EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61995CC0314

Conclusie van advocaat-generaal Ruiz-Jarabo Colomer van 12 september 1996.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek.
Niet-nakoming - Niet-omzetting van richtlijnen betreffende gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften.
Zaak C-314/95.

Jurisprudentie 1997 I-00427

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1996:327

61995C0314

Conclusie van advocaat-generaal Ruiz-Jarabo Colomer van 12 september 1996. - Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek. - Niet-nakoming - Niet-omzetting van richtlijnen betreffende gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften. - Zaak C-314/95.

Jurisprudentie 1997 bladzijde I-00427


Conclusie van de advocaat generaal


1 In de onderhavige procedure heeft het Hof zich uit te spreken over het door de Commissie op 3 oktober 1995 ingestelde beroep, strekkende tot vaststelling, overeenkomstig artikel 169 EG-Verdrag, dat de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens het Verdrag en krachtens artikel 23, lid 1, van richtlijn 92/45/EEG(1), artikel 32, lid 1, van richtlijn 92/46/EEG(2), artikel 29, lid 1, van richtlijn 92/65/EEG(3), artikel 2, eerste alinea, van richtlijn 92/88/EEG(4), artikel 3, lid 1, eerste zin, van richtlijn 92/116/EEG(5), artikel 17, lid 1, van richtlijn 92/117/EEG(6), en artikel 20, lid 1, van richtlijn 92/118/EEG(7), door niet binnen de gestelde termijn de bepalingen die nodig zijn om aan die richtlijnen te voldoen, vast te stellen en in werking te doen treden, en de Commissie daarvan niet in kennis te stellen.

2 Krachtens voornoemde bepalingen moesten de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om vóór 31 december 1993 of 1 januari 1994 aan die richtlijnen te voldoen, en telkens de Commissie daarvan in kennis stellen.

3 Daar de Commissie op 1 januari 1994 geen informatie over de aanpassing van het nationale recht aan de bepalingen van voornoemde richtlijnen had ontvangen, deed zij de Italiaanse regering op 10 februari daaraanvolgend een aanmaningsbrief toekomen, waarin zij de aandacht vestigde op dit gebrek aan informatie en de Italiaanse regering verzocht, haar de volledige en gedetailleerde lijst van de nationale bepalingen tot uitvoering van die richtlijnen mee te delen. In dezelfde brief verweet zij de Italiaanse regering, de krachtens het Verdrag en voornoemde richtlijnen op haar rustende verplichtingen niet te zijn nagekomen, en verleende zij haar een termijn van twee maanden om haar opmerkingen te maken.

4 Bij brief van haar permanente vertegenwoordiger van 24 maart 1994, waarbij de tekst van wet nr. 146 van 22 februari 1994 houdende bepalingen tot uitvoering van de verplichtingen die voor Italië uit zijn lidmaatschap van de Europese Gemeenschappen voortvloeien (hierna: "wet nr. 146") was gevoegd, deelde de Italiaanse regering de Commissie mee, dat de nodige maatregelen om aan die richtlijnen te voldoen, in voorbereiding waren.

5 Toen de Commissie geen andere mededeling van de Italiaanse autoriteiten ontving, bracht zij op 22 september 1994 een met redenen omkleed advies uit, waarin zij vaststelde, dat volgens de gegevens waarover zij beschikte, de Italiaanse Republiek haar nationale recht niet aan voornoemde richtlijnen had aangepast en ook geen kennisgeving daaromtrent aan de Commissie had gericht, en de Italiaanse regering verzocht, de nodige maatregelen vast te stellen om de richtlijnen binnen een termijn van twee maanden uit te voeren.

6 Op 28 oktober 1994 bevestigden de Italiaanse autoriteiten in een brief van hun permanente vertegenwoordiger:

1) dat de richtlijnen waarop de hun verweten niet-nakoming betrekking had, deels wegens vertraging in de vaststelling van wet nr. 146, nog niet in nationaal recht waren omgezet;

2) dat de bepalingen tot omzetting van de richtlijnen 92/45, 92/88, 92/116 en 92/118 reeds door het bevoegde ministerie waren opgesteld, en dat de procedure tot goedkeuring ervan aan de gang was;

3) en dat eerlang zou worden begonnen met het opstellen van de nodige bepalingen om de andere richtlijnen in nationaal recht om te zetten.

7 Aangezien de Commissie, meer dan een jaar later, over geen enkele aanwijzing beschikte, dat de Italiaanse regering een of andere van voornoemde richtlijnen zou hebben uitgevoerd, heeft zij het onderhavige, op 3 oktober 1995 in het register van het Hof van Justitie ingeschreven beroep ingesteld.

8 In haar verweerschrift betwist de Italiaanse regering de haar verweten niet-nakoming niet, maar herhaalt zij slechts hetgeen zij reeds tijdens de precontentieuze procedure had verklaard over de spoedige vaststelling van de nodige bepalingen om het nationale recht aan genoemde richtlijnen aan te passen.

9 Uit het verweerschrift van de Italiaanse regering blijkt duidelijk, dat op het tijdstip dat de Commissie haar beroep heeft ingesteld, de Italiaanse Republiek niet de nodige maatregelen had genomen om die richtlijnen in nationaal recht om te zetten, ofschoon de termijn daarvoor, in het geval van richtlijn 92/88, op 31 december 1993 en, in het geval van de andere richtlijnen, op 1 januari 1994 was verstreken.

10 Derhalve moet het beroep worden toegewezen, en moet de verwerende Lid-Staat, overeenkomstig artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering, in de kosten worden verwezen.

11 Mitsdien geef ik het Hof in overweging:

1) vast te stellen dat de Italiaanse Republiek de krachtens het EG-Verdrag, artikel 23, lid 1, van richtlijn 92/45/EEG van de Raad van 16 juni 1992 betreffende de gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor het doden van vrij wild en het in de handel brengen van vlees van vrij wild; artikel 32, lid 1, van richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk; artikel 29, lid 1, van richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van richtlijn 90/425/EEG geldt; artikel 2, eerste alinea, van richtlijn 92/88/EEG van de Raad van 26 oktober 1992 tot wijziging van richtlijn 74/63/EEG inzake ongewenste stoffen en produkten in diervoeding; artikel 3, lid 1, eerste zin, van richtlijn 92/116/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot wijziging en bijwerking van richtlijn 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee; artikel 17, lid 1, van richtlijn 92/117/EEG van de Raad van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zooenoses en bepaalde zooenoseverwekkers bij dieren en in produkten van dierlijke oorsprong ten einde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen, en artikel 20, lid 1, van richtlijn 92/118/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van richtlijn 90/425/EEG, op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, door niet binnen de gestelde termijn de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen vast te stellen om aan die richtlijnen te voldoen, en de Commissie daarvan niet in kennis te stellen;

2) de Italiaanse Republiek te verwijzen in de kosten.

(1) - Richtlijn van de Raad van 16 juni 1992 betreffende de gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor het doden van vrij wild en het in de handel brengen van vlees van vrij wild (PB 1992, L 268, blz. 35).

(2) - Richtlijn van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk (PB 1992, L 268, blz. 1).

(3) - Richtlijn van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van richtlijn 90/425/EEG geldt (PB 1992, L 268, blz. 54).

(4) - Richtlijn van de Raad van 26 oktober 1992 tot wijziging van richtlijn 74/63/EEG inzake ongewenste stoffen en produkten in diervoeding (PB 1992, L 321, blz. 24).

(5) - Richtlijn van de Raad van 17 december 1992 tot wijziging en bijwerking van richtlijn 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee (PB 1993, L 62, blz. 1).

(6) - Richtlijn van de Raad van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zooenoses en bepaalde zooenoseverwekkers bij dieren en in produkten van dierlijke oorsprong ten einde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen (PB 1993, L 62, blz. 38).

(7) - Richtlijn van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van richtlijn 90/425/EEG (PB 1993, L 62, blz. 49).

Top