Back to EUR-Lex homepage

EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Search tips
Need more search options? Use the Advanced search
You are here

Document C2005/205/14

Zaak C-238/05: Verzoek van het Tribunal Supremo (Spanje) van 13 april 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen ASNEF-EQUIFAX, Servicios de Información sobre Solvencia y Crédito, S.L., Administración del Estado en Asociación de Usuarios de Servicios Bancarios (AUSBANC)

PB C 205 van 20.8.2005, p. 7–8 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

20.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 205/7

Verzoek van het Tribunal Supremo (Spanje) van 13 april 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen ASNEF-EQUIFAX, Servicios de Información sobre Solvencia y Crédito, S.L., Administración del Estado en Asociación de Usuarios de Servicios Bancarios (AUSBANC)

(Zaak C-238/05)

(2005/C 205/14)

Procestaal: Spaans

Het Tribunal Supremo heeft bij beschikking van 13 april 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 30 mei 2005, in het geding tussen ASNEF-EQUIFAX, Servicios de Información sobre Solvencia y Crédito, S.L., Administración del Estado en Asociación de Usuarios de Servicios Bancarios (AUSBANC), het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

A)

Moet artikel 81, lid 1, EG aldus worden uitgelegd dat overeenkomsten tussen financiële instellingen tot uitwisseling van informatie over de solvabiliteit en de betalingsachterstand van hun cliënten verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt, hoewel zij het financiële beleid van de Gemeenschap en de gemeenschappelijke kredietmarkt ongunstig beïnvloeden en leiden tot beperking van de mededinging tussen financiële en kredietinstellingen?

B)

Moet artikel 81, lid 3, EG aldus worden uitgelegd dat een lidstaat, althans zijn mededingingsinstanties, overeenkomsten tussen financiële instellingen tot uitwisseling van informatie door middel van de oprichting van een register met kredietinformatie over hun klanten kunnen goedkeuren, omdat de invoering van een dergelijk register gunstige gevolgen voor de consumenten en gebruikers van deze financiële diensten oplevert?
Top