Alegeți funcționalitățile experimentale pe care doriți să le testați

Acest document este un extras de pe site-ul EUR-Lex

Document 8be5db47-db89-11e9-9c4e-01aa75ed71a1

Text consolidat: Verordening (EU) 2016/44 van de Raad van 18 januari 2016 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 204/2011

02016R0044 — NL — 09.07.2019 — 021.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2016/44 VAN DE RAAD

van 18 januari 2016

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 204/2011

(PB L 012 van 19.1.2016, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/466 VAN DE RAAD van 31 maart 2016

  L 85

3

1.4.2016

 M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/690 VAN DE RAAD van 4 mei 2016

  L 120

1

5.5.2016

 M3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/819 VAN DE COMMISSIE van 24 mei 2016

  L 136

8

25.5.2016

 M4

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1334 VAN DE RAAD van 4 augustus 2016

  L 212

3

5.8.2016

►M5

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1687 VAN DE RAAD van 20 september 2016

  L 255

12

21.9.2016

►M6

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1752 VAN DE RAAD van 30 september 2016

  L 268

77

1.10.2016

►M7

VERORDENING (EU) 2017/488 VAN DE RAAD van 21 maart 2017

  L 76

1

22.3.2017

►M8

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/489 VAN DE RAAD van 21 maart 2017

  L 76

3

22.3.2017

►M9

VERORDENING (EU) 2017/1325 VAN DE RAAD van 17 juli 2017

  L 185

16

18.7.2017

►M10

VERORDENING (EU) 2017/1419 VAN DE RAAD van 4 augustus 2017

  L 204

1

5.8.2017

►M11

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1423 VAN DE COMMISSIE van 4 augustus 2017

  L 204

80

5.8.2017

 M12

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1456 VAN DE COMMISSIE van 10 augustus 2017

  L 208

31

11.8.2017

 M13

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1974 VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 2017

  L 281

27

31.10.2017

 M14

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2006 VAN DE COMMISSIE van 8 november 2017

  L 290

17

9.11.2017

 M15

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2260 VAN DE COMMISSIE van 5 december 2017

  L 324

39

8.12.2017

 M16

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/126 VAN DE COMMISSIE van 24 januari 2018

  L 22

12

26.1.2018

 M17

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/166 VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2018

  L 31

82

3.2.2018

 M18

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/200 VAN DE COMMISSIE van 9 februari 2018

  L 38

11

10.2.2018

►M19

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/711 VAN DE COMMISSIE van 14 mei 2018

  L 119

35

15.5.2018

 M20

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/870 VAN DE RAAD van 14 juni 2018

  L 152

1

15.6.2018

►M21

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1073 VAN DE RAAD van 30 juli 2018

  L 194

30

31.7.2018

►M22

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1245 VAN DE RAAD van 18 september 2018

  L 235

1

19.9.2018

►M23

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1285 VAN DE RAAD van 24 september 2018

  L 240

4

25.9.2018

►M24

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1863 VAN DE RAAD van 28 november 2018

  L 304

1

29.11.2018

►M25

VERORDENING (EU) 2018/2004 VAN DE RAAD van 17 december 2018

  L 322

12

18.12.2018

►M26

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1163 VAN DE COMMISSIE van 5 juli 2019

  L 182

33

8.7.2019


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 098, 14.4.2016, blz.  6 ((EU) 2016/466)

 C2

Rectificatie, PB L 217, 12.8.2016, blz.  81 (2016/466)

 C3

Rectificatie, PB L 243, 10.9.2016, blz.  16 ((EU) 2016/466)

►C4

Rectificatie, PB L 268, 26.10.2018, blz.  92 (2018/1285)

►C5

Rectificatie, PB L 006, 9.1.2019, blz.  10 (2016/44)




▼B

VERORDENING (EU) 2016/44 VAN DE RAAD

van 18 januari 2016

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 204/2011



Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

a)

„tegoeden” :

financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii) deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii) in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv) rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi) kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

vii) bewijsstukken van een belang in tegoeden of financiële middelen;

b)

„bevriezing van tegoeden” : het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

c)

„economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

d)

„bevriezing van economische middelen” : het voorkomen van het gebruik van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verwerven, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of hypothekeren ervan;

e)

„technische bijstand” : alle technische bijstand in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

f)

„Sanctiecomité” : het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is opgericht overeenkomstig punt 24 van Resolutie 1970 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

g)

„grondgebied van de Unie” : het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;

h)

„aangewezen vaartuigen” : vaartuigen die zijn aangewezen door het Sanctiecomité als bedoeld in punt 11 van Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad, als opgesomd in bijlage V bij deze verordening;

i)

„contactpunt van de regering van Libië” : het contactpunt dat is aangewezen door de regering van Libië en gemeld bij het Sanctiecomité overeenkomstig punt 3 van Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad.

Artikel 2

1.  Er geldt een verbod op:

a) de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië van de in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Unie;

b) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

2.  Het is verboden de in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren uit Libië, ongeacht of het product van Libische oorsprong is.

3.  Lid 1 is niet van toepassing op beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de VN, personeel van de Unie of van haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Libië worden uitgevoerd.

4.  In afwijking van lid 1 kunnen de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, mits zij vaststellen dat dergelijke uitrusting uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of beschermend gebruik.

▼M9

Artikel 2 bis

1.  Een voorafgaande vergunning is vereist voor:

a) de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië van de in bijlage VII genoemde goederen, ongeacht of die goederen van oorsprong zijn uit de Unie;

b) technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de in bijlage VII genoemde goederen, of in verband met de verstrekking, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik ervan, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië;

c) financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage VII genoemde goederen, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van dergelijke goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand of tussenhandeldiensten, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië.

2.  Bijlage VII omvat de goederen die kunnen worden gebruikt voor migrantensmokkel en mensenhandel.

3.  Lid 1 is niet van toepassing op de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar de Libische regering door autoriteiten van de lidstaten van de in bijlage VII genoemde goederen, noch op het verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand in verband met die goederen.

4.  De bevoegde autoriteit verleent geen vergunning als bedoeld in lid 1 wanneer er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat deze goederen zouden kunnen worden gebruikt voor migrantensmokkel of mensenhandel.

5.  Indien een in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteit in overeenstemming met dit artikel een vergunning weigert, nietig verklaart, opschort, substantieel wijzigt of intrekt, stelt de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie daarvan in kennis en deelt hij de relevante informatie met hen.

▼B

Artikel 3

1.  Er geldt een verbod op:

a) het direct of indirect verlenen van technische bijstand in verband met goederen en technologie die in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie ( 1 ) (hierna de „gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen” genoemd) zijn opgenomen, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van in die lijst opgenomen goederen, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië;

b) het direct of indirect verlenen van technische bijstand in verband met in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië;

c) het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie die op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen of in bijlage I zijn opgenomen, met inbegrip van in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië;

d) het direct of indirect verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met de terbeschikkingstelling van gewapende huurlingen in Libië of voor inzet in Libië;

e) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de onder a) tot en met d) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

2.  In afwijking van lid 1 zijn de daarin vermelde verbodsbepalingen niet van toepassing op:

a) het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of beschermend gebruik;

b) beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de VN, personeel van de Unie of van haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Libië worden uitgevoerd;

c) het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met niet-dodelijke militaire uitrusting uitsluitend bedoeld voor bijstand aan de Libische regering bij beveiliging of ontwapening.

3.  In afwijking van lid 1, en mits voorafgaande goedkeuring door het Sanctiecomité, zijn de daarin vermelde verbodsbepalingen niet van toepassing op:

a) het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met andere verkopen en leveringen van wapens en daarmee verband houdend materiaal;

b) het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met militaire uitrusting, inclusief wapens en daarmee verband houdend materiaal, die niet valt onder punt a) en uitsluitend is bedoeld voor bijstand aan de Libische regering bij beveiliging of ontwapening;

4.  In afwijking van lid 1kunnen de in bijlage IV vermelde bevoegde autoriteiten in de lidstaten machtiging verlenen tot het verlenen van technische bijstand, financiering en financiële bijstand in verband met uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, indien zij van oordeel zijn dat dergelijke uitrusting uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of beschermend gebruik.

Artikel 4

Teneinde de overdracht te voorkomen van goederen en technologie die vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of waarvan de levering, verkoop, overdracht, uitvoer of invoer bij deze verordening is verboden, verstrekt de persoon die informatie moet verstrekken, bovenop de voorschriften betreffende de verplichting om vóór aankomst respectievelijk vertrek informatie te verstrekken, die zijn vastgesteld in de bepalingen inzake summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang en inzake douaneaangiften, opgenomen in de Verordeningen (EG) nr. 450/2008 ( 2 ) en (EU) nr. 952/2013 ( 3 ) van het Europees Parlement en de Raad, voor alle goederen die van of naar Libië het douanegebied van de Unie worden binnengebracht of hetzelve verlaten, een verklaring waaruit blijkt dat de goederen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen of onder deze verordening vallen alsmede, indien voor de uitvoer van die goederen een vergunning nodig is, nadere bijzonderheden over de verleende uitvoervergunning. Deze vereiste aanvullende gegevens worden al naar het geval schriftelijk dan wel middels een douaneaangifte verstrekt aan de bevoegde douaneautoriteiten van de betrokken lidstaat.

Artikel 5

1.  Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de in bijlagen II en III genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, worden bevroren.

2.  Aan of ten behoeve van de in bijlagen II en III genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

3.  Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect worden omzeild.

4.  Alle tegoeden en economische middelen die op 16 september 2011 toebehoorden aan, eigendom waren van, in het bezit waren van of onder zeggenschap stonden van de in bijlage VI genoemde entiteiten, en die zich op die datum buiten Libië bevonden, blijven bevroren.

Artikel 6

▼M25

1.  Bijlage II omvat de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die zijn aangewezen door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité overeenkomstig punt 22 van Resolutie 1970 (2011) van de VN-Veiligheidsraad, punt 19, 22 of 23 van Resolutie 1973 (2011) van de VN-Veiligheidsraad, punt 4 van Resolutie 2174 (2014) van de VN-Veiligheidsraad, punt 11 van Resolutie 2213 (2015) van de VN-Veiligheidsraad, punt 11 van Resolutie 2362 (2017) van de VN-Veiligheidsraad of punt 11 van Resolutie 2441 (2018) van de VN-Veiligheidsraad.

▼B

2.  Bijlage III omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die niet in bijlage II zijn genoemd, en:

a) die betrokken zijn bij of medeplichtig zijn aan het bevelen, toezien op of anderszins aansturen van het plegen van ernstige schendingen van de mensenrechten ten aanzien van personen in Libië, inclusief door betrokkenheid bij of medeplichtigheid aan het plannen, aanvoeren, bevelen of uitvoeren van aanvallen, waaronder luchtbombardementen, met schending van het internationaal recht, tegen de burgerbevolking of de infrastructuur;

b) die de bepalingen van Resolutie 1970 (2011) van de VN-Veiligheidsraad, Resolutie 1973 (2011) van de VN-Veiligheidsraad, of van deze verordening hebben geschonden of bij de schending van de bepalingen hebben geholpen;

c) van wie is vastgesteld dat zij betrokken waren bij het repressieve beleid van het voormalige regime van Muammar Kadhafi in Libië of anderszins formeel met dat regime verbonden waren, en die onverminderd een risico vormen voor de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van Libië of voor de succesvolle voltooiing van het politieke overgangsproces in het land;

d) die betrokken zijn bij of steun verlenen aan acties die de vrede, stabiliteit of veiligheid van Libië bedreigen of de voltooiing van het democratische overgangsproces in Libië belemmeren of ondermijnen, bijvoorbeeld:

i) door in Libië handelingen te plannen, aan te sturen of uit te voeren die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen in Libië;

ii) door aanvallen te plegen op een lucht-, binnen- of zeehaven in Libië, een Libische staatsinstelling of -installatie of een buitenlandse missie, in Libië;

iii) door steun te verlenen aan gewapende groepen of criminele netwerken, onder meer door de illegale ontginning van ruwe aardolie of andere natuurlijke hulpbronnen in Libië;

iv) door bedreigingen te uiten jegens of dwang uit te oefenen op financiële instellingen van de Libische staat of de Libische nationale oliemaatschappij, of door handelingen uit te voeren die kunnen leiden tot of resulteren in verduistering van fondsen van de Libische overheid;

v) door de bepalingen van het wapenembargo tegen Libië, vastgesteld in Resolutie 1970 (2011) van de VN-Veiligheidsraad en in artikel 1 van deze verordening, te overtreden of door steun te verlenen aan het omzeilen ervan;

vi) omdat zij personen, entiteiten of lichamen zijn die voor, namens of op aanwijzing van de hierboven genoemde personen, entiteiten of lichamen handelen, of doordat zij entiteiten of lichamen zijn die eigendom zijn van of onder zeggenschap staan daarvan of van de in de bijlagen II of III vermelde personen, entiteiten of lichamen; of

e) omdat zij fondsen van de Libische overheid in hun bezit hebben, of daarover zeggenschap uitoefenen, die tijdens het voormalige regime van Muammar Kadhafi in Libië wederrechtelijk zijn verkregen en die kunnen worden ingezet om de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van Libië te bedreigen of om de succesvolle voltooiing van het politieke overgangsproces in het land te belemmeren of te ondermijnen.

3.  In de bijlagen II en III wordt de motivering voor plaatsing op de lijst van de personen, entiteiten en lichamen vermeld, zoals verschaft door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité voor bijlage II.

4.  In de bijlagen II en III wordt, indien voorhanden, informatie opgenomen die noodzakelijk is voor de vaststelling van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen, zoals verschaft door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité voor bijlage II. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, waaronder aliassen, geboortedatum en -plaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging. In bijlage II wordt tevens de datum vermeld waarop zij door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité op de lijst zijn geplaatst.

5.  In bijlage VI wordt de motivering voor plaatsing op de lijst van de in artikel 5, lid 4, van deze verordening bedoelde personen, entiteiten en lichamen vermeld, zoals verschaft door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité.

Artikel 7

Wat betreft personen, entiteiten en lichamen die niet zijn aangewezen in bijlag II of III, waarin een in die bijlagen aangewezen persoon, entiteit of lichaam een belang heeft, vormt de verplichting om tegoeden en economische middelen van de aangewezen persoon of entiteit of het aangewezen lichaam te bevriezen geen beletsel voor dergelijke niet-aangewezen personen, entiteiten of lichamen om wettig zaken te blijven doen, voor zover deze zakenactiviteiten niet inhouden dat tegoeden of economische middelen ter beschikking worden gesteld van een aangewezen persoon, entiteit of lichaam.

Artikel 8

1.  In afwijking van artikel 5 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als aangewezen op de in bijlage IV vermelde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) nodig zijn voor uitgaven in verband met basisbehoeften van de in bijlage II of III of artikel 5, lid 4, genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen,

met dien verstande dat indien de toestemming een in bijlage II of artikel 5, lid 4, genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft, de betrokken lidstaat deze vaststelling en zijn voornemen toestemming te geven bij het Sanctiecomité heeft aangemeld, en het Sanctiecomité niet binnen de vijf werkdagen na die aanmelding bezwaar heeft geuit.

2.  In afwijking van artikel 5 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, genoemd op de in bijlage IV vermelde websites, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de bevroren tegoeden of economische middelen nodig zijn voor buitengewone uitgaven en aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) indien de toestemming een in bijlage II of artikel 5, lid 4, genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft zijn voornemen bij het Sanctiecomité aangemeld en het Sanctiecomité heeft dat voornemen goedgekeurd; en

b) indien de toestemming een in bijlage III genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de bevoegde autoriteit heeft de redenen waarom zij meent dat een specifieke toestemming moet worden gegeven, ten minste twee weken voordat de toestemming wordt gegeven, bij de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie aangemeld.

Artikel 9

1.  In afwijking van artikel 5 kunnen, met betrekking tot de in de bijlage II genoemde personen, entiteiten of lichamen en de in artikel 5, lid 4, genoemde entiteiten, de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

a) de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair vastgesteld retentierecht, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat is vastgesteld:

i) vóór de datum waarop de persoon, de entiteit of het lichaam in bijlage II werd opgenomen; of

ii) vóór de datum waarop de in artikel 5, lid 4, bedoelde entiteit door de Veiligheidsraad op de VN-lijst werd geplaatst;

b) de betrokken tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c) het retentierecht of het justitiële vonnis is niet ten behoeve van een in bijlage II of III genoemde persoon, entiteit of lichaam;

d) de erkenning van het retentierecht of van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; en

e) het retentierecht of het vonnis is door de lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.

2.  In afwijking van artikel 5 kunnen, met betrekking tot de in bijlage III genoemde personen, entiteiten of lichamen, de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

a) de desbetreffende tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld voor de datum waarop de in artikel 5 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage III, of van een rechterlijke of administratieve beslissing die in de Unie is uitgesproken, of van een rechterlijke beslissing die in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en die van voor of na die datum dateert;

b) de desbetreffende tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan de vorderingen die bij de beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van die vorderingen;

c) de beslissing komt niet ten goede aan een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam genoemd in bijlage II of III; en

d) de erkenning van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

3.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel gegeven toestemming.

Artikel 10

In afwijking van artikel 5 kunnen de in bijlage IV opgesomde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan in bijlage III opgenomen personen, entiteiten of lichamen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan in bijlage III opgenomen personen, entiteiten of lichamen, indien zij zulks noodzakelijk achten voor humanitaire doeleinden, zoals de levering of facilitering van humanitaire hulpverlening, de verlening van materialen en artikelen waarmee wordt voorzien in essentiële behoeften van de burgerbevolking, met inbegrip van levensmiddelen, landbouwproducten voor de productie daarvan, medicijnen en de voorziening van elektriciteit, of de evacuatie van buitenlandse onderdanen uit Libië. Lidstaten die toestemming verlenen op grond van dit artikel, stellen de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken daarvan in kennis.

Artikel 11

1.  In afwijking van artikel 5, lid 4, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals vermeld op de websites van bijlage IV, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een of meer van de volgende doeleinden:

i) humanitaire behoeften;

ii) brandstof, elektriciteit en water, uitsluitend voor civiel gebruik;

iii) de hervatting van de productie en verkoop van koolwaterstoffen door Libië;

iv) de oprichting, werking of versterking van civiele bestuursinstellingen of civiele openbare infrastructuur; of

v) de hervatting van de werkzaamheden van de bancaire sector, onder andere ter bevordering of facilitering van de internationale handel met Libië;

b) de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van zijn voornemen om toegang te verlenen tot tegoeden of economische middelen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit;

c) de betrokken lidstaat bevestigt aan het Sanctiecomité dat de betrokken tegoeden of economische middelen niet ter beschikking worden gesteld van of ten goede komen aan de in de bijlagen II of III genoemde personen, entiteiten of lichamen;

d) de betrokken lidstaat heeft vooraf met de Libische autoriteiten overlegd over het gebruik van de tegoeden of economische middelen; en

e) de betrokken lidstaat heeft de Libische autoriteiten in kennis gesteld van de overeenkomstig punten b) en c) van dit lid gedane kennisgevingen en de Libische autoriteiten hebben niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit tegen de vrijgave van de tegoeden of economische middelen.

2.  In afwijking van artikel 5, lid 4, en mits een betaling verschuldigd is door personen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij zijn aangewezen door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals vermeld op de websites van bijlage IV, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de betaling niet in strijd is met artikel 5, lid 2, en evenmin in het voordeel is van een in artikel 5, lid 4, bedoelde entiteit;

b) de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité ten minste tien werkdagen van tevoren in kennis gesteld van zijn voornemen toestemming te verlenen.

Artikel 12

1.  Artikel 5, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a) rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b) betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen door het Sanctiecomité, de Veiligheidsraad of de Raad zijn aangewezen;

c) betalingen verschuldigd uit hoofde van justitiële, administratieve of scheidsrechterlijke beslissingen of vonnissen, als bedoeld in artikel 9, lid 1; of

d) verschuldigde betalingen uit hoofde van in de Unie gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissingen, als bedoeld in artikel 9, lid 2,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 5, lid 1, worden bevroren.

2.  Artikel 5, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

Artikel 13

In afwijking van artikel 5 en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage II of III genoemde personen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij zijn aangewezen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals genoemd op de in bijlage IV opgenomen websites, onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

i) de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een in bijlage II of III genoemde persoon, entiteit of lichaam;

ii) de betaling niet in strijd is met artikel 5, lid 2;

b) indien de toestemming een in bijlage II genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft het voornemen toestemming te geven, ten minste tien werkdagen van tevoren bij het Sanctiecomité aangemeld;

c) indien de toestemming een in bijlage III genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft deze vaststelling en het voornemen toestemming te geven, ten minste twee weken voordat de toestemming wordt gegeven, bij de andere lidstaten en de Commissie aangemeld.

Artikel 14

In afwijking van artikel 5, lid 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als aangewezen op de websites die in bijlage IV worden vermeld, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde tegoeden en economische middelen aan havenautoriteiten als bedoeld in bijlage III, met betrekking tot de uitvoering, tot 15 juli 2011, van overeenkomsten die zijn gesloten vóór 7 juni 2011, met uitzondering van overeenkomsten die betrekking hebben op olie, gas en geraffineerde olieproducten. Lidstaten die toestemming verlenen op grond van dit artikel, stellen de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken daarvan in kennis.

Artikel 15

▼M10

1.  Er geldt een verbod op het laden, vervoeren of lossen van aardolie, inclusief ruwe olie en geraffineerde aardolieproducten, uit Libië op aangewezen vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, tenzij de bevoegde autoriteit van die lidstaat na overleg met het contactpunt van de regering van Libië daarvoor toestemming geeft.

▼B

2.  Het is verboden aangewezen vaartuigen toe te laten in of aangewezen vaartuigen toegang te verlenen tot havens op het grondgebied van de Unie, indien het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald.

3.  De in lid 2 vervatte maatregel is niet van toepassing indien de toegang tot een haven op het grondgebied van de Unie noodzakelijk is voor een inspectie, vanwege een noodsituatie of wanneer het vaartuig terugkeert naar Libië.

4.  Er geldt, indien het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald, een verbod op het verlenen door onderdanen van de lidstaten of vanuit het grondgebied van de lidstaten van bunker- of leveringsdiensten of van andere diensten aan aangewezen vaartuigen, met inbegrip van de voorziening van brandstof of andere benodigdheden.

5.  De in bijlage IV vastgestelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen vrijstellingen toestaan van de bij lid 4 ingestelde maatregel indien dit noodzakelijk is om humanitaire redenen of om veiligheidsredenen, of wanneer het vaartuig terugkeert naar Libië. Elke vergunning van die aard wordt schriftelijk gemeld bij het Sanctiecomité en de Commissie.

▼M10

6.  Er geldt, indien het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald, een verbod op financiële transacties, met inbegrip van de verkoop, het aanwenden als krediet alsmede het afsluiten van een verzekering voor het vervoer van aardolie, inclusief ruwe olie en geraffineerde aardolieproducten aan boord van aangewezen vaartuigen. Dit verbod is niet van toepassing op het aannemen van havengeld in de in lid 3 bedoelde gevallen.

▼B

Artikel 16

1.  De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit die, dan wel het lichaam dat die maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.  Acties van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.

Artikel 17

1.  Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schadevergoeding of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, in het bijzonder een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm daarvan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a) de in de bijlagen II of III genoemde personen, entiteiten of lichamen;

b) een andere Libische persoon, entiteit of lichaam, de Libische regering daaronder begrepen;

c) een persoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de in punt a) of punt b) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.  In elke procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, moet het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eiser worden geleverd.

3.  Dit artikel geldt onverminderd het recht van de personen, entiteiten en lichamen die in lid 1 worden genoemd, op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van de contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 18

1.  Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 5 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, zoals aangegeven op de lijst van websites van bijlage IV, en deze informatie, direct of via de lidstaten, aan de Commissie te doen toekomen; en

b) samen te werken met deze bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.  Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

3.  Lid 2 belet de lidstaten niet dergelijke informatie, overeenkomstig hun nationale wetgeving, uit te wisselen met de relevante autoriteiten van Libië en met andere lidstaten indien dit nodig is om wederrechtelijk verkregen vermogensbestanddelen terug te vorderen.

Artikel 19

De lidstaten en de Commissie stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken, uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

Artikel 20

De Commissie wordt gemachtigd:

a) bijlage IV te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie;

b) bijlage V te wijzigen op grond van de wijzigingen van bijlage V bij Besluit (GBVB) 2015/1333 en op basis van door het Sanctiecomité gemaakte overwegingen in het kader van punten 11 en 12 van Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad;

▼M9

c) bijlage VII te wijzigen om de lijst goederen die kunnen worden gebruikt voor migrantensmokkel of mensenhandel te verfijnen of aan te passen, of om de codes van de gecombineerde nomenclatuur opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, te actualiseren.

▼M7

Artikel 21

1.  Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, neemt de Raad die natuurlijke persoon of rechtspersoon of die entiteit of dat lichaam op in bijlage II of VI.

2.  Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 6, lid 2, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage III dienovereenkomstig.

3.  De Raad stelt de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam, bedoeld in de leden 1 en 2, in kennis van zijn besluit, alsook van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

4.  Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam, bedoeld in de leden 1 en 2, van het resultaat in kennis.

5.  Indien de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te wijzigen, past de Raad bijlage II of VI dienovereenkomstig aan.

6.  De lijst in bijlage III wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de twaalf maanden opnieuw bezien.

▼B

Artikel 22

1.  De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening, en zij nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. De aldus vastgestelde sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.

2.  De lidstaten brengen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld op de hoogte van die regels, alsook van latere wijzigingen.

Artikel 23

Waar er in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderszins van de verplichting de Commissie te informeren of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage IV.

Artikel 24

Deze verordening is van toepassing:

a) op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b) aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c) op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d) op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

e) op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 25

Verordening (EU) nr. 204/2011 wordt hierbij ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 26

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

LIJST VAN DE UITRUSTING DIE VOOR INTERNE REPRESSIE ZOU KUNNEN WORDEN GEBRUIKT, ALS BEDOELD IN DE ARTIKELEN 2, 3 EN 4

1. De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:

1.1 Vuurwapens die niet vallen onder ML 1 en ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie ( 4 ) (hierna „de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen” genoemd);

1.2 Munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

1.3 Vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

2. Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

3. De volgende voertuigen:

3.1 Voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing;

3.2 Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;

3.3 Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;

3.4 Voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;

3.5 Voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;

3.6 Voor de in de punten 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen voor oproerbeheersing.

Noot 1: Dit punt is niet van toepassing op voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor brandbestrijding.

Noot 2: Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term „voertuigen” ook opleggers en aanhangwagens.

4. De volgende explosieven en aanverwante stoffen:

4.1 Uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; met uitzondering van: apparatuur en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere apparatuur of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);

4.2 Ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen;

4.3 De volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen, en aanverwante stoffen:

a) amatol;

b) nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %);

c) nitroglycol;

d) penta-erythritoltetranitraat (PETN);

e) picrylchloride;

f) 2,4,6-trinitrotolueen (TNT).

5. De volgende beschermende apparatuur die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen:

5.1 Lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;

5.2 Kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.

Noot: Dit punt heeft geen betrekking op:

  uitrusting speciaal ontworpen voor sportactiviteiten;

  uitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.

6. Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.

7. Nachtzicht- en thermische beeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen.

8. Scheermesprikkeldraad.

9. Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.

10. Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.

11. Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.

▼M8




BIJLAGE II

LIJST VAN NATUURLIJKE PERSONEN, RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN OF LICHAMEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6, LID 1

A.   Personen

6.    Naam: 1: ABU 2: ZAYD 3: UMAR 4: DORDA

Titel: n.v.t. Functie: a) Directeur externe veiligheidsorganisatie. b) Hoofd van het bureau externe inlichtingen. Geboortedatum:4 april 1944Geboorteplaats: n.v.t. Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Libië (vermoedelijke status/verblijfplaats: in hechtenis in Libië) Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 27 juni 2014, 1 april 2016) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 (reisverbod). Op 17 maart 2011 op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1970 (bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5938451

7.    Naam: 1: ABU 2: BAKR 3: YUNIS 4: JABIR

Titel: Generaal-majoor Functie: Minister van Defensie. Geboortedatum: 1952 Geboorteplaats: Jalo, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 (reisverbod). Op 17 maart 2011 op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1970 (bevriezing van tegoeden). Vermoedelijke status/verblijfplaats: overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525775

8.    Naam: 1: MATUQ 2: MOHAMMED 3: MATUQ 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Staatssecretaris van nutsvoorzieningen. Geboortedatum: 1956 Geboorteplaats: Khoms, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 (reisverbod). Op 17 maart 2011 op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1970 (bevriezing van tegoeden). Vermoedelijke status/verblijfplaats: onbekend; vermoedelijk gevangengenomen. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525795

9.    Naam: 1: AISHA 2: MUAMMAR MUHAMMED 3: ABU MINYAR 4: QADHAFI

Titel: n.v.t. Functie: n.v.t. Geboortedatum: 1978 Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: Aisha Muhammed Abdul Salam (Libisch Paspoort nr.: 215215) Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: Libië 428720 Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Sultanaat Oman (vermoedelijke status/verblijfplaats: Sultanaat Oman) Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 11 november 2016, 26 september 2014, 21 maart 2013, 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525815

10.    Naam: 1: HANNIBAL 2: MUAMMAR 3: QADHAFI 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: n.v.t. Geboortedatum:20 september 1975Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: Libië B/002210 Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Libië (in gevangenschap) Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 11 november 2016, 26 september 2014, 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525835

11.    Naam: 1: KHAMIS 2: MUAMMAR 3: QADHAFI 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: n.v.t. Geboortedatum: 1978 Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 26 september 2014, 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Vermoedelijke status/verblijfplaats: overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525855

12.    Naam: 1: MOHAMMED 2: MUAMMAR 3: QADHAFI 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: n.v.t. Geboortedatum: 1970 Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Sultanaat Oman (vermoedelijke status/verblijfplaats: Sultanaat Oman) Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 26 september 2014, 4 september 2013, 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525875

13.    Naam: 1: MUAMMAR 2: MOHAMMED 3: ABU MINYAR 4: QADHAFI

Titel: n.v.t. Functie: Leider van de revolutie, opperbevelhebber van de strijdkrachten. Geboortedatum: 1942 Geboorteplaats: Sirte, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 4 september 2013, 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Vermoedelijke status/verblijfplaats: overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525895

14.    Naam: 1: MUTASSIM 2: QADHAFI 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Nationale veiligheidsadviseur. Geboortedatum: a) 1976 b)5 februari 1974Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: a) Almuatesem Bellah Muammer Qadhafi b) Mutassim Billah Abuminyar Qadhafi Onzekere alias: a) Muatasmblla b) Muatasimbllah c) Moatassam Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: Libië B/001897 Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 1 april 2016, 26 september 2014, 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Vermoedelijke status/verblijfplaats: overleden. Naar verluidt overleden in Sirte, Libië, op 20 oktober 2011. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525915

15.    Naam: 1: SAADI 2: QADHAFI 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Bevelhebber van de speciale strijdkrachten. Geboortedatum: a)27 mei 1973b)1 januari 1975Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: a) 014797 b) 524521 Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Libië (in hechtenis) Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 26 maart 2015, 2 april 2012, 14 maart 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 (reisverbod). Op 17 maart 2011 op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1970 (bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525935

16.    Naam: 1: SAIF AL-ARAB 2: QADHAFI 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: n.v.t. Geboortedatum: 1982 Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 (reisverbod). Op 17 maart 2011 op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1970 (bevriezing van tegoeden). Vermoedelijke status/verblijfplaats: overleden. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525955

17.    Naam: 1: SAIF AL-ISLAM 2: QADHAFI 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Directeur van de Qadhafi Foundation. Geboortedatum:25 juni 1972Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: Libië B014995 Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Libië (vermoedelijke status/verblijfplaats: beperkte bewegingsvrijheid in Zintan, Libië) Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op 11 november 2016, 26 september 2014, 2 april 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525975

18.    Naam: 1: ABDULLAH 2: AL-SENUSSI 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: Kolonel Functie: Directeur militaire inlichtingen Geboortedatum: 1949 Geboorteplaats: Sudan Zekere alias: a) Abdoullah Ould Ahmed (Paspoort nr.: B0515260; geboortedatum: 1948; Geboorteplaats: Anefif (Kidal), Mali; datum van afgifte: 10 januari 2012; plaats van afgifte: Bamako, Mali; verstrijkt op: 10 januari 2017) b) Abdoullah Ould Ahmed (Mali, identiteitsnr. 073/SPICRE; geboorteplaats: Anefif, Mali; Datum van afgifte: 6 december 2011; plaats van afgifte: Essouck, Mali) Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Libië (vermoedelijke status/verblijfplaats: in hechtenis in Libië.) Op de lijst geplaatst op:26 februari 2011 (gewijzigd op27 juni 2014, 21 maart 2013) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 (reisverbod). Op 17 maart 2011 op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1970 (bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525995

19.    Naam: 1: SAFIA 2: FARKASH 3: AL-BARASSI 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: n.v.t. Geboortedatum: rond 1952 Geboorteplaats: Al Bayda, Libië Zekere alias: Safia Farkash Mohammed Al-Hadad, geboren op 1 januari 1953 (Omaans paspoort nr. 03825239, afgegeven op 4 mei 2014, verstrijkt op 3 mei 2024.) Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: 03825239 Nationaal identiteitsnr.: 98606491 Adres: a) Sultanaat Oman b) (vermoedelijke verblijfplaats — Egypte) Op de lijst geplaatst op:24 juni 2011 (gewijzigd op 1 april 2016, 26 maart 2015, 26 september 2014, 4 september 2013, 2 april 2012, 13 februari 2012) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 en punt 19 van Resolutie 1973 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5526015

20.    Naam: 1: ABDELHAFIZ 2: ZLITNI 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: a) minister van Planning en Financiën in de regering van kolonel Kadhafi. b) secretaris van het Algemeen Volkscomité voor financiën en planning c) interimdirecteur van de centrale bank van Libië. Geboortedatum: 1935 Geboorteplaats: n.v.t. Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: Libië Op de lijst geplaatst op:24 juni 2011 (gewijzigd op 11 november 2016, 26 september 2014) Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 15 van Resolutie 1970 en punt 19 van Resolutie 1973 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un5526035

▼M23

21.    Naam: 1: ERMIAS 2: ALEM 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Leider van een transnationaal netwerk van mensenhandel Geboortedatum: rond 1980 Geboorteplaats: Eritrea Zekere alias: Ermias Ghermay, Guro Onzekere alias: a) Ermies Ghermay b) Ermias Ghirmay Nationaliteit: Eritrea Paspoortnr.: n.v.t. Nationaal identificatienr.: n.v.t. Adres: (Bekend adres: Tripoli, Tarig sure no. 51, waarschijnlijk verhuisd naar Sabratha in 2015.) Op de lijst geplaatst op:7 juni 2018Overige informatie: Op een lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden)

Op een lijst geplaatst uit hoofde van punt 225 a) van Resolutie 1970 (2011); punt 4 a) van Resolutie 2174 (2014); punt 11 a) van Resolutie 2213 (2015).

Aanvullende informatie:

Ermias Alem is uitvoerig gedocumenteerd in diverse betrouwbare bronnen, waaronder strafrechtelijke onderzoeken, en wordt daarin geïdentificeerd als een van de belangrijkste actoren ten zuiden van de Sahara die betrokken zijn bij de illegale handel in migranten in Libië. Ermias Alem is leider van een transnationaal netwerk dat verantwoordelijk is voor het verhandelen en smokkelen van tienduizenden migranten, voornamelijk vanuit de Hoorn van Afrika naar de kust van Libië en vervolgens naar landen van bestemming in Europa en de Verenigde Staten. Hij beschikt over gewapende mannen, opslagplaatsen en detentiekampen, waar naar verluidt de mensenrechten van de migranten ernstig worden geschonden. Hij werkt nauw samen met Libische smokkelnetwerken, zoals dat van Mustafa, en wordt beschouwd als hun „oostelijke toeleveringsketen”. Zijn netwerk strekt zich uit van Sudan tot de Libische kust en tot Europa (Italië, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk) en de Verenigde Staten. Alem leidt privédetentiekampen rond de Libische noordwestkust, waar migranten worden vastgehouden en waar ernstig misbruik van migranten heeft plaatsgevonden. Vanuit deze kampen worden de migranten naar Sabratha of Zawiya vervoerd. In de afgelopen jaren heeft Alem talloze levensgevaarlijke reizen over zee voor migranten (onder wie talrijke minderjarigen) georganiseerd. Het Hof van Palermo (Italië) vaardigde in 2015 aanhoudingsbevelen uit tegen Ermias Alem met betrekking tot het smokkelen van duizenden migranten in mensonwaardige omstandigheden, met inbegrip van de schipbreuk van 13 oktober 2013 nabij Lampedusa, waarbij 266 mensen het leven lieten.

22.    Naam: 1: FITIWI 2: ABDELRAZAK 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Leider van een transnationaal netwerk van mensenhandel Geboortedatum: Ongeveer (30-35 jaar oud) Geboorteplaats: Massaua, Eritrea Zekere alias: Abdurezak, Abdelrazaq, Abdulrazak, Abdrazzak Onzekere alias: Fitwi Esmail Abdelrazak Nationaliteit: Eritrea Paspoortnr.: n.v.t. Nationaal identificatienr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:7 juni 2018Overige informatie: Op een lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden)

Op een lijst geplaatst uit hoofde van punt 22 a) van Resolutie 1970 (2011); punt 4 a) van Resolutie 2174 (2014); punt 11 a) van Resolutie 2213 (2015).

Aanvullende informatie:

Fitiwi Abdelrazak is leider van een transnationaal netwerk dat verantwoordelijk is voor het verhandelen en smokkelen van tienduizenden migranten, voornamelijk vanuit de Hoorn van Afrika naar de kust van Libië en vervolgens naar landen van bestemming in Europa en de Verenigde Staten. Fitiwi Abdelrazak is in open bronnen en in meerdere strafrechtelijke onderzoeken geïdentificeerd als een van de belangrijkste actoren achter de uitbuiting en het misbruik van een groot aantal migranten in Libië. Abdelrazak heeft uitgebreide contacten met Libische smokkelnetwerken en heeft zich enorm verrijkt met de illegale handel in migranten. Hij beschikt over gewapende mannen, opslagplaatsen en detentiekampen, waar de mensenrechten van migranten ernstig worden geschonden. Zijn netwerk beslaat cellen in Sudan, Libië, Italië en verder in de landen van bestemming voor migranten. De migranten in deze kampen worden ook van andere partijen, zoals andere plaatselijke detentiefaciliteiten, overgekocht. Vanuit deze kampen worden de migranten naar de Libische kust gebracht. Abdelrazak heeft talloze levensgevaarlijke reizen over zee georganiseerd voor migranten (waaronder minderjarigen). Abdelrazak wordt in verband gebracht met minstens twee schipbreuken met fatale gevolgen tussen april 2014 en juli 2014.

23.    Naam: 1: AHMAD 2: OUMAR 3: IMHAMAD 4: AL-FITOURI

Titel: n.v.t. Functie: Commandant van de Anas al-Dabbashi-militie, leider van een transnationaal netwerk van mensenhandel Geboortedatum:7 mei 1988Geboorteplaats: (Mogelijk Sabratha, wijk Talil) Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: a) Al-Dabachi b) Al Ammu c) The Uncle d) Al-Ahwal e) Al Dabbashi Nationaliteit: Libië Paspoortnr.: n.v.t. Nationaal identificatienr.: n.v.t. Adres: a) Garabulli, Libië b) Zawiya, Libië Op de lijst geplaatst op:7 juni 2018Overige informatie: Op een lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden)

Op een lijst geplaatst uit hoofde van punt 22 a) van Resolutie 1970 (2011); punt 4 a) van Resolutie 2174 (2014); punt 11 a) van Resolutie 2213 (2015). Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/

Aanvullende informatie:

Ahmad Imhamad is de commandant van de Anas al-Dabbashi-militie, die voorheen in de kuststreek tussen Sabratha en Melita actief was. Imhamad is een belangrijke leider in illegale activiteiten inzake de handel in migranten. De clan en de militie van al-Dabbashi onderhouden ook betrekkingen met terroristische en gewelddadige extremistische groeperingen. Imhamad is momenteel actief nabij Zawiya, nadat in oktober 2017 in het kustgebied gewelddadige schermutselingen uitbraken met andere milities en rivaliserende smokkelorganisaties, waarbij meer dan dertig doden — ook burgers — vielen. Als antwoord op zijn ontzetting zwoer Ahmad Imhamad op 4 december 2017 publiekelijk dat hij naar Sabratha zou terugkeren met wapens en strijdkrachten. Er is omstandig bewijs dat de militie van Imhamad rechtstreeks betrokken is bij de illegale handel in en smokkel van migranten en dat zijn militie de controle heeft over vertreklocaties, kampen, onderduikadressen en boten voor migranten. Er zijn aanwijzingen die de conclusie staven dat Imhamad migranten (onder wie ook minderjarigen) heeft blootgesteld aan wrede omstandigheden op land en op zee, soms met de dood tot gevolg. Na gewelddadige schermutselingen tussen de militie van Imhamad en andere milities in Sabratha, werden duizenden migranten aangetroffen (van wie er velen zeer slecht aan toe waren), van wie de meesten in centra van de martelaren van de Anas al-Dabbashi-brigade en de al-Ghul-militie werden vastgehouden. De al-Dabbashi-clan, en de daaraan verbonden Anas al-Dabbashi-militie, hebben reeds lang banden met de Islamitische Staat (ISIL) en aanverwante netwerken.

Zij tellen meerdere ISIL-aanhangers in hun rangen, onder wie ook Abdallah al-Dabbashi, de ISIL-„kalief” van Sabratha. Imhamad heeft naar verluidt ook meegeholpen bij het orkestreren van de moord op Sami Khalifa al-Gharabli, die in juli 2017 door de gemeenteraad van Sabratha was aangesteld om de migrantensmokkel tegen te gaan. De activiteiten van Imhamad dragen in grote mate bij tot het toenemende geweld en de onveiligheid in West-Libië en zijn een bedreiging voor de vrede en de stabiliteit in Libië en de buurlanden.

▼C4

24.    Naam: 1: MUS'AB 2: MUSTAFA 3: ABU AL QASSIM 4: OMAR

▼M23

Titel: n.v.t. Functie: Leider van een transnationaal netwerk van mensenhandel Geboortedatum:19 januari 1983Geboorteplaats: Sabratha, Libië Zekere alias: Mus'ab Abu Qarin Onzekere alias: a) ABU-AL QASSIM OMAR Musab Boukrin b) The Doctor c) Al-Grein Nationaliteit: Libië Paspoortnr.: a) 782633, afgegeven op 31 mei 2005b) 540794, afgegeven op 12 januari 2008Nationaal identificatienr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op:7 juni 2018Overige informatie: Op een lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden)

Op een lijst geplaatst uit hoofde van punt 22 a) van Resolutie 1970 (2011); punt 4 a) van Resolutie 2174 (2014); punt 11 a) van Resolutie 2213 (2015). Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/

Aanvullende informatie:

Mus'ab Mustafa wordt beschouwd als een centrale speler in mensenhandel en migrantensmokkel in de regio van Sabratha, maar werkt ook vanuit Zawiya en Garibulli. Zijn transnationale netwerk beslaat Libië, Europese bestemmingen en landen bezuiden de Sahara voor het ronselen van migranten, en Arabische landen voor de financiële sector. Betrouwbare bronnen hebben aangetoond dat hij in mensenhandel en -smokkel samenwerkt met Ermias Alem, die namens Mustafa de „oostelijke toeleveringsketen” voor zijn rekening neemt. Er zijn aanwijzingen dat Mustafa betrekkingen heeft aangeknoopt met andere actoren in de mensenhandel, namelijk Mohammed al-Hadi (neef en hoofd van de al-Nasr-brigade, ook voorgedragen voor plaatsing op de lijst) in Zawiya. Een voormalige medeplichtige van Mustafa, die nu samenwerkt met de Libische autoriteiten, zegt dat Mustafa alleen al in 2015 reizen over zee voor 45 000 mensen heeft georganiseerd en daarbij migranten (onder wie minderjarigen) in levensgevaar heeft gebracht. Mustafa was de organisator van een reis op 18 april 2015 die eindigde in een schipbreuk in het Kanaal van Sicilië, waarbij 800 mensen de dood vonden. Bewijsmateriaal, ook afkomstig van het VN-panel van deskundigen, toont aan dat hij verantwoordelijk is voor de detentie van migranten onder wrede omstandigheden, waaronder in Tripoli en dicht bij Al-Wadi en de strandhotels bij Sabratha waar migranten worden vastgehouden. Naar verluidt stond Mustafa dicht bij de al-Dabbashi-clan in Sabratha, totdat er een conflict uitbrak over een „beschermingsbelasting”. Volgens bronnen heeft Mustafa mensen met nauwe banden met gewelddadige extremisten in de regio van Sabratha betaald om migranten te smokkelen namens gewelddadige extremistische kringen die financieel voordeel halen uit de exploitatie van illegale immigratie. Mustafa is verbonden aan een netwerk van smokkelaars, dat bestaat uit salafistische gewapende groeperingen in Tripoli, Sebha en Kufra.

25.    Naam: 1: MOHAMMED 2: AL-HADI 3: AL-ARABI 4: KASHLAF

Titel: n.v.t. Functie: Commandant van de Shuhada al-Nasr-brigade, hoofd van de garde van de olieraffinaderij in Zawiya Geboortedatum:15 november 1988Geboorteplaats: Zawiya, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: a) Kashlaf b) Koshlaf c) Keslaf d) al-Qasab Nationaliteit: Libië Paspoortnr.: HR8CHGP8; datum van afgifte: 27 april 2015; plaats van afgifte: Zawiyah Nationaal identiteitsnr.: 119880210419 Persoonlijke identiteitskaart nr.: 728498; datum van afgifte: 24 februari 2007Adres: Zawiya, Libië Op de lijst geplaatst op:7 juni 2018Overige informatie: Op een lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden)

Op een lijst geplaatst uit hoofde van punt 22 a) van Resolutie 1970 (2011); punt 4 a) van Resolutie 2174 (2014); punt 11 a) van Resolutie 2213 (2015).

Aanvullende informatie:

Mohammed al-Hadi is het hoofd van de Shuhada-al-Nasr-brigade in Zawiya, westelijk Libië. Zijn militie heeft de raffinaderij van Zawiya, een centraal knooppunt voor migrantensmokkel, in handen. Tevens heeft al-Hadi detentiecentra in handen, met inbegrip van het Nasr-detentiecentrum, dat in naam onder toezicht staat van DCIM. Zoals blijkt uit diverse bronnen, is het netwerk van al-Hadi een van de dominantste op het gebied van migrantensmokkel en de uitbuiting van migranten in Libië. Al-Hadi heeft uitgebreide banden met het hoofd van de lokale eenheid van de kustwacht van Zawiya, al-Rahman al-Milad, wiens eenheid boten met migranten onderschept, vaak van rivaliserende netwerken voor migrantensmokkel. De migranten worden vervolgens naar detentiefaciliteiten gebracht die onder toezicht staan van de Al Nasr-militie, waar zij naar verluidt in kritieke omstandigheden worden vastgehouden. Het panel van deskundigen voor Libië heeft bewijsmateriaal verzameld dat migranten veelvuldig werden geslagen, terwijl anderen, met name vrouwen uit landen ten zuiden van de Sahara en Marokko, op de plaatselijke markt werden verkocht als „seksslaven”. Het panel heeft ook ontdekt dat al-Hadi samenwerkt met andere gewapende groeperingen en betrokken was bij herhaalde gewelddadige schermutselingen in 2016 en 2017.

26.    Naam: 1: ABD 2: AL-RAHMAN 3: AL-MILAD 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Commandant van de kustwacht in Zawiya Geboortedatum: Ongeveer (29 jaar oud) Geboorteplaats: Tripoli, Libië Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: a) Rahman Salim Milad b) al-Bija Nationaliteit: Libië Paspoortnr.: n.v.t. Nationaal identificatienr.: n.v.t. Adres: Zawiya, Libië Op de lijst geplaatst op:7 juni 2018Overige informatie: Op een lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden)

Op een lijst geplaatst uit hoofde van punt 22 a) van Resolutie 1970 (2011); punt 4 a) van Resolutie 2174 (2014); punt 11 a) van Resolutie 2213 (2015).

Aanvullende informatie:

Abd al Rahman al-Milad leidt de regionale eenheid van de kustwacht in Zawiya die voortdurend in verband wordt gebracht met geweld tegen migranten en andere mensensmokkelaars. Het VN-panel van deskundigen stelt dat Milad en andere leden van de kustwacht rechtstreeks betrokken zijn bij het tot zinken brengen van boten met migranten met behulp van vuurwapens. Al-Milad werkt samen met andere migrantensmokkelaars, onder wie Mohammed al-Hadi (ook voorgedragen voor plaatsing op de lijst), die, suggereren bepaalde bronnen, hem beschermt zodat hij illegale activiteiten kan verrichten in verband met de handel in en de smokkel van migranten. Verscheidene getuigen in strafrechtelijke onderzoeken hebben verklaard dat zij op zee werden opgepikt door gewapende mannen op een schip van de kustwacht met de naam Tallil (gebruikt door al-Milad) en naar het al-Nasr-detentiecentrum werden gebracht, waar zij naar verluidt in gruwelijke omstandigheden werden vastgehouden en werden geslagen.

▼M22

27.    Naam: 1: IBRAHIM 2: SAEED 3: SALIM 4: JADHRAN

Titel: n.v.t. Functie: Leider van gewapende milities Geboortedatum: 1982 Geboorteplaats: n.v.t. Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: Libië Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op: 11 september 2018. Overige informatie: naam van moeder is Salma Abdula Younis. Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: www.interpol.int/en/notice/search/un/xxxx.

Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 11 (b), 11 (c) en 11 (d) van Resolutie 2213 (2015); punt 11 van Resolutie 2362 (2017).

Aanvullende informatie:

 Het bureau van de procureur-generaal van Libië heeft een aanhoudingsbevel tegen de betrokken persoon uitgevaardigd, en beschuldigt hem van het plegen van een aantal strafbare feiten.

 De betrokken persoon heeft gewapende acties en aanvallen tegen olie-installaties in de regio van de olie-halvemaan (Oil Crescent) uitgevoerd, die tot de vernietiging van die installaties hebben geleid; de meest recente aanval vond plaats op 14 juni 2018.

 De aanvallen in de regio van de olie-halvemaan hebben vele slachtoffers bij de inwoners van de regio gemaakt en hebben de levens van burgers in gevaar gebracht.

 Door de aanvallen is de Libische olie-uitvoer in de periode 2013 tot en met 2018 periodiek onderbroken, wat tot aanzienlijke verliezen voor de Libische economie heeft geleid.

 De betrokken persoon heeft geprobeerd om illegaal olie uit te voeren.

 Hij rekruteert buitenlandse strijders voor zijn herhaalde aanvallen op de regio van de olie-halvemaan.

 Door zijn acties ondermijnt de betrokken persoon de stabiliteit van Libië en staat hij de Libische partijen in de weg bij het oplossen van de politieke crisis en het uitvoeren van het actieplan van de Verenigde Naties.

▼M24

28.    Naam: 1: SALAH 2: BADI 3: n.v.t. 4: n.v.t.

Titel: n.v.t. Functie: Hooggeplaatste commandant van het tegen de regering van nationale overeenstemming gekante gewapende Alsomood-front, ook bekend als Fakhr of „de trots van Libië”, en de Misratan Al-Masra centrale-schildbrigade Geboortedatum: n.v.t. Geboorteplaats n.v.t. Zekere alias: n.v.t. Onzekere alias: n.v.t. Nationaliteit: n.v.t. Paspoort nr.: n.v.t. Nationaal identiteitsnr.: n.v.t. Adres: n.v.t. Op de lijst geplaatst op: 16 november 2018Overige informatie: Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 15 en 17 van Resolutie 1970 (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 22 a) van Resolutie 1970 (2011); punt 4 a) van Resolutie 2174 (2014) en punt 11 a) van Resolutie 2213 (2015).

Aanvullende informatie:

 Salah Badi tracht door zijn steun voor gewapend verzet voortdurend een politieke oplossing in Libië te ondermijnen. Inlichtingen uit open bronnen bevestigen dat Salah Badi een hooggeplaatste commandant is van het tegen de regering van nationale overeenstemming gekante gewapende Alsomood-front, ook bekend als Fakhr of „de trots van Libië”, en de Misratan Al-Masra centrale-schildbrigade.

 Hij speelde een leidersrol in de recente gevechten in Tripoli, die op 27 augustus 2018 losbarstten en waarin ten minste 115 mensen werden gedood, waarvan het merendeel burgers. UNSMIL richtte zich uitdrukkelijk tot de strijdkrachten onder zijn commando toen zij alle partijen bij de gevechten verzocht het geweld te staken (en hen eraan herinnerde dat aanvallen op burgers en civiele installaties verboden zijn op grond van het internationaal humanitair recht).

 Tegen het einde van 2016 en in 2017 leidde Salah Badi de tegen de regering van nationale overeenstemming gekante milities tijdens aanvallen op Tripoli in herhaaldelijke pogingen om de regering van nationale overeenstemming af te zetten en de niet-erkende „regering van nationale redding” van Khalifa Ghwell opnieuw aan de macht te brengen. Op 21 februari 2017 verscheen Badi aan de zijde van tanks in een YouTube-video die was opgenomen bij het Rixoshotel in Tripoli, waarin hij ermee dreigde de confrontatie aan te gaan met de niet door hem erkende regering van nationale overeenstemming. Op 26 en 27 mei 2017 vielen strijdkrachten van Fakhr Libya („de trots van Libië”) onder leiding van Salah Badi plaatsen in Tripoli aan, waaronder de zone Abu Sleem en de luchthavenweg. Volgens betrouwbare berichtgeving in de media, bevestigd door sociale media, maakten de strijdkrachten van Badi bij de aanval gebruik van tanks en zware artillerie.

▼B




BIJLAGE III

LIJST VAN NATUURLIJKE PERSONEN, RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6, LID 2

A.   Personen



 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

ABDUSSALAM, Abdussalam Mohammed

Positie: Hoofd terreurbestrijding, externe veiligheidsorganisatie

Geboortedatum: 1952

Geboorteplaats: Tripoli, Libië

Prominent lid revolutionair comité.

Nauwe bondgenoot van Muammar Kadhafi. Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

2.

ABU SHAARIYA

Positie: Plaatsvervangend hoofd externe veiligheidsorganisatie

Zwager van Muammar Kadhafi.

Prominent lid van het Kadhafi-regime en als zodanig nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

▼M21 —————

▼B

►M21  3. ◄

ALSHARGAWI, Bashir Saleh Bashir

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats: Traghen

Hoofd kabinet van Muammar Kadhafi. Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

►M21  4. ◄

TOHAMI, Generaal Khaled

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats: Genzur

Voormalig directeur Bureau Interne Veiligheid.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

►M21  5. ◄

FARKASH, Mohammed Boucharaya

Geboortedatum: 1 juli 1949

Geboorteplaats: Al-Bayda

Voormalig directeur inlichtingen in het Bureau Externe Veiligheid.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

►M21  6. ◄

EL-KASSIM ZOUAI, Mohamed Abou

 

Voormalig secretaris-generaal van het Algemeen Volkscongres.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

►M21  7. ◄

AL-MAHMOUDI, Baghdadi

 

Minister-president van de regering van kolonel Kadhafi.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

►M21  8. ◄

HIJAZI, Mohamad Mahmoud

 

Minister van Volksgezondheid en Milieu in de regering van kolonel Kadhafi.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

►M21  9. ◄

HOUEJ, Mohamad Ali

Geboortedatum: 1949

Geboorteplaats: Al-Azizia (bij Tripoli)

Minister van Industrie, Economie en Handel in de regering van kolonel Kadhafi.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

►M21  10. ◄

AL-GAOUD, Abdelmajid

Geboortedatum: 1943

Minister van Landbouw en Dierlijke en Maritieme Hulpbronnen in de regering van kolonel Kadhafi.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

►M21  11. ◄

AL-CHARIF, Ibrahim Zarroug

 

Minister van Sociale Zaken in de regering van kolonel Kadhafi.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

►M21  12. ◄

FAKHIRI, Abdelkebir Mohamad

Geboortedatum: 4 mei 1963

Paspoortnummer: B/014965 (verstreken eind 2013)

Minister van Onderwijs, Hoger Onderwijs en Onderzoek in de regering van kolonel Kadhafi. Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

►M21  13. ◄

MANSOUR, Abdallah

Geboortedatum: 8.7.1954

Paspoortnummer: B/014924 (verstreken eind 2013)

Voormalige naaste medewerker van kolonel Kadhafi; vervulde vooraanstaande rol in de veiligheidsdiensten, voormalig directeur van radio en televisie.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

▼M5 —————

▼B

►M21  14. ◄

AL-BAGHDADI, Dr Abdulqader Mohammed

Hoofd van het verbindingsbureau van de revolutionaire comités.

Revolutionaire comités betrokken bij geweldpleging tegen demonstranten.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

►M21  15. ◄

DIBRI, Abdulqader Yusef

Positie: Hoofd van de lijfwacht van Muammar Kadhafi

Geboortedatum: 1946

Geboorteplaats: Houn, Libië

Verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het regime. Voorgeschiedenis van geweldpleging tegen dissidenten.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

►M21  16. ◄

KADHAF AL-DAM, Sayyid Mohammed

Geboortedatum: 1948

Geboorteplaats: Sirte, Libië

Neef van Muammar Kadhafi. Sayyid was in de jaren '80 betrokken bij de moordcampagne tegen dissidenten en zou verantwoordelijk zijn voor verscheidene moorden in Europa. Voorts wordt aangenomen dat hij een rol heeft gespeeld bij de aanschaf van wapens. Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

28.2.2011

►M21  17. ◄

AL QADHAFI, Quren Salih Quren

 

Voormalig Libisch ambassadeur in Tsjaad. Is van Tsjaad naar Sabha getrokken. Rechtstreeks betrokken bij het inhuren en aansturen van huurlingen voor het regime.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

►M21  18. ◄

AL KUNI, Kolonel Amid Husain

Vermoedelijke status/verblijfplaats: Zuid-Libië

Voormalig gouverneur van Ghat (Zuid-Libië). Rechtstreeks betrokken bij het inhuren van huurlingen.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

▼M6

►M21  19. ◄

SALEH ISSA GWAIDER, Agila

Geboortedatum: 1 juni 1942

Geboorteplaats: Elgubba, Libië.

Paspoortnummer: D001001 (Libië), afgegeven op 22 januari 2015.

Agila Saleh is sinds 5 augustus 2014 voorzitter van het Libische Huis van afgevaardigden.

Saleh heeft op 17 december 2015 verklaard tegen het op 17 december 2015 ondertekende politieke akkoord over Libië te zijn.

Als voorzitter van de Raad van afgevaardigden heeft Saleh de politieke overgang in Libië belemmerd en ondergraven, onder meer door meermaals te weigeren om een stemming te houden over de regering van nationale eenheid.

Saleh heeft op 23 augustus 2016 een brief aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties gericht waarin hij kritiek uitte op de steun van de Verenigde Naties aan de regering van nationale eenheid, die hij omschreef als het opdringen „van een groep personen aan het Libisch volk […] in strijd met de grondwet en het Handvest van de Verenigde Naties”. Hij had ook kritiek op de aanneming van Resolutie 2259(2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, waarin het akkoord van Skhirat wordt bekrachtigd, en hij dreigde ermee de Verenigde Naties, die hij verantwoordelijk acht voor „onvoorwaardelijke en ongerechtvaardigde” steun aan een onvolledige Presidentiële Raad, alsmede de secretaris-generaal van de VN, voor het Internationaal Strafhof te brengen wegens schending van het Handvest van de VN, de Libische grondwet en de soevereiniteit van Libië. Deze verklaringen ondergraven de steun voor bemiddeling door de VN en de ondersteuningsmissie van de VN in Libië (UNSMIL), zoals die wordt uitgedrukt in alle desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met name Resolutie 2259(2015).

Saleh heeft op 6 september 2016 een officieel bezoek aan Niger gebracht met Abdullah al-Thani, de „premier” van de niet-erkende regering van Tobroek, hoewel in Resolutie 2259(2015) wordt opgeroepen tot het stopzetten van steun aan en officiële contacten met vergelijkbare instellingen die beweren het legitieme gezag te vertegenwoordigen, maar geen partij zijn bij het akkoord.

1.4.2016

►M21  20. ◄

GHWELL, Khalifa

alias AL GHWEIL, Khalifa

AL-GHAWAIL, Khalifa

Geboortedatum: 1 januari 1956

Geboorteplaats: Misurata, Libië.

Nationaliteit: Libisch.

Paspoortnummer: A005465 (Libië), afgegeven op 12 april 2015, verloopt op 11 april 2017.

Khalifa Ghwell was de zogeheten „premier en minister van Defensie” van het internationaal niet erkende Algemeen Nationaal Congres (ook bekend als de „regering van nationale redding”), en was als zodanig verantwoordelijk voor hun activiteiten.

Khalifa Ghwell nam op 7 juli 2015 met „president” Nuri Abu Sahmain van het Algemeen Nationaal Congres deel aan de ondertekeningsceremonie voor de inwijding van het Steadfastness Front (Alsomood), een nieuwe militaire eenheid van zeven brigades die moet voorkomen dat er in Tripoli een eenheidsregering wordt gevormd, en toonde zo zijn steun voor deze eenheid.

Ghwell heeft als „premier” een centrale rol gespeeld bij het belemmeren van de vorming van de regering van nationale eenheid, ingesteld uit hoofde van het politiek akkoord over Libië.

Op 15 januari 2016 heeft hij, in zijn hoedanigheid van „premier en minister van Defensie” van het Algemeen Nationaal Congres van Tripoli, opdracht gegeven alle leden van het nieuwe veiligheidsteam, benoemd door de aangewezen premier van de regering van nationale eenheid, bij aankomst in Tripoli te arresteren.

Op 31 augustus 2016 heeft hij de „premier” en de „minister van Defensie” van de „regering van nationale redding” opgedragen opnieuw aan het werk te gaan nadat het Huis van afgevaardigden de regering van nationale eenheid had afgewezen.

1.4.2016

►M21  21. ◄

ABU SAHMAIN, Nuri

alias BOSAMIN, Nori

BO SAMIN, Nuri

Geboortedatum: 16.5.1956

Geboorteplaats: Zouara, Libië.

Nuri Abu Sahmain was de zogeheten „president” van het internationaal niet erkende Algemeen Nationaal Congres (ook bekend als de „regering van nationale redding”), en is als zodanig verantwoordelijk voor hun activiteiten.

Nuri Abu Sahmain heeft als „president” van het Algemeen Nationaal Congres een centrale rol gespeeldbij het dwarsbomen en tegenhouden van het politiek akkoord over Libië en de instelling van de regering van nationale eenheid.

Op 15 december 2015 riep Sahmain op tot uitstel van het politiek akkoord over Libië, waarover volgens plan tijdens een bijeenkomst op 17 december overeenstemming moest worden bereikt.

Sahmain liet op 16 december 2015 een verklaring uitgaan dat geen van de leden van het Algemeen Nationaal Congres mocht deelnemen aan de bijeenkomst, noch het politiek akkoord over Libië mocht ondertekenen.

Sahmain verwierp op 1 januari 2016 tijdens gesprekken met de speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties het politieke akkoord over Libië.

1.4.2016

▼C5

B.   Entiteiten



 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Libyan African Investment Company — LAAICO

(ook bekend als LAICO)

Website: http://www.laaico.com

Onderneming opgericht in 1981, 76351 Janzour-Libië. 81370 Tripoli-Libië.

Tel. 00 218 (21) 4890146-4890586-4892613

Fax 00 218 (21) 4893800-4891867

E-mail: info@laaico.com

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

2.

Stichting Kadhafi voor internationale liefdadigheidsinstellingen en ontwikkeling

Administratief adres: Hay Alandalus — Jian St. — Tripoli — P.O. Box: 1101 — Libië

Tel. (+ 218) 214778301

Fax (+ 218) 214778766

E-mail: info@gicdf.org

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

3.

Stichting Waatassimou

Gevestigd in Tripoli.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

21.3.2011

4.

Hoofdzetel van de Libische radio en televisie

Contactgegevens:

Tel. 00 218 21 444 59 26; 00 218 21 444 59 00

Fax 00 218 21 3402107

http://www.ljbc.net

E-mail: info@ljbc.net

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

Betrokken bij publiekelijk aanzetten tot haat en geweld door deelname aan desinformatiecampagnes betreffende de repressie van demonstranten.

21.3.2011

5.

Revolutionaire Garde

 

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

Betrokken bij de repressie van demonstranten.

21.3.2011

6.

Libyan Agricultural Bank (ook bekend als Agricultural Bank; ook bekend als Al Masraf Al Zirae Agricultural Bank; ook bekend als Al Masraf Al Zirae; ook bekend als Libyan Agricultural Bank)

El Ghayran Area, Ganzor El Sharqya, P.O. Box 1100, Tripoli, Libya; Al Jumhouria Street, East Junzour, Al Gheran, Tripoli, Libië

E-mail: agbank@agribankly.org

SWIFT/BIC AGRULYLT (Libië);

Tel. (218) 214870586;

Tel. (218) 214870714;

Tel. (218) 214870745;

Tel. (218) 213338366;

Tel. (218) 213331533;

Tel. (218) 213333541;

Tel. (218) 213333544;

Tel. (218) 213333543;

Tel. (218) 213333542;

Fax (218) 214870747;

Fax (218) 214870767;

Fax (218) 214870777;

Fax (218) 213330927;

Fax (218) 213333545

Libische dochteronderneming van de centrale bank van Libië.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

7.

Al-Inma Holding Co. for Services Investments

 

Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

8.

Al-Inma Holding Co. For Industrial Investments

 

Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

9.

Al-Inma Holding Company for Tourism Investment

Hasan al-Mashay Street (off al-Zawiyah Street)

Tel. (218) 213345187

Fax +218 213345188

E-mail: info@ethic.ly

Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

10.

Al-Inma Holding Co. for Construction and Real Estate Developments

 

Libische dochteronderneming van het Fonds voor economische en sociale ontwikkeling.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

11.

LAP Green Networks (ook bekend als Lap GreenN, LAP Green Holding Company)

9th Floor, Ebene Tower, 52, Cybercity, Ebene, Mauritius

Libische dochteronderneming van de Libyan Africa Investment Portfolio.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

12.

Sabtina Ltd

530-532 Elder Gate, Elder House, Milton Keynes, UK

Overige informatie: Reg. nr. 01794877 (UK)

In het Verenigd Koninkrijk als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

13.

Ashton Global Investments Limited

Woodbourne Hall, P.O. Box 3162, Road Town, Tortola, British Virgin Islands

Overige informatie: Reg. nr. 1510484 (Britse Maagdeneilanden)

Op de Britse Maagdeneilanden als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

14.

Capitana Seas Limited

 

Op de Britse Maagdeneilanden als vennootschap opgerichte entiteit die in handen is van Saadi Kadhafi.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

15.

Kinloss Property Limited

Woodbourne Hall, P.O. Box 3162, Road Town, Tortola, British Virgin Islands

Overige informatie: Reg. nr. 1534407 (Britse Maagdeneilanden)

Op de Britse Maagdeneilanden als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

16.

Baroque Investments Limited

c/o ILS Fiduciaries Ltd, First Floor, Millennium House, Victoria Road, Douglas, Isle of Man

Overige informatie: Reg. nr. 59058C (IOM)

Op Man als vennootschap opgerichte dochteronderneming van de Libyan Investment Authority.

Nauw verbonden met het voormalige regime van Muammar Kadhafi.

12.4.2011

▼B




BIJLAGE IV

LIJST VAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN IN DE LIDSTATEN BEDOELD IN ARTIKEL 8, LID 1, ARTIKEL 9, LID 1, ARTIKEL 13, EN ARTIKEL 18, LID 1, EN ADRES VOOR KENNISGEVINGEN AAN DE COMMISSIE

▼M26

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/sancties

https://diplomatie.belgium.be/fr/politique/themes_politiques/paix_et_securite/sanctions

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/101

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

https://www.esteri.it/mae/it/politica_estera/politica_europea/misure_deroghe

CΥΡRUS

http://www.mfa.gov.cy/mfa/mfa2016.nsf/mfa35_en/mfa35_en?OpenDocument

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf

MALTA

https://foreignaffairs.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/Sanctions-Monitoring-Board.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 07/99

B-1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

▼M11




BIJLAGE V

LIJST VAN IN ARTIKEL 1, ONDER H), EN ARTIKEL 15 BEDOELDE VAARTUIGEN EN TOEPASSELIJKE MAATREGELEN ALS BEPAALD DOOR HET SANCTIECOMITÉ

▼M19 —————

▼M8




BIJLAGE VI

LIJST VAN RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN OF LICHAMEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 5, LID 4

1.    Naam: LIBYAN INVESTMENT AUTHORITY

Ook bekend als: Libyan Foreign Investment Company (LFIC) Verder nog bekend als: n.v.t. Adres:1 Fateh Tower Office, No 99, 22nd Floor, Borgaida Street, Tripoli, 1103, LibyaOp de lijst geplaatst op:17 maart 2011Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1973, als gewijzigd op 16 september op grond van punt 15 van Resolutie 2009. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5526075

2.    Naam: LIBYAN AFRICA INVESTMENT PORTFOLIO

Ook bekend als: n.v.t. Verder nog bekend als: n.v.t. Adres:Jamahiriya Street, LAP Building, PO Box 91330, Tripoli, LibyaOp de lijst geplaatst op:17 maart 2011Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1973, als gewijzigd op 16 september op grond van punt 15 van Resolutie 2009. Weblink naar speciale kennisgeving Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5525715

▼M9




BIJLAGE VII

Goederen die zouden kunnen worden gebruikt voor migrantensmokkel en mensenhandel als bedoeld in artikel 2 bis

TOELICHTING

De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en zijn opgenomen in bijlage I daarbij, en die gelden op het ogenblik van de bekendmaking van deze verordening en mutatis mutandis zoals ze worden gewijzigd door volgende wetgeving.



 

GN-code

Omschrijving

 

8407 21

buitenboordmotoren (met vonkontsteking)

ex

8408 10

buitenboordmotoren (met compressieontsteking)

ex

8501 31

elektrische buitenboordmotoren met een vermogen van niet meer dan 750 W

ex

8501 32

elektrische buitenboordmotoren met een vermogen van meer dan 750 W maar niet meer dan 75 kW

ex

8903 10

opblaasbare plezier- en sportvaartuigen

ex

8903 99

motorboten met een buitenboordmotor



( 1 ) PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.

( 2 ) Verordening (EG) Nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

( 3 ) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

( 4 ) PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.

Sus