EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0448

Zaak T-448/14: Beroep ingesteld op 17 juni 2014 — Hitachi Metals/Commissie

PB C 282 van 25.8.2014, p. 48–49 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 282/48


Beroep ingesteld op 17 juni 2014 — Hitachi Metals/Commissie

(Zaak T-448/14)

2014/C 282/62

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Hitachi Metals Ltd (Tokio, Japan) (vertegenwoordigers: P. Crowther en C. Drew, Solicitors)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

besluit C(2014) 2139 van de Commissie van 2 april 2014 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, in zaak AT.39610 — Stroomkabels (hierna: „besluit”), nietig te verklaren;

subsidiair, het besluit gedeeltelijk nietig te verklaren en de aan J-Power Systems en verzoekster opgelegde geldboete aanzienlijk te verlagen, en

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

1.

Het besluit moet nietig worden verklaard, aangezien de Commissie niet heeft aangetoond dat sprake was van één enkele voortdurende complexe inbreuk die bestond uit een overeenkomst waarbij Aziatische en Europese producenten afspraken om niet actief te zijn op elkaars „thuisgebied” en uit een overeenkomst om projecten binnen de Europese Economische ruimte (EER) te verdelen tussen Europese bedrijven.

2.

De Commissie heeft feitelijke vergissingen begaan en blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 101 VWEU, aangezien zij in het besluit niet rechtens genoegzaam heeft aangetoond dat J-Power Systems Corporation bij de inbreuk betrokken was gedurende de hele duur ervan.

3.

De Commissie heeft bij de berekening van de aan J-Power Systems Corporation opgelegde geldboete blijk gegeven van onjuiste rechtsopvattingen en beoordelingsfouten gemaakt, aangezien die geldboete de ernst van de inbreuk en het feit dat J-Power Systems Corporation slechts een zeer beperkte rol heeft gespeeld tijdens een groot gedeelte van de inbreukduur niet correct weerspiegelt.

4.

Het besluit moet in zijn geheel nietig worden verklaard voor zover het in doorslaggevende mate berust op bewijs dat de Commissie onrechtmatig in beslag heeft genomen tijdens inspecties bij Nexans. Dat bewijs is van wezenlijk belang voor de bevindingen van de Commissie en in het bijzonder voor de vaststelling dat het gedrag één enkele voortdurende inbreuk vormde, en voor de vaststelling dat Europese bedrijven projecten binnen de Europese Economische Ruimte (EER) verdeelden.


Top