EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62001CC0425

Conclusie van advocaat-generaal Stix-Hackl van 5 december 2002.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Portugese Republiek.
Nietnakoming - Onvolledige omzetting van richtlijn 89/391/EEG - Veiligheid en gezondheid van werknemers.
Zaak C-425/01.

Jurisprudentie 2003 I-06025

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2002:730

Conclusions

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL
C. STIX-HACKL
van 5 december 2002 (1)



Zaak C-425/01



Commissie van de Europese Gemeenschappen
tegen
Portugese Republiek


„Niet-nakoming – Verbetering van veiligheid en gezondheid van werknemers op het werk – Richtlijn 89/391/EEG van de Raad – Werknemersvertegenwoordigers met specifieke taak op gebied van bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Verkiezing – Procedure”






I ─ Inleiding

1. Met dit beroep verzoekt de Commissie het Hof vast te stellen dat de Portugese Republiek niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens de artikelen 4, 10, 11 en 12 van richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (2) (hierna: richtlijn).

2. De Commissie verwijt Portugal, de procedure voor de verkiezing van werknemersvertegenwoordigers met een specifieke taak op het gebied van de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers (hierna: specifieke werknemersvertegenwoordigers) niet te hebben geregeld.

II ─ Rechtskader

A ─
Richtlijn 89/391/EEG

3. Artikel 3, sub c, luidt:Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: werknemersvertegenwoordiger met een specifieke taak op het gebied van de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers: iedere persoon die overeenkomstig nationale wetten en/of praktijken gekozen of aangewezen is tot afgevaardigde van de werknemers voor wat betreft de problemen inzake de bescherming van de veiligheid en gezondheid der werknemers op het werk.

4. Artikel 4, lid 1, luidt:De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te verzekeren dat de werkgevers, de werknemers en de werknemersvertegenwoordigers worden onderworpen aan de voorschriften die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn.

5. De artikelen 10 tot en met 12 specificeren de rechten van de specifieke werknemersvertegenwoordigers.

B ─
Nationaal recht

6. Artikel 10 van decreto-lei nr. 441/91 van 14 november 1991 (3) (hierna: decreto-lei) luidt: Werknemersvertegenwoordigers:

1) De verkiezing van de werknemersvertegenwoordigers voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op het werk geschiedt rechtstreeks bij geheime stemming volgens de methode-d'Hondt.

2) Er mogen enkel kandidatenlijsten worden ingediend door vakorganisaties die werknemers van de onderneming onder hun leden tellen, of waarop de handtekeningen van ten minste 20 % van de werknemers van de onderneming staan, waarbij een werknemer op niet meer dan een lijst zijn handtekening mag plaatsen of mag voorkomen.

3) Elke lijst moet evenveel kandidaten en plaatsvervangers bevatten als er plaatsen te vervullen zijn.

4) Het aantal werknemersvertegenwoordigers mag niet meer bedragen dan:

a) bij ondernemingen met minder dan 61 werknemers ─ een vertegenwoordiger;

b) bij ondernemingen met 61 tot 150 werknemers ─ twee vertegenwoordigers;

c) bij ondernemingen met 151 tot 300 werknemers ─ drie vertegenwoordigers;

d) bij ondernemingen met 301 tot 500 werknemers ─ vier vertegenwoordigers;

e) bij ondernemingen met 501 tot 1000 werknemers ─ vijf vertegenwoordigers;

f) bij ondernemingen met 1001 tot 1500 werknemers ─ zes vertegenwoordigers;

g) bij ondernemingen met meer dan 1500 werknemers ─ zeven vertegenwoordigers.

5) De zittingstermijn van de werknemersvertegenwoordigers bedraagt drie jaar.

6) Vervanging van de vertegenwoordigers vindt enkel plaats bij ontslag of definitieve verhindering en geschiedt door de kandidaten en de plaatsvervangers in de op de betrokken lijst aangegeven volgorde.

7) De in de voorgaande leden bedoelde werknemersvertegenwoordigers worden voor de uitoefening van hun taak vijf uur per maand vrijgesteld van het verrichten van arbeid.

8) De in het voorgaande lid bedoelde vrijstelling van het verrichten van arbeid kan niet worden gecumuleerd met het aantal uren dat de werknemer als lid van andere vertegenwoordigingsorganen van de werknemers is vrijgesteld van het verrichten van arbeid.

7. Artikel 23, lid 2, sub b, van het decreto-lei schept de rechtsgrondslag voor de regeling van de verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers.

III ─ Precontentieuze en gerechtelijke procedure

8. De lidstaten moesten uiterlijk op 31 december 1992 aan de richtlijn voldoen.

9. Na een klacht kwam de Commissie tot de conclusie dat de richtlijn in Portugal niet naar behoren was omgezet, omdat de procedure voor de verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers niet was geregeld. Derhalve heeft de Commissie de Portugese Republiek bij brief van 26 januari 2000 verzocht binnen twee maanden opmerkingen te maken.

10. Daar het antwoord van de Portugese regering van 4 april 2000 de Commissie geen uitsluitsel gaf, zond zij de Portugese Republiek op 2 februari 2001 een met redenen omkleed advies waarin zij het ontbreken van een regeling van de procedure voor de verkiezing van specifieke werknemersvertegenwoordigers als een schending van de artikelen 4, 10, 11 en 12 van de richtlijn kwalificeerde en de Portugese Republiek verzocht om binnen een termijn van twee maanden ─ dus uiterlijk op 2 april 2001 ─ de nodige maatregelen te treffen. De Portugese Republiek antwoordde bij brief van 18 juni 2001, dat de nakoming van de verplichtingen van de richtlijn haars inziens geen nadere regeling van de kiesprocedure behoefde.

11. Van oordeel dat de Portugese Republiek haar verplichtingen niet was nagekomen, stelde de Commissie bij verzoekschrift van de 22 oktober 2001, neergelegd ter griffie van het Hof op 29 oktober 2001, bij het Hof beroep in krachtens artikel 226 EG.

12. De Commissie concludeert dat het het Hof behage:

1) vast te stellen dat de Portugese Republiek de krachtens de artikelen 4, 10, 11 en 12 van richtlijn 89/391 op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

2) de Portugese Republiek te verwijzen in de kosten.

IV ─ Bespreking

A ─
Argumenten van partijen

13. Volgens de Commissie belet de Portugese Republiek door geen regeling van de procedure voor de verkiezing van specifieke werknemersvertegenwoordigers in te voeren, de werknemers en hun werknemersvertegenwoordigers in de uitoefening van hun rechten krachtens de artikelen 4, 10, 11 en 12 van de richtlijn en brengt zij aldus de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk in gevaar.

14. De Commissie beroept zich op de vaste rechtspraak van het Hof, dat om redenen van rechtszekerheid een richtlijn aldus in nationaal recht moet worden omgezet, dat de rechtspositie van particulieren duidelijk en nauwkeurig is, zodat de begunstigden al hun rechten kunnen kennen en deze zo nodig voor de nationale rechterlijke instanties kunnen doen gelden. (4) Doordat er geen regeling van de verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers is, kunnen de werknemers hun rechten niet volledig kennen en er zich in voorkomend geval niet op beroepen voor de nationale rechter.

15. Artikel 10 van het decreto-lei regelt weliswaar de beginselen van de verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers, maar pas een regeling van de kiesprocedure schept de wezenlijke voorwaarden voor een regelmatige verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers. Thans ontbreken in Portugal bepalingen inzake het kiesrecht, de openbaarheid van de verkiezingen, het stembureau, de stemopneming, de bekendmaking van de verkiezingsuitslag en de betwisting van de verkiezingsuitslag. De werknemers verkeren daardoor in de onmogelijkheid verkiezingen voor specifieke werknemersvertegenwoordigers te houden.

16. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, zijn in Portugal slechts in een klein aantal ondernemingen specifieke werknemersvertegenwoordigers gekozen, hetgeen de Commissie wijt aan het ontbreken van een regeling van de kiesprocedure. Op het betoog van de Portugese regering dat in Portugal ondanks het ontbreken van een specifieke regeling van de kiesprocedure reeds in verschillende ondernemingen specifieke werknemersvertegenwoordigers zijn verkozen, antwoordt de Commissie dat zij van de Portugese regering geen gegevens heeft ontvangen over het aantal en de identiteit van deze ondernemingen. Derhalve kan de Commissie niet nagaan of het gaat om een vaste praktijk dan wel of het alleen enkele ondernemingen betreft. Volgens de Commissie bestaat dus generlei garantie dat de betrokken verkiezingen in Portugal algemeen worden georganiseerd en dat de specifieke werknemersvertegenwoordigers hun taken kunnen vervullen.

17. Door een rechtsgrondslag voor de vaststelling van een regeling van de kiesprocedure te scheppen (artikel 23, lid 2, sub b, van het decreto-lei) en de Commissie mee te delen dat aan een desbetreffende regeling wordt gewerkt, heeft Portugal overigens zelf erkend dat een regeling van de kiesprocedure noodzakelijk is om de in artikel 10 van het decreto-lei vastgestelde beginselen aan te vullen.

18. Volgens de Portugese regering worden de verplichtingen van artikel 4 van de richtlijn volledig omgezet door artikel 10 van het decreto-lei, zodat de werknemers in staat zijn specifieke werknemersvertegenwoordigers te kiezen die hun rechten krachtens de artikelen 10 tot en met 12 van richtlijn kunnen uitoefenen.

19. Artikel 10 van het decreto-lei geldt voor alle ondernemingen in de publieke en de particuliere sector; voor de overheidsdienst gelden overeenkomstige bepalingen. Dit artikel bevat alle voor democratische verkiezingen vereiste bepalingen en regelt ook de rechtspositie van de specifieke werknemersvertegenwoordigers:

de verkiezing wordt per onderneming georganiseerd (leden 2 en 4);

alle werknemers van de onderneming hebben actief en passief kiesrecht (leden 1 en 2 in fine);

de verkiezing geschiedt volgens lijsten (lid 2);

het recht van voordracht van lijsten komt toe aan de vakorganisaties die de werknemers van de onderneming vertegenwoordigen of aan ten minste 20 % van de werknemers van de onderneming (lid 2);

het aantal kandidaten en plaatsvervangers per lijst (lid 3);

maximumaantal specifieke werknemersvertegenwoordigers per onderneming (lid 4);

kiesmethode voor de specifieke werknemersvertegenwoordigers (d'Hondt) (lid 1); bovendien

de zittingstermijn van de specifieke werknemersvertegenwoordigers (lid 5);

de redenen en de procedure van vervanging van een specifieke werknemersvertegenwoordiger (lid 6);

aantal vrijgestelde uren per maand voor de uitoefening van de taken van specifieke werknemersvertegenwoordiger (leden 7 en 8 ).

20. De vaststelling van een regeling van de kiesprocedure is in artikel 23, lid 2, sub b, van het decreto-lei dwingend voorzien. Deze regeling is weliswaar nog niet vastgesteld, maar dat belet de werknemers ─ anders dan de Commissie stelt ─ geenszins de specifieke werknemersvertegenwoordigers te kiezen. Het daartoe noodzakelijke kiesrecht vloeit namelijk reeds rechtstreeks voort uit artikel 10, leden 1 en 2, van het decreto-lei.

21. Bovendien is gegarandeerd dat de directie van een onderneming zich niet kan verzetten tegen de verkiezing of tegen de uitoefening door de gekozen specifieke werknemersvertegenwoordigers van hun rechten. Reeds volgens de algemene bepalingen van arbeidsrecht mag de directie van een onderneming namelijk geen enkele maatregel nemen die de uitoefening van de rechten van de werknemers belet of bestraft. Naar Portugees arbeidsrecht is ontslag alleen om gegronde redenen mogelijk; ontslag van de werknemer of van de werknemersvertegenwoordiger wegens de uitoefening van hun rechten is onrechtmatig.

22. Het verwijt van de Commissie, dat de kiesregeling voor de specifieke werknemersvertegenwoordigers geen bepalingen inzake kiesrecht, stembureau, tijd en plaats van de verkiezing, stemopneming en bekendmaking van de verkiezingsuitslag bevat, weerspreekt de Portugese regering door erop te wijzen dat alleen de wijze van kiezen en het kiesrecht voor alle verkiezingen essentieel zijn. Deze zijn geregeld in artikel 10 van het decreto-lei.

23. Op het verwijt van de Commissie dat de richtlijn niet naar behoren is omgezet wegens het ontbreken van bepalingen inzake kiesgeschillen, antwoordt de Portugese regering dat verkiezingen van werknemersvertegenwoordigers die niet overeenkomstig artikel 10 van het decreto-lei zijn verlopen, met algemene rechtsmiddelen kunnen worden betwist. Ingevolge artikel 2, lid 2, van het Portugese wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan namelijk tegen iedere wetsovertreding een rechtsvordering worden ingesteld, en kan in voorkomend geval worden geëist dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen.

24. Ten bewijze dat het ontbreken van een regeling van de kiesprocedure de werknemers niet belet hun vertegenwoordigers te kiezen, betoogt de Portugese regering dat er in Portugal talrijke voorbeelden zijn van verkiezingen van werknemersvertegenwoordigers die overeenkomstig het Portugese arbeidsrecht zijn gehouden zonder bijzondere regeling van de kiesprocedure. Zo zijn bijvoorbeeld een vakorganisatie en haar statuten rechtstreeks door een algemene vergadering van werknemers met eenvoudige meerderheid van de aanwezigen verkozen respectievelijk goedgekeurd. Ook de regelmatig plaatsvindende verkiezingen van de vakbondsvertegenwoordigers in de ondernemingen worden zonder bijzondere regeling van de kiesprocedure georganiseerd.

25. Voor het overige meent de Portugese regering, door de verstrekte gegevens over reeds gehouden verkiezingen van specifieke werknemersvertegenwoordigers in Portugese ondernemingen de Commissie voldoende duidelijk te hebben gemaakt dat het ontbreken van een regeling van de kiesprocedure de werknemers kennelijk niet heeft belet dergelijke verkiezingen te organiseren. Inmiddels zijn de bevoegde Portugese autoriteiten andere ondernemingen bekend die dergelijke verkiezingen hebben georganiseerd; in totaal zijn de Portugese regering thans 94 dergelijke ondernemingen bekend. Het nauwkeurige aantal is haar evenwel onbekend, daar in Portugal daaromtrent geen meldingsplicht bestaat. De Portugese regering geeft evenwel toe dat dit aantal niet bevredigend is. Overigens heeft de Commissie van de Portugese regering tot dusver niet verlangd haar het aantal en de identiteit van de ondernemingen mee te delen, waarin dergelijke verkiezingen hebben plaatsgevonden. De Portugese regering is evenwel bereid de inlichtingen waarover zij beschikt, mee te delen.

B ─
Beoordeling

26. De richtlijn kent in het bijzonder het begrip specifieke werknemersvertegenwoordigers en bepaalt hun rechten en plichten op het vlak van de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers. De richtlijn bepaalt evenwel niet uitdrukkelijk of de lidstaten de procedure van de verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers moeten regelen en, zo ja, hoe deze regeling eruit moet zien. Bovendien bepaalt de richtlijn niet uitdrukkelijk, dat de specifieke werknemersvertegenwoordigers alleen door verkiezing kunnen worden aangewezen zodat de werknemers recht op het houden van verkiezingen zouden hebben. Artikel 3, sub c, van de richtlijn definieert de werknemersvertegenwoordigers als personen die gekozen of aangewezen zijn.

27. Het verwijt van de Commissie dient derhalve aldus te worden opgevat dat, wanneer een lidstaat bepaalt dat de specifieke werknemersvertegenwoordigers worden verkozen, het niet volstaat de verkiezingsvoorwaarden te regelen, hetgeen de Portugese regering met artikel 10 van het decreto-lei onbetwist heeft gedaan. Volgens de Commissie dient de kiesprocedure bovendien in detail te worden geregeld.

28. Aangezien de richtlijn geen uitdrukkelijke vereisten in die zin bevat, kan de opvatting van de Commissie slechts worden gevolgd, wanneer kan worden aangenomen dat de door haar verlangde regeling van de kiesprocedure absoluut noodzakelijk is om de werknemers in staat te stellen hun specifieke werknemersvertegenwoordigers te kiezen en dus hun desbetreffende rechten feitelijk uit te oefenen.

29. In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat een verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers ─ zoals welke andere democratische verkiezing ook ─ het bestaan van bepaalde basisregels vooropstelt. Daartoe behoren in elk geval:

het actief en passief kiesrecht,

de vorm van de kandidaatstelling (bijv. personen- of lijstenstelsel),

het soort verkiezing (bijv. openbare of geheim),

de vaststelling van de vereiste meerderheid (bijv. d'Hondt of eenvoudige meerderheid).

Artikel 10, leden 1 tot en met 3, van het decreto-lei voldoet aan deze voorwaarden van een democratische verkiezing.

30. Dit artikel bevat dus ook bepalingen over het kiesrecht, die volgens de Commissie ontbreken. Naast het ontbreken van deze bepalingen laakt de Commissie in wezen evenwel ook het ontbreken van bepalingen over de openbaarheid van de verkiezingen, het stembureau, de stemopneming, de bekendmaking van de verkiezingsuitslag en de kiesgeschillen. (5)

31. Volgens vaste rechtspraak van het Hof moet een nationale regeling tot omzetting van een richtlijn voldoende duidelijk en nauwkeurig zijn zodat particulieren al hun rechten kunnen kennen en zich in voorkomend geval voor de nationale rechter daarop kunnen beroepen. (6)

32. Wat de volgens de Commissie ontbrekende bepalingen betreft, wil ik om te beginnen met betrekking tot de kiesgeschillen opmerken dat het Portugese wetboek van burgerlijke rechtsvordering ─ volgens het onweersproken betoog van de Portugese regering ─ algemene bepalingen bevat die van toepassing zijn op verkiezingen van specifieke werknemersvertegenwoordigers, ingeval de verkiezingen niet in overeenstemming zijn met de bestaande bepalingen (hier in het bijzonder artikel 10 van het decreto-lei). Er zijn dus wetsbepalingen die voorzien in de mogelijkheid om de verkiezingen aan te vechten.

33. Over de wijze van stemopneming heeft het Hof zich in het arrest De Dapper e.a. (7) , inzake verkiezingen van de personeelsvertegenwoordiging van de ambtenaren van het Europees Parlement, moeten buigen. Het Hof overwoog: dat volgens artikel 10 van hetzelfde reglement (8) [het college van stemopnemers] ook tot taak heeft de stembiljetten op te stellen; dat aangezien het reglement geen andere bepalingen betreffende de wijze van stemmen bevat, uit genoemde bepalingen moet worden geconcludeerd dat het college van stemopnemers vrij was om voor het uitbrengen en tellen der stemmen elke methode te kiezen die voldoende betrouwbaar was en verenigbaar met de eisen van vrije en geheime verkiezingen.

34. Het Hof acht een uitdrukkelijke regeling van de wijze van stemopneming in beginsel dus niet onontbeerlijk om verkiezingen voor personeelsvertegenwoordigers te kunnen organiseren.

35. Wanneer dus een voldoende juridische mogelijkheid bestaat om de verkiezingen te betwisten, en de wijze van stemopneming ─ met inachtneming van de door het Hof gestelde criteria ─ vrij kan worden gekozen door degenen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de verkiezingen, is het de vraag of het ontbreken van de andere door de Commissie bij wijze van voorbeeld genoemde regelingen van de procedure van de verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers (in het bijzonder de taak van het stembureau, de wijze van bekendmaking van de verkiezingsuitslag en de door de Commissie niet nader omschreven openbaarheid van de verkiezingen) de werknemers in Portugal kon beletten hun uit de richtlijn voortvloeiende rechten uit te oefenen.

36. Indien met de openbaarheid van de verkiezingen het openbare dan wel geheime karakter van de verkiezingen wordt bedoeld, voldoet artikel 10, lid 1, van het decreto-lei aan dit vereiste voorzover dit een rechtstreekse en geheime verkiezing voorschrijft. Indien daarmee de bekendmaking respectievelijk aankondiging van de verkiezingen wordt bedoeld, zou ik de volgende opmerkingen willen maken, die zowel het stembureau als de vorm van de bekendmaking van de verkiezingsuitslag betreffen:

37. In het kader van een niet-nakomingsberoep moet de Commissie de gestelde verdragsinbreuk aantonen (9) , in casu dus dat de nationale regeling wegens het ontbreken van bepaalde nationale maatregelen niet voldoet aan de bepalingen van de richtlijn.

38. In casu stelt de Commissie evenwel alleen dat het ontbreken van een specifieke regeling van de procedure voor de verkiezing van de specifieke werknemersvertegenwoordigers een zodanige onzekerheid voor de werknemers meebrengt, dat zij er zelfs geen organiseren. Ten bewijze daarvan wijst zij op het ─ inderdaad geringe ─ aantal van 94 ondernemingen in Portugal waarin volgens de inlichtingen van de Portugese regering verkiezingen voor specifieke werknemersvertegenwoordigers zijn gehouden.

39. Dat geen verkiezingen voor werknemersvertegenwoordigers worden georganiseerd, kan evenwel vele oorzaken hebben. De Commissie is er niet in geslaagd aan te tonen dat het ontbreken van een bijzondere regeling van de kiesprocedure, en in het bijzonder van speciale voorschriften inzake de openbaarheid van de verkiezingen, het stembureau, de stemopneming, de bekendmaking van de verkiezingsuitslag en de kiesgeschillen de doorslaggevende oorzaak daarvoor is.

40. In het bijzonder heeft de Portugese regering ─ onweersproken door de Commissie ─ aangetoond dat de algemene werknemersvertegenwoordigingen in Portugal geregeld en grotendeels zonder bijzondere regeling van de kiesprocedure worden gekozen. Daaruit kan worden afgeleid dat het ontbreken van een regeling van de kiesprocedure de werknemers in Portugal in beginsel kennelijk niet belet hun vertegenwoordigers te kiezen.

41. Met betrekking tot het argument van de Commissie dat de Portugese regering haar onvoldoende inlichtingen over de identiteit en het aantal ondernemingen heeft verstrekt waarin verkiezingen voor specifieke werknemersvertegenwoordigers zonder regeling van de kiesprocedure werden georganiseerd, dient ten slotte te worden vastgesteld dat de richtlijn zelf niets bepaalt over een dergelijke mededelingsplicht voor de lidstaten evenmin als over de invoering van een dergelijke mededelingsplicht van de ondernemingen in de lidstaten. Derhalve kan niet worden aanvaard dat de Portugese Republiek was gehouden die inlichtingen in te winnen. Zij heeft volledig voldaan aan haar medewerkingsplicht in inbreukprocedures (10) door de Commissie op haar verzoek de bestaande gegevens te verstrekken. De Commissie kan daaruit geen verdergaande conclusies trekken over het bestaan van een verdragsinbreuk.

42. Alles welbeschouwd heeft de Commissie de gestelde verdragsinbreuk wegens niet-correcte omzetting van de richtlijn dus niet kunnen aantonen.

V ─ Conclusie

43. Mitsdien geef ik het Hof in overweging:

1) het beroep van de Commissie te verwerpen,

2) de Commissie te verwijzen in de kosten.


1
Oorspronkelijke taal: Duits.


2
PB L 183, blz. 1.


3
. Diário da República I , A nr 262, van 14 november 1991.


4
Arresten Hof van 19 september 1996, Commissie/Griekenland (C-236/95 Jurispr. blz. I-4459, punt 13), en 30 januari 1985, Commissie/Denemarken (143/83, Jurispr. blz. 427, punt 10).


5
De Commissie stelt niet dat het ontbreken van andere regelingen dan die van de kiesprocedure een belemmering voor verkiezingen van specifieke werknemersvertegenwoordigers zou kunnen zijn. Tot dergelijke regelingen kunnen bijvoorbeeld worden gerekend, bepalingen over de zittingsduur van de specifieke werknemersvertegenwoordigers en over de bescherming tegen maatregelen van de werkgever wegens de uitoefening van het mandaat of de deelneming aan de verkiezingen. De regelingen van artikel 10 van het decreto-lei en van het Portugese arbeidsrecht in het algemeen lijken volgens het onweersproken betoog van de Portugese regering wat dit betreft op het eerste gezicht voldoende.


6
Arrest Commissie/Denemarken, aangehaald in voetnoot 4.


7
Arrest van 9 maart 1977, De Dapper e.a./Parlement, 54/75, Jurispr. blz. 471, punten 36-40.


8
Reglement betreffende de personeelsvertegenwoordiging, vastgesteld door de algemene personeelsvergadering van het Europese Parlement op grond van artikel 1, alinea 2, van bijlage II bij het ambtenarenstatuut (niet gepubliceerd in het Publicatieblad).


9
Arrest van 23 oktober 1997, Commissie/Spanje, C-160/94, Jurispr. blz. I-5851, punt 17.


10
Overeenkomstig artikel 10 EG, zie bijvoorbeeld arresten van 11 december 1985, Commissie/Griekenland (192/84, Jurispr. blz. 3967), en 24 juni 1992, Commissie/Griekenland (C-137/91, Jurispr. blz. I-4023).
Top