Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C(2025)8100

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor pluimveevlees, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie

C/2025/8100 final

TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING

Bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (“GMO-verordening”) 1 zijn voorschriften inzake handelsnormen voor pluimveevlees vastgesteld en is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om in dat verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Met het oog op een soepele werking van de markt voor pluimveevlees binnen het nieuwe rechtskader moeten bepaalde regels middels dergelijke handelingen worden vastgesteld. Die handelingen moeten in de plaats komen van Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie 2 , die derhalve moet worden ingetrokken.

In haar mededeling “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” heeft de Commissie aangekondigd dat zij de handelsnormen zou herzien om te bevorderen dat duurzame landbouwproducten ingang vinden en voldoende beschikbaar zijn en om de rol van duurzaamheidscriteria te versterken, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijke gevolgen van deze normen voor voedselverlies en -verspilling.

De onderhavige gedelegeerde verordening bevat bepaalde wijzigingen van het bestaande rechtskader met het oog op meer duurzaamheid.

2.RAADPLEGING VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING

De Commissie heeft deskundigen van de lidstaten geraadpleegd in het kader van de deskundigengroep voor de landbouwmarkten, sector dierlijke producten, tijdens de vergaderingen van 20 oktober 2022, 17 november 2022, 15 december 2022, 19 januari 2023 en 22 februari 2023.

De Commissie heeft het ontwerp van de gedelegeerde handeling tegelijk met de verzending van de uitnodiging voor de vergaderingen van de deskundigengroep toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

Het ontwerp van gedelegeerde verordening stond van 21 april 2023 tot en met 19 mei 2023 op het portaal “Geef uw mening” van de Europese Commissie om standpunten van burgers en belanghebbenden te verzamelen. Hierop werden in totaal 2 245 reacties ontvangen. Na schrapping van campagne- en andere ongeldige bijdragen resulteerde dit in 2 136 gepubliceerde reacties. 86 % van de geldige feedback werd ingediend door EU-burgers en de rest door verschillende soorten belanghebbenden (6 % ondernemingen/bedrijven; 3 % ngo’s, 2 % ondernemersorganisaties).

Het merendeel van de reacties heeft betrekking op de handelsnorm voor foie gras. Er zijn zowel respondenten die pleiten voor het behoud van de huidige regels (om de kwaliteit van het product te bewaren) als respondenten die de afschaffing ervan willen op basis van dierenwelzijnsoverwegingen. Er zij aan herinnerd dat het bij de handelsnorm strikt gaat om het omschrijven van een vette lever als een lever met een minimumgewicht, en dat de schrapping ervan het gebruik van dwangvoeding dus niet zou beletten (de regulering daarvan zou deel uitmaken van de wetgeving inzake dierenwelzijn).

Een ander onderwerp dat in tal van reacties aan de orde komt, betreft het gebruik van facultatieve gereserveerde vermeldingen (zoals bepaald in artikel 10 van de verordening), waarbij sommigen een verdere flexibilisering van de regels bepleiten, terwijl anderen een restrictievere aanpak voorstaan. Het oorspronkelijke ontwerp van de Commissie zorgt voor een billijk compromis tussen beide standpunten, namelijk het behouden van de waarde van de bestaande erkende houderijmethoden en het toestaan van het gebruik van nieuwe vermeldingen onder bepaalde gecontroleerde voorwaarden.

Sommige belanghebbenden willen dat de maximumwaarden voor het watergehalte in vlees van pluimvee (opwaarts) worden bijgesteld aangezien moderne foktechnieken (snelgroeiende rassen) tot een hoger gehalte aan fysiologische water in de dieren leiden. Om tegemoet te komen aan de bezorgdheid van de consument en dierenwelzijnsoverwegingen, verdient het de voorkeur de huidige grenswaarden voor het watergehalte niet te verhogen (zoals is geconcludeerd in de effectbeoordeling).

De WTO-partners zijn ingelicht.

3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING

De handeling omvat 19 artikelen, die onder meer bepalingen bevatten van Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie die overeenkomstig de bevoegdheidsdelegatie van artikel 75, lid 2, artikel 79, artikel 86, punt a), en artikel 89 van de GMO-verordening moeten worden uitgevoerd door middel van een gedelegeerde handeling. Die bepalingen hebben betrekking op de indelingscriteria, de vereisten inzake merking en verpakking, het houderijsysteem en de productiemethode, de bewaring en handling, het gebruik van facultatieve gereserveerde vermeldingen, de tolerantieniveaus en de voorwaarden voor in- en uitvoer.

De gedelegeerde verordening bouwt voort op het bestaande rechtskader en bevat een aantal wijzigingen, rekening houdend met onder meer duurzaamheidsoverwegingen en nieuwe verwachtingen van de consument.

In vergelijking met het thans toepasselijke rechtskader worden bij deze gedelegeerde handeling de volgende belangrijke wijzigingen geïntroduceerd:

Verduidelijking van het toepassingsgebied, beperkt tot de in artikel 2 van deze verordening genoemde pluimveevleesproducten.

Toevoeging van de definitie van nieuwe producten en aanpassing van de bestaande definities om transparantie bij transacties tussen ondernemingen te waarborgen en rekening te houden met de verwachtingen van de consument.

Vereenvoudiging van de voorschriften voor de etikettering en presentatie van pluimveevlees.

Toestaan van andere vermeldingen dan die welke momenteel in Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie zijn opgenomen, voor verschillende houderijsystemen met duurzaamheidskenmerken.

Aanpassing van de regels inzake het merken met “scharrel...met uitloop” aan die welke van toepassing zijn op eieren wanneer de dieren op grond van wetgeving van de Unie geen toegang tot uitlopen in de openlucht krijgen.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE

van 6.10.2025

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor pluimveevlees, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad 3 , en met name artikel 75, lid 2, artikel 79, artikel 86, punt a), en artikel 89,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)In haar mededeling van 20 mei 2020 getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” 4 heeft de Commissie aangekondigd dat zij de handelsnormen zou herzien om te bevorderen dat duurzame landbouwproducten ingang vinden en voldoende beschikbaar zijn en om de rol van duurzaamheidscriteria te versterken, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijke gevolgen van deze normen voor voedselverlies en -verspilling. In deze context moeten de bestaande handelsnormen voor pluimveevlees ook worden gewijzigd om rekening te houden met de technische ontwikkelingen en de vraag van de consument en met de ontwikkeling van vogelgriep als risicofactor voor producenten van vlees van scharrelpluimvee met uitloop.

(2)Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad 5 is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013. In deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften inzake handelsnormen voor pluimveevlees vastgesteld en is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om in dat verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Met het oog op een soepele werking van de markt voor pluimveevlees binnen het nieuwe rechtskader moeten bepaalde regels middels dergelijke handelingen worden vastgesteld. Deze verordening en Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX van de Commissie 6 [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen] moeten in de plaats komen van Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie 7 , die dus moet worden ingetrokken.

(3)Met het oog op de goede werking van de markt voor pluimveevlees moeten de handelsnormen voor pluimveevlees betrekking hebben op de indelingscriteria, de vereisten inzake aanbiedingsvorm, merking en verpakking, het houderijsysteem en de productiemethode, de bewaring en handling, het gebruik van facultatieve gereserveerde vermeldingen, de tolerantieniveaus en de invoervoorwaarden. Aangezien al deze aspecten nauw met elkaar verbonden zijn, moeten de voorschriften inzake handelsnormen voor pluimveevlees als een samenhangend geheel van regels worden gehandhaafd en dus in een enkele gedelegeerde handeling worden vastgelegd.

(4)Voor het in de handel brengen van pluimveevlees overeenkomstig verschillende klassen op basis van bevleesdheid en uiterlijk voorkomen moeten definities worden vastgesteld betreffende de soort, de leeftijd en de aanbiedingsvorm wanneer het om karkassen, en de anatomische omschrijving wanneer het om delen van karkassen gaat. Voor het product dat bekendstaat als “foie gras”, moeten, wegens de hoge handelswaarde ervan en het daaruit voortvloeiende gevaar voor frauduleuze praktijken, uiterst nauwkeurige minimumhandelsnormen worden vastgesteld.

(5)Deze normen hoeven niet te gelden voor bepaalde producten en aanbiedingsvormen die slechts van lokaal belang zijn of om een andere reden minder belangrijk zijn. De benamingen waaronder dergelijke producten worden verkocht, mogen evenwel de consument niet misleiden door aanleiding te geven tot verwarring tussen deze producten en die waarvoor deze normen wel gelden. Deze normen moeten ook gelden voor bijkomende omschrijvingen ter aanvulling van de benamingen van dergelijke producten.

(6)Met het oog op de uniforme toepassing van deze verordening moeten de termen “karkas”, “delen” en “in de handel brengen” worden gedefinieerd.

(7)De temperatuur bij opslag en bewerking is van doorslaggevend belang voor de handhaving van hoge kwaliteitsnormen. Daarom moet worden bepaald wat de minimumtemperatuur is waarbij bevroren producten van pluimveevlees mogen worden bewaard, alsook toleranties met betrekking tot een dergelijke minimumtemperatuur.

(8)Op het etiket mag facultatief gebruik worden gemaakt van, met name, vermeldingen inzake de koelmethode en het houderijsysteem. Deze laatste vermelding mag, met het oog op de bescherming van de consument, slechts worden gebruikt met inachtneming van nauwkeurige criteria inzake houderijomstandigheden, slachtleeftijd, duur van de mestperiode of voedersamenstelling.

(9)Indien op een etiket voor vlees van voor de productie van “foie gras” gehouden eenden en ganzen een houderijsysteem met (vrije) uitloop is aangegeven, moet, met het oog op volledige informatie over de kenmerken van het product, daarbij ten behoeve van de verbruikers ook worden vermeld dat de dieren voor de productie van “foie gras” waren bestemd.

(10)In het belang van de consumentenbescherming moeten de lidstaten permanent toezicht houden op de verenigbaarheid van de op hun grondgebied verkochte pluimveevleesproducten met het recht van de Unie, inclusief de handelsnormen en eventuele nationale maatregelen die op grond van die bepalingen zijn vastgesteld. Ondernemingen die vermeldingen gebruiken die verwijzen naar specifieke houderijsystemen, moeten worden geïnspecteerd en moeten daartoe gedetailleerde registers bijhouden.

(11)Gelet op het specifieke karakter van de inspecties moeten de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten de verantwoordelijkheid ervoor kunnen delegeren aan onafhankelijke, naar behoren gekwalificeerde en erkende instanties, mits passende toezichts- en voorzorgsmaatregelen worden genomen. Daartoe moeten regels worden vastgesteld.

(12)Het is mogelijk dat handelaren in derde landen gebruik wensen te maken van de facultatieve vermeldingen met betrekking tot de koelmethoden en de houderijsystemen. Om te waarborgen dat de consument over juiste en betrouwbare informatie kan beschikken, moeten de hiervoor vereiste bepalingen worden vastgesteld, met dien verstande dat moet worden bepaald dat de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land, die in een door de Commissie opgestelde lijst moet zijn opgenomen, de nodige certificaten moet afgeven.

(13)Om misleiding van de consument te voorkomen en in het licht van de economische en technologische ontwikkelingen bij de productie van pluimveevlees moet het maximale watergehalte van pluimveevlees worden vastgesteld en moet een monitoringsysteem worden vastgesteld, zowel in slachthuizen als in alle handelsstadia, zonder het beginsel van het vrije verkeer van producten op de eengemaakte markt te schenden.

(14)Het is van belang de waterabsorptie in de productie-inrichting te controleren en betrouwbare methoden vast te stellen voor de bepaling van de hoeveelheid water die bij het behandelen van de bevroren of diepgevroren karkassen wordt toegevoegd, en geen onderscheid te maken tussen fysiologisch water en bij de bewerking van het pluimvee toegevoegd water, aangezien het hanteren van een dergelijk onderscheid praktische problemen zou geven.

(15)Het is dienstig te verbieden dat pluimveevlees dat niet aan de voorschriften voldoet, zonder passende aanduiding op de verpakking in de handel wordt gebracht. Er moeten dan ook voorschriften worden vastgesteld betreffende de naargelang van de bestemming van de goederen op de individuele verpakking en de bulkverpakking aan te brengen vermeldingen, teneinde de controle te vergemakkelijken en te voorkomen dat de goederen een andere bestemming krijgen.

(16)Er moeten Unie- en nationale referentielaboratoria worden aangewezen voor de harmonisatie van de vereisten inzake het watergehalte,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp

Deze verordening vult Verordening (EU) nr. 1308/2013 aan met regels inzake de handelsnormen voor pluimveevlees, met name:

(a)de indelingscriteria en definities;

(b)de vereisten inzake aanbiedingsvorm, merking en verpakking;

(c)het houderijsysteem en de productiemethode;

(d)de bewaring en behandeling,

(e)het gebruik van facultatieve gereserveerde vermeldingen,

(f)de tolerantieniveaus,

(g)de voorwaarden voor invoer.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de in dit artikel genoemde producten. Andere dan de in dit artikel bedoelde producten mogen in de Unie alleen in de handel worden gebracht onder benamingen die de consument niet misleiden door verwarring met de in dit artikel bedoelde producten of met de in artikel 10 bedoelde aanduidingen mogelijk te maken, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad 8 .

Voor de toepassing van deze verordening worden de in artikel 75, lid 1, punt g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde producten als volgt gedefinieerd en zijn de overeenkomstige termen in de andere officiële talen van de Unie opgenomen in bijlage I:

1) Pluimveekarkassen

(a)HANEN EN KIPPEN (Gallus domesticus)

i) kuikens, braadkuikens, kippen, braadkippen: kippen waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend);

ii) hanen en hennen, soep- of stoofkippen: kippen waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend);

iii) kapoenen: mannelijke kippen die langs chirurgische weg zijn gecastreerd voordat ze geslachtsrijp zijn geworden en die zijn geslacht wanneer ze ten minste 140 dagen oud zijn; na de castratie moeten de kapoenen gedurende ten minste 77 dagen zijn vetgemest.

iv) piepkuikens: kuikens van minder dan 650 g ( gewicht zonder de eetbare bijproducten, de kop en de voeten); kippen van 650 g tot 750 g mogen “piepkuikens” worden genoemd indien de slachtleeftijd niet meer dan 28 dagen bedraagt. De lidstaten kunnen artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [OP: referentie naar C(2025) 8101 invullen] toepassen voor het controleren van deze slachtleeftijd;

iv) jonge haan: mannelijke kippen van legrassen waarbij de punt van het borstbeen hard is, doch niet volledig verbeend is en die geslacht worden wanneer ze minstens 70 dagen oud zijn;

(b)KALKOENEN (Meleagris gallopavo dom.)

i) (jonge) kalkoenen: parelhoenders waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend);

ii) kalkoenen: ganzen waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend);

(c)EENDEN (Anas platyrhynchos dom., Cairina moschata), “Mulard”-eenden (Cairina moschata x Anas platyrhynchos)

i) (jonge) eenden, (jonge) Barbarijse eenden, (jonge) “Mulard”-eenden: parelhoenders waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend);

ii) eenden, Barbarijse eenden, “Mulard”-eenden: ganzen waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend);

(d)GANZEN (Anser anser dom.)

i) (jonge) ganzen: ganzen waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend). De vetlaag over het gehele dier is dun tot matig: het vet van jonge ganzen kan een kleur hebben die op een speciale voeding wijst;

ii) ganzen: ganzen waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend); de vetlaag over het gehele dier is matig tot dik;

(e)PARELHOENDERS (Numida meleagris domesticus)

i) (jonge) parelhoenders: parelhoenders waarbij de punt van het borstbeen nog buigzaam is (niet verbeend);

ii) parelhoenders: parelhoenders waarbij de punt van het borstbeen hard is (verbeend).

Voor de toepassing van deze verordening worden op het geslacht gebaseerde varianten van de in de eerste alinea, punten a) tot en met e) genoemde benamingen als gelijkwaardig beschouwd.

2) Anatomische pluimveedelen

(a)helft: helft van het hele dier, verkregen door een overlangse doorsnede door het borstbeen en de ruggengraat;

(b)kwart: achterkwart of voorkwart, verkregen door een helft door middel van een dwarse doorsnede in twee stukken te verdelen;

(c)niet-gescheiden achterkwarten: beide achterkwarten, die met elkaar zijn verbonden door een deel van de rug, met of zonder de staart;

(d)borst: het borstbeen en de ribben, of een deel daarvan, aan weerszijden daarvan, met de daaraan gehechte spiermassa. De borst kan in haar geheel of in helften worden aangeboden;

(e)hele poot/hele dij: het dijbeen, het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

(f)kippenpoot/dij met rugdeel (bout): het gewicht van het rugdeel mag niet meer bedragen dan 25 % van het gewicht van het hele deel;

(g)bovenpoot/bovendij: het dijbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

(h)bovenpoot/bovendij met rugdeel (bout) met been: een bovenpoot/bovendij met rugdeel (bout) met been wordt verkregen door een achterkwart uit te snijden in het gewricht tussen het scheenbeen en het dijbeen. Het gewicht van het rugdeel mag niet meer bedragen dan 35 % van het gewicht van het hele deel. De onderpoot/onderdij (drumstick), de patella en het buikvet worden verwijderd. De bovenpoot/bovendij met rugdeel bestaat uit de bovenpoot/bovendij, het aangehechte rugdeel en het bijbehorende vet. De olieklier, de staart en het vlees rond het ilium (oestervlees) kunnen al dan niet aanwezig zijn;

(i)onderpoot/onderdij (drumstick): het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

(j)vleugel: het opperarmbeen, de ellepijp en het spaakbeen met de daaraan gehechte spiermassa, het opperarmbeen of de ellepijp/het spaakbeen mogen afzonderlijk worden aangeboden. De vleugelspits, met inbegrip van de beentjes van de carpus, kan al dan niet verwijderd zijn. De sneden worden gemaakt in de gewrichten;

(k)niet-gescheiden vleugels: beide vleugels, die met elkaar zijn verbonden door een deel van de rug, waarbij het gewicht van dit laatste niet meer mag bedragen dan 45 % van het gewicht van het gehele deel;

(l)borstfilet: de hele borst of de helft daarvan, zonder been, d.w.z. zonder het borstbeen en de ribben. Borstfilet van kalkoen kan bestaan uit alleen de diepgelegen borstspier;

(m)borstfilet met vorkbeen: de borstfilet zonder huid, met het vorkbeen en de kraakbeenpunt van het borstbeen, waarbij het gewicht van vorkbeen en kraakbeen niet meer mag bedragen dan 3 % van het gewicht van het gehele deel;

(n)magret: borstfilet van eenden en ganzen als bedoeld in punt 3, met inbegrip van de huid en het onderhuidse vet dat de borstspier bedekt, maar zonder de diepgelegen borstspier;

(o)binnenfilet: een haasje wordt verkregen door de binnenborstspier van de borst en het borstbeen te scheiden. De binnenfilet bestaat uit één intacte spier met of zonder ingesloten pees;

(p)voet: een voet wordt verkregen door een poot/dij van een karkas af te snijden in het gewricht tussen de middenvoet en het scheenbeen. Het karkas wordt verwijderd. Een voet bestaat uit de middenvoet en vier tenen (falanxen) met het vlees en de huid die eraan gehecht zijn;

(q)klauw: een klauw wordt verkregen door een poot/dij van een karkas ongeveer bij de middenvoetsspoor af te snijden. Het karkas wordt verwijderd. Een klauw bestaat uit een deel van de middenvoet en vier tenen (falanxen) met het vlees en de huid die eraan gehecht zijn;

(r)hals: de hals wordt verkregen door de hals van het karkas af te snijden bij het schoudergewricht en de kop te verwijderen. De nek bestaat uit de nekbeenderen met het aangehechte vlees;

(s)kop: de kop wordt verkregen door het karkas aan de bovenhals af te snijden en het karkas te verwijderen. De kop bestaat uit de schedelbeenderen en de inhoud met de bek, het vlees en de huid die eraan gehecht zijn;

(t)suprême: de helft van de filet zonder been, met de eerste falanx van de aangehechte vleugel en met huid;

(u)vorkbeen: sleutelbeen met de daaraan gehechte spiermassa;

(v)schouderblad: schouderbladbeenderen met de daaraan gehechte spiermassa.

Voor de in de eerste alinea, punten e), g) en i), genoemde producten wordt onder de bepaling “De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten” verstaan dat de sneden worden gemaakt tussen de lijnen die, in de tekening in bijlage II, aangeven tot waar de gewrichten komen.

De in de eerste alinea, punten d) tot en met l), bedoelde producten mogen met of zonder huid worden aangeboden. De afwezigheid van de huid in het geval van de in de eerste alinea, punten d) tot en met j), bedoelde producten, of de aanwezigheid van de huid in het geval van het in de eerste alinea, punt l), bedoelde product, worden op het etiket vermeld.

Het uitbenen, bijkanten en verdelen worden verricht zonder schade, voor de in de eerste alinea, punten d) tot en met l) bedoelde producten.

Voor de in de eerste alinea, punten l), m), en o), bedoelde producten wordt de formulering “filet” gebruikt wanneer deze producten snijprocessen (zoals bijkanten en versnijden) hebben ondergaan die niet volstaan om de inwendige spierweefselstructuur van het vlees te wijzigen en de kenmerken van het vlees te doen verdwijnen.

3) “Foie gras”

De levers van ganzen of van eenden van de soort Cairina moschata of Cairina moschata x Anas platyrhynchos, die zo zijn gevoederd dat in de lever hypertrofie van de vetcellen optreedt.

De dieren waarbij dergelijke levers worden weggenomen, moeten volledig zijn uitgebloed. De levers moeten een uniforme kleur hebben.

De levers moeten aan de volgende gewichtsnormen voldoen:

(a)die van eenden hebben een nettogewicht van ten minste 300 gram;

(b)die van ganzen hebben een nettogewicht van ten minste 400 gram.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(a)“karkas”: het hele lichaam van een vogel van de in artikel 2, punt 1), bedoelde soorten, na het verbloeden, het plukken en het verwijderen van de ingewanden; het wegnemen van de nieren is evenwel facultatief; een van de ingewanden ontdaan karkas kan voor verkoop worden aangeboden met of zonder slachtafvallen, d.w.z. hart, lever en spiermaag in de buikholte en met of zonder hals;

(b)“delen van een karkas”: vlees van pluimvee dat, aan de hand van de omvang en de kenmerken van het spierweefsel, kan worden geïdentificeerd als afkomstig van enig deel van het karkas;

(c)“in de handel brengen”: het in voorraad hebben of uitstallen met het oog op de verkoop, het te koop aanbieden, de verkoop, de aflevering of elke andere wijze van in de handel brengen;

(d)“etikettering”: etikettering zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, punt j), van Verordening (EU) nr. 1169/2011.

Artikel 4

Aanbiedingsvorm van pluimveekarkassen

1.Pluimveekarkassen worden in een van de volgende vormen te koop aangeboden:

(a)gedeeltelijk van de ingewanden ontdaan (“ontdarmd”);

(b)met slachtafvallen;

(c)zonder eetbare bijproducten (“grillklaar, spitklaar”).

2.De vermelding “van de ingewanden ontdaan” mag worden toegevoegd aan de verpakking.

3.Gedeeltelijk van de ingewanden ontdane karkassen zijn karkassen waarbij het hart, de lever, de longen, de spiermaag, de krop en de nieren niet zijn verwijderd.

4.Voor de in lid 1 bedoelde aanbiedingsvormen van karkassen geldt dat, wanneer de kop niet is verwijderd, de luchtpijp, de slokdarm en de krop in het hele dier mogen blijven.

5.Slachtafvallen bestaan enkel uit het hart, de spiermaag en lever, eileider, dooiers en legklare eieren verkregen van uitstootkippen in het slachthuis, en alle andere delen die als eetbaar worden beschouwd door de consumenten op de markt waarop het product uiteindelijk voor consumptie wordt aangeboden. Van de lever moet de galblaas zijn verwijderd. De spiermaag wordt aangeboden zonder het hoornmembraan en de inhoud van de spiermaag moet zijn verwijderd. Het hart mag worden aangeboden met of zonder de hartzak.

Artikel 5

Benamingen van pluimveekarkassen en delen daarvan

1.De benamingen van de levensmiddelen in de zin van artikel 9, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 1169/2011 waaronder de onder deze verordening vallende producten worden verkocht, zijn die welke zijn vastgesteld in artikel 2 van deze verordening en de overeenkomstige, in bijlage I bij deze verordening opgenomen vermeldingen in de andere officiële talen van de Unie; bovendien wordt verwezen:

(a)voor karkassen, naar een van de aanbiedingsvormen als vastgesteld in artikel 4, lid 1;

(b)voor delen van pluimvee, naar de respectieve soorten.

2.De benamingen van de in artikel 2, punten 1 en 2, bedoelde producten mogen worden aangevuld met andere vermeldingen op voorwaarde dat deze vermeldingen in overeenstemming zijn met de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 bedoelde eerlijke informatiepraktijken.

Artikel 6

In de handel brengen, etikettering en aanbiedingsvorm van pluimveevlees

1.In het geval van voorverpakt pluimveevlees wordt de staat waarin het pluimveevlees in de handel wordt gebracht overeenkomstig bijlage VII, deel V, afdeling III, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 vermeld op de voorverpakking of op een daaraan bevestigd etiket.

2.In afwijking van lid 1 hoeven de in die bepaling bedoelde bijzonderheden niet te worden vermeld in het geval van pluimveevlees dat wordt geleverd aan uitsnijderijen of vleesverwerkende inrichtingen.

Artikel 7

Temperatuur van bevroren pluimveevlees

De onderstaande bepalingen zijn van toepassing op bevroren vlees van pluimvee als omschreven in bijlage VII, deel V, afdeling II, punt 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

De temperatuur van bevroren vlees van pluimvee moet stabiel zijn en overal in het product worden gehandhaafd op ten hoogste – 12 °C, met eventueel kortstondige opwaartse schommelingen van ten hoogste 3 °C. Deze schommelingen in de temperatuur van het product worden toegestaan bij lokale distributie en bij uitstalling in de detailhandel overeenkomstig de regels van het vak wat opslag en distributie betreft.

Artikel 8

Klassen van pluimveevlees

1.Pluimveevlees kan worden ingedeeld in categorie A of categorie B, naargelang van de bevleesdheid en de uiterlijke verschijningsvorm van de karkassen of delen.

2.Om in klasse A of B te worden ingedeeld, voldoen karkassen en delen van pluimvee aan de volgende criteria:

(a)ze zijn, de aanbiedingsvorm in aanmerking genomen, intact;

(b)ze zijn schoon, vrij van zichtbare vreemde substanties, van vuil en van bloed;

(c)ze zijn vrij van vreemde geuren;

(d)ze zijn vrij van zichtbare bloedvlekken, behalve wanneer die klein en onopvallend zijn;

(e)ze zijn vrij van naar buiten stekende gebroken beenderen;

(f)ze zijn vrij van ernstige kneuzingen.

Vers pluimvee mag geen sporen vertonen van voorafgaande bevriezing.

3.Behalve aan de in lid 2 vastgestelde criteria voldoen karkassen en delen van pluimvee, om in categorie A te worden ingedeeld, aan de volgende criteria:

(a)ze zijn goed bevleesd. Het vlees is stevig; de borst is goed ontwikkeld, breed, lang en vlezig zijn, en de poten of dijen zijn vlezig. Bij kuikens en kippen, jonge eenden en kalkoenen zijn de borst, de rug en de bovenpoten of bovendijen met een dunne gelijkmatige vetlaag bedekt. Bij hanen, hennen, eenden en jonge ganzen is een dikkere vetlaag toegestaan. Bij ganzen is het hele karkas met een matige tot dikke vetlaag bedekt. In het geval van borstfilet kan tot twee gewichtspercenten kraakbeen (buigzame punt van het borstbeen) worden aanvaard;

(b)enkele kleine veertjes, stompjes (veerpunten) en haartjes (“filoplumes”) mogen op de borst, de poten of dijen, de rug, de pootgewrichten en de vleugelspitsen aanwezig zijn. Bij soep- of stoofkippen, eenden, kalkoenen en ganzen mogen ook enkele veertjes, stompjes (veerpunten) en haartjes (“filoplumes”) op andere delen worden aangetroffen;

(c)letsels, kneuzingen en verkleuringen zijn toegestaan op voorwaarde dat ze beperkt en onopvallend zijn en niet voorkomen op de borst of de poten of dijen. De vleugelspits mag ontbreken. Bij de vleugelspitsen en de follikels is een geringe mate van roodkleuring toegestaan;

(d)bevroren of diepgevroren pluimvee mag geen sporen vertonen van vriesbrand als omschreven in bijlage III, behalve wanneer het om incidentele, geringe en onopvallende vormen ervan gaat en de vriesbrand niet op de borst noch op de poten of dijen voorkomt.

Artikel 9

Vermelding van koelmethoden

Op de etikettering mag een vermelding worden aangebracht van het gebruik van een van de volgende koelmethoden en de overeenkomstige, in bijlage IV opgenomen vermeldingen in de andere officiële talen van de Unie:

(a)luchtkoeling koeling van de hele dieren met koude lucht;

(b)lucht-sproeikoeling koeling van de hele dieren met koude lucht gepaard met een waternevel of een fijne waterspray;

(c)dompelkoeling koeling van de pluimveekarkassen in met water of met water en ijs gevulde tanks, volgens het tegenstroomproces.

Artikel 10

Facultatieve gereserveerde vermeldingen

1.Onverminderd andere etiketteringsregelingen die betrekking hebben op andere houderijsystemen en die onder de wetgeving van de Unie vallen, mogen de volgende vermeldingen en de overeenkomstige, in bijlage V opgenomen vermeldingen in de andere officiële talen van de Unie alleen op de etikettering van de in artikel 2 bedoelde producten worden vermeld als aan de desbetreffende voorwaarden van bijlage VI is voldaan:

(a)“Gevoerd met … % …”;

(b)“Scharrel … binnengehouden”;

(c)“Scharrel … met uitloop”;

(d)“Boerenscharrel … met uitloop”/“Hoeve … met uitloop”;

(e)“Boerenscharrel … met vrije uitloop”/“Hoeve … met vrije uitloop”.

De in de eerste alinea bedoelde vermeldingen mogen worden aangevuld met verwijzingen naar de bijzondere kenmerken van de verschillende houderijsystemen.

De enige vermeldingen die mogen worden gebruikt om producten aan te duiden die afkomstig zijn van dieren die in de openlucht worden gehouden, zijn die welke zijn vermeld in de eerste alinea, punten c), d) en e).

Voor een product dat niet voldoet aan de voorwaarden om te worden geëtiketteerd met de in de eerste alinea, punten c), d) of e), vermelde vermeldingen, mogen geen etiketten, handelsdocumenten, reclamemateriaal of enige vorm van reclame worden gebruikt waarmee wordt aangegeven, geïmpliceerd of gesuggereerd dat het product afkomstig is van dieren die in de openlucht zijn gehouden.

Wanneer voor vlees van voor de productie van “foie gras” gehouden eenden en ganzen een etiket met de in de eerste alinea, punten c), d) of e), bedoelde vermelding wordt gebruikt, wordt deze aangevuld met de woorden “voor de productie van foie gras” aangevuld.

2.De leeftijd bij het slachten of de duur van de mestperiode mogen slechts op de etikettering worden vermeld als gebruik wordt gemaakt van de in lid 1 vastgestelde benamingen of vermeldingen en voor een leeftijd die niet lager is dan die welke is aangegeven in bijlage VI, punten b), c) of d). Dit geldt echter niet voor de in artikel 2, punt 1, a), iv), bedoelde producten.

3.De leden 1 en 2 zijn van toepassing onverminderd nationale technische maatregelen die verder gaan dan de in bijlage VI vastgestelde minimumeisen en die alleen van toepassing zijn op producenten van de betrokken lidstaat, en mits deze nationale technische maatregelen verenigbaar zijn met het recht van de Unie.

4.De in lid 3 bedoelde nationale technische maatregelen worden aan de Commissie meegedeeld.

5.De lidstaten kunnen voorzien in het gebruik door exploitanten van levensmiddelenbedrijven van andere vermeldingen dan die bedoeld in de leden 1 en 2 en in bijlage VI, op voorwaarde dat:

(a)deze vermeldingen in overeenstemming zijn met de methode volgens welke het product is vervaardigd en de consument niet misleiden;

(b)deze vermeldingen niet leiden tot verwarring met in de leden 1 en 2 bedoelde vermeldingen;

(c)de productspecificaties gedocumenteerd zijn;

(d)passende controles worden uitgevoerd onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat.

6.Zodra aan de in lid 5 bedoelde voorwaarden is voldaan, stellen de lidstaten de Commissie in kennis van deze nationale vermeldingen voordat ze door exploitanten van levensmiddelenbedrijven worden gebruikt. De Commissie stelt de andere lidstaten in kennis van elke kennisgeving van dergelijke vermeldingen en maakt ze bekend op de Europa-website.

7.Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten te allen tijde alle informatie die nodig is om te beoordelen of de in lid 3 bedoelde nationale technische maatregelen en de in lid 5 bedoelde nationale vermeldingen verenigbaar zijn met het Unierecht.

Artikel 11

Registers voor facultatieve gereserveerde vermeldingen

1.Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die producten in de handel brengen waarvoor de in artikel 10, lid 1, bedoelde vermeldingen worden gebruikt, houden per houderijsysteem een afzonderlijk register bij van:

(a)de namen en de adressen van de pluimveeproducenten, die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat worden geregistreerd;

(b)op verzoek van de bevoegde autoriteit, het aantal dieren dat elke producent per productieronde houdt;

(c)het aantal geleverde en verwerkte dieren en het totale levend en geslacht gewicht ervan;

(d)gegevens over de verkoop, met inbegrip van naam en adres van de kopers, en dit tot minstens zes maanden na de verzending.

2.De in lid 1, punt a), bedoelde producenten houden tot minstens zes maanden na de verzending een doorlopend register van het aantal dieren per houderijsysteem bij met inbegrip van het aantal verkochte dieren en de naam en het adres van de kopers, alsook van de geleverde hoeveelheid voeder en de herkomst ervan.

Producenten die gebruikmaken van de in artikel 10, lid 1, punten c), d) en e), bedoelde houderijsystemen houden, naast de in de eerste alinea van dit lid bedoelde informatie, een register bij van de datums waarop de vogels voor het eerst toegang tot de uitloop hadden.

3.Voederbedrijven en -leveranciers houden tot minstens zes maanden na de verzending van het voeder gegevens bij waaruit blijkt dat de samenstelling van het voeder dat ze voor het in artikel 10, lid 1, punt a), genoemde houderijsysteem aan producenten leveren, beantwoordt aan de overeenkomstige, in bijlage VI vastgestelde vereisten.

4.Broederijen houden tot minstens zes maanden na de verzending van de dieren gegevens bij over de dieren van een als langzaam groeiend erkend ras die ze voor de in artikel 10, lid 1, punten d) en e), genoemde houderijsystemen aan producenten leveren.

Artikel 12

Toezichthoudende instanties voor facultatieve gereserveerde vermeldingen

De instanties die door de lidstaten zijn aangewezen om toezicht te houden op de in artikel 10 bedoelde aanduidingen, voldoen aan de criteria van norm ISO/IEC 17065 9 , en beschikken over een vergunning van en staan onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat.

Artikel 13

Facultatieve aanduidingen voor ingevoerd pluimveevlees

Uit derde landen ingevoerd pluimveevlees mag van een of meer van de in de artikelen 9 en 10 bedoelde facultatieve vermeldingen voorzien zijn, indien het vergezeld gaat van een door de bevoegde autoriteit van het land van oorsprong afgegeven certificaat waarin wordt verklaard dat de betrokken producten aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening voldoen.

Indien een derde land daarom verzoekt, stelt de Commissie een lijst op van die autoriteiten.

Artikel 14

Maximaal watergehalte in pluimveevlees

1.Ingevroren en diepgevroren kippenkarkassen mogen alleen in de Unie in de handel worden gebracht indien het watergehalte, bepaald volgens de analysemethode van artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen], de in bijlage VII bij deze verordening vastgestelde technisch onvermijdelijke waarden niet overschrijdt.

2.De volgende delen van vers, bevroren en diepgevroren pluimvee mogen alleen in de Unie in de handel worden gebracht indien het watergehalte, bepaald volgens de analysemethode van artikel 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen], de in bijlage VIII bij deze verordening vastgestelde technisch onvermijdelijke waarden niet overschrijdt:

(a)borstfilet van kuikens en kippen, met of zonder vorkbeen en zonder huid;

(b)borst van kuikens en kippen, met huid;

(c)bovenpoten/bovendijen, onderpoten/onderdijen (drumsticks), hele poten/hele dijen, poten/dijen met rugdeel (bouten), achterkwarten, van kuikens en kippen, met huid;

(d)borstfilet van kalkoenen zonder huid;

(e)borst van kalkoenen, met huid;

(f)bovenpoten/bovendijen, onderpoten/onderdijen (drumsticks), hele poten/hele dijen, van kalkoenen, met huid;

(g)vlees van hele poten/hele dijen van kalkoenen, zonder been en zonder huid.

3.De maximale gehalten aan water geabsorbeerd in kippenkarkassen in de slachthuizen zijn vastgesteld in bijlage IX.

4.De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan toestaan dat pluimveevlees dat niet aan lid 1 of lid 2 voldoet, in de handel wordt gebracht op voorwaarde dat op de verpakking een band of etiket is aangebracht waarop in rode hoofdletters ten minste één van de in bijlage X vastgestelde vermeldingen is aangebracht.

Deze vermeldingen worden aangebracht op een in het oog springende plaats, op zodanige wijze dat ze gemakkelijk zichtbaar en duidelijk leesbaar zijn en niet kunnen worden uitgewist. Ze mogen niet verborgen, minder duidelijk of onderbroken worden door andere vermeldingen of door illustraties. Op individuele verpakkingen zijn de letters ten minste 1 cm hoog, op bulkverpakkingen ten minste 2 cm.

Artikel 15

Kennisgeving van controles op het watergehalte

1.De bevoegde autoriteit van de lidstaat stelt het nationaal referentielaboratorium onverwijld in kennis van de resultaten van de door haar of onder haar verantwoordelijkheid uitgevoerde, in de artikelen 5, 6 en 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen] bedoelde controles.

Uiterlijk op 30 juni van elk jaar stellen de nationale referentielaboratoria de Commissie in kennis van de resultaten van de in de artikelen 5, 6 en 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen] bedoelde controles. Het in artikel 229, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde comité wordt door de Commissie in kennis gesteld van de resultaten van de controles.

2.De lidstaten nemen alle nodige maatregelen voor de in de artikelen 5, 6 en 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen] bedoelde controles. Zij stellen de andere lidstaten en de Commissie in kennis van deze regelingen. Relevante wijzigingen daarin worden aan de andere lidstaten en aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 16

Raad van deskundigen op het gebied van de monitoring van het watergehalte

Een raad van deskundigen op het gebied van de monitoring van het watergehalte in pluimveevlees fungeert als coördinerende instantie voor de testactiviteiten van de nationale referentielaboratoria. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie en van de nationale referentielaboratoria. De taken van de raad en van de nationale referentielaboratoria en de organisatiestructuur van de raad zijn vastgesteld in bijlage XI.

Artikel 17

Intrekking

Verordening (EG) nr. 543/2008 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening of naar Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen] en worden gelezen volgens de concordantietabel van bijlage XII bij de onderhavige verordening.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 6.10.2025

   Voor de Commissie

   De voorzitter
   Ursula VON DER LEYEN

(1)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1308/oj.
(2)    Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee (PB L 157 van 17.6.2008, blz. 46, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/543/oj).
(3)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1308/oj.
(4)    COM(2020) 381 final.
(5)    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/1234/oj).
(6)    Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX van de Commissie [PB: referentie voor C(2025) 8101 invoegen] tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor pluimveevlees (PB L […], […], blz. […], ELI: […]).
(7)    Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee (PB L 157 van 17.6.2008, blz. 46, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/543/oj).
(8)    Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/1169/oj).
(9)    ISO/IEC 17065:2012 Conformiteitsbeoordeling – Vereisten voor organen die producten, processen en diensten certificeren.
Top

BIJLAGE I

Benamingen van de pluimveekarkassen als bedoeld in artikel 2, punt 1

bg

es

cs

da

de

et

el

en

fr

hr

it

lv

1.

Пиле, бройлер

Pollo (de carne)

Kuře, brojler

Kylling, slagtekylling

Hähnchen

Masthuhn

Broiler

Κοτόπουλο

Πετετνοί και κότες (κρεατοπαραγωγής)

Chicken, broiler

Poulet (de chair)

Pile, brojler

Pollo, ‘Broiler

Cālis, broilers

2.

Петел, кокошка

Gallo, gallina

Kohout, slepice, drůbež na pečení, nebo vaření

Hane, høne, suppehøne

Suppenhuhn

Kukk, kana, hautamiseks või keetmiseks mõeldud kodulind

Πετεινοί και κότες (για βράοιμο)

Cock, hen, casserole, or boiling fowl

Coq, poule (à bouillir)

  Pijetao, kokoš, kokoš za pečenje ili kuhanje 

Gallo, gallina

Pollame da brodo

Gailis, vista (sautēšanai vai vārīšanai)

3.

Петел (угоен, скопен)

Capón

Kapoun

Kapun

Kapaun

Kohikukk

Καπόνια

Capon

Chapon

Kopun 

Cappone

Kapauns

4.

Ярка, петле

Picantón, coquelet

Kuřátko, kohoutek

Poussin, Coquelet

Stubenküken

Kana- ja kukktibud

Νεοσσός, πετεινάρι

Poussin, Coquelet

Poussin, coquelet

  Mlado pile i mladi pijetao 

Galletto

Cālītis

5.

мъжко пиленце от генетична линия на кокошки носачки

Gallo joven

Mladý kohout

Hanekylling fra æglæggerlinjer

Bruderhahn

Noorkukk

Πετεινάρι ωοπαραγωγικής φυλής

Brother rooster

Poulet mâle de race pondeuse

Mladi pijetao

Maschio di gallina ovaiola

Jauns gailis

1.

(Млада) пуйка

Pavo (joven)

(Mladá) krůta

(Mini) kalkun

(Junge) Pute, (Junger) Truthahn

(Noor)kalkun

(Νεαροί) γάλοι και γαλοπούλες

(Young) turkey

Dindonneau, (jeune) dinde

(Mladi) puran 

(Giovane) tacchino

(Jauns) tītars

2.

Пуйка

Pavo

Krůta

Avlskalkun

Pute, Truthahn

Kalkun

Γάλοι και γαλοπούλες

Turkey

Dinde (à bouillir)

Puran 

Tacchino/a

Tītars

1.

(Млада) патица, пате (млада) мускусна патица, (млад) мюлар

Pato (joven o anadino), pato de Barbaria (joven), pato cruzado (joven)

(Mladá) kachna, kachnê, (mladá) Pižmová kachna, (mladá) kachna Mulard

(Ung) and (Ung) berberiand

(Ung) mulardand

Frühmastente, Jungente, (Junge) Flugente (Junge Mulardente)

(Noor)part, pardipoeg. (noor) muskuspart, (noor) mullard

(Νεαρές) πάπιες ή παπάκια, (νεαρές) πάπιες Βαρβαρίας, (νεαρές) παπιες mulard

(Young) duck, duckling, (Young) Muscovy duck (Young) Mulard duck

(Jeune) canard, caneton, (jeune) canard de Barbarie, (jeune) canard mulard

(Mlada) patka, (mlada) mošusna patka, (mlada) patka mulard 

(Giovane) anatra (Giovane) Anatra muta (Giovane) Anatra ‘mulard

(Jauna) pīle, pīlēns, (jauna) muskuspīle, (jauna) Mulard pīle

2.

Патица, мускусна патица, мюлар

Pato, pato de Barbaria, pato cruzado

Kachna, Pižmová kachna, kachna Mulard

Avlsand Avlsberberiand Avlsmulardand

Ente, Flugente Mulardente

Part, muskuspart, mullard

Πάτιες, πάτιες Βαρβαρίας πάτιες mulard

Duck, Muscovy duck, Mulard duck

Canard, canard de Barbarie (à bouillir), canard mulard (à bouillir)

Patka, mošusna patka, patka mulard 

Anatra Anatra muta Anatra ‘mulard

Pīle, muskuspīle, Mulard pīle

1.

(Млада) гъска, гъсе

Oca (joven), ansarón

Mladá husa, house

(Ung) gås

Frühmastgans, (Junge) Gans, Jungmastgans

(Noor)hani, hanepoeg

(Νεαρές) χήνες ή χηνάκια

(Young) goose, gosling

(Jeune) oie ou oison

(Mlada) guska 

(Giovane) oca

(Jauna) zoss, zoslēns

2.

Гъска

Oca

Husa

Avlsgås

Gans

Hani

Χήνες

Goose

Oie

Guska 

Oca

Zoss

1.

(Млада) токачка

Pintada (joven)

Mladá perlička

(Ung) perlehøne

(Junges) Perlhuhn

(Noor) pärlkana

(Νεαρές) φραγκόκοτες

(Young) guinea fowl

(Jeune) pintade Pintadeau

(Mlada) biserka 

(Giovane) faraona

(Jauna) pērļu vistiņa

2.

Токачка

Pintada

Perlička

Avlsperlehøne

Perlhuhn

Pärlkana

Φραγκόκοτες

Guinea fowl

Pintade

Biserka 

Faraona

Pērļu vistiņa

lt

hu

mt

nl

pl

pt

ro

sk

sl

fi

sv

1.

Viščiukas, viščiukas broileris

Csirke, brojlercsirke

Fellus, brojler

Kuiken, braadkuiken

Kurczę, broiler

Frango

Pui de carne, broiler

Kurča, brojler

Pitovni piščanec – brojler

Broileri

Kyckling, slaktkyckling (broiler)

2.

Gaidys, višta, gaidys (arba višta) troškinti arba virti

Kakas, tyúk, sütésre vagy főzésre szánt szárnyas 

Serduk, tiġieġa

(tal-brodu)

Haan, hen, soep- of stoofkip

Kura rosołowa

Galo, galinha

Cocoș, găină sau carne de pasăre pentru fiert

Kohút, sliepka

Petelin, kokoš, perutnina za pečenje ali kuhanje

Kukko, kana

Tupp, höna, gryt-, eller kokhöna

3.

Kaplūnas

  Kappan 

Ħasi

Kapoen

Kapłon

Capão

Clapon

Kapún

Kopun

Chapon (syöttökukko)

Kapun

4.

Viščiukas tabaka (arba poussin (coquelet) tipo viščiukas)

  Csibe

Għattuqa, coquelet

Piepkuiken

Kurczątko

Franguitos

Pui tineri

Kurčiatko

Mlad piščanec, mlad petelin

(kokelet)

Kananpoika, kukonpoika

Poussin, coquelet

5.

Gaidžiukas

Fiatal kakas (bébikakas)

Serduq tat-tip brother

Jonge haan

Kogut typu nieśnego

Irmão de poedeira

Pui masculi de carne

Kohútik

Petelin lahkega tipa

Munintarotuinen kukkopoika

Värphönstuppar

1.

Kalakučiukas

(Fiatal) pulyka 

Dundjan (żgħir fl-eta)

(Jonge) kalkoen

(Młody) indyk

Peru

Curcan (tânăr)

Mladá morka

(Mlada) pura

(Nuori) kalkkuna

(Ung) kalkon

2.

Kalakutas

Pulyka 

Dundjan

Kalkoen

Indyk

Peru adulto

Curcan

Morka

Pura

Kalkkuna

Kalkon

1.

Ančiukas, muskusinis ančiukas, mulardinis ančiukas

Fiatal kacsa, (fiatal) pézsmakacsa, (fiatal) Mulard-kacsa 

Papra (żgħira fl-eta), papra żgħira (fellus ta’ papra) muskovy (żgħira fl-eta), papra mulard

(Jonge) eend, (Jonge) Barbarijse eend, (Jonge) “Mulard”-eend

(Młoda) kaczka tuczona, (Młoda) kaczka piżmova, (Młoda) kaczka mulard

Pato, Pato Barbary, Pato Mulard

Rață (tânără), rață (tânără) din specia Cairina moschata, rață (tânără) Mulard

(Mladá kačica), káča, (Mladá) pižmová kačica, (Mladý) mulard

(Mlada) raca, račka, (mlada) muškatna raca, (mlada) mulard raca

(Nuori) ankka, (Nuori) myskiankka

(Ung) anka, ankunge (ung) mulardanka (ung) myskanka

2.

Antis, muskusinė antis, mulardinė antis

Kacsa, pézsmakacsa, Mulard-kacsa 

Papra, papra muscovy, papra mulard

Eend Barbarijse eend „Mulard”-eend

Kaczka, Kaczka piżmowa, Kaczka mulard

Pato adulto, pato adulto Barbary, pato adulto Mulard

Rață, rață din specia Cairina moschata, rață Mulard

Kačica, Pyžmová kačica, Mulard

Raca, muškatna raca, mulard raca

Ankka, myskiankka

Anka, mulardanka, myskanka

1.

Žąsiukas

(Fiatal) liba

Wiżża (żgħira fl-eta), fellusa ta’ wiżża

(Jonge) gans

Młoda gęś

Ganso

Gâscă (tânără)

(Mladá) hus, húsa

(Mlada) gos, goska

(Nuori) hanhi

(Ung) gås, gåsunge

2.

Žąsis

Liba 

Wiżża

Gans

Gęś

Ganso adulto

Gâscă

Hus

Gos

Hanhi

Gås

1.

Perlinis viščiukas

(Fiatal) gyöngytyúk 

Farghuna (żgħira fl-eta)

(Jonge) parelhoen

(Młoda) perliczka

Pintada

Bibilică adultă

(Mladá) perlička

(Mlada) pegatka

(Nuori) helmikana

(Ung) pärlhöna

2.

Perlinė višta

Gyöngytyúk 

Fargħuna

Parelhoen

Perlica

Pintada adulta

Bibilică

Perlička

Pegatka

Helmikana

Pärlhöna

Benamingen van pluimveedelen als bedoeld in artikel 2, punt 2

bg

es

cs

da

de

et

el

en

fr

hr

it

lv

(a)

Половинка

Medio

Půlka

Halvt

Hälfte oder Halbes

Pool

Μισά

Half

Demi ou moitié

Polovica 

Metà

Puse

(b)

Четвъртинка

Cuarto

Čtvrtka

Kvart

(Vorder-, Hinter-) Viertel

Veerand

Τεταρτημόριο

Quarter

Quart

Četvrt 

Quarto

Ceturtdaļa

(c)

Неразделени задни четвъртинки

Cuartos traseros unidos

Neoddělená zadní čtvrtka

Sammenhængende lårstykker

Hinterviertel am Stück

Lahti lõikamata koivad

Αδιαχώριστα τεταρτημόρια ποδιών

Unseparated leg quarters

Quarts postérieurs non séparés

Neodvojene stražnje četvrti 

Cosciotto

Nesadalītas kāju ceturtdaļas

(d)

Гърди

Pechuga

Prsa

Bryst

Brust, halbe Brust, halbierte Brust

Rind

Στήθος

Breast

Poitrine, blanc ou filet sur os

Prsa

Petto con osso

Krūtiņa

(e)

Бутче

Muslo y contramuslo

Stehno

Helt lår

Schenkel, Keule

Koib

Πόδι

Leg

Cuisse

Batak sa zabatkom 

Coscia

Kāja

(f)

Пилешко бутче с част от гърба, прикрепен към него

Cuarto trasero de pollo

Stehno kuřete s částí zad

Kyllingelår med en del af ryggen

Hähnchenschenkel mit Rückenstück, Hühnerkeule mit Rückenstück

Koib koos seljaosaga

Πόδι από κοτόπουλο με ένα κομμάτι της ράχης

Chicken leg with a portion of the back

Cuisse de poulet avec une portion du dos

 Pileći batak sa zabatkom s dijelom leđa 

Coscetta

Cāļa kāja ar muguras daļu

(g)

Бедро

Contramuslo

Horní stehno

Overlår

Oberschenkel, Oberkeule

Kints

Μηρός (μπούτι)

Thigh

Haut de cuisse

Zabatak 

Sovraccoscia

ciska jeb šķiņķis

(h)

бедро с костта с част от гърба, прикрепен към него

Contramuslo sin deshuesar con una porción de espalda

Nevykostěné stehno s částí hřbetu

Ikke-udbenet lår med en del af ryggen

Nicht entbeinter Oberschenkel mit Rückenstück

Kondiga kints koos seljaosaga

Μηρός (μπούτι) με κόκαλο με μέρος της πλάτης

Bone-in thigh with a portion of the back

Cuisse non désossée avec une portion du dos attachée

Zabatak s kosti i dijelom leđa

Sovraccoscia non disossata con unita parte del dorso

Neatkaulota ciska jeb šķiņķis ar muguras daļu

i)

Кълка

Muslo

Dolní stehno (Palička)

Underlår

Unterschenkel, Unterkeule

poolkoib

Κνήμη

Drumstick

Pilon

Batak 

Fuso

Stilbs

(j)

Крило

Ala

Křídlo

Vinge

Flügel

Tiib

Φτερούγα

Wing

Aile

  Krilo

Ala

Spārns

(k)

Неразделени крила

Alas unidas

Neoddělená křídla

Sammenhængende vinger

Beide Flügel, ungetrennt

Lahti lõikamata tiivad

Αδιαχώριστες φτερούγες

Unseparated wings

Ailes non séparées

 Neodvojena krila 

Ali non separate

Nesadalīti spārni

(l)

Филе от гърди

Filete de pechuga

Prsní řízek

Brystfilet

Brustfilet, Filet aus der Brust, Filet

Rinnafilee

Φιλέτο στήθους

Breast fillet

Filet de poitrine, blanc, filet, noix

File od prsa 

Filetto, fesa

Krūtiņas fileja

(m)

Филе от гърди с вилчата кост

Filete de pechuga con clavícula

Brystfilet med ønskeben

Brustfilet mit Schlüsselbein

Rinnafilee koos rangluuga

Φιλέτο στήθους με κλειδοκόκαλο

Breast fillet with wishbone

Filet de poitrine avec clavicule

File od prsa s prsnom kosti 

Petto (con forcella), fesa (con forcella)

Krūtiņas fileja ar atslēgas kaulu

(n)

Нетлъсто филе

Magret, maigret

Magret, maigret

Magret, maigret

Magret, Maigret

Rinnaliha („magret“ või „maigret“)

Maigret, magret

Magret, maigret

Magret, maigret

Magret 

Magret, maigret

Magret, maigret

(o)

вътрешно филе

Filete interior

Vnitřní filet

Inderfilet

Innenfilet

Rinnafilee sisetükk

Φιλετάκι

Inner fillet

Filet intérieur

Minifile

Filetto interno

Iekšējā fileja

(p)

ходила

Patas

Běháky

Fødder

Fuß

Kannused

Άκρα

Feet

Pattes

Nogica

Zampe

Pēdas

(q)

крачета

Garras

Pařáty

Ben

Klaue

Pöiad

Πόδια

Paws

Parties inférieures de pattes

Stopala

Piedi

Pēdas pamatnes

(r)

шия

Cuello

Krk

Hals

Hals

Kael

Λαιμός

Neck

Cou

Vrat

Collo

Kakls

(s)

глава

Cabeza

Hlava

Hoved

Kopf

Pea

Κεφαλή

Head

Tête

Glava

Testa

Galva

(t)

пилешко филе с кожа

Suprema

Supreme

Supreme

Supreme

Väärttükk

Ανώτατο μέρος

Supreme

Suprême

File supreme

Suprema (supreme)

Krūtiņas fileja ar spārnu

(u)

вилчата кост

Fúrcula

Klíční kost

Ønskeben

Schlüsselbein

Rangluu

οστούν του στέρνου

Wishbone

Furcula (ou fourchette)

Prsna kost

Forcella

Atslēgas kauls

(v)

лопатка (скапула)

Escápula

Lopatka

Bovblad

Scapula

Abaluu

ωμοπλάτη

Scapula

Omoplate

Lopatica

Scapola

Lāpstiņa

lt

hu  

mt

nl

pl

pt

ro

sk

sl

fi

sv

(a)

Pusė

Fél 

Nofs

Helft

Połówka

Metade

Jumătăți

Polená hydina

Polovica

Puolikas

Halva

(b)

Ketvirtis

Negyed 

Kwart

Kwart

Ćwiartka

Quarto

Sferturi

Štvrťka hydiny

Četrt

Neljännes

Kvart

(c)

Neatskirti ketvirčiai su šlaunelėmis

Összefüggő combnegyedek 

Il-kwarti ta’ wara tas-saqajn, mhux separati

Niet-gescheiden achterkwarten

Ćwiartka tylna w całości

Quartos da coxa não separados

Sferturi posterioare neseparate

Neoddelené hydinové stehná

Neločene četrti nog

Takaneljännes

Bakdelspart

(d)

Krūtinėlė

Mell 

Sidra

Borst

Pierś, połówka piersi

Peito

Piept

Prsia

Prsi

Rinta

Bröst

(e)

Kulšelė

Comb 

Koxxa

Hele poot, hele dij

Noga

Perna inteira

Pulpă

Hydinové stehno

Bedro

Koipireisi

Klubba

(f)

Viščiuko kulšelė su nugarėlės dalimi

Csirkecomb a hát egy részével 

Koxxa tat-tiġieġa b’porzjon tad-dahar

Poot/dij met rugdeel (bout)

Noga kurczęca z częścią grzbietu

Perna inteira de frango com uma porção do dorso

Pulpă de pui cu o porțiune din spate atașată

Kuracie stehno s panvou

Piščančja bedra z delom hrbta

Koipireisi, jossa selkäosa

Kycklingklubba med del av ryggben

(g)

Šlaunelė

Felsőcomb 

Il-biċċa ta’ fuq tal-koxxa

Bovenpoot, bovendij

Udo

Coxa

Pulpă superioară

Horné hydinové stehno

Stegno

Reisi

Lår

(h)

Šlaunelė su kaulu ir nugarėlės dalimi

Csontos felsőcomb a hát egy részével

Koxxa bl-għadma b’biċċa mid-dahar imqabbda magħha

Bovenpoot/bovendij met rugdeel (bout) met been

Udo z kością z częścią grzbietu

Coxa não desossada com uma porção do dorso

Partea de sus a pulpei cu os, cu o porțiune de spate atașată

Nevykostené stehno s panvou

Stegno s kostmi z delom hrbta

Luullinen reisi, jossa on kiinni osa selkää

Överlår med del av ryggben

(i)

Blauzdelė

Alsócomb 

Il-biċċa t’isfel tal-koxxa (drumstick)

Onderpoot, onderdij (Drumstick)

Podudzie

Perna

Pulpă inferioară

Dolné hydinové stehno

Krača

Koipi

Ben

(j)

Sparnelis

Szárny 

Ġewnaħ

Vleugel

Skrzydło

Asa

Aripi

Hydinové krídelko

Peruti

Siipi

Vinge

(k)

Neatskirti sparneliai

Összefüggő szárnyak 

Ġwienaħ mhux separate

Niet-gescheiden vleugels

Skrzydła w całości

Asas não separadas

Aripi neseparate

Neoddelené hydinové krídla

Neločene peruti

Siivet kiinni toisissaan

Sammanhängande vingar

(l)

Krūtinėlės filė

Mellfilé 

Flett tas-sidra

Borstfilet

Filet z piersi

Carne de peito

Piept dezosat

Hydinový rezeň

Prsni file

Rintafilee

Bröstfilé

(m)

Krūtinėlės filė su raktikauliu

Mellfilé villacsonttal 

Flett tas-sidra bil-wishbone

Borstfilet met vorkbeen

Filet z piersi z obojczykiem

Carne de peito com fúrcula

Piept dezosat cu osul iadeș

Hydinový rezeň s kosťou

Prsni file s prsno kostjo

Rintafilee solisluineen

Bröstfilé med nyckelben

(n)

Magretmaigret tipo anties (arba žąsies) krūtinėlės filė

Bőrös kacsamellfilé vagy bőrös libamellfilé (magret, maigret) 

Magret, maigret

Magret

Magret

Magret, maigret

Tacâm de pasăre, Spinări de pasăre

Magret

Magret

Magret, maigret

Magret, maigret

(o)

Vidinė filė

Belső filé

Flett intern

Binnenfilet

Filet wewnętrzny

Filete interior

File interior

Vnútorné filé

Notranji file

Sisäfilee

Innerfilé

(p)

Kojos

Láb

Saqajn

Voet

Stopy

Patas

Picior

Nohy

Stopalo

Jalka

Fötter

(q)

Pėdos

Talp

Is-saqajn bid-dwiefer tal-annimal

Klauw

Łapy

Pés

Labe

Nôžky

Spodnji del stopala

Varvasosa

Tåpartier

(r)

Kaklelis

Nyak

Għonq

Hals

Szyja

Pescoço

Gât

Krk

Vrat

Kaula

Hals

(s)

Galva

Fej

Ras

Kop

Głowa

Cabeça

Cap

Hlava

Glava

Pää

Huvud

(t)

Krūtinėlė su sparno dalimi

Mellfilé szárnytővel („supreme”)

Suprem

Suprême

Filet supreme

Supremo

Supremă

Supreme

Prsi brez kosti s kožo in nadlahtnico

Supreme

Suprême

(u)

Krūtinkaulio išsišakojimas

Villacsont

Klavikola

Vorkbeen

Obojczyk

Fúrcula

Claviculă

Kľúčna kosť

Ključnica

Solisluu

Nyckelben

(v)

Mentė

Lapocka

Skapula

Schouderblad

Łopatka

Escápula

Scapulă

Lopatka

Lopatica

Lapaluu

Skulderblad

BIJLAGE II

Snede om de poot/dij te scheiden van de rug als bedoeld in artikel 2, punt 2, tweede alinea

afbakening van het heupgewricht

Snede om de bovenpoot/bovendij te scheiden van de onderpoot/onderdij (drumstick)

afbakening van het kniegewricht


BIJLAGE III

Beschrijving van vriesbrand als bedoeld in artikel 8, lid 3, punt d)

Vriesbrand: (in de zin van een vermindering van de kwaliteit) is het min of meer plaatselijke, irreversibele uitdrogen van de huid en/of het vlees dat tot uiting komt in een wijziging van:

de oorspronkelijke kleur (meestal bleker) of

smaak en geur (smaakloos of rans) of

consistentie (droog, sponsachtig).

BIJLAGE IV

Koelmethoden als bedoeld in artikel 9

bg

es

cs

da

de

et

el

en

fr

hr

it

lv

1.

Въздушно охлаждане

Refrigeración por aire

Vzduchem (Chlazení vzduchem)

Luftkøling

Luftkühlung

Ōhkjahutus

Ψύξη με αέρα

Air chilling

Refroidissement à l'air

    Hlađenje strujanjem zraka 

Raffreddamento ad aria

Dzesēšana ar gaisu

2.

Въздушно-душово охлаждане

Refrigeración por aspersión ventilada

Vychlazeným proudem vzduchu s postřikem

Luftspraykøling

Luft-Sprühkühlung

Ōhkpiserdusjahutus

Ψύξη με ψεκασμό

Air spray chilling

Refroidissement par aspersion ventilée

Hlađenje raspršivanjem zraka 

Raffreddamento per aspersione e ventilazione

Dzesēšana ar gaisu un smidzināšanu

3.

Охлаждане чрез потапяне

Refrigeración por immersión

Ve vodní lázni ponořením

Neddypningskøling

Gegenstrom-Tauchkühlung

Sukeljahutus

Ψύξη με βύθιση

Dompelkoeling:

Refroidissement par immersion

  Hlađenje uranjanjem u vodu

Raffreddamento per immersione

Dzesēšana iegremdējot

   

lt

hu  

mt

nl

pl

pt

ro

sk

sl

fi

sv

1.

Atšaldymas oru

Levegős hűtés

Tkessih bl-arja

Luchtkoeling

Owiewowa

Refrigeração por ventilação

Refrigerare în aer

Chladené vzduchom

Zračno hlajenje

Ilmajäähdytys

Luftkylning

2.

Atšaldymas drėgnu oru

Permetezéses hűtés

Tkessih b'air spray

Lucht-sproeikoeling

Owiewowo-natryskowa

Refrigeração por aspersão e ventilação

Refrigerare prin dușare cu aer

Chladené sprejovaním

Hlajenje s pršenjem

Ilmasprayjäähdytys

Evaporativ kylning

3.

Atšaldymas panardinant

Bemerítéses hűtés

Tkessiħ b’immersjoni

Dompelkoeling

Zanurzeniowa

Refrigeração por imersão

Refrigerare prin imersiune

Chladené vo vode

Hlajenje s potapljanjem

Vesijäähdytys

Vattenkylning

BIJLAGE V

Houderijsystemen als bedoeld in artikel 10, lid 1

 

bg

es

cs

da

de

et

el

en

fr

hr

it

lv

(a)

Хранена с … % …

гъска, хранена с овес

Alimentado con … % de …

Oca engordada con avena

Krmena (čím) … % (čeho) …

Husa krmená ovsem

Fodret med … % …

Havrefodret gås

Mast mit … % …

Hafermastgans

Söödetud …, mis sisaldab … % …

Kaeraga toidetud hani

Έχει τραφεί με … % …

Χήνα που παχαίνεται με βρώμη

Fed with … % of …

Oats fed goose

Alimenté avec … % de …

Oie nourrie à l’avoine

Hranjeno s … % …

Guska hranjena zobi

Alimentato con il … % di …

Oca ingrassata con avena

Barība ar … % …

ar auzām barotas zosis

(b)

Екстензивно закрито

(отгледан на закрито)

Extensivo en interior

Extenzivní v hale

Ekstensivt staldopdræt

(skrabe …)

Extensive Bodenhaltung

Ekstensiivne seespidamine

(lindlas pidamine)

Εκτατικής εκτροφής

Extensive indoor

(barnreared)

Élevé à l’intérieur:

système extensif

Ekstenzivan uzgoj u zatvorenim objektima

Estensivo al coperto

Turēšana galvenokārt telpās

(“Audzēti kūtī”)

(c)

Свободен начин на отглеждане

Campero

Volný výběh

Fritgående

Freilandhaltung

Vabapidamine

Ελεύθερης βοσκής

Free range

Sortant à l’extérieur

Slobodan uzgoj

All’aperto

Brīvā turēšana

(d)

Традиционен свободен начин на отглеждане

Campero tradicional

Tradiční volný výběh

Frilands …

Bäuerliche Freilandhaltung

Traditsiooniline vabapidamine

Πτηνοτροφείο παραδοσιακά ελεύθερης βοσκής

Traditional free range

Fermier-élevé en plein air

Tradicionalni slobodan uzgoj

Rurale all’aperto

Tradicionālā brīvā turēšana

(e)

Свободен начин на отглеждане – пълна свобода

Campero criado en total libertad

Volný výběh – úplná volnost

Frilands … opdrættet i fuld frihed

Bäuerliche Freilandhaltung

Unbegrenzter Auslauf

Täieliku liikumisvabadusega traditsiooniline vabapidamine

Πτηνοτροφείο απεριόριστης τροφής

Free-range — total freedom

Fermier-élevé en liberté

Slobodan uzgoj – neograničeni ispust

Rurale in libertà

Pilnīgā brīvība

lt

hu  

mt

nl

pl

pt

ro

sk

sl

fi

sv

(a)

Lesinta … % …

Avižomis penėtos žąsys

… %-ban …-val/vel etetve

Zabbal etetett liba

Mitmugħa bi … % ta’ …

Wiżża mitmugħa bilħafur

Gevoed met … % …

Met haver vetgemeste gans

Żywione z udziałem … % …

tucz owsiany (gęsi)

Alimentado com … % de …

Ganso engordado com aveia

Furajate cu … % de …

Gâște furajate cu ovăz

Kŕmené … % …

husi kŕmené ovsom

Krmljeno z … %

gos, krmljena z ovsom

Ruokittu rehulla, joka sisältää … %

Kauralla ruokittu hanhi

Utfodrad med … % …

Havreutfodrad gås

(b)

Ekstensyvus paukščių auginimas patalpose

(tvartuose)

Istállóban külterjesen tartott

Imrobbija ġewwa: sistema estensiva

Scharrel … binnengehouden

Ekstensywny chów ściółkowy

Produção extensiva em interior

Crescute în spații închise – sistem extensiv

Chované na hlbokej podstielke (chov v hale)

Ekstenzivna zaprta reja

Laajaperäinen sisäkasvatus

Extensivt uppfödd inomhus

(c)

Laisvai auginami paukščiai

Szabadtartás

Trobbija fil-beraħ

(free range)

Scharrel … met uitloop

Chów wybiegowy

Produção em semiliberdade

Creștere liberă

Výbehový chov (chov v exteriéri)

Prosta reja

Vapaa laidun

Tillgång till utomhusvistelse

(d)

Tradiciškai laisvai auginami paukščiai

Hagyományos szabadtartás

Trobbija fil-beraħ tradizzjonali

Boerenscharrel … met uitloop

Hoeve … met uitloop

Tradycyjny chów wybiegowy

Produção ao ar livre

Creștere liberă tradițională

Chované navol'no

Tradicionalna prosta reja

Vapaa laidun – perinteinen kasvatustapa

Traditionell utomhusvistelse

(e)

Visiškoje laisvėje auginami paukščiai

Teljes szabadtartás

Trobbija fil-beraħ – libertà totali

Boerenscharrel … met vrije uitloop

Hoeve … met vrije uitloop

Chów wybiegowy bez ograniczeń

Produção em liberdade

Creștere liberă totală

Úplne vol'ný chov

Prosta reja – neomejen izpust

Vapaa laidun – täydellinen liikkumavapaus

Uppfödd i full frihet

BIJLAGE VI

Voorwaarden als bedoeld in artikel 10, lid 1

(a)Gevoerd met … % …

Een verwijzing naar de volgende specifieke voederingrediënten veronderstelt dat:

i) wanneer het gaat om granen, het aandeel ervan in het voedermengsel dat tijdens het grootste deel van de mestperiode wordt toegediend ten minste 65 gewichtsprocenten bedraagt; het aandeel daarin van bijproducten van granen mag niet meer bedragen dan 15 %; wanneer evenwel slechts één specifieke graansoort wordt vermeld, moet ze ten minste 35 % van het gebruikte voedermengsel uitmaken (voor maïs ten minste 50 %);

ii)    wat betreft leguminosen of bladgroenten, het aandeel ervan in het voedermengsel dat tijdens het grootste deel van de mestperiode wordt toegediend, ten minste 5 gewichtsprocenten bedraagt;

iii) wat betreft zuivelproducten, het aandeel ervan in het voedermengsel dat in de periode van het afmesten wordt toegediend, ten minste 5 gewichtsprocenten bedraagt.

De term “met haver vetgemeste” gans mag evenwel worden gebruikt wanneer de ganzen in de drie weken durende periode van het afmesten per dag ten minste 500 gram haver krijgen toegediend.

(b)“Scharrel … binnengehouden”

Het gebruik van deze term impliceert:

i)    de bezettingsdichtheid per vierkante meter vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan:

kippen, jonge hanen, kapoenen: 15 dieren doch ten hoogste 25 kg levend gewicht voor kuikens,

eenden, parelhoenders, kalkoenen: 25 kg levend gewicht,

ganzen: 15 kg levend gewicht,

ii)    de dieren worden geslacht wanneer zij:

ten minste 56 dagen oud zijn, wanneer het gaat om kuikens,

ten minste 70 dagen oud zijn, wanneer het gaat om kalkoenen,

ten minste 112 dagen oud zijn, wanneer het gaat om ganzen,

Pekingeenden: ten minste 49 dagen oud zijn,

Barbarijse eenden: ten minste 70 dagen oud zijn, wanneer het gaat om vrouwelijke Barbarijse eenden en ten minste 84 dagen oud zijn, wanneer het gaat om mannelijke Barbarijse eenden,

vrouwelijke “Mulard”-eenden: ten minste 65 dagen oud zijn,

parelhoenders: ten minste 82 dagen oud zijn,

jonge ganzen: ten minste 60 dagen oud zijn,

jonge hanen: ten minste 90 dagen oud zijn,

kapoen: ten minste 140 dagen oud zijn.

(c) Vrije uitloop

Het gebruik van deze term impliceert:

i) de bezettingsdichtheid in de stal en de leeftijd bij het slachten in overeenstemming zijn met het bepaalde in punt b), behalve voor kuikens, waarvoor de bezettingsdichtheid mag worden verhoogd tot 27,5 kg levend gewicht per m2, maar niet meer dan 13 dieren, en voor kapoenen, waarvoor de bezettingsdichtheid niet meer mag bedragen dan 7,5 dieren en niet meer dan 27,5 kg levend gewicht per m2;

ii) de dieren ten minste gedurende de helft van hun leven overdag voortdurend toegang hebben gehad tot een uitloopruimte in de vrije lucht, namelijk een hoofdzakelijk begroeide ruimte waar elk dier beschikt over ten minste:

1 m2 grondoppervlak wanneer het gaat om kuikens, kippen of parelhoenders,

2 m2 grondoppervlak wanneer het gaat om eenden of kapoenen,

4 m2 grondoppervlak, wanneer het gaat om kalkoenen of ganzen.

Voor parelhoenders mag de uitloopruimte in de open lucht worden vervangen door een volière waarvan de vloeroppervlakte ten minste gelijk is aan die van de stal en de hoogte ten minste 2 m bedraagt. Per dier is ten minste 10 cm zitstok beschikbaar (stal en volière samen);

iii)    het in de mestperiode toegediende voedermengsel ten minste voor 70 % uit graan bestaat;

iv)    de pluimveestal voorzien is van luiken met een totale lengte van ten minste 4 m per 100 m2 vloeroppervlakte van de stal. Elk luik voor ganzen moet ten minste 4 m zijn.

(d) “Boerenscharrel … met uitloop”/”Hoeve … met uitloop”

Het gebruik van deze term impliceert:

i) de bezettingsdichtheid in de stal niet meer bedraagt dan:

kuikens en kippen: 12 dieren, doch ten hoogste 25 kg levend gewicht per m2; wanneer evenwel mobiele stallen worden gebruikt met ten hoogste 150 m2 vloeroppervlakte, die ’s nachts open blijven, mag de bezettingsdichtheid worden verhoogd tot 20 dieren, doch ten hoogste 40 kg levend gewicht per m2,

kapoenen: 6,25 (tot 91 dagen oud: 12) dieren doch ten hoogste 35 kg levend gewicht,

voor Barbarijse eenden en pekingeenden: 8 mannelijke dieren, doch ten hoogste 35 kg levend gewicht, dan wel 10 vrouwelijke dieren, doch ten hoogste 25 kg levend gewicht,

“Mulard”-eenden: 8 dieren doch ten hoogste 35 kg levend gewicht,

parelhoenders: 13 dieren doch ten hoogste 25 kg levend gewicht,

voor kalkoenen: 6,25 (tot 7 weken oud: 10) dieren doch ten hoogste 35 kg levend gewicht,

ganzen: 5 (tot 6 weken oud: 10) dan wel 3 dieren, indien zij gedurende de laatste drie weken van de afmestperiode worden opgesloten, doch ten hoogste 30 kg levend gewicht per m2, wanneer het gaat om ganzen;

ii) de totale nuttige oppervlakte van de pluimveestallen op een bepaalde productieplaats niet meer bedraagt dan 1 600 m2;

iii)    per pluimveestal niet meer dieren zijn gehuisvest dan:

4 800 voor kuikens en kippen,

5 200 parelhoenders,

4 000 voor vrouwelijke Barbarijse eenden of pekingeenden of 3 200 mannelijke Barbarijse eenden of pekingeenden, of 3 200 “Mulard”-eenden,

2 500 kapoenen, ganzen en kalkoenen;

iv) de pluimveestal voorzien is van luiken met een totale lengte van ten minste 4 m per 100 m2 vloeroppervlakte van de stal.

v) de dieren overdag zonder onderbreking vrije toegang hebben tot een uitloopruimte in de open lucht, ten minste vanaf de leeftijd van:

6 weken voor kuikens, kippen en kapoenen,

8 weken voor eenden, ganzen, parelhoenders en kalkoenen;

vi) de uitloopruimte in open lucht hoofdzakelijk begroeid is en elk dier kan beschikken over ten minste:

2 m2 voor kuikens, Barbarijse eenden, pekingeenden of parelhoenders,

3 m2 voor “Mulard”-eenden,

4 m2 voor kapoenen, die ten minste 92 dagen oud zijn (2 m2 totdat zij 91 dagen oud zijn),

6 m2 voor kalkoenen,

10 m2 voor ganzen.

Voor parelhoenders mag de uitloopruimte in de open lucht worden vervangen door een volière waarvan de vloeroppervlakte ten minste gelijk is aan het dubbel van die van de stal en waarvan de hoogte ten minste 2 m bedraagt. Per dier is ten minste 10 cm zitstok beschikbaar (stal en volière samen);

vii) de gemeste vogels van een langzaam groeiend ras zijn;

viii) het in de mestperiode toegediende voedermengsel ten minste voor 70 % uit graan bestaat;

ix) de minimumleeftijd bij het slachten ten minste gelijk is aan:

81 dagen voor kuikens en kippen,

150 dagen voor kapoenen,

49 dagen voor Pekingeenden,

70 dagen voor vrouwelijke Barbarijse eenden,

84 dagen voor mannelijke Barbarijse eenden,

92 dagen voor “Mulard”-eenden,

94 dagen voor parelhoenders,

140 dagen voor als hele dieren op de markt gebrachte braadkalkoenen en -ganzen,

98 dagen voor kalkoenhennen, bestemd om te worden versneden,

126 dagen voor kalkoenhanen, bestemd om te worden versneden,

95 dagen voor ganzen bestemd voor de productie van foie gras en magret,

60 dagen voor jonge ganzen;

x) het afmesten in gevangenschap niet langer duurt dan:

voor kuikens en kippen van meer dan 90 dagen oud: 15 dagen,

voor kapoenen: 4 weken,

voor ganzen en “Mulard”-eenden van meer dan 70 dagen oud die bestemd zijn voor de productie van “foie gras” en magret: 4 weken.

(e)“Boerenscharrel … met vrije uitloop”/”Hoeve … met vrije uitloop”

Deze vermelding mag alleen worden gebruikt als aan alle in punt d) vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, met dien verstande dat de dieren overdag voortdurend toegang moeten hebben tot een onbeperkte vrije uitloopruimte in de open lucht.

Indien op grond van het Unierecht, ter bescherming van de diergezondheid en de volksgezondheid, beperkingen, met inbegrip van veterinaire beperkingen, worden vastgesteld waardoor de toegang van pluimvee tot vrije uitloop in de open lucht aan banden wordt gelegd, mag vlees van pluimvee dat is gehouden met toepassing van een van de in de eerste alinea, punten c), d) en e), omschreven houderijsystemen, met uitzondering van in volières gehouden parelhoenders, zolang de beperkingen van toepassing zijn verder in de handel worden gebracht met vermelding van het houderijsysteem.

BIJLAGE VII

Maximaal watergehalte in kippenkarkassen als bedoeld in artikel 14, lid 1

Het totale watergehalte bij kippen, bepaald volgens de analysemethode beschreven in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [OP: please insert the reference to C(2025)8101], wordt vergeleken met de grenswaarde die wordt verkregen aan de hand van de volgende formules:

(a)Luchtkoeling

In de veronderstelling dat bij de bewerking van de karkassen de technologisch onvermijdbare waterabsorptie 2 % 1 bedraagt, wordt volgens deze methode de hoogste toegestane grenswaarde voor het totale watergehalte (WG) in gram (inclusief betrouwbaarheidsinterval) berekend met behulp van de onderstaande formule:

voor kuikens: WG=3,65 × RPA + 42.

(b)Lucht-sproeikoeling:

In de veronderstelling dat bij de bewerking van de karkassen de technologisch onvermijdbare waterabsorptie 4,5 %1 bedraagt, wordt volgens deze methode de hoogste toegestane grenswaarde voor het totale watergehalte (WG) in gram (inclusief betrouwbaarheidsinterval) berekend met behulp van de onderstaande formule:

voor kuikens: WG=3,79 × RPA + 42.

(c)Dompelkoeling:

In de veronderstelling dat bij de bewerking van de karkassen de technologisch onvermijdbare waterabsorptie 7 %1 bedraagt, wordt volgens deze methode de hoogste toegestane grenswaarde voor het totale watergehalte (WG) in gram (inclusief betrouwbaarheidsinterval) berekend met behulp van de onderstaande formule:

voor kuikens: WG=3,93 × RPA + 42.

(d)Andere koelmethoden of een combinatie van twee of meer van de in artikel 9 omschreven methoden

In de veronderstelling dat bij de bewerking van de karkassen de technologisch onvermijdbare waterabsorptie 2 %1 bedraagt, wordt volgens deze methode de hoogste toegestane grenswaarde voor het totale watergehalte (WG) in gram (inclusief betrouwbaarheidsinterval) berekend met behulp van de onderstaande formule:

voor kuikens: WG=3,65 × RPA + 42.

Als het volgens punt 6.2 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [OP: please insert the reference to C(2025)8101] berekende gemiddelde watergehalte (WA) van de zeven karkassen het volgens punt 1 vastgestelde maximum (WG) niet overschrijdt, wordt de gecontroleerde partij geacht aan de norm te voldoen.

BIJLAGE VIII

Maximaal watergehalte in delen van pluimveevlees als bedoeld in artikel 14, lid 2

Het totale watergehalte in delen van pluimveevlees, bepaald volgens de analysemethode beschreven in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [OP: please insert the reference to C(2025)8101], wordt als volgt vergeleken met de grenswaarden:

In de veronderstelling dat bij de bewerking van de delen de technologisch onvermijdbare waterabsorptie naargelang van het product en de toegepaste koelmethode 2 %, 4 % of 6 % ( 2 ) bedraagt, is de volgens deze methode bepaalde maximaal toegestane verhouding W/RP (verhouding tussen het totale water- en eiwitgehalte) als volgt:

Luchtkoeling

Lucht-sproeikoeling

Dompelkoeling

Borstfilet van kippen en kuikens; zonder huid

3,40

3,40

3,40

Borst van kippen en kuikens; met huid

3,40

3,50

3,60

Bovenpoten/bovendijen, onderpoten/onderdijen (drumsticks), hele poten/hele dijen, poten/dijen met rugdeel (bouten), kwarten van poten/dijen, van kippen en kuikens, met huid

4,05

4,15

4,30

Borstfilet van kalkoenen; zonder huid

3,40

3,40

3,40

Borst van kalkoenen, met huid

3,40

3,50

3,60

Bovenpoten/bovendijen, onderpoten/onderdijen (drumsticks), hele poten/hele dijen, van kalkoenen

3,80

3,90

4,05

Vlees van hele poten/hele dijen van kalkoenen, zonder been en zonder huid

3,95

3,95

3,95

Bij andere koelmethoden of bij een combinatie van twee of meer van de in artikel 9 omschreven methoden, wordt verondersteld dat het onvermijdbare watergehalte 2 % bedraagt en zijn de maximaal toegestane W/PR-verhoudingen de in de bovenstaande tabel vastgestelde verhoudingen voor luchtkoeling.

Als de volgens punt 6.2 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [OP: please insert the reference to C(2025)8101] berekende gemiddelde verhouding WA/RPA van de vijf delen de volgens deze bijlage vastgestelde verhouding niet overschrijdt, wordt de gecontroleerde partij delen van pluimvee geacht aan de norm te voldoen.

BIJLAGE IX

Maximale gehalten aan water geabsorbeerd in kippenkarkassen als bedoeld in artikel 14, lid 3

Het totale water geabsorbeerd in kippenkarkassen, bepaald volgens de methode beschreven in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2025/XXX [OP: please insert the reference to C(2025)8101], wordt als volgt vergeleken met de grenswaarden:

1.De uitkomst van die berekening mag niet hoger zijn dan de onderstaande percentages van het aanvankelijke gewicht van het karkas of dan een andere waarde waaruit blijkt dat aan de eisen inzake totaal gehalte aan vreemd water is voldaan:

luchtkoeling 0 %,

lucht-sproeikoeling 2,0 %,

dompelkoeling 4,5 %.

2.Als de karkassen met een andere koelmethode of met een combinatie van twee of meer van de in artikel 9 omschreven methoden worden gekoeld, mag het maximale watergehalte niet hoger zijn dan 0 % van het oorspronkelijke gewicht van het karkas.

BIJLAGE X

IN ARTIKEL 14, LID 4, BEDOELDE VERMELDINGEN

in het Bulgaars: Съдържанието на вода превишава нормите на ЕC

in het Spaans: Contenido en agua superior al límite UE

in het Tsjechisch: Obsah vody překračuje limit EU

in het Deens: Vandindhold overstiger EU-Normen

in het Duits: Wassergehalt über dem EU-Höchstwert

in het Ests: Veesisaldus ületab EL normi

in het Grieks: Περιεκτικότητα σε νερό ανώτερη του ορίου ΕE

in het Engels: Water content exceeds EU limit

in het Frans: Teneur en eau supérieure à la limite UE

in het Kroatisch: Sadržaj vode prelazi ograničenje EU

in het Italiaans: Tenore d’acqua superiore al limite UE

in het Lets: Ūdens saturs pārsniedz ES noteikto normu

in het Litouws: Vandens kiekis viršija ES nustatytą ribą

in het Hongaars: Víztartalom meghaladja az EU által előírt határértéket

in het Maltees: Il-kontenut ta’ l-ilma superjuri għal-limitu UE

in het Nederlands: Watergehalte hoger dan het EU-maximum

in het Pools: Zawartość wody przekracza normę UE

in het Portugees: Teor de água superior ao limite UE

in het Roemeens: Conținutul de apă depășește limita UE

in het Slowaaks: Obsah vody presahuje limit EU

in het Sloveens: Vsebnost vode presega EU omejitev

in het Fins: Vesipitoisuus ylittää EU-normin

in het Zweeds: Vattenhalten överstiger den halt som är tillåten inom EU

BIJLAGE XI

Taken en organisatiestructuur van de raad van deskundigen op het gebied van de controle op het watergehalte in vlees van pluimvee als bedoeld in artikel 16

De raad van deskundigen is belast met de volgende taken:

(a)aan de nationale referentielaboratoria informatie verstrekken over analysemethoden en vergelijkende proeven op het gebied van het watergehalte in vlees van pluimvee;

(b)de toepassing door de nationale referentielaboratoria van de in punt a) bedoelde methoden coördineren door het organiseren van vergelijkende proeven, en met name van bekwaamheidsproeven;

(c)de nationale referentielaboratoria bij bekwaamheidsproeven ondersteunen door het bieden van wetenschappelijke steun inzake de evaluatie en de rapportage van statistische gegevens;

(d)het onderzoek naar nieuwe analysemethoden coördineren en de nationale referentielaboratoria informeren over de op dit gebied geboekte vooruitgang;

(e)wetenschappelijke en technische bijstand verlenen aan de Commissie, vooral wanneer lidstaten het niet eens zijn over analyseresultaten.

De raad van deskundigen wordt als volgt georganiseerd:

De raad van deskundigen op het gebied van de controle op het watergehalte in vlees van pluimvee bestaat uit vertegenwoordigers van het directoraat-generaal Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) — Instituut voor referentiematerialen en -metingen (IRMM), van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling en van drie nationale referentielaboratoria. De vertegenwoordiger van het IRMM treedt op als voorzitter van de raad en wijst de nationale referentielaboratoria aan op basis van roulatie. De autoriteit die belast is met het toezicht op een gekozen nationaal referentielaboratorium, wijst vervolgens de individuele deskundigen op het gebied van de controle op het watergehalte in levensmiddelen aan die zitting nemen in de raad. Elk jaar wordt door roulatie slechts één van de deelnemende nationale referentielaboratoria tegelijk vervangen om een bepaalde mate van continuïteit in de raad te waarborgen. De kosten die de deskundigen van de lidstaten en/of de nationale referentielaboratoria bij de vervulling van hun in de eerste alinea bedoelde functies maken, worden gedragen door de respectieve lidstaten.

BIJLAGE XII

Concordantietabel als bedoeld in artikel 17

Verordening (EG) nr. 543/2008

Deze verordening

Uitvoeringsverordening (EU) 2025/…[OP: please insert the reference to C(2025)8101]

Artikel 1

Artikel 2

-

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3, lid 1

Artikel 3

Artikel 4

-

Artikel 4

Artikel 5

-

Artikel 5

Artikel 6

-

Artikel 6

Artikel 7

-

Artikel 7

Artikel 8

-

Artikel 8

-

Artikel 3

Artikel 9

-

-

Artikel 10

Artikel 9

-

Artikel 11

Artikel 10

-

Artikel 12

Artikel 11

Artikel 4

Artikel 13

Artikel 12

-

Artikel 14

Artikel 13

-

Artikel 15

Artikel 14

Artikel 5

Artikel 16

Artikel 14, lid 4

Artikel 6

Artikel 17

-

Artikel 7

Artikel 18

Artikel 15

-

Artikel 19

Artikel 16

-

Artikel 20

Artikel 14

Artikel 8

(1)    Van het gewicht van het geslachte dier, exclusief geabsorbeerd vreemd water.
(2)    Berekend op basis van het deel, exclusief geabsorbeerd vreemd water. Voor filets (zonder huid) en vlees van hele poten/hele dijen van kalkoenen, zonder been, geldt een waarde van 2 % voor alle koelmethoden.
Top