid van Japan, dat het voorzitterschap van de G7 bekleedt. Het antidwanginstrument van de EU zal, zodra het is aangenomen, de juiste middelen bieden om snel te reageren op economische intimidatie.

    3.Conclusies

    De EU blijft een aantrekkelijke bestemming voor duurzame investeringen. De Europese eengemaakte markt heeft de afgelopen 30 jaar zeer aanzienlijke economische voordelen opgeleverd, waardoor het jaarlijkse bbp van de EU gemiddeld met 8-9 % is gestegen 40 . Het Europese bedrijfsmodel is gebaseerd op openheid, en het Europees sociaal model biedt onderwijs, sociale bescherming van werknemers en bescherming van de gezondheid en het milieu. We bieden een bedrijfsvriendelijk klimaat (bv. kwaliteit van infrastructuur, rechtsstaat). Samen met eerlijke concurrentie en een ongeëvenaard regelgevingskader dat gericht is op de dubbele digitale en groene transitie, draagt dit bij tot de nodige voorspelbaarheid voor investeerders.

    Het industrieel plan voor de Green Deal heeft tot doel de stimulansen te vereenvoudigen, te versnellen en op elkaar af te stemmen om het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de EU als investeringslocatie voor de nettonulindustrie in stand te houden. Samen kunnen de EU en haar lidstaten het bedrijfsleven een krachtig signaal geven en tegelijkertijd de dubbele transitie versnellen.

    Op korte termijn, en vooral als gevolg van de oneerlijke concurrentie tegen de achtergrond van hoge energieprijzen, zijn tijdelijke en gerichte aanvullende maatregelen nodig om de Europese industrie te ondersteunen. Het regelgevingskader moet worden aangepast aan een nieuwe realiteit. Het moet eenvoudiger en sneller zijn om de doelstellingen van de EU voor een duurzame nettonuleconomie en -samenleving beter te verwezenlijken.

    Deze mededeling is een volgende stap in de uitvoering van de agenda van Versailles 41 . Het bevat de reactie van de Commissie op de kortetermijnuitdagingen waarmee de Europese industrie wordt geconfronteerd. De Commissie zal ook gehoor geven aan de oproep van de Europese Raad om vóór zijn bijeenkomst in maart een bredere strategie te presenteren voor het stimuleren van het concurrentievermogen op de lange termijn op de eengemaakte markt, die haar 30-jarig bestaan viert. De Commissie roept de lidstaten ook op tot een akkoord over de evaluatie van de economische governance.

    De Commissie staat klaar om de industrie en de samenleving te ondersteunen bij hun transitie naar duurzaamheid, door investeringen in nieuwe technologieën te bevorderen en waar mogelijk en noodzakelijk financiering te verstrekken. Investeringen in een geschoolde bevolking vereisen dat opleiding en onderwijs een cruciaal onderdeel van onze toekomst vormen. Omdat we in een onderling verbonden wereld leven en de groene transitie een realiteit is buiten de grenzen van de EU, zal de Commissie op een open, maar assertieve wijze blijven overleggen en samenwerken met onze handelspartners.

    De Commissie roept de leiders, regeringen, wetgevers en sociale partners op de uitvoering van dit plan te ondersteunen en is bereid het vóór de Europese Raad van maart om te zetten in concrete voorstellen op basis van de lopende behoeftenevaluatie.

    (1)

    “Energy Technology Perspectives (2023)” van het Internationaal Energieagentschap.

    (2)

      The rise of European Clean Tech – Report , https://dealroom.co/uploaded/2022/04/Dealroom-Talis-Climate-Tech-Europe-2022.pdf

    (3)

      Chinesische Subventionspolitik: Effekte auf deutsche Unternehmen (vbw-bayern.de)

    (4)

    De precieze productomschrijving moet nog worden bepaald. Uitgaande van technologieneutraliteit zou de wetgeving voortbouwen op een beoordeling van het strategisch belang en de in kaart gebrachte behoeften aan investeringen in de verwerkende industrie voor verschillende soorten nettonulproducten. Die technologieën kunnen verder gaan dan de strategische nettonultechnologieën die in aanmerking komen voor het specifieke type steun dat beschikbaar is in het kader van het tijdelijke crisis- en overgangskader voor staatssteun.

    (5)

    Nationale overheidsfinanciering die staatssteun vormt, moet in overeenstemming zijn met het tijdelijke crisis- en overgangskader voor staatssteun.

    (6)

     Zo zou het recycleren van grondstoffen voor zonnepanelen of de installatie van windturbines kunnen worden vergemakkelijkt wanneer is voldaan aan de Europese normen die op deze gebieden zijn ontwikkeld. Het is reeds mogelijk een norm te ontwikkelen voor de inzameling, het vervoer en de verwerking van batterijen om snelle en vereenvoudigde procedures mogelijk te maken voor recyclinginstallaties die aan die norm voldoen.

    (7)

    De Commissie is voornemens tegen de zomer van 2023 richtsnoeren te publiceren waarin de relevante gebruiksgevallen van testomgevingen voor regelgeving, proefbanken en levende laboratoria worden belicht om beleidsmakers en innovatoren te ondersteunen bij hun aanpak van experimenten in de EU.

    (8)

    Zoals producenten van polysilicium dat wordt gebruikt in zonnecollectoren of van batterijcellen.

    (9)

    Ramingen van de Commissie op basis van gegevens van het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (Irena) en belanghebbenden uit het bedrijfsleven.

    (10)

    Het EU-beleid inzake ecologisch ontwerp bevat geharmoniseerde regels voor energiegerelateerde producten met betrekking tot aspecten als energieverbruik, waterverbruik, emissieniveaus en materiaalefficiëntie, waardoor het zowel de vraag naar als het aanbod van duurzamere producten stimuleert.

    (11)

    Voor warmtepompen dankzij de energie-etiketteringsdatabank EPREL ( https://eprel.ec.europa.eu/screen/home ).

    (12)

    Zie wat de investeringsbehoeften betreft het werkdocument van de diensten van de Commissie REPowerEU ( https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52022SC0230&from=EN ).

    (13)

    Zoals meer projecten inzake batterijen en waterstof, of eventueel projecten inzake zonne- of warmtepompen.

    (14)

      Study on energy subsidies and other government interventions in the European Union - Publications Office of the EU (europa.eu) . Steunmaatregelen van de overheid omvatten rechtstreekse betalingen aan bedrijven en consumenten; belastinguitgaven (bv. belastingkredieten, btw-verlaging); inkomens- of prijzensteun; steun voor onderzoek en ontwikkeling.

    (15)

     Dit komt bovenop de bestaande transfermogelijkheden van 5 % uit de fondsen van het cohesiebeleid (tot 17,9 miljard EUR).

    (16)

    EIB boosts clean energy financing in support of REPowerEU Plan. Persbericht beschikbaar op:

      https://www.eib.org/en/press/all/2022-450-eib-boosts-clean-energy-financing-in-support-of-repowereu-plan  

    (17)

    Daarnaast had de EIB in december 2022 overeenkomsten ondertekend voor 29 verrichtingen in negen lidstaten voor 2,3 miljard EUR in het kader van InvestEU voor de financiering van projecten op het gebied van onderzoek en innovatie en duurzame infrastructuur, en ook voor sociale investeringen en vaardigheden.

    (18)

    Dit doet geen afbreuk aan de totale ETS-inkomsten die beschikbaar zijn voor de terugbetaling van de NGEU-schuld

    (19)

      https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52021DC0390  

    (20)

    Op basis van de Eurostat-definitie van groene banen (“Werkgelegenheid in de sector milieugoederen en -diensten”), Eurostat “Milieueconomie — Statistieken over werkgelegenheid en groei”, gegevens,     ( https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Environmental_economy_%E2%80%93_statistics_on_employment_and_growth&oldid=583805#Development_of_key_indicators_for_the_environmental_economy ).

    (21)

    De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg 69,5 % in het tweede kwartaal van 2022, tegenover 80,2 % voor mannen en 74,9 % gemiddeld. De arbeidsparticipatie van personen tussen 60 en 64 jaar bedroeg 48,2 %, tegenover gemiddeld 74,9 % in de leeftijdsgroep 20-64 jaar.

    (22)

    Terwijl de werkloosheid in november 2022 daalde tot een laagterecord van 6,0 %, bedraagt de jeugdwerkloosheid (jonger dan 25 jaar) 2,5 keer de algemene werkloosheid.

    (23)

    De vacaturegraad is het percentage onvervulde vacatures in het totale aantal vacatures en wordt beschouwd als een van de best mogelijke maatregelen om een tekort aan arbeidskrachten in een sector aan te geven.

    (24)

     Tot deze sectoren behoren de sectoren elektriciteit, stoom, gas en airconditioning, vervoer, bouw en maakindustrie. Gegevens over de sector watervoorziening, riolering, afvalbeheer en sanering die ook als essentieel voor de transitie worden beschouwd, zijn helaas niet beschikbaar op EU-niveau.

    (25)

    Gebaseerd op de enge Eurostat-definitie van groene banen (“Werkgelegenheid in de sector milieugoederen en -diensten”). Het tekort aan arbeidskrachten, zoals blijkt uit de vacaturegraad, is tussen 2015 en 2021 verdubbeld in de sectoren die van cruciaal belang worden geacht voor de groene transitie.

    (26)

    ILO-verslag 2019: Vaardigheden voor een groenere toekomst: een algemeen overzicht, beschikbaar op: https://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_emp/documents/publication/wcms_732214.pdf  

    (27)

    GCO-waarnemingspost voor schone energietechnologie (CETO): Algemene strategische analyse van de technologie voor schone energie — voortgangsverslag 2022: https://publications.jrc.ec.europa.eu/repository/bitstream/JRC131001/2022.5375.pdf

    (28)

    COM(2022) 625

    (29)

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Talent benutten in de Europese regio’s (COM(2023) 32 final).

    (30)

    Bijvoorbeeld: microcredentials, individuele leerrekeningen, digitale vaardigheden en aanbevelingen voor onderwijs.

    (31)

    Dit komt tot uiting in een lager percentage octrooiaanvragen door vrouwelijke uitvinders (in 2021 slechts 20 % in alle octrooicategorieën en iets meer dan 15 % voor technologieën om klimaatverandering te beperken), een lager percentage startende ondernemingen die door vrouwen zijn opgericht of medeopgericht (minder dan 15 % in de EU in 2021) en lagere kapitaalinvesteringen in door vrouwen geleide ondernemingen (slechts 2 % in volledig vrouwelijke start-ups en 9 % in gemengde teams in de EU in 2021). Bron: CETO: Algemene strategische analyse van de technologie voor schone energie in de Europese Unie — voortgangsverslag 2022:

    (32)

    32 % in 2019, volgens het industrieel platform schone energie, in de gezamenlijke verklaring over vaardigheden in de sector schone technologie, https://commission.europa.eu/system/files/2022-06/ceif_joint_statement_on_skills.pdf (in het Engels)

    (33)

    COM(2022) 16

    (34)

    De European Battery Academy (Europese batterijacademie) zal tegen 2025 ongeveer 800 000 werknemers opleiden, omscholen en bijscholen.

    (35)

    Punt 18 van de richtsnoeren voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang: Mededeling van de Commissie - Criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid met de interne markt van staatssteun ter bevordering van de verwezenlijking van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (PB C 528 van 30.12.2021, blz. 10).

    (36)

    Het Europees Sociaal Fonds +, Erasmus, Horizon Europa, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het programma Digitaal Europa, de faciliteit voor herstel en veerkracht en het Fonds voor een rechtvaardige transitie.

    (37)

     Dit vereist, naast andere zaken, een versterking van de capaciteit van de EU om de grenzen van de EU te controleren en te beschermen, wat een belangrijke doelstelling van de komende douanehervorming is.

    (38)

    De EU heeft in het kader van Horizon Europa een specifiek “Afrika-initiatief” en een “mediterraan initiatief” gelanceerd, elk met een totale EU-investering van ongeveer 300 miljoen EUR.

    (39)

    Zoals ontwikkeld door de coalitie van ministers van Handel voor het klimaat:

       https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_23_248

    (40)

    Discussienota 094:  Quantifying the Economic Effects of the Single Market in a Structural Macromodel (europa.eu) , Jan in’t Veld, 2019.

    (41)

    Informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders, Verklaring van Versailles, 11 maart 2022.

    Top