EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document L:2014:087:FULL

Publicatieblad van de Europese Unie, L 087, 22 maart 2014


Display all documents published in this Official Journal
 

ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.087.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 87

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
22 maart 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2014 van de Commissie van 25 februari 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma's in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid, en overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking betreffende het model voor samenwerkingsprogramma's in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking

1

 

*

Verordening (EU) nr. 289/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen voor foramsulfuron, azimsulfuron, iodosulfuron, oxasulfuron, mesosulfuron, flazasulfuron, imazosulfuron, propamocarb, bifenazaat, chloorprofam en thiobencarb in of op bepaalde producten ( 1 )

49

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 290/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase en endo-1,3(4)-bèta-glucanase, geproduceerd door Talaromyces versatilis sp. nov. IMI CC 378536, als toevoegingsmiddel voor voeding voor pluimvee, gespeende biggen en mestvarkens, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1259/2004, (EG) nr. 943/2005, (EG) nr. 1206/2005 en (EG) nr. 322/2009 (vergunninghouder Adisseo France SAS) ( 1 )

84

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 291/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1289/2004 wat betreft de wachttijd en maximumresidugehalten van het toevoegingsmiddel decoquinaat ( 1 )

87

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 292/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897), als toevoegingsmiddel voor voeding voor pluimvee, gespeende biggen, mestvarkens en zeugen (vergunninghouder ROAL Oy) ( 1 )

90

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

93

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit 2014/157/GBVB van de Raad van 20 maart 2014 houdende wijziging van Besluit 2011/173/GBVB betreffende beperkende maatregelen vanwege de situatie in Bosnië en Herzegovina

95

 

 

2014/158/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 20 maart 2014 tot wijziging van Beschikking 2006/594/EG wat betreft toewijzing van aanvullende middelen van het Europees Sociaal Fonds aan bepaalde lidstaten in het kader van de convergentiedoelstelling (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1707)

96

 

 

2014/159/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 20 maart 2014 tot wijziging van Beschikking 2006/593/EG wat betreft de toewijzing van aanvullende middelen van het Europees Sociaal Fonds aan bepaalde lidstaten in het kader van de doelstelling Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1708)

101

 

 

2014/160/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 20 maart 2014 tot intrekking van op grond van Beschikking 95/408/EG van de Raad goedgekeurde lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong toestaan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1742)  ( 1 )

104

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 288/2014 VAN DE COMMISSIE

van 25 februari 2014

tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma's in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid”, en overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” betreffende het model voor samenwerkingsprogramma's in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 96, lid 9,

Gezien Verordening (EU) nr. 1229/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (2), en met name artikel 8, lid 11,

Na raadpleging van het bij artikel 150, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ingestelde Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er moeten twee modellen worden vastgesteld, één voor operationele programma's in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” en één voor samenwerkingsprogramma's in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”. In elk model worden eenvormige voorwaarden voor de presentatie van informatie in elk deel van de operationele of samenwerkingsprogramma's vastgelegd. Dit is nodig om te waarborgen dat de informatie consistent en vergelijkbaar is en waar nodig kan worden geaggregeerd.

(2)

De bepalingen van deze verordening hangen nauw met elkaar samen, aangezien zij betrekking hebben op bepalingen betreffende de inhoud van programma's in het kader van het cohesiebeleid. Om de samenhang tussen deze bepalingen, die tegelijkertijd in werking moeten treden, te waarborgen en om alle ingezetenen van de Unie een volledige beeld van en een compacte toegang tot deze bepalingen te bieden, is het wenselijk de bepalingen tot vaststelling van de modellen voor programma's in het kader van het cohesiebeleid die overeenkomstig de Verordeningen (EU) nrs. 1303/2013 en 1299/2013 door middel van uitvoeringshandelingen moeten worden vastgesteld, in één enkele verordening op te nemen.

(3)

Deze modellen vormen de basis voor de ontwikkeling van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling als bedoeld in artikel 74, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor wat de inhoud en de indiening van operationele programma's en samenwerkingsprogramma's betreft. Derhalve moet hierin worden vastgelegd hoe gegevens over operationele programma's en samenwerkingsprogramma's in het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling moeten worden ingevoerd. Dit mag echter geen gevolgen hebben voor de uiteindelijke presentatie van operationele programma's en samenwerkingsprogramma's, met inbegrip van de opmaak van tekst en tabellen, aangezien het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling het mogelijk moet maken de in dit systeem opgenomen gegevens op verschillende manieren te structureren en te presenteren.

(4)

Het model voor de operationele programma's moet overeenkomen met de structuur van het operationele programma in artikel 96 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en het model voor de samenwerkingsprogramma's moet overeenkomen met de structuur van het samenwerkingsprogramma in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1299/2013. Om consistente voorwaarden voor de invoer van gegevens te waarborgen, moeten in de modellen de technische kenmerken van elk veld in het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling worden vastgelegd. In de modellen moet de mogelijkheid worden geboden naast de gestructureerde gegevens ook ongestructureerde informatie te verstrekken in de vorm van verplichte of niet-verplichte bijlagen. Het is niet noodzakelijk voor dergelijke bijlagen technische kenmerken vast te stellen.

(5)

Om de correcte toepassing van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en van Verordening (EU) nr. 1299/2013 te waarborgen, moet in de modellen worden aangegeven welke informatie aan een uitvoeringsbesluit van de Commissie tot goedkeuring van het programma onderworpen is. Daarnaast moeten in het model voor operationele programma's in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” ook de elementen worden aangegeven die overeenkomstig artikel 96, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 alleen in de partnerschapsovereenkomst hoeven te worden gepresenteerd.

(6)

Er moet ook worden vermeld welke delen van het model voor operationele programma's in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” niet door de lidstaten moeten worden ingevuld wanneer de operationele programma's uitsluitend bedoeld zijn voor technische bijstand of voor het Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3). Aangezien de inhoudelijke eisen voor de operationele programma's die bedoeld zijn voor gezamenlijke financieringsinstrumenten voor onbeperkte garanties en securitisatie ten gunste van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, zoals in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (4) gedefinieerd en door de Europese Investeringsbank ten uitvoer gelegd, slechts een deel van de eisen voor de inhoud van andere programma's in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” omvatten, moet worden vastgesteld welke velden van het respectieve model in dergelijke specifieke programma's moeten worden opgenomen.

(7)

Om een snelle toepassing van de in deze verordening bepaalde maatregelen mogelijk te maken, moet deze verordening in werking treden op de dag na de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het model voor het opstellen van operationele programma's in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” is opgenomen in bijlage I bij deze verordening.

2.   Het model voor het opstellen van samenwerkingsprogramma's in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 februari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259.

(3)  Verordening (EG) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

(4)  Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).


BIJLAGE I

MODEL VOOR OPERATIONELE PROGRAMMA'S IN HET KADER VAN DE DOELSTELLING „INVESTEREN IN GROEI EN WERKGELEGENHEID”

CCI

<0.1 type=„S” maxlength=„15” input=„S”“SME”>  (1)

Titel

<0.2 type=„S” maxlength=„255” input=„M”„SME”>

Versie

<0.3 type=„N” input=„G”„SME”>

Eerste jaar

<0.4 type=„N” maxlength=„4” input=„M”„SME”>

Laatste jaar

<0.5 type=„N” maxlength=„4” input=„M”„SME”>

Subsidiabel vanaf

<0.6 type=„D” input=„G”“SME >

Subsidiabel tot

<0.7 type=„D” input=„G”„SME”>

Nummer besluit Commissie

<0.8 type=„S” input=„G”„SME”>

Datum besluit Commissie

<0.9 type=„D” input=„G”„SME”>

Nummer wijzigingsbesluit lidstaat

<0.10 type=„S” maxlength=„20” input=„M”„SME”>

Datum wijzigingsbesluit lidstaat

<0.11 type=„D” input=„M”„SME”>

Datum inwerkingtreding wijzigingsbesluit lidstaat

<0.12 type=„D” input=„M”„SME”>

Onder het operationele programma vallende NUTS-regio's

<0.12 type=„S” input=„S“„SME”>

DEEL 1

STRATEGIE VOOR DE BIJDRAGE VAN HET OPERATIONELE PROGRAMMA AAN DE STRATEGIE VAN DE UNIE VOOR SLIMME, DUURZAME EN INCLUSIEVE GROEI EN DE VERWEZENLIJKING VAN ECONOMISCHE, SOCIALE EN TERRITORIALE SAMENHANG

(referentie: artikel 27, lid 1, en artikel 96, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2))

1.1.   Strategie voor de bijdrage van het operationele programma aan de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en de verwezenlijking van economische, sociale en territoriale samenhang

1.1.1.

Beschrijving van de strategie van het programma om bij te dragen aan de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en de verwezenlijking van economische, sociale en territoriale samenhang.

<1.1.1 type=‘S’ maxlength=‘70000’ input=‘M’>

1.1.2.

Een motivering van de keuze van de thematische doelstellingen en bijbehorende investeringsprioriteiten met betrekking tot de partnerschapsovereenkomst, op basis van een vaststelling van hetgeen op regionaal en, in voorkomend geval, nationaal niveau nodig is, waaronder het aanpakken van de problemen die zijn vermeld in de relevante landenspecifieke aanbevelingen die zijn aangenomen op grond van artikel 121, lid 2, VWEU, en de relevante aanbevelingen van de Raad die zijn vastgesteld op grond van artikel 148, lid 4, VWEU, met inachtneming van de ex-ante-evaluatie.

Tabel 1

Motivering van de keuze van de thematische doelstellingen en investeringsprioriteiten

Gekozen thematische doelstelling

Gekozen investeringsprioriteit

Motivering van de keuze

<1.1.2 type=„S” input=„S” PA=Y TA=”NA”>

<1.1.3 type=„S” input=„S” PA=Y TA=”NA”>

<1.1.4 type=„S” maxlength=„1000” input=„M” PA=Y TA=”NA”>

 

 

 

1.2.   Motivering van de financiële toewijzing

Motivering van de financiële toewijzing (d.w.z. steun van de Unie) aan elke thematische doelstelling en in voorkomend geval de investeringsprioriteit, in overeenstemming met de vereisten inzake thematische concentratie rekening houdend met de ex-ante-evaluatie.

<1.2.1 type=„S” maxlength=„7000” input=„M” PA=Y TA=”NA”>

Tabel 2

Overzicht van de investeringsstrategie van het operationele programma

Prioritaire as

Fonds (EFRO (3), Cohesiefonds, ESF (4), YEI) (5)

Steun van de Unie (6)

(EUR)

Aandeel van de totale steun van de Unie voor het operationele programma (7)

Thematische doelstelling (8)

Investeringsprioriteiten (9)

Specifieke doelstellingen in overeenstemming met de investeringsprioriteit

Gemeenschappelijke en programmaspecifieke resultaatindicatoren waarvoor een streefdoel is vastgesteld

<1.2.1 type=„S” input=„G”>

<1.2.2 type=„S” input=„G”>

<1.2.3 type=„N' „ input=”G”>

<1.2.4 type=„P' input="G”>

<1.2.5 type=„S” input=„G”>

<1.2.6 type=„S” input=„G”>

<1.2.7 type=„S” input=„G”>

<1.2.8 type=„S” input=„G”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DEEL 2

PRIORITAIRE ASSEN

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

2.A   Een beschrijving van de prioritaire assen, anders dan technische bijstand

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

2.A.1    Prioritaire as (voor elke prioritaire as)

Identificatiecode van de prioritaire as

<2A.1 type=„N” input=„G”„SME”>

Titel van de prioritaire as

<2A.2 type=„S” maxlength=„500” input=„M”„SME”>


De gehele prioritaire as wordt uitsluitend met behulp van financieringsinstrumenten uitgevoerd

<2A.3 type=„C” input=„M”>

De gehele prioritaire as wordt uitsluitend uitgevoerd met financieringsinstrumenten die op het niveau van de Unie zijn opgezet

<2A.4 type=„C” input=„M”„SME”>

De gehele prioritaire as wordt door vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling uitgevoerd

<2A.5 type=„C” input=„M”>

Voor het ESF: de gehele prioritaire as is bedoeld voor sociale innovatie of transnationale samenwerking of beide

<2A.6 type=„C” input=„M”>

2.A.2    Motivering voor de vaststelling van een prioritaire as die meer dan één regiocategorie, thematische doelstelling of fonds betreft (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

<2A.0 type=„S” maxlength=„3500” input=„M”>

2.A.3    Fonds, regiocategorie en berekeningsgrondslag voor steun van de Unie

(voor elke combinatie in het kader van een prioritaire as)

Fonds

<2A.7 type=„S” input=„S”“SME” >

Regiocategorie

<2A.8 type=„S” input=„S”“SME “>

Berekeningsgrondslag (totale subsidiabele uitgaven of subsidiabele publieke uitgaven)

<2A.9 type=„S” input=„S”“SME” >

Regiocategorie voor ultraperifere regio's en noordelijke dunbevolkte regio's (indien van toepassing)

<2A.9 type=„S” input=„S” >

2.A.4    Investeringsprioriteit

(voor elke investeringsprioriteit in het kader van de prioritaire as)

Investeringsprioriteit

<2A.10 type=„S” input=„S”“SME” >

2.A.5    Specifieke doelstellingen in overeenstemming met de investeringsprioriteit en de verwachte resultaten

(voor elke specifieke doelstelling in het kader van de investeringsprioriteit)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punten i) en ii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Identificatiecode

2A.1.1 type=„N” input=„G”„SME”>

Specifieke doelstelling

<2A.1.2 type=„S” maxlength=„500” input=„M”„SME”>

Resultaten die de lidstaat met steun van de Unie beoogt te bereiken

<2A.1.3 type=„S” maxlength=„3500” input=„M“„SME ”>


Tabel 3

Programmaspecifieke resultaatindicatoren, per specifieke doelstelling (voor het EFRO en het Cohesiefonds)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid

Regiocategorie (indien relevant)

Uitgangswaarde

Referentiejaar

Streefwaarde (10) (2023)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

<2A.1.4 type=„S” maxlength=„5” input=„M”“SME”>

<2A.1.5 type=„S” maxlength=„255” input=„M”“SME”>

<2A.1.6 type=„S” input=„M” „SME”>

<2A.1.7 type=„S” input=„S”“SME”>

kwantitatief <2A.1.8 type=„N” input=„M”“SME”>

kwalitatief <2A.1.8 type=„S” maxlength=„100” input=„M”“SME”

<2A.1.9 type=„N” input=„M”„SME”>

kwantitatief <2A.1.10 type=„N” input=„M”>

kwalitatief <2A.1.10 type=„S” maxlength=„100” input=„M”“SME”>

<2A.1.11 type=„S” maxlength=„200” input=„M”“SME”>

<2A.1.12 type=„S” maxlength=„100” input=„M”“SME”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Table 4

Gemeenschappelijke resultaatindicatoren waarvoor een streefwaarde is vastgesteld, en specifieke resultaatindicatoren voor het programma die overeenkomen met de specifieke doelstelling (per investeringsprioriteit en regiocategorie) (voor het ESF)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Identificatiecode

Indicator

Regiocategorie

Meeteenheid voor indicator

Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Uitgangswaarde

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Referentiejaar

Streefwaarde (11) (2023)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

M

W

T

M

W

T

programmaspecifiek <2A.1.13 type=„S” maxlength=„5” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.13 type=„S” input=„S”>

programmaspecifiek <2A.1.14 type=„S” maxlength=„255” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.14 type=„S” input=„S”>

<2A.1.15 type=„S” input=„S”>

programmaspecifiek <2A.1.16 type=„S” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.16 type=„S” input=„S”>

programmaspecifiek <2A.1.17 type=„S” input=„M”>

gemeenschappelijk 2A.1.17 type=„S” input=„S”>

gemeenschappelijke outputindicatoren <2A.1.18 type=„S” input=„S”>

kwantitatief <2A.1.19 type=„S” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.19 type=„S” input=„G”>

<2A.1.20 type=„N” input=„M”>

kwantitatief <2A.1.21 type=„N” input=„M”>

kwalitatief <2A.1.21 type=„S” maxlength=„100” input=„M”>

<2A.1.22 type=„S” maxlength=„200” input=„M”>

<2A.1.23 type=„S” maxlength=„100” input=„M”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 4a

YEI-resultaatindicatoren en programmaspecifieke indicatoren die met de specifieke doelstelling overeenkomen

(per prioritaire as of deel daarvan)

(referentie: artikel 19, lid 3 van Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad (12))

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid voor indicator

Gemeenschappelijke outputindicator die als basis voor de streefwaarde wordt gebruikt

Uitgangswaarde

Meeteenheid voor uitgangswaarde en streefwaarde

Referentiejaar

Streefwaarde (13) (2023)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

M

W

T

M

W

T

programmaspecifiek <2A.1.24 type=„S” maxlength=„5” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.24 type=„S” input=„S”>

programmaspecifiek <2A.1.25 type=„S” maxlength=„255” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.25 type=„S” input=„S”>

programmaspecifiek <2A.1.26 type=„S” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.26 type=„S” input=„S”>

programmaspecifiek <2A.1.27 type=„S” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.27 type=„S” input=„S”>

gemeenschappelijke outputindicatoren <2A.1.28 type=„S” input=„S”>

kwantitatief <2A.1.29 type=„S” input=„M”>

gemeenschappelijk <2A.1.29 type=„S” input=„G”>

<2A.1.30 type=„N' input="M”>

kwantitatief <2A.1.31 type=„N” input=„M”>

kwalitatief <2A.1.31 type=„S” maxlength=„100” input=„M”>

<2A.1.32 type=„S” maxlength=„200” input=„M”>

<2A.1.33 type=„S” maxlength=„100” input=„M”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.A.6    In het kader van de investeringsprioriteit te ondersteunen maatregelen

(per investeringsprioriteit)

2.A.6.1   Beschrijving van het type en voorbeelden van maatregelen die worden ondersteund, en de verwachte bijdrage daarvan aan de specifieke doelstellingen, met inbegrip van, indien van toepassing, vermelding van de voornaamste doelgroepen, beoogde specifieke grondgebieden en soorten begunstigden

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.1.1 type=„S” input=„S”>

<2A.2.1.2 type=„S” maxlength=„17500” input=„M”>

2.A.6.2   Leidende beginselen voor het selecteren van concrete acties

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.2.1 type=„S” input=„S”>

<2A.2.2.2 type=„S” maxlength=„5000” input=„M”>

2.A.6.3   Gepland gebruik van financieringsinstrumenten (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.3.1 type=„S” input=„S”>

Gepland gebruik van financieringsinstrumenten

<2A.2.3.2 type=„C” input=„M”>

<2A.2.3.3 type=„S” maxlength=„7000” input=„M”>

2.A.6.4   Gepland gebruik van grote projecten (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.4.1 type=„S” input=„S”>

<2A.2.4.2 type=„S” maxlength=„3500” input=„M”>

2.A.6.5   Outputindicatoren per investeringsprioriteit en, indien van toepassing, naar regiocategorie

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt iv), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Table 5

Gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren

(per investeringsprioriteit, voor het ESF en indien van toepassing voor het EFRO uitgesplitst naar regiocategorie)

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid

Fonds

Regiocategorie (indien relevant)

Streefwaarde (2023) (14)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

M

W

T

<2A.2.5.1 type=„S” input=„S”„SME”>

<2A.2.5.2 type=„S” input=„S”„SME”>

<2A.2.5.3 type=„S” input=„S”„SME”>

<2A.2.5.4 type=„S” input=„S”„SME”>

<2A.2.5.5 type=„S” input=„S”„SME”>

<2A.2.5.6 type=„N” input=„M”„SME”>

<2A.2.5.7 type=„S” maxlength=„200” input=„M”„SME”>

<2A.2.5.8 type=„S” maxlength=„100” input=„M”„SME”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.A.7    Sociale innovatie, transnationale samenwerking en bijdrage aan de thematische doelstellingen 1-7  (15)

Specifieke bepalingen voor het ESF (16), indien van toepassing (per prioritaire as en, indien relevant, uitgesplitst naar regiocategorie): sociale innovatie, transnationale samenwerking en bijdrage van het ESF aan de thematische doelstellingen 1-7.

Beschrijving van de bijdrage van de geplande acties van de prioritaire as aan:

sociale innovatie (indien hiervoor geen specifieke prioritaire as bestaat);

transnationale samenwerking (indien hiervoor geen specifieke prioritaire as bestaat);

thematische doelstellingen als bedoeld in artikel 9, punten 1 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

Prioritaire as

<2A.3.1 type=„S” input=„S”>

<2A.3.2 type=„S” maxlength=„7000” input=„M”>

2.A.8    Prestatiekader

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt v), en bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Table 6

Prestatiekader van de prioritaire as

(per fonds en, voor het EFRO en het ESF, per regiocategorie) (17)

Prioritaire as

Soort indicator

(belangrijke uitvoeringsstap, financiële, output- of, indien van toepassing, resultaatindicator)

Identificatiecode

Indicator of belangrijke uitvoeringsstap

Meeteenheid, indien van toepassing

Fonds

Regiocategorie

Mijlpaal voor 2018 (18)

Uiteindelijke streefdoel (2023) (19)

Gegevensbron

Toelichting betreffende de relevantie van de indicator, indien van toepassing

M

W

T

M

W

T

<2A.4.1 type=„S” input=„S”>

<2A.4.2 type=„S” input=„S”>

uitvoeringsstap of financiële indicator <2A.4.3 type=„S” maxlength=„5” input=„M”>

output of resultaat <2A.4.3 type=„S” input=„S”>

uitvoeringsstap of financiële indicator <2A.4.4 type=„S” maxlength=„255” input=„M”>

output of resultaat <2A.4.4 type=„S” input=„G” or “M”>

uitvoeringsstap of financiële indicator <2A.4.5 type=„S” input=„M”>

output of resultaat <2A.4.5 type=„S” input=„G” or “M”>

<2A.4.6 type=„S” input=„S”>

<2A.4.7 type=„S” input=„S”>

<2A.4.8 type=„S” maxlength=„255” input=„M”>

uitvoeringsstap of financiële <2A.4.9 type=„S” input=„M”>

output of resultaat <2A.4.8 type=„S” input=„M”>

uitvoeringsstap of financiële indicator <2A.4.10 type=„S” maxlength=„200” input=„M”>

output of resultaat <2A.4.10 type=„S” input=“M”>

<2A.4.11 type=„S” maxlength=„500” input=„M”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanvullende kwalitatieve informatie over de vaststelling van het prestatiekader

(facultatief)

<2A.4.12 type=„S” maxlength=„7000” input=„M”>

2.A.9    Categorieën steunverlening

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt vi), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Categorieën steunverlening die overeenkomen met de inhoud van de prioritaire as op basis van een door de Commissie vastgestelde nomenclatuur, en een indicatieve uitsplitsing van de door de Unie verleende steun.

Tabellen 7-11

Categorieën steunverlening  (20)

(per fonds en regiocategorie, indien de prioritaire as meer dan één daarvan betreft)

Tabel 7

Dimensie 1 – Steunverleningsgebied

Fonds

<2A.5.1.1 type=„S” input=„S” Decision=N>

Regiocategorie

<2A.5.1.2 type=„S” input=„S” Decision=N>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.5.1.3 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.1.4 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.1.5 type=„N” input=„M” Decision=N>

 

 

 

 

 

 


Tabel 8

Dimensie 2 – Financieringsvorm

Fonds

<2A.5.2.1 type=„S” input=„S” Decision=N>

Regiocategorie

<2A.5.2.2 type=„S” input=„S” Decision=N>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.5.2.3 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.2.4 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.2.5 type=„N” input=„M” Decision=N>

 

 

 

 

 

 


Tabel 9

Dimensie 3 – Soort grondgebied

Fonds

<2A.5.3.1 type=„S” input=„S” Decision=N>

Regiocategorie

<2A.5.3.2 type=„S” input=„S” Decision=N>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.5.3.3 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.3.4 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.3.5 type=„N” input=„M” Decision=N>

 

 

 

 

 

 


Tabel 10

Dimensie 4 – Territoriale verwezenlijkingsmechanismen

Fonds

<2A.5.4.1 type=„S” input=„S” Decision=N>

Regiocategorie

<2A.5.4.2 type=„S” input=„S” Decision=N>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.5.4.2 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.4.4 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.4.5 type=„N” input=„M” Decision=N>

 

 

 

 

 

 


Tabel 11

Dimensie 6 – Secundair ESF-onderwerp (21) (alleen ESF)

Fonds

<2A.5.5.1 type=„S” input=„S” Decision=N>

Regiocategorie

<2A.5.5.2 type=„S” input=„S” Decision=N>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.5.5.3 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.5.4 type=„S” input=„S” Decision=N>

<2A.5.5.5 type=„N” input=„M” Decision=N>

 

 

 

 

 

 

2.A.10    Overzicht van het geplande gebruik van technische bijstand, waaronder, waar nodig, maatregelen ter versterking van de administratieve capaciteit van de autoriteiten die betrokken zijn bij het beheer en de controle van de programma's en de begunstigden (indien van toepassing)

(per prioritaire as)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder b), punt vii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Prioritaire as

<3A.6.1 type=„S” input=„S”>

<2A.6.2 type=„S” maxlength=„2000” input=„M”>

2.B   Beschrijving van de prioritaire assen voor technische bijstand

(referentie: artikel 96, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

2.B.1    Prioritaire as (voor elke prioritaire as voor technische bijstand)

Identificatiecode van de prioritaire as

<2B.0.2 type=„N” maxlength=„5” input=„G”>

Titel van de prioritaire as

<2B.0.3 type=„S” maxlength=„255” input=„M”>

2.B.2    Motivering voor de vaststelling van een prioritaire as die meer dan één regiocategorie betreft (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

<2B.0.1 type=„S” maxlength=„3500” input=„M”>

2.B.3    Fonds en regiocategorie (voor elke combinatie in het kader van de prioritaire as)

Fonds

<2B.0.4 type=„S” input=„S”>

Regiocategorie

<2B.0.5 type=„S” input=„S”>

Berekeningsgrondslag (totale subsidiabele uitgaven of subsidiabele publieke uitgaven)

<2B.0.6 type=„S” input=„S”>

2.B.4    Specifieke doelstellingen en verwachte resultaten

(voor elke specifieke doelstelling in het kader van de prioritaire as)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder c), punten i) en ii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Identificatiecode

<2B.1.1 type=„N” maxlength=„5” input=„G”>

Specifieke doelstelling

<2B.1.2 type=„S” maxlength=„500” input=„M”>

Resultaten die de lidstaat met steun van de Unie beoogt te bereiken (22)

<2B.1.3 type=„S” maxlength=„3500” input=„M”>

2.B.5   Resultaatindicatoren  (23)

Table 12

Programmaspecifieke resultaatindicatoren (per specifieke doelstelling)

(voor het EFRO/ESF/Cohesiefonds)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder c), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid

Uitgangswaarde

Referentiejaar

Streefwaarde (24) (2023)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

M

W

T

M

W

T

<2.B.2.1 type=„S” maxlength=„5” input=„M”>

<2.B.2.2 type=„S” maxlength=„255” input=„M”>

<2.B.2.3 type=„S” input=„M”>

kwantitatief <2.B.2.4 type=„N” input=„M”>

<2.B.2.5 type=„N' input="M”>

kwantitatief <2.B.2.6 type=„N” input=„M”>

kwalitatief <2.B.2.6 type=„S” maxlength=„100” input=„M”>

<2.B.2.7 type=„S” maxlength=„200” input=„M”>

<2.B.2.8 type=„S” maxlength=„100” input=„M”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.B.6    Te ondersteunen acties en de verwachte bijdrage daarvan aan de specifieke doelstellingen (per prioritaire as)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder c), punten i) en iii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

2.B.6.1   Een beschrijving van de te ondersteunen acties en de verwachte bijdrage daarvan aan de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen

(referentie: artikel 96, lid 2, onder c), punten i) en iii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Prioritaire as

<2.B.3.1.1 type=„S” input=„S”>

<2.B.3.1.2 type=„S” maxlength=„7000” input=„M”>

2.B.6.2   Outputindicatoren die naar verwachting aan de resultaten bijdragen (per prioritaire as)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder c), punt iv), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Table 13

Outputindicatoren (per prioritaire as)

(voor het EFRO/ESF/Cohesiefonds)

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid

Streefwaarde (2023) (25)

(facultatief)

Gegevensbron

M

W

T

<2.B.3.2.1 type=„S” maxlength=„5” input=„M”>

<2.B.2.2.2 type=„S” maxlength=„255” input=„M”>

<2.B.3.2.3 type=„S” input=„M”>

<2.B.3.2.4 type=„N' input="M”>

<2.B.3.2.5 type=„S” maxlength=„200” input=„M”>

 

 

 

 

 

 

 

2.B.7    Categorieën steunverlening (per prioritaire as)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder c), punt v), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Desbetreffende categorieën steunverlening op basis van een door de Commissie vastgestelde nomenclatuur, en een indicatieve verdeling van de door de Unie verleende steun.

Tabellen 14-16

Categorieën steunverlening  (26)

Tabel 14

Dimensie 1 – Steunverleningsgebied

Regiocategorie: <type=„S” input=„S”>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2B.4.1.1 type=„S” input=„S” > Decision=N>

<2B.4.1.2 type=„S” input=„S”> Decision=N>

<2B.4.1.3 type=„N” input=„M”> Decision=N>

 

 

 

 

 

 


Tabel 15

Dimensie 2 – Financieringsvorm

Regiocategorie: <type=„S” input=„S”>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2B.4.2.1 type=„S” input=„S” > Decision=N>

<2B.4.2.2 type=„S” input=„S”> Decision=N>

<2B.4.2.3 type=„N” input=„M”> Decision=N>

 

 

 

 

 

 


Tabel 16

Dimensie 3 – Soort grondgebied

Regiocategorie: <type=„S” input=„S”>

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2B.4.3.1 type=„S” input=„S” > Decision=N>

<2B.4.3.2 type=„S” input=„S”> Decision=N>

<2B.4.3.3 type=„N” input=„M”> Decision=N>

 

 

 

 

 

 

DEEL 3

FINANCIERINGSPLAN

(referentie: artikel 96, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

3.1   Financiële toewijzing uit elk fonds en bedragen voor de prestatiereserve

(referentie: artikel 96, lid 2, onder d), punt i), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Tabel 17

 

Fonds

Regiocategorie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

 

 

 

Hoofdtoewijzing (27)

Prestatiereserve

Hoofdtoewijzing

Prestatiereserve

Hoofdtoewijzing

Prestatiereserve

Hoofdtoewijzing

Prestatiereserve

Hoofdtoewijzing

Prestatiereserve

Hoofdtoewijzing

Prestatiereserve

Hoofdtoewijzing

Prestatiereserve

Hoofdtoewijzing

Prestatiereserve

 

<3.1.1 type=„S” input=„G”“SME”>

<3.1.2 type=„S” input=„G”“SME”>

<3.1.3 type=„N” input=„M”„SME”>

<3.1.4 type=„N” input=„M”

TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.1.5 type=„N” input=„M”„SME”>

<3.1.6 type=„N” input=„M”

TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.1.7type=„N” input=„M”„SME”>

<3.1.8 type=„N” input=„M”

TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.1.9 type=„N” input=„M”„SME”>

<3.1.10 type=„N” input=„M”

TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.1.11 type=„N” input=„M”„SME”>

<3.1.12 type=„N” input=„M”

TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.1.13 type=„N” input=„M” ‘SME’>

<3.1.14 type=„N” input=„M”

TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.1.15 type=„N” input=„M”„SME”>

<3.1.16 type=„N” input=„M”

TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.1.17 type=„N” input=„G”„SME” >

<3.1.18 type=„N” input=„G”

TA - “NA” YEI –“NA”>

(1)

EFRO

in minder ontwikkelde regio's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(2)

 

in overgangsregio's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(3)

 

in meer ontwikkelde regio's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(4)

 

totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(5)

ESF  (28)

in minder ontwikkelde regio's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(6)

 

in overgangsregio's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(7)

 

in meer ontwikkelde regio's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(8)

 

totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(9)

Specifieke toewijzing voor het YEI

niet van toepassing

 

niet van toepassing

 

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

(10)

Cohesiefonds

niet van toepassing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(11)

EFRO

speciale toewijzing voor ultraperifere gebieden of noordelijke dunbevolkte gebieden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(12)

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2   Totale financiële toewijzing per fonds en nationale medefinanciering (EUR)

(referentie: artikel 96, lid 2, onder d), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

1.

In de tabel wordt het financiële plan per prioritaire as aangegeven.

2.

Wanneer de prioritaire as meerdere fondsen betreft, moeten de steun van de Unie en de nationale bijdrage per fonds worden uitgesplitst, met voor elk fonds een apart medefinancieringspercentage binnen de prioritaire as.

3.

Wanneer de prioritaire as meerdere regiocategorieën betreft, moeten de steun van de Unie en de nationale bijdrage per regiocategorie worden uitgesplitst, met voor elke regiocategorie een apart medefinancieringspercentage binnen de prioritaire as.

4.

De EIB-bijdrage wordt op het niveau van de prioritaire as gepresenteerd.

Tabel 18a

Financieringsplan

Prioritaire as

Fonds

Regiocategorie

Grondslag voor de berekening van de steun van de Unie

(totale subsidiabele kosten of publieke subsidiabele kosten)

Steun van de Unie

Nationale bijdrage

Indicatieve uitsplitsing van de nationale bijdrage

Totale financiering

Medefinancieringspercentage

Ter informatie

Bijdragen van de EIB

Hoofdtoewijzing (totale financiering minus de prestatiereserve)

Prestatiereserve

Prestatiereserve als deel van de totale steun van de Unie

Nationale overheidsfinanciering

Nationale particuliere financiering (29)

Steun van de Unie

Nationale bijdrage

Steun van de Unie

Nationale bijdrage (31)

 

 

 

 

 

(a)

Formula

(c)

(d)

Formula

Formula

 (30)

(g)

Formula

Formula

(j)

Formula

Formula

<3.2.A.1 type=„S” input=„G”“SME” >

<3.2.A.2 type=„S” input=„G”“SME” >

<3.2.A.3 type=„S” input=„G”“SME” >

<3.2.A.4 type=„S” input=„G”“SME” >

<3.2.A.5 type=„N” input=„M”“SME” >

<3.2.A.6 type=„N“SME”” input=„G”>

<3.2.A.7 type=„N” input=„M”“SME” >

<3.2.A.8 type=„N” input=„M”“SME” >

<3.2.A.9 type=„N” input=„G“SME””>

<3.2.A.10 type=„P” input=„G”“SME” >

<3.2.A.11 type=„N” input=„M”“SME” >

<3.2.A.12 type=„N” input=„M” TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.2.A.13 type=„N” input=„M” TA - “NA” YEI –“NA”>>

<3.2.A.14 type=„N” input=„M” TA - “NA” YEI –“NA”>

<3.2.A.15 type=„N” input=„M” TA - “NA” YEI –“NA”>>

<3.2.A.16 type=„N” input=„G” TA - “NA” YEI –“NA”>

Prioritaire as 1

EFRO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Prioritaire as 2

ESF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Prioritaire as 3

YEI (32)

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Prioritaire as 4

ESF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

YEI (33)

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Prioritaire as 5

Cohesiefonds

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

EFRO

minder ontwikkeld

 

is gelijk aan totaal (1) in tabel 17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

EFRO

overgang

 

is gelijk aan totaal (2) in tabel 17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

EFRO

meer ontwikkeld

 

is gelijk aan totaal (3) in tabel 17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

EFRO

speciale toewijzing voor ultraperifere gebieden of noordelijke dunbevolkte gebieden

 

is gelijk aan totaal (11) in tabel 17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

ESF (34)

minder ontwikkeld

 

niet gelijk aan totaal (5) in tabel 17, omdat daarin ook de bijbehorende ESF-steun aan het YEI is opgenomen (35)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

ESF (36)

overgang

 

niet gelijk aan totaal (6) in tabel 17, omdat daarin ook de bijbehorende ESF-steun aan het YEI is opgenomen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

ESF (37)

meer ontwikkeld

 

niet gelijk aan totaal (7) in tabel 17, omdat daarin ook de bijbehorende ESF-steun aan het YEI is opgenomen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

YEI (38)

n.v.t.

 

niet gelijk aan totaal (9) in tabel 17, omdat daarin alleen de speciale YEI-toewijzing is opgenomen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

Cohesiefonds

n.v.t.

 

is gelijk aan totaal (10) in tabel 17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal-generaal

 

 

 

is gelijk aan totaal (12) in tabel 17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 18b

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren – ESF- en YEI-specifieke toewijzingen  (41) (indien van toepassing)

 

Fonds (42)

Regiocategorie

Grondslag voor de berekening van de steun van de Unie

(totale subsidiabele kosten of publieke subsidiabele kosten)

Steun van de Unie (a)

Nationale bijdrage

Formula

Indicatieve uitsplitsing van de nationale bijdrage

Totale financiering

Formula

Medefinancieringspercentage

Formula  (40)

nationale overheidsfinanciering

(c)

nationale particuliere financiering

(d) (39)

 

<3.2.B.1 type=„S” input=„G”>

<3.2.B.2 type=„S” input=„G”>

<3.2.B.3 type=„S” input=„G”>

<3.2.B.1 type=„N” input=„M”>

<3.2.B.4 type=„N” input=„G”>

<3.2.B.5 type=„N” input=„M”>

<3.2.B.6 type=„N” input=„M”>

<3.2.B.7 type=„N” input=„G”>

<3.2.B.8 type=„P” input=„G”>

1.

YEI-specifieke toewijzing

n.v.t.

 

 

0

 

 

 

100 %

2.

Bijbehorende ESF-steun

minder ontwikkeld

 

 

 

 

 

 

 

3.

Bijbehorende ESF-steun

overgang

 

 

 

 

 

 

 

4.

Bijbehorende ESF-steun

meer ontwikkeld

 

 

 

 

 

 

 

5.

TOTAAL: YEI [-deel van] prioritaire as

[moet gelijk zijn aan [deel van] prioritaire as 3]

 

som (1:4)

som (1:4)

 

 

 

 

6.

 

 

ESF-ratio voor minder ontwikkelde regio's

2/som(2:4)

<3.2.c.11 type=„P” input=„G”>

 

 

 

 

 

7.

 

 

ESF-ratio voor overgangsregio's

3/som(2:4)

<3.2.c.13 type=„P” input=„G”>

 

 

 

 

 

8.

 

 

ESF-ratio voor meer ontwikkelde regio's

4/som(2:4)

<3.2.c.14 type=„P” input=„G”>

 

 

 

 

 


Table 18c

Uitsplitsing van het financiële plan per prioritaire as, fonds, regiocategorie en thematische doelstelling

(referentie: artikel 96, lid 2, onder d), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Prioritaire as

Fonds (43)

Regiocategorie

Thematische doelstelling

Steun van de Unie

Nationale bijdrage

Totale financiering

<3.2.C.1 type=„S” input=„G”>

<3.2.C.2 type=„S” input=„G”>

<3.2.C.3 type=„S” input=„G”>

<3.2.C.4 type=„S” input=„G”>

<3.2.C.5 type=„N” input=„M”>

<3.2.C.6 type=„N” input=„M”>

<3.2.C.7 type=„N” input=„M”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 


Tabel 19

Indicatief bedrag van de steun dat voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering moet worden gebruikt

(referentie: artikel 27, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) (44)

Prioritaire as

Indicatief bedrag van de steun dat voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering moet worden gebruikt (EUR)

Deel van de totale toewijzing aan het operationele programma (%)

<3.2.C.8 type=„S” input=„G”>

<3.2.C.9 type=„N” input=„G”> Decision=N>

<3.2.C.10 type=„P” input=„G”> Decision=N>

 

 

 

Totaal

 

 

DEEL 4

GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN TERRITORIALE ONTWIKKELING

(referentie: artikel 96, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Beschrijving van de geïntegreerde aanpak van territoriale ontwikkeling, waarbij rekening wordt gehouden met de inhoud en doelstellingen van het operationele programma wat de partnerschapsovereenkomst betreft, en wordt getoond op welke wijze het operationele programma bijdraagt aan het halen van de doelstellingen ervan en de verwachte resultaten

<4.0 type=„S” maxlength=„3500” input=„M”>

4.1   Vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

De aanpak ten aanzien van het gebruik van instrumenten voor een vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling en de beginselen voor het aanwijzen van de gebieden waar dit zal plaatsvinden

<4.1 type=„S” maxlength=„7000” input=„M” PA=Y>

4.2   Geïntegreerde acties voor duurzame stedelijke ontwikkeling (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013; artikel 7, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad (45))

Indien van toepassing, het indicatieve bedrag aan EFRO-steun voor geïntegreerde acties voor duurzame stedelijke ontwikkeling, uit te voeren overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1301/2013 en de indicatieve toewijzing van ESF-steun voor geïntegreerde acties.

<4.2.1 type=„S” maxlength=„3500” input=„M”>

Tabel 20

Geïntegreerde acties voor duurzame stedelijke ontwikkeling — indicatieve bedragen aan EFRO- en ESF-steun

Fonds

EFRO- en ESF-steun (indicatief)

(EUR)

Deel van de totale toewijzing van het fonds aan het programma

<4.2.2 type=„S” input=„G”>

<4.2.3 type=„N” input=„M”>

<4.2.3 type=„P” input=„G”>

Totaal EFRO

 

 

Totaal ESF

 

 

TOTAAL EFRO+ESF

 

 

4.3   Geïntegreerde territoriale investeringen (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

De aanpak voor het gebruik van geïntegreerde territoriale investeringen (zoals gedefinieerd in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1303/2013) in andere gevallen dan die welke onder punt 4.2 vallen, en de indicatieve financiële toewijzing daarvoor uit elke prioritaire as.

<4.3.1 type=„S” maxlength=„5000” input=„M PA=Y”>

Tabel 21

Indicatieve financiële toewijzing aan geïntegreerde territoriale investeringen in andere dan de onder punt 4.2 genoemde gevallen

(geaggregeerd bedrag)

Prioritaire as

Fonds

Indicatieve financiële toewijzing (steun van de Unie) (EUR)

<4.3.2 type=„S” input=„G” PA=Y>

<4.3.3 type=„S” input=„G” PA=Y>

<4.3.4 type=„N” input=„M” PA=Y>

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

4.4   De regelingen voor interregionale en transnationale acties binnen het operationele programma, waarvan de begunstigden in ten minste één andere lidstaat gevestigd zijn (indien van toepassing)

(referentie: artikel 96, lid 3, onder d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

<4.4.1 type=„S” maxlength=„3500” input=„M” PA=Y>

4.5   Bijdrage van de geplande acties in het kader van het programma aan macroregionale en zeegebiedstrategieën in het licht van de door de lidstaat vastgestelde behoeften van het programmagebied (indien van toepassing)

(indien de lidstaten en regio's deelnemen aan macroregionale strategieën en zeegebiedstrategieën)

(referentie: artikel 96, lid 3, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

<4.4.2 type=„S” maxlength=„3500” input=„M” >

DEEL 5

SPECIFIEKE BEHOEFTEN VAN DE GEOGRAFISCHE GEBIEDEN DIE HET HARDST DOOR ARMOEDE WORDEN GETROFFEN OF VAN DOELGROEPEN DIE HET GROOTSTE RISICO LOPEN OP DISCRIMINATIE OF SOCIALE UITSLUITING (INDIEN VAN TOEPASSING)

(referentie: artikel 96, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

5.1   Geografische gebieden die het hardst door armoede worden getroffen/doelgroepen die het grootste risico lopen op discriminatie of sociale uitsluiting

<5.1.1 type=„S” maxlength=„7000” input=„M” Decision= N PA=Y>

5.2   Strategie voor de aanpak van de specifieke behoeften van de geografische gebieden die het hardst door armoede worden getroffen/doelgroepen die het grootste risico lopen op discriminatie of sociale uitsluiting, en, voor zover relevant, de bijdrage aan de in de partnerschapsovereenkomst vastgestelde geïntegreerde aanpak

<5.2.1 type=„S” maxlength=„7000” input=„M” Decision= N PA=Y>

Tabel 22

Acties voor de aanpak van specifieke behoeften van de geografische gebieden die het hardst door armoede worden getroffen/doelgroepen die het grootste risico lopen op discriminatie of sociale uitsluiting  (46)

Doelgroep/geografisch gebied

Belangrijkste soorten geplande maatregelen als deel van de geïntegreerde aanpak

Prioritaire as

Fonds

Regiocategorie

Investeringsprioriteit

<5.2.2 type=„S” maxlength=„255” input=„M” Decision=N PA=Y>

<5.2.3type=„S” maxlength= „1500” input=„M” Decision= N PA=Y>

<5.2.4 type=„S” input=„S” Decision= N PA=Y>

<5.2.6 type=„S” input=„S” Decision= N PA=Y>

<5.2.7 type=„S” input=„S” Decision= N PA=Y>

<5.2.5 type=„S” input=„S” PA=Y>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DEEL 6

SPECIFIEKE BEHOEFTEN VAN DE GEOGRAFISCHE GEBIEDEN DIE KAMPEN MET ERNSTIGE EN PERMANENTE NATUURLIJKE OF DEMOGRAFISCHE BELEMMERINGEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

(referentie: artikel 96, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

<6.1 type=„S” maxlength=„5000” input=„M” Decisions=N PA=Y>

DEEL 7

AUTORITEITEN EN INSTANTIES DIE VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR BEHEER, CONTROLE EN AUDIT, EN DE ROL VAN DE RELEVANTE PARTNERS

(referentie: artikel 96, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

7.1   Relevante autoriteiten en instanties

(referentie: artikel 96, lid 5, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Tabel 23

Relevante autoriteiten en instanties

Autoriteit/instantie

Naam van de autoriteit/instantie en afdeling of eenheid

Hoofd van de autoriteit/instantie (positie of post)

<7.1.1 type=„S” input=„S” Decision=N “SME”>

<7.1.2 type=„S” maxlength= „255” input=„M” Decision=N “SME”>

<7.1.3 type=„S” maxlength= „255” input=„M” Decision=N “SME”>

Managementautoriteit

 

 

Certificeringsautoriteit, indien van toepassing

 

 

Auditautoriteit

 

 

Instantie waaraan de Commissie de betalingen zal verrichten

 

 

7.2   Betrokkenheid van de relevante partners

(referentie: artikel 96, lid 5, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

7.2.1    Maatregelen die zijn getroffen om de relevante partners te betrekken bij de opstelling van het operationele programma en de rol van die partners bij de uitvoering van, het toezicht op en de evaluatie van dat programma

<7.2.1 type=„S” maxlength=„14000” input=„M” Decisions=N „SME”>

7.2.2    Globale subsidies (indien van toepassing voor het ESF)

(referentie: artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1304/2013)

<7.2.2 type=„S” maxlength=„5000” input=„M” Decisions=N>

7.2.3    Toewijzing van een bedrag voor capaciteitsopbouw (indien van toepassing voor het ESF)

(referentie: artikel 6, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1304/2013)

<7.2.3 type=„S” maxlength=„14000” input=„M” Decisions=N>

DEEL 8

COÖRDINATIE TUSSEN DE FONDSEN, HET ELFPO, HET EFMZV EN ANDERE FINANCIERINGSINSTRUMENTEN VAN DE UNIE EN DE LIDSTATEN, EN MET DE EIB

(referentie: artikel 96, lid 6, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

De mechanismen die zorgen voor coördinatie tussen de fondsen, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en andere financieringsinstrumenten van de Unie en de lidstaten, alsook met de Europese Investeringsbank (EIB), rekening houdend met de in het gemeenschappelijk strategisch kader neergelegde bepalingen ter zake.

<8.1 type=„S” maxlength=„14000” input=„M” Decisions=N PA=Y>

DEEL 9

EX-ANTEVOORWAARDEN

(referentie: artikel 96, lid 6, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

9.1   Ex-antevoorwaarden

Informatie over de beoordeling van de toepasbaarheid en de eerbiediging van de ex-antevoorwaarden (facultatief).

<9.0 type=„S” maxlength=„14000” input=„M” PA=Y>

Tabel 24

Toepasselijke ex-antevoorwaarden en beoordeling of daaraan is voldaan

Ex-antevoorwaarde

Prioritaire assen waarop de voorwaarde van toepassing is

Aan ex-antevoorwaarde voldaan (ja/nee/deels)

Criteria

Aan criteria voldaan (ja/nee)

Referentie

(verwijzing naar strategieën, rechtshandeling(en) of andere relevante documenten, inclusief verwijzingen naar de betrokken delen, artikelen of alinea's, met links naar websites of toegang tot de volledige tekst)

Toelichting

<9.1.1 type=„S” maxlength=„500” input=„S” PA=Y“SME”>

<9.1.2 type=„S” maxlength=„100” input=„S” PA=Y “SME”>

<9.1.3 type=„C” input=„G” PA=Y “SME” >

<9.1.4 type=„S” maxlength=„500” input=„S” PA=Y “SME”>

<9.1.5 type=„B” input=„S” PA=Y “SME” >

<9.1.6 type=„S” maxlength=„500” input=„M” PA=Y “SME”>

<9.1.7 type=„S” maxlength=„1000” input=„M” PA=Y “SME”>

 

 

 

 

 

 

 

9.2   Beschrijving van de maatregelen om aan de ex-antevoorwaarden te voldoen, verantwoordelijke instanties en tijdschema  (47)

Tabel 25

Maatregelen om aan de toepasselijke algemene ex-antevoorwaarden te voldoen

Algemene ex-antevoorwaarde

Criteria waaraan niet wordt voldaan

Te nemen maatregelen

Uiterste datum

Verantwoordelijke instanties

<9.2.1 type=„S” maxlength=„500” input=„G” PA=Y „SME”>

<9.2.2 type=„S” maxlength=„500” input=„G” PA=Y „SME”>

<9.2.3 type=„S” maxlength=„1000” input=„M” PA=Y “SME”>

<9.2.4 type=„D” input=„M” PA=Y „SME”>

<9.2.5 type=„S” maxlength=„500” input=„M” PA=Y „SME”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 26

Maatregelen om aan de toepasselijke thematische ex-antevoorwaarden te voldoen

Thematische ex-antevoorwaarde

Criteria waaraan niet wordt voldaan

Te nemen maatregelen

Uiterste datum

Verantwoordelijke instanties

<9.2.1 type=„S” maxlength=„500” input=„G” PA=Y “SME” TA- “NA”>

<9.2.2 type=„S” maxlength=„500” input=„G” PA=Y “SME”

TA- “NA” >

<9.2.3 type=„S” maxlength=„1000” input=„M” PA=Y “SME”

TA- “NA” >

<9.2.4 type=„D” input="M „ PA=Y “SME”

TA- “NA” >

<9.2.5 type=„S” maxlength=„500” input=„M” PA=Y “SME”

TA- “NA“>

1. X

 

maatregel 1

uiterste datum voor maatregel 1

 

 

maatregel 2

uiterste datum voor maatregel 2

 

DEEL 10

VERMINDERING VAN DE ADMINISTRATIEVE LASTEN VOOR DE BEGUNSTIGDEN

(referentie: artikel 96, lid 6, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Samenvatting van de beoordeling van de administratieve lasten voor de begunstigden en waar nodig de geplande acties, met een tijdsindicatie, om die administratieve lasten te verminderen.

<10.0 type=„S” maxlength=„7000” input=„M” decision=N PA=Y>

DEEL 11

HORIZONTALE BEGINSELEN

(referentie: artikel 96, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

11.1   Duurzame ontwikkeling

Beschrijving van specifieke maatregelen om bij de selectie van concrete acties rekening te houden met milieubeschermingseisen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, rampenbestendigheid, risicopreventie en risicobeheer.

<13.1 type=„S” maxlength=„5500” input=„M” decision=N>

11.2   Gelijke kansen en non-discriminatie

Beschrijving van specifieke maatregelen om bij de voorbereiding, het ontwerp en de uitvoering van het operationeel programma, en met name wat de toegang tot financiering betreft, gelijke kansen te bevorderen en discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te voorkomen, rekening houdend met de behoeften van de verschillende doelgroepen die risico lopen op dergelijke discriminatie, met name de eis om de toegankelijkheid voor personen met een handicap te waarborgen.

<13.2 type=„S” maxlength=„5500” input=„M” decision=N>

11.3   Gelijkheid van mannen en vrouwen

Beschrijving van de bijdrage van het operationeel programma aan de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen en, indien van toepassing, de regelingen om de integratie van het genderperspectief in het operationeel programma en in concrete acties te waarborgen.

<13.2 type=„S” maxlength=„5500” input=„M” decision=N>

DEEL 12

AFZONDERLIJKE ELEMENTEN

12.1   Grote projecten die tijdens de programmeringsperiode moeten worden uitgevoerd

(referentie: artikel 96, lid 2, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Tabel 27

Lijst van grote projecten

Project

Geplande datum van kennisgeving/ indiening

(jaar, kwartaal)

Geplande start van de uitvoering

(jaar, kwartaal)

Geplande voltooiingsdatum

(jaar, kwartaal)

Prioritaire assen/investeringsprioriteiten

<12.1.1 type=„S” maxlength=„500” input=„S” decision=N>

<12.1.2 type=„D” input=„M” decision=N>

<12.1.3 type=„D” input=„M” decision=N>

<12.1.4 type=„D” input=„M” decision=N>

<12.1.5 type=„S” input=„S ” decision=N>

 

 

 

 

 

12.2   Prestatiekader van het operationele programma

Tabel 28

Prestatiekader per fonds en per regiocategorie (overzichtstabel)

Prioritaire as

Fonds

Regiocategorie

Indicator of belangrijke uitvoeringsstap

Meeteenheid, indien van toepassing

Mijlpaal voor 2018

Uiteindelijke streefdoel (2023) (48)

M

W

T

<12.2.1 type=„S” input=„G”>

<12.2.2 type=„S” input=„G”>

<12.2.3 type=„S” input=„G”>

<12.2.4 type=„S” input=„G”>

<12.2.5 type=„S” input=„G”>

<12.2.6 type=„S” input=„G”>

<12.2.7 type=„S” input=„G”>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12.3   Relevante partners die bij de voorbereiding van het programma betrokken zijn

<12.3 type=„S” maxlength=„10500” input=„M” decision=N>

BIJLAGEN (als aparte bestanden naar het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling geüpload):

Ontwerpverslag van de ex-ante-evaluatie met samenvatting (verplicht)

(referentie: artikel 55, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Documentatie over welke ex-antevoorwaarden eventueel van toepassing zijn en of indien van toepassing daaraan is voldaan

Advies van de nationale instanties voor gelijke behandeling en gelijke kansen over de punten 11.2 en 11.3 (indien van toepassing) (referentie: artikel 96, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Publiekssamenvatting van het operationele programma (indien van toepassing)


(1)  Legenda voor de kenmerken van velden:

type:

N = aantal, D = datum, S = string, C = checkbox, P = percentage, B = boolean;

decision:

N = maakt geen deel uit van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het operationele programma;

input:

M = manueel, S = selectie, G = gegenereerd door systeem;

„maxlength” =

maximaal aantal tekens inclusief spaties

PA - Y =

element kan uitsluitend onder de partnerschapsovereenkomst vallen;

TA - NA=

niet van toepassing bij operationele programma's die uitsluitend voor technische bijstand bestemd zijn;

YEI - NA =

niet van toepassing bij operationele programma's die uitsluitend voor het Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren bestemd zijn;

SME =

ook van toepassing bij programma's voor gezamenlijke financieringsinstrumenten voor onbeperkte garanties en securitisatie ten gunste van het MKB, die door de EIB ten uitvoer worden gelegd.

(2)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(3)  Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.

(4)  Europees Sociaal Fonds.

(5)  Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren.

(6)  Totale steun van de Unie (inclusief de hoofdtoewijzing en de prestatiereserve).

(7)  Informatie per fonds en per prioritaire as.

(8)  Titel van de thematische doelstelling (niet van toepassing op technische bijstand).

(9)  Titel van de investeringsprioriteit (niet van toepassing op technische bijstand).

(10)  Voor het EFRO en het Cohesiefonds kunnen de streefwaarden kwalitatief of kwantitatief zijn.

(11)  Deze lijst omvat de gemeenschappelijke resultaatindicatoren waarvoor een streefwaarde is vastgesteld, en alle programmaspecifieke resultaatindicatoren. Streefwaarden voor gemeenschappelijke resultaatindicatoren moeten worden gekwantificeerd; streefwaarden voor programmaspecifieke resultaatindicatoren kunnen kwalitatief of kwantitatief zijn. Streefwaarden kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd, waarbij de uitgangswaarden dienovereenkomstig kunnen worden aangepast. „M” = mannen, „W” = vrouwen, „T” = totaal.

(12)  Verordening (EG) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

(13)  Deze lijst omvat de gemeenschappelijke resultaatindicatoren waarvoor een streefwaarde is vastgesteld, en alle programmaspecifieke resultaatindicatoren. Streefwaarden voor gemeenschappelijke resultaatindicatoren moeten worden gekwantificeerd; streefwaarden voor programmaspecifieke resultaatindicatoren kunnen kwalitatief of kwantitatief zijn. Alle resultaatindicatoren in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1304/2013 die voor de monitoring van de uitvoering van het YEI worden gebruikt, moeten aan een gekwantificeerde streefwaarde worden gekoppeld. Streefwaarden kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd, waarbij de uitgangswaarden dienovereenkomstig kunnen worden aangepast. „M” = mannen, „W” = vrouwen, „T” = totaal.

(14)  Voor het ESF omvat deze lijst de gemeenschappelijke outputindicatoren waarvoor een streefwaarde is vastgesteld. Streefwaarden kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd. Voor het EFRO en het Cohesiefonds is uitsplitsing naar geslacht in de meeste gevallen niet relevant. „M” = mannen, „W” = vrouwen, „T” = totaal.

(15)  Alleen voor programma's die door het ESF worden ondersteund.

(16)  Voor het ESF omvat deze lijst de gemeenschappelijke outputindicatoren waarvoor een streefwaarde is vastgesteld, en alle programmaspecifieke outputindicatoren.

(17)  Wanneer het YEI als deel van een prioritaire as wordt uitgevoerd, moeten de mijlpalen en streefdoelen voor het YEI worden onderscheiden van de andere mijlpalen en streefdoelen van die prioritaire as overeenkomstig de in artikel 22, lid 7, vijfde alinea, van Verordening (EU) nr. 1301/2013 bedoelde uitvoeringshandelingen, aangezien de aan het YEI toegewezen middelen (specifieke toewijzing en bijbehorende ESF-steun) van de prestatiereserve zijn uitgesloten.

(18)  Mijlpalen kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd. „M” = mannen, „W” = vrouwen, „T” = totaal.

(19)  Streefwaarden kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd. „M” = mannen, „W” = vrouwen, „T” = totaal.

(20)  De bedragen omvatten de totale steun van de Unie (de hoofdtoewijzing en de toewijzing uit de prestatiereserve).

(21)  Neem indien van toepassing gekwantificeerde informatie op over de bijdrage van het ESF aan de in artikel 9, punten 1 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde thematische doelstellingen.

(22)  Vereist indien de steun van de Unie voor technische bijstand in het programma meer dan 15 miljoen EUR bedraagt.

(23)  Vereist indien objectief gerechtvaardigd, gezien de inhoud van de actie, en indien de steun van de Unie voor technische bijstand in het programma meer dan 15 miljoen EUR bedraagt.

(24)  Streefwaarden kunnen kwalitatief of kwantitatief zijn. Streefwaarden kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd, waarbij de uitgangswaarden dienovereenkomstig kunnen worden aangepast. „M” = mannen, „W”= vrouwen, „T”= totaal.

(25)  Streefwaarden voor outputindicatoren in het kader van technische bijstand zijn facultatief. Streefwaarden kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd. „M” = mannen, „W” = vrouwen, „T” = totaal.

(26)  De bedragen omvatten de totale steun van de Unie (de hoofdtoewijzing en de toewijzing uit de prestatiereserve).

(27)  Totale toewijzing (door de Unie verleende steun) verminderd met de toewijzing aan de prestatiereserve.

(28)  Totale toewijzing van het ESF, inclusief bijbehorende ESF-steun voor het YEI. De kolommen voor de prestatiereserve bevatten geen bijbehorende ESF-steun voor het YEI omdat deze van de prestatiereserve is uitgesloten.

(29)  Alleen invullen als de prioritaire assen in totale kosten zijn uitgedrukt.

(30)  Dit percentage mag worden afgerond op het dichtstbijliggende gehele getal in de tabel. Het voor terugbetalingen gebruikte exacte percentage is de verhouding (f).

(31)  De nationale bijdrage is pro rata tussen de hoofdtoewijzing en de prestatiereserve verdeeld.

(32)  Deze prioritaire as omvat de specifieke toewijzing aan het YEI en de bijbehorende ESF-steun.

(33)  Dit gedeelte van de prioritaire as omvat de specifieke toewijzing aan het YEI en de bijbehorende ESF-steun.

(34)  ESF-toewijzing zonder bijbehorende steun voor het YEI.

(35)  De som van de totale ESF-steun in minder ontwikkelde, overgangs- en meer ontwikkelde regio's en de in tabel 18A aan het YEI toegewezen middelen is gelijk aan de som van de totale ESF-steun in deze regio's en de specifieke toewijzing aan het YEI in tabel 17.

(36)  ESF-toewijzing zonder bijbehorende steun voor het YEI.

(37)  ESF-toewijzing zonder bijbehorende steun voor het YEI.

(38)  Inclusief de speciale YEI-toewijzing en de bijbehorende steun van het ESF.

(39)  Alleen invullen als de prioritaire assen in totale kosten zijn uitgedrukt.

(40)  Dit percentage mag worden afgerond op het dichtstbij liggende gehele getal in de tabel. Het voor terugbetalingen gebruikte exacte percentage is de verhouding (f).

(41)  In te vullen voor elk (deel van een) prioritaire as die het YEI uitvoert.

(42)  Het YEI (specifieke toewijzing en bijbehorende ESF-steun) wordt als een fonds beschouwd en moet op een aparte regel verschijnen, ook als het deel uitmaakt van een prioritaire as.

(43)  Voor deze tabel wordt het YEI (specifieke toewijzing en bijbehorende ESF-steun) als een fonds beschouwd.

(44)  Deze tabel wordt automatisch gegenereerd op basis van de tabellen betreffende de categorieën steunverlening in het kader van elke prioritaire as.

(45)  Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

(46)  Wanneer het programma meerdere regiocategorieën betreft, kan een uitsplitsing per categorie nodig zijn.

(47)  De tabellen 25 en 26 betreffen alleen algemene en thematische ex-antevoorwaarden waaraan op het tijdstip van indiening van het programma geheel niet of slechts gedeeltelijk wordt voldaan (zie tabel 24).

(48)  Streefwaarden kunnen als een totaal (mannen en vrouwen) of uitgesplitst naar geslacht worden gepresenteerd.


BIJLAGE II

MODEL VOOR SAMENWERKINGSPROGRAMMA'S IN HET KADER VAN DE DOELSTELLING „EUROPESE TERRITORIALE SAMENWERKING”

CCI

<0.1 type=‘S’ maxlength=‘15’ input=‘S’>  (1)

Titel

<0.2 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’>

Versie

<0.3 type=‘N’ input=‘G’>

Eerste jaar

<0.4 type=‘N’ maxlength=‘4’ input=‘M’>

Laatste jaar

<0.5 type=‘N’ maxlength=‘4’ input=‘M’>>

Subsidiabel vanaf

<0.6 type=‘D’ input=‘G’>

Subsidiabel tot

<0.7 type=‘D’ input=‘G’>>

Nummer besluit Commissie

<0.8 type=‘S’ input=‘G’>>

Datum besluit Commissie

<0.9 type=‘D’ input=‘G’>>

Nummer wijzigingsbesluit lidstaat

<0.10 type=‘S’ maxlength=‘20’ input=‘M’>>

Datum wijzigingsbesluit lidstaat

<0.11 type=‘D’ input=‘M’>>

Datum inwerkingtreding wijzigingsbesluit lidstaat

<0.12 type=‘D’ input=‘M’>>

Onder het samenwerkingsprogramma vallende NUTS-regio's

<0.13 type=‘S’ input=‘S’>>

DEEL 1

STRATEGIE VOOR DE BIJDRAGE VAN HET SAMENWERKINGSPROGRAMMA AAN DE STRATEGIE VAN DE UNIE VOOR SLIMME, DUURZAME EN INCLUSIEVE GROEI EN DE VERWEZENLIJKING VAN ECONOMISCHE, SOCIALE EN TERRITORIALE SAMENHANG

(referentie: artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) en artikel 8, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3))

1.1.   Strategie voor de bijdrage van het samenwerkingsprogramma aan de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en de verwezenlijking van economische, sociale en territoriale samenhang

1.1.1.

Beschrijving van de strategie van het samenwerkingsprogramma om bij te dragen aan de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en de verwezenlijking van economische, sociale en territoriale samenhang.

<1.1.1 type=‘S’ maxlength=‘70000’ input=‘M’>

1.1.2.

Motivering van de keuze van de thematische doelstellingen en overeenkomstige investeringsprioriteiten, in het licht van het gemeenschappelijke strategische kader op basis van een analyse van de behoeften in het kader van het programmagebied als geheel en de strategie waarvoor is gekozen om in die noden te voorzien, waarbij indien nodig ontbrekende schakels in de grensoverschrijdende infrastructuur worden aangepakt, rekening houdend met de resultaten van de ex-ante-evaluatie.

Tabel 1

Motivering van de keuze van de thematische doelstellingen en investeringsprioriteiten

Gekozen thematische doelstelling

Gekozen investeringsprioriteit

Motivering van de keuze

<1.1.2 type=‘S’ input=‘S’>

<1.1.3 type=‘S’ input=‘S’>

<1.1.4 type=‘S’ maxlength=‘1000’ input=‘M’>

1.2.   Motivering van de financiële toewijzing

Motivering van de financiële toewijzing (d.w.z. steun van de Unie) aan elke thematische doelstelling en, indien van toepassing, de investeringsprioriteit, in overeenstemming met de vereisten inzake thematische concentratie rekening houdend met de ex-ante-evaluatie.

<1.2.1 type=‘S’ maxlength=‘7000’ input=‘M’ >

Tabel 2

Overzicht van de investeringsstrategie van het samenwerkingsprogramma

Prioritaire as

EFRO-steun (in EUR)

Aandeel (%) van de totale steun van de Unie voor het samenwerkingsprogramma (per fonds) (4)

Thematische doelstelling (5)

Investeringsprioriteiten (6)

Specifieke doelstellingen in overeenstemming met de investeringsprioriteiten

Resultaatindicatoren die overeenkomen met de specifieke doelstelling

EFRO (7)

ENI (8) (indien van toepassing)

IPA (9) (indien van toepassing)

<1.2.1 type=‘S’ input=‘G’>

<1.2.2 type=‘S’ input=‘G’>

<1.2.3type=‘N’‘ input=’ ‘G’>

<1.2.4 type=‘S’ input=‘G’><1.2.9 type=‘P’ input=‘G’>

<1.2.5 type=‘S’ input=‘G’><1.2.1 0type=‘P’ input=‘G’>

<1.2.6 type=‘S’ input=‘G’>

<1.2.7 type=‘S’ input=‘G’>

<1.2.8 type=‘S’ input=‘G’>

<1.2.9 type=‘S’ input=‘G’>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DEEL 2

PRIORITAIRE ASSEN

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

2.A.   Beschrijving van de prioritaire assen, anders dan technische bijstand

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

2.A.1.    Prioritaire as (voor elke prioritaire as)

Identificatiecode van de prioritaire as

<2A.1 type=‘N’ input=‘G’>

Titel van de prioritaire as

<2A.2 type=‘S’ maxlength=‘500’ input=‘M’>


De gehele prioritaire as wordt uitsluitend met behulp van financieringsinstrumenten uitgevoerd

<2A.3 type=‘C’ input=‘M’>

De gehele prioritaire as wordt uitsluitend uitgevoerd met financieringsinstrumenten die op het niveau van de Unie zijn opgezet

<2A.4 type=‘C’ input=‘M’>

De gehele prioritaire as wordt door vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling uitgevoerd

<2A.5 type=‘C’ input=‘M’>

2.A.2.    Motivering voor de vaststelling van een prioritaire as die meer dan één thematische doelstelling betreft (indien van toepassing)

(referentie: artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<2.A.0 type=‘S’ maxlength=‘3 500’ input=‘M’>

2.A.3.    Fonds en berekeningsgrondslag voor steun van de Unie (voor elk fonds in het kader van de prioritaire as)

Fonds

<2A.6 type=‘S’ input=‘S’>

Berekeningsgrondslag (totale subsidiabele uitgaven of subsidiabele publieke uitgaven)

<2A.8 type=‘S’ input=‘S’>

2.A.4.    Investeringsprioriteit (voor elke investeringsprioriteit in het kader van de prioritaire as)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt i), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.7 type=‘S’ input=‘S’>

2.A.5.    Specifieke doelstellingen in overeenstemming met de investeringsprioriteit en de verwachte resultaten (voor elke specifieke doelstelling in het kader van de investeringsprioriteit)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punten i) en ii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Identificatiecode

<2A.1.1 type=‘N’ input=‘G’>

Specifieke doelstelling

<2A.1.2 type=‘S’ maxlength=‘500’ input=‘M’>

Resultaten die de lidstaten met steun van de Unie beogen te bereiken

<2A.1.3 type=‘S’ maxlength=‘3500’ input=‘M’>


Tabel 3

Programmaspecifieke resultaatindicatoren (per specifieke doelstelling)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid

Uitgangswaarde

Referentiejaar

Streefwaarde (2023) (10)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

<2A.1.4 type=‘S’ maxlength=‘5’ input=‘M’>

<2A.1.5 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’>

<2A.1.6 type=‘S’ input=‘M’>

kwantitatief <2A.1.8 type=‘N’ input=‘M’>

<2A.1.9 type=‘N’ input=‘M’>

kwantitatief <2A.1.10 type=‘N’ input=‘M’>

<2A.1.11 type=‘S’ maxlength=‘200’ input=‘M’>

<2A.1.12 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’>

kwalitatief <2A.1.8 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’

kwalitatief <2A.1.10 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’>

2.A.6.    In het kader van de investeringsprioriteit te ondersteunen maatregelen (per investeringsprioriteit)

2.A.6.1.   Een beschrijving van het soort en voorbeelden van maatregelen die worden ondersteund, en de verwachte bijdrage daarvan aan de specifieke doelstellingen, met inbegrip van, indien van toepassing, vermelding van de voornaamste doelgroepen, beoogde specifieke grondgebieden en soorten begunstigden

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.1.1 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.2.1.2 type=‘S’ maxlength=‘14000’ input=‘M’>

2.A.6.2.   Leidende beginselen voor het selecteren van concrete acties

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.2.1 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.2.2.2 type=‘S’ maxlength=‘3500’ input=‘M’>

2.A.6.3.   Gepland gebruik van financieringsinstrumenten (indien van toepassing)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.3.1 type=‘S’ input=‘S’>

Gepland gebruik van financieringsinstrumenten

<2A.2.3.2 type=‘C’ input=‘M’>

<2A.2.3.3 type=‘S’ maxlength=‘7000’ input=‘M’>

2.A.6.4.   Gepland gebruik van grote projecten (indien van toepassing)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Investeringsprioriteit

<2A.2.4.1 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.2.4.2 type=‘S’ maxlength=‘3500’ input=‘M’>

2.A.6.5.   Outputindicatoren (per investeringsprioriteit)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt iv), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Tabel 4

Gemeenschappelijke en programmaspecifieke outputindicatoren

Identificatiecode

Indicator (naam van de indicator)

Meeteenheid

Streefwaarde (2023)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

<2A.2.5.1 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.2.5.2 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.2.5.3 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.2.5.6 type=‘N’ input=‘M’>

<2A.2.5.7 type=‘S’ maxlength=‘200’ input=‘M’>

<2A.2.5.8 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.A.7.    Prestatiekader

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt v), van Verordening (EU) nr. 1299/2013 en bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Tabel 5

Prestatiekader van de prioritaire as

Prioritaire as

Soort indicator

(belangrijke uitvoeringsstap, financiële, output- of, indien van toepassing, resultaatindicator)

Identificatiecode

Indicator of belangrijke uitvoeringsstap

Meeteenheid, indien van toepassing

Mijlpaal voor 2018

Uiteindelijke streefdoel (2023)

Gegevensbron

Toelichting betreffende de relevantie van de indicator, indien van toepassing

<2A.3.1 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.3.2 type=‘S’ input=‘S’>

uitvoeringsstap of financiële <2A.3.3 type=‘S’ maxlength=‘5’ input=‘M’>

output of resultaat<2A.3.3 type=‘S’ input=‘S’>

uitvoeringsstap of financiële <2A.3.4 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’>

output of resultaat <2A.4.4 type=‘S’ input=‘G’ or ‘M’>

uitvoeringsstap of financiële<2A.3.5 type=‘S’ input=‘M’>

output of resultaat <2A.3.5 type=‘S’ input=‘G’ or ‘M’>

<2A.3.7 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’>

<2A.3.8 type=‘S’ input=‘M’>

output of resultaat <2A.3.8 type=‘S’ input=‘M’>

<2A.3.9 type=‘S’ maxlength=‘200’ input=‘M’>

output of resultaat <2A.3.9 type=‘S’ input=‘M’>

<2A.3.10 type=‘S’ maxlength=‘500’ input=‘M’>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanvullende kwalitatieve informatie over de vaststelling van het prestatiekader

(facultatief)

<2A.3.11 type=‘S’ maxlength=‘7000’ input=‘M’>

2.A.8.    Categorieën steunverlening

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt vii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Categorieën steunverlening die overeenkomen met de inhoud van de prioritaire as op basis van een door de Commissie vastgestelde nomenclatuur, en een indicatieve uitsplitsing van de steun van de Unie.

Tabellen 6-9

Categorieën steunverlening

Tabel 6

Dimensie 1 Steunverleningsgebied

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.4.1.1 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N>

<2A.4.1.1 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2A.4.1.3 type=‘N’ input=‘M’ Decision=N >

 

 

 

 

 

 


Tabel 7

Dimensie 2 Financieringsvorm

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.4.1.4 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N>

<2A.4.1.5 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2A.4.1.6 type=‘N’ input=‘M’ Decision=N >

 

 

 

 

 

 


Tabel 8

Dimensie 3 Soort grondgebied

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.4.1.7 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N>

<2A.4.1.8 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2A.4.1.9 type=‘N’ input=‘M’ Decision=N >

 

 

 

 

 

 


Tabel 9

Dimensie 6 Territoriale verwezenlijkingsmechanismen

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2A.4.1.10 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N>

<2A.4.1.11 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2A.4.1.12 type=‘N’ input=‘M’ Decision=N >

 

 

 

 

 

 

2.A.9.    Een samenvatting van het geplande gebruik van de technische bijstand, zo nodig met inbegrip van maatregelen om de administratieve capaciteit te versterken van de autoriteiten die betrokken zijn bij het beheer van en de controle op de programma's en begunstigden en, zo nodig, maatregelen voor het vergroten van de administratieve capaciteit van relevante partners met het oog op hun deelneming aan de uitvoering van de programma's (indien van toepassing)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder b), punt vi), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Prioritaire as

<3A.5.1 type=‘S’ input=‘S’>

<2A.5.2 type=‘S’ maxlength=‘2000’ input=‘M’>

2.B.   Beschrijving van de prioritaire assen voor technische bijstand

(referentie: artikel 8, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

2.B.1.    Prioritaire as

Identificatiecode

<2B.0.1 type=‘N’ maxlength=‘5’ input=‘G’>

Titel

<2B.0.2 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’>

2.B.2.    Fonds en berekeningsgrondslag voor steun van de Unie (voor elk fonds in het kader van de prioritaire as)

Fonds

<2B.0.3 type=‘S’ input=‘S’>

Berekeningsgrondslag (totale subsidiabele uitgaven of subsidiabele publieke uitgaven)

<2B.0.4 type=‘S’ input=‘S’>

2.B.3.    Specifieke doelstellingen en verwachte resultaten

(referentie: artikel 8, lid 2, onder c), punten i) en ii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Specifieke doelstelling (voor elke specifieke doelstelling)

Identificatiecode

<2B.1.1 type=‘N’ maxlength=‘5’ input=‘G’>

Specifieke doelstelling

<2B.1.2 type=‘S’ maxlength=‘500’ input=‘M’>

Resultaten die de lidstaten met steun van de Unie beogen te bereiken (11)

<2B.1.3 type=‘S’ maxlength=‘3500’ input=‘M’>

2.B.4.    Resultaatindicatoren  (12)

Tabel 10

Programmaspecifieke resultaatindicatoren (per specifieke doelstelling)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder c), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid

Uitgangswaarde

Referentiejaar

Streefwaarde (13) (2023)

Gegevensbron

Frequentie van de verslaglegging

<2.B.2.1 type=‘S’ maxlength=‘5’ input=‘M’>

<2.B.2.2 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’>

<2.B.2.3 type=‘S’ input=‘M’>

kwantitatief <2.B.2.4 type=‘N’ input=‘M’>

<2.B.2.5 type=‘N’ input=‘M’>

kwantitatief <2.B.2.6 type=‘N’ input=‘M’>

kwalitatief <2A.1.10 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’>

<2.B.2.7 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’>

<2.B.2.8 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.B.5.    Te ondersteunen acties en de verwachte bijdrage daarvan aan de specifieke doelstellingen (per prioritaire as)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder c), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

2.B.5.1.   Beschrijving van te ondersteunen acties en de verwachte bijdrage daarvan aan de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen

(referentie: artikel 8, lid 2, onder c), punt iii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Prioritaire as

<2.B.3.1.1 type=‘S’ input=‘S’>

<2.B.3.1.2 type=‘S’ maxlength=‘7000’ input=‘M’>

2.B.5.2.   Outputindicatoren die naar verwachting aan de resultaten bijdragen (per prioritaire as)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder c), punt iv), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Tabel 11

Outputindicatoren

Identificatiecode

Indicator

Meeteenheid

Streefwaarde (2023)

(facultatief)

Gegevensbron

<2.B.3.2.1 type=‘S’ maxlength=‘5’ input=‘M’>

<2.B.2.2.2 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’>

<2.B.3.2.3 type=‘S’ input=‘M’>

<2.B.3.2.4 type=‘N’ input=‘M’>

<2.B.3.2.5 type=‘S’ maxlength=‘100’ input=‘M’>

 

 

 

 

 

2.B.6.    Categorieën steunverlening

(referentie: artikel 8, lid 2, onder c), punt v), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Desbetreffende categorieën steunverlening op basis van een door de Commissie vastgestelde nomenclatuur, en een indicatieve verdeling van de door de Unie verleende steun.

Tabellen 12-14

Categorieën steunverlening

Tabel 12

Dimensie 1 Steunverleningsgebied

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2B.4.1.1 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2B.4.1.2 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2B.4.1.3 type=‘N’ input=‘M Decision=N ’>

 

 

 

 

 

 


Tabel 13

Dimensie 2 Financieringsvorm

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2B.4.2.1 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2B.4.2.2 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2B.4.2.3 type=‘N’ input=‘M’ Decision=N >

 

 

 

 

 

 


Tabel 14

Dimensie 3 Soort grondgebied

Prioritaire as

Code

Bedrag (in EUR)

<2B.4.3.1 type=‘S’ input=‘S’ Decision=N >

<2B.4.3.2 type=‘S’ input=‘ Decision=N S’>

<2B.4.3.3 type=‘N’ input=‘M Decision=N ’>

 

 

 

 

 

 

DEEL 3

FINANCIERINGSPLAN

(referentie: artikel 8, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

3.1.   Financiële toewijzing uit het EFRO (in EUR)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder d), punt i), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Tabel 15

Fonds

<3.1.1 type=‘S’ input=‘G’>

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

EFRO

<3.1.3 type=‘N’ input=‘M’>

<3.1.4 type=‘N’ input=‘M’>

<3.1.5 type=‘N’ input=‘M’>

<3.1.6 type=‘N’ input=‘M’>

<3.1.7 type=‘N’ input=‘M’>

<3.1.8 type=‘N’ input=‘M’>

<3.1.9 type=‘N’ input=‘M’>

<3.1.10 type=‘N’ input=‘G’>

IPA-bedragen (indien van toepassing)

 

 

 

 

 

 

 

 

ENI-bedragen (indien van toepassing)

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.A.    Totale financiële toewijzing uit het EFRO en nationale medefinanciering (in EUR)

(referentie: artikel 8, lid 2, onder d), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

1.

In de financiële tabel wordt het financiële plan van het samenwerkingsprogramma per prioritaire as aangegeven. Wanneer in de programma's voor ultraperifere gebieden grensoverschrijdende en transnationale toewijzingen worden gecombineerd, moet hiervoor telkens een afzonderlijke prioritaire as worden vastgesteld.

2.

In de financiële tabel moeten ter informatie alle bijdragen van derde landen worden vermeld die aan het samenwerkingsprogramma deelnemen (uitgezonderd bijdragen van IPA en ENI).

3.

De EIB-bijdrage (14) wordt op het niveau van de prioritaire as gepresenteerd.

Tabel 16

Financieringsplan

Prioritaire as

Fonds

Grondslag voor de berekening van de steun van de Unie

(totale subsidiabele kosten of publieke subsidiabele kosten)

Steun van de Unie (a)

Nationale bijdrage

Formula

Indicatieve uitsplitsing van de nationale bijdrage

Totale financiering

Formula

Medefinanciering

Formula  (16)

Ter informatie

 

 

 

 

Nationale overheidsfinanciering (c)

Nationale particuliere financiering (d) (15)

 

 

Bijdragen van derde landen

Bijdragen van de EIB

<3.2.A.1 type=‘S’ input=‘G’>

<3.2.A.2 type=‘S’ input=‘G’>

<3.2.A.3 type=‘S’ input=‘G’>

<3.2.A.4 type=‘N’ input=‘M’>

<3.2.A.5 type=‘N’ input=‘G’>

<3.2.A.6 type=‘N’ input=‘M’>

<3.2.A.7 type=‘N’ input=‘M’>

<3.2.A.8 type=‘N’ input=‘G’>

<3.2.A.9 type=‘P’ input=‘G’>

<3.2.A.10 type=‘N’ input=‘M’>

<3.2.A.11 type=‘N’ input=‘M’>

Prioritaire as 1

EFRO (eventueel inclusief overgedragen bedragen van IPA en ENI) (17)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IPA

 

 

 

 

 

 

 

ENI

 

 

 

 

 

 

 

Prioritaire as N

EFRO (eventueel inclusief overgedragen bedragen van IPA en ENI)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IPA

 

 

 

 

 

 

 

ENI

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

EFRO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IPA

 

 

 

 

 

 

 

ENI

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

Totaal alle fondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.B.    Uitsplitsing per prioritaire as en thematische doelstelling

(referentie: artikel 8, lid 2, onder d), punt ii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Tabel 17

Prioritaire as

Thematische doelstelling

Steun van de Unie

Nationale bijdrage

Totale financiering

<3.2.B.1 type=‘S’ input=‘G’>

<3.2.B.2 type=‘S’ input=‘G’>

<3.2.B.3 type=‘N’ input=‘M’>

<3.2.B.4 type=‘N’ input=‘M’>

<3.2.B.5 type=‘N’ input=‘M’>

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 


Tabel 18

Indicatief bedrag van de steun dat voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering moet worden gebruikt

(referentie: artikel 27, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) (18)

Prioritaire as

Indicatief bedrag van de steun dat voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering moet worden gebruikt (EUR)

Deel van de totale toewijzing aan het programma (%)

<3.2.B.8 type=‘S’ input=‘G’>

<3.2.B.9 type=‘N’ input=‘G’ Decision=N >

<3.2.B.10 type=‘P’ input=‘G’ Decision=N >

 

 

 

Totaal

 

 

DEEL 4

GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN TERRITORIALE ONTWIKKELING

(referentie: artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Beschrijving, rekening houdend met de inhoud en de doelstellingen van het samenwerkingsprogramma, van de geïntegreerde aanpak van territoriale ontwikkeling, inclusief met betrekking tot regio's en gebieden als bedoeld in artikel 174, lid 3, VWEU, met inachtneming van de partnerschapsovereenkomsten van de deelnemende lidstaten, die aangeeft hoe dat samenwerkingsprogramma een bijdrage levert aan de realisatie van de doelstellingen van het programma en de verwachte resultaten.

<4.0 type=‘S’ maxlength=‘3500’ input=‘M’>

4.1.   Vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (indien van toepassing)

Aanpak ten aanzien van het gebruik van instrumenten voor een vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling en de beginselen voor het aanwijzen van de gebieden waar dit zal plaatsvinden.

(referentie: artikel 8, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<4.1 type=‘S’ maxlength=‘7000’ input=‘M’ >

4.2.   Geïntegreerde acties voor duurzame stadsontwikkeling (indien van toepassing)

Beginselen voor het aanwijzen van stedelijke gebieden waar geïntegreerde acties voor duurzame stadsontwikkeling moeten worden uitgevoerd en de indicatieve jaarlijkse toewijzing van EFRO-steun voor deze acties.

(referentie: artikel 8, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<4.2.1 type=‘S’ maxlength=‘3500’ input=‘M’>

Tabel 19

Geïntegreerde acties voor duurzame stadsontwikkeling – indicatieve bedragen aan EFRO-steun

Fonds

Indicatief bedrag aan EFRO-steun

(EUR)

<4.2.2 type=‘S’ input=‘G’>

<4.2.3 type=‘N’ input=‘M’>

EFRO

 

4.3.   Geïntegreerde territoriale investeringen (indien van toepassing)

Aanpak voor het gebruik van geïntegreerde territoriale investeringen (zoals gedefinieerd in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1303/2013) in andere gevallen dan van punt 4.2, en de indicatieve financiële toewijzing daarvoor uit elke prioritaire as

(referentie: artikel 8, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<4.3.1 type=‘S’ maxlength=‘5000’ input=‘M ’>

Tabel 20

Indicatieve financiële toewijzing aan geïntegreerde territoriale investeringen in andere dan de onder punt 4.2 genoemde gevallen (geaggregeerd bedrag)

Prioritaire as

Indicatieve financiële toewijzing (steun van de Unie) (EUR)

<4.3.2 type=‘S’ input=‘G’ >

<4.3.3 type=‘N’ input=‘M’>

 

 

 

 

Totaal

 

4.4.   Bijdrage van geplande steunmaatregelen aan macroregionale en zeegebiedstrategieën, rekening houdend met de behoeften van het programmagebied zoals in kaart gebracht door de relevante lidstaten en met, waar van toepassing, de strategisch belangrijke projecten zoals die in die strategieën zijn vastgesteld (indien van toepassing)

(wanneer lidstaten en regio's aan macroregionale en zeegebiedstrategieën deelnemen)

(referentie: artikel 8, lid 3, onder d), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<4.4.1.2 type=‘S’ maxlength=‘7000’ input=‘M’ >

DEEL 5

UITVOERINGBEPALINGEN VOOR HET SAMENWERKINGSPROGRAMMA

(referentie: artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

5.1.   Betrokken autoriteiten en instanties

(referentie: artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Tabel 21

Programma-autoriteiten

(referentie: artikel 8, lid 4, onder a), punt i), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Autoriteit/instantie

Naam van de autoriteit/instantie en afdeling of eenheid

Hoofd van de autoriteit/instantie (positie of post)

Managementautoriteit

<5.1.1 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ decision=‘N’ >

<5.1.2 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ decision=‘N’ >

Certificeringsautoriteit, indien van toepassing

<5.1.3 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ decision=‘N’ >

<5.1.4 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ decision=‘N’ >

Auditautoriteit

<5.1.5 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ decision=‘N’ >

<5.1.6 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ decision=‘N’ >

De instantie waaraan de Commissie de betalingen zal verrichten is:

(referentie: artikel 8, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

de managementautoriteit

<5.1.7 type type=‘C’ input=‘M’>

de certificeringsautoriteit

<5.1.8 type type=‘C’ input=‘M’>


Tabel 22

Instantie(s) voor het uitoefenen van controle- en audittaken

(referentie: artikel 8, lid 4, onder a), punten ii) en iii), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Autoriteit/instantie

Naam van de autoriteit/instantie en afdeling of eenheid

Hoofd van de autoriteit/instantie (positie of post)

Aangewezen instantie(s) om controletaken uit te voeren

<5.1.9 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ >

<5.1.10 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ >

Aangewezen instantie(s) om audittaken uit te voeren

<5.1.11 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ >

<5.1.12 type=‘S’ maxlength=‘255’ input=‘M’ >

5.2.   Procedure voor het instellen van het gezamenlijke secretariaat

(referentie: artikel 8, lid 4, onder a), punt iv), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<5.2 type=‘S’ maxlength=‘3500’ input=‘M’ >

5.3.   Beknopte beschrijving van de beheers- en controleregelingen

(referentie: artikel 8, lid 4, onder a), punt v), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<5.3 type=‘S’ maxlength=‘35000’ input=‘M’ >

5.4.   Verdeling van de aansprakelijkheid onder de deelnemende lidstaten in het geval van financiële correcties die door de managementautoriteit of de Commissie worden opgelegd

(referentie: artikel 8, lid 4, onder a), punt vi), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<5.4 type=‘S’ maxlength=‘10500’ input=‘M’ >

5.5.   Gebruik van de euro (indien van toepassing)

(referentie: artikel 28, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Gekozen methode voor de omrekening van uitgaven in een andere valuta dan de euro.

<5.5 type=‘S’ maxlength=‘2000’ input=‘M’ >

5.6.   Betrokkenheid van partners

(referentie: artikel 8, lid 4, onder c), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Maatregelen die zijn genomen om de in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde partners te betrekken bij het opstellen van het samenwerkingsprogramma, en de rol van deze partners bij het opstellen en de uitvoering van het samenwerkingsprogramma, met inbegrip van hun betrokkenheid bij het toezichtcomité

<5.6 type=‘S’ maxlength=‘14000’ input=‘M’ Decisions=N>

DEEL 6

COÖRDINATIE

(referentie: artikel 8, lid 5, onder a), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

De mechanismen die voor een effectieve coördinatie tussen het EFRO, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en andere Unie- en nationale financieringsinstrumenten zorgen, met inbegrip van de coördinatie tussen en eventuele combinatie met de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility), het ENI, het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), het IPA en de EIB, waarbij rekening wordt gehouden met de in het gemeenschappelijk strategisch kader neergelegde bepalingen zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1303/2013. Indien lidstaten en derde landen deelnemen aan samenwerkingsprogramma's waarbij EFRO-toewijzingen voor de ultraperifere regio's en middelen van het EOF worden gebruikt, coördinatiemechanismen op een adequaat niveau om een effectieve coördinatie van het gebruik van deze middelen te vergemakkelijken.

<6.1 type=‘S’ maxlength=‘14000’ input=‘M’ Decisions=N >

DEEL 7

VERMINDERING VAN DE ADMINISTRATIEVE LASTEN VOOR BEGUNSTIGDEN

(referentie: artikel 8, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 1299/2013 (19))

Een samenvatting van de beoordeling van de administratieve lasten voor de begunstigden en waar nodig van de geplande acties om die lasten te verminderen, met een tijdsindicatie voor die acties.

<7.0 type=‘S’ maxlength=‘7000’ input=‘M’ decision=N >

DEEL 8

HORIZONTALE BEGINSELEN

(referentie: artikel 8, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

8.1.   Duurzame ontwikkeling  (20)

Beschrijving van specifieke maatregelen om bij de selectie van concrete acties rekening te houden met milieubeschermingseisen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, rampenbestendigheid en risicopreventie en risicobeheer.

<7.1 type=‘S’ maxlength=‘5500’ input=‘M’ decision=N>

8.2.   Gelijke kansen en non-discriminatie  (21)

Beschrijving van specifieke maatregelen om bij de voorbereiding, het ontwerp en de uitvoering van het samenwerkingsprogramma gelijke kansen te bevorderen en discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te voorkomen, met name in verband met de toegang tot financiering, daarbij rekening houdend met de behoeften van de verschillende doelgroepen die het risico lopen aldus te worden gediscrimineerd, en met name de eis om de toegankelijkheid voor personen met een handicap te waarborgen.

<7.2 type=‘S’ maxlength=‘5500’ input=‘M’ decision=N>

8.3.   Gelijkheid van mannen en vrouwen

Beschrijving van de bijdrage van het samenwerkingsprogramma aan de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen en in voorkomend geval de regelingen om de integratie van het genderperspectief in het samenwerkingsprogramma en in concrete acties te waarborgen.

<7.3 type=‘S’ maxlength=‘5500’ input=‘M’ decision=N>

DEEL 9

AFZONDERLIJKE ELEMENTEN

9.1.   Tijdens de programmeringsperiode uit te voeren grote projecten

(referentie: artikel 8, lid 2, onder e), van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Tabel 23

Lijst van grote projecten (22)

Project

Geplande datum van kennisgeving/indiening

(jaar, kwartaal)

Geplande start van de uitvoering

(jaar, kwartaal)

Geplande voltooiingsdatum

(jaar, kwartaal)

Prioritaire assen/investeringsprioriteiten

<9.1.1 type=‘S’ maxlength=‘500’ input=‘S’ decision=N>

<9.1.2 type=‘D’ input=‘M’ decision=‘N’ >

<9.1.3 type=‘D’ input=‘M’ decision=‘N’ >

<9.1.4 type=‘D’ input=‘M’ decision=‘N’ >

<9.1.5 type=‘S’ input=‘S decision=‘N’’>

 

 

 

 

 

9.2.   Prestatiekader van het samenwerkingsprogramma

Tabel 24

Prestatiekader (overzichtstabel)

Prioritaire as

Indicator of belangrijke uitvoeringsstap

Meeteenheid, indien van toepassing

Mijlpaal voor 2018

Uiteindelijke streefwaarde (2023)

<9.2.1 type=‘S’ input=‘G’>

<9.2.3 type=‘S’ input=‘G’>

<9.2.4 type=‘S’ input=‘G’>

<9.2.5 type=‘S’ input=‘G’>

<9.2.6 type=‘S’ input=‘G’>

 

 

 

 

 

9.3.   Partners die bij de voorbereiding van het samenwerkingsprogramma betrokken zijn

<9.3 type=‘S’ maxlength=‘15000’ input=‘M’ decision=N>

9.4.   Toepasselijke programma-uitvoeringsvoorwaarden met betrekking tot financieel beheer, programmering, toezicht, evaluatie en controle betreffende de deelneming van derde landen aan transnationale en interregionale programma's door middel van een bijdrage van middelen uit het ENI en het IPA

(referentie: artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

<9.4 type=‘S’ maxlength=‘14000’ input=‘S’>

BIJLAGEN (als aparte bestanden naar systemen voor elektronische gegevensuitwisseling geüpload):

Ontwerpverslag van de ex-ante-evaluatie met samenvatting (verplicht)

(referentie: artikel 55, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Schriftelijke bevestiging van de instemming met de inhoud van het samenwerkingsprogramma (verplicht)

(referentie: artikel 8, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Een kaart van het gebied dat onder het samenwerkingsprogramma valt (indien van toepassing)

Een publiekssamenvatting van het samenwerkingsprogramma (indien van toepassing)


(1)  Legenda:

type:

N = aantal, D = datum, S = string, C = checkbox, P = percentage, B = boolean;

decision:

N = maakt geen deel uit van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het samenwerkingsprogramma;

input:

M = manueel, S = selectie, G = gegenereerd door systeem;

„maxlength” = maximaal aantal tekens inclusief spaties.

(2)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(3)  Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

(4)  De presentatie van de aandelen die met de ENI- en IPA-bedragen overeenkomen, is afhankelijk van de gekozen managementoptie.

(5)  Titel van de thematische doelstelling (niet van toepassing op technische bijstand).

(6)  Titel van de investeringsprioriteit (niet van toepassing op technische bijstand).

(7)  Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.

(8)  Europees nabuurschapsinstrument.

(9)  Instrument voor pretoetredingssteun.

(10)  Streefwaarden kunnen kwalitatief of kwantitatief zijn.

(11)  Vereist indien de steun van de Unie voor technische bijstand in het samenwerkingsprogramma meer dan 15 miljoen EUR bedraagt.

(12)  Vereist wanneer objectief gerechtvaardigd, gezien de inhoud van de acties, en wanneer de door de Unie verleende steun voor technische bijstand in het samenwerkingsprogramma meer dan 15 miljoen EUR bedraagt.

(13)  De streefwaarden kunnen kwalitatief of kwantitatief zijn.

(14)  Europese Investeringsbank.

(15)  Alleen invullen als de prioritaire assen in totale kosten zijn uitgedrukt.

(16)  Dit percentage mag worden afgerond op het dichtstbijliggende gehele getal in de tabel. Het voor terugbetalingen gebruikte exacte percentage is de verhouding (f).

(17)  De presentatie van de overgedragen bedragen van ENI en IPA is afhankelijk van de gekozen managementoptie.

(18)  Deze tabel wordt automatisch gegenereerd op basis van de tabellen betreffende de categorieën steunverlening in het kader van elke prioritaire as.

(19)  Niet vereist voor INTERACT en ESPON.

(20)  Niet van toepassing op URBACT, INTERACT en ESPON.

(21)  Niet van toepassing op URBACT, INTERACT en ESPON.

(22)  Niet van toepassing op INTERACT en ESPON.


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/49


VERORDENING (EU) Nr. 289/2014 VAN DE COMMISSIE

van 21 maart 2014

tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen voor foramsulfuron, azimsulfuron, iodosulfuron, oxasulfuron, mesosulfuron, flazasulfuron, imazosulfuron, propamocarb, bifenazaat, chloorprofam en thiobencarb in of op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), artikel 18, lid 1, onder b), en artikel 49, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor foramsulfuron, azimsulfuron, iodosulfuron, oxasulfuron, mesosulfuron, flazasulfuron en imazosulfuron zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II en deel B van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor propamocarb zijn MRL’s vastgesteld in deel A van bijlage III bij die verordening.

(2)

Voor foramsulfuron heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (2). Voor bepaalde producten heeft de EFSA aanbevolen om de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven of op het door de EFSA vastgestelde gehalte te brengen. De EFSA concludeerde dat met betrekking tot de MRL voor korrelmais sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat de risicomanagers hieraan verder aandacht moesten schenken. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moet de MRL voor dat product in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL zal worden herzien; bij de herziening zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(3)

Voor azimsulfuron heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (3). Zij heeft aanbevolen de MRL voor rijst te verlagen.

(4)

Voor iodosulfuron heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (4). Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. De EFSA heeft aanbevolen de MRL’s voor gerst, mais, rogge en tarwe te verlagen. Voor lijnzaad heeft zij aanbevolen om de bestaande MRL te handhaven. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor lijnzaad en maisvoeder sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat de risicomanagers hieraan verder aandacht moesten schenken. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Die MRL’s zullen worden herzien; bij de herziening zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(5)

Voor oxasulfuron heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (5). Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor sojabonen te verlagen.

(6)

Voor mesosulfuron heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (6). De EFSA heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Voor bepaalde producten heeft zij aanbevolen om de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven of op het door de EFSA vastgestelde gehalte te brengen.

(7)

Voor flazasulfuron heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (7). Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor citrusvruchten en tafel- en wijndruiven te verlagen. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor tafelolijven en olijven voor oliewinning sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat de risicomanagers hieraan verder aandacht moesten schenken. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Die MRL’s zullen worden herzien; bij de herziening zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(8)

Voor imazosulfuron heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (8). De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor gerst, rijst, rogge en tarwe sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat de risicomanagers hieraan verder aandacht moesten schenken. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Die MRL’s zullen worden herzien; bij de herziening zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(9)

Voor propamocarb heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht (9). Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Na de indiening van het in de eerste zin genoemde advies heeft de EFSA een aanvullend advies ingediend met betrekking tot de MRL’s voor raketsla (rucola) en prei (10). Dit advies moet in overweging worden genomen.

(10)

De EFSA heeft aangegeven dat de beoordeling van de toepassingen voor propamocarb op prei alsook de bestaande MRL voor sla aanleiding kunnen geven tot bedenkingen ten aanzien van de bescherming van de consument. Zij heeft daarom aanbevolen de MRL’s voor sla te verlagen. De MRL voor prei moet worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(11)

De EFSA heeft aanbevolen de bestaande MRL’s voor aardappelen, radijzen, uien, tomaten, pepers (paprika’s), aubergines, komkommers, augurken, courgettes, pompoenen, broccoli, spruitjes, sluitkool, Chinese kool, koolrabi en sla te verlagen. Voor bepaalde producten heeft zij aanbevolen om de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven of op het door de EFSA vastgestelde gehalte te brengen. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor bloemkool, veldsla, andijvie, tuinkers, winterkers, raketsla (rucola), amsoi, Brassica spp (bladeren en spruiten), verse kruiden, varkens (spier, vet, nieren), runderen (spier, vet, nieren), schapen (spier, vet, nieren), geiten (spier, vet, nieren), melk (runderen, schapen, geiten), pluimvee (spier, vet, lever) en vogeleieren sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat de risicomanagers hieraan verder aandacht moesten schenken. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Die MRL’s zullen worden herzien; bij de herziening zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. Voor andere producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven.

(12)

Met betrekking tot de producten van plantaardige of dierlijke oorsprong waarvoor geen relevante vergunningen of invoertoleranties op het niveau van de Unie werden gemeld en waarvoor geen Codex-MRL beschikbaar was, heeft de EFSA geconcludeerd dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL’s voor deze producten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(13)

Voor thiobencarb heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (11) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Voor bifenazaat en chloorprofam heeft de EFSA een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s ingediend overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (12)  (13). De EFSA heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaarden voor de residudefinities die de EFSA heeft voorgesteld niet in de handel verkrijgbaar zijn. Residudefinities voor bifenazaat en chloorprofam moeten worden vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 en de residudefinitie voor thiobencarb moet worden vastgesteld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Die residudefinities zullen worden herzien; bij de herziening zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(14)

Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(15)

De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.

(16)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(17)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien.

(18)

De verordening voorziet in een overgangsregeling voor producten die voor de wijziging van de MRL’s rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.

(19)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die voor de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die voor 11 april 2014 rechtmatig werden geproduceerd:

1.

wat betreft de werkzame stoffen foramsulfuron, azimsulfuron, iodosulfuron, oxasulfuron, mesosulfuron, flazasulfuron, imazosulfuron, bifenazaat, chloorprofam en thiobencarb in en op alle producten;

2.

wat betreft de werkzame stof propamocarb in en op alle producten behalve sla.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is echter van toepassing vanaf 11 oktober 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for foramsulfuron, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(1):2962. (28 blz.).

(3)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for azimsulfuron, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(10):2941. (24 blz.).

(4)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for iodosulfuron, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(11):2974. (28 blz.).

(5)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for oxasulfuron, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(10):2942. (28 blz.).

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for mesosulfuron, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(11):2976. (27 blz.).

(7)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for acetamiprid, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(11):2958. (25 blz.).

(8)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for imazosulfuron, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(12):3010. (26 blz.).

(9)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for propamocarb, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013; 11(4):2903. (72 blz.).

(10)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Modification of the existing MRLs for propamocarb in rocket and leek. EFSA Journal 2013; 11(6):3255. (32 blz.).

(11)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for thiobencarb, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2011; 9(8):2341. (17 blz.).

(12)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for bifenazaat, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2011; 9(10):2484. (35 blz.).

(13)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for chloorprofam, according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2012; 10(2):2584. (53 blz.).


BIJLAGE

De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

de kolommen voor foramsulfuron, azimsulfuron, iodosulfuron, oxasulfuron, mesosulfuron, flazasulfuron en imazosulfuron worden vervangen door:

Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Code-nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (1)

Azimsulfuron

Flazasulfuron

Foramsulfuron

Imazosulfuron

Iodosulfuron-methyl (som van iodosulfuron-methyl en zout daarvan, uitgedrukt als iodosulfuron-methyl)

Mesosulfuron-methyl

Oxasulfuron

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

0100000

1.

FRUIT, VERS OF BEVROREN NOTEN

0,01  (2)

0,01  (2)

 

 

 

 

0,01  (2)

0110000

i)

Citrusvruchten

 

 

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

 

0110010

Grapefruits (Shaddock, pomelo, sweetie, tangelo (met uitzondering van mineola), ugli en andere kruisingen)

 

 

 

 

 

 

 

0110020

Sinaasappelen (Bergamot, bittere sinaasappel, chinotto en andere kruisingen)

 

 

 

 

 

 

 

0110030

Citroenen (Citroen, limoen, Buddha’s hand (Citrus medica var. sarcodactylis))

 

 

 

 

 

 

 

0110040

Lemmetjes

 

 

 

 

 

 

 

0110050

Mandarijnen (Clementine, tangerine, mineola en andere kruisingen tangor (Citrus reticulata x sinensis))

 

 

 

 

 

 

 

0110990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0120000

ii)

Noten

 

 

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02 (2)

0,02  (2)

 

0120010

Amandelen

 

 

 

 

 

 

 

0120020

Paranoten

 

 

 

 

 

 

 

0120030

Cashewnoten

 

 

 

 

 

 

 

0120040

Kastanjes

 

 

 

 

 

 

 

0120050

Kokosnoten

 

 

 

 

 

 

 

0120060

Hazelnoten (Lambertsnoot)

 

 

 

 

 

 

 

0120070

Macadamia

 

 

 

 

 

 

 

0120080

Pecannoten

 

 

 

 

 

 

 

0120090

Pijnboompitten

 

 

 

 

 

 

 

0120100

Pistaches

 

 

 

 

 

 

 

0120110

Walnoten

 

 

 

 

 

 

 

0120990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0130000

iii)

Pitvruchten

 

 

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

 

0130010

Appelen (Wilde appel)

 

 

 

 

 

 

 

0130020

Peren (Japanse peer (nashi))

 

 

 

 

 

 

 

0130030

Kweeperen

 

 

 

 

 

 

 

0130040

Mispels

 

 

 

 

 

 

 

0130050

Loquats

 

 

 

 

 

 

 

0130990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0140000

iv)

Steenvruchten

 

 

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

 

0140010

Abrikozen

 

 

 

 

 

 

 

0140020

Kersen (Zoete kers, zure kers)

 

 

 

 

 

 

 

0140030

Perziken (Nectarine en soortgelijke kruisingen)

 

 

 

 

 

 

 

0140040

Pruimen (Damson, reine-claude, mirabelle, sleepruim, rode dadel/Chinese dadel/Chinese jujube (Ziziphus ziziphus))

 

 

 

 

 

 

 

0140990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0150000

v)

Besvruchten en kleinfruit

 

 

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

 

0151000

a)

Tafel- en wijndruiven

 

 

 

 

 

 

 

0151010

Tafeldruiven

 

 

 

 

 

 

 

0151020

Wijndruiven

 

 

 

 

 

 

 

0152000

b)

Aardbeien

 

 

 

 

 

 

 

0153000

c)

Rubussoorten

 

 

 

 

 

 

 

0153010

Bramen

 

 

 

 

 

 

 

0153020

Dauwbramen (Loganbes, taybes, boysenbes, kruipbraam en andere kruisingen met Rubus)

 

 

 

 

 

 

 

0153030

Frambozen (Wijnbes, poolbraam/fram-boos, (Rubus arcticus), nectarframboos (Rubus arcticus x Rubus idaeus))

 

 

 

 

 

 

 

0153990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0154000

d)

Ander kleinfruit en besvruchten

 

 

 

 

 

 

 

0154010

Blauwe bessen (Bosbes)

 

 

 

 

 

 

 

0154020

Veenbessen (Vossenbes/rode bosbes, (V. vitis-idaea))

 

 

 

 

 

 

 

0154030

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

 

 

 

 

 

 

0154040

Kruisbessen (Inclusief kruisingen met andere Ribes-soorten)

 

 

 

 

 

 

 

0154050

Rozenbottels

 

 

 

 

 

 

 

0154060

Moerbeien (Aardbeiboomvrucht)

 

 

 

 

 

 

 

0154070

Azaroles (Middellandse Zeemispels) (Kiwibes (Actinidia arguta))

 

 

 

 

 

 

 

0154080

Vlierbessen (Zwarte appelbes, lijsterbes, duindoorn, meidoorn, peerlijsterbes en andere bessen van bomen)

 

 

 

 

 

 

 

0154990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0160000

vi)

Diverse vruchten

 

 

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

 

0161000

a)

Met eetbare schil

 

 

 

 

 

 

 

0161010

Dadels

 

 

 

 

 

 

 

0161020

Vijgen

 

 

 

 

 

 

 

0161030

Tafelolijven

 

(+)

 

 

 

 

 

0161040

Kumquats (Marumi-kumquat, nagami-kumquat, limequat (Citrus aurantifolia x Fortunella spp.))

 

 

 

 

 

 

 

0161050

Carambola’s (Bilimbi (blimbing))

 

 

 

 

 

 

 

0161060

Kaki’s

 

 

 

 

 

 

 

0161070

Jambolans (djamblangs) (Djamboe ajer, pommerak, rozenappel, Braziliaanse kers, Surinaamse kers (grumichama Eugenia uniflora))

 

 

 

 

 

 

 

0161990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0162000

b)

Met niet-eetbare schil, klein

 

 

 

 

 

 

 

0162010

Kiwi’s

 

 

 

 

 

 

 

0162020

Lychees (Kapulasan, ramboetan, longan, mangosteen, langsat, salak)

 

 

 

 

 

 

 

0162030

Passievruchten

 

 

 

 

 

 

 

0162040

Woestijnvijgen (cactusvruchten)

 

 

 

 

 

 

 

0162050

Sterappelen

 

 

 

 

 

 

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen (Zwarte zapote, witte zapote, groene zapote, canistel, mamey zapote)

 

 

 

 

 

 

 

0162990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0163000

c)

Met niet-eetbare schil, groot

 

 

 

 

 

 

 

0163010

Avocado’s

 

 

 

 

 

 

 

0163020

Bananen (Dwergbanaan, bakbanaan, appelbanaan)

 

 

 

 

 

 

 

0163030

Mango’s

 

 

 

 

 

 

 

0163040

Papaja’s

 

 

 

 

 

 

 

0163050

Granaatappels

 

 

 

 

 

 

 

0163060

Cherimoya’s (Custardappel, suikerappel/zoetzak, ilama (Annona diversifolia) en andere middelgrote Annonaceae-vruchten)

 

 

 

 

 

 

 

0163070

Guava’s (Rode pitaya/drakenvrucht (Hylocereus undatus))

 

 

 

 

 

 

 

0163080

Ananassen

 

 

 

 

 

 

 

0163090

Broodvruchten (Nangka (jackfruit))

 

 

 

 

 

 

 

0163100

Doerians

 

 

 

 

 

 

 

0163110

Zuurzakken (doerian blanda)

 

 

 

 

 

 

 

0163990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0200000

2.

GROENTEN, VERS OF BEVROREN

 

 

 

 

 

 

 

0210000

i)

Wortel- en knolgewassen

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0211000

a)

Aardappelen

 

 

 

 

 

 

 

0212000

b)

Tropische wortel- en knolgewassen

 

 

 

 

 

 

 

0212010

Cassave (Taro, eddo/eddoe, yautia)

 

 

 

 

 

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

 

 

 

0212030

Yams (Yamboon/jicama, Mexicaanse aardappel)

 

 

 

 

 

 

 

0212040

Arrowroot (pijlwortel)

 

 

 

 

 

 

 

0212990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0213000

c)

Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

 

 

 

 

 

0213010

Rode bieten

 

 

 

 

 

 

 

0213020

Wortels

 

 

 

 

 

 

 

0213030

Knolselderij

 

 

 

 

 

 

 

0213040

Mierikswortel (Engelwortel, lavaswortel, gentiaanwortel)

 

 

 

 

 

 

 

0213050

Aardperen (topinamboers) (Crosne)

 

 

 

 

 

 

 

0213060

Pastinaken

 

 

 

 

 

 

 

0213070

Wortelpeterselie

 

 

 

 

 

 

 

0213080

Radijzen (Rammenas, daikon, kleine radijs en dergelijke, tijgernoot (Cyperus esculentus))

 

 

 

 

 

 

 

0213090

Schorseneren (Zwarte schorseneer, Spaanse schorseneer/oesterplant, eetbare burdock)

 

 

 

 

 

 

 

0213100

Koolrapen

 

 

 

 

 

 

 

0213110

Rapen

 

 

 

 

 

 

 

0213990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0220000

ii)

Bolgewassen

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0220010

Knoflook

 

 

 

 

 

 

 

0220020

Uien (Andere boluien, zilveruitjes)

 

 

 

 

 

 

 

0220030

Sjalotten

 

 

 

 

 

 

 

0220040

Bosuien en welsh uien (Andere groene uien en soortgelijke soorten)

 

 

 

 

 

 

 

0220990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0230000

iii)

Vruchtgroenten

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0231000

a)

Solanaceae

 

 

 

 

 

 

 

0231010

Tomaten (Kerstomaat, Physalis spp., gojibes, wolfsbes (Lycium barbarum en L. chinense), boomtomaat)

 

 

 

 

 

 

 

0231020

Paprika’s (Chilipeper)

 

 

 

 

 

 

 

0231030

Aubergines (Pepino, antroewa/witte eierplant (S. macrocarpon))

 

 

 

 

 

 

 

0231040

Okra’s, okers

 

 

 

 

 

 

 

0231990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

 

 

 

 

 

 

0232010

Komkommers

 

 

 

 

 

 

 

0232020

Augurken

 

 

 

 

 

 

 

0232030

Courgettes (Zomerpompoen, marrow (patisson), lauki (Lagenaria siceraria), chayote, sopropo/bittere meloen, chichinga, hoekige luffa/(teroi))

 

 

 

 

 

 

 

0232990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

 

 

 

 

 

 

0233010

Meloenen (Kiwano)

 

 

 

 

 

 

 

0233020

Pompoenen (Winterpompoen, marrow (late soort))

 

 

 

 

 

 

 

0233030

Watermeloenen

 

 

 

 

 

 

 

0233990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0234000

d)

Suikermais (Babymais)

 

 

 

 

 

 

 

0239000

e)

Andere vrucht-groenten

 

 

 

 

 

 

 

0240000

iv)

Koolsoorten

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0241000

a)

Bloemkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

0241010

Broccoli (Chinese broccoli, choisum)

 

 

 

 

 

 

 

0241020

Bloemkool

 

 

 

 

 

 

 

0241990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0242000

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

0242010

Spruitjes

 

 

 

 

 

 

 

0242020

Sluitkool (Spitskool, rode kool, savooiekool, wittekool)

 

 

 

 

 

 

 

0242990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0243000

c)

Bladkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

0243010

Spitskool (Mosterdkool, paksoi, tatsoi, choi sum, petsai)

 

 

 

 

 

 

 

0243020

Boerenkool (Krulkool, Portugese boerenkool, Portugese kool, bladkool)

 

 

 

 

 

 

 

0243990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0244000

d)

Koolrabi

 

 

 

 

 

 

 

0250000

v)

Bladgroenten en verse kruiden

 

 

 

 

 

 

 

0251000

a)

Slasoorten, met inbegrip van Brassicaceae

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0251010

Veldsla (Italiaanse veldsla)

 

 

 

 

 

 

 

0251020

Sla (Kropsla, lollo rosso, ijsbergsla, Romaanse sla (bindsla))

 

 

 

 

 

 

 

0251030

Andijvie (Wilde cichorei, rode sla (radicchio), krulandijvie, groenlof (C. endivia var. crispum/C. intybus var. foliosum), paardenbloembladeren)

 

 

 

 

 

 

 

0251040

Tuinkers (Taugé, alfalfakiemen)

 

 

 

 

 

 

 

0251050

Winterkers

 

 

 

 

 

 

 

0251060

Raketsla, rucola (Grote zandkool (Diplotaxis spp.))

 

 

 

 

 

 

 

0251070

Rode amsoi

 

 

 

 

 

 

 

0251080

Bladeren en spruiten van Brassica spp., inclusief raapstelen (Mizuna, bladeren van erwten en radijzen en andere babyleafkoolgewassen (gewassen die tot het achtbladstadium worden geoogst), koolrabibladeren)

 

 

 

 

 

 

 

0251990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0252000

b)

Spinazie en dergelijke (bladgroente)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0252010

Spinazie (Nieuw-Zeelandse spinazie, Chinese spinazie (amarant, pak-khom, tampara), tajerbladeren, bitterblad/bitawiri)

 

 

 

 

 

 

 

0252020

Postelein (Winterpostelein/zomerpostelein, zuring, zeekraal, monniksbaard, agretti (Salsola sodai))

 

 

 

 

 

 

 

0252030

Snijbiet (Bladeren van de biet)

 

 

 

 

 

 

 

0252990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0253000

c)

Wijnstok-bladeren (druiven-bladeren) (Malabarnachtschade, bananenbladeren, Acacia pennata)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0254000

d)

Waterkers (Morgenglorie, Chinese convolvulus/waterconvolvulus/waterspinazie/kangkung (Ipomea aquatica), waterklaver, watermimosa)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0255000

e)

Witlof

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0256000

f)

Kruiden

0,02 (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02 (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0256010

Kervel

 

 

 

 

 

 

 

0256020

Bieslook

 

 

 

 

 

 

 

0256030

Bladselderij (Venkelblad, korianderblad, dilleblad, karwijblad, lavas, engelwortel, roomse kervel en andere Apiacea-bladeren, culantro/Mexicaanse koriander/walangan (Eryngium foetidum))

 

 

 

 

 

 

 

0256040

Peterselie (Bladeren van wortelpeterselie)

 

 

 

 

 

 

 

0256050

Salie (Winterbonenkruid, bonenkruid, Borago officinalis (blad))

 

 

 

 

 

 

 

0256060

Rozemarijn

 

 

 

 

 

 

 

0256070

Tijm (Marjolein, oregano)

 

 

 

 

 

 

 

0256080

Basilicum (Citroenmelisse, munt, pepermunt, heilige basilicum, zoete basilicum, harige basilicum, eetbare bloemen goudsbloem en andere), waternavel, wild betelblad, kerriebladeren)

 

 

 

 

 

 

 

0256090

Laurierblad (Citroengras)

 

 

 

 

 

 

 

0256100

Dragon (Hysop)

 

 

 

 

 

 

 

0256990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0260000

vi)

Peulgroenten (vers)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0260010

Bonen (met peul) (Sperzieboon/prinsessenboon/slaboon, pronkboon, snijboon, kousenband, guarboon, sojaboon)

 

 

 

 

 

 

 

0260020

Bonen (zonder peul) (Tuinboon, flageolet, zwaardboon, limaboon, zwartogenboon)

 

 

 

 

 

 

 

0260030

Erwten (met peul) (Peultjes/suikererwt)

 

 

 

 

 

 

 

0260040

Erwten (zonder peul) (Doperwt, groene erwt, kekererwt)

 

 

 

 

 

 

 

0260050

Linzen

 

 

 

 

 

 

 

0260990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0270000

vii)

Stengelgroenten (vers)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0270010

Asperges

 

 

 

 

 

 

 

0270020

Kardoen (Borago officinalis steeltjes)

 

 

 

 

 

 

 

0270030

Bleekselderij

 

 

 

 

 

 

 

0270040

Knolvenkel

 

 

 

 

 

 

 

0270050

Artisjokken (Bananenbloem)

 

 

 

 

 

 

 

0270060

Prei

 

 

 

 

 

 

 

0270070

Rabarber

 

 

 

 

 

 

 

0270080

Bamboescheuten

 

 

 

 

 

 

 

0270090

Palmharten

 

 

 

 

 

 

 

0270990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0280000

viii)

Fungi

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0280010

Gekweekte fungi (Champignon, oesterzwam, shii-take, fungus mycelium (vegetatieve delen))

 

 

 

 

 

 

 

0280020

Wilde fungi (Cantharel, truffel, morielje, eekhoorntjesbrood)

 

 

 

 

 

 

 

0280990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0290000

ix)

Zeewier

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0300000

3.

PEULVRUCHTEN, GEDROOGD

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0300010

Bonen (Tuinboon, witte boon, flageolet, zwaardboon, limaboon, veldboon, zwartogenboon)

 

 

 

 

 

 

 

0300020

Linzen

 

 

 

 

 

 

 

0300030

Erwten (Kekererwt, landbouwerwt, lathyrus)

 

 

 

 

 

 

 

0300040

Lupinen

 

 

 

 

 

 

 

0300990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0400000

4.

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01  (2)

0,01  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02 (2)

0,02  (2)

0,01  (2)

0401000

i)

Oliehoudende zaden

 

 

 

 

 

 

 

0401010

Lijnzaad

 

 

 

 

(+)

 

 

0401020

Pinda’s

 

 

 

 

 

 

 

0401030

Papaverzaad

 

 

 

 

 

 

 

0401040

Sesamzaad

 

 

 

 

 

 

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

 

 

 

 

 

 

0401060

Koolzaad (Voederkoolzaad, raapzaad)

 

 

 

 

 

 

 

0401070

Sojabonen

 

 

 

 

 

 

 

0401080

Mosterdzaad

 

 

 

 

 

 

 

0401090

Katoenzaad

 

 

 

 

 

 

 

0401100

Pompoenzaad (Andere zaden van Cucurbitaceae)

 

 

 

 

 

 

 

0401110

Saffloer

 

 

 

 

 

 

 

0401120

Bernagie (Slangenkruid/kanariebloem (Echium plantagineum) ruw parelzaad (Buglossoides arvensis))

 

 

 

 

 

 

 

0401130

Huttentut

 

 

 

 

 

 

 

0401140

Hennepzaad

 

 

 

 

 

 

 

0401150

Wonderboom

 

 

 

 

 

 

 

0401990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0402000

ii)

Oliehoudende vruchten

 

 

 

 

 

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

(+)

 

 

 

 

 

0402020

Palmnoten (palmpitten)

 

 

 

 

 

 

 

0402030

Palmvruchten

 

 

 

 

 

 

 

0402040

Kapok

 

 

 

 

 

 

 

0402990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0500000

5.

GRANEN

0,01  (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0500010

Gerst

 

 

 

(+)

 

 

 

0500020

Boekweit (Amarant, quinoa)

 

 

 

 

 

 

 

0500030

Mais

 

 

(+)

 

(+)

 

 

0500040

Gierst (Trosgierst, teff, vingergierst, parelgierst)

 

 

 

 

 

 

 

0500050

Haver

 

 

 

 

 

 

 

0500060

Rijst (Indiase/wilde rijst (Zizania aquatica))

 

 

 

(+)

 

 

 

0500070

Rogge

 

 

 

(+)

 

 

 

0500080

Sorghum

 

 

 

 

 

 

 

0500090

Tarwe (Spelt, triticale)

 

 

 

(+)

 

 

 

0500990

Overige (Kanariegraszaad (Phalaris canariensis))

 

 

 

 

 

 

 

0600000

6.

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE EN CACAO

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0610000

i)

Thee

 

 

 

 

 

 

 

0620000

ii)

Koffiebonen

 

 

 

 

 

 

 

0630000

iii)

Kruidenthee (gedroogd)

 

 

 

 

 

 

 

0631000

a)

Bloemen

 

 

 

 

 

 

 

0631010

Kamille (bloem)

 

 

 

 

 

 

 

0631020

Hibiscus (bloem)

 

 

 

 

 

 

 

0631030

Rozenblaadjes

 

 

 

 

 

 

 

0631040

Jasmijn (bloem) (Vlierbloesem (Sambucus nigra))

 

 

 

 

 

 

 

0631050

Lindebloesem

 

 

 

 

 

 

 

0631990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0632000

b)

Bladeren

 

 

 

 

 

 

 

0632010

Aardbei (blad)

 

 

 

 

 

 

 

0632020

Rooibos (blad) (Ginkgo (blad))

 

 

 

 

 

 

 

0632030

Maté

 

 

 

 

 

 

 

0632990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0633000

c)

Wortels

 

 

 

 

 

 

 

0633010

Valeriaanwortel

 

 

 

 

 

 

 

0633020

Ginsengwortel

 

 

 

 

 

 

 

0633990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0639000

d)

Andere kruidenthee

 

 

 

 

 

 

 

0640000

iv)

Cacaobonen (gefermenteerd of gedroogd)

 

 

 

 

 

 

 

0650000

v)

Carob (johannesbrood)

 

 

 

 

 

 

 

0700000

7.

HOP (gedroogd)

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0800000

8.

SPECERIJEN

 

 

 

 

 

 

 

0810000

i)

Zaden

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0810010

Anijs

 

 

 

 

 

 

 

0810020

Zwarte komijn

 

 

 

 

 

 

 

0810030

Selderijzaad (Lavaszaad)

 

 

 

 

 

 

 

0810040

Korianderzaad

 

 

 

 

 

 

 

0810050

Komijnzaad

 

 

 

 

 

 

 

0810060

Dillezaad

 

 

 

 

 

 

 

0810070

Venkelzaad

 

 

 

 

 

 

 

0810080

Fenegriek

 

 

 

 

 

 

 

0810090

Nootmuskaat

 

 

 

 

 

 

 

0810990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0820000

ii)

Vruchten en bessen

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0820010

Piment

 

 

 

 

 

 

 

0820020

Anijspeper (Japanse peper)

 

 

 

 

 

 

 

0820030

Karwij

 

 

 

 

 

 

 

0820040

Kardemom

 

 

 

 

 

 

 

0820050

Jeneverbessen

 

 

 

 

 

 

 

0820060

Peper, zwart, groen en wit (Lange peper, roze peper)

 

 

 

 

 

 

 

0820070

Vanillestokjes

 

 

 

 

 

 

 

0820080

Tamarinde

 

 

 

 

 

 

 

0820990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0830000

iii)

Bast

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0830010

Kaneel (Cassia)

 

 

 

 

 

 

 

0830990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0840000

iv)

Wortels en wortelstokken

 

 

 

 

 

 

 

0840010

Zoethout

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0840020

Gember

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0840030

Geelwortel

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0840040

Mierikswortel

(+)

(+)

(+)

(+)

(+)

(+)

(+)

0840990

Overige

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0850000

v)

Knoppen

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0850010

Kruidnagels

 

 

 

 

 

 

 

0850020

Kappertjes

 

 

 

 

 

 

 

0850990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0860000

vi)

Stempels

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0860010

Saffraan

 

 

 

 

 

 

 

0860990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0870000

vii)

Zaadrokken

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05 (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0870010

Foelie

 

 

 

 

 

 

 

0870990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

0900000

9.

SUIKERGEWASSEN

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0,01 (2)

0,01  (2)

0900010

Suikerbiet

 

 

 

 

 

 

 

0900020

Suikerriet

 

 

 

 

 

 

 

0900030

Wortelcichorei

 

 

 

 

 

 

 

0900990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1000000

10.

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG — LANDDIEREN

 

 

 

 

 

 

 

1010000

i)

Weefsel

0,02  (2)

0,01  (2)

0,01  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,01  (2)

1011000

a)

Varkens

 

 

 

 

 

 

 

1011010

Spier

 

 

 

 

 

 

 

1011020

Vet

 

 

 

 

 

 

 

1011030

Lever

 

 

 

 

 

 

 

1011040

Nier

 

 

 

 

 

 

 

1011050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

 

 

1011990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1012000

b)

Runderen

 

 

 

 

 

 

 

1012010

Spier

 

 

 

 

 

 

 

1012020

Vet

 

 

 

 

 

 

 

1012030

Lever

 

 

 

 

 

 

 

1012040

Nier

 

 

 

 

 

 

 

1012050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

 

 

1012990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1013000

c)

Schapen

 

 

 

 

 

 

 

1013010

Spier

 

 

 

 

 

 

 

1013020

Vet

 

 

 

 

 

 

 

1013030

Lever

 

 

 

 

 

 

 

1013040

Nier

 

 

 

 

 

 

 

1013050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

 

 

1013990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1014000

d)

Geiten

 

 

 

 

 

 

 

1014010

Spier

 

 

 

 

 

 

 

1014020

Vet

 

 

 

 

 

 

 

1014030

Lever

 

 

 

 

 

 

 

1014040

Nier

 

 

 

 

 

 

 

1014050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

 

 

1014990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1015000

e)

Paarden, ezels, muildieren en muilezels

 

 

 

 

 

 

 

1015010

Spier

 

 

 

 

 

 

 

1015020

Vet

 

 

 

 

 

 

 

1015030

Lever

 

 

 

 

 

 

 

1015040

Nier

 

 

 

 

 

 

 

1015050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

 

 

1015990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1016000

f)

Pluimvee — kippen, ganzen, eenden, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels, duiven

 

 

 

 

 

 

 

1016010

Spier

 

 

 

 

 

 

 

1016020

Vet

 

 

 

 

 

 

 

1016030

Lever

 

 

 

 

 

 

 

1016040

Nier

 

 

 

 

 

 

 

1016050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

 

 

1016990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1017000

g)

Andere landbouwhuisdieren (Konijn, kangoeroe, hert)

 

 

 

 

 

 

 

1017010

Spier

 

 

 

 

 

 

 

1017020

Vet

 

 

 

 

 

 

 

1017030

Lever

 

 

 

 

 

 

 

1017040

Nier

 

 

 

 

 

 

 

1017050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

 

 

1017990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1020000

ii)

Melk

0,02  (2)

0,01  (2)

0,01  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,01  (2)

1020010

Runderen

 

 

 

 

 

 

 

1020020

Schapen

 

 

 

 

 

 

 

1020030

Geiten

 

 

 

 

 

 

 

1020040

Paarden

 

 

 

 

 

 

 

1020990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1030000

iii)

Vogeleieren

0,02  (2)

0,01  (2)

0,01  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,01  (2)

1030010

Kippen

 

 

 

 

 

 

 

1030020

Eenden

 

 

 

 

 

 

 

1030030

Ganzen

 

 

 

 

 

 

 

1030040

Kwartels

 

 

 

 

 

 

 

1030990

Overige

 

 

 

 

 

 

 

1040000

iv)

Honing (Koninginnengelei, pollen, honingraat met honing (brokhoning))

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

0,05  (2)

1050000

v)

Amfibieën en reptielen (Kikkerbilletjes, krokodillen)

0,02  (2)

0,01  (2)

0,01  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,01  (2)

1060000

vi)

Slakken

0,02  (2)

0,01  (2)

0,01  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,01  (2)

1070000

vii)

Andere producten van landdieren (Wild)

0,02  (2)

0,01  (2)

0,01  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,02  (2)

0,01  (2)

b)

de volgende kolom voor propamocarb wordt toegevoegd:

Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Code-nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (3)

Propamocarb (som van propamocarb en zout daarvan, uitgedrukt als propamocarb) (R)

(1)

(2)

(3)

0100000

1.

FRUIT, VERS OF BEVROREN NOTEN

0,01  (4)

0110000

i)

Citrusvruchten

 

0110010

Grapefruits (Shaddock, pomelo, sweetie, tangelo (met uitzondering van mineola), ugli en andere kruisingen)

 

0110020

Sinaasappelen (Bergamot, bittere sinaasappel, chinotto en andere kruisingen)

 

0110030

Citroenen (Sukadecitroen, citroen, Boeddha's hand (Citrus medica var. sarcodactylis))

 

0110040

Lemmetjes

 

0110050

Mandarijnen (Clementine, tangerine, mineola en andere kruisingen tangor (Citrus reticulata x sinensis))

 

0110990

Overige

 

0120000

ii)

Noten

 

0120010

Amandelen

 

0120020

Paranoten

 

0120030

Cashewnoten

 

0120040

Kastanjes

 

0120050

Kokosnoten

 

0120060

Hazelnoten (Lambertsnoot)

 

0120070

Macadamia

 

0120080

Pecannoten

 

0120090

Pijnboompitten

 

0120100

Pistaches

 

0120110

Walnoten

 

0120990

Overige

 

0130000

iii)

Pitvruchten

 

0130010

Appelen (Wilde appel)

 

0130020

Peren (Japanse peer (nashi))

 

0130030

Kweeperen

 

0130040

Mispels

 

0130050

Loquats (Japanse mispels)

 

0130990

Overige

 

0140000

iv)

Steenvruchten

 

0140010

Abrikozen

 

0140020

Kersen (Zoete kers, zure kers)

 

0140030

Perziken (Nectarine en soortgelijke kruisingen)

 

0140040

Pruimen (Kwets, reine-claude, mirabel, sleepruim, rode dadel/Chinese dadel/Chinese jujube (Ziziphus ziziphus))

 

0140990

Overige

 

0150000

v)

Besvruchten en kleinfruit

 

0151000

a)

Tafel- en wijndruiven

 

0151010

Tafeldruiven

 

0151020

Wijndruiven

 

0152000

b)

Aardbeien

 

0153000

c)

Rubussoorten

 

0153010

Bramen

 

0153020

Dauwbramen (Loganbes, taybes, boysenbes, kruipbraam en andere kruisingen van Rubus-soorten)

 

0153030

Frambozen (Wijnbes, poolbraam/framboos, (Rubus arcticus), nectarframboos (Rubus arcticus x Rubus idaeus))

 

0153990

Overige

 

0154000

d)

Ander kleinfruit en besvruchten

 

0154010

Blauwe bessen (Bosbes)

 

0154020

Veenbessen (Vossenbes/rode bosbes, (V. vitis-idaea))

 

0154030

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

0154040

Kruisbessen (Inclusief kruisingen met andere Ribes-soorten)

 

0154050

Rozenbottels

 

0154060

Moerbeien (Aardbeiboomvrucht)

 

0154070

Azaroles (Middellandse Zeemispels) (Kiwibes (Actinidia arguta))

 

0154080

Vlierbessen (Zwarte appelbes, lijsterbes, duindoorn, meidoorn, peerlijsterbes en andere bessen van bomen)

 

0154990

Overige

 

0160000

vi)

Diverse vruchten

 

0161000

a)

Met eetbare schil

 

0161010

Dadels

 

0161020

Vijgen

 

0161030

Tafelolijven

 

0161040

Kumquats (Marumi-kumquat, nagami-kumquat, limequat (Citrus aurantifolia x Fortunella spp.))

 

0161050

Carambola’s (Bilimbi (blimbing))

 

0161060

Kaki’s

 

0161070

Jambolans (djamblangs) (Djamboe ajer, pommerak, rozenappel, Braziliaanse kers, Surinaamse kers (Eugenia uniflora))

 

0161990

Overige

 

0162000

b)

Met niet-eetbare schil, klein

 

0162010

Kiwi’s

 

0162020

Lychees (Kapulasan, ramboetan, longan, mangosteen, langsat, salak)

 

0162030

Passievruchten

 

0162040

Woestijnvijgen (cactusvruchten)

 

0162050

Sterappelen

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen (Zwarte zapote, witte zapote, groene zapote, canistel, mamey zapote)

 

0162990

Overige

 

0163000

c)

Met niet-eetbare schil, groot

 

0163010

Avocado’s

 

0163020

Bananen (Dwergbanaan, bakbanaan, appelbanaan)

 

0163030

Mango’s

 

0163040

Papaja’s

 

0163050

Granaatappels

 

0163060

Cherimoya’s (Custardappel, suikerappel/zoetzak, ilama (Annona diversifolia) en andere middelgrote Annonaceae-vruchten)

 

0163070

Guava’s (Rode pitaya/drakenvrucht (Hylocereus undatus))

 

0163080

Ananassen

 

0163090

Broodvruchten (Nangka (jackfruit))

 

0163100

Doerians

 

0163110

Zuurzakken (doerian blanda)

 

0163990

Overige

 

0200000

2.

GROENTEN, VERS OF BEVROREN

 

0210000

i)

Wortel- en knolgewassen

 

0211000

a)

Aardappelen

0,3

0212000

b)

Tropische wortel- en knolgewassen

0,01  (4)

0212010

Cassave (Taro, eddo/eddoe, yautia)

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

Yams (Yamboon/jicama)

 

0212040

Arrowroot (pijlwortel)

 

0212990

Overige

 

0213000

c)

Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

0213010

Rode bieten

0,01  (4)

0213020

Wortels

0,01  (4)

0213030

Knolselderij

0,01  (4)

0213040

Mierikswortel (Engelwortel, lavaswortel, gentiaanwortel)

0,01  (4)

0213050

Aardperen (topinamboers) (Crosne)

0,01  (4)

0213060

Pastinaken

0,01  (4)

0213070

Wortelpeterselie

0,01  (4)

0213080

Radijzen (Rammenas, daikon, kleine radijs en dergelijke, aardamandel/tijgernoot (Cyperus esculentus))

3

0213090

Schorseneren (Zwarte schorseneer, Spaanse schorseneer/oesterplant, klitwortel)

0,01  (4)

0213100

Koolrapen

0,01  (4)

0213110

Rapen

0,01  (4)

0213990

Overige

0,01  (4)

0220000

ii)

Bolgewassen

 

0220010

Knoflook

0,01  (4)

0220020

Uien (Andere boluien, zilveruitjes)

2

0220030

Sjalotten

0,01  (4)

0220040

Bosuien en stengeluien (Andere groene uien en soortgelijke soorten)

0,01  (4)

0220990

Overige

0,01  (4)

0230000

iii)

Vruchtgroenten

 

0231000

a)

Solanaceae

 

0231010

Tomaten (Kerstomaat, Physalis spp., gojibes, wolfsbes (Lycium barbarum en L. chinense), boomtomaat)

4

0231020

Pepers (paprika’s) (Chilipeper)

3

0231030

Aubergines (Pepino, antroewa/witte eierplant (S. macrocarpon))

4

0231040

Okra’s, okers

0,01  (4)

0231990

Overige

0,01  (4)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

5

0232010

Komkommers

 

0232020

Augurken

 

0232030

Courgettes (Zomerpompoen, marrow (patisson), lauki (Lagenaria siceraria), chayote, sopropo/bittere meloen, padwal, hoekige luffa/teroi)

 

0232990

Overige

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

5

0233010

Meloenen (Kiwano)

 

0233020

Pompoenen (Winterpompoen, marrow (late soort))

 

0233030

Watermeloenen

 

0233990

Overige

 

0234000

d)

Suikermais (Babymais)

0,01  (4)

0239000

e)

Andere vrucht-groenten

0,01  (4)

0240000

iv)

Koolsoorten

 

0241000

a)

Bloemkoolachtigen

 

0241010

Broccoli (Chinese broccoli)

3

0241020

Bloemkool

10 (+)

0241990

Overige

0,01  (4)

0242000

b)

Sluitkoolachtigen

 

0242010

Spruitjes

2

0242020

Sluitkool (Spitskool, rode kool, savooiekool, wittekool)

0,7

0242990

Overige

0,01  (4)

0243000

c)

Bladkoolachtigen

 

0243010

Chinese kool (Mosterdkool, paksoi, tatsoi, choi sum, petsai)

0,01  (4)

0243020

Boerenkool (Krulkool, Portugese boerenkool, Portugese kool, bladkool)

20

0243990

Overige

0,01  (4)

0244000

d)

Koolrabi

0,3

0250000

v)

Bladgroenten en verse kruiden

 

0251000

a)

Slasoorten, met inbegrip van Brassicaceae

 

0251010

Veldsla (Italiaanse veldsla)

20 (+)

0251020

Sla (Kropsla, lollo rosso, ijsbergsla, Romaanse sla (bindsla))

40

0251030

Andijvie (Wilde cichorei, rode sla (radicchio), krulandijvie, groenlof (C. endivia var. crispum/C. intybus var. foliosum), paardenbloembladeren)

20 (+)

0251040

Tuinkers (Taugé (mungboonkiemen), alfalfakiemen)

20 (+)

0251050

Winterkers

20 (+)

0251060

Raketsla, rucola (Grote zandkool (Diplotaxis spp.))

30

0251070

Rode amsoi

20 (+)

0251080

Bladeren en spruiten van Brassica spp., inclusief raapstelen (Mizuna, bladeren van erwten en radijzen en andere babyleafgewassen (gewassen die tot het achtbladstadium worden geoogst), waaronder Brassica-gewassen, koolrabibladeren)

20 (+)

0251990

Overige

0,01  (4)

0252000

b)

Spinazie en dergelijke (bladgroente)

 

0252010

Spinazie (Nieuw-Zeelandse spinazie, Chinese spinazie (amarant, pak-khom, tampara), tajerbladeren, bitterblad/bitawiri)

40

0252020

Postelein (Winterpostelein, zomerpostelein, zuring, zeekraal, monniksbaard, agretti (Salsola sodai))

0,01  (4)

0252030

Snijbiet (Bladeren van de biet)

0,01  (4)

0252990

Overige

0,01  (4)

0253000

c)

Wijnstokbladeren (druivenbladeren) (Malabarspinazie, bananenbladeren, jong acaciablad of chaom)

0,01  (4)

0254000

d)

Waterkers (Dagoeblad/waterspinazie (Ipomea aquatica), watermimosa)

0,01  (4)

0255000

e)

Witlof

15

0256000

f)

Kruiden

30 (+)

0256010

Kervel

 

0256020

Bieslook

 

0256030

Bladselderij (Venkelblad, korianderblad, dilleblad, karwijblad, lavas, engelwortel, roomse kervel en andere Apiacea-bladeren, culantro/Mexicaanse koriander/walangan (Eryngium foetidum))

 

0256040

Peterselie (Bladeren van wortelpeterselie)

 

0256050

Salie (Winterbonenkruid, bonenkruid, Borago officinalis (blad))

 

0256060

Rozemarijn

 

0256070

Tijm (Marjolein, oregano)

 

0256080

Basilicum (Citroenmelisse, munt, pepermunt, heilige basilicum, zoete basilicum, harige basilicum, eetbare bloemen goudsbloem en andere), Aziatische waternavel, (wilde) betelblad/lalot, kerrieblad)

 

0256090

Laurierblad (Citroengras)

 

0256100

Dragon (Hysop)

 

0256990

Overige

 

0260000

vi)

Peulgroenten (vers)

 

0260010

Bonen (met peul) (Sperzieboon/prinsessenboon/slaboon, pronkboon, snijboon, kousenband, guarboon, sojaboon)

0,1

0260020

Bonen (zonder peul) (Tuinboon, flageolet, zwaardboon, limaboon, zwartogenboon)

0,01  (4)

0260030

Erwten (met peul) (Peultjes/suikererwt)

0,01  (4)

0260040

Erwten (zonder peul) (Doperwt, groene erwt, kekererwt)

0,01  (4)

0260050

Linzen

0,01  (4)

0260990

Overige

0,01  (4)

0270000

vii)

Stengelgroenten (vers)

0,01  (4)

0270010

Asperges

 

0270020

Kardoen (Borago officinalis (stengels))

 

0270030

Bleekselderij

 

0270040

Knolvenkel

 

0270050

Artisjokken (Bananenbloem)

 

0270060

Prei

 

0270070

Rabarber

 

0270080

Bamboescheuten

 

0270090

Palmharten

 

0270990

Overige

 

0280000

viii)

Fungi

0,01  (4)

0280010

Gekweekte fungi (Champignon, oesterzwam, shii-take, schimmelmycelium (vegetatieve delen))

 

0280020

Wilde fungi (Cantharel, truffel, morielje, eekhoorntjesbrood)

 

0280990

Overige

 

0290000

ix)

Zeewier

0,01  (4)

0300000

3.

PEULVRUCHTEN, GEDROOGD

0,01  (4)

0300010

Bonen (Tuinboon, witte boon, flageolet, zwaardboon, limaboon, veldboon, zwartogenboon)

 

0300020

Linzen

 

0300030

Erwten (Kekererwt, landbouwerwt, lathyrus)

 

0300040

Lupinen

 

0300990

Overige

 

0400000

4.

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01  (4)

0401000

i)

Oliehoudende zaden

 

0401010

Lijnzaad

 

0401020

Pinda’s

 

0401030

Papaverzaad

 

0401040

Sesamzaad

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

0401060

Koolzaad (Voederkoolzaad, raapzaad)

 

0401070

Sojabonen

 

0401080

Mosterdzaad

 

0401090

Katoenzaad

 

0401100

Pompoenzaad (Andere zaden van Cucurbitaceae)

 

0401110

Saffloer

 

0401120

Bernagie (Slangenkruid/kanariebloem (Echium plantagineum) ruw parelzaad (Buglossoides arvensis))

 

0401130

Huttentut

 

0401140

Hennepzaad

 

0401150

Wonderboom

 

0401990

Overige

 

0402000

ii)

Oliehoudende vruchten

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0402020

Palmnoten (palmpitten)

 

0402030

Palmvruchten

 

0402040

Kapok

 

0402990

Overige

 

0500000

5.

GRANEN

0,01  (4)

0500010

Gerst

 

0500020

Boekweit (Amarant, quinoa)

 

0500030

Mais

 

0500040

Gierst (Trosgierst, teff, vingergierst, parelgierst)

 

0500050

Haver

 

0500060

Rijst (Indiase/wilde rijst (Zizania aquatica))

 

0500070

Rogge

 

0500080

Sorghum

 

0500090

Tarwe (Spelt, triticale)

 

0500990

Overige (Kanariegraszaad (Phalaris canariensis))

 

0600000

6.

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE EN CACAO

0,05  (4)

0610000

i)

Thee

 

0620000

ii)

Koffiebonen

 

0630000

iii)

Kruidenthee (gedroogd)

 

0631000

a)

Bloemen

 

0631010

Kamille (bloem)

 

0631020

Hibiscus (bloem)

 

0631030

Rozenblaadjes

 

0631040

Jasmijn (bloem) (Vlierbloesem (Sambucus nigra))

 

0631050

Lindebloesem

 

0631990

Overige

 

0632000

b)

Bladeren

 

0632010

Aardbei (blad)

 

0632020

Rooibos (blad) (Ginkgo (blad))

 

0632030

Maté

 

0632990

Overige

 

0633000

c)

Wortels

 

0633010

Valeriaanwortel

 

0633020

Ginsengwortel

 

0633990

Overige

 

0639000

d)

Andere kruidenthee

 

0640000

iv)

Cacaobonen (gefermenteerd of gedroogd)

 

0650000

v)

Carob (johannesbrood)

 

0700000

7.

HOP (gedroogd)

0,05  (4)

0800000

8.

SPECERIJEN

 

0810000

i)

Zaden

0,05  (4)

0810010

Anijs

 

0810020

Zwarte komijn

 

0810030

Selderijzaad (Lavaszaad)

 

0810040

Korianderzaad

 

0810050

Komijnzaad

 

0810060

Dillezaad

 

0810070

Venkelzaad

 

0810080

Fenegriek

 

0810090

Nootmuskaat

 

0810990

Overige

 

0820000

ii)

Vruchten en bessen

0,05  (4)

0820010

Piment

 

0820020

Anijspeper (Japanse peper)

 

0820030

Karwij

 

0820040

Kardemom

 

0820050

Jeneverbessen

 

0820060

Peper, zwart, groen en wit (Lange peper, roze peper)

 

0820070

Vanillestokjes

 

0820080

Tamarinde

 

0820990

Overige

 

0830000

iii)

Bast

0,05  (4)

0830010

Kaneel (Cassia)

 

0830990

Overige

 

0840000

iv)

Wortels en wortelstokken

 

0840010

Zoethout

0,05  (4)

0840020

Gember

0,05  (4)

0840030

Geelwortel

0,05  (4)

0840040

Mierikswortel

(+)

0840990

Overige

0,05  (4)

0850000

v)

Knoppen

0,05  (4)

0850010

Kruidnagels

 

0850020

Kappertjes

 

0850990

Overige

 

0860000

vi)

Stempels

0,05  (4)

0860010

Saffraan

 

0860990

Overige

 

0870000

vii)

Zaadrokken

0,05  (4)

0870010

Foelie

 

0870990

Overige

 

0900000

9.

SUIKERGEWASSEN

0,01  (4)

0900010

Suikerbiet

 

0900020

Suikerriet

 

0900030

Wortelcichorei

 

0900990

Overige

 

1000000

10.

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG — LANDDIEREN

 

1010000

i)

Weefsel

 

1011000

a)

Varkens

 

1011010

Spier

0,01 (+)

1011020

Vet

0,01 (+)

1011030

Lever

0,1 (+)

1011040

Nier

0,02 (+)

1011050

Eetbare slachtafvallen

0,1

1011990

Overige

0,01  (4)

1012000

b)

Runderen

 

1012010

Spier

0,01 (+)

1012020

Vet

0,01 (+)

1012030

Lever

0,2 (+)

1012040

Nier

0,05 (+)

1012050

Eetbare slachtafvallen

0,2

1012990

Overige

0,01  (4)

1013000

c)

Schapen

 

1013010

Spier

0,01 (+)

1013020

Vet

0,01 (+)

1013030

Lever

0,2 (+)

1013040

Nier

0,05 (+)

1013050

Eetbare slachtafvallen

0,2

1013990

Overige

0,01  (4)

1014000

d)

Geiten

 

1014010

Spier

0,01 (+)

1014020

Vet

0,01 (+)

1014030

Lever

0,2 (+)

1014040

Nier

0,05 (+)

1014050

Eetbare slachtafvallen

0,2

1014990

Overige

0,01  (4)

1015000

e)

Paarden, ezels, muildieren en muilezels

 

1015010

Spier

0,01

1015020

Vet

0,01

1015030

Lever

0,2

1015040

Nier

0,05

1015050

Eetbare slachtafvallen

0,2

1015990

Overige

0,01  (4)

1016000

f)

Pluimvee — kippen, ganzen, eenden, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels, duiven

 

1016010

Spier

0,02 (+)

1016020

Vet

0,01 (+)

1016030

Lever

0,05 (+)

1016040

Nier

0,01  (4)

1016050

Eetbare slachtafvallen

0,05

1016990

Overige

0,01  (4)

1017000

g)

Andere landbouwhuisdieren (Konijn, kangoeroe, hert)

 

1017010

Spier

0,01

1017020

Vet

0,01

1017030

Lever

0,2

1017040

Nier

0,05

1017050

Eetbare slachtafvallen

0,2

1017990

Overige

0,01  (4)

1020000

ii)

Melk

0,01 (+)

1020010

Runderen

 

1020020

Schapen

 

1020030

Geiten

 

1020040

Paarden

 

1020990

Overige

 

1030000

iii)

Vogeleieren

0,05 (+)

1030010

Kippen

 

1030020

Eenden

 

1030030

Ganzen

 

1030040

Kwartels

 

1030990

Overige

 

1040000

iv)

Honing (Koninginnengelei, pollen, honingraat met honing (brokhoning))

0,05  (4)

1050000

v)

Amfibieën en reptielen (Kikkerbilletjes, krokodillen)

0,01  (4)

1060000

vi)

Slakken

0,01  (4)

1070000

vii)

Andere producten van landdieren (Wild)

0,01  (4)

c)

de kop van de kolom voor bifenazaat in de tabel wordt vervangen door:

„Bifenazaat (som van bifenazaat plus bifenazaat-diazeen uitgedrukt als bifenazaat) (F) (A)”;

d)

de voetnoot met betrekking tot bifenazaat onder de tabel wordt als volgt gewijzigd:

na de naam van de stof en de letter (F) wordt de letter (A) toegevoegd, zodat er „Bifenazaat (som van bifenazaat plus bifenazaat-diazeen uitgedrukt als bifenazaat) (F) (A)” komt te staan als titel voor de voetnoten met betrekking tot bifenazaat;

na de tekst van voetnoot (F) wordt het volgende toegevoegd:

„A)

De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor bifenazaat-diazeen niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herziening van de MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde verkrijgbaarheid van de referentiestandaard in de handel op 22 maart 2015 of, als de referentiestandaard op die datum niet in de handel verkrijgbaar is, met de niet-verkrijgbaarheid ervan.”;

e)

de kop van de kolom voor chloorprofam in de tabel wordt vervangen door:

„Chloorprofam (F)(R)(A)”;

f)

de voetnoot met betrekking tot chloorprofam onder de tabel wordt als volgt gewijzigd:

na de naam van de stof en de letters (F) en (R) wordt de letter (A) toegevoegd, zodat er „Chloorprofam (F) (R) (A)” komt te staan als titel voor de voetnoten met betrekking tot chloorprofam;

na de tekst van de bestaande voetnoten (F) en (R) wordt het volgende toegevoegd:

„A)

De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor 4’-hydroxychloorprofam-O-sulfonzuur (4-HSA) niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herziening van de MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde verkrijgbaarheid van de referentiestandaard in de handel op 22 maart 2015 of, als de referentiestandaard op die datum niet in de handel verkrijgbaar is, met de niet-verkrijgbaarheid ervan.”.

2)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel B worden de kolommen voor foramsulfuron, azimsulfuron, iodosulfuron, oxasulfuron, mesosulfuron, flazasulfuron en imazosulfuron geschrapt;

b)

in deel A wordt de kolom voor propamocarb geschrapt.

3)

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a)

de kop van de kolom voor thiobencarb in de tabel wordt vervangen door:

„Thiobencarb (4-chloorbenzylmethylsulfon) (A)”;

b)

de voetnoot met betrekking tot thiobencarb onder de tabel wordt als volgt gewijzigd:

na de naam van de stof wordt de letter (A) toegevoegd, zodat er „Thiobencarb (4-chloorbenzylmethylsulfon) (A)” komt te staan als titel voor de voetnoten met betrekking tot thiobencarb;

c)

het volgende wordt toegevoegd:

„A)

De referentielaboratoria van de Europese Unie hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor 4-chloorbenzylmethylsulfon niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herziening van de MRL zal de Commissie rekening houden met de in de eerste zin bedoelde verkrijgbaarheid van de referentiestandaard in de handel op 22 maart 2015 of, als de referentiestandaard op die datum niet in de handel verkrijgbaar is, met de niet-verkrijgbaarheid ervan.”.


(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.

(2)  Analytische aantoonbaarheidsgrens.

(**)

Combinatie van bestrijdingsmiddel en code waarvoor de MRL in bijlage III, deel B, geldt.

Azimsulfuron

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

Flazasulfuron

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot opslagstabiliteit ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 22 maart 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0161030

Tafelolijven

0402010

Olijven voor oliewinning

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

Foramsulfuron

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze is ingediend uiterlijk op 22 maart 2016 of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0500030

Mais

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

Imazosulfuron

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot opslagstabiliteit ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 22 maart 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0500010

Gerst

0500060

Rijst (Indiase/wilde rijst (Zizania aquatica))

0500070

Rogge

0500090

Tarwe (Spelt, triticale)

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

Iodosulfuron-methyl (som van iodosulfuron-methyl en zout daarvan, uitgedrukt als iodosulfuron-methyl)

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden, opslagstabiliteit, het metabolisme in de gewassen en residuproeven ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 22 maart 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0401010

Lijnzaad

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot residuproeven ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 22 maart 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0500030

Maïs

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

Mesosulfuron-methyl

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

Oxasulfuron

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

(3)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.

(4)  Analytische aantoonbaarheidsgrens.

(**)

Combinatie van bestrijdingsmiddel en code waarvoor de MRL in bijlage III, deel B, geldt.

Propamocarb (som van propamocarb en zout daarvan, uitgedrukt als propamocarb) (R)

(R)= Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

code 1000000 behalve 1016000, 1030000 en 1040000: N-oxide propamocarb; codes 1016000 en 1030000: N-desmethyl propamocarb

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot residuproeven ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 22 maart 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0241020

Bloemkool

0251010

Veldsla (Italiaanse veldsla)

0251030

Andijvie (Wilde cichorei, rode sla (radicchio), krulandijvie, groenlof (C. endivia var. crispum/C. intybus var. foliosum), paardenbloembladeren)

0251040

Tuinkers (Mungboonkiemen, alfalfakiemen)

0251050

Winterkers

0251070

Rode amsoi

0251080

Bladeren en spruiten van Brassica spp., inclusief raapstelen (Mizuna, bladeren van erwten en radijzen en andere babyleafgewassen (gewassen die tot het achtbladstadium worden geoogst), waaronder Brassica-gewassen, koolrabibladeren))

0256000

f)

Kruiden

0256010

Kervel

0256020

Bieslook

0256030

Bladselderij (Venkelblad, korianderblad, dilleblad, karwijblad, lavas, engelwortel, roomse kervel en andere Apiacea-bladeren, culantro/Mexicaanse koriander/walangan (Eryngium foetidum))

0256040

Peterselie (Bladeren van wortelpeterselie)

0256050

Salie (Winterbonenkruid, bonenkruid, Borago officinalis (blad))

0256060

Rozemarijn

0256070

Tijm (Marjolein, oregano)

0256080

Basilicum (Citroenmelisse, munt, pepermunt, heilige basilicum, zoete basilicum, harige basilicum, eetbare bloemen (goudsbloem en andere), Aziatische waternavel, (wilde)betelblad/la lot, kerrieblad)

0256090

Laurierblad (Citroengras)

0256100

Dragon (Hyssop)

0256990

Overige

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze is ingediend uiterlijk op 22 maart 2016 of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1011010

Spier

1011020

Vet

1011030

Lever

1011040

Nier

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze is ingediend uiterlijk op 22 maart 2016 of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1012010

Spier

1012020

Vet

1012030

Lever

1012040

Nier

1013010

Spier

1013020

Vet

1013030

Lever

1013040

Nier

1014010

Spier

1014020

Vet

1014030

Lever

1014040

Nier

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden en het voedingsonderzoek bij kippen ontbreekt. Bij herziening van de MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze is ingediend uiterlijk op 22 maart 2016 of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1016010

Spier

1016020

Vet

1016030

Lever

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden en een voedingsonderzoek ontbreekt. Bij herziening van de MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze is ingediend uiterlijk op 22 maart 2016 of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1020000

ii)

Melk

1020010

Runderen

1020020

Schapen

1020030

Geiten

1020040

Paarden

1020990

Overige

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden en het voedingsonderzoek bij kippen ontbreekt. Bij herziening van de MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze is ingediend uiterlijk op 22 maart 2016 of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1030000

iii)

Vogeleieren

1030010

Kippen

1030020

Eenden

1030030

Ganzen

1030040

Kwartels

1030990

Overige


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/84


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 290/2014 VAN DE COMMISSIE

van 21 maart 2014

tot verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase en endo-1,3(4)-bèta-glucanase, geproduceerd door Talaromyces versatilis sp. nov. IMI CC 378536, als toevoegingsmiddel voor voeding voor pluimvee, gespeende biggen en mestvarkens, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1259/2004, (EG) nr. 943/2005, (EG) nr. 1206/2005 en (EG) nr. 322/2009 (vergunninghouder Adisseo France SAS)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10 van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2).

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1259/2004 van de Commissie (3) is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend voor het gebruik van een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 en endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6, geproduceerd door Penicillium funiculosum IMI SD 101, als toevoegingsmiddel voor voeding voor mestkippen; bij Verordening (EG) nr. 943/2005 van de Commissie (4) voor legkippen en mestkalkoenen; bij Verordening (EG) nr. 1206/2005 van de Commissie (5) voor mestvarkens; en bij Verordening (EG) nr. 322/2009 van de Commissie (6) voor mesteenden en gespeende biggen. Vervolgens is dat preparaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

(3)

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van dat preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 en endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6, geproduceerd door Talaromyces versatilis sp. nov. IMI CC 378536 (voorheen Penicillium funiculosum IMI SD 101), als toevoegingsmiddel voor voeding voor mestkippen, mestkalkoenen en mesteenden, legkippen, gespeende biggen, mestvarkens en, overeenkomstig artikel 7 van die verordening, voor een nieuw gebruik voor alle gangbare en minder gangbare soorten pluimvee, waarbij is verzocht om indeling van dat toevoegingsmiddel in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen”. Bij die aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten gevoegd.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) concludeerde in haar advies van 10 juli 2013 (7) dat het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 en endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6, geproduceerd door Talaromyces versatilis sp. nov. IMI CC 378536 (voorheen Penicillium funiculosum IMI SD 101), onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu heeft en dat het gebruik ervan een gunstige invloed kan hebben op mestkippen en mestkalkoenen, legkippen, gespeende biggen en mestvarkens. Aangezien de werking als vergelijkbaar kan worden beschouwd in alle soorten pluimvee, kan deze conclusie worden geëxtrapoleerd tot eenden, parelhoenders, kwartels, ganzen, fazanten en duiven. Specifieke eisen voor toezicht na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 en endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6, geproduceerd door Talaromyces versatilis sp. nov. IMI CC 378536, blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

(6)

Als gevolg van de verlening van een nieuwe vergunning krachtens Verordening (EG) nr. 1831/2003 moeten de Verordeningen (EG) nr. 1259/2004, (EG) nr. 943/2005, (EG) nr. 1206/2005 en (EG) nr. 322/2009 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlening van de vergunning

Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „verteringsbevorderaars”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1259/2004

Verordening (EG) nr. 1259/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Voor de tot de groep „Enzymen” behorende preparaten die in de bijlagen III, V en VI worden vermeld, wordt onder de in die bijlagen vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.”.

2)

Bijlage IV wordt geschrapt.

Artikel 3

Wijziging van Verordening (EG) nr. 943/2005

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 943/2005 wordt de vermelding betreffende E 1604, endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 en endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6 geschrapt.

Artikel 4

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1206/2005

In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1206/2005 wordt de vermelding betreffende E 1604, endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 en endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6 geschrapt.

Artikel 5

Wijziging van Verordening (EG) nr. 322/2009

In Verordening (EG) nr. 322/2009 worden artikel 3 en bijlage III geschrapt.

Artikel 6

Overgangsmaatregelen

Het in de bijlage beschreven preparaat en diervoeding die dat preparaat bevat die vóór 11 oktober 2014 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 11 april 2014 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding. (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1259/2004 van de Commissie van 8 juli 2004 tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde al toegelaten toevoegingsmiddelen in de diervoeding (PB L 239 van 9.7.2004, blz. 8).

(4)  Verordening (EG) nr. 943/2005 van de Commissie van 21 juni 2005 tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in diervoeding (PB L 159 van 22.6.2005, blz. 6).

(5)  Verordening (EG) nr. 1206/2005 van de Commissie van 27 juli 2005 tot verlening van permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 197 van 28.7.2005, blz. 12).

(6)  Verordening (EG) nr. 322/2009 van de Commissie van 20 april 2009 tot verlening van permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in diervoeding (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 9).

(7)  EFSA Journal 2013; 11(7):3321.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Activiteitseenheden/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verteringsbevorderaars

4a1604i

Adisseo France SAS

Endo-1,3(4)-bèta-glucanase

EC 3.2.1.6

Endo-1,4-bèta-xylanase

EC 3.2.1.8

 

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van endo-1,3(4)-bèta-glucanase en endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Talaromyces versatilis sp. nov. IMI CC 378536, met een minimale activiteit van:

vast: endo-1,3(4)-bèta-glucanase 30 000 VU (1)/g en endo-1,4-bèta-xylanase 22 000 VU/g;

vloeibaar: endo-1,3(4)-bèta-glucanaseactiviteit 7 500 VU/ml en endo-1,4-bèta-xylanaseactiviteit 5 500 VU/ml.

 

Karakterisering van de werkzame stof

endo-1,4-bèta-xylanase en endo-1,3 (4)-bèta-glucanase, geproduceerd door Talaromyces versatilis sp. nov. IMI CC 378536

 

Analysemethode  (2)

Voor de kwantificering van de endo-1,3(4)-bèta-glucanaseactiviteit:

viscosimetrische methode gebaseerd op de afname van de viscositeit die wordt veroorzaakt door de inwerking van endo-1,3(4)-bèta-glucanase op het glucaansubstraat (gerst-bètaglucaan) bij een pH van 5,5 en een temperatuur van 30 °C.

Voor de kwantificering van de endo-1,4-bèta-xylanaseactiviteit:

viscosimetrische methode gebaseerd op de afname van de viscositeit die wordt veroorzaakt door de inwerking van endo-1,4-bèta-xylanase op het xylan bevattende substraat (tarwearabinoxylan).

Alle pluimveesoorten

Biggen

(gespeend)

Mestvarkens

endo-1,3(4)-bèta-glucanase 1 500 VU

endo-1,4-bèta-xylanase 1 100 VU

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

2.

Voor (gespeende) biggen tot maximaal ongeveer 35 kg.

3.

Voor de veiligheid: gebruik van ademhalingsbescherming, bril en handschoenen tijdens hantering.

11 april 2024


(1)  VU (viscosimetrische eenheid) is de hoeveelheid enzym die het substraat (respectievelijk bèta-glucaan van gerst en tarwearabinoxylaan) hydrolyseert, waardoor de viscositeit van de oplossing vermindert, om een verandering van 1 (dimensieloze eenheid)/min in de relatieve vloeibaarheid te produceren bij 30 °C en een pH van 5,5.

(2)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/EURLs/EURL_feed_additives/Pages/index.aspx


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/87


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 291/2014 VAN DE COMMISSIE

van 21 maart 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1289/2004 wat betreft de wachttijd en maximumresidugehalten van het toevoegingsmiddel decoquinaat

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1831/2003 biedt de mogelijkheid om de vergunning voor een toevoegingsmiddel te wijzigen ingevolge een verzoek van de vergunninghouder en een advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA).

(2)

Overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2) is voor tien jaar een vergunning verleend voor het gebruik van decoquinaat, dat tot de groep coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen behoort, als toevoegingsmiddel voor voeding voor mestkippen bij Verordening (EG) nr. 1289/2004 van de Commissie (3).

(3)

De vergunninghouder heeft een aanvraag ingediend om vermindering van de toegestane wachttijd van drie dagen tot nul dagen vóór het slachten en om de invoering van maximumresidugehalten (MRL’s) voor lever (1,0 mg/kg), nieren (0,8 mg/kg), spieren (0,5 mg/kg) en huid/vet (1,0 mg/kg) afkomstig van dieren waaraan het toevoegingsmiddel is toegediend. De vergunninghouder heeft de relevante gegevens tot ondersteuning van zijn verzoek ingediend.

(4)

De EFSA concludeerde in haar advies van 12 september 2013 (4) dat de aanpassing van drie dagen naar nul dagen wachttijd de veiligheid van de consument niet in gevaar brengt en de ingediende nieuwe gegevens bevestigen dat er geen MRL’s nodig zijn.

(5)

Met betrekking tot de uitvoerbaarheid van controles, werd het echter wenselijk geacht MRL’s zoals voorgesteld door de aanvrager vast te stellen.

(6)

Aan de voorwaarden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 wordt voldaan.

(7)

Verordening (EG) nr. 1289/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1289/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1289/2004 van de Commissie van 14 juli 2004 tot verlening van een vergunning voor tien jaar voor het toevoegingsmiddel Deccox® van de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in diervoeders (PB L 243 van 15.7.2004, blz. 15).

(4)  EFSA Journal 2013; 11(10):3370.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1289/2004 wordt vervangen door:

„BIJLAGE

Registratienummer van het toevoegingsmiddel

Naam en registratienummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel (handelsnaam)

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Maximumgehalte aan residuen (MRL’s) in de desbetreffende levensmiddelen van dierlijke oorsprong

mg werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen

E756

Zoetis Belgium SA

Decoquinaat (Deccox)

 

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Decoquinaat 60,6 g/kg

Geraffineerde, gedeodoriseerde sojaolie: 28,5 g/kg

Tarwevoerbloem: q.s. 1 kg

 

Werkzame stof

Decoquinaat

C24H35NO5

Ethyl-6-decycloxy-7-ethoxy-4-hydroxyquinoline-3-carboxylaat

CAS-nummer: 18507-89-6

 

Productiegebonden onzuiverheden:

6-decycloxy-7-ethoxy-4-hydroxyquinoline-3-carbonzuur: < 0,5 %

Methyl-6-decycloxy-7-ethoxy-4-hydroxyquinoline-3-carboxylaat: < 1,0 %

Diethyl-4-decycloxy-3-ethoxyanilinomethyleenmalonaat: < 0,5 %

 

Analysemethode  (1)

Voor de bepaling van decoquinaat in het toevoegingsmiddel, voormengsels en diervoeders:

Reversed-phase hogedrukvloeistofchromatografie met fluorescentiedetectie (RP-HPLC-FL) — EN 16162

Voor de bepaling van decoquinaat in weefsels:

Reversed-phase hogedrukvloeistofchromatografie gekoppeld aan een triple quadrupool massaspectrometer (RP-HPLC-MS/MS).

Mestkippen

 

20

40

17 juli 2014

1 000 μg decoquinaat/kg natte lever, natte huid + vet;

800 μg decoquinaat/kg natte nieren;

500 μg decoquinaat/kg natte spier.


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/EURLs/EURL_feed_additives/Pages/index.aspx”.


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/90


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 292/2014 VAN DE COMMISSIE

van 21 maart 2014

tot verlening van een vergunning voor een preparaat van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897), als toevoegingsmiddel voor voeding voor pluimvee, gespeende biggen, mestvarkens en zeugen (vergunninghouder ROAL Oy)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor een preparaat van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897), ingediend. Bij die aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten gevoegd.

(3)

Die aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897), als toevoegingsmiddel in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” voor pluimvee en varkens.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 11 september 2013 (2) en 9 oktober 2013 (3) geconcludeerd dat een preparaat van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897), onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid en het milieu heeft en dat het gebruik ervan het fosforgebruik, de vertering en de botmineralisatie of de prestatie bij mestkippen en -kalkoenen kan verbeteren. Deze conclusies kunnen worden uitgebreid tot opfokleghennen en kalkoenen die worden opgefokt voor fokdoeleinden. Aangezien de werking van het toevoegingsmiddel als vergelijkbaar kan worden beschouwd voor alle pluimveesoorten, kan deze conclusie worden geëxtrapoleerd tot vogels van minder gangbare pluimveesoorten die worden gemest of worden opgefokt tot legvogel of voor fokdoeleinden. Bovendien heeft de EFSA geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel potentieel heeft voor verbetering van de botmineralisatie, de vertering in de kronkeldarm, het fosforgebruik en de prestaties van legkippen. Deze conclusies kunnen worden geëxtrapoleerd tot legvogels van minder gangbare pluimveesoorten. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel de vertering en retentie van fosfor of de prestatieparameters bij biggen, mestvarkens en zeugen kan verbeteren. Specifieke eisen voor toezicht na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897), blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van het preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlening van de vergunning

Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „verteringsbevorderaars”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  EFSA Journal 2013; 11(10):3364.

(3)  EFSA Journal 2013; 11(10):3433.


BIJLAGE

Identificatie-nummer van het toevoegings-middel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegings-middel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximum-leeftijd

Minimum-gehalte

Maximum-gehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Activiteitseenheden/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep „Verteringsbevorderaars”

4a19

ROAL Oy

6-fytase

EC 3.1.3.26

 

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van 6-fytase

geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897)

met een minimale activiteit van:

Vloeistof en vaste stof: 5 000 FTU (1)/g

 

Karakterisering van de werkzame stof

6-fytase (EC 3.1.3.26)

geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 126897)

 

Analysemethode  (2)

Bepaling van 6-fytase:

Colorimetrische methode gebaseerd op de enzymatische reactie van 6-fytase op fytaat: EN ISO 30024.

Pluimvee met uitzonde-ring van legvogels

250 FTU

 

1.

In de gebruiks-aanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling vermelden.

2.

Voor gebruik in mengvoeders met meer dan 0,23 % aan fytine gebonden fosfor.

3.

Aanbevolen maximumdosis:

2 500 FTU/kg volledig voeder voor pluimvee;

1 750 FTU/kg volledig voeder voor gespeende biggen, mestvarkens en zeugen.

4.

Voor de veiligheid: gebruik van adem-halingsbescherming, bril en hand-schoenen tijdens hantering.

11 april 2024

Legvogels

150 FTU

Gespeende biggen

500 FTU

Mest-varkens en zeugen

250 FTU


(1)  1 FTU is de hoeveelheid enzym die uit een natriumfytaatsubstraat bij een pH van 5,5 en een temperatuur van 37 °C 1 micromol anorganisch fosfaat per minuut vrijmaakt.

(2)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/EURLs/EURL_feed_additives/Pages/index.aspx


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/93


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 293/2014 VAN DE COMMISSIE

van 21 maart 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

145,0

MA

59,2

TN

97,5

TR

95,3

ZZ

99,3

0707 00 05

MA

39,8

TR

136,6

ZZ

88,2

0709 93 10

MA

39,4

TR

93,0

ZZ

66,2

0805 10 20

EG

48,9

IL

66,7

MA

58,5

TN

53,4

TR

57,4

ZZ

57,0

0805 50 10

TR

61,7

ZZ

61,7

0808 10 80

AR

91,7

BR

82,4

CL

119,6

CN

116,8

MK

25,2

US

186,7

ZA

68,9

ZZ

98,8

0808 30 90

AR

94,6

CL

120,4

CN

74,5

TR

158,2

ZA

88,9

ZZ

107,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/95


BESLUIT 2014/157/GBVB VAN DE RAAD

van 20 maart 2014

houdende wijziging van Besluit 2011/173/GBVB betreffende beperkende maatregelen vanwege de situatie in Bosnië en Herzegovina

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 maart 2011 heeft de Raad Besluit 2011/173/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op basis van een toetsing van Besluit 2011/173/GBVB moeten de in dat besluit vermelde beperkende maatregelen tot en met 22 maart 2015 worden verlengd.

(3)

Besluit 2011/173/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 6 van Besluit 2011/173/GBVB wordt het tweede lid vervangen door:

„Dit besluit is van toepassing tot en met 22 maart 2015.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  Besluit 2011/173/GBVB van de Raad van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen vanwege de situatie in Bosnië en Herzegovina (PB L 76 van 22.3.2011, blz. 68).


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/96


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 maart 2014

tot wijziging van Beschikking 2006/594/EG wat betreft toewijzing van aanvullende middelen van het Europees Sociaal Fonds aan bepaalde lidstaten in het kader van de convergentiedoelstelling

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1707)

(2014/158/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name artikel 18, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2006/594/EG van de Commissie (2) is een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de convergentiedoelstelling voor de periode 2007-2013 vastgesteld.

(2)

Verordening (EG) nr. 1083/2006 is gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1298/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) met de bedoeling de specifieke problemen van werkloosheid, in het bijzonder jeugdwerkloosheid, armoede en sociale uitsluiting, aan te pakken door een aanvullend totaal bedrag van 125 513 290 EUR, in prijzen van 2004, toe te wijzen in het kader van het Europees Sociaal Fonds.

(3)

Artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd, wijzigt de beschikbare middelen voor de convergentiedoelstelling teneinde de toewijzing uit het Europees Sociaal Fonds voor Frankrijk in 2013 met 13 959 768 EUR te verhogen.

(4)

De indicatieve bedragen van de vastleggingskredieten voor de regio’s die in aanmerking komen voor steunverlening uit de structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling in 2013 moeten worden herzien voor die lidstaat.

(5)

Beschikking 2006/594/EG is niet gewijzigd ten aanzien van de aanvullende financiële toewijzingen voor Kroatië bij de toetreding van dat land. Om redenen van transparantie en volledigheid dienen de toewijzingen voor Kroatië eveneens te worden ingevoegd.

(6)

Beschikking 2006/594/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en III bij Beschikking 2006/594/EG worden vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2014.

Voor de Commissie

Johannes HAHN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.

(2)  Beschikking 2006/594/EG van de Commissie van 4 augustus 2006 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de convergentiedoelstelling voor de periode 2007-2013 (PB L 243 van 6.9.2006, blz. 37).

(3)  Verordening (EU) nr. 1298/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat de financiële toewijzingen aan bepaalde lidstaten uit het Europees Sociaal Fonds betreft (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 256).


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Indicatieve toewijzing per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de regio’s die in aanmerking komen voor financiering van de structuurfondsen in het kader van de convergentiedoelstelling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013

(EUR)

Lidstaten

Tabel 1 — Bedrag van de kredieten (prijzen van 2004)

Regio’s die in aanmerking komen onder de convergentiedoelstelling

Aanvullende middelen als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 onder punt:

10

14

20

24

26

28

30

32

Bulgaria

3 863 601 178

 

 

 

 

 

 

 

 

Česka Republika

15 111 066 754

197 709 105

 

 

 

 

 

 

 

Deutschland

10 360 473 669

 

 

 

 

 

 

166 582 500

 

Eesti

1 955 979 029

 

 

 

31 365 110

 

 

 

 

Ellada

8 358 352 296

 

 

 

 

 

 

 

 

España

17 283 774 067

 

 

 

 

1 396 500 000

 

 

 

France

2 403 498 342

 

 

427 408 905

 

 

 

 

13 959 768

Hrvatska

241 320 219

 

 

 

 

 

 

 

 

Italia

17 993 716 405

 

 

 

 

 

825 930 000

 

 

Latvija

2 586 694 732

 

 

 

53 886 609

 

 

 

 

Lietuva

3 875 516 071

 

 

 

79 933 567

 

 

 

 

Magyarország

12 622 187 455

 

 

 

 

 

 

 

 

Malta

493 750 177

 

 

 

 

 

 

 

 

Polska

38 507 171 321

359 874 111

880 349 050

 

 

 

 

 

 

Portugal

15 143 387 819

 

 

58 206 001

 

 

 

 

 

România

11 115 420 983

 

 

 

 

 

 

 

 

Slovenija

2 401 302 729

 

 

 

 

 

 

 

 

Slovensko

6 214 921 468

110 544 803

 

 

 

 

 

 

 

United Kingdom

2 429 762 895

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

172 961 897 609

668 128 019

880 349 050

485 614 906

165 185 286

1 396 500 000

825 930 000

166 582 500

13 959 768


(EUR)

Lidstaten

Tabel 2 — Jaarlijkse opsplitsing van kredieten (prijzen van 2004)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Bulgaria

300 892 058

431 830 557

576 458 082

595 526 527

625 067 349

653 446 232

680 380 373

Česka Republika

1 993 246 617

2 050 979 461

2 106 089 584

2 162 632 571

2 283 395 438

2 332 343 673

2 380 088 515

Deutschland

1 503 865 167

1 503 865 167

1 503 865 167

1 503 865 167

1 503 865 167

1 503 865 167

1 503 865 167

Eesti

229 977 253

245 929 572

262 982 602

281 212 290

300 982 256

322 136 118

344 124 048

Ellada

1 194 050 328

1 194 050 328

1 194 050 328

1 194 050 328

1 194 050 328

1 194 050 328

1 194 050 328

España

2 668 610 581

2 668 610 581

2 668 610 581

2 668 610 581

2 668 610 581

2 668 610 581

2 668 610 581

France

404 415 321

404 415 321

404 415 321

404 415 321

404 415 321

404 415 321

418 375 089

Hrvatska

0

0

0

0

0

0

241 320 219

Italia

2 688 520 915

2 688 520 915

2 688 520 915

2 688 520 915

2 688 520 915

2 688 520 915

2 688 520 915

Latvija

308 012 292

330 054 158

353 328 505

376 808 997

400 322 218

424 084 983

447 970 188

Lietuva

528 903 377

525 252 930

525 724 448

549 071 072

581 530 171

606 085 051

638 882 589

Magyarország

1 838 275 243

1 749 371 409

1 634 208 005

1 659 921 561

1 847 533 517

1 913 391 641

1 979 486 079

Malta

81 152 175

73 854 132

68 610 286

61 225 559

61 225 559

68 610 286

79 072 180

Polska

5 686 360 306

5 705 409 032

5 720 681 799

5 535 346 918

5 679 612 617

5 699 319 089

5 720 664 721

Portugal

2 171 656 260

2 171 656 260

2 171 656 260

2 171 656 260

2 171 656 260

2 171 656 260

2 171 656 260

România

782 254 110

1 123 289 385

1 498 844 810

1 773 286 696

1 875 412 911

1 979 406 577

2 082 926 494

Slovenija

423 258 365

397 135 571

370 643 430

343 781 942

316 551 106

288 950 923

260 981 392

Slovensko

939 878 406

896 645 972

845 960 417

765 136 058

845 313 158

910 570 647

1 121 961 613

United Kingdom

347 108 985

347 108 985

347 108 985

347 108 985

347 108 985

347 108 985

347 108 985

Totaal

24 090 437 759

24 507 979 736

24 941 759 525

25 082 177 748

25 795 173 857

26 176 572 777

26 970 045 736”

„BIJLAGE III

Indicatieve toewijzing per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds in het kader van de convergentiedoelstelling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013

(EUR)

Lidstaat

TABEL 1 — Bedrag van de kredieten (prijzen van 2004)

 

Aanvullende financiering als bedoeld in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1083/2006 onder punt:

10

24

Bulgaria

2 009 650 238

 

 

Česká Republika

7 809 984 551

 

 

Eesti

1 000 465 639

 

16 157 785

Elláda

3 280 399 675

 

 

Hrvatska

125 345 939

 

 

Kýpros

193 005 267

 

 

Latvija

1 331 962 318

 

27 759 767

Lietuva

1 987 693 262

 

41 177 899

Magyarország

7 570 173 505

 

 

Malta

251 648 410

 

 

Polska

19 512 850 811

179 937 056

 

Portugal

2 715 031 963

 

 

România

5 754 788 708

 

 

Slovenija

1 235 595 457

 

 

Slovensko

3 424 078 134

 

 

Totaal

58 202 673 877

179 937 056

85 095 451


(EUR)

Lidstaat

TABEL 2 — Jaarlijkse opsplitsing van kredieten (prijzen van 2004)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Bulgaria

161 567 407

227 036 657

299 350 419

308 884 642

323 655 053

337 844 495

351 311 565

Česká Republika

1 032 973 476

1 061 839 898

1 089 394 960

1 117 666 453

1 144 441 732

1 169 574 794

1 194 093 238

Eesti

118 267 391

126 243 551

134 770 066

143 884 910

153 769 893

164 346 824

175 340 789

Elláda

468 628 525

468 628 525

468 628 525

468 628 525

468 628 525

468 628 525

468 628 525

Hrvatska

0

0

0

0

0

0

125 345 939

Kýpros

52 598 692

42 866 160

33 133 627

23 401 096

13 668 564

13 668 564

13 668 564

Latvija

159 639 206

170 660 138

182 297 312

194 037 557

205 794 168

217 675 551

229 618 153

Lietuva

180 857 472

230 966 558

277 869 373

303 013 907

320 491 883

348 611 677

367 060 291

Magyarország

328 094 604

687 358 082

1 080 433 910

1 308 130 864

1 343 212 938

1 388 664 318

1 434 278 789

Malta

24 809 997

32 469 219

37 971 049

45 716 955

45 716 955

37 971 049

26 993 186

Polska

1 883 652 471

2 208 285 009

2 532 817 229

2 755 750 999

3 136 326 090

3 437 744 747

3 738 211 322

Portugal

387 861 709

387 861 709

387 861 709

387 861 709

387 861 709

387 861 709

387 861 709

România

419 281 086

589 798 724

777 576 436

914 797 379

965 860 486

1 017 857 319

1 069 617 278

Slovenija

86 225 407

115 705 905

145 555 750

175 774 942

206 363 481

237 321 369

268 648 603

Slovensko

197 125 902

317 519 267

452 740 053

630 951 164

664 262 430

668 505 352

492 973 966

Totaal

5 501 583 345

6 667 239 402

7 900 400 418

8 778 501 102

9 380 053 907

9 896 276 293

10 343 651 917”


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/101


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 maart 2014

tot wijziging van Beschikking 2006/593/EG wat betreft de toewijzing van aanvullende middelen van het Europees Sociaal Fonds aan bepaalde lidstaten in het kader van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1708)

(2014/159/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name artikel 18, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2006/593/EG van de Commissie (2), als gewijzigd bij Besluit 2010/476/EU van de Commissie (3), is een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” voor de periode 2007-2013 vastgesteld.

(2)

Verordening (EG) nr. 1083/2006 is gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1298/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) met het oog op het aanpakken van de specifieke problemen werkloosheid, met name onder jongeren, armoede en sociale uitsluiting in die landen door toevoeging van een totaalbedrag van 125 513 290 EUR, in prijzen van 2004, in het kader van het Europees Sociaal Fonds.

(3)

Artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd, wijzigt de beschikbare middelen voor de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” teneinde de toewijzingen uit het Europees Sociaal Fonds voor Frankrijk, Italië en Spanje met 111 553 522 EUR te verhogen in 2013.

(4)

De indicatieve bedragen van de vastleggingskredieten voor de regio’s die in aanmerking komen voor steunverlening uit de structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” dienen voor die lidstaten te worden herzien.

(5)

Beschikking 2006/593/EG dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Beschikking 2006/593/EG wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2014.

Voor de Commissie

Johannes HAHN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.

(2)  Beschikking 2006/593/EG van de Commissie van 4 augustus 2006 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de doelstelling Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid voor de periode 2007-2013 (PB L 243 van 6.9.2006, blz. 32).

(3)  Besluit 2010/476/EU van de Commissie van 30 augustus 2010 tot wijziging van Beschikking 2006/593/EG tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” voor de periode 2007-2013, wat Tsjechië en Slowakije betreft (PB L 232 van 2.9.2010, blz. 11).

(4)  Verordening (EU) nr. 1298/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat de financiële toewijzingen aan bepaalde lidstaten uit het Europees Sociaal Fonds betreft (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 256).


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de regio’s die in aanmerking komen voor steun uit de structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013

(EUR)

Lidstaat

Tabel 1 — Bedrag van de vastleggingskredieten (prijzen van 2004)

Regio’s doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Aanvullende financiering als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 onder punt:

10

16

20

23

25

26

28

29

32

België

1 264 522 294

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Česká republika

172 351 284

4 633 651

199 500 000

 

 

 

 

 

 

 

Danmark

452 135 320

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deutschland

8 273 934 718

 

 

 

 

74 812 500

 

 

 

 

Éire/Ireland

260 155 399

 

 

 

 

 

 

 

 

 

España

2 925 887 307

 

 

 

 

 

199 500 000

 

 

16 735 105

France

9 000 763 163

 

 

 

 

 

 

 

99 750 000

69 715 759

Italia

4 539 667 937

 

 

 

 

 

 

209 475 000

 

25 102 658

Luxembourg

44 796 164

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nederland

1 472 879 499

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Österreich

761 883 269

 

 

 

 

149 625 000

 

 

 

 

Portugal

435 196 895

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Slovensko

398 057 758

7 006 030

 

 

 

 

 

 

 

 

Suomi/Finland

778 631 938

 

 

153 552 511

 

 

 

 

 

 

Sverige

1 077 567 589

 

 

215 598 656

149 624 993

 

 

 

 

 

United Kingdom

5 335 717 800

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

37 194 148 334

11 639 681

199 500 000

369 151 167

149 624 993

224 437 500

199 500 000

209 475 000

99 750 000

111 553 522


(EUR)

Lidstaten

Tabel 2 — Jaarlijkse opsplitsing van de kredieten (prijzen van 2004)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

België

180 646 042

180 646 042

180 646 042

180 646 042

180 646 042

180 646 042

180 646 042

Česká republika

53 121 612

53 121 612

53 121 612

53 121 612

54 696 847

54 665 961

54 635 679

Danmark

64 590 760

64 590 760

64 590 760

64 590 760

64 590 760

64 590 760

64 590 760

Deutschland

1 192 678 174

1 192 678 174

1 192 678 174

1 192 678 174

1 192 678 174

1 192 678 174

1 192 678 174

Éire/Ireland

37 165 057

37 165 057

37 165 057

37 165 057

37 165 057

37 165 057

37 165 057

España

446 483 901

446 483 901

446 483 901

446 483 901

446 483 901

446 483 901

463 219 006

France

1 300 073 309

1 300 073 309

1 300 073 309

1 300 073 309

1 300 073 309

1 300 073 309

1 369 789 068

Italia

678 448 991

678 448 991

678 448 991

678 448 991

678 448 991

678 448 991

703 551 649

Luxembourg

6 399 452

6 399 452

6 399 452

6 399 452

6 399 452

6 399 452

6 399 452

Nederland

210 411 357

210 411 357

210 411 357

210 411 357

210 411 357

210 411 357

210 411 357

Österreich

130 215 467

130 215 467

130 215 467

130 215 467

130 215 467

130 215 467

130 215 467

Portugal

62 170 985

62 170 985

62 170 985

62 170 985

62 170 985

62 170 985

62 170 985

Slovensko

59 287 258

57 274 995

54 915 823

51 153 834

55 518 251

58 543 272

68 370 355

Suomi/Finland

133 169 207

133 169 207

133 169 207

133 169 207

133 169 207

133 169 207

133 169 207

Sverige

206 113 034

206 113 034

206 113 034

206 113 034

206 113 034

206 113 034

206 113 034

United Kingdom

762 245 400

762 245 400

762 245 400

762 245 400

762 245 400

762 245 400

762 245 400

Totaal

5 523 220 006

5 521 207 743

5 518 848 571

5 515 086 582

5 521 026 234

5 524 020 369

5 645 370 692”


22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/104


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 maart 2014

tot intrekking van op grond van Beschikking 95/408/EG van de Raad goedgekeurde lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong toestaan

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1742)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/160/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) werd Besluit 95/408/EG (3) van de Raad gewijzigd en werd bepaald dat voorlopige lijsten van derde landen en van inrichtingen in derde landen, opgesteld overeenkomstig Beschikking 95/408/EG, van overeenkomstige toepassing moeten blijven, in afwachting van de vaststelling van de nodige bepalingen op grond van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5), Verordening (EG) nr. 854/2004 of Richtlijn 2002/99/EG van de Raad (6). De beschikking was van toepassing tot en met de toepassingsdatum van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004, namelijk 1 januari 2006.

(2)

Er bestaan nog steeds op grond van Beschikking 95/408/EG goedgekeurde lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong toestaan.

(3)

In artikel 12 van Verordening (EG) nr. 854/2004 is de procedure vastgelegd voor het opstellen en bijwerken van de lijst van inrichtingen waaruit de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong is toegestaan. Op basis van de bepalingen van dit artikel, met name lid 5, dat bepaalt dat de Commissie de meest recente versies van alle opgestelde of bijgewerkte lijsten voor het publiek toegankelijk maakt, worden de lijsten van inrichtingen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong voor menselijke consumptie toestaan, gepubliceerd op de website van de Europese Commissie (7).

(4)

Voor de duidelijkheid van de wetgeving van de Unie en met het oog op het opstellen van lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong is toegestaan, zijn de eerder op grond van Beschikking 95/408/EG vastgestelde lijsten verouderd en moeten deze daarom om redenen van rechtszekerheid formeel worden ingetrokken.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage opgenomen beschikkingen van de Commissie worden ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2014.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206.

(2)  Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 houdende intrekking van bepaalde richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne en tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG en 92/118/EEG van de Raad en van Beschikking (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 33).

(3)  Beschikking 95/408/EG van de Raad van 22 juni 1995 tot vaststelling van voorschriften voor het opstellen, voor een overgangsperiode, van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten bepaalde producten van dierlijke oorsprong, visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren mogen invoeren (PB L 243 van 11.10.1995, blz. 17).

(4)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(6)  Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11).

(7)  https://webgate.ec.europa.eu/sanco/traces/output/non_eu_listsPerCountry_nl.htm


BIJLAGE

Beschikking 81/91/EEG van de Commissie (1)

Beschikking 81/92/EEG van de Commissie (2)

Beschikking 81/713/EEG van de Commissie (3)

Beschikking 82/913/EEG van de Commissie (4)

Beschikking 83/384/EEG van de Commissie (5)

Beschikking 83/402/EEG van de Commissie (6)

Beschikking 83/423/EEG van de Commissie (7)

Beschikking 84/24/EEG van de Commissie (8)

Beschikking 85/539/EEG van de Commissie (9)

Beschikking 86/65/EEG van de Commissie (10)

Beschikking 86/414/EEG van de Commissie (11)

Beschikking 86/473/EEG van de Commissie (12)

Beschikking 87/119/EEG van de Commissie (13)

Beschikking 87/124/EEG van de Commissie (14)

Beschikking 87/257/EEG van de Commissie (15)

Beschikking 87/258/EEG van de Commissie (16)

Beschikking 87/424/EEG van de Commissie (17)

Beschikking C(89) 1686 van de Commissie (18)

Beschikking 90/165/EEG van de Commissie (19)

Beschikking 90/432/EEG van de Commissie (20)

Beschikking 93/26/EEG van de Commissie (21)

Beschikking 94/40/EG van de Commissie (22)

Beschikking 94/465/EG van de Commissie (23)

Beschikking 95/45/EG van de Commissie (24)

Beschikking 95/427/EG van de Commissie (25)

Beschikking C(95) 2899 van de Commissie (26)

Beschikking 97/4/EG van de Commissie (27)

Beschikking 97/252/EG van de Commissie (28)

Beschikking 97/365/EG van de Commissie (29)

Beschikking 97/467/EG van de Commissie (30)

Beschikking 97/468/EG van de Commissie (31)

Beschikking 97/569/EG van de Commissie (32)

Beschikking 98/8/EG van de Commissie (33)

Beschikking 98/10/EG van de Commissie (34)

Beschikking 1999/120/EG van de Commissie (35)

Beschikking 1999/710/EG van de Commissie (36)

Beschikking 2001/556/EG van de Commissie (37)

Beschikking 2002/987/EG van de Commissie (38)

Beschikking 2003/689/EG van de Commissie (39)

Beschikking 2004/229/EG van de Commissie (40)

Beschikking 2004/628/EG van de Commissie (41)


(1)  Beschikking 81/91/EEG van de Commissie van 30 januari 1981 inzake de lijst van inrichtingen in de Argentijnse Republiek die zijn erkend voor invoer in de Gemeenschap van vers vlees van runderen, schapen en eenhoevige landbouwhuisdieren (PB L 58 van 5.3.1981, blz. 39).

(2)  Beschikking 81/92/EEG van de Commissie van 30 januari 1981 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Uruguay die zijn erkend voor invoer in de Gemeenschap van vers vlees van runderen, schapen en eenhoevige landbouwhuisdieren (PB L 58 van 5.3.1981, blz. 43).

(3)  Beschikking 81/713/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 inzake de lijst van inrichtingen in de Federatieve Republiek Brazilië die erkend zijn voor de invoer in de Gemeenschap van vers vlees van runderen en eenhoevige landbouwhuisdieren (PB L 257 van 10.9.1981, blz. 28).

(4)  Beschikking 82/913/EEG van de Commissie van 16 december 1982 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Zuid-Afrika die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 381 van 31.12.1982, blz. 28).

(5)  Beschikking 83/384/EEG van de Commissie van 29 juli 1983 inzake de lijst van inrichtingen in het Gemenebest Australië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 222 van 13.8.1983, blz. 36).

(6)  Beschikking 83/402/EEG van de Commissie van 29 juli 1983 inzake de lijst van inrichtingen in Nieuw-Zeeland die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 233 van 24.8.1983, blz. 24).

(7)  Beschikking 83/423/EEG van de Commissie van 29 juli 1983 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Paraguay die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 238 van 27.8.1983, blz. 39).

(8)  Beschikking 84/24/EEG van de Commissie van 23 december 1983 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in IJsland (PB L 20 van 25.1.1984, blz. 21).

(9)  Beschikking 85/539/EEG van de Commissie van 29 november 1985 inzake de lijst van inrichtingen in Groenland die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 25).

(10)  Beschikking 86/65/EEG van de Commissie van 13 februari 1986 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in Marokko (PB L 72 van 15.3.1986, blz. 40).

(11)  Beschikking 86/414/EEG van de Commissie van 31 juli 1986 inzake de lijst van inrichtingen in Argentinië die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 237 van 23.8.1986, blz. 36).

(12)  Beschikking 86/473/EEG van de Commissie van 10 september 1986 inzake de lijst van inrichtingen in Uruguay die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 279 van 30.9.1986, blz. 53).

(13)  Beschikking 87/119/EEG van de Commissie van 13 januari 1987 inzake de lijst van de in Brazilië voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap erkende inrichtingen (PB L 49 van 18.2.1987, blz. 37).

(14)  Beschikking 87/124/EEG van de Commissie van 19 januari 1987 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in Chili (PB L 51 van 20.2.1987, blz. 41).

(15)  Beschikking 87/257/EEG van de Commissie van 28 april 1987 inzake de lijst van inrichtingen in de Verenigde Staten van Amerika die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 121 van 9.5.1987, blz. 46).

(16)  Beschikking 87/258/EEG van de Commissie van 28 april 1987 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in Canada (PB L 121 van 9.5.1987, blz. 50).

(17)  Beschikking 87/424/EEG van de Commissie van 14 juli 1987 inzake de lijst van inrichtingen in de Verenigde Mexicaanse Staten die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 228 van 15.8.1987, blz. 43).

(18)  Beschikking C(89) 1686 van de Commissie van 2 oktober 1989 Lijst van inrichtingen in Swaziland, die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB C 252 van 5.10.1989, blz. 4).

(19)  Beschikking 90/165/EEG van de Commissie van 28 maart 1990 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in Madagascar (PB L 91 van 6.4.1990, blz. 34).

(20)  Beschikking 90/432/EEG van de Commissie van 30 juli 1990 inzake de lijst van inrichtingen in Namibië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 223 van 18.8.1990, blz. 19).

(21)  Beschikking 93/26/EEG van de Commissie van 11 december 1992 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Kroatië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 16 van 25.1.1993, blz. 24).

(22)  Beschikking 94/40/EEG van de Commissie van 25 januari 1994 inzake de lijst van inrichtingen in Zimbabwe die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 22 van 27.1.1994, blz. 50).

(23)  Beschikking 94/465/EEG van de Commissie van 12 juli 1994 inzake de lijst van inrichtingen in Botswana die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 190 van 26.7.1994, blz. 25).

(24)  Beschikking 95/45/EG van de Commissie van 20 februari 1995 inzake de lijst van inrichtingen in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 51 van 8.3.1995, blz. 13).

(25)  Beschikking 95/427/EG van de Commissie van 16 oktober 1995 inzake de lijst van inrichtingen in Namibië die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 254 van 24.10.1995, blz. 28).

(26)  Beschikking C(95) 2899 van de Commissie van 30 november 1995 Lijst van inrichtingen in Botswana, die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB C 338 van 16.12.1995, blz. 3).

(27)  Beschikking 97/4/EG van de Commissie van 12 december 1996 tot vaststelling van de voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan (PB L 2 van 4.1.1997, blz. 6).

(28)  Beschikking 97/252/EG van de Commissie van 25 maart 1997 tot vaststelling van de voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van melk en zuivelproducten voor menselijke consumptie (PB L 101 van 18.4.1997, blz. 46).

(29)  Beschikking 97/365/EG van de Commissie van 26 maart 1997 tot vaststelling van de voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vleesproducten van runderen, varkens, paardachtigen, schapen en geiten (PB L 154 van 12.6.1997, blz. 41).

(30)  Beschikking 97/467/EG van de Commissie van 7 juli 1997 tot vaststelling van de voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van konijnenvlees en vlees van gekweekt wild (PB L 199 van 26.7.1997, blz. 57).

(31)  Beschikking 97/468/EG van de Commissie van 7 juli 1997 tot vaststelling van de voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vlees van vrij wild (PB L 199 van 26.7.1997, blz. 62).

(32)  Beschikking 97/569/EG van de Commissie van 16 juli 1997 tot vaststelling van de voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vleesproducten (PB L 234 van 26.8.1997, blz. 16).

(33)  Beschikking 98/8/EEG van de Commissie van 16 december 1997 tot vaststelling van de lijst van inrichtingen in de Federatieve Republiek Joegoslavië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 2 van 6.1.1998, blz. 12).

(34)  Beschikking 98/10/EG van de Commissie van 16 december 1997 tot opstelling van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van producten die zijn vervaardigd met vlees van runderen, varkens, paardachtigen, schapen en geiten (PB L 3 van 7.1.1998, blz. 14).

(35)  Beschikking 1999/120/EG van de Commissie van 27 januari 1999 tot vaststelling van de voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van darmen van dieren (PB L 36 van 10.2.1999, blz. 21).

(36)  Beschikking 1999/710/EG van de Commissie van 15 oktober 1999 tot vaststelling van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer van gehakt vlees en van vleesbereidingen toestaan (PB L 281 van 4.11.1999, blz. 82).

(37)  Beschikking 2001/556/EG van de Commissie van 11 juli 2001 tot vaststelling van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten de invoer van voor menselijke consumptie bestemde gelatine toestaan (PB L 200 van 4.11.1999, blz. 23).

(38)  Beschikking 2002/987/EG van de Commissie van 13 december 2002 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen op de Falklandeilanden (PB L 344 van 19.12.2002, blz. 39).

(39)  Beschikking 2003/689/EG van de Commissie van 2 oktober 2003 tot vaststelling van de lijst van bedrijven in Estland die voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap zijn goedgekeurd (PB L 251 van 3.10.2003, blz. 21).

(40)  Beschikking 2004/229/EG van de Commissie van 5 maart 2004 tot vaststelling van de lijst van bedrijven in Letland die voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap zijn goedgekeurd (PB L 70 van 9.3.2004, blz. 39).

(41)  Beschikking 2004/628/EG van de Commissie van 2 september 2004 over de lijst van bedrijven in Nieuw-Caledonië waaruit de lidstaten vers vlees in de Gemeenschap mogen laten invoeren (PB L 284 van 3.9.2004, blz. 4).


Top