EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0160
Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 15 May 2003. # Karen Mau v Bundesanstalt für Arbeit. # Reference for a preliminary ruling: Sozialgericht Leipzig - Germany. # Council Directive 80/987/EEC - National legislation fixing the final date for the guarantee period as that of the decision to open the procedure for the collective settlement of claims where the employment relationship still exists at that date - Article 141 EC - Indirect discrimination against female employees on child raising leave - Liability of a Member State in the event of infringement of Community law. # Case C-160/01.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 15 mei 2003.
Karen Mau tegen Bundesanstalt für Arbeit.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Sozialgericht Leipzig - Duitsland.
Richtlijn 80/987/EEG van de Raad - Nationale wetgeving waarbij als einddatum van garantieperiode de datum van inleiding van de procedure ter gezamenlijke voldoening van schuldeisers wordt vastgesteld, wanneer de arbeidsverhouding op deze datum voortduurt - Artikel141 EG - Indirecte discriminatie van vrouwelijke werknemers met ouderschapsverlof - Aansprakelijkheid van lidstaat in geval van schending van het gemeenschapsrecht.
Zaak C-160/01.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 15 mei 2003.
Karen Mau tegen Bundesanstalt für Arbeit.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Sozialgericht Leipzig - Duitsland.
Richtlijn 80/987/EEG van de Raad - Nationale wetgeving waarbij als einddatum van garantieperiode de datum van inleiding van de procedure ter gezamenlijke voldoening van schuldeisers wordt vastgesteld, wanneer de arbeidsverhouding op deze datum voortduurt - Artikel141 EG - Indirecte discriminatie van vrouwelijke werknemers met ouderschapsverlof - Aansprakelijkheid van lidstaat in geval van schending van het gemeenschapsrecht.
Zaak C-160/01.
Jurisprudentie 2003 I-04791
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:280
«Richtlijn 80/987/EEG van Raad – Nationale wettelijke regeling waarbij als einddatum van garantieperiode datum van inleiding van procedure ter gezamenlijke voldoening van schuldeisers wordt genomen wanneer arbeidsverhouding op deze datum voortduurt – Artikel 141 EG – Indirecte discriminatie van vrouwelijke werknemers met ouderschapsverlof – Aansprakelijkheid van lidstaat in geval van schending van gemeenschapsrecht»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Richtlijn 80/987 van de Raad, art. 3, lid 2, en 4, lid 2)
(Richtlijn 80/987 van de Raad, art. 3 en 4)
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
15 mei 2003 (1)
„Richtlijn 80/987/EEG van de Raad – Nationale wetgeving waarbij als einddatum van garantieperiode de datum van inleiding van de procedure ter gezamenlijke voldoening van schuldeisers wordt vastgesteld, wanneer de arbeidsverhouding op deze datum voortduurt – Artikel 141 EG – Indirecte discriminatie van vrouwelijke werknemers met ouderschapsverlof – Aansprakelijkheid van lidstaat in geval van schending van het gemeenschapsrecht”
In zaak C-160/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Sozialgericht Leipzig (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding tussen Karen Mauen
Bundesanstalt für Arbeit, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 3 en 4 van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever (PB L 283, blz. 23) en van artikel 141 EG,wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van K. Mau, vertegenwoordigd door K. Schurig, Rechtsanwalt; de Duitse regering, vertegenwoordigd door W.-D. Plessing, en de Commissie, vertegenwoordigd door J. Sack, ter terechtzitting van 2 mei 2002,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 2 juli 2002,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
uitspraak doende op de door het Sozialgericht Leipzig bij beschikking van 30 maart 2001 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Wathelet |
Timmermans |
Edward |
Jann |
von Bahr |
|
De griffier |
De president van de Vijfde kamer |
R. Grass |
M. Wathelet |