EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62001CC0081

Conclusie van advocaat-generaal Geelhoed van 14 maart 2002.
Borie Manoux SARL tegen Directeur de l'Institut national de la propriété industrielle (INPI).
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Cour de cassation - Frankrijk.
Landbouw - Gemeenschappelijke ordening der markten - Wijn - Omschrijving en aanbiedingsvorm van wijnen - In bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen ('vqprd') - Aanduiding merk op etikettering - Beperkingen - Artikelen 11 en 40 van verordening nr. 2392/89.
Zaak C-81/01.

Jurisprudentie 2002 I-09259

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2002:176

62001C0081

Conclusie van advocaat-generaal Geelhoed van 14 maart 2002. - Borie Manoux SARL tegen Directeur de l'Institut national de la propriété industrielle (INPI). - Verzoek om een prejudiciële beslissing: Cour de cassation - Frankrijk. - Landbouw - Gemeenschappelijke ordening der markten - Wijn - Omschrijving en aanbiedingsvorm van wijnen - In bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen ('vqprd') - Aanduiding merk op etikettering - Beperkingen - Artikelen 11 en 40 van verordening nr. 2392/89. - Zaak C-81/01.

Jurisprudentie 2002 bladzijde I-09259


Conclusie van de advocaat generaal


I - Inleiding

1. In deze prejudiciële procedure staat de uitlegging centraal van verordening (EEG) nr. 2392/89 van de Raad van 24 juli 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn en druivenmost. De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 40 van deze verordening, dat stelt dat de omschrijving en de aanbiedingsvorm alsmede alle vormen van reclame van bepaalde producten niet onjuist en van dien aard mogen zijn dat zij aanleiding kunnen geven tot verwarring of tot misleiding van de personen voor wie zij zijn bestemd, zich verzet tegen de inschrijving van een merk dat een geografische benaming omvat, waarvan het gebruik niet is geregeld bij artikel 11 van verordening nr. 2392/89.

2. Meer in het bijzonder gaat het om de vraag, of een geografische benaming in een merk, waarvan het gebruik niet bij nationale wet of bij gemeenschapsbepaling is geregeld, verwarringsgevaar schept voor de consument, aangezien zij aanleiding kan geven tot de veronderstelling dat de betrokken geografische benaming beschermd is.

II - Juridisch kader

A - Europees recht

3. Verordening nr. 2392/89 is een codificatie van een aantal wijzigingen van verordening (EEG) nr. 355/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn en druivenmost. Verordening nr. 2392/89 is vastgesteld op basis van verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt.

4. Verordening nr. 2392/89 stelt regels voor de omschrijving en aanbiedingsvorm van wijn en druivenmost. Doel van deze regels is, blijkens de derde overweging van de considerans, de eventuele koper, alsmede de openbare instanties die met het beheer en de controle van de handel in de betrokken producten belast zijn, zo juist en zo nauwkeurig voor te lichten als voor beoordeling van die producten nodig is". In de vijfde overweging van de considerans wordt vermeld dat het om te sterk uiteenlopende interpretaties te voorkomen, nuttig is gebleken tamelijk volledige voorschriften voor de omschrijving van de producten vast te stellen [...]; dat om de doeltreffendheid van deze voorschriften te waarborgen bovendien het beginsel moet worden vastgelegd dat voor de omschrijving van wijn en druivenmost geen andere aanduidingen mogen worden gebruikt dan die welke bij of krachtens die voorschriften zijn vastgesteld".

5. In de verordening wordt onderscheid gemaakt tussen verplichte vermeldingen, die nodig zijn om het product te identificeren en facultatieve vermeldingen, die bedoeld zijn om de intrinsieke kenmerken van dat product nader te bepalen of de aandacht te vestigen op de kwaliteit ervan.

6. De verordening maakt tevens een onderscheid tussen tafelwijn en in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijn (hierna afgekort tot: v.q.p.r.d."). V.q.p.r.d. is een begrip dat voortkomt uit verordening (EEG) nr. 823/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen.

7. Artikel 3 van verordening nr. 823/87 luidt als volgt:

1. Onder bepaald gebied wordt verstaan een wijngebied of een geheel van wijngebieden waar wijnen met bijzondere kwalitatieve kenmerken worden geproduceerd en waarvan de naam wordt gebruikt om de in artikel 1 omschreven wijnen aan te duiden, die aldaar zijn geproduceerd.

2. Elk bepaald gebied wordt nauwkeurig afgebakend, voorzover mogelijk op grondslag van het perceel of de wijngaard. Bij deze afbakening, die door elk der betrokken lidstaten wordt verricht, wordt rekening gehouden met de factoren die bijdragen tot de kwaliteit van de in het betrokken gebied geproduceerde wijnen en met name met de gesteldheid van de bodem en de ondergrond, het klimaat, alsmede de ligging van de percelen of wijngaarden."

8. Hoofdstuk I, afdeling B, van verordening nr. 2392/89 betreffende de omschrijving van v.q.p.r.d. bevat een afdeling B I, betreffende Etikettering". Artikel 11, lid 1, noemt de verplichte vermeldingen die de omschrijving op de etikettering moet bevatten, waaronder de vermelding van het bepaalde gebied waaruit de wijn afkomstig is (sub a) en een van de aanduidingen als bedoeld in artikel 15, lid 7, eerste alinea, tweede streepje, van verordening nr. 823/87 (sub b).

9. Artikel 11, lid 2, geeft aan op welke wijze de verplichte omschrijvingen uit het eerste lid mogen worden aangevuld bij de v.q.p.r.d. Uit de lijst van artikel 11, lid 2, noem ik:

[...]

c) een merk, zulks overeenkomstig de voorwaarden van artikel 40;

[...]

i) aanvullende traditionele aanduidingen, wanneer deze worden gebruikt onder de voorwaarden, vastgelegd in de wetgeving van de producerende lidstaat, en worden opgenomen op een nog vast te stellen lijst;

j) de communautaire aanduiding ,in een bepaald gebied voortgebrachte kwaliteitswijn of ,v.q.p.r.d. voorzover deze aanduiding niet krachtens lid 1, onder b, is vermeld of van een bijzondere van oudsher gebruikte aanduiding voorzover deze niet krachtens lid 1, onder b, is vermeld".

10. Volgens artikel 12, lid 1, mogen uitsluitend de in artikel 11 bedoelde vermeldingen voor de omschrijving van v.q.p.r.d. op de etikettering worden gebruikt. De lidstaten mogen evenwel toestaan dat [...] de vermelding van de naam van het in artikel 11, lid 1, onder a, bedoelde bepaalde gebied vergezeld gaat van de vermelding van de naam van een grotere geografische eenheid waarvan het betrokken bepaalde gebied deel uitmaakt, teneinde de ligging van het gebied nauwkeuriger aan te geven, mits de voorwaarden zowel voor het gebruik van de naam van het genoemde bepaalde gebied als voor het gebruik van de naam van de genoemde geografische eenheid in acht worden genomen".

11. In titel III, Algemene bepalingen" wordt in artikel 40, lid 1, aangegeven dat de omschrijving en aanbiedingsvorm van de producten waarop de verordening betrekking heeft, alsmede alle vormen van reclame voor deze producten niet onjuist en van dien aard mogen zijn dat zij aanleiding kunnen geven tot verwarring of tot misleiding van de personen voor wie zij zijn bestemd, met name ten aanzien van de in artikel 11 genoemde vermeldingen en de eigenschappen van producten, waaronder aard, oorsprong of herkomst. De geografische benaming waarmee een bepaald gebied wordt aangeduid, moet voldoende nauwkeurig zijn en onmiskenbaar zijn verbonden met het productiegebied, zulks om, rekening houdend met de bestaande situaties, mogelijke verwarring te voorkomen.

12. Artikel 40, lid 2, heeft betrekking op merken en luidt als volgt:

2. Wanneer de omschrijving, de aanbiedingsvorm en de reclame met betrekking tot de producten waarop deze verordening betrekking heeft, met merken zijn aangevuld, mogen deze merken geen woorden, delen van woorden, tekens of afbeeldingen bevatten:

a) die aanleiding kunnen geven tot verwarring of tot misleiding van de personen voor wie zij zijn bestemd, in de zin van lid 1,

of

b) die

- door de personen voor wie zij zijn bestemd, kunnen worden verward met de volledige omschrijving of met een gedeelte van de omschrijving van een tafelwijn, een v.q.p.r.d. of een ingevoerde wijn waarvan de omschrijving bij communautaire bepalingen is geregeld, dan wel met de omschrijving van een ander in artikel 1, lid 1, eerste alinea, en in artikel 36, lid 1, eerste alinea, genoemd product of

- gelijk zijn aan de omschrijving van een dergelijk product, zonder dat de voor de bereiding van bovengenoemde eindproducten gebruikte producten aanspraak kunnen maken op een dergelijke omschrijving of aanbiedingsvorm.

Bovendien mogen voor de omschrijving van een tafelwijn, een v.q.p.r.d. of een ingevoerde wijn op de etikettering geen merken worden gebruikt waarin woorden, delen van woorden, tekens of afbeeldingen voorkomen die:

[...]

b) [...] onjuiste aanduidingen bevatten, met name ten aanzien van de geografische oorsprong, het wijnstokras, het oogstjaar of een vermelding betreffende een hogere kwaliteit."

13. Het Hof heeft in een viertal arresten de algemene voorschriften voor de omschrijving en aanbiedingsvorm van wijn nader uitgewerkt. Deze arresten zijn:

- het arrest Weigand van 25 februari 1981;

- het arrest Langguth van 29 juni 1995;

- het arrest Voisine van 5 juli 1995;

- het arrest Kessler van 28 januari 1999.

B - Nationaal recht

14. Krachtens artikel L 711-3 van de Code de la propriété intellectuelle kan een teken waarvan het gebruik bij de wet is verboden, of dat het publiek kan misleiden, met name over de aard, de kwaliteit of de geografische herkomst van een product, niet als merk of element van een merk worden erkend.

III - Feitelijk en procedureel kader

15. De vennootschap Borie Manoux verkoopt wijn uit de streek Bergerac. Op 6 januari 1997 heeft zij bij het Institut national de la propriété industrielle (hierna: INPI") een verzoek ingediend tot inschrijving van het merk Les Cadets d'Aquitaine ter aanduiding van wijnen met een benaming van oorsprong afkomstig uit de streek Aquitanië. Op 8 juli 1997 heeft de directeur-generaal van het INPI het verzoek afgewezen op basis van enerzijds de artikelen 11 en 40 van verordening nr. 2392/89 en anderzijds artikel L 711-3 van de Code de la propriété intellectuelle.

16. Tegen het besluit van het INPI heeft Borie Manoux beroep ingesteld bij de Cour d'appel de Bordeaux. Bij vonnis van 26 oktober 1998 heeft de Cour d'appel het bestreden besluit bevestigd. Zij oordeelde dat voor de v.q.p.r.d. de vermelding van het productiegebied alleen mag worden aangevuld met de naam van een kleinere geografische eenheid die nauwkeurig is afgebakend in een nationale bepaling. De Cour d'appel achtte de vermelding Aquitaine" in het merk Les Cadets d'Aquitaine onwettig, aangezien dit geen geografische referentie is waarvan het gebruik bij nationale wet of bij gemeenschapsbepaling is geregeld.

17. Vervolgens heeft Borie Manoux tegen het vonnis van de Cour d'appel beroep ingesteld bij de Cour de cassation. Zij stelt dat de Cour d'appel de artikelen 11 en 40 van verordening nr. 2392/89 heeft geschonden door te oordelen dat de vermelding Aquitaine" onwettig is, zonder te onderzoeken of te verduidelijken waarom deze vermelding in het merk Les Cadets d'Aquitaine, misleidend zou kunnen zijn over de oorsprong, de kwaliteit of de aard van het product, of verwarring zou kunnen doen ontstaan met een communautaire of nationale omschrijving.

18. In het hoofdgeding heeft Borie Manoux aangevoerd dat uit artikel 40 van verordening nr. 2392/89 volgt, dat de inschrijving van een geografische naam als merk voor wijnen en druivenmost vrij is, zolang hij niet onder een van de verbodsbepalingen van de verordening valt. De verbodsbepalingen beogen enerzijds elke misleiding over de oorsprong, de kwaliteit of de aard van het product en anderzijds elk risico van verwarring met een gemeenschapsrechtelijk geregelde omschrijving te voorkomen. In dit licht bezien valt het merk Les Cadets d'Aquitaine niet als misleidend aan te merken en brengt het evenmin het risico van verwarring met zich mee, aldus Borie Manoux.

19. Volgens de verwijzende rechter is voor een beslissing in het onderhavige geding, gelet op het arrest van het Hof in de zaak Weigand, de uitlegging van artikel 40 van belang. Derhalve heeft de Cour de cassation bij arrest, ingeschreven ter griffie van het Hof op 16 februari 2001, verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

Moet artikel 40 van verordening (EEG) nr. 2392/89 van de Raad van 24 juli 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn en druivenmost aldus worden uitgelegd, dat het zich verzet tegen de inschrijving als merk - voor de in de verordening bedoelde producten - van een geografische vermelding waarvan het gebruik niet is geregeld bij artikel 11 van deze verordening, zelfs wanneer de inschrijving van een dergelijk merk de consument niet kan misleiden over de herkomst van de wijn en geen enkele verwarring schept met een geregistreerde geografische benaming, maar die inschrijving wel zou kunnen doen veronderstellen, dat de betrokken geografische vermelding, die de streek aanduidt waarin deze wijn daadwerkelijk is voortgebracht, doch die andere oorsprongsbenamingen dekt, beschermd is?"

20. Schriftelijke opmerkingen zijn ingediend door de Franse regering en door de Commissie. Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.

IV - Beoordeling

21. Deze zaak betreft de uitlegging van verordening nr. 2392/89. Deze verordening heeft, blijkens de derde overweging van de considerans, tot doel zo juist en nauwkeurig mogelijk inlichtingen te verstrekken over de binnen de Gemeenschap verhandelde wijnen, teneinde de consument en de openbare instanties die belast zijn met het beheer en de controle van de handel in wijn, te beschermen tegen gevaar voor verwarring of misleiding over de voornaamste kwaliteiten van het betrokken product.

22. De relevante bepalingen in casu zijn artikel 11, leden 1 en 2, artikel 12, lid 1, en artikel 40, leden 1 en 2, van verordening nr. 2392/89. Artikel 11, lid 1, bepaalt welke verplichte vermeldingen de omschrijving op de etikettering voor de v.q.p.r.d. moet bevatten. Onder andere moet worden vermeld het bepaalde gebied waaruit de v.q.p.r.d. afkomstig is. Ingevolge artikel 11, lid 2, mag de omschrijving op de etikettering worden aangevuld met bepaalde gegevens, waaronder een merk, zulks overeenkomstig de voorwaarden van artikel 40. Laatstgenoemd artikel verbiedt onder meer in merken woorden te gebruiken die aanleiding kunnen geven tot verwarring of tot misleiding van de personen voor wie zij zijn bestemd. Artikel 40, lid 2, sub b, betreft meer specifiek de elementen van merken die kunnen worden verward met de gehele of een gedeelte van de omschrijving van wijnen. Artikel 12, lid 1, bepaalt dat voor de omschrijving van v.q.p.r.d. op de etikettering, behoudens een aantal uitzonderingen, uitsluitend de in artikel 11 bedoelde vermeldingen worden gebruikt. Een van de uitzonderingen bepaalt dat de lidstaten mogen toestaan dat de vermelding van de naam van het bepaalde gebied waaruit de v.q.p.r.d. afkomstig is, vergezeld gaat van de vermelding van de naam van een grotere geografische eenheid waarvan het betrokken bepaalde gebied deel uitmaakt, om de ligging van het gebied nauwkeuriger aan te geven.

23. Volgens de verwijzende rechter gaat het in het hoofdgeding om de uitlegging van het verbod van artikel 40 van verordening nr. 2392/89. De vraag is, of dit artikel zich verzet tegen de inschrijving van het merk Les Cadets d'Aquitaine voor Bergeracois-wijnen, aangezien het gebruik van de geografische benaming Aquitaine" niet is geregeld bij artikel 11 van verordening nr. 2392/89. De verwijzende rechter wenst in wezen te vernemen of een geografische benaming in een merk, waarvan het gebruik niet bij nationale wet of bij gemeenschapsbepaling is geregeld verwarringsgevaar schept voor de consument, aangezien zij aanleiding kan geven tot de veronderstelling dat de betrokken geografische benaming beschermd is en daarmee onder het verbod van artikel 40 valt.

24. Voordat beoordeeld kan worden, of de geografische benaming Aquitaine" in het merk Les Cadets d'Aquitaine zou kunnen doen veronderstellen dat het gaat om een beschermd merk, moet eerst worden bepaald of een dergelijke aanduiding überhaupt is toegestaan. Hiervoor moet te rade worden gegaan bij hoofdstuk I, afdeling B, van verordening nr. 2392/89, waarin de voorschriften voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn zijn vastgesteld.

25. De eerste vraag die opkomt, is of deze verordening zich verzet tegen het gebruik op een etiket van een geografische aanduiding, anders dan van het in artikel 11, lid 1, bedoelde gebied. Zoals hierna zal blijken bevat de verordening in artikel 11, lid 2, sub l, een bepaling over de naam van een kleinere geografische eenheid en in artikel 12, lid 1, een bepaling over de naam van een grotere geografische eenheid. Uit deze bepalingen blijkt dat het gebruik van een geografische aanduiding, onder bepaalde voorwaarden, is toegestaan. Vervolgens rijst de vraag, of het voor het antwoord op de eerste vraag verschil maakt, indien een geografische aanduiding deel uitmaakt van een merk. Verordening nr. 2392/89 bepaalt in artikel 11, lid 2, sub c, dat de omschrijving op de etikettering voor v.q.p.r.d. mag worden aangevuld met een merk overeenkomstig de voorwaarden van artikel 40. Laatstgenoemd artikel verbiedt niet met zoveel woorden een geografische aanduiding in een merk, mits hierdoor geen verwarring of misleiding ontstaat van de personen voor wie zij is bestemd. Voor het onderhavige geding geldt, dat pas als is komen vast te staan dat de aanduiding Aquitaine" een geoorloofde geografische benaming is in een merk, de vraag aan de orde komt of deze vermelding verwarring omtrent de bescherming van het betrokken merk zou kunnen scheppen.

26. Ik zal beginnen met de relevante voorschriften van verordening nr. 2392/89, te weten de artikelen 11, 12 en 40, uiteen te zetten. Tevens zal ik de rechtspraak van het Hof met betrekking tot deze verordening en aanverwante regelingen behandelen. Dit doe ik aan de hand van de volgende onderwerpen:

- het uitputtende karakter van verordening nr. 2392/89;

- de voorschriften ten aanzien van merken;

- de voorschriften ten aanzien van geografische aanduidingen;

- de betekenis van het begrip consument";

- de betekenis van de begrippen verwarring" en misleiding".

In de punten 52 en verder zal ik ingaan op de opmerkingen van de Franse regering en de Commissie. Deze opmerkingen gaan hoofdzakelijk over artikel 40 en de begrippen verwarring" en misleiding".

Het uitputtende karakter van verordening nr. 2392/89

27. Dat verordening nr. 2392/89 uitputtend van aard is bedoeld, blijkt uit de vijfde overweging van de considerans, waarin wordt vermeld, dat het om te sterk uiteenlopende interpretaties te voorkomen, nuttig is gebleken tamelijk volledige voorschriften voor de omschrijving van de producten vast te stellen [...]; dat om de doeltreffendheid van deze voorschriften te waarborgen bovendien het beginsel moet worden vastgelegd dat voor de omschrijving van wijn en druivenmost geen andere aanduidingen mogen worden gebruikt dan die welke bij of krachtens die voorschriften zijn vastgesteld".

28. Het uitputtende karakter van de artikelen 11 en 12 van verordening nr. 2392/89 wordt in de zaak Voisine expliciet genoemd. In punt 22 van het arrest stelt het Hof dat blijkens de genoemde artikelen de gemeenschapswetgever een gedetailleerde en volledige wettelijke regeling van de omschrijving en aanbiedingsvorm van wijn heeft willen vaststellen. De artikelen 11 en 12 geven een uitputtende opsomming van de vermeldingen die voor de omschrijving van v.q.p.r.d. op de etikettering mogen worden gebruikt, aldus het Hof.

29. Wat betekent het uitputtende karakter van verordening nr. 2392/89 voor het onderhavige geding? Ik stel in de eerste plaats vast dat het gebruik van de geografische benaming Aquitaine" niet is geregeld in verordening nr. 2392/89 of in een van de uitvoeringsverordeningen. Het gebruik van deze benaming op de etikettering naast de aanduiding Bergeracois" is ook niet geregeld in de Franse wet, zoals uit de opmerkingen van de Franse regering blijkt. De oorsprongsbenaming Bergerac" is wel krachtens de verordening beschermd. Gezien het feit dat de betrokken geografische benaming niet is geregeld bij nationale wet of bij gemeenschapsbepaling, sluit ik niet uit dat de geografische benaming Aquitaine" niet geoorloofd is. Uit het voorgaande volgt immers, dat iedere vermelding op de etikettering voor de v.q.p.r.d. expliciete grondslag behoeft in verordening nr. 2392/89. Derhalve zal voor de in casu gebezigde geografische benaming een dergelijke grondslag in de verordening moeten worden gevonden.

De voorschriften ten aanzien van merken

30. Ten eerste noem ik artikel 11, lid 2, sub c, op grond waarvan de omschrijving op de etikettering voor v.q.p.r.d. mag worden aangevuld met een merk overeenkomstig de voorwaarden van artikel 40. Krachtens laatstgenoemd artikel mogen de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn niet onjuist en van dien aard zijn dat zij aanleiding kunnen geven tot verwarring of tot misleiding van de personen voor wie zij zijn bestemd. Ingevolge artikel 40, lid 2, sub a, mogen merken geen (delen van) woorden, tekens of afbeeldingen bevatten die aanleiding kunnen geven tot verwarring of misleiding van de personen voor wie zij zijn bestemd. Artikel 40, lid 2, sub b, ziet meer specifiek op de elementen van merken die kunnen worden verward met de gehele of een gedeelte van de omschrijving van wijnen.

31. In de zaak Kessler, heeft het Hof geoordeeld dat bij het toestaan van het gebruik van een merk ter aanvulling van de omschrijving of aanbiedingsvorm van wijn, de gemeenschapswetgever een belangenafweging heeft beoogd tussen bescherming van de consument, te weten het recht om niet te worden misleid met betrekking tot de eigenschappen van een product, enerzijds en bescherming van de intellectuele eigendomsrechten, meer bepaald het gewettigd belang van de merkhouders bij het gebruik en de exploitatie van hun merk in de handel anderzijds. Hiermee geeft het Hof het doel van de regeling weer.

32. Er is weinig jurisprudentie over het begrip merk" in de zin van de artikelen 11 en 40. De zaken die het Hof heeft beoordeeld met betrekking tot artikel 40, betreffen doorgaans de uitlegging van de begrippen verwarring" en misleiding". Op de betekenis van deze begrippen kom ik hierna uitgebreid terug. Specifiek ten aanzien van een merknaam heeft het Hof in de zaak Langguth vastgesteld, dat artikel 40 geen enkele beperking bevat betreffende het lettertype en de afmetingen van een merk ten opzichte van de vermelding van de naam van het bepaalde gebied of van de kleinere geografische eenheid dan het bepaalde gebied op het etiket. Hieruit blijkt dat het Hof de nodige ruimte laat voor het gebruik van een merk ter aanvulling van de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn.

33. Evenmin blijkt dat artikel 11 zich als zodanig verzet tegen de opname van een geografische benaming in een merk. Artikel 11 kan derhalve de door verordening nr. 2392/89 verlangde grondslag vormen. De vraag die dan volgt is, of artikel 12, dat het gebruik van geografische aanduidingen regelt, zich hiertegen verzet.

De voorschriften ten aanzien van geografische aanduidingen

34. Primair bepaalt artikel 11, lid 1, sub a, van verordening nr. 2392/89 dat voor v.q.p.r.d. de omschrijving op de etikettering de vermelding bevat van het bepaalde gebied waaruit deze afkomstig is. Ingevolge artikel 11, lid 2, sub l, mag voor v.q.p.r.d. de omschrijving op de etikettering worden aangevuld met de naam van een kleinere geografische eenheid dan het bepaalde gebied, overeenkomstig artikel 13 van de verordening. Volgens artikel 12, lid 1, mogen de lidstaten toestaan dat de vermelding van de naam van het bepaalde gebied waaruit de v.q.p.r.d. afkomstig is, vergezeld gaat van de vermelding van de naam van een grotere geografische eenheid waarvan het betrokken bepaalde gebied deel uitmaakt, om de ligging van het gebied nauwkeuriger aan te geven.

35. Artikel 12, lid 1, lijkt op het eerste gezicht soelaas te bieden vanwege de mogelijkheid om naast de oorsprongsbenaming, de naam van een grotere geografische eenheid op de etikettering te vermelden, indien de nationale wet daarin voorziet. Het staat vast dat de geografische benaming Aquitaine" in het merk Les Cadets d'Aquitaine een grotere geografische eenheid vormt. Frankrijk heeft echter het gebruik van deze vermelding niet toegestaan krachtens een regeling in de nationale wet. Artikel 12 kan in casu derhalve op zichzelf geen grondslag vormen voor de vermelding van de geografische benaming Aquitaine". Aan de andere kant echter, blijkt uit de bewoordingen van artikel 12 niet dat het zich verzet tegen de vermelding van een geografische benaming op een etiket, indien het deel uitmaakt van een merk. Gezien het systeem van de verordening ligt dit ook niet voor de hand. Artikel 12 bepaalt immers, dat voor de omschrijving van v.q.p.r.d. op de etikettering, behoudens een aantal uitzonderingen, uitsluitend de in artikel 11 bedoelde vermeldingen worden gebruikt. Blijkens zijn bewoordingen brengt dit artikel geen beperking aan op datgene, wat krachtens artikel 11 wordt toegestaan. Het gebruik van een geografische aanduiding in een merk is derhalve geoorloofd, mits deze vermelding geen aanleiding geeft tot verwarring of misleiding van de personen voor wie het is bestemd. Het gebruik van een merk wordt aldus alleen beperkt door artikel 40 en door het merkenrecht.

36. Op dit punt wil ik kort ingaan op het verweer van de rekwirante in het hoofdgeding met betrekking tot de onwettigheid van het merk Les Cadets d'Aquitaine. De Cour d'appel zou ten onrechte hebben geoordeeld dat de vermelding Aquitaine" onwettig is, zonder te onderzoeken of te verduidelijken waarom deze vermelding misleidend zou kunnen zijn over de oorsprong, de kwaliteit of de aard van het product, of verwarring zou kunnen doen ontstaan met een communautaire of nationale omschrijving. Blijkens de verwijzingsbeschikking heeft de Cour d'appel geoordeeld, dat voor de v.q.p.r.d. de vermelding van het productiegebied alleen mag worden aangevuld met de naam van een kleinere geografische eenheid die nauwkeurig is afgebakend in een nationale bepaling. Ik acht dit, gezien de bewoordingen van artikel 12, niet juist.

37. Uit het voorgaande volgt, dat verordening nr. 2392/89 een geografische benaming in een merk in beginsel niet verbiedt. Wel moet zijn voldaan aan de voorwaarde dat het betrokken merk niet leidt tot verwarring of misleiding van de consument.

38. Dan ga ik nu over tot de kernvraag: leidt de geografische benaming Aquitaine" in het merk Les Cadets d'Aquitaine tot verwarring of misleiding van de consument? Hiertoe bespreek ik in de volgende punten de inhoud van het begrip consument", ter bescherming van wie de verordening zich richt, alsmede de begrippen verwarring" en misleiding".

De betekenis van het begrip consument"

39. Het gaat in artikel 40 om verwarring of misleiding van de consument. Uit het arrest Mars blijkt, dat onder het begrip consument" wordt verstaan de gemiddelde consument met een redelijk onderscheidingsvermogen". Volgens vaste rechtspraak van het Hof moet bij de beoordeling, of een benaming of merk een koper al dan niet kan misleiden worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument. Dit criterium is blijkens het arrest Estée Lauder op het evenredigheidsbeginsel gebaseerd.

40. Bij de beoordeling of een benaming of een merk de consument kan misleiden dient ook rekening te worden gehouden met de mogelijkheid, dat een benaming die, of een merk dat in de ene lidstaat niet misleidend is, vanwege taalkundige, culturele en sociale verschillen tussen de lidstaten, in een andere lidstaat wel misleidend kan zijn. Hieromtrent bepaalde het Hof in het arrest Graffione, dat de mogelijkheid om een verhandelingsverbod toe te laten op grond van de misleidende aard van een merk in beginsel niet is uitgesloten door de omstandigheid dat dit merk in andere lidstaten niet als misleidend wordt beschouwd.

41. Tevens heeft het Hof ten aanzien van soortgelijke bepalingen die bedoeld zijn om iedere misleiding van de consument te voorkomen, vastgesteld dat het aan de nationale rechter staat om, met inachtneming van alle relevante gegevens, na te gaan of een benaming of merk misleidend kan zijn. Indien de nationale rechter bij deze beoordeling bijzondere moeilijkheden ondervindt, kan hij, bij gebreke van enige gemeenschapsrechtelijke bepaling ter zake, nagaan of het onder de door zijn nationale recht gestelde voorwaarden opportuun is een opinie- of deskundigenonderzoek te gelasten. Aan de hand van een dergelijk onderzoek kan de nationale rechter bepalen, welk percentage misleide consumenten hem voldoende significant lijkt om in voorkomend geval een verbod van die bepaalde uiting te rechtvaardigen.

42. Samengevat, bij de beoordeling van het eventueel misleidende karakter van een benaming of merk, moet de nationale rechter de vermoedelijke verwachting van de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument in aanmerking nemen. Bij de toepassing van dit criterium op het concrete geval moet rekening worden gehouden met de taalkundige, culturele en sociale verschillen tussen de lidstaten waardoor een merk in de ene lidstaat niet misleidend is voor de consument en dit in een andere lidstaat wel is. Wanneer het bijzonder moeilijk blijkt om het misleidende karakter van een benaming of merk te beoordelen, verzet het gemeenschapsrecht zich er niet tegen dat de nationale rechter, onder de naar nationaal recht geldende voorwaarden ter verduidelijking van zijn oordeel gebruik maakt van een opinie- of deskundigenonderzoek.

De betekenis van de begrippen verwarring" en misleiding"

43. In artikel 40 staan de begrippen verwarring" en misleiding" centraal. In lid 2 wordt gepreciseerd wat verwarring, casu quo misleiding met betrekking tot een merk kan inhouden. Dit lid 2 ziet echter niet op het gebruik van een geografische aanduiding in een merk. Om die reden moet te rade worden gegaan bij de rechtspraak van het Hof omtrent de begrippen verwarring" en misleiding". Het Hof heeft in een aantal arresten een uitleg gegeven van deze begrippen in de zin van artikel 40 en van andere artikelen waarin deze begrippen voorkomen. In punt 13 van deze conclusie heb ik de arresten even genoemd, ik zal hieronder dieper ingaan op de overwegingen die voor deze zaak van belang zijn.

44. Om de reikwijdte van artikel 40 te bepalen dient eerst de betekenis van de woorden aanleiding kunnen geven tot verwarring of tot misleiding" in de zin van artikel 40 te worden vastgesteld. In het arrest Weigand heeft het Hof deze begrippen reeds uitgelegd in het kader van de artikelen 8, 18 en 43 van verordening nr. 355/79, waarvan de bewoordingen vrijwel overeenkomen met artikel 40. In deze zaak moest het Hof uitmaken of er sprake was van verwarring in de zin van genoemde verordening, doordat een wijnhandelaar op het etiket van twee wijnen en in de daarvoor gemaakte reclame, aanduidingen gebruikte die de indruk wekten dat zij afkomstig waren uit Duitse wijngebieden en -locaties die in werkelijkheid niet bestonden. Het Hof oordeelde dat het begrip verwarring niet alleen verwarring in eigenlijke zin omvatte, maar ook het gebruik van bedrieglijke aanduidingen. Aan de woorden verwarring" en misverstand" werd dezelfde betekenis toegekend, omdat de betrokken bepalingen hetzelfde doel hebben, namelijk bij de handel in wijn alle praktijken uit te schakelen die een valse schijn kunnen wekken". Dit betekent dat aan de begrippen verwarring" en misverstand" in de zin van artikel 40 eveneens dezelfde betekenis moet worden toegekend.

45. In de zaak Kessler was de vraag, of het feit dat in artikel 13, leden 1 en 2, sub a, van verordening nr. 2333/92 sprake is van aanleiding kunnen geven tot verwarring" en of tot misleiding", terwijl in lid 2, sub b, van dit artikel slechts de vraag aan de orde is of de betrokken omschrijvingen kunnen worden verward", erop zou kunnen duiden dat in eerstbedoelde gevallen moet worden aangetoond dat daadwerkelijk personen kunnen worden misleid, terwijl in het in lid 2, sub b, bedoelde geval zou kunnen worden volstaan met de vaststelling dat de omschrijvingen als zodanig kunnen worden verward".

46. Het Hof oordeelde dat het voor de toepassing van het verbod van artikel 13, lid 2, sub b, van verordening nr. 2333/92 niet voldoende is, dat wordt vastgesteld dat een merk dat een woord uit de omschrijving van een van de in die bepaling genoemde producten bevat, op zich met die omschrijving kan worden verward. Ook moet komen vast te staan dat het gebruik van het merk de betrokken consumenten kan misleiden en bijgevolg hun koopgedrag kan beïnvloeden.

47. Zoals ik in punt 31 opmerkte, heeft het Hof in de zaak Kessler geoordeeld, dat de gemeenschapswetgever bij het toestaan van het gebruik van merken ter aanvulling van de omschrijving of aanbiedingsvorm van of de reclame voor mousserende wijn, een belangenafweging moet hebben beoogd tussen bescherming van de consument, te weten het recht om niet te worden misleid met betrekking tot de eigenschappen van een product, enerzijds en bescherming van de intellectuele eigendomsrechten anderzijds. Het Hof was van mening dat deze afweging ernstig zou worden uitgehold, als alleen al het bestaan van een gevaar van verwarring, zonder de opvattingen of gewoonten van de beoogde consumenten in aanmerking te nemen, voldoende zou zijn om te beletten dat een beschermde benaming als merk wordt gebruikt. Derhalve moet komen vast te staan dat het gebruik van een merk de consument daadwerkelijk kan misleiden.

48. Ook uit het arrest Langguth blijkt dat artikel 40 vooral tot doel heeft het misleidend gebruik van merken te verhinderen. Het Hof oordeelde dat bijgevolg een merk, dat als zodanig niet misleidend is voor de consument, niet kan worden geacht aanleiding te geven tot verwarring of misleiding van de personen voor wie het is bestemd, omdat het op een opvallende wijze is aangebracht, ook al bevat het een woord dat volgens de betrokken regeling een gegeven is dat voor de omschrijving van een v.q.p.r.d. kan worden gebruikt.

49. Ik merk op, dat het Hof in het arrest Sabel het begrip associatiegevaar", dat dient ter precisering van de draagwijdte van het begrip verwarringsgevaar", heeft uitgelegd. Het associatiegevaar houdt blijkens dit arrest in, dat vanwege de identiteit of gelijksoortigheid van zowel de merken als de erdoor geïdentificeerde waren of diensten bij het publiek verwarring kan ontstaan, inhoudende de mogelijkheid van associatie met een ouder merk. Uit de punten 22 en 23 van dit arrest volgt, dat het verwarringsgevaar globaal moet worden beoordeeld, met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het concrete geval. Deze globale beoordeling dient wat de visuele, auditieve of begripsmatige gelijkenis betreft te berusten op de totaalindruk die door de merken wordt opgeroepen, daarbij onder meer rekening houdend met hun onderscheidende en dominerende bestanddelen."

50. Volledigheidshalve noem ik de zaak Voisine, waarin de vraag aan de orde was of versieringen op flessen wijn die geen verband houden met de wijn zelf, onder de in artikel 38 van verordening nr. 2392/89 gegeven definitie van etikettering vallen. Ingevolge een Franse wet inzake fraude en vervalsing van producten werd gesteld, dat het misleidend was in bepaalde steden flessen in de handel te brengen waarop foto's waren aangebracht van de steden waar de flessen werden verkocht, met een korte tekst over de geschiedenis van de betrokken stad. Dergelijke etiketten zouden de kopers kunnen misleiden ten aanzien van de herkomst van de wijn. Het Hof herinnerde eraan, dat het doel van de bepalingen inzake de etikettering van wijn is om bij de handel in wijn alle praktijken uit te schakelen die een valse schijn wekken. Het doet er niet toe of die praktijken in de handel of bij de consument verwarring met andere producten doen ontstaan, dan wel de onjuiste indruk wekken van een in werkelijkheid niet bestaande oorsprong of in werkelijkheid niet bestaande kenmerken.

51. Ik vat deze rechtspraak over de begrippen verwarring" en misleiding" als volgt samen. Voorop staat dat het gebruik van het merk de betrokken consumenten daadwerkelijk kan misleiden en bijgevolg hun koopgedrag kan beïnvloeden. In die zin moet sprake zijn van een concreet gevaar. Het begrip verwarring" in artikel 40 is op zichzelf wel een globaal begrip. Het omvat naast verwarring in eigenlijke zin, ook het gebruik van bedrieglijke aanduidingen die het publiek in de waan kunnen brengen dat het gaat om een in werkelijkheid niet bestaande oorsprong of in werkelijkheid niet bestaande kenmerken. Voorts omvat het ook associatiegevaar. Gezien de doelstelling van artikel 40 om bij de handel in wijn alle praktijken uit te schakelen die een valse schijn kunnen wekken, vormt opzet geen vereiste.

De opmerkingen van de Franse regering en de Commissie

52. In casu wijst de Franse regering erop, dat het Hof in de zaak Weigand het verbod om mogelijk tot verwarring leidende aanduidingen te gebruiken abstract heeft opgevat, dat wil zeggen dat niet het bewijs wordt verlangd dat er werkelijk sprake is van verwarring, een abstract risico van verwarring is reeds voldoende. In latere arresten nuanceert het Hof dit standpunt en verlangt dat er sprake is van een reëel gevaar van verwarring of misleiding. Dienaangaande oordeelde het Hof in het arrest Langguth, dat het gebruik van een merk pas kan worden geacht aanleiding te geven tot verwarring of misleiding van de personen tot wie het gericht is, indien wordt vastgesteld dat er, gelet op de opvattingen of gewoonten van de beoogde consumenten, een reëel gevaar bestaat dat hun koopgedrag wordt beïnvloed.

53. De Franse regering betoogt, verwijzend naar onder andere de zaken Weigand en Langguth, dat artikel 40 een geografische benaming in een merk verbiedt, waarvan het gebruik niet is geregeld bij artikel 11 vanwege het verwarringsgevaar van een dergelijk merk met een bestaand merk of de misleiding ten aanzien van de herkomst van de wijn.

54. De Commissie is van mening dat een geografische benaming in een merk, waarvan het gebruik niet is geregeld bij nationale wet of bij gemeenschapsbepaling tot de veronderstelling kan leiden dat het gaat om een beschermd merk en misleiding tot gevolg heeft. Desalniettemin acht zij louter een geografische vermelding in een merk niet voldoende om tot schending van artikel 40 te concluderen. Daarnaast moet worden vastgesteld dat het gebruik van een dergelijk merk kan leiden tot verwarring of misleiding van de consument en bijgevolg hun koopgedrag kan beïnvloeden, aldus de Commissie. Dienaangaande verwijst zij naar de zaak Kessler.

55. Zowel de Franse regering als de Commissie zijn van oordeel dat het aan de nationale rechter staat om na te gaan, of de vermelding van de geografische benaming Aquitaine" in het merk Les Cadets d'Aquitaine misleidend kan zijn voor de consument. Volgens vaste rechtspraak van het Hof dient de nationale rechter daarbij uit te gaan van de vermoedelijke verwachting van de gemiddelde, normaal geïnformeerde, omzichtig handelende en oplettende consument.

De eigenlijke beoordeling

56. De beantwoording van de vraag van de verwijzende rechter moet plaatsvinden in het licht van het systeem van de verordening. Deze verordening regelt uitputtend welke aanduidingen al dan niet zijn toegestaan, maar hanteert daarbij begrippen die niet steeds een ondubbelzinnig karakter hebben. Om die reden zal de nationale rechter steeds van geval tot geval moeten beoordelen of een bepaalde aanduiding ingevolge de verordening is toegestaan. Het Hof stelde dat eerder vast ten aanzien van soortgelijke bepalingen als artikel 40 van verordening nr. 2392/89 die bedoeld zijn om iedere misleiding van de consument te voorkomen. Ik merkte dat in punt 41 reeds op.

57. Zoals ik in punt 37 reeds stelde, verbiedt verordening nr. 2392/89 op zichzelf niet het gebruik van de naam van een grote regio als geografische benaming in een merk. Een dergelijk verbod valt niet af te leiden uit de artikelen 11 en 12, noch uit artikel 40 van de verordening. Ik deel dan ook het standpunt van de Commissie, dat een geografische benaming in een merk waarvan het gebruik niet is geregeld bij nationale wet of bij gemeenschapsbepaling, niet louter om die reden in strijd is met artikel 40. Het gebruik van een dergelijke benaming is toegestaan, mits deze benaming geen aanleiding geeft tot verwarring of tot misleiding van de consument. Dit leid ik ook af uit de zaken die ik in de punten 44 en verder heb besproken. Uit deze zaken blijkt dat de bescherming van de consument in verordening nr. 2392/89 centraal staat, waar het gaat om vermeldingen die aanleiding kunnen geven tot verwarring of misleiding.

58. In casu dient de nationale rechter te beoordelen of, gelet op de consumenten tot wie het is gericht, de naam van een grote regio als geografische benaming in een merk kan worden verward met geregistreerde namen die in dezelfde regio voorkomen.

59. De rechtspraak van het Hof, zoals weergegeven in de punten 39 en volgende van deze conclusie, geeft een aantal uitgangspunten voor de beoordeling of een aanduiding aanleiding kan geven tot verwarring of misleiding. Ik verwijs daartoe in het bijzonder naar de punten 42 en 51 van deze conclusie. Die uitgangspunten geven echter geen uitsluitsel over de vraag in welke gevallen de naam van een grote regio als geografische benaming in een merk is toegestaan.

60. Om de verwijzende rechter een verder houvast te geven voor de beoordeling ga ik hier eerst dieper in op de feiten in het hoofdgeding. Aan de hand daarvan bezie ik vervolgens hoe de uitgangspunten die het Hof heeft geformuleerd kunnen worden gepreciseerd, ten behoeve van de beoordeling van een geval als het onderhavige.

61. Het hoofdgeding betreft de vraag of de naam Aquitaine" als geografische benaming in het merk Les Cadets d'Aquitaine is toegestaan. In de woorden van de verordening, leidt deze benaming tot verwarring of tot misleiding omtrent de bescherming van de benaming?

62. In casu verhandelt de rekwirante in het hoofdgeding wijn uit de streek Bergerac, die gelegen is in de regio Aquitanië. Ik merk op dat blijkens de verwijzingsbeschikking niet wordt betwist dat Aquitaine" een geografische naam is die ter aanduiding van Bergeracois-wijnen dient. De naam Aquitaine" duidt aldus de streek aan waarin de wijn daadwerkelijk is voortgebracht.

63. Het is duidelijk dat in het hoofdgeding de naam Aquitaine" centraal staat. Aquitanië is een reeds eeuwenlang als zodanig bekende, grote regio in Zuidwest-Frankrijk, waarin een aantal gerenommeerde, traditionele wijngebieden voorkomen. Bovendien is Aquitanië thans ook een van de bestuurlijke regio's van Frankrijk. Bordeaux is een van de bekende wijngebieden in deze regio. Het staat buiten twijfel dat de benaming Aquitanië voor het Franse publiek van algemene bekendheid is. Evenmin lijkt aannemelijk dat het Franse publiek Aquitanië als een specifiek wijngebied opvat. Het is evenwel de vraag in hoeverre de naam van een grote Franse regio waarin een aantal befaamde wijngebieden is gelegen, ook bij de buitenlandse consument bekend mag worden verondersteld.

64. Ik voeg daar nog een element aan toe. Het valt niet uit te sluiten dat de naam van een grote regio als geografische benaming in een merk vanwege zijn associatieve betekenis bij de gemiddeld geïnformeerde consument wél tot verwarring met geregistreerde namen uit die regio kan leiden. Het merk Les Cadets d'Aquitaine duidt aan dat het gaat om wijn uit de regio Aquitanië. Dit merk is, in tegenstelling tot geregistreerde namen uit de regio Aquitanië, zoals bijvoorbeeld Bordeaux, Médoc en Bergerac, niet geregeld bij nationale wet of bij gemeenschapsbepaling. Aangezien in de regio Aquitanië ook geregistreerde namen voorkomen, zou het merk Les Cadets d'Aquitaine de indruk kunnen wekken dat het ook hier een geregistreerde naam betreft.

65. Wat betekent een en ander nu voor de beoordeling door de nationale rechter?

66. Zoals ik in punt 42 van deze conclusie reeds heb uiteengezet, moet bij de beoordeling, of een benaming of merk een koper al dan niet kan misleiden worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument. Gelet op de omstandigheden van het geval lijkt het in het bijzonder van belang mede rekening te houden met de verwachting van een consument in andere lidstaten.

67. Vervolgens zal de nationale rechter moeten beoordelen of het gebruik van de geografische benaming in het merk verwarringsgevaar schept voor de hierboven geduide consument. Bij deze beoordeling kan de nationale rechter enkele criteria toepassen die in de rechtspraak van het Hof zijn ontwikkeld. Centraal staat dat het gebruik van het merk de betrokken consumenten daadwerkelijk kan misleiden en bijgevolg hun koopgedrag kan beïnvloeden. Dit koopgedrag kan worden beïnvloed door het gebruik van bedrieglijke aanduidingen die het publiek in de waan kunnen brengen dat het gaat om in werkelijkheid niet bestaande kenmerken. Mijns inziens zal de nationale rechter moeten nagaan of het gebruik van een geografische benaming in een merk verward kan worden met krachtens de verordening geregistreerde namen en of de consument aan het gebruik van de geografische benaming in het merk bepaalde kwaliteitskenmerken van wijn verbindt.

V - Conclusie

68. Op grond van de bovenstaande overwegingen stel ik voor dat het Hof als volgt antwoordt op de vraag van de Cour de cassation:

Artikel 40 van verordening (EEG) nr. 2392/89 van de Raad van 24 juli 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn en druivenmost verzet zich in beginsel niet tegen het gebruik van de naam van een grote regio als een geografische benaming in een merk, waarvan het gebruik niet is geregeld in artikel 11 van deze verordening. De nationale rechter zal van geval tot geval moeten nagaan of het gebruik van een geografische benaming in een merk leidt tot verwarring of tot misleiding van de consument. In het bijzonder zal hij daarbij moeten nagaan of de geografische benaming verward kan worden met krachtens de verordening geregistreerde namen en of de consument aan het gebruik van de geografische benaming in het merk bepaalde kwaliteitskenmerken van wijn verbindt. Daarbij zal hij mede rekening dienen te houden met de verwachting van een consument in andere lidstaten."

Top